Procedure Radiation Protection Expert

Standaardinformatie voor initiele aanvraag
tot erkenning als deskundige bevoegd in de
fysische controle
1. Brief met gemotiveerde aanvraag, ondertekend door de aanvrager, omvattend:
 Aanduiding op welke (types) installaties/inrichtingen de erkenning betrekking dient te
hebben.
 Klasse I
1. De (naam van) de inrichting(en)/installatie(s) waar de aanvrager actief
zal zijn.
 Kernreactoren inbegrepen of niet;
 Vervoer van splijtstoffen inbegrepen of niet.
 Klasse II
1. De (naam van) de inrichting(en)/installatie(s) waar de aanvrager actief
zal zijn of;
2. De types inrichtingen/installaties genoemd in paragrafen 3.1.b en 3.1.c
van het ARBIS waar de deskundige actief zal zijn;
3. Vervoer van radioactieve stoffen (niet-splijtstoffen) inbegrepen of niet.
2. Administratieve gegevens en documenten (verplicht toe te voegen)
 Rijksregisternummer
 Geldig uitreksel uit het strafregister
 Bewijs onderdaan te zijn van één van de lidstaten van de Europese Unie (kan voldaan
zijn door uitreksel uit het strafregister)
3. Verklaring van de werkgever met een bevestiging van de inhoud van de aanvraag en een
justificatie en ondersteuning door de werkgever van de aanvraag
4. Gevolgde opleiding
 Een kopie van de vereiste diploma’s en het diplomasupplement:
o Deskundige van klasse I:
 Diploma van (burgerlijk) natuurkundig ingenieur of (burgerlijk)
ingenieur in de kernwetenschappen (nuclear engineering) (of
equivalent) of;
 Diploma van licentiaat in de natuur- of scheikunde (of een equivalent
universitair diploma in de natuur- of scheikunde) of dat van burgerlijk
ingenieur,
P. 1 van 4
met aanvullend diploma of certificaat van postuniversitaire studies in de
kernwetenschappen (of nuclear engineering), verstrekt door een
universiteit of een gespecialiseerde instelling waarvan het peil door de
Wetenschappelijke Raad gelijkwaardig geoordeeld wordt
o Deskundige van klasse II:
 Diploma van burgerlijk ingenieur of van licentiaat in de natuur- of
scheikunde (of een equivalent universitair diploma in de natuur- of
scheikunde of een andere door het Agentschap relevant geachte
discipline), of van industrieel ingenieur met een specialisatie in het
domein van de kernwetenschappen (of nucleaire technologie)
o Voor andere basisopleidingen (en buitenlandse diploma’s) kan de
Wetenschappelijke Raad (voor deskundigen van klasse I) en het Agentschap
(voor deskundigen van klasse II) oordelen of de verkregen
diploma’s/getuigschriften en de vertoonde kennis volstaan

Binnen of buiten de basisopleiding moet voldaan zijn aan deze vereisten:
o Stralingsbescherming: 12 ECTS punten (of 120 uur) op universitair niveau (met
praktijkgedeelte) omvattende volgende onderwerpen:
 Kernfysica, stralingsfysica
 Detectie en meting van ioniserende straling
 Dosimetrie
 Beginselen van radiobiologie en radio-ecologie
 Basisprincipes van de stralingsbescherming en de
stralingsbeschermingspraktijk
 Belgische regelgeving en internationale regels en normen inzake
stralingsbescherming
o Nucleaire Veiligheid:
 24 ECTS punten voor deskundigen van klasse I in inrichtingen met
kernreactoren (of door de Wetenschappelijke Raad equivalent geachte
opleidingen)
 18 ECTS punten voor deskundigen van klasse I in inrichtingen zonder
kernreactoren (of door de Wetenschappelijke Raad equivalent geachte
opleidingen)
 10 ECTS punten (of 100 uur) voor deskundigen van klasse II die actief
zijn in inrichtingen van klasse IIA1 (of door het FANC equivalent geachte
opleidingen)
 5 ECTS punten (of 50 uur) voor deskundigen van klasse II, die actief
zijn in inrichtingen van klasse II en III (of door het FANC equivalent
geachte opleidingen)
1
De inrichtingen van klasse IIA worden als volgt gedefinieerd:
 de inrichtingen bedoeld in artikel 3.1 b) 1 van het ARBIS, d.w.z de inrichtingen waar radioactieve stoffen worden
gewonnen uit bestraalde splijtstoffen en worden geconditioneerd voor de verkoop;
 de inrichtingen van klasse II bedoeld in artikel 3.1. b) 2 van het ARBIS, waar zich een of meerdere
deeltjesversnellers bevinden die gebruikt worden voor onderzoek of voor de productie van radionucliden (met
uitzondering van elektronische microscopen) alsook de inrichtingen waar deze deeltjesversnellers worden
vervaardigd en/of getest;
 de inrichtingen van klasse II bedoeld in artikel 3.1. b) 3 van het ARBIS, waar zich bestralingsinstallaties bevinden
(van voedingsmiddelen, medisch materiaal, polymeren...) met een bron waarvan de activiteit gelijk is aan of hoger
ligt dan 100 TBq, met uitzondering van bestralingseenheden voor de behandeling van patiënten met uitzondering
van bronnen die onder alle omstandigheden in hun beschermende verpakking blijven (gebruik, onderhoud,
ontwerpongevallen) ;
 de inrichtingen van klasse II bedoeld in artikel 3.1. b) 3 van het ARBIS, waar radioactieve stoffen worden verpakt
voor verkoop in industriële hoeveelheden.
P. 2 van 4
2 ECTS punten (of 20 uur) voor deskundigen die actief zijn in
ondernemingen die betrokken zijn bij het vervoer van radioactieve
stoffen (of door het FANC equivalent geachte opleidingen)
Waarbij de volgende onderwerpen moeten behandeld worden:
 Technologie van de (types) installaties die gebruik maken van
ioniserende stralingen (in het bijzonder deze vermeld in de
erkenningsaanvraag)
 Veiligheidsinfrastructuur van de (types) installaties die gebruik maken
van ioniserende stralingen (in het bijzonder deze vermeld in de
erkenningsaanvraag)
 Risicoanalyse en preventiebeleid, Belgische regelgeving en
internationale regels en normen inzake nucleaire veiligheid,
veiligheidscultuur
 Bijkomend voor alle klasse I deskundigen:
- Kritikaliteitsveiligheid
- Fuel Cycle
 Bijkomend voor klasse I deskundigen actief in inrichtingen met
kernreactoren:
o Nucleaire materialen
o Reactorfysica
o Thermohydraulica van reactoren
o Praktische oefeningen met behulp van een simulator of
onderzoeksreactor
 Bijkomend voor deskundigen die actief zijn in ondernemingen die
betrokken zijn bij het vervoer van radioactieve stoffen en/of
splijtstoffen:
o Radiologische basisprincipes van het internationaal
vervoersreglement
o Beheer van vervoersongevallen en incidenten (emergency
preparedness voor vervoer)
o (Voor deskundigen die betrokken zijn bij het vervoer van
splijtstoffen:) Specifieke kritikaliteitsveiligheid tijdens het vervoer
in zowel normale als ongevalsomstandigheden




Hiertoe wordt een gedetailleerde beschrijving gevraagd van aanvullende opleidingen
van hoger niveau: kopieën van bijhorende diploma’s/getuigschriften, instelling,
onderwerp, duur, data,…
Bij ECTS-punten wordt impliciet een kennistest verondersteld; voor andere opleidingen
wordt een expliciet bewijs van kennistest vereist;
De Wetenschappelijke Raad behoudt het recht om te oordelen over equivalenties en
afwijkingen.
5. Curriculum vitae met onder andere:
 Verantwoordelijkheden en functies die uitgeoefend werden
 Gedetailleerde beschrijving van de belangrijkste activiteiten die de vereiste
professionele ervaring aantonen
o Met het oog op de initiële erkenning bedraagt de vereiste minimale
werkervaring, zoals bedoeld in artikel 73 van het ARBIS:
 voor deskundigen die actief zijn in inrichtingen van klasse I: 3 jaar
werkervaring met de stralingsbescherming en/of nucleaire veiligheid van
de (types) nucleaire installaties/inrichtingen waarvoor de erkenning
gevraagd wordt, waarvan minstens 6 maanden ervaring met de taken
van de vooropgestelde functie;
P. 3 van 4
voor deskundigen die actief zijn in inrichtingen van klasse IIA: 2 jaar
werkervaring met de stralingsbescherming en/of nucleaire veiligheid van
de (types) installaties/inrichtingen waarvoor de erkenning gevraagd
wordt, waarvan minstens 6 maanden ervaring met de taken van de
vooropgestelde functie;
 voor deskundigen die actief zijn in inrichtingen van klasse II: 1 jaar
werkervaring met de stralingsbescherming en/of nucleaire veiligheid van
de (types) installaties/inrichtingen waarvoor de erkenning gevraagd
wordt, waarvan minstens 3 maanden ervaring met de taken van de
vooropgestelde functie;
 voor deskundigen die actief zijn in inrichtingen van klasse III: 6
maanden werkervaring met de stralingsbescherming en/of nucleaire
veiligheid van de (types) nucleaire installaties/inrichtingen waarvoor de
erkenning gevraagd wordt, waarvan minstens 3 maanden ervaring met
de taken van de vooropgestelde functie;
 voor deskundigen die actief zijn in ondernemingen betrokken bij het
vervoer van radioactieve stoffen (en/of splijtstoffen) en niet actief zijn in
een ingedeelde inrichting: 1 jaar werkervaring met de
stralingsbeschermings- en/of nucleaire veiligheidsaspecten van het
vervoer van radioactieve stoffen (en/of splijtstoffen) waarvan 6
maanden ervaring met de taken van de vooropgestelde functie.
Verworven competenties inzake stralingsbescherming, het domein van de
kernwetenschappen, het gebruik van meet- en controleapparatuur
Praktische of theoretische bedrijfsstages, deelname aan seminaries of conferenties :
onderwerp, duur, data, beknopte beschrijving, kopie van verkregen diploma’s of
attesten;
Eventuele deelname aan expert-groepen (IAEA, OECD, …);
Andere informatie (bvb. publicaties);





6. Competenties in klassieke veiligheid (voor de personen die hoofd van een dienst voor fysische
controle zijn of deze dienst gaan leiden)
 Overzicht van gevolgde opleidingen of planning van te volgen opleidingen, kopie van
verkregen diploma’s of attesten.
 Beschrijving van de gevolgde opleiding(en): data, beschrijving,…
Voor een eerste erkenningsaanvraag wordt een interview met de deskundigen van het Agentschap
systematisch voorzien. De aanvrager wordt gevraagd (ten minste) drie verschillende data voor dit
interview voor te stellen.
Voor de deskundigen van klasse I dient de Wetenschappelijke Raad een advies uit te brengen over de
aanvraag. De Raad kan, indien ze dit nodig acht, beslissen om de aanvrager uit te nodigen op een
volgende zitting.
De erkenning wordt beperkt tot de installaties waar de deskundige taken uitvoert die een erkenning
vereisen.
De initiële erkenning wordt beperkt tot een termijn van maximaal 3 jaar.
Het aanvraagdossier dient opgesteld te worden in één van de drie officiële landstalen (FR-NL-D),
tenzij er een voorafgaande toestemming door het Agentschap voor een afwijking werd verkregen.
Een verzoek tot betaling van de retributie wordt door het Agentschap opgestuurd na ontvangst van
de aanvraag.
P. 4 van 4