We Are What We Are - Schokkend Nieuws

SPECIAL
S
PEC
ECIA
IAL
Liefhebbers van sciencefiction, horror, fantasy en anime halen van 8 t/m
20 april hun fantastieke hart op in het Paleis voor Schone Kunsten tijdens het Brussels
International Fantastic Film Festival (BIFFF), of anders wel tijdens Imagine, van 9 t/m
18 april in EYE Amsterdam. Prachtige festivals. Prachtige locaties. Wij hebben niets te
klagen – op het pijnpuntje na dat de twee festivals verdomme tegelijkertijd zijn!
Want wie wil nu kiezen? Het BIFFF
beleeft dit jaar zijn 32ste editie en opent op
8 april met de wereldpremière van THE
QUIET ONES. De nieuwste film van de
legendarische Hammerstudio’s levert
ouderwets griezelwerk. Professor Coupland (Jared Harris) rekruteert in de jaren
zeventig enkele van zijn studenten voor
een uniek paranormaal experiment. De
openingsavond wordt afgesloten met
SPACE PIRATE CAPTAIN HARLOCK, de nieuwe
anime van Shinji Aramaki (APPLESEED,
zie SN #78).
Mooie gasten ook, tijdens het BIFFF. Álex
de la Iglesia (EL DÍA DE LA BESTIA, BALADA
TRISTE DE TROMPETA) komt zijn nieuwe
film WITCHING & BITCHING voorstellen.
Jean-Pierre Jeunet (DELICATESSEN, THE
CITY OF LOST CHILDREN, ALIEN: RESURRECTION) geeft een masterclass op 17 april. En
ja, ook STARCRASH-vedette en Bondgirl
Caroline Munro verlicht het Paleis met haar
aanwezigheid.
Imagine wist voor zijn 30ste editie ook
een uitstekende gast te strikken. Niemand
minder dan cultregisseur Alejandro
Jodorowsky (EL TOPO, THE HOLY MOUNTAIN) komt dit jaar de Imagine Career
Achievement Award in ontvangst nemen!
Uiteraard is zijn nieuwe film LA DANZA DE
LA REALIDAD ook op het festival te zien, net
als JODOROWSKY’S DUNE (Frank Pavich,
2013), de fascinerende documentaire over
zijn ambitieuze sciencefictionfilm die
helaas nooit voltooid werd. De film die er
uiteindelijke wél kwam, David Lynch’
DUNE, draait Imagine op 16 april op 70mm!
Imagine opent dit jaar met het horrorsprookje LA BELLE ET LA BÊTE van Christophe Gans (LE PACTE DES LOUPS, SILENT
HILL) en sluit af met WITCHING & BITCHING
van Álex de la Iglesia.
Beide festivals draaien natuurlijk ook heel
veel andere fantastische films. Wie ALL
CHEERLEADERS DIE, AUX YEUX DES VIVANTS,
HATCHET III, ONCE UPON A TIME IN VIETNAM, RETURN TO NUKE ‘EM HIGH VOLUME 1,
RIGOR MORTIS of WOLF CREEK 2 niet wil
missen, moet naar Brussel. En alleen in
Amsterdam kun je genieten van THE CREEP
BEHIND THE CAMERA, ESCAPE FROM
TOMORROW, THE GARDEN OF WORDS, I AM A
GHOST, PATEMA INVERTED, RAZE, WE ARE
WHAT WE ARE en ZOMBEAVERS. Er is teveel
om op te noemen, dus daarom presenteert
Schokkend Nieuws in deze special vier
exclusieve interviews met de makers van
enkele van de hoogtepunten in Amsterdam
en Brussel.
www.imaginefilmfestival.nl
www.bifff.net
SCHOKKEND NIEUWS #107
DOOR BAREND DE VOOGD |
19
SPECIAL
Jim Mickle is bijna niet bij te houden. Terwijl Imagine zijn derde film WE ARE
WHAT WE ARE vertoont, is zijn vierde alweer in première gegaan op Sundance: COLD IN JULY.
Als we hem tijdens een location scout in de Catskills, voor alweer een nieuw project,
bellen voor het geplande interview, raakt hij zo ver van het pad af dat hij geen ontvangst meer heeft. Een dag later lukt het alsnog.
DOOR ROEL HAANEN |
SCHOKKEND NIEUWS #107
Jim Mickle moest loskomen van het origineel.
24
Met WE ARE WHAT WE ARE laat Jim
Mickle zich van een andere kant zien. Na
zijn koortsachtige low budget debuutfilm
MULBERRY ST (Imagine 2007) en zijn
tweede film, de road movie annex
vampierfilm STAKE LAND (Imagine en
BIFFF 2011), is dit een even somber als
verontrustend verhaal, verteld met de
beheersing van een volwassen filmmaker.
WE ARE WHAT WE ARE is de remake van
het Mexicaanse SOMOS LO QUE HAY (Jorge
Michel Grau, 2010), waarin de tienerzoon
van een kannibalistische familie in de
sloppenwijken voor eten moet zorgen
wanneer het gezinshoofd overlijdt. Mickle
kende het origineel aanvankelijk alleen
van reputatie: ‘SOMOS LO QUE HAY deed de
festivalrondes in dezelfde periode als
STAKE LAND. De producenten die de
Amerikaanse rechten hadden gekocht
vroegen ons [Mickle en schrijfpartner
Nick Damici] of we een remake wilden
doen. Daar waren we niet happig op. Toen
we naar het origineel keken, zakte de
moed ons in de schoenen. Die film is
steengoed en zegt zoveel over armoede en
het leven in de grote stad, dat we geen
manier zagen om daar nog iets aan toe te
voegen. Daarbij komt dat de film een heel
Mexicaans verhaal vertelt dat je niet
zomaar kunt transporteren naar NoordAmerika. Wij zagen maar één manier om
die remake te doen: loskomen van het
origineel en op zoek gaan naar een manier
om het verhaal voor ons persoonlijker te
maken.’
KITCHEN SINKY
In WE ARE WHAT WE ARE blijft eigenlijk
alleen de premisse gehandhaafd. Zo gaat
niet de vader dood, maar de moeder.
Mickle: ‘Na de scheiding van mijn ouders
heb ik jarenlang alleen bij mijn vader
gewoond. Een vader die achterblijft kon ik
me beter voorstellen.’ Daaruit volgde nog
een verandering: niet de tienerzoon
draagt de last van het voortzetten van de
gruwelijke familietraditie, maar de
dochter. De subplot over incest kwam te
vervallen. ‘We hebben overwogen die te
handhaven maar ik vond dat het zou
afleiden van het centrale thema. In het
origineel is het bovendien zo dat de
hoofdpersoon zijn homoseksuele
gevoelens ontdekt. Als we iets soortgelijks
SPECIAL
hadden geprobeerd was onze film nogal
kitchen sinky geworden, denk ik. Uiteindelijk vond ik het idee van een gezin dat
afhankelijk wordt van traditie om te
overleven interessant genoeg. En wat
homoseksualiteit betreft: het laatste dat ik
wilde was de suggestie wekken dat het
voortkomt uit perversie.’
Was Mickle ook bang dat een incestsubplot als een cliché zou overkomen binnen
de backwoods-setting van de Catskills,
waar WE ARE WHAT WE ARE zich afspeelt?
‘Absoluut. De Catskills zijn een perfecte
locatie voor dit verhaal. Daar in de bergen
kun je je voorstellen dat mensen zo
geïsoleerd leven dat ze heel lang hun
eigen tradities erop na kunnen houden.
Het is een interessante en prettige plek om
te leven. Sterker: ik woon er momenteel!
Het laatste dat ik wilde is mensen uit deze
contreien in een slecht daglicht plaatsen.
Wat ik wel grappig vind, is dat wanneer
mensen die twee woorden horen –
Catskills en kannibalen – ze meteen
denken dat mijn film een soort TEXAS
CHAIN SAW MASSACRE of WRONG TURN is!’
TIENERMEIDEN
Door het verhaal terug te brengen tot
een duister gezinsdrama werd Mickle
gedwongen meer te vertrouwen op sfeer
en spanningsopbouw dan op schokeffecten of actie. ‘Dit was de moeilijkste film
die ik tot nu toe heb gemaakt, moeilijker
zelfs dan COLD IN JULY. Wat me aansprak
in het origineel was dat het onder mijn
huid kroop zonder goedkoop effectbejag.
Dat wilde ik niet loslaten, die duistere en
onheilspellende sfeer. Michael Haneke
doet dat zo goed: zijn films zijn verontrustend, maar je weet tijdens het kijken nooit
precies waarom. Daar ging ik voor. WE ARE
WHAT WE ARE heb ik in een klassieke stijl
gefilmd, waarbij ik de acteurs de ruimte
wilde geven. Dat betekende dat ik scènes
heel zorgvuldig moest blocken. Maar toen
ik eenmaal voor die aanpak had gekozen,
zat ik eraan vast. Als bij STAKE LAND een
draaidag uitliep, kon ik de camera op mijn
schouder nemen en door draaien zolang
er licht was. In de montage zocht ik dat
wel weer uit. Bij STAKE LAND en MULBERRY
ST heb ik veel in de montage opgelost. Dat
zie je ook aan die films. Die luxe had ik
hier niet.’
Mickle had wél de luxe van een voortreffelijke cast, met Michael Parks voorop als
argwanende huisarts. Ook de acteurs die
het gezin vormen zijn sterk. ‘Wat ik bij
deze film belangrijk vond, was dat alle
narigheid in het gezin zo echt mogelijk
aanvoelde. Daarom moest het gezin óók
echt aanvoelen. De vader en de twee
dochters hebben we veel tijd samen laten
doorbrengen. Ze woonden bij elkaar, we
namen ze mee uit eten, naar de bioscoop,
naar een shotgun range. Alles om een
intieme band te creëren. En om ze te laten
praten over hun personages. Ik wilde dat
ze begrepen dat het niet zomaar kannibalisme is, maar een religieus ritueel. Dat is
trouwens een extreem onderwerp om met
twee tienermeiden te bespreken.’
VHS HUREN
Tussen Mickles eerste drie films zat
telkens een periode van drie tot vier jaar.
Tussen WE ARE WHAT WE ARE en Mickles
nieuwste COLD IN JULY slechts één. Heeft
hij eindelijk genoeg clout om zijn films
snel van de grond te krijgen? ‘Na MULBERRY ST werkten Nick en ik aan een
tweede film. Dat moest COLD IN JULY
worden. Maar ik begreep de business
onvoldoende. Wij namen in 2006 een
optie op het boek van Joe Lansdale en
werkten aan niets anders dan dat project.
Nu weet ik dat je meerdere projecten
tegelijk moet ontwikkelen, waarvan er
dan hopelijk één doorgaat. Uiteindelijk
begonnen we aan het script voor STAKE
LAND als een plan B. En die film kregen we
heel gemakkelijk van de grond, vooral
door Larry Fessenden die zijn netwerk
inzette om de film te financieren.’
Uiteindelijk maakte Mickle COLD IN JULY
pas veel later, wat zijn voordelen had. Ten
eerste kon hij Michael C. Hall krijgen, in
zijn eerste hoofdrol sinds Dexter, als de
jonge vader die in paniek een inbreker
doodschiet, waarna hij in een neerwaartse
spiraal van geweld terechtkomt. ‘Michael
bracht de menselijkheid van dat personage naar boven. Nogal verrassend voor
een acteur die je daar normaal niet mee
associeert!’ Ten tweede is Mickle met drie
goed ontvangen speelfilms nu een meer
zelfverzekerde filmmaker. Vakblad Variety
sprak van een ‘superior piece of Texas
pulp fiction’ waarboven ‘de geesten van
John Carpenter, Walter Hill en William
Lustig zweven’. Mickle: ‘Het verhaal
speelt zich af in de jaren tachtig en ik
wilde het ook in die stijl draaien. De film
moest eruitzien als iets dat je in die jaren
op vhs zou huren. Het type film dat Joe
waarschijnlijk inspireerde tot Cold in July
SCHOKKEND NIEUWS #107
Gruwelijke familietraditie.
25
SPECIAL
en zijn Hap en Leonard-boeken. Achteraf
ben ik blij dat ik de film niet vlak na
MULBERRY ST heb gemaakt, want ik geloof
niet dat ik toen de ballen had gehad om
zoiets te doen. Wat ik heel belangrijk vind
is dat die stijl er niet geforceerd uitziet,
maar als iets waar het verhaal om vraagt.’
‘Het boek is all over the map. Het begint
als een mysterie en wordt, via allerlei
bizarre wendingen, uiteindelijk een
wraakthriller. Het bevat schokmomenten
en geweld. Het is geen horror, maar bevat
wel de elementen die fans van het genre
waarderen. In Joe’s romans pik je die rare
wendingen omdat de personages zo echt
en geloofwaardig zijn. Hij mixt dat, niet
om hip te doen à la Tarantino, maar omdat
hij zijn verhaal zo het beste kan vertellen.
Tegelijk vormde dat het belangrijkste
obstakel bij de financiering. Distributeurs
zeiden: we hebben geen idee hoe de
dvd-doos eruit moet zien. Ik vat dat maar
op als een compliment.’
‘Ik ben trots op STAKE LAND en WE ARE
WHAT WE ARE, maar COLD IN JULY is
natuurlijk wel de film die Nick en ik al
jarenlang wilden maken.’ Die film is klaar.
Wat nu? Mickle was, zoals gezegd, al
locaties aan het scouten voor een nieuw
project, waarover hij ten tijde van het
interview alleen kon vertellen dat het voor
televisie is. ‘Televisie is het nieuwe wilde
westen, de nieuwe frontier. Een heel
andere manier om verhalen te vertellen.’
Twee weken na ons interview wordt
bekend dat Mickle en Damici bezig zijn met
een televisieserie naar de Hap en Leonardboeken van Lansdale en een vervolg op
hun eigen STAKE LAND, eveneens in de
vorm van een tv-serie. Laten we hopen dat
er op zijn minst één daarvan doorgaat.
We Are What
We Are
VS, 2013
Regie Jim MIckle
Productie Rodrigo
Bellott, Andrew Corkin,
Linda Moran, Nicholas
Shumaker, Jack Turner
Scenario Nick Damici,
Jim Mickle,
Jorge Michel Grau
Camera Ryan Samul
Montage Jim Mickle
Muziek Jeff Grace,
Darren Morris, Phil
Mossman
Met Julia Garner, Kelly
McGillis, Odeya Rush,
Ambyr Childers, Bill Sage
Distributie Cinéart (NL 1
mei, BE onbekend)
De nieuwe film van Terry Gilliam draait zowel op BIFFF als op Imagine. THE
ZERO THEOREM is de afsluiting van een dystopische trilogie die begon met BRAZIL en TWELVE
MONKEYS. Drie duistere werelden, van een zeer vrolijke filmmaker.
SCHOKKEND NIEUWS #107
DOOR KEES DRIESSEN |
26
In THE ZERO THEOREM is de retro-futuristische computermedewerker Qohen Leth
(Christoph Waltz) op zoek naar de zin van
het leven. Helaas worden zijn naspeuringen voortdurend onderbroken door
Management (Matt Damon) en de aantrekkelijke Bainsley (Mélanie Thierry), die
hem meevoert naar een virtuele realiteit.
THE ZERO THEOREM is door critici matig
ontvangen. En inderdaad, het is geen
BRAZIL (1985) of TWELVE MONKEYS (1995),
twee superieure sciencefictionfilms van
ex-Monty Python Gilliam. Toch zijn de
matte reacties onterecht. Want één ding is
THE ZERO THEOREM wél: heel erg Terry
Gilliam. En dat garandeert een fantasie en
originaliteit waarvan de meeste filmmakers slechts kunnen dromen. Een gesprek
op het filmfestival van Venetië.
OUWE ZAK
Mag ik mijn opnameapparaat op uw
stoelleuning leggen?
‘Eh, weet ik niet. Is het radioactief?’
Niet dat ik weet.
‘Zal het me onvruchtbaar maken?’
Dat zou wel iets van mijn leven verklaren.
‘Hahaha!’
Dat begint goed: ik heb een jeugdheld
aan het lachen gemaakt. De 74-jarige
Gilliam is in een vrolijke, om niet te
zeggen kinderlijk blije bui.
Actrice Mélanie Thierry omschrijft u als
‘punker’. David Thewlis, die ook in THE
ZERO THEOREM speelt, zegt dat u ‘een circus
in uw hoofd’ heeft. Hoe omschrijft u uzelf ?
‘Ik zie mezelf als een coole vent van 27.
Ik loop over straat, ik voel me jong, er zijn
overal leuke mensen en opeens zie ik een
ouwe zak weerspiegeld in een ruit. En dan
denk ik: fuck, wie is dat?’
THE ZERO THEOREM speelt in de toekomst.
Maar u leeft in het verleden?
‘Ik probeer in verleden noch toekomst te
leven. Maar in het heden leven wordt in
de huidige samenleving steeds moeilijker.’
Gilliam begint aan een tirade tegen onze
SPECIAL
Retro-futuristische computermedewerker.
CARTOONIST
Wat vond u van het script van Pat Rushin?
‘In het begin zei ik: ik regisseer deze film
niet, ik decoreer hem. Het scenario zat vol
interessante ideeën – en verwijzingen
naar films van mezelf, dus dat was leuk –
maar de setting was grijs en bedrukkend.
Ik zei: laten we het kleurrijk maken! Met
lawaai! En fel licht! En dat iedereen op zijn
skateboard naar zijn werk gaat! Overal
alleen maar lol: een opdringerige lol
waaraan je niet kunt ontsnappen.’
En zo onderzoekt u dertig jaar na de
Monty Python-film opnieuw ‘The Meaning
of Life’.
‘Ik sta ’s ochtends nog altijd op met
diezelfde vraag. Daarom maak ik films:
om onze wereld te begrijpen. Maar ik vind
het moeilijk om een hedendaags verhaal
te vertellen, zoals in THE FISHER KING
(1991). Liever duw ik het naar de toekomst
of het verleden. Ik ben cartoonist: ik
verschuif en vervorm dingen.’
Heeft u films gemaakt die u achteraf
profetisch vindt?
‘Allemaal! Ik ben een roepende in de
woestijn. Neem BRAZIL. Hoe lang duurde
het voordat Amerika Homeland Security
op poten had? Terwijl ik ze alle informatie
al in 1985 gegeven heb!’
U verwerkt ouderwetse elementen in uw
toekomstvisies. Zoals de vaste telefoonlijnen in THE ZERO THEOREM. Waarom geen
mobieltjes?
‘Ik houd niet van sciencefictionfilms
waarin alles design is. In reclames is de
wereld perfect, terwijl technologie in
werkelijkheid nooit soepel werkt.
Leidingen lekken. We filmden in Boekarest en gebruikten wat we tegenkwamen.
Als we ergens anders hadden gefilmd, had
de film er anders uitgezien. Bovendien is
zo’n rare telefoon grappiger. Niet alleen de
computer praat steeds, ook de telefoon
blijft maar praten. Je kunt er niet aan
ontsnappen! Dat was het idee: een continu
bombardement van geluid.’
En het is een verwijzing naar BRAZIL.
‘Ik heb kennelijk maar een beperkte
fantasie. Ik doe dat niet bewust.’
De brug naar de centrale computer, is dat
ook geen bewuste referentie naar de brug in
de martelkamer in BRAZIL?
‘Fuck!, je hebt gelijk. Ik heb gewoon
maar één fucking idee in m’n hoofd, haha!’
The Zero
Theorem
VS/RO/GB, 2013
Regie Terry Gilliam
Productie Dean Zanuck
Scenario Pat Rushin
Camera Nicola Pecorini
Montage Mick Audsley
Muziek George Fenton
Met Christopher Waltz,
Mélanie Thierry, David
Thewlis, Lucas Hedges,
Matt Damon, Ben
Whishaw, Tilda Swinton
Distributie Voor zover op
dit moment bekend, is
THE ZERO THEOREM in
Nederland en België
alleen te zien tijdens
Imagine en BIFFF.
SCHOKKEND NIEUWS #107
gehaaste, hyper-communicatieve
samenleving, aan de hand van Arcade
Fire’s We Used To Wait. En dat terwijl het
informatietijdperk juist een geweldige
bron lijkt voor een regisseur die zo
associatief en visueel werkt.
‘Ik ben humorist, dus het is inderdaad
brandstof – maar ik ageer wel tegen het
systeem. In THE ZERO THEOREM zit een
grap over Occupy Mall Street. Iemand
dacht dat ik tegen de Occupy-beweging
was – maar, nee, dat is juist geweldig! Ik
wilde alleen laten zien dat de reclamewereld zoiets gewoon weer naar zijn hand zal
zetten. Ik schreef veel van de advertenties
die je in de film ziet. Zoals voor The
Church of Batman the Redeemer. Want
waarom zou je niet geloven in Batman?
Hij kan je leven redden! Heel veel mensen
geloven toch in Marvel-superhelden?
Haha!’
27