17.03.2014 dienst communicatie Willem Lemmens Het waardig levenseinde is in gevaar. Hoezo? Etienne Vermeersch wil de euthanasiewetgeving steeds verder uitgebreid zien. Is er nog plaats voor kritische geluiden? Willem Lemmens is hoogleraar ethiek aan de Universiteit Antwerpen. E tienne Vermeersch trekt aan de alarmbel: het waardig levenseinde is in gevaar (DM 11/3). Een website is aangemaakt, burgers worden opgeroepen te ‘tekenen’. Wat er ook gebeurt, massaal. In feite zouden alle burgers van dit land moeten tekenen, als Vermeersch gelijk heeft. Maar heeft hij gelijk? In een uitvoerig opiniestuk neemt hij een loopje met de waarheid en speelt hij in op de emoties. Is in dit land het waardig levenseinde in gevaar? Vreemd dit te horen van iemand die onlangs nog triomfeerde toen de uitbreiding van de praktijk van euthanasie naar minderjarigen wettelijk mogelijk werd. Dit was toch een stap vooruit? Wat is dan het probleem? Blijkbaar het feit dat een aantal kinderartsen bepleit de wet niet nodig te hebben om hun patiënten alle zorg te geven: ze vrezen zelfs dat er een fout signaal wordt uitgezonden. De boodschap van de dokters was duidelijk: nee, het waardig levenseinde is zonder die wetsuitbreiding zeker niet in gevaar, we hebben echt geen wet nodig die pretendeert dat dit wel zo is. Maar zij die deze (symbool)wet nodig hadden, hebben haar nu. Is men misschien bezorgd dat de wettelijke mogelijkheden niet zullen worden benut? Misschien toch een overbodige zorg: weldra duiken ongetwijfeld de eerste succesvolle zaken op in de media. Vermeersch vreest dat er een beweging op gang is gekomen die op georkestreerde wijze “onze euthanasiewetgeving” wil ondermijnen. Er is namelijk een klacht ingediend bij de Orde van Geneesheren tegen een arts die al jaren ijvert om via media en spreekbeurten ‘het taboe’ rond euthanasie te doorbreken. Er zijn misschien nog meer klachten, zelfs bij het parket. Waar is de ‘hetze’? Mag men geen beroep meer doen op de gerechtelijke instanties van dit land? De wetgever heeft terecht gemeend dat misbruiken en wantoestanden in de medische zorg zo veel mogelijk moeten worden uitgesloten. Ook rond de zorg om het levenseinde. Daar dient wetgeving voor. Als er burgers zijn die menen dat de euthanasiewet niet goed is toegepast, of dat hun rechten geschaad zijn, mogen zij dan hun recht niet proberen te halen? Vermeersch spreekt schande: een arme dokter wordt de daver op het lijf gejaagd. Als alles in orde is, valt echter niets te vrezen. Misschien is niet alles in orde? Aan juristen en de Orde van Geneesheren om hun werk te doen. Hopelijk doen ze dat met dezelfde ijver die Vermeersch aan de dag legt om burgers de wacht aan te zeggen. Dat ook deze mensen lijden, is iets wat Vermeersch niet al te veel zorgen lijkt te baren. Waar hij zich meer zorgen over maakt, is duidelijk. Velen in binnen- en buitenland stellen zich in toenemende mate vragen bij een steeds liberaler euthanasiebeleid. Mag dat niet? Is het uitgesloten dat dit beleid tot slechte medische zorg leidt en zelfs immorele gevolgen kan heb- ben? Steeds meer burgers worden achterdochtig bij de onwaarheden en stemmingmakerij waarmee de euthanasielobby haar groot gelijk bepleit. Actieve levensbeëindiging door een arts op verzoek van de patiënt wordt ook door Vermeersch verheven tot een ideaal waar iedereen ‘recht’ zou op hebben. Alle alternatieven, bijvoorbeeld palliatieve sedatie, worden verdacht gemaakt en op karikaturale wijze afgedaan als lapwerk. Slechts een zo breed mogelijke euthanasiewet biedt blijkbaar een afdoende remedie tegen ondraaglijk lijden. Enkel in België en Nederland zou dus op dit ogenblik echt waardig sterven mogelijk zijn. Is dit geloofwaardig? Dit beeld wordt nochtans aan de bevolking opgedrongen, zonder dat diezelfde bevolking echt lijkt te weten wat bij voorbeeld het verschil is – of zou moeten zijn – tussen euthanasie en palliatieve sedatie. Stemmingmakerij Men minimaliseert ijverig de complexe problemen die dreigen te ontstaan wanneer psychiatrische patiënten, gehandicapten of dementerenden de vraag tot euthanasie omwille van ‘ondraaglijk lijden’ steeds vlotter zouden stellen. Vermeersch ziet maar één probleem: dat zij vooralsnog die vraag niet duidelijk genoeg kunnen stellen. De wetgeving moet verder uitgebreid, iedereen moet mee in het succesverhaal. Wie kritische geluiden laat horen, is onverdraagzaam, onmenselijk en niet geïnformeerd. Misschien is de waarheid subtieler. Misschien zijn de mensen die kritische geluiden laten horen bij de euthanasiepraktijk bekommerd om de vrijheid en waardigheid van alle burgers, ook in de zorg om het levenseinde. De vrijheid en waardigheid van de patiënt, uiteraard, maar ook die van de arts, het verzorgend personeel, de betrokken families aan het ziekbed. Misschien willen sommigen gewoon vrij en waardig hun stem laten horen wanneer zij menen dat, helaas, de euthanasiewet tot praktijken leidt die niet echt stroken met menswaardige klinische zorg. Men zou beter goed naar die mensen luisteren. Ook hier klinkt de bekommernis om het waardig levenseinde niet in het gedrang te brengen door stemmingmakerij en desinformatie. Ondertekend door o.m.: Mohamed Achaibi, Philippe Ballaux, Jan Becaus, Benoit Beuselinck, Gerard Bodifée, Luc Braeckmans, Filip Buekens, Roger Burggraeve, Steven Bieseman, Yves Biot, Marc Calmeyn, Georges Casteur, Paul Clement, Katrien Cornette, Herman De Dijn, Yvonne Denier, Raf De Rycke, Jan De Volder, Daniel Devos, Timothy Devos, Johan De Tavernier, Willeke Dijkhoffz, Marc Eneman, Griet Galle, Chris Gastmans, An Haekens, Mouloud Kalaai, Fernand Keuleneer, Hilde Kieboom, Lieven Lagae, Olivier Lins, Pierre Mertens, Hendrik Opdebeeck, Roeland Polspoel, Toon Quaghebeur, Abdellatif Riffi, Katrien Schaubroeck, Bernard Spitz, René Stockman, Michiel Strybos, Johan Taels, René Trau, Steven Vanackere, Bart Van den Eynden, Bernadette Van den Heuvel, Bert Vanderhaegen, Toon Vandevelde, Stefaan Van Gool, Guy Vanheeswijck, Walter Van Herck, Els van Hoof, Linus Vanlaere, Luc Van Melkebeke, Fernand Van Neste, Jean-Pierre Verbelen, Jos Vermylen, Jan Wouters, Kristien Wouters PARK PASSIONISTEN GOEDVOOR 105 SOCIALEWONINGEN EN NIEUW RUSTHUIS Bouw woonzorgproject start in 2015 TIENEN Tijdens de Dag van de Zorg was er bijzonder veel belangstelling voor het nieuwe woonzorgproject Park Passionisten aan de Aarschotsesteenweg. De vzw Broeders van Liefde, waartoe de Broeders Alexianen behoren, en Huisvesting Tienen willen op een terrein van bijna drie hectare 35 sociale koopwoningen en 70 sociale huurwoningen, een rustoord met 54 bedden en nog eens zes bedden voor kortopvang en 46 serviceflats realiseren. De bouw is voorzien vanaf 2015. VANESSA DEKEYZER Momenteel ligt er nog alleen maar puin op het terrein. Van het oude klooster blijft er nog slechts een klein stukje overeind. «Volgende week zal het laatste stukje van dit klooster ook verdwijnen», zegt Gust Rector, directeur van Broeders Alexianen. «Belangrijk in dit project is de zogenaamde woonzorgzone. Het is namelijk zo dat we de diensten in ons park ook aan de omgeving willen aanbieden. Daartoe hebben we een zone afgebakend van aan de Houtemstraat, de Oplintersesteenweg tot aan de Leuvenselaan, waarin een 800-tal 65-plussers wonen. Zij kunnen allemaal beroep doen op onder meer de klusjesdienst, de groendienst en de boodschappendienst. Op die manier proberen we oudere mensen zolang mogelijk in hun eigen huis te houden.» ALS JE DE WACHTLIJSTEN BEKIJKT, DENK IK DAT ONS RUSTHUIS SNEL INGEVULD ZAL ZIJN Gust Rector, directeur Broeders Alexianen Bij de Broeders Alexianen is er een wachtlijst van ongeveer 200 mensen voor een plaatsje in een rusthuis. «We verwachten zeker dat onze rusthuis snel zal ingevuld zijn», voorspelt Gust Rector. «Natuurlijk zit je met het gegeven dat hier wat verder op nog een rusthuis ‘Oase’ binnen afzienbare tijd wordt geopend. Maar wanneer je de wachtlijsten bekijkt, denk ik zeker dat er ruimte genoeg is voor een bijkomend rusthuis. We zien ook al dat de kandi- Gust Rector, Patricia Booten en Dirk Smolders op de site waar de afbraak bijna is afgerond. Foto Baert daturen voor een assistentiewoningen vlot binnenstromen.» Tijdens de Dag van de Zorg daagden enkele kandidaat-bewoners op. «We hebben onze naam genoteerd op de lijsten voor de serviceflats», zeggen bewoners van de Vierde Lansierslaan. «We worden al een dagje ouder en je kan de dag van vandaag ook niet terugvallen op de kinderen, die zelf nog gaan werken.» De woonzorgwijk zal twee uitgangen hebben, een hoofdingang langs de Aarschotsesteenweg en een extra ingang voor bewoners van de wijk langs de Pollepelstraat. «Het is de bedoeling dat het park zelf autoluw wordt», zegt Gust Rector. «Daarom noemt het ook een ‘park’. Het verkeer moet zoveel mogelijk uit het park gehouden worden. We hanteren het systeem van ‘Center Parcs’, waar je enkel voor laden en lossen tot aan de bungalow mag rijden.» Zestig jobs Het project zal heel wat tewerkstelling met zich meebrengen. «We denken toch aan een 60-tal nieuwe banen», aldus directeur Rector. «We weten uiteraard dat er een schaarste is op de markt van de zorgsector, maar vandaag ervaren we geen problemen in ons huidig rustoord en ziekenhuis. We werken nauw samen met scholen die zorg-en verpleegkundigen opleiden. Diegenen, die stages bij ons volgen, blijven meestal ook hangen, dus we hopen onze vacatures toch ingevuld te krijgen», besluit de directeur. Vroeger en nu Kempens talent op de planken Welk toneelstuk ze hier opvoeren, is niet duidelijk, maar deze leden van de Studiekring van Geel uit 1930 hebben zich wel prachtig in middeleeuwse klederdracht uitgedost. HO/ FOTOCOLLECTIE STADSARCHIEF GEEL De manier waarop de meeste jongeren nog altijd kennismaken met theater is tijdens de voorstellingen van het schooltoneel. Op dit beeld brengt een groep acteurs uit het Klein Seminarie van Hoogstraten in1958 het stuk Leve Robinson. Het onderschrift erbij luidt ‘Moed, Tom! Ik doe het!’. HO/ COLLECTIE STEDELIJK MUSEUM HOOGSTRATEN Bij het zogenaamde patronaatstoneel in Herenthout werden de mannelijke en vrouwelijke acteurs strikt gescheiden gehouden. In 1936 voerden de meisjes en vrouwen onder leiding van zuster Victoire De Kruistochters op, waarbij ze ook de mannenrollen voor hun rekening namen. Het stuk schetste het leven van de Heilige Agatha. HO/ COLLECTIE JUUL BOUWEN OP KEMPENSERFGOED.BE Toneel is vooral in de dorpen in de eerste plaats volksvermaak, met als doel het publiek een plezierige avond te bezorgen. Op de foto een toneelgroep uit Poederlee (Lille) in 1975. HO/ COLLECTIE JOS AERTS OP KEMPENSERFGOED.BE “Vrouwen mochten pas in 1968 meedoen” Toneel kon ook dienen om een boodschap over te brengen. Tijdens een groots opgezet Kempisch Arbeidersfeest door de katholieke zuil tussen de twee Wereldoorlogen brachten de arbeiders in Tongerlo tijdens een toneeltje een bloemenhulde aan Onze Lieve Vrouw, gespeeld door een actrice. Pogen viert 95 jaar toneel met blijspel Turnhout M et 95 speeljaren op de teller is het Koninklijke Toneelgezelschap Pogen de oudste nog bestaande toneelgroep in Turnhout. Het was een groepje oud-leerlingen van het SintVictorinstituut dat Pogen in 1919 boven de doopvont hield. Een nieuwe ambtenaar op de ste- delijke dienst Bevolking ontdekt algauw dat niet al haar collega’s even hard werken of gedienstig zijn. Dat is het uitgangspunt van Chocomousse, het blijspel waarmee het Koninklijke Toneelgezelschap Pogen vanavond, vrijdag 14 maart, in de toneelzaal van het Sint-Victorinstituut in première gaat. Nadien volgen nog zes voorstellingen. Voor Pogen betekent het stuk ook het start van het 95ste speeljaar. “De naam Pogen verwijst inderdaad letterlijk naar ‘proberen’. Het was een groepje oud-leerlingen van het Sint-Victor dat na hun afstuderen wilde proberen om toneel te spelen en zo het plezier dat ze hadden beleefd aan het schooltoneel voort te zetten”, zeggen Yves Vrijhoeven en Koen Van Gorp van KTG Pogen. “Dat startte in 1919. In principe ging het allemaal om oud-leerlingen. Maar in 1928 vonden ze zo weinig spelers dat Pogen bijna opgedoekt werd. Het gezelschap haalde nadien geregeld kandidaten van buiten de schoolkringen.” Met Chocomousse brengt Pogen vanaf vanavond zeven voorstellingen lang een herkenbaar blijspel over de menselijke kantjes van collega’s op een stadsdienst. FOTO MIA UYDENS Van die bijna-eeuw Pogen bestaat een rijk archief. Zo kreeg de groep recent nog van de inrichtende macht Broeders van Liefde de allereerste verslagen terug, boeken waarin met sierlijk handschrift die prille jaren werden verslagen. Dat maakt het mogelijk een goed gedocumenteerde geschiedenis samen te stellen, goed voor honderden gespeelde stukken, acteursnamen en merkwaardige feiten. Balans “Zo weten we dat het 25-jarige bestaan in 1944 door de oorlog pas in 1946 gevierd is, of dat het toneelbestuur pas op 4 mei 1968 besloten heeft dat voortaan ook vrouwen op de planken toegelaten waren”, lachen Vrijhoeven en Van Gorp. “Het repertoire is heel verscheiden, van de hoogdravende draken uit vroegere tijden over literatuurklassiekers tot volkse komedies. Het is niet moeilijk om stukken te vinden, maar wel om de juiste balans te krijgen tussen wat de spelers goed vinden en wat het publiek leuk vindt. Goeie stukken met een lach en een traan zijn heel zeldzaam.” Het professionele theater keek lang neer op het amateurtoneel, maar de heren van Pogen wijzen er fijntjes op dat die amateurs vijf keer zo veel volk lokken. “Je ziet dat vooral in kleinere gehuchten, waar lokale groepen tien voorstellingen lang volle zalen trekken. Maar er is toenadering. De amateurs vormen bovendien de voedingsbodem voor de gesubsidieerde gezelschappen. Ons bekendste lid is zeker Dirk Lavrysen (die meespeelde in Thuis en Lili & Marleen, red.). En Margriet Hermans, natuurlijk. Toen we met haar zeventig jaar Pogen vierden, verkochten we twee keer de Warande uit.” HANS OTTEN Naast acteur Dirk Lavrysen is Margriet Hermans ongetwijfeld het bekendste lid uit het (recente) verleden van Pogen. REPRO MIA UYDENS HO/ FOTO GVA Terrastheater brengt twintig edities vertier Theater hoeft niet beperkt te blijven tot donkere zolderzaaltjes of knusse schouwburgen, het kan ook zelf de hort op gaan. Het bekendste voorbeeld daarvan is wellicht het Turnhoutse Terrastheater, dat jarenlang tijdens de Kempendag op de laatste zondag van augustus het Turnhoutse marktplein inpalmde. Of beter, de terrassen van de horecazaken rondom dat plein. Het terrastheater was zo’n populaire traditie dat alle stoeltjes urenlang vooraf bezet waren. De toneelacts trokken met hun decors en andere hulpmiddelen van kroeg naar kroeg om er hun korte show op te voeren in een poging de lachers op de hand te krijgen. Later werd de formule van terrastheater omgevormd tot een evenement met voorrondes en de finale tijdens de Kempendag. Tot er na twintig jaar de klad in kwam en Turnhout het in de zomer van 2009 voor het eerst zonder zijn geliefde terrastheater moest stellen. Op de foto is het team van ’t Geelse Volkstoneel druk aan het kokerellen tijdens de editie van 1997. ●● Enkele toneelscènes uit de prille beginperiode van Theatergezelschap Pogen. REPRO MIA UYDENS Drukte en humor op het Terrastheater. FOTO GVA HO
© Copyright 2024 ExpyDoc