Lees meer - Uitgeverij Gideon

Van kikker tot prins
VAN
KIKKER
TOT
PRINS
ONTDEK JE NIEUWE IDENTITEIT IN CHRISTUS
M AT T H I J S V L A A R D I N G E R B R O E K
Van kikker tot prins
Copyright © Uitgeverij Gideon
Auteur: Matthijs Vlaardingerbroek
Redactie: Willeke Herwig
Omslagontwerp: Studio Vrolijk
Illustraties: Cartoonsenzo
Typografie: Iddo Hoekstra
Jaar van uitgave: juni 2014
Uitgave: Gideon, Hoornaar, Nederland
ISBN: 978-90-5999-068-5
NUR: 707
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
databank, of doorgegeven in welke vorm of op welke wijze dan ook – elektronisch, mechanisch, gekopieerd, gescand of op enige andere wijze – behalve voor korte citaten in recensies of artikelen, zonder
de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical,photocopy, recording, scanning, or other
– except for brief quotations in critical reviews or articles, without the prior written permission of the
publisher.
Inhoud
Voorwoord
7
Bijsluiter
11
Deel 1:Het afleggen van je oude leven
1. Van kikker tot prins
19
2. Leven in je bestemming
29
3. Het verhaal van Onschuld en Berekening 41
4. Mijmeringen van een tragische koning
53
5. Op zoek naar een stiefmoeder
67
6. Het monster in de put
77
7. De zoektocht gaat verder
91
8. Een schrijven in het zand
103
Deel 2:Het aantrekken van je nieuwe
identiteit in Christus
9. Ontdek je nieuwe identiteit
10. Een weerspiegeling van de Koning
11.Vertrouwen
12. Drie gewone vrouwen
111
115
127
135
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
De angst van de jonge spiegel
De koning zonder schaduw
Struikelen over je schaduw
Niets te vinden …
Door merg en been
Het gouden litteken
Het wonder van het leven
vanuit je identiteit
141
147
155
165
169
175
179
Deel 3: Praktisch aan de slag met je identiteit
Opdracht 1: Zo kijkt God naar mij,
zo kijk ik naar mijzelf
Opdracht 2: Het mooiste aspect van hoe
God naar mij kijkt
Opdracht 3: Een spiegelbeeld van Jezus
Opdracht 4: Een krachtige belofte
Opdracht 5: Een heldere finishfoto
Opdracht 6: Veranderingen om mij heen
Opdracht 7: Transformatie; een nieuwe schepping
187
191
193
197
199
201
Woord van dank
Over de auteur
203
205
183
Voorwoord
Veel herinneringen uit mijn kindertijd in Nieuw-Zeeland hebben te maken met het niet kunnen meekomen met anderen. Ik
kom uit een sportief en nogal op de buitenlucht gericht gezin,
en als kleinere zus was ik degene die ‘te jong’ was, ‘te lui’, ‘te
ongeïnteresseerd’, ‘te traag’ en vooral ‘te onwillig’. Ik wilde
niet meegesleept worden naar de buitenlucht, de natuur in
voor ellenlange wandelingen. Ik onderzocht het onbekende
liever via verhalen, boeken, gedichten en andere mensen.
Blijkbaar was dit al vroeg duidelijk, want mijn ouders leerden
mij lezen toen ik drie jaar was.
Als een ‘Rupsje Nooitgenoeg’ verslond ik boeken. Als ik de
kans kreeg, las ik uren en dagen achter elkaar. Mijn favoriete
genres waren sprookjes en fantasyverhalen, mythen en legenden. Ik kon me totaal verliezen in deze grote, meeslepende
verhalen met hun vaak voorspelbare plots en drama’s, tragedies, overwinningen en worstelingen. Ook zondags in de
kerk triomfeerden de verhalen over de preek. Tijdens preken
droomde ik vaak weg, behalve wanneer daarin één van die
8 • Van kikker tot prins
epische bijbelverhalen werd verteld waarin mensen worstelden met het leven, met hun omgang met God en met elkaar.
Dan was ik klaarwakker en luisterde ik met gespitste oren.
Pas vele jaren later, aan de andere kant van de wereld, in ons
kikkerlandje aan de Noordzee, kwam ik als psycholoog achter de rol die dit soort verhalen kunnen spelen bij de ontwikkeling van de mens, zijn ziel en zijn relaties. De thema’s die
in deze verhalen geweven zijn, resoneren met ons binnenste
en raken een snaar voorbij de grenzen van ons verstand. Ons
hart pakt het geluid op. Ons denken, met alle bijbehorende
vaste mentale patronen, wordt omzeild en iets in het verhaal
opent ons hart, hoe gepantserd dat ook kan zijn. In de spiegel
van dat onschuldige en vaak kinderlijke verhaal zien wij een
verhulde gedaante die ons uitnodigt om dieper op onderzoek
te gaan in onszelf.
Tijdens het lezen van dit prachtige boek voelde ik weer die
oude magie en beroering. Verhalenverteller Matthijs is erin
geslaagd confronterende waarheden te omkleden met een
prachtige, zachte ‘verhaalmantel’. Een mantel van eenvoudige schoonheid; zacht, mooi en betoverend. De schoonheid
van de verhalen in dit boek trekt de aandacht van de lezer en
nodigt uit om naderbij te komen, en eenmaal dichtbij komt de
waarheid van onder de mantel tevoorschijn en is zowel choquerend als adembenemend. Dat is het moment van ontmoeting; werkelijkheid ontmoet waarheid en wie ik geworden
ben ontmoet wie ik kan zijn. Dan vallen de kwartjes, blinde
vlekken worden ontdekt en oude denkpatronen losgelaten.
Zo leer je nieuwe wegen inslaan. Er ontstaat nieuw leven en
sommigen noemen zo’n moment ‘bekering’ of ‘transformatie’. Zo wordt de kikker een prins.
Voorwoord • 9
Ik houd van verandering en juist daarom houd ik van verhalen. Vooral van die van Matthijs. Ik wens de lezer veel plezier,
beroering en innerlijke verandering toe.
Michelle van Dusseldorp
Michelle van Dusseldorp is psycholoog/integratief therapeut
en oprichter van Groundwork, een organisatie die christenen
wil toerusten om tot innerlijke groei en geestelijke rijpheid te
komen, zodat ze gezonde relaties kunnen ontwikkelen. Ze
schreef het boek Ik kan veranderen – elf stappen naar innerlijke
heling en groei (Buijten en Schipperheijn). Ze is getrouwd met
Cris en samen hebben ze drie dochters.
Bijsluiter
Met je neus in de wind
De afgelopen jaren ben ik intensief bezig geweest met het
thema ‘het afleggen van je oude mens en het aantrekken van
je nieuwe mens’.
Als verhalenverteller ga ik hier anders mee om dan bijvoorbeeld een theoloog of een bijbelleraar. In dit boek vind je dan
ook veel verhalen: bijbelverhalen, vanuit een uniek oogpunt
verteld, en fantasyverhalen en sprookjes die ik als verwerking
van mijn eigen reis en proces heb geschreven. Al vertellend
hoop ik een stukje met je mee te lopen.
Ik benader de Bijbel en het leven misschien anders dan je
gewend bent. Maak daar gebruik van en laat je verrassen. Zo
zul je dé boodschap van dit boek ontdekken: Ik mag mijzelf
met al mijn fouten en gebreken in liefde accepteren, zoals God
dat doet, om van daaruit echt te kunnen leven zoals God mij
bedoeld heeft.
Als christenen worstelen we allemaal met wat Paulus noemt
onze ‘oude mens’. Dat is dat gedeelte van ons leven dat in
12 • Van kikker tot prins
strijd is met het leven zoals God dat voor ons bedoeld heeft.
In dit boek probeer ik een antwoord te vinden op de vraag:
Hoe kunnen wij uit deze worsteling komen en als nieuwe
mensen ontspannen leren leven met God?
Om je te helpen dit proces goed te doorlopen, heb ik dit
boek opgebouwd uit drie verschillende delen:
DEEL 1: VAN KIKKER…
In het eerste deel kijken we naar onze kikkers. Wat ik hiermee
bedoel, wordt algauw duidelijk. We ontdekken in dit gedeelte
meer over de rol van onze pijn en angsten, die ons belemmeren om als nieuwe schepping te leven. Ik hoop je in dit deel
handvatten te geven die je helpen je oude mens niet langer te
onderdrukken, maar hem de plaats te wijzen die hem toekomt.
DEEL 2: … TOT PRINS
In dit tweede gedeelte kijken we naar onze nieuwe identiteit
als zonen en dochters van de Koning. Wat betekent het om
koninklijk te leven? Ik hoop dat je in dit deel beter zicht gaat
krijgen op jouw unieke identiteit in Christus.
DEEL 3: AAN DE SLAG
In het laatste gedeelte van het boek ga je middels praktische
opdrachten en vragen aan de slag. Je leert vorm en inhoud
geven aan je nieuwe identiteit.
Voor mij is geloven als het leven: een enorm avontuur. Verrassend, ontroerend, uitdagend, soms saai, soms wispelturig.
Je weet dat je onderweg bent, maar waarheen is lang niet al-
Bijsluiter • 13
tijd duidelijk. Toch? Dan kan het prettig zijn een reisgenoot te
hebben. Iemand die je even bemoedigt of inspireert. Iemand
die langszij komt en je naar die hoge bergtop leidt. Of iemand
die je door het dal heen helpt waarin de vragen en twijfels je
op je nek zitten. Iemand die, als het moet, dat vastgeroeste
hekje omver trapt, zodat jij verder kunt op jouw reis.
Ik vind het een feest als ik zo’n reisgenoot voor je kan zijn. Als
jij met nieuwe inzichten, geïnspireerd of aangesterkt en met
een helder zicht op de volgende stappen, je neus in de wind
mag steken, op naar de rest van jouw avontuur!
Matthijs Vlaardingerbroek
www.matthijsvlaardingerbroek.nl
Opdracht
Er klinkt een fluistering: ‘God is nabij.’
Nee, wacht! Het gaat verder dan een klank…
God zelf is de fluistering.
God, zo nabij en zo ongrijpbaar,
een mysterie door niemand ooit gezien.
‘En toch nabij,’ zegt de Fluistering.
Een mysterie onthuld!
Jezus legt Hem aan ons uit;
als een puzzel, waarvan alle stukjes passen,
als een raadsel, dat net niet begrepen kan worden,
als een rode loper, die verder gaat dan water.
Want Jezus zelf wandelt hierover
en nodigt ons uit om met Hem mee te lopen.
(Een reflectie op Johannes 1:1-4 en 14-18, uit de Naardense Bijbel)
16 • Van kikker tot prins
Dit boek is opgedragen aan Martina de Bruijn (1957 – 2013),
medeleidster van wijkgemeente In de Praktijk in Den Haag.
In de zeven jaren dat ze als geliefde dochter van de Vader leefde, heeft zij verder met Jezus gewandeld dan menig ander.
Voor haar is God niet langer meer een mysterie door niemand ooit gezien.
Deel 1: Van kikker…
Het afleggen van je oude leven
1
Van kikker tot prins
‘Mefiboseth, Mefiboseth, waar zit je?’
Het is Anna, één van zijn dienstmeisjes. Zou ze verstoppertje
willen spelen? Mefiboseth glimlacht even. Hij heeft deze keer
zo’n goede verstopplek gevonden. Hier vindt ze hem nooit…
‘Mefiboseth, kom nu tevoorschijn! Ik heb nu geen tijd om
spelletjes te spelen. Kom! Waar ben je toch?!’
Er zweeft iets door de gang, iets wat Mefiboseth in zijn jonge
leventje nog niet eerder zo heeft gevoeld. Als een koude mist
weet het hem in zijn donkere schuilplekje te vinden. Hoewel
het onbekend voor hem is, weet hij toch meteen wat het is. Hij
voelt het zelfs in zijn buik. Het is angst. Pure angst, verpakt in
een vlaag paniek.
‘Hier! Hier ben ik!’
Mefiboseth begint wild te roepen. Als Anna hem hoort,
komt ze snel de kamer binnenrennen. Wat ziet ze er gek uit!
Haar ogen staan wild. Haar hoofddoek hangt scheef en er ste-
20 • Van kikker tot prins
ken allemaal haren uit. Hij moet er bijna om lachen, maar hij
kan niet lachen. Diep van binnen is het ijskoud.
‘Kom snel mee. We hebben geen moment te verliezen!’
Ze tilt hem op, neemt hem in haar armen en begint te rennen.
‘Wat is er, Anna? Waarom ren je zo hard?’
Anna antwoordt niet. Met alle snelheid die ze in zich heeft,
rent ze met Mefiboseth in haar armen door de lange gangen.
Ze is zo snel, zo in paniek, dat ze de richel niet ziet. Even heeft
Mefiboseth het gevoel dat hij vliegt. Het is best een prettig
gevoel. Dan volgt de keiharde klap op de granieten vloer. Hij
breekt van alles en gilt het uit. Zijn krijsen wordt overstemd
door het gegil van Anna. Dan wordt het stil…
Bij die klap ging alles kapot. Mefiboseth zit voor zijn hut te
peinzen. Het was inmiddels alweer twintig jaar geleden. Hij
is allang geen prins meer. Het prins-zijn was afgelopen op
het moment dat hij met een smak op de stenen vloer terechtkwam. Nou ja, om precies te zijn misschien al een paar uur
eerder, toen zijn opa, koning Saul, zelfmoord pleegde op het
slagveld, nadat zijn vader en de andere zonen van de koning
gesneuveld waren.
Slecht nieuws verspreidt zich snel. Al gauw was het nieuws
als een winterstorm door de sterke muren van het paleis gedrongen. Anna, de schat, had hem in veiligheid willen brengen, maar wat was het anders gelopen. Zij had slechts een
paar blauwe plekken aan de val overgehouden, maar hij…
hij brak iets op die granieten vloer wat niet meer goed zou
komen. Nu is hij Mefiboseth, de kreupele. Halfverlamd heeft
hij ook zelf al vaak aan zelfmoord gedacht. En waarom niet?
Hij is niets meer dan een dode hond, een kikker…
Een kikker, ja. Mefiboseth weet nog hoe hij als kleine jongen
op een dag een dikke, slijmerige, groene kikker in een hoekje
1. Van kikker tot prins • 21
van één van de gangen van het paleis had gevonden. Hij had
hem even opgetild, maar het voelde allemaal zo slijmerig dat
hij hem in een opwelling zomaar uit een raam had gegooid.
En nu… nu lijkt het net of die slijmerige kikker is teruggekomen om wraak te nemen, en in hem is gekropen.
Hij weet het. Hij heeft te veel gedronken. Maar juist op zulke
momenten als nu voelt hij zich weer even dicht bij dat kleine
prinsje in hem. Dat prinsje, dat gebroken is. Dat eigenlijk nog
steeds op die harde grond ligt, wachtend totdat iemand hem
zal komen redden. Maar er komt niemand. Hij is een kikker.
Een donkere, slijmerige kikker, bang om uit het raam te worden gegooid.
En tot overmaat van ramp zit nu de aartsvijand van zijn opa
op de troon. Zijn troon. De troon die voor hem bestemd was.
En morgen moet hij bij die David komen. Nou, hij weet heel
goed waartoe die man in staat is! Maar… elk nadeel heeft z’n
voordeel, bedenkt hij zuur. Nu hoeft hij in elk geval geen zelfmoord
te plegen. Met een beetje geluk komt hij de dag van morgen niet
levend door…
Als Mefiboseth de volgende dag uit zijn dronkenmansroes
wordt gewekt, voelt het alsof iemand met zijn vuisten op zijn
hoofd staat te beuken. Het zijn echter geen vuisten. Het is een
zachtjes tikken tegen zijn deur. Het zijn de dienaren van David die hem komen halen. Ze tillen hem voorzichtig op en
brengen hem naar het paleis. Wat zal de koning van hem willen?
In het paleis staat koning David met spanning te wachten.
Voor het eerst in zijn leven gaat hij de zoon van zijn beste
vriend ontmoeten. Hij heeft alles over de toestand en de gemoedsrust van Mefiboseth gehoord en begrijpt de boosheid
22 • Van kikker tot prins
en frustratie die in hem zitten opgesloten. Als Mefiboseth eindelijk arriveert, snelt David op hem af en geeft hem een kus.
Een kus? Dat is wel het laatste wat Mefiboseth had verwacht.
Hij verwachtte het zwaard, minachtende woorden of – nog
erger – een blik vol medelijden. Maar niets van dat alles. Koning David behandelt hem als zijn gelijke, als een vriend. In
die kus zit zoveel liefde, dat het iets losmaakt in zijn hart. Hij
roept nog: ‘Wie ben ik, dode hond, dat u zich over mij ontfermt?’ Maar terwijl hij dit roept, merkt hij dat de kus zijn magie in hem bewerkt. De koude, slijmerige kikker lijkt zomaar
in het niets op te lossen, en maakt plaats voor het prinsje dat
al zo lang geen prins meer mocht zijn.
Mefiboseth begint schokschouderend te huilen. Dit is wel
het laatste wat hij wil, maar koning David slaat zijn armen om
hem heen en fluistert: ‘Ik geef je alles terug wat je bent kwijtgeraakt en ik zal je als mijn eigen familie behandelen. Vanaf
vandaag zul je iedere avond aan mijn tafel mee-eten.’
EN ZE LEEFDEN NOG LANG EN GELUKKIG?
Helaas weten we dat niet. Het verhaal van koning David en
prins Mefiboseth eindigt met een groot vraagteken. Wij blijven achter met de vraag: Loopt het nu goed af, of juist niet?
Na de kus in het paleis gaat het verhaal verder. Wat hier gebeurt, schept een raadsel waarop geen antwoord wordt gegeven. In de eerste scène is koning David op de vlucht. David
moet wegens een samenzwering van zijn zoon Absalom uit
Jeruzalem wegvluchten. Dan komt Ziba, de knecht van Mefiboseth, hem tegemoet en voorziet hem van proviand. Wanneer David vraagt waar Mefiboseth is, antwoordt Ziba: ‘Zie, hij
woont in Jeruzalem; want hij zei: “Heden zal het huis van Israël
mij de koninklijke heerschappij van mijn vader teruggeven.” ‘
1. Van kikker tot prins • 23
Volgens Ziba heeft Mefiboseth de koning verraden. David lijkt
hem te geloven, want hij zegt tegen Ziba: ‘Zie! Van u is alles
wat Mefiboseth toebehoort.’ Daar gaan al zijn bezittingen…
Maar dan scène twee. Wie spreekt de waarheid? Opnieuw
speelt het zich af in de natuur buiten Jeruzalem. Als koning
David na de dood van Absalom naar Jeruzalem terugkeert,
komt Mefiboseth hem tegemoet. Hij vertelt de koning dat hij
vanaf de dag dat de koning wegvluchtte tot op deze dag zijn
voeten niet heeft verzorgd, noch zijn snor heeft getrimd, noch
zijn kleren heeft gewassen. Op Davids vraag waarom hij niet
met hem is meegegaan, legt Mefiboseth uit dat zijn dienaar
hem heeft bedrogen en hij voegt eraan toe: ‘Hij heeft dus uw
knecht bij mijn heer de koning belasterd. Maar mijn heer de
koning is als een engel van de ware God.’
Wie spreekt hier nu de waarheid? Zag Mefiboseth zijn kans
schoon? Kreeg de kikker in hem weer even de overhand en
dacht hij écht dat hij de nieuwe koning van Israël kon worden? Was alle liefde van de koning onvoldoende geweest om
hem werkelijk te veranderen, en ziet hij nu in dat zijn grote
gok is mislukt en speelt hij nu een toneelstukje om zijn eigen
huid te redden?
Of is hij weer eens de pineut? Deelt het leven hem opnieuw
een klap uit? Is het nu weer een knecht die hem laat vallen?
Eerst liet Anna hem vallen, letterlijk, en nu Ziba, figuurlijk?
Kan het leven echt zo wreed zijn?
De Bijbel geeft ons hier geen uitleg over. Maar de situatie
brengt een groot nadeel met zich mee voor Mefiboseth. Koning
David beslist dat hij en Ziba de bezittingen maar moeten delen. Waarop Mefiboseth antwoordt: ‘Laat hij zelfs alles nemen,
nu mijn heer de koning in vrede naar zijn huis is gekomen.’
Is dit het antwoord van een liefdevolle prins, die de kikker achter zich heeft gelaten en die zoveel van David houdt