Beleidsplannen onderhoud wegen, gebouwen en groen 2015

001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Raadsvoorstel
Inleiding
De gemeente Heusden moest de laatste jaren flink bezuinigen om de financiële huishouding gezond te
houden. Ook de openbare ruimte is hierbij niet ontzien. Met name wegen, openbaar groen en gemeentelijke
gebouwen kregen te maken met substantiële taakstellende bezuinigingen.
Uiteraard is er bij de invulling van deze taakstelling eerst gekeken naar efficiencyvoordelen. Dit heeft geleid
tot voordelen, maar daarnaast ontkomen we er niet aan om het onderhoudsniveau te verlagen. U bepaalt de
aangepaste onderhoudsniveaus door vaststelling van de beleidsplannen onderhoud wegen, onderhoud
groen en onderhoud gebouwen.
Feitelijke informatie
De afgelopen jaren is er al gewerkt met lagere onderhouds- en beheerbudgetten. Daarnaast is gewerkt aan
nieuwe beheerplannen. Enerzijds zijn de beheerplannen verouderd en anderzijds moeten ze in lijn worden
gebracht met de uitvoering/de aangepaste budgetten.
Bij het beheer en onderhoud gaat het om grote hoeveelheden. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor
2,9 miljoen vierkante meter verharding, voor 2,7 miljoen vierkante meter groen en voor ruim 200 gebouwen.
Met het onderhoud en beheer is veel geld gemoeid. In de begroting gaat er dan ook speciale aandacht uit
naar dit onderwerp in de paragraaf Kapitaalgoederen.
De provincie heeft, bij brief van 19 mei 2015, aangegeven dat de paragraaf kapitaalgoederen speciale
aandacht krijgt bij het beoordelen van de begroting 2015. U moet dan een actueel plan hebben vastgesteld
en de financiële effecten daarvan moeten volledig zijn verwerkt in de begroting 2015. Daarbij geldt dat het
kwaliteitsniveau en de budgetten zodanig moeten zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen
kapitaalvernietiging optreedt.
Ook riolering valt onder het begrip kapitaalgoed. Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is nog helemaal
actueel en in lijn met de beschikbare budgetten. Een nieuw beleidsplan is hiervoor dan ook niet nodig.
Afweging
Om het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten weer met elkaar in balans te brengen is een
nieuwe beleidslijn c.q. een nieuwe beheerstrategie opgesteld. Deze treft u in bijgaande beleidsplannen
Wegen, Groen en Gebouwen aan en kan worden samengevat met de woorden “veilig en heel”. Kenmerk
hierbij is dat de focus geheel ligt op de primaire functie van het kapitaalgoed. Voor wegen is dat op een
veilige wijze van A naar B kunnen zonder dat er schade ontstaat. Voor groen geldt dat het een belangrijke
functie in het leefbaar maken en houden van de woon/werk/leefomgeving heeft. Bij gebouwen gaat het er
vooral om dat huurders/gebruikers er op een veilige en verantwoorde manier gebruik van kunnen maken.
Daarnaast is van belang dat er geen kapitaalvernietiging ontstaat door achterstallig onderhoud. Comfort en
esthetica zijn op zichzelf geen reden om tot uitvoeringsmaatregelen te komen.
Met de strategie “veilig en heel” zijn beleid en budget weer met elkaar in balans gebracht.
Inzet van Middelen
Door het vaststellen van de nieuwe beleidsplannen komen de onderhoudsniveaus en de beschikbare
budgetten weer met elkaar in lijn. De onderhoudsniveaus zijn dusdanig dat er geen achterstallig onderhoud
zal ontstaan en dus ook geen kapitaalvernietiging. De beheerplannen laten zien dat de in de begroting
opgenomen middelen ook op lange(re) termijn voldoende zijn voor het noodzakelijke (groot)onderhoud.
Er zijn dan ook geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
1
001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Risico's
Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure
De beheerplannen zullen wij vaststellen zodra u overeenkomstig dit voorstel het beleid heeft vastgesteld.
.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 6 november 2014;
gezien het voorstel van het college van 30 september 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
het beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 vast te stellen;
het beleidsplan Onderhoud Groen 2014 vast te stellen;
het beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014 vast te stellen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Gebouwen 2014-O.docx
Versie
18-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen .................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
3.1
De „vaste‟ gemeentelijke gebouwen ........................................................................................ 2
3.2
Onderwijsgebouwen en gymzalen........................................................................................... 3
3.3
De „tijdelijke‟ gebouwen ........................................................................................................... 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
1 Inleiding
Dit beleidsplan omvat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke gebouwen.
Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten voor het onderhouden van de
gebouwen flink verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de gebouwen vernieuwd moest
worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop) en prijsvoordelen was het noodzakelijk het
onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële
gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten
moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen kapitaalvernietiging optreedt.
Dit plan gaat om het vaststellen van het onderhoudsniveau voor de gemeentelijke gebouwen. Het al
dan niet in eigendom hebben (afstoten/aankoop) van gebouwen is geregeld in de notitie criteria
privatisering gemeentelijke gebouwen.
2 Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen
De gemeente is op dit moment eigenaar en daarmee verantwoordelijk voor ongeveer 200 gebouwen.
Dit aantal is steeds aan wijziging onderhevig door aan- en verkoop.
De meeste panden worden gezien als „tijdelijk bezit‟, omdat ze zijn aangekocht in het kader van
toekomstige ontwikkelingen. Deze gebouwen hebben een eigen beheer- en onderhoudsaanpak.
Voor 68 „vaste‟ gemeentelijke gebouwen is een beheerplan opgesteld. Ook dit aantal is aan wijziging
onderhevig door met name verkoop.
Een apart beheerplan is opgesteld voor de schoolgebouwen en de bijbehorende gymlokalen. Deze
gebouwen worden beheerd door de schoolbesturen, maar de financiële stromen voor het meeste
groot buitenonderhoud lopen nu nog via de gemeente. Door een wetswijziging gaat dit met ingang van
1 januari 2015 veranderen.
3
Beleid
3.1 De ‘vaste’ gemeentelijke gebouwen
In dit beleidsplan gaat de aandacht vooral uit naar de „vaste‟ gemeentelijke gebouwen. De
gebruikers/huurders moeten er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen
maken van deze gebouwen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele
kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan
de wettelijke eisen.
Het gewenst onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de gebouwen, zodat er geen letsel ontstaat.
Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag geen
sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalvernietiging kan leiden.
Uiteraard is het uitgangspunt dat gebouwen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik.
Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
3.2 Onderwijsgebouwen en gymzalen
Op dit moment is de gemeente, vanuit de wettelijke zorgplicht, verantwoordelijk voor het
buitenonderhoud aan 21 basisscholen en 6 gymzalen in het primair onderwijs. Op 1 januari 2015 gaat
de wetswijziging in waarbij de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud overgeheveld
worden van de gemeenten naar schoolbesturen. Deze wetswijziging geldt alleen voor de
schoolgebouwen. De gymnastiekvoorzieningen blijven de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
Voor de gymzalen blijft de gemeente een vergoeding uit het Gemeentefonds ontvangen voor de
kosten van instandhouding en onderhoud.
Voor de schoolgebouwen en de gymzalen zijn de beheerplannen geactualiseerd op basis van de
begrippen “veilig en heel”. Met de schoolbesturen worden nog nadere afspraken gemaakt over de
overdracht van de gebouwen en de mogelijke financiële gevolgen.
3.3 De ‘tijdelijke’ gebouwen
Voor de „tijdelijke‟ gebouwen wordt geen meerjarenplanning opgesteld. Alleen het klachtenonderhoud
en het noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd om aan de wettelijke kaders te voldoen. De kosten
van dit onderhoud komen ten laste van het project waarvoor het pand is aangekocht.
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van gebouwen
moeten in lijn zijn met elkaar. Het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” voorziet hierin.
De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de gebouwen adequaat kunnen
onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze
kapitaalgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan
Dit beleidsplan beantwoordt de vraag: wat willen we voor onderhoudsniveau? In het kort is dat
verwoord met “veilig en heel”. Uitgangspunt daarbij is dat het moet passen binnen de beschikbare
middelen, zoals die zijn opgenomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe
gaan we dat doen?
Voor het onderhoud wordt een onderscheid gemaakt in:
-
Klachtenonderhoud
Klein (dagelijks) onderhoud
Planmatig groot onderhoud
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Voor het klachtenonderhoud en het klein onderhoud zijn aparte budgetten beschikbaar. Voor het
planmatig groot onderhoud wordt gebruik gemaakt van een meerjarig beheerplan. Dit meerjarige plan
is aangepast aan het hiervoor beschreven onderhoudsniveau. Het bevat een inschatting van wat er
naar verwachting aan de gebouwen moet gebeuren, wanneer dat zal zijn en tegen welke kosten. Het
meerjarige beheerplan wordt continu geactualiseerd op basis van inspecties en (her)calculaties.
De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer passen binnen de
beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een aanpassing kan
dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer als een aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 4
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Inhoudsopgave
1
2
3
4
5
6
7
Samenvatting .............................................................................................................. 3
Inleiding ...................................................................................................................... 4
2.1
Achtergrond en doelen .................................................................................... 4
2.2
Leeswijzer ....................................................................................................... 4
Inventarisatie .............................................................................................................. 5
3.1
Algemeen ........................................................................................................ 5
3.2.
Kwantitatieve gegevens ................................................................................... 5
3.2.1 Vaste gebouwen .................................................................................. 5
3.2.2 Tijdelijke gebouwen .............................................................................. 5
3.2.3 Schoolgebouwen .................................................................................. 6
3.3.
Kwalitatieve gegevens ..................................................................................... 6
3.3.1 Kwaliteit vaste gebouwen ..................................................................... 6
3.3.2 Kwaliteit tijdelijke gebouwen ................................................................. 6
3.3.3 Kwaliteit schoolgebouwen .................................................................... 6
Van normatief onderhoud naar „veilig en heel‟ ............................................................ 8
4.1
Historie vaste gemeentelijke gebouwen ........................................................... 8
4.2
Beleid „veilig en heel‟ ....................................................................................... 8
4.3
Uitgangspunten beheer ................................................................................... 8
4.3.1 Wettelijke kaders .................................................................................. 8
4.3.2 Functionaliteit ....................................................................................... 8
Het nieuwe beheer van vaste gemeentelijke gebouwen .............................................. 9
5.1
Algemeen ........................................................................................................ 9
5.2
Werkpakket ..................................................................................................... 9
5.3
Kostenopbouw ................................................................................................. 9
Financiële onderhoudsbehoefte ................................................................................ 10
6.1
Algemeen ...................................................................................................... 10
6.2
Uitgangspunten ............................................................................................. 10
6.3
Jaarlijkse onderhoudskosten vaste gemeentelijke gebouwen ........................ 10
6.4
Jaarlijkse onderhoudskosten scholen en gymzalen ....................................... 10
Risicoparagraaf ......................................................................................................... 11
Bijlage 1:
Bijlage 1A:
Bijlage 2:
Bijlage 3:
Bijlage 4:
Bijlage 5:
Bijlage 6:
Overzicht vaste gemeentelijke panden 2014 ...................................... 12
Overzicht slooppanden ....................................................................... 13
Overzicht tijdelijke panden 2014 ......................................................... 14
Overzicht schoolgebouwen en gymzalen 2014................................... 16
Overzicht bouwkundige hoofdelementen werkpakket ......................... 17
Overzicht wettelijke kaders ................................................................. 18
Overzicht jaarlijkse onderhoudskosten ............................................... 21
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 2
1
Samenvatting
De gemeente Heusden bezit momenteel circa 200 gebouwen. Dit vastgoed moet goed
worden beheerd. In dit beheerplan staat hoe dit gebeurt. Hierbij is rekening gehouden met
onderhoudservaringen uit het verleden, de functionaliteit van een gebouw, de
onderhoudsstaat van een gebouw en de gemaakte keuzes. Met deze wetenschap, de
actuele ontwikkelingen, de verplichtingen vanuit de wetgeving in het (gebouwen)beheer en
de taakstellende bezuinigingen van de laatste jaren is volgens de visie in het beleidsplan
Onderhoud Gebouwen 2014 een nieuwe strategie bepaald. Dit was vooral nodig omdat de
beschikbare budgetten en het beleid/beheer niet meer met elkaar in balans waren. De
onderhoudstrategie is er op gebaseerd dat een gebouw „veilig en heel‟ moet zijn.
Dit beheerplan geeft inzicht in hoe deze strategie tot stand kwam, de gehanteerde
uitgangspunten en berekeningen en het laat zien hoe de onderhoudsbehoefte er in tijd en
middelen uitziet. Deze onderhoudsbehoefte past binnen de in de begroting beschikbare
budgetten.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 3
2
Inleiding
2.1
Achtergrond en doelen
De gemeente Heusden bezit op dit moment ongeveer 200 gebouwen. Een deel hiervan
bestaat uit „vaste‟ gemeentelijke gebouwen. Dit zijn gebouwen waarin de gemeentelijke
organisatie is gehuisvest en de gebouwen die worden verhuurd aan maatschappelijke- en
welzijnsorganisaties. Een ander deel bestaat uit de onderwijsgebouwen en gymzalen. Het
overige deel betreft gebouwen die met het oog op toekomstige ontwikkelingen door de
gemeente zijn aangekocht, de zogenaamde strategische (tijdelijke) panden. Deze categorie
is een variatie van onder andere woonhuizen, winkels, bedrijfshallen en kantoorpanden.
De schoolgebouwen hebben een aparte status binnen dit beheerplan. Zij vallen onder het
beheer van de onderwijsbesturen.
In de bijlagen 1, 1A, 2 en 3 is een overzicht van de genoemde gebouwen weergegeven.
De afgelopen jaren zijn er diverse taakstellende bezuinigingen doorgevoerd op de budgetten
voor het gebouwenonderhoud. Zo ontstond een situatie waarin budget en beleid/beheer niet
meer gelijk oplopen. Dit beheerplan heeft ondermeer tot doel om dit weer in balans te
brengen.
Het plan geeft een beeld van de financiële middelen die nodig zijn om de gemeentelijke
gebouwen in een verantwoorde conditie te houden en hoe dit gebeurt. De wettelijke kaders
zijn randvoorwaarden en we hanteren hierbij het beleidsuitgangspunt „veilig en heel‟.
2.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 bevat een samenvatting van het plan.
Hoofdstuk 2 beschrijft de achtergronden en bevat een leeswijzer.
Hoofdstuk 3 bevat de inventarisatie.
Hoofdstuk 4 beschrijft de overgang naar een nieuwe onderhoudstrategie.
Hoofdstuk 5 beschrijft de opzet van het nieuwe beheer.
Hoofdstuk 6 beschrijft de financiële onderhoudsbehoefte.
Hoofdstuk 7 beschrijft de risico‟s en aandachtspunten.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 4
3
Inventarisatie
3.1
Algemeen
Om gebouwen goed te beheren is een compleet beeld van de onderhoudsstaat noodzakelijk.
Vanwege een nieuw beleidsplan met nieuwe inzichten en een ander onderhoudsniveau is
dit beheerplan opgesteld.
3.2
Kwantitatieve gegevens
De gemeente Heusden bezit momenteel zo‟n 200 gebouwen en heeft de verplichting deze
goed te beheren. Een uitzondering hierop zijn de schoolgebouwen. Deze worden door de
schoolbesturen beheerd.
In tabel 1 is de categorisering van de gemeentelijke gebouwen in aantallen en percentages
weergegeven.
Gebouwencategorie
Vaste gemeentelijke panden:
Welzijn- en maatschappelijke gebouwen
Binnensportaccommodaties
Buitensportaccommodaties
Overheidsgebouwen/dienstgebouwen
Molens
Overig (monumenten, aula‟s, objecten etc.)
Tijdelijke panden
Basisscholen (inclusief dislocaties)
Gymzalen (scholen)
TOTAAL
Aantal
Percentage
24
8
8
4
4
20
110
21
6
205
12%
4%
4%
2%
2%
10%
53%
10%
3%
100%
Tabel 1 Categorisering gemeentelijke gebouwen, peildatum 1 september 2014
3.2.1 Vaste gebouwen
Per 1 september telde het gebouwenbestand van de gemeente Heusden 68 vaste
gebouwen. Een overzicht van deze panden staat in bijlage 1.
In bijlage 1A staan de gebouwen die op korte termijn gesloopt zullen worden.
3.2.2 Tijdelijke gebouwen
De gemeente bezit 110 panden (peildatum 1 september 2014) voor strategische doeleinden
om gewenste ontwikkelingen in de toekomst mogelijk te maken. Voor deze gebouwen is
geen meerjarenonderhoudsplan opgesteld. Er wordt alleen klachtenonderhoud uitgevoerd en
het noodzakelijke onderhoud om aan de wettelijke verplichting richting de huurders te
voldoen. De kosten voor de uitvoering van dit klachtenonderhoud komen ten laste van het
project waarvoor de panden zijn aangekocht.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 5
Omdat leegstaand vastgoed een geliefd doelwit is voor vandalisme, inbraak, kraak of
brandstichting, worden vooral de leegstaande woonhuizen in de meeste gevallen „om niet‟
bewoond door een antikraakwacht. Hierbij geldt een gebruikersovereenkomst tussen de
verhuurder en de huurder. De benodigde energiecontracten lopen rechtstreeks via de
bewoner/gebruiker van het pand.
Een overzicht van deze panden staat in bijlage 2.
3.2.3 Schoolgebouwen
De gemeente Heusden heeft 21 basisscholen en 6 gymzalen in eigendom. Daarnaast heeft
de gemeente één school voor Voortgezet Onderwijs (VO). Het buitenonderhoud van de VOschool is sinds 1 januari 2005 de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en wordt
daardoor in dit beheerplan buiten beschouwing gelaten. Ook het beheer en onderhoud van
basisschool ‟t Palet wordt buiten beschouwing gelaten omdat deze basisschool is gehuisvest
binnen een multifunctionele accommodatie. Deze accommodatie is geen eigendom van de
gemeente Heusden.
Bij de schoolgebouwen wordt onderscheid gemaakt tussen het juridische eigendom
(schoolbestuur) en het economisch eigendom (claimrecht). Er is sprake van claimrecht als er
op verzoek van het schoolbestuur een gemeentelijk besluit wordt genomen om een
onderwijsgebouw aan de onderwijsbestemming te onttrekken. Dit gebouw valt dan „om niet‟
terug aan de gemeente.
Voor het buitenonderhoud zijn de onderwijsgebouwen in beheer van de schoolbesturen met
tussenkomst van de gemeente. In overleg met de gemeente wordt jaarlijks het
buitenonderhoud uitgevoerd. Per 1 januari 2015 zal deze rol van de gemeente voor wat
betreft de schoolgebouwen wegvallen en zullen de onderhoudsgelden voortaan rechtstreeks
aan de schoolbesturen worden overgemaakt. Dit geldt echter niet voor de gymzalen.
Hiervoor blijft de huidige regeling vooralsnog bestaan.
3.3
Kwalitatieve gegevens
Om de staat van onderhoud van de vaste gemeentelijke gebouwen te kunnen bepalen, voert
de gemeente regelmatig visuele inspecties uit. Aangezien aan de tijdelijke panden geen
planmatig onderhoud wordt uitgevoerd, worden deze niet specifiek geïnspecteerd.
3.3.1 Kwaliteit vaste gebouwen
De staat van de vaste gemeentelijke gebouwen is over het algemeen goed. Er is geen
sprake van achterstallig onderhoud.
Bij sommige vaste gebouwen wordt al langere tijd geen planmatig/groot onderhoud
uitgevoerd. Dit vastgoed staat op de nominatie om gesloopt te worden, al dan niet in verband
met de realisering van projecten, nieuwbouw en/of renovatie. Dit zijn vaak langdurige
processen. Doordat hier dan voor langere tijd alleen maar klachtenonderhoud wordt
uitgevoerd, gaat de onderhoudsstaat van deze panden achteruit. In bijlage 1A zijn deze
gebouwen vermeld.
3.3.2 Kwaliteit tijdelijke gebouwen
Aan de panden die voor strategische doeleinden zijn aangekocht, de zogenaamde tijdelijke
panden, wordt geen groot (planmatig) onderhoud uitgevoerd. Alleen het noodzakelijk
onderhoud om aan wettelijke verplichtingen te voldoen en het klachtenonderhoud worden
gedaan. Daardoor is de onderhoudstoestand van deze gebouwen zeer verschillend.
3.3.3 Kwaliteit schoolgebouwen
Het bouwkundig onderhoud van de scholen is gebaseerd op de Verordening Voorzieningen
Huisvesting Onderwijs en de zogenaamde „kruisjeslijst‟. Hierop is aangegeven wie voor welk
onderhoud verantwoordelijk is. De gemeente is verantwoordelijk voor het groot onderhoud
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 6
aan de buitenzijde van het gebouw. De schoolbesturen, ook wel bevoegd gezag genoemd,
zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenzijde van de scholen.
Jaarlijks wordt, in overleg met de schoolbesturen, de urgentie bepaald en een selectie
gemaakt welke noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Gezien het
uitgangspunt ‟veilig en heel‟, is onderhoud niet altijd noodzakelijk. De werkzaamheden die na
een voorafgaande inspectie nog voldoende kwaliteit hebben, worden in het geplande
uitvoeringsjaar niet uitgevoerd maar opnieuw gepland.
Aangezien de schoolbesturen wel belang hechten aan esthetica en comfort, wil dit nog wel
eens leiden tot discussies.
Een totaaloverzicht van deze schoolgebouwen en gymzalen staat in bijlage 3.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 7
4
4.1
Van normatief onderhoud naar ‘veilig en heel’
Historie vaste gemeentelijke gebouwen
De gebouwen van de gemeente Heusden verkeren in goede staat. Eerst werd de planning
van het gebouwenonderhoud altijd vrij nauwkeurig gevolgd. Dit resulteerde in een hoog
onderhoudsniveau met een hoog prijskaartje. Daarnaast werd, indien mogelijk, ook rekening
gehouden met de wensen van de gebruikers.
De afgelopen jaren zijn er verschillende taakstellende bezuinigingen doorgevoerd op de
budgetten voor het gebouwenonderhoud. Zo ontstond een situatie waarin budget en
beleid/beheer niet meer gelijk oplopen. Het doel van dit beheerplan is dan ook het weer in
balans brengen van budget en beleid/beheer. Daarbij wordt uitgegaan van de in het
beleidsplan genoemde strategie ‟veilig en heel‟.
4.2
Beleid ‘veilig en heel’
De gebouwen van de gemeente Heusden worden volgens de visie in het beleidsplan
Onderhoud Gebouwen 2014 beheerd zodat de huurders en gebruikers hier doelmatig
gebruik van kunnen maken. We zorgen er daarbij voor dat we voldoen aan de minimale
eisen die de wet stelt aan het onderhoud van een gebouw. De gebruikers moeten op een
veilige, normale en verantwoorde manier gebruik kunnen maken van de gemeentelijke
gebouwen. Daarnaast moet er zo worden beheerd dat er geen kapitaalvernietiging ontstaat
omdat onderhoudswerkzaamheden te lang worden uitgesteld. Aspecten zoals esthetica en
comfort worden hierbij, in tegenstelling tot het verleden, losgelaten.
4.3
Uitgangspunten beheer
Dit beheerplan bevat twee uitgangspunten, namelijk de wettelijke kaders en de functionaliteit
van een gebouw (het doel waarvoor het gebouwd is).
4.3.1 Wettelijke kaders
Zoals al eerder vermeld, ligt het beheer van de gebouwen voor een deel vast in de landelijke
wetgeving. De hierin genoemde onderdelen vormen dan ook de basis van het beheer van
het gemeentelijk vastgoed. Een overzicht van deze wettelijke kaders staat in bijlage 5.
4.3.2 Functionaliteit
Een andere factor voor het beheer is de functionaliteit en de huidige staat van onderhoud
van de gebouwen. Aan de hand van deze gegevens hebben we de prioriteiten bepaald voor
de uitvoering van het onderhoud aan elk gebouw en welk budget hiervoor nodig is.
De conclusie is dat bij de vaste gemeentelijke gebouwen de onderhoudsstaat goed is en dat
er geen achterstallig onderhoud is. Een bijstelling in de uitvoering van het onderhoud is dan
ook verantwoord. Van een verlies aan functionaliteit van de gebouwen en onveilige situaties
is hierbij geen sprake.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 8
5
Het nieuwe beheer van vaste gemeentelijke gebouwen
5.1
Algemeen
Om op een goede manier de gebouwen te kunnen beheren moeten we weten wat er in
beheer is, welk onderhoud er moet worden uitgevoerd, wanneer we dit verwachten en welke
kosten hiermee samenhangen. Deze informatie hebben we vertaald in een zogenaamd
werkpakket. Hierin wordt inzichtelijk gemaakt hoe het beheer eruit gaat zien.
5.2
Werkpakket
In dit beheerplan is het planmatig (groot) bouwkundig onderhoud, dat nodig is om de
gemeentelijke gebouwen op een verantwoorde manier te beheren, vertaald naar
verschillende beheeractiviteiten. Als uitgangspunt zijn hiervoor verschillende bouwkundige
hoofdelementen opgenomen. Deze elementen vormen de basis van het werkpakket. Een
overzicht van de hoofdelementen uit dit werkpakket staat in bijlage 4.
Andere informatie die in het werkpakket is verwerkt, betreft de cycli voor de uitvoering van
bepaalde onderhoudswerkzaamheden. Voor de vervanging van de verschillende onderdelen
in een gebouw werden veelal standaardcycli aangehouden. Vanuit ervaringen uit het
verleden, „gezond verstand‟ en in het veld geconstateerde kwaliteit bleken deze aan de
ruime kant. Om deze reden hebben we de cycli van sommige onderhoudswerkzaamheden
met 20% opgerekt. De strategie ‟veilig en heel‟ vormt hierbij het uitgangspunt.
Naast het planmatig onderhoud is jaarlijks een vast bedrag voor het klein (dagelijks)- en
klachtenonderhoud opgenomen. Voor de bepaling hiervan is gekeken naar de gemiddelde
kosten van dit onderhoud over de laatste 3 jaren.
Er is onderscheid gemaakt In de verschillende vormen van onderhoud:
Dagelijks/klein onderhoud.
Dit betreft preventieve werkzaamheden al dan niet op contractbasis en
werkzaamheden volgens wettelijke eisen. Voorbeelden hiervan zijn liftkeuringen, het
maandelijks testen van brandmeldinstallaties, het onderhouden van
werktuigbouwkundige installaties etcetera.
Klachtenonderhoud.
Dit betreft incidentele werkzaamheden zoals het opheffen van storingen en het
verhelpen van klachten zoals het vervangen van een kapotte ruit en het verhelpen
van een daklekkage.
Planmatig onderhoud.
Hieronder vallen de werkzaamheden die bedoeld zijn om bouw- en installatiedelen,
waarvan de staat is verminderd, weer op een aanvaardbaar niveau te brengen.
Voorbeelden hiervan zijn het vervangen van dakbedekking, het aanbrengen van
nieuw schilderwerk ter bescherming van het houtwerk en het vervangen van goten.
5.3
Kostenopbouw
De kosten van het gebouwenbeheer zijn opgebouwd uit de hoofdelementen, hoeveelheden,
de onderhoudscyclus en de prijzen per eenheid. De marktsituatie is op dit moment dusdanig
dat de huidige (eenheids)prijzen stelselmatig lager uitvallen dan de ramingen binnen de
gemeentelijke organisatie. Om deze reden is er een korting van 10% toegepast over de
totale kosten voor de looptijd van dit beheerplan. Het toepassen van deze korting kan op de
langere termijn wel een risico vormen. Daarom zal dit aspect voortdurend in de gaten worden
gehouden.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 9
6
Financiële onderhoudsbehoefte
6.1
Algemeen
De beheerskosten van de vaste gemeentelijke panden vloeien voort uit het geactualiseerde
meerjarenonderhoudsprogramma en zijn berekend voor de periode 2014 - 2023. Dit is
gebeurd met behulp van de kostengegevens zoals hiervoor omschreven in hoofdstuk 5. We
gaan uit van de strategie ‟veilig en heel‟. Hierdoor zullen we op een andere manier gaan
inspecteren en zal er steeds geactualiseerd moeten worden. De berekeningen laten zien dat
het gebouwenbeheer volgens de strategie mogelijk is binnen de beschikbare budgetten. Een
doorberekening voor een langere termijn is door een te groot aantal variabelen te onzeker.
Bij het bepalen van de onderhoudskosten van de schoolgebouwen en gymzalen is het
bestaande meerjarenonderhoudsplan de basis geweest . Ook hier geldt dat er een
doorrekening van de kosten is gemaakt over de periode 2014-2023.
6.2
Uitgangspunten
Bij de berekening van de onderhoudskosten zijn de volgende uitgangspunten aangehouden:
De in het beheerplan verwerkte informatie is afgestemd op de huidige gebouwen. Met
toekomstige plannen zoals renovaties, aanpassingen, nieuwbouw, sloop, aankoop en
verkoop van de gemeentelijke gebouwen is geen rekening gehouden.
De vermelde kosten in het beheerplan zijn exclusief btw.
Bij vervanging van bouwkundige elementen is rekening gehouden met eenzelfde
constructie en dezelfde materialen.
De in het beheerplan opgenomen onderhoudskosten dekken alleen het doelmatig,
veilig en heel houden van de gebouwen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met
esthetica en comfort.
In dit beheerplan is rekening gehouden met de gemeentelijke nota “Kaderstelling
beleid gemeentelijke eigendommen”. Hierin is het privatiseringsbeleid voor de
gemeentelijke gebouwen vastgelegd.
6.3
Jaarlijkse onderhoudskosten vaste gemeentelijke gebouwen
Zoals eerder vermeld is in dit beheerplan voor de vaste gemeentelijke gebouwen planmatig
oftewel groot onderhoud opgenomen. De kosten hiervoor passen structureel binnen de
beschikbare budgetten. Een overzicht hiervan staat in bijlage 6.
6.4
Jaarlijkse onderhoudskosten scholen en gymzalen
Op 6 mei 2014 nam de Eerste Kamer de wetswijziging overheveling buitenonderhoud en
aanpassingen Primair Onderwijs aan. Door deze wetswijziging zijn schoolbesturen in het
Primair Onderwijs vanaf 1 januari 2015 volledig verantwoordelijk voor het buitenonderhoud
en aanpassingen van de schoolgebouwen. Hiermee worden de verantwoordelijkheden gelijk
geschakeld met die in het Voortgezet Onderwijs. De onderhoudsgelden worden dan vanuit
het Rijk direct overgemaakt naar de schoolbesturen zonder tussenkomst van de gemeente.
De wetswijziging brengt geen verandering in de bekostiging van gymnastiekvoorzieningen.
De gemeente blijft dan ook een vergoeding via het Gemeentefonds ontvangen voor de
exploitatielasten, materiële instandhouding en gebouwenonderhoud voor
gymnastiekvoorzieningen. Voor gymzalen die eigendom zijn van schoolbesturen of
inpandige gymzalen zullen dan ook nog afspraken worden gemaakt, uitgaande van de
bekostigingsverantwoordelijkheid van de gemeente.
In bijlage 6 staat een overzicht dat ervan uitgaat dat de onderhoudskosten voor
schoolgebouwen vanaf 1 januari 2015 niet meer gemaakt worden. Voor het onderhoud van
de gymzalen zijn op basis van het criterium ‟veilig en heel‟ voldoende middelen beschikbaar.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 10
7
Risicoparagraaf
Wat zijn de aandachtspunten en risico‟s voor de gemeente Heusden naar de toekomst toe
op het gebied van gebouwenbeheer?
Bij een aantal vaste gemeentelijke gebouwen is het groot onderhoud al voor langere
tijd uitgesteld door planvorming. Een overzicht van deze gebouwen staat in
bijlage 1A.
Vanaf het moment dat er plannen zijn, wordt er veelal geen groot onderhoud meer
uitgevoerd aan deze gebouwen. Aangezien er vaak langere tijd overheen gaat
voordat plannen worden uitgevoerd, kan het problematisch worden om het
onderhoud nog langer door te schuiven. Dit kan gevolgschade aan een gebouw
veroorzaken.
In dit beheerplan is rekening gehouden met de huidige marktsituatie en prijzen. Als
hierin verandering komt, zullen de kosten voor de uitvoering van het onderhoud ook
veranderen.
Aan de tijdelijke panden wordt alleen het noodzakelijke klachtenonderhoud en het
noodzakelijk onderhoud uitgevoerd om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen.
De onderhoudstoestand van deze panden is in sommige gevallen dan ook achteruit
gegaan en dit moet extra in de gaten worden gehouden.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 11
Bijlage 1: Overzicht vaste gemeentelijke panden 2014
Nr:
Gebouw:
Kern:
Gebruik:
1
2
3
Vlijmen
Drunen
Heusden
4
5
Gemeentehuis Vlijmen
Gemeentehuis Drunen
Bezoekerscentrum
Heusden
Gemeentewerf Drunen
Brandweerkazerne
6
Brandweerkazerne
Heusden
7
Brandweerkazerne
Vlijmen
8
9
10
11
12
13
Aula begraafplaats
Aula begraafplaats
Aula begraafplaats
Bibliotheek Drunen
Bibliotheek Vlijmen
Sportzaal de Kubus
14
15
16
17
18
Zwembad Die Heygrave
Sporthal Die Heygrave
Sportzaal de Brug
Sportzaal de Vennen
SC Elshout
Drunen
Heusden
Vlijmen
Drunen
Vlijmen
Oudheusden
Vlijmen
Vlijmen
Drunen
Drunen
Elshout
dienstgebouw
dienstgebouw
archief/bureau
voor toerisme
dienstgebouw
brandweerkazerne
brandweerkazerne
brandweerkazerne
aula
aula
aula
bibliotheek
bibliotheek
sportzaal
19
RKVV Nieuwkuijk
Nieuwkuijk
20
Paviljoen de Wissel
Drunen
21
Vlijmense Boys
Vlijmen
22
Avantie
Drunen
23
FC Drunen
Drunen
24
25
26
27
De Heuvelen
‟t Rad
De Stulp
De Schakel
Nieuwkuijk
Elshout
Drunen
Drunen
28
De Schakel
29
30
31
Creatief centrum
‟t Stuurhuis
De Ark
Oudheusden
Heusden
Nieuwkuijk
Haarsteeg
32
33
EHBO
Stichting eigenwijs
Vlijmen
Vlijmen
34
Koning willem I college
Drunen
35
Jong Nederland
Drunen
36
37
38
KPJ Elshout
Haventoren de Wiel
Steunpunt Oudheusden
39
40
41
Streekarchief
Commiezenhuis
Visbank
Elshout
Heusden
Oudheusd
en
Heusden
Heusden
Heusden
Drunen
Drunen
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
zwembad
sporthal
sportzaal
sportzaal
kleedaccommodaties
kleedaccommodaties
kleedaccommodaties
Kleedaccommodaties
Kleedaccommodaties
Kleedaccommodaties
Wielerbaan
Buurthuis
Buurthuis
Buurthuis
Buurthuis
Opmerking:
Renovatie/nieuw-bouw in 2014
Klachtenonder-houd ivm verkoop
pand
Pand sinds kort overgedragen aan
gemeente
Creatief centrum
Creatief centrum
Creativiteitscentrum
EHBO opleiding
Creativiteitscentrum
Voormalig
schoolgebouw
Jeugd/jongerencentrum
Scouting
Jachthaven
Steunpunt
Archief
Wijnhandel
Voormalige
visafslag
Pagina 12
42
43
44
45
46
47
Kasteel Heusden
Havenwagthuisje
Havenmolen
Walmolen
Wielmolen
Veerpoort
Heusden
Heusden
Heusden
Heusden
Heusden
Heusden
48
Demerrondeel
Heusden
49
50
Abri‟s
Oude Bossche poort
Heusden
Heusden
51
Gemeentetoren
Vlijmen
52
53
54
Klokken en uurwerken
Korenmolen Emma
Voorste Venne
divers
Nieuwkuijk
Drunen
55
56
57
58
59
60
Voorste Venne
Voorste Venne
Voorste Venne
Voorste Venne
Voorste Venne
Voorste Venne
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
61
62
Voorste Venne
Voorste Venne
Drunen
Drunen
63
64
Drunen
Heusden
Nr:
Voorste Venne
KPN gebouw
Bijlage 1A: Slooppanden
Gebouw:
Kasteelruine
Openbaar toilet
Standardmolen
Standardmolen
Standardmolen
Voormalige
stadspoort
Glasatelier/werkpl
aats
Bushaltes
Historisch
bouwwerk
Toren
kerkgebouw
Installatie
Korenmolen
Maatschappelijk
werk
Leegstand
Leegstand
Creatief Centrum
Leegstand
Poppentheater
Vereniging
senioren
Muziekschool
Theater/evenementenlocatie
Leegstaand
Schaftruimte BD
Kern:
Gebruik:
Opmerking:
65
Gymlokaal Heusden
Heusden
Sportzaal
66
Sporthal Onder de Bogen
Drunen
Sporthal
67
Sportzaal de Hoge Heide
Vlijmen
Sportzaal
68
Kleedaccommodatie VV
Haarsteeg
Haarsteeg
Kleedaccommodatie
Alleen klachtenonderhoud ivm
sloop pand
Alleen klachtenonderhoud ivm
sloop pand
Alleen klachtenonderhoud ivm
sloop pand
Alleen klachtenonderhoud ivm
sloop pand
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 13
Bijlage 2: Overzicht tijdelijke panden 2014
Nr:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
Adres:
Kavelingweg 1
Kavelingweg 1T
Kavelingweg 2
Kavelingweg 3
Margrietstraat 2A
Sportlaan 3
Sportlaan 7
Sportlaan 11
Sportlaan 13
Sportlaan 19
Julianastraat 6
Julianastraat 10
Julianastraat 10A
Schoolstraat 9
Schoolstraat 9A
Schoolstraat 11
Petuniastraat 27G
Petuniastraat 29G
Plein 4
Plein 4A
Plein 12A
Plein 16
Plein 16A
Plein 20
Plein 20A
Plein 24 en 24A
Nassaulaan 87
Nassaulaan 89
Nassaulaan 91
Nassaulaan 91B
Nassaulaan 93
Nassaulaan 95
Nassaulaan 97
Nassaulaan 99
Nassaulaan 107
Nassau Dwarsstraat 1A
Parallelweg 1
Parallelweg 1A
Parallelweg 3
Parallelweg 5
Parallelweg 6
Parallelweg 7
Parallelweg 9
Parallelweg 11
Priemsteeg 9
Touwslager 11
Vijfhoevenlaan 4
Vijfhoevenlaan 4
Vijfhoevenlaan 6
Vijfhoevenlaan 6A
Vijfhoevenlaan 10
Vijfhoevenlaan 12
Vijfhoevenlaan 14
Vijfhoevenlaan 16
Vijfhoevenlaan 18
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Kern:
Haarsteeg
Haarsteeg
Haarsteeg
Haarsteeg
Oudheusden
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Heesbeen
Vlijmen
Nieuwkuijk
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Gebruik:
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Kantine, was/kleedruimte
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woning
Woning
Woning
Bedrijfspand
Bovenwoning
Bedrijfspand
Garagebox
Garagebox
Winkelpand
Winkelpand
Bovenwoning
Winkelpand
Bovenwoning
Winkelpand
Bovenwoning
Bovenwoning/horeca
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Bedrijfspand
Woning
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Woonwagencentrum
Bedrijfspand
Bedrijfspand/kassencomplex
Kantoorpand
Bedrijfshal
Bedrijfshal
Bedrijfshal
Bedrijfshal
Bedrijfshal
Bedrijfshal
Bedrijfshal
bedrijfshal
Pagina 14
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
Tuinbouwweg 26
Tuinbouwweg 31
Tuinbouwweg 31B
Tuinbouwweg 42
Wolput 38
Wolput 38A
Wolput 38B
Wolput 38C
Wolput 40 en 40A
Heistraat 20A
Wijksestraat 1
Wijksestraat 6
Mommersteeg 92A
Mommersteeg 94
Kasteellaan 36
Kasteellaan 37
Heidijk 29
Rembrandtlaan 25
De akker 76
Akkerstraat 4
Akkerstraat 6
Akkerstraat 8
Akkerstraat 8A
Akkerstraat 8B
Akkerstraat 8C
Akkerstraat 8D
Achterstraat 39
Mgr. van Kesselstraat 1
Mgr. van Kesselstraat 2
Mgr. van Kesselstraat 2A
Mgr. van Kesselstraat 3
Mgr. van Kesselstraat 4
Mgr. van Kesselstraat 4A
Overstortweg 10
Lipsstraat 50
Haarsteegsestraat 35B
Prins Hendrikstraat 84
Grotestraat 2
Pastoor Smolderstraat 6
Parklaan 2
De Bosschen 2A
Vimmerik 33
Alcoalaan 2
Alcoalaan 2A
Stationsstraat 90
Pater van de Elzenstraat 25A
Duinweg 45
Meerdijk 18A
Beukstraat 15
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Haarsteeg
Haarsteeg
Haarsteeg
Haarsteeg
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Heusden
Heusden
Haarsteeg
Haarsteeg
Oudheusden
Oudheusden
Vlijmen
Oudheusden
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Drunen
Drunen
Haarsteeg
Drunen
Heesbeen
Vlijmen
Vlijmen
Drunen
Nieuwkuijk
Drunen
Drunen
Drunen
Haarsteeg
Drunen
Nieuwkuijk
Drunen
Woning/kassencomplex
Woning/kassencomplex
Woning/kassencomplex
Woning/kassencomplex
Bedrijfspand
Woning
Winkelpand
Bedrijfspand
Winkelpand/bovenwoning
Bedrijfspand
Woning
Bedrijfspand/horeca
Kassencomplex
Kassencomplex
Bibliotheek
Bibliotheek
Clubgebouw
Units/voormalig schoolgebouw
Woning
Woning
Bedrijfspand/winkel
Bedrijfspand/winkel
Winkelpand
Woning
Studio
Woning
Bedrijfshal
Woning
Winkelpand
Woning
Woning
Winkel
Bovenwoning
Woning/bedrijfspand
Bedrijfspand
Kassencomplex
Dierenverblijf
Woning
Voormalig jongerencentrum
Voormalig schoolgebouw
Woning
Woning
Kantoorgebouw
Kantoorgebouw
Rioolgemaal
Buurthuis
Kantine/midget golfbaan
Clubgebouw gilde
Voormalig schoolgebouw
Pagina 15
Bijlage 3: Overzicht schoolgebouwen en gymzalen 2014
Schoolgebouwen:
School voor speciaal basisonderwijs de
Regenboog
Openbare basisschool Jongleren
Basisschool de Bolster
Basisschool Olof Palme
Basisschool de Duinsprong
hoofdlocatie
Basisschool de Duinsprong (het
Duinsprongetje dislocatie)
Basisschool Th. J. Rijken
Basisschool Olof Palme (geel,
dislocatie)
Basisschool de Vijfhoeven
Basisschool Lambertus
Basisschool ‟t Kompas hoofdlocatie
Basisschool ‟t Kompas dislocatie
Basisschool de Bussel
Basisschool de Minibussel
Openbare basisschool de Wilgen
Basisschool de Dromenvanger
Kern:
Drunen
Onderwijs:
Speciaal basisonderwijs
Drunen
Drunen
Drunen
Drunen
Openbaar onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Drunen
Bijzonder onderwijs
Elshout
Drunen
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Vlijmen
Haarsteeg
Nieuwkuijk
Nieuwkuijk
Vlijmen
Vlijmen
Vlijmen
Oudheusden
Christelijke school voor speciaal
basisonderwijs de Leilinde
Basisschool Johannes Paulus
Basisschool de Duinsprong dislocatie
Protestants Christelijke basisschool
Voetius
Basisschool ‟t Palet
Oudheusden
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Openbaar onderwijs
SOR (samenwerkend openbaar en
Rooms Katholiek)
Speciaal basisonderwijs
Heusden
Drunen
Vlijmen
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Bijzonder onderwijs
Vlijmen
Bijzonder onderwijs
(accommodatie is gehuisvest in MFA)
Gymzaal de Wegwijzer
Gymzaal de Bolster
Gymzaal TH. J. Rijken
Gymzaal „t Kompas
Gymzaal Lambertus
Gymzaal de Bussel
Drunen
Drunen
Elshout
Nieuwkuijk
Haarsteeg
Vlijmen
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 16
Bijlage 4: Overzicht bouwkundige hoofdelementen werkpakket
Hoofdelementen:
Buitenwanden
Binnenwanden
Trappen en hellingen
Daken
Buitenwandopeningen
Binnenwandopeningen
Balustrades/leuningen
Dakopeningen
Buitenwandafwerkingen
Binnenwandafwerkingen
Vloerafwerkingen
Plafondafwerkingen
Schilderwerken
Dakafwerkingen
Warmteopwekking
Afvoeren
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Water
Koudeopwekking
Warmtedistributie
Luchtbehandeling
Regeling klimaat
Installatievoorzieningen
Centrale elektrische voorzieningen
Verlichting
Beveiliging
Gebruikersvoorzieningen
Keukenvoorzieningen
Sanitaire voorzieningen
Terreinvoorzieningen
Klokken en uurwerken
Overige (molens)
Pagina 17
Bijlage 5: Wettelijke kaders
Eisen / keuring:
Brandveiligheid
Bouwtechnisch voldoen de gemeentelijke gebouwen aan de eisen die op
het moment van de bouw van kracht waren. In geval van nieuwbouw of
renovatie van (bestaande) bouwwerken gelden de eisen “bestaande bouw”
uit het Bouwbesluit 2012 over veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid
etcetera.
Voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning moeten de nieuw te
bouwen en de te renoveren objecten ook voldoen aan de geldende
regelgeving, het Bouwbesluit 2012. De nieuwe gebouwen voldoen aan alle
huidige bouwtechnische eisen en gebruiksvoorschriften op het gebied van
brandveiligheid.
Jaarlijks wordt op dit gebied, bij de gebouwen die hiervoor in aanmerking
komen, een controle/inspectie uitgevoerd op het gebied van
brandblusmiddelen en brandmeld- en ontruimingsinstallaties. Voor deze
jaarlijkse controles/inspecties zijn raamcontracten afgesloten met
gespecialiseerde en gecertificeerde bedrijven. De kosten hiervoor zijn
opgenomen in het onderhoudsbudget.
ARBO
De arbowet bevat regels voor werkgevers en werknemers om de
gezondheid, veiligheid en het welzijn van de werknemers te bevorderen.
Het doel van deze wet is om ongevallen en ziektes, veroorzaakt door het
werk, te voorkomen. Verder worden in het arbobesluit zaken geregeld die
te maken hebben met factoren zoals behaaglijkheid en comfort als het
gaat over het binnenklimaat. In de ruimte en omgeving waarin wordt
gewerkt en de temperatuur die daar heerst, zijn omgevingsfactoren
aanwezig die een effect kunnen hebben op het lichaam. In opdracht van
de gemeente Heusden zijn bij een aantal objecten risico-inventarisaties en
evaluaties (RI&E‟s) uitgevoerd.
NEN 3140 keuring
Bij objecten waar een (complexere) elektrische installatie aanwezig is
,worden NEN 3140 keuringen uitgevoerd. Dit zijn keuringen voor de
elektrische installaties in een gebouw. De frequentie van deze keuringen is
gemiddeld 4 à 5 jaar.
De nieuwe gebouwen voldoen al aan de hiervoor geldende regelgeving.
De keuring van de elektrische installaties van deze gebouwen wordt
uitgevoerd volgens de norm NEN 1010. De kosten die voortkomen uit
deze keuringen zijn opgenomen in het onderhoudsbudget.
Legionella
Een belangrijk aspect op het gebied van volksgezondheid bij het beheer
van gebouwen is legionella.
De eigenaar van de collectieve leidingwaterinstallatie is verantwoordelijk
voor de kwaliteit van de waterinstallatie. De zorgplicht berust bij de
eigenaar van een gebouw, in dit geval de gemeente Heusden.
Overeenkomstig het Bouwbesluit, het Drinkwaterbesluit en de
aansluitvoorwaarden van de drinkwaterbedrijven in Nederland moeten
drinkwaterinstallaties voldoen aan NEN 1006 “Algemene voorschriften
voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002)”.
In de gebouwen met installaties waar aerosolvorming (legionella) kan
voorkomen ofwel de gebouwen waar douches aanwezig zijn, worden
jaarlijks watermonsters genomen. Bij de prioritaire instellingen gebeurt dit
meerdere malen per jaar (jachthaven en zwembad). Voor de uitvoering
hiervan is een raamcontract afgesloten met een gecertificeerd bedrijf. De
watermonsters worden gecontroleerd op de aanwezigheid van legionella.
De kosten voor deze beheermaatregelen zijn opgenomen in het
onderhoudsbudget.
Asbest
Om de aanwezigheid van asbest inzichtelijk te maken laat de gemeente
Heusden in de tweede helft van 2014 asbestinventarisaties (type A)
uitvoeren bij alle gemeentelijke vaste panden die vóór 1994 zijn
gerenoveerd of ge- en/of verbouwd. Afhankelijk van de uitkomst hiervan
zal een plan voor sanering worden opgesteld.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 18
Asbest in schoolgebouwen
Naar aanleiding van het landelijk project “asbest in scholen” zijn in 2012
alle basisscholen in de gemeente Heusden geïnspecteerd op de
aanwezigheid van asbest. Het doel van dit project was om een duidelijk
beeld te krijgen van de aanwezigheid van asbest in alle Nederlandse
scholen in het primair (en voortgezet) onderwijs. In het project werkte de
Rijksoverheid samen met de Raad voor het Primair onderwijs, Voortgezet
onderwijs en de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).
De schoolbesturen zijn als werkgever en als juridisch eigenaar van de
schoolgebouwen verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van
het personeel en de leerlingen. Het was daarom belangrijk dat
schoolbesturen en schooldirecties op de hoogte werden gesteld van de
eventuele aanwezigheid van asbest in de schoolgebouwen. De rapporten
werden vervolgens aangeboden aan de gemeente.
Van alle basisscholen en gymzalen in de gemeente Heusden is een
asbestinventarisatierapport aanwezig. De asbestinventarisaties zijn
uitgevoerd door een gecertificeerd bureau. De kosten van een
asbestinventarisatie komen, evenals de kosten voor het opstellen van een
asbestbeheerplan, formeel gezien, voor rekening van het schoolbestuur.
Bij diverse basisscholen en gymzalen werden asbestverdachte
toepassingen gevonden. Hiervan zijn materiaalmonsters samengesteld en
geanalyseerd. De conclusies en aanbevelingen zijn opgenomen in de
asbestinventarisatierapporten. Uit deze rapporten bleek dat er in drie
schoolgebouwen en één gymzaal niet hechtgebonden asbest aanwezig
was. Na een aanvullend onderzoek is er vervolgens in deze locaties een
asbestsanering uitgevoerd.
Aangezien de gemeente Heusden en de schoolbesturen het beide
belangrijk vonden om te weten of er sprake was van de aanwezigheid van
asbest hebben ze daarom hun verantwoordelijkheid genomen. De
schoolbesturen vanwege hun verantwoordelijkheid voor de gezondheid en
veiligheid van personeel en leerlingen en de gemeente ook vanwege het
kunnen anticiperen op extra kosten bij het uitvoeren van het groot
onderhoud. Daarom werd het verzoek vanuit de schoolbesturen, om de
kosten te delen, gehonoreerd door de gemeente. De kosten die hiervoor
nodig waren kwamen ten laste van „onderhoud schoolgebouwen‟.
Controle
noodverlichting/vluchtwegarmaturen
Het Arbobesluit verplicht werkgevers om adequate noodverlichting en
veiligheidssignalering aan te brengen. Zowel eigenaren als werkgevers
zijn verantwoordelijk voor een betrouwbare noodverlichtingsinstallatie. Het
is dus van groot belang dat de noodverlichting op basis van de normen
wordt ingericht en professioneel wordt geïnstalleerd en onderhouden voor
optimaal en duurzaam functioneren.
De vluchtrouteverlichting stelt zeker dat de vluchtmogelijkheden goed
worden herkend en op een veilige manier kunnen worden gebruikt
wanneer dit nodig is.
De kosten voor het (verplicht) jaarlijks onderhoud van deze installaties is
opgenomen in het onderhoudsbudget.
Keuring CV installaties
Volgens het besluit Emissie-eisen moeten de middelgrote stookinstallaties
gemiddeld eens per 4 jaar een SCIOS-keuring (Stichting Certificatie
Inspectie Onderhoud Stookinstallaties) ondergaan.
Stook installaties met een vermogen > 100 Kw moeten regelmatig worden
gekeurd. Dit gebeurt naast het jaarlijkse verplichte onderhoud.
De verantwoording hiervoor ligt geheel bij de eigenaar / gebruiker van de
stookinstallaties.
De kosten hiervoor zijn opgenomen in het onderhoudsbudget.
Keuring liftinstallaties
Nederlandse gebouweigenaren en -beheerders van liften moeten elk
anderhalf jaar hun lift laten keuren door een gecertificeerd bedrijf, een
nationaal erkende autoriteit op het gebied van liftveiligheid. Niet alleen
omdat deze veiligheidskeuring verplicht is en hoort bij „goed
huisvaderschap‟, maar juist ook om calamiteiten, negatieve publiciteit en
grote financiële risico‟s te voorkomen. De kosten voor deze keuringen zijn
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 19
opgenomen in het onderhoudsbudget.
Keuring keerkleppen
Eigenaren/exploitanten van installaties zijn verplicht ervoor zorg te
dragen dat de installatie geen gevaar voor verontreiniging oplevert. Om
dat gevaar zoveel mogelijk te voorkomen, moet de installatie blijvend
voldoen aan technische eisen zoals genoemd in het Bouwbesluit. Dit
resulteert in een jaarlijkse inspectie van de keerkleppen. De
eindverantwoording ligt bij de eigenaar van de installatie. De jaarlijkse
kosten van deze keuringen zijn opgenomen in de onderhoudskosten.
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 20
Bijlage 6: Jaarlijkse onderhoudskosten
Vaste gemeentelijke gebouwen
Omschrijving:
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
1. Totale kosten 'heel en veilig'
€ 417.466
€ 538.460
€ 510.055
€ 644.536
€ 527.681
€ 317.951
€ 481.125
€ 488.969
€ 371.435
€ 298.534
2. Budget klein/klachtenonderhoud
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.522
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.521
€ 323.521
3. Totaal benodigd onderhoudsbudget (1+2)
€ 740.987
€ 861.981
€ 833.576
€ 968.058
€ 851.202
€ 641.472
€ 804.646
€ 812.490
€ 694.956
€ 622.055
4. Stand reserve (1 januari)
€ 744.128
€ 828.671
€ 775.792
€ 735.217
€ 552.230
€ 486.099
€ 629.698
€ 610.123
€ 582.704
€ 672.819
€ 84.543
-€ 52.879
-€ 40.575
-€ 182.987
-€ 66.131
€ 143.599
-€ 19.575
-€ 27.419
€ 90.115
€ 163.016
€ 828.671
€ 775.792
€ 735.217
€ 552.230
€ 486.099
€ 629.698
€ 610.123
€ 582.704
€ 672.819
€ 835.835
5. Mutatie reserve
6. Eindstand onderhoudsreserve 31 december
Schoolgebouwen
Omschrijving:
Kosten „veilig & heel‟ scholen
Nog te betalen afrekeningen 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
€ 667.224
€ 464.828
€ 813.503
€ 715.162
€ 690.089
€ 248.399
€ 417.990
€ 340.710
€ 378.824
€ 128.667
€ 50.000
Kosten „Veilig & Heel‟ scholen
€ 717.224
€ 464.828
€ 813.503
€ 715.162
€ 690.089
€ 248.399
€ 417.990
€ 340.710
€ 378.824
€ 128.667
Bedrag in begroting = bedrag korting rijk
€ 489.465
€ 364.880
€ 373.725
€ 377.321
€ 383.419
€ 383.419
€ 383.419
€ 383.419
€ 383.419
€ 383.419
-€ 227.759
-€ 99.948
-€ 439.778
-€ 337.841
-€ 306.670
€ 135.020
-€ 34.571
€ 42.709
€ 4.595
€ 254.752
€ 1.337.080
€ 1.109.321
€ 1.009.373
€ 569.595
€ 231.754
-€ 74.916
€ 60.104
€ 25.533
€ 68.242
€ 72.837
-€ 227.759
-€ 99.948
-€ 439.778
-€ 337.841
-€ 306.670
€ 135.020
-€ 34.571
€ 42.709
€ 4.595
€ 254.752
€ 1.109.321
€ 1.009.373
€ 569.595
€ 231.754
-€ 74.916
€ 60.104
€ 25.533
€ 68.242
€ 72.837
€ 327.589
extra bedrag tlv gymzalen
Meer- minderkosten (positief is minderkosten)
Verloop reserve (1 januari)
Mutatie reserve
Stand reserve (31 december)
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 21
Gymzalen
Omschrijving:
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Kosten „veilig & heel‟ gymzalen
€ 96.435
€ 213.339
€0
€ 155.096
€ 39.367
€0
€ 10.267
€ 46.436
€0
€0
Beschikbaar in begroting
€ 50.000
€ 163.560
€ 144.245
€ 135.389
€ 129.291
€ 129.291
€ 129.291
€ 129.291
€ 129.291
€ 129.291
Meer- minderkosten (positief is minderkosten)
-€ 46.435
-€ 49.779
€ 144.245
-€ 19.707
€ 89.924
€ 129.291
€ 119.024
€ 82.855
€ 129.291
€ 129.291
Verloop reserve (1 januari)
€ 129.017
€ 82.582
€ 32.803
€ 177.048
€ 157.341
€ 247.265
€ 376.556
€ 495.580
€ 578.435
€ 707.726
Mutatie reserve
-€ 46.435
-€ 49.779
€ 144.245
-€ 19.707
€ 89.924
€ 129.291
€ 119.024
€ 82.855
€ 129.291
€ 129.291
€ 82.582
€ 32.803
€ 177.048
€ 157.341
€ 247.265
€ 376.556
€ 495.580
€ 578.435
€ 707.726
€ 837.017
Stand reserve (31 december)
Gebouwenbeheerplan Heusden 2014
Pagina 22
f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Groen 2014-O.docx
Grip op groen……….veilig en heel
Versie
24-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Situatie gemeentelijk groen ............................................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
3.1
Veilig en heel ........................................................................................................................... 2
3.2
Omvormen van groen .............................................................................................................. 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 4
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
1 Inleiding
Dit beleidsplan gaat over de visie op het instandhouden, beheren en onderhouden van het
gemeentelijke openbaar groen. Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten
voor het onderhouden van het openbaar groen verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheersplan over het openbaar groen vernieuwd
moest worden. Ondanks het inrekenen en realiseren van enkele efficiencyvoordelen is het
noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheersplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
De provincie heeft extra aandacht voor het op orde hebben van de plannen voor de instandhouding en
het onderhoud van kapitaalgoederen. Naast wegen, gebouwen en riolering valt ook het openbare
groen in deze categorie. Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie of voor het openbare groen
het bij het beleid bepaalde onderhoudsniveau en de beschikbare budgetten met elkaar in evenwicht
zijn.
De inrichting van het openbare groen wordt over het algemeen bepaald bij de aanleg van een wijk of
buurt, bij een nieuwe investering of bij een reconstructie. Het groenstructuurplan bepaalt in ruimtelijke
zin het groene kader van de gemeente en de manier waarop dit in stand wordt gehouden en
beschermd.
Dit beleidsplan beperkt zich tot het onderhoudsniveau voor het gemeentelijke openbare groen.
2 Situatie gemeentelijk groen
De gemeente is eigenaar en beheerder van in totaal circa 2,7 miljoen vierkante meter groen. In dit
groen staan circa 26.000 bomen. Daarnaast is er 183 kilometer aan sloten te onderhouden.
Het gemeentelijke openbaar groen is zodanig op orde dat er geen aanvullende maatregelen of
investeringen hoeven te worden gedaan. In het verleden zijn er wel op een aantal plaatsen keuzes
gemaakt, die achteraf gezien als minder gelukkig kunnen worden beschouwd vanuit
kostenoverwegingen. Hierop wordt verder ingegaan bij punt 4.2 – omvormen van groen.
3 Beleid
3.1 Veilig en heel
Het voorgestelde beleid is er op gericht om de functie van het openbaar groen, het leefbaar maken en
houden van de werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs. Het gewenste
onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Het openbare groen moet veilig zijn zodat er geen letsel of schade ontstaat. Met “heel” wordt bedoeld
dat het onderhoud tijdig wordt uitgevoerd zodat er geen achterstallig onderhoud en dus extra kosten
ontstaan.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
Met het uitgangspunt “veilig en heel” is het groenonderhoud sober, maar netjes. Hinder die soms
wordt ervaren (bijv. door schaduwwerking, bladval) en esthetica zijn op zichzelf geen reden om over te
gaan tot onderhoudsmaatregelen.
Zoals gezegd is de feitelijke uitvoering van het groenonderhoud door onze wijkteams al afgestemd op
de verlaagde budgetten en het nieuw vast te stellen onderhoudsniveau. Nieuw is wel dat door de
wijkteams , meer dan in het verleden, contact wordt onderhouden met wijkbewoners en dat er
rekening wordt gehouden met hun wensen. Hoewel het onderhoudsniveau naar beneden is bijgesteld,
wordt in de laatste wijkatlas het openbaar groen in de woonomgeving toch hoger gewaardeerd.
3.2 Omvormen van groen
Dit beleidsplan richt zich op het dagelijkse onderhoud van openbaar groen, waarbij de meeste
werkzaamheden minimaal één, maar vaak meerdere malen per jaar voorkomen. Per soort groen zijn
daarvoor werkplannen opgesteld, die aangepast kunnen worden in overleg met bewoners/gebruikers.
Daarbij geldt uiteraard steeds de randvoorwaarde dat voldaan wordt aan het uitgangspunt “veilig en
heel”.
Groen kent echter ook een houdbaarheidstermijn. Afhankelijk van het soort groen is het na lange(re)
termijn toe aan vervanging.
Uit inventarisatie blijkt dat dit de komende jaren nog slechts op beperkte schaal speelt en dat de
beschikbare budgetten daarvoor voldoende zijn. Op langere termijn zal dit echter vaker voorkomen en
zal het beslag op de budgetten naar verwachting zwaarder worden. Naar de toekomst toe is dan ook
een andere aanpak nodig.
Uit de inventarisatie van het openbaar groen blijkt ook dat het één op één vervangen van het huidige
groen niet altijd de beste keus is. Enerzijds is de inrichting van het groen achterhaald en anderzijds
blijken de onderhoudskosten vaak hoger dan noodzakelijk. Het omvormen van het openbaar groen
naar een inrichting die past binnen de beschikbare budgetten is gewenst. Hiervoor is het nodig om
een integrale afweging te maken, waarbij ook het groenstructuurplan wordt aangepast.
Door deze werkwijze kunnen de kosten van het dagelijks onderhoud worden verlaagd en ontstaat er
ruimte voor de benodigde renovaties/omvormingen. De nadere uitwerking hiervan en de aanpassing
van het groenstructuurplan staan gepland voor 2015. Belangrijke thema’s bij deze actualisatie zijn
ondermeer:
Leg vast waar de belangrijke groenstructuren liggen. Geef daarbij ook aan waar (ruimtelijke)
ontwikkelingen gaande zijn.
Hoe worden groenstructuren beschermd en onder welke voorwaarden zijn afwijkingen
mogelijk?
Zorg voor bescherming van een groenstructuur maar maak het niettemin mogelijk om
onderdelen daarvan wel te vervangen of veranderen.
Hoe zien toekomstige omvormingen er uit in de tijd en qua middelen?
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van het
openbaar groen moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt
hierin voorzien.
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
5 Uitwerking in beheerplan
Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met
“veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen,
zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we
dat doen?
Het groenbeheerplan bevat een werkpakket per soort groen. Uit deze werkpakketten en uit de
bijbehorende kostenberekeningen moet duidelijk zijn hoe het groen wordt beheerd, wanneer dat
plaatsvindt en tegen welke kosten.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 4
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
Groenbeheerplan Heusden 2014
Grip op groen…...veilig en heel
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 0 van 13 pagina‟s
Inhoudsopgave
1) Samenvatting ................................................................................................................. 2
2) Inleiding.......................................................................................................................... 3
2.1
Achtergrond en doelen ........................................................................................... 3
2.2
Leeswijzer .............................................................................................................. 3
3) Wettelijke kaders ............................................................................................................ 4
3.1
Wettelijke kaders.................................................................................................... 4
4) Het Heusdense groenareaal ........................................................................................... 5
4.1
Algemeen............................................................................................................... 5
4.2
Beheertypen in Heusden........................................................................................ 5
4.3
De kwaliteit van het groenareaal ............................................................................ 5
5) De nieuwe beheerstrategie............................................................................................. 7
5.1
Veilig en heel ......................................................................................................... 7
5.2
Hoe beheren we?................................................................................................... 7
5.2.1 Beheertypen en werkpakketten .......................................................................... 7
5.2.2 Onderhoudsfrequenties „veilig en heel‟............................................................... 8
5.2.3 Inspecties ........................................................................................................... 8
6) Uitgangspunten bij het beheer van groen ....................................................................... 9
7) Onderhoudskosten ........................................................................................................11
7.1
Werkwijze doorrekening ........................................................................................11
7.2
Uitgangspunten doorrekening ...............................................................................11
7.3
Groenonderhoudskosten.......................................................................................11
8) Risicoparagraaf .............................................................................................................12
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 1 van 13 pagina‟s
1) Samenvatting
De gemeente Heusden bezit circa 2,7 miljoen m2 groen en circa 26000 bomen. Dit groen
moet goed beheerd worden. Dit beheerplan geeft aan hoe Heusden dit de komende jaren
gaat doen. Als basis hiervoor zijn het te beheren groenareaal en de huidige kwaliteit
bepaald. Ook zijn de bijbehorende beschikbare financiële middelen inzichtelijk gemaakt. Dit
was nodig omdat in de afgelopen jaren diverse taakstellende bezuinigingen zijn
doorgevoerd. Budget en beleid/beheer spoorden zo niet meer met elkaar.
Dit beheerplan volgt op het beleidsplan groen waarin staat dat we de strategie van ‟veilig en
heel‟ gaan volgen.
De minimaal gewenste groenkwaliteit vormt hierbij het uitgangspunt en dit is financieel
doorgerekend. Het gaat om een niveau waarbij het nog mogelijk is het groen te kunnen
onderhouden zonder dat daarbij hogere onderhoudskosten of kapitaalvernietiging ontstaat.
Het groen blijft vooral heel en veilig. ‟Mooi‟ is daarbij geen thema dat vanuit beheer een
aanleiding geeft tot het nemen van maatregelen.
Uit de financiële doorrekening van het scenario blijkt, dat voor het reguliere onderhoud
(schoffelen, snoeien, etcetera) de huidige beschikbare budgetten voldoende zijn om de
kosten, die horen bij het scenario ‟veilig en heel‟ te kunnen dekken.
Naast regulier onderhoud zijn ook renovaties nodig. Groen heeft immers een
houdbaarheidstermijn. De komende jaren speelt dit op beperkte schaal maar op de langere
termijn zal er een andere aanpak nodig zijn. Het omvormen van groen zal daarin een
belangrijke rol spelen. Het groenstructuurplan zal dit nader gaan vormgeven.
Wat dit inhoudt, kortom hoe deze strategie tot stand is gekomen, wat de bijbehorende
uitgangspunten en gevolgen zijn, wordt in dit beheerplan nader toegelicht. Verder geeft dit
beheerplan inzicht in de benodigde financiële middelen voor het groenonderhoud.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 2 van 13 pagina‟s
2) Inleiding
2.1
Achtergrond en doelen
Groen zorgt voor een gezonde en prettige leefomgeving en draagt bij aan het
woongenot en herkenbaarheid van buurten en straten. Groen faciliteert verschillende
functies in de openbare ruimte zoals ruimte voor wandelroutes en ontmoetingsplekken
en zorgt voor geleiding van verkeersroutes. Daarnaast heeft het grote invloed op de
waardering van de openbare ruimte en biedt het flora en fauna de ruimte om te gedijen
in bebouwde omgeving. In Heusden gaat het daarbij om 2,7 miljoen m2 groen
bestaande uit diverse soorten beplanting en ongeveer 26.000 bomen. De afgelopen
jaren zijn diverse bezuinigingen doorgevoerd. Zo ontstond een situatie waarin budget
en beleid/beheer niet meer gelijk oplopen.
Doel beheerplan
Het doel van dit beheerplan is om aan te geven hoe ‟veilig en heel‟ wordt bereikt. Dus
welke onderhoudsmaatregelen daarvoor nodig zijn. Daarbij wordt ook in beeld
gebracht wat dit kost.
2.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 bevat de samenvatting;
Hoofdstuk 2 geeft de achtergronden en doelen van dit beheerplan aan;
Hoofdstuk 3 geeft aan wat de wettelijke kaders zijn en wat de basis is voor de
stap van beleid naar beheer;
Hoofdstuk 4 beschrijft de kwantiteit en kwaliteit van het groenareaal;
Hoofdstuk 5 beschrijft de beheerstrategie;
Hoofdstuk 6 beschrijft de uitgangspunten bij het groenbeheer;
Hoofdstuk 7 geeft aan wat de kosten zijn voor het onderhouden van het groen;
Hoofdstuk 8 geeft aan welke risico‟s er zijn voor wat betreft het groenbeheer.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 3 van 13 pagina‟s
3) Wettelijke kaders
3.1
Wettelijke kaders
De volgende wettelijke kaders vormen de basis voor het groenbeheer:
Het Burgerlijk Wetboek: de wettelijke zorgplicht voor een veilige woonomgeving.
De Flora en Faunawet: de wettelijke zorgplicht voor flora en fauna.
De Boswet: deze wet heeft als doel het in stand houden van het Nederlandse
bosareaal en laanbeplantingen buiten de bebouwde kom.
Beschermde natuurgebieden: Natura 2000.
Kaderrichtlijn water.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 4 van 13 pagina‟s
4) Het Heusdense groenareaal
4.1
Algemeen
Om het groenbeheer goed uit te kunnen voeren, is inzicht in de volgende gegevens
essentieel:
kwantitatieve gegevens: de grootte en omvang van het Heusdense groenareaal
verdeeld over beheertypen (bomen, heesters, gras, etcetera);
kwalitatieve gegevens: de (beeld)kwaliteit van het groen.
Het groenareaal in Heusden is voor dit beheerplan onderverdeeld in 10 beheertypen. Per
beheertype is een werkpakket met beheermaatregelen opgesteld. Deze vormen de basis
voor de financiële doorrekening van de minimaal gewenste groenkwaliteit.
4.2
Beheertypen in Heusden
Het groen in Heusden is onderverdeeld in de volgende beheertypen:
Beheertype
Omschrijving
1
Bomen binnen de kom
st
17.878
2
Bomen buiten de kom
st
7.922
3
Bos en bosplantsoen
m2
535.045
4
5
Heesters/botanische rozen totaal
Bodembedekkende heesters, vaste planten,
eenjarigen en rozen totaal
m2
202.076
m2
39.035
Hagen en blokhagen totaal
m2
65.752
Gazon naar ruw gras
m2
751.429
8
Ruw gras 4x
m2
100.000
9
Berm maaien & afvoeren 2X
m2
966.500
10
Sloten
m1
183.303
Totaal oppervlak beplanting en gras
m2
2.659.836
Totaal aantal bomen
st
25.800
Totaal aantal sloten
m1
183.303
6
4.3
eenheid
hoeveelheid
De kwaliteit van het groenareaal
De kwaliteit van het groen wordt bepaald door:
De wijze van aanplant. Dit hangt sterk samen met de stedenbouwkundige
opvattingen in de tijd van realisatie. De bebouwing bepaalt immers de voor het
groen beschikbare ruimte. Een voorbeeld hiervan zijn de bomen in een groot aantal
wijken in onze gemeente. Door de relatief beperkte schaal van de openbare ruimte
zijn bomen hier vaak in veel te kleine plantgaten met kleine boomspiegels gezet.
Dit gaat ten koste van het beeld en de gezondheid/levensduur van de bomen;
Het regulier groenonderhoud: bedoeld om een beheertype te begeleiden tot aan
het eindbeeld en in stand te houden tot einde levensduur of anders gezegd, het
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 5 van 13 pagina‟s
groen zo lang mogelijk ‟veilig en heel‟ te houden. Hieronder vallen schoffelen,
maaien, snoeien, dunnen, vervangen, bemesten etcetera.
De mening van bewoners over de kwaliteit van het groen is bekend. Voor de wijkatlas wordt
sinds 2009 tweejaarlijks een enquête uitgevoerd. De laatste enquête laat zien dat bewoners
in toenemende mate tevreden zijn over de kwaliteit en hoeveelheid groen in Heusden.
Samenvattend kan gesteld worden dat het groen in grote lijnen op orde is. Er zijn geen
achterstanden in het groen en geen acute problemen. Wel zijn er kwetsbare situaties (zoals
bomen in verharding met te krappe standplaatsen). Deze vragen op termijn om aandacht.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 6 van 13 pagina‟s
5) De nieuwe beheerstrategie
5.1
Veilig en heel
Bij het beheer van het groen hanteert de gemeente Heusden voor het groenbeheer de
beheervisie „veilig en heel‟ . Dit houdt het volgende in:
Het beheer is erop gericht om de functie van het groen, het leefbaar maken van de
woon-, werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs.
Het groen moet dus zodanig veilig zijn dat er geen letsel of schade ontstaat. Met “heel”wordt
bedoeld dat het onderhoud tijdig wordt uitgevoerd dat er geen achterstallig onderhoud en
dus extra kosten ontstaan.
5.2
Hoe beheren we?
5.2.1 Beheertypen en werkpakketten
De beheervisie wordt ingevuld met de volgende werkmethode(n) en uitgangspunten.
Ieder groentype wordt onderhouden door het uitvoeren van specifieke beheermaatregelen
met bijhorende frequentie. Het groen is hiervoor onderverdeeld in de hiervoor genoemde tien
beheertypen. Dit biedt een overzichtelijke basis om het groen op basis van de gestelde
uitgangspunten te kunnen beheren en financieel door te rekenen. Bij de onderverdeling zijn
zoveel mogelijk beheertypen met eenduidige beheermaatregelen samen gevoegd. Enkele
voorbeelden hiervan zijn:
blokhagen zijn opgenomen onder hagen;
rozen onder bodembedekkende heesters.
Hierbij geldt dat:
voor ieder beheertype bepaalde onderhoudsmaatregelen nodig zijn om het gewenste
kwaliteitsniveau te bereiken. Ieder beheertype kent dus eigen beheermaatregelen,
die zijn opgenomen in een beheerpakket;
deze maatregelen met een bepaalde regelmaat worden uitgevoerd om het betrokken
groen ‟veilig en heel‟ te houden op basis van de reguliere werkmethoden;
per beheertype (soort groen) bepaalde beheermaatregelen noodzakelijk zijn om de
gewenste kwaliteit te bereiken en het groen in stand te houden. De maatregelen zijn
per beheertype opgenomen in een werkpakket. Op basis van het werkpakket kunnen
de kosten worden doorgerekend van het betreffende beheertype voor een bepaalde
onderhoudsperiode. Een en ander is hierna uitgewerkt in hoofdstuk 6;
in onze gemeente het groen wordt beheerd door de eigen dienst en met inzet van
medewerkers van de WML. Slechts incidenteel wordt externe capaciteit en/of
materieel ingehuurd.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 7 van 13 pagina‟s
5.2.2
Onderhoudsfrequenties ‘veilig en heel’
Beheermaatregelen
Het groenonderhoud moet zo worden uitgevoerd dat de gestelde levensduur per beheertype
wordt behaald. Daarnaast moet het risico voor het gebruik van de openbare ruimte („veilig en
heel‟) verantwoord zijn en er moet worden voldaan aan de wettelijke voorschriften. Hierbij is
per beheertype goed gekeken naar de frequentie van de betreffende beheermaatregelen.
Ten slotte zijn de beheermaatregelen zodanig dat met een minimum aan inspanning, en dus
kosten, het groen wordt onderhouden. Deze maatregelen staan in het werkpakket voor de
betreffende beheertypen en worden er financieel doorgerekend.
Externe factoren en hun invloed op de kwaliteit van het groen
Zowel binnen als buiten de komgrenzen zijn er binnen de (integrale) openbare ruimte
factoren, die van invloed zijn op de groenkwaliteit, het beheer en de levensduur van het
groen. Dat geldt ook voor de wijze en mate waarin de openbare ruimte wordt gebruikt.
Voorbeelden hiervan zijn:
kabels en leidingen en werkzaamheden hieraan;
beheer, onderhoud en vervanging van riolering;
afkoppelen van hemelwater van de riolering en infiltratie in de bodem. Dit gebeurt steeds
vaker en het groenareaal vervult hierin veelal een belangrijke functie, omdat dit de ruimte
biedt om water tijdelijk op te vangen;
ontstaan van andere functies of keuzes voor bepaalde materialen bij de inrichting
waardoor een beperkte groeiruimte voor groen ontstaat;
maatregelen voor verkeersveiligheid (strooien) en gebruik door verkeer (doorrijhoogte en
opkronen).
Deze andere functies zorgen ervoor dat de gestelde theoretische levensduren niet altijd
worden gehaald en eerder vervangingsinvesteringen nodig zijn. Dit is niet meegenomen in
de doorrekeningen, omdat dit op voorhand niet is in te schatten.
Renovaties en vervanging
Groen heeft niet het eeuwige leven. Om het groene beeld in stand te houden is het nodig om
groen aan het einde van de levensduur te renoveren/vervangen. Veel groen is aangelegd in
de periode 1970 -1985 en zal dus op enig moment aan vervanging toe zijn. Groen gedraagt
zich echter niet als een exacte wetenschap. Waar dit, met het oog op „veilig en heel‟
daadwerkelijk nodig is, binnen welke termijn dit plaatsvindt en hoe dit gebeurt, zal worden
uitgewerkt in het groenstructuurplan.
5.2.3
Inspecties
Op basis van de levensduur per beheertype en het aanlegjaar is bepaald welke
groenelementen (vakken) en bomen op een bepaald moment aan vervanging (renovatie) toe
zijn. Deze (theoretische) levensduur en het moment van aanplant zijn leidraad voor een uit te
voeren inspectie in het veld. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de groenelementen,
die binnen 5 jaar mogelijk toe zijn aan renovatie. Deze groenelementen worden in dat jaar
geïnspecteerd in hoeverre ze daadwerkelijk voldoen aan het gewenste kwaliteitsniveau.
Aan de hand van de uitkomsten van de inspectie en op basis van ‟gezond verstand‟ wordt
het exacte uitvoeringsjaar van renovatie bepaald. De volgende inspectie zal plaatsvinden in
2015.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 8 van 13 pagina‟s
6) Uitgangspunten bij het beheer van groen
De uitgangspunten voor het beheren en onderhouden van het groen moeten een transparant
en betrouwbaar kader scheppen voor iedereen die te maken heeft met het groen. Voorop
staat dat de onderhoudsmaatregelen niet worden belemmerd en dat
onderhoudsachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen danwel ingelopen. Daarbij is
het nodig dat de systematiek eenvoudig en inzichtelijk is, en gebaseerd op objectieve
(berekenings)grondslagen en uitgangspunten. Daarom is dit beheerplan opgesteld. Hierna
wordt nader ingegaan op uitgangspunten bij het onderhoud van het groen.
Uitgangspunt 1: areaalwijzigingen
Omdat het areaal is opgenomen in een beheersysteem zijn het te onderhouden groenareaal
en de daaruit voortvloeiende kosten altijd actueel.
Uitgangspunt 2: groenstructuurplan
Het is van belang om de groene kaders van de gemeente te benoemen. Groen is belangrijk
voor de omgeving maar daar zijn gradaties in te benoemen. Wat zijn de groene kaders van
de gemeente en hoe worden deze gewaarborgd? Het groenstructuurplan heeft tot doel dit te
beschrijven. Het huidige groenstructuurplan loopt van 2009 t/m 2014 en zal geactualiseerd
moeten worden. Het groenstructuurplan was een stuk genuanceerder dan het voorgaande
groenstructuurplan. Toch zijn er de afgelopen periode lessen geleerd die bij de actualisatie
meegenomen moeten worden. Belangrijke thema‟s daarbij zijn ondermeer:
Leg vast waar de belangrijke groenstructuren liggen. Geef daarbij ook aan waar
(ruimtelijke) ontwikkelingen gaande zijn en waarbij het gewenst is de groenstructuur
op een andere wijze vorm te kunnen geven.
Hoe worden groenstructuren beschermd en onder welke voorwaarden zijn
afwijkingen mogelijk?
Maak verandering of vervanging van onderdelen van een beschermde groenstructuur
mogelijk (bijvoorbeeld een dunning in een bomenstructuur die van belang is voor het
behoud van die structuur).
De noodzakelijke omvormingen in het groen.
Uitgangspunt 3: omvormen groen om renovaties te kunnen bekostigen
Heusden is een groene gemeente en wil dat ook blijven. Daarvoor zijn renovaties nodig. Het
groen kent immers een houdbaarheidstermijn. Voor de korte termijn past dit binnen het
reguliere beheer en binnen de beschikbare budgetten voor inboet en vervanging. Op de
langere termijn is het waarschijnlijk dat een groter beslag op budgetten wordt gelegd. Een
andere aanpak dan 1 op 1 vervangen van groen is daarbij nodig. Dit betekent dus dat
omvormen van groen nodig/gewenst is.
Omvormen van groen biedt kansen (kostentechnisch, biodiversiteit, waterberging) en is
nodig om te voorkomen dat er een situatie ontstaat waarin structurele verhoging van het
budget noodzakelijk is. Met omvormingen kunnen de kosten van het dagelijks onderhoud
worden verlaagd en ontstaat er ruimte voor de benodigde renovaties. Een en ander zal
nader moeten worden uitgewerkt. Het groenstructuurplan is hiervoor de aangewezen
planvorm.
Uitgangspunt 4: bomen in verharding
Bomen kunnen worden geplant in gras, in plantsoenen of in de verharding. Uit de
inventarisatie blijkt dat de bomen die in de verharding staan vaak hun verwachte leeftijd niet
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 9 van 13 pagina‟s
halen. Bovendien blijft de gezondheid van die bomen vaak achter. Dat komt veelal omdat de
verharding in de ondergrondse ruimte te beperkt is (aangelegd). Bijkomende problemen bij
die bomen is dat de verharding wordt opgedrukt en dat deze bomen soms in het riool hun
voedsel en water zoeken. Dit leidt tot hoge kosten. Voor nieuwe bomen wordt er daarom
naar gestreefd om deze zoveel mogelijk in plantsoenen of gras te plaatsen. Als er toch
bomen in verharding worden geplaatst, dan worden er ondergrondse voorzieningen getroffen
zodat bomen tot volle wasdom kunnen komen en ze geen wortelopdruk aan bestrating of
rioolproblemen veroorzaken.
Uitgangspunt 5: bomeninspecties wat doen we daarmee?
In het eerdere beleidsplan groen 2004-2013 staat het beleidsuitgangspunt dat er geen
inspecties aan bomen op basis van de Visual Tree Assessment (VTA) gedaan worden; dit ter
voorkoming van aansprakelijkheid bij bomen. Dit uitgangspunt blijft bestaan. Waar bomen
vanuit overlast of vanuit gevaarzetting een onderhoudsmaatregel nodig hebben, wordt deze
ook uitgevoerd. Ook wordt incidenteel, als er een vermoeden is van verhoogde
gevaarzetting, een VTA-inspectie uitgevoerd.
Uitgangspunt 6: groen en water
Het waterbeleid van de gemeente Heusden staat in het Verbreed Gemeentelijk
Rioleringsplan (VGRP). In dit plan is aangegeven dat het groen nadrukkelijk in beeld is bij
het verwerken en bergen van water. Dat is kostentechnisch interessant maar is ook de
meest duurzame en robuuste oplossing voor het omgaan met water. Dat betekent wel dat
het groen ook een ander karakter gaat krijgen. Voorbeelden van een waterinrichting zijn
wadi‟s en natuurvriendelijke oevers. Dat biedt kansen voor biodiversiteit en het loopt parallel
met de behoefte/opgave voor het omvormen van het groen.
Uitgangspunt 7: verkeersveiligheid
Het groen moet zodanig beheerd worden dat de verkeersveiligheid niet in het geding komt.
Dat betekent dat het uitzicht op kruisingen bijvoorbeeld niet mag worden belemmerd. Maar
ook dat verkeerstekens/borden zichtbaar blijven en dat er geen overhangende takken zijn die
belemmerend werken. Wanneer bermen grote kuilen of laagtes vertonen zal daar vanuit
verkeersveiligheid ook wat aan moeten worden gedaan.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 10 van 13 pagina‟s
7) Onderhoudskosten
7.1
Werkwijze doorrekening
Als basis voor de doorrekeningen is uitgegaan van landelijke normen. Er is kritisch gekeken
naar de opbouw van deze normen. Deze normen geven ondermeer aan hoeveel en welke
middelen (menskracht, materieel en materiaal) nodig zijn voor een bepaalde
beheermaatregel. Deze normen zijn gevolgd maar waar nodig wel specifiek gemaakt voor
onze gemeente. Dit houdt in dat daar waar nodig aanpassingen zijn gedaan of een eigen
maatregel is opgesteld op basis van Heusdense ervaring.
7.2
Uitgangspunten doorrekening
Er is uitgegaan van de werkpakketten en levensduren per beheertype als aangegeven in
dit beheerplan.
Er is geen rekening gehouden met kwaliteitsvermindering door werkzaamheden van
derden aan kabels en leidingen.
Er is geen rekening gehouden met klimatologische ontwikkelingen.
7.3
Groenonderhoudskosten
Jaarlijks groenonderhoud
De kosten voor het onderhouden van het groen bestaan uit 2 componenten: het regulier
groenonderhoud en de renovaties. De kosten daarvan kunnen voor de korte/middellange
termijn worden uitgevoerd binnen de beschikbare groenbudgetten.
Ontwikkelingen
In het verleden werden aanpassingen in het groen (deels) gefinancierd vanuit
werkzaamheden van wegen en riolering. Dat komt steeds minder vaak voor. Op de langere
termijn komen renovaties en daarmee samenhangende kosten in beeld doordat het groen
aan het einde van de levensduur is. Duidelijk is dat omvormingen een bepalende rol zullen
spelen in de omvang van die kosten. In het groenstructuurplan zal er op basis van de
kostenmodellen uit dit beheerplan een opzet gemaakt worden voor de benodigde
omvormingen. Daarbij zal inzichtelijk gemaakt worden:
om welke omvormingen het feitelijk gaat;
binnen welk tijdsbestek deze worden uitgevoerd;
welke kosten daarmee gemoeid zijn.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 11 van 13 pagina‟s
8) Risicoparagraaf
Wat zijn de aandachtspunten en risico‟s voor de gemeente Heusden naar de toekomst toe
op het gebied van groenbeheer, voor wat betreft dit beheerplan?
De afgelopen jaren is werk met werk gemaakt en veel groen gelijktijdig met de riolering
vervangen. Vanuit riolering is nu de insteek gekozen om daar waar het kan het riool te
„relinen‟. Het gevolg is dat ‟de straat minder vaak open hoeft‟. Dit levert op riolering een
kostenbesparing op, maar betekent wel dat de bijdrage vanuit riolering op het gebied van
wegbeheer en groenbeheer (vervanging, herstraten) de komende jaren veel beperkter zal
zijn.
Groenbeheerplan Heusden 2014
pagina 12 van 13 pagina‟s
e. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Wegen 2014-O.docx
Over gebaande wegen……….van normatief naar veilig en heel
Versie
18-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur .............................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 3
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
1 Inleiding
In dit beleidsplan staat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke wegen. De
afgelopen jaren zijn tijdens bezuinigingen de budgetten voor het onderhouden van de wegen flink
verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de wegen vernieuwd moest
worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop/aanbesteden) en prijsvoordelen was het
noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële
gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten
moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en daarmee kapitaalsvernietiging optreedt.
Dit plan gaat alleen over het vaststellen van het onderhoudsniveau van de gemeentelijke wegen. De
meeste overige beleidsmatige aspecten, die de wegen betreffen, zijn geregeld in het Gemeentelijke
Verkeers- en VervoersPlan (GVVP).
2 Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur
De hoeveelheden en kwaliteit van de gemeentelijke wegen zijn voorafgaand aan de planvorming
geïnventariseerd. De gemeente is op dit moment eigenaar en beheerder van circa 2.9 miljoen
vierkante meter verharding. De kwaliteit van de wegen is zodanig dat er geen situaties zijn waarin
kapitaalsvernietiging aan de orde is of waar sprake is van structurele achterstanden.
3 Beleid
Het wegenbeleid is er op gericht dat de gebruikers er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede
manier gebruik kunnen maken van de wegen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk
acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden
voldaan aan de wettelijke eisen.
Het gewenste onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de wegen zodat er geen letsel of schade
ontstaat. Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag
geen sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalsvernietiging kan leiden.
Uiteraard is het uitgangspunt dat de wegen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik.
Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van de wegen
moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt hierin voorzien.
De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de wegen adequaat kunnen
onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze
kapitaalsgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan
Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met
“veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen,
zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we
dat doen?
Het beheerplan wegen maakt duidelijk wat er aan de wegen gebeurt, wanneer dat plaatsvindt en
tegen welke kosten. Het beheerplan blijft voortdurend actueel op basis van inspecties en
(her)calculaties. De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer
passen binnen de beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een
aanpassing kan dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer zijn maar het kan ook een
aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Over gebaande wegen……….van normatief naar veilig en heel
pagina 0 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014-2018
Ontwerpbureau Openbare Ruimte
Inhoudsopgave
1
2
Samenvatting ................................................................................................................. 2
Inleiding.......................................................................................................................... 3
2.1
Achtergrond en doelen ........................................................................................... 3
2.2
Leeswijzer .............................................................................................................. 3
3 Inventarisatie .................................................................................................................. 4
3.1
Algemeen............................................................................................................... 4
3.2
Kwantitatieve gegevens ......................................................................................... 4
3.3
Kwalitatieve gegevens ........................................................................................... 5
4 Van normen via belangen naar ’veilig en heel’ ............................................................... 6
4.1
Normatief beheer ................................................................................................... 6
4.2
Beleidsomslag: beheer vanuit belangen................................................................. 6
4.3
Een nieuwe beheerstrategie: ‘veilig en heel’ .......................................................... 6
5 Hoe beheren wij dan? .................................................................................................... 7
5.1
Algemeen............................................................................................................... 7
5.2
Kwantiteit en kwaliteit ............................................................................................. 7
5.3
Het onderhoud ....................................................................................................... 8
5.4
Kostenopbouw ....................................................................................................... 8
6 Uitgangspunten bij het beheer van wegen ...................................................................... 8
7 Financiële onderhoudsbehoefte ....................................................................................11
7.1
Algemeen..............................................................................................................11
7.2
Uitgangspunten .....................................................................................................11
7.3
Kosten versus budgetten ......................................................................................12
8 Risicoparagraaf .............................................................................................................13
Bijlage 1
Aanlegjaar en verhardingstype ..........................................................................14
Bijlage 2
Financiële onderhoudsbehoefte 2014-2023 ......................................................15
Bijlage 3
Percentages toegerekend aan wegbeheer bij rehabilitaties ...............................16
Bijlage 4
Voorbeeld beheersysteem ................................................................................17
Bijlage 5
Begrippenlijst ....................................................................................................19
pagina 1 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
1 Samenvatting
De gemeente Heusden bezit ongeveer 2.9 miljoen m2 verhardingen. Deze verhardingen
moeten goed worden beheerd. Dit beheerplan geeft aan hoe de gemeente dit uitvoert.
Daarvoor is gekeken naar hoe dit in het verleden plaatsvond, hoeveel verhardingen er zijn en
in welke staat deze zich bevinden. Ook zijn de bijbehorende beschikbare financiële middelen
inzichtelijk gemaakt. Dit was nodig omdat in de afgelopen jaren diverse taakstellende
bezuinigingen zijn doorgevoerd. Hierdoor liepen budget en beleid/beheer niet meer gelijk op
met elkaar.
Dit beheerplan volgt op het beleidsplan voor onderhoud van wegen waarin staat dat we de
strategie van ’veilig en heel’ gaan volgen. Het geeft inzicht in hoe deze strategie tot stand
kwam, de gehanteerde uitgangspunten en berekeningen en het laat zien hoe de
onderhoudsbehoefte er in tijd en middelen uitziet. Deze onderhoudsbehoefte past binnen de
in de begroting beschikbare budgetten.
pagina 2 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
2 Inleiding
2.1
Achtergrond en doelen
Artikel 16 van de Wegenwet regelt het onderhoud van wegen, de toegankelijkheid van
openbare wegen en bevat enkele verplichtingen voor de wegbeheerder. Een van die
verplichtingen is de hen toegewezen wegen in goede staat te houden en verantwoord te
beheren. De begrippen ‘in goede staat’’ en ’verantwoord’ behoren tot de beleidsvrijheid van
de gemeente.
De afgelopen jaren zijn er diverse taakstellende bezuinigingen doorgevoerd op de budgetten
voor wegenonderhoud. Zo ontstond een situatie waarin budget en beleid/beheer niet meer
gelijk oplopen.
Het doel van dit beheerplan is dan ook het weer in balans brengen van budget en
beleid/beheer. Daarbij wordt uitgegaan van de in het beleidsplan genoemde strategie ’veilig
en heel’. Traditioneel gaat het wegbeheer uit van normen vanuit de CROW. Dit beheerplan
laat dit los en richt primair de pijlen op het veilig en heel houden van de weg. Esthetica en
comfort zijn daarbij van secundair belang en worden slechts meegenomen voor zover dat
past binnen het primaire doel.
2.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 bevat de samenvatting van dit beheerplan.
Hoofdstuk 2 geeft achtergronden en doelen weer en bevat een leeswijzer.
Hoofdstuk 3 beschrijft de inventarisatie.
Hoofdstuk 4 laat zien hoe is gekomen tot een andere beheerstrategie.
Hoofdstuk 5 beschrijft hoe het beheerproces is ingericht.
Hoofdstuk 6 beschrijft welke uitgangspunten worden gehanteerd bij het wegbeheer.
Hoofdstuk 7 bevat de financiële onderhoudsbehoefte.
Hoofdstuk 8 geeft aan welke risico’s er zijn.
De bijlagen geven in woord en beeld een nadere onderbouwing.
pagina 3 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
3 Inventarisatie
3.1
Algemeen
Bij het opstellen van een beheerplan is het van belang om inzicht te hebben in de omvang en
de kwaliteit van het te onderhouden areaal. Deze gegevens werden bijgehouden in het
wegbeheersysteem zoals dat aanwezig was in de gemeente Heusden. Dit systeem was voor
een groot deel gestoeld op beheer volgens de CROW-systematiek. Dit was niet ’BGT-proof’
en het vereiste specifieke kennis om het goed te bedienen. Daarom is een eigen systeem
gebouwd op basis van de aanwezige database. De aanwezige gegevens zijn geanalyseerd
en aangevuld waar dit nodig was.
Om goed te kunnen beheren is het noodzakelijk onderscheid te maken in wegtypen. Dat
komt omdat er verschillen zijn in beheerfrequenties, vervangingsfrequenties en de aard van
de te nemen maatregelen. Deze verschillen vloeien met name voort uit het gebruik van de
weg en het materiaal waar de weg van is opgebouwd. Hieronder is in tabel 1 de gehanteerde
categorisering te zien.
3.2
Kwantitatieve gegevens
De gemeente Heusden is verantwoordelijk voor het beheren van bijna 2,9 miljoen m2
verhardingen. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de onderverdeling van deze
oppervlakte per wegtype.
Wegcategorie
Asfaltverharding wegtype: 3 (gebiedsontsluitingsweg)
Asfaltverharding wegtype: 4,5,6 (weg in bebouwd gebied)
Asfaltverharding wegtype fiets/voetpad
Asfaltverharding industrie
Elementenverharding wegtype: 3 (gebiedsontsluitingsweg)
Elementenverharding wegtype: 4,5,6 (weg in bebouwd gebied)
Elementenverharding wegtype fiets/voetpad
Elementenverharding waterdoorlatend
Halfverharding gebonden
Totaal
Volume
Percentage
620.994
22%
235.024
8%
117.537
4%
91.909
3%
51.001
2%
1.142.833
40%
568.722
20%
7.267
0%
39.728
1%
2.875.015
100%
Tabel 1 Oppervlakte per beheercategorie
Uit de tabel blijkt dat grofweg 62% van de wegen bestaat uit elementenverhardingen, 37%
bestaat uit asfaltwegen en nog 1% zijn halfverhardingen. Van de elementenverhardingen ligt
het merendeel (66%) binnen de bebouwde kom. Daarentegen ligt het merendeel (58%) van
de asfaltverhardingen buiten de bebouwde kom.
Het is ook interessant om te kijken naar de leeftijdsopbouw van het wegenbestand. Met
name in de jaren 1960-1970 zijn veel wegen aangelegd. Veel van deze wegen zijn
aangelegd in asfalt. In bijlage 1 is dit grafisch weergegeven. Het kan op enig moment een
piek veroorzaken in de maatregelen die nodig zijn om de wegen op orde te houden. Dat
geldt in belangrijke mate voor asfaltwegen omdat deze ’gevoelig’ zijn voor uitgesteld
onderhoud en dit leidt al snel tot kapitaalvernietiging.
pagina 4 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Wegen buiten de bebouwde kom zijn veelal wegen met een hogere verkeersintensiteit en
een hogere snelheid. Een asfaltverharding is daarvoor het meest geschikt.
Binnen de bebouwde kom heeft de weg naast verkeersontsluiting meer functies: er liggen
bijvoorbeeld kabels en leidingen in, er wordt water in/op geborgen en afgevoerd etcetera.
Deze verschillende functies zorgen ervoor dat vaker aan de weg wordt gewerkt (opnemen en
herstel) zonder dat daar vanuit wegbeheer een aanleiding voor is. Er is dus behoefte aan
flexibiliteit en een lagere kwetsbaarheid voor die werkzaamheden. Elementenverhardingen
scoren op dat vlak veel hoger en zijn daarom de meest aangewezen vorm van verharding.
Ook is het zo dat elementenverhardingen veel minder gevoelig zijn voor kapitaalvernietiging
door uitgesteld groot onderhoud. Naar de toekomst toe is de verwachting cq. de visie dat het
aandeel elementenverhardingen in de bebouwde kom gaat toenemen en het aandeel asfalt
verder afneemt.
Het wegtype halfverhardingelementen komt nog niet voor in de tabel en de grafiek. Het
betreft hier bijvoorbeeld grasbetonstenen. Deze zijn al wel aanwezig maar maken nu nog
onderdeel uit van de andere wegtypes. Dat is zo gedaan omdat het maar kleine vakken
betreft. De verwachting is echter dat dit soort verhardingen in de toekomst vaker zullen
worden aangelegd voor waterberging en bodeminfiltratie.
3.3
Kwalitatieve gegevens
De kwaliteit van de wegen is bekeken in het licht van “veilig en heel’. De conclusie is dat het
wegenareaal in grote lijnen hieraan voldoet. Verder is vastgesteld dat er geen situaties zijn
waar door uitgesteld onderhoud kapitaalvernietiging optreedt. De uitgangssituatie is zodanig
op orde dat we aan de slag kunnen met de strategie ’veilig en heel’.
pagina 5 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
4 Van normen via belangen naar ’veilig en heel’
4.1
Normatief beheer
Het kader voor het wegenbeheer van de afgelopen jaren is het beleidsplan wegen 2006 2015. In het kort geeft dit beleidsplan aan dat het beheren van de wegen gebeurt volgens de
CROW-methode voor wegbeheer. Deze methode omvat het proces van gegevensbeheer,
onderhoudsmaatregelen en kosten. Het is gedetailleerd uitgewerkt in normen voor
ingrijpmomenten, maatregelen en kosten. De gemeente Heusden heeft het beheer in het
verleden vrij letterlijk uitgevoerd: we toetsten aan de norm en als deze niet gehaald werd dan
troffen we een maatregel. Dat lijkt goed maar heeft ook een aantal nadelen. Zo is het lastig
om werkzaamheden af te stemmen met andere werken in de openbare ruimte. Maar zo
wordt vooral voorbij gegaan aan de vraag of het strikt naleven van de norm wel de meest
doelmatige en kostenefficiënte wijze van beheer is. Gaandeweg is het besef ontstaan dat
normatief beheer leidt tot mooie wegen maar dat daar ook een heel hoog prijskaartje aan
hangt.
4.2
Beleidsomslag: beheer vanuit belangen
Waarom beheren wij wegen? Om normen te halen? Nee, het beheren van wegen doen we
om verkeersbewegingen van A naar B en vice versa mogelijk te maken. Dat moet kunnen
over een weg die veilig en heel is. Normen kunnen daarbij ondersteunend zijn maar geen
doel op zich.
Wat zijn de belangen van de gemeente Heusden: een weg moet veilig zijn en de
weggebruiker moet gebruik kunnen maken van de weg zonder dat daarbij schade ontstaat.
Daarnaast moet de weg zo worden beheerd dat er geen kapitaalvernietiging ontstaat door
(te) lang uitgestelde maatregelen. Dit is in het nieuwe beleidsplan vertaald in de visie ’veilig
en heel’.
4.3
Een nieuwe beheerstrategie: ‘veilig en heel’
Uit de inventarisatie blijkt dat de kwaliteit van de wegen, in algemene zin, redelijk tot goed is.
Heusden heeft haar wegen aardig op orde en er is ruimte om beleidsuitgangspunten bij te
stellen. Belangrijke randvoorwaarden daarbij zijn dat deze keuzes niet tot kapitaalvernietiging
(specifiek bij asfalt), onveilige situaties of verlies van functie mogen leiden. In plaats van het
beheer vanuit normen is gekozen voor de beheerstrategie ‘veilig en heel’. Daarbij worden
esthetica en comfort min of meer losgelaten en zijn de beheermaatregelen uitsluitend gericht
op veiligheid, (technisch) functioneren en het voorkomen van kapitaalvernietiging. Kortom de
weg is veilig, functioneel en wordt kostentechnisch goed beheerd. Aspecten zoals ’lelijk’ of
’niet comfortabel’ zijn op zichzelf dus geen redenen om over te gaan tot het treffen van
maatregelen.
pagina 6 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
5 Hoe beheren wij dan?
5.1
Algemeen
Formuleren van een strategie is een eerste stap maar daarnaast is het van belang om te
bepalen hoe dit in het veld wordt bereikt. Daarvoor is inzicht nodig in:
-
de kwantiteit (wat is er in beheer);
-
de kwaliteit (hoe ligt het erbij);
-
het onderhoud (wat moet er gedaan worden en wanneer);
-
de kostenopbouw.
Op basis van dit inzicht is een vertaling gemaakt naar een Heusdens systeem en een
Heusdense methodiek waarmee het beheer wordt bepaald.
5.2
Kwantiteit en kwaliteit
Kwantiteit
In hoofdstuk 3 staat hoeveel wegen onze gemeente beheert en wat het kwaliteitsniveau is.
Op basis hiervan is het systeem gevuld en zijn onderhoudscycli opgesteld waarmee de
beoogde kwaliteit in stand gehouden kan worden. In het systeem is per straat opgenomen
wat er aan verharding aanwezig is, tot welke beheercategorie dit behoort en wat het
aanlegjaar of het jaar van rehabilitatie was. Veranderingen in het wegenareaal zoals nieuwe
wegen, wegreconstructies of rehabilitaties worden in het wegbeheersysteem
opgenomen/doorgevoerd. Hiermee houden we grip op ons beheer.
Kwaliteit
De kwaliteit van het wegenareaal wordt vastgesteld door weginspecties. Juist bij de strategie
‘veilig en heel’ is dat van groot belang. De maatregelen worden immers pas kort voor het
moment dat de weg niet meer veilig is of (technisch) niet meer kan functioneren, getroffen.
Ook het risico op kapitaalvernietiging (met name bij asfalt) is alleen beheersbaar door goed
te inspecteren. Op basis van de onderhoudscyclus worden de wegen geselecteerd die in een
bepaald jaar worden geïnspecteerd. Aan de hand van de in het veld geconstateerde kwaliteit
kan de weg een correctiejaar krijgen waarmee de onderhoudscyclus naar voren of naar
achter geschoven kan worden. De resultaten uit de inspectie worden gebruikt als basis voor
een kwaliteitsmonitor van de wegen in de gemeente. Hiermee kan het wegbeheer verder
verfijnd worden en nog meer worden toegespitst op de Heusdense situatie.
Inspecties
Hoe ziet het inspectieregime in Heusden eruit? Op basis van dit beheerplan wordt jaarlijks
een overzicht gemaakt van de wegen die binnen 5 jaar toe zijn aan een (beheer)maatregel.
Deze wegen worden in dat jaar geïnspecteerd om te bepalen in hoeverre ze daadwerkelijk
voldoen aan het criterium ’veilig en heel’. Aan de hand van de uitkomsten van de inspectie
en op basis van ’gezond verstand’ worden de exacte uitvoeringsmaatregel en het
uitvoeringsjaar bepaald. De eerste inspectie vond dit jaar (2014) al plaats. De wegen die nog
niet op basis van het inspectieregime zijn bekeken, worden gevolgd op basis van het
’piepsysteem’. We hebben veel medewerkers die ’buiten’ zijn en acute problemen kunnen
signaleren. Daarnaast zal er door het afhandelen van klachten en meldingen worden
voorkomen dat er onveilige- of schadesituaties ontstaan.
pagina 7 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
5.3
Het onderhoud
Beheeractiviteiten/werkpakketten
Op basis van de indeling in beheercategorieën is ook het onderhoud vormgegeven. Per
categorie zijn de beheeractiviteiten opgenomen. Deze beheeractiviteiten zijn onderbouwd
met werkpakketten die in een bepaald cyclusjaar worden uitgevoerd. Het nulpunt van een
cyclus is de aanleg van een weg of het moment van rehabilitatie. In bijlage 4 is dit aan de
hand van een voorbeeld verduidelijkt.
Innovatie en aanpassen werkpakketten
De werkpakketten zijn opgesteld/samengesteld op basis van de huidige kwaliteit van de weg
in samenhang met de techniek die het meest voor de hand ligt om de maatregel goed uit te
kunnen voeren. Het is echter geen automatisme; wanneer het bijvoorbeeld doelmatig is om
een andere maatregel te treffen (zoals het aanbrengen van een slijtlaag) dan doen we dat.
De markt staat daarnaast niet stil en komt steeds met innovatieve technieken. We spreken
de verwachting uit dat we, door maximaal gebruik te maken van deze innovaties, de
toekomstige kosten laag kunnen houden. Bij het opstellen van de onderhoudscycli is daar al
op voorgesorteerd. Verder is beheren een voortdurend proces van bedenken, doen,
evalueren en waar nodig bijstellen. In dat kader zullen de werkpakketten steeds kritisch
worden bekeken en waar nodig aangepast.
5.4
Kostenopbouw
De kosten van het wegenbeheer in Heusden zijn het resultaat van de hoeveelheden, de
beheercategorie (en het daarbij behorende werkpakket), de onderhoudscyclus en, niet in de
laatste plaats, de prijzen per eenheid. De kosten per eenheid zoals die in het beheersysteem
staan, komen uit een kostenprogramma uit de civiele techniek. Er is kritisch gekeken naar
het niveau van deze kosten omdat door de jaren heen is gebleken dat de markt steeds onder
de door de gemeente geraamde bedragen inschreef. Dat is geanalyseerd en daar zijn
grofweg twee oorzaken voor te noemen. Op de eerste plaats is het zo dat een aannemer het
werk naar zijn eigen bedrijfsvoering efficiënter kan uitvoeren dan dat er standaard geraamd
wordt. We hebben dit een ervaringskorting genoemd. De hoogte van deze korting is 10% ten
opzichte van de standaardkostprijzen. Daarnaast is het zo, dat door de enorme ’werkhonger’
die er op dit moment heerst, de prijzen erg laag zijn. Maar ook de grondstofprijzen zoals
asfalt zijn op dit moment laag. Dit is bestempeld als marktwerking en de hoogte van deze
korting is op 20% gesteld. Daarbij is van belang dat waar de ervaringskorting een min of
meer permanent karakter heeft, de korting van de marktwerking veel sterker aan verandering
onderhevig is. Dat is zeker op de langere termijn een risico. Vooralsnog is de korting van de
marktwerking over de hele looptijd van het beheerplan/het beheersysteem doorgevoerd. Dit
is dus iets dat voortdurend in de gaten moet worden gehouden. In de openbare ruimte zijn
ook andere belangen aan de orde. Zo kan een weg worden aangepakt vanwege
rioolwerkzaamheden of een wijkvernieuwing. Bij de berekening van de rehabilitatiekosten is
ervan uitgegaan dat bij bepaalde beheercategorieën een bijdrage van andere beleidsvelden
plaatsvindt. Zie daarvoor bijlage 3.
6 Uitgangspunten bij het beheer van wegen
De uitgangspunten voor het beheren en onderhouden van de wegen moeten transparant en
betrouwbaar zijn voor iedereen die te maken heeft met de wegen. Voorop staat dat de
realisatie van de onderhoudsmaatregelen niet wordt belemmerd en dat
onderhoudsachterstanden zoveel mogelijk worden voorkomen danwel ingelopen. Daarbij is
pagina 8 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
het nodig dat de systematiek eenvoudig en inzichtelijk is, en gebaseerd op objectieve
grondslagen. Hierna wordt nader ingegaan op uitgangspunten bij het onderhoud, de
aanpassingen en de uitbreidingen van de wegen.
Uitgangspunt 1: areaalwijzigingen
Omdat het areaal is opgenomen in een beheersysteem zijn het te onderhouden wegenareaal
en de daaruit voortvloeiende kosten altijd actueel.
Uitgangspunt 2: geluidsreducerende verhardingen slechts zeer selectief toepassen
Vanuit het oogpunt van geluidsreductie kan er een geluidsreducerende verharding worden
aangebracht. Naar de huidige stand van de techniek laten deze verhardingen zien dat ze (en
dat geldt met name voor asfalt) een kortere levensduur hebben dan reguliere verhardingen.
Daarnaast vragen deze verhardingen een hogere onderhoudsinspanning. Tot nu toe laten de
beschikbare materialen zien dat de geluidsreductie met het ouder worden van de weg (sterk)
afneemt. De oorzaak is vooral het afnemen van de holle ruimte in het verhardingsmateriaal.
Vandaar dat het aanbrengen van geluidswerende verhardingen zoveel als mogelijk moet
worden vermeden. In het Handboek Wegen staat wel een opbouw voor situaties waarin toch
een geluidswerende verharding in asfalt moet worden aangelegd.
Uitgangspunt 3: gladheidsbestrijding alleen met zout uitvoeren
In tijden van schaarste op het gebied van strooizout wordt door Rijkswaterstaat het
beschikbare strooizout geclaimd. Daarbij wordt ook aangegeven dat gemeenten best met
een zout/zand mengel of louter met zand kunnen strooien. Het strooien met zand betekent
bij waterdoorlatende verhardingen of geluidreducerende verhardingen meteen functieverlies
en dus versnelde vervangingsinvesteringen. Er wordt daarom alles aan gedaan om niet te
strooien met zand of zand/zoutmengsels.
pagina 9 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Uitgangspunt 4: beperking asfalt binnen de bebouwde kom
De verhardingen binnen de bebouwde kom bieden naast de verkeersfunctie ook ruimte aan
veel kabels en leidingen. Er is daarom behoefte aan een verharding die zich makkelijk laat
bewerken/herstellen. Bovendien is asfalt erg gevoelig voor uitgesteld onderhoud. Het gebied
binnen de bebouwde kom kent een grotere dynamiek dan buiten de bebouwde kom
waardoor onderhoud niet altijd op het voor asfalt optimale moment kan worden uitgevoerd.
Dit leidt dan tot kapitaalvernietiging. Daarom is het streven om binnen de bebouwde kom
wegen te hebben die bestaan uit elementenverharding.
Uitgangspunt 5: uitvoeren kabel- en leidingwerken volgens Handboek K&L
Het uitvoeren van kabel- en leidingwerken conform het Handboek Kabels en Leidingen
(vastgesteld juli 2014) en goed toezicht zorgt ervoor dat de kwaliteit van de wegen intact
blijft. Er ontstaat dan geen toename van de door de gemeente uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden.
Uitgangspunt 6: aandacht voor de wegbermen
De bermen hebben ook een (technische) functie voor het in stand houden van wegen. Vooral
de afwatering is van belang. Voor het behalen van de beoogde levensduur van de weg is het
van belang dat de berm het afstromende water van de weg kan verwerken. Het is belangrijk
dat het afroven van bermen goed en tijdig wordt uitgevoerd. Verder moeten kuilen en laagtes
in de berm tijdig worden aangevuld om gevaarlijke situaties te voorkomen.
pagina 10 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
7 Financiële onderhoudsbehoefte
7.1
Algemeen
Op basis van de gegevens zoals beschreven in paragraaf 5.4 is er een doorrekening
gemaakt om de onderhoudskosten van de wegen te bepalen.
7.2
Uitgangspunten
Bij het rekenwerk zijn (aanvullend op paragraaf 5.4) de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
Er wordt uitgegaan van het huidige wegenareaal. Met toekomstige uitbreidingen
(nieuwbouw, aanleg randweg, aanleg vrijliggende fiets/voetpaden en uitbreiding
verharding binnen de bebouwde kom) is geen rekening gehouden. Er wordt gewerkt
met het huidige prijsniveau.
De kosten zijn exclusief btw.
Bij vervanging wordt uitgegaan van hetzelfde verhardingsmateriaal.
Bij vervanging wordt rekening gehouden met (co)financiering door externe invloeden
(rioolvervanging, wijk- en buurtvernieuwing). In bijlage 3 is dat ook te zien.
Er wordt geen rekening gehouden met kwaliteitsvermindering door werkzaamheden
van derden aan kabels en leidingen die in de weg liggen. Door een goed Handboek
Kabels en Leidingen en een strakke naleving daarvan is dat een verantwoorde
keuze.
Er wordt geen rekening gehouden met klimatologische ontwikkelingen.
Er wordt geen rekening gehouden met veranderingen in het toekomstig weggebruik
(in aantal bewegingen of in aslasten).
De kosten dekken enkel het opnieuw veilig en/of functioneel maken van de weg. Er
wordt geen rekening gehouden met esthetica, het verbeteren van het wegcomfort of
het veranderen van de weginrichting anders dan vanuit veiligheid of het voorkomen
van schade.
De kosten van markeringen zijn meegenomen in de berekening.
pagina 11 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
7.3
Kosten versus budgetten
Het wegbeheer volgens ’veilig en heel’ is binnen de beschikbare budgetten uit te voeren. Dit
is berekend voor de periode 2014 tot en met 2023. Dit kan omdat we uitgaan van een
nieuwe strategie, een nieuw wegbeheersysteem en omdat we op een nieuwe manier gaan
inspecteren. Hierdoor is een doorrekening voor een nog langere termijn omgeven met te veel
variabelen. Voorsorteren op eventuele hogere of lagere kosten en daar nu maatregelen op
treffen is niet zinvol. In bijlage 2 is de financiële onderhoudsbehoefte voor de periode tot en
met 2023 weergegeven.
pagina 12 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
8 Risicoparagraaf
Wat zijn de aandachtspunten en risico’s voor de gemeente Heusden naar de toekomst toe
op het gebied van wegbeheer?
In de jaren 1960-1970 zijn veel wegen aangelegd. Op enig moment zal er een piek
kunnen ontstaan in de vervangingskosten. Hoe groot deze piek is, wanneer deze
precies zal ontstaan en of deze te spreiden is in de tijd, is nu niet exact te duiden. Dit
zal nauwgezet worden gevolgd met de weginspecties. Hierdoor zal duidelijk moeten
worden hoe dit zich ontwikkelt in relatie tot de nieuwe beheerstrategie.
Bij het opstellen van dit beheerplan is uitgegaan van een inschatting van de
marktomstandigheden. Als deze wijzigen, dan heeft dit ook gevolgen voor de kosten
van het wegbeheer. Daarbij valt te denken aan het wegvallen van de heersende
’werkhonger’.
pagina 13 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Bijlage 1 Aanlegjaar en verhardingstype
pagina 14 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014-2018
Ontwerpbureau Openbare Ruimte
Bijlage 2 Financiële onderhoudsbehoefte 2014-2023
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Totaal kosten Veilig en Heel
€ 539.892,00
€ 690.306,00
€ 642.939,00
€ 302.832,00
€ 467.804,00
€ 729.678,00
€ 1.433.106,00
€ 913.692,00
€ 650.423,00
€ 834.138,00
Totaal beschikbare budgetten
€ 665.000,00
€ 690.000,00
€ 730.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
€ 725.000,00
Raming vs budgetten
€ 125.108,00
-€ 306,00
€ 87.061,00
€ 422.168,00
€ 257.196,00
-€ 4.678,00
-€ 708.106,00
-€ 188.692,00
€ 74.577,00
-€ 109.138,00
Verrekening onderhoudsreserve
-€ 125.108,00
€ 306,00
-€ 87.061,00
-€ 422.168,00
-€ 257.196,00
€ 4.678,00
€ 708.106,00
€ 188.692,00
-€ 74.577,00
€ 109.138,00
Eindstand onderhoudsreserve
€ 635.000,00
€ 760.108,00
€ 759.802,00
€ 846.863,00
€ 1.269.031,00
€ 1.526.227,00
€ 1.521.549,00
€ 813.443,00
€ 624.751,00
€ 699.328,00
pagina 15 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Bijlage 3 Percentages toegerekend aan wegbeheer bij
rehabilitaties
Wegcategorie
Asfaltverharding wegtype: 3 (gebiedsontsluitingsweg)
Asfaltverharding wegtype: 4,5,6 (weg in bebouwd gebied)
Asfaltverharding wegtype fiets/voetpad
Asfaltverharding industrie
Elementenverharding wegtype: 3 (gebiedsontsluitingsweg)
Elementenverharding wegtype: 4,5,6 (weg in bebouwd gebied)
Elementenverharding wegtype fiets/voetpad
Elementenverharding waterdoorlatend
Halfverharding gebonden
Totaal
Percentage
90%
50%
90%
50%
80%
50%
50%
50%
100%
100%
pagina 16 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014-2018
Ontwerpbureau Openbare Ruimte
Bijlage 4 Voorbeeld beheersysteem
Voorbeeld
In onderstaande figuren is te zien dat na 51 jaar de weg toe
is aan het werkpakket Wt A3 Gedeeltelijk groot onderhoud +
conserveren. Dit werkpakket bestaat op zijn beurt uit het
uitfrezen van een laag van 6 cm asfalt en het aanbrengen
van een inlage over 15% van de oppervlakte van het wegvak.
Vervolgens wordt een dunne deklaag aangebracht.
pagina 17 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
pagina 18 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Bijlage 5 Begrippenlijst
Beschrijving van de belangrijkste begrippen uit het wegenbeheerplan. Soms zijn ter
verduidelijking referentiebeelden bijgevoegd.
Elementenverharding
Elementenverharding is een open verharding. Deze is opgebouwd uit naast elkaar gelegen
elementen, zoals betonstraatstenen of straatklinkers, betontegels, grasbetonstenen,
kinderkopjes, kasseien, enzovoort. Tussen de elementen wordt de ruimte opgevuld met
zand, vaak voegzand of brekerzand. Een fundering is aanwezig als de verharding belast kan
worden door zwaar verkeer. Het nadeel van elementenverhardingen is dat de elementen ten
opzichte van elkaar kunnen verschuiven en individueel kunnen verzakken. Hierdoor ontstaat
sneller niveauverschil door spoorvorming of gaten. Met name ook (ondergrondse)
waterstromen hebben een grote invloed op elementenverhardingen. De eigenschappen van
een elementenverharding qua stroefheid, comfort, het leegzuigen van voegen en
geluidsoverlast zorgen ervoor dat dit type doorgaans alleen wordt toegepast op wegen met
een lagere snelheid.
Met name in verblijfsgebieden (erftoegangswegen) wordt vaak een elementenverharding
toegepast. Enerzijds doordat de eigenschappen daar prima voor geschikt zijn en anderzijds
doordat de esthetische waarde van klinkers of keien hoger wordt gewaardeerd dan asfalt- of
betonverhardingen. Maar ook het feit dat het gemakkelijker is om de verharding te herstellen
bij kabel- of leidingwerkzaamheden, boomwortels en dat er geen gas kan ophopen onder de
verharding maakt het een geschikte verharding binnen de bebouwde kom.
Waterdoorlatende verharding
Een bijzondere vorm van elementenverharding is de waterdoorlatende verharding. Deze
heeft min of meer dezelfde eigenschappen als normale verharding. Het verschil is dat er
door een speciale fundering, en meer en grotere voegen, water in de weg verwerkt kan
worden.
pagina 19 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Halfverhardingelementen
Een verharding die bestaat uit betonnen- of kunststofelementen, waar gras of kruiden in
kunnen groeien en die waterdoorlatend is. Vaak toegepast naast wegen als parkeerplaats of
oprit.
Halfverharding gebonden
Een halfverharding die bestaat uit onsamenhangend materiaal dat meer draagkracht levert
dan de originele grond. Voorbeelden van verhardingsmaterialen zijn grind, gebroken puin
(menggranulaat) en gebroken natuursteen.
Rijcomfort
Het rijcomfort heeft onder andere te maken met de vlakheid van de verharding, waardoor
asfaltverhardingen meestal comfortabeler worden ervaren dan elementenverhardingen.
Daarnaast heeft een weg een bepaald afschot om te zorgen dat het water naar de kant van
de weg (naar een goot of berm) wordt geleid. In bochten wordt verkanting toegepast om een
voertuig met hogere snelheid door een bocht te kunnen laten rijden.
pagina 20 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014
Stroefheid
De stroefheid is een belangrijke variabele in verband met de verkeersveiligheid. Om
bestuurbaar te blijven moet een voertuig grip hebben op de verharding en daarnaast beperkt
een voldoende stroeve weg de remafstand.
Beheercyclus/Onderhoudscyclus
De cyclus die een weg doorloopt vanaf het moment van aanleg tot en met het moment van
rehabilitatie. Tussen moment van aanleg en rehabilitatie vinden beheeractiviteiten als klein
onderhoud, groot onderhoud, reconstructie plaats.
pagina 21 van 22 pagina’s
Wegenbeheerplan Heusden 2014