Concept-Raamovereenkomst samenwerking Jeugdwet regio

CONCEPT februari 2014
Raamovereenkomst samenwerking
Jeugwet regio FOODVALLEY
Overeenkomst tussen de gemeenten Ede, Veenendaal, Rhenen, Scherpenzeel, Barneveld, Nijkerk en
Renswoude.
1
CONCEPT februari 2014
Raamovereenkomst Jeugdwet regio FoodValley
Ondergetekenden
PARTIJEN:
1. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE VEENENDAAL, zetelende te (3901 GA)
Veenendaal aan het Raadhuisplein 1 (postbus 1100 (3900 BC) Veenendaal), ingeschreven in
het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder nummer 50182544,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de heer mr. A.W. Kolff, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Veenendaal;
2. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE BARNEVELD, zetelende te (***) *** aan het
*** (postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel
onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de ***heer/mevrouw, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Barneveld;
3. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE EDE, zetelende te (***) *** aan het ***
(postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel
onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de heer C. van der Knaap, handelend ter uitvoering van een besluit
van burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Ede;
4. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE NIJKERK, zetelende te (***) *** aan het ***
(postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel
onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de ***heer/mevrouw, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Nijkerk;
5. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE RENSWOUDE, zetelende te (***) *** aan
het *** (postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van
Koophandel onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de ***heer/mevrouw, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Renswoude;
2
CONCEPT februari 2014
6. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE RHENEN, zetelende te (***) *** aan het ***
(postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel
onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de ***heer/mevrouw, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Rhenen;
7. De publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE SCHERPENZEEL, zetelende te (***) *** aan
het *** (postbus *** (***) ***), ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van
Koophandel onder nummer ***,
te dezen ingevolge het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar burgemeester de ***heer/mevrouw, handelend ter uitvoering van een besluit van
burgemeester en wethouders d.d. *** 2014,
hierna te noemen Gemeente Scherpenzeel;
hierna te noemen Partijen;
NEMEN HET VOLGENDE IN OVERWEGING:
Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Op grond van deze wet worden gemeenten
verantwoordelijk voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp. Tot de uitvoering en
bijbehorende taken behoren onder meer beleidsontwikkeling voor het verlenen van individuele
voorzieningen en overige voorzieningen, de wijze van afstemming met andere voorzieningen, de wijze
waarop een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, de inkoop en financiering van de zorg en
het afhandelen van bezwaar en beroep.
In de Jeugdwet is vastgelegd dat gemeenten samenwerken als dat noodzakelijk is voor een
doeltreffende of doelmatige uitvoering van de wet. Gelet op de veelheid en de complexiteit van taken
gaan partijen er van uit dat – in geval zij samenwerken – dit in de uitvoering tot schaalvoordelen zal
leiden. Daarbij is als vertrekpunt genomen dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg
bij de afzonderlijke gemeenten (lokaal) blijft. De gemeente hebben met het oog op die samenwerking,
in aanvulling op de lokale beleidsplannen, een regionaal beleidsplan vastgesteld. De samenwerking
richt zich op de uitvoering van het beleid ten aanzien van (boven)regionale zorgvormen. De
samenwerking richt zich ook op andere aspecten van de uitvoering van de Jeugdwet waar partijen van
oordeel zijn dat dit een doeltreffende of doelmatige uitvoering van deze wet bevordert.
Dit gegeven en de verwachting dat de uitvoering van de jeugdzorg de komende jaren nog verandert,
zijn redenen om te kiezen voor een lichte juridische vorm van samenwerking. Daarbij wordt gekozen
voor een raamovereenkomst van tijdelijke aard, die verder wordt ingevuld met uitvoeringsovereenkomsten. Indien nodig kan deze samenwerking worden uitgebreid of in een andere vorm
worden voorgezet.
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
3
CONCEPT februari 2014
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Doel van deze overeenkomst
Het doel van deze overeenkomst is het tot stand brengen van een effectieve en efficiënte samenwerking tussen
Partijen bij de uitvoering van het beleid ten aanzien van regionale en bovenregionale zorgvormen in het kader van
de Jeugdwet en bij de uitvoering van de overige taken voortvloeiende uit de Jeugdwet waar samenwerking
wenselijk is met het oog op een doeltreffende of doelmatige uitvoering
Artikel 2
Aard van deze overeenkomst
De overeenkomst regelt het bestuurlijk en ambtelijk overleg tussen partijen, de wijze waarop nadere
uitwerkingsoverkomsten worden gesloten tussen partijen alsmede de voorziening in de
projectfinanciën.
BESTUURLIJKE ORGANISATIE
Artikel 3
Bestuurlijk overleg
1. Uitvoerende partijen ten aanzien van de overeenkomst zijn de colleges van burgemeester en
wethouders. Namens de colleges van burgemeester en wethouders vindt regelmatig overleg
plaats tussen de portefeuillehouders van de Gemeenten.
2. Het portefeuillehoudersoverleg is bestuurlijk verantwoordelijk voor de voortgang en uitvoering van
de overeenkomst en de op grond daarvan op te stellen uitwerkingsovereenkomsten tussen
Partijen.
3. Het portefeuillehoudersoverleg heeft voorts tot taken:

het sturen op inhoudelijke doelen, resultaten en de voortgang;

het – indien van toepassing – bewaken van de samenhang tussen de uitvoerings- onderdelen en
zorgen voor een coördinatie van de besluitvormingsprocessen.
AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 4
Gemeentesecretarissenoverleg
1. Het gemeentesecretarissenoverleg (hierna: Secretarissenoverleg) is verantwoordelijk voor het
proces van ambtelijke opdrachtverlening en de inzet en coördinatie van personeel en middelen.
2. Het Secretarissenoverleg signaleert knelpunten en adviseert het portefeuillehoudersoverleg over
prioriteitstelling.
3. Het Secretarissenoverleg evalueert de jaarlijkse monitoring van resultaten en financiën en brengt
hierover verslag uit aan het portefeuillehoudersoverleg
Artikel 5
Coördinator, en Coördinatieoverleg.
1. Het secretarissenoverleg voorziet in een projectleider/coördinator voor de ambtelijke
werkzaamheden ter uitvoering van deze overeenkomst. De coördinator is tevens secretaris van
het bestuurlijk overleg
2. Ten behoeve van de werkinhoudelijke afstemming tussen Partijen en het voorbereiden van het
bestuurlijk overleg wordt een ambtelijk coördinatieoverleg ingesteld, waarin alle Partijen zijn
vertegenwoordigd.
4
CONCEPT februari 2014
Artikel 6
Projectfinanciën
Projectfinanciën
1. Voor zover niet anders in deze overeenkomst of in een uitwerkingsovereenkomst uitdrukkelijk is
geregeld, brengen Partijen voor hun ambtelijke inzet of geboden faciliteiten geen kosten in
rekening.
2. Daar waar sprake is van een specifieke, extra inzet van een gemeente ten behoeve van de
samenwerking worden (en zijn) nadere financiële afspraken gemaakt.
3. De kosten van inhuur van extern deskundigen worden door partijen gezamenlijk gedragen.
4. De verdeling van de projectkosten over partijen wordt nader vastgelegd in het uitvoeringsplan.
5. De kosten als bedoeld in lid 2 en 3 worden betaald door de gemeente Veenendaal. De gemeente
Veenendaal factureert jaarlijks de projectkosten aan de overige partijen.
Artikel 7
Geschillen
Er is sprake van een geschil als een Partij daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan
de andere Partijen. Partijen zullen na een zodanige melding terstond met elkaar in overleg treden
over een minnelijke oplossing voor het geschil, onverminderd de bevoegdheid van een Partij om
ter verzekering van zijn rechten rechtsmiddelen in te stellen.
2.
Indien één der Partijen daarom verzoekt, benoemen Partijen in onderling overleg een mediator
om het geschil te beslechten. Dit verzoek kan niet eerder worden gedaan dan nadat zes weken
zijn verstreken sinds de in het vorige lid bedoelde melding is verzonden.
Partijen dragen bij in de kosten van de mediator naar rato van het aantal Partijen dat bij het
geschil betrokken is.
3.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing indien zich een onvoorziene omstandigheid
voordoet waardoor volgens één der Partijen een ongewijzigde instandhouding van de
Overeenkomst niet kan worden verlangd.
4.
Indien het niet mogelijk is gebleken een geschil door middel van mediation op te lossen, staat het
Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de rechtbank Midden-Nederland.
1.
Artikel 8 Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 mei 2014 en eindigt op 1 januari 2015 en wordt stilzwijgend
verlengd met telkens een periode van een jaar, tenzij één of meer van de deelnemende partijen
uiterlijk 2 maanden voor het einde van de looptijd hebben medegedeeld de samenwerking te
willen beëindigen.
2. Partijen houden elkaar voldoende op de hoogte van aanstaande ontwikkelingen en betrekken elkaar
bij de voorbereiding en uitvoering van de relevante nota's en visies.
Ingeval van eventuele belangentegenstellingen wordt tijdig gezorgd voor procedureafspraken
waarmee heldere en werkbare oplossingen worden bereikt.
3. Daar waar in deze overeenkomst enige beslissing of handeling van de Gemeenten wordt verlangd, is
het daartoe aangewezen orgaan het college van burgemeester en wethouders, tenzij in deze
overeenkomst of bij wettelijk voorschrift uitdrukkelijk anders is bepaald.
5
CONCEPT februari 2014
ALDUS ONDERTEKEND OP
, TE …………………………………
GEMEENTE VEENENDAAL
___________________________
Mr. A.W. Kolff, burgemeester
___________________________
GEMEENTE BARNEVELD
GEMEENTE EDE
___________________________
___________________________
Dr. J.W.A. van Dijk, burgemeester
C. van der Knaap, burgemeester
GEMEENTE NIJKERK
GEMEENTE RENSWOUDE
___________________________
___________________________
Mr. drs. G.D. Renkema, burgemeester
W.J. Dekker, burgemeester
GEMEENTE RHENEN
GEMEENTE SCHERPENZEEL
___________________________
___________________________
, burgemeester
B. Visser, burgemeester
6