Rapport Prins Claus Fonds Prijzencommissie 2014 april 2014 De Prins Claus Prijzen De Prins Claus Prijzen worden toegekend voor uitzonderlijke verdiensten op het gebied van cultuur en ontwikkeling. De prijzen worden jaarlijks uitgereikt aan personen, groepen of organisaties die met hun culturele activiteiten de ontwikkeling in hun land bevorderen. Het Prins Claus Fonds laat zich leiden door het principe ‘Cultuur is een basisbehoefte’ en bekroont relevante bijdragen in gebieden waar de middelen of de mogelijkheid tot culturele expressie en creatieve productie beperkt zijn en behoud van cultureel erfgoed in het geding is. Procedure Het Fonds benadert culturele deskundigen uit zijn internationale netwerk om kandidaten voor te dragen. Het Fondsbureau onderzoekt de aanbevelingen en vraagt deskundigen om een second opinion. De internationale Prijzen Commissie komt twee keer per jaar bijeen om de informatie over de genomineerden te bespreken en brengt vervolgens advies uit aan het bestuur van het Prins Claus Fonds. De Grote Prins Claus Prijs wordt jaarlijks in december uitgereikt tijdens een ceremonie in het Koninklijk Paleis te Amsterdam, in aanwezigheid van leden van de koninklijke familie en een internationaal gezelschap van genodigden. De overige tien Prins Claus Prijzen worden aan de winnaars in eigen land overhandigd door de Nederlandse ambassadeurs aldaar. De Prins Claus Prijzen Commissie 2014 Bregtje van der Haak (voorzitter), filmmaker en journalist, Amsterdam, Nederland Rema Hammami, cultureel antropoloog, Oost-Jeruzalem, Palestina Salah Hassan, hoogleraar Afrikaanse kunstgeschiedenis en beeldcultuur, Soedan/Ithaca, VS Kettly Mars, schrijver, Port au Prince, Haïti Ong Keng Sen, theaterproducent en artistiek directeur, Singapore Gabriela Salgado, onafhankelijk conservator, Londen/Buenos Aires Fariba Derakhshani, coördinator Prijzen Programma en secretaris Prijzen Commissie, Amsterdam, Nederland Voor de Prins Claus Prijzen 2014 ontving het Fonds 95 nominaties. Tijdens de eerste bijeenkomst van de Prijzen Commissie in december 2013 werd op basis van de verzamelde 1 informatie over de kandidaten een shortlist opgesteld. De kandidaten op deze lijst werden nader bekeken en aan deskundigen en adviseurs werd een second opinion gevraagd. Na een gedegen beoordeling van de genomineerden op de shortlist heeft de Prijzen Commissie tijdens zijn tweede bijeenkomst in april 2014 elf winnaars van de Prins Claus Prijs geselecteerd. In juni 2014 werden de nominaties voorgelegd aan het bestuur van het Prins Claus Fonds. Beleid en criteria Het Prins Claus Fonds huldigt een ruime opvatting van cultuur, waarin een breed scala van artistieke en intellectuele disciplines aan bod komt. De Prins Claus Prijzen zijn bestemd voor kunstenaars, intellectuelen en personen die zich sterk maken voor culturele doeleinden, uit waardering voor de buitengewone kwaliteit van hun werk en hun grote verdienste voor de ontwikkeling van de samenleving. De prijzen worden toegekend aan personen, groepen of organisaties die gevestigd zijn in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en de Caraïben. Kwaliteit staat bij een Prins Claus Prijs voorop. Bij de beoordeling van het werk van een laureaat wordt gekeken naar diens professionele en persoonlijke achtergrond, en wordt bepaald in hoeverre het werk op cultureel en sociaal gebied een positieve bijdrage levert. De Prins Claus Prijzen zijn een blijk van erkenning voor artistieke en intellectuele kwaliteit, voor experiment en vernieuwing, durf en vasthoudendheid. Met deze prijzen beoogt het Fonds inspirerend leiderschap aan te moedigen en de invloed van cultuuruitingen op de maatschappij te vergroten. Het Fonds tracht ondersteuning te bieden aan culturele initiatieven die een positief effect hebben op de ontwikkeling in probleemgebieden en wil de cultuur waar die wordt bedreigd beschermen. Het hecht grote waarde aan culturele uitwisseling. Aanbevelingen voor de Prins Claus Prijzen 2014 De Grote Prins Claus Prijs 2014 Abel Rodríguez alias Mogaje Guiju Colombia Cultuur en ontwikkeling Abel Rodríguez (Igaraparaná Rivier, La Chorrera, 1941) is plantenexpert en kunstenaar. Als geen ander weet hij een breed publiek inzicht te geven in de sociaal-ecologische verhoudingen zoals die heersen in het Amazonegebied. Hij is stamoudste van de Nonuyaindianen en staat vanwege zijn diepgaande kennis over planten bekend als ‘degene die de planten hun naam geeft’. Hij is met recht een reservoir van de unieke traditionele kennis van het tropische regenwoud, een levende bewaarplaats van de leefgewoonten van zijn volk gebaseerd op een duurzame omgang met en zorg voor de natuur. In de jaren tachtig van de vorige eeuw gaf hij bezoekende wetenschappers voorlichting over velerlei kenmerken van de plaatselijke flora. In de jaren negentig werd zijn leefomgeving het toneel van toenemend militair geweld en werd zijn familie gedwongen te verhuizen naar Bogota, met als gevolg dat hij vanuit zijn herinnering tekeningen en schilderingen van de plantensoorten is gaan maken. Zijn kunstwerken brengen de beelden vanuit zijn geheugen over op papier en weerspiegelen daarmee de holistische kennis die de Nonuya hebben van hun leefmilieu, gefundeerd op de doorleefde ervaringen van talloze generaties. 2 Zijn nauwgezette studie van honderden soorten bomen, slingerplanten, lianen en ook gecultiveerde planten vormt een ongewoon compleet naslagwerk over de biodiversiteit in die regio. Er zijn exacte beschrijvingen in te vinden van de structuur van planten, van locaties, grondsoorten, groeivoorwaarden, de invloed van seizoenen, kweekomstandigheden en toepassingen voor zowel artsen als handwerklieden. Rodríguez onderscheidt zich vooral door de relatie te benoemen van een bepaalde plant met andere planten, dieren, vogels en insecten, naast toepassingen binnen de gemeenschap en bijbehorende verhalen – in de context van nu een zaak van uitzonderlijk belang. In zijn beeldverhaal Jaarlijkse kringloop van het bevloeide regenwoud plaatst hij de schier onmerkbare maandelijkse verschuivingen naast datgene wat nooit verandert, en in zijn dichterlijke De boom van overvloed en leven verbeeldt hij de filosofie van de Nonuya over de oorspronkelijke band van de mensheid met de natuur. Het werk van Rodríguez geeft blijk van een hoge esthetische gevoeligheid. Zijn beelden zijn tegelijk eenvoudig en complex, fraai en vol betekenis, boordevol details die onthullen hoe rijk en innerlijk verweven de natuur zich aan ons toont. Zijn werk zet zowel traditionele biologische systemen als de landelijke normen voor ‘hoge’ of ‘lage’ kunst in een nieuw perspectief. Vorig jaar werd werk van hem geselecteerd voor de prestigieuze 43e Salón (inter)Nacional de Artistas, een unicum voor kunst van een inheemse Colombiaan. De tekeningen en schilderingen van Rodríguez worden gewaardeerd om hun kwaliteit, en om de waarde die ze hebben als kunstwerk en wetenschappelijke bron. Abel Rodríguez wordt gelauwerd voor het levend houden en overdragen van de holistische kennis die de Nonuya bezitten over het leefmilieu in het Amazonebekken. Hij weet mondeling overgebracht feitenmateriaal te transformeren tot poëtische beeldkunst die ver uitstijgt boven de gangbare etnisch-botanische schetsen. Hij daagt dominante denkbeelden in zowel de kunstwereld als de wetenschappen uit door de relevantie van kennis bij inheemse volken aan te tonen, waar het gaat om duurzaamheid en milieuproblematiek. Hij kenmerkt het wereldbeeld van de inheemse bevolking als een bron van kennis in het algemeen belang, en vestigt de aandacht op vaardigheden, talenten, erfgoed en rechten van inheemse bevolkingsgroepen. Hij wordt geëerd omdat hij erin slaagt om binnen een context van geweld en discriminatie de culturele uitwisseling een nieuwe impuls te geven. Tien Prins Clausprijzen 2014 Ignacio Agüero Chili Film Ignacio Agüero (Santiago, 1952) is een onafhankelijk documentairemaker. Hij is een actief betrokken humanist in wiens werk de directe relatie tussen het persoonlijke en het politieke wordt benadrukt. Zijn veertien films zijn onmisbaar voor een getrouw beeld van de Chileense samenleving, van de tijden van de dictatuur tot de dag van nu. Ze beslaan een breed spectrum aan onderwerpen in diverse filmstijlen en slagen er op unieke wijze in om tegen alle verdrukking in positieve waarden over te brengen. No olividar (Niet vergeten, 1982) werd gefilmd met een verborgen camera en onder pseudoniem uitgebracht. Er wordt getoond hoe de lichamen van vijftien gearresteerde boeren worden ontdekt, waarmee wordt bewezen dat ze zijn vermoord door agenten van de staat. De kracht van de film schuilt in de fijnzinnige verbeelding van taaie volharding en de liefdevolle manier waarop de familie van de slachtoffers de herinnering aan hen intact houdt. Cien niños esperando un tren (Honderd kinderen wachten op een trein, 1988) brengt een 3 inspirerende workshop voor kinderen in beeld, waarbij tevens hun kansarme sociale omstandigheden en de doelgerichte creativiteit van de docent worden uitgelicht. El diario de Agustin (Agustins krant, 2008) werd geweerd van de landelijke televisie. De film is een imposant verslag van de manier waarop dagblad El Mercurio verwikkeld raakte in de misdaden van de dictatuur en hoe die krant tot op de dag van vandaag buiten schot is gebleven. Agüero filmde een groep studenten die hier onderzoek naar deed en geeft daarmee een overtuigend voorbeeld van het menselijk vermogen om in verzet te komen. Agüero is gedurende de hele periode van de dictatuur actief werkzaam geweest en was een drijvende kracht achter de ‘No’-campagne, die uitmondde in het verlies van Pinochet bij de verkiezingen. Zijn experimentele manier van filmmaken brengt hij nog steeds in praktijk en als filmdocent aan de Universiteit van Chili maakt hij nieuwe generaties bewust van ideologische normen. Ignacio Agüero wordt geëerd vanwege zijn vernieuwende films, waarin een lyrische esthetiek en oog voor detail samengaan met politiek en maatschappelijk activisme. Hij maakt films met een humaan karakter, met een nadruk op onze verantwoordelijkheden als persoon en als staatsburger. Hij is een ooggetuige die herinneringen vastlegt op een poëtische manier waaruit waarheid en verzoening kunnen voortkomen. Hij levert een cruciale bijdrage aan het werkelijke verhaal van de Chileense geschiedenis, van de dictatuur tot nu aan toe. Wij roemen zijn integriteit en inzet voor sociale gerechtigheid en voor zijn kunst, onder uiterst zware omstandigheden. Rosina Cazali Guatemala Beeldende kunst Rosina Cazali (Guatemala, 1960) is zelfstandig conservator en schrijver. Zij probeert in heel Midden-Amerika het klimaat voor hedendaagse beeldende kunst te verbeteren. Als denker is ze sterk maatschappelijk betrokken en haar werk brengt kunst in stelling als katalysator voor reflectie en dialoog, in een samenleving die dikwijls beschadigd is door politiek geweld en worstelt om mensenrechten en toepassing van de wet tot gelding te laten komen. Cazali richt zich vooral op grensverleggende kunstenaars die belangrijke en vaak omstreden kwesties aan de orde stellen, naast facetten van de realiteit in de nabije omgeving. Zo weet zij opzienbarende en weldoordachte tentoonstellingen te realiseren. Haar dynamische bijdragen aan Grupo Imaginaria en Octubre Azul waren gedenkwaardige momenten in haar ruim vijfentwintig jaar werkervaring, festivals waarin straattheater de vrijheid van meningsuiting accentueerde en de rol van kunst bij de ontwikkeling van burgerzin werd benadrukt, in de context van een samenleving in de nasleep van een burgeroorlog. Cazali biedt kunstenaars ruimhartig haar steun, ze begeleidt en motiveert jonge kunstenaars en conservatoren. Ze zet haar vaardigheden in om hun werk zowel regionaal als internationaal onder de aandacht te brengen. Ze heeft meerdere scherpzinnige essays op haar naam staan en weet kunst zodanig inhoudelijk te analyseren dat deze een universele geldigheid verkrijgt. Door haar bevlogen teksten wordt kunst in betekenisvolle relatie gebracht met sociaal-economische kwesties, met politiek, gender, raciale wrijvingen, theorieën over dekolonialisering en verstedelijking. Hierdoor wordt de beeldende kunst een integraal onderdeel van een bredere maatschappelijke, historische en filosofische dialoog. Door de combinatie van doortastend werk als conservator en het schrijven van confronterend commentaar, levert Cazali het ruwe materiaal voor een contemporaine kunstgeschiedenis van Guatemala. Ondanks zware omstandigheden verspreidt ze kennis via haar uitgebreide netwerk en bevordert ze een dialoog en uitwisseling van ideeën tussen 4 allerlei regionale kunstkringen, terwijl ze ook internationaal respect en invloed bewerkstelligt. Rosina Cazali wordt geëerd omdat zij haar intellectuele discipline en een praktische aanpak in stelling brengt als enthousiaste steunpilaar en genereuze pleitbezorger van de meest vernieuwende kunst en kunstenaars onder moeilijke omstandigheden. Zij schrijft op hoog niveau, weet kunstwerken haarscherp te analyseren en plaatst al doende de beeldende kunsten behendig in een bredere maatschappelijke context. De wereld van de visuele kunst weet zij voortdurend te inspireren en motiveren, en ze vormt daarmee een actief netwerk dat heel Midden-Amerika bestrijkt. Zij verleent de kunst en het culturele debat in MiddenAmerika een grotere zichtbaarheid en vertrouwdheid, waardoor de wereldkaart met relevante centra van contemporaine kunstzinnige producties een nieuw uiterlijk heeft gekregen. Lav Diaz Filippijnen Film Lav Diaz (1958, Datu Paglas, Mindanao) creëert als filmmaker diepzinnige bespiegelingen over de sociaal-politieke historie van de Filippijnen. Hij hanteert een natuurlijke benadering met veel improvisatie en blijft daarmee dicht bij het echte leven. Zo past hij onder meer real time toe, een radicaal afwijkende wijze van observeren die een wezenlijk element vormt in zijn esthetische visie. De langere duur van zijn films stelt de toeschouwer in staat om diep door te dringen in de belevenissen en emoties die worden verbeeld, zodat kennis en inzicht ontstaan die binnen het gebruikelijke model van negentig minuten onhaalbaar zijn. Zijn grootschalige vertellingen hebben hun wortels in de werkelijkheid ter plekke. Problemen van het land worden verwoord via individuele ervaringen met gewelddadig fascisme, uitbuiting, corruptie en discriminatie, met als direct gevolg menselijk lijden, armoede en veel persoonlijke strijd. Diaz brengt de onvermijdelijke invloed van het verleden op een mensenleven naar de voorgrond, met een vertolking die zowel breedvoerig als geconcentreerd is. Hij gebruikt daarbij ritme, herhaling, poëtische details, stilte en kleine gebaren die overlopen van betekenis. Ebolusyon (Evolutie van een Filippijnse familie, 11 uur, 2004) heeft als centraal personage een verwaarloosd kind dat samenleeft met een geesteszieke vrouw en haar broer, die probeert te helpen door kogels te stelen van het lijk van gedode soldaten. De film bevat historische beelden met demonstraties en straatrellen uit de tijd van Marcos, stukken scenario van soapseries en een verhandeling over cinema als vorm van verzet, en slaagt er daarmee in om klassenstrijd en commercieel winstbejag grondig te ontleden. Melancholia (7 uur, 2008) toont de sociale strijd vanuit het perspectief van de verzetsstrijders. Norte, hangganan ng kasaysayan (Norte, het einde van de geschiedenis, 4 uur, 2013) onderzoekt hoe in de hedendaagse Filippijnen onschuldigen vaak worden gestraft. Lav Diaz wordt geëerd omdat hij op bijzonder ontroerende wijze de valkuilen van de Filippijnse realiteit in beeld weet te brengen. Hij verruimt en intensiveert de cinematische ervaring door zijn innoverende benadering van filmmaken als kunstvorm. Hij brengt de waarheid in beeld en bouwt aan een imposante culturele erfenis, waarmee de Filippijnen nationale wonden kunnen helen en internationaal meer begrip kunnen opwekken. De dominante motieven waarom films worden gemaakt, commercieel dan wel politiek gericht, worden door hem van een vraagteken voorzien. Hij is altijd trouw gebleven aan zijn kunstvorm en zijn intenties, en is een bron van inspiratie voor anderen die ook buiten de geijkte kaders werkzaam zijn. 5 FX Harsono Indonesië Beeldende kunst FX Harsono (Blitar, 1949) is beeldend kunstenaar. In zijn werk onderzoekt hij de nationale identiteit, vooral met betrekking tot etnische minderheden. Al veertig jaar is hij als sociaal bewogen burger een belangrijke figuur in de Indonesische kunstwereld en was in 1975 een van de oprichters van de Gerakan Seni Rupa Baru (Beweging Nieuwe Kunst). Zij verwierpen het idee dat kunst een zaak van de elite is en stelden sociale problemen aan de orde door middel van installaties en performances. Tijdens het regime van Soeharto uitte Harsono ondanks het gevaar dat dissidenten liepen openlijk kritiek via zijn werk, zoals in Voice Without Voice/Sign (1993-94), waarin het woord ‘democratie’ in universele gebarentaal wordt uitgebeeld. Toen in 1998 de roep om verandering de val van Soeharto inluidde, maar tegelijk de volkswoede zich tegen etnische minderheden richtte, legde Harsono zich toe op het onderzoeken van identiteit. Als Indonesiër van Chinese afkomst was hij opgegroeid onder Soeharto’s bewind (1967-2000), waarin het verboden was om Chinese zeden en gewoonten in het openbaar te belijden. Het zoeken naar de eigen identiteit en de gevoelens die gedwongen culturele ontkenning opwekt worden poëtisch uitgebeeld in Writing in the Rain (2011), waarin Harsono telkens probeert zijn Chinese naam te schrijven, maar de letters steeds weer door de regen worden uitgewist. Zijn research voerde hem naar de massamoord op Chinese Indonesiërs tussen 1948 en ’49, massagraven, gekalligrafeerde grafschriften en verhalen van overlevenden. Dat alles bracht hij samen in aangrijpende kunstwerken. In zijn werk onderzoekt Harsono hoe het is om ‘de ander’ te zijn, hoe pijnlijk het is om je ware zelf te moeten verloochenen en verstoten te worden uit de maatschappij. Met onverdroten ijver maakt hij vernieuwend werk, hij doceert, schrijft en draagt bij aan discussies over kunst en sociale problemen, en vormt zo een inspirerend voorbeeld voor de volgende generatie kunstenaars. FX Harsono wordt gelauwerd omdat hij met indringende esthetische middelen de wonden van het Indonesische verleden onderzoekt en probeert te helen. Hij brengt het lijden van etnische minderheden onder de aandacht en veroordeelt discriminatie en het exclusivisme van de ‘nationale’ geschiedenis en identiteit. Hij wekt herinneringen en verborgen verhalen die centraal staan in de geschiedenis van Azië weer tot leven. Hij wordt geëerd vanwege zijn belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van geëngageerde kunst in Indonesië. Invisible Borders, Trans-African Photographers Organisation Nigeria Cultuur en ontwikkeling Invisible Borders (Lagos, 2009) is een multidisciplinair initiatief dat de beeldvorming van het Afrikaanse continent weer in eigen hand wil nemen. Een van de belangrijkste activiteiten van deze stichting, opgericht en geleid door de Nigeriaanse fotograaf Emeka Okereke, is een jaarlijkse roadtrip van een gezelschap Afrikaanse kunstenaars, schrijvers, filmmakers en anderen. Tijdens deze reis krijgen zij de kans Afrika persoonlijk te ervaren en werken te maken waarin de dynamiek van het dagelijks leven wordt opgeroepen. Door de beperkingen van opgelegde nationale grenzen te doorbreken vormt Invisible Borders nieuwe transnationale netwerken en brengt makers en kunstenaars met elkaar in 6 contact. Teksten, beelden en video’s van de reizen worden uitgewisseld via sociale media en opgeslagen op hun website, waardoor er een publiek archief ontstaat. Deelnemers hebben gereisd van Lagos naar Bamako (2009), naar Dakar (2010), Addis Abeba (2011) en Libreville (2012). In 2014 hebben zij hun terrein uitgebreid tot buiten Afrika en zijn de Europese grenzen overgestoken tot in Sarajevo. Het collectief doet grote steden aan om plaatselijke kunstenaars te ontmoeten en met hen samen te werken: een vernieuwende, uitdagende manier om te leren, geïnspireerd te worden, ideeën uit te wisselen en na te denken over grenzen, migratie en de multiculturele samenleving. Ze delen hun kennis en enthousiasme, brengen inspiratie en energie in kunstenaarskringen, die vaak verstoken zijn van intracontinentale uitwisseling en zelden voorkomen op de wereldkaart van kunstcentra. Tijdens een tegenbezoek in 2013 presenteerden zij workshops en stelden werken tentoon in N’Djamena en Khartoem, en in Accra organiseerden zij de eerste openbare foto-expositie in Ghana. Invisible Borders wordt geëerd omdat zij de beeldvorming van Afrika in eigen hand nemen door Afrikaanse kunstenaars en kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora hedendaagse Afrikaanse verhalen te laten vertellen. Op moedige en persoonlijke wijze brengen zij netwerken tot stand ter bevordering van trans-Afrikaanse uitwisseling. Uit hun gevoel van solidariteit geven zij steun en inspiratie aan plaatsen buiten de gebaande kunstenaarspaden. Zij houden de idee van bewegingsvrijheid hoog en vechten het bestaan van grenzen aan in een tijd dat er steeds meer muren worden opgetrokken tegen transnationale contacten. Zij worden gehuldigd omdat zij de oude pan-Afrikaanse tradities nieuw leven inblazen en het denken over dekolonisatie bevorderen, en daarmee een nieuwe basis vormen voor Afrikaanse ideeën en opvattingen. Gülsün Karamustafa Turkije Beeldende kunst Gülsün Karamustafa (Ankara, 1946) is een beeldend kunstenaar die in haar werk een gelaagd beeld geeft van belangrijke sociaal-politieke problemen in Istanboel van de afgelopen veertig jaar. Na de militaire coup in 1971 werd zij gearresteerd en een halfjaar gevangengezet, en daarna werd haar zestien jaar lang een paspoort geweigerd zodat zij niet kon reizen. In die tijd werd zij een scherp waarnemer van de verschuivingen die het land doormaakte en haar gedachten daarover worden weerspiegeld in haar omvangrijke oeuvre. Op intelligente en sensitieve manier neemt Karamustafa in haar onbevreesde, rijk geschakeerde werk complexe zaken onder de loep, waarbij ze die steeds opnieuw bekijkt vanuit een andere invalshoek of via een ander medium. Zij onderzoekt de man-vrouwrolpatronen in werken als From the Outside, waarin zij een beeld geeft van de pogingen van vrouwen te manoeuvreren tussen seculier modernisme en religieuze traditie, en in haar video-installatie Men Crying, verdeeld over drie schermen. In Etiquette (The Taming of the East, 2011-2013) kijkt zij met een kritische blik naar de idealisatie van de westerse stijl en leefwijze. Door oude verhalen uit de vergetelheid te halen doet Karamustafa het verleden herleven. The Settler (2003) gaat over ontheemde gezinnen en in Courier (1991), een verwijzing naar de uittocht uit de Balkan, toont zij familiesouvenirs, genaaid in kindervestjes – broze hoop op een veilige reis en behoud van betekenis. Haar werk getuigt van milde kritiek en de wens om verwoesting tegen te gaan, hetzij door de staat of door de veranderende mening over wat aanvaardbaar is. De gewelddadigheden tegen de Griekse minderheid in 1955 en de daaruit voorvloeiende onderdrukking in eigen land komen aan de orde in The Apartment Building (2012). 7 Als betrokken burger die haar ideeën wil uitdragen is Karamustafa een lichtend voorbeeld voor nieuwe generaties en voor vrouwelijke kunstenaars. Gülsün Karamustafa wordt gehuldigd omdat zij met haar werk op genuanceerde poëtische wijze de veranderende culturele codes van het leven in Istanboel weet te vangen. Met haar gedurfde analytische commentaren en kritische standpunten over belangrijke kwesties verschaft zij inzicht in de historische context en sociale veranderingen, waarvan de nasleep nog wordt gevoeld. Haar bijdrage aan de ontwikkeling van de hedendaagse Turkse kunst is buitengewoon groot. Zij stelt sociaal-politieke spanningen aan de orde en kweekt begrip en tolerantie. Tran Luong Noord-Vietnam Beeldende kunst Tran Luong (Hanoi, 1960) is beeldend kunstenaar, performance artist en onafhankelijk conservator. Hij speelt een belangrijke rol bij de ontplooiing van geëngageerde moderne kunst in Noord-Vietnam. Als een van de eerste lokale kunstenaars die experimenteerde met performance en video is zijn werk dan ook gebaseerd op ervaringen uit de directe omgeving. Hij stelt zich kritisch op ten aanzien van de sociaal-politieke erfenis in een politiek klimaat waarin individuele expressie wordt onderdrukt. Zijn werk bestaat uit aangrijpende bespiegelingen over de invloed van ideologie op het lichaam, en dan vooral over de internalisatie van politieke repressie op jonge leeftijd, zoals in Lập Lòe (2007-2013). Tran heeft zich altijd ingezet om kunstenaars kansen te bieden en richtte met dat doel de Gang of Five op (1983-1996), een organisatie die maandelijks exposities hield op wisselende locaties. In 1998 was hij mede-oprichter van de Nha San Studio, de eerste door kunstenaars geleide experimentele kunstwerkplaats van het land en beheerde in de eerste vier jaar het leeuwendeel van hun exposities. Sinds 2000 was hij directeur van het Contemporary Art Centre in Hanoi, maar legde in 2003 zijn functie neer uit protest tegen de corruptie van de regering. Zijn uitgangspunt is kunst onder de mensen te brengen en zodoende discussies uit te lokken over verschillende leefwijzen. Daaruit ontstonden gezamenlijke projecten zoals het Mao Khe Art Project, workshops in een mijnwerkersdorp, en On the Banks of Red River, interactieve performances in een arme wijk in Hanoi. Als onvermoeibaar mentor voor jonge mensen en samensteller van exposities in binnen- en buitenland beweegt Tran Luong zich als conservator buiten de gebaande paden. Hij stimuleert kunstenaars de uiterste grenzen op te zoeken, voert gesprekken met de overheid over censuur, organiseert uitwisseling en samenwerking tussen Noord- en ZuidVietnam en andere omringende landen, haalt in het buitenland wonende Vietnamese kunstenaars terug en biedt onderdak aan kunstenaars uit de hele wereld. Tran Luong wordt gelauwerd omdat hij in zijn aangrijpende kunstwerken onderdrukking aan de kaak stelt en getuigt van de veerkracht van de mens. Hij leert mensen mondiger te worden via persoonlijke acties en zelfreflectie. Met grote toewijding en energie ijvert hij voor de ontwikkeling van werkplaatsen, de ontplooiing van initiatieven, het opzetten van netwerken en gemeenschappen voor performance en videokunst in Vietnam en omstreken. Hij geeft zijn steun aan andersdenkenden in een klimaat van censuur en conformiteit. Hij zet zich in voor de vrijheid van expressie, internationale dialoog en het smeden van hechtere gemeenschappen, en is daarmee een inspiratiebron voor jongere generaties. 8 Museo Itinerante de Arte por la Memoria (MIAxM) (Reizend museum van de herinnering) Peru Cultuur en ontwikkeling Museo Itinerante de Arte por la Memoria (Peru, 2009) is een interventieproject van burgers, waarin Peruanen hun stem kunnen laten horen over de recente geschiedenis van sociaal en politiek geweld, en hun ideeën kunnen uiten over een rechtvaardiger toekomst. Het project bestaat in een klimaat van raciale verdeeldheid, waarin staatsinstellingen verzuimd hebben verantwoordelijkheid op zich te nemen en gerechtigheid te brengen, met name voor de nabestaanden van meer dan 15.000 vermisten, onder wie veel Quechua en Aymara-indianen. Museo Itinerante, een collectief van jonge kunstenaars, een antropoloog, een documentairemaker, een socioloog, een historicus en een jurist, organiseert exposities, bewustwordingsworkshops en groepsinterventies in de openbare ruimte. Zij werken samen met mensenrechtenorganisaties en opereren voornamelijk in achterstands- en middenstandswijken in Lima, maar reizen ook rond om een breder publiek te bereiken. Museo Itinerante brengt prikkelende kunst en historische exposities naar de mensen op straat, naar scholen, kerken en woonwijken. Het collectief geeft mannen en vrouwen de mogelijkheid tot identificatie en actieve deelname, en om hun kennis over het verleden en hun verdriet te delen. Tijdens publieke gelegenheden, zoals op de nationale Onafhankelijkheidsdag, worden er groepsevenementen georganiseerd, waarop mensen hun verhalen vertellen of een kunstwerk maken. Zo werd er bij de officiële achtste herdenking van de Waarheids- en Verzoeningscommissie (2001-2003) op het grote plein in Lima een altaar opgericht uit een 100 meter lang doek, met de foto’s en namen van alle slachtoffers van staatsgeweld. Met de persoonlijke woorden en beelden die door de nabestaanden van de doden en vermisten eraan zijn toegevoegd, vormt dit kunstwerk, Het Altaar, een belangrijke bewaarplaats van het nationale geheugen. Museo Itinerante de Arte por la Memoria wordt geëerd omdat het de naweeën van het staatsgeweld in de openbaarheid brengt en de vervorming en ontkenning van herinneringen verwerpt. Het laat de mensen kennismaken met kunst en stelt hen door middel van kunst in staat openlijk over hun ervaringen en trauma’s te spreken en die met anderen te delen. Het heft taalbarrières en klassenverschillen op en brengt discriminatie en racisme onder de aandacht door middel van reflectie en debat. Dit reizende museum wijst ons met succes op de noodzaak om het onrecht uit het verleden aan de orde te stellen teneinde tot een gezonde democratische samenleving te komen. Lia Rodrigues Brazilië Dans Lia Rodrigues (São Paulo, 1956) is een danser en choreograaf die met haar artistieke virtuositeit en sociale bewogenheid de kunst en het leven samenbrengt. In 1990 keerde zij na een succesvolle carrière in Europa terug in Brazilië en werd een leidende figuur in de Braziliaanse danswereld. Zij richtte de Lia Rodrigues Companhia de Danças op en is oprichter en directeur van het festival Panorama Rioarte de Dança. Diep geraakt door de wijdverbreide sociale ongelijkheid in haar land, verhuisde ze in 2003 naar Maré, een van de grootste favela’s in Rio de Janeiro. 9 In samenwerking met leden van Redes de Desenvolvimento da Maré richtte Rodrigues het eerste culturele centrum in de wijk op. In 2011 stichtte zij de Escola Livre de Dança da Maré, de eerste dansschool in Maré. Zo’n 200 leerlingen volgen er workshops en lessen in lichaamsbewustzijn, moderne en vrije dans, en worden getraind in de praktische vaardigheden die bij dans komen kijken. In de gedurfde en technisch briljante choreografieën van haar gezelschap worden de grenzen van de danskunst verlegd, een verkenning via het lichaam van armoede, geschiedenis, geweld en burgerzin. De voorstelling Incarnat (2005) gaat over lijden en meeleven met de ellende van anderen. Pororoca (2009) houdt zich bezig met ongelijkheid en de botsing tussen tegengestelde stromingen. Leden van de gemeenschap mogen repetities bijwonen om hen te inspireren tot nieuwe ideeën en manieren van uitvoeren. Het dansgezelschap geeft uitvoeringen op festivals in de hele wereld om zodoende een breed publiek, zowel lokaal als internationaal, van hun werk te laten kennisnemen. De voorstellingen en lessen in Maré zijn gratis; de inkomsten uit externe activiteiten worden geherinvesteerd. Lia Rodrigues wordt gelauwerd vanwege haar gedurfde en vernieuwende choreografieën, waarmee zij de Braziliaanse danskunst van een nieuwe taal heeft voorzien. Zij verzet zich actief tegen sociale ongelijkheid door middel van de praktische vaardigheden, scherpe reflectie en inspirerende energie van de moderne dans. Zij laat zien dat de favela’s centra zijn van kennis, energie, culturele creativiteit en optimisme. Zij creëert een dialoog tussen de kunst en het leven van gewone mensen, waardoor sociale barrières worden geslecht en de normen en waarden in de Braziliaanse samenleving worden hervormd. SPARROW (Sound and Picture ARchives for Research on Women) India Cultuur en ontwikkeling SPARROW (Mumbai, 1988) is een onafhankelijke instelling die geluid- en beeldmateriaal archiveert en produceert over de geschiedenis van vrouwen en het feminisme in India. Het archief is gestart in het huis van schrijver en onderzoeker C. S. Lakshmi en is met medeoprichters Neera Desai en Maithreyi Raj uitgegroeid tot een levendig onderzoekscentrum met een grote collectie geschreven en audiovisueel materiaal. Het archief is multidisciplinair en richt zich vooral op persoonlijke verhalen. Alle aspecten van het dagelijks leven van vrouwen – de problemen rond ras, gender en klasse – komen aan bod en de culturele, sociale en politieke bijdragen van de vrouwen worden belicht. Ook legt SPARROW een archief aan van ervaringen die niet in officiële bronnen te vinden zijn en gevaar lopen te verdwijnen. Studenten helpen mee om de mondelinge geschiedenis vast te leggen en feiten te verzamelen die niet in geschiedenisboeken voorkomen, en voeren daartoe gesprekken met progressieve vrouwenbewegingen, sociale activistes, vrouwen die in stamverband leven, ngo-medewerksters, vrouwelijke natuurgenezers en wetenschappers, en zo meer. Het collectief publiceert boeken, brochures en nieuwsbrieven. De acht lokale talen waarin wordt gearchiveerd worden door SPARROW vertaald om ze voor een breder publiek toegankelijk te maken. Er zijn inmiddels vier delen verschenen van een vijfdelige anthologie, waaraan 87 schrijvers in 23 talen hebben meegewerkt. Met lezingen, colleges, filmvertoningen en workshops brengt SPARROW discussies op gang over onderwerpen als het geweld in de wijken van Mumbai en de beeldvorming van vrouwen in de populaire cultuur. Via boekenbeurzen, seminars, festivals, exposities en de sociale media wordt een groot publiek aangesproken. Er zijn exposities gehouden met werk van vrouwelijke kunstenaars en cartoonisten, er is een conferentie georganiseerd met 10 schrijvende dalit-vrouwen. Ter viering van de Internationale Vrouwendag in 2006 werd er een rijdende expositie georganiseerd, getiteld Marching on the Roads: Making Oneself, Making History, waarbij vier bussen, beplakt met foto’s over vrouwenactivisme, langs vier routes in Mumbai heen en weer reden. SPARROW wordt gehuldigd omdat het zich inzet voor het behoud en de verspreiding van eclectisch bewijsmateriaal over de strijd van Indiase vrouwen voor een rechtvaardiger samenleving. Het archief verrijkt het leven van vrouwen, weet hen te enthousiasmeren en zet hen aan tot daden en denken. Het is een krachtig wapen in de strijd tegen vrouwendiscriminatie. Het laat zien hoe de geschiedenis op verschillende manier kan worden bekeken, herinnerd en beschreven, als reactie op patriarchale interpretaties en machtsstructuren. Het archief wordt gehuldigd omdat het verhalen van vrouwen opnieuw aan het licht brengt en hun erfenis overdraagt aan de jongere generaties na hen. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc