Hothebbedingvoordeluxekeuken

20
DE VOLKSKRANT
MAANDAG 28 JULI 2014
Economie De onderneming
Quooker-kranen in wording. Rechts de gebroeders Walter (links) en Niels Peteri, zoons van Quooker-grondlegger Henri Peteri.
Foto’s Raymond Rutting / de Volkskrant
Hot hebbeding voor de luxe keuken
Hoewel comfort voor velen de eerste bezuinigingspost is, komt al in 350 duizend keukens
kokend water rechtstreeks uit de kraan. Quooker in Ridderkerk vaart er wel bij.
Door Jeroen Trommelen
H
et interessantste
verhaal van Quooker, de kokend-waterkraan die oprukt in de Europese luxe keuken,
gaat over het bedenken van dat
apparaat. In 1969 zat de Rotterdamse
ingenieur Henri Peteri, hoofd van de
ontwikkelafdeling van Unilever, bij
een vergadering in Londen waar een
nieuw product werd besproken. Poedersoep verpakt in een luchtdicht
zakje, die je slechts hoefde aan te lengen met kokend water.
Dat was Cup-a-Soup, inderdaad, al
bestond die naam nog niet. De vraag
aan de Londense vergadertafel was
onder meer of ze het ‘instantsoep’
konden noemen. Waarop Peteri vroeg
hoe lang de bereiding precies
duurde. Antwoord: vijf seconden om
95 procent van het poeder op te lossen.
Dat was de brainwave. Vijf seconden om soep te maken, terwijl het
bijna vijf minuten duurt om het benodigde keteltje water te koken? Om
echt ‘instant’ te kunnen koken, zouden mensen thuis een kokend-waterkraan moeten hebben. ‘Ik zag het
meteen voor me en dacht: dat is gewoon werktuigbouwkunde en daar
weet ik wel wat van’, vertelde Peteri later.
Vanaf dat moment, zegt zoon Niels
Peteri, tekende zijn vader tijdens
saaie vergaderingen geen scheepjes
meer op zijn aantekeningen, maar
heetwaterketels die steeds kleiner
werden totdat ze in een keukenkastje
pasten. Het duurde bijna dertig jaar
voordat het idee veranderd was in
een winstgevend product. En nog
eens tien jaar voordat het een doorslaand commercieel succes werd.
Maar nu is het zover, zeggen de
zoons Niels en Walter Peteri, die het
bedrijf Quooker inmiddels leiden.
Met die onderneming gaat het opvallend goed. Ze groeide dwars tegen de
economische crisis in en heeft de afgelopen drie jaar bijna vijftig nieuwe
mensen aangenomen. Het aantal personeelsleden groeide tot 150. De kranen worden afgezet in Scandinavië en
West-Europa.
Het einde van die groei is nog lang
niet in zicht. Dit jaar steeg de omzet
met vijftig procent en de volgende,
zelf gefinancierde uitbreiding op het
oude industrieterreintje aan de Staalstraat in Ridderkerk is alweer in voorbereiding. Dat alles natuurlijk dankzij hun bijzondere kranen, maar niet
minder vanwege een intensieve marketing- en reclamecampagne.
Gooische vrouwen
In 2008 bedacht Walter dat de RTLsoap Gooische vrouwen een geschikt
vehikel zou zijn om de Quooker in
beeld te brengen. Een beetje persiflerend en gericht op het hogere segment van de markt; dat moest kloppen. Iemand uit Walters voormalige
voetbalelftal kende iemand uit de
marketing. Samen reden ze naar RTL.
Dat bewerkstelligde ‘voor relatief weinig geld’ dat Linda de Mol in het
derde seizoen van de serie regelmatig
kopjes thee ging zetten met de Quooker, en dat de naam van het bedrijf in
de aftiteling verscheen.
Vanwege de financiële crisis, waardoor de huizenmarkt stagneerde,
werden tussen 2008 en 2013 de helft
minder nieuwe keukens geïnstalleerd. Dus moest de kraan vooral ook
Profiel
Bedrijf Quooker
Waar Ridderkerk
Sinds 1987
Aantal werknemers 150
Over 25 jaar tapt
een kwart van de
wereldbevolking
kokend water
uit de kraan
worden verkocht voor bestaande keukens. Sinds vorig jaar wordt daarvoor
traditionele televisiereclame ingezet
via de STER.
In die spotjes wordt geen lifestyle
verkocht, maar worden op klassieke
wijze twaalf mogelijke toepassingen
voor de Quooker aangeprezen. Een reclamebureau was daarvoor niet nodig, vinden de broers. ‘We maken hier
alles zelf, dus ook de marketing’, zegt
Walter. ‘We hebben wel eens geprobeerd om samen te werken met een
reclamebureau, maar dat ging niet
goed.’
Niels: ‘Ze vonden ons te eigenwijs.’
Voor de komende decennia ziet hij
alleen maar groei. ‘Reken maar dat
over 25 jaar een kwart van de wereldbevolking tapt uit een kokend waterkraan.’
Forse prijs
Zo’n kraan met boiler kost, afhankelijk van de uitvoering, tussen de 890
en 1.800 euro. De forse prijs is niet het
belangrijkste discussieonderwerp
van potentiële klanten. Dat zijn de
veiligheid en het energiegebruik. Anders dan sommigen denken is de
Quooker absoluut veilig en bespaart
de kraan energie, stellen de twee directeuren.
Dat laatste is niet altijd waar, maar
het eerste waarschijnlijk wel. De kranen hebben een intelligent ‘slot’ dat
voorkomt dat iemand hem per ongeluk opendraait. Er zijn tot dusver
350 duizend apparaten verkocht, en
de Brandwondenstichting heeft in
die periode secuur bijgehouden aan
welke ongevallen Nederlanders
brandwonden overhouden.
Tot dusver is nog niet één incident
gerapporteerd met een Quooker, zegt
de Brandwondenstichting. Dit in tegenstelling tot elektrische waterkokers waaraan een snoer zit. Daar trekken soms kinderen aan, waarna ze het
water over zich heen krijgen.
‘Fijn dat u dat hebt nagevraagd’,
glundert Niels. ‘Zelf hebben we berekend dat we op die manier al dertig
kinderen brandwonden hebben bespaard.’
Het energiegebruik van de Quooker is minder eenduidig. De boiler
van het apparaat staat onder druk en
is goed geïsoleerd, waardoor het water met relatief weinig energie op
kooktemperatuur wordt gehouden.
Niettemin is het elektriciteitsverbruik vergelijkbaar met een spaarlamp die 24 uur per dag brandt.
Vergeleken met een eenvoudige
Quooker is het iets energiezuiniger
om een kopje water aan de kook
brengen met een elektrische waterkoker, een fluitketel op gas of in een
magnetron. Maar de efficiency van de
duurdere Combi Quooker – die zowel
kokend als warm water levert en een
grotere boiler heeft – is weer beter
dan van alle andere apparaten. Het
verschil is overigens veel te klein om
de aanschafprijs te kunnen terugverdienen; maar dat is ook zelden het
motief.
Op de werkvloer in Ridderkerk
worden de kranen met de hand geassembleerd. Dat ziet er misschien ouderwets uit, maar dat vindt Niels Peteri een groot misverstand. ‘Met kenniseconomie worden vaak mensen
achter beeldschermen bedoeld. Maar
het ouderwetse handwerkt hoort bij
innovatieve bedrijven, juist omdat
die nog veel dingen zelf willen maken.’
Een eenvoudig deel van de productie wordt gedaan bij een sociale werkplaats. Ook zo’n voorziening die nauwelijks op zijn waarde wordt geschat.
‘Niet omdat die zo goedkoop is, want
dat valt best tegen. Maar ze hebben
gemotiveerd personeel en zijn een reservoir voor ongeschoolde arbeid
waarvoor je anders nauwelijks mensen kunt vinden. Ook sociale werkplaatsen ondersteunen innovatie.’