Rapportage Krimp - Rekenkamercommissie Goeree Overflakkee

1
Rekenkamercommissie
Goeree Overflakkee
2
Colofon
Maart 2014
Rekenkamercommissie Goeree Overflakkee
Fotograaf: Edwin Wiekens
Vormgeving: Twaalf (onbezoldigd)
3
Deze notitie bevat een beknopt verslag van de bevindingen op basis van een
kwalitatief onderzoek naar de betekenis van het verschijnsel ‘krimp van
bevolkingsomvang’ op Goeree Overflakkee. Het onderzoek is uitgevoerd ten
behoeve van de kaderstellende functie van de gemeenteraad van Goeree
Overflakkee. Deze notitie is de uitwerking van de startnotitie, die op 6 juni 2013 aan
de raad is aangeboden en toegelicht.
4
Verschuiving van bevolking
De bevolkingsprognose tot 2040 van Goeree-Overflakkee laat stabiliteit zien.1 Momenteel is er
Ten tweede is een tendens zichtbaar in heel
een lichte afname van de bevolking. Deze tendens zal ongeveer 10 jaar aanhouden. Daarna is de
Nederland waarbij sprake is van versobering van
prognose, dat het aantal inwoners zal toenemen. Deze toename spitst zich met name toe in de
faciliteiten in de dorpen. De stagnerende of
dorpskern Middelharnis. Voor het hele eiland genomen zal het eiland in 2040 naar verwachting ruim
krimpende bevolking in de kleine kernen op het
duizend inwoners meer tellen dan de huidige bevolkingsomvang. Over een periode van 30 jaar bezien,
eiland kan bijdragen aan een verschraling van het
laat de totale bevolkingsomvang van Goeree Overflakkee derhalve geen krimp zien maar stabilisatie.2
voorzieningenniveau, maar ook andere ontwikkelingen hebben daar (meer) effect op. Het feit dat
Mogelijke factoren die het gevoel van krimp oproepen zijn op Goeree-Overflakkee wel aan te
mensen nu gemakkelijk twee dorpen verder rijden
wijzen. Ten eerste geven de demografische cijfers aan dat er sprake is van een trek van
om naar de goedkope supermarkt te rijden heeft
bevolking van de kleine kernen naar de grotere kernen, zoals Middelharnis. Ook de gesprekspartners
bijvoorbeeld meer invloed op het verdwijnen van
onderschrijven deze ontwikkeling. Hierin speelt ook een zeker verdunningseffect mee: per woning
de lokale groenteboer dan het verloop van het
neemt het aantal gezinsleden af. Kinderen zoeken eigen woonruimte en die is in de kleine kernen
aantal inwoners in het dorp. Het teruglopend
niet of nauwelijks beschikbaar. Door een verandering in de verdeling van de inwoners over het
aantal voorzieningen is echter wel een belangrijke
eiland ervaren inwoners van de kleine kernen een leegloop.
voedingsbodem voor het gevoel van inwoners dat
dorpen leeglopen.
Alle gesprekspartners herkennen deze cijfers en
1
2
CBS statline.
In bijlage A zijn de prognose van de bevolkingsomvang opgenomen. Deze gegevens hebben wij op 6 juni 2013 aan u verstrekt in de startnotitie over
dit onderwerp.
wijzen er ook op dat er eerder vermoeden zal zijn
van zgn. kwalitatieve krimp dan van kwantitatieve
krimp.
5
“Een reistijd naar mijn werk
van een uur vind ik acceptabel.”
6
Voor de selectie van de personen is gezorgd voor
een spreiding over het eiland, tevens is gezocht naar
gesprekpartners vanuit verschillende leefmilieus en
gezindten. De kwalitatieve beelden die hieruit naar
voren komen zijn in een tweede ronde voorgelegd
aan institutionele partijen, zoals vertegenwoordigers van woningcorporatie, gemeente, onderwijs
en kerkelijke gemeenschap om te toetsen of deze
Onderzoeksmethode
Om grip te krijgen op het vraagstuk van kwalitatieve krimp heeft de rekenkamercommissie
Goeree Overflakkee ervoor gekozen om een onderzoek uit te voeren die aanknopingspunten
oplevert voor de beleidsvorming van de gemeente. In het onderzoek wordt niet nader onderzoek
gedaan naar kwantitatieve gegevens over de bevolking, maar er wordt onderzoek gedaan naar
motieven van burgers in hun keuze voor een woonplaats. Daartoe zijn burgers op het eiland en burgers
afkomstig van het eiland gevraagd naar hun motieven om te wonen en werken op Goeree
Overflakkee
wachten
dan
over
waar
wel
5
u
jaar
hun
vertrek
van
te
wonen
en
woont?’.
Een
te
Overflakkee,
werken.
personen
is
De
alsook
waar
zij
kernvraag
was:
‘waarom
gevraagd
naar
hun
ver-
woont
u
Deze
interviews leveren kwalitatieve informatie op over motieven, zorgen en dilemma’s
in de keuze voor een woonplaats.
20tal
Goeree
beelden worden herkend. Tot slot is deze uitkomst
ter toetsing op 16 januari 2014 voorgelegd in een
informele bijeenkomst aan de raadsleden van de
Gemeente Goeree Overflakkee. De uitkomst van
dit onderzoek levert geen statistisch getoetste
bevindingen op, maar wel zinvolle duidingen van
het
bevat
vraagstuk
concrete
van
kwalitatieve
krimp,
en
voor
de
aanknopingspunten
verdere visievorming en benadering van dit
vraagstuk.3
ervaringen.
3
De aanpak die gehanteerd is, is gebaseerd op de zgn.
constructivistische aanpak.
7
Analyse
Er zijn gesprekken gevoerd met inwoners van
Goeree Overflakkee én met mensen die voorheen
op het eiland woonden maar er niet meer wonen. In
deze gesprekken komen steeds opnieuw drie draaipunten naar voren die van invloed zijn op de keuzes
die mensen maken in hun woonplaats.
8
A) Wonen en werk
Economische drijfveren zijn zeer belangrijk in de
keuze van de woonplaats, maar werkgelegenheid
op het eiland zelf wordt niet als kritische factor
genoemd voor de woonplaats die wordt gekozen.
Zeker mensen die een hogere opleiding hebben
genoten ervaren een reistijd van een 45 minuten
tot een uur niet als een probleem. Hiermee zijn
steden te bereiken als Rotterdam, Breda en
Antwerpen evenals het Botlek-gebied. Daarboven
wordt het een draai- of kantelpunt waarop men
overweegt te verhuizen.
9
B) Kinderen en
onderwijs
Een ander belangrijk draaipunt voor de keuze
Dit draaipunt verschuift ook gedurende de gezins-
van de woonplaats is de mogelijkheden die een
cyclus. Voorbeeld van een draaipunt is als een kind
woonplaats biedt voor kinderen in het gezin.
naar het primair onderwijs gaat en vervolgens weer
Hierbij moet –in eerste instantie- gedacht worden
naar het middelbare onderwijs. De belangrijkste
aan bereikbaarheid van scholen en in tweede
vraag van het gezin is: ‘is de reisafstand op te bren-
instantie aan alles wat zich daarom heen afspeelt
gen? En is het economisch haalbaar om eventueel
zoals opvang van kinderen, sport en muziek
te verhuizen”. Dit dilemma speelt voornamelijk bij
mogelijkheden,
dat
gezinnen die wonen in de kleine dorpskernen. De
draaipunt overigens ligt is niet uniform te
gezinnen die niet op het eiland wonen of die in de
benoemen. De ene ouder ziet er wel overheen om
grote kernen wonen benoemen dit draaipunt ook
dagelijks kinderen naar school te brengen of ze te
maar dan als bevestiging om te blijven waar ze nu
laten fietsen en de andere ouder vindt dit geen
wonen (lees: in grote dorpskernen of steden).
goede oplossing.
speelgelegenheid.
Waar
10
C) Cultuur
De cultuur van de bevolking op het eiland wordt
andere woorden, ook bij de protestant-christelijke
door iedereen die is gesproken genoemd en
bevolking is dit onderscheid merkbaar. Daarbij valt
benoemd. In de woordkeuze en de gevoelens die op dat het onderscheid vooral speelt in de kleinere
dit oproept komt een onderscheid naar voren. Voor
dorpskernen. In een kleine dorpskern is men meer
mensen die geboren en getogen zijn op het eiland op elkaar aangewezen, in een grotere kern kan men
heeft de cultuur op het eiland een duidelijk posi-
makkelijker gelijkgezinden zoeken. Indachtig de
tieve context. Mensen ervaren een geborgenheid,
aard van dit onderzoek moet worden opgemerkt dat
sterke onderlinge sociale binding, ‘een warm bad’. deze bevinding niet per definitie geldt voor iedere
Mensen die niet zijn geboren en getogen op het kleine en grotere kern. Het verdient aanbeveling
eiland gebruiken eerder termen als: afstandelijk, om bij de verdere beleidsontwikkeling ten aanzien
benauwend, moeilijk om tussen te komen, ‘een van de verschillende kernen bij de bewoners zelf te
overkanter’. Dit onderscheid lijkt onafhankelijk te toetsen in hoeverre dit aspect een rol speelt. Met
zijn van de geloofsovertuiging van mensen. Met andere woorden: maatwerk is in deze noodzakelijk.
11
“Flakkee voelt als thuiskomen”
Kleine dorpen
De verschuiving van de bevolking van kleine kernen naar grote kernen, leidt
Daarbij is minder belangrijk wat er eerder was; krimp in de kleine kernen
op micro niveau tot een ervaring van krimp. Het probleem van de krimp is
of een verschraling van het voorzieningenniveau in de kleine kernen.
derhalve vooral een probleem van bewoners van de kleine dorpskernen op
Duidelijk is dat een kleine bevolkingsomvang het aantal voorzieningen
Goeree Overflakkee. Zij zien het niveau van voorzieningen teruglopen en
in een dorp geen goed doet en visa versa. En ook is duidelijk dat een
komen voor dilemma’s te staan zoals waar het draaipunt ligt om als gezin te
verschraling van het voorzieningenniveau in een dorp niet alleen wordt
kunnen leven in een kleine dorpskern, of het economische haalbaar is om te
veroorzaakt door afname van de bevolking, maar ook door sociaal-
verhuizen en of er voldoende sociale cohesie is met andere dorpsbewoners
economische ontwikkelingen.
om het draaipunt bijvoorbeeld uit te stellen.
12
De gemeente
Als bezien wordt welke beleidsmaatregelen de gemeente tot op
heden inzet rondom het onderwerp krimp van de bevolking, dan zien
we allereerst dat de fase van beleidsvorming nog niet is afgerond.
De suggesties die gedaan worden richten zich daarbij primair op
de omvang van de bevolking in het algemeen (het macro-niveau).
Te noemen zijn de werkgelegenheid stimuleren, voldoende woningen beschikbaar hebben, mogelijkheden onderzoeken om hoger
beroepsonderwijs op het eiland te huisvesten, eiland marketing
inzetten om meer toerisme naar het eiland te krijgen en wellicht ook
bewoners aan te trekken. Het doel is: mensen naar het eiland trekken
in de breedste zin van het woord. In deze discussie komt nog onvoldoende aan bod dat het vraagstuk niet gaat over het macro niveau
(immers de totale populatie zal naar verwachting stabiel zijn), maar
over het micro niveau; de bevolkingsomvang in kleine dorpskernen.
13
Als het vraagstuk wordt gekanteld en wordt bezien vanuit
de kleine dorpskernen dan roept dit de volgende problemen op:
•
Als nieuwe mensen naar het eiland komen om daar te wonen, hoe
realistisch is het dat deze zich dan zullen vestigen in kleine dorpskernen?
Zal het merendeel niet kiezen voor de grote dorpskernen?
•
Is de gemeente bereid om kernen ongeacht hun omvang hetzelfde in
de toedeling van voorzieningen te behandelen of dwingen de beperkte beschikbare middelen dat daarbij rekening wordt gehouden met het
aantal inwoners in de directe nabijheid? Met andere woorden, op welke
dorpskern valt de keuze als een zwembad gesloten moet worden? Op de
grote dorpskern of op de kleine dorpskern? En voor hoelang kan en wil
de gemeente een kleine dorpskern stimuleren?
•
De nieuwe mensen die wel gaan wonen in kleine dorpskernen zullen naar
alle waarschijnlijkheid niet overal even makkelijk in de lokale samenleving
integreren.
14
“Het ontbreken van sportvoorzieningen vinden we
niet echt belangrijk. We rijden er wel naar toe”.
15
Kansen
De rekenkamercommissie constateert dat dit vraagstuk in de visievorming van de gemeente meer
gewicht toekomt. Meer concreet gaat het om waar de gemeente wil staan in vragen zoals het sluiten van een school of een zwembad, de houdbaarheid van twee scholen in een dorpsgemeenschap,
het differentiëren van huurprijzen van woningen in verschillende dorpskernen, de fusie van gymnastieken voetbalverenigingen, etcetera. Deze dilemma’s roepen veel emoties op bij burgers en zijn ook niet
altijd vanuit de bevoegdheden van de gemeente op te lossen.
Er liggen ook kansen. Zowel bewoners als de institutionele gesprekspartners geven aan graag samen met
de gemeente Goeree Overflakkee over oplossingen te willen nadenken. Het vraagstuk van kwalitatieve
krimp laat zich niet generaliseren in een paar simpele steekwoorden. Daarvoor zijn de omstandigheden in
de kernen te uniek. Ons voorstel zou zijn om nadrukkelijk het gesprek met de burgers en maatschappelijke
organisaties uit de kernen aan te gaan over waar zij tegen aanlopen, om aansluitend naar creatieve (niet
bij voorbaat dure) oplossingen te zoeken voor praktische kwesties.4 Dit biedt de gelegenheid om op basis van feiten en geen (voor)oordelen te investeren in de identiteit van de verschillende kernen. Dit biedt
tevens de gelegenheid om te investeren in kwalitatieve in plaats van kwantitatieve groei. Burgers zijn zich
heel wel bewust dat de gemeente niet alles kan oplossen, en kunnen heel goed meedenken over opties
die wel binnen de mogelijkheden liggen en deze ook ten behoeve van de besluitvorming waarderen. Die
dialoog zal naar verwachting ook bijdragen aan meer transparantie over het gemeentelijk beleid en meer
draagvlak opleveren voor de lastige besluiten waarvoor de gemeenteraad nu eenmaal staat.
4
Om die reden hebben we ook afgezien om in dit stadium beleid van andere gemeenten te inventariseren.
16
“We hebben met de bewoners in de straat
een soort van ‘oppas-centrale’ gemaakt.
Op toerbeurt passen we op de kinderen in de
straat.”
Bijlage A
demografische
ontwikkeling
17
Figuur 1 – bevolkingsontwikkeling
voormalige gemeenten
In onderstaande grafiek is een prognose
van de bevolkingsgroei van de vier voorma-
50000
lige gemeenten van Goeree Overflakkee te
zien. Het CBS presenteerde tot op heden de
40000
bevolkingsgroei (uiteraard) voor elk van de
voormalige gemeenten afzonderlijk.
30000
Aantal inwoners
Als geïsoleerd wordt gekeken naar de
20000
bevolkingsomvang van jongeren in de leeftijd
van 0 tot 39 jaar is ongeveer dezelfde trend
10000
waarneembaar als voor de totale bevolkingsomvang. Ook deze groep zal de komende
0
40
20
38
20
36
20
34
20
32
20
30
20
28
20
26
20
24
20
22
20
20
20
18
20
16
20
20
14
jaren in aantal iets afnemen, om naar
12
20
Dirksland
Goedereede
Middelharnis
Oostflakkee
Goeree-Overflakkee
verwachting tussen 2025 en 2040 weer aan
te trekken en boven het huidige aantal
jongeren uit te komen.
18
Figuur 2 – bevolkingsontwikkeling jongeren
in leeftijd 0 tot 39 jaar
25000
20000
Aantal jongeren
0-39 jaar
15000
10000
Dirksland
Goedereede
Middelharnis
5000
Oostflakkee
0
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2032
2033
2034
2035
2036
2037
2038
2039
2040
Goeree-Overflakkee
19
“Een school in het dorp vind ik
belangrijker dan een winkel.”
Bijlage B
onderzoeksverantwoording
20
Onderzoeksverantwoording
Door middel van literatuurstudie, cijferanalyse en In het verdiepend onderzoek zijn een 20tal De bevindingen zijn voorgelegd en besproken met
interviews
met
verschillende
maatschappelijk interviews
gevoerd
met
inwoners
uit
de de burgemeester mw. Grootenboer-Dubbelman
betrokken partijen had het verkennend onderzoek dorpskernen Goedereede, Stellendam, Dirksland, (portefeuillehouder van het college) en met de
plaats. De personen waarmee in de verkennende Middelharnis, Ooltgensplaat en met diverse mensen, raadsleden in een bijeenkomst op 16 januari 2014.
fase is gesproken zijn de heer van Oostenbrugge die voorheen op Goeree-Overflakkee woonden maar
(afdelingshoofd Maatschappelijke Zaken gemeente nu elders in Nederland wonen. Aansluitend is –als Een beknopt verslag van de bevindingen van het
Goeree Overflakkee), de heer Verhage (coöper- reflectie op het vooronderzoek en de interviews met verdiepend onderzoek is opgenomen in deze
atieadviseur Rabobank), de heer Van der Linden inwoners- gesproken met de heer van Oostenbrugge notitie. We zijn zeer te spreken over de open wi(Kamer van Koophandel) en de heer Nieuwaal (afdelingshoofd Maatschappelijke Zaken gemeente jze waarop inwoners, vertegenwoordigers van
(directeur Woongoed Flakkee). De verkennende Goeree
Overflakkee),
de
heer
van
Heest institutionele partijen en u als raadsleden op een
gesprekken hadden ten doel om het beeld van de (directeur Prins Maurits school), de heer Van der Valk respectvolle wijze hebben gesproken over dit
bevolkingsomvang van Goeree Overflakkee en (directeur Fides Wonen), de heer Pleizier (predikant onderwerp. Wij danken u voor ieders inzet bij dit
de tendens die deze partners zien vanuit hun Hervormde gemeente Dirksland), de heer Zijlstra onderzoek.
professie, te bespreken. De startnotitie was de (afdelingshoofd Externe Ontwikkelingen).
uitkomst van het vooronderzoek. Deze is in april
2013 aan u aangeboden en in de raadsvergadering van 6 juni toegelicht.
Rekenkamercommissie Goeree Overflakkee
Eline Vree
Arie Koole
Rob Teijl