JAARVERSLAG 2013 Inhoudsopgave Algemene gegevens 3 1 Verslag directeur-bestuurder 5 2 Verslag Raad van Commissarissen 7 3 Volkshuisvestingsverslag 12 4 Personeel en organisatie 33 5 Geconsolideerde jaarrekening 35 6 Enkelvoudige jaarrekening 67 7 Controleverklaring 93 1 2 Algemene gegevens Naam toegelaten instelling : Stichting Sprengenland Wonen Adres : Stuijvenburchstraat 20 6961 DR EERBEEK Postadres : Postbus 72 6960 AB EERBEEK Telefoon : (0313) 65 90 23 E-mail : [email protected] Website : www.sprengenland.nl Statutair werkgebied : Regio Stedendriehoek Datum oprichting : 30 juni 1917 Datum laatste statutenwijziging : 1 januari 2011 Nationaal Register Volkshuisvesting : 3020 Kamer van Koophandel : 41041735 3 4 1 Verslag directeur-bestuurder Wie doorbreekt de impasse? Onder het motto “als je geschoren wordt moet je heel stil blijven zitten” houden veel corporaties zich al lang stil in de publiciteit. Want het is niet alleen begrijpelijk maar ook terecht dat de maatschappij en de politiek, als zelfverklaarde woordvoerder daarvan, zich ongelooflijk boos heeft gemaakt. Er zijn (door enkelen) onvergeeflijke fouten gemaakt, er zijn (door enkelen) onverantwoordelijke risico’s genomen, er zijn (bij enkelen) onacceptabele inkomensniveaus tot stand gekomen en de woningcorporaties hebben zich vervreemd van de maatschappij waar zij onderdeel van zouden moeten vormen. Let wel, dat het er telkens ‘enkelen’ zijn is beslist geen excuus. De hele sector mag daar op worden aangesproken en van alle betrokken bestuurders en toezichthouders mag verwacht worden dat zij hun stinkende best doen om in hun organisatie, met hun bewoners en lokale/regionale belanghouders (weer) eerlijke volkshuisvesting te organiseren. En geloof me, ik weet uit ervaring dat lokale bestuurders en toezichthouders daar volop mee bezig zijn. Maar wat moet je als woningcorporaties als het openbare debat maar blijft hangen in het hameren op de fouten in het verleden? Woningcorporaties zijn nog altijd verantwoordelijk voor circa 2,4 miljoen huishoudens in Nederland en alleen het belang van die groep al (dus nog los van de toekomstige vragers op de woningmarkt zoals ouderen die niet meer naar een verzorgingstehuis kunnen) vraagt om vooruit kijken en een heldere toekomstvisie. In ons nieuwe ondernemingsplan dat de titel ‘de puzzel van het wonen’ heeft meegekregen, geven we uitleg over de manier waarop wij als Sprengenland Wonen willen opereren. Wat kunnen we nog wel en wat niet. Ook ik ben - samen met vele andere bestuurders en toezichthouders - van mening dat het instituut woningcorporatie na meer dan een eeuw aan stevige vernieuwing toe is. Maar het zoeken van een goede weg daarin wordt vrijwel onmogelijk als er niet een visie is op de lange termijn positie van woningcorporaties in ons bestel, gebaseerd op de vraagstukken die we in dit land op het gebied van huisvesting moeten oplossen. En met alle respect, maar op een visie die verder gaat dan alleen (het aftappen van) de geldkraan in de volkshuisvesting heb ik de overheid nog niet kunnen betrappen. In de onderhandelingsstrategie ‘Tit for Tat’ wordt er van uitgegaan dat partijen die uit zijn op een lange- termijn-samenwerking het beste af zijn met de volgende simpele houding ten opzichte van elkaar. Wees altijd coöperatief bij de start, gun de ander wat. Ga daar mee door zo lang de ander ook coöperatief is, maar als je belazerd wordt, neem dan sancties die de ander voelt. Maar, en dan komt het, als door die sanctie de ander tot inkeer komt en zich weer coöperatief gedraagt, ga dan weer verder met positieve samenwerking en elkaar iets gunnen. Met andere woorden ‘sans rancune’, en dat is moeilijk. Ik mag toch hopen dat de overheid en de politiek nog altijd een lange termijn samenwerking met een vorm van woningcorporaties voor ogen hebben? Als dat zo is wordt het nu tijd om na de uitgedeelde straffen (gedwongen salarisverlagingen, verhuurderheffing, nieuwe toezicht arrangementen, dreiging met taakversmalling, versmelting met lokale overheid, extra eisen van het WSW etc.) weer te kijken of de sector zich positief opstelt en samenwerking zoekt. Kijk naar wat ze geleerd hebben, daag ze uit reële vraagstukken te benoemen en oplossingsrichtingen aan te dragen, waardeer dat ‘sans rancune’ en bouw dat stapje voor stapje verder uit met ‘tit for tat’ in het achterhoofd. Het wordt tijd voor smaakmakers om het debat een nieuwe wending te geven. Wellicht dat de Parlementaire Enquêtecommissie dan ook positief kan bijdragen aan herstel van verhoudingen, en niet – God verhoede –zich vooral gaat richten op alleen wat fout ging. 5 2013 was dus een jaar van onzekerheid, geruzie tussen corporaties en overheid, een jaar waarin de bouwproductie verder stagneerde, waarin de herstructurering (in ons geval het plan Eerbeekse Enk) opnieuw vertraging opliep door in mijn ogen ‘bureaucratische en politieke onmacht’. Een jaar ook waarin de positie van huurders geen snars verbeterde ten opzichte van eigenaar-bewoners, maar waarin zij wel een extra huurverhoging voor de kiezen kregen. Dat wij desondanks nog redelijk tevreden huurders hebben mag welhaast een wonder heten. Ik wil alle medewerkers van Sprengenland Wonen en alle andere betrokkenen (met name zij die betrokken waren bij de totstandkoming van ons nieuwe ondernemingsplan en een aantal beleidsnota’s) bedanken voor hun blijvend positieve kijk op de ontwikkelingen en de mogelijkheden, en voor hun inzet om 2013 voor Sprengenland Wonen tot een positief jaar te maken. Dick de Man, directeur-bestuurder 6 2 Verslag Raad van Commissarissen 2.1 Samenstelling RvC De RvC was in 2013 voltallig. Het maximum aantal termijnen bedraagt twee. Een termijn duurt maximaal vier jaar. De RvC streeft er naar dat haar leden, uitgaande van goed functioneren, de termijn van 8 jaar ook vol maken vanwege de vereiste continuïteit en het kennisniveau. De heer Sterk vervult vanaf 2013 de functie van voorzitter. Hij volgde de heer Bulten op, die vanwege het bereiken van de maximale benoemingstermijn eind 2012 terugtrad. Per 1 januari 2013 is de heer M. Bresser als lid toegetreden tot de RvC. De heer Bresser heeft geen met het RvC-lidmaatschap conflicterende (neven)functies. De samenstelling en functieverdeling van de RvC was per eind 2013 als volgt: naam functie geb. Dhr. F. Sterk Voorz. maximale zittingstermijn 1964 2016 Dhr. M. Bresser Lid 1963 2020 Dhr. A.J. Schutte Lid 1959 2015 Dhr. J. van Leeuwen Vice voorz. 1969 2017 Mevr. A.G.M. VosLeferink 1956 2018 Lid Beroepen en nevenfuncties (per 31-12-2013) Manager bedrijfsvoering Zorginstelling Avelijn Lid tuchtcommissie KNVB Directeur/eigenaar De Berkel Advies B.V. Afdelingshoofd Bedrijfsvoering & Advies bij Waterschap Groot Salland, Zwolle Eigenaar ScanYours Arnhem Eigenaar Small Wonder Loenen Eigenaar Let’s go Brazil Arnhem Universitair docent VU en RUG Voorzitter stichting Leefwijzer Docent Scheikunde Lid Raad van Toezicht Trimenzo, voorzitter Bestuurslid PvdA, afdeling Voorst Lid ombudsteam PvdA, afdeling Voorst De leden Van Leeuwen en Schutte zijn benoemd op voordracht van de Stichting Huurdersbelangen Samen-Eén. Geen van de RvC-leden heeft een nevenfunctie die conflicterend is met de functie als lid van de RvC. Evenmin was sprake van een gedelegeerd RvC-lid, noch van het tijdelijk waarnemen van de bestuursfunctie. Werving van nieuwe leden vindt plaats op basis van een profielschets, waarvoor in de regionale bladen een advertentie wordt geplaatst. Op basis van een met de huurdersbelangenorganisatie gesloten convenant wordt het bestuur van deze organisatie bij elke benoemingsprocedure betrokken. In 2013 was werving van nieuwe RvC-leden niet aan de orde. 2.2 Verdeling aandachtsgebieden Ieder van de leden van de RvC richt zich in het bijzonder op een bepaald aandachtsgebied. Dit neemt uiteraard niet weg dat alle leden van de RvC gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor alle taakgebieden. De verdeling van aandachtsgebieden is als volgt: 7 aandachtsgebied Volkshuisvesting Woningmarkt Vastgoed Ontwikkeling portefeuillehouder Dhr. Bresser Volkshuisvesting/woningmarkt/klant Sociaal/maatschappelijk/participatie stakeholders Vastgoed(ontwikkeling) Mevr. Vos-Leferink Financiële/Economische/Fiscale aangelegenheden Management en Organisatie (Vastgoed)ontwikkeling Dhr. Sterk Sociaal/maatschappelijk/participatie stakeholders Management en Organisatie Vastgoed(ontwikkeling) Dhr. Van Leeuwen Volkshuisvesting/woningmarkt/klant Bestuurlijk/Juridische aangelegenheden Vastgoed(ontwikkeling) Dhr. Schutte De leden van de RvC worden geacht en in staat gesteld om opleidingen, seminars e.d. bij te wonen om de kennis op hun taakgebied op peil te brengen en/of te houden. Bij de ‘besloten bijeenkomst’, waarin o.a. over het functioneren van de raad wordt gesproken, is dit één van de toetsingscriteria. Een aantal leden heeft een opleiding gevolgd die aansluit op hun portefeuille. De voltallige RvC heeft de Masterclass Finance van BNG over risicomanagement bijgewoond. 2.3 Werkzaamheden van de RvC in 2013 Besluiten van de directeur-bestuurder worden achteraf ter toetsing voorgelegd, tenzij het gaat om zwaarwegende besluiten. Deze worden vooraf besproken. Toetsing vindt plaats op basis van het vastgestelde beleid en jaarplan, de begroting en de uitgangspunten van Sprengenland Wonen. Door de informatie van de zijde van de directeur-bestuurder, de controller, MT-leden, de ondernemingsraad en alle overige informatie, zowel vanuit de sector als daarbuiten, is de RvC er van overtuigd goed zicht te hebben op taken, resultaten en risico’s van Sprengenland Wonen. De RvC wil zich waar nodig of wenselijk ook zelf oriënteren om tot een goede oordeelsvorming te komen. De RvC heeft in 2013 vier keer vergaderd in aanwezigheid van de directeur-bestuurder en één keer in een besloten vergadering. Tijdens deze besloten vergadering is het functioneren van de RvC als zodanig en die van de individuele leden geëvalueerd. Ook is de relatie tussen de RvC en de directeurbestuurder aan de orde geweest. Bij de zelfevaluatie wordt gebruik gemaakt van een checklist en wordt de mening van de directeur-bestuurder gevraagd. De Auditcommissie heeft twee keer vergaderd. De remuneratiecommissie is eenmaal bij elkaar geweest. De • • • • • • • • belangrijkste onderwerpen in de vergaderingen waren Jaarverslag Begroting (dpi en begrotingsscenario’s) Managementletter accountant Beleidsnota’s: huurbeleid, procuratieregeling, agressieprotocol, algemene inkoopvoorwaarden, aanbestedingsbeleid, verbindingenstatuut, treasurystatuut, investeringsstatuut en de beleidsnota risicomanagement Ondernemingsplan Verbetering intern toezicht/opvolging advies commissie Halsema Visitatie Verstrekking lastgeving aan het WSW 8 Er zijn geen onderwerpen aan de orde geweest en er hebben geen transacties plaatsgevonden die conflicterend zouden kunnen zijn met wet- en regelgeving, vigerend beleid en functie-inhoud. 2.4 Werkwijze RvC en inhoudelijk toezicht De RvC geeft aan haar taak inhoud vanuit een eigen specifieke rol en positie. De RvC wil hierin transparant en open, aanspreekbaar, kritisch en onafhankelijk zijn. Dat wil zeggen dat de RvC zich maatschappelijk betrokken wil tonen door zich ook rechtstreeks te verstaan met belanghouders. Dit doen ze door jaarlijks te overleggen met de huurdersbelangenorganisatie en door aanwezig te zijn bij stakeholdersoverleggen zowel bij de eigen corporatie als collega-corporatie. En door een kritische houding en met ‘gepaste distantie’ wil ze de toetsende rol waarmaken in de richting van de directeurbestuurder en de werkorganisatie als geheel. De RvC oefent het interne toezicht op het bestuur uit. Daarnaast heeft de RvC een klankbord- en adviesfunctie. Specifieke aandachtspunten van de RvC zijn het realiseren van de volkshuisvestelijke taken, de risicobeheersing en de financiële continuïteit. Ook is in 2013 nadrukkelijk stilgestaan bij de veranderende taken van de woningcorporatie, het werkveld waarin we moeten opereren en de mogelijke organisatorische consequenties. De taken en bevoegdheden van de RvC zijn vastgelegd in de statuten en in het Reglement Raad van Commissarissen. Hieruit blijkt ook de scheiding in taken en verantwoordelijkheden tussen de RvC en het bestuur. RvC en bestuur evalueren jaarlijks over en weer hun functioneren. Het Reglement Raad van Commissarissen en de profielschets zijn op de website van Sprengenland Wonen gepubliceerd. In het Volkshuisvestingsverslag worden de volkshuisvestelijke resultaten volgens de BBSHaandachtsvelden over het verslagjaar weergegeven. Ten aanzien van projecten beziet de RvC vooral het volkshuisvestelijk en maatschappelijk effect van projecten, naast risicoanalyse en risicobeheersing. In het verlengde hiervan ligt het houden van toezicht op de financiële continuïteit. De financieringsbehoefte wordt vastgesteld in de begroting. Alle activiteiten in dit kader worden getoetst aan het vigerende treasurystatuut. De betrouwbaarheid van de interne procedures die leiden tot belangrijke rapportages vormt een voortdurend aandachtspunt en wordt in opdracht van de RvC getoetst door de accountant. De herbenoeming van de accountant is jaarlijks aan de orde. 2.5 Honorering commissarissen en bestuur In onderstaand schema is de honorering en de onkostenvergoeding van de vijf leden van de RvC en het inkomen van de directeur-bestuurder weergegeven. Functie Voorzitter Vice-voorzitter Lid (3 x) Belastbare vergoeding Onkostenvergoeding Totaal 6.000 6.000 6.000 0 0 0 6.000 6.000 18.000 Totaal Functie Directeur-bestuurder 30.000 Belastbaar loon Pensioenafdracht (werkgevers- en werknemersdeel) 116.815 25.414 Totaal 142.229 De honorering van de RvC is vastgesteld op basis van de richtlijnen vanuit de VTW. Bij de honorering van de RvC-leden wordt vanaf 2013 rekening gehouden met de WNT en het daarop gebaseerde aangepaste staffelbesluit van november 2013. De honorering van de directeur-bestuurder is tot stand gekomen op basis van de ‘Beloningscode bestuurders woningcorporaties’ en gaat uit van een werkweek van 40 uur. Er worden geen bijzondere vergoedingen of secundaire arbeidsvoorwaarden verstrekt. Qua secundaire arbeidsvoorwaarden wordt 9 aangesloten bij de regelingen die voor de gehele organisatie gelden. Ook zijn er geen variabele beloningscomponenten. De beloning wordt jaarlijks getoetst. In lijn met de WNT en het staffelbesluit van november 2013 blijft de honorering (het bruto maandloon) van de bestuurder in 2014 ongewijzigd. 2.6 Toepassing governancecode Bestuur, commissarissen en medewerkers dienen zich er continu van bewust te zijn dat hun handelen Sprengenland Wonen en de klanten/huurders dient en de toets van integriteit doorstaat. Sprengenland Wonen onderschrijft het belang van integer en transparant handelen van het bestuur, een goed toezicht op het bestuur en het afleggen van verantwoording over het uitgevoerde toezicht. Sprengenland Wonen heeft dan ook een governancestructuur, waarvan de governancecode integraal onderdeel uitmaakt. De governancecode is op de website geplaatst. Het gehele jaarverslag wordt op de website van Sprengenland Wonen gepubliceerd, waardoor ook inzage is in de governancestructuur. 2.7 Het bestuur Het bestuur van Sprengenland Wonen wordt sinds 1 januari 2011 gevormd door de directeurbestuurder, de heer D. de Man (geboortejaar 1952). Hij is tevens de bestuurder van de onder de holding vallende werk-BV’s. De heer De Man is sinds 2011 in dienst van Sprengenland Wonen en heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als bestuurder is hij benoemd voor een periode van 4 jaar, met de nadrukkelijke intentie om (uitgaande van ‘goed functioneren’) deze benoeming te continueren tot aan zijn pensioendatum (in 2018). Naast zijn functie als directeur-bestuurder is hij vice-voorzitter van het VSW-bestuur (het samenwerkingsverband van de vier Apeldoornse woningcorporaties), lid van de Stuurgroep regionale woonruimteverdeling en voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Stichting Woonkeus (de organisatie die de woonruimteverdeling in de regio Stedendriehoek faciliteert). Ook is hij voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Stichting Beheer Woonwagens en Standplaatsen in Apeldoorn en voorzitter van de Stichting Bouwhuis in Apeldoorn. Al deze taken zijn functie-gerelateerd en worden onbezoldigd uitgeoefend. Er is geen sprake van conflicterende nevenfuncties. Zijn nevenfuncties zijn ‘ter toetsing vooraf’ voorgelegd aan de RvC. Minimaal één keer per jaar vindt een functioneringsgesprek plaats tussen de RvC en het bestuur, waarbij vanzelfsprekend naar het verleden wordt gekeken, maar met name de toekomst wordt besproken. In dat gesprek komen ook de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden aan de orde. 2.8 Verantwoording aan belanghouders Sprengenland Wonen wil belanghouders informeren over en betrekken bij het doen en laten van de corporatie, zowel voor- als achteraf. Sprengenland Wonen en de RvC, vanuit haar eigen rol en positie, willen een transparante schakel zijn in een open systeem dat werkt aan zo goed mogelijk voorzien in woonbehoeften in brede zin. Een van de elementen hierin vormt een regelmatige visitatie. Deze heeft in 2012 plaatsgevonden. Hieruit is een aantal verbeterpunten voortgekomen op het gebied van de inrichting van de organisatie, waardering vastgoed en maatregelen rondom projectontwikkeling. Voor de RvC en het werkapparaat vormen deze een permanent aandachtspunt. Samen-Eén De Stichting Huurdersbelangen Samen-Eén, het centrale aanspreekpunt van de huurders, is voor Sprengenland Wonen en de RvC een belangrijke gesprekspartner. Naast het reguliere overleg, waarop in het volkshuisvestingsverslag nader wordt ingegaan, is er jaarlijks overleg tussen het bestuur van Samen-Eén, de directeur-bestuurder en de RvC. Twee van de vijf leden van de RvC zijn benoemd op voordracht van de huurdersbelangenorganisatie. Op basis van een in 2012 overeengekomen convenant wordt de huurdersbelangenorganisatie ook bij de overige benoemingen betrokken. 10 2.9 Verantwoording en controle jaarverslag De RvC verklaart dat Sprengenland Wonen de haar ter beschikking staande middelen uitsluitend heeft aangewend in het belang van de volkshuisvesting. De RvC heeft aan BDO Audit & Assurance BV opdracht verleend voor het controleren van de jaarverslaglegging. Wij hebben de jaarrekening besproken met de accountant en kennis genomen van de bij deze jaarrekening afgegeven controleverklaring. De controleverklaring is opgenomen in dit verslag. De Raad van Commissarissen heeft in haar vergadering van 12 mei 2014 ingestemd met zowel het volkshuisvestingsverslag als de jaarrekening 2013. w.g. Dhr. F. Sterk (voorzitter) w.g. Dhr. M. Bresser (lid) w.g. Dhr. J. van Leeuwen (vice-voorzitter) w.g. Dhr. A.J. Schutte (lid) w.g. Mevr. A.G.M. Vos-Leferink (lid) De bestuurder heeft aansluitend op de hiervoor vermelde instemming het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening 2013 vastgesteld. w.g. Dhr. D. de Man 11 3 Volkshuisvestingsverslag In het jaarplan 2013 hebben we 3 thema’s centraal gesteld: klanten, kernen en kwaliteit. Deze thema’s komen rechtstreeks voort uit het ambitie- en strategiedocument (september 2010). Dit volkshuisvestingsverslag en de hierin vermelde cijfers en aantallen betreffen uitsluitend de toegelaten instelling Sprengenland Wonen. 3.1 Het werkgebied en woningbestand Het werkgebied van Sprengenland Wonen omvat 13 dorpen in het buitengebied van de gemeente Apeldoorn, een deel van de gemeente Brummen (Eerbeek en Hall) en een deel van de gemeente Rheden (Laag-Soeren). Sprengenland Wonen is te karakteriseren als een plattelandscorporatie en speelt als zodanig een onderscheidende rol in de regio Stedendriehoek. In de dorpen wonen ruim 21.000 mensen maar de afzonderlijke kernen variëren sterk in omvang. Eerbeek is de grootste met ruim 10.000 inwoners (3.860 huishoudens), Beemte Broekland de kleinste met ca. 130 bewoners (ca. 45 huishoudens). Bij deze aantallen is niet het uitgebreide agrarische buitengebied meegerekend. De grotere kernen hebben een redelijk tot goed winkel- en voorzieningenniveau. Bewoners van de kleinste kernen zijn qua voorzieningen grotendeels of volledig afhankelijk van grotere kernen in de buurt of één van de steden in de regio Stedendriehoek. We zien het als een opgave om het eigen karakter en de diversiteit van de kleine kernen te behouden en te versterken. Waar mogelijk willen we bijdragen aan het op peil houden van de leefbaarheid en het voorzieningenniveau. 3.1.1 Het woningbezit, ontwikkeling in 2013 Sprengenland Wonen verhuurt en beheert eind 2013 3.036 verhuureenheden, waarvan 2.705 woningen of wooneenheden (incl. woonwagens/standplaatsen en bedden verzorgingshuis). Tegenover de verkoop van 30 woningen stond in 2013 de nieuwbouw van 4 woningen aan de Paalbergweg/Bijdamweg in Hoenderloo. Per saldo is het aantal verhuureenheden in 2013 afgenomen met 27. In 2012 was er nog een toename van 50 verhuureenheden. Tabel: Overzicht omvang en mutaties bezit Mutaties 2012 AF Eind 2012 Woningen Verzilverd Wonen-woningen Sloop BIJ Adm. correctie 2.498 Verkoop (bestaand bezit) definitief ‘TeWoon’ 18 12 Nieuwbouw 4 7 Eind 2013 2.472 7 Wooneenheden 85 Woonwagens/standplaatsen 79 Bedden verzorgingshuis 63 63 4 4 Schoolwoningen Activiteitencentra 85 1 78 5 5 259 259 1 1 Parkeerplaatsen 52 52 Volkstuinen 10 10 Garages Winkel totaal 3.063 1 18 12 12 4 3.036 Sprengenland Wonen verzorgt bovendien het onderhoud aan de woningen en panden die zijn ondergebracht in Vastgoed Beheer Eerbeek BV (27 woningen en 7 bedrijfspanden), enkele VvE’s en enkele woningen die eigendom zijn van Eerbeekse fabrieken. 3.1.2 Overig bezit: zorg- en welzijnsaccommodaties en maatschappelijk vastgoed Uit de visie van Sprengenland Wonen vloeit voort dat we ons willen inzetten voor het huisvesten van bijzondere doelgroepen. Dat gebeurt meer en meer in samenwerking met instellingen, waarbij wij zorgdragen voor de accommodatie en de instelling voor de zorg en hiermee samenhangende dienstverlening. In dit verband gaat het om instellingen voor opvang en huisvesting van ouderen met een ondersteuningsvraag, mensen met een verstandelijke beperking en cliënten met een beperkte mobiliteit. Eind 2013 beheerde Sprengenland Wonen de volgende accommodaties: Tabel: overzicht zorgaccommodaties Locatie Instelling Uddel (De Grote Geezenhegge) J.P. van den Bentstichting aantal doelgroep woningen/ eenheden 6 Cliënten met verstandelijke en/of lichamelijke beperking Eerbeek (Doornbosch Hofstede) Riwis 5 Begeleid wonen Beekbergen (Ruitersmolen) Iris-zorg 12 Begeleid wonen Eerbeek (Horsterdijk) Riwis Beekbergen (Spelderholt) Parc Spelderholt 55 Studenten met verstandelijke beperking Eerbeek (Ringlaan) Philadelphia 18 Verstandelijke en/of lich. beperking Eerbeek (Ringlaan) Riwis 12 Begeleid wonen Eerbeek (Beekwal) Riwis 63 Verzorgings- en verpleeghuis Loenen (Watermolen, Molenbeek) Plurijn 1 2 Begeleid wonen Aan de Wolterbeeklaan (Beekbergen) zijn 12 woningen aangewezen voor begeleid wonen. Deze worden nu nog ‘regulier’ verhuurd. Deze functiewijziging doet zich voor zodra huidige bewoners verhuizen. Tevens beheert Sprengenland Wonen diverse accommodaties, veelal verhuurd aan instellingen met een algemeen maatschappelijke functie, die een impuls geven aan de sociale cohesie en vitaliteit van een dorp en betrokkenheid en activiteit van bewoners. In onderstaand overzicht zijn de accommodaties aangegeven die worden verhuurd aan instellingen met een niet-commerciële maatschappelijke doelstelling. Tabel: overzicht maatschappelijk vastgoed 3.1.3 Locatie Instelling doelgroep Hoenderloo Veldheim Activiteitencentrum Uddel Kon. Wilhelmina Hof Activiteitencentrum Loenen Bruisbeek Activiteitencentrum Loenen Watermolen 23-25 Activiteitencentrum Beekbergen Gem. Apeldoorn Nu gebruikt als klaslokalen, wordt in 2014 omgebouwd tot 4 woningen Laag-Soeren Stg. ‘t Sprengenhus Kulturhus Eerbeek Huygenshof Centrum wijkactiviteiten senioren Oplevering nieuwbouw In 2013 is 1 nieuwbouwproject opgeleverd: Veldheim (Hoenderloo). Dit project betrof in totaal 11 nieuwbouwwoningen, waarvan 4 huurwoningen, 3 woningen voor de vrije verkoop en 4 woningen voor verkoop ‘onder voorwaarden’ (KoopGarant). 13 3.1.4 Toekomstige nieuwbouw, sloop en vervanging Nieuwbouw en sloop/vervangende nieuwbouw is bij uitstek een manier om het woningbezit te vernieuwen en af te stemmen op (toekomstige) wensen en behoeften. In voorgaande jaren heeft een heroverweging (in het kader van dynamisch voorraadbeleid) plaatsgevonden van projecten, wat heeft geleid tot het stopzetten of temporiseren van diverse projecten. Doorslaggevend hierbij was de financiële continuïteit van Sprengenland Wonen: realisatie van alle projecten die destijds nog in portefeuille waren zou een te groot beslag leggen op de financiële middelen. De uitkomst is dat in de periode tot en met 2020 nog 6 projecten verder in ontwikkeling worden genomen. Voor zover nu te overzien betekenen deze plannen bij elkaar geteld de sloop van 70 woningen en de bouw van ca. 160 woningen. Deze projecten verkeren momenteel in verschillende stadia van ontwikkeling. 3.1.5 Verkoop woningen De verkoop van woningen verliep in 2013 goed. In de begroting was rekening gehouden met 20 woningverkopen. Dit zijn er 30 geworden (2012: 14). Hiervan zijn er 12 (2012: 11) met korting verkocht (KoopGarant). Het grootste verschil betreft het aantal definitief verkochte woningen. In 2012 waren dat er 3, in 2013 18. Met 11 kopers is vastgelegd dat men bij verkoop de woningen eerst zal aanbieden aan Sprengenland Wonen. Maar we hebben dan geen afnameplicht, zoals bij KoopGarant wel het geval is. 3.1.6 Kenmerken van het woningbezit Het aantal woningen is in 2013 met 26 afgenomen. Dit betreft vooral de verkoop van eengezinswoningen. In 2013 was er nog sprake van een andere opmerkelijke verschuiving, namelijk de afname van het aantal seniorenwoningen. Deze verschuiving is een gevolg van wijziging van het ‘label’ van deze woningen. De achtergrond hiervan is dat deze woningen niet meer geschikt zijn voor senioren. De indeling en voorzieningen in deze woningen komen niet meer overeen met de woonwensen van veel senioren, waardoor deze minder goed verhuurbaar werden. Deze woningen zijn nog wel geschikt voor kleine huishoudens (jongeren en starters). Het aanbod voor deze doelgroep nam hierdoor toe. Het probleem met betrekking tot de verouderde seniorenwoningen was in 2012 gesignaleerd bij het ontwikkelen van het dynamisch voorraadbeleid. Tegelijkertijd is toen geconcludeerd dat er meer aandacht moet komen voor de huisvesting van senioren om de komende vergrijzingsgolf (vooral 75+) op te vangen. Deze discrepantie is lastig op te lossen, temeer omdat nieuwbouw weinig ruimte biedt om het woningaanbod te vernieuwen. De wijze waarop ingespeeld kan worden op de vergrijzing, staat de komende jaren hoog op de agenda. Tabel: woningbezit naar woningtype en doelgroep Doelgroep: Woningtype: Alle 1-2 Personen Senioren Eengezinswoning 1.592 54 483 Meergez. begane grond 91 25 Meergez. etage geen lift 2 90 Meergez. etage met lift 50 49 Totaal 1.594 285 557 perc. 64 % 12 % 23 % 14 Bijz. doelgroep 6 12 18 36 1% totaal 2.135 128 110 99 2.472 perc. 86 % 5% 4% 4% 100 % 3.2 Kwaliteit van het woningbezit 3.2.1 Dynamisch voorraadbeleid ‘Kwaliteit van het woningbezit’ is meer dan alleen de technische kwaliteit. Het betekent ook dat het woningaanbod aansluit op (veranderende) wensen en behoefte van de huidige en toekomstige bewoners. Het accent ligt hierbij op de beschikbaarheid en betaalbaarheid van voldoende woningen voor de primaire doelgroepen. Om dit goed in kaart te brengen en beleid te formuleren, hebben we een verkenning uitgevoerd welke marktontwikkelingen te verwachten zijn en het huidige bezit in al z’n facetten geanalyseerd. Op basis hiervan hebben we een koers uitgezet wat betreft onderhoud en verbetering van het bezit en verandering van de omvang en samenstelling van het bezit (typologie). Dit alles is getoetst op de financiële haalbaarheid. De beleidsuitspraken in het kader van het dynamisch voorraadbeleid leiden tot zgn. complexbeheerplannen. Hierin is gedetailleerder aangegeven hoe met woningen in een complex moet worden omgegaan bij een woningmutatie, bij onderhoud (zowel dagelijkse reparaties en mutatieonderhoud als planmatig onderhoud), welke verbeteringen in een complex wenselijk of noodzakelijk zijn (waaronder: energetische kwaliteit en duurzaamheid), etc. 3.2.2 Planmatig onderhoud Het planmatig onderhoud is gebaseerd op van tevoren bepaalde onderhoudscycli van diverse ‘woningelementen’ en eigen waarnemingen en inspecties. Wat betreft de aard van de werkzaamheden moet gedacht worden aan vervanging van keukeninrichtingen, badkamers, toiletten, CV-ketels, cascoonderdelen en het buitenschilderwerk. De planning van deze werkzaamheden is opgenomen in een integrale meerjarenbegroting. Bewoners krijgen op diverse onderdelen keuzemogelijkheden voorgelegd, zoals bij het tegelwerk bij badkamer- en toiletverbeteringen en in de uitvoering van keukenvervanging. In 2013 is € 3.326.000 besteed aan planmatig onderhoud. Alle geplande werkzaamheden zijn uitgevoerd. 3.2.3 Duurzaamheid Sprengenland Wonen heeft circa 600 woningen aangewezen voor duurzaamheidsingrepen in de komende 10 jaar. In 2014 zal worden gestart met de uitvoering. In 2013 hebben de gezamenlijke regiocorporaties in Gelderland plannen ingediend om gebruik te kunnen maken van een provinciale stimuleringsregeling. Via deze regeling verstrekt de provincie Gelderland onder voorwaarden € 7.000 per woning voor verbetering van de energetische kwaliteit. Van Sprengenland Wonen zijn 2 projecten gehonoreerd; 41 woningen in 2014 en 73 woningen in 2015. Tevens is Sprengenland Wonen betrokken bij andere lokale initiatieven om samen met gemeenten en corporaties te bespreken hoe ieder een bijdrage aan duurzaamheid kan leveren. Zo maakt Sprengenland Wonen in Apeldoorn deel uit van de werkgroep Duurzame Energiecoöperatie Apeldoorn. Ook in de gemeente Brummen is een soortgelijk overleg gestart. In Loenen loopt een initiatief vanuit bewoners; Loenen Energie Neutraal. Hier werken we ook aan mee. Dit initiatief wordt ondersteund met subsidie van de Provincie. Duurzaamheid is ook onderwerp van gesprek in het kader van prestatieafspraken met gemeenten. 3.2.4 Kwaliteit van het woningbezit: reparatie- en mutatieonderhoud Onder reparatieonderhoud wordt al het onderhoud verstaan dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van individuele meldingen en reparatieverzoeken van huurders. Het mutatieonderhoud wordt uitgevoerd tijdens een huurderswisseling om ervoor te zorgen dat de woning bij de nieuwe verhuur in een goede staat verkeert. 15 In onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel meldingen het betrof en de kosten die hiermee gemoeid waren. 3.2.5 Aantal meldingen kosten Reparatieonderhoud 1760 417.000 Mutatieonderhoud 136 199.000 Individuele geriefsverbeteringen In 2013 zijn bij 7 woningen individuele geriefsverbeteringen uitgevoerd. In totaal ging het om een bedrag van € 23.230. De bewoners dragen met een huurverhoging bij aan het dekken van de kosten van een verbetering. 3.2.6 Woningaanpassingen We werken zoveel mogelijk mee aan het realiseren van woningaanpassingen in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Deze verzoeken worden gedaan via de gemeenten en de kosten worden gedekt door het gemeentelijke WMO-budget. In 2013 ging het om 6 aanpassingen. 3.2.7 Zelf de woning veranderen Sprengenland Wonen wil bewoners zo weinig mogelijk beperkingen opleggen om de woning naar eigen smaak en inzicht aan te passen. Verbeteringen die door bewoners zelf worden aangebracht, worden tevens beloond met ProPoints. Een wezenlijk onderdeel van het ZAV-beleid is dat Sprengenland Wonen ook een adviserende rol wil spelen in de richting van bewoners. 3.2.8 Fonds Huurdersonderhoud en Glasfonds Fonds Huurdersonderhoud Kleine reparaties waarvoor huurders zelf verantwoordelijk zijn, kan men laten uitvoeren door Sprengenland Wonen. Huurders die hiervoor kiezen nemen in dat geval deel aan het Fonds Huurdersonderhoud waar men een bijdrage aan betaalt. Eind 2013 maakten 2.140 huurders gebruik van het fonds. Er werd 1.123 keer een werkopdracht in het kader van het fonds uitgeschreven (totale kosten € 96.109). De kosten worden gedekt door de huurdersbijdragen. Glasfonds Via Sprengenland Wonen kunnen huurders deelnemen aan het glasfonds, waarmee eventuele glasschade kan worden gedekt. Eind 2013 namen 2.380 huurders deel aan dit fonds. Er werd 85 keer een beroep gedaan op het glasfonds (totale kosten € 18.978). De kosten werden in 2013 volledig gedekt door de huurdersbijdragen. 3.3 Verhuren van woningen en huisvesten van doelgroepen 3.3.1 Betaalbaarheid en huurbeleid Sprengenland Wonen is er in de eerste plaats voor primaire doelgroepen. Dit komt vooral ook tot uitdrukking in het (ver)huurbeleid. Vanuit een oogpunt van bereikbaarheid en betaalbaarheid hebben we in het kader van ons huurbeleid gesteld dat maximaal 5% van het aanbod een streefhuur mag hebben boven deze huurtoeslaggrens (€ 681,02). De groep woningen die deze grens mogen overschrijden zijn van tevoren bepaald. In de huidige marktomstandigheden menen we dat het verantwoord is om van dit beperkte aantal woningen een relatief hoge huur te vragen. We zien een langzame verschuiving van woningen die eerst in een lage huurprijscategorie vielen, naar huurprijzen vanaf € 536,--. Deze verschuiving treedt op omdat bij een huurderswisseling een nieuwe huurprijs wordt bepaald op basis van de streefhuur. 16 Desondanks slagen we er in om het overgrote deel van het aanbod onder de huurtoeslaggrens te houden. Ongeveer 10% van het woningbezit is laag geprijsd, namelijk tot € 374. Dit betreft vooral woningen die geschikt of bedoeld zijn voor jongeren. In het kader van het dynamisch voorraadbeleid en ons huurbeleid vinden we dat dit aandeel in de komende 10 jaar mag afnemen, omdat de omvang van die doelgroep beperkt is. Bovendien kunnen jongeren ook terecht in een groot deel van het overige bezit. Tabel: Huurniveau per eind 2013: Woningtype: Doelgroep: Eengezins Alle doelgroepen 1-2 personen Senioren Bijz. doelgroepen Meergezins Alle doelgroepen 1-2 personen Senioren Bijz. doelgroepen Totaal perc. Huurprijscategorie < 374 374 – 536 536 - 574 130 1.102 146 9 43 13 413 32 4 2 94 94 18 66 1 12 12 2 258 1.730 205 10 % 70 % 8% 574 - 681 181 2 24 > 681 33 21 6 4 238 10 % 4 1 1 2 41 2% totaal 1.592 54 483 6 2 231 74 30 2.472 100 % Jaarlijkse huurverhoging Per 1 juli zijn de huren verhoogd. De landelijke overheid heeft de mogelijkheid geboden om deze huurverhoging afhankelijk te maken van de hoogte van het inkomen. Sprengenland Wonen heeft hiervan gebruik gemaakt. In tegenstelling tot de ervaring van corporaties elders in het land, kregen we via de Belastingdienst de beschikking over de inkomensgegevens van het overgrote deel van de huishoudens. Dit was voldoende om de inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen. Bij de toepassing van de huurverhoging hebben we de landelijk huurverhogingspercentages gevolgd; Inkomen tot € 33.614: Inkomen tussen de € 33.614 en € 43.000: Inkomen hoger dan € 43.000: vastgestelde inkomenscategorieën en huurverhoging 4 % huurverhoging 4,5 % huurverhoging 6,5 % Bij de uitwerking hebben we enkele randvoorwaarden gehanteerd: * Voor de 2 eerste inkomensgroepen mag de nieuwe huur per 1 juli niet hoger worden dan de streefhuur. Als de streefhuur hoger is dan de huurtoeslaggrens, is deze laatste als maximum gehanteerd. In deze gevallen hebben we de huurverhoging ‘afgevlakt’ tot op het niveau van de streefhuur resp. huurtoeslaggrens. Hiermee willen we voorkomen dat de jaarlijkse aanpassing leidt tot ongewenst hoge huurprijzen voor de primaire doelgroepen. * voor woningen die reeds een huur hebben boven de huurtoeslaggrens (€ 681) is de huurverhoging beperkt tot 2,5 %. Dit, omdat het een kwetsbare groep woningen betreft vanuit een oogpunt van verhuurbaarheid. Naast deze uitgangspunten geldt een aantal uitzonderingen. De grootste groep zijn de woningen die onderdeel zijn van een herstructureringsproject. Met deze bewoners is afgesproken dat hun huur niet wordt verhoogd. Het resultaat was dat bijna 90% een ‘reguliere’ huurverhoging heeft gehad. Voor de overige ca. 10% gold een afwijkend percentage vanwege het bereiken van de streefhuur of huurtoeslaggrens of omdat op betreffende woningen een uitzondering van toepassing was. 17 Tabel: Resultaat huurverhoging 2013 Inkomen Tot € 33.614 Regulier ‘afgevlakt’ € 33.614 - € 43.000 Regulier ‘afgevlakt’ Vanaf € 43.000 Regulier ‘afgevlakt’ Inkomen niet bekend Regulier ‘afgevlakt’ Overig (uitzonderingen) Percentage huurverhoging Aantal 4% 1.304 0–4% 80 4,5 % 306 0 – 4,5 % 13 6,5 % 504 nvt 19 4% 126 0–4% 20 0 – 2,5 % 132 Bezwaren Er zijn 88 bezwaren ingediend, gericht op de inkomensafhankelijke verhoging. In 40 gevallen hebben we zonder tussenkomst van de huurcommissie het bezwaar van de huurder gehonoreerd en 11 bezwaren zijn door de betreffende huurders bij nader inzien ingetrokken. Uiteindelijk zijn 17 bezwaren voorgelegd aan de huurcommissie. Slechts 2 bezwaren zijn door de huurcommissie gegrond verklaard. 3.3.2 Woonruimteverdeling Wat betreft woonruimteverdeling werkt Sprengenland Wonen samen met andere regiocorporaties in Woonkeus. Voor vrijkomend aanbod in Laag-Soeren (formeel vallend onder de woonruimteverdeling in het KAN-gebied) gelden afzonderlijke afspraken met de gemeente Rheden. 3.3.3 Vrijgekomen aanbod bestaand bezit In 2013 zijn 144 woningen (opnieuw) verhuurd. In 140 gevallen betrof het een nieuwe verhuring vanwege een verhuizing in bestaand bezit. De overige 4 verhuringen betrof nieuwbouw. De 140 verhuringen in bestaand bezit leverden voor 2013 een mutatiepercentage op van 5,7%. Dit is nagenoeg gelijk aan 2012 (5,6%) en beduidend lager dan 2011 (7,2%). Het aantal beschikbare woningen was in 2013 aanzienlijker lager dan het jaar daarvoor. Dit komt vooral doordat in 2012 55 woonunits waren opgeleverd voor jongere studenten (Spelderholt). Reacties op het aanbod Van de 140 woningen die van huurder wisselden in 2013, zijn er 108 aangeboden via Woonkeus. Gemiddeld kwamen hierop 22 reacties binnen. Dit is iets lager dan in 2012 (22). Dit bevestigt de algemene trend van enigszins teruglopende aantallen reacties. 2013 was het eerst volle kalenderjaar dat de verdeling van vrijkomend aanbod is aangeboden via Woonkeus Stedendriehoek. Voorheen was de woonruimteverdeling voor Eerbeek en Hall afzonderlijk georganiseerd. 3.3.4 Toewijzingen In de onderstaande tabel is het aantal woningtoewijzingen in 2013 aangegeven, onderverdeeld naar huurklassen, leeftijd, huishoudengrootte en inkomenscategorieën. 18 Tabel: toewijzingen naar huishoudengrootte, leeftijd en inkomen grootte huishouden/ leeftijd categorie woningen inkomen totalen goedkoop betaalbaar 1 betaalbaar 2 duur aantal perc. 1 persoon Tot 65 jaar 65 jaar en ouder < 21.025 8 14 20 > 21.025 2 11 13 < 21.100 1 3 7 > 21.100 1 2 42 29 27 19 11 8 2 1 21 15 9 6 57 2 personen Tot 65 jaar 65 jaar en ouder < 28.550 5 14 > 28.550 2 1 7 < 28.725 4 6 10 7 > 28.725 1 2 3 2 < 28.550 4 7 11 8 > 28.550 1 5 2 8 5 13 46 81 4 144 9 32 56 3 1 30 3 of meer personen Tot 65 jaar 65 jaar en ouder < 28.725 13 > 28.725 Totaal - aantal Totaal - percentage 100 100 Toelichting op de tabel: Onder ‘inkomen’ zijn de grenzen aangehouden zoals deze golden voor de huurtoeslag in 2013. Bij ‘Categorie woningen’ zijn eveneens de huurgrenzen aangehouden zoals deze in 2013 golden bij de toepassing van huurtoeslag: Goedkoop: kwaliteitskortingsgrens, huurprijs tot € 374,44. Betaalbaar 1: tot aftoppingsgrenzen: € 535,91 voor één- en tweepersoonshuishoudens en € 574,35 voor huishoudens van 3 personen en meer. Betaalbaar 2: woningen met een huurprijs vanaf deze aftoppingsgrenzen tot maximale huurgrens € 681,02. Duur: woningen met een huurprijs vanaf € 681,02. Tabel: toewijzingen naar leeftijd en inkomen onder of boven de huurtoeslaggrens categorie woningen goedkoop totalen betaalbaar 1 betaalbaar 2 duur aantal perc. Tot 65 jaar < huurtoeslaggrens 10 23 41 > huurtoeslaggrens 2 13 25 74 51 44 31 1 7 3 13 21 14 2 5 4 13 46 81 4 9 32 56 3 4 82 65 jaar en ouder < huurtoeslaggrens > huurtoeslaggrens Totaal - aantal Totaal - percentage 144 100 100 Tabel: toewijzingen naar inkomen onder of boven de huurtoeslaggrens categorie woningen goedkoop totalen betaalbaar 1 betaalbaar 2 duur aantal perc. < huurtoeslaggrens 11 30 54 95 66 > huurtoeslaggrens 2 16 27 4 49 34 13 46 81 4 144 9 32 56 3 Totaal - aantal Totaal - percentage 19 18 100 3.3.5 Toewijzingen aan huishoudens met een inkomen tot € 34.229 Volgens de zgn. EU-maatregel moeten corporaties tenminste 90% van het vrijgekomen aanbod onder de € 681,02 toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot maximaal € 34.229. In 2013 is dat gelukt bij 94% van het woningaanbod. De 4 toewijzingen van woningen met een huur boven de € 681,02 zijn in de onderstaande tabel niet meegenomen omdat deze niet vallen onder de EU-maatregel. Tabel: toewijzingen bestaand bezit , nieuwbouw en boven/onder de EU-inkomensgrens inkomen huishouden < € 34.229 aantal Bestaand bezit Nieuwbouw Totaal - aantal 3.3.6 totalen > € 34.229 aantal perc. perc. aantal perc. 127 93 9 7 136 100 4 100 - - 4 100 131 94 9 6 140 100 TeWoon Per eind 2013 was ongeveer een derde (883 woningen) van het woningbezit aangemerkt als TeWoon. Veelal gaat het om eengezinswoningen. In 2013 zijn 16 woningen verkocht in het kader van TeWoon (KoopGarant). Het betrof 4 nieuwbouwwoningen en 12 woningen uit bestaand bezit. Inclusief de verkopen in de voorgaande jaren waren per eind 2013 74 woningen via KoopGarant verkocht. TeWoon is indertijd geïntroduceerd als een manier om de keuzevrijheid van woningzoekenden te vergroten. Er is ook een aantal nevendoelstellingen die in de huidige (woning)marktomstandigheden een belangrijke rol spelen. De eerste is dat met TeWoon een mogelijkheid geboden wordt aan in het bijzonder huishoudens met een middeninkomen (ca. € 34.000 - € 50.000) om een woning te kopen. Ondermeer starters kunnen hiervan gebruik maken. Ten tweede leveren woningen, die via een TeWoon-variant worden verkocht, voor Sprengenland Wonen financiële middelen op die essentieel zijn voor investeringen elders in de bestaande voorraad of in nieuwbouw. In de praktijk is er weinig belangstelling meer voor het oorspronkelijke TeWoon-concept, waar ook huurvarianten onderdeel van uitmaken. Dat heeft er toe geleid dat een beschikbaar komende TeWoon-woning ‘met voorwaarden’ te koop wordt aangeboden. Onder ‘met voorwaarden’ moeten eventuele kortingsregelingen worden verstaan of andere afspraken die het voor middeninkomens interessant maken om de woning te kopen. Huurvarianten Als gevolg van voorgaande is het aantal contracten op basis van een huurvariant erg beperkt. Eind 2013 telden we 4 van dergelijke contracten (Huurvast en Huurzeker). 3.3.7 Huisvesting specifieke aandachts- en doelgroepen Senioren De huisvesting van senioren is een expliciet aandachtspunt voor Sprengenland Wonen. Ongeveer een kwart van het bezit is bedoeld of geschikt voor senioren. Vanwege demografische ontwikkelingen zal de betekenis van seniorenhuisvesting in de toekomst alleen maar toenemen. Starters Starters hebben altijd al extra aandacht gehad in het kader van het huisvestingsbeleid. De meest recente ontwikkelingen op de woningmarkt maken het er in het bijzonder voor starters niet makkelijker op om een woning te vinden. Een groot deel van het woningaanbod van Sprengenland Wonen is (ook) toegankelijk voor kleine huishoudens. Dit betekent dat de toewijzingscriteria geen beperkingen opleggen voor starters om een 20 woning te verkrijgen. Desondanks blijkt dat starters een geringere slaagkans hebben dan overige woningzoekenden. Om die reden is in 2012 in Woonkeus-verband gestart met een zgn. spoedzoekersmodule. Dit wil zeggen dat een deel van de woningen niet wordt toegewezen op basis van inschrijftijd maar door loting. Sprengenland Wonen heeft op deze manier 4 woningen aangeboden. Hierop kwamen gemiddeld 35 reacties. 3.3.8 Opvang en huisvesting overige doelgroepen Statushouders Sprengenland Wonen levert een aandeel in het huisvesten van statushouders. Dit gebeurt op basis van gemeentelijke taakstellingen. Deze opgave wordt ingevuld in overleg met collega-corporaties en de betreffende gemeente. In Eerbeek zijn in 2013 2 statushouders gehuisvest. In de gemeente Apeldoorn worden de statushouders veelal gehuisvest in Apeldoorn omdat de omliggende dorpen vanwege de ligging weinig in trek zijn bij statushouders. In 2013 werd in dit opzicht dan ook geen beroep gedaan op Sprengenland Wonen. Als wij vanwege gebrek aan animo ons aandeel in de huisvesting van statushouders niet halen, wordt dit ‘gecompenseerd’ met een groter aandeel in de huisvesting van andere bijzondere aandachtsgroepen. Vrouwenopvang Sprengenland Wonen heeft afspraken met HERA-vrouwenopvang om hulp te bieden bij het vinden van huisvesting voor vrouwen die via HERA zijn opgevangen. In 2013 heeft HERA 1 keer een beroep gedaan op Sprengenland Wonen. Het betreffende huishouden is een woning toegewezen in Beekbergen. ‘Opstap-woningen’ Met meerdere gezondheidszorginstellingen heeft Sprengenland Wonen afspraken over het stapsgewijs (zelfstandig) huisvesten van cliënten die tijdelijk in een instelling verbleven. Het gaat om mensen die (tijdelijk) niet zelfstandig kunnen wonen en met begeleiding en ondersteuning vanuit de instelling geleid worden in de richting van een zelfstandig bestaan. Hiervoor worden aan de Wolterbeeklaan in Beekbergen 4 woningen permanent beschikbaar gehouden. Daarnaast komt het ook voor dat in overleg met de instelling(en) cliënten meteen worden gehuisvest in een ‘reguliere’ huurwoning, maar als tussenstap de betreffende woning wordt verhuurd aan de instelling. In dit geval gaat het om een telkens wisselend aantal woningen. Eind 2013 betrof dit 5 woningen. Zodra de situatie zich hiervoor leent, wordt tussen Sprengenland Wonen en de excliënt een huurovereenkomst gesloten. Woonwagenstandplaatsen Sprengenland Wonen heeft een aantal woonwagenlocaties in beheer. In Eerbeek gaat het om een locatie aan de Kattedoorn. Hier worden nu nog 2 standplaatsen verhuurd. In beide gevallen zijn de woonwagens in eigendom van de bewoners. Drie van de oorspronkelijke vijf standplaatsen op deze locatie worden niet meer verhuurd. In Laag-Soeren bevindt zich een locatie met eveneens 2 standplaatsen. Ook hier zijn de wagens eigendom van de bewoners. In het buitengebied van Apeldoorn, nabij Wenum Wiesel, bevindt zich de woonwagenlocatie ‘De Haere’, met 65 standplaatsen, waarvan 9 met huurwagens. Vanwege formele redenen is Sprengenland Wonen eigenaar van de standplaatsen (erfpacht) en de huurwagens. Het beheer is ondergebracht in BWSA, een samenwerkingsverband van de Apeldoornse corporaties. De kosten worden naar evenredigheid via BWSA gedragen door de Apeldoornse corporaties gezamenlijk. De praktische uitvoering van het beheer is opgedragen aan Nijbod Consultancy BV. 21 3.4 Sociaal beleid: zorg, welzijn en leefbaarheid Sociaal beleid is in de visie van Sprengenland Wonen integraal onderdeel van alle kernactiviteiten. Er is een aantal activiteiten die een expliciete aanvulling vormen op de overige kernactiviteiten. 3.4.1 (Preventieve) woonbegeleiding Als zich bij huurders problemen voordoen, probeert Sprengenland Wonen een bijdrage te leveren deze op te lossen. Dat kan door via de woonconsulenten gesprekken aan te gaan met betrokkenen of door inschakeling van andere instanties (bijv. politie, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, etc.). De problemen waarop in dit verband wordt gedoeld hebben met name betrekking op (buren)overlast en schuldenproblematiek. Medewerkers van Sprengenland Wonen signaleren ook regelmatig ‘problematiek achter de voordeur’ die soms wel, maar vaak ook niet wonen-gerelateerd is. Het ligt dan minder op de weg van Sprengenland Wonen hierin een actieve rol te spelen. Doordat Sprengenland Wonen deelneemt aan netwerken van hulpverleningsinstanties, is het wel mogelijk om dergelijke situaties met andere professionals door te spreken. Dit gebeurt onder andere in het ‘sociaal overleg’ in Eerbeek. Het succes van woonbegeleiding schuilt in 2 zaken: vroegtijdige signalering/interventie en de samenwerking met andere hulpverleners. Hierdoor is het mogelijk om escalatie en cumulatie te voorkomen. Is de problematiek lastiger op te lossen, dan wordt met de huurder ‘preventieve woonbegeleiding’ overeengekomen. In 2013 is dit voor 16 huurders/huishoudens aan de orde geweest. Dit is een aanmerkelijke stijging. In 2012 betrof dit nog slechts 3 huishoudens. Deze stijging is een gevolg van bewust beleid: in voorkomende situatie wordt nu eerder aangestuurd op preventieve woonbegeleiding in plaats van een laatste kanscontract. Zo’n laatste kanstraject brengt voor de verhuurder aanzienlijk meer kosten met zich mee. 3.4.2 Laatste kansbeleid Laatste kansbeleid is er op gericht om bewoners die vanwege overlast of huurschulden dreigen te worden ontruimd op basis van een gerechtelijke uitspraak, alsnog de mogelijkheid te bieden te blijven wonen. Dit kan dan alleen onder strikte voorwaarden en met een begeleidingsprogramma. De mogelijkheden die preventieve woonbegeleiding had kunnen bieden zijn in dergelijke gevallen uitgeput. Sprengenland Wonen neemt deel aan het laatste kansbeleid zoals dat is ontwikkeld in het Apeldoornse werkgebied. Eenzelfde werkwijze wordt ook gehanteerd in het Brummense werkgebied, in samenwerking met de Stichting Welzijn Brummen. Eind 2013 waren op 2 huurders afspraken en overeenkomsten van toepassing voortvloeiend uit het laatste kansbeleid. 3.4.3 Ontruimingen Met preventieve woonbegeleiding en het laatste kansbeleid probeert Sprengenland Wonen daadwerkelijke ontruimingen te voorkomen. In 2013 zijn 11 vonnissen tot huurbeëindiging/ontruiming uitgesproken. De meeste huurders hebben vervolgens alsnog de achterstand geheel of gedeeltelijk betaald, waarvan met 1 huurder een laatste kanscontract is afgesloten. Uiteindelijk hebben 3 huurders de achterstand niet voldaan. Deze hebben voor de datum van ontruiming zelf de sleutels ingeleverd, waardoor uiteindelijk geen enkele daadwerkelijke ontruiming hoefde plaats te vinden. 3.4.4 Overlast en buurtbemiddeling Vanuit Sprengenland Wonen wordt actief aandacht besteed aan kwesties die te maken hebben met leefbaarheid. Het kan hierbij gaan om burenoverlast/-conflicten tussen individuele huishoudens/bewoners, om negatieve ‘uitstraling’ op de woonomgeving/buurt vanwege gedrag of activiteiten (bijv. illegale bedrijfsactiviteiten/handel, hennepplantages, etc.) of klachten met betrekking tot de kwaliteit van de woonomgeving. In 2013 zijn 121 overlastmeldingen geregistreerd. De wijze waarop een melding wordt opgepakt is uiteraard sterk afhankelijk van de aard en omvang. Met buurtbemiddeling wordt geprobeerd te komen tot een minnelijke en een duurzame oplossing van 22 een buren-/buurtconflict. De daadwerkelijke bemiddeling gebeurt door vrijwilligers, die een onafhankelijke positie in kunnen nemen en hiervoor speciaal getraind zijn. In de gemeenten Rheden en Brummen is deze buurtbemiddeling georganiseerd via een samenwerkingsverband waar ook Sprengenland Wonen aan deelneemt. In 2013 is in het gehele werkgebied in 10 situaties buurtbemiddeling ingeschakeld. 3.5 Participatie, overleg en communicatie met bewoners 3.5.1 Kernenvisies en betrokkenheid van bewoners en lokale ‘partijen’ bij leefbaarheid ‘Leefbaarheid’ behoort iets te zijn van de bewoners zelf. Om die reden is Sprengenland Wonen er veel aan gelegen de bewoners (en overige lokale ‘partijen’) hierbij actief te betrekken. Met speciale activiteiten in wijken en dorpen proberen we de betrokkenheid en participatie van bewoners te bevorderen. Het gaat hierbij om het aanspreken van individuele bewoners om een bijdrage te leveren aan een collectieve activiteit of het bevorderen van samenwerking tussen bestaande organisaties. In 2013 hebben we dat gedaan door een tuinendag te organiseren in de Eerbeekse Enk en door bijeenkomsten te organiseren in enkele straten in Eerbeek en Loenen om achterpaden op te knappen. In Uddel en Beekbergen hebben we in 2013 een wijkschouw georganiseerd. Daarnaast zijn deze activiteiten bij uitstek een manier om signalen op te vangen die onder de bewoners leven. Hier wordt geprobeerd meteen een actie aan te verbinden om knelpunten op een korte termijn op te lossen of anderszins wensen te honoreren. 3.5.2 Samen-Eén Sprengenland Wonen steunt de huurdersorganisatie financieel. De samenwerkingsovereenkomst is overeenkomstig de uitgangspunten van de Aedescode. In 2013 is er 6 keer overleg geweest met de huurdersorganisatie. De volgende onderwerpen zijn besproken: * jaarverslag 2012 * begroting 2014 * servicekosten en fonds huurdersonderhoud * brochure overlast * ondernemingsplan * diverse projecten * TeWoon- en verkoopbeleid Per 31 december 2013 heeft de huurdersorganisatie een nieuwe voorzitter. Dhr. J. van Sabben, die deze rol lange tijd heeft vervuld, is opgevolgd door mevr. J. v.d. Meer. In de loop van 2013 is dhr. C. Bosman toegetreden tot Samen Eén. 3.5.3 Dorpsraden en kernvisies Behalve met de eigen huurdersorganisatie, wil Sprengenland Wonen zich ook zo goed mogelijk verstaan met de dorpsraden. Deze dorpsraden hebben een rol en functie naar de totale bevolking van de betreffende kern. Voor Sprengenland Wonen betekent dit dat deze organisaties een goed aanspreekpunt en klankbord vormen. 3.5.4 Informeren van huurders Vooral bij het herstructureren van complexen door sloop en vervangende nieuwbouw is goede communicatie met en betrokkenheid van de huurders cruciaal. Dit verloopt langs 2 lijnen. De bewoners worden collectief geïnformeerd door bewonersavonden en nieuwsbrieven. Daarnaast wordt de individuele situatie besproken tijdens huisbezoeken, tijdens een spreekuur of anderszins op afspraak. 23 Het omvangrijkste project met een dergelijke aanpak en benadering is de Eerbeekse Enk in Eerbeek (86 woningen). Dit project verkeert in de fase van uithuizing van de huidige bewoners, van wie sommigen de wens hebben terug te keren zodra de nieuwbouw is gerealiseerd. Om de dienstverlening zo dicht mogelijk bij de bewoners te organiseren is in de buurt een woning ingericht als informatiepunt en voor het houden van spreekuren eens per 14 dagen. Spreekuren Vanwege de grote afstanden in het werkgebied en de decentrale ligging van ons kantoor houden we in Uddel, Beekbergen en Hoenderloo eens per week of 2 weken spreekuren. Belangrijke communicatiemiddelen met de huurders en de woningzoekenden vormen de website, het bewonersblad ‘Nieuwsbron’ en informatiebrochures. Voor het raadplegen van en reageren op ons woningaanbod is Woonkeus een belangrijke informatiebron. 3.5.5 ProPoints Sinds enkele jaren wordt met behulp van ‘ProPoints’ goed gedrag van huurders beloond en gestimuleerd. In 2013 is gewerkt aan het op een nieuwe leest schoeien van ProPoints. Het accent is veel meer komen te liggen op het belonen van de actieve bijdrage van bewoners (incl. ‘participatie’) aan verbetering van de woning of woonomgeving. De verdiende punten kunnen worden besteed aan zaken die de woning en het wooncomfort ten goede komen. In dit systeem heeft ‘duurzaamheid’ expliciete aandacht gekregen. Er zijn in 2013 extra activiteiten georganiseerd in Eerbeek, Beekbergen, Loenen, Uddel en Hoenderloo om Propoints meer onder de aandacht te brengen. 3.5.6 Geschillencommissies Geschillencommissie Sprengenland Wonen/Woningstichting Brummen Als huurders een geschil hebben met Sprengenland Wonen waarover geen overeenstemming bereikt kan worden, kan men zo’n geschil voorleggen aan een geschillencommissie. Sprengenland Wonen heeft samen met Woningstichting Brummen de uitvoering van deze regeling ondergebracht bij Woonkeus. Continuïteit en professionaliteit is op deze wijze het beste gewaarborgd. In 2013 zijn geen geschillen aanhangig gemaakt. Geschillencommissie woonruimteverdeling Woonkeus Voor klachten over het reageren op het woningaanbod kunnen woningzoekenden terecht bij de regionale geschillencommissie (‘Commissie voor bezwaar en beroep’) van Woonkeus Stedendriehoek. In 2013 zijn geen zaken aangemeld die betrekking hadden op Sprengenland Wonen. 3.6 Sprengenland Wonen en haar omgeving: belanghouders en samenwerkingsverbanden Sprengenland Wonen wil in een voortdurende wisselwerking met haar omgeving werken. Daarom wordt groot belang gehecht aan samenwerking met instellingen en organisaties die op de één of andere manier raken aan de werkzaamheden van Sprengenland Wonen. Voor Sprengenland Wonen is dit een integraal onderdeel van haar werkwijze en van de activiteiten. Vandaar dat in dit jaarverslag op meerdere plaatsen impliciet ook de samenwerking met instellingen en organisaties al is beschreven. 3.6.1 Samenwerking met collega-corporaties Sprengenland Wonen zoekt de samenwerking met collega’s in het werkgebied. Per gemeente neemt dat verschillende vormen aan en de intensiteit verschilt eveneens per situatie. Zo zijn er overlegvormen waarbij het vooral gaat om informatie-uitwisseling, maar de samenwerking kan ook vormen aannemen om een wederzijds zakelijk of praktisch doel te dienen. 24 De samenwerking met Woningstichting Brummen betreft de afstemming van verschillende beleidsthema’s binnen de gemeente Brummen. Daarnaast wordt waar mogelijk ook in praktische zin samengewerkt of is er afstemming. Op het gebied van woonruimteverdeling is er sprake van een gezamenlijk beleid en er is een gezamenlijke geschillencommissie. De samenwerking met de Apeldoornse corporaties krijgt vooral z’n beslag in de VSW (Verenigde Samenwerkende Woningcorporaties in Apeldoorn). Ook hier gaat het om afstemming van verschillende beleidsthema’s, zoals de prestatieafspraken met de gemeente Apeldoorn en de mogelijkheid van een gezamenlijk strategisch voorraadbeleid. Ook praktische samenwerking krijgt vorm via de VSW, zoals het beheer van woonwagenlocatie De Haere. Waar mogelijk en opportuun zoekt Sprengenland Wonen ‘bilaterale’ praktische samenwerking, zoals op het gebied van automatisering. Samenwerking op regionaal niveau spitst zich toe op de woonruimteverdeling die regionaal is georganiseerd via Woonkeus Stedendriehoek. In dit samenwerkingsverband hebben overigens niet alleen corporaties zitting maar ook gemeenten. Sprengenland Wonen voelt zich verwant met de andere corporaties die werkzaam zijn in het landelijke gebied van de Stedendriehoek. Er is weliswaar geen (formele) overlegvorm, maar waar nodig en wenselijk zoeken deze corporaties elkaar wel op vanwege hun positie als ‘plattelandscorporatie’. 3.6.2 Samenwerking en prestatieafspraken met lokale overheden De huidige prestatieafspraken met de gemeente Apeldoorn dateren uit 2003 en betreffen de periode 2003-2010. Sinds 2009 is er overleg gaande tussen de gemeente Apeldoorn en de gezamenlijke Apeldoornse corporaties (verenigd in de VSW) om te komen tot nieuwe prestatieafspraken. Gesprekken zijn gaande over de praktische vertaling van de Apeldoornse Woonagenda (onlangs aangenomen door de gemeenteraad) in prestatieafspraken. Deze zouden rond de zomer besluitrijp moeten zijn. Met de gemeente Rheden zijn sinds eind 2012 nieuwe prestatieafspraken van kracht. Dit geldt ook voor de gemeente Brummen. In het laatste geval trekken we samen op met de Brummense collega-corporatie. In de drie gemeenten waarin Sprengenland Wonen werkzaam is, is er regelmatig ad hoc overleg op verschillende niveaus, zowel bestuurlijk als ambtelijk. 3.6.3 Zorg, woonservicegebieden en samenwerking Sprengenland Wonen is nauw betrokken bij initiatieven en ontwikkelingen die de zorg aangaan. Dit vloeit voort uit de maatschappelijke taak en positie van de corporatie. De scheiding van wonen en zorg, de vergrijzing van de bevolking en het leveren van zorg aan huis, brengen de vraag met zich mee hoe zorgverlening en wonen zo goed mogelijk op elkaar aangesloten kunnen worden. In het werkgebied van Sprengenland Wonen is er een brede en structurele samenwerking tussen de diverse partijen, waaronder de gemeentelijke overheden. Per gemeente neemt dat overigens verschillende vormen aan. Zo is in de gemeente Apeldoorn jaarlijks een afstemmingsoverleg op gemeentelijk niveau rondom de vorming van woonservicegebieden en zijn er enkele keren per jaar netwerkbijeenkomsten. In de gemeente Brummen is er het ‘groen- en grijs-overleg’, waaraan lokale overheid, diverse instellingen en organisaties deelnemen. Op het niveau van de afzonderlijke woonkernen zijn er overleg- en samenwerkingsverbanden om woonservicegebieden tot stand te brengen, waar Sprengenland Wonen eveneens bij betrokken is. De voortgang in de gesprekken en de slaagkans is overigens plaatselijk zeer verschillend en sterk afhankelijk van lokaal draagvlak. 25 3.6.4 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Sprengenland Wonen neemt deel aan de klankbordgroep WMO van de gemeente Apeldoorn. In 2013 hebben geen bijzonderheden plaatsgevonden. Wat betreft Eerbeek is er ad hoc afstemming met de gemeente Brummen. 3.6.5 Sponsorbeleid Met sponsoring willen we bijdragen aan duurzaamheid en leefbaarheid van de kernen. We willen hiermee onze maatschappelijke betrokkenheid uitdrukken en steun geven aan lokale initiatieven. In o o o o o o o 2013 werden de volgende projecten gesponsord, voor een totaalbedrag van € 10.950 Stichting KIEMM (Kinderen in Eerbeek Maken Muziek) (2012 en 2013) Vrienden van de Kiboe (kinderboerderij) HTOV Buurtbus Eerbeek Voedselbank Apeldoorn Galerie De Stek Eerbeek (korting op huur pand) Toneelvereniging KDO Eerbeek (korting op huur pand) Uitgave: Onderweg naar het Fietsexamen (eenmalig) 26 3.7 Financiële continuïteit Binnen het BBSH is de financiële continuïteit één van de aandachtsvelden. Dat betekent dat een corporatie ook in de toekomst het woningbezit goed moet kunnen onderhouden en verbeteren, exploitatierisico’s moet kunnen opvangen en de doelgroepen van beleid betaalbaar moet kunnen huisvesten. Daarvoor is onder meer een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt tegen concurrerende kosten noodzakelijk. Op grond van de gegevens, zoals opgenomen in dit jaarverslag, kan worden gesteld dat bij Sprengenland Wonen de financiële continuïteit voldoende gewaarborgd is. Alle activiteiten zijn gericht op ‘het gebied van de volkshuisvesting’ en eventuele batige saldi worden daarvoor ingezet. Het uitvoeren van onderhoud en projecten vormt een belangrijk aandachtspunt. Hier gaat veel geld in om en deze activiteiten gaan vaak gepaard met risico’s, onzekerheden en langlopende trajecten. Dat betekent dat zorgvuldige procedures en besluitvormingstrajecten nodig zijn. Sprengenland Wonen vult dit in met een adequate organisatie en good governance. 3.7.1 Jaarresultaat Het enkelvoudig jaarresultaat over 2013 bedraagt € 817.000 positief. In 2012 was het jaarresultaat € 2.997.000 positief. Het jaarresultaat wordt ten gunste gebracht van het eigen vermogen. 3.7.2 Financieringspositie De leningportefeuille kent per 31 december 2013 een omvang van circa € 88 miljoen. Het overgrote deel van deze leningen is geborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en de overige leningen door de gemeente Brummen. De gemiddelde vermogensvoet bedraagt 3,78% (2012 : 3,93%). Het voor de lange termijn beheersbaar houden van de rentecomponent is essentieel voor de financiële continuïteit. Daarnaast bestaat er een schuld op lange termijn van circa € 11 miljoen in verband met terugkoopverplichting van verkopen onder voorwaarden. 3.7.3 Financiële ratio’s Er wordt zowel intern als extern steeds vaker gestuurd op meerdere financiële ratio’s. Waren in het verleden de solvabiliteit, liquiditeit en kasstromen de belangrijkste ratio’s, tegenwoordig wordt er, mede ingegeven door onze toezichthouders, ook gekeken naar andere ratio’s. Met ingang van het jaarverslag 2013 zullen we deze ratio’s eveneens vermelden. Voor zover in onderstaande berekeningen (ook) kasstromen een onderdeel vormen, zijn deze bepaald volgens de indirecte methode. Solvabiliteit en liquiditeit Inzicht in de ontwikkeling van de solvabiliteit betekent inzicht in het vermogen om op middellange en lange termijn te kunnen voldoen aan alle verplichtingen, nodig om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren zonder extra ingrepen. De solvabiliteit wordt uitgedrukt in een verhoudingsgetal tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Sprengenland Wonen streeft naar een solvabiliteit van minimaal 15%. Het WSW hanteert een minimale solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde van 20%. Sprengenland Wonen hanteert geen waardering op bedrijfswaarde maar op historische kostprijs. In 2013 is de solvabiliteit gestegen van 17,8% naar 18,9%. De doelstelling is om de solvabiliteit stabiel te houden. De verhuurdersheffing, saneringssteun en de administratieve verwerking van de verkopen onder voorwaarden (Koopgarant) zorgen voor een negatief effect op de solvabiliteit. De liquiditeit geeft aan in hoeverre er op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan. De doelstelling van Sprengenland Wonen is een liquiditeit van minimaal 1% te hebben. 27 Onderstaand zijn de begrote financiële solvabiliteit en liquiditeit vermeld. De kengetallen vanaf 2014 zijn gebaseerd op de financiële meerjarenbegroting die in november 2013 is vastgesteld. 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Solvabiliteit 17,8 18,9 18,9 19,1 20,6 21,0 21,1 Liquiditeit 3,10 3,54 4,02 2,30 1,32 1,23 1,31 Interest Coverage Ratio (ICR) De ICR meet in hoeverre de corporatie in staat is geweest de rente-uitgaven op het vreemd vermogen te voldoen uit de kasstroom uit operationele activiteiten. Het WSW meet de ICR over een periode van drie verslagjaren (gemiddeld) en over een periode van vijf prognosejaren (gewogen gemiddeld.). De WSW-norm is minimaal 1,4. De ICR van Sprengenland is gebaseerd op drie voorgaande verslagjaren (gemiddeld) en is 2,25. Debt Service Coverage Ratio (DSCR) De DSCR meet in hoeverre de corporatie in staat is om voldoende kasstromen te genereren om, indien nodig, voldoende aflossingen op het vreemd vermogen te kunnen voldoen. Het WSW meet de ICR over een periode van drie verslagjaren (gemiddeld) en over een periode van vijf prognosejaren (gewogen gemiddeld). De WSW norm is minimaal 1,0. De DSCR van Sprengenland is gebaseerd op drie voorgaande verslagjaren (gemiddeld) en is 1,65. Loan To Value (LTV) De Loan To Value meet in hoeverre de bedrijfswaarde van het vastgoed in exploitatie in een gezonde verhouding staat tot de schuldpositie. Het WSW hanteert een norm van maximaal 75%. Ultimo 2013 is de LTV van Sprengenland Wonen 61% en voldoet daarmee aan de norm. Dekkingsratio De dekkingsratio meet de verhouding tussen de onderpandwaarde van het bij het WSW ingezet onderpand en het schuldrestant van de WSW geborgde leningen. Dit mag maximaal 50% zijn. De dekkingsratio van Sprengenland Wonen is ultimo 2013 19% en voldoet daarmee ruim aan de norm. 3.7.4 Risicobeheersing Risicomanagement is een kennisgenererend proces, waardoor de onwetendheid van en onzekerheid over risico’s gedurende het proces afneemt. Dit krijgt in de toekomst steeds nadrukkelijker aandacht en invulling, omdat de financiële risico’s bij strategische keuzes toenemen. 3.7.5 Fiscale risico’s Dit betreft de gevolgen van het niet-naleven van de regelgeving en de daaruit mogelijk voortvloeiende naheffingen en boetes. Deze jaarrekening is samengesteld op basis van de fiscale waarderingsregels, zoals die zijn opgenomen in de Vaststellingsovereenkomst II. 3.7.6 Marktrisico’s Om risico’s af te dekken, streven wij naar een goede informatievoorziening. Waar nodig initiëren we woningmarktonderzoeken. 3.7.7 Financiële risico’s Alle plannen en activiteiten zijn vertaald in de financiële meerjarenbegroting, waarvan uiteraard met name het eerste jaar een concreet werkplan vormt. De realisatie wordt bewaakt via interne kwartaalrapportages en de jaarlijkse verantwoordingsstukken. Veruit de belangrijkste inkomstenbron wordt gevormd door de huuropbrengsten. De huurincassoprocedure wordt daarom regelmatig tegen het licht gehouden en aangescherpt. Voor de uitgaven is er een procuratie- en mandateringsregeling. De belangrijkste risico’s die grote financiële gevolgen kunnen hebben, zoals brand, storm en fraude, zijn extern verzekerd. De verzekeringsportefeuille wordt periodiek geanalyseerd en waar nodig bijgesteld. 28 3.7.8 Renterisico’s In het treasurystatuut zijn afspraken opgenomen over treasury, rentemanagement en liquiditeitenbeheer. Het te voeren beleid met betrekking tot beleggingen en financieringen draagt een risicomijdend karakter. Dit beleid impliceert onder andere dat beschikbaar komende eigen middelen in principe worden ingezet ter financiering van de vaste activa. De risico’s van herfinancieringen blijven onder het door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gestelde maximum van 15% van het schuldvolume per het eind van het jaar, met uitzondering van 2016 en 2017. Indien noodzakelijk zullen hiervoor passende maatregelen worden genomen. 3.7.9 Projectrisico’s De complexiteit bij projectontwikkeling is groot. De basis van de projecten ligt in het dynamisch voorraadbeleid. Vervolgens wordt per project een haalbaarheidsstudie opgesteld, waaraan een voorcalculatie is verbonden. Na afstemming met de RvC gaat het project via de project- en ontwikkelingsfase in uitvoering. De verschillende fases worden bewaakt via interne procedures en tussentijdse verantwoordingen (fasedocumenten) in de rapportages aan de RvC. Op deze wijze zijn er bewuste momenten van bijsturing ingebouwd. Naast de woningbouw worden er steeds vaker andere elementen opgenomen, zoals infrastructuur, riolering en de inrichting van de woonomgeving. Bij de haalbaarheidsstudie wordt daarom ook aandacht geschonken aan de mogelijke risico’s die gelden voor ieder specifiek project. Daarnaast wordt er veel tijd geïnvesteerd in de voorbereiding, zodat er tijdens de realisatie zo min mogelijk verrassingen optreden. 3.7.10 Conclusie De vermogenspositie biedt op dit moment nog voldoende financieel perspectief om de geplande volkshuisvestelijke doelstellingen te kunnen realiseren met behoud van de financiële continuïteit. Overigens bestaan er wel zorgen over de financiële continuïteit op lange termijn. In de afgelopen begrotingsronde is uitgebreid stilgestaan bij de maatregelen die de regering heeft getroffen zoals verhuurdersheffing en saneringssteun en welke negatieve financiële gevolgen deze maatregelen hebben voor de eerstkomende jaren. Om deze gevolgen het hoofd te kunnen bieden is er in de meerjarenbegroting een eerste bezuinigingsslag gemaakt, waardoor de verwachte solvabiliteit stabiel zal blijven en de kasstromen licht positief. Voorzichtigheid en een ‘vinger aan de pols’ blijft echter geboden. 29 3.8 Verbindingen en relaties met overige rechtspersonen Sprengenland Wonen biedt een grote variëteit van werkzaamheden en activiteiten. Vanwege organisatorische redenen of vanwege voorschriften is het soms noodzakelijk activiteiten in andere rechtspersonen (dochters) onder te brengen, de zogenaamde verbindingen. Bovendien zoekt Sprengenland Wonen de samenwerking met andere partijen om vorm en inhoud te geven aan haar doelstellingen. In bepaalde gevallen ligt het voor de hand om de krachten te bundelen met andere partijen in een afzonderlijke rechtspersoon. 3.8.1 Verbindingen Vastgoed Eerbeek BV Deze houdstermaatschappij is een 100% deelneming van Sprengenland Wonen en heeft met name als doel het al dan niet samen met anderen deelnemen in en het besturen van andere ondernemingen en het verkrijgen, verwerven, vervreemden, huren, verhuren, vervaardigen, administreren, financieren, beheren, exploiteren en bewaren van goederen. Vastgoed Eerbeek BV heeft ultimo 2013 twee 100%-deelnemingen : Vastgoed Beheer Eerbeek BV en XIA Vastgoedontwikkeling 1 BV. Tussen Sprengenland Wonen en Vastgoed Eerbeek BV bestaat een rekening-courantverhouding van € 1.477.000 per 31 december 2013. Vastgoedbeheer Eerbeek BV Het doel van deze BV is met name het verkrijgen, verwerven, vervreemden, huren, verhuren, vervaardigen, administreren, financieren, beheren, exploiteren en bezwaren van goederen. In deze BV is commercieel onroerend goed ondergebracht. Er bestaat tussen Vastgoed Eerbeek BV en Vastgoedbeheer Eerbeek BV een rekening-courantverhouding van € 1.172.000 per 31 december 2013. XIA Vastgoedontwikkeling 1 BV In deze BV zijn de samenwerkingsverbanden met externe partijen ondergebracht. Dit is vorm gegeven door een 33% deelname in BePro BV. Via BePro BV zijn er deelnemingen in CV Nieuw Canada (Beekbergen), CV Kerkeveld (Beekbergen) en CV Ruitersmolen (Beekbergen). Daarnaast is er een deelneming in Aardhuus Ontwikkeling BV (Uddel). Voor alle genoemde deelnemingen geldt dat deze gericht zijn op de realisatie van woningen. De waarde van de deelnemingen bedraagt ultimo 2013 : • BePro BV : € 6.600 • CV Nieuw Canada : € 31.300 • CV Kerkeveld : € 150.200 • CV Ruitersmolen : € 206.300 • Aardhuus Ontwikkeling BV : € 212.600 Sprengenland Wonen heeft een rekening-courantverhouding met XIA Vastgoedontwikkeling 1 BV. Per 31 december 2013 bedraagt de vordering van Sprengenland Wonen € 1.301.200. XIA Woonservices BV XIA Woonservices BV is een 100% deelneming van Sprengenland Wonen die onder andere tot doel heeft het in de ruimste zin van het woord werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting en de daaraan gerelateerde woon-, welzijns- en zorgdiensten. XIA Woonservices en Sprengenland Wonen hebben een rekening-courantverhouding. Per 31 december 2013 bedraagt de vordering van Sprengenland Wonen € 654.500. Voor het negatieve eigen vermogen van deze deelneming ad € 360.600 is een voorziening gevormd. XIA Woonservices BV heeft een 50% deelneming in VOF Ruimzicht. Deze VOF wil een bouwproject in Hoog Soeren te realiseren. Het hiervoor aangekochte onroerend goed is het eigendom van XIA Woonservices BV. De projectontwikkeling vindt plaats binnen de VOF. De waarde van deze deelneming bedraagt per 31 december 2013 -/- € 99.600. 30 ORGANISATIESTRUCTUUR SPRENGENLAND WONEN (vanaf 1 januari 2012) Sprengenland Wonen Stichting 100 % 100 % Vastgoed Eerbeek BV 100 % 100 % XIA V astgoed Ontwikkeling 1 BV 33 % 33 % BePro BV Nieuw Canada CV XIA Woonservices BV Vastgoedbeheer Eerbeek BV 33 % 33 % 25 % Kerkeveld CV Ruitersmolen CV Aardhuus Ontwikkeling BV 50 % Ruimzicht VOF Woningnet NV Behalve de verbindingen die deel uitmaken van de Sprengenland Wonen-structuur, bezit Sprengenland Wonen 100 aandelen (waarde: € 1.070) in Woningnet NV. Deze deelneming is een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan de regionale woonruimteverdeling, waarbij gebruik gemaakt wordt van Woningnet. 3.8.2 Relaties met overige rechtspersonen Sprengenland Wonen maakte in 2013 deel uit van de volgende samenwerkingsverbanden : Stichting VSW (Verenigde Samenwerkende Woningcorporaties) VSW is een samenwerkingsverband tussen de Apeldoornse corporaties (Ons Huis, De Goede Woning, De Woonmensen en Sprengenland Wonen). Het belangrijkste doel is het behartigen van de gezamenlijke belangen van de Apeldoornse corporaties, met name richting de lokale overheid. Stichting BWSA (Beheer Woonwagens en Standplaatsen Apeldoorn) BWSA verzorgt het beheer en het onderhoud van de huurwoonwagens en de huurstandplaatsen die door de gemeente Apeldoorn aan de individuele Apeldoornse corporaties zijn overgedragen. BWSA bestaat uit de VSW-participanten. Sprengenland Wonen draagt naar rato bij in de kosten van BWSA. Stichting Woonkeus Stedendriehoek Dit is een samenwerkingsverband tussen in de regio Stedendriehoek werkzame woningcorporaties en gemeenten. Het doel is uitvoering te geven aan het tussen deze woningcorporaties en gemeenten vastgestelde ‘convenant regionale woonruimteverdeling’. Sprengenland Wonen draagt naar rato bij in de kosten. 3.8.3 Vereniging van Eigenaars In meerdere complexen is er sprake van een Vereniging van Eigenaars (VvE) waarin Sprengenland Wonen deelneemt. Voor alle VvE’s geldt dat de materiële omvang hiervan gering is ten opzichte van de totale exploitatie van Sprengenland Wonen. Om deze reden is consolidatie van deze VvE-gegevens in de Sprengenland Wonen-cijfers achterwege gebleven. Alle kosten die verband houden met deze VvE’s en die voor rekening komen van Sprengenland Wonen zijn verwerkt in de winst- en verliesrekening. 31 Vereniging van Eigenaars De Bruisbeek (Loenen Gld.) VvE De Bruisbeek omvat drie appartementsrechten in het activiteitencentrum De Bruisbeek. Sprengenland Wonen bezit hiervan 1 appartementsrecht. De overige rechten zijn het eigendom van Stichting Vérian en Tandartsenpraktijk Loenen. In de VvE-vergadering bezit Sprengenland Wonen 55% van de stemmen. Vereniging van Eigenaars Koningin Wilhelmina Hof (Uddel) VvE Koningin Wilhelmina Hof omvat het appartementsrecht voor het activiteitencentrum, het appartementsrecht voor 4 zorgwoningen en het appartementsrecht voor 19 huurwoningen aan de Essenkamp. Het appartementsrecht voor de 4 zorgwoningen is het eigendom van Stichting Philadelphia Zorg. De overige twee appartementsrechten zijn eigendom van Sprengenland Wonen. Sprengenland Wonen bezit in de VvE-vergadering 83% van de stemmen. Vereniging van Eigenaars Hattinkerf (Loenen Gld.) Deze VvE wordt gevormd door de eigenaren van 12 koopappartementen en Sprengenland Wonen, als eigenaar van 6 huurappartementen, in het gebouw Hattinkerf. In de VvE-vergadering bezit Sprengenland Wonen 28% van de stemmen. De overige 72% is verdeeld over de 12 individuele eigenaar-bewoners in dit complex. Vereniging van Eigenaars Moerbeek (Loenen Gld.) In deze VvE bezit Sprengenland Wonen 60% van de eigendomsrechten van dit woongebouw. De overige 40% is eigendom van de Stichting Pluryn Werkenrode Groep. Vereniging van Eigenaars De Hoge Weye (Beekbergen) Deze VvE is tot stand gekomen na de oplevering van het Multifunctioneel Centrum. Sprengenland Wonen bezit 31% van de eigendomsrechten. De overige 69% is in het bezit van de gemeente Apeldoorn. Vereniging van Eigenaars De Bergbeek (Beekbergen) Tezamen met een koopappartementencomplex is aangrenzend een parkeerkelder onder 8 huurwoningen gerealiseerd. De VvE is om die reden opgedeeld in 2 zogenaamde ‘ondersplitsingen’, één voor de appartementen en één voor het bouwblok huurwoningen/parkeerkelder. In ondersplitsing 1 (ten behoeve van de appartementen) betreft het aandeel van Sprengenland Wonen 1 nog niet verkocht appartement. Dit appartement vertegenwoordigt in de VvE-vergadering 6% van de stemmen. De overige 94% van de stemmen hoort toe aan de individuele eigenaren van de appartementsrechten. In ondersplitsing 2 (ten behoeve van de huurwoningen/parkeerkelder) betreft het eigendom van Sprengenland Wonen 8 huurwoningen en 28 van de 31 parkeerplaatsen. Hiermee is 95% van de stemmen in de VvE-vergadering gemoeid. De resterende 5% is verdeeld over de eigenaren van de overige 3 parkeerplaatsen. Vereniging van Eigenaars Stuijvenburchstraat (Eerbeek) Deze VvE bestaat uit 3 appartementen en 1 winkelruimte. De winkelruimte is eigendom van Mensink Mode. In de VvE-vergadering heeft Sprengenland Wonen 75% van de stemmen. Mensink Mode bezit de overige 25%. 3.8.4 Overige relaties Benoemingsrecht bestuursleden Voor de Stichting Huygenshof (Eerbeek) heeft Sprengenland Wonen het recht bestuursleden te benoemen. Er bestaat geen financiële verantwoordelijkheid met betrekking tot deze stichting. 32 4 Personeel en organisatie 4.1 Aantal medewerkers en organigram In de loop van 2013 is 1 medewerker (15 uur) in dienst getreden. Op 31 december 2013 waren 24 (20 fte’s) medewerkers werkzaam bij Sprengenland Wonen, waarvan 1 met een jaarcontract. In geval van pieken in het werk en ter vervanging van langdurige ziekte wordt een beroep gedaan op het inhuren van extern personeel. Het organigram geeft de functie-indeling in 2013 weer. Directeur/ bestuurder Controller Medew. bestuursondersteuning Beleidsmedewerker Bedrijfsvoering manager Planmatig Onderhoud en Nieuwbouw: projectcoördinator vastgoed calculator werkvoorbereider Administratie: fin. economisch mw Wonen manager Automa.sering Huishoudelijke dienst Medewerker Wooninforma.e Woonconsulent Technisch woonconsulent fin. administratief mw administratief mw De directeur vormt met de manager Bedrijfsvoering en de manager Wonen het managementteam. 4.2 Arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim Arbeidsvoorwaarden Aanvullend op de CAO Woondiensten zijn binnen Sprengenland Wonen secundaire arbeidsvoorwaarden van toepassing. Ziekteverzuim Het percentage ziekteverzuim bedroeg in 2013 2,3 %. Sprengenland Wonen is aangesloten bij een Arbodienst. Arbobeleid Eén medewerker was in 2013 aangewezen als bedrijfshulpverlener. Er zijn geen meldingen ontvangen van ongevallen op de bouwplaats c.q. bij onderhoud en nieuwbouw in opdracht van Sprengenland Wonen. 4.3 Organisatieontwikkeling Beoordelingssysteem Voor de beoordeling van de medewerkers is in 2011 een systeem ontwikkeld dat stuurt op resultaat en professionele ontwikkeling: ‘Motiveren en sturen’. 2013 was een 2e pilotjaar. Eind van het jaar/begin 2014 is in overleg met de Ondernemingsraad besloten om deze systematiek voort te zetten. 33 Scholing en opleiding Scholing en opleiding zijn voor Sprengenland Wonen wezenlijke onderdelen van organisatieontwikkeling. In het kader van de fusie en tegen de achtergrond van het ambitie- en strategiedocument krijgt het extra gewicht en betekenis. Om inhoud te geven aan de ambities van Sprengenland Wonen is organisatiebreed het hele jaar training gegeven op het gebied van klantgedrevenheid. Verder hebben in 2013 diverse medewerkers vakgerichte cursussen en een langdurige vakopleiding gevolgd en zijn er persoonlijke coachingstrajecten doorlopen. Iedere medewerker kan via het Handboek POP aangeven wat hij/zij wenst in het kader van loopbaanontwikkeling. 4.4 Intern overleg en ondernemingsraad De overlegvormen binnen Sprengenland Wonen hebben een drieledig doel: - Vaststellen en afstemmen van beleidsaangelegenheden - Afstemmen van praktische en organisatorische kwesties - Overdracht/uitwisseling van informatie De terugkerende overlegvormen die in dit verband kunnen worden genoemd, zijn: - MT - Intern projectenoverleg - Afdelingsoverleg - Personeelsoverleg Ondernemingsraad De ondernemingsraad bestaat uit 4 leden. In 2013 is de samenstelling gewijzigd. Er hebben zich twee collega's aangemeld als nieuwe leden en hierdoor waren er geen verkiezingen nodig. Er zijn ook drie leden op cursus geweest, t.w. themacursus basis OR woondiensten. De OR heeft in 2013 5 keer overleg gehad met de directie. Intern heeft de OR ongeveer 8 x overlegd. Belangrijke onderwerpen, welke zijn besproken zijn: evalueren fusie collectieve verlofdagen nieuwe opzet OR Motiveren en Sturen ondernemingsplan financiële situatie secundaire arbeidsvoorwaarden diverse beleidsstukken Tevens - heeft de OR advies gegeven op de volgende thema's: Integriteitbeleid Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Motiveren en Sturen. 34 5 Geconsolideerde jaarrekening 35 36 5.1 GECONSOLIDEERDE KENGETALLEN Kengetallen over de afgelopen vijf jaar ultimo boekjaar 2013 2012 2011 2010 2009 Aantal verhuureenheden in exploitatie 1. Woningen/woongebouwen 2. Garages 3. Bedrijfsruimten 4. Standplaatsen 5. Woonwagens 6. Bedden verzorgingstehuis 7. Overige verhuureenheden 2.595 259 8 69 9 63 5 2.621 259 8 70 9 63 5 2.571 259 8 70 9 63 5 2.529 259 10 5 0 63 5 2.514 259 12 5 0 63 5 Totaal 3.008 3.035 2.985 2.871 2.858 4 0 30 0 76 0 14 12 57 2 7 10 44 1 18 12 26 2 5 4 1.805 1.421 381 1.291 1.672 2.088 2.368 423 1.273 1.696 2.203 1.727 284 1.064 1.471 2.969 1.327 309 1.248 1.644 2.990 1.342 295 977 1.353 Prijs-/kwaliteitverhouding 1. Gemiddeld aantal punten WWS 2. Gemiddelde netto huurprijs 3. Gemiddelde puntprijs 159 489 3,08 150 467 3,11 149 448 3,01 148 439 2,97 147 426 2,90 Het verhuren van woningen 1. Aantal mutaties (exclusief nieuwbouw) 2. Mutatiegraad (in % van woningbezit) 3. Huurachterstand in % jaarhuur 4. Huurderving in % jaarhuur 140 5.39 1,12 0,25 136 5,20 0,36 0,23 183 7,12 0,64 0,30 167 6,60 0,50 0,17 151 6,01 0,33 0,45 Financiële continuïteit 1. Solvabiliteit 2. Liquiditeit (current ratio) 3. Rentabiliteit eigen vermogen 4. Rentabiliteit totaal vermogen 5. Eigen vermogen per woning 16,1 2,88 4,2 3,4 7.911 14,7 2,17 16,9 5,5 6.995 11,0 2,43 -5,9 2,3 5.403 12,2 1,27 -20,3 0,7 5.381 15,7 0,65 -0,3 3,2 6.515 Personeelsbezetting 1. Totaal formatieplaatsen 2. Aantal medewerkers 19,60 24 19,20 23 21,25 24 18,60 22 19,10 23 Gegevens bezit Mutaties in het woningbezit 1. Aantal opgeleverd 2. Aantal gekocht 3. Aantal verkocht 4. Aantal gesloopt / uit exploitatie Kwaliteit 1. Aantal reparatieverzoeken 2. Kosten mutatieonderhoud per mutatie 3. Kosten dagelijks onderhoud per woning 4. Kosten planmatig onderhoud per woning 5. Totaalkosten onderhoud per woning 37 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 5.2 GECONSOLIDEERDE BALANS (voor resultaatbestemming) ACTIVA (bedragen x € 1.000) Ref 31-12-2013 31-12-2012 84.251 7.760 89.478 8.513 1.542 93.553 1.879 99.870 8.316 6.280 10.748 19.064 8.944 15.224 608 1.634 2.242 633 2.033 2.666 114.859 117.760 595 291 886 159 0 159 181 32 44 938 0 1.195 56 62 1.283 624 0 2.025 10.324 4.228 12.405 6.412 127.264 124.172 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken: - Sociaal vastgoed in exploitatie - Vastgoed in ontwikkeling - Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal materiële vaste activa 1 2 3 Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie - Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal vastgoedbeleggingen 4 Financiële vaste activa - Deelnemingen - Actieve latenties Totaal financiële vaste activa 5 Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden - Vastgoed bestemd voor verkoop - Vastgoed in ontwikk. bestemd voor verkoop Totaal voorraden 6 Vorderingen - Huurdebiteuren - Gemeenten - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overige vorderingen - Overlopende activa Totaal vorderingen 7 Liquide middelen 8 Totaal vlottende activa TOTAAL 38 PASSIVA (bedragen x € 1.000) Ref EIGEN VERMOGEN 31-12-2013 31-12-2012 13.484 6.184 861 20.529 10.236 4.997 3.100 18.333 42 123 3.099 3.099 2.358 2.358 1.033 87.172 392 1.080 89.865 392 10.995 6 99.598 9.059 6 100.402 1.250 9 350 709 1.678 3.996 738 64 258 223 1.673 2.956 127.264 124.172 9 - Overige reserves - Herwaardering verkocht onder voorwaarden - Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen EGALISATIEREKENING 10 VOORZIENINGEN - Overige voorzieningen Totaal voorzieningen 11 VLOTTENDE PASSIVA Langlopende schulden - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen - Lening Velubouw - Terugkoopverplichtingen verkocht onder voorwaarden - Waarborgsommen en garanties Totaal langlopende schulden 12 Kortlopende schulden - Schulden aan leveranciers - Schulden aan gemeente - Belastingen en premies sociale verzekering - Overige schulden - Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden 13 TOTAAL 39 5.3 GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000) Ref 2013 2012 14 16.053 9 0 2.662 154 15.524 23 0 209 253 18.878 16.009 3.168 2.030 1.109 216 147 4.340 2.693 3.257 -84 1.128 218 166 4.445 2.543 13.703 11.673 5.175 4.336 -132 -67 - Rentebaten - Rentelasten 376 -3.505 543 -3.678 Saldo financiële baten en lasten -3.129 -3.135 1.914 1.134 -950 -103 2.142 -176 861 3.100 BEDRIJFSOPBRENGSTEN - Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Overige bedrijfsopbrengsten 15 16 17 18 Totaal bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN 19 - Afschrijvingen op materiële vaste activa - Overige waardeveranderingen - Lonen en salarissen - Pensioenlasten - Sociale lasten - Lasten onderhoud - Overige bedrijfslasten 20 21 22 23 24 25 Totaal bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 26 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 27 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN - Belastingen - Deelnemingen 28 29 NETTO RESULTAAT NA BELASTINGEN 40 5.4 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat (incl. verkoopopbrengsten) Aanpassingen voor: - afschrijvingen - waardeverandering VOV - vrijval/dotatie egalisatierekening - overige voorzieningen - vennootschapsbelasting - resultaat deelnemingen 2013 2012 5.175 4.336 3.168 -132 -81 585 -950 -103 3.256 -67 -63 -206 2.142 -176 7.662 Verandering in werkkapitaal: - voorraden - vorderingen - kortlopende schulden -727 830 1.040 309 1.544 -1.537 1.143 8.805 Kasstroom uit bedrijfsoperaties Rentebaten Rentelasten 9.222 316 9.538 376 -3.505 543 -3.678 -3.129 Kasstroom uit operationele activiteiten -3.135 5.676 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Waardeverandering bestaand bezit Mutatie vastgoedbeleggingen VOV Mutatie herwaardering VOV Mutatie materiële vaste activa in ontwikkeling Voorziening onrendabele top Mutatie financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.542 1.072 978 -1.804 1.187 753 156 424 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Ontvangsten uit verplichting VOV Kasstroom uit financieringsactiviteiten 3.000 -5.740 1.936 6.403 -2.149 376 -2.557 1.287 18 -21 -1.709 1.224 Toename c.q. afname liquide middelen 41 -4.755 0 -6.935 2.624 -804 -4.311 6.096 -2.663 5.5 Toelichting waarderingsgrondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met algemeen in Nederland aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving zoals hierna vermeld. Dit betekent dat de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de daartoe geldende bepalingen volgens titel 9 BW 2 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Voor de indeling en presentatie van de in deze jaarrekening opgenomen gegevens is gekozen voor het model voor de balans en de winst- en verliesrekening zoals genoemd in bijlage 1 van de RJ 645. Jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat berusten op de grondslag van verkrijgings- of vervaardigingsprijs of nominale waarde, tenzij anders wordt vermeld. Grondslagen voor het opstellen van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld in overeenstemming met de indirecte methode zoals opgenomen in de RJ 360. Aangegane verplichtingen De door de corporatie aangegane (restant) verplichtingen worden vermeld onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Balanswaardering Grondslagen voor de consolidatie In de consolidatie zijn alle activa, passiva en resultaten van Sprengenland Wonen en haar groepsmaatschappijen betrokken. Sprengenland Wonen is aan te merken als groepshoofd. Tot de groep behoren de 100% deelname van Vastgoed Eerbeek BV (holding), Vastgoed Beheer Eerbeek BV, XIA Vastgoedontwikkeling 1 BV en XIA Woonservices BV. De onderlinge financiële verhoudingen en transacties zijn in de consolidatie geëlimineerd. Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken Sociaal vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens en het maatschappelijk vastgoed. De huurgrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Per 1 januari 2013 bedraagt deze grens € 681,02 (2011: € 664,66). Onder maatschappelijk vastgoed wordt bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties verstaan (waaronder zorg-, welzijn, onderwijs-, en culturele instellingen en dienstverleners). Sprengenland Wonen kwalificeert haar sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel, aangezien Sprengenland Wonen een beleid heeft dat gericht is op het realiseren van volkshuisvestelijke taken. De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs dan wel lagere bedrijfswaarde, verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen zijn vanaf boekjaar 2011 berekend volgens het lineaire systeem. Bij nainvesteringen worden alleen kosten geactiveerd, wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de capaciteit, verlenging van de gebruiksduur, toename van de restwaarde of die een gevolg zijn van wettelijke verplichtingen. Er dient derhalve sprake te zijn van een structurele waardevermeerdering. 42 De restant levensduur van de bouwkosten is gerelateerd aan de economische levensduur. Op grondkosten wordt vanaf boekjaar 2011 niet afgeschreven. De afschrijvingspercentages zijn als volgt: - Grond - Bouw - Verbeteringen - Geen afschrijvingen Lineair, 40 tot 50 jaar Lineair, restant levensduur De waardering van de standplaatsen en woonwagens op De Haere vindt vanaf heden plaatsvindt tegen bedrijfswaarde. Om die reden heeft eind 2013 een verrekening van de waardeveranderingen plaatsgevonden tussen de BWSA-corporaties. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling De onroerende zaken in ontwikkeling zijn gewaardeerd tegen de tot en met balansdatum bestede bedragen, onder aftrek van eenmalige subsidies en het eventueel onrendabele deel van de investering. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen zijn berekend volgens het lineaire systeem. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. De huurtoeslaggrens bedroeg per 1 januari 2013 € 681,02 (2012 € 664,66). De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs dan wel lagere actuele waarde, verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen bepaald op basis van de verwachte economische levensduur. De afschrijvingen zijn vanaf boekjaar 2011 berekend volgens het lineaire systeem. Bij nainvesteringen worden alleen kosten geactiveerd, wanneer deze kosten leiden tot een uitbreiding van de capaciteit, verlenging van de gebruiksduur, toename van de restwaarde of die een gevolg zijn van wettelijke verplichtingen. Er dient derhalve sprake te zijn van een structurele waardevermeerdering. De restant levensduur van de bouwkosten is gerelateerd aan de economische levensduur. Op grondkosten wordt vanaf boekjaar 2011 niet afgeschreven. De afschrijvingspercentages zijn als volgt: - Grond - Bouw - Verbeteringen - Geen afschrijvingen Lineair, 40 tot 50 jaar Lineair, restant levensduur Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor Sprengenland Wonen een terugkoopverplichting kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde, zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV (deze is bepaald op basis van de waardeontwikkeling in de WOZ-waarde). Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij de overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. 43 Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen worden in de consolidatie opgenomen indien er sprake is van overwegende zeggenschap. In de consolidatie zijn opgenomen: - Sprengenland Wonen te Eerbeek (toegelaten instelling) - Vastgoed Eerbeek BV te Eerbeek, kapitaalbelang 100% gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde - XIA Woonservices BV te Loenen, kapitaalbelang 100%, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De volgende deelneming van Sprengenland Wonen is niet in de consolidatie opgenomen: - Woningnet NV te Weesp, 100 aandelen, gewaardeerd tegen verkrijgingswaarde. Vastgoed Eerbeek BV heeft deelnemingen in: - Vastgoed Beheer Eerbeek BV, kapitaalbelang 100%, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde - XIA Vastgoed Ontwikkeling 1 BV, kapitaalbelang 100%, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. De volgende deelnemingen van Vastgoed Eerbeek BV zijn niet in de consolidatie opgenomen: - BePro BV te Apeldoorn, kapitaalbelang 33,3%, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde - Kerkeveld CV te Apeldoorn, kapitaalbelang 33,3%, deelgenomen wordt als commanditair vennoot, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. - Nieuw Canada CV te Apeldoorn, kapitaalbedrag 33,3%, deelgenomen wordt als commanditair vennoot, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde - Ruitersmolen CV te Apeldoorn, kapitaalbedrag 33,3%, deelgenomen wordt als commanditair vennoot, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde - Aardhuus Ontwikkeling BV te Son en Breugel, kapitaalbedrag 29%, deelgenomen wordt als aandeelhouder, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Latente belastingen Voor latente belastingen wordt een vordering dan wel een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen-tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil dan wel compensabele verliezen kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de vlottende activa of onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd langer is dan een jaar. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. De latenties worden gewaardeerd tegen contante waarde. Saldering van latenties vindt plaats indien en voor zover de corporatie bevoegd is tot saldering en simultane afwikkeling en tevens het stellige voornemen heeft om dit te doen. Voorraden Vastgoed bestemd voor verkoop Het vastgoed bestemd voor verkoop betreft te verkopen grond en een zelf gebruikt kantoorpand. Het vastgoed worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs danwel boekwaarde of verwachte lagere opbrengstwaarde op basis van taxatie. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Het vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een afwaardering voor mogelijke oninbaarheid. 44 Egalisatierekening Verzilverd Wonen In 2013 zijn geen woningen met een woonrecht aangekocht in het kader van Verzilverd Wonen. De jaarlijkse vrijval van het woonrecht van de reeds aangekochte woningen wordt ten gunste van het resultaat gebracht. Voorzieningen Voorziening negatief eigen vermogen deelneming Er is op de enkelvoudige balans een voorziening gevormd voor het negatieve eigen vermogen van de deelneming in XIA Woonservices BV. Voorzieningen onrendabele investeringen Er is een voorziening getroffen voor onrendabele toppen nieuwbouw. Voorziening saldo ProPoints Er is een voorziening getroffen voor het door de huurders opgebouwde saldo ProPoints, dat per direct opeisbaar is. Voorziening latente belastingverplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. De latentie is gewaardeerd tegen contante waarde. De opgenomen latentie heeft betrekking op het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering van de onderhoudsvoorziening. Grondslagen voor resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn geïnd of invorderbaar zijn. Lasten worden opgenomen in het jaar waarin zij worden gerealiseerd dan wel voorzienbaar zijn. Lasten onderhoud Hieronder vallen alle kosten voor het klachten-, mutatie-, contract- en planmatig onderhoud. Overige bedrijfslasten Hieronder worden de overige kosten verantwoord die zijn gemaakt in het kader van de gewone bedrijfsvoering zoals huisvestingskosten, bestuurskosten, algemene kosten, overige personeelskosten, belastingen, verzekeringen en levering goederen en diensten. Rentebaten Hieronder worden de renteopbrengsten verantwoord van uitgezette gelden, de rente op rekeningcourantverhoudingen en de toegerekende rente aan nieuwbouwprojecten. Rentelasten Hieronder worden de aan het boekjaar toe te rekenen rentekosten verantwoord. 45 Belastingen Belastingen over de resultaten omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de vaststellingen overeenkomst (VSO), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslag-datum is besloten, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Wet Normering Topinkomens Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregels toepassing WNT. De instelling heeft de Beleidsregels toepassing WNT, waaronder het wetsvoorstel Aanpassingswet WNT, als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. Eerder genoemd wetsvoorstel mag op grond van de mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 12 februari 2014 worden toegepast als ware de wettekst reeds in werking getreden 46 5.6 Toelichting op de geconsolideerde balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa 1 Sociaal vastgoed in exploitatie 31-12-2013 31-12-2012 1. Woningen en woongebouwen 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen 3. Overige zaken 80.888 3.115 248 86.001 3.191 286 Totaal 84.251 89.478 Het verloop van deze posten in 2013 is als volgt: Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen Overige zaken Totaal 111.650 3.594 345 115.589 -25.649 -403 -59 -26.111 Boekwaarde 86.001 3.191 286 89.478 Mutaties in het boekjaar: - investeringen - desinvesteringen - afschrijvingen - waardeverandering - correcties afschrijving - mutatie niet-daeb aanschaf - mutatie niet-daeb afschrijv. 1.535 -1.276 -2.723 -830 429 -2.438 190 -76 -36 -2 Saldo -5.113 -76 -38 -5.227 108.641 3.594 309 112.544 -27.753 -479 -61 -28.293 80.888 3.115 248 84.251 Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde 47 1.535 -1.312 -2.801 -830 429 -2.438 190 Verzekering De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn verzekerd bij Raetsheren van Orden en Interpolis tegen het risico van brand- en stormschade. In de polisvoorwaarden is opgenomen dat er geen sprake kan zijn van onderverzekering. Grond in economisch eigendom Van alle onroerende zaken in exploitatie heeft per 31 december 2013 de juridische grondoverdracht plaatsgevonden. Zakelijke rechten Er zijn geen zakelijke rechten van toepassing. Actuele waarde Een indicatie van de actuele waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie is de waarde volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken. De totale waarde op basis van ozb-aanslag 2014 (peildatum 1 januari 2013) bedraagt € 441.139.000 (ozb-aanslag 2013: € 479,464.000). Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van het saldo van de kasstromen verbonden met de toekomstige inkomsten en uitgaven over de resterende economische levensduur van de investering. Bij de bepaling van eventuele onrendabele investeringen zijn complexen geclusterd conform de kernenbenadering in het ambitiedocument en het dynamisch voorraadbeleid. In de grotere kernen is een nadere onderverdeling naar wijken gemaakt. Op basis van de hieronder vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde op 31 december 2013 op totaalniveau € 150,7 mln (2012: € 175,4 mln) en voor het sociaal vastgoed € 140,1 miljoen (2012: € 166,2 miljoen). Bij de berekening van de bedrijfswaarde zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Disconteringsvoet 5,25% Kostenstijging onderhoud 3,00% Kostenstijging 2,00% tot 3,00% Huurverhoging 2,00% tot 4,00% De daling van de bedrijfswaarde op totaalniveau per 31 december 2013 met 24,7 miljoen ten opzichte van 31 december 2012 laat zich als volgt verklaren: Autonome ontwikkeling: - effect één jaar opschuiven -0,3 Voorraadmutaties: - nieuwbouw / aankoop - sloop / verkoop 1,1 -2,3 Parameterwijzigingen: - levensduur - huur - lasten 5,5 7,4 0,0 Niveauwijzigingen: - grond (herziene restwaarde) - huren - overige exploitatie-uitgaven - dagelijks onderhoud - planmatig onderhoud - verhuurdersheffing -6,9 6,9 0,2 0,3 -8,9 -27,7 -24,7 48 2 Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 8.513 8.495 Mutaties in het boekjaar: - Investeringen - Afboeking onrendabele investering - Afboeking geannuleerde projecten - Overboeking naar resultaat - Overboeking naar vastgoed bestemd voor verkoop - Overboeking naar onroerende/roerende in exploitatie 1.197 -896 -78 45 -697 -324 2.082 0 -598 0 0 -1.466 Saldo eind boekjaar 7.760 8.513 Woningen en woongebouwen Het saldo onroerende en roerende zaken in ontwikkeling bestaat uit nieuwbouw in ontwikkeling ten behoeve van verhuur en verkoop. Zodra een project definitief in uitvoer wordt genomen, zal splitsing van het project plaatsvinden. 3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Kantoorpand Inventarissen Vervoermiddelen Totaal Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen 2.209 -552 527 -307 3 -1 2.739 -860 Boekwaarde 1.657 220 2 1.879 Mutaties in het boekjaar: - investeringen - desinvesteringen - afschrijvingen - correcties afschrijvingen -385 -114 196 -40 -1 Saldo -303 -33 -1 -337 Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen 1.824 -470 534 -347 3 -2 2.361 -819 Boekwaarde 1.354 187 1 1.542 7 7 -385 -155 196 Verzekering De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn per 31 december 2013 verzekerd bij Raetsheren van Orden middels een uitgebreide opstalverzekering Hierbij is overeengekomen dat van onderverzekering nimmer sprake zal zijn. De roerende zaken ten dienste van de exploitatie zjin verzekerd bij Raetsheren van Orden. De verzekerde waarde bedraagt per 31 december 2013 € 250.000. Actuele waarde Een indicatie van de actuele waarde van de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie is de waarde volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken. De totale waarde op basis van ozb-aanslag 2014 (peildatum 1 januari 2013) bedraagt € 571.000 (ozb-aanslag 2013: € 603.000). 49 4 Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie 31-12-2013 31-12-2012 1. Woningen en woongebouwen 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen 7.478 838 5.407 873 Totaal 8.316 6.280 Het verloop van deze posten in 2013 is als volgt: Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen Totaal 5.886 2.171 8.057 -479 -1.298 -1.777 5.407 873 6.280 -177 -35 -212 Mutaties in het boekjaar: - investeringen - desinvesteringen - afschrijvingen - waardeverandering - correcties afschrijving - mutatie niet-daeb aanschaf - mutatie niet-daeb afschrijv. 2.438 -190 Saldo 2.071 -35 2.036 8.324 2.171 10.495 -846 -1.333 -2.179 7.478 838 8.316 Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde 2.438 -190 Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van het saldo van de kasstromen verbonden met de toekomstige inkomsten en uitgaven over de resterende economische levensduur van de investering. Bij de bepaling van eventuele onrendabele investeringen zijn complexen geclusterd conform de kernenbenadering in het ambitiedocument en het dynamisch voorraadbeleid. In de grotere kernen is een nadere onderverdeling naar wijken gemaakt. Op basis van de hieronder vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed op 31 december 2013 € 10,6 miljoen (2012: € 9,2 miljoen). Bij de berekening van de bedrijfswaarde zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Disconteringsvoet 5,25% Kostenstijging onderhoud 3,00% Kostenstijging 2,00% tot 3,00% Huurverhoging 2,00% tot 4,00% 50 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 8.944 6.387 Mutaties in het boekjaar: - Toevoeging verkochte woningen - Waardeveranderingen in boekjaar 2.356 -552 2.784 -227 10.748 8.944 1. Deelneming 2. Actieve latentie disagio 3. Actieve latentie i.v.m. verliesverrekening 608 0 1.634 633 0 2.033 Totaal 2.242 2.666 1 150 31 206 7 213 0 1 148 118 223 7 136 0 608 633 0 271 -0 -271 0 0 2.033 0 0 -492 93 2.033 0 1.634 2.033 Saldo eind boekjaar 5 Financiële vaste activa 1. Deelneming - Woningnet NV Kerkeveld CV Nieuw Canada CV Ruitersmolen CV BePro BV Aardhuus Ontwikkeling BV Ruimzicht VOF Totaal 2. Actieve latentie disagio Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - Correctie actieve latentie disagio leningen o/g Saldo eind boekjaar 3. Actieve latentie i.v.m. verliesverrekening Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - Vorming actieve latentie i.v.m. verliesverrekening - Mutatie 2012 - Mutatie 2013 Saldo eind boekjaar De post latente belastingvorderingen betreft de tot waardering gebrachte beschikbare voorwaartse verliescompensatie en de tot waardering gebrachte verrekenbare tijdelijke verschillen. 51 De latente belastingvordering uit hoofde van de voorwaartse verliescompensatie is contant gewaardeerd. De realisatie van de verliezen is gebaseerd op een tax planning. De totale verrekenbare verliezen bedragen ultimo 2013 afgerond € 8,1 miljoen. De latentie uit hoofde van verliescompensatie bedraagt € 1,6 miljoen Voor de volgende posten zijn tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde aanwezig: 1. Onroerende en roerende zaken in exploitatie en vastgoedbeleggingen die in de komende jaren naar verwachting blijvend zullen worden verhuurd. 2. Afschrijvingen op onroerende zaken in exploitatie Ad 1. Dit tijdelijke verschil heeft betrekking op onroerende en roerende zaken in exploitatie die naar verwachting de komende jaren blijvend zullen worden verhuurd. De contante waarde van de latentie van dit waarderingsverschil tendeert naar nihil. Er is derhalve geen latentie opgenomen voor dit waarderingsverschil. Ad 2. Als gevolg van VSO bepalingen is er geen sprake van fiscaal afschrijvingspotentieel op grond waarvan een latentie kan worden gevormd. 52 VLOTTENDE ACTIVA 6 Voorraden 31-12-2013 31-12-2012 1. Vastgoed bestemd voor verkoop 2. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop 595 291 159 0 Totaal 886 159 De post Vastgoed bestemd voor verkoop bestaat uit twee kavels Veldheim en het voormalig kantoorpand aan de Engelenweg. De post Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop bestaat uit de in ontwikkeling zijnde nieuwbouwprojecten Veldheim en Uddelsekampweg. 7 Vorderingen 1. 2. 3. 4. 5. Huurdebiteuren Gemeenten Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa Totaal 181 32 44 938 0 56 62 1.283 624 0 1.195 2.025 1. Huurdebiteuren De huurachterstanden kunnen als volgt naar tijdsduur en aantal huurders worden gespecificeerd: Periode 0 1 2 3 4 5 tot 1 maand tot 2 maanden tot 3 maanden tot 4 maanden tot 5 maanden en meer Totaal Aantal huurders 31-12-2013 31-12-2012 34 43 102 35 14 11 9 4 3 0 6 5 168 Huurachterstand 31-12-2013 31-12-2012 10 9 66 18 70 12 16 6 5 0 14 11 98 181 56 De huurachterstanden bedragen ultimo boekjaar 1,12% (2012 0,36%) van de jaarhuur. 2. Gemeenten 31-12-2013 31-12-2012 - gemeente Brummen - gemeente Apeldoorn 6 26 14 48 Totaal 32 62 53 3. Belastingen en premies sociale verzekeringen 31-12-2013 31-12-2012 Verrekenbare verliezen vennootschapsbelasting 2006/2007 Te vorderen vennootschapsbelasting 2011 Te vorderen vennootschapsbelasting 2012 44 0 0 44 399 840 Totaal 44 1.283 31 99 71 0 265 0 8 15 21 2 426 40 20 50 35 247 6 141 32 29 2 22 938 624 4. Overige vorderingen - Dubieuze debiteuren Diverse nota’s / betalingsregelingen Rente Afrekeningen huurders / oud-huurders Rekening-courant BePro BV Watermolen 23 BWSA VvE’s Afrekening servicekosten Skaeve Huse Diversen Totaal Geen van de vorderingen heeft ultimo 2013 een looptijd langer dan één jaar. 5. Overlopende activa a. Vooruitbetaalde crediteuren b. Diversen 0 0 0 0 Totaal 0 0 5 996 9.323 0 2 1.058 3.168 0 10.324 4.228 8 Liquide middelen - kas rekening-courant banken spaarrekeningen, direct opvraagbaar kruisposten Totaal 54 PASSIVA 9 Eigen vermogen 31-12-2013 31-12-2012 1. Overige reserves 2. Herwaardering verkocht onder voorwaarden 3. Resultaat boekjaar 13.484 6.184 861 10.236 4.997 3.100 Totaal 20.529 18.333 10.236 10.995 3.100 148 -814 55 13.484 10.236 Saldo begin boekjaar 4.997 3.710 Mutaties in het boekjaar: - toevoeging, verkoop woningen 1.187 1.287 Saldo eind boekjaar 6.184 4.997 1. Overige reserves Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - resultaat voorgaand jaar - gerealiseerd intercompany resultaat Saldo eind boekjaar 2. Herwaardering verkocht onder voorwaarden In 2013 zijn 16 woningen verkocht onder voorwaarden. Eind 2013 zijn in totaal 74 woningen verkocht onder voorwaarden. Er zijn nog geen woningen teruggekocht. 10 Egalisatierekening 1. Verzilverd wonen 42 123 Totaal 42 123 Saldo begin boekjaar 123 186 Mutaties in het boekjaar: - toevoeging - gerealiseerde bijdrage 0 -81 0 -63 42 123 1. Verzilverd Wonen Saldo eind boekjaar 55 11 Voorzieningen 31-12-2013 31-12-2012 99 156 136 122 2.586 98 0 103 142 2.015 3.099 2.358 Negatief eigen vermogen Ruimzicht VOF 99 98 Totaal 99 98 Nieuwbouwproject Veldheim te Hoenderloo 156 0 Totaal 156 0 Saldo ProPoints ultimo boekjaar 136 103 Totaal 136 103 1. 2. 3. 4. 5. Negatief eigen vermogen Ruimzicht VOF Voorziening onrendabele investeringen Voorziening saldo ProPoints Latentie disagio leningen o/g Latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening Totaal 1. Negatief eigen vermogen Ruimzicht VOF 2. Voorziening onrendabele investeringen 3. Voorziening saldo ProPoints De post voorziening latente belastingen betreft de tot waardering gebrachte tijdelijke verschillen. Voor de volgende posten zijn tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde aanwezig: 4. Latentie disagio leningen o/g Saldo latentie disagio leningen ultimo boekjaar 122 142 Totaal 122 142 Het tijdelijke verschil inzake de leningenportefeuille bedraagt nominaal € 611.000 (2012: € 713.000), en is gewaardeerd tegen de contante waarde tegen 20%, zijnde € 122.000. 5. Latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening Saldo latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening ultimo boekjaar 2.586 2.015 Totaal 2.586 2.015 Commercieel is geen sprake van sprake van het vormen van een voorziening groot onderhoud. Fiscaal bedraagt deze voorziening ultimo 2013 afgerond € 17,2 miljoen. De latentie uit hoofde van waarderingsverschil voorziening groot onderhoud bedraagt € 2,6 miljoen. 56 12 Langlopende schulden Totaal 1. 2. 3. 4. 5. Leningen overheid Leningen kredietinst. Projectfinanciering Terugkoopverplichtingen Waarborgsommen Totaal 31-12-2013 waarvan looptijd > 5 jaar Totaal 31-12-2012 Waarvan looptijd > 5 jaar 1.033 87.172 392 10.995 6 35 49.620 1.080 89.865 392 9.059 6 36 53.804 99.598 49.655 100.402 53.840 1. Leningen overheid 31-12-2013 31-12-2012 1.080 2.942 0 -47 0 -1.862 1.033 1.080 Schuldrestant begin boekjaar 89.865 94.938 Mutaties in het boekjaar: - nieuwe leningen - aflossingen 3.000 -5.693 0 -5.073 Schuldrestant eind boekjaar 87.172 89.865 392 392 0 0 0 0 392 392 Schuldrestant begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - nieuwe leningen - aflossingen Schuldrestant eind boekjaar 2. Leningen kredietinstellingen 3. Projectfinanciering Schuldrestant begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - nieuwe leningen - aflossingen Schuldrestant eind boekjaar 57 Rentevoet en aflossingssysteem De rentevoet van de uitstaande leningen overheid en kredietinstellingen varieert van 0,0% tot 4,935%. De gemiddelde rentevoet bedraagt per ultimo 2013 circa 3,78% (2012: 3,93%). De leningen worden op basis van het annuïteitensysteem, lineair systeem of ineens afgelost (fixe leningen). Het aflossingsbestanddeel bedraagt in 2014 € 3.294.700. De projectfinanciering heeft betrekking op een lening, verstrekt door mede-ontwikkelaar Velubouw aan XIA Woonservices BV in verband met de ontwikkeling van een gezamenlijk nieuwbouwproject, dat binnen Ruimzicht VOF wordt gerealiseerd. Zekerheden De rente en aflossing van de leningen wordt gegarandeerd door de gemeente Brummen of het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De borging, verkregen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft betrekking op de leningen kredietinstellingen (€ 87,2 miljoen) 4. Terugkoopverplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 9.059 6.435 Mutaties in het boekjaar: - nieuwe verplichtingen - waardeverandering 2.356 -420 2.784 -160 10.995 9.059 Saldo eind boekjaar 5. Waarborgsommen en garanties Tot zekerheid van nakoming van de verplichtingen zijn bij enkele huurders van bedrijfspanden waarborgsommen ontvangen, dan wel garanties afgegeven ten bedrage van € 6.000. 13 Kortlopende schulden 1. 2. 3. 4. 5. Schulden aan leveranciers Schulden aan gemeenten Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden Overlopende passiva 1.250 9 350 709 1.678 738 64 258 223 1.673 3.996 2.956 1.250 738 - gemeente Brummen - gemeente Apeldoorn 0 9 0 64 Totaal 9 64 Totaal 1. Schulden aan leveranciers - crediteuren 2. Schulden aan gemeenten 58 3. Belastingen en premies sociale verzekering - salarissen pensioenfonds loonheffing omzetbelasting Totaal 31-12-2013 31-12-2012 1 53 69 227 1 2 72 183 350 258 0 636 0 73 4 62 34 123 709 223 1.451 57 65 48 0 54 3 1.441 62 56 20 22 54 18 1.678 1.673 4. Overige schulden - nog nog nog nog te te te te verrekenen verrekenen verrekenen verrekenen servicekosten bijdrage BWSA kosten afwikkeling nieuwbouw kosten overig Totaal 5. Overlopende passiva - niet-vervallen rente leningen vooruit ontvangen huur glasfonds fonds huurdersonderhoud reeds ontvangen voorschot huurtoeslag woonservicegebied Loenen transitoria overig Totaal 59 Niet uit de balans blijkende verplichtingen - Voorwaardelijke verplichtingen Obligo aan het WSW uit hoofde van de door het WSW geborgde leningen, die opeisbaar wordt indien blijkt dat het aan het WSW betaalde disagio niet voldoende is om aanspraken op het WSW te dekken. Het WSW verwacht conform de actuele meerjarenliquiditeitsprognose voor de komende vijf jaar geen beroep te doen op deze obligoverplichting. - Als onderpand voor de WSW-geborgde leningen is in de dvi 2012 € 456,2 miljoen aan WOZwaarde als onderpand ingezet (peildatum WOZ-waarde 1-1-2012). € 15,4 miljoen aan WOZwaarde is daarbij niet als onderpand ingezet. - Er is in de balans geen reservering opgenomen voor de niet-opgenomen vakantiedagen van de werknemers, circa € 47.500,-. - Pensioenvoorzieningen De pensioenregeling is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW) en is naar zijn aard een toegezegd-pensioenregeling. Sprengenland Wonen heeft in het geval van een tekort bij SPW geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De dekkingsgraad per 31 december 2013 is 114%. - Voorziening jubileumverplichting Voor eventuele jubileumuitkeringen is geen voorziening gevormd, omdat de omvang van deze verplichting niet betrouwbaar kan worden bepaald. Overigens gaat dit om een bedrag dat niet van materieel belang is. - Aangegane verplichtingen Ten aanzien van de nieuwbouwactiviteiten is er sprake van een verplichting van € 4.599.000. - Erfpacht grond project Spelderholt De grond van het project Spelderholt is eigendom van de Dienst Domeinen. Met hen is overeenkomen dat de retributie van het opstalrecht in twee termijnen wordt afgekocht. De eerste termijn is reeds voldaan en eindigt op 31-12-2032. De tweede termijn ad € 208.250 is opgenomen onder de aangegane verplichtingen. - Fiscale Eenheid De stichting is in verband met de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. 60 5.7 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening BEDRIJFSOPBRENGSTEN 14 Huren 2013 2012 Te ontvangen netto huur Af: huurderving: a. wegens leegstand b. wegens overige redenen 16.094 15.560 -41 0 -36 0 Totaal 16.053 15.524 Deze post is ten opzichte van het vorige boekjaar gewijzigd als gevolg van: a. de huurverhoging per 1 juli 2013 die gemiddeld 4,11% bedroeg (in 2012: 2,3%), b. het toepassen van de (gedifferentieerde) streefhuur bij mutatie, c. huurverhoging als gevolg van aanleg centrale verwarming, verbetering van woningen, enz. d. mutaties in de woningvoorraad De huurderving bedraagt 0,25% (2012: 0,23%) van de ontvangen huur. 15 Vergoedingen Te ontvangen vergoedingen - overige zaken, leveringen en diensten 9 23 Af: vergoedingsderving: a. wegens leegstand b. wegens overige redenen 0 0 0 0 Totaal 9 23 1. Bijdragen woningaanpassingen WMO 0 0 Totaal 0 0 Verkoop bestaande woningvoorraad Verkoop nieuwbouwprojecten 2.616 46 476 -267 Totaal 2.662 209 16 17 Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken De woningverkopen onder voorwaarden worden aangemerkt als financieringstransactie en niet als verkooptransactie. Het negatieve resultaat op verkoop nieuwbouw betreft een correctie op eerder genomen verkoopwinsten voor deze nieuwbouwprojecten. 61 18 Overige bedrijfsopbrengsten 2013 2012 Vergoedingen voor verrichte diensten: - doorberekende administratie-/servicekosten - fabriekswoningen - glasfonds - fonds huurdersonderhoud - doorberekend onderhoud - doorberekende afschrijvingen De Haere - nagekomen baten - overige dekkingen 6 1 1 7 8 131 0 0 8 1 2 5 10 134 90 3 Totaal 154 253 2.900 111 2 155 2.995 100 2 160 3.168 3.257 BEDRIJFSLASTEN 19 - Afschrijvingen op materiële vaste activa woningen en woongebouwen onroerende zaken niet zijnde woningen overige zaken activa ten dienste van exploitatie Totaal 20 Overige waardeveranderingen - afboekingen als gevolg van structureel lagere bedrijfswaarden bestaande woningvoorraad - onrendabele investeringen nieuwbouwprojecten 978 0 1.052 -84 Totaal 2.030 -84 Het negatieve bedrag aan onrendabele investeringen betreft teruggenomen onrendabele toppen op in 2012 afgeronde nieuwbouwprojecten en de gedeeltelijke afwaardering van twee nog uit te voeren nieuwbouwprojecten. 21 Lonen en salarissen - salarissen - ingehuurd personeel - ontvangen ziekengelden 1.099 23 -13 1.119 22 -13 Totaal 1.109 1.128 In 2013 waren gemiddeld 23,5 werknemers in dienst bij Sprengenland Wonen. 22 Pensioenlasten Totaal 23 216 218 147 166 Sociale lasten Totaal 62 24 - Lasten onderhoud klachtenonderhoud contractonderhoud mutatieonderhoud planmatig onderhoud Totaal 25 - 2013 2012 428 366 195 3.351 464 323 322 3.336 4.340 4.445 207 50 34 737 622 48 26 79 80 662 85 63 171 131 35 1.051 609 42 27 174 104 55 14 130 2.693 2.543 Overige bedrijfslasten overige personeelskosten huisvestingskosten bestuurskosten algemene kosten belastingen verzekeringen contributie landelijke federatie overige directe exploitatielasten woonruimteverdeling / VSW / BWSA verhuurdersheffing / saneringssteun kosten afboeking nieuwbouwprojecten kosten strategisch voorraadbeleid Totaal Accountantshonoraria De volgende kosten aan de accountantsorganisatie, die belast is met de controle van deze jaarrekening, zijn ten laste van het resultaat gebracht: - controle jaarrekening - fiscale adviesdiensten - andere niet-controle diensten 46 12 0 50 46 0 Totaal 58 96 26 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Totaal -132 63 -67 27 Financiële baten en lasten Rentebaten 2013 2012 Rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Rente op overige vorderingen Rente op uitgezette middelen 215 44 117 208 217 118 Totaal 376 543 Rente leningen gemeente / kredietinstellingen WSW-disagio Rente schulden aan kredietinstellingen 3.505 0 0 3.670 0 8 Totaal 3.505 3.678 Vrijval voorziening latente vennootschapsbelasting Vrijval belastinglatentie disagio leningen Mutatie belastinglatentie verliesverrekening Mutatie belastinglatentie onderhoudsvoorziening 0 20 -399 -571 2.537 -413 2.033 -2.015 Totaal -950 2.142 Rentelasten 28 Belastingen Ingevolge de integrale belastingplicht is vanuit het commerciële resultaat het fiscaal belastbaar bedrag berekend en de daaruit voortvloeiende vennootschapsbelasting over 2013. De berekening van de belastingplicht is als volgt opgebouwd: Commercieel resultaat conform de winst-en verliesrekening 2013 Bij: Fiscaal lagere afschrijving mva Fiscaal geen waardeveranderingen Fiscaal lagere lasten onderhoud Fiscaal lagere algemene kosten Fiscaal geen mutatie Verkoop onder Voorwaarden Fiscaal hogere rentelasten i.v.m. vrijval disagio op leningen Beperkt aftrekbare kosten CFV saneringssteun 2.503 2.718 1.386 403 10 132 102 4 600 5.352 Af: Fiscaal geen opbrengst woningverkopen / toevoeging HIR Fiscaal lager projectresultaat Fiscaal hogere onderhoudslasten Dotatie onderhoudsvoorziening Fiscaal deelnemingsresultaat Investeringsaftrek 2.616 46 25 5.533 101 2 8.323 Belastbare bedrag 2013 -465 64 29 Resultaat deelnemingen Woningnet NV Nieuw Canada CV Kerkeveld CV Ruitersmolen CV Aardhuus Ontwikkeling BV Ruimzicht VOF Totaal 2013 2012 0 -87 3 -17 -1 -1 0 -6 -64 -26 -3 -77 -103 -176 861 3.100 5.8 Statutaire winstverdeling Totaal jaarresultaat In afwachting van de goedkeuring van de Raad van Commissarissen is het resultaat nog niet verwerkt in de reserves. 5.9 Honorering Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (verder: WNT) in werking getreden. De directeur wordt op grond van deze wet gezien als topfunctionaris. In het kader van de WNT worden de volgende gegevens gemeld. Naam: Functie of functies Bruto-salaris Door de werkgever betaalde vrijwillige socialeverzekeringspremies Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremies) Totale uit publieke middelen gefinancierde bezoldiging en relevant voor de toepassing van de WNT Duur van het dienstverband in het boekjaar (in maanden) Omvang van het dienstverband in het boekjaar Einde dienstverband Jaar waarin het dienstverband is geëindigd In het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband Directeurbestuurder 116.815 0 0 25.414 142.229 12 40 uur Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing De directeur valt in de overgangsregeling van de WNT, nu de met hem gemaakte bezoldigingsafspraak (ruim) voor 1 januari 2013 is overeengekomen. Dat betekent dat de bezoldiging overeenkomstig de wettelijke regeling in zeven jaar zal worden aangepast. 65 Bezoldiging raad van commissarissen De WNT geeft ten aanzien van de bezoldiging van commissarissen aan dat deze per 1 januari 2013 maximaal 5% (lid) of 7,5% (voorzitter) mag bedragen van de voor de organisatie geldende maximale bezoldiging van de bestuurder. Een commissaris die voor 1 januari 2013 is benoemd en wiens vergoeding hoger is dan de WNT aangeeft, kan deze hogere vergoeding blijven ontvangen tot het moment van herbenoeming op basis van overgangsrecht. Bezoldiging commissarissen in 2013 De bezoldiging van de commissarissen in 2013 commissaris is als volgt: Bezoldiging commissarissen 2013 (bedragen exclusief BTW) Naam Functie Bezoldiging F. Sterk - Voorzitter raad van commissarissen Lid remuneratiecommissie 4.959 J. van Leeuwen - Vice-voorzitter raad van commissarissen Lid remuneratiecommissie 4.959 A.J. Schutte - Lid raad van commissarissen Lid auditcommissie 4.959 A.G.M. Vos- Leferink - Lid raad van commissarissen Lid auditcommissie 4.959 M. Bresser - Lid raad van commissarissen 4.959 De bezoldiging van de raad van commissarissen bedroeg in 2013 in totaal € 24.975 (2012: € 32.000). Deze daling wordt verklaard doordat vanaf 1 januari 2013 de vergoeding van commissarissen exclusief BTW wordt gepresenteerd. Reis- en onkosten De leden van de raad van commissarissen kunnen werkelijk gemaakte reis- en onkosten declareren. De reiskosten per auto worden vergoed op basis van € 0,36 per kilometer of die van openbaar vervoer op basis van gemaakte kosten voor openbaar vervoer. Bezoldiging bestuurder in het kader van BW2 Titel 9 artikel 383 Het bestuur van Stichting Sprengenland Wonen bestaat uit 1 persoon. Op grond van de in artikel 383 lid 1 boek 2 BW opgenomen vrijstelling is derhalve geen melding gemaakt van de bezoldiging bestuurders in het kader van boek 2 BW. 5.10 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum. 66 6 Enkelvoudige jaarrekening 67 68 6.1 ENKELVOUDIGE KENGETALLEN Kengetallen over de afgelopen vijf jaar ultimo boekjaar 2013 2012 2011 2010 2009 Aantal verhuureenheden in exploitatie 1. Woningen/woongebouwen 2. Garages 3. Bedrijfsruimten 4. Standplaatsen 5. Woonwagens 6. Bedden verzorgingstehuis 7. Overige verhuureenheden 2.568 259 1 69 9 63 5 2.594 259 1 70 9 63 5 2.544 259 1 70 9 63 5 2.502 259 1 5 0 63 5 2.485 259 1 5 0 63 5 Totaal 2.974 3.001 2.951 2.835 2.818 4 0 30 0 76 0 14 12 57 2 7 10 44 1 18 10 26 2 5 4 1.760 1.442 376 1.295 1.671 2.050 2.378 416 1.246 1.662 2.150 1.736 275 1.061 1.460 2.904 1.575 295 1.240 1.623 2.990 1.468 283 963 1.326 Prijs-/kwaliteitverhouding 1. Gemiddeld aantal punten WWS 2. Gemiddelde netto huurprijs 3. Gemiddelde puntprijs 159 486 3,06 150 465 3,10 149 445 2,99 148 437 2,95 147 422 2,87 Het verhuren van woningen 1. Aantal mutaties (exclusief nieuwbouw) 2. Mutatiegraad (in % van woningbezit) 3. Huurachterstand in % jaarhuur 4. Huurderving in % jaarhuur 138 5,37 1,13 0,38 135 5,20 0,35 0,22 182 7,15 0,64 0,29 167 6,67 0,51 0,14 151 6,08 0,33 0,45 Financiële continuïteit 1. Solvabiliteit 2. Liquiditeit (current ratio) 3. Rentabiliteit eigen vermogen 4. Rentabiliteit totaal vermogen 5. Eigen vermogen per woning 18,9 3,54 3,1 3,2 9.664 17,8 3,10 13,1 5,2 8.818 14,3 3,08 -4,9 2,2 7.307 16,0 2,73 -15,0 0,7 7.449 19,6 0,93 -0,4 3,1 8.627 Personeelsbezetting 1. Totaal formatieplaatsen 2. Aantal medewerkers 19,60 24 19,20 23 21,25 24 18,60 22 19,10 23 Gegevens bezit Mutaties in het woningbezit 1. Aantal opgeleverd 2. Aantal gekocht 3. Aantal verkocht 4. Aantal gesloopt / uit exploitatie Kwaliteit 1. Aantal reparatieverzoeken 2. Kosten mutatieonderhoud per mutatie 3. Kosten dagelijks onderhoud per woning 4. Kosten planmatig onderhoud per woning 5. Totaalkosten onderhoud per woning 69 ENKELVOUDIGE JAARREKENING 6.2 ENKELVOUDIGE BALANS (voor resultaatbestemming) ACTIVA (bedragen x € 1.000) Ref 31-12-2013 31-12-2012 82.724 6.142 87.901 6.918 1.542 90.408 1.879 96.698 5.309 3.192 10.748 16.057 8.944 12.136 8.319 1.634 9.953 8.545 2.033 10.578 116.418 119.412 595 291 886 159 0 159 177 32 3.314 44 665 0 4.232 53 62 3.047 1.283 365 0 4.810 9.876 4.171 14.994 9.140 131.412 128.552 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken: - sociaal vastgoed in exploitatie - vastgoed in ontwikkeling - onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal materiële vaste activa 1 2 3 Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie - Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Totaal vastgoedbeleggingen 4 Financiële vaste activa - Deelnemingen - Actieve latenties Totaal financiële vaste activa 5 Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA Voorraden - Vastgoed bestemd voor verkoop - Vastgoed in ontwikk. bestemd voor verkoop Totaal voorraden 6 Vorderingen - Huurdebiteuren - Gemeenten - Rekening courant dochter BV’s - Belastingen en premies sociale verzekering - Overige vorderingen - Overlopende activa Totaal vorderingen 7 Liquide middelen 8 Totaal vlottende activa TOTAAL 70 PASSIVA (bedragen x € 1.000) Ref 31-12-2013 31-12-2012 17.875 6.184 758 24.817 14.880 4.997 2.997 22.874 42 123 3.361 3.361 2.598 2.598 1.033 87.172 1.080 89.865 10.994 6 99.205 9.059 6 100.010 1.249 9 346 709 1.674 3.987 734 64 258 223 1.668 2.947 131.412 128.552 9 EIGEN VERMOGEN - Overige reserves - Herwaardering verkocht onder voorwaarden - Resultaat boekjaar Totaal eigen vermogen EGALISATIEREKENING 10 VOORZIENINGEN - Overige voorzieningen Totaal voorzieningen 11 VLOTTENDE PASSIVA Langlopende schulden - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen - Verplichtingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden - Waarborgsommen en garanties Totaal langlopende schulden 12 Kortlopende schulden - Schulden aan leveranciers - Schulden aan gemeente - Belastingen en premies sociale verzekering - Overige schulden - Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden 13 TOTAAL 71 6.3 ENKELVOUDIGE WINST- EN VERLIESREKENING (bedragen x € 1.000) Ref 2013 2012 14 15.633 9 0 2.662 180 15.109 11 0 209 280 18.484 15.609 3.043 1.882 1.109 216 147 4.291 2.660 3.132 -534 1.128 218 166 4.312 2.492 13.348 10.914 5.136 4.695 -132 -67 - Rentebaten - Rentelasten 458 -3.505 572 -3.678 Saldo financiële baten en lasten -3.047 -3.106 1.957 1.522 -950 -249 2.142 -667 758 2.997 BEDRIJFSOPBRENGSTEN - Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken Overige bedrijfsopbrengsten 15 16 17 18 Totaal bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN - Afschrijvingen op materiële vaste activa - Overige waardeveranderingen - Lonen en salarissen - Pensioenlasten - Sociale lasten - Lasten onderhoud - Overige bedrijfslasten 19 20 21 22 23 24 25 Totaal bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT NIET-GEREALISEERDE WAARDEVERANDERINGEN Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 26 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 27 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VOOR BELASTINGEN - Belastingen - Resultaat deelnemingen 28 29 NETTO RESULTAAT NA BELASTINGEN 72 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 6.4 ENKELVOUDIGE KASSTROOMOVERZICHT (bedragen x € 1.000) Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat (incl. verkoopopbrengsten) Aanpassingen voor: - afschrijvingen - waardeverandering VOV - vrijval/dotatie egalisatierekening - overige voorzieningen - vennootschapsbelasting - resultaat deelnemingen 2013 2012 5.136 4.695 3.043 -132 -81 607 -950 -249 3.131 -67 -63 -158 2.142 -667 7.374 Verandering in werkkapitaal: - voorraden - vorderingen - kortlopende schulden 9.013 -727 578 1.040 891 8.265 Kasstroom uit bedrijfsoperaties Rentebaten Rentelasten 309 1.948 -1.522 735 9.748 458 -3.505 572 -3.678 -3.047 Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Waardeverandering bestaand bezit Mutatie vastgoedbeleggingen VOV Mutatie herwaardering VOV Mutatie materiële vaste activa in ontwikkeling Mutatie voorziening onrendabele top Toename financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.542 1.066 830 -1.807 1.187 776 156 625 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossingen langlopende schulden Ontvangsten uit verplichting VOV Kasstroom uit financieringsactiviteiten 3.000 -5.740 1.936 Toename c.q. afname liquide middelen -3.106 5.218 6.642 -2.149 391 -2.557 1.287 -455 -21 -1.214 1.291 -4.718 0 -6.935 2.624 -804 -4.311 5.705 -2.387 73 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 6.5 Toelichting op de enkelvoudige balans VASTE ACTIVA Materiële vaste activa 1 Sociaal vastgoed in exploitatie 31-12-2013 31-12-2012 1. Woningen en woongebouwen 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen 3. Overige zaken 79.418 3.115 191 84.487 3.191 223 Totaal 82.724 87.901 Het verloop van deze posten in 2013 is als volgt: Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen Overige zaken Totaal 109.951 3.594 236 113.781 -25.464 -403 -13 -25.880 Boekwaarde 84.487 3.191 223 87.901 Mutaties in het boekjaar: -investeringen -desinvesteringen -afschrijvingen -waardeverandering -correcties afschrijving -mutatie niet-daeb aanschaf -mutatie niet-daeb afschrijv. 1.535 -1.276 -2.679 -830 429 -2.438 190 -76 -30 -2 Saldo -5.069 -76 -32 -5.177 106.942 3.594 206 110.742 -27.524 -479 -15 -28.018 79.418 3.115 191 82.724 Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde 74 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 1.535 -1.306 -2.757 -830 429 -2.438 190 Verzekering De onroerende en roerende zaken in exploitatie zijn verzekerd bij Raetsheren van Orden tegen het risico van brand- en stormschade. In de polisvoorwaarden is opgenomen dat er geen sprake kan zijn van onderverzekering. Grond in economisch eigendom Van alle onroerende zaken in exploitatie heeft per 31 december 2013 de juridische grondoverdracht plaatsgevonden. Zakelijke rechten Er zijn geen zakelijke rechten van toepassing. Actuele waarde Een indicatie van de actuele waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie is de waarde volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken. De totale waarde op basis van ozb-aanslag 2014 (peildatum 1 januari 2013) bedraagt € 432.704.000 (ozb-aanslag 2013: € 470.437.000). Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van het saldo van de kasstromen verbonden met de toekomstige inkomsten en uitgaven over de resterende economische levensduur van de investering. Bij de bepaling van eventuele onrendabele investeringen zijn complexen geclusterd conform de kernenbenadering in het ambitiedocument en het dynamisch voorraadbeleid. In de grotere kernen is een nadere onderverdeling naar wijken gemaakt. Op basis van de hieronder vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde op 31 december 2013 op totaalniveau € 144,6 mln (2012: € 168,7 mln) en van het sociaal vastgoed € 138,3 mln (2012: € 164,1 miljoen). Bij de berekening van de bedrijfswaarde zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Disconteringsvoet 5,25% Kostenstijging onderhoud 3,00% Kostenstijging 2,00% tot 3,00% Huurverhoging 2,00% tot 4,00% De daling van de bedrijfswaarde per 31 december 2013 met 24,1 miljoen ten opzichte van 31 december 2012 laat zich als volgt verklaren: Autonome ontwikkeling: - effect één jaar opschuiven -0,2 Voorraadmutaties: - nieuwbouw / aankoop - sloop / verkoop 1,1 -2,3 Parameterwijzigingen: - levensduur - huur - lasten 5,5 7,2 0,0 Niveauwijzigingen: - grond (herziene restwaarde) - huren - overige exploitatie-uitgaven - dagelijks onderhoud - planmatig onderhoud - verhuurdersheffing -6,8 7,0 0,1 0,2 -8,5 -27,4 -24,1 75 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 2 Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 6.918 6.463 Mutaties in het boekjaar: - Investeringen - Afboeking onrendabele investering - Afboeking geannuleerde projecten - Overboeking naar resultaat - Overboeking naar vastgoed bestemd voor verkoop - Overboeking naar onroerende zaken in exploitatie 1.174 -896 -78 45 -697 -324 2.069 0 -148 0 0 -1.466 Saldo eind boekjaar 6.142 6.918 Woningen en woongebouwen Het saldo onroerende en roerende zaken in ontwikkeling bestaat uit nieuwbouw in ontwikkeling ten behoeve van verhuur en verkoop. Zodra een project definitief in uitvoer wordt genomen, zal splitsing van het project plaatsvinden. 3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Kantoorpand Inventarissen Vervoermiddelen Totaal Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen 2.209 -552 527 -307 3 -1 2.739 -860 Boekwaarde 1.657 220 2 1.879 Mutaties in het boekjaar: - investeringen - desinvesteringen - afschrijvingen - correcties afschrijvingen -385 -114 196 -40 -1 Saldo -303 -33 -1 -337 Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - cumulatieve afschrijvingen 1.824 -470 534 -347 3 -2 2.361 -819 Boekwaarde 1.354 187 1 1.542 7 7 -385 -155 196 Verzekering De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn per 31 december 2013 verzekerd bij Raetsheren van Orden middels een uitgebreide opstalverzekering Hierbij is overeengekomen dat van onderverzekering nimmer sprake zal zijn. De roerende zaken ten dienste van de exploitatie zjin verzekerd bij Raetsheren van Orden. De verzekerde waarde bedraagt per 31 december 2013 € 250.000. Actuele waarde Een indicatie van de actuele waarde van de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie is de waarde volgens de Wet Waardering Onroerende Zaken. De totale waarde op basis van ozb-aanslag 2014 (peildatum 1 januari 2013) bedraagt 571.000 (ozb-aanslag 2013: € 603.000). 76 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Commercieel vastgoed in exploitatie 4 4 31-12-2013 31-12-2013 5.116 5.116 193 193 5.309 5.309 1. Woningen en woongebouwen 1. woongebouwen 2. Woningen Onroerendeenzaken niet zijnde woningen 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen Totaal Totaal Het verloop van deze posten in 2013 is als volgt: Het verloop van deze posten in 2013 is als volgt: Woningen en Woningen en woonwoongebouwen gebouwen Saldo per 31 december 2012: Saldo per 31 december 2012: - aanschaffingswaarde 3.253 - aanschaffingswaarde 3.253 cumulatieve afschrijvingen - incl. cumulatieve afschrijvingen waardeveranderingen -265 incl. waardeveranderingen -265 Boekwaarde 2.988 Boekwaarde 2.988 31-12-2012 31-12-2012 2.988 2.988 204 204 3.192 3.192 Onroerende zakenOnroerende niet zijnde zaken niet zijnde woningen woningen Totaal Totaal 493 493 -289 -289 204 204 3.746 3.746 -554 -554 3.192 3.192 -11 -11 -131 -131 Mutaties in het boekjaar: Mutaties in het boekjaar: -investeringen -investeringen -desinvesteringen -desinvesteringen -afschrijvingen -afschrijvingen -waardeverandering -waardeverandering -correcties afschrijving -correcties afschrijving -mutatie niet-daeb aanschaf -mutatie niet-daeb aanschaf afschrijv. -mutatie niet-daeb afschrijv. Saldo Saldo 2.438 2.438 -190 -190 2.128 2.128 -11 -11 2.438 2.438 -190 -190 2.117 2.117 Saldo per 31 december 2013: Saldo per 31 december 2013: - aanschaffingswaarde - aanschaffingswaarde cumulatieve afschrijvingen - incl. cumulatieve afschrijvingen waardeveranderingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde Boekwaarde 5.691 5.691 -575 -575 5.116 5.116 493 493 -300 -300 193 193 6.184 6.184 -875 -875 5.309 5.309 -120 -120 Bedrijfswaarde Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van het saldo van de kasstromen De bedrijfswaarde gevormd door de en contante waarde vanresterende het saldo van de kasstromen verbonden met de wordt toekomstige inkomsten uitgaven over de economische levensduur verbonden met de toekomstige inkomsten en uitgaven over de investeringen resterende economische levensduur van de investering. Bij de bepaling van eventuele onrendabele zijn complexen van de investering. bepaling van eventuele onrendabele investeringen zijn complexen geclusterd conform Bij dede kernenbenadering in het ambitiedocument en het dynamisch voorraadbeleid. geclusterd conform kernenbenadering in het ambitiedocument en het dynamisch voorraadbeleid. In de grotere kernende is een nadere onderverdeling naar wijken gemaakt. In de grotere kernen is een nadere onderverdeling naar wijken gemaakt. Op basis van de hieronder vermelde uitgangspunten bedraagt de bedrijfswaarde van het commercieel Op basis van de december hieronder 2013 vermelde de bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed op 31 € 6,3uitgangspunten miljoen (2012: bedraagt € 4,6 miljoen). vastgoed op 31 december 2013 € 6,3 miljoen (2012: € 4,6 miljoen). Bij de berekening van de bedrijfswaarde zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Bij de berekening van de bedrijfswaarde zijn de volgende uitgangspunten Disconteringsvoet 5,25% gehanteerd: Disconteringsvoet 5,25% Kostenstijging onderhoud 3,00% Kostenstijging onderhoud 3,00% 2,00% tot 3,00% Kostenstijging 2,00% tot 4,00% 3,00% Huurverhoging Huurverhoging 2,00% tot 4,00% -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.77 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 8.944 6.387 Mutaties in het boekjaar: - Toevoeging verkochte woningen - Waardeverandering in boekjaar 2.356 -552 2.784 -227 10.748 8.944 Saldo eind boekjaar In 2013 zijn 16 woningen verkocht onder voorwaarden. Eind 2013 zijn in totaal 74 woningen verkocht onder voorwaarden. Er zijn nog geen woningen teruggekocht. 5 Financiële vaste activa 31-12-2013 31-12-2012 1. Deelneming 2. Actieve latentie disagio 3. Actieve latentie i.v.m. verliesverrekening 8.319 0 1.634 8.545 0 2.033 Totaal 9.953 10.578 8.318 0 1 8.544 0 1 8.319 8.545 8.544 9.092 -226 -548 8.318 8.544 0 0 -23 23 -119 119 0 0 Saldo begin boekjaar 1 1 Mutaties in het boekjaar: - Jaarresultaat 0 0 Saldo eind boekjaar 1 1 1. Deelneming - Vastgoed Eerbeek BV - XIA Woonservices BV - Woningnet NV Vastgoed Eerbeek BV Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - Jaarresultaat Saldo eind boekjaar XIA Woonservices BV Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - Jaarresultaat - Negatief eigen vermogen tlv de voorziening Saldo eind boekjaar Woningnet NV 78 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 2. Actieve latentie 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 0 271 Mutaties in het boekjaar: - Correctie actieve latentie disagio leningen o/g 0 -271 Saldo eind boekjaar 0 0 2.033 0 0 -492 93 2.033 0 1.634 2.033 3. Actieve latentie i.v.m. verliesverrekening Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - Vorming actieve latentie i.v.m. verliesverrekening - Mutatie 2012 - Mutatie 2013 Saldo eind boekjaar De post latente belastingvorderingen betreft de tot waardering gebrachte beschikbare voorwaartse verliescompensatie en de tot waardering gebrachte verrekenbare tijdelijke verschillen. De latente belastingvordering uit hoofde van de voorwaartse verliescompensatie is contant gewaardeerd. De realisatie van de verliezen is gebaseerd op een tax planning. De totale verrekenbare verliezen bedragen ultimo 2013 afgerond € 8,1 miljoen. De latentie uit hoofde van verliescompensatie bedraagt € 1,6 miljoen. Voor de volgende posten zijn tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde aanwezig: 1. Onroerende en roerende zaken in exploitatie en vastgoedbeleggingen die in de komende jaren naar verwachting blijvend zullen worden verhuurd 2. Afschrijvingen op onroerende zaken in exploitatie Ad 1. Dit tijdelijke verschil heeft betrekking op onroerende en roerende zaken in exploitatie die naar verwachting de komende jaren blijvend zullen worden verhuurd. De contante waarde van de latentie van dit waarderingsverschil tendeert naar nihil. Er is derhalve geen latentie opgenomen voor dit waarderingsverschil. Ad 2. Als gevolg van VSO bepalingen is er geen sprake van fiscaal afschrijvingspotentieel op grond waarvan een latentie kan worden gevormd. 79 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- VLOTTENDE ACTIVA 6 Voorraden 31-12-2013 31-12-2012 1. Vastgoed bestemd voor verkoop 2. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop 595 291 159 0 Totaal 886 159 De post Vastgoed bestemd voor verkoop bestaat uit twee kavels Veldheim en het voormalig kantoorpand aan de Engelenweg. De post Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop bestaat uit de in ontwikkeling zijnde nieuwbouwprojecten Veldheim en Uddelsekampweg. 7 Vorderingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 31-12-2013 31-12-2012 177 32 3.314 44 665 0 53 62 3.047 1.283 365 0 4.232 4.810 Huurdebiteuren Gemeenten Rekening-courant dochter BV’s Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa Totaal 1. Huurdebiteuren De huurachterstanden kunnen als volgt naar tijdsduur en aantal huurders worden gespecificeerd: Periode < 1 maand 1 tot 2 maanden 2 tot 3 maanden 3 tot 4 maanden 4 tot 5 maanden 5 en meer Totaal Aantal huurders 31-12-2013 31-12-2012 33 42 102 35 13 11 9 3 3 0 6 5 166 96 Huurachterstand 31-12-2013 31-12-2012 10 9 66 18 66 12 16 3 5 0 14 11 177 53 De huurachterstanden bedragen ultimo boekjaar 1,13% (2012: 0,35%) van de jaarhuur. De stijging in 2013 is van incidentele aard en wordt veroorzaakt door de overgang naar Sepa. 80 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- 2. Gemeenten 31-12-2013 31-12-2012 - gemeente Brummen - gemeente Apeldoorn 6 26 14 48 Totaal 32 62 Vastgoed Eerbeek BV XIA Vastgoed Ontwikkeling 1 BV XIA Woonservices BV 1.477 1.182 655 1.186 1.228 633 Totaal 3.314 3.047 Verrekenbare verliezen vennootschapsbelasting 2006/2007 Te vorderen vennootschapsbelasting 2011 Te vorderen vennootschapsbelasting 2012 44 0 0 44 399 840 Totaal 44 1.283 31 95 71 0 0 8 15 18 2 425 40 20 50 32 6 141 32 19 2 23 665 365 3. Rekening-courant dochter BV’s 4. Belastingen en premies sociale verzekeringen 5. Overige vorderingen - Dubieuze debiteuren Diverse nota’s / betalingsregelingen Rente Afrekeningen huurders / oud-huurders Watermolen 23 BWSA VvE’s Afrekening servicekosten Skaeve Huse Diversen Totaal Geen van de vorderingen heeft ultimo 2013 een looptijd langer dan één jaar. 6. Overlopende activa - Vooruitbetaalde crediteuren - Diversen 0 0 0 0 Totaal 0 0 5 548 9.323 0 2 1.001 3.168 0 9.876 4.171 8 Liquide middelen - kas rekening-courant banken spaarrekeningen, direct opvraagbaar kruisposten Totaal 81 -Fout! Onbekende schakeloptie-instructie.- PASSIVA 9 Eigen vermogen 31-12-2013 31-12-2012 1. Overige reserves 2. Herwaardering verkocht onder voorwaarden 3. Resultaat boekjaar 17.875 6.184 758 14.880 4.997 2.997 Totaal 24.817 22.874 14.880 15.798 2.995 -918 17.875 14.880 Saldo begin boekjaar 4.997 3.710 Mutaties in het boekjaar: - toevoeging, verkoop woningen 1.187 1.287 Saldo eind boekjaar 6.184 4.997 1. Overige reserves Saldo begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - resultaat voorgaand jaar Saldo eind boekjaar 2. Herwaardering verkocht onder voorwaarden In 2013 zijn 16 woningen verkocht onder voorwaarden. Eind 2013 zijn in totaal 74 woningen verkocht onder voorwaarden. Er zijn nog geen woningen teruggekocht. Verschil enkelvoudige en geconsolideerde eigen vermogen Het verschil tussen het enkelvoudige en geconsolideerde eigen vermogen en het resultaat heeft zich in het boekjaar als volgt ontwikkeld: Eigen vermogen geconsolideerde jaarrekening Negatieve hogere afschrijving Vastgoed Eerbeek BV Niet-gerealiseerde gecumuleerde intercompanyresultaten 20.529 18.333 -103 -103 4.391 4.644 Eigen vermogen volgens enkelvoudige jaarrekening 24.817 22.874 861 3.100 0 -103 0 -103 758 2.997 Verschil resultaat: Resultaat geconsolideerde jaarrekening Veranderingen in niet-gerealiseerde gecumuleerde intercompanyresultaten Hogere afschrijvingen Vastgoed Eerbeek BV Resultaat volgens enkelvoudige jaarrekening Het verschil is in 2008 ontstaan door overdracht van bezit van Sprengenland Wonen aan Vastgoed Eerbeek BV. 82 10 Egalisatierekening 31-12-2013 31-12-2012 1. Verzilverd wonen 42 123 Totaal 42 123 Saldo begin boekjaar 123 186 Mutaties in het boekjaar: - toevoeging - gerealiseerde bijdrage 0 -81 0 -63 42 123 361 156 136 122 2.586 338 0 103 142 2.015 3.361 2.598 Negatief eigen vermogen XIA Woonservices BV 361 338 Totaal 360 338 Nieuwbouwproject Veldheim te Hoenderloo 156 0 Totaal 156 0 Saldo ProPoints ultimo boekjaar 136 103 Totaal 136 103 1. Verzilverd Wonen Saldo eind boekjaar 11 Voorzieningen 1. 2. 3. 4. 5. Negatief eigen vermogen XIA Woonservices BV Voorziening onrendabele investeringen Voorziening saldo ProPoints Latentie disagio leningen o/g Latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening Totaal 1. Negatief eigen vermogen XIA Woonservices BV 2. Voorziening onrendabele investeringen 3. Voorziening saldo ProPoints De post voorziening latente belastingen betreft de tot waardering gebrachte tijdelijke verschillen. Voor de volgende posten zijn tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde en de fiscale waarde aanwezig: 83 4. Latentie disagio leningen o/g 31-12-2013 31-12-2012 Saldo latentie disagio leningen ultimo boekjaar 122 142 Totaal 122 142 Het tijdelijke verschil inzake de leningenportefeuille bedraagt nominaal € 611.000 (2012: € 713.000), en is gewaardeerd tegen de contante waarde tegen 20%, zijnde € 122.000. 5. Latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening Saldo latentie i.v.m. onderhoudsvoorziening ultimo boekjaar 2.586 2.015 Totaal 2.586 2.015 Commercieel is geen sprake van sprake van het vormen van een voorziening groot onderhoud. Fiscaal bedraagt deze voorziening ultimo 2013 afgerond € 17,2 miljoen. De latentie uit hoofde van waarderingsverschil voorziening groot onderhoud bedraagt € 2,6 miljoen. 12 Langlopende schulden Totaal 1. 2. 3. 4. Leningen overheid Leningen kredietinst. Terugkoopverplichting Waarborgsommen Totaal 31-12-2013 waarvan looptijd > 5 jaar Totaal 31-12-2012 Waarvan looptijd > 5 jaar 1.033 87.172 10.994 6 35 49.620 1.080 89.865 9.059 6 36 53.804 99.205 49.655 100.010 53.840 1. Leningen overheid 31-12-2013 31-12-2012 1.080 2.942 0 -47 0 -1.862 1.033 1.080 Schuldrestant begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - nieuwe leningen - aflossingen 89.865 94.938 3.000 -5.693 0 -5.073 Schuldrestant eind boekjaar 87.172 89.865 Schuldrestant begin boekjaar Mutaties in het boekjaar: - nieuwe leningen - aflossingen Schuldrestant eind boekjaar 2. Leningen kredietinstellingen 84 Rentevoet en aflossingssysteem De rentevoet van de uitstaande leningen overheid en kredietinstellingen varieert van 0,0% tot 4,935%. De gemiddelde rentevoet bedraagt per ultimo 2013 circa 3,78% (2012: 3,93%). De leningen worden op basis van het annuïteitensysteem, lineair systeem afgelost of ineens afgelost (fixe leningen). Het aflossingsbestanddeel bedraagt in 2014 € 3.294.700. Zekerheden De rente en aflossing van de leningen wordt gegarandeerd door de gemeente Brummen of het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De borging, verkregen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft betrekking op de leningen kredietinstellingen (€ 87,2 miljoen) 3. Terugkoopverplichting uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 31-12-2013 31-12-2012 Saldo begin boekjaar 9.059 6.435 Mutaties in het boekjaar: - nieuwe verplichtingen - waardeverandering 2.355 -420 2.784 -160 10.994 9.059 Saldo eind boekjaar 4. Waarborgsommen en garanties Tot zekerheid van nakoming van de verplichtingen zijn bij enkele huurders van bedrijfspanden waarborgsommen ontvangen, dan wel garanties afgegeven ten bedrage van € 6.000. 13 Kortlopende schulden 1. 2. 3. 4. 5. Schulden aan leveranciers Schulden aan gemeenten Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden Overlopende passiva 1.249 9 346 709 1.674 734 64 258 223 1.668 3.987 2.947 1.249 734 - gemeente Brummen - gemeente Apeldoorn 0 9 0 64 Totaal 9 64 Totaal 1. Schulden aan leveranciers - crediteuren 2. Schulden aan gemeenten 85 3. Belastingen en premies sociale verzekering - salarissen pensioenfonds loonheffing omzetbelasting Totaal 31-12-2013 31-12-2012 1 53 69 223 1 2 72 183 346 258 0 636 0 73 4 62 34 123 709 223 1.451 52 65 49 0 54 3 1.441 55 56 21 22 54 19 1.674 1.668 4. Overige schulden - nog nog nog nog te te te te verrekenen verrekenen verrekenen verrekenen servicekosten BWSA kosten afwikkeling nieuwbouw kosten overig Totaal 5. Overlopende passiva - niet-vervallen rente leningen vooruit ontvangen huur glasfonds fonds huurdersonderhoud reeds ontvangen voorschot huurtoeslag woonservicegebied Loenen transitoria overig Totaal 86 6.6 Toelichting op enkelvoudige winst- en verliesrekening BEDRIJFSOPBRENGSTEN 14 Huren 2013 2012 Te ontvangen netto huur Af: huurderving: a. wegens leegstand b. wegens overige redenen 15.692 15.142 -59 0 -33 0 Totaal 15.633 15.109 Deze post is ten opzichte van het vorige boekjaar gewijzigd als gevolg van: a. de huurverhoging per 1 juli 2013 die gemiddeld 4,11% bedroeg (in 2012: 2,3%), b. het toepassen van de (gedifferentieerde) streefhuur bij mutatie, c. huurverhoging als gevolg van aanleg centrale verwarming, verbetering van woningen, enz. d. mutaties in de woningvoorraad De huurderving bedraagt 0,38% (2012: 0,22%) van de ontvangen huur. 15 Vergoedingen Te ontvangen vergoedingen - overige zaken, leveringen en diensten 9 11 Af: vergoedingsderving: a. wegens leegstand b. wegens overige redenen 0 0 0 0 Totaal 9 11 1. Overheidsbijdragen 0 0 Totaal 0 0 Verkoop bestaande woningvoorraad Verkoop nieuwbouwwoningen 2.616 46 476 -267 Totaal 2.662 209 16 17 Overheidsbijdragen Verkoop onroerende zaken De woningverkopen onder voorwaarden worden aangemerkt als financieringstransactie en niet als verkooptransacties. 87 18 Overige bedrijfsopbrengsten 2013 2012 Vergoedingen voor verrichte diensten: - doorberekende administratie-/servicekosten - fabriekswoningen - doorberekende administratiekosten aan BV’s - glasfonds - fonds huurdersonderhoud - doorberekend onderhoud - doorberekende afschrijvingen De Haere - nagekomen baten - overige dekkingen 4 1 28 1 7 8 131 0 0 7 1 28 2 5 10 134 90 3 Totaal 180 280 2.799 87 2 155 2.882 88 2 160 3.043 3.132 - afboekingen als gevolg van structureel lagere bedrijfswaarden bestaande woningvoorraad - onrendabele investeringen nieuwbouwprojecten 830 1.052 0 -534 Totaal 1.882 -534 - salarissen - ingehuurd personeel - ontvangen ziekengelden 1.099 23 -13 1.119 22 -13 Totaal 1.109 1.128 BEDRIJFSLASTEN 19 - Afschrijvingen op materiële vaste activa woningen en woongebouwen onroerende zaken niet zijnde woningen overige zaken activa ten dienste van exploitatie Totaal 20 21 Overige waardeveranderingen Lonen en salarissen In 2013 waren gemiddeld 23,5 werknemers in dienst bij Sprengenland Wonen. 22 Pensioenlasten Totaal 23 216 218 147 166 Sociale lasten Totaal 88 24 - Lasten onderhoud klachtenonderhoud contractonderhoud mutatieonderhoud planmatig onderhoud Totaal 25 - 2013 2012 417 349 199 3.326 455 303 321 3.233 4.291 4.312 207 50 34 737 609 45 26 62 80 662 85 63 171 131 35 1.050 596 41 27 138 104 55 14 130 2.660 2.492 Overige bedrijfslasten overige personeelskosten huisvestingskosten bestuurskosten algemene kosten belastingen verzekeringen contributie landelijke federatie overige directe exploitatielasten woonruimteverdeling / VSW / BWSA verhuurdersheffing / saneringssteun kosten afboeking nieuwbouwprojecten kosten dynamisch voorraadbeleid Totaal Accountantshonoraria De volgende kosten aan de accountantsorganisatie, die belast is met de controle van deze jaarrekening, zijn ten laste van het resultaat gebracht: - controle jaarrekening - fiscale adviesdiensten - andere niet-controle diensten 46 12 0 50 46 0 Totaal 58 96 26 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Totaal -132 89 -67 27 Financiële baten en lasten Rentebaten 2013 2012 Rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Rente op overige vorderingen Rente op uitgezette middelen 193 148 117 172 214 186 Totaal 458 572 Rente leningen gemeente / kredietinstellingen WSW-disagio Rente schulden aan kredietinstellingen 3.504 0 1 3.670 0 8 Totaal 3.505 3.678 Vrijval voorziening latente vennootschapsbelasting Vrijval belastinglatentie disagio leningen Mutatie belastinglatentie verliesverrekening Mutatie belastinglatentie onderhoudsvoorziening 0 20 -399 -571 2.537 -413 2.033 -2.015 Totaal -950 2.142 Rentelasten 28 Belastingen Ingevolge de integrale belastingplicht is vanuit het commerciële resultaat het fiscaal belastbaar bedrag berekend en de daaruit voortvloeiende vennootschapsbelasting over 2013. Voor de berekening van de vennootschapsbelasting verwijzen wij u naar de geconsolideerde jaarrekening. 29 Resultaat deelnemingen Vastgoed Eerbeek BV Woningnet NV XIA Woonservices BV -226 0 -23 -548 0 -119 Totaal -249 -667 2013 2012 758 2.997 6.7 Statutaire winstverdeling Totaal jaarresultaat In afwachting van de goedkeuring van de Raad van Commissarissen is het resultaat nog niet verwerkt in de reserves. 90 6.8 Honorering Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (verder: WNT) in werking getreden. De directeur wordt op grond van deze wet gezien als topfunctionaris. In het kader van de WNT worden de volgende gegevens gemeld. Naam: Functie of functies Bruto-salaris Door de werkgever betaalde vrijwillige socialeverzekeringspremies Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremies) Totale uit publieke middelen gefinancierde bezoldiging en relevant voor de toepassing van de WNT Duur van het dienstverband in het boekjaar (in maanden) Omvang van het dienstverband in het boekjaar Einde dienstverband Jaar waarin het dienstverband is geëindigd In het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband Directeurbestuurder 116.815 0 0 25.414 142.229 12 40 uur Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing De directeur valt in de overgangsregeling van de WNT, nu de met hem gemaakte bezoldigingsafspraak (ruim) voor 1 januari 2013 is overeengekomen. Dat betekent dat de bezoldiging overeenkomstig de wettelijke regeling in zeven jaar zal worden aangepast. Bezoldiging raad van commissarissen De WNT geeft ten aanzien van de bezoldiging van commissarissen aan dat deze per 1 januari 2013 maximaal 5% (lid) of 7,5% (voorzitter) mag bedragen van de voor de organisatie geldende maximale bezoldiging van de bestuurder. Een commissaris die voor 1 januari 2013 is benoemd en wiens vergoeding hoger is dan de WNT aangeeft, kan deze hogere vergoeding blijven ontvangen tot het moment van herbenoeming op basis van overgangsrecht. 91 Bezoldiging commissarissen in 2013 De bezoldiging van de commissarissen in 2013 commissaris is als volgt: Bezoldiging commissarissen 2013 (bedragen exclusief BTW) Naam Functie Bezoldiging F. Sterk - Voorzitter raad van commissarissen Lid remuneratiecommissie 4.959 J. van Leeuwen - Vice-voorzitter raad van commissarissen Lid remuneratiecommissie 4.959 A.J. Schutte - Lid raad van commissarissen Lid auditcommissie 4.959 A.G.M. Vos- Leferink - Lid raad van commissarissen Lid auditcommissie 4.959 M. Bresser - Lid raad van commissarissen 4.959 De bezoldiging van de raad van commissarissen bedroeg in 2013 in totaal € 24.975 (2012: € 32.000). Deze daling wordt verklaard doordat vanaf 1 januari 2013 de vergoeding van commissarissen exclusief BTW wordt gepresenteerd. Reis- en onkosten De leden van de raad van commissarissen kunnen werkelijk gemaakte reis- en onkosten declareren. De reiskosten per auto worden vergoed op basis van € 0,36 per kilometer of die van openbaar vervoer op basis van gemaakte kosten voor openbaar vervoer. Bezoldiging bestuurder in het kader van BW2 Titel 9 artikel 383 Het bestuur van Stichting Sprengenland Wonen bestaat uit 1 persoon. Op grond van de in artikel 383 lid 1 boek 2 BW opgenomen vrijstelling is derhalve geen melding gemaakt van de bezoldiging bestuurders in het kader van boek 2 BW. 6.9 Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum. 92 7 Controleverklaring 93 94 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van commissarissen van Stichting Sprengenland Wonen Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Sprengenland Wonen te Eerbeek gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh), richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de bepalingen inzake het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT in de Beleidsregels toepassing WNT. Het bestuur van de toegelaten instelling is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het controleprotocol in rubriek A van Bijlage III bij het Bbsh en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Sprengenland Wonen per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT in de Beleidsregels toepassing WNT. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g BW bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Hengelo, 12 mei 2014 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze, w.g. R.W. van Hecke RA 2
© Copyright 2024 ExpyDoc