Artikel: ‘Society’s finest pearl’. Representaties van de aristocratie in de Victoriaanse penny press Auteur: Stephanie Paalvast Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 33.2, 93-105. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: The British press went through some radical changes at the end of the nineteenth century due to the development of the penny press. These cheap newspapers were aimed at the lower middle-class and put the emphasis on everyday subjects: both gossip columns and party reports were introduced. The aristocracy often played an important role in the news. Remarkably, the aristocrats were mostly described in positive terms. In this article Stephanie Paalvast investigates how the aristocracy was presented in the new newspaper format and tries to explain their surprising representation. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief. Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl • [email protected] ‘Society’s Finest Pearl’ Representaties van de aristocratie in de Victoriaanse penny press Stephanie Paalvast Aan het einde van de negentiende eeuw veranderde de Britse pers ingrijpend door de komst van de penny press. Deze goedkope kranten richtten zich op een nieuw publiek, de lagere middenklasse. De positie en gebruiken van de Britse aristocratie werden in deze kranten vaak positief gewaardeerd. Stephanie Paalvast onderzoekt in dit artikel deze opvallende beeldvorming. In any instance of at least written language, there is no such thing as a delivered presence, but a re-presence, or a representation.1 Tot ver in de negentiende eeuw werd de Britse pers gedomineerd door gevestigde dagbladen als de Times, die een sterke nadruk legden op politieke thema’s en zich richtten op een hoger opgeleid publiek. Deze perstraditie onderging aan het einde van de Victoriaanse tijd (1837-1901) een ware transformatie, veroorzaakt door het fenomeen New Journalism. De wortels van deze nieuwe manier van journalistiek bedrijven lagen in de Verenigde Staten; het doel was nieuws te bieden voor ‘de gewone man’. Deze doelgroep werd gevormd door de lagere middenklassen: de grote en veelzijdige groep die onder andere uit ambachtslieden, winkeliers en kantoorklerken bestond.2 Politiek stond niet langer prominent op de agenda, de nadruk lag juist op alledaagse onderwerpen en lokaal nieuws. De verzamelnaam voor de nieuwe kranten was penny press: om betaalbaar te kunnen zijn voor de beoogde doelgroep, kostten deze kranten slechts een penny. Binnen de berichtgeving in de penny press nam de aristocratie een prominente plek in. In uiteenlopende rubrieken – van de wekelijkse roddels tot de sportverslagen – was deze sociale groep een terugkerend onderwerp. Te verwachten zou zijn, dat de adel op een negatieve en vijandige manier afgebeeld werd. Immers, de doelgroep van de penny press werd gevormd door de lagere middenklassen, wier leven ver verwijderd was van adellijke luxe en weelde. Dit is precies wat Antony Taylor beargumenteert in Lords of Misrule: Hostility towards Aristocracy uit 2004. In zijn werk maakt Taylor gebruik van de radicale Reynold’s Newspaper om aan te tonen dat de adel niet bijster geliefd was in het Britse publieke domein.3 Hoewel dit onderzoek zonder meer een interessante bijdrage levert aan de historiografie, is het de vraag of Taylor nauwkeurig genoeg is geweest in het selecteren van zijn bronnen. De Reynold’s werd aan het einde van de negentiende eeuw – de periode van Taylors onderzoek – nog amper gelezen.4 Door mij te richten op kranten waarvan de circulatie wel hoog was, betoog ik Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 93 93 7-6-2011 18:06:50 in dit artikel dat de adel niet zo negatief wordt afgeschilderd als Taylor doet voorkomen. Het beeld dat hierin geschetst wordt, is doorgaans juist positief te noemen. Dat deze representatie van de adel zo positief was, is interessant omdat de penny press in de negentiende eeuw een belangrijke plaats in het publieke domein had: ze weerspiegelde niet alleen de publieke opinie, maar creëerde ook bepaalde ideeën. Omdat de penny press zo populair was, kan geconcludeerd worden dat de inhoud een zekere maatschappelijke consensus genoot; dat betekent dat ook het positieve beeld van de adel kennelijk door de lezers geaccepteerd werd. Ik zal dan ook beargumenteren dat het wel meeviel met de vijandigheid die Taylor beschrijft. De lovende artikelen in de populaire pers wijzen juist op waardering voor de aristocratie. Door deze positieve beeldvorming heeft de penny press een belangrijke rol gespeeld bij het in stand houden van de maatschappelijke positie van de aristocratie. Dat de aristocratie ondanks sociaal-culturele veranderingen nog steeds een belangrijke positie inneemt in de Britse maatschappij, beargumenteert David Cannadine in The Decline and Fall of the British Aristocracy, dat verscheen in 1990.5 Met dit artikel wil ik een bijdrage leveren aan Cannadine’s pionierswerk. Want hoewel – of wellicht juist omdat – zijn onderzoek uitgebreid is, houdt Cannadine zich voornamelijk bezig met de aristocratie binnen haar eigen kring. Ik wil een verbreding bieden door mij te richten op de representatie van de aristocratie in de populaire pers. Dit is interessant, omdat het nu niet om de adel zelf gaat, maar de manier waarop zij werd gerepresenteerd door de journalisten en hun lezerspubliek: de lagere middenklassen. In dit artikel zal ik de positieve beeldvorming van de aristocratie bespreken aan de hand van drie case studies: feestreportages, sportrubrieken en artikelen over filantropie. Deze verschillende rubrieken zijn van belang, omdat ze een vast onderdeel vormden binnen de penny press en bovendien een prominente plek in deze kranten innamen. Ik zal een reconstructie maken van de beeldvorming van de aristocratie met behulp van enkele voorbeelden. Daarnaast zal ik ook de redenen voor deze positieve benadering trachten te achterhalen. Overigens moet opgemerkt worden, dat het gebruik van de penny press als bron ook zijn beperkingen kent. Een probleem is bijvoorbeeld hoe te bepalen, welke kranten hier nu precies toe behoren. Tijdgenoten gebruikten de term wel, maar dan vooral wanneer zij hun afkeuring uitten. Het wordt daarbij nooit geheel duidelijk welke kranten zij nu precies bedoelen. Door een afbakening te maken op grond van enige essentiële criteria als publiek en inhoud, zijn uiteindelijk de volgende vier titels overgebleven: Northern Echo, Penny Lloyd’s Weekly Newspaper, Illustrated Newspaper, en Graphic. Wanneer het over penny press of ‘kranten’ gaat, worden deze titels bedoeld. Bov 94 33.2 versie 4.indd 94 7-6-2011 18:06:50 Boven: Een reclame voor Eno’s Fruit Salt in de speciale ‘Royal Wedding Edition’ van de Penny Illustrated Paper op 8 juli 1893. (bron: http://thequackdoctor.com) Onder: Een afbeelding van de hertogin van Edinburgh op een bazaar in The Graphic in 1889. (bron: http://www.prints-4-all.com) Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 95 95 7-6-2011 18:06:51 Feesten: juwelen, champagne en ruisend moiré Het sociale leven van de Britse aristocratie draaide gedurende de negentiende eeuw om één evenement: de Londense season. De opening hiervan vond traditiegetrouw plaats na Pasen, en lokte adellijke families vanuit verre uithoeken van het land naar de hoofdstad. In de grote stadspaleizen van de regerende families werden nachtenlange feesten gegeven. Deze partijen, vol schitterende pracht, ruisende jurken en rijkelijk vloeiende champagne, vormden ook voor de penny press een jaarlijks hoogtepunt. Uit de meeslepende artikelen blijkt, dat de journalisten doorgaans diep onder de indruk waren van de weelderige bals in de luxueuze stadspaleizen. Vooral Devonshire House stond bekend om uitbundige feesten: het ‘Fancy Dress Ball’ in 1897 is hier een goed voorbeeld van. Dit jaar markeerde het ‘Diamond Jubilee’ van koningin Victoria, en het Fancy Dress Ball was één van de belangrijkste evenementen. Vrijwel de volledige elite was aanwezig en was getuige van een ware apotheose van pracht en praal: All the celebrated and important personages in London, from sir Henry Irving to the Royal Family, mr. Arthur Balfour or a Judge of the High Court to the various beauties of society, jostled and moved in a scene of unvarying gaiety and brilliancy.6 Deze lovende woorden komen van een journalist van de Graphic, wiens artikel de vorm heeft van een fotoreportage. Hij was kennelijk zelf aanwezig op het feest en heeft dus volop kunnen meegenieten van de ‘vrolijke’ en ‘briljante’ feestelijkheden. Hij was niet de enige, want ook in andere kranten zijn tientallen verslagen te vinden van extatische journalisten. ‘A brilliant gathering’7, ‘splendid’8 en ‘a brilliant spectacle’9 staat in grote koppen boven de uitgebreide artikelen. Het gebeurde wel vaker, dat journalisten tot de genodigden van dergelijke bals en partijen behoorden10; een methode die wellicht een primitieve vorm van Public Relations genoemd kan worden. Door de goedkope pers uit te nodigen op hun feesten en naar behoren te fêteren, hoopte de elite de berichtgeving over zichzelf positief te beïnvloeden. Dat de aristocratie min of meer succesvol was in haar PR-offensief, blijkt uit de vele krantenverslagen die vol bewondering en fascinatie schrijven over de grandeur van de grote bals en feesten. Toch kan de penny press hiermee niet worden afgedaan als simpele aristocratische propaganda; zij opereerde onafhankelijk, en had dus niet per se belang bij een positief beeld van de hoogste klassen. De vraag is dan ook welk belang de journalisten hadden om de elite in een positief daglicht te zetten in hun feestverslagen. Om hier een antwoord op te geven, is het nodig naar de thema’s te kijken die de journalisten in hun artikelen gebruikten. Steeds zijn twee hoofdmotieven te onderscheiden: uiterlijk vertoon en intrige of romance. Dat de schitterende aankleding van zowel de gasten als de feestlocatie een belangrijk thema was, mag geen wonder heten. Het leverde prachtige, 96 33.2 versie 4.indd 96 7-6-2011 18:06:51 sprookjesachtige beschrijvingen op waarbij de journalisten zich niet zelden enige artistieke vrijheid permitteerden: The park entrances and carriage drives leading to the ivy-clad Yorkshire home of the Marquis and Marchioness were prettily illuminated […] The lights glistened through the trees and the whole scene was most enchanting.11 Nog romantischer was het beeld van de schitterende feestjurken gedragen door de belles van het bal. Het ruisen van moiré en gekraak van satijn klonken door in de poëtische artikelen: ‘Her dress was soft cream with a panel of lace over tulle at one side, bordered with lace wrought with pearls,’12 schreef de Penny Illustrated extatisch over Lady Londonderry. Ook haar juwelen werden onderworpen aan een gedetailleerde analyse: ‘her bodice was fairly ablaze with diamonds – of which Lady Londonderry possesses a wonderfully fine collection.’13 Essentieel in dit artikel is de aandacht voor de rol die Lady Londonderry vervulde: een grande dame van de aristocratie, die een weelderig en zorgeloos bestaan leidde. Omdat dit vooral eerst de functie was van de ladies of the upper class, werd er opmerkelijk genoeg amper onderscheid gemaakt in afkomst. Zo is de journalist in hetzelfde artikel uiterst enthousiast over Mrs. Alfred Hamsworth, echtgenote van de krantenmagnaat en latere Lord Northcliffe: ‘The charming and accomplished yet homely wife of the enterprising starter […] has taken a prominent put in some of the smartest functions of the London Season. It is a pleasure to reproduce this lady’s dazzling portrait.’14 Ook al was mrs. Hamsworth niet van aristocratische afkomst, net als Lady Londonderry had zij een luxueus bestaan. Ze kleedde zich in de meest weelderige jurken en ze gaf fantastische feesten waar de champagne rijkelijk vloeide. Evenals Lady Londonderry representeerde zij hiermee het sprookjesachtige adellijke bestaan. De journalisten legden steeds de nadruk op deze representatie: ‘aristocratie’ werd geassocieerd met weelde, luxe en charmant gezelschap – als ware het een plot uit een romantische novelle, of een sprookje. De aandacht die journalisten hadden voor de sprookjesachtige zijde van het adellijk bestaan, uitte zich ook in hun beschrijvingen van intrige en romance. De jonge adellijke dames en heren in hun gedecolleteerde robes en dure rokkostuums werden door de journalisten op de voet gevolgd, en vormden het onderwerp van heftige speculaties over een eventuele verloving. Immers, dergelijke bals werden niet alleen gegeven ter vermaak van de aristocratie, maar ook ‘so that marriage partners might be vetted and selected’15, zoals Cannadine stelt. Wanneer dit eenmaal was gebeurd, was de pers vaak ook aanwezig bij de bruiloft, om deze uitgebreid te verslaan. Aan het einde van de negentiende eeuw kwam het steeds vaker voor dat aristocraten een actrice als huwelijkspartner kozen – tot groot afgrijzen van de meer traditionele elite. De penny press was echter laaiend enthousiast: ‘Catch of the season’16 is de kop boven het artikel over het huwelijk tussen de Lord de Clifford – ‘the twenty-fifth baron of his ancient line’ – en Eva Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 97 97 7-6-2011 18:06:51 Carrington, een van de meisjes uit de populaire Gibson-revue. Het was ‘love at first sight’ aldus de krant, en daarnaast was het een ‘fine match’ want zowel hij als zij zijn ‘well set-up’ en ‘strikingly handsome’.17 Hoewel duidelijk is dat zij niet tot de aristocratie behoort, juichte de penny press een dergelijke verbintenis toe. Geen wonder, want het idee van een huwelijk tussen een ‘gewoon’ meisje en een belangrijke Lord was uitermate sprookjesachtig. Bovendien kon het lezerspubliek zich met het thema identificeren en bood het een geloofwaardige illusie van sociale dynamiek. Immers, ieder meisje dat net als Eva Carrington uit de lagere middenklasse afkomstig was, zou graag met een Lord trouwen. Zoals blijkt uit de sprookjesachtige beschrijvingen was het doel van de feestverslagen niet om een realistisch beeld te scheppen van de aristocratie als klasse. De journalisten benadrukten met hun lovende woorden juist slechts de weelderige kant van het adellijk bestaan, op een manier die zeer tot de verbeelding sprak. Vaak leken de feestreportages rechtstreeks uit een romannetje te komen, iets dat veelzeggend is voor de functie die de aristocratie vervulde in deze artikelen. De reportages dienden voornamelijk als amusement en waren zo populair onder de journalisten omdat zij een ‘mooi verhaal’ opleverden. Dit lijkt dan ook precies te zijn wat de journalisten met hun verslagen beoogden: het vertellen van een mooi verhaal. De feesten van de adel leenden zich hier, met al hun uitbundigheid, erg goed voor – en de leden van de aristocratie vormden de personages binnen het verhaal. Ook al mag het eenvoudig lijken, het ‘mooie verhaal’ dat de adellijke feesten opleverden, is een belangrijke reden geweest voor het positieve beeld van de aristocratie in de penny press. Sport: fietsrages en racekoorts In de penny press nam het thema sport een prominente plek in. Het paste binnen de traditie van de New Journalism omdat het luchtig nieuws opleverde, en omdat het bovendien iets was wat ‘de gewone man’ – oftewel de lagere middenklassen – interesseerde. Bovendien ontwikkelde sport zich in de negentiende eeuw tot een geliefde vrijetijdsbesteding: zo ontstonden de eerste voetbalclubs en waren evenementen als de paardenraces te Derby ieder jaar weer een ‘enormous gathering of pleasure-seekers and sporting men of every class’18. Zo wist sport zich langzaamaan te vestigen als een vast onderdeel van het dagelijks leven. De sportartikelen in de penny press besloegen uiteenlopende onderwerpen: ze varieerden van speculaties voor het gokken op paarden en uitgebreide wedstrijdverslagen tot persoonlijke portretten van sporters in rubrieken als ‘Athletes and their Doings’.19 Opmerkelijk in veel van deze artikelen is dat de journalisten aandacht hebben voor de aanwezige aristocratie. Zo meldde de journalist die aanwezig was bij een cricketwedstrijd dat ‘Lord and Lady Londesborough, Sir Charles Legard, and numerous other members of the aristocracy were present.’20 Een belangrijke curling-wedstrijd te Schotland zag een opkomst van ‘the elite of the aristocracy’21, om nog maar te zwijgen over 98 33.2 versie 4.indd 98 7-6-2011 18:06:51 de grote races te Derby en St. Leger, die de journalisten poëtische beschrijvingen ontlokten over de aanwezige adellijke grootheden: Conspicuous among the patrician magnates of the Turf are bound to be the gaunt, brown-bearded Marquis of Hartington; the keen, closely-shaven and quite horsey-looking Duke of Westminster [...] ; tall and auburn Mr. Henry Chaplin, M.P., whose racing career would form the plot of a most romantic novel; and the still boyish-looking Foreign Minister of Her Majesty, the Earl of Rosebery.22 Dat de adel vaak in de sportverslagen wordt genoemd, kan enerzijds verklaard worden doordat deze klasse nog veel inmenging had in de verschillende sportevenementen. Met name de paardenrace beriep zich op een lange adellijke traditie. Dit evenement werd dan ook vaak op het grondgebied van een aristocraat gegeven: ‘The Goodwood Stakes [were held] at the confines of the Duke of Richmond’s beautiful park in Sussex’ en ‘a large and aristocratic assemblage […] graced the reserved lawn.’23 Ook waren de paarden dikwijls eigendom van de aristocratie. De elite was immers nog altijd de enige met genoeg tijd en geld om een dergelijke dure hobby te kunnen bekostigen. Zo had de Duke of Montrose ‘several horses’ en tijdens de races ‘he generally has a horse or two running.’ Dit gaf de elite grote naamsbekendheid, omdat in de populaire pers de paarden min of meer vereenzelvigd werden met hun eigenaar: ‘The Earl of Zetland’s St. Helena […] will probably start favourite […] but the Duke of Portland’s Satchel has been tried so well that she may win.’24 De paardenrace was dus een evenement waarin de aristocratie een prominente rol speelde. Toch verklaart dat niet per se, waarom de penny press dit niet alleen als zodanig erkende maar het zelfs op een positieve manier benadrukte. Vaak was er meer aandacht in de raceverslagen voor de aristocraten dan voor de race zelf – een tendens die ook in andere wedstrijdverslagen terug te vinden is. Het lijkt er dan ook op, dat zij de adel zelfs als graadmeter gebruikte voor een evenement. Hoe meer titels, hoe grootser en belangrijker de race of wedstrijd. De penny press hield de elite daarnaast nauwgezet in de gaten als het ging om de rage van het seizoen. Een goed voorbeeld is de populariteit van de fiets, een fenomeen dat breed uitgemeten werd in de penny press. De ‘carriage warranted to travel without horses’ werd eerst met argwaan bekeken, en de enkeling die het, zoals een zekere mr. Mayall, waagde een reis per fiets te ondernemen, haalde de voorpagina.25 Totdat de adel – in navolging van de ‘continental aristocracy’26 – op de fiets stapte: ‘The die was cast! The rage for wheel had “caught on” with English society. Notabilities favoured the ground [of the park] with their presence.’27 De elite was zeer te spreken over deze nieuwe vorm van lichaamsbeweging. Sir Charles Dilke ‘spoke highly of cycling as an exercise especially sui- Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 99 99 7-6-2011 18:06:51 table to dwellers in large towns’28; en zelfs de koningin ‘has been for some time a tricyclist.’29 Het duurde niet lang voordat de penny press massaal kopte over de ‘rage for cycling’30, die zo populair was dat fietsen niet slechts als recreatief tijdverdrijf werd gezien, maar door de verslaggevers tot een volwaardige sport werd gerekend. Op deze manier kreeg de adel in de penny press een voorbeeldfunctie toegedicht. Het was immers de aristocratie die de ‘rage for wheel’ introduceerde. Langzamerhand ontwikkelde fietsen zich in de artikelen in de penny press vervolgens van excentriciteit tot geaccepteerd tijdverdrijf. Niet alleen was de aristocratie dus een graadmeter voor sportevenementen, ook werd er naar deze klasse gekeken als het ging om de nieuwste rages in sportbeoefening. De adel vervulde daarmee een voorbeeldfunctie in de penny press – dit in tegenstelling tot het argument van Taylor dat deze klasse slechts op een negatieve manier gerepresenteerd werd. Filantropie: gratis druiven en grote sommen geld Een derde thema dat regelmatig terugkeert in de penny press is filantropie. Liefdadigheid had een belangrijke plek in de Victoriaanse maatschappij, en was zelfs een booming business geworden. In het hele land ontstonden charity organisations, die zich bezig hielden met uiteenlopende activiteiten als huizen bouwen en bomen planten. In hun verslagen van deze activiteiten hebben de journalisten van de penny press wederom veel aandacht voor de aristocratie. Zo zijn er talloze artikelen van aristocraten die een boom planten of een gulle schenking doen. Persoonlijke portretten van aristocratische filantropen waren daarnaast ook mateloos populair. In de context van filantropie gebruikte de penny press vaak de term paternalism. Dit concept bestond al eeuwenlang in de door grootgrondbezit gedomineerde Britse maatschappij. Het hield in dat een ‘goede’ grootgrondbezitter een aantal plichten had. Zo diende hij een fatsoenlijk landheer te zijn door goed te zorgen voor de huurders op zijn land. Dit hield in dat hij betrokken was bij hun welzijn, en hulp bood in tijden van voedselschaarste of ziekte. Hoe nobel deze opvattingen ook waren, ze kwamen niet slechts voort uit een moreel bewustzijn; belangrijker nog was dat ze een ‘social basis of power’ creëerden.31 De aristocratie was ervan overtuigd voorbestemd te zijn om te overheersen, maar zag tevens in dat een dergelijke strikte hiërarchie onmogelijk te handhaven was zonder een zekere verantwoording. Het idee van adellijke plichten, noblesse oblige, bood derhalve legitimiteit. Ten gevolge van dit idee van verantwoordelijkheid ontstonden tradities als de dole, waarbij eten werd uitgedeeld aan de armen in tijden van slechte oogst, of het wekelijkse ‘ziekenrondje’ van aristocratische landladies. Op deze manier wisten de grondbezittende families zichzelf vaak geliefd te maken onder de lokale bevolking. Hoewel deze machtsstructuren en tradities ontstaan waren in een overwegend landelijke samenleving, wisten ze op het platteland tot in de twintigste eeuw te overleven.32 100 33.2 versie 4.indd 100 7-6-2011 18:06:51 Maar het waren niet slechts de tradities van gulheid en ziekenzorg zelf die blijvende gevolgen hadden voor de Britse samenleving. Van beduidend grotere invloed was de notie waarop zij gebaseerd waren: die van aristocratische verantwoordelijkheid. Dat het idee van een paternalistische elite in de verstedelijkte Victoriaanse maatschappij nog zeer levend was, blijkt bijvoorbeeld uit het gebruik van het woord patrician in de penny press. Deze term ontstond in de Romeinse tijd als afgeleide van het Latijnse pater, ‘vader’, en was in Groot-Brittannië gedurende de eeuwen heen ingeburgerd als synoniem voor grootgrondbezitter en aristocraat. In de penny press werd de term doorgaans gebruikt om associaties op te roepen met aristocratische grandeur en weelde. Zo had het Londense Grosvenor Square een ‘air of patrician exclusiveness’33, terwijl een andere journalist de positieve associaties van het woord gebruikt om een illustere wijk in het Brighton van de jaren 1860 te beschrijven: That patrician quarter [...] Kemp Town, inaugurated and patronised by such notabilities as the late Duke of Edinburgh, the Marquis of Bristol, and Lady Jane Peel, was in all its glory, and not one of the stately and fabulously erected mansions was without its tenants.34 Maar niet alleen op huizen en wijken was de term van toepassing, vaker nog werd het woord gebruikt om personen te beschrijven. In deze context werd patrician vooral aangewend vanwege haar onderliggende implicatie van verantwoordelijkheid en vaderlijkheid. Dit gebeurde bijvoorbeeld in het geval van de immens populaire Marquis of Ripon: ‘a typical representative of a patrician who is faithful to the cause of the people’.35 Dat patrician in een dergelijke context vaderlijke associaties had, blijkt temeer uit de keur van jubelende artikelen over de terugkeer van deze Yorkse aristocraat vanuit India. Vol vuur schrijven de journalisten over de ‘Hearty Welcome For Lord Ripon’36 en ‘the return of a popular and powerful nobleman and great philantropist’.37 Een andere krant wijdt zelfs een hele pagina aan de gelauwerde markies: ‘Seldom has Yorkshire witnessed a heartier outburst of feeling than that with which the Marquis of Ripon was welcomed to his ancestral home.’38 Om het artikel luister bij te zetten is er tevens een illustratie bijgeplaatst – hoogst uitzonderlijk, want de Lloyd’s, waarin het desbetreffende artikel te vinden is, was geen geïllustreerde krant. De journalist vervolgt de enthousiaste toon van zijn artikel in een geciteerde toespraak van Ripon. Dat ook de menigte evenals de journalist extatisch was over de terugkeer van de markies, blijkt uit de vele ‘cheers’ en ‘loud cheers’39 die de aristocraat ter reactie ontving. Toch betekende dit niet dat iedereen die als patrician omschreven werd of vaderlijke eigenschappen kreeg toegedicht, noodzakelijkerwijs grond bezat. Ook adellijke families die al decennialang in de stad woonden, werden als zodanig aangeduid, evenals de schatrijke fabrikanten, bankiers en anderen die tot het ‘nieuwe geld’ behoorden en een titel hadden verkregen. Landbezit en de daarbij behorende tradities waren dus duidelijk geen voorwaarde meer om als ‘goede’ Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 101 101 7-6-2011 18:06:51 en vaderlijke (of moederlijke) aristocraat getypeerd te worden in de populaire pers. Dat is niet verwonderlijk, want wegens het langzame verval van het grootgrondbezit en de toenemende verstedelijking was het grootste deel van de aristocratie aan het einde van de negentiende eeuw niet langer in het bezit van land.40 Hoewel de populaire pers dus voortborduurde op een paternalistische traditie, onderbouwde zij deze op een andere manier. De journalisten focusten zich nu op een fenomeen dat zich hier uitstekend voor leende: liefdadigheid. Uit de vele artikelen over het onderwerp blijkt dat filantropie voor de adel een effectieve manier was om populariteit te vergaren en zich zo gunstig mogelijk te profileren. Deze verslagen zijn in te delen in twee subthema’s: enerzijds vrijgevigheid aan de armen en zieken, anderzijds betrokkenheid bij maatschappelijke problematiek. Dat adellijke gulheid, ten eerste, zeer gewaardeerd werd door de populaire pers, is niet verwonderlijk. Het leverde goede verhalen op waarin op sensationele manier geschreven kon worden over de soms buitensporige hoeveelheden geld die aan weeskinderen, ziekenhuizen of arme weduwen werden gedoneerd. Een dergelijk gebaar werd dan ook direct vastgelegd in rubrieken als ‘Chit-Chat’, ‘Chat of the Gossips’ en ‘Scraps’ (respectievelijk in de Penny Illustrated Paper, Lloyd’s Weekly Newspaper en Graphic). Lord Roseberry, bijvoorbeeld, was zo gul ‘to remit 15 per cent on the half year’s rent due at Lady Day from the tenants of his estates at Mentmore, Hoggeston, Bucks.’41 Ook de Prince of Wales ‘with that kindness of heart which is one of his leading characteristics’42 ondersteunde de familie van één van zijn kapiteins die noodlottigerwijs over boord is geslagen: ‘His Royal Highness has directed an annuity of £24 a year to be paid to the deceased’s widow, with an extra sovereign at Easter and at Christmas, and has also ensured the education of her children.’43 Niet alleen mannen waren gulle gevers, ook aristocratische grande dames werden gewaardeerd om hun donaties. De Marchioness of Lorne, bijvoorbeeld, had zo te doen met zieke kinderen dat ‘[she] has sent a large quantity of grapes for the use of the children in the Victoria Hospital for Children, Chelsea’.44 Een uiterst genereuze geste, want druiven waren erg kostbaar en werden als zeer exotisch beschouwd. Een ander adellijk geslacht dat geroemd werd om haar vrijgevigheid is de Rothschild-dynastie. Deze in de adelstand verheven bankiersfamilie stond bekend om haar ‘open-handed charity and ready benevolence’45; ook waren ze ‘very popular in the county, and they are the most considerate and generous of landlords’.46 Maar niet alleen financiële steun was een belangrijk aspect in de berichtgeving over adellijke filantropie; ook maatschappelijke betrokkenheid werd zeer gewaardeerd. Dit komt niet alleen naar voren in de kortere rubrieken als ‘Scraps’, maar vindt ook uiting in de populaire persoonlijke portretten van verschillende aristocraten. Zo schrijven de halfpenny-journalisten enthousiast over de Duchess of Connaught, ‘noted for the gentleness and simplicity of her manners’. De populaire gravin ‘has given a living meaning to the motto of the Royal Red Cross […]. In many a garrison hospital has the Princess cheered the despondent, and infused ‘faith, hope and charity’ into sinking hearts.’47 102 33.2 versie 4.indd 102 7-6-2011 18:06:51 Ook de Duchess of Marlborough, telg uit het zeer gewaardeerde Londonderry-geslacht, is uitermate geliefd vanwege haar filantropisch werk ‘to supplement the ordinary system of the Poor Law Relief in Ireland.’48 Dit leverde haar grote naamsbekendheid op ‘because of the energy she has displayed in initiating a fund for the relief of the Irish distress.’49 In een ander artikel worden wederom de Rothschilds genoemd; baron Ferdinand de Rothschild was ‘with some prominent philanthropists among those present at the usual free breakfast given to the unemployed of the metropolis.’50 De grote nadruk die de populaire pers legde op filantropie, evenals het gebruik van het woord patrician en de geassocieerde thematiek van vaderlijkheid en verantwoordelijkheid, droeg bij aan de constructie van een uitermate paternalistisch beeld van de aristocratie. Maar waarom dichtte de penny press de adel een dergelijke rol toe, die immers zeer traditioneel was en nog stamde uit een strikt hiërarchische maatschappij? Een deel van het antwoord kan gevonden worden in het gedrag van de adel zelf, die zich logischerwijs graag als paternalistisch geprofileerd zag ten behoeve van de al eerder genoemde ‘social basis of power’. Bovendien leverde dergelijke positieve berichtgeving over aristocratische filantropie sociale status op. In wat een vroege vorm van PR genoemd kan worden, deed de adel er dan ook alles aan de populaire pers te betrekken bij haar liefdadigheidswerk – zoals de journalisten ook uitgenodigd werden op de grote aristocratische feesten. Maar net zoals dat het geval was in de feestreportages betekenden deze uitnodigingen niet dat de kranten slechts een verlengstuk vormden van aristocratische zelfpromotie. De journalisten gebruikten het beeld van noblesse oblige en adellijke verantwoordelijkheid ook omdat het was wat hun publiek wilde lezen. Dat deze lagere middenklasse graag verhalen zag over kilo’s gratis druiven en grote hoeveelheden geld, is niet verwonderlijk. Hoewel zij onderdeel uitmaakten van de brede, diverse middenklasse, was sociale degradatie door bijvoorbeeld ziekte of werkeloosheid niet ondenkbaar.51 Het idee van een ‘vaderlijke’ aristocratie bood hier dan ook een zekere geruststelling; bij gebrek aan een adequaat sociaal vangnet was er dan in ieder geval nog de aristocratie, die al van oudsher een zekere verantwoordelijkheid droeg en al eeuwenlang een vaderlijke plicht vervulde. Conclusie De New Journalism bracht essentiële veranderingen teweeg in de Britse perstraditie. Het belangrijkste aspect van deze ontwikkelingen was echter niet de nieuwe lay-out, het luchtige karakter van de artikelen of de commerciële inslag, maar het lezerspubliek waarop deze penny press gericht was: de lagere middenklassen. De grote groep die bestond uit klerken, ambachtslieden en winkeliers had een ‘eigen stem’ gekregen.52 Hoewel de populaire pers zich graag liet voorstaan op het reflecteren van de vox populi van de lagere middenklassen, was de wisselwerking tussen Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 103 103 7-6-2011 18:06:51 penny press en publiek gecompliceerder dan dat. De kranten weerspiegelden niet alleen een bepaalde opinie, maar waren tevens bij machte deze te creëren of te versterken. Daarmee functioneerden zij niet slechts als barometer van de heersende stemming, maar beïnvloedden zij deze tegelijkertijd. Hoe complex dit proces ook is, duidelijk is wel dat de populaire pers standpunten innam die maatschappelijke acceptatie genoten – getuige de hoge verkoopcijfers en grote, landelijke circulatie. Dit is precies waarin de waarde ligt van de penny press: zij belichaamde de complexe wisselwerking tussen de lagere middenklassen en de pers. Daarmee was zij niet alleen een spiegel van ideeën en thema’s die onder deze klasse leefden, maar vormde zij tevens de drijvende kracht hierachter. In dit artikel heb ik beargumenteerd dat de representatie van de adel in deze penny press verrassend positief is. Hoewel te verwachten zou zijn dat de lagere middenklassen negatieve gevoelens koesterden jegens deze klasse, was juist het tegenovergestelde het geval. Zo werden de grootse feesten en intriges van de adel gebruikt als ware zij het spannende plot van een romannetje, om het publiek een vorm van escapisme te verschaffen. De poëtische beschrijvingen van weelderige adellijke grandeur bevestigen dat er geen afgunst was voor de vaak buitensporige levensstijl van deze elite, maar juist bewondering. Voorts functioneerde de aristocratie niet alleen als roman, de populaire pers dichtte haar ook een voorbeeldfunctie in de sportwereld toe. Zo werd dikwijls beschreven hoe bepaalde rages geïnitieerd waren door een populaire Lord of Lady, en kwamen zij ook steeds prominent naar voren in de artikelen die grootse evenementen als de races versloegen. Het bestaansrecht van de aristocratie wordt daarnaast benadrukt in de representatie van adellijke liefdadigheid. Deze filantropie werd in de penny press in een uiterst traditionele context geplaatst, doorspekt met eeuwenoude noties van paternalisme en noblesse oblige. De journalisten creëerden zo een uitermate positief beeld van adellijke tradities van vrijgevigheid, en dichtten de aristocratie maatschappelijke verantwoordelijkheid toe. Dat de invloedrijke penny press een positieve representatie gaf van de aristocratie, geeft weer dat in ieder geval de grote groep die aangeduid kan worden als ‘lagere middenklasse’ waardering had voor de sterke positie van de aristocratie. Op deze manier heeft de representatie van de adel in de populaire pers een belangrijke rol gespeeld bij de instandhouding van de aristocratie – een klasse die tot op de dag van vandaag een belangrijke plek inneemt in de Britse ‘viable hierarchical society’.53 Noten Edward Said, Orientalism (Londen 2003) 21. 2 Geoffrey Crossick (red.), The lower middle class in Britain (Londen 1977) 87. 3 Antony Taylor, Lords of misrule: Hostility towards aristocracy in late nineteenth- and early twentieth century Britain (Basingstoke 2004) 11. 1 Martin Conboy, The press and popular culture (Londen 2002) 96. 5 David Cannadine, The decline and fall of the British aristocracy (New Haven 1990) 502. 6 Graphic, 23 juli 1897. 7 Northern Echo, 23 juli 1897. 8 Penny Illustrated Paper, 24 juli 1897. 9 Lloyd’s Weekly Newspaper, 23 juli 1897. 10 Cannadine, The decline, 352. 4 104 33.2 versie 4.indd 104 7-6-2011 18:06:52 Northern Echo, 8 januari 1880 Penny Illustrated Paper, 9 juni 1897 13 Ibidem. 14 Ibidem. 15 Cannadine, The decline, 342. 16 Penny Illustrated Paper, 24 februari 1906. 17 Ibidem. 18 Penny Illustrated Paper, 29 mei 1886. 19 In Lloyd’s Weekly Newspaper. 20 Ibidem. 21 Northern Echo, 30 januari 1895. 22 Penny Illustrated Paper, 29 mei 1886. 23 Penny Illustrated Paper, 1 augustus 1885. 24 Penny Illustrated Paper, 9 mei 1885. 25 Penny Illustrated Paper, 4 april 1865. 26 Penny Illustrated Paper, 6 juli 1895. 27 Ibidem. 28 Lloyd’s Weekly Newspaper, 19 januari 884. 29 Penny Illustrated, 12 juni 1883. 30 Graphic, 5 mei 1888. 31 Cannadine, The decline, 289. 32 Jessica Gerard, ‘Lady Bountiful: Women of the landed classes and rural philantropy’, in: Victorian Studies 30 (1987) 183-210, aldaar 186. 33 Graphic, 16 december 1882. 34 Graphic, 17 september 1881. 35 Northern Echo, 18 november 1886. 36 Northern Echo, 28 januari 1885. 37 Ibidem. 38 Lloyd’s Weekly Newspaper, 28 januari 1885. 39 Ibidem. 40 Cannadine, The decline, 48. 41 Penny Illustrated Paper, 7 juli 1881. 42 Penny Illustrated Paper, 16 augustus 1879. 43 Ibidem. 44 Northern Echo, 1 oktober 1881. 45 Lloyd’s Weekly Newspaper, 8 augustus 1885. 46 Penny Illustrated Paper, 18 juli 1885. 47 Penny Illustrated Paper, 4 april 1885. 48 Graphic, 31 januari 1880. 49 Ibidem. Graphic, 25 maart 1885. Crossick (red.), The lower middle class, 100. 52 Conboy, The press, 45. 53 David Cannadine, Class in Britain (New Haven 1993) 57. 11 50 12 51 Skript Historisch Tijdschrift 33.2 33.2 versie 4.indd 105 105 7-6-2011 18:06:52
© Copyright 2024 ExpyDoc