SCHOOLGIDS 2013 - 14 Openbare Basisschool “De Muze” OBS DE MUZE 1 Inhoudsopgave 1. De Muze: een eerste kennismaking 4 2. Het onderwijs 5 De naam van onze school 4 Onderwijs4 Het schoolgebouw 4 Missie5 Kwaliteitskenmerken5 Ambitie6 Voornemens 2011-2015 6 Pedagogische uitgangspunten 7 Organisatie van het onderwijs 7 Groepssamenstelling7 Schoolvakken 7 Rekenen 8 Technisch Lezen 8 Begrijpend lezen 9 Taal en spellen 9 Schrijven9 Wereldoriëntatie en zaakvakken 9 Kunstzinnige vorming 9 Dans 10 Bewegingsonderwijs 10 Schoolzwemmen 10 Verkeer 10 Engels 10 Huiswerk 11 Oriëntatie op vervolgonderwijs 11 ICT12 3. Leerlingen en leerlingenzorg 13 De leerlingen 13 Leerlingenzorg op De Muze 13 Zorgprocedure13 De intern begeleider 13 Dyslexie 13 Logopedie 14 ‘Rugzakkinderen’14 Excellentie 16 Doorgaande leerlijn van groep 2 naar 3 16 Het rapport 17 Tegengaan van pesten 17 Gezondheidszorg op school 18 Onderzoek van de GGD op de school Onderzoek in groep 2 2 18 18 Schoolgids De Muze 2013-14 Onderzoek in groep 7 18 Logopedie18 Controles18 Onderzoek op verzoek 18 Schoolmaatschappelijk werk 18 School en hulp 18 Schoolverzekering 19 4. Het team 5. De ouders en verzorgers 19 20 6. De school 24 De Muze en de ouders De projectgroep Klassencommissies De oudervereniging De medezeggenschapsraad De ouderbijdragen Overblijven Ontruimingsplan Algemene klachtenregeling Het veiligheidsbeleid 20 20 20 21 21 21 22 22 22 23 Het gebouw 24 Speelruimte 24 Stadslandgoed Limos 24 Bereikbaarheid 25 Verkeersveiligheid 25 Leerplichtwet25 Verzuimprotocol25 Verzuimregistratie25 Vrijstelling van schoolbezoek 25 Verlof bij andere gewichtige omstandigheden 25 Verzuimoverzicht26 Vakantieverlof26 Bereikbaarheid leerplichtambtenaar 26 Sponsoring 7. Praktische informatie 26 27 Schooltijden 27 Vakantierooster en studiedagen 27 Afmelden27 Leerplicht en verlof 27 Adressen28 Schoolgids De Muze 2013-14 3 1. De Muze: een eerste kennismaking De Muze is een openbare basisschool in Nijmegen Oost. Een school waar iedereen welkom is, ongeacht godsdienst, levensovertuiging, cultuur, uiterlijk, samenlevingsvorm of welke achtergrond dan ook. Wij streven ernaar een positief klimaat te scheppen, waarin kinderen en leerkrachten respect hebben voor elkaar, voor anderen en hun meningen. Alleen op basis van wederzijds respect kunnen kinderen van elkaar, over elkaar en met elkaar leren. De schoolleiding, de leerkrachten, en alle andere volwassenen die aan de school verbonden zijn, bewaken dit wederzijdse respect actief. De school wil een veilige omgeving bieden. Kinderen moeten zich veilig voelen, zowel bij de leerkrachten, in hun eigen groep, bij de andere kinderen van de school, en ook in de directe omgeving van de school. Om dit te bereiken voert de Muze een actief veiligheidsbeleid. Onder meer door duidelijke regels te stellen voor het gedrag in de school, zeer alert te reageren op pesten, wisselende speeltijden te hanteren, jongere en oudere kinderen met elkaar in contact te brengen, de school en de lokalen prettig in te richten, de school toegankelijk te maken voor ouders en door vragen en/of problemen van ouders en kinderen serieus te nemen. Wij willen kinderen uitdrukkelijk aanspreken op het gebied van hoofd (kennis), hart (emotie) en handen (expressie). Een kind dat op deze gebieden goed functioneert, is een kind dat lekker in zijn vel zit. Er is dan sprake van welbevinden en betrokkenheid. De naam van onze school Een Muze is een inspiratiebron. De Muzen zijn de negen godinnen van de kunsten en de wetenschappen. Deze naam sluit aan bij ons streven om kinderen een evenwichtige ontwikkeling van kennis, emotie en expressie te geven. Onderwijs 4 In het dagelijks onderwijs wordt naast de leervakken ook aandacht besteed aan expressie en kunstzinnige vorming. In het kringgesprek leren kinderen zichzelf in de groep te uiten. In de projecten, die elk jaar een aantal keren worden georganiseerd en waarin telkens een apart onderwerp door de hele school wordt uitgediept, komen leren, expressie en creativiteit samen. In weeksluitingen laten de groepen aan elkaar zien wat zij in de afgelopen periode hebben gemaakt of ingestudeerd. Binnen onze school trachten we zo goed mogelijk rekening te houden met verschillen tussen kinderen. Kinderen moeten niet onder hun niveau presteren, en ook niet voortdurend op hun tenen lopen. De Muze probeert zo veel mogelijk extra zorg te besteden aan kinderen die dat nodig hebben. Voor kinderen met leermoeilijkheden of gedragsproblemen beschikken we binnen onze school over een aantal voorzieningen. De intern begeleider ondersteunt de groepsleerkrachten bij de begeleiding van leerlingen die extra zorg nodig hebben. Verder vindt remedial teaching, d.w.z. extra ondersteuning voor leerlingen die dit nodig hebben, in de groep door de leerkracht plaats. De Muze wil de ouders zo goed mogelijk informeren over de gang van zaken op school en over de ontwikkeling van hun kind(eren). Ook biedt de Muze de ouders volop gelegenheid om direct betrokken te zijn bij het reilen en zeilen van de school. Wij aarzelen niet om hulp te vragen bij activiteiten op school. Ouders kunnen deelnemen aan de klassencommissie (waarin verschillende klassenactiviteiten worden bedacht en georganiseerd), de projectgroep (die schoolprojecten organiseert), de ouderraad en/of de medezeggenschapsraad. Wij hechten aan een goede band met de ouders, gebaseerd op wederzijds respect en openheid. Het schoolgebouw Onze school is gelegen in het ‘Stadslandgoed Limos’. We beschikken over twee gebouwen. In het hoofdgebouw zijn 13 groepen gehuisvest. In het bijgebouw ‘de Parel’ zijn twee onderbouwgroepen ondergebracht, en één bovenbouwgroep. Tussen de twee gebouwen ligt een speelplaats met veel ruimte. Elke groep beschikt over een eigen stuk tuin. De gebouwen zijn monumentale panden, voormalige kazernegebouwen en kenmerken zich door grote lokalen (gemiddeld 60 m2) en veel extra ruimten. In de Parel is ook een ruimte verhuurd aan ‘KION’ (Kinderopvang Nijmegen). KION biedt kinderen buitenschoolse opvang. Schoolgids De Muze 2013-14 2. Het onderwijs Missie De missie van ‘De Muze’ luidt als volgt: Als Muze is onze grondhouding: De Muze: Waar ieder kind belangrijk is, Waar gewerkt wordt aan een harmonische ontwikkeling van hoofd (kennis), hart (emotie) en handen (expressie); Waar uitdaging, inspiratie en plezier uitgangspunten zijn. 1.‘Wij gaan respectvol met elkaar om’. Meningen en gevoelens van iedereen (collega’s, begeleiders, ouders en kinderen) worden serieus genomen op ‘De Muze’. Voor kinderen betekent dit dat zij (mede-)verantwoordelijk zijn voor zichzelf, elkaar en voor materialen, open staan voor elkaar, luisteren naar elkaar en dat zij rekening houden met elkaar. 2. ‘Wij zorgen ervoor dat een ander zich fijn en veilig kan voelen op onze school’. Iedereen maakt zich er sterk voor dat leerkrachten, begeleiders en kinderen hun spel en werk goed en veilig kunnen uitvoeren. Iedereen maakt zich er sterk voor dat dit op een prettige manier gebeurt. Voor kinderen betekent dit dat je vriendelijk zegt en vraagt wat je wilt, dat kinderen elkaar helpen en (mede-) verantwoordelijk zijn voor de sfeer. Deze grondhouding krijgt een vertaling in elke groep. Kwaliteitskenmerken Wij hebben zes kwaliteitskenmerken benoemd, die wij terugvinden in de school. Wij werken eraan om ze zo goed mogelijk in school aanwezig te laten zijn. Wij hebben ons onder andere laten inspireren door begrippen uit het adaptief onderwijs. Wij benoemen deze begrippen hieronder en benoemen tevens een aantal belevingen en ervaringen van kinderen die wij hierbij belangrijk vinden: • Relatie: vriendschap, vrolijk zijn, samen zijn, je lekker voelen, “Wij kunnen het samen”, “Een ander heeft mij nodig” en “Ik heb iemand anders nodig”. • Competentie: ‘Ik kan het’, trots, tevredenheid. • Autonomie: ‘Ik kan het zelf ’, ‘Ik doe het zelf ’, ‘Ik ben ik’, ‘Ik kan kiezen’, ‘Ik durf mezelf te zijn’. Onze kwaliteitskenmerken zijn: 1. Het pedagogisch klimaat Het grondwoord is respect. Alle volwassenen vertonen een voorbeeldfunctie. Met het team zijn we gekomen tot de volgende grondhouding: a. Wij zorgen ervoor dat een ander zich fijn en veilig kan voelen op school. b. Wij gaan respectvol met elkaar om. Deze grondhouding krijgt een vertaling in elke groep. Mede om dit te realiseren hebben wij een methode voor sociaal- emotionele ontwikkeling gekozen. 2. Omgaan met verschillen Het kind en zijn individuele ontwikkeling staat centraal. We onderscheiden verschillen op cognitief, motorisch, sociaal-emotioneel en cultureel niveau. De verschillen die er tussen kinderen bestaan, vragen om een benadering afgestemd op het niveau van het kind. Hierbij denken wij aan differentiatie in instructie en verwerking. Kinderen leren door verschillen van en met elkaar. Dit zien wij als een kans. 3. Zelfstandig werken Wij willen kinderen de ervaring op laten doen: “Ik kan het zelf ” (autonome component uit adaptief onderwijs). Wij stimuleren een actieve leerhouding en werken aan het vergroten van zelfvertrouwen bij kinderen. Zelfstandig werken houdt behalve individueel werken ook samenwerken in. De taakweekkaart is een belangrijk ondersteunend middel. Verschillende instructiemodellen zijn essentieel. Tijdens het zelfstandig werken wordt remedial teaching in de groep gegeven aan individuele of aan groepjes kinderen. Dit gebeurt elke dag volgens een vast rooster. Schoolgids De Muze 2013-14 5 4. Onderwijs gericht op betrokkenheid De grondwoorden waar wij vanuit gaan zijn welbevinden en betrokkenheid. Wij gaan zoveel mogelijk uit van ervaringen en belevingen van onze kinderen. We kiezen er voor dit in groep 1 t/m 3 nadrukkelijk uitgangspunt van ons onderwijs te laten zijn. Vanuit beginnende geletterdheid werken wij met ‘het boek van de maand’. Omdat de Muze op creatief gebied soms een voort 5. Projectonderwijs Drie keer per jaar werkt de hele school gedurende tweeënhalve week aan één thema. De projectgroep (bestaande uit ouders en leerkrachten) bedenkt in overleg met het team een rode lijn, een inspirerende projectopening en -sluiting. Een kenmerk hiervan is een grote betrokkenheid van kinderen en ouders. Er wordt wereldoriënterend (zaakvakoverstijgend) gewerkt. De creatieve vakken worden hierbij nadrukkelijk betrokken. 6. Cultuuronderwijs Cultuuronderwijs is het zesde kwaliteitskenmerk van de Muze. Er is veel aandacht voor creatieve vakken, ook voor de esthetische beleving hiervan. We zien deze vorming in samenhang met alle onderwijsgebieden, en ook bij de weeksluitingen en het projectonderwijs. Voor dans hebben wij een vakleerkracht aangetrokken. Voor cultuureducatie hebben we een plan van aanpak geformuleerd, met daarbinnen “beeldende vorming” als speerpunt. 6 Omdat de Muze op creatief gebied soms een voortrekkersrol vervult, worden we wel eens benaderd of op school tijdens lessen bijvoorbeeld een voorlichtingsfilm of foto’s gemaakt mogen worden. Hierbij maken we per situatie een afweging of we hier op in gaan, waarbij we vooral kijken naar het algemeen belang en in hoeverre het belastend is voor de school en de kinderen. Het betekent ook dat wanneer we hier op in gaan, we geen aparte toestemming aan ouders hiervoor vragen. Mocht u er bezwaar tegen hebben dat uw kind eventueel hiervoor gefilmd of gefotografeerd wordt, verzoeken wij u dit aan het begin van het schooljaar aan te geven bij de bouwcoördinator of directeur, zodat wij ervoor kunnen zorg dragen dat dit niet gebeurt. Ambitie Openbare basisschool ‘De Muze’ wil een school zijn waar kinderen graag naar toe gaan. Kinderen vinden het prettig als de sfeer op school goed is en als zij aangesproken worden op een breed onderwijskundig en pedagogisch terrein. Wij spreken kinderen aan op hun mogelijkheden betreffende hoofd, hart en handen (zie missie). ‘De Muze’ vraagt aan ouders, kinderen en zichzelf of deze doelstelling wel wordt behaald. In het voorjaar 2011 is er een tevredenheidonderzoek gehouden onder ouders. Dit is een vervolg van het tevredenheidonderzoek van oktober 2007. ‘De Muze’ is uitgegroeid tot een school met (op dit moment) 5 heterogene onderbouwgroepen (d.w.z. groep 1 en 2 samen) en vervolgens elke homogene jaargroep dubbel. Onze ambitie is dit te handhaven. Voornemens 2011-2015 Een aantal externe factoren (o.a. inspectiebezoek, oudertevredenheidsonderzoek) en interne factoren (o.a. opbrengsten uit studiedagen) hebben geresulteerd tot beleidsvoornemens voor de jaren 2011-2015. Deze voornemens zijn vastgelegd in het schoolplan. Met betrekking tot onze zes kwaliteitskenmerken zijn de volgende keuzes gemaakt. Pedagogisch klimaat • We streven er naar dat alle kinderen zich veilig voelen op de Muze. We willen ook in de groepen 1 en 2 een toetsinstrument aanschaffen om de sociaal emotionele gesteldheid van kinderen te kunnen toetsen. • De komende jaren zullen we ons anti- pestbeleid volgens de methode ‘No Blame’ uitvoeren. Omgaan met verschillen: • • Het werken met groepsplannen volgens de 1-Zorgroute wordt ingevoerd • Er is een beleidsplan gemaakt op het gebied ‘Excellentie’ (meer- en hoogbegaafde leerlingen). Dit wordt het komend jaar uitgevoerd • Leerlingen met een eigen leerlijn hebben vanaf groep 6 een ontwikkelingsperspectief • Esis B digitaal dossier is gedeeltelijk ingevoerd Schoolgids De Muze 2013-14 Onderwijs gericht op betrokkenheid • We gaan een visie ontwikkelen op onderwijs gericht op betrokkenheid voor de groepen 4 t/m 8. Onze voornemens met betrekking tot de vakgebieden, kunt u vinden in het hoofdstuk ‘schoolvakken’. Pedagogische uitgangspunten Op onze school kijken wij niet alleen naar leerprestaties, maar letten wij op de brede ontwikkeling van kinderen. Leren doe je niet alleen met je hoofd, maar ook met je lichaam en je gevoel. Er moet daarom ook aandacht zijn voor het lichamelijke welbevinden van kinderen en voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Hoe jonger het kind, hoe sterker hoofd, lichaam en gevoel samengaan. Ook voor oudere kinderen geldt, dat zij pas echt lekker in hun vel zitten, wanneer hoofd, lichaam en gevoel alle kans krijgen zich positief te ontwikkelen. Doet een kind het op een van deze gebieden minder, dan gaat dat veelal ten koste van de leerprestaties. Zorg aan kinderen op onze school wordt daarom niet alleen gegeven bij leerproblemen, maar ook aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. In de ochtend bestaat tussen 8.30 en 8.45 uur de mogelijkheid van de ‘inloop’. Ouders mogen met hun kind meekomen om samen met hun kind te kijken naar hun werk, of om bijvoorbeeld even samen een In kringgesprekken kunnen kinderen leren zich in de groep beter te uiten. In de gezamenlijke weeksluitingen, maar ook tijdens verschillende vieringen (zoals verjaardagen) benadrukken wij de onderlinge saamhorigheid en het wederzijdse respect. Als team hebben wij hierin een voorbeeldfunctie. Wij stralen dit uit naar de kinderen. Het team van de Muze streeft naar een goede verstandhouding met de kinderen. Zij aarzelt echter niet om in te grijpen bij ongewenst gedrag. Een goede en veilige sfeer in de groep en op school is belangrijk voor ieder kind. Er wordt daarom alert gereageerd op eventueel plaag- en pestgedrag. Organisatie van het onderwijs Voor kinderen en leerkrachten staat de dagelijkse praktijk in de groep centraal. Op ‘De Muze’ wordt gewerkt met heterogene en homogene groepen. Heterogene groepen worden geformeerd in de groepen 1/2 en als hoofdlijn homogene groepen vanaf groep 3. Heterogene groepen blijven echter mogelijk afhankelijk van omstandigheden. Binnen de homogene groep kunnen wij de gewenste aanpak van elk kind beter realiseren. Daarnaast zijn er ook gezamenlijke activiteiten waar de hele school of meerdere klassen bij betrokken zijn. Daarbij moet worden gedacht aan de weeksluiting, de jaarlijkse open podiumdag (waar verschillende groepen of kinderen voor de hele school optreden ter afsluiting van het schooljaar), het schoolreisje, de jaarlijkse sportdag en de verschillende projecten. De school is verdeeld in bouwen: • De onderbouw: groepen 1 tot en met 4 • De bovenbouw: groepen 5 tot en met 8 Binnen elk van deze bouwen werken leerkrachten intensief samen. Zo bepalen ze gezamenlijk onderwijskundige thema’s en stemmen ze het onderwijs op elkaar af. Iedere bouw heeft een bouwcoördinator. Groepssamenstelling boek te lezen. Op deze manier bevorderen we het contact tussen kind, ouder en school. Het kind heeft ook de gelegenheid om zijn creatieve en leervorderingen te laten zien. Een belangrijk uitgangspunt is dat kinderen ook met en van andere kinderen kunnen leren. Dit wordt uitdrukkelijk gestimuleerd. Voor de exacte samenstelling van de groepen verwijs ik u naar het laatste Muzejournaal van het schooljaar (tweewekelijkse nieuwsbrief voor ouders). Wat de omvang van de groepen betreft is de Muze, net als iedere andere basisschool, gebonden aan de bestaande regelgeving. Schoolvakken In de wet op het basisonderwijs wordt een aantal eisen gesteld aan het aanbod van schoolvakken waaraan Schoolgids De Muze 2013-14 7 iedere basisschool moet voldoen. Daarnaast geeft het Ministerie van Onderwijs ook concrete adviezen over de lesurenverdeling. De lesurenverdeling op de Muze komt overeen met deze adviezen. Voor alle leervakken (rekenen, lezen, taal en spelling, schrijven, begrijpend lezen, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, wereldoriëntatie en Engels) gebruiken we specifieke leermethoden. Ook voor de creatieve vakken (dans, beeldende vorming en muziek) hebben we de beschikking over een methode en diverse bronnenboeken. Alle methoden zijn afgestemd op de kerndoelen die sinds een aantal jaren gelden voor het basisonderwijs. Ook kunnen de methoden worden gebruikt in het intercultureel onderwijs. De verschillende methoden zullen hieronder bij de afzonderlijke schoolvakken kort worden beschreven. Rekenen Al in de onderbouw worden de kinderen vertrouwd gemaakt met aantallen en hoeveelheden. In de op betrokkenheid ingerichte hoeken in de groep kunnen de kinderen bijvoorbeeld verschillende weegschalen vinden. Ze kunnen dan eindeloos wegen met materialen als zand, water, klei, meel, enz. Ook kan er een winkelhoek worden ingericht, waarin spullen onder meer op lengte (van groot naar klein) en naar soort (plastic, steen) gesorteerd kunnen worden. Het rekenen is dus vooral gericht op de eigen directe ervaring van kinderen. De oudste kleuters krijgen vanuit ons leerlingvolgsysteem te maken met de Cito-toets ‘ordenen’ halverwege het schooljaar. Vanaf groep 3 werken de kinderen met de methode Pluspunt. Er is een compact- programma voor kinderen die sneller door de stof heen kunnen. Ons voornemen is het verder ontwikkelen van verrijkingsprogramma’s. 8 Technisch Lezen Bij het leren lezen is het belangrijk dat wordt uitgegaan van de individuele ontwikkeling van het kind. Zo zullen sommige kinderen al in de kleuterjaren toe zijn aan lezen en kunnen kinderen desgewenst hiermee starten. In de onderbouw is er veel aandacht voor. We werken in de groepen 1 en 2 met ‘het boek van de maand’. Dit boek komt voort uit de belevingswereld van de kinderen of sluit aan bij een thema. Het boek zelf kan ook een thema worden. Allerlei talige activiteiten komen hieruit voort: rijmen, lied, toneel, poppenkast enz. Vanaf groep 1 werken we met de methode ‘Leeslijn’. Hieruit wordt één thema per week gedaan. Hieraan gekoppeld is: ‘Beginnende geletterdheid’. Een onderwerp dat regelmatig in onze bouwvergaderingen aan de orde komt en een stevige plek heeft verworven in ons onderwijs (zie voor een uitwerking het schoolplan). Vanaf groep 3 bouwen de kinderen voort op het niveau dat ze hebben bereikt in de eerste twee schooljaren. Kinderen leren lezen op basis van hun eigen woordenschat en van woorden die voor hen belangrijk zijn. Vanuit een eerste letterkennis leren ze nieuwe woorden maken. Vervolgens leren ze er nieuwe letters bij. In groep 3 krijgt het kind een aanbod dat zoveel mogelijk op maat zal zijn. Vanaf groep 3 werken de leerkrachten toe naar con- crete minimumdoelen die per leeftijdsgroep aan het eind van het schooljaar moeten worden behaald. Om te bekijken welk niveau een individueel kind heeft bereikt, maken we gebruik van de AVI- toetsen. Dit zijn wetenschappelijk gefundeerde toetsen, die een goed beeld geven van de leesprestaties. Met behulp van deze toetsen kan duidelijk worden vastgesteld hoever een kind is gevorderd. Zo moet aan het einde van groep 3 AVI niveau 1 worden gehaald en aan het einde van groep 6 AVI niveau 9. Extra individuele aandacht wordt gegeven aan kinderen die achterop zijn geraakt en die moeite hebben om het AVI niveau van dat jaar te halen. Kinderen die verder zijn, kunnen juist een of meerdere niveaus vooruit werken. Het lezen wordt extern getoetst met het CITO- leerlingvolgsysteem. Klassenabonnementen op de bibliotheek moeten het leesplezier en de leesvaardigheid van kinderen verder stimuleren en ontwikkelen. (Over een mogelijkheid om boeken in de buurt te blijven lenen wordt nog Schoolgids De Muze 2013-14 onderhandeld). Daarnaast lezen kinderen regelmatig voor aan andere kinderen. In de midden- en bovenbouw houden de kinderen ook regelmatig boekbesprekingen. Begrijpend lezen Op de basisschool wordt veel aandacht besteed aan begrijpend lezen. De kinderen worden getraind om zo goed mogelijk de juiste betekenis van een tekst te achterhalen. Al in de onderbouw vindt dit plaats door middel van allerlei taal- en luisteractiviteiten. We spreken hier eerder van begrijpend luisteren en van het stimuleren van het denkproces. Een belangrijk uitgangspunt is dat kinderen zo vroeg mogelijk een ruim taalaanbod moeten krijgen, waardoor achterstanden voorkomen kunnen worden. Vanaf groep 4 wordt gewerkt met de methode ‘Goed Gelezen’. Deze methode leert kinderen de betekenis of de bedoeling van teksten te achterhalen. Ook leren zij hoe ze zo nauwkeurig mogelijk een tekst kunnen bestuderen. Het onderwijs is een afwisseling van instructielessen en zelfstandig werken. De kinderen worden regelmatig binnen de methode zelf getoetst, maar daarnaast ook met behulp van het CITO- leerlingvolgsysteem. Taal en spellen Onze taal- en spellingsmethode ‘Taal in beeld en Spelling in beeld’ zijn op elkaar afgestemd. Kinderen krijgen gedurende een periode van twee weken een woordpakket aangeboden. Dit woordpakket komt zowel bij de taallessen als bij de spellingslessen terug. Het taalonderwijs is hier bedoeld in de brede zin van het woord. Het gaat om luisteren, spreken, antwoorden, het onder woorden brengen van je mening, de ontwikkeling van de woordenschat, foutloos schrijven, het zelf teksten maken enzovoort. Voor taal en spellen geldt ook dat er binnen de methode en met het CITO- leerlingvolgsysteem getoetst wordt. Schrijven Vanaf groep 1 hebben wij aandacht voor de motorische ontwikkeling van kinderen met betrekking tot het schrijven. In groep 1 wordt dit proces door middel van spel gestimuleerd. Wij werken in de groepen 1 en 2 met de methode ‘Schrijfatelier’. In deze groep gaat het om voorbereidende schrijfoefeningen, vanaf groep 3 komen schrijfletters aan bod. Daar wordt gewerkt met de methode ‘Pennenstreken’. Wereldoriëntatie en zaakvakken We maken hierbij een onderscheid tussen de meer specifieke zaakvakken biologie, aardrijkskunde en geschiedenis enerzijds en wereldoriëntatie anderzijds. Onder wereldoriëntatie verstaan we allerlei kennis en vaardigheden die betrekking hebben op de eigen directe leefwereld van kinderen en op de samenleving waarin zij leven. In groep 3 wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen wereldoriëntatie en de overige zaakvakken. Vanaf groep 4 wordt dit onderscheid wel gemaakt. De vakken biologie, aardrijkskunde, geschiedenis hebben elk een aparte methode: ‘Natuniek’, ‘De blauwe Planeet’ en ‘Bij de Tijd’. Het vak wereldoriëntatie wordt vooral gegeven in de vorm van projecten. Jaarlijks worden er op ‘De Muze’ vier projecten gekozen en verder uitgewerkt door de projectgroep, die uit ouders en leerkrachten bestaat. Thema’s voor de projecten worden onder andere gehaald uit de genoemde methodes. De projecten duren ruim twee tot drie weken. Alle groepen nemen er op hun eigen niveau aan deel. Gedurende deze drie weken wordt het gewone onderwijs voortgezet. Er is meer aandacht voor het project tijdens de expressievakken (drama, dans, beeldende en muzikale vorming en tekenen), de lessen wereldoriëntatie en tijdens de weeksluiting. Ook tijdens het kringgesprek kan er ruimte zijn voor het project. Soms wordt er ook een excursie georganiseerd, of bezoeken ‘ervaringsdeskundigen’ de school. Binnen de projecten wordt ook regelmatig aandacht besteed aan geestelijke stromingen en interculturele thema’s. Kunstzinnige vorming ‘De Muze’ werkt met een aparte methode voor kunstzinnige vorming: ‘Moet je doen’. Dit is een methode, die goed aansluit bij onze vorm van onderwijs. ‘Moet je doen’ richt zich op de vakken drama, beel- Schoolgids De Muze 2013-14 9 dende vorming, muziek, dans en tekenen. De school beschikt over een vakleerkracht dansante vorming. Deze vorm van onderwijs is vooral gericht op dansexpressie. Dansante vorming wordt gegeven aan de groepen 1 tot en met 6. Voor de groepen 7 en 8 worden projecten op het gebied van kunstzinnige vorming binnengehaald via de consulenten van het regionale steunpunt kunstzinnige vorming. Een bevoegde leraar uit het voortgezet onderwijs geeft wekelijks tekenlessen aan kinderen uit de bovenbouw. Tijdens de weeksluitingen laten de kinderen kleine uitvoeringen (dans, muziek, poëzie, drama) of tentoonstellingen aan elkaar zien. Dans Op onze school maken de kinderen kennis met kunstuitingen. Dans hoort daarbij. Het levert een bijdrage aan de sociale ontwikkeling van een kind, aan de acceptatie van zichzelf en van het eigene van anderen. Het kan een geschikt middel zijn gêne die kinderen kunnen hebben te overwinnen. Samen dansen op spannende, grappige en/of swingende muziek sluit aan bij de natuurlijke drang tot bewegen van kinderen. mogelijkheden. De lessen zijn gebaseerd op de vier danselementen: lichaam, tijd, ruimte en kracht. Bij de structurering van deze elementen wordt uitgegaan van tegenstellingen zoals hoog- laag, recht- rond, vlug- langzaam en zwaar- licht. De rijke fantasie en de spontane bewegingsdrang van kinderen bieden ook tal van mogelijkheden voor een les die aansluit bij de belevingswereld van kinderen. Denk daarbij bijv. aan sprookjes, dieren, geluiden en klanken, verhalen en bewegingen van dieren. Bewegingsonderwijs Voor de kinderen van de onderbouw (groepen 1/2) staat beweging elke ochtend en middag op het programma. Bij mooi weer wordt er buiten gespeeld. Bij slecht weer kan op bepaalde dagen gebruik worden gemaakt van de speelzaal. Op dinsdag hebben de groepen 1/2 gymles volgens een methode in de speelzaal van ‘de Parel’. De groepen 3 t/m 8 hebben twee keer per week gymlessen in sporthal Hengstdal. Er is een spelles en een toestelles. Om een goede en systematische ontwikkeling van het bewegingsonderwijs te waarborgen, maken wij gebruik van de methode ’Basislessen Bewegingsonderwijs’. Schoolzwemmen De afgelopen jaren nam de Muze deel aan het schoolzwemmen. De gemeente heeft het schoolzwemmen met ingang van het nieuwe schooljaar 2012-2013 beëindigd. Hiervoor komen zogeheten ‘arrangementen zwemvaardigheid’ in de plaats. Deze worden niet meer door de school georganiseerd. Verkeer In de groepen 1 t/m 4 wordt door middel van spel aandacht besteed aan het verkeer. Wij gebruiken hiervoor de methode ‘Rondje Verkeer’.Vanaf groep 5 wordt er gewerkt met de Schoolverkeerskrant. Deze sluit goed aan bij het verkeersgedrag van kinderen vanaf ongeveer 9 jaar. In groep 7 worden de kinderen voorbereid op het nationale verkeersexamen dat in dat schooljaar gaat plaatsvinden. Door alleen of samen met anderen opdrachten uit te voeren leren kinderen ervaringen, gevoelens, situaties en gebeurtenissen via dans te uiten en vorm te geven. Zo krijgen ze greep op hun eigen beweging- en dans- 10 Engels De groepen 7 en 8 krijgen Engels. In deze lessen worden de basisprincipes van het Engels op een speelse wijze aangeleerd. De kinderen doen rollenspellen, leren eenvoudige gesprekken te voeren Schoolgids De Muze 2013-14 en leren zingen in het Engels. Ook leren ze enkele grammaticale regels. We maken daarbij gebruik van de methode ‘Hello World’. klappers worden door de school verstrekt. In groep 8 vragen wij de kinderen/ouders zelf een agenda aan te schaffen. Huiswerk De leerlingen van groep 7 en 8 krijgen huiswerk. Het gaat daarbij om taken die door de leerlingen thuis gemaakt of geleerd moeten worden en die op een vast tijdstip worden nagekeken of overhoord. Het betreft de vakken taal, rekenen, wereldoriëntatie, aardrijkskunde, biologie of geschiedenis. Oriëntatie op vervolgonderwijs Het bezig zijn met de keuze van het vervolgonderwijs is een spannende en ingrijpende fase voor de leerlingen van groep 8 en hun ouders. We vinden het belangrijk dat zij hierin goed begeleid worden. In de groep zal in de loop van het laatste schooljaar tijdens speciale lessen aandacht besteed worden aan vragen als: welke schooltypen zijn er na de basisschool, wat houden deze schooltypen in, wat kun je er later mee, voor welk soort leerlingen zijn de verschillende schooltypen geschikt? De kinderen kunnen op eigen gelegenheid de avondmarkt van POVO (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs) bezoeken. Hier zullen alle scholen voor voortgezet onderwijs van Nijmegen aanwezig zijn om de kinderen en de ouders te informeren over hun school. Het gaat bij dit huiswerk niet om nieuwe stof, maar om de verwerking van wat al in de klas aan de orde is geweest. Het voornaamste doel van huiswerk is het bevorderen van een goede werkhouding, doorzettingsvermogen, werkdiscipline en van het leren plannen. Op een vast tijdstip in het lesrooster besteedt de leerkracht aandacht aan het thema huiswerk. Daarbij komen aan de orde: hoe maak je huiswerk, wat is een goede plaats om huiswerk te maken, hoe zorg je ervoor dat het op tijd af is (plannen). De leerkracht controleert het gemaakte huiswerk. In groep 7 wordt vanaf de herfstvakantie gestart met huiswerk. De leerlingen krijgen één keer per week huiswerk opgegeven, waaraan ze 15-20 minuten moeten werken. Groep 8 krijgt na de herfstvakantie twee keer per week huiswerk. Per taak moet ongeveer 30-40 minuten worden besteed. Per week gaat het dus om 60-80 minuten. De kinderen noteren het huiswerk in een huiswerkklapper (groep 7) of in een agenda (groep 8). De Tijdens de informatieavond van groep 8 die aan het begin van het schooljaar plaatsvindt, worden de ouders geïnformeerd over: • De activiteiten met betrekking tot het komen van een schoolkeuze Schoolgids De Muze 2013-14 11 • De verschillende schooltypen in het voortgezet onderwijs • Het tot stand komen van het schoolkeuzeadvies • De procedure van aanmelding van kinderen voor leerwegondersteunend onderwijs in het voortgezet onderwijs • De rol van de CITO- eindtoets basisonderwijs Vóór de afname van de Cito-toets hebben deze kinderen hun advies voor het voortgezet onderwijs gekregen. De Cito-toets bevestigt onze verwachting met betrekking tot de opbrengst van ons onderwijs. Schooladvies VWO HAVO/VWO HAVO VMBO T/HAVO VMBO T VMBO K/T VMBO K VMBO B/K VMBO B SVO 2012-13 (n=50) 28% 10% 14% 10% 30% 0% 4% 0% 4% 0% 2013-14 (n=51) 25% 10% 14% 12% 21% 8% 4% 4% 2% 0% ICT ICT ter ondersteuning van het onderwijs op de Muze Het gebruik van computers en het internet door kinderen en leerkrachten, wordt op De Muze gecoördineerd door een leerkracht. Voor die taak is hij een dag in de week vrij geroosterd. Het systeembeheer wordt geregeld via onze stichting ‘Conexus’. Het gebruik van de computer en internet zal op onze school steeds meer toenemen. De leerkrachten richten zich de komende jaren op hun didactische en organisatorische vaardigheden toegespitst op de praktijk in de groep. Er is een ict-plan met daarin de leerdoelen per jaar, de algemene doelen en de middelen. Er wordt gebruik gemaakt van bij de methoden behorende software. Voor rekenen is dit Pluspunt, voor spelling is dat Taalactief. In de groepen 1-4 wordt voor lezen gebruik gemaakt van het programma Leeswijzer. We gebruiken ook niet-methode gebonden software. In de groepen 1-2 is dat o.a. het rekenprogramma ‘Alles telt’. Alle groepen kunnen werken met drie programma’s van Okido: ‘Construct’, ‘Lexi’ en ‘Duo’. Naast deze software gebruiken we Ambrasoft, voor 12 het automatiseren van o.a. tafels en Type Basic, een ‘type’ cursus voor wie wil leren typen. De kinderen van groep 4 en 5 werken met het tekstverwerkingsprogramma ‘Creative writer’. Het bijhouden van vorderingen van kinderen gaat via het LVS (leerlingvolgsysteem) en Esis b. Dit is een computerprogramma waarin de Cito-toets gegevens verwerkt kunnen worden. Voor remedial teaching is het programma Maatwerk, voor rekenen, aangeschaft. Aan het einde van groep 5 maken de kinderen kennis met Windows, internet, e-mail, Power Point en Word. In de groepen 6, 7 en 8 leren ze daar steeds meer en beter mee werken. Deze kinderen gaan op hun eigen niveau verder met het ontwikkelen van hun computervaardigheden. De leerlingen leren met, door en over ICT van elkaar, ouders en leerkrachten. In de klassen hangt bij de computers een lijst met afspraken waar de leerlingen zich voor hun eigen veiligheid aan moeten houden. De leerkrachten hebben duidelijke afspraken met elkaar gemaakt over het gebruik van computers. Er is een computerlokaal met 30 computers, beamer en netwerkprinter. In de groepen staan 3/4 computers waar leerlingen op kunnen werken. Alle computers hebben toegang tot het internet. Het omgaan met computers is, in eerste instantie, geen doel op zich op onze school. ICT wordt vooral ondersteunend ingezet. De kinderen komen tot het maken van werkstukken en bijbehorende presentaties en gebruiken daar de mediatheek en het internet voor. Iedere groep kan verslag doen van wat er in de klas gebeurt via ‘De Webkrant”. Dit is de website van de klas. Er staat een link naar alle ‘kranten’ op www. demuze.scholen.net. In de groepen 3 t/m 8 hangen digiborden. Deze zijn Schoolgids De Muze 2013-14 ondersteunend in ons onderwijs. Digitale software wordt komend jaar verder ingevoerd voor de digiborden. Ook wordt een keus gemaakt voor welke digitale vorm er gekozen wordt in de groepen ½. • • 3. Leerlingen en leerlingenzorg De leerlingen Bij aanvang van het schooljaar 2012-2013 telt de Muze 406 leerlingen. De meeste kinderen komen uit Hengstdal, een gemêleerde wijk in Nijmegen- Oost. Met de andere basisscholen in Nijmegen- Oost zijn afspraken gemaakt over het aannamebeleid. Zo is afgesproken dat een eventuele overstap van de ene naar de andere basisschool in principe alleen aan het begin van een nieuw schooljaar mogelijk is. In principe worden kinderen uit één gezin niet bij elkaar in de groep geplaatst. Leerlingenzorg op De Muze • • van een groepsplan zijn dat erop gericht is dat een leerling weer gaat profiteren van het groepsplan. Wij bieden de zorg zoveel mogelijk binnen de klas. De intern begeleider begeleidt de leerkrachten bij het uitvoeren van de stappen uit 1- zorgroute, volgt de voortgang, houdt groepsbesprekingen samen met de bouwcoördinatoren en leerkrachten en leerlingenbesprekingen in school. Het kind wordt actief betrokken bij de stappen die in de zorg worden gezet. Wij gaan met het kind in gesprek. Kinderen kunnen zelf informatie geven over wat goed gaat, wat minder goed gaat, wat ze willen leren en waar zij de hulp van ons bij nodig hebben. Goede communicatie, afstemming en samenwerking met de ouders is belangrijk. Zij kennen hun kind immers als geen ander. Zorgprocedure Het doel van de zorg op De Muze is passend onderwijs bieden, waarin alle leerlingen zich wel bevinden en hoog betrokken zijn zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. In het schooljaar 2009-2010 zijn we gestart met de invoering van de 1-zorgroute. Hiermee willen we bereiken dat wij in staat zijn om in onze groepen het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen. We werken handelingsgericht en gaan planmatig om met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen. De uitgangspunten van de 1-zorgroute zijn: • Leerlingen verschillen in onderwijsbehoeften. Deze verschillen worden gerespecteerd. We werken en denken vanuit onderwijsbehoeften in plaats van het benoemen van tekorten of defecten die een kind heeft. • In plaats van ons te richten op ‘uitvallers’ proberen wij vroegtijdig leerlingen te signaleren die extra aandacht nodig hebben en het onderwijsaanbod af te stemmen op deze leerlingen. • We richten ons voortdurend op de positieve kwaliteiten en mogelijkheden van het kind. • We werken met groepsplannen om om te kunnen gaan met de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen. In het groepsplan geven wij aan hoe wij de komende periode met de verschillende onderwijsbehoeften in de groep omgaan. Een individueel handelingsplan kan een onderdeel Hieronder ziet u het stroomschema van onze leerlingenzorg. Voor verdere informatie verwijzen we naar ons zorgplan. De intern begeleider Ad van Lith is de interne begeleider. Hij begeleidt de leerkrachten bij het uitvoeren van de stappen uit 1-zorgroute, volgt de voortgang, houdt groepsbesprekingen en leerlingenbesprekingen in school. De intern begeleider heeft taken op de volgende gebieden: zorgcoördinatie, coaching van leerkrachten en onderwijsinnovatie ten behoeve van zorgverbreding. Dyslexie De laatste jaren horen en lezen we veel over kinderen met dyslexie. Onze school hanteert een protocol dyslexie, waarbij wij de kinderen zo goed mogelijk ondersteunen en volgen. De school vergoedt geen dyslexieonderzoeken. Weer samen naar school (WSNS) In sommige gevallen is het voor ouder(s) en kind verstandig om te kiezen voor een speciale school voor basisonderwijs. Een andere school kan juist die kwaliteiten of mogelijkheden hebben, die van belang zijn voor een kind. Als er sprake is van een verwijzing naar een andere school wordt dat eerst intern besproken. Daarbij worden ook de ouders vanaf de aanvang betrokken. Schoolgids De Muze 2013-14 13 Voor deze kinderen met bepaalde leer- en/of gedragsproblemen kan Weer Samen Naar School van nut zijn. WSNS is een samenwerkingsverband tussen de basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs. Het doel is om leerlingen met problemen zoveel mogelijk op de basisschool te houden. Indien betrokken partijen vinden dat een andere school beter is voor het kind, kan een verwijzing volgen naar een speciale school voor basisonderwijs. De Muze neemt deel aan een samenwerkingsverband in Nijmegen-Oost. In dit verband doen alle basisscholen uit Nijmegen-Oost mee en een school voor speciaal basisonderwijs. Binnen dit samenwerkingsverband worden leerlingen aangemeld bij het ZAT-team (Zorg Advies Team). Dit is een adviserend orgaan dat beoordeelt of de hulpvraag juist gesteld is en bij welke instantie aangeklopt kan en mag worden. De PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) 14 geeft daarna eventueel een beschikking af die recht geeft op een plaats in het speciaal basisonderwijs. De ouders van het kind bepalen of het kind daar ook daadwerkelijk naar toe gaat. Daarnaast kunnen ook andere externe instanties of hulpverleners worden ingeschakeld, zoals het RIAGG, logopedisten, vertrouwensartsen, huisartsen, het schoolmaatschappelijk werk, enzovoort. Logopedie Sinds afgelopen jaar is het mogelijk om tijdens schooltijd logopedie ‘Woordenschat’ te krijgen voor tweetalige leerlingen. De procedure loopt via de intern begeleider en huisarts. ‘Rugzakkinderen’ Sinds zes jaar kunnen kinderen die zeer specifieke ondersteuning nodig hebben aangemeld worden bij Schoolgids De Muze 2013-14 een REC (Regionaal Expertise Centrum). Kinderen die een indicatie krijgen van een REC worden ook wel kinderen met een “rugzakje”genoemd. Zij kunnen op hun eigen basisschool blijven met bijvoorbeeld ambulante begeleiding, of zij kunnen naar een school voor speciaal basisonderwijs. Dit alles gebeurt in overleg met ouders en school. De wet biedt ouders van gehandicapte leerlingen de mogelijkheid te kiezen voor gewoon of speciaal onderwijs. De wet komt tegemoet aan de toenemende vraag naar integratie van gehandicapte kinderen. Verder wordt via de wet de positie van ouders versterkt door hun recht van vrije onderwijskeuze vast te leggen. Het wettelijk recht op keuzevrijheid betekent niet dat kinderen automatisch toegang krijgen tot iedere school. Een basisschool mag een kind weigeren als daar goede redenen voor zijn aan te geven. De aanmelding bij een speciale school voor basisonderwijs verloopt via de toelatingsprocedure die binnen het samenwerkingsverband is vastgesteld. Als uitgangspunt voor de basisschool geldt: Op grond van wetgeving hebben basisscholen een wettelijke opdracht om gedifferentieerd onderwijs te geven en om in te spelen op de behoeften van zor- gleerlingen. De aard en zwaarte van de handicap en feitelijke onmogelijkheden maken het mogelijk niet te voldoen aan een plaatsingsverzoek van ouders. Op grond van bovenstaand uitgangspunt zal over elke leerling die wordt aangemeld op school een individueel besluit worden genomen. Bij aanmelding dient duidelijk te zijn of er van de school een extra zorginvestering gevraagd wordt. Hiervoor heeft onze school een procedure opgesteld die er in hoofdlijnen als volgt uitziet: a. De school heeft een oriënterend gesprek met de ouders. b. De school verzamelt informatie bij de vorige school en/of instantie. c. De intern begeleider overlegt met de betrokken leerkrachten bij wie het kind in de klas zou komen d De intern begeleider formuleert een voorstel en legt dit voor aan de directie e. De directie neemt een besluit. f. Het besluit wordt formeel schriftelijk gemeld aan de ouders. Uiteraard kunnen ouders, nadat het besluit in een gesprek is toegelicht, bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag. Hiervoor geldt een procedure die op school in te zien is. Schoolgids De Muze 2013-14 15 Excellentie In schooljaar 2011-2012 is een beleidsplan excellentie ontwikkeld. Landelijk gezien is 20% van alle leerlingen meer- of hoogbegaafd. We vinden het heel belangrijk dat ook deze leerlingen passend onderwijs krijgen. We gaan hierbij uit van de volgende 4 thema’s: 1. Uitdaging in de zone van de naaste ontwikkeling. Excellente leerlingen, denken vaak op een andere manier dan leeftijdgenoten en zijn in geestelijke ontwikkeling veel verder. Wat ze nodig hebben is uitdaging in hun zone van naaste ontwikkeling. Ook kunnen ze al reflecteren op zaken die leeftijdgenoten in het geheel niet bezig houden en vragen stellen met een diepgang die niet gewoon is voor kinderen van deze leeftijd. 2. Uitdaging krijgen door hogere denkstrategieën in te zetten. Excellente leerlingen hebben het nodig aangesproken te worden in deze mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen.( Concreet: hierbij zijn de hogere denkstrategieën sleutelbegrippen. Zoek het bij hoogbegaafden niet in gesloten opdrachten, of meer van hetzelfde maar dan moeilijker, maar zoek naar open opdrachten, materialen die op vele manieren kunnen worden ingezet, waar mee kan worden geëxperimenteerd, vernieuwd, gecreëerd, gebouwd, geconstrueerd, ontworpen). 3. Omgang met leeftijdsgenoten. Emotioneel gezien zijn excellente leerlingen net als andere leerlingen kinderen die graag met andere kinderen willen spelen: thuis, op school en op straat. 16 Emotioneel gezien blijft dus behoefte aan omgang met leeftijdgenoten. Dat betekent voor de Muze dat de activiteiten van het hart, voor deze kinderen hard nodig zijn. De Muze heeft de 6 kwaliteitskenmerken die daarvoor kunnen worden ingezet: het pedagogisch klimaat; onderwijs gericht op betrokkenheid; projectonderwijs en cultuureducatie. 4. Uitdagende leeromgeving: verrijkingsprogramma. Hoogbegaafde leerlingen hebben ook passend onderwijs nodig, dat wil zeggen een uitdagende leeromgeving waar zij zich in eigen tempo en vanuit hun eigen niveau kunnen ontwikkelen. Opdrachten die een beroep doen op de hogere denkstrategieën zijn uitdagend, de omgeving wordt uitdagend als ze hier ruimte voor biedt, gelegenheid voor geeft, de uiterlijke kenmerken herbergt die het mogelijk maken dit soort opdrachten te maken. Indien passend onderwijs gegeven wordt in de vorm van een verrijkingsprogramma zou dit moeten gaan over zaken waar kinderen hun hele leven plezier van kunnen hebben ( ook hier weer met in gedachten de rijke leefomgeving, de hogere denkstrategieën): de wereldtalen (Engels, Spaans, Chinees), leren leren en leren ondernemen, zingeving van de wereld (filosofie), communicatieve vaardigheden, wetenschap en techniek, onderzoek kunnen doen, zich een objectieve mening leren vormen. Daarnaast is een creatieve invulling van kunst, literatuur, muziek en sport heel belangrijk voor de voeding van het hart. Hoogbegaafden willen en hebben het nodig, zoals alle kinderen, erbij te horen. Bovenstaande zijn zaken waar alle kinderen baat bij hebben en waar de Muze vanuit haar kwaliteitskenmerken kan voortborduren en zo onderwijs te geven waar iedereen van profiteert. Bij dit alles kan de maatschappelijke omgeving en het bedrijfsleven een belangrijke rol spelen. Via gastlessen, excursies, mentorship van leerlingen, gezamenlijk opzetten van projecten enz. kan hiervan gebruik worden gemaakt. Komend jaar zullen we een start maken met de uitvoering van het beleidsplan. Doorgaande leerlijn van groep 2 naar 3 De inspectie heeft duidelijk gemaakt dat kinderen Schoolgids De Muze 2013-14 die tot 1 januari zijn geboren, na ongeveer anderhalf jaar kunnen doorstromen naar groep 3 zonder dat er sprake is van versnelling. Dat betekent dat deze kinderen instromen in groep 1 en na ongeveer een half jaar in groep 2 zitten en uiteindelijk na ongeveer anderhalf jaar naar groep 3 doorstromen. Omgekeerd betekent het dat kinderen die wel tweeen-een-half jaar in groep 1/2 blijven, een extra jaar aan hun schoolloopbaan toevoegen. Wij onderbouwen dit op de volgende manier: a. De leerkracht observeert het kind maandelijks met behulp van de kijkpuntenwijzer. b. De leerkracht heeft overleg met de intern begeleider. Samen komen ze tot de conclusie dat het kind een langere leertijd nodig heeft. c. Tijdens het eerste oudergesprek wordt met ouders besproken dat een langere leertijd tot de mogelijkheden behoort. De intern begeleider is hiervan op de hoogte. d. Tijdens het tweede gesprek wordt aan de ouders een advies gegeven. Dit is mede onderbouwd door de observaties/bevindingen van de intern begeleider. . Vóór de zomervakantie moet het besluit of het kind een langere leertijd in groep 2 krijgt, genomen worden in een gesprek tussen ouders, leerkracht en intern begeleider. Het rapport In de onderbouw (de groepen 1/2) vinden drie keer per jaar oudergesprekken plaats. Daarbij wordt gebruik gemaakt van kijklijsten. Dit zijn lijsten met verschillende aandachtspunten, die zowel door de leerkracht als door de ouders worden ingevuld. Deze lijsten zijn een goed hulpmiddel voor het voeren van oudergesprekken. Bij de eerste gesprekken in groep 2 wordt gebruik gemaakt van een observatielijst, deze dient tevens als overdrachtformulier naar groep 3. De tweede gesprekken in het jaar zijn facultatief. Bij het derde gesprek wordt een verslag aangeboden. Dit verslag is samengesteld met behulp van de maandelijkse kijkwijzer. Met ouders van nieuwe leerlingen wordt na ongeveer één week een intakegesprek gevoerd. De leerkracht nodigt de ouders voor dit gesprek uit. Centraal hierin staat de geschiedenis van het kind .In groep 3 krijgen de kinderen twee keer een rapport. Vanaf groep 4 wordt er drie keer per jaar een rapport aan de kinderen meegegeven. Voordat het mee naar huis gaat, wordt het rapport eerst met de leerlingen doorgesproken. Na het rapport volgt er een ouder- gesprek. Ook hier is het tweede gesprek facultatief. In het rapport wordt gebruik gemaakt van een schaalnormering: bij ieder onderdeel geeft de leerkracht een beoordeling op basis van een schaal met vijf niveaus. Daarnaast beschrijft de leerkracht ook de algemene indruk die hij heeft van de leerling. Ook kan de leerkracht in het rapport per onderdeel opmerkingen noteren. Voor ouders die daaraan behoefte hebben, bestaat er altijd de mogelijkheid om een extra gesprek te voeren met de leerkracht. Tegengaan van pesten Als kind moet je je veilig kunnen voelen op school. Het is belangrijk dat elk kind weet dat pesten niet kan en dat de school direct in actie komt als pesten toch voorkomt. Wij vinden het belangrijk dat er duidelijke regels zijn die gebruikt worden als pesten toch voor mocht komen, zodat er zo effectief mogelijk kan worden opgetreden. Onze uitgangspunten zijn: • We erkennen dat pesten ook op onze school voor kan komen. • We streven ernaar pesten te voorkomen. Onder andere door veel aandacht te schenken aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen en door hen op school goed te volgen (preventieve aspect). • Als er sprake is van pesten dan willen we dat ac- Schoolgids De Muze 2013-14 17 tief aanpakken. Bij die aanpak kiezen we voor een positieve insteek: we hebben het niet over schuld bij pester(s) en gepeste(n), maar over gedrag (curatieve aspect). • De precieze aanpak moet goed op de concrete situatie worden afgestemd. In het schooljaar 2009-2010 zijn we dieper ingegaan op de actieve aanpak wanneer er sprake is van pes- ten. Dit deden we tijdens een drietal studiemomenten voor het team. Gezondheidszorg op school Voor de gezondheidszorg op school is de GGD Regio Nijmegen verantwoordelijk. De hier opgenomen tekst is verzorgd door de GGD. Onderzoek van de GGD op de school De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Nijmegen volgt alle 0 tot 19- jarigen in hun ontwikkeling. Daardoor is het mogelijk gezondheidsrisico’s op te sporen en gezondheidsproblemen vast te stellen. Om gezondheidsproblemen te voorkómen, richt de GGD haar aandacht niet alleen op individuele kinderen, maar ook op groepen leerlingen. Onderzoek in groep 2 Het team nodigt u en uw kind, als het 5 jaar is, uit voor een lichamelijk onderzoek door de schoolarts en de doktersassistent. Daarnaast vindt er een gesprek plaats over de algemene ontwikkeling van uw kind met vragen zoals: ‘Hoe gaat het met uw kind thuis en op school? Vindt uw kind het leuk op school? Wat doet het graag? Is het erg moe, prikkelbaar?’ Onderzoek in groep 7 De sociaalverpleegkundige kijkt samen met u naar de 18 ontwikkeling van uw zoon of dochter. Uw kind wordt gemeten en gewogen, er wordt gekeken naar de lichaamshouding en op verzoek kan het horen en het zien worden getest. Daarnaast wordt er gepraat over bijvoorbeeld voeding, slapen, seksuele ontwikkeling, sporten, spelen en de omgang met andere kinderen. Logopedie De logopedist haalt de kinderen van 5 jaar uit de groep en onderzoekt ze op spraak- taalontwikkeling, stem, mondgewoonten en gehoor. De resultaten van het onderzoek krijgt u thuis gestuurd. Het kan zijn dat de logopedist u naar aanleiding daarvan uitnodigt voor een gesprek op school of voor een uitgebreider onderzoek op de GGD. Controles Het kan noodzakelijk zijn dat uw kind nog eens gecontroleerd wordt. We spreken dan met u af, dat uw dochter of zoon hiervoor op een later tijdstip uit de groep wordt gehaald. Op verzoek kunt u hierbij aanwezig zijn. Onderzoek op verzoek Als u het prettig vindt dat de schoolarts of verpleegkundige tussendoor nog eens naar uw kind kijkt, kan dat. Soms zal de arts, logopedist of leerkracht dat ook zelf voorstellen. Wilt u een afspraak hiervoor maken, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD regio Nijmegen. Voor bovenstaande onderzoeken krijgt u, met uitzondering van de controles, een uitnodiging. We gaan van toestemming uit, tenzij u zelf actie onderneemt en bezwaar maakt tegen de onderzoeken. Schoolmaatschappelijk werk Onze school beschikt over een schoolmaatschappelijk werker, Els Beaumont. Zij kan u helpen met allerlei zaken die te maken hebben met het opvoeden van uw kind. Opvoeden is een hele taak, vooral als niet alles naar wens verloopt. U kunt bij haar terecht als u zich zorgen maakt of een vraag heeft. Via de leerkracht of intern begeleider kunt u een afspraak maken. School en hulp Voor individuele kinderen met problemen is ‘School en hulp’ voorhanden. Hierbij werken de school, het schoolgezondheidsteam, het bureau Jeugdzorg, GGD en maatschappelijk werk samen om problemen te Schoolgids De Muze 2013-14 voorkomen en kinderen te begeleiden en te verwijzen naar de reguliere hulp. Wanneer uw kind tijdens een bijeenkomst van dit team wordt besproken zal aan u toestemming worden gevraagd. Samen met u wordt bekeken op welke manier hulp kan worden geboden. Coördinatoren Onderbouw: Tasja Kroon E-mail:[email protected] Bovenbouw: Jan van Schayk E-mail:[email protected] Vragen? Hebt u vragen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg: GGD regio Nijmegen. telefoon 024 3297111. E-mail: [email protected] Groep 1-2 A Riet van Dorst Daphne Veefkind Groep 1-2 B Lumi de la Torre y Rivas Cathelijne Smit Groep 1-2 C Tilly Jansen Ingrid Koorneef Schoolverzekering Grope1-2 D Mischa van Mossel Voor alle kinderen van de Muze is een collectieve Joyce Rutgers scholierenongevallenverzekering afgesloten. Deze Groep 3 A Sem Tahalele geldt alleen tijdens de schooluren. Ook bij uitstapGroep 3 B Tinke Feddema jes en excursies zijn de kinderen en hun begeleiders Luuk van Merwijk verzekerd. Groep 4 A Lizette van den Brink Christien Mullink Groep 4 B Esther van Casteren Tasja Kroon 4. Het team Groep 5 A Ineke Smulders / Ilse Baauw Groep 5 B Eliska Groenewald Op de Muze werken op dit moment 32 personen: 1 Groep 6 A Annelies Kolenbrander conciërge, 27 leraren, 1 intern begeleider, 2 bouw Sientje van den Heuvel coördinatoren en 1 directeur. Groep 6 B Thijs Bongaerts De directeur voert de dagelijkse leiding over de Luuk van Merwijk school. De twee bouwcoördinatoren, een voor de Groep 7 A Ada de Metz / Jan van Schaijk onderbouw (groep 1 t/m 4) en een voor de bovenCatelijne Smit/Thea Aarts bouw (groep 5 t/m 8), zijn het directe aanspreekpunt Groep 7 B Groep 8 A Adrie Meijer / Luuk van Merwijk voor leraren in hun bouw en zijn o.a. verantwoordeliGroep 8 B Janneke Colsen/Leo Hermans jk voor coaching en begeleiding van leraren m.b.t. klassenmanagement en veranderonderwerpen. De bouwcoördinatoren vormen samen met de directeur het managementteam van De Muze. De intern begeleider heeft hierin een adviserende taak met betrekking tot de leerlingenzorg. De bouwcoördinatoren vervangen de directeur bij diens afwezigheid. De intern begeleider coördineert de leerlingezorg, begeleidt leerkrachten bij de uitvoering van de leerlingenzorg en vertegenwoordigt de school in het ICT-coördinator Marcel Rijkschroeff samenwerkingsverband ‘Weer Samen Naar School’. [email protected] Voor de ontwikkeling van het gebruik van computers beschikken we over een activiteitencoördinator Intern begeleider: Ad van Lith Informatie en Communicatie Technologie. E-mail:[email protected] Tekenen Frank Tarenskeen De teamsamenstelling in 2012-2013 is als volgt: Directeur: Marleen Blok E-mail:[email protected] Internet : Schoolgids De Muze 2013-14 www.demuze.scholen.net. 19 5. De ouders en verzorgers De Muze en de ouders Op ‘de Muze’ wordt grote waarde gehecht aan een goede relatie met de ouders. Ouders kunnen op verschillende manieren hun steentje bijdragen aan het reilen en zeilen binnen de school. Zo wordt aan de ouders regelmatig gevraagd hulp te bieden bij activiteiten in de groep of op school. Daarbij kan het gaan om het meelopen naar de zwemles, het meehelpen in de schooltuin, het assisteren bij handvaardigheid of het inzetten van specifieke deskundigheid (bijvoorbeeld bij het werken met computers). Daarnaast kunnen ouders meedoen aan verschillende werkgroepen en vormen van overleg: de projectgroep, de klassencommissie, de oudervereniging, de medezeggenschapsraad, of de overblijfgroep. Al deze activiteiten worden hieronder kort beschreven. Voor een goede relatie tussen de school en de ouders is een goede informatievoorziening belangrijk. Allereerst moeten de ouders goed worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind binnen de school en tijdig op de hoogte worden gesteld, wanneer er zich problemen voordoen (zie hiervoor het hoofdstuk Leerlingenzorg). Elke twee weken verschijnt het Muzejournaal, waarin de ouders geïnformeerd worden over alle belangrijke ontwikkelingen in de school. Ook ontvangen de ouders de notulen van de klassencommissie, zodat ze altijd op de hoogte zijn van de verschillende activiteiten in de groep van hun kind en daaraan eventueel ook een bijdrage kunnen leveren. Ook deze schoolgids wil ertoe bijdragen, dat ouders een duidelijk beeld krijgen van de verschillende aspecten van het schoolleven. Voor veel ouders is een goede opvang van hun kind buiten de schooltijden om van groot belang. Voor de kinderen van de Muze is er zowel een overblijfregeling voor tussen de middag als een mogelijkheid voor buitenschoolse opvang. De buitenschoolse opvang wordt verzorgd door de Stichting KION en Struin. De tussenschoolse opvang (het overblijven) wordt georganiseerd door Stichting SOOS www.stichtingsoos.nl . De betrokkenheid van ouders kan verder worden versterkt door een open klimaat binnen de school. De leerkrachten en de directie streven er dan ook naar om voor alle ouders gemakkelijk toegankelijk te zijn. Wanneer zich problemen voordoen, willen wij 20 dit in een open sfeer bespreken, waarbij het vinden van een goede oplossing centraal staat. Mocht er toch ontevredenheid blijven bestaan, dan kunnen de ouders gebruik maken van de klachtenregeling (zie verderop in dit hoofdstuk). Er wordt ernaar gestreefd jaarlijks een algemene ouderavond te houden die deels wordt verzorgd door de medezeggenschapsraad, de oudervereniging, de overblijfgroep en het team van de school. Een inhoudelijk onderwerp staat vaak centraal. In het schooljaar 2007- 2008 is een aantal workshops georganiseerd, zodat ouders meer zicht konden krijgen op een scala aan onderwerpen waar hun kinderen op school mee te maken hebben (o.a. omgaan met computers, zorg op school, een dansworkshop, taal bij kleuters). De projectgroep De voorbereiding van de verschillende projecten die tijdens het schooljaar georganiseerd worden, is in handen van de projectgroep. Deze projectgroep bestaat zowel uit leerkrachten als ouders. In overleg met het team worden de thema’s voor de projecten vastgesteld. De projectgroep bedenkt de opening, de sluiting en de versiering van de projectweek. De kinderen geven aan welke richting het centrale thema van het project uitgaat.. De projectgroep bereidt ook de kerstactiviteit voor. Klassencommissies Iedere klas heeft een klassencommissie. Deze bestaat meestal uit vier tot zes ouders. De belangrijkste taak van de klassencommissie is om op grond van suggesties van de kinderen de projecten in de klas een concrete invulling te geven. Samen met de leerkracht Schoolgids De Muze 2013-14 wordt nagedacht over de uitvoering van suggesties. Dit betekent niet automatisch dat de leden van de klassencommissie ook altijd zelf actief moeten meewerken aan de uitvoering van de projecten. Hiervoor kunnen ze andere ouders benaderen. De oudervereniging Iedere ouder van een kind dat op de Muze naar school gaat, is automatisch lid van de oudervereniging. Eenmaal per jaar, tijdens de algemene ledenvergadering, kunnen alle ouders meepraten over zaken die voor de school, de kinderen en de ouders van belang zijn. Ook wordt zonodig (maximaal eenmaal per jaar) een ouderkring georganiseerd. De ouderkring is een bijeenkomst op school. Tijdens deze bijeenkomst heeft elke ouder de mogelijkheid vragen te stellen, knelpunten aan te geven of suggesties te opperen. De oudervereniging stelt zich als taak om de samenwerking en communicatie tussen ouders onderling en tussen ouders en team te bevorderen. Informatie vanuit de verschillende werkgroepen, commissies, het team en van ouders komt samen in de oudervereniging. Met die informatie denkt de oudervereniging mee over allerlei zaken die op school spelen. De oudervereniging heeft contact met de directie, het team en de medezeggenschapsraad. Zo worden onderwerpen aangekaart en opgelost, adviezen opgesteld en vragen doorgespeeld. Concrete onderwerpen waar de oudervereniging zich de afgelopen jaren o.a. mee bezig heeft gehouden: de verkeersveiligheid, de veiligheid op het schoolplein en in de school, hygiëne, de klachtenregeling, oudergesprek- ken, schoolgids e.d. Het email adres van de oudervereniging is: [email protected] De medezeggenschapsraad Goed overleg tussen alle betrokkenen van de school is belangrijk. Gezien de omvang van de school is het niet mogelijk, dat iedere ouder en elk personeelslid persoonlijk wordt benaderd om hun mening te geven of vragen te stellen. Om ervoor te zorgen dat de mening van ouders en het team toch zo goed mogelijk wordt gehoord, beschikt de Muze over een medezeggenschapsraad (MR). Deze raad bestaat uit 5 ouders en 5 teamleden. De oudergeleding wordt door openbare verkiezingen gekozen voor een periode van twee jaar. De medezeggenschapsraad richt zich vooral op beleidsmatige zaken. Veelal gaat het om zaken waarin advies wordt uitgebracht, zoals bij de regeling van de schoolvakanties. In sommige gevallen, zoals bij de schoolbegroting of het schoolplan, heeft de medezeggenschapsraad instemmingsrecht. De taken en bevoegdheden van de raad staan beschreven in het Reglement voor de medezeggenschapsraad van basisschool ‘De Muze’. Binnen de raad komen veel onderwerpen aan bod; de taken worden daarom onder de leden verdeeld. Wanneer u vragen of problemen heeft die met het schoolbeleid te maken hebben, dan kunt u de leden van de medezeggenschapsraad aanspreken. Ook kunt u een briefje deponeren in het postvak van de medezeggenschapsraad in de keuken van de school. De medezeggenschapsraad vergadert ongeveer één keer per maand. De vergaderingen zijn in principe openbaar. Ook doet de MR in het ‘Muzejournaal’ jaarlijks verslag van de vergaderingen en activiteiten. De medezeggenschapsraad houdt aan het begin van het schooljaar verkiezingen. Zo gauw deze geweest zijn, komt de lijst met MRleden in het eerstvolgende Muzejournaal te staan. De ouderbijdragen Er zijn allerlei activiteiten op school, die niet uit het reguliere schoolbudget kunnen worden bekostigd. Om deze activiteiten te kunnen betalen, wordt er voor ieder kind een ouderbijdrage gevraagd. De (vrijwillige) ouderbijdrage bedraagt op dit moment € 25,00 en wordt geïnd door de oudervereniging. De belangrijkste activiteiten waarvoor de ouderbijdrage nu wordt gebruikt zijn: sport- en speldag, Sinterklaas, kerstfeest, projecten, klassencommissies, open podiumdag en afscheid Schoolgids De Muze 2013-14 21 groep 8. Daarnaast is er het schoolreisje. Tegelijk met de ouderbijdrage wordt voor de groepen 1 t/m 7 een bijdrage voor het schoolreisje geïnd. ( € 15,00). Groep 8 gaat aan het einde van het jaar op kamp. De bijdrage hiervoor wordt afzonderlijk geïnd. Buitenschoolse opvang (KION) De Muze werkt samen met KION en Struin om voorschoolse en naschoolse opvang aan te bieden. Voor meer informatie kunt u terecht op school. Overblijven Vanaf augustus 2007 wordt het overblijven op De Muze georganiseerd door de Stichting Samen Overblijven Op School (SOOS). Deze Stichting organiseert de tussenschoolse opvang ook op 17 andere basisscholen in Nijmegen. Op de Muze is het mogelijk om op maandag, dinsdag, donderdag (alle groepen) en op vrijdag (alleen de groepen 5 t/m 8) over te blijven. De overblijftijd is van 12.15 – 13.00 uur. De kinderen eten allemaal in hun eigen lokaal onder begeleiding van één of twee vaste overblijfkrachten. De kinderen kunnen na het eten onder begeleiding buiten spelen op het schoolplein, in het bos of op het grote veld. Ook kunnen ze terecht in de speelzaal waar ze kunnen knutselen, spelletjes doen en lezen. De kosten voor het overblijven (vaste dagen) bedragen: Euro 1,70 per kind per dag. Incidenteel overblijven kost: Euro 2,40 per kind per dag. Het overblijfteam (bestaande uit alle overblijfkrachten en de coördinator) wordt begeleid door een groepje ouders, de overblijfcommissie. Zij geven advies en ondersteunen het overblijfteam indien nodig. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u bellen naar de overblijfcoördinator, Boukje Grundmeijer, tel: 06232 79949. 22 E-mail: [email protected]. Zij is aanwezig op maandag, dinsdag en donderdag van 11.30 – 13.30 uur. Ontruimingsplan De school beschikt over een ontruimingsplan. Bij brand of andere calamiteiten kan de school binnen enkele minuten ontruimd zijn. De leerkrachten en de overblijfkrachten kennen dit plan. Jaarlijks wordt er twee keer een oefening gedaan. De eerste keer wordt er aangekondigd dat er in een bepaalde periode een ontruiming gaat plaatsvinden. De tweede keer wordt de oefening niet aangekondigd. De Muze beschikt over vier gecertificeerde bedrijfshulpverleners. Algemene klachtenregeling Het team van de Muze wil de gang van zaken op school goed laten verlopen. In een grote school met veel leerlingen en teamleden kan er natuurlijk wel eens iets gebeuren waarover u ontevreden bent. De teamleden van de Muze maken in dat geval tijd vrij voor een gesprek en proberen de problemen op te lossen. Met het oog op mogelijke klachten is een `klachtenregeling’ opgesteld. Deze regeling zit als volgt in elkaar: Stap 1 Ga na wat voor soort probleem het is. Gaat het over de gang van zaken in de groep? Gaat het over de aanpak van de leerkracht? Gaat het over het onderwijs of over de begeleiding van uw kind? Stap 2 Zoek contact met de eigen leerkracht(en). Hij zal altijd tijd vrij maken om een klacht te bespreken. De leerkracht wil het liefst meteen een reactie op uw klacht geven. Als dat niet lukt, krijgt u dit binnen een week. Stap 3 Als u niet tevreden bent over de behandeling van uw klacht door de leerkracht, kunt u contact zoeken met de directie van de school. U kunt dit ook doen, als u het lastig vindt de klacht met de leerkracht te bespreken. Ook de directie streeft ernaar meteen een antwoord op uw klacht te geven, dan wel uiterlijk binnen een week. Een schriftelijke klacht wordt altijd schriftelijk beantwoord. Hiervoor geldt een termijn van maximaal twee weken. Stap 4 Als de klacht in uw ogen niet voldoende is afgehandeld, kunt u dit voorleggen aan het bestuur van Conexus, waar de Muze deel van uitmaakt.. Wanneer er sprake is van ernstige klachten over machtsmisbruik, is een zorgvuldige afhandeling zeer belangrijk. In sommige gevallen moeten daarbij onafhankelijke Schoolgids De Muze 2013-14 externe deskundigen worden ingeschakeld. Als een ouder, leerling of leerkracht een klacht heeft over machtsmisbruik kan het beste eerst contact worden opgenomen met de interne contactpersoon. Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de vertrouwensinspecteur kunt u terecht met klachten over seksuele intimidatie, machtsmisbruik, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme e.d. Wordt u binnen, of in relatie tot, onze school geconfronteerd met dergelijke signalen, dan kunt u contact opnemen met één van onze vertrouwensinspecteurs. Deze zal met u bekijken op welke manier u hiermee om kunt gaan. De vertrouwensinspecteur kan met u zoeken naar de meest wenselijke aanpak. Het Meldpunt Vertrouwensinspecteurs is te bereiken via 0900 – 1113111 (werkdagen van 8.00 tot 17.00). gericht op ouders • agressie, intimidatie en geweld (klachtenregeling, gedragscode, pest protocol, ongewenste omgangsvormen) • contact- en vertrouwenspersoon De uitwerking van deze onderdelen is terug te vinden in het Arbo- beleidsplan 2012 en de daaronder liggende beleidsstukken en protocollen. Deze documenten zijn ter inzage bij de directeur van de school. Het veiligheidsbeleid Het veiligheidsbeleid van de school is een integraal onderdeel van het school- (en stichting)beleid. Het veiligheidsbeleid is uitgewerkt op verschillende terreinen: (bouw)technische zaken • 4 jaarlijkse Risico Inventarisatie en Evaluatie • gebruiksvergunning (brandveiligheid, ontruimingsplan, blusmiddelen) • veiligheidscontrole speeltoestellen gericht op leerlingen • agressie, intimidatie en geweld • registratie ongevallen • toelating, schorsing, verwijdering van leerlingen • leerlingenzorg (rt, verwijzing) • periodieke evaluatie pedagogisch klimaat • bedrijfshulpverlening gericht op het personeel • taakbeleid • agressie, intimidatie en geweld • verzuimbeleid en procedure bij ziekte • personeelszorg, Pago, arbozorg, contact- en vertrouwenspersoon • integraal personeelsbeleid (mobiliteit, professionalisering, loopbaanperspectief) Schoolgids De Muze 2013-14 23 kleutergroepen spelen tijdens slecht weer. In een deel van dit gebouw is de buitenschoolse opvang ondergebracht. 6. De school Het gebouw Sinds 1996 is de Muze ondergebracht in het voormalige opleidingsgebouw van de luchtmacht op het Limos- terrein. In 1991 is dit gebouw volledig gerenoveerd, zodat het begin 1996 met beperkte bouwkundige aanpassingen geschikt gemaakt kon worden voor het basisonderwijs. Het gebouw telt 14 grote lokalen, een ruimte voor remedial teaching, kantoren voor de directie en bouwcoördinatoren, een keuken, en bij iedere twee lokalen een praktische berging. De ruime zolder is geschikt gemaakt als computerlokaal. Sinds januari 2000 beschikt de school over de Parel (G-gebouw, het gebouw met de boogjes), dat naast de school ligt. In dit gebouw bevinden zich drie lokalen en een grote aula. In deze aula vinden de weeksluitingen plaats, wordt gegymd en gedanst en kunnen de 24 Speelruimte Tussen het hoofd- en bijgebouw van de school ligt een ruim plein, waar de kinderen tijdens de pauzes en speeltijden kunnen spelen. Er staan verschillende speeltoestellen en er ligt een grote zandbak. Op verschillende plekken staan bankjes. Voor de oudere kinderen staan er baskets en een tafeltennistafel. Stadslandgoed Limos Stadslandgoed Limos is een rustgevend autovrij park in Nijmegen Oost. In de directe omgeving van de school liggen vele groenstroken met bomen en struiken. Tijdens het overblijven kunnen kinderen onder toezicht spelen op een groot grasveld. Ook naast de school kunnen kinderen onder leiding van hun leerkracht in het nabijgelegen natuurpark op excursie, bijvoorbeeld met een opdracht voor de biologieles. Ook wordt er wel Schoolgids De Muze 2013-14 eens gepicknickt of een spel gedaan.. voor een geldige reden is, als dit niet met de school is overlegd, of als de schooldirecteur de aanvraag heeft afgewezen, zijn de ouders van de leerling strafbaar. Bereikbaarheid De school is bereikbaar via de Limoslaan, en via de ingang op de hoek van de Gelderselaan-Postweg. Op beide plaatsen is parkeerruimte aanwezig. Verkeersveiligheid De verkeerssituatie direct om het schoolgebouw heen is veilig. Het park is autovrij. De bereikbaarheid van het park is niet altijd even veilig. De hoek van de Postweg en de Gelderselaan is een gevaarlijk punt. Vrijstellingsaanvragen voor meer dan 10 dagen moeten bij de leerplichtambtenaar worden in-gediend. Aanvraagformulieren voor een vrijstelling kunt u verkrijgen bij de directeur van de school van uw kind. Het ingevulde en ondertekende formulier kunt u samen met de benodigde verklaringen inleveren op school. School meldt ongeoorloofd verzuim Ongeoorloofd verzuim is verzuim zonder geldige Leerplichtwet reden. Een geldige reden is bijvoorbeeld overmacht, Vanaf vijf jaar is uw kind leerplichtig. Uw kind mag al een gewichtige omstandigheid of ziekte. naar school als het 4 jaar is. Ouders van kinderen die vanaf de maand mei 4 jaar worden adviseren we hun Verlof bij andere gewichtige omstandigheden kind niet meer voor de zomervakantie naar school te Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen laten gaan. situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen en waarmee een kennelijk onredelijke Verzuimprotocol situatie kan worden voorkomen. Voor bepaalde omIn Nijmegen is een verzuimprotocol opgesteld waarin standigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet de gemeente met de schoolbesturen in het Primair gedacht worden aan: Onderwijs afspraken heeft gemaakt over de wijze • een verhuizing van het gezin (ten hoogste 1 dag) waarop invulling wordt gegeven aan de uitvoering • het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanvan de Leerplichtwet. verwanten tot en met de 3e graad (ten hoogste 2 dagen) Verzuimregistratie • ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en De school moet van alle ingeschreven leerlingen de met de 3e graad (altijd in overleg met de direcaan- en afwezigheid bijhouden. Als een leerling van teur) de basisschool verzuimt, waarschuwt de school de • overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e leerplichtambtenaar. In het verzuimprotocol staat graad (ten hoogste 4 dagen), bloed- en aanververmeldt wanneer de schooldirecteur verplicht is om wanten in de 2e graad (ten hoogste 2 dagen), schoolverzuim te melden. Wanneer de leerplichtambbloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (1 tenaar een melding van de school ontvangt, zoekt dag) hij vervolgens uit waarom een kind niet op school is • viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubiverschenen of regelmatig afwezig is. leum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van ouders of grootouders (ten Vrijstelling van schoolbezoek hoogste 1 dag) Voorbeelden van momenten waarop een leerling niet • voor het voldoen aan een wettelijke verplichtnaar school hoeft zijn: ing, een en ander voor zover dat niet buiten de • een officiële religieuze feestdag; lesuren kan geschieden; • een huwelijk in eerste of tweede lijn; • bij bevalling van de moeder, voogdes; • een begrafenis in eerste of tweede lijn. • bij calamiteiten, zoals brand (altijd in overleg met Om hiervoor vrij te krijgen moeten de ouders een de directeur). vrijstelling van schoolbezoek aanvragen bij de schooldirecteur. Deze beoordeelt tot maximaal 10 De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige schooldagen, en waar nodig in overleg met de leeromstandigheden’: plichtambtenaar, of er een gewichtige reden is voor • familiebezoek in het buitenland verzuim. Als een leerling verzuimt zonder dat hierSchoolgids De Muze 2013-14 25 • vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding • vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden • een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan School moet ongeoorloofd verzuim melden vanaf 16 uur lesuren binnen 4 aaneengesloten lesweken. Voor het basisonderwijs geldt dat 16 uur ongeveer overeen Als de school een verzuimmelding doet, moet zij ervoor zorgen dat de leerplichtambtenaar het verzuimoverzicht van de betreffende leerling ontvangt. In dit verzuimoverzicht is duidelijk aangegeven voor welk soort verzuim de melding gedaan wordt. Vakantieverlof In verband met de specifieke aard van het beroep van de ouders kan een verzoek om verlof buiten de reguliere schoolvakanties worden ingediend. Uit dit verzoek moet blijken dat in geen enkele reguliere schoolvakantie het gezin gezamenlijk 2 weken vakantie kan houden. Bij dit verzoek moet een werkgeversverklaring worden bijgevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep blijkt. Het betreft doorgaans beroepen in de toeristische industrie. Bereikbaarheid leerplichtambtenaar Bij de gemeente Nijmegen zijn meerdere leerplichtambtenaren werkzaam. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer 14024 of per e-mail via leerplicht@ nijmegen.nl. Woont u in Groesbeek of Millingen aan de Rijn dan kunt u eveneens met de Nijmeegse leerplichtambtenaar contact opnemen. Woont u in Beuningen, komt met 5 dagdelen Wijchen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar of Ubbergen dan kunt u de leerplichtambtenaar telefoLuxeverzuim, de officiële benaming voor vakantienisch ook via 14024 bereiken. Indien u mailcontact verlof, wordt altijd aan de leerplichtambtenaar gemeld. wenst kunt u het beste de website van uw woongeHet maakt daarbij niet uit of het om 1 uur of enkele meente raadplegen voor het e-mail adres. Ook voor dagen gaat. contact met een leerplichtambtenaar buiten de regio Nijmegen verwijs ik u naar de website van uw Frequent te laat komen: school meldt regelmatig te woongemeente. Vragen kunnen zijn: laat komen bij de leerplichtambtenaar als een leer• eerder vertrek of latere terugkeer in verband met ling regelmatig te laat komt, ook na herhaaldelijk (verkeers)drukte aanspreken van ouders door school. Mocht een leer• verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit ling 16x of meer te laat komen in een periode van het gezin al of nog vrij zijn 4 weken, dan valt dit verzuim onder de wettelijke meldplicht. Sponsoring Frequent ziekmelden: school kan regelmatig ziekDe Muze volgt met betrekking tot sponsoring een melden van een leerling als zorg melden aan de afspraak die is gemaakt tussen organisaties in het leerplichtambtenaar of aan de schoolarts. Als ouders onderwijs en het ministerie van Onderwijs en weigeren naar de schoolarts te gaan bij frequent ziek- Wetenschap. Deze afspraak luidt: “Sponsoring moet teverzuim dan is school verplicht dit aan de leerpliverenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijschtambtenaar te melden. Onder frequent ziekmelden kundige taak en doelstelling van de school. Er mag wordt verstaan 4 keer of meer per schooljaar. Een geen schade worden berokkend aan de geestelijke melding wordt alleen gedaan als het ziekteverzuim en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponniet conform het ziektebeeld is. soring moet ook in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen Verzuimoverzicht 26 Schoolgids De Muze 2013-14 Studiedagen: maandagmiddag 13 januari vanaf 12.15 uur woensdag 14 mei 2014 hele dag woensdag 18 juni 2014 hele dag 7. Praktische informatie Schooltijden Groepen 1/m 4: woensdag 08.45 uur - 12.15 uur 13.00 uur - 15.00 uur 08.45 uur - 12.30 uur De woensdag- en vrijdagmiddag zijn deze leerlingen vrij. Groepen 5 t/m 8: woensdag 08.45 uur - 12.15 uur 13.00 uur – 15.00 uur 08.45 uur - 12.30 uur Vakantierooster en studiedagen Samen met de andere scholen in Nijmegen, Arnhem en omgeving houden we ons aan de regionale afspraken betreffende de vakanties. Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie 2e paasdag Meivakantie Pinkstervakantie 2e pinksterdag Zomervakantie 14 t/m 18 oktober 2013 23 dec t/m 3 januari 2014 3 t/m 7 maart 2014 21 april 2014 28 april t/m 5 mei 2014 26 t/m 30 mei 2015 9 juni 2014 14 juli t/m 22 augustus 2014 Afmelden Wij verwachten dat uw kind in geval van afwezigheid wordt afgemeld tussen 8.15 voor 8.40 uur via 024- 3604519. Eventueel verzuim wordt geregistreerd. Als uw kind niet wordt afgemeld, nemen wij contact op. Leerplicht en verlof Elk kind vanaf 5 jaar is leerplichtig. Dit betekent dat kinderen vanaf 5 jaar verplicht zijn om elke schooldag naar school te komen. Voor 4-jarigen geldt deze plicht niet. Wij verwachten bij afwezigheid een afmelding, ook van de 4-jarigen. Alleen in dringende situaties kan verlof worden gegeven. Dit geldt dus niet voor vakanties of uitstapjes. Verlof voor een periode tot 10 dagen moet bij de directie van de school worden aangevraagd. Dit kan alleen schriftelijk met een verlofformulier, dat u aan de conciërge kunt vragen of digitaal via het formulier op de website. Verlof dat 10 dagen of langer duurt, moet worden aangevraagd bij de leerplichtambtenaar. (Bureau Leerplicht maandag t/m vrijdag van 9.00 - 10.00 uur, tel. 024- 3299000, per mail: [email protected] ) Schoolgids De Muze 2013-14 27 Adressen Notities De Muze Limoslaan 25 6523 RZ Nijmegen Telefoon: 024- 3604519. Directeur Marleen Blok E-mail: [email protected] Coördinator onderbouw: Tasja Kroon E-mail: [email protected] Coördinator bovenbouw: Jan van Schayk E-mail:[email protected] Intern begeleider: Ad van Lith E-mail:a.vanlithobsdemuze.nl Bestuur van de school: Conexus Panovenlaan 1 6525 DZ Nijmegen. tel. 024- 3733960 www.conexus.nu Inspectie van het Onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Tel: 0800- 8051 (gratis) Meldpunt vertrouwensinspecteur: Externe vertrouwenspersoon: 0900 – 1113111 Mevr. Els Beaumont (NIM) Tel. 024- 3232751 Internet: www.demuze.scholen.net 28 Schoolgids De Muze 2013-14
© Copyright 2024 ExpyDoc