Verslag 11 september 2014

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 11 SEPTEMBER 2014.
WIJKRAAD SIMLI – AANSTELLING LEDEN. ..............................................................................2
BNIP ‘LICHTFRONT’ OP 17 OKTOBER 2014. ............................................................................2
POLITIEVERORDENING INZAKE HET PRIVATIEF GEBRUIK VAN HET OPENBAAR
DOMEIN ........................................................................................................................................3
LENING INVESTERINGEN 2014 .................................................................................................7
SCHRAPPEN VAN PERCEEL II – LOOPTIJD 30 JAAR. ............................................................8
SCHRAPPEN VAN DE MOGELIJKHEID TOT HET INDIENEN VAN VRIJE VARIANTEN. ........8
VERKOOP PERCEEL HOEK BENJAMINSTRAAT – ALBERT I LAAN AAN RENVEST
CVA. ..............................................................................................................................................8
AKTENAME DAGORDE OCMW RAAD DD. 26 AUGUSTUS 2014.............................................9
INTREKKING RAADSBESLUIT DD. 10 APRIL 2014 HOUDENDE OPRICHTING
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STADSONTWIKKELING..................................................10
OPRICHTING AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STADSONTWIKKELING ..........................10
GEBRUIKSOVEREENKOMST TUSSEN DE STAD EN HET AGB NIEUWPOORT
BETREFFENDE WESTFRONT NIEUWPOORT. .......................................................................34
AANSTELLEN VAN EEN ARCHITECT VOOR HET INRICHTEN VAN DE SACRISTIE,
STOOKLOKAAL EN HET OPFRISSEN VAN LOKALEN IN DE ST. LAURENTIUSKERK GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE. ...........................................35
WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN ONZE-LIEVE-VROUWSTRAAT - ONTWERP. .............36
BUITENGEWOON ONDERHOUD - SNOEIEN VAN STRAATBOMEN IN DE
CARDIJNLAAN EN HET AFVOEREN VAN HET HAKSELHOUT NAAR HET
CONTAINERPARK VAN NIEUWPOORT...................................................................................37
BUITENGEWOON ONDERHOUD - SNOEIEN VAN STRAATBOMEN IN DE
DUDENHOFENLAAN EN HET AFVOEREN VAN HET HAKSELHOUT NAAR HET
CONTAINERPARK VAN NIEUWPOORT...................................................................................38
LEVEREN EN AANPLANTEN VAN STRAATBOMEN. ..............................................................39
SNOEIEN VAN HOOGSTAMMEN VERSPREID OP HET GRONDGEBIED
NIEUWPOORT – 2014. ..............................................................................................................39
ROOIEN VAN HOOGSTAMMEN VERSPREID OP HET GRONDGEBIED NIEUWPOORT
– 2014. ........................................................................................................................................40
VERNIEUWEN VAN DE ZEEDIJK FASE 5 VAK MEEUWENLAAN/LEOPOLDPLEIN –
LEVEREN, PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN OPENBARE VERLICHTING (12 STUKS). ....41
VERNIEUWEN VAN DE GOETHALSSTRAAT, LEFEBVRESTRAAT EN
VLAANDERENSTRAAT TUSSEN DE ZEEDIJK EN DE ALBERT I LAAN – LEVEREN,
PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN OPENBARE VERLICHTING (6 STUKS) EN
KERSTVERLICHTINGSKABEL. .................................................................................................42
VERNIEUWEN VAN DE PIETER BRAECKELAAN TUSSEN E. COPPIETERSSTRAAT
EN J. VAN CLICHTHOVENSTRAAT – LEVEREN, PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN
OPENBARE VERLICHTING (8 STUKS). ...................................................................................43
AANVAARDING SCHENKING MARC AMERY. .........................................................................44
AANVAARDING SCHENKING CHRISTIAN BOUTE. ................................................................45
VASTSTELLEN GRONDREGLEMENT BRANDWEER. ............................................................45
WERVINGSEXAMEN ONDERLUITENANT-VRIJWILLIGER BRANDWEER –
SAMENSTELLING SELECTIECOMMISSIE...............................................................................71
LEVEREN VAN EEN STROOMGROEP OP AANHANGWAGEN – GOEDKEURING. .............72
VRAGEN RAADSLEDEN ...........................................................................................................73
WERVINGSEXAMEN BRANDWEER ONDERLUITENANT-VRIJWILLIGER –
BEOORDELING GELDIGHEID KANDIDATUREN. ....................................................................74
NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING OP 11 SEPTEMBER 2014.
Tegenwoordig:
Jos Decorte, Voorzitter;
Roland Crabbe, Burgemeester;
Els Filliaert-Vanlandschoot, Kris Vandecasteele, Rik Lips, Schepenen;
Xavier Braet, Philip Rathé, Greet Ardies-Vyncke, Roland Woestijn, Ann Gheeraert,
Eddy Louwie, Arnel Lemaire, Matthias Priem, Jo Rousseau, Sabine Slembrouck,
Adina Counye, Raadsleden;
Benoit Willaert, Secretaris;
Verontschuldigd: Geert Vanden Broucke, Bert Gunst, Schepenen;
Frans Lefevre, OCMW-Voorzitter;
Karin Debruyne-Vancoillie, Wim Demeester, Els De Ceuninck, Raadsleden;
De Voorzitter zich verzekerd hebbende dat de raad overeenkomstig art. 26 van het
gemeentedecreet wettelijk is samengesteld verklaart de zitting voor geopend en openbaar.
Bij toepassing van art. 27 van het gemeentedecreet is het raadslid verboden deel te nemen aan de
bespreking en de stemming over aangelegenheden waarbij hij een rechtstreeks belang heeft, hetzij
persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten t/m de
vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Deze onverenigbaarheid geldt tevens
voor de vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening van een instantie waaraan hij rekenschap
verschuldigd is of waarvan hij tot het uitvoerend orgaan behoort.
Overeenkomstig art. 33 van het gemeentedecreet werden de notulen van de gemeenteraadszitting
dd. 13 augustus 2014 ter inzage gelegd acht dagen voor de zitting.
1
WIJKRAAD SIMLI – AANSTELLING LEDEN.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 200 van het gemeentedecreet;
Gelet op het raadsbesluit dd. 21 juni 2007 houdende het algemeen reglement op de adviesraden;
Gelet op het raadsbesluit dd. 31 januari 2013 houdende goedkeuring van de statuten betreffende
de oprichting van de dorps en wijkraden;
Gelet op het raadsbesluit dd. 25 september 2013 houdende aanstelling van de leden van de
wijkraad Simli;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen dd. 13 augustus 2014 om
de volgende inwoners aan te stellen als stemgerechtigd lid in de wijkraad Simli:
- de heer Patrick Donck, Em. Verhaerenlaan 21 8620 Nieuwpoort;
- de heer Coucke Stefan, Fr. Courtenslaan 4 8620 Nieuwpoort
BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Art.2.-
2
Overeenkomstig het gemeentedecreet en het raadsbesluit dd. 21 juni 2007 houdende het
algemeen reglement op de adviesraden volgende personen bijkomend aan te stellen als
stemgerechtigd lid in de wijkraad Simli:
- de heer Patrick Donck, Em. Verhaerenlaan 21 8620 Nieuwpoort.
- de heer Coucke Stefan, Fr. Courtenslaan 4 8620 Nieuwpoort.
Kennis van dit besluit te geven aan de heer Herwig Ardies, de voorzitter van de wijkraad
Simli, de verantwoordelijke voor de dorps- en wijkraden en de secretarie.
BNIP ‘LICHTFRONT’ OP 17 OKTOBER 2014.
-blz
3
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 64 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op art. 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de verantwoordelijkheden van de
gemeenten ten opzichte van de inwoners wat betreft veiligheid;
Gelet op art. 1 en 18 van het koninklijk besluit dd. 16 februari 2006 betreffende de bevoegdheden
van de burgemeester i.k.v. noodplanning;
Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU1 van 26 oktober 2006 betreffende de Nood- en
Interventieplanning;
Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de
noodplannen;
Gelet op de Ministeriële Omzendbrief NPU4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 25 augustus 2014
betreffende de goedkeuring van het BNIP van Lichtfront op 17 oktober 2014;
Overwegende dat het Bijzonder Nood- en Interventieplan werd opgemaakt om reden dat ‘Lichtfront‘
op 17 oktober 2014 een grootschalig evenement betreft waarbij specifieke veiligheidsmaatregelen
werden genomen;
Overwegende dat het Bijzonder Nood- en Interventieplan werd opgemaakt door de ambtenaar
noodplanning samen met de organisatie;
Overwegende dat het Bijzonder Nood- en Interventieplan specifieke richtlijnen en de nodige
informatie bevat om het beheer van een noodsituatie tijdens het evenement te verzekeren;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het Bijzonder Nood- en Interventieplan voor ’Lichtfront’ op 17 oktober 2014 goed te keuren.
Art.2.-
Afschrift van dit besluit wordt overgelegd aan de dienst veiligheid en preventie, de Politie
Westkust, de brandweer, de technische dienst en de Provincie West Vlaanderen.
3
POLITIEVERORDENING INZAKE HET PRIVATIEF GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN
De Raad,
Gelet op art. 135 § 2 van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 december 2007, houdende vaststelling van de politieverordening
inzake het privatief gebruik van het openbaar domein;
Overwegende dat wordt voorgesteld om het uitstallen van voedingswaren, textiel, sierteelt en
allerhande koopwaar op de Zeedijk enkel toe te laten voor zover dit is ondergebracht in een
halfgesloten of gesloten terras, dat een verbodsbepaling dient opgenomen in de politieverordening
inzake het privatief gebruik van het openbaar domein voor het stallen van voedingswaren, textiel,
sierteelt en allerhande koopwaar op de Zeedijk wanneer dit niet is ondergebracht in een halfgesloten
of gesloten terras;
Overwegende dat hoofdstuk IV, art. 8 werd toegevoegd aan de huidige verordening;
Overwegende dat voorgesteld wordt de bestaande verordening van 27 december 2007 op te
heffen en deze te vervangen door de nieuwe verordening;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID BIJ TWEE ONTHOUDINGEN (Matthias Priem, Sabine Slembrouck):
HOOFDSTUK I BEGRIPPEN
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.1.-
Art.2.-
4
Voor de toepassing van deze politieverordening, is het openbaar domein dit gedeelte van het
grondgebied van de stad dat in hoofdorde bestemd is voor het verkeer van personen en/of
voertuigen en voor iedereen toegankelijk is binnen de bij de wetten, besluiten en
verordeningen bepaalde perken.
Het omvat onder andere:
1. de verkeerswegen met inbegrip van de bermen en de voetpaden;
2. de openbare ruimten, aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en
voornamelijk bestemd voor parkeren van voertuigen, wandelingen, ….;
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder standplaatsvergunning verstaan het
tijdelijk privatief gebruik van het openbaar domein door wegneembare inrichtingen, die geen
steun in de grond of vaste steun op de grond op welke manier ook nemen en die geen
stedenbouwkundige vergunning vereisen en die niet het ganse jaar blijven staan.
Art.3.-
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder wegvergunning verstaan, het privatief
gebruik van het openbaar domein, welke steun in de grond of vaste steun op de grond op
welke manier ook nemen en als dusdanig grondinnemingen zijn. Voor deze wegneembare
inrichtingen is een stedenbouwkundige vergunning nodig.
Art.4.-
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder ruimte-inneming verstaan, het privatief
gebruik van het openbaar domein door inrichtingen aan gebouwen, welke alleen ruimte boven
het openbaar domein inneemt.
Art.5.-
Alle privatief gebruik van het openbaar domein, op de begane grond alsook erboven,
waardoor schade berokkend kan worden aan de veiligheid of het gemak van doorgang, is
verboden, tenzij daartoe schriftelijke toelating wordt bekomen van de bevoegde overheid voor
het openbaar domein van de Vlaamse Gemeenschap of van het Federaal Bestuur en voor het
gemeentelijk openbaar domein:
Art.6.-
Art.7.-
1. voor de standplaatsvergunning (art. 2): de Burgemeester;
2. voor de wegvergunning (art. 3): het college van burgemeester en schepenen;
3. voor de ruimte-inneming (art. 4): het college van burgemeester en schepenen
HOOFDSTUK II STANDPLAATSVERGUNNINGEN
De inrichtingen waarvoor een standplaatsvergunning kan toegestaan worden, moeten aan
volgende voorwaarden voldoen:
1. de verharding van de openbare weg mag niet gewijzigd noch opgebroken worden.
2. de toegestane standplaatsvergunning wordt door de stadsdiensten aangeduid; de
inrichtingen moeten binnen de door de stad aangeduide merktekens blijven;
3. de inrichtingen mogen geplaatst worden elk jaar vanaf 1 maart tot 31 oktober.
4. het tijdelijk privatief gebruik van het openbaar domein door wegneembare inrichtingen
welke geen enkele steun in de grond of vaste steun op de grond van welke aard ook nemen
mogen de hierna voorziene maximum uitsprongen vanuit de bouwlijn van het hoofdgebouw
niet overtreffen, mits rekening te houden met de minimum afstand tussen de inrichting en de
rand van het voetpad van 1,50m (inbegrepen de boordsteen) en 1,20m indien de voetpad
breedte kleiner of gelijk is aan 2m:
Zeedijk maximum 12 m
Albert I laan, vanaf Elisalaan tot Kinderlaan:maximum 3 m
Kaai: maximum 10m
Lombardsijdelaan en Franslaan:maximum 3 m
Marktplein:maximum 10 m
Onze Lieve Vrouwstraat:maximum 4 m
Overige straten: maximum 3 m
5. De zone bestemd als doorgang voor voetgangers kan gelegen zijn tussen het
hoofdgebouw en de zone die ingenomen wordt door wegneembare inrichtingen met een
standplaatsvergunning.
6. De parkeerzone kan ingenomen worden door een wegneembare inrichting met een
standplaatsvergunning ) mits toelating van de wegbeheerder.
HOOFDSTUK III WEGVERGUNNINGEN
De inrichtingen waarvoor een wegvergunning kan toegestaan worden, moeten aan volgende
voorwaarden voldoen:
1. het terras mag slechts worden verbonden op een wegneembare manier met de gebouwen
die op privaatdomein staan;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.8.-
Art.9.-
5
2. de inrichtingen mogen niet boven een gas-, waterafsluiter of brandkraan aangebracht
worden met uitsluiting van een open terras . In dit geval moeten in de houten vloer openingen
voorzien worden ter hoogte van de kranen en afsluiters.
3. de regenwaterafvoer van de inrichting moet aangesloten worden op het rioleringsnet
4. de minimumafstand tussen de inrichting en de rand van de rijweg bedraagt 1,50 m; en 1,20
m, indien de voetpadbreedte kleiner of gelijk is aan 2 m.
5. de maximum bezetting bedraagt:
- Op de zeedijk 10 m.
- In de Albert I laan vanaf de Elisalaan tot aan de Kinderlaan is de maximum bezetting 3 m, - op de Kaai maximum 10m, het Marktplein maximum 5m
- in de Onze Lieve Vrouwstraat maximum 4 m
- in de overige straten maximum 3 m.
6. de zone bestemd als doorgang voor voetgangers kan gelegen zijn tussen het hoofdgebouw
en de zone die ingenomen wordt door de wegneembare inrichtingen met een open terras.
7. de parkeerzone kan enkel ingenomen worden door een wegneembare inrichting ( in dit
geval door een open terras) mits toelating van de wegbeheerder met een open terras.
HOOFDSTUK IV KOOPWAAR
Op de Zeedijk is het uitstallen van voedingswaren, textiel, sierteelt en allerhande koopwaar
enkel toegelaten in een halfgesloten of gesloten terras.
HOOFDSTUK V KAAI
Het bestuur heeft het recht alle terrassen tussen twee zijstraten van de Kaai zo veel mogelijk
op één lijn te brengen of te clusteren rekening houdende met de maximumafstand vermeld in
dit besluit.
Art.10.- Het is niet toegelaten het openbaar domein van de Kaai te bezetten met stoelen en tafels.
Art.11.- Dit kan enkel toegestaan worden bij grote evenementen op de Kaai of in afwachting van het
bekomen van een stedenbouwkundige vergunning tot het plaatsen van een open of gesloten
terras na het indienen van een aanvraag daartoe. In beide gevallen is een schriftelijke
toelating van de burgemeester nodig.
Art.12.- De windschermen van de open terrassen op de Kaai worden verplicht uitgevoerd in hout met
een uniforme kleur te bepalen door het college van burgemeester en schepenen. De
vormgeving ervan wordt opgelegd door het stadsbestuur. Publiciteitsborden aan terrassen
zijn niet toegelaten.
Art.13.- De parasols mogen niet voorzien zijn van publiciteit en dienen uitgevoerd in de kleur écru.
HOOFDSTUK VI RUIMTE INNEMING
Art.14.- De inrichtingen waarvoor een ruimte-inneming kan toegestaan worden, moet voldoen aan
volgende voorwaarden, tenzij een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk is:
1. de inrichtingen moeten minstens een loodrechte hoogte vrijhouden van 2,20 m boven het
niveau van het openbaar domein;
2. de minimum-afstand tussen de inrichting en het verticaal vlak gevormd door de rand van de
rijweg bedraagt 0,75 m;
3. de inrichtingen mogen de weggebruikers niet verblinden noch misleiden; ze mogen noch
geheel noch gedeeltelijk verkeerstekens voorstellen of nabootsen, die van ver met deze
tekens zouden kunnen verward worden of die op enige andere wijze de doelmatigheid van de
reglementaire tekens zouden verminderen;
HOOFDSTUK VII WERKEN
Art.15.- Het is verboden werken uit te voeren, zonder het plaatsen van werfafsluitingen, zoals voorgeschreven in de toelating. De deuren die aangebracht zijn in de werfafsluitingen, mogen niet
naar buiten open gaan; ze worden voorzien van sloten of hangsloten en worden iedere dag
afgesloten bij het beëindigen van de werken.
Art.16.- De materialen mogen niet buiten de werfafsluiting op het openbaar domein geplaatst worden.
Art.17.- De toelating wordt gevraagd ten minste vijftien dagen voor het openen van de bouwwerf. Ze
wordt verleend voor de duur van de werken. De bouwheer is verplicht de burgemeester te
verwittigen minstens vierentwintig uur voor het begin der werken.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
6
Art.18.- De werken worden begonnen onmiddellijk na het uitvoeren van de voorgeschreven
veiligheidsmaatregelen en nadat een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van de toestand van
de openbare weg aan de burgemeester wordt overgelegd.
Art.19.- De werken worden zonder onderbreking voortgezet en worden binnen de kortst mogelijke
termijn beëindigd.
Art.20.- Wanneer de gehele of gedeeltelijke bezetting van het openbaar domein beëindigd is, moet de
houder van de vergunning de burgemeester daarvan op de hoogte stellen en er voor zorgen
dat de plaatsen volgens de richtlijnen van de burgemeester in hun vorige toestand hersteld
worden.
Art.21.- Het openbaar domein palend aan de rooilijn bij vernieuwde straten en/of voetpaden in
gebakken materialen of natuursteen aangelegd na 1985 wordt in opdracht en onder leiding
van de stad hersteld op kosten van de bouwheer.
Art.22.- Bij aanvang der werken van nieuwe of te renoveren gebouwen, woningen of loodsen,
inbegrepen het afbreken van een bestaande constructie, is de bouwheer of de aannemer die
bovengenoemde werken uitvoert verplicht metalen platen aan te brengen op de voetpaden tot
en met de boordsteen. De breedte is de breedte van het gebouw, woning of loods en dit
tijdens de ganse duur van het bouwen.
Art.23.- Een geheel obstakelvrije loopweg van minstens 1,20 m breed en een vrije hoogte van
minstens 2,10 meter dient voorzien voor het voetgangersverkeer ook tijdens de uitvoering van
de werken. De nodige signalisatie en de afbakening van deze loopweg met verticale metalen
panelen moet op het signalisatieplan getekend worden. Deze loopweg moet op een hoogte
van 2,10 m afgedekt zijn.
Art.24.- De wanden van de uitgravingen moeten gestut worden om beweging in de weg te beletten en
om ongevallen te voorkomen, overeenkomstig de voorschriften van het Algemeen Reglement
op de Arbeidsbescherming.
Art.25.- Het is verboden puin buiten de omheining op het openbaar domein te gooien of te plaatsen
alsook in de leidingen bestemd voor de afvoer van regen- of afvalwater of in de waterlopen te
werpen.
Art.26.- De aannemer is verplicht de afbraakwerken en het puin te besproeien ten einde het opjagen
van stof maximaal te beperken.
Art.27.- Ingeval het openbaar domein door de werken bevuild wordt, moet de aannemer dit onverwijld
volkomen schoonmaken.
Art.28.- Zonder toelating van de bevoegde overheid mogen op het openbaar domein geen laad- of
hijstoestellen of andere bouwwerfmateriaal geplaatst worden.
HOOFDSTUK VIII SLOTBEPALINGEN
Art.29.- Het bekomen van een vergunning voor het privatief gebruik van een gedeelte van het
openbaar domein ontslaat de aanvrager niet van de verplichting andere vergunningen te
bekomen welke voorzien zijn in de reglementering ter zake.
Art.30.- Het gebruik van het openbaar domein voor commerciële activiteiten is enkel toegelaten indien
dezelfde commerciële activiteiten ook werkelijk aanwezig zijn in een daartoe uitgerust
handelspand dat onmiddellijk erop aansluit, eventueel gescheiden door een voetpad van
minstens 1,50 m of 1,20 m indien het bestaand voetpad kleiner of gelijk is aan 2 m.
Art.31.- Het gebruik van het openbaar domein voor commerciële activiteiten is niet toegelaten voor
een leegstaand en/of onbewoond gebouw.
Deze bepaling is niet van toepassing op:
- alle activiteiten van de erkende Nieuwpoortse verenigingen;
- alle activiteiten georganiseerd in samenwerking met de stad Nieuwpoort en het Autonoom
Gemeentebedrijf Nieuwpoort;
- alle activiteiten georganiseerd door organisaties met sociale doelstellingen;
- Het gebruik van het openbaar domein met een oppervlakte kleiner dan 4 m².
Art.32.- Het gebruik van het aanliggend openbaar domein voor commerciële activiteiten door de
uitbater van een uitgeruste handelszaak is toegelaten op voorwaarde dat alle eigenaars van
dit aanliggend pand ermede akkoord gaan.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
7
Art.33.- De wegneembare inrichtingen en voorwerpen op het openbaar domein geplaatst in strijd met
de bepalingen van deze verordening zullen moeten verwijderd worden op de eerste
aanmaning der agenten van de overheid. Bij weigering aan de aanmaning gevolg te geven
zal op bevel van de Burgemeester overgegaan worden tot wegneming van deze voorwerpen,
door de zorgen van het stadsbestuur, op kosten en risico van de overtreder(s) of van de
burgerlijk verantwoordelijke personen, dit alles onverminderd de straffen voorzien door de
huidige verordening.
Art.34.- Iedere wijziging in de bezetting van het openbaar domein en de stopzetting van de bezetting
van het openbaar domein dient schriftelijk aan het college van burgemeester en schepenen
medegedeeld te worden.
Art.35.- Elke overtreding van de bepalingen van deze verordening of van de besluiten krachtens deze
bepalingen genomen door de burgemeester, zal gelijktijdig kunnen vervolgd worden tegen de
eigenaars, de huurders, bewoners, architecten, aannemers, meesters of alle andere
personen die er deel zullen aan genomen hebben.
Art.36.- Onverminderd de bepalingen van het decreet op de ruimtelijke ordening worden de
overtredingen gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie van maximum
€ 250.
Art.37.- Dit besluit wordt van kracht vijf dagen na bekendmaking overeenkomstig art. 186 van het
gemeentedecreet.
Art.38.- Op datum van inwerkingtreding van dit nieuw besluit wordt het raadsbesluit dd. 27 december
2007, houdende vaststelling van de politieverordening inzake het privatief gebruik van de
openbare weg, opgeheven.
Art.39.- Afschrift van dit besluit wordt overgelegd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg, de
Politierechtbank, het Vredegerecht, de technische dienst, het diensthoofd reken- en
belastingdienst, de wd. financieel beheerder en de dienst veiligheid en preventie.
Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Priem als softijsmachines ook onder voedingswaren
vallen en als ze in voorkomend geval ook moeten ondergebracht worden in een halfgesloten of
gesloten terras.
De Burgemeester antwoordt dat dergelijke toestellen in de 10 meter zone te meten vanaf de rooilijn
moeten worden ondergebracht.
Raadslid Priem stelt dat de voorwaarden inzake terrassen en parasols m.b.t. de Kaai discriminerend
zijn daar ze enkel van toepassing zijn voor de Kaai en niet voor bvb Nieuwpoort-Bad.
De Burgemeester antwoordt dat dit niet mogelijk was voor Nieuwpoort-Bad gezien de terrassen er al
stonden. Voor de kaai betreft het allemaal nieuwe terrassen.
Tot slot stelt raadslid Priem dat er niet wordt opgetreden tegen overtredingen (bvb inzake kleur
parasols) en dat om die reden de voorwaarden beter zouden worden geschrapt.
Raadslid Rousseau stelt dat het problematisch is dat er geen publiciteit op de parasols mag
aangebracht worden, gezien dit voor de uitbaters extra kosten met zich meebrengt aangezien ze dan
zelf moeten instaan voor de aankoop ervan.
4
LENING INVESTERINGEN 2014
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 253 1-9° van het gemeentedecreet
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 mei 2014 betreffende de goedkeuring van het bestek lening
financiering uitgaven 2014;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
8
Overwegende dat door een administratieve misslag de voorwaarden van het bestek door de Raad
werd vastgesteld om te gunnen bij openbare aanbesteding, dat het bestek werd opgemaakt om te
gunnen bij open offertevraag, dat een nieuwe procedure dient uitgeschreven te worden;
Overwegende dat de raad ter zitting volgende wijzigingen aanbracht in het bestek:
-
Schrappen van perceel II – Looptijd 30 jaar.
Schrappen van de mogelijkheid tot het indienen van vrije varianten.
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het raadsbesluit dd. 27 mei 2014 betreffende lening financiering uitgaven 2014 in te trekken.
Art.2.-
Het nieuw bestek tot het aangaan van een lening ter financiering van buitengewone uitgaven
vast te stellen mits volgende wijzigingen worden aangebracht in het ontwerp:
-
Art.3.-
SCHRAPPEN VAN PERCEEL II – LOOPTIJD 30 JAAR.
SCHRAPPEN VAN DE MOGELIJKHEID TOT HET INDIENEN VAN VRIJE VARIANTEN.
De raming van de op te nemen lening wordt als volgt vastgesteld:
5 jaarlijkse herziening / vaste rentevoet
Looptijd 20 jaar
8.000.000,00
Art.4.-
De totale opdracht bedraagt 8.000.000,00 euro.
Art.5.-
De opdracht te gunnen bij openbare aanbesteding.
Art.6.-
Kennis van dit besluit te geven aan de wd.financieel beheerder.
5
VERKOOP PERCEEL HOEK BENJAMINSTRAAT – ALBERT I LAAN AAN RENVEST CVA.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet;
Gelet op het schrijven dd. 28 mei 2013 van RENVEST cva, Emile Verhaerenlaan 40 8620
Nieuwpoort betreffende de vraag om een perceel openbaar domein aan te kopen, gelegen hoek
Benjaminstraat en Albert I-laan;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 31 maart 2014
betreffende de goedkeuring van de verkoop van het perceel openbaar domein gelegen hoek
Benjaminstraat en Albert I laan;
Gelet op het schrijven dd. 8 juli 2014 van Federale Overheidsdienst Financiën,
Patrimoniumdiensten betreffende de vraag tot aankoop van een perceel openbaar domein gelegen te
Nieuwpoort, 2e Afdeling, hoek Benjaminstraat en Albert I laan;
Overwegende dat er wordt voorgesteld om over te gaan tot de verkoop van het hierna vermelde
goed: 2,16m² grond op de hoek van de Benjaminstraat en Albert I-laan, aangeduid op het plan
opgemaakt door Plantec, met precadreferte 38402/10106, en dit mits de prijs van € 15.044,40 te
vermeerderen met € 250,00 kosten;
Overwegende dat de verkoopakte namens de Raad ondertekend wordt door het aankoopcomité
Brugge, na betaling van de prijs en de kosten;
Overwegende dat de koopsom voorafgaandelijk aan het verlijden van de verkoopakte betaald dient
te worden op het volgende rekeningnummer: BE05 0910 0023 7475;
Overwegende dat de kosten van de akte rechtstreeks voor rekening van de koper zijn;
Overwegende dat de hypotheekbewaarder ontslagen wordt van de verplichting om ambtshalve
inschrijving te nemen bij de overschrijving van de akte;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.1.-
De verkoop van het perceel openbaar domein gelegen hoek Benjaminstraat en Albert I-laan
van 2,16 m² toe te staan voor de prijs van € 15.044,40 en kosten € 250,00 aan RENVEST
cva.
Art.2.-
Het aankoopcomité Brugge wordt gemachtigd om de akte namens de stad Nieuwpoort te
ondertekenen.
Art.3.-
Alle kosten van deze akte zijn voor rekening van de kopende partij.
Art.4.-
De hypotheekbewaarder wordt ontslagen van de verplichting om ambtshalve inschrijving te
nemen bij de overschrijving van deze akte.
Art.5.-
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, FOF Patrimoniumdiensten, aan het
diensthoofd reken- en belastingdienst, de wd. financieel beheerder, de technische dienst en
de stedenbouwkundige ambtenaar.
6
9
AKTENAME DAGORDE OCMW RAAD DD. 26 AUGUSTUS 2014.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet;
Gelet op art. 31 van het OCMW-decreet dd. 19 december 2008 houdende de organisatie van de
openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de latere wijzigingen;
Gelet op de brief van het OCMW dd. 18 augustus 2014 ref. Sec/2014/ betreffende de dagorde van
de OCMW-raad dd. 26 augustus 2014:
OPENBARE ZITTING:
1.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Verslag vorige openbare zitting.
Nieuwbouw rusthuis: opvolging en verslagen, verrekeningen.
Prijsverhoging verzekering arbeidsongevallen – principe inrichten nieuwe prijsvraag.
Aankoop relaxzetels.
Groene stroom.
Grond in Westende: aanpassing omschrijving raadsbeslissing juli.
Grond in Westende: principe ruiling stukken grond.
Onderzoek en goedkeuring van de facturen conform art.71 van het Besluit van de Vlaamse
Regering van 17/12/1997.
8. Rapportering budgethouder directeur woonzorgcentrum.
9. Rapportering budgethouder bijzonder comité voor de sociale dienst.
10. Rapportering budgethouder OCMW-secretaris.
GEHEIME ZITTING:
11. Verslag vorige geheime zitting.
12. Onderzoek en goedkeuring van de facturen conform art. 71 van het Besluit van de Vlaamse
Regering van 17/12/1997.
13. Rapportering budgethouder directeur woonzorgcentrum.
14. Rapportering budgethouder bijzonder comité voor de sociale dienst.
15. Rapportering budgethouder OCMW-secretaris.
16. Kennisgeving notulen bijzonder comité voor de sociale dienst.
17. Kennisgeving beslissingen dagelijks personeelsbeheer secretaris.
18. Overzicht ziektes en andere afwezigheden personeel.
19. Aanstelling halftijdse bejaardenhelpster wegens tekort.
20. Aanstelling voltijdse bejaardenhelpster wegens vertrek bejaardenhelpster.
21. Kennisname eenvoudige selectie onderhoudspersoneelsleden.
22. Aanstelling halftijdse onderhoudsmedewerk(st)er nav oppensioenstelling personeelslid
poetsdienst.
23. Aanstelling halftijdse onderhoudsmedewerk(st)er nav oppensioenstelling personeelslid
woonzorgcentrum.
24. Aanstelling werkman technische dienst.
25. Consolidatie arbeidsongeval bejaardenhelpster.
26. Mededelingen.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
10
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Akte te nemen van de dagorde dd. 26 augustus 2014 van de OCMW-raad Nieuwpoort.
Art.2.-
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie en het OCMW Nieuwpoort.
7
INTREKKING RAADSBESLUIT DD. 10 APRIL 2014 HOUDENDE OPRICHTING AUTONOOM
GEMEENTEBEDRIJF STADSONTWIKKELING.
De Raad,
Gelet op art. 232, 233, 236, 237 en 252 §1 van het gemeentedecreet;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 17 maart 2014 houdende
goedkeuring van het verslag zoals bedoeld in art. 232 van het gemeentedecreet waarbij de voor- en
nadelen van externe verzelfstandiging tegen elkaar worden afgewogen;
Gelet op het raadsbesluit dd. 10 april 2014 houdende de oprichting van een autonoom
gemeentebedrijf stadsontwikkeling en goedkeuring van de statuten van het autonoom
gemeentebedrijf;
Overwegende dat bij raadsbesluit dd. 10 april 2014 werd overgegaan tot de oprichting van een
autonoom gemeentebedrijf; dat tevens de statuten van het bedrijf werden vastgesteld;
Overwegende dat het noodzakelijk is gebleken om de statuten van het autonoom gemeentebedrijf
aan te passen voor wat betreft de bepaling van het maatschappelijk doel, dat de activiteiten waarvoor
het autonoom gemeentebedrijf wordt opgericht verder werden geëxpliciteerd en uitgebreid; dat tevens
enkele tekstuele aanpassingen werden aangebracht om de statuten van het AGB stadsontwikkeling in
overeenstemming te brengen met de statuten van het reeds bestaande AGB (oa. aantal leden
directiecomité, benaming leden directiecomité, wijze van samenstelling directiecomité)
Overwegende dat wordt voorgesteld om het raadsbesluit dd. 10 april 2014 houdende de oprichting
van een autonoom gemeentebedrijf stadsontwikkeling en goedkeuring van de statuten van het
autonoom gemeentebedrijf in te trekken;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het raadsbesluit dd. 10 april 2014 houdende de oprichting van een autonoom
gemeentebedrijf stadsontwikkeling en goedkeuring van de statuten van het autonoom
gemeentebedrijf stadsontwikkeling wordt ingetrokken.
Art.2.-
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie.
8
OPRICHTING AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF STADSONTWIKKELING
De Raad,
Gelet op art. 232, 233, 236, 237 en 252 §1 van het gemeentedecreet;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 17 maart 2014 houdende
goedkeuring van het verslag zoals bedoeld in art. 232 van het gemeentedecreet waarbij de voor- en
nadelen van externe verzelfstandiging tegen elkaar worden afgewogen;
Overwegende dat de stad reeds beschikt over een autonoom gemeentebedrijf dat
beleidsuitvoerende taken verricht op het vlak van toerisme, cultuur en sport; dat het college wenst
over te gaan tot de oprichting van een tweede autonoom gemeentebedrijf voor de uitvoering van taken
op het vlak stadsontwikkeling en stadskernvernieuwing;
Overwegende dat het gemeentedecreet voorschrijft dat bij de oprichting van een autonoom
gemeentebedrijf het college van burgemeester en schepenen een verslag dient op te stellen waarin
de voor- en nadelen van externe verzelfstandiging tegen elkaar worden afgewogen en waarbij wordt
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
11
aangetoond dat beheer binnen de rechtspersoonlijkheid van de gemeente niet dezelfde voordelen kan
bieden;
Overwegende dat een autonoom gemeentebedrijf wordt opgericht bij besluit van de gemeenteraad;
dat het oprichtingsbesluit tevens de statuten van het autonoom gemeentebedrijf dient vast te stellen;
Overwegende dat de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf onderhevig is aan
goedkeuringstoezicht door de Vlaamse Regering (m.a.w. het AGB kan pas daden beginnen stellen
nadat de Minister het goedkeuringsbesluit heeft getekend);
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
De Raad neemt akte van het verslag van het college van burgemeester en schepenen zoals
bedoeld in art. 232 van het gemeentedecreet waarbij de voor- en nadelen van externe
verzelfstandiging tegen elkaar worden afgewogen wordt goedgekeurd.
Art.2.-
Er wordt een autonoom gemeentebedrijf opgericht genaamd ‘stadsontwikkeling’ voor de
uitvoering van taken op het vlak stadsontwikkeling en stadskernvernieuwing De statuten van
het autonoom gemeentebedrijf worden goedgekeurd:
“Autonoom gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid,
AGB STADSONTWIKKELING
Statuten
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Rechtsvorm en naam
§1. Het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling is een autonoom gemeentebedrijf met
rechtspersoonlijkheid opgericht bij besluit van de gemeenteraad van Nieuwpoort van 11
september 2014. Het wordt verder “het bedrijf” of “AGB” genoemd.
§2. Waar verder in deze statuten sprake is van de “stad”, wordt de stad Nieuwpoort bedoeld.
Met “gemeenteraad” of “college van burgemeester en schepenen” worden in deze statuten
de gemeenteraad respectievelijk het college van burgemeester en schepenen van de stad
Nieuwpoort bedoeld.
Artikel 2. Wettelijk kader
§1. Het AGB is onderworpen aan de toepasselijke bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet
en het Gemeentedecreet, aan de andere toepasselijke wetten, decreten en besluiten, en aan
deze statuten voor zover zij niet van voornoemde regelen afwijken.
De statuten worden onverwijld aangepast aan wijzigingen in het wettelijk kader.
§2. Het AGB is verder onderworpen aan de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van
de bestuurshandelingen van 29 juli 1991 op de formele motivering van en het decreet
betreffende de openbaarheid van bestuur van 26 maart 2004, zoals van toepassing op de
stad.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
12
Artikel 3. Statutenneerlegging en statutenwijzigingen
§1. Onderhavige statuten worden ter inzage neergelegd op het secretariaat van de stad en
op het secretariaat van het AGB.
§2. Op voorstel of na advies van de raad van bestuur van het AGB kan de gemeenteraad de
statuten van het AGB wijzigen.
De beslissing van de gemeenteraad tot wijziging van de statuten en van de bijlagen die er
integraal deel van uitmaken, evenals het voorstel of het advies van de raad van bestuur,
worden binnen een termijn van dertig (30) dagen, die ingaat de dag nadat de beslissing
genomen is, naar de Vlaamse Regering verstuurd. Binnen honderd (100) dagen na
verzending keurt de Vlaamse Regering de wijzigingsbeslissing al dan niet goed. Als die
termijn verstrijkt zonder dat de Vlaamse Regering een beslissing genomen en verzonden
heeft aan de stad, dan wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.
De statutenwijzigingen worden op dezelfde wijze als de oprichtingsbeslissing en de statuten
neergelegd en bekendgemaakt.
De goedgekeurde gemeenteraadsbeslissing tot statutenwijziging en de gecoördineerde
statuten worden ter inzage neergelegd op het secretariaat van de stad en van het AGB.
Artikel 4. Zetel
§1. De maatschappelijke zetel van het bedrijf is gevestigd op
Nieuwpoort, Marktplein 7.
het stadhuis, te 8620
§2. De maatschappelijke zetel kan bij statutenwijziging verplaatst worden binnen het
grondgebied van de stad.
§3. De raad van bestuur kan steeds beslissen dat er op het grondgebied van de stad één of
meerdere exploitatiezetels worden ingericht.
Artikel 5. Doel, activiteiten en bevoegdheden
§1. Het AGB wordt belast met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk
belang, die zij uitvoert in het kader en binnen de grenzen die worden bepaald in de
beheersovereenkomst, waarvan sprake in artikel 10 van deze statuten.
§2. AGB heeft als maatschappelijk doel:
1° het initiëren en het realiseren van stadsvernieuwings- en
stadsontwikkelingsprojecten in Nieuwpoort;
2° het voeren van een stedelijk grond- en pandenbeleid;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
13
3° het beheren van de middelen uit subsidieprogramma’s met doelstellingen inzake
stadsvernieuwing en -ontwikkeling;
4° het beheren en het exploiteren van het openbaar en het privaat domein van de
stad Nieuwpoort en van haar eigen patrimonium;
5° het rendabiliseren en het valoriseren van het privaat domein van de stad
Nieuwpoort en van haar eigen patrimonium;
6° het verlenen van aan de hogervermelde doelstellingen verwante diensten aan de
stad Nieuwpoort.
§3. Het AGB kan alle handelingen stellen om haar maatschappelijk doel te verwezenlijken, in
het bijzonder:
1° het verwerven van onroerende goederen, de vorming van zakelijke onroerende
rechten, de bouw, de renovatie, de verbouwing, het verhuren of de financieringshuur
van onroerende goederen met het oog op de verkoop, de verhuur, de
financieringshuur of andere juridische handelingen betreffende deze onroerende
goederen;
2° het beheer van het onroerend vermogen van de gemeente;
3° de exploitatie van infrastructuren bestemd voor culturele, sportieve of toeristische
activiteiten of voor ontspanning, voor het onderwijs, voor sociale, wetenschappelijke
of verzorgende activiteiten.
4° het ontwikkelen en beheren van parkeergelegenheden op en buiten de openbare
weg, het uitbaten en/of oprichten van parkeergarages, evenals het plaatsen en het
uitbaten van toegangscontrolesystemen, het aanleggen of heraanleggen van
bovengrondse parkeerplaatsen en parkeerstroken die vallen onder een regime van
betalend parkeren
5° de uitvoering van een coherent afvalbeleid van de stad inzake de huis-aan-huis
ophaling, het plaatsen en exploiteren van afvalrecipiënten en het inrichten en
exploiteren van containerparken.
Het AGB mag ook gebruik maken van alle rechtstechnieken, waaronder de vestiging en de
opheffing van zakelijke en persoonlijke rechten, de verlening en de beëindiging van
concessies, en het uitgeven en verhandelen van vastgoedcertificaten, obligaties en andere
effecten en andere wettelijke mogelijkheden van alternatieve financiering.
Het AGB is bevoegd voor de affectaties en de desaffectaties van alle goederen waarvan het
zelf eigenaar is. Het AGB kan geen affectaties of desaffectaties doen van goederen waarvan
het slechts beheerder is.
Binnen de grenzen van zijn doel kan het bedrijf met betrekking tot de eigen goederen en de
goederen van de stad optreden als bemiddelaar met het oog op de verkoop, aankoop, ruil,
verhuring of afstand van onroerende goederen, en roerende rechten of handelsfondsen,
instaan voor het beheer van onroerende goederen of van onroerende rechten, en het
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
14
syndicaatschap van onroerende goederen in mede-eigendom uitoefenen; het bedrijf, de
leden van zijn organen, zijn personeel en zijn andere vertegenwoordigers zijn daarbij niet
onderworpen aan de regelgeving tot bescherming van de beroepstitel en de uitoefening van
het beroep van vastgoedmakelaar.
§4. Het AGB kan door de Vlaamse Regering gemachtigd worden om in eigen naam en voor
eigen rekening over te gaan tot onteigeningen die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking
van zijn doelstellingen.
Artikel 6. Maatschappelijk kapitaal
§1. De stad kan maatschappelijk kapitaal inbrengen in speciën, of middels inbreng in natura.
§2. Behoudens in geval van ontbinding van het AGB, kan dit maatschappelijk kapitaal niet
worden vervreemd, uitgekeerd of overgedragen, noch geheel noch gedeeltelijk, op welke
wijze dan ook.
§3. Een vermindering van het kapitaal is slechts mogelijk om exploitatieverliezen,
waardeverminderingen of (duurzame) minderwaarden te compenseren, onverminderd
hetgeen is bepaald in artikel 41.
Artikel 7. PPS en Participaties
§1. Het AGB kan andere rechtspersonen, genoemd de filialen, oprichten, erin deelnemen, of
zich erin laten vertegenwoordigen, voor zover dat past in de maatschappelijke doelstelling
van het bedrijf en voor zover hiermee geen speculatieve oogmerken nagestreefd worden.
§2. De oprichting, deelname of vertegenwoordiging gebeurt in overeenstemming met het
gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun en de voorwaarden
bepaald in de beheersovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 10. De beslissing tot oprichting,
deelname of vertegenwoordiging toont aan dat aan de voormelde voorwaarden is voldaan.
§3. Ongeacht de grootte van de inbreng van de verschillende partijen in het maatschappelijk
kapitaal van het filiaal, moet aan het AGB minstens een mandaat van bestuurder worden
toegekend.
§4. De beslissing tot oprichting, deelname of vertegenwoordiging wordt binnen dertig (30)
dagen aan de Vlaamse Regering verzonden. Tot de oprichting, deelname of
vertegenwoordiging kan maar worden overgegaan nadat de beslissing hiertoe werd
goedgekeurd door de Vlaamse Regering, hetzij nadat door de Vlaamse Regering binnen een
termijn van honderd (100) dagen na verzending geen beslissing werd genomen of
doorgezonden aan het AGB.
§5. Onder voorbehoud van de toepassing van andere wettelijke en decretale bepalingen,
mag het AGB zijn taken van gemeentelijk belang, noch geheel noch gedeeltelijk overdragen
aan andere rechtspersonen.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
15
§6. Het AGB kan, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten
vestigen op de onroerende goederen die behoren tot het openbaar domein, voor zover de
gevestigde zakelijke rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van deze
goederen.
Artikel 8. Duur
Het bedrijf verwerft rechtspersoonlijkheid op de dag waarop de goedkeuring van het
oprichtingsbesluit is verleend of geacht wordt te zijn verleend.
Het bedrijf wordt opgericht voor onbepaalde duur.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
16
HOOFDSTUK II. EXTERNE VERHOUDINGEN
Artikel 9. Bevoegdheid van het bedrijf
Het bedrijf is verantwoordelijk voor de externe aspecten van haar activiteiten in de ruimste
zin van het woord.
Binnen de grenzen van haar maatschappelijke doelstellingen onderhoudt het bedrijf
contacten, pleegt het overleg, voert het onderhandelingen, regelt het de samenwerking,
maakt het afspraken en sluit het overeenkomsten met andere natuurlijke personen en met
publiek- zowel als privaatrechtelijke rechtspersonen.
Artikel 10. Overeenkomsten met de stad
§1. Tussen de stad en het AGB wordt na onderhandeling een beheersovereenkomst
gesloten, die minstens de volgende aangelegenheden regelt:
-
-
-
-
De concretisering van de wijze waarop het AGB zijn taken moet vervullen en van de
doelstellingen ervan;
De toekenning van middelen voor de eigen werking en de uitvoering van de
doelstellingen van het AGB;
Binnen de perken en overeenkomstig de toekenningsvoorwaarden, bepaald door de
Vlaamse Regering, het presentiegeld en de andere vergoedingen die in het kader
van de bestuurlijke werking van het AGB worden toegekend;
De voorwaarden waaronder eigen inkomsten of andere financieringen mogen worden
aangeworven en aangewend;
De wijze waarop de tarieven voor de geleverde prestaties door de raad van bestuur
vastgesteld en berekend worden;
De gedragsregels inzake dienstverlening door het AGB;
De voorwaarden waaronder het AGB andere personen kan oprichten, erin
deelnemen of zich erin kan laten vertegenwoordigen;
De informatieverstrekking door het AGB aan de stad, overeenkomstig de van
toepassing zijnde wettelijke bepalingen;
De rapportering door het AGB aan de stad overeenkomstig de van toepassing zijnde
wettelijke bepalingen;
De wijze waarop het AGB zal voorzien in een systeem van interne en externe
controle, overeenkomstig de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, alsook de
rapportering desbetreffende aan de gemeenteraad;
De maatregelen bij niet-naleving door een partij van haar verbintenissen uit hoofde
van de beheersovereenkomst en de bepalingen inzake beslechting van geschillen die
rijzen bij de uitvoering van de beheersovereenkomst;
De omstandigheden waarin en de wijze waarop de beheersovereenkomst kan
worden verlengd, gewijzigd, geschorst en ontbonden.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
17
§2. De beheersovereenkomst wordt gesloten voor een periode die eindigt uiterlijk zes (6)
maanden na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad, onder voorbehoud van de
mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding.
Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in
werking is getreden, wordt de bestaande beheersovereenkomst van rechtswege verlengd.
Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen één (1) jaar na de
verlenging of als een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de
gemeenteraad na overleg met het AGB voorlopige regels vaststellen inzake de in de
beheersovereenkomst bedoelde aangelegenheden. Deze voorlopige regels zullen als
beheersovereenkomst gelden tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in
werking treedt.
§3. De stad en het autonome gemeentebedrijf nemen de nodige initiatieven voor de
openbaarheid van de beheersovereenkomst, inclusief alle wijzigingen eraan.
§4. De beheersovereenkomst en de uitvoering ervan wordt jaarlijks geëvalueerd door de
gemeenteraad. Hiertoe zal door de raad van bestuur een verslag omtrent de
beheersovereenkomst worden opgemaakt.
Het AGB legt eveneens in de loop van het eerste jaar na de volledige vernieuwing van de
gemeenteraden een evaluatieverslag voor aan de gemeenteraad over de uitvoering van de
beheersovereenkomst sinds de inwerkingtreding ervan.
§5. Tussen de stad en het AGB kunnen eveneens concessie-, beleids-, samenwerkings- of
andere overeenkomsten of convenanten gesloten worden bvb. met betrekking tot het
onderling afstemmen van het beleid van de stad en dat van het AGB in de relevante
beleidsdomeinen en de ermee verbonden activiteiten.
Omtrent het beheer van onroerende goederen kunnen het AGB en de stad één of meer
lastgevingsovereenkomsten sluiten.
§6. De gemeenteraad van de stad kan aan het AGB middelen, infrastructuur of, mits
naleving van de ter zake geldende rechtspositieregeling en onverminderd de bepalingen van
artikel 24, personeel ter beschikking stellen of overdragen.
Artikel 11. Onderhandelingen en overeenkomsten met andere instanties
Het bedrijf onderhandelt met alle bevoegde instanties zowel op internationaal, Europees,
federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk niveau over investeringen,
financiële tussenkomsten en alle andere aangelegenheden die haar doelstelling raken.
Het bedrijf kan met deze instanties over voormelde materies overeenkomsten sluiten op
voorwaarde dat deze niet in strijd zijn met haar doel of met de overeenkomsten die zijn
gesloten met de stad.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
18
-blz
19
HOOFDSTUK III. ORGANEN
AFDELING I INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 12. Organen
§1. Het bedrijf wordt bestuurd door een raad van bestuur en een directiecomité.
§2. Het bedrijf kan adviesorganen oprichten, bvb. om te voldoen aan wettelijke
verplichtingen. Deze adviesorganen hebben geen beslissingsbevoegdheid.
AFDELING II DE RAAD VAN BESTUUR
Artikel 13. Samenstelling
De raad van bestuur is samengesteld uit maximaal de helft van het aantal raadsleden, met
een absoluut maximum van 12 leden. Ten hoogste twee derde van de leden van de raad van
bestuur is van hetzelfde geslacht.
De leden van de raad van bestuur worden benoemd door de gemeenteraad.
Elke fractie kan minstens één lid van de raad van bestuur voordragen en dit voordrachtrecht
waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging in de raad van bestuur. Als de gewaarborgde
vertegenwoordiging evenwel afbreuk zou doen aan de mogelijkheid voor de fracties die
vertegenwoordigd zijn in het college van burgemeester en schepenen om minstens de helft
van de leden van de raad van bestuur voor te dragen, wordt er gewerkt met gewogen
stemrecht binnen de groep van de door de fracties voorgedragen bestuurders.
Het mandaat van lid van raad van bestuur is hernieuwbaar.
De gemeenteraad kan te allen tijde, op gemotiveerde wijze, het mandaat van een bestuurder
herroepen.
Een lid van de raad van bestuur kan zijn mandaat opzeggen door kennisgeving via
aangetekend schrijven aan de gemeenteraad die het ontslag uitdrukkelijk moet aanvaarden.
Het lid van de raad van bestuur volbrengt zijn mandaat tot de eerstvolgende gemeenteraad
die volgt op de kennisgeving, tenzij het ontslagnemend lid daardoor zelf een aanmerkelijke
schade mocht lijden die niet louter van financiële aard is. In dit laatste geval voorziet de raad
van bestuur zelf in een voorlopige opvolging tot de eerstvolgende gemeenteraad die volgt op
de kennisgeving.
Bij
overlijden,
kennelijk
onvermogen,
collectieve
schuldenbemiddeling
of
onbekwaamverklaring van een lid van de raad van bestuur, eindigt diens mandaat en dient
de gemeenteraad tijdens de eerstvolgende gemeenteraad een nieuw lid van de raad van
bestuur te benoemen. Door de gemeenteraad wordt op voordracht van de fractie waartoe het
uittredende lid behoorde, een vervanger aangesteld. De vervanger voltooit het mandaat van
zijn voorganger.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
20
Artikel 14. Voorzitterschap
§1. De raad van bestuur kiest onder zijn leden een voorzitter die deel moet uitmaken van het
college van burgemeester en schepenen van de stad, en een ondervoorzitter.
§2. Indien de voorzitter van de raad van bestuur afwezig of verhinderd is, worden zijn taken
en bevoegdheden overgenomen door de ondervoorzitter.
§3. Indien de ondervoorzitter eveneens afwezig of verhinderd is, worden de taken en de
bevoegdheden van de (onder)voorzitter overgenomen door een bestuurder aangeduid door
de voorzitter.
§4. Indien er nog geen voorzitter, noch een ondervoorzitter werden verkozen worden de
taken en de bevoegdheden van de (onder)voorzitter waargenomen door het oudste lid van
de raad van bestuur.
Artikel 15. Vergaderingen
§1. De vergaderingen van de raad van bestuur zijn niet openbaar.
§2. De raad van bestuur vergadert op schriftelijke uitnodiging van de voorzitter. Indien de
voorzitter is verhinderd, wordt de raad van bestuur uitgenodigd door de ondervoorzitter. Bij
afwezigheid van de ondervoorzitter, zal de bestuurder aangeduid door de voorzitter de raad
uitnodigen.
§3. De raad vergadert minimum vier (4) keer per jaar, en telkens wanneer het belang van het
bedrijf dit vereist.
§4. De uitnodigingen worden bezorgd ten minste acht (8) kalenderdagen vóór de dag waarop
de zitting plaats heeft. In geval van spoed en wanneer zich een onvoorzienbaar feit voordoet
waardoor elk uitstel onherstelbaar nadeel zou berokkenen aan het AGB, kan de voorzitter
respectievelijk de ondervoorzitter of een aangeduide bestuurder de raad van bestuur zonder
enig uitstel en met alle middelen die hem ter beschikking staan, geldig samenroepen.
§5. Op gemotiveerde aanvraag van meer dan de helft van de leden van de raad van bestuur
is de voorzitter ertoe gehouden de raad binnen de 14 dagen na de aanvraag bijeen te
roepen. De aanvraag moet de gewenste agendapunten vermelden.
§6. De uitnodigingen vermelden de agenda, de plaats, de datum en het uur van de
bijeenkomst; de bijhorende documenten worden erbij gevoegd.
§7. De bijeenkomsten worden gehouden in de zetel van het bedrijf of in enige andere in de
uitnodiging vermelde plaats, gelegen op het grondgebied van de stad.
§8. De regelmatigheid van de bijeenroeping kan niet worden betwist indien twee derde van
de bestuurders aanwezig of regelmatig vertegenwoordigd zijn.
§9. De raad van bestuur kan steeds externen, personeelsleden van het bedrijf of de stad, en
leden van het directiecomité van het bedrijf, uitnodigen op de vergaderingen, zonder
stemrecht.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
21
Artikel 16. Aanwezigheid
§1. De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen en beslissen, wanneer de
eenvoudige meerderheid (de helft plus één) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
§2. Iedere bestuurder mag één van zijn collega’s in de raad ertoe volmacht verlenen om hem
op een welbepaalde vergadering van de raad te vertegenwoordigen en in zijn plaats te
stemmen.
De machtiging of de volmacht kan worden gegeven bij geschrift, per telefax, per e-mail of
door andere door de raad van bestuur goedgekeurde communicatiemiddelen.
Een bestuurder mag evenwel niet meer dan één (1) volmacht uitoefenen.
§3. In geval het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad ontoereikend is
om geldig te beraadslagen of te beslissen, dan vergadert hij binnen de veertien (14) dagen
opnieuw met dezelfde agenda; alsdan kan hij geldig beraadslagen en beslissen, welk ook
het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders is, voor zover minstens de voorzitter
respectievelijk de ondervoorzitter aanwezig of rechtsgeldig vertegenwoordigd is. De nieuwe
uitnodigingen vermelden de bepalingen van deze paragraaf.
Artikel 17. Stemming
§1. Elke bestuurder heeft slechts één stem.
Bij aangelegenheden waarover met geheime stemming wordt beslist, heeft de voorzitter
twee stemmen. Indien er nog geen voorzitter werd verkozen heeft het oudste aanwezige lid
van de raad van bestuur twee stemmen.
§2. Een beslissing van de raad van bestuur is slechts geldig wanneer zij genomen wordt
met de vereiste meerderheid van de uitgebrachte stemmen van de aanwezige of
vertegenwoordigde bestuurders. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de
uitgebrachte stemmen geteld.
De vereiste meerderheid is de eenvoudige meerderheid (helft plus één), uitgezonderd voor
het geval de wet of de statuten er een andere voorzien.
§3. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. Indien er nog
geen voorzitter werd verkozen is bij staking van stemmen de stem van het oudste aanwezige
lid van de raad van bestuur doorslaggevend. Bij geheime stemming evenwel wordt de
beslissing verworpen in geval van staking van stemmen.
§4. Over punten die niet in de agenda werden vermeld, kan de raad van bestuur slechts
geldig beraadslagen mits akkoord van twee derden van de aanwezige leden.
§5. De stemmingen gebeuren bij handopsteking, behalve bij benoemingen en voordrachten,
waar de stemmingen geheim zijn.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
22
Artikel 18. Niet-binding en aansprakelijkheid van de bestuurders
§1. De bestuurders zijn niet persoonlijk gebonden door de verbintenissen van het AGB.
De bestuurders zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de tekortkomingen in de
normale uitoefening van hun bestuur. Ten aanzien van de overtredingen waaraan zij geen
deel hebben gehad, worden de bestuurders van die aansprakelijkheid ontheven als hun
geen schuld kan worden verweten en als zij die overtredingen hebben aangeklaagd bij de
gemeenteraad binnen één (1) maand nadat zij er kennis van hebben gekregen.
§2. Jaarlijks beslist de gemeenteraad over de aan de bestuurders te verlenen kwijting, na
goedkeuring van de rekeningen. Die kwijting is alleen rechtsgeldig als de ware toestand van
het AGB niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de rekeningen of in
de rapportering betreffende de uitvoering van de beheersovereenkomst.
Artikel 19. Onverenigbaarheden en belangenconflicten
§1. Een bestuurder mag niet:
-
-
-
-
aanwezig zijn bij de bespreking en de stemming over aangelegenheden waarin hij
een rechtstreeks belang heeft, hetzij persoonlijk, hetzij als vertegenwoordiger, of
waarbij de echtgenoot, of bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een
persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Dat verbod strekt niet verder dan de
bloed- en aanverwanten tot en met de tweede graad als het gaat om de voordracht
van kandidaten, benoemingen, ontslagen, afzettingen en schorsingen. Voor de
toepassing van deze bepaling worden personen die een verklaring van wettelijke
samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben
afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld;
rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behoudens in geval van
een schenking aan het autonoom gemeentebedrijf of de stad, of deel te nemen aan
een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of
aankoop ten behoeve van het autonoom gemeentebedrijf of de stad, behoudens in
de gevallen waarbij de bestuurder een beroep doet op een door het autonoom
gemeentebedrijf of de stad aangeboden dienstverlening en ten gevolge daarvan een
overeenkomst aangaat;
rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling werkzaam zijn in
geschillen ten behoeve van het AGB. Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van
de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op
hetzelfde kantooradres met de bestuurder werken;
rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris werkzaam zijn in geschillen ten
behoeve van de tegenpartij van het AGB of ten behoeve van een personeelslid van
het AGB aangaande beslissingen in verband met de tewerkstelling binnen het AGB.
Dit verbod geldt met name ook ten aanzien van de personen die in het kader van een
associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met de
bestuurder werken.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
23
§2. Dit artikel doet geen afbreuk aan de gelding van andere bepalingen betreffende de
belangenvermenging in hoofde van bestuurders en met openbare diensten belaste
personen, zoals onder meer artikel 245 van het Strafwetboek.
Artikel 20. Notulen van de raad van bestuur
§1. De raad van bestuur duidt een secretaris aan die instaat voor het secretariaat van de
raad van bestuur. De secretaris heeft geen stemrecht, tenzij het een lid is van de raad van
bestuur.
§2. De beraadslagingen en de beslissingen van de raad van bestuur worden door de
secretaris genotuleerd. Artikel 181 §1 Gemeentedecreet wordt van overeenkomstige
toepassing verklaard.
§3. De notulen worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd, in
een speciaal register op de zetel van het bedrijf opgenomen en door de voorzitter en de
secretaris ondertekend. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt zijn
handtekening vervangen door die van de ondervoorzitter. De raad kan steeds een
plaatsvervangend secretaris aanduiden, die de secretaris vervangt bij afwezigheid of
verhindering.
De volmachten worden aan de notulen gehecht.
Het speciaal register wordt bewaard onder de verantwoordelijkheid van de secretaris.
§4. De kopieën of uittreksels die bij een rechtspleging of in andere gevallen moeten worden
voorgelegd, worden ondertekend door de voorzitter of de ondervoorzitter, samen met de
secretaris. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter, de ondervoorzitter of de
secretaris, wordt zijn handtekening vervangen door die van de bestuurder daartoe aangeduid
door de voorzitter.
§5. De gedetailleerde notulen en alle documenten waar in de notulen naar wordt verwezen,
liggen ter inzage op het secretariaat van de stad.
De notulen zijn elektronisch beschikbaar voor de bestuurders en leden van het directiecomité
van het bedrijf alsmede voor de gemeenteraadsleden van de stad.
Artikel 21. Bevoegdheden
§1. De raad van bestuur heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om alle nuttige of
noodzakelijke handelingen te verrichten om het doel van het bedrijf te verwezenlijken.
Hij beschikt over de volheid van bevoegdheid.
§2. De raad van bestuur oefent controle uit op het directiecomité.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
24
§3. Telkens wanneer de gemeenteraad van de stad Nieuwpoort hem daartoe verzoekt,
brengt de raad van bestuur verslag uit over alle of sommige activiteiten van het bedrijf.
Artikel 22. Delegaties
De raad van bestuur kan het uitoefenen van zijn bevoegdheden van dagelijks bestuur
delegeren aan het directiecomité.
Volgende bevoegdheden blijven behoren tot de bevoegdheden van de raad van bestuur en
kunnen niet worden gedelegeerd aan het directiecomité:
1° het afsluiten van een beheersovereenkomst met de stad;
2° het oprichten van filialen of het nemen van participaties in andere rechtspersonen;
3° het vaststellen van het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur;
4° het aanstellen en het controleren van het directiecomité;
5° het vaststellen van de rechtspositieregeling van het personeel en van het
syndicaal statuut;
6° de beleidsmatige en financiële verplichtingen inzake planning, registratie en
budgettering zoals voorzien binnen het wettelijk kader; en
7° het vaststellen van de tarieven;
Met betrekking tot de bevoegdheden die de raad van bestuur niet kan delegeren, kan ze het
directiecomité wel belasten met het uitvoeren van de door de raad van bestuur genomen
beslissingen.
Artikel 23. Personeel
§1. Het AGB kan zowel contractueel als statutair personeel tewerk stellen.
§2. De raad van bestuur beslist principieel over het aanwerven van personeel.
Het voeren van de aanwervingsprocedure kan worden gedelegeerd aan het directiecomité.
Beslissingen over aanwervingen, ontslagen en bevorderingen blijven een bevoegdheid van
de raad van bestuur.
§3. De overeenstemmende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel is van
toepassing op het personeel van het AGB. Het AGB stelt de afwijkingen op deze
rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van het AGB dat verantwoordt.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
25
Het AGB bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen de
stad.
§4. Binnen de grenzen van de regelgeving kan de raad van bestuur eveneens met de stad of
met derden, natuurlijke of rechtspersonen dienstverleningsovereenkomsten sluiten waarbij
de uitvoering van bepaalde taken of opdrachten aan de stad of voormelde derden wordt
toevertrouwd.
§5. De stad kan aan het AGB, mits naleving van de ter zake geldende rechtspositieregeling,
personeel ter beschikking stellen of overdragen.
Artikel 24. Vergoedingen
De leden van de raad van bestuur oefenen hun mandaat onbezoldigd uit. Per bijgewoonde
vergadering van de raad van bestuur wordt presentiegeld toegekend gelijk aan het bedrag
van het presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Artikel 25. Reglement van inwendige orde
De raad van bestuur kan de regelen in verband met zijn werking en zijn secretariaat nader
regelen in een reglement van inwendige orde; daarin kunnen onder meer regelingen worden
opgenomen i.v.m. de schriftelijke besluitvorming.
Artikel 26. Regeling bij gemeenteraadsverkiezingen
Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt steeds tot volledige vernieuwing
van de raad van bestuur overgegaan. In dat geval blijven de leden van de raad van bestuur
in functie tot de nieuwe gemeenteraad tot hun vervanging is overgegaan.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
26
AFDELING III. HET DIRECTIECOMITE
Artikel 27. Samenstelling
§1. Het directiecomité is samengesteld uit maximaal zeven leden, al dan niet lid van de raad
van bestuur en wordt aangesteld door de raad van bestuur.
§2. Het directiecomité wordt voorgezeten door een voorzitter, aangeduid door de raad van
bestuur onder de leden van het directiecomité.
Artikel 28. Bevoegdheden
§1. Het directiecomité is belast met het dagelijks bestuur, met de vertegenwoordiging met
betrekking tot dat bestuur, en met de uitvoering van de beslissingen van de raad van
bestuur, alsmede is het bevoegd voor alle materies die door de raad van bestuur worden
gedelegeerd.
§2. Het directiecomité kan haar bevoegdheden verder delegeren aan een personeelslid van
het bedrijf.
Het directiecomité kan hetzij haar leden, hetzij de personeelsleden waarover het AGB
beschikt, wel belasten met het uitvoeren van de door het directiecomité genomen
beslissingen.
§3. De raad van bestuur controleert de werking van het directiecomité. Het directiecomité
brengt regelmatig en telkens daarom gevraagd wordt, verslag uit bij de raad van bestuur.
Artikel 29. Beraadslaging en stemming
§1. De vergaderingen van het directiecomité zijn niet openbaar.
§2. Het directiecomité kan slechts rechtsgeldig vergaderen wanneer minstens de helft van de
leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
§3. De voorzitter zit de vergaderingen van het directiecomité voor. Indien de voorzitter is
verhinderd, wordt het directiecomité voorgezeten door een directeur die door de voorzitter
daartoe wordt aangeduid. Bij gebreke aan de aanduiding van een vervangende voorzitter,
zal de oudste aanwezige directeur de vergadering voorzitten.
§4. De besluiten van het directiecomité worden bij eenvoudige meerderheid (helft plus één)
van de uitgebrachte stemmen genomen. Blanco en ongeldige stemmen worden niet bij de
uitgebrachte stemmen geteld.
In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend; bij geheime
stemming evenwel, wordt bij staking van stemmen de beslissing verworpen.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
27
§5. Het is elk lid van het directiecomité verboden aanwezig te zijn bij de bespreking van een
agendapunt of deel te nemen aan de stemming daarover, indien hijzelf of een bloed- of
aanverwant tot en met de vierde graad daarbij een rechtstreeks en persoonlijk belang heeft.
Het is hem tevens verboden enige levering te doen van werken, goederen of diensten of op
te treden als raadsman of gelastigde voor of tegen het bedrijf.
Artikel 30. Notulen
§1. Het directiecomité stelt een secretaris aan.
§2. De beraadslagingen en de beslissingen van het directiecomité worden genotuleerd, en
worden ter informatie verzonden aan de leden van de raad van bestuur. Artikel 181 §2, 1e lid
van het Gemeentedecreet is van overeenkomstige toepassing.
§3. De notulen worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd, in
een op de zetel bewaard register opgenomen en ondertekend door de voorzitter en de
secretaris.
§4. De gedetailleerde notulen en alle documenten waar in de notulen naar wordt verwezen,
liggen ter inzage op het secretariaat van de stad.
De notulen zijn elektronisch beschikbaar voor de bestuurders en leden van het directiecomité
van het bedrijf alsmede voor de gemeenteraadsleden van de stad.
Artikel 31. Vergoedingen - presentiegelden
De raad van bestuur bepaalt welke vergoedingen, voordelen en presentiegelden aan de
leden van het directiecomité worden toegekend.
Artikel 32. Reglement van inwendige orde
Het directiecomité kan de nadere werkingsregelen, onder meer op het vlak van de
volmachten, regelen in een reglement van inwendige orde, dat door de raad van bestuur
wordt goedgekeurd.
Artikel 33. Niet-binding en aansprakelijkheid van de leden van het directiecomité
De leden van het directiecomité zijn door de verbintenissen van het bedrijf niet persoonlijk
verbonden.
De leden van het directiecomité zijn aansprakelijk zonder hoofdelijkheid voor de
tekortkomingen in de normale uitoefening van hun bestuur.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
28
Artikel 34. Regeling bij gemeenteraadsverkiezingen
Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad van de stad wordt tot volledige
vernieuwing van de raad van bestuur overgegaan.
De raad van bestuur zal op zijn eerste vergadering overgaan tot vervanging of herbenoeming
van het directiecomité. In dat geval blijven de leden van het directiecomité in functie tot de
nieuwe raad van bestuur tot hun vervanging of herbenoeming is overgegaan.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
29
HOOFDSTUK IV. FINANCIEN
Artikel 35. Inkomsten en uitgaven
Het bedrijf ontvangt de inkomsten van de uitoefening van zijn activiteiten; het kan
vergoedingen en prijzen van alle aard innen, vaststellen en overeenkomen en door de stad
ter beschikking gestelde of doorgestorte middelen ontvangen. De gemeenteraad kan voor de
door het bedrijf aangeboden diensten of prestaties t.a.v. derden maximumtarieven opleggen.
Het bedrijf draagt de lasten van zijn activiteiten.
Het bedrijf beslist vrij over de omvang, de technieken en de voorwaarden van zijn externe
financiering. Het kan onder meer toelagen, giften en legaten ontvangen en leningen aangaan
binnen de grenzen gesteld in de statuten en de beheersovereenkomst.
Artikel 36. Boekhouding
Het bedrijf voert de wettelijk verplichte boekhouding(en).
De boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad
van bestuur.
Artikel 37. Boekjaar
Het financiële boekjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van elk jaar.
Het eerste boekjaar vangt evenwel aan op de dag dat het bedrijf rechtspersoonlijkheid
verkrijgt en eindigt op 31 december van het daaropvolgende jaar.
Artikel 38. Budget en (meerjaren)planning
Het bedrijf maakt een budget en (meerjaren)planning op overeenkomstig de bepalingen van
het Gemeentedecreet.
Artikel 39. Jaarrekening en rapportering
§1. De raad van bestuur stelt de jaarrekening vast en maakt deze ter goedkeuring over aan
de gemeenteraad, overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet.
§2. De gemeenteraad keurt de jaarrekening goed in overeenstemming met de bepalingen op
de financiële controle bedoeld in artikel 42 van onderhavige statuten.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
30
§3. Het bedrijf verzorgt de periodieke rapportering over de resultaten en de activiteiten van
het bedrijf aan de stad, zoals wettelijk vereist.
Artikel 40. Resultaatsbestemming
Met inachtname van de gesloten beheersovereenkomst en nadat een bedrag van ten minste
een twintigste van de nettowinst is ingehouden voor de vorming van een reservefonds, een
verplichting die ophoudt wanneer het reservefonds een tiende van het maatschappelijk
kapitaal heeft bereikt, en nadat de raad van bestuur heeft beslist over het reserveren of
overdragen van het resultaat van het bedrijf, wordt het saldo aan de stad uitgekeerd.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
31
HOOFDSTUK V. CONTROLE
Artikel. 41. Financiële controle
De controle op de financiële toestand, op de jaarrekening en op de regelmatigheid van de
verrichtingen weer te geven in de jaarrekening van het bedrijf wordt uitgeoefend door één of
meer commissarissen. Die commissarissen zijn erkende bedrijfsrevisoren en worden
benoemd door de gemeenteraad. Zij zijn onderworpen aan de wettelijke en reglementaire
bepalingen die hun ambt en hun bevoegdheid regelen.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
32
HOOFDSTUK VI. VERTEGENWOORDIGING EN ONDERTEKENING
Artikel 42. Vertegenwoordiging en ondertekening
§1. De raad van bestuur vertegenwoordigt het autonoom gemeentebedrijf in rechte als eiser
of als verweerder. De raad van bestuur kan optreden door de voorzitter van de raad van
bestuur of door 2 bestuurders.
§2. In alle andere gevallen dan deze vermeld in § 1 wordt het bedrijf ten overstaan van
derden rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, de
voorzitter van het directiecomité of twee leden van het directiecomité samen.
§3. Het bedrijf kan in alle andere gevallen dan deze vermeld in § 1 eveneens geldig worden
vertegenwoordigd door bijzondere lasthebbers, binnen de grenzen van hun mandaat. Deze
lasthebbers kunnen tevens het mandaat hebben documenten te ondertekenen namens het
bedrijf.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
33
HOOFDSTUK VII. RECHTSOPVOLGING
Artikel 43. Overdracht van rechten en plichten en rechtsopvolging
§1. De stad Nieuwpoort kan aan het bedrijf rechten en plichten overdragen, waaronder het
eigendomsrecht of de exploitatierechten op roerende en onroerende goederen.
Deze overdracht zal van rechtswege geschieden voor de overeenkomsten, eigendommen,
en andere rechten en plichten die de gemeenteraad aanduidt. Deze rechtsopvolging van
rechtswege berust op de wettelijke en reglementaire bepalingen vermeld in artikel 2 van
deze statuten en volgt uit de overdracht van de betrokken activiteiten door de stad aan het
bedrijf. Van deze rechtsopvolging van rechtswege wordt door de stad bij aangetekende brief
kennis gegeven aan het bedrijf en mogelijke andere belanghebbende partijen. De overdracht
en de rechtsopvolging zijn evenwel voltrokken door het enkele gemeenteraadsbesluit. Het
bedrijf en de stad, kunnen de door de gemeenteraad besliste overdracht van de eigendom
van onroerende goederen zo nodig met bijkomende middelen tegenstelbaar aan derden
maken.
De overdracht van andere overeenkomsten, rechten en plichten door de stad aan het bedrijf
geschiedt op basis van de desbetreffende overeenkomsten of het gemeen recht terzake.
§2. De stad kan goederen aan het bedrijf verkopen of ter beschikking stellen onder nader
overeen te komen voorwaarden.
§3. Het bedrijf kan rechten en plichten van andere publiek- en privaatrechtelijke
rechtspersonen overnemen. Het bedrijf heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om te
dien einde regelingen te treffen.
§4. Het bedrijf neemt van rechtswege alle rechten en verplichtingen over van de stad die
voortvloeien uit de wetten, de decreten, de besluiten en de tussen de stad en de Belgische
federale overheid of Vlaamse gewest geldende overeenkomsten, die de uitoefening regelen
van de bestuurlijke bevoegdheden van het bedrijf, met inbegrip van de rechten en
verplichtingen die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.
Het bedrijf neemt eveneens de andere rechten en verplichtingen van de stad over die
voortvloeien uit bestaande rechtsverhoudingen die verband houden met de uitoefening van
de bestuurlijke bevoegdheden van het bedrijf, met inbegrip van de rechten en verplichtingen
die voortkomen uit hangende en toekomstige gerechtelijke procedures.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
34
HOOFDSTUK VIII. ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 44. Ontbinding en vereffening
§1. De gemeenteraad kan steeds, na het horen van de raad van bestuur, beslissen om tot
ontbinding en vereffening van het bedrijf over te gaan.
In de beslissing tot ontbinding wijst de gemeenteraad de vereffenaars aan. Alle andere
organen vervallen op het ogenblik van de ontbinding.
§2. De rechten en verplichtingen, inbegrepen deze met betrekking tot de contractuele
personeelsleden, van het ontbonden AGB worden overgenomen door de stad, behoudens
andersluidende beslissing van de gemeenteraad.
§3. In afwijking van §2 kan de gemeenteraad in het ontbindingsbesluit de personeelsleden,
die daarmee moeten instemmen, en de rechten en verplichtingen aanwijzen die
overgenomen worden door de overnemer of de overnemers van de activiteiten van het AGB.
Art.3.-
Dit besluit wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
Art.4.-
De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf samen te stellen uit zeven
bestuurders, met name 5 leden voor te dragen door de fractie van de CD&V, 1 lid voor te
dragen door de fractie sp.a en 1 lid voor te dragen door de fractie N-VA.
Art.5.-
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, .
9
GEBRUIKSOVEREENKOMST TUSSEN DE STAD EN HET AGB NIEUWPOORT
BETREFFENDE WESTFRONT NIEUWPOORT.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 en 252 van het gemeentedecreet;
Gelet op het raadsbesluit dd. 12 april 2007 houdende oprichting van het autonoom gemeentebedrijf
Nieuwpoort en de goedkeuring van de statuten;
Gelet op het raadsbesluit dd. 28 maart 2013 houdende samenstelling van de raad van bestuur van
het autonoom gemeentebedrijf Nieuwpoort;
Gelet op het ministerieel besluit dd. 19 juli 2007 houdende goedkeuring van het raadsbesluit dd. 12
april 2007 houdende oprichting van het autonoom gemeentebedrijf Nieuwpoort;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de stad en het AGB Nieuwpoort inzonderheid op art. 6;
Overwegende dat het de bedoeling is om het bezoekerscentrum Westfront Nieuwpoort, gelegen op
de site Albert I Monument, Kustweg 2, in te brengen in het AGB Nieuwpoort;
Overwegende dat het gebouw momenteel geëxploiteerd wordt door de stad Nieuwpoort, daar de
akte tot vestiging van een vruchtgebruik ten gunste van het AGB nog niet is goedgekeurd; dat de
reden hiervoor is dat de eindafrekening van het gebouw nog niet voorhanden is; dat deze
eindafrekening noodzakelijk is om het exacte bedrag van de kostprijs te kennen;
Overwegende dat voorgesteld wordt om in afwachting van de inbreng van dit gebouw een
gebruiksovereenkomst af te sluiten met het AGB waarbij het AGB het recht krijgt tot exploitatie van het
gebouw en waarbij het AGB instaat voor alle kosten van exploitatie;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.1.-
De ontwerpovereenkomst houdende het verlenen van een gebruiksrecht van
bezoekerscentrum Westfont Nieuwpoort aan het AGB Nieuwpoort goed te keuren.
Art.2.-
Kennis van dit besluit te geven aan de secretarie, het AGB, het afdelingshoofd technische
dienst, de dienst cultuur, de dienst toerisme, de aankoopdienst, cel gebouwen, diensthoofd
reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
35
10 AANSTELLEN VAN EEN ARCHITECT VOOR HET INRICHTEN VAN DE SACRISTIE,
STOOKLOKAAL EN HET OPFRISSEN VAN LOKALEN IN DE ST. LAURENTIUSKERK GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-1° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het bestek TD-D2014-32 tot aanstelling van een architect voor het inrichten van de
sacristie, stooklokaal en het opfrissen van de lokalen in de St. Laurentiuskerk te Ramskapelle;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 18 augustus 2014 inzake
het voorstel tot het aanstellen van een architect voor het inrichten van de sacristie, stooklokaal en het
opfrissen van lokalen in de St. Laurentiuskerk;
Overwegende dat in de St. Laurentiuskerk te Ramskapelle de verwarmingsinstallatie aan
vernieuwing toe is en hiervoor een stooklokaal dient ingericht; dat voor het vernieuwen van de
verwarmingsinstallatie het studiebureau Paul Vandenberghe werd aangesteld;
Overwegende dat er voorgesteld wordt om de sacristie her in te richten als onder meer
ontvangstruimte; dat hierdoor de pastoriewoning niet meer zal gebruikt worden door de pastoor;
Overwegende dat het wenselijk is om sommige lokalen van de St. Laurentiuskerk op te frissen;
Overwegende dat voor de opdracht “aanstellen van een architect voor het inrichten van de
sacristie, stooklokaal en het opfrissen van lokalen in de St. Laurentiuskerk” een bestek met nr. TDD2014-32 werd opgesteld;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 15.000,00 (BTW incl.);
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de
onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
Overwegende dat kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 079004 Kerkfabriek St. Laurentius (AR
2140007); dat de nodige kredieten voor het ereloon dienen te worden voorzien bij budgetwijziging;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek nr. D2014-32 tot aanstellen van een architect voor het inrichten van de sacristie,
stooklokaal en het opfrissen van lokalen in de St. Laurentiuskerk, opgesteld door de
Technische Dienst, goed te keuren.
Art.2.-
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in
de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Art.3.-
De raming bedraagt € 15.000,00 (BTW incl.).
Art.4.-
De opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.5.-
11
36
Kennis van dit besluit te geven aan de technische dienst, de kerkfabriek St. Laurentius, het
diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN ONZE-LIEVE-VROUWSTRAAT - ONTWERP.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en art. 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. college van
burgemeester en schepenen dd. 2 juni 2014 houdende goedkeuring van het voorontwerp wegen- en
rioleringswerken Vernieuwen Onze-Lieve-Vrouwstraat dd. dd. 21 mei 2014;
Overwegende dat er voor de rioleringswerken geen gewestbijdrage wordt aangevraagd; dat de
rioleringswerken + de wegenwerken boven de riolering in de meetstaat zijn opgenomen in een deel 2
ten laste van de IWVA; dat de kosten ten laste van de IWVA worden geraamd op € 499.095,81 (BTW
0%);
Overwegende dat de Onze-Lieve-Vrouwstraat wordt her ingericht met een rijweg 5,50 m breed
(excl. greppels) met aan weerszijden een parking 2,20 m of 6 m breed in mozaïekkeien; dat het trottoir
met variabele breedte (minimum 1,50 m) wordt aangelegd in natuursteentegels;
Overwegende dat het openbaar domein tussen de Onze-Lieve-Vrouwstraat/Astridlaan/Oude
Veurnevaartstraat wordt her ingericht als een plein met een verharding in mozaïekkeien en
natuursteentegels; dat de parkeervakken er worden aangeduid in grijze mozaïekkeien;
Overwegende dat er een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd; dat overeenkomstig de
milieuwetgeving alle afkoppelingswerken van de aanpalende woningen samen met de openbare
werken zullen gebeuren; dat de stad een toelage voorziet voor de kosten van de afkoppelingswerken;
Overwegende dat de kostenraming en verdeelsleutel bij het ontwerp dd. 30 juni 2014 als volgt
wordt samengevat:
Aandeel Stad
Aandeel
IWVA
Totaal
Deel 1 Hoofdstuk I
Wegenwerken
100% stad + 0% IWVA
598.509,54
0,00
598.509,54
Deel 2 Hoofdstuk II
Rioleringswerken +
wegeniswerken boven
rioleringssleuf
0% stad + 100% IWVA
0,00
499.095,81
499.095,81
Totaal
598.509,54
499.095,81
1.097.605,35
BTW 21%
125.687,00
0,00
125.687,00
Algemeen Totaal
724.196,54
499.095,81
1.223.292,35
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 020000 wegen;
Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.3.1.5. ‘Her aanleg diverse straten in
Nieuwpoort-stad’;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
37
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het ontwerp wegen- en rioleringswerken Onze-Lieve-Vrouwstraat dd. 20 augustus 2014 goed
te keuren.
Art.2.-
De kosten van de werken te ramen op € 1.223.292,35 (BTW incl.), zijnde € 598.509,54 (BTW
excl.) + 125.687,00 (BTW 21%) ten laste van de stad Nieuwpoort en € 499.095,81 (BTW
excl.) ten laste van de IWVA.
Art.3.-
De werken worden gegund bij openbare aanbesteding.
Art.4.-
Volgende voorwaarden zijn van toepassing op deze opdracht:

het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van
de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, incl. errata en
aanvullingen;
 het standaardbestek 250 voor de wegenbouw;
 het bijzonder bestek en de samenvattende meetstaat;
 het bij dit bestek horende model van inschrijving en de bijgevoegde samenvattende
opmetingsstaat;
 de plannen horende bij het bijzonder bestek;
 het veiligheids- en gezondheidsplan;
 het A.R.A.B.;
 de CODEX;
 het A.R.E.I.;
 de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van
hun werk (B.S. 19 september 1996) en het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende
de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 07 februari 2001);
 het technisch verslag grondverzet met bijhorende conform verklaring;
Art.5.- Kennis van dit besluit te geven aan de technische dienst cel wegen, het diensthoofd reken- en
belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Vervoegt de zitting: Bert Gunst, Schepen.
12 BUITENGEWOON ONDERHOUD - SNOEIEN VAN STRAATBOMEN IN DE CARDIJNLAAN EN
HET AFVOEREN VAN HET HAKSELHOUT NAAR HET CONTAINERPARK VAN NIEUWPOORT.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 18 augustus
2014 betreffende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze voor besluitvorming
aan de gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op het bestek TD/D2014-24, Nieuwpoort – buitengewoon onderhoud - snoeien van
straatbomen in de J. Cardijnlaan en het afvoeren van het hakselhout naar het containerpark van
Nieuwpoort;
Gelet op de kostenraming van de werken ten bedrage van € 20.000,00 (BTW incl.);
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 068000 Groene ruimte (AR
6103100);
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
38
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/D2014-24, Nieuwpoort – buitengewoon onderhoud - snoeien van straatbomen
in de J. Cardijnlaan en het afvoeren van het hakselhout naar het containerpark van
Nieuwpoort, met kostenraming € 20.000,00 (BTW incl.) te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
De opdracht snoeien van straatbomen in de J. Cardijnlaan en het afvoeren van het
hakselhout naar het containerpark van Nieuwpoort te gunnen bij onderhandelingsprocedure
zonder voorafgaande bekendmaking.
Art.3.-
Het gunningscriterium van de aannemingsvoorwaarden vast te stellen op de laagste globale
prijs.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst - cel uitvoering, de
technische dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Rathé of het niet goedkoper zou zijn als de
stadsdiensten het hakselhout zelf zouden wegvoeren.
De Burgemeester antwoordt dat we niet steeds stand-by kunnen zijn gezien de aannemer vrij zijn
moment van uitvoering kan bepalen.
Raadslid Priem vraagt of er geen expertise bij de groendienst is om dergelijke werken volledig zelf uit t
voeren.
De Burgemeester antwoordt dat de stad niet over de machines en de know-how beschikt om dit op
dergelijke grote schaal te doen. De aangestelde firma’s zijn specialisten in snoei- en rooiwerken.
13 BUITENGEWOON ONDERHOUD - SNOEIEN VAN STRAATBOMEN IN DE
DUDENHOFENLAAN EN HET AFVOEREN VAN HET HAKSELHOUT NAAR HET
CONTAINERPARK VAN NIEUWPOORT.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 18 augustus
2014 betreffende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze voor besluitvorming
aan de gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op het bestek TD/D2014-08, Nieuwpoort – buitengewoon onderhoud - snoeien van
straatbomen in de Dudenhofenlaan en het afvoeren van het hakselhout naar het containerpark van
Nieuwpoort;
Gelet op de kostenraming van de werken ten bedrage van € 20.000,00 (BTW incl.);
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 068000 groene ruimte (AR
6103100);
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/D2014-08, Nieuwpoort – buitengewoon onderhoud - snoeien van straatbomen
in de Dudenhofenlaan en het afvoeren van het hakselhout naar het containerpark van
Nieuwpoort, met kostenraming € 20.000,00 (BTW incl.) te aanvaarden en goed te keuren.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
39
Art.2.-
De opdracht snoeien van straatbomen in de Dudenhofenlaan en het afvoeren van het
hakselhout naar het containerpark van Nieuwpoort te gunnen bij onderhandelingsprocedure
zonder voorafgaande bekendmaking.
Art.3.-
Het gunningscriterium van de aannemingsvoorwaarden vast te stellen op de laagste globale
prijs.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan diensthoofd technische dienst – cel uitvoering, de
technische dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
14
LEVEREN EN AANPLANTEN VAN STRAATBOMEN.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 18 augustus
2014 betreffende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze voor besluitvorming
aan de gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op het bestek TD/D2014-30, Nieuwpoort – leveren en aanplanten straatbomen voor de F.
Courtenslaan (20 stuks), F. Gheeraertlaan (18 stuks) en de bloembakken Sint-Bernardusplein (20
stuks);
Gelet op de kostenraming van de werken ten bedrage van € 25.000,00 (BTW incl.);
Overwegende dat de nodige kredieten dienen te worden voorzien onder beleidsitem 068000
Groene ruimten (AR 2242000);
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/D2014-30, Nieuwpoort – leveren en aanplanten van straatbomen, met
kostenraming € 25.000,00 (BTW incl.) te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
De opdracht Nieuwpoort – leveren en aanplanten van straatbomen, te gunnen bij
onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art.3.-
Het gunningscriterium voor de onderhandelingsprocedure vast te stellen op de laagste
globale prijs.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst – cel uitvoering, de
technische dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt vraagt raadslid Rousseau waar de bloembakken zullen geplaatst
worden op het Leopoldplein.
De Burgemeester antwoordt dat de bloembakken zullen worden voorzien voor de kerk, in feite niet op
het Leopoldplein maar op het Sint-Bernardusplein;
15 SNOEIEN VAN HOOGSTAMMEN VERSPREID OP HET GRONDGEBIED NIEUWPOORT –
2014.
De Raad,
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
40
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 18 augustus
2014 betreffende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze voor besluitvorming
aan de gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op het bestek TD/D2014-25, Nieuwpoort – snoeien van hoogstammen verspreid op het
grondgebied Nieuwpoort - 2014;
Gelet op de kostenraming van de werken ten bedrage van € 35.000,00 (BTW incl.);
Overwegende dat de nodige kredieten te voorzien zijn onder beleidsitem 068000 Groene ruimten
(AR 6103100);
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/D2014-25, Nieuwpoort – snoeien van hoogstammen verspreid op het
grondgebied Nieuwpoort, met kostenraming € 35.000,00 (BTW incl.) te aanvaarden en goed
te keuren.
Art.2.-
De opdracht snoeien van hoogstammen verspreid op het grondgebied Nieuwpoort, te gunnen
bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art.3.-
Het gunningscriterium voor de onderhandelingsprocedure vast te stellen op de laagste
globale prijs.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst – cel uitvoering, de
technische dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
16 ROOIEN VAN HOOGSTAMMEN VERSPREID OP HET GRONDGEBIED NIEUWPOORT –
2014.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels
van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 25 augustus
2014 betreffende vaststelling van de aannemingsvoorwaarden en gunningswijze voor besluitvorming
aan de gemeenteraad voor te leggen;
Gelet op het bestek TD/D2014-27, Nieuwpoort – rooien van hoogstammen verspreid op het
grondgebied Nieuwpoort - 2014;
Gelet op de kostenraming van de werken ten bedrage van € 40.000,00 (BTW incl.);
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
41
Overwegende dat de nodige kredieten te voorzien zijn onder beleidsitem 068000 Groene ruimten
(AR 6103100);
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/D2014-27, Nieuwpoort – rooien van hoogstammen verspreid op het
grondgebied Nieuwpoort, met kostenraming € 40.000,00 (BTW incl.) te aanvaarden en goed
te keuren.
Art.2.-
De opdracht rooien van hoogstammen verspreid op het grondgebied Nieuwpoort, te gunnen
bij onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art.3.-
Het gunningscriterium voor de onderhandelingsprocedure vast te stellen op de laagste
globale prijs.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst – cel uitvoering, de
technische dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
17 VERNIEUWEN VAN DE ZEEDIJK FASE 5 VAK MEEUWENLAAN/LEOPOLDPLEIN –
LEVEREN, PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN OPENBARE VERLICHTING (12 STUKS).
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 24 september 2012,
houdende de goedkeuring van het voorontwerpdossier van de opdracht TD/D2012-59: Vernieuwen
van de Zeedijk fase 5 vak Meeuwenlaan/Leopoldplein voor een totaal ramingsbedrag van
€ 1.462.890,21 (BTW incl.), zijnde € 869.514,71 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort en
€ 593.375,49 (BTW incl.) ten laste van de Vlaamse overheid, Agentschap Maritieme Dienstverlening
en Kust, Afdeling Kust;
Gelet op het raadsbesluit dd. 28 maart 2013, houdende de goedkeuring van het definitief
ontwerpdossier van de opdracht TD/D2012-59: Vernieuwen van de Zeedijk fase 5 vak
Meeuwenlaan/Leopoldplein met bijhorend ramingsbedrag van € 1.490.386,64 (BTW incl.), zijnde
€ 875.705,69 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort, € 20.705,90 ten laste van de I.W.V.A. en
€ 593.975,05 (BTW incl.) ten laste van de Vlaamse overheid, Agentschap Maritieme Dienstverlening
en Kust, Afdeling Kust;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 10 februari 2014,
houdende de gunning aan de n.v. D. Seru & Zonen, Bedrijvenlaan 14 8630 Veurne en de goedkeuring
van het aandeel van de stad Nieuwpoort ten bedrage van € 710.033,68 (BTW excl., medecontractant)
ofwel € 859.140,75 (BTW incl.) voor de opdracht TD/D2012-59: Vernieuwen van de Zeedijk fase 5 vak
Meeuwenlaan/Leopoldplein;
Overwegende dat het aangewezen is om de openbare verlichting tijdens de vernieuwing van de
Zeedijk tussen de Meeuwenlaan en het Leopoldplein mee te vernieuwen;
Overwegende dat er geen kerstverlichtingskabel wordt voorzien;
Overwegende dat voor Nieuwpoort Gaselwest, Ter Waarde 90, 8900 Ieper voor het laagspanningsen openbaar verlichtingsnet in staat;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
42
Overwegende dat de kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van nieuwe openbare
verlichting (12 stuks) op de Zeedijk tussen de Meeuwenlaan en het Leopoldplein kunnen geraamd
worden op € 85.205,34 (BTW incl.);
Overwegende dat er identieke openbare verlichtingspalen worden voorzien zoals in het reeds
vernieuwde gedeelte van de Zeedijk: verlichtingstoestel type Albany Large CDOTT 70W-dubbele
coating + sierpaal met bovengrondse lengte 4,230 m, kleur RAL9010;
Overwegende dat de opdracht gegund wordt bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure;
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 067000 Straatverlichting
(AR 2251007);
Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.3.1.1 verdere heraanleg Zeedijk;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het voorstel om op de Zeedijk tussen de Meeuwenlaan en het Leopoldplein nieuwe openbare
verlichting te plaatsen te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
De kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van de nieuwe openbare verlichting (12
stuks) op de Zeedijk tussen de Meeuwenlaan en het Leopoldplein te ramen op € 85.205,34
(BTW incl.).
Art.3.-
De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, diensthoofd reken- en
belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
18 VERNIEUWEN VAN DE GOETHALSSTRAAT, LEFEBVRESTRAAT EN
VLAANDERENSTRAAT TUSSEN DE ZEEDIJK EN DE ALBERT I LAAN – LEVEREN, PLAATSEN
EN AANSLUITEN VAN OPENBARE VERLICHTING (6 STUKS) EN KERSTVERLICHTINGSKABEL.
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels;
Gelet op de vraag van het college van burgemeester en schepenen om de Goethalsstraat,
Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de Zeedijk en de Albert I laan te vernieuwen;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 5 mei 2014, houdende de
goedkeuring van het voorontwerpdossier TD/D2013-40 Vernieuwen van de Goethalsstraat,
Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de Zeedijk en de Albert I laan voor een ramingsbedrag van
€ 551.215,46 (BTW incl.), zijnde € 303.426,96 (BTW excl.) ofwel € 367.146,62 (BTW incl.) ten laste
van de stad Nieuwpoort en € 184.068,84 (BTW excl.) ten laste van de I.W.V.A.;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 mei 2014, houdende de goedkeuring van het ontwerpdossier
TD/D2013-40 Vernieuwen van de Goethalsstraat, Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de
Zeedijk en de Albert I laan voor een ramingsbedrag van € 551.215,46 (BTW incl.), zijnde € 303.426,96
(BTW excl.) ofwel € 367.146,62 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort en € 184.068,84 (BTW
excl.) ten laste van de I.W.V.A.;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
43
Overwegende dat het aangewezen is om de openbare verlichting tijdens de vernieuwing van de
Goethalsstraat, Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de Zeedijk en de Albert I laan mee te
vernieuwen;
Overwegende dat er een kerstverlichtingskabel wordt voorzien;
Overwegende dat voor Nieuwpoort Gaselwest, Ter Waarde 90, 8900 Ieper voor het laagspanningsen openbaar verlichtingsnet in staat;
Overwegende dat de kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van nieuwe openbare
verlichting en kerstverlichtingskabel in de Goethalsstraat, Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen
de Zeedijk en de Albert I laan kunnen geraamd worden op € 29.912,80 (BTW incl.);
Overwegende dat de volgende type openbare verlichtingspalen worden voorzien: type Albany met
leds, paalhoogte 4m, kleur RAL9010;
Overwegende dat de opdracht gegund wordt bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure;
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 067000 Straatverlichting
(AR 2251007);
Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.3.1.7 heraanleg zijstraten Zeedijk;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het voorstel om in de Goethalsstraat, Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de Zeedijk
en de Albert I laan nieuwe openbare verlichting en een kerstverlichtingskabel te plaatsen te
aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
De kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van de nieuwe openbare verlichting en
een kerstverlichtingskabel in de Goethalsstraat, Lefebvrestraat en Vlaanderenstraat tussen de
Zeedijk en de Albert I laan te ramen op € 29.912,80 (BTW incl.).
Art.3.-
De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
19 VERNIEUWEN VAN DE PIETER BRAECKELAAN TUSSEN E. COPPIETERSSTRAAT EN J.
VAN CLICHTHOVENSTRAAT – LEVEREN, PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN OPENBARE
VERLICHTING (8 STUKS).
De Raad,
Gelet op art. 42, 43 § 2-11° en 252 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoeringsregels;
Gelet op het raadsbesluit dd. 26 december 2013, houdende de vaststelling van de
aannemingsvoorwaarden en gunningswijze van het dossier TD/D2010-69: Vernieuwen van de Pieter
Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van Clichthovenstraat en het bijhorende ramingsbedrag
van € 381.858,04 (BTW incl.), zijnde € 218.315,79 (BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort en
€ 163.542,25 (BTW excl.) ten laste van de I.W.V.A.;
Gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van de I.W.V.A. houdende de goedkeuring van het
dossier TD/D2010-69: Vernieuwen van de Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
44
Clichthovenstraat en het bijhorende ramingsbedrag van € 381.858,04 (BTW incl.), zijnde € 218.315,79
(BTW incl.) ten laste van de stad Nieuwpoort en € 163.542,25 (BTW excl.) ten laste van de I.W.V.A.;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 13 januari 2014,
houdende de goedkeuring van publicatie van de openbare aanbesteding voor het dossier TD/D201069: Vernieuwen van de Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van Clichthovenstraat;
Overwegende dat het aangewezen is om de openbare verlichting tijdens de vernieuwing van de
Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van Clichthovenstraat mee te vernieuwen;
Overwegende dat er geen kerstverlichtingskabel wordt voorzien;
Overwegende dat voor Nieuwpoort Gaselwest, Ter Waarde 90, 8900 Ieper voor het laagspanningsen openbaar verlichtingsnet in staat;
Overwegende dat de kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van nieuwe openbare
verlichting in de Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van Clichthovenstraat kunnen
geraamd worden op € 8.350,33 (BTW incl.);
Overwegende dat er identieke openbare verlichtingspalen worden voorzien zoals in de
Arsenaalstraat, nl. type Luma met leds, paalhoogte 5 m, kleur RAL9010;
Overwegende dat de opdracht gegund wordt bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure;
Overwegende dat de nodige kredieten dienen te worden voorzien zijn onder beleidsitem 067000
Straatverlichting (AR 2251007 – geen budget voorzien voor deze straat);
Overwegende dat deze uitgave kadert onder actie 2.3.1.5 Heraanleg diverse straten Nieuwpoortstad;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het voorstel om in de Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van
Clichthovenstraat nieuwe openbare verlichting te plaatsen te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
De kosten voor het leveren, plaatsen en aansluiten van de nieuwe openbare verlichting in de
Pieter Braeckelaan tussen E. Coppietersstraat en J. Van Clichthovenstraat te ramen op
€ 8.350,33 (BTW incl.) (8 stuks).
Art.3.-
De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan het diensthoofd technische dienst, het diensthoofd rekenen belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
20
AANVAARDING SCHENKING MARC AMERY.
De Raad,
Gelet op art. 42 en 43 § 13 van het gemeentedecreet houdende de aanvaarding van schenkingen
door de gemeenteraad;
Overwegende dat de heer Marc Amery, thans wonende in de Pacificatielaan 15 9000 Gent, op 29
juli 2014 aan de heer Walter Lelièvre, stadsarchivaris van de stad Nieuwpoort, 3 schilderijen heeft
overhandigd met de bedoeling deze werken gratis te schenken aan het Stadsbestuur van Nieuwpoort;
Overwegende dat de desbetreffende schilderijen: “Zicht op Nieuwpoort” van de hand van Auguste
Oleffe en “Kerstgebeuren te Nieuwpoort” (1975) & “De uitvaart van Karel R. Berquin” (1975) van de
hand van Georges Tahon relevante aanwinsten voor het kunstpatrimonium van de Stad Nieuwpoort
zijn;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
Art.1.-
De schenking van de heer Marc Amery, namelijk het schilderij “Zicht op Nieuwpoort” van de
hand van Auguste Oleffe en “Kerstgebeuren te Nieuwpoort” & “De uitvaart van Karel R.
Berquin” van de hand van Georges Tahon te aanvaarden.
Art.2.-
Kennis van dit besluit te geven aan de stadsarchivaris en de Cultuurfunctionaris.
21
45
AANVAARDING SCHENKING CHRISTIAN BOUTE.
De Raad,
Gelet op art. 42 en 43 § 13 van het gemeentedecreet houdende de aanvaarding van schenkingen
door de gemeenteraad;
Gelet op de brief van de heer Christian Boute dd. 11 juli 2014 betreffende de schenkingen die hij
gratis aan het Stadsbestuur heeft geschonken en het aanbrengen van een naamplaatje op zijn
schenkingen;
Overwegende dat de heer Christian Boute reeds enkele jaren geleden de desbetreffende
schenkingen, namelijk een schilderij van Koning Albert I van de hand van Gaston Geleyn, een
borstbeeld van Koning Albert I van de hand van Thomas Vinçotte & een borstbeeld van Koningin
Elisabeth van de hand van Samuel Charles aan het Stadsbestuur heeft overhandigd;
Overwegende dat op zijn geschonken borstbeelden een naamplaatje is aangebracht;
Overwegende dat het aanbrengen van een dergelijk naamplaatje geen schade aan het schilderij
van Koning Albert I van de hand van Gaston Geleyn kan berokkenen;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
De schenking van de heer Christian Boute, namelijk een schilderij van Koning Albert I van de
hand van Gaston Geleyn, een borstbeeld van Koning Albert I van de hand van Thomas
Vinçotte & een borstbeeld van Koningin Elisabeth van de hand van Samuel Charles te
aanvaarden.
Art.2.-
Het aanbrengen van een naamplaatje op het schilderij van Koning Albert I van de hand van
Gaston Geleyn goed te keuren.
Art.3.-
Kennis van dit besluit te geven aan de stadsarchivaris en de Cultuurfunctionaris.
22
VASTSTELLEN GRONDREGLEMENT BRANDWEER.
De Raad,
Gelet op art. 27, 42, 43 en 253 § 1 van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1967, houdende, voor de vredestijd, organisatie van
de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van
brand;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke
reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten;
Gelet op het raadsbesluit dd. 8 oktober 1998 houdende de vaststelling van het grondreglement van
de brandweer, gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 12 juni 2003, 14 oktober 2004, 26 oktober 2006, 21
augustus 2008 en 18 november 2010;
Gelet op het protocol, houdende de wijziging van het grondreglement van de brandweer,
afgesloten met de representatieve vakorganisaties;
Overwegende dat in overleg met de representatieve vakorganisaties een ontwerp van wijziging
werd opgesteld, dat enkel in artikel 6 een wijziging wordt voorgesteld, m.n. het optrekken van het
aantal beroeps brandweermannen van 3 naar 4;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
46
Overwegende dat voorgesteld wordt het grondreglement brandweer, vastgelegd bij raadsbesluit
dd. 8 oktober 1998 gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 12 juni 2003, 14 oktober 2004, 26 oktober 2006,
21 augustus 2008 en 18 november 2010, op te heffen; dat voorgesteld wordt het grondreglement
brandweer opnieuw vast te stellen op basis van bovenstaand ontwerp van wijziging;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het raadsbesluit dd. 8 oktober 1998 houdende de vaststelling van het grondreglement van de
brandweer; gewijzigd bij raadsbesluiten dd. 12 juni 2003, 14 oktober 2004, 26 oktober 2006,
21 augustus 2008 en 18 november 2010 wordt opgeheven.
Art.2.-
Het grondreglement als volgt te hervaststellen:
HOOFDSTUK I- ORGANISATIE, TAAK EN SAMENSTELLING VAN DE
BRANDWEERDIENST
Art.1.- De brandweerdienst behoort tot de categorie Z. Hij is een vrijwilligersdienst.
Art.2.- Onverminderd de bevoegdheden van de burgemeester, wordt de dienst geleid door de
officier-dienstchef. Deze draagt, in het raam van dit organiek reglement, van het
reglement van orde en van de onderrichtingen die hem door de burgemeester worden
verstrekt, de verantwoordelijkheid voor de organisatie, de goede werking en de tucht
van de dienst.
Bij afwezigheid van de dienstchef worden diens bevoegdheden door de aanwezige
officier, of bij diens ontstentenis, door de aanwezige onderofficier met de hoogste graad
uitgeoefend.
Bij gelijkheid van graad wordt het bevel gevoerd door de officier of, bij diens ontstentenis, door de onderofficier met de meeste graadanciënniteit.
Art.3.- De brandweerdienst is belast met de taken die hem opgedragen zijn krachtens de
wetten en reglementen inzake brandweerbestrijding en brandvoorkoming; in het
bijzonder het Koninklijk Besluit van 7 april 2003 tot verdeling van de opdrachten inzake
civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de
civiele bescherming
De leden van de brandweerdienst mogen als zodanig niet ingezet worden voor andere
taken dan die welke voor die dienst vastgesteld zijn.
Art.4.- De dienst wordt derwijze georganiseerd dat voldoende manschappen (personeel en
kaders) te allen tijde klaar staan om binnen de kortst mogelijke tijd op te treden.
Het beroepspersoneel is, wat zijn prestaties betreft, onderworpen aan de dienstregeling
opgemaakt door de gemeenteraad.
Art.5.- De leden van de dienst kunnen door de officier-dienstchef of zijn plaatsvervanger
opgeroepen worden in de volgende gevallen:
1. voor hun verplichte theoretische en praktische opleiding, voor de oefeningen waarvan
het minimum aantal op twaalf per jaar wordt vastgesteld en voor inspecties;
2. voor elke interventie of taak die tot de opdrachten van de brandweerdienst behoort;
3. zij kunnen eveneens voor dienstnoodwendigheden door de burgemeester worden
opgeroepen.
Art.6.- De brandweerdienst omvat het volgende personeel (rekening houdend met de minima
voorzien bij bijlage 1 van het koninklijk besluit van 08 november 1967 houdende, voor
de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en
coördinatie van de hulpverlening in geval van brand. B.S. 19.06.1971):
Categorie
I operatief personeel
1. officier-dienstchef
1
Graad
Beroeps
kapitein
1
Als de graad van luitenant of onderluitenant niet is ingevuld.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
1
Vrijwilligers
0
-blz
2. officieren
3. onderofficieren
4. korporaals
5. brandweermannen
III
personeel
bijzondere taken
1. Off.-geneesheer
47
2
luitenant of
onderluitenant
adjudant
1
1
sergeant-majoor of
eerste sergeant of
sergeant
}
3
3
2
}
14
korporaal
brandweerman
4
1
4
met
luitenant of O.Lt
HOOFDSTUK II - PERSONEEL
Art.7.- Het beroepspersoneel heeft de hoedanigheid van gemeentepersoneel. Volgende
bepalingen van de rechtspositieregeling zijn van toepassing op het beroepspersoneel:
1) Titel I – afdeling II (algemene bepalingen)
2) Titel III – hoofdstuk VIII – Afdeling I t/m V (evaluatie), met uitzondering van de
officieren waarvoor het Koninklijk Besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de
geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en
bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten,
van toepassing is
3) Titel VII – hoofdstuk IV (betaling van het salaris)
4) Titel VIII – hoofdstuk I (algemene bepalingen
5) Titel VIII – hoofdstuk II – afdeling II en afdeling III (vakantiegeld en eindejaarstoelage)
6) Titel VIII – hoofdstuk V (de vergoeding voor reis- en verblijfkosten)
7) Titel VIII – hoofdstuk VI (de maaltijdchecques – hospitalisatieverzekering,
begrafenisvergoeding)
8) Titel IX – hoofdstuk I, II, IV, V, VI, VIII, IX, Xbis, XI(algemene bepalingen, jaarlijkse
vakantie, bevallingsverlof, het ziekteverlof, disponibiliteit, verlof voor opdracht,
omstanigheidsverlof, loopbaanonderbreking, dienstvrijstelling)
Het vrijwilligerspersoneel heeft die hoedanigheid niet. Tijdens de duur van de prestaties
bij de brandweerdienst valt het onder het stelsel bepaald door dit reglement en de
dienstnemingakte.
Art.8.- opgeheven ingevolge het art.3 van het Koninklijk Besluit van 14 oktober 1991 (B.S.
11.12.1991).
I. - ANDERE PERSONEELSLEDEN DAN DE OFFICIEREN
SECTIE I – AANWERVING
A. BEPALINGEN VOOR HET BEROEPSPERSONEEL
Art.9.- § 1.- Elke benoeming in vast verband wordt voorafgegaan door een stage die
georganiseerd wordt overeenkomstig de art. 12 tot 15.
§ 2.- Behoudens andersluidende bepalingen betreffende uitsluitingen bijzondere
ambten, geschiedt de aanwerving in de graad van brandweerman.
§ 3.- Aan elke aanwerving (behalve bij beroep op een bestaande werfreserve) gaat een
externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf.
De vacatures worden ten minste in twee verschillende bekendmakingskanalen,
waaronder ten minste het gemeentelijk informatieblad en één persorgaan of
2
Als de graad van kapitein niet is ingevuld.
Als de graad van sergeant-majoor of eerste sergeant of sergeant niet is ingevuld
4
Als de graad van adjudant niet is ingevuld. Max. 1: hetzij een sergeant-majoor, hetzij een eerste sergeant, hetzij een sergeant.
3
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
7
48
1
-blz
48
tijdschrift, bekendgemaakt. Daarnaast worden de vacatures altijd gepubliceerd op
de gemeentelijke website.
Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening
van de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de
bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum
voor de indiening van de kandidaturen wel.
De datum van de verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum
waarop de kandidatuur is ingediend. Voor de datum van verzending geldt de datum
van de poststempel.
De datum van de afgifte van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum
waarop de kandidatuur is ingediend. Bij afgifte wordt de kandidatuur voor ontvangst
getekend. De datum van ondertekening voor ontvangst wordt beschouwd als de
datum van indiening van de kandidatuur.
§ 4.- De aanwervingvoorwaarden, waaraan moet voldaan zijn op de uiterste datum van
kandidaatstelling (tenzij anders vermeld) zijn de volgende:
1. Onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische ruimte of van de
Zwitserse Bondsstaat.
2. Voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het
gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
3. Ten minste 21 jaar zijn;
4. Ten minste 1,60 meter groot zijn;
5. De burgerlijke en politieke rechten genieten;
6. Een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie
waarvoor men solliciteert solliciteren;
Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het
strafregister, dat niet ouder mag zijn dan drie maanden. Als daarop een
ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke
toelichting voorleggen.
7. Woonachtig zijn, uiterlijk zes maanden na het begin van de stage, in een straal
van 5 kilometer rond de brandweerkazerne; Binnen 5 minuten na een oproep
naar de brandweerkazerne kunnen komen gedurende de periodes van wacht;
8. Geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek dat altijd voorafgaat
aan de proeven inzake lichamelijke geschiktheid en selectie, waaraan immers
alleen de voor de dienst geschikt bevonden kandidaten kunnen deelnemen. Het
geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid vinden
plaats na het afsluiten van de kandidatenlijst.
Het geneeskundig onderzoek wordt verricht door de preventieadviseurarbeidsgeneesheer die het college van burgemeester en schepenen aanwijst,
onverminderd de bepalingen die gelden inzake arbeidsgeneeskunde.
De kandidaten moeten:
1) een sterke lichaamsgesteldheid bezitten die hun toelaat vermoeiende en
ononderbroken fysische inspanningen te leveren, de weersgesteldheden te
trotseren, op elk soort terrein te gaan en te lopen, te kruipen, te klimmen, te
springen, te zwemmen, zware lasten te dragen (gewicht van een persoon,
zegge + 70 kg.);
2) mogen niet onderhevig zijn aan duizeligheid;
3) in de hoogste mate aan rook kunnen weerstaan;
4) een gezichtsscherpte hebben, zo nodig met brilglazen van 13/10 voor beide
ogen samen, met een minimum van 3/10 voor het minst goede oog. De
gezichtsscherpte zonder bril mag echter niet minder bedragen dan 5/10 voor
beide ogen samen;
5) voor elk oor een gehoorscherpte hebben die hun toelaat, zonder het dragen
van een gehoorapparaat, een normale conversatie te horen op 2,50m
afstand, de rug naar de onderzoekende geneesheer gekeerd;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
49
6) mogen geen gebrek hebben waardoor hun prestige ernstig in het gedrang
kan komen bij het uitoefenen van hun functie.
Richtlijnen betreffende het medisch onderzoek:
De anamnese dient te slaan op het beroep van de kandidaten, hun
pathologische antecedenten, erfelijke en persoonlijke (ziekten, ongevallen,
eventuele gevolgen), de uitslagen van eventuele vorige geneeskundige onderzoeken.
Het eigenlijk onderzoek dient te omvatten:
- Een algemeen somatisch onderzoek (algemeen uitzicht, littekens,
verminkingen, misvormingen);
- Een onderzoek van het voortbewegingstelsel (skelet, gewrichten, spieren) ;
- Een onderzoek van de hartvaten (hart, pols, bloeddruk, aderspat);
- Een onderzoek van het ademhalingstelsel (neus, keel, luchtpijp, longen);
- Een onderzoek van het abdomen (buik, organen, breuken);
- Een neurologisch onderzoek (Romberg, pupilreflexen, peesreflexen,
cremasterreflexen, tremor);
- Een onderzoek van het psychisme (o.a. algemeen gedrag, emotiviteit);
- Een onderzoek van de endocriene organen (schildklier);
- Een urineonderzoek (eiwit, suiker);
- Een onderzoek van de gezichtsscherpte met en zonder bril (zie voormelde
maatstaven);
- Een onderzoek van het gehoor (zie voormelde maatstaven)
9. Slagen in de proeven inzake lichamelijke geschiktheid. Op die proeven staan
geen punten. De kandidaten moeten slagen in 8 van de 10 proeven; het niet
slagen in de proeven C en E is eliminerend. Voor elke geslaagde deelproef
worden 10 punten toegekend en nul punten voor een niet geslaagde proef. Om
te slagen in de proeven inzake lichamelijke geschiktheid moet men minstens
80/100 bekomen en geslaagd zijn in de proeven C en E.
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de samenstelling van de
selectiecommissie voor de proeven inzake lichamelijke geschiktheid. De
selectiecommissie bestaat uit 4 leden namelijk:
- 1 Voorzitter: een ambtenaar van niveau A
- 2 ambtenaren van niveau B
- 1 secretaris van de selectiecommissie. De secretaris van de
selectiecommissie is een ambtenaar van niveau A
De proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn de volgende:
A. Voorligsteun.
Het lichaam, dat op handen en voeten, steunt, vormt een rechte lijn van de
schouders tot de hielen terwijl de armen loodrecht op de grond staan. Tijdens de
oefening moet de borst de grond lichtjes raken. Armen buigen/strekken 10 maal.
B. Buigen van de armen.
In hang aan de boom of brug, de handen in pronatie, d.w.z. de palm naar
binnen. Het toestel wordt op zulk danige hoogte geplaatst dat de voeten de
grond niet raken. Voor de goede uitvoering is vereist dat de kin boven de brug
uitkomt 4 maal.
C. Evenwicht.
Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan. De proef gebeurt op een
balk van 7 tot 10 cm breed 3,5 m lang, geplaatst op een hoogte van 1,2 m. Vrije
manier van op- en afstijgen. De proef wordt gechronometreerd bij het geven van
het signaal wanneer de kandidaat zich in evenwicht op de balk gesteld heeft.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
50
De chronometer wordt stilgelegd bij het einde van het parcours, voor de
kandidaat het toestel afstijgt, de voet voorwaarts gestrekt op het uiteinde van de
boom: in 8".
D. 4 meter touwklimmen.
Twee pogingen met een tussenpoos van 15', worden aan de kandidaat
toegestaan. Het startsein wordt aan de kandidaat gegeven wanneer deze bij het
touw staat, de armen naast het lichaam: in 15".
E. Beklimmen van de luchtladder (20 m).
Twee pogingen met een tussenpoos van 15', worden aan de kandidaat
toegestaan. De start gebeurt aan de voet van de ladder. De kandidaat houdt de
armen langs het lichaam en raakt, tot het startsein, de ladder niet aan. De ladder
heeft een helling van 70°: In 50".
F. Dragen over 50 meter.
Twee pogingen met een tussenpoos van 30', worden aan de kandidaat
toegestaan. De proef bestaat in het dragen van een persoon van hetzelfde
gewicht, op 5 kg na, als de drager.
Hulpgreep bij een arm en een been. Het startsein wordt gegeven aan de
kandidaat wanneer hij de last heeft opgenomen in 30".
G. Lengtesprong, zonder aanloop.
Twee pogingen met een tussenpoos van 5', worden aan de kandidaat
toegestaan. Start: voeten gesloten achter de lijn. De afstand wordt bepaald door
het dichtst bij de startlijn achtergelaten spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel
de grond wordt geraakt 2 meter.
H. Dieptesprong.
De kandidaat start vanuit de strekstand en mag geen tussensteun hebben. Het
neerkomen gebeurt op een tapijt: 2 meter.
I. 600 meter lopen.
In 2’45".
J. Zwemmen 50 meter.
In 80".
10. Houder zijn van een brevet brandweerman uitgereikt door een Provinciaal
Opleidingscentrum voor Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
11. Houder zijn van een rijbewijs B.
12. Houder zijn van een rijbewijs C, van een bewijs van geneeskundige schifting
en deze twee attesten te behalen tegen het einde van de stage periode.
13. Houder zijn van een badge van ambulancier dienst 100.
14. Slagen in een selectieprocedure die bestaat uit:
1) Een schriftelijke proef (50 punten): In de schriftelijke proef wordt de
kandidaat geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens de latere
uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context van de
problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat een oplossing
uitwerkt. De kandidaat mag alle documentatie of wetteksten die hij nodig
acht bij zich hebben op het schriftelijk examen.
2) Een mondeling proef (50 punten): Evaluatie van de overeenstemming van
het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie.
Om als geslaagd te worden beschouwd, moet de kandidaat voor elk
examengedeelte vijftig procent van de punten behalen en zestig procent van
de punten in het totaal.
§ 5.- Het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn
eliminerend en gaan elke andere selectieproef vooraf.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
51
§ 6.- Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de geldigheid van de
voorgelegde bewijzen. Op basis van die beoordeling wordt beslist welke
kandidaten definitief tot de selectieprocedure worden toegelaten. De kandidaten die
geweigerd worden, worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht voor de
aanvang van de selectie met vermelding van de reden voor de weigering.
Voor de deelname aan de selectieprocedure volstaat een kopie of een gewoon
afschrift voor de bewijzen, vermeld in §1 en §2.
Eensluidend verklaarde afschriften worden alleen gevraagd aan de kandidaten die
geslaagd zijn voor de selectie.
§ 7.- De selecties voor het slagen in de selectieprocedure vermeld in § 4 punt 14 worden
uitgevoerd door een selectiecommissie.
Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene
regels:
1. De selectiecommissie bestaat uit ten minste 5 leden, namelijk:
1) 2 brandweerofficieren
2) 2 ambtenaren van niveau A waarvan 1 ambtenaar voorzitter is
3) 1 secretaris van de selectiecommissie. De secretaris van de
selectiecommissie is een ambtenaar van niveau A
2. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en
schepenen kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een
selectieprocedure voor het eigen gemeentebestuur;
3. De examencommissie kan maar geldig beraadslagen als minstens 3 leden
aanwezig zijn. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen.
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en
wettelijke voorschriften bij selecties:
1. Onafhankelijkheid;
2. Onpartijdigheid;
3. Non- discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of
etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd,
gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing,
burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de nondiscriminatiewetgeving;
4. Respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor
hun private levenssfeer;
5. Geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de
anonimiteit van de proeven;
6. Verbod op belangenvermenging;
7. Niemand mag als lid van een selectiecommissie fungeren voor een
wervingsexamen waaraan een bloed - of aanverwant tot in de derde graad
deelneemt.
De selectiecommissie wordt geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in zijn
taak bijgestaan door een secretaris die enkel logistieke steun verleent.
Elke selectiecommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en leden die allen
nominatief door het college van burgemeester en schepenen worden aangesteld.
De secretaris van de selectiecommissie kan de gemeentesecretaris vragen om een
personeelslid aan te duiden die zal instaan voor de bewaking van de diverse
examenverrichtingen en administratieve ondersteuning tijdens de
selectieprocedure. Dit personeelslid maakt geen deel uit van de selectiecommissie.
De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het verslag
vermeldt per kandidaat het resultaat. De selectiecommissie maakt bij de afsluiting
van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de deelresultaten
van de kandidaten en van hun eindresultaat.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
52
§ 8.- De raadsleden, de schepenen, de burgemeester en de afgevaardigden van de
representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen
aanwezig zijn. Enkel de leden van de selectiecommissie zijn aanwezig bij het
opmaken van de examenvragen, bij het geven van de punten aan de kandidaten
en bij het eventueel delibereren van de uitslag van de examens
§ 9.- De selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de geslaagde of
geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores.
De laureaten die niet tot de stage worden toegelaten, worden in een
wervingsreserve opgenomen, waarvan de geldigheidsduur 1 jaar bedraagt. De
aanstellende overheid kan de geldigheidsduur verlengen met één jaar.
De wervingsreserve vangt aan op de datum van de beslissing van de aanstellende
overheid van de rangschikking van de geslaagde kandidaten.
§ 10.- De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte
gebracht.
De examens starten steeds om 9 uur en eindigen om 13 uur.
De examenvragen worden definitief vastgelegd op dezelfde dag van het examen.
De kandidaten worden ten minste tien kalenderdagen op voorhand geïnformeerd
over de plaats, de dag en het uur waarop de eerste selectieproef wordt
afgenomen. Die mededeling gebeurt met behulp van een brief.
De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de
selectie. Kandidaten of hun gevolmachtigde hebben op hun verzoek toegang tot
de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van
26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
§ 11.- De gemeenteraad stelt de kandidaat aan die tot de stage wordt toegelaten.
B. BEPALINGEN VOOR HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL BRANDWEERMANNEN
Art.10.- § 1.- Elke effectieve indiensttreding wordt voorafgegaan door een stage, die
georganiseerd wordt overeenkomstig de art. 12 tot 15. De aanwerving geschiedt
in de graad van brandweerman.
Elke aanwerving (behalve voor de geslaagde kandidaten in een bestaande
werfreserve) gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot
kandidaten vooraf. De vacatures worden in het gemeentelijk informatieblad
‘Nieuwpoort uw stad’ of via de website Nieuwpoort bekendgemaakt.
§ 2.- De aanwervingvoorwaarden voor de graad van brandweerman zijn de volgende:
1. Onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische ruimte of van
de Zwitserse Bondsstaat.
2. Woonachtig zijn, uiterlijk zes maanden na het begin van de stage, in een straal
van 5 kilometer rond de brandweerkazerne;
Een lid van de brandweer dat niet voldoet aan de woonplaatsverplichting maar
toch over de mogelijkheid beschikt om binnen een zeer korte tijdspanne na een
oproep de brandweerkazerne te bereiken kan aan de gemeenteraad een
afwijking op de woonplaatsverplichting vragen. De gemeenteraad kan rekening
houdend met de omstandigheden van het individueel geval een afwijking op de
woonplaatsverplichting toestaan.
3. Voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het
gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
4. Ten minste 18 jaar zijn;
5. Ten minste 1,60 m groot zijn;
6. De burgerlijke en politieke rechten genieten;
7. Een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie
waarvoor men solliciteert solliciteren;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
53
Het passend gedrag wordt getoetst aan de hand van een uittreksel uit het
strafregister, dat niet ouder mag zijn dan drie maanden. Als daarop een
ongunstige vermelding voorkomt, mag de kandidaat daarover een schriftelijke
toelichting voorleggen.
8. Geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek dat altijd voorafgaat
aan de proeven inzake lichamelijke geschiktheid, waaraan immers alleen de
voor de dienst geschikt bevonden kandidaten kunnen deelnemen. Het
geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid
vinden plaats na het afsluiten van de kandidatenlijst;
Het geneeskundig onderzoek wordt verricht door de preventieadviseurarbeidsgeneesheer die het college van burgemeester en schepenen aanwijst,
onverminderd de bepalingen die gelden inzake arbeidsgeneeskunde.
De kandidaten moeten:
1) een sterke lichaamsgesteldheid bezitten die hun toelaat vermoeiende en
ononderbroken fysische inspanningen te leveren, de weersgesteldheden te
trotseren, op elk soort terrein te gaan en te lopen, te kruipen, te klimmen, te
springen, te zwemmen, zware lasten te dragen (gewicht van een persoon,
zegge + 70 kg.);
2) mogen niet onderhevig zijn aan duizeligheid;
3) in de hoogste mate aan rook kunnen weerstaan;
4) een gezichtsscherpte hebben, zo nodig met brilglazen van 13/10 voor beide
ogen samen, met een minimum van 3/10 voor het minst goede oog. De
gezichtsscherpte zonder bril mag echter niet minder bedragen dan 5/10
voor beide ogen samen;
5) voor elk oor een gehoorscherpte hebben die hun toelaat, zonder het dragen
van een gehoorapparaat, een normale conversatie te horen op 2,50m
afstand, de rug naar de onderzoekende geneesheer gekeerd;
6) mogen geen gebrek hebben waardoor hun prestige ernstig in het gedrang
kan komen bij het uitoefenen van hun functie.
Richtlijnen betreffende het medisch onderzoek:
De anamnese dient te slaan op het beroep van de kandidaten, hun
pathologische antecedenten, erfelijke en persoonlijke (ziekten, ongevallen,
eventuele gevolgen), de uitslagen van eventuele vorige geneeskundige onderzoeken.
Het eigenlijk onderzoek dient te omvatten:
- een algemeen somatisch onderzoek (algemeen uitzicht, littekens,
verminkingen, misvormingen);
- een onderzoek van het voortbewegingstelsel (skelet, gewrichten, spieren) ;
- een onderzoek van de hartvaten (hart, pols, bloeddruk, aderspat);
- een onderzoek van het ademhalingstelsel (neus, keel, luchtpijp, longen);
- een onderzoek van het abdomen (buik, organen, breuken);
- een neurologisch onderzoek (Romberg, pupilreflexen, peesreflexen,
cremasterreflexen, tremor);
- een onderzoek van het psychisme (o.a. algemeen gedrag, emotiviteit);
- een onderzoek van de endocriene organen (schildklier);
- een urineonderzoek (eiwit, suiker);
- een onderzoek van de gezichtsscherpte met en zonder bril (zie voormelde
maatstaven);
- een onderzoek van het gehoor (zie voormelde maatstaven)
9. Slagen in de proeven A, B, C, D, E, F, G, H, I, en J inzake lichamelijke
geschiktheid zoals bepaald in art.9 § 4 – 9 met betrekking tot de bepalingen
voor het beroepspersoneel.
De kandidaten moeten slagen in 8 van de 10 proeven; het niet slagen in de
proeven C en E is eliminerend. Voor elke geslaagde deelproef worden 10
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
54
punten toegekend en nul punten voor een niet geslaagde proef. Om te slagen
in de proeven inzake lichamelijke geschiktheid moet men minstens 80/100
bekomen en geslaagd zijn in de proeven C en E.
§ 3.- De selectie voor de proeven inzake lichamelijke geschiktheid wordt uitgevoerd
door een selectiecommissie.
1.Het college van burgemeester en schepenen bepaalt de samenstelling van de
selectiecommissie voor de proeven inzake lichamelijke geschiktheid. De
selectiecommissie bestaat uit 4 leden, met name:
1) 1 voorzitter: een ambtenaar van niveau A
2) 2 ambtenaren van niveau B
3) 1 secretaris van de selectiecommissie. De secretaris van de
selectiecommissie is een ambtenaar van niveau A
2. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en
schepenen kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een
selectieprocedure voor het eigen gemeentebestuur;
3. De examencommissie kan maar geldig beraadslagen als minstens 3 leden
aanwezig zijn. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid genomen.
Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en
wettelijke voorschriften bij selecties:
1. Onafhankelijkheid;
2. Onpartijdigheid;
3. Non- discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of
etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd,
gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing,
burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de nondiscriminatiewetgeving;
4. Respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor
hun private levenssfeer;
5. Geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de
anonimiteit van de proeven;
6. Verbod op belangenvermenging;
7. Niemand mag als lid van een selectiecommissie fungeren voor een
wervingsexamen waaraan een bloed - of aanverwant tot in de derde graad
deelneemt.
De selectiecommissie wordt geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in zijn
taak bijgestaan door een secretaris.
De secretaris van de selectiecommissie kan de gemeentesecretaris vragen om
een personeelslid aan te duiden die zal instaan voor de bewaking van de diverse
examenverrichtingen en administratieve ondersteuning tijdens de
selectieprocedure. Dit personeelslid maakt geen deel uit van de
selectiecommissie.
De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het
verslag vermeldt per kandidaat het resultaat. De selectiecommissie maakt bij de
afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de
resultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat.
§ 4.- De selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de geslaagde
of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores.
Bij het behalen van gelijk aantal punten moet rekening gehouden worden voor de
rangschikking met volgende criteria in volgorde:
1) het aantal jaren in dienst bij de jeugdbrandweer
1) de oudste geslaagde kandidaat
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
55
De laureaten die niet tot de stage worden toegelaten, worden in een
wervingsreserve opgenomen, waarvan de geldigheidsduur 1 jaar bedraagt. De
aanstellende overheid kan de geldigheidsduur verlengen met één jaar.
De duur van de wervingsreserve vangt aan op de datum van de beslissing van
het college van burgemeester en schepenen nopens de rangschikking van de
kandidaten.
§ 5.- Gedurende de stageperiode moet de kandidaat het brevet "brandweerman"
behalen, afgegeven door een erkend provinciaal centrum voor de opleiding van
de brandweerdiensten.
Art.11.- De ledenvrijwilligers ondertekenen, voor hun indiensttreding als stagiair, een
dienstnemingcontract voor de duur van de stage. Zij kunnen hun dienstneming ten
allen tijde verbreken met één maand opzegging.
Het dienstnemingcontract dat de ledenvrijwilligers als stagiair tegentekenen, vermeldt:
1. de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum, evenals de woonplaats;
2. de dag met ingang waarvan de vrijwilliger in dienst is genomen;
3. de graad en de vergoeding welke de vrijwilliger wordt toegekend;
4. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis arbeidsongevallen;
5. de ontvangstmelding van een uittreksel uit de polis overlijdensverzekering;
6. de verklaring van kennisname van en onderwerping aan het organiek reglement en
het reglement van orde.
SECTIE II - STAGE EN OPLEIDING.
Art.12.- Niemand wordt tot de stage toegelaten tenzij hij aan de aanwervingsvoorwaarden
voldoet. De duur van de stage bedraagt één jaar. De stagiairs dienen de opleiding te
volgen die te hunnen behoeve gegeven wordt in de provinciale centra voor de
opleiding van de brandweerdiensten, waar hun het noodzakelijke brevet wordt
uitgereikt.
Art.13.- De dienstchef en de leider van de operaties waken erover dat de stagiairs slechts aan
de operaties deelnemen in de mate dat hun theoretische en praktische vorming zulks
toelaat.
De dienstchef moet voor elke stagiair een stagebegeleider voor goedkeuring aan het
college van burgemeester en schepenen voorstellen .
Indien de stagiair in zijn stageperiode niet goed functioneert moet de stagebegeleider
een functioneringsgesprek met de stagiair houden en dit gesprek schriftelijk vastleggen
en overmaken aan de aanstellende overheid.
Na een stageperiode van 6 maanden moet de stagebegeleider een tussentijds
evaluatieverslag opmaken en overmaken aan de aanstellende overheid. Dit
tussentijds verslag moet genaamtekend zijn door de stagiair en de stagebegeleider.
Art.14.- De samenstelling van de stagecommissie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het
college van burgemeester en schepenen en is samengesteld uit de dienstchef, 1
officier, 1 onderofficier en de stagebegeleider. De stagecommissie maakt aan het einde
van de stage, ten behoeve van de aanstellende overheid, een einde stageverslag op
over iedere stagiair.
Zij stelt voor:
- hetzij de benoeming in vast verband voor een beroepsstagiair of de effectieve
indienstneming voor een stagiair-vrijwilliger;
- hetzij de verlenging van de stage voor een termijn van ten hoogste tweemaal zes
maanden voor beroepspersoneel;
- hetzij de verlenging van de stagetermijn voor de duur van ten hoogste tweemaal zes
maanden voor vrijwilligerspersoneel;
- hetzij de afdanking.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
56
Art.15.- Het in art. 14 bedoelde einde stageverslag wordt aan de belanghebbende schriftelijk
overgemaakt
De stagiair is
1) hetzij akkoord met de inhoud van het stageverslag
1) hetzij niet akkoord met de inhoud van het stageverslag. Het niet akkoord zijn moet
gemotiveerd worden
In beide gevallen moet de stagiair het stageverslag met akkoord of niet akkoord met
motivatie, genaamtekend aan de aanstellende overheid overmaken binnen een termijn
van veertien dagen te rekenen vanaf de datum van de schriftelijke ontvangst van het
stageverslag.
De aanstellende overheidkan na gehoord te hebben de leden van de stagecommissie
en de stagiair, de stagiair indienstnemen hetzij in het beroeps- of vrijwilligerskader.
SECTIE III - BENOEMING, INDIENSTNEMING EN LOOPBAAN.
Art.16.- Op grond van einde-stageverslag kan de stagiair in vast verband benoemd worden als
hij lid is van het beroepspersoneel, of effectief in dienst genomen zo hij vrijwilliger is.
Het dienstnemingcontract dat de vrijwilliger naamtekent bij zijn effectieve
indienstneming, voor de duur van vijf jaar, bevat dezelfde vermeldingen als het
dienstnemingcontract bedoeld in artikel 11.
Deze dienstneming is hernieuwbaar mits gunstig advies van de officier-dienstchef. Het
gunstig of ongunstig advies wordt aan betrokken brandweerman meegedeeld minstens
drie maanden voor het verstrijken van het dienstnemingcontract.
Bij ongunstig advies kan betrokkene vragen om gehoord te worden door de
aanstellende overheid die over contractvernieuwing besluit.
Voor de officieren van de openbare brandweer moet volgens artikel 37 van het KB van
19 april 1999 bij hun definitieve indiensttreding een dienstnemingscontract van
onbepaalde duur worden opgesteld. Dit geldt tevens voor de officieren bekleed met
een hogere graad.
Art.17.- Wanneer een bij bevordering te begeven betrekking openvalt wordt het personeel van
de dienst daarvan door middel van een beslissing van de aanstellende overheid in
kennis gesteld. In deze beslissing worden opgegeven de te vervullen voorwaarden, de
eventuele opgelegde proeven en de stof ervan, alsmede de uiterste datum voor het
indienen van de kandidaturen.
Art.18.- Elke kandidatuur moet rechtstreeks en bij aangetekende brief aan de
Burgemeesterworden gericht.
Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van
de kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de
bekendmaking van de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor
de indiening van de kandidaturen wel.
De datum van de verzending van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum
waarop de kandidatuur is ingediend. Voor de datum van verzending geldt de datum
van de poststempel.
Art.19.- De algemene voorwaarden om toegang te hebben tot de bevorderingsgraad zijn de
volgende:
1. Gunstige evaluatie van de officier-dienstchef; dit advies wordt aan de
belanghebbende schriftelijk medegedeeld en door hem ondertekend; deze beschikt
over een termijn van veertien dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving, om
bezwaar in te dienen bij de aanstelldende overheid. Uiteindelijk beslist de
aanstellende overheid rekening houdend met de bezwaren van de kandidaat, de
inhoud van de evaluatie en na de kandidaat en de officier-dienstchef gehoord te
hebben of de kandidaat kan toegelaten worden tot het bevorderingsexamen
2. Slagen in de lichamelijke proeven zoals bepaald in art. 9 § 4 punt 9 voor de
bevordering tot korporaal en sergeant.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
57
3. Tot een hogere graad kunnen slechts die leden bevorderd worden die houder zijn
van het gevraagde brevet uitgereikt door een erkend opleidingscentrum:
Art.19bis.- § 1.- De bijzondere voorwaarden om toegang te hebben tot de bevorderingsgraad
zijn de volgende voor het beroepspersoneel:
a) Korporaal:
° drie jaar graadanciënniteit hebben als beroepsbrandweerman ;
° houder zijn van het brevet van korporaal uitgereikt door een Provinciaal
Opleidingscentrum voor de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° beschikken over een gunstige evaluatie van de officier-dienstchef;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond te hebben.
° slagen in de sportproeven zoals voorzien in art 9 § 4 punt 9
° slagen in een bevorderingsexamen dat de volgende proeven omvat:
1) Een schriftelijke proef (50 punten): In de schriftelijke proef wordt de
kandidaat geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens
de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context
van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat
een oplossing uitwerkt. De kandidaat mag alle documentatie of
wetteksten die hij nodig acht bij zich hebben op het schriftelijk
examen.
2) Een mondelinge proef (50 punten): Evaluatie van de
overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke
vereisten van de functie.
Om als geslaagd te worden beschouwd, moet de kandidaat voor elk
examengedeelte vijftig procent van de punten behalen en zestig procent
van de punten in het totaal.
b) Sergeant:
° minstens drie jaar graadanciënniteit als beroepskorporaal of zes jaar
gecumuleerde graadanciënniteit als beroepsbrandweerman en/of
beroepskorporaal bezitten.
° houder zijn van het brevet van sergeant uitgereikt door een Provinciaal
Opleidingscentrum voor de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° beschikken over een gunstige evaluatie van de officier-dienstchef;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond te hebben.
° slagen in de sportproeven zoals voorzien in art 9 § 4 punt 9
° slagen in een bevorderingsexamen dat de volgende proeven omvat:
1) Een schriftelijke proef (50 punten): In de schriftelijke proef wordt de
kandidaat geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens
de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context
van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat
een oplossing uitwerkt. De kandidaat mag alle documentatie of
wetteksten die hij nodig acht bij zich hebben op het schriftelijk
examen.
2) Een mondelinge proef (50 punten): Evaluatie van de
overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke
vereisten van de functie.
Om als geslaagd te worden beschouwd, moet de kandidaat voor elk
examengedeelte vijftig procent van de punten behalen en zestig procent
van de punten in het totaal.
c) Adjudant:
° zes jaar graadanciënniteit hebben als beroeps-onderofficier;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
58
° houder zijn van het brevet van adjudant uitgereikt door een Provinciaal
Opleidingscentrum voor de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° beschikken over een gunstige evaluatie van de officier-dienstchef;
° de zes voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond te hebben.
° slagen in een bevorderingsexamen dat de volgende proeven omvat:
1) Een schriftelijke proef (50 punten): In de schriftelijke proef wordt de
kandidaat geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens
de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context
van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat
een oplossing uitwerkt. De kandidaat mag alle documentatie of
wetteksten die hij nodig acht bij zich hebben op het schriftelijk
examen.
2) Een mondelinge proef (50 punten): Evaluatie van de
overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke
vereisten van de functie.
Om als geslaagd te worden beschouwd, moet de kandidaat voor elk
examengedeelte vijftig procent van de punten behalen en zestig procent
van de punten in het totaal.
§ 2.- De kandidaten moeten op de uiterste dag gesteld voor het afsluiten van de
inschrijvingen voldoen aan de algemene en bijzondere
bevorderingsvoorwaarden, met uitzondering van de selectieproeven en de
lichamelijke proeven indien vereist.
De kandidaten leveren hiertoe het bewijs op de uiterste dag gesteld voor het
afsluiten van de inschrijvingen.
§ 3.- Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de geldigheid van de
voorgelegde bewijzen. Op basis van die beoordeling wordt beslist welke
kandidaten definitief tot de selectieprocedure worden toegelaten. De
kandidaten die geweigerd worden, worden daarvan schriftelijk op de hoogte
gebracht voor de aanvang van de selectie met vermelding van de reden voor
de weigering.
§ 4.- De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie.
Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende
algemene regels:
1. De selectiecommissie bestaat uit ten minste 5 leden, namelijk:
1) 2 brandweerofficieren
2) 2 ambtenaren van niveau A waarvan 1 ambtenaar voorzitter is
3) 1 secretaris van de selectiecommissie. De secretaris van de
selectiecommissie is een ambtenaar van niveau A
2. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en
schepenen kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een
selectieprocedure voor het eigen gemeentebestuur;
3. De examencommissie kan maar geldig beraadslagen als tenminste 3 leden
aanwezig zijn. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid
genomen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels
en wettelijke voorschriften bij selecties:
1. Onafhankelijkheid;
2. Onpartijdigheid;
3. Non- discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit
of etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd,
gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing,
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
59
burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de nondiscriminatiewetgeving;
4. Respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en
voor hun private levenssfeer;
5. Geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor
de anonimiteit van de proeven;
6. Verbod op belangenvermenging;
7. Niemand mag als lid van een selectiecommissie fungeren voor een
wervingsexamen waaraan een bloed - of aanverwant tot in de derde graad
deelneemt.
De selectiecommissie wordt geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in
zijn taak bijgestaan door een secretaris.
De leden, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden
nominatief door het college van burgemeester en schepenen aangewezen.
De secretaris van de selectiecommissie kan de gemeentesecretaris vragen om
een personeelslid aan te duiden die zal instaan voor de bewaking van de
diverse examenverrichtingen en administratieve ondersteuning tijdens de
selectieprocedure. Dit personeelslid maakt geen deel uit van de
selectiecommissie.
De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het
verslag vermeldt per kandidaat het resultaat. De selectiecommissie maakt bij
de afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van
de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat.
§ 5.- De raadsleden, de schepenen, de burgemeester en de afgevaardigden van de
representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het
examen aanwezig zijn. Enkel de leden van de selectiecommissie zijn aanwezig
bij het opmaken van de examenvragen, bij het geven van de punten aan de
kandidaten en bij het eventueel delibereren van de uitslag van de examens
§ 6.- De selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de
geslaagde of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde
punten of scores.
De laureaten die niet tot de stage worden toegelaten, worden in een
wervingsreserve opgenomen, waarvan de geldigheidsduur 1 jaar bedraagt. De
aanstellende overheid kan de geldigheidsduur verlengen met één jaar.
De duur van de wervingsreserve vangt aan op de datum van de beslissing van
de aanstellende overheid die de rangorde van de geslaagde kandidaten
vastlegt.
§ 7.- De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte
gebracht.
De schriftelijke examens starten steeds om 9 uur en eindigen om 13 uur.
De examenvragen worden definitief vastgelegd op dezelfde dag van het
examen.
De kandidaten worden ten minste tien kalenderdagen op voorhand
geïnformeerd over de plaats, de dag en het uur waarop de eerste
selectieproef wordt afgenomen. Die mededeling gebeurt met behulp van een
brief.
De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van
de selectie. Kandidaten of hun gevolmachtigde hebben op hun verzoek
toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van
het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
60
Art.19ter.- § 1.- De bijzondere voorwaarden om toegang te hebben tot de bevorderingsgraad
zijn de volgende voor het vrijwilligerspersoneel:
Korporaal,
° minstens drie jaren ononderbroken en onberispelijke dienst als
brandweerman;
° in het bezit zijn van een brevet korporaal uitgereikt door het Provinciaal
Opleidingscentrum voor de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond te hebben.
° een gunstige evaluatie bekomen van de officier-dienstchef.
° slagen in de 8 op de 10 sportproeven zoals voorzien in art 10 § 2 punt 9
met betrekking tot de bepalingen van het vrijwilligerspersoneel.
Sergeant
° minstens drie jaar ononderbroken en onberispelijke dienst tellen als
korporaal;
° houder zijn van het brevet sergeant uitgereikt door het Provinciaal Opleidingscentrum voor de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond hebben.
° een gunstige evaluatie bekomen van de officier-dienstchef.
° slagen in de 8 op de 10 sportproeven zoals voorzien in art 10 § 2 punt 9
met betrekking tot de bepalingen van het vrijwilligerspersoneel .
Eerste sergeant
° minstens drie jaar onberispelijke dienst tellen als sergeant;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond hebben.
° een gunstige evaluatie bekomen van de officier-dienstchef.
Sergeant Majoor
° minstens drie jaar onberispelijke dienst tellen als eerste sergeant;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond hebben.
° een gunstige evaluatie bekomen van de officier-dienstchef.
Adjudant
° minstens drie jaar onberispelijke dienst tellen als onder-officier;
° houder zijn van een brevet adjudant uitgereikt door het Provinciaal
Opleidingscentrum van de Brandweerdiensten, of gelijkgesteld;
° de twee voorafgaande jaren tenminste twee derde der oefeningen
bijgewoond hebben.
° een gunstige evaluatie bekomen van de officier-dienstchef;
§ 2.- De kandidaat in het bezit met het hoogste brevet afgegeven door een erkend
provinciaal centrum voor de opleiding van de brandweerdiensten geniet
voorrang bij bevordering. Bij gelijkheid van brevetten geniet de kandidaat met
de hoogste dienstanciënniteit voorrang; bij gelijke dienstanciënniteit, wordt de
volgorde bepaald door de bereikte graadanciënniteit.
§ 3.- Wanneer twee of meer kandidaten vervolgens nog over een gelijke
graadanciënniteit beschikken, kan de aanstellende overheid overgaan tot het
afnemen van een bevorderingsexamen dat de volgende proeven omvat:
1) Een schriftelijke proef (50 punten): In de schriftelijke proef wordt de
kandidaat geconfronteerd met een probleemsituatie die zich tijdens
de latere uitoefening van de functie kan voordoen. De totale context
van de problematiek wordt uitgebreid geschetst, waarna de kandidaat
een oplossing uitwerkt.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
61
2) Een mondeling proef (50 punten): Evaluatie van de overeenstemming
van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de
functie.
Om als geslaagd te worden beschouwd, moet de kandidaat voor elk
examengedeelte vijftig procent van de punten behalen en zestig procent van
de punten in het totaal.
§ 4.- De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie.
Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende
algemene regels:
1. De selectiecommissie bestaat uit ten minste 5 leden, namelijk:
1) 2 brandweerofficieren
2) 2 ambtenaren van niveau A waarvan 1 ambtenaar voorzitter is
3) 1 secretaris van de selectiecommissie. De secretaris van de
selectiecommissie is een ambtenaar van niveau A
2. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en
schepenen kunnen geen lid zijn van een selectiecommissie in een
selectieprocedure voor het eigen gemeentebestuur;
3. De examencommissie kan maar geldig beraadslagen als ten minste drie
leden aanwezig zijn. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid
genomen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.
De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels
en wettelijke voorschriften bij selecties:
1. Onafhankelijkheid;
2. Onpartijdigheid;
3. Non- discriminatie op grond van zogenaamd ras of huidskleur, nationaliteit of
etnische achtergrond, geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd,
gezondheidstoestand, voorkomen, handicap, geloof of levensbeschouwing,
burgerlijke staat, politieke overtuiging, zoals bepaald in de nondiscriminatiewetgeving;
4. Respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en
voor hun private levenssfeer;
5. Geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de
anonimiteit van de proeven;
6. Verbod op belangenvermenging;
7. Niemand mag als lid van een selectiecommissie fungeren voor een
wervingsexamen waaraan een bloed - of aanverwant tot in de derde graad
deelneemt.
De selectiecommissie wordt geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in
zijn taak bijgestaan door een secretaris die enkel logistieke steun verleent.
De leden, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden
nominatief door het college van burgemeester en schepenen aangewezen.
De secretaris van de selectiecommissie kan de gemeentesecretaris vragen om
een personeelslid aan te duiden die zal instaan voor de bewaking van de
diverse examenverrichtingen en administratieve ondersteuning tijdens de
selectieprocedure. Dit personeelslid maakt geen deel uit van de
selectiecommissie.
De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een verslag op. Het
verslag vermeldt per kandidaat het resultaat. De selectiecommissie maakt bij de
afsluiting van de selectieprocedure een eindverslag op met vermelding van de
deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat.
§ 5.- De raadsleden, de schepenen, de burgemeester en de afgevaardigden van de
representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het
examen aanwezig zijn. Enkel de leden van de selectiecommissie zijn aanwezig
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
62
bij het opmaken van de examenvragen, bij het geven van de punten aan de
kandidaten en bij het eventueel delibereren van de uitslag van de examens
§ 6.- De selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de
geslaagde of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde
punten of scores.
De laureaten die niet tot de stage worden toegelaten, worden in een
wervingsreserve opgenomen, waarvan de geldigheidsduur 1 jaar bedraagt. de
aanstellende overheid kan de geldigheidsduur verlengen met één jaar.
De duur van de wervingsreserve vangt aan op de datum van de beslissing van
de aanstellende overheid die de rangschikking van de geslaagde kandidaten
vastlegt.
§ 7.- De kandidaten worden van het verloop van de selectieprocedure op de hoogte
gebracht.
De schriftelijke examens starten steeds om 9 uur en eindigen om 13 uur.
De examenvragen worden definitief vastgelegd op dezelfde dag van het
examen.
De kandidaten worden ten minste tien kalenderdagen op voorhand
geïnformeerd over de plaats, de dag en het uur waarop de eerste selectieproef
wordt afgenomen. Die mededeling gebeurt met behulp van een brief.
De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van
de selectie. Kandidaten of hun gevolmachtigde hebben op hun verzoek
toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van
het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Art.20.- De benoeming, de indienstneming of bevordering gebeurt door de aanstellende
overheid en wordt aan de belanghebbende medegedeeld en ter kennis aan de andere
leden van de dienst gebracht.
II - ALLE PERSONEELSLEDEN
SECTIE IV. BEËINDIGEN VAN HET AMBT.
A. BEPALINGEN VOOR HET BEROEPSPERSONEEL.
Art.21.- Het ambt van de beroepsleden van de brandweerdienst eindigt definitief door vrijwillig
ontslag, ontslag van ambtswege of afzetting. Ter zake van vrijwillig ontslag geldt
dezelfde regeling als voor de andere gemeenteambtenaren.
Wanneer de betrokkene niet meer voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 9,
dan wordt door de benoemende overheid het ontslag van ambtswege uitgesproken
Afzetting wordt uitgesproken door de gemeenteraad. Zij behoeft goedkeuring van de
provinciegouverneur voor de officieren en van de bestendige deputatie voor de andere
leden van de dienst.
Het ambt van de beroepsleden van de dienst eindigt eveneens wanneer de betrokkene
definitief ongeschikt is tot het vervullen van zijn ambt, als bepaald in artikel 117 van de
wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en
financieel herstel en in het koninklijk besluit van 20 februari 1963 houdende schorsing
en beperking van de uitwerking van zekere regelen welke artikel 117 van de wet van
14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel
inhoudt.
B. BEPALINGEN VOOR HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL.
Art.22.- Aan ieder lid, vrijwilliger van de dienst, dat eervol uit zijn ambt wordt ontslagen onder
de voorwaarden gesteld in art. 23 en 24, kan de eretitel van zijn graad worden
verleend.
Art.23.- Het ambt van de leden-vrijwilligers van de dienst eindigt:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
63
1. bij het verstrijken van de duur van de dienstneming of weder dienstneming.
Behoudens ontvangst van een opzegging vanwege de bevoegde overheid, drie
maanden voor het verstrijken van de termijn, wordt deze dienstneming vernieuwd
door stilzwijgende verlenging;
2. bij het bereiken van de leeftijdsgrens eervol ontslag wordt verleend aan de
betrokkene bij het verstrijken van de maand waarin hij de leeftijd van zestig jaar
bereikt;
3. door vrijwillig ontslag: ontslag kan door de betrokkene ten alle tijde, met opzegging
van drie maanden worden gegeven;
4. door ontslag van ambtswege: dit ontslag vindt plaats op initiatief van de
indienstnemende overheid, wanneer de betrokkene de in art. 10 § 2 punten 1 t.e.m 8
gestelde voorwaarden niet langer vervult;
5. door afdanking: wordt door de gemeenteraad uitgesproken te aanzien van ieder lid:
a) wegens kennelijk wangedrag;
b) wegens miskenning van de tucht;
c) in het geval bedoeld in art. 33;
Art.24.- Een eervol ontslag wordt verleend aan ieder lid-vrijwilliger van de dienst:
1. die tenminste dertig jaar dienst telt;
2. die, na ten minste tien jaar dienst van ambtswege werd ontslagen ingevolge een
hem/haar in de dienst of naar aanleiding ervan overkomen ongeval;
SECTIE V - PLICHTEN.
A. PLICHTEN DIE GELDEN VOOR ALLE LEDEN.
Art.25.- De gemeenteraad bepaalt, bij een huishoudelijk reglement, de dienstbetrekkingen, de
plichten van de leden en op algemene wijze de maatregelen betreffende de werking
van de dienst en de uitvoering van de bepalingen van dit reglement.
Art.26.- Het is de leden van de dienst verboden naar aanleiding van de uitoefening van hun
ambt, onder eender welk voorwendsel, individueel en voor zich persoonlijk
vergoedingen of beloningen te vragen of te ontvangen.
Art.27.- De leden van de dienst zijn ertoe gehouden, ongeacht hun kwalificatie deel te nemen
aan de opleidingen en hulpoperaties waarvoor hun tussenkomst gevorderd wordt.
B. BIJZONDERE PLICHTEN VAN SOMMIGE LEDEN.
Art.28.- Het beroepspersoneel is belast met het onderhoud van het rollend en ander materieel
van de dienst, klaarmaken van de voertuigen en toestellen voor interventies, het
onderhoud van de brandweerkazerne.
Tevens worden zij o.a. belast met:
- opdrachten in verband met geneeskundige hulpverlening;
- nachtprestaties;
- ontvangst van de oproepen voor hulpverlening en alarmeren van het personeel;
- medewerking aan het bijhouden van de administratieve bescheiden vermeld in art. 56
en 57 van dit reglement;
De uitvoering van die taken sluit het eventueel deelnemen aan oefeningen en blus- en
reddingsoperaties niet uit.
Art.29.- De korpsgeneesheer moet:
1) instaan voor de opleiding van de leden van de brandweerdienst inzake eerste
zorgen en reanimatie;
2) de personeelsleden, die in de dienst gekwetst worden, verplegen zelfs op de plaats
van het ongeval;
3) het geneeskundig materieel periodisch nazien;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
64
4) indien daartoe opgeroepen, zich onmiddellijk naar de plaats van de interventie
begeven om deel te nemen aan de redding van personen of ten preventieve titel;
PLICHTEN IN GEVAL VAN INTERVENTIES.
Art.30.- De beroepsleden van de dienst kunnen, bij interventies, tot langere prestaties verplicht
worden. Bij ernstige branden of andere onheilen kunnen de niet van dienst zijnde
personeelsleden, zowel vrijwilligers als de beroepsleden, op bevel van de officierdienstchef die er onmiddellijk de burgemeester van verwittigt, ertoe gehouden zijn zich
onverwijld naar de brandweerkazerne te begeven.
Art.31.- De dienstchef treft alle dienstige voorzieningen in overeenstemming met het reglement
van orde, opdat alle voertuigen en toestellen welke voor belangrijke interventies vereist
zijn, gelijktijdig zouden kunnen worden ingezet.
Art.32.- Wanneer, tijdens een brand voor het blussen of het beschermen van mensenlevens de
gedeeltelijke sloping van een bouwwerk vereist is, moet de leider van de operaties de
bevelen van de burgemeester niet afwachten, maar de burgemeester nadien
verwittigen.
SECTIE VI- ONVERENIGBAARHEDEN
Art.33.- Afgezien van de bepalingen van het gemeentedecreet/nieuwe gemeentewet en van de
desbetreffende gemeentereglementen, is er onverenigbaarheid tussen:
- Het ambt van beroepslid van een brandweerdienst en het ambt van vrijwilliger van
dezelfde brandweerdienst
- Het ambt van lid van een brandweerdienst en het ambt van lid van een politiedienst
die deel uitmaakt van de openbare macht, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 5
augustus 1992 op het politieambt.
De overheid bekleed met de bevoegdheid tot benoeming of aanstelling, kan een lid van
een brandweerdienst, dat gelijktijdig lid is van de politie, toestaan de functie van
brandweerman te blijven uitoefenden. Deze afwijking wordt verleend aan het lid van
een brandweerdienst reeds in dienst voor 1 april 1999 en voor zover dit nodig is om de
continuïteit van de betrokkene brandweerdienst te verzekeren
Bovendien is het ieder lid van de dienst verboden werkzaam te zijn of belangen te
hebben, zelfs door tussenpersoon:
a) in ondernemingen die materieel vervaardigen, vervoeren of verkopen voor
brandbescherming, -voorkoming of - bestrijding;
b) in ondernemingen die brandvoorkomingsmaatregelen bestuderen, toepassen of
controleren;
Zodra de gemeenteraad de miskenning van een der vorenstaande
onverenigbaarheden of verbodsbepalingen constateert, stelt hij de betrokkene in mora
daaraan binnen zes maanden een eind te maken.
Ieder lid dat na verloop van die termijn geen gevolg aan de aanmaning van de
gemeenteraad heeft gegeven, wordt afgezet of afgedankt.
SECTIE VII.- HIËRARCHIE EN TUCHTREGELING.
A. BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR ALLE PERSONEELSLEDEN
Art.34.- Zelfs buiten de prestatie-uren, blijft ieder lid van de dienst, dat de reglementaire tenue
draagt, onderworpen aan de hiërarchie, zoals deze is vastgelegd in art. 6 en moet het
hem krachtens de reglementaire bepalingen ter zake opgelegde verplichtingen
nakomen.
Art.35.- De aard, de reden en de datum van elke opgelegde tuchtstraf worden vermeld in het
persoonlijk dossier van de betrokkene.
B. BEPALINGEN DIE GELDEN VOOR HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL.
Art.36.- Ten aanzien van de leden-vrijwilligers van de dienst kunnen de volgende tuchtstraffen
worden uitgesproken:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
65
1) de terechtwijzing;
2) de berisping;
3) de schorsing voor de duur van maximum één maand;
4) de afdanking;
Art.37.- Wat de officieren betreft:
a) wordt de terechtwijzing en de berisping uitgesproken door de Burgemeester;
b) worden de schorsingen en de afdanking door de gemeenteraad, op voorstel van de
Burgemeester uitgesproken. De desbetreffende raadsbeslissingen zijn aan de
goedkeuring van de provinciegouverneur onderworpen.
Art.38.- Voor de andere leden dan de officieren:
a) worden de terechtwijzing en de berisping uitgesproken door de officier-dienstchef;
b) worden de schorsing en de afdanking door de gemeenteraad, op voorstel van de
Burgemeesteruitgesproken;
Art.39.- Geen enkele straf kan aan de bevoegde overheid worden voorgesteld zonder dat de
betrokkene vooraf gehoord of ondervraagd werd.
Art.40.- De schorsing heeft inhouding van elke bezoldiging en beroving van de rechten op
bevordering voor de duur van de straf tot gevolg.
SECTIE VII. - Vergoeding van het vrijwilligerspersoneel.
Art.41.- De vergoeding van de prestaties van de leden-vrijwilligers van de dienst alsmede de
reiskosten voor het vervullen van door de dienstchef behoorlijk gelaste bijzondere
opdrachten, zijn vastgesteld als volgt:
1) De leden-vrijwilligers van de brandweerdienst worden vergoed op basis van een
uurbezoldiging vastgesteld op 1/1976ste van de gemiddelde wedde bepaald bij
hiernavermelde referteschalen toepasselijk op personeel in de stadsdienst.
graden
Stagiair
Brandweerman
Korporaal
Sergeant
Eerste sergeant
Sergeant-majoor
Adjudant
Onderluitenant
Luitenant
Officiergeneesheer - onderluitenant –
Officiergeneesheer - luitenant
Referte
weddenschalen
PB 1
PB 2
PB 2 bis
PB 3
PB 4
PB 4
PB 5
PBA1
PBA2
PBA6
PBA7
2) De vergoedingen en wedden zijn gekoppeld aan de schommelingen van de
indexcijfer van 's rijks kleinhandelsprijzen. De toepassing van een verhoging
ingevolge een stijging van het indexcijfer geschiedt onder dezelfde voorwaarden als
voor de bezoldiging van het gemeentepersoneel.
3) De vergoedingen worden driemaandelijks uitbetaald na vervallen termijn, zijnde in
april, juli, oktober en januari voor respectievelijk het eerste, tweede, derde en vierde
kwartaal.
4) Bij de interventies/branden wordt elk begonnen uur volledig vergoed. Enkel de met
het individueel oproepsysteem opgeroepen personen worden vergoed, ongeacht of
ze effectief aan de interventie of opdracht deelnamen of wacht in de kazerne
hadden. De vrijwillig opgekomen leden worden niet vergoed.
5) Voor ieder begonnen uur oefening, theorie of les, brandwacht, wordt een vergoeding
toegekend van één uur, zoals in art. 41.1. bepaald.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
66
6) Voor iedere interventie bij nacht tussen 22u en 6 u wordt de vergoeding verhoogd
met 50%.
Voor iedere interventie op een zondag of een reglementaire feestdag tussen 0 u en
24 u wordt de vergoeding verhoogd met 100%.
De inhaalrust voor nachtprestaties is niet cumuleerbaar met de inhaalrust voor
prestaties op zondagen of reglementaire feestdagen.
7) In verband met het vergoeden van de verantwoordelijkheid en de niet te vergoeden
kosten eigen aan de functie, wordt aan de officieren en leden-vrijwilligers, die de
prestaties werkelijk verrichten, een jaarlijkse vergoeding toegekend met als spilindex
100 van 1 januari 1990:
luitenant + onderluitenant
€ 1391,20
Officier- geneesheer
€ 635,52
8) De leden-vrijwilligers van de dienst kunnen tot dekking van de kosten voor reizen,
waartoe zij voor het uitvoeren van de speciale taken mochten gehouden zijn,
vergoed worden onder dezelfde voorwaarden en modaliteiten zoals deze zijn
opgenomen in de rechtspositieregeling van het stadspersoneel. Voor deze
activiteiten moet de goedkeuring gevraagd worden aan het college van
burgemeester en schepenen.
9) De leden-vrijwilligers van de dienst die, buiten het brevet vereist voor het bekleden
van hun graad, houder zijn van een bijkomend brevet dat toegang geeft tot een van
de hogere bevorderingsgraden, krijgen een jaarlijkse premie gelijk aan 5 % van het
totaal der vergoedingen die aan hem uitbetaald worden tijdens het voorbije jaar.
Een cumulatie van verschillende brevetten uitgereikt in het kader van een door de
provincie of de staat ingerichte brandweeropleiding en die in aanmerking genomen
worden voor een bevordering tot een hogere graad is niet mogelijk.
10) In verband met het vergoeden van sommige wachtdiensten wordt aan de vrijwillige
brandweermannen met welke graad ook die van permanentie of van weekdienst
zijn , aangezien ze thuis ter beschikking moeten blijven, een vergoeding toegekend
van 1 u per 8 acht uur wacht. Bij de berekening van de wachtvergoeding wordt
geen rekening gehouden met nacht-, zaterdag-, zon- en feestdag vergoedingen.
HOOFDSTUK III – GEBOUWEN
Art.42.- De voor de goede werking van de dienst nodige gebouwen en lokalen worden door de
stad te zijner beschikking gesteld. Hij heeft het uitsluitend gebruik ervan.
Art.43.- Het kazernement van de brandweer moet gemakkelijk herkenbaar zijn. Daartoe moet
bij de ingang op borden of op muren het woord "BRANDWEER" onder een
nachtverlichting worden aangebracht.
Art.44.- Het stadsbestuur dient de nodige initiatieven te nemen om het uitrukken van de
hulpvoertuigen te vergemakkelijken en te beschermen.
Art.45.- De brandweerdienst moet aangesloten zijn op het openbaar telefoonnet, en over één
oproepnummer, uitsluitend voorbehouden voor de hulpoproepen, beschikken. Dit
nummer moet in de telefoongids vermeld staan onder de rubriek 'brandweer-hulp'.
HOOFDSTUK IV- MATERIEEL EN BEVOORRADING IN BLUSWATER
Art.46.- Het materieel wordt geplaatst in lokalen die door de gemeenteraad uitsluitend daarvoor
bestemd worden. Het wordt onderhouden en bewaakt door het personeel en
inzonderheid door het beroepspersoneel, onder toezicht van de dienstchef of dezes
gemachtigde. Het moet bestendig in goede staat en gebruiksklaar worden gehouden
opdat het steeds voor interventies en oefeningen beschikbaar zou zijn.
Het materieel mag, zelfs tijdelijk, niet voor andere doeleinden dan die van de dienst
worden gebruikt.
Art.47.- De brandweerdienst is mimimaal uitgerust:
-
conform de tabel bij bijlage 2 van het koninklijk besluit dd. 8 november 1967
-
met alle andere materieel dat nodig is voor de werking in de brandweerzone
en die opgelegd zijn door wetten en reglementen.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
67
Art.48.- De op of onder de openbare weg geplaatste hydranten staan ter beschikking van de
dienstchef of van dezes gemachtigde die er, ten allen tijde, gebruik mag van maken
voor interventies en oefeningen.
Art.49.- In al de gemeenten van de gewestelijke groep en inzonderheid in de plaatsen zonder
watervoorzieningsnet, laat de dienstchef alle plaatsen waar water voorhanden is
opnemen. Hij stelt aan de bevoegde overheid de nodige maatregelen en werken voor
om het vinden, de toegang en het gebruik ervan te vergemakkelijken. Eventueel stelt
hij het aanleggen van bijkomende waterwinplaats voor.
Bij de aanleg of uitbreiding van een watervoorzieningsnet gaat de vooraf
geraadpleegde dienstchef na of de ontworpen installaties in de behoeften aan
bluswater kunnen voorzien. Eerst doet hij verslag aan de inspectie van de
brandweerdiensten.
HOOFDSTUK V – KLEDING EN UITRUSTING
Art.50.- Alle leden van de brandweerdienst ontvangen ten bezware van de stadskas, een
diensttenue, een branduitrusting en een uitgangstenue volgens de voorschriften van
het ministerieel besluit ter zake.
Zij hebben tot plicht ze te onderhouden en in goede staat te bewaren.
Art.51.- De kledings- en uitrustingsvoorwerpen zomede de strikt onontbeerlijke persoonlijke
voorwerpen van het lid van de dienst, welke tijdens en ter oorzake van de uitoefening
van de dienst beschadigd of abnormaal bevuild zijn, worden hersteld, vervangen of
schoongemaakt door toedoen van de gemeente.
Art.52.- De kledings- en uitrustingsstukken en de uitgangstenue mogen slechts bij uitoefening
van de dienst of ter gelegenheid van de vergaderingen voor beroepsbelangen of
officiële plechtigheden gedragen worden.
Art.53.- De diensttenue, de branduitrusting en de uitgangstenue vormen elk een geheel,
waarvan de samenstellende stukken niet afzonderlijk mogen gedragen worden.
Art.54.- Alleen het dragen van eretekens verleend door de Belgische regering is toegelaten.
Door buitenlandse regeringen uitgereikte eretekens mogen slechts worden gedragen,
wanneer bij koninklijk besluit daartoe toelating is verleend.
HOOFDSTUK VI – VERZEKERING VAN HET VRIJWILLIGERSPERSONEEL
Art.55.- Met het oog op schadevergoeding voor ongevallen, die aan de leden-vrijwilligers van
brandweerdienst kunnen overkomen tijdens en ter oorzake van de uitoefening van hun
functies in bevolen dienst, met of zonder materieel, daarin begrepen de ongevallen die
zich kunnen voordoen op de weg naar het kazernement of bij hun terugkeer naar hun
woning of naar de plaats waar zij werken, sluit het gemeentebestuur een polis van
gemeen recht af bij een voor de verzekering inzake arbeidsongevallen erkende
verzekeringsmaatschappij.
Die polis dekt eveneens de ongevallen, die zich kunnen voordoen tijdens lessen of
vergaderingen van professionele aard en openbare demonstraties, zelfs buiten de
normale activiteitszone, alsmede op het traject naar en van die plaatsen.
Zij waarborgt de vrijwillige leden van de dienst een schadeloosstelling van ten minste
gelijke waarde als verschuldigd zou zijn indien op hen toepasselijk waren de
bepalingen van de wet van 3 juli 1967 houdende de schadevergoeding voor
arbeidsongevallen in de overheidssector en van het ter uitvoering daarvan vastgesteld
koninklijk besluit van 13 juli 1970.
De rente voor overlijden en blijvende invaliditeit wordt berekend op basis van het
bedrag zoals bepaald in artikel 4§1 tweede lid van de voormelde wet van 3 juli 1967.
Bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid is de schadeloosstelling gelijk aan het werkelijk
geleden inkomensverlies, weliswaar beperkt tot een maximale dagvergoeding gelijk
aan het bedrag bepaald in artikel 4, §1, tweede lid van voormelde wet van 3 juli 1967
gedeeld door 365.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
68
Ieder vrijwillig lid van de dienst heeft evenwel het recht de schadeloosstelling te laten
verzekeren op basis van zijn reëel beroepsinkomen, beperkt tot maximum 123.946,75
EUR. Hij dient daartoe jaarlijks een met bewijsstukken gestaafde aangifte te doen bij
het gemeentebestuur, tegen ontvangstbewijs.
De werkgever(s) en de verzekeringsinstelling waarbij de getroffene is aangesloten of
waar hij is ingeschreven overeenkomstig de wetgeving inzake de verplichte
verzekering tegen ziekte en invaliditeit, zijn gesubrogeerd in de rechten van het
slachtoffer voor wat betreft de vergoedingen, die zij op wettelijke of statutaire basis
dienen uit te keren. Die polis dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeente
waar het ongeval plaats heeft gehad en wordt gesloten voor een bedrag van tenminste
1.487.361,15 EUR per getroffene.
De stagiair-vrijwilliger wordt bij zijn indienstneming in kennis gesteld van de bepalingen
van de door de indienstnemende overheid afgesloten arbeidsongevallenverzekering.
Elke wijziging in de bepalingen van deze polis wordt onmiddellijk aan alle
personeelsleden meegedeeld.
Art.55bis.- De in vorig artikel bedoelde verzekering wordt aangevuld met een verzekering ten
gunste van de vrijwilligers aangegaan bij een daarvoor erkende maatschappij.
Die verzekering wordt door de gemeenten verplicht afgesloten om, in geval van
overlijden in dienst of ten gevolge van in dienst opgelopen verwondingen of ziekten,
aan de rechtverkrijgenden de uitbetaling van een som van minimum 12.394,68 EUR
te waarborgen. Dit bedrag wordt aan de schommelingen van de index der
consumptieprijzen gekoppeld overeenkomstig de regelen voorgeschreven bij de wet
van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in
de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk
worden gekoppeld, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december
1982. Het bedrag wordt aan de spilindex 138,01 gekoppeld.
De stagiair-vrijwilliger wordt bij zijn indienstneming in kennis gesteld van de
bepalingen van de door de indienstnemende overheid afgesloten
overlijdensverzekering.
Elke wijziging in de bepalingen van de overlijdensverzekering wordt onmiddellijk aan
alle personeelsleden meegedeeld.
Bovendien zal aan ieder vrijwilliger een kapitaal van € 1500,00 uitgekeerd worden
op het ogenblik dat hij/zij, op de reglementaire leeftijdsgrens, eervol ontslag uit zijn
ambt bekomt, voor zover hij/zij dertig dienstgerechtigde jaren kan laten gelden. Voor
ieder jaar in min vermindert deze premie met € 50,00.
De genoemde bedragen zijn gekoppeld aan de schommeling van het indexcijfer van
's rijks kleinhandelsprijzen, zoals voorzien in art. 55 wat de hypothetische
bezoldiging betreft, doch beginnende met de index van toepassing op de wedden
van het overheidspersoneel op 1 juli 1978.
Wanneer een effectief lid-vrijwilliger, met ten minste 10 jaar dienst, wegens
gegronde vastgestelde lichamelijke ongeschiktheid, en derhalve niet meer
beantwoordt aan één van de in art. 10 gestelde voorwaarden, ambtshalve moet
ontslagen worden, dan bekomt hij ook een premie waarvan het bedrag berekend
werd als volgt: € 50,00 per dienstjaar, met een maximum van €1500,00 en een
minimum van € 750,00.
Indien een lid vóór de reglementaire leeftijdsgrens de dienst verlaat ingevolge
afdanking of door het niet hernieuwen van een dienstverbintenis tot de gestelde
leeftijdsgrens, heeft het geen recht meer op de bijkomende verzekering.
HOOFDSTUK VII – ADMINISTRATIEVE BESCHEIDEN
Art.56.- De officier-dienstchef waakt erover dat in zijn eenheid de navolgende bescheiden
worden gehouden, overeenkomstig de desbetreffende ministeriële onderrichtingen:
1) Het immatriculatieregister of kaartsysteem: het bevat per lid van de dienst, een of
meer bladen of kaarten, waarop staan vermeld inlichtingen van professionele aard
en inzonderheid:
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
69
- identiteit, burgerlijke staat;
- gezinstoestand (o.m. bij ongeval te verwittigen personen);
- bloedgroep;
- immatriculatienummer;
- aanduidingen om een dringende terugroeping naar de dienst mogelijk te maken;
2) Het register van de hulpoproepen: in dat register worden chronologisch en
doorlopend aangetekend:
- het uur en de herkomst van de oproep;
- de aard en de lokalisering van de brand;
- het uur van vertrek van de hulpgroep en de samenstelling van elk dezer;
- het uur waarop eventuele versterkingen werden gevraagd en de herkomst van
die versterkingen;
- het uur van terugkeer in de kazerne;
3) Het register of kaartensysteem der inventarissen: dit moet onderverdeeld worden
volgens de noodwendigheden; het dient inzonderheid precieze aanduidingen te
behelzen omtrent de volgende rubrieken:
- materieel;
- uitrusting;
- kleding;
- meubilair;
- bureaumachines;
4) Het gebruiks- en onderhoudsboekje: bij elk voertuig en toestel moet een boekje
gaan. Daarin worden vermeld data en uren van gebruik, afgelegde afstanden,
bestemming, bevoorrading in brandstof en smeermiddelen alsmede de onderhoudsen herstellingswerken. Voor toestellen zoals pompen en aggregaten wordt de rubriek
'afgelegde afstand' vervangen door 'duur van gebruik'.
5) Het aanwezigheids- en prestatieregister: in dat register wordt de samenstelling de
verschillende ploegen en de prestatie-uren van elk dezer opgetekend. Voorts wordt
dagelijks daarin de afwezigheden en de reden ervan vermeld.
6) Het repertorium en de dossiers van de gebouwen, gebouwencomplexen of installatie
waar zeer grote gevaren bestaan welke van die aard zijn dat zij moeten worden
onderworpen aan de toepassing van art. 15 van koninklijk besluit dd. 8 november
1967 zoals dit laatste werd gewijzigd bij koninklijk besluit dd. 2 oktober 1978.
Het behoort aan de burgemeester, na ruggespraak met de officier-dienstchef, te
bepalen welke gebouwen of installatie in de stad onder deze toepassing vallen; op
verzoek van de burgemeester wordt voor de bescherming tegen brand voor
vermelde inrichtingen een voorafgaand interventieplan opgemaakt door de officierdienstchef.
Het repertorium kan in een register of op steekkaarten worden gehouden. Het betreft
een rangschikking in alfabetische volgorde. Met elke inschrijving stemt een dossier
overeen waarin, benevens het door de inrichting vastgestelde interventieplan,
kaarten, plans, toegangswegen en alle dienstige aanwijzingen voorkomen omtrent
de aard en de omvang van de risico's alsmede de ligging van de in de onmiddellijke
omgeving bestaande waterwinplaatsen.
Bij het uitrukken voor een interventie wordt het dossier van de betrokken inrichting
overhandigd aan de leider van de eerste uitruk. Voorts zorgt de dienstchef ervoor dat
een lijst van die inrichtingen in het kazernement wordt opgehangen, opdat alle leden
van de dienst ervan kennis zouden hebben.
7) De opgaven van de plaatsen waar bluswater voorhanden is: het hoofd van de
brandweerdienst waakt erover dat de gemeenten van de gewestelijke groep kaarten
verschaffen, waarop klaar zijn aangeduid de wegen, gebouwde zones en de juiste
ligging van de waterwinplaatsen, (hydranten, waterlopen, reservoirs), het debiet en
de druk, watervoorzieningsmaatschappij.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
70
8) Een persoonlijke steekkaart waarop alle tussenkomsten worden opgetekend
waaraan het lid van de brandweer heeft deelgenomen, met vermelding van de
gevaarlijke stoffen en van het besmettingsrisico waaraan het in voorkomend geval
was blootgesteld. Het lid van de brandweer kan ten allen tijde zijn persoonlijke
steekkaart inzien en opmerkingen erop noteren.
Art.57.- De officier-dienstchef waakt erover dat de volgende verslagen, naar het model
vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken, al of niet geautomatiseerd
worden opgemaakt.
1) Het interventieverslag: wordt opgemaakt in ten minste vier exemplaren: één
exemplaar wordt binnen de acht dagen aan de burgemeester van de
groepscentrumgemeente gezonden, een tweede binnen dezelfde termijn aan de
burgemeester van de gemeente waar de interventie plaats vond, een derde aan de
bevoegde inspecteur van de brandweerdiensten, een vierde exemplaar wordt in het
archief van de dienst bewaard.
2) Het bijzonder interventieverslag: wordt opgemaakt in ten minste zes exemplaren:
binnen de vier dagen wordt één exemplaar van dit verslag gezonden aan de
burgemeester van de groepscentrumgemeente, aan de burgemeester van de
gemeente waar de interventie plaats vond, aan de bevoegde inspecteur van de
brandweerdiensten, aan de provinciegouverneur en aan de Minister van
Binnenlandse Zaken; een zesde exemplaar wordt in het archief van de dienst
bewaard. Dit bijzonder verslag dient te worden opgemaakt voor elke brand, die de
dood van tenminste één persoon tot gevolg had of die het gezamenlijk optreden van
twee of meer hulpdiensten vereiste. Het vervangt het interventieverslag.
3) Het halfjaarlijks activiteitsprogramma: is een overzicht van de tijdens het komende
halfjaar te organiseren opleidingslessen en oefeningen. Het moet voor de 10e januari
en de 10e juli van elk jaar aan de burgemeester van de groepscentrumgemeente en
aan de bevoegde inspecteur van de brandweerdiensten toegezonden worden.
4) Het jaarlijks activiteitsverslag: is de samenvatting van de activiteiten van de dienst
gedurende het afgelopen kalenderjaar. Het wordt voor 31 januari toegezonden in één
exemplaar aan de burgemeester van elke gemeente van de gewestelijke groep, aan
de provinciegouverneur en aan de Minister van Binnenlandse Zaken en, in
tweevoud, aan de bevoegde inspecteur van de brandweerdiensten.
HOOFDSTUK VIII – INSPECTIES EN BEZICHTIGING
Art.58.- De dienst is aan de door de Koning georganiseerde inspectie onderworpen, bij
toepassing van art. 9 van de wet dd. 31 december 1963 betreffende de civiele
bescherming.
Art.59.- Afgezien van de inspectie bedoeld in art. 58 inspecteert de burgemeester, of de
gedelegeerde schepen de brandweerdienst minstens éénmaal per jaar. Zo ook
inspecteert de officier-dienstchef geregeld de installaties alsmede het meubilair en het
materieel van de brandweerdienst. Daartoe ziet hij de inventarissen na. Hij treft de
maatregelen om vastgestelde vergissingen en verzuim recht te zetten en te verhelpen.
Art.60.- Telkenjare bepaalt de burgemeester de datum waarop de overheden van de
gemeenten van de gewestelijke groep de installaties en het materieel van de
brandweerdienst kunnen bezichtigen en ter plaatse alle dienstige inlichtingen inwinnen,
ondermeer in verband met de werking van de dienst en de problemen die met de
bescherming tegen brand in hun respectieve gemeenten gepaard gaan.
HOOFDSTUK IX
Art.61.- geschrapt
HOOFDSTUK X - SLOTBEPALINGEN
Art.62.- Dit reglement wordt in drievoud, voor goedkeuring aan de provinciegouverneur
voorgelegd. Een behoorlijk gewaarmerkt afschrift ervan wordt bezorgd aan:
- de Minister van Binnenlandse Zaken;
- de bevoegde inspecteur van de brandweerdiensten;
- ieder lid van de dienst;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
71
Art.63.- Dit reglement wordt van kracht onmiddellijk na goedkeuring door de
provinciegouverneur.
Art.64.- De bepalingen van het thans van toepassing zijnde organiek reglement worden
opgeheven de dag waarop de bepalingen van dit reglement van kracht worden.
Art.3.-
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, de toezichthoudende overheid, de
brandweercommandant, het diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel
beheerder.
23 WERVINGSEXAMEN ONDERLUITENANT-VRIJWILLIGER BRANDWEER –
SAMENSTELLING SELECTIECOMMISSIE.
De Raad,
Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en
bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de
officieren van de openbare brandweerdiensten, gewijzigd bij koninklijk besluit dd. 14 december 2011
en 8 april 2003;
Gelet op het raadsbesluit dd. 18 november 2010 houdende de vaststelling van het grondreglement
van de brandweer;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 februari 2014 houdende de vacantverklaring van één betrekking
van onderluitenant vrijwilliger brandweer;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 mei 2014 houdende de bepaling van de uiterlijke indiendatum van
de kandidaturen op 15 augustus 2014;
Gelet op het raadsbesluit dd. 11 september 2014 houdende de beoordeling van de geldigheid van
de kandidaturen;
Overwegende dat de kandidaten dienen te worden onderworpen aan een geneeskundig onderzoek
dat op grond van de in bijlage II van het koninklijk besluit dd. 19 april 1999 bepaalde maatstaven wordt
verricht door de officier-geneesheer van de dienst, de geneesheer aangewezen door de
gemeenteraad of de sociaal-medische rijksdienst;
Overwegende dat de medisch geschikt bevonden kandidaten onderworpen worden aan proeven
inzake lichamelijke geschiktheid; dat de gemeenteraad deze proeven organiseert en de samenstelling
van de selectiecommissie dient te bepalen conform onderhavig koninklijk besluit;
Overwegende dat het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid
eliminerend zijn en elke andere selectieproef voorafgaan;
Overwegende dat de kandidaten die geslaagd zijn voor lichamelijke proeven, worden toegelaten tot
de schriftelijke en mondelingen proeven; dat de gemeenteraad deze proeven organiseert en de
samenstelling van de selectiecommissie dient te bepalen conform bovenstaand koninklijk besluit;
Overwegende dat voorgesteld wordt om de medische geschiktheid, naar analogie met het laatste
examen voor de brandweer, te laten bepalen door Adhesia;
Overwegende dat voorgesteld wordt om de selectiecommissie voor de lichamelijke proeven als
volgt samen te stellen:
-
Pierre Ryckewaert, gemeentesecretaris, Middelkerke, Voorzitter;
Frank Vancoillie, regent LO Sint-Bernarduscollege Nieuwpoort;
Bart Pattyn, regent LO De Vierboete Nieuwpoort;
Roger Van Brussel, officier dienstchef brandweer, Nieuwpoort;
Benoit Willaert, secretaris stad Nieuwpoort (secretaris);
Overwegende dat voorgesteld wordt om de selectiecommissie voor de schriftelijke en mondelinge
proeven als volgt samen te stellen:
-
Pierre Ryckewaert, gemeentesecretaris, Middelkerke, Voorzitter;
Roger Van Brussel, officier dienstchef brandweer, Nieuwpoort;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
-
72
Jacky Coopman, officier dienstchef brandweer, Kortemark;
Toon Dumoulin, officier dienstchef brandweer, Staden;
Benoit Willaert, secretaris stad Nieuwpoort (secretaris);
Overwegende dat de selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de geslaagde
of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
De medische geschiktheid van de kandidaten voor de functie van onderluitenant-vrijwilliger
brandweer te laten beoordelen door Adhesia.
Art.2.-
De selectiecommissie voor de lichamelijke proeven als volgt samen te stellen:
- Pierre Ryckewaert, gemeentesecretaris, Middelkerke, Voorzitter;
- Frank Vancoillie, regent LO Sint-Bernarduscollege Nieuwpoort;
- Bart Pattyn, regent LO De Vierboete Nieuwpoort;
- Roger Van Brussel, officier dienstchef brandweer, Nieuwpoort;
- Benoit Willaert, secretaris stad Nieuwpoort (secretaris).
Art.3.-
De selectiecommissie voor de schriftelijke en mondelinge proeven als volgt samen te stellen:
- Pierre Ryckewaert, gemeentesecretaris Middelkerke, Voorzitter;
- Roger Van Brussel, officier dienstchef brandweer, Nieuwpoort;
- Jacky Coopman, officier dienstchef brandweer, Kortemark;
- Toon Dumoulin, officier dienstchef brandweer, Staden;
- Benoit Willaert, secretaris stad Nieuwpoort (secretaris).
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, de jury, het diensthoofd reken- en
belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
24
LEVEREN VAN EEN STROOMGROEP OP AANHANGWAGEN – GOEDKEURING.
Ter zitting wordt aan de raad voorgesteld om een punt toe te voegen aan de agenda
betreffende de aankoop van een stroomgenerator, de raad beslist bij eenparigheid der
stemmen om dit punt toe te voegen:
De Raad,
Gelet op art. 42 en 43 § 2-11° van het gemeentedecreet;
Gelet op de wet dd. 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten;
Gelet op de wet dd. 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen
inzake overheidsopdrachten en bepaalde werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 14 januari 2013 algemene uitvoering;
Gelet op de vraag van de heer Alain Cappelle, diensthoofd TD uitvoering om een dossier op te
starten tot aankoop van een stroomgenerator op aanhangwagen;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen dd. 8 september 2014,
houdende de goedkeuring tot het opstarten van een dossier tot aankoop van een stroomgenerator op
aanhangwagen en voor een ramingsbedrag van € 40.000,- (BTW incl.);
Overwegende dat tijdens de winter 2014/2015 de kans bestaat dat er zich tijdens koude periodes
een stroomtekort voordoet (black-outs);
Overwegende dat hierbij bepaalde steden en gemeenten om de beurt gedurende enkele uren van
het stroomnet zullen worden afgesloten;
Overwegende dat Nieuwpoort ook tot de steden behoort die zullen van het stroomnet gehaald
worden;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
73
Overwegende dat de heer Alain Cappelle vraagt om over te gaan tot de aankoop van een
stroomgenerator op aanhangwagen om het stadhuis (via verlengkabels van de stroomgenerator naar
de raadzaal om daar noodverlichting, enkele computers,… te kunnen aansluiten in het kader van een
eventuele vergadering noodplanning) toch van elektriciteit te voorzien tijdens deze stroompannes;
Overwegende dat deze stroomgenerator dan ook kan gebruikt worden bij evenementen en verzette
markten waarvoor er nu een stroomgenerator dient gehuurd te worden;
Overwegende dat er jaarlijks ± 10.000,- wordt uitgegeven voor het huren van stroomgeneratoren
(10 à 15 keer per jaar), voor verzette markten (kermissen, Ijs in de Stad, Oesterbeurs,
evenementen,….;
Overwegende dat de verdeelkast(en) en kabels telkens worden meegehuurd met de
stroomgenerator, deze zullen tevens dienen aangekocht te worden;
Overwegende dat het noodzakelijk is om een onderhoudscontract af te sluiten bij de aankoop van
een stroomgenerator (het stadsbestuur beschikt immers niet over geschoold personeel om het
onderhoud zelf uit te voeren), om deze dure investering in perfecte staat te houden;
Overwegen dat de kostprijs voor de aankoop van een stroomgenerator van 125 KVA op
aanhangwagen, met verdeelkasten kan geraamd worden op € 40.000,- (BTW incl.);
Overwegende dat door de aankoopdienst een bestek TD/AC/2014/071: “Leveren van
stroomgenerator op aanhangwagen” dd. 10 september 2014 opgemaakt werd om een leverancier aan
te stellen voor bovenvermelde opdracht;
Gelet op het gunstig advies van de preventieadviseur Dominique Vandenbohede;
Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn onder beleidsitem 064000
electriciteitsvoorziening;
BESLUIT BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Het bestek TD/AC/2014/071: “Leveren van stroomgenerator op aanhangwagen” dd. 10
september 2014 te aanvaarden en goed te keuren.
Art.2.-
Het ramingsbedrag voor de levering vast te leggen op € 40.000 (incl. BTW).
Art.3.-
Op de opdracht zijn de volgende voorwaarden van toepassing: het bijzonder bestek
TD/AC/2014/071: “Leveren van stroomgenerator op aanhangwagen” dd. 10 september 2014
en de algemene uitvoeringsregels.
Art.4.-
De opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder naleving van
bekendmakingsregels bij aanvang van de procedure.
Art.5.-
Het gunningscriterium, nl. de prijs, bij de onderhandelingsprocedure te aanvaarden.
Art.6.-
Kennis van dit besluit te geven aan de centrale aankoopdienst, het afdelingshoofd technische
dienst, het diensthoofd reken- en belastingdienst, de preventieadviseur Dominique
Vandenbohede en de wd. financieel beheerder.
Bij de behandeling van dit punt vraagt Raadslid Rousseau of 1 generator in staat is om het ganse
grondgebied van stroom te voorzien.
De Burgemeester antwoordt dat dit enkel voor het stadhuis is omdat daar de gemeentelijke crisiscel
bijeenkomt.
Raadslid Rousseau stelt voor dat de stad zou verplichten om de winkelverlichting na sluitingstijd uit te
zetten.
De Burgemeester antwoordt dat bij het doven van de openbare verlichting reeds een aanzienlijke
besparing kan gerealiseerd worden.
De Burgemeester deelt tot slot mee dat bij een eventuele stroomonderbreking de bevolking tijdig zal
verwittigd worden via een bewonersbrief en dat er op dit moment geen reden tot paniek is.
25
VRAGEN RAADSLEDEN
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
74
1) Raadslid Priem vraagt of kan onderzocht worden om van het Theo Goedhuysplein een
woonerf te maken omdat daar blijkbaar soms snel wordt gereden.
De Burgemeester antwoordt dat hij de Politie zal vragen dit te onderzoeken.
2) Raadslid Priem deelt mee dat hij moet vaststellen dat de Burgemeester in de media verklaart
dat er een verbod is op het gebruik van warrelnetten in Nieuwpoort terwijl er eigenlijk geen
totaalverbod is; enkel 1 type warrelnet is verboden.
De Burgemeester deelt mee dat het college van burgemeester en schepenen besliste om te
wachten op de beslissing van de bevoegde minister in deze en dat de stad deze beslissing zal
volgen.
Raadslid Lemaire deelt mee dat de milieuraad ontgoocheld was over het standpunt van het
college.
Schepen Vandecasteele repliceert dat raadslid Lemaire in de milieuraad niet tegen de
warrelnetten was.
3) Raadslid Slembrouck vraagt wanneer putten in de Ramskapellestraat worden hersteld.
De Burgemeester antwoordt dat de bouwvergunning niet lang meer op zich zal laten wachten.
4) Raadslid Lemaire vraagt wanneer de ondergrondse afvalcontainers in de Dudenhofenlaan
worden geplaatst.
Schepen Vandecasteele antwoordt dat de stad nog steeds op zoek is naar een geschikte
locatie; hetzelfde geldt voor wat betreft de Stuiverwijk.
Raadslid Slembrouck deelt mee dat de ondergrondse containers in Ramskapelle al een paar
keer niet gewerkt hebben.
De openbare wordt opgeheven en de besloten zitting aangevangen.
26 WERVINGSEXAMEN BRANDWEER ONDERLUITENANT-VRIJWILLIGER – BEOORDELING
GELDIGHEID KANDIDATUREN.
De Raad,
Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet;
Gelet op het koninklijk besluit dd. 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en
bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheids- en bevorderingsvoorwaarden voor de
officieren van de openbare brandweerdiensten, gewijzigd bij koninklijk besluiten dd. 14 december
2011 en 8 april 2003;
Gelet op het raadsbesluit dd. 18 november 2010 houdende de vaststelling van het grondreglement
van de brandweer;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 februari 2014 houdende de vacantverklaring van één betrekking
van onderluitenant-vrijwilliger brandweer;
Gelet op het raadsbesluit dd. 27 mei 2014 houdende de bepaling van de uiterlijke indiendatum van
de kandidaturen op 15 augustus 2014;
Overwegende dat de vacature conform het koninklijk besluit dd. 19 april 1999 werd gepubliceerd;
Overwegende dat voor de toelating tot de betrekking van onderluitenant-vrijwilliger brandweer
volgende aanwervingsvoorwaarden gelden:
1)
1)
2)
3)
4)
5)
belg zijn;
tenminste 21 jaar oud zijn;
een minimale lengte hebben van 1,60 m;
van goed zedelijk gedrag zijn;
in orde zijn met de dienstplichtwetten;
zijn hoofdverblijfplaats hebben in de gemeente waar de brandweerdienst gevestigd is, of binnen
een door de gemeenteraad te bepalen zone;
Gemeenteraad dd. 11 september 2014
-blz
6)
7)
8)
9)
75
houder zijn van een diploma of getuigschrift dat tenminste toegang verleent tot de betrekkingen
van niveau 2 bij de federale overheidsdiensten, vermeld in bijlage I bij het voormelde koninklijk
besluit dd. 2 oktober 1937;
geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek dat altijd voorafgaat aan de proeven
inzake lichamelijke geschiktheid en selectie;
slagen in de proeven inzake lichamelijke geschiktheid;
slagen in een selectieprocedure die bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte;
Overwegende dat het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid
eliminerend zijn en elke andere selectieproef voorafgaan;
Overwegende dat de selectieprocedure resulteert in een bindende rangschikking van de geslaagde
of geschikt bevonden kandidaten in volgorde van de behaalde punten of scores;
Overwegende dat om de geldigheid van de kandidaturen te kunnen beoordelen volgende
gegevens moesten worden toegevoegd aan de kandidatuur:
- een motivatiebrief;
- een uittreksel uit het strafregister (model I);
- een kopie van het vereiste diploma;
- een curriculum vitae;
Overwegende dat volgende kandidaten tijdig een kandidatuur indienden naar aanleiding van
bovenstaande oproep:
Naam
Voornaam
Straat
Woonplaats
Demey
Mathijs
Kerkstraat 6
8620 Nieuwpoort
Angillis
Mark
Canadalaan 17C
8620 Nieuwpoort
Overwegende dat Angillis Mark niet het gewenste diploma kan voorleggen en bijgevolg enkel
Demey Mathijs voldoet aan de deelnemingsvoorwaarden van de selectieprocedure;
Overwegende dat voorgesteld wordt om Demey Mathijs toe te laten tot de selectieprocedure voor
invulling van de functie van onderluitenant-vrijwilliger brandweer;
BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID:
Art.1.-
Art.2.-
Mathijs Demey, Kerkstraat 6 te 8620 Nieuwpoort te weerhouden voor de selectieprocedure
voor de invulling van de functie van onderluitenant-vrijwilliger brandweer.
BESLUIT BIJ GEHEIME STEMMING EN BIJ EENPARIGHEID BIJ 1 ONTHOUDING:
Mark Angillis, Canadalaan 17C, 8620 Nieuwpoort NIET te weerhouden voor de
selectieprocedure voor de invulling van de functie van onderluitenant-vrijwilliger brandweer
wegens het niet voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Art.3.-
Een kandidaat kan er zich evenwel nooit op beroepen dat zijn/haar toelating tot het examen
een vermoeden schept dat hij/zij aan alle voorwaarden voor aanwerving voldoet.
Art.4.-
Kennis van dit besluit te geven aan de personeelsdienst, de betrokken sollicitanten, het
diensthoofd reken- en belastingdienst en de wd. financieel beheerder.
Geen andere punten meer te behandelen zijnde, wordt de zitting opgeheven.
De Secretaris,
De Voorzitter,
Benoit Willaert.
Jos Decorte.
Gemeenteraad dd. 11 september 2014