Investment Letter juni 2014

12
Syntrus Achmea
Investment Letter
Juni 2014
Koorddansen
2 4 5 6
Beleggings­
omgeving
Markt­­-­
Vooruitzichten Special
ontwikkelingen Waarderingen
Hypotheken
Divergentie
Positief sentiment
houdt aan
worden kwetsbaar
blijven
aantrekkelijk
Divergentie
De Verenigde Staten, Europa en China staan op
verschillende punten in de conjunctuurcyclus.
Beleidsmakers in alle drie de regio’s staan voor
delicate beslissingen bij het streven naar een houd­bare economische groei. Hun beleidsinzet divergeert.
Het groeitempo van de wereldeconomie blijft
ondertussen relatief zwak. Daarom blijft het beleid
van de monetaire autoriteiten voorlopig ruim.
Geopolitieke spanningen en beleidsfouten vormen
de belangrijkste risico’s.
2
Verenigde Staten op stoom
Door de strenge winter kromp de Amerikaanse
economie in het eerste kwartaal. Onderliggend ligt
het economisch herstel echter op schema. In de
private sector zijn de balansen op orde gebracht.
De tekorten van de Amerikaanse overheid zijn
weliswaar fors, maar lopen snel terug. Het bedrijfs­
leven voert de investeringen op en de werk­gelegen­
heid groeit stevig. De werkloosheid is daardoor
teruggelopen naar 6,3% (zie figuur 1). Het herstel op
de arbeidsmarkt geeft het consumentenvertrouwen,
de consumptieve bestedingen en de woningmarkt
een impuls. De Amerikaanse economische groei komt
dit jaar naar verwachting uit op 2,5% en stijgt in 2015
naar 3%. Daarmee ligt de economische groei dicht
bij haar potentieel. Dit betekent dat de deflatoire
druk langzaam uit het systeem verdwijnt.
De Amerikaanse inflatie is inmiddels opgelopen
tot 2%. De Amerikaanse economie bevindt zich
nu in de sweet spot van de cyclus waarbij de eco­
nomische groei hoog genoeg is om het capaciteits­
overschot en de schuldquote terug te dringen
zonder dat dit gepaard gaat met een sterke
opwaartse druk op de inflatie. De Amerikaanse
centrale bank (Fed) is er alles aan gelegen om de
Amerikaanse economie zolang mogelijk op dit punt
Figuur 1 Amerikaanse en Europese werkloosheid
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Verenigde Staten
Eurozone
13%
12%
1 1%
10%
9%
8%
te houden. Dit betekent dat de Fed doorgaat met
het geleidelijk afbouwen van het opkoopprogramma
voor staats- en hypotheekgerelateerde obligaties.
Naar verwachting is in december 2014 het opkoop­
programma geheel beëindigd. De eerste rente­
verhoging van de Fed zal pas medio 2015 plaatsvinden.
De centrale bank wil de (kapitaalmarkt)rentes niet
te snel en te hard laten stijgen. Al met al betreft het
hier een delicate beleidsopgave.
Lage inflatie dwingt
ECB tot actie.
Alle ogen op de ECB
Terwijl de Fed zich opmaakt voor het einde van het
onconventionele beleid, zet de Europese Centrale
Bank (ECB) de deur daar juist nadrukkelijk voor open.
De Europese economie staat er dan ook beduidend
slechter voor. Om de euro te redden en de schulden­
crisis te beteugelen, voerden de verschillende
EU-lidstaten een beleid van lastenverzwaringen,
bezuinigingen en structurele hervormingen. Dit beleid
stortte vooral de perifere landen binnen de euro­
zone in een diepe recessie. Zo zagen Griekenland,
Portugal en Spanje hun economie sterk krimpen.
Dit ging gepaard met een sterke deflatoire druk,
waardoor de inflatie naar een gevaarlijk laag niveau
is gedaald (0,7%, zie figuur 2). Sinds medio 2013
kruipt de eurozone economie langzaam uit het dal.
Het vertrouwen herstelt en de groei trekt aan.
Het economisch herstel is echter fragiel. Een terugval
van de eurozone in een recessie resulteert waar­
schijnlijk ook in de terugkeer van de schuldencrisis.
De fragiliteit is onder meer het gevolg van de grote
verschillen tussen de lidstaten. Zo staat de Duitse
economie er structureel goed voor met een robuuste
economische groei. De broodnodige structurele
hervormingen zijn in Frankrijk achterwege gebleven
waardoor de Franse economie blijft kwakkelen.
Dergelijke verschillen zijn echter binnen heel de
eurozone zichtbaar. Zo heeft Spanje gedurende de
crisis wel de nodige hervormingen doorgevoerd
waardoor de economie nu het herstel heeft ingezet.
In Italië zijn de structurele hervormingen minder van
de grond gekomen waardoor herstel nu uitblijft.
7%
6%
5%
jun-09 dec-09 jun-10 dec-10 jun-11 dec-11 jun-12 dec-12 jun-13 dec-13 jun-14
Door de diepe crisis kampt de eurozone met een
zeer lage capaciteitsbenutting. Dit uit zich onder
meer in een hardnekkig hoge werkloosheid (11,8%,
zie figuur 1) en lage investeringsbereidheid. Zoals in
eerdere Investment Letters is aangegeven, kampt
Europa daardoor met deflatoire krachten, die door
de sterke euro worden versterkt. De ECB staat
daarom onder druk om via extra (onconventionele)
maat­regelen het economische herstel te stimuleren.
De ECB heeft zich daar altijd krachtig tegen verzet.
Deze houding is nu veranderd, mede doordat de
verwachte inflatie zorgwekkend laag blijft. Zo is de
geschatte inflatie voor mei gedaald naar 0,5%. De
dalende inflatie dwingt de ECB tot actie. In de juni
vergadering ging de ECB daarom over tot een reeks
van maatregelen. Alle rentetarieven werden ver­
laagd. Dit betekent dat de depositorente voor
banken nu negatief is. Daarnaast kwam de ECB
met een aantal additionele maatregelen. Zo wordt
de liquiditeit in het bankwezen verhoogd en komt
er een programma om de, nu haperende, krediet­
verlening in de economie te stimuleren. Tot slot zet
de ECB de deur voor een toekomstig Europees
opkoopprogramma van obligaties open.
Beleidsmakers staan
voor delicate keuzes.
Koorddansen in China
Terwijl men in Europa probeert het economisch
herstel op de rails te krijgen en de Verenigde Staten
druk bezig is met het op de rails houden van het
economisch herstel, koelt de Chinese economie
gestaag af. Naar verwachting zakt de groei in 2014
terug naar circa 7%. Dat is naar verwachting ook het
groeitempo voor de komende jaren. Deze lagere groei
past bij een economie die verschuift van een exporten investeringsgedreven groeimodel naar een meer
consumptiegedreven groeimodel. De Chinese
autoriteiten proberen dit transitieproces zonder al
Figuur 2 Amerikaanse en Europese Inflatie
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Verenigde Staten
Eurozone
5%
4%
3%
2%
1%
0%
-1%
-2%
-3%
jun-09 dec-09 jun-10 dec-10 jun-11 dec-11 jun-12 dec-12 jun-13 dec-13
te grote schokken te laten verlopen. Een compli­
cerende factor daarbij is echter dat tegelijkertijd de
overmatige kredietverlening en een oververhitte
vastgoedmarkt onder controle moet worden gebracht.
Dit betekent dat de Chinese autoriteiten een delicaat
staaltje koorddansen moeten laten zien. Aan de ene
kant vraagt de haperende economie om extra
stimulansen, aan de andere kant moeten de teugels
strak worden gehouden om de kredietverlening in
te dammen. Terwijl de Verenigde Staten en Europa
de afgelopen jaren grote stappen hebben gezet om
de financiële hefboom binnen het bankwezen in te
dammen, is die in China alleen maar gestegen.
De schuldfinanciering in het Chinese (schaduw)
bankwezen is de afgelopen jaren met naar schatting
een factor vier gestegen. De komende jaren zal ook
China de balansen van haar banken gaan opschonen.
Dit proces is al in gang gezet. Zo staat China sinds kort
wanbetalingen toe in de kredietmarkten. De grootste
angst blijft dat wanbetalingen tot een domino-effect
leiden waardoor China de controle verliest en er een
Chinese kredietcrisis ontstaat. China beschikt echter
over enorme valutavoorraden om dit proces in goede
banen te leiden. We verwachten daarom dat China
er in slaagt om een kredietcrisis te voorkomen.
Sluimerende geopolitieke onrust
(Geo)politieke ontwikkelingen blijven een bron van
onrust. Zo is de situatie in Oekraïne nog steeds
explosief. Op zondag 26 mei koos Oekraïne een
nieuwe president. Het is echter de vraag of de
nieuwe president er in slaagt om het land bij elkaar
te houden. Naast Oekraïne zijn er andere potentiële
brandhaarden. Zo lopen de spanningen tussen
China en Vietnam op rond een groep eilandjes in
de Zuid-Chinese zee. Bij de Europese verkiezingen
wonnen eurokritische partijen fors. In landen als
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk werden euro­
kritische partijen zelfs het grootst. Dat kan gevolgen
hebben voor het nationale beleid. Zo komt een
Brits referendum over het lidmaatschap van de EU
steeds dichterbij.
Divergentie
Al met al worden de komende maanden gekenmerkt
door een toenemende divergentie tussen en binnen
de verschillende regio’s. Zo staat Europa aan het begin
van haar economisch herstel terwijl de Verenigde
Staten de herstelfase van de economie al achter
zich heeft gelaten. Dit leidt ertoe dat de Fed haar
onconventioneel beleid afbouwt terwijl de ECB het
monetair beleid juist verder verruimt. In China gaat
men eindelijk werk maken van het opschonen van de
bankbalansen terwijl men daar in Europa en vooral
de Verenigde Staten al ver mee is gevorderd.
3
Positief sentiment houdt
aan
2014 begon turbulent maar afgelopen maanden
keerde de rust terug. De aandelenmarkten stijgen en
beleggingen uit de opkomende markten herstellen.
In Europa daalden de kapitaalmarktrentes van perifere
landen naar historisch lage niveaus. Daarop werd
de Europese schuldencrisis dood verklaard. Dit alles
gaat gepaard met een gestage daling van de markt­volatiliteit. Opvallend is de daling van de rentes in
veilige havens als Duitsland en de Verenigde Staten.
4
De weg omhoog ingeslagen
De positieve economische ontwikkelingen bepalen
het sentiment op de financiële markten. In figuur 3
staan de totaalrendementen over de eerste vijf
maanden van 2014. Recent doen aandelen uit de
opkomende markten het goed. De zorgen over
onder meer de Chinese groeivertraging zijn naar de
achtergrond verdrongen en het optimisme over­
heerst. Het verlies over de eerste maanden van 2014
is hierdoor omgebogen in een winst van circa 4,5%
in euro. De ontwikkelde landen doen het met een
rendement van ruim 5% in euro iets beter.
Nu het economisch herstel in de eurozone is ingezet,
zijn de zorgen over de eurocrisis weggeëbd. De rentes
op staatsobligaties van perifere landen daalden naar
historisch lage niveaus. De Italiaanse en Spaanse
10-jaars rente zakte ultimo mei tot onder de 3%.
Het totaalrendement op staatsobligaties van deze
landen ligt hierdoor dit jaar al boven de 7%.
Opvallend is de daling van de rentes van “veilige”
landen. Zo zakte de Duitse 10-jaars rente terug tot
onder de 1,4%. Daarmee ligt de Duitse kapitaalmarkt­
Figuur 3 Totaalrendementen t/m mei 2014
Figuur 4 Kapitaalmarktrente
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Verenigde Staten
Duitsland
Italië
7%
6%
5%
4%
3%
2%
1%
0%
jan-12 apr-12 jul-12 okt-12 jan-13 apr-13 jul-13 okt-13 jan-14 apr-14
rente ver onder de piek van eind 2013 (zie figuur 4).
Als oorzaak voor deze daling wordt gewezen op
kapitaalvlucht uit Rusland, het afnemende aanbod van
nieuwe staatsobligaties, de verwachting dat de inflatie
langer laag blijft en de verwachte verdere verruiming
van het monetair beleid van de ECB.
De risico-opslagen voor kredietobligaties blijven
dalen. Vooral Emerging Market Debt profiteerde de
laatste maanden. De angst voor een crisis in de
opkomende markten ebde weg. Hierdoor nam de
kapitaalvlucht af en herstelden de valutakoersen.
Het rendement in euro op schuldpapier van opko­
mende landen over de eerste 5 maanden van 2014
bedraagt ruim 8% voor schuldpapier in harde valuta
en circa 6% voor schuldpapier in lokale valuta.
Ook grondstoffen hebben tot nu toe een goed jaar.
Vooral agrarische grondstoffen doen het goed.
De euro blijft verrassend sterk.
Bron: Bloomberg, Syntrus Achmea
Totaalrendement
9%
8,2%
8%
7,3%
7%
5,0%
5%
4%
6,0%
5,8%
6%
4,3%
3,8%
4,2%
3,6%
3,5%
3%
2%
1%
0%
Aandelen
wereld
(LC)
Staatsobligaties
Eurozone
Staatsobligaties
Duitsland
Staatsobligaties
Italië
Euro inflatiegerelateerde
obligaties
Euro IG
Bedrijfsobligaties
Global
High Yield
(€ hedged)
Emerging
Emerging
Grondstoffen
Market Debt HC Market Debt
(USD)
(€ hedged) LC (unhedged)
Waarderingen worden
kwetsbaar
De extreem lage beleidsrentes drukken hun stempel
op de financiële markten. Ze fungeren als een anker
voor het verwacht rendement op alle beleggings­
categorieën. Door de recente daling van de kapitaal­
marktrentes zijn de verwachtingen voor de vast­
rentende categorieën verder gedaald. Aandelen in
Europa en de Emerging Markets bieden het meeste
opwaarts potentieel.
Beperkt rendementspotentieel
Het monetair beleid van de centrale banken domineert
de beleggingsomgeving. De beleidsrentes van bijna
nul procent trekken de verwachte rendementen op
alle beleggingscategorieën naar beneden. De reële
vergoeding voor kasgeld is al enige tijd negatief.
Hierdoor stroomt geld naar risicovollere beleggingen.
Deze search for yield drukt de kapitaalmarktrentes
en de vergoedingen voor kredietrisico. In figuur 5 staan
onze verwachte rendementen op jaarbasis voor de
komende vijf jaar. Deze verwachtingen zijn gebaseerd
op waarderingsanalyses. Voor de meeste beleggings­
categorieën zijn de verwachte absolute rendementen
laag. Uitzonderingen zijn beleggingen in opkomende
markten en Europese aandelen. Door de recente
rentedaling is het verwachte rendement op staats­
obligaties verder gedaald. Aandelen blijven daarom
de voorkeur genieten boven euro-staatsobligaties.
Zelfgenoegzaamheid op de markten
Zoals in het hoofdstuk Beleggingsomgeving is
beschreven, is er sprake van steeds meer divergentie
tussen de verschillende regio’s. Zo staat Europa nog
aan het begin van haar economisch herstel terwijl de
Amerikaanse economie de herstelfase heeft verlaten.
In China proberen de autoriteiten tegelijkertijd de
transitie van het economisch groeimodel te combi­
neren met beleid om een kredietcrisis te voorkomen.
Beleidswijzigingen, beleidsfouten en (geo)politieke
ontwikkelingen blijven potentiële bronnen van onrust.
Op de financiële markten overheerst echter het
optimisme over de economische ontwikkelingen en
het vertrouwen in de monetaire autoriteiten. Dit uit
zich in zelfgenoegzaamheid op de markten: het
sentiment voor vrijwel alle beleggingscategorieën is
positief. De waarderingen van diverse categorieën
zijn dusdanig hoog, dat deze steeds meer voor
perfectie geprijsd zijn. Dit baart ons enige zorgen
omdat de bufferruimte in de waarderingen langzaam
verdwijnt. Steeds meer beleggingscategorieën
worden daardoor kwetsbaar voor risicoscenario’s.
Amerikaanse aandelen naar neutraal
Het Dynamisch Asset Allocatie (DAA) beleid heeft een
middellange termijn oriëntatie. De positionering wordt
bepaald door het combineren van de waarderings­
modellen met de trends in de huidige beleggings­
omgeving. Amerikaanse aandelen zijn relatief hoog
gewaardeerd. Daarom is de overwogen positie in
Amerikaans aandelen gesloten. Aandelen uit Europa
en de Opkomende Markten zijn nog wel aantrekke­
lijk gewaardeerd en bieden relatief meer opwaarts
potentieel. Deze categorieën blijven daarom onze
voorkeur genieten boven euro-staatsobligaties.
Figuur 5 DAA-verwachtingen (ultimo mei 2014)
Bron: Syntrus Achmea
Beleggingscategorie
Aandelen Emerging Markets
Aandelen Europa
Negatief
Positief
Advies
DAA
Toelichting
+1%
9,25%
Aantrekkelijk verwacht rendement door lage waardering
+0,5%
8,50%
Aantrekkelijke waardering maar stagnerende macro-economische omgeving
6,50%
Aantrekkelijke yield maar hoog valutarisico op korte termijn
Emerging Market Debt LC
Aandelen VS
5,50%
Aan de dure kant, verwacht rendement onder het lange termijn gemiddelde
Aandelen Japan
4,50%
Laag verwacht rendement door forse stijging afgelopen jaar
Grondstoffen
3,75%
Geopolitiekrisico van invloed op korte termijn
Investment Grade Credit
1,00%
Lage absolute yield, gemiddelde risico-opslag
Staatsobligaties niet-kernlanden
1,50%
Laag verwacht rendement door sterk ingekomen risico-opslagen
Emerging Market Debt HC
2,25%
Sterk gedaalde yield en gevoelig voor rentestijging VS
Global High Yield
2,00%
Aan de dure kant door lage risico-opslag en lage risicovrije rente
Inflatiegerelateerde obligaties
0,75%
Beperkt rendement door lage reële rente en lage inflatieverwachting
0,50%
Rente op kasgeld blijft voorlopig laag
0,25%
Verwacht rendement blijft historisch laag
Kasgeld
Staatsobligaties Kernlanden
-1,5%
Deze tabel vat de visie samen die ten grondslag ligt aan de Dynamische Asset Allocatie (DAA). De verwachte rendementen zijn gemiddelde rendementen per jaar en
hebben betrekking op de komende 5 jaar. De verwachte rendementen zijn in euro’s. Alle niet-eurobeleggingen zijn afgedekt naar euro’s behalve Emerging Market Debt LC.
De aantrekkelijkheid van de beleggingscategorieën komt tot stand op basis van zowel rendements- als risicoschattingen.
5
Hypotheken blijven
aantrekkelijk
Naar het zich nu laat aanzien wordt binnenkort
de Nationale Hypotheekinstelling (NHI) officieel
geïntroduceerd. Daarmee zou een nieuw product
worden toegevoegd aan het toch al brede
spectrum van mogelijkheden om in hypotheken
te beleggen. Een goede reden om in deze special
dieper in te gaan op de rendementsvooruitzichten
voor de beleggingscategorie hypotheken.
6
Definitie
Bij hypotheken draait het om leningen met een
onroerend goed object als onderpand. De term
hypotheek staat in de eerste plaats voor ‘het eerste
recht van (executie)verkoop’. Als de hypotheek­
gever niet in staat is om de lening terug te betalen,
heeft de bank (de hypotheeknemer) het recht om
het onderpand te verkopen om zo het uitgeleende
bedrag terug te krijgen. Doordat een hypotheek­
nemer risico’s loopt, is de rente op hypotheken
hoger dan de rente op staatsobligaties. Vooral door
de aantrekkelijke risico-opslag kunnen hypotheken
een interessant alternatief zijn voor staatsobligaties.
Hypotheken
interessant door hoge
renteopslag.
Figuur 6 Historisch verloop hypothekenopslag
Bron: DNB, Barclays, Bloomberg 2014
Spread hypotheekrente tov swaprente
NL 7 jaars swap
NL hypotheekrente 5-10 jaars
Breed universum
Er bestaat een groot aantal mogelijkheden om in
hypotheken te beleggen. Een belegger zal dus keuzes
moeten maken. Zo is er de keuze om in Nederlandse,
Europese of zelfs wereldwijde hypotheken te beleggen.
Daarnaast is er de keuze tussen beursgenoteerde en
niet-beursgenoteerde hypotheken. Tot slot ligt er de
keuze tussen zakelijke of particuliere hypotheken.
Zakelijke hypotheken bestaan uit hypotheken die
verstrekt worden op onroerend goed dat commercieel
wordt gebruikt (bijvoorbeeld kantoren of winkels).
Particuliere hypotheken zijn hypotheken die verstrekt
worden voor het kopen van een particuliere woning.
Om de materie te begrenzen kiezen we in deze
special voor de invalshoek die aansluit bij het meest
recente visiestuk van Syntrus Achmea1. Dat richt zich
specifiek op Nederlandse particuliere hypotheken.
Bouwstenen hypotheekrente
Zoals gezegd wordt de aantrekkelijkheid van
hypotheken bepaald door de risico-opslag die op
hypotheken wordt verdiend. Om die reden gaan we
dieper in op deze opslag. In figuur 6 wordt de ont­wikkeling van de Nederlandse hypotheekrente2 door
de tijd afgezet tegen de ontwikkeling van de onder­
liggende financieringstarieven van het bankwezen.
In de figuur 6 is de hypotheekrente voor looptijden
van vijf tot tien jaar (de bovenste, donkerblauwe lijn)
afgezet tegen de zeven jaars swaprente (het tarief
dat banken elkaar onderling rekenen, de groene lijn).
Het verschil tussen de hypotheekrente en de
swaprente geeft de hypothekenopslag weer. Dat is
de extra vergoeding op hypotheken voor kosten en
risico’s waarmee de hypotheken gepaard gaan.
Ook de winstmarge op hypotheken zit in deze opslag
verwerkt. Het grijze vlak geeft de ontwikkeling van
de hypothekenopslag weer.
Hoge risico-opslag
In de figuur valt op dat de hypothekenopslag in de
periode vanaf begin 2003 tot halverwege 2008
relatief stabiel en laag was. Sinds de kredietcrisis is
deze opslag echter zeer sterk opgelopen. Terwijl de
swaprente in lijn met de rente op staatsobligaties na
september 2008 een daling inzette, bleven de hypo­
6%
5%
4%
3%
2%
1%
1.Syntrus Achmea, “Visie 2014 – 2018: In Transitie”, september 2013
0%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2.Reeks woninghypotheken nieuwe contracten met over­dekking
gebruikt >5 jr en <=10 jr rentevast
Figuur 7 Inschatting gemiddelde opbouw Nederlandse hypotheekrente
Bron: DNB, CPB, ESB, Bloomberg
Swaprente (7jrs)
Debiteurenvergoeding, Hypotheekspecifieke risico’s en fundingkosten
Winst
Hypotheekrente (5-10jrs)
theekrentes op een relatief hoog niveau liggen. In de
afgelopen jaren zijn er vele onderzoeken geweest
naar de opbouw van de hypotheekrente3. Daarbij
wordt vooral gezocht naar de verklaring voor de
relatief hoge hypothekenopslag zoals die in Neder­
land sinds de kredietcrisis geldt. De banken wijzen
er zelf op dat sinds 2008 de (financierings)kosten
die de banken voor een hypotheek moeten maken
sterk zijn gestegen. Dit heeft deels te maken met de
hoge funding gap4 waardoor Nederlandse banken
sterk afhankelijk zijn van financiering via de kapitaal­
markt. De financieringskosten voor Nederlandse banken
op de kapitaalmarkt zijn sinds de crisis gestegen.
Het deels wegvallen van de markt voor securitisaties5
verergert de situatie voor het Nederlandse bankwe­
zen. Tot slot hanteren Nederlandse banken tegen­
woordig hogere opslagen voor het kredietrisico in
hypotheken. Door al deze factoren is de swaprente
eigenlijk geen goede proxy meer voor de werkelijke
financieringskosten van het bankwezen.
Diverse onderzoeken wijzen er echter op dat genoemde
factoren de hoge hypotheekopslag maar deels kunnen
verklaren. Zo wijst De Nederlandse Bank (DNB) op
de beperkte concurrentie. Door de kredietcrisis is
de Nederlandse hypothekenmarkt veranderd van
een zeer concurrerende hypothekenmarkt met lage
winstmarges naar een hypothekenmarkt met slechts
een beperkt aantal aanbieders en beperkte prijs­
concurrentie. De lagere concurrentie vertaalt zich in
hogere winstmarges voor de hypotheekverstrekker.
Ook het Centraal Planbureau (CPB) komt tot de
conclusie dat de hogere financieringskosten geen
sluitende verklaring zijn voor de hogere hypotheken­
opslag. Ze wijzen daarbij onder meer op het feit dat
3.Zie onder meer “Financieringsproblemen in de hypotheekmarkt”,
DNB, occasional studies, 2013 en “De Nederlandse woningmarkt –
hypotheekrente, huizenprijzen en consumptie”, CPB notitie
14 februari 2013 en “Hollands hoge hypotheekrentes”, Economisch
Statistische Berichten, woningmarkt, oktober 2012
De funding gap is het verschil tussen spaartegoeden enerzijds en
4.
de kredietverlening aan huishoudens en bedrijven anderzijds.
Nederlandse banken hebben ten opzichte van hun Europese
concurrenten een hoge funding gap.
5.Het verpakken van hypotheken in verhandelbare effecten die door
de banken worden verkocht aan eindbeleggers. De hypotheken
verdwijnen zo van de bankbalans zodat de banken daar geen
kapitaal meer voor hoeven aan te houden. Voor de kredietcrisis
maakten Nederlandse banken veelvuldig gebruik van securitisatie
van hypotheken.
voor 2008
sinds 2008
maart 2014
4,5%
3,0%
1,4%
0,3% - 0,5%
1,3% - 1,5%
1,3% - 1,5%
0,1% - 0,3%
0,5% - 1,0%
0,5% - 1,0%
5,0%
5,0%
3,9%
de Nederlandse hypotheekrentes 1% hoger liggen
dan in de ons omringende landen. Naast beperkte
concurrentie wijst het CPB op capaciteitrestricties
bij het Nederlandse bankwezen. Nederlandse banken
zijn bezig met het inkorten van hun balansen en
hebben dus geen behoefte om meer hypotheken op
hun balans te nemen. Banken zijn daarom alleen
bereid om tegen een fors hogere hypotheekopslag
hypotheken te verstrekken.
Huidige opbouw hypotheekrente
In figuur 7 wordt weergegeven hoe de Nederlandse
hypotheekrente tot stand komt. We kijken daarbij
naar de periode vóór de kredietcrisis, de periode
sinds de kredietcrisis en naar de huidige situatie.
Figuur 7 komt tot stand op basis van informatie uit
de eerder genoemde onderzoeken en informatie
van verschillende marktpartijen.
In figuur 7 wordt de hypotheekrente opgebouwd uit
de swaprente, de kosten voor de bank, en de winst­
marge van de bank. De kosten van de bank kunnen
worden uitgesplitst naar een debiteuren­vergoeding,
een vergoeding voor hypotheekspecifieke risico’s en
de fundingkosten. De cijfers bevestigen het hiervoor
geschetste beeld van een gedaalde swaprente en
een daling van de hypotheekrente die hierbij achter
blijft. Het verschil wordt deels verklaard door de
hogere kosten voor het bankwezen. De kosten die
banken moeten maken bij het verstrekken van een
hypotheek blijken inderdaad ruim te zijn verdub­
beld. Dat is echter niet de hele verklaring. Uit de
cijfers blijkt ook dat de winstmarges sinds de krediet­
crisis sterk zijn gestegen. De laatste maanden zien we
de concurrentie op de hypothekenmarkt weer
toenemen. Hierdoor zullen de winstmarges naar
verwachting weer wat dalen. Ook aan de kostenkant
is ruimte voor verbetering. Een terugkeer naar de
lage hypothekenopslag van vóór 2008 is echter
onwaarschijnlijk.
Beperkte risico’s
Al met al bieden hypotheken een interessante opslag
boven de staatsrente. Deze opslag is een vergoeding
voor een aantal risico’s. De belangrijkste risico’s zijn:
kredietrisico, het risico van vervroegde aflossing, en
de beperkte liquiditeit. Uit de data blijkt dat het krediet­risico van Nederlandse hypotheken klein is. Hiervoor zijn
7
meerdere redenen. Zo biedt het onder­pand, ondanks
de gedaalde huizenprijzen, nog steeds een goede
bescherming. Daarnaast blijft in Nederland de hypo­theekgever aansprakelijk voor de restschuld wanneer
het onderpand onverhoopt minder waard is dan de
hoogte van de hypotheek. Tot slot heeft een groot deel
van de Nederlandse hypotheken een beschermings­
constructie in de vorm van de Nederlandse Hypotheek
Garantie (NHG). Dit alles leidt ertoe dat ondanks de
malaise op de woningmarkt, zowel het aantal wan­betalingen als de omvang van verliezen op hypotheken,
klein blijft. De mogelijkheid om hypotheken (deels)
vervroegd af te lossen, houdt een renterisico in voor de
hypotheeknemer. Hiervoor eist deze een compensatie
in de vorm van een hogere rente. Tot slot vormt de
beperkte liquiditeit van hypotheken een risico voor
beleggers. Hypotheken zijn een illiquide belegging,
zeker in de vorm van hypotheekfondsen. Voor deze
illiquiditeit eist een belegger extra rendement; de
illiquiditeitspremie. Door de beperkte kredietverliezen
voor beleggers in Nederlandse hypotheken is het
grootste deel van de hypothekenopslag een vergoe­
ding voor de beperkte liquiditeit.
8
Kredietrisico
hypo­theken is beperkt.
Minimaal vereiste hypothekenopslag
Bij het berekenen van de rendementsverwachting voor
hypotheken gaan we er vanuit dat de hypothekenopslag
geleidelijk naar een lange termijn gemiddelde zal zakken.
Om dit lange termijn gemiddelde te bepalen kijken we
naar de historie en specifiek naar de componenten
waaruit de opslag is opgebouwd.
We maken bijvoorbeeld een inschatting voor
illiquidi­teitsrisico, en voor het gevaar van wanbetaling
op hypotheken. Sommige andere onderdelen van de
opslag zijn minder eenvoudig te schatten. Daarom
wordt het historisch beeld ook meegewogen. Per saldo
verwachten we de in figuur 8 weergegeven bandbreed­
te voor de omvang van de hypothekenopslag.
Figuur 8 Opbouw hypothekenopslag
Bron: Syntrus Achmea
Particulier
Debiteurenvergoeding, Hypotheekspecifieke
risico’s en fundingkosten
0,4% - 0,6%
Winst
0,2% - 0,4%
Voor de debiteurenvergoeding verwachten we dat
deze op middellange termijn tussen de 0,4% en de
0,6% zou moeten liggen. De kosten en winst zouden
tussen de 0,2% en de 0,4% moeten uitkomen (zie
figuur 8). Ondanks berichten dat de concurrentie
op de Nederlandse hypotheekmarkt recent iets lijkt
toe te nemen, heeft de hypothekenopslag vanaf het
huidige niveau nog behoorlijk ruimte om verder te
dalen. Dit werkt positief door in de rendements­
verwachting.
Conclusie
De rentevergoeding op hypotheken biedt een
interessante opslag ten opzichte van staatsobligaties.
Uit de onderliggende cijfers blijkt dat de extra
vergoeding op hypotheken op dit moment boven
het lange termijn evenwichtsniveau ligt. Nieuwe
toetreders zullen op termijn waarschijnlijk zorgen
voor meer concurrentie op de hypotheekmarkt.
Vooralsnog vormen Nederlandse hypotheken echter
een interessante belegging voor pensioenfondsen.
Deze beleggingscategorie biedt een aantrekkelijk
rendement boven staatsobligaties bij een slechts
beperkt hoger risicoprofiel.
Disclaimer
Colofon
De in deze publicatie aangeboden informatie is bedoeld als informatie in
Meer Weten? Neem dan contact
algemene zin en mag niet worden beschouwd als een op uw situatie toegespitst
op met uw fondsmanager of
advies. Syntrus Achmea heeft de inhoud van deze publicatie met de grootst
account-CIO. De Syntrus Achmea
mogelijke zorgvuldigheid samengesteld en zich gebaseerd op betrouwbaar
Investment Letter is een uitgave van
geachte informatiebronnen. Er wordt echter nooit garantie of verklaring gegeven
de afdeling Investment Strategy van
over de juistheid en volledigheid van die informatie, noch uitdrukkelijk, noch
Syntrus Achmea.
stilzwijgend. Aan de verstrekte informatie, aanbevelingen en berekende waardes
kunnen geen rechten worden ontleend. De verstrekte informatie is uitsluitend
indicatief en aan verandering onderhevig. Opinies, feiten en meningen kunnen
zonder nadere aankondiging worden gewijzigd.