Verslag Netwerkbijeenkomst integratiepositie Somalische

Verslag
Netwerkbijeenkomst integratiepositie Somalische Nederlanders:
‘Succesfactoren en uitdagingen in het bereiken van Somalische
Nederlanders in achterstandssituaties.’
30 januari 2014
Inhoud
1.
Achtergrond ............................................................................................................................................... 2
2.
Verslag van de bijeenkomst ....................................................................................................................... 2
3.
Conclusies: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen .......................................................................... 10
Bijlagen ............................................................................................................................................................. 11
A.
Projectinformatie................................................................................................................................. 11
B.
Programma .......................................................................................................................................... 11
C.
Deelnemerslijst .................................................................................................................................... 11
1
1. Achtergrond
In oktober 2010, maart 2011 en maart 2012 hebben er, in opdracht van de Directie Inburgering en Integratie,
netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden voor gemeenten met de grootste aantallen Somaliërs om te bezien wat
er mogelijk is aan verbetering van de integratie van deze groep.
De bijeenkomst in 2010 focuste op knelpunten en/of succesfactoren, in 2011 was het thema het verbeteren
van het bereik van psychosociale zorg en opvoedingsondersteuning en in 2012 het qatgebruik. Behalve
kennisoverdracht, bieden deze bijeenkomsten de aanwezigen de ruimte om hun kennis en ervaringen met
anderen te delen, alsmede te leren van elkaars ervaringen, promising practices en do’s & don’ts.
Op 30 januari 2014 heeft Pharos, in opdracht van de Directie Inburgering en Samenleving, Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een vierde netwerkbijeenkomst georganiseerd voor gemeenten.
Deelnemers aan deze bijeenkomst waren gemeente ambtenaren, samen met afgevaardigden werkzaam bij een
uitvoerende organisatie en bij een Somalische organisatie uit diezelfde gemeente. De directie Inburgering en
Samenleving heeft een aantal Somalische Nederlanders à titre personnel uitgenodigd.
Het thema dit jaar is ‘succesfactoren en uitdagingen in het bereiken van Somalische Nederlanders in
achterstandssituaties.’
In de voorbereiding is aan genodigde gemeenten gevraagd informatie aan te leveren over lopende projecten
m.b.t. het verbeteren van de integratie van Somalische Nederlanders in betreffende gemeente. De aangereikte
projecten bevinden zich op het terrein van integratie, welzijn en veiligheidsaspecten. Een aantal gemeenten
heeft geen specifieke projecten (meer), o.a. vanwege het afschaffen van het doelgroepenbeleid. Regulier
aanbod van maatschappelijke of sectorale organisaties moet ook toegankelijk zijn voor deze doelgroep. Wel
wordt onderkend dat het bereik van deze doelgroep extra aandacht behoeft. Ondanks dat een aantal
gemeenten geen specifieke projecten (meer) hebben, hebben deze gemeenten wel aandacht voor deze groep
via bv. financiering van maatschappelijke of Somalische organisaties. M.n. deze laatste groep van organisaties
speelt een belangrijke rol in een aantal gemeenten. Zie bijlage A voor een overzicht van de projecten.
Tijdens de bijeenkomst stonden we uitgebreid stil bij bestaande aanpakken in verschillende gemeenten: wat
zijn sterke en zwakke punten, wat zijn kansen en bedreigingen? Drie gemeenten (Groningen, Den Haag en
Apeldoorn) presenteerden een succesvol project. Verder besteedden we aandacht aan de resultaten van het
Europese onderzoek ‘At home in Europe’ naar de participatie en integratie van Somaliërs in verschillende
Europese steden. In Nederland is dit onderzoek uitgevoerd in Amsterdam. De onderzoekers Gery Nijenhuis en
Ilse van Liempt van de Universiteit van Utrecht presenteerden de resultaten van het onderzoek in Nederland.
Het onderzoeksrapport verschijnt in het voorjaar 2014.
2. Verslag van de bijeenkomst
Opening en welkom
drs. W.J.M. Palm, Senior beleidscoördinator Directie Integratie en Samenleving, Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Het kabinet vindt het van belang dat instellingen in de publieke sector in staat zijn de vraagstukken die
voortkomen uit een divers samengestelde bevolking en achterblijvende integratie het hoofd te bieden. Dit
vergt dat voorzieningen toegankelijk én effectief zijn voor iedereen, of het nu gaat om de veiligheidshuizen, de
GGD, GGZ of de Bureaus Jeugdzorg. De inzet heeft tot op heden bij deze doelgroep nog niet tot voldoende
resultaat geleid.
Het is daarom van belang dat het bereik van deze voorzieningen verder verbeterd wordt bij juist die groepen
waar de meeste problemen voorkomen. Hier is behoorlijk wat winst te boeken.
2
Dat kan het kabinet niet alleen. Integratie is een zaak van alle burgers, organisaties, instituties en de overheid.
Om integratievraagstukken probleemgericht aan te pakken, integratiekansen te bevorderen en te komen tot
oplossingen is samenwerking met betrokken partijen essentieel. Inzet zal de komende jaren gericht zijn op de
volgende drie kernthema’s: Meedoen en zelfredzaam zijn; Grenzen stellen en opvoeden; Omgaan met elkaar
en verinnerlijken van waarden.
Meedoen en zelfredzaam:
1. Taal,
2. Participatieovereenkomst,
3. Integratie EU-burgers,
4. Aanpak jeugdwerkloosheid onder migranten,
5. Stimuleren sociaal ondernemerschap.
Grenzen stellen en opvoeden:
6. Aanpak criminaliteit,
7. Verbeteren ouderbetrokkenheid.
Omgaan met anderen en verinnerlijking van waarden:
8. Kennis van sociale competenties,
9. Aanpak discriminatie,
10. Bevorderen homoacceptatie,
11. Aanpak huwelijksdag.
Gemeenten zijn belangrijke strategische partners bij het realiseren van de opgave dat publieke instellingen
toegankelijk en effectief zijn voor iedereen. Kennis op lokaal niveau van wat werkt en wat niet werkt is daarbij
van belang. Daar dient deze bijeenkomst voor. Ik wens u een inspirerende bijeenkomst.
Inleiding aanpak Den Haag
John Waalring, Senior beleidsmedewerker, Gemeente Den Haag
Het project Afrikanen Aan Zet is in eind 2010 geïnitieerd door Somaliërs zelf. Het doel was het aanpakken van
de problemen waarmee Somalische gezinnen in Den Haag worden geconfronteerd om zo het isolement van
Somalische gezinnen te doorbreken en hen waar nodig overdragen aan organisaties die belast zijn met de
feitelijke hulpverlening. Het project is een geslaagd project, en in 2013 is het project uitgebreid naar
bevolkingsgroepen uit Oostelijk Afrika. Inmiddels zijn ruim 150 gezinnen bereikt.
Specifieke projecten blijven nodig om deze doelgroep goed te kunnen blijven bereiken. Maar we zien ook
bedreigingen: financiën onder druk staan en het Rijk trekt zich terug. Dilemma’s ontstaan als gevolg van andere
verwachtingspatronen tussen de gemeente en een zelforganisatie, o.a. over wie beheert het geld? Later
vanmiddag zult u meer horen over de aanpak in Den Haag.
At home in Europe: Somaliërs in Amsterdam. Presentatie van de resultaten
Gery Nijenhuis en Ilse van Liempt, Universiteit Utrecht
De onderzoekers presenteren de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd in 2013 naar de participatie en
sociale integratie van Somaliërs in Amsterdam. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Open Society
Foundation als follow up van eerder onderzoek naar de positie van Moslims in Europese steden, waaruit bleek
dat de Somalische Diaspora een kwetsbare groep is. Het onderzoek in Amsterdam maakt deel uit van een
comparatief onderzoek (Malmö, Kopenhagen, Oslo, Leicester, Londen, Helsinki).
Er is grote diversiteit binnen de groep Somaliërs in Amsterdam, maar over het algemeen:
 is het opleidingsniveau relatief laag; schooluitval is hoog; 23% heeft basiskwalificatie;
 is er geringe participatie op de arbeidsmarkt; m.n. vrouwen zijn een kwetsbare groep;
 speelt taal een cruciale rol;
3
 is de gezondheidssituatie is redelijk, maar……;
 zijn er veel geestelijke gezondheidsproblemen die niet altijd goed zichtbaar zijn;
 kan de toegang tot gezondheidszorg beter, vooral voor (afgewezen) asielzoekers;
 leidt dure ziektekostenverzekering tot prioriteiten stellen onder Somaliërs wat hun gezondheid niet
altijd ten goede komt;
 komen misverstanden als gevolg van taalproblemen en culturele achtergrond tussen cliënt en arts
vaak voor;
 zijn er problemen met opvoeding: er is een groeiende kloof tussen ouders en kind, met angst voor ‘ingrijpen
Bureau Jeugdzorg’ i.h.b. voor uithuisplaatsing van je kind.
Interessante initiatieven:
 Beleidsnotitie ‘Vluchtelingen in Amsterdam 2011-2014’. Hierin is vastgelegd welke ondersteuning
vluchtelingen krijgen tijdens het inburgeringstraject door de gemeente Amsterdam en de Stichting
VluchtelingenWerk Amstel tot Zaan (SVAZ). In deze beleidsnotitie wordt de nadruk gelegd op samenwerking
tussen de verschillende gemeentelijke eenheden en maatschappelijke instanties die betrokken zijn bij het
proces van inburgering.
 Overeenkomst UAF - Gemeente Amsterdam (2013), gericht op verbeterde dienstverlening aan hoger
opgeleide vluchtelingen (MBO+niveau), zodat ze hun opleiding kunnen afronden;
 Talent uit Isolement (sinds 2011), uitgevoerd door SVAZ. Dit project heeft als doel de toegang van
vluchtelingenvrouwen, waaronder Somalische vrouwen, tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Alhoewel
het in de praktijk lastig blijkt om een baan te vinden, geeft het vrouwen wel een betere uitgangspositie.
 Activiteiten van zelforganisaties, o.a. SOMVAO (sinds 1994) en IFTIN (sinds 2005).
 Vernieuwde aanpak Bureau Jeugdzorg Amsterdam en opvoedondersteuning. Sinds 2011 is er sprake van
een gezinsgerichte aanpak, begeleiding vindt thuis plaats. Daarnaast is er ingezet op de verdere
ontwikkeling van een methodiek voor opvoedingsondersteuning, waarbij specifiek wordt ingezet op de rol
van vaders (Inter-Lokaal Nijmegen/Pharos).
Succesfactoren:
 Het gebruik van rolmodellen met een Somalische achtergrond;
 Inzetten van opleiders en trainers die de taal spreken en de achtergrond begrijpen;
 Inzicht in Somalische tradities t.a.v. mondelinge communicatie.
Aanbevelingen voor landelijk beleid:
Vanwege de zorgelijke maatschappelijke situatie van deze relatief kleine groep is het belangrijk dat de overheid
landelijke uitwisseling door lokale overheden en organisaties mogelijk blijft maken.
Aanbevelingen voor het veld:
 Gemeenten, i.s.m. andere relevante actoren kunnen:
o binnen het kader van het huidige vluchtelingenbeleid de mogelijkheden onderzoeken voor extra
ondersteuning aan Somaliërs en andere groepen vluchtelingen om de effectiviteit van het
inburgeringsprogramma te verbeteren. ‘Maatwerk binnen algemeen beleid’ moet daarbij het devies
zijn. Ook binnen het voortraject - voor de fase van inburgering - moet meer aandacht komen voor taal
en informatievoorziening.
o bij het ontwikkelen van nieuwe activiteiten aansluiten bij eerdere veelbelovende initiatieven, waarbij
succesfactoren - zoals rolmodellen met een Somalische achtergrond, opleiders en trainers met een
Somalische achtergrond, en aansluiting bij de specifieke Somalische achtergrond - moeten worden
meegenomen.
o overwegen gezinscoaches in te zetten voor het geven van opvoedingsondersteuning aan Somalische
gezinnen, toegesneden op de specifieke behoeften van Somalische huishoudens; dit gebeurt al in
Amsterdam (BJAA);
 Somalische organisaties kunnen:
o financiële steun zoeken bij de gemeentelijke overheid om alfabetiseringscursussen aan te bieden in het
Somalisch, teneinde ongeletterde Somaliërs te helpen zich voor te bereiden op het inburgeringstraject.
o hun rol heroverwegen en tevens Somaliërs begeleiden naar een onafhankelijker positie. De kracht van
de organisaties ligt in hun rol als intermediair tussen de overheid en de samenleving. Zij zouden kunnen
starten met spreekuren waarin Somaliërs praktische ondersteuning kunnen krijgen van andere
4
Somaliërs in de gemeenschap. Daarmee worden de organisaties ontlast, worden Somaliërs
onafhankelijker, en ontstaat er een bredere betrokkenheid binnen de gemeenschap.
 Zorginstellingen moeten investeren in het toegankelijker maken van hun diensten voor Somaliërs, onder
andere door het gratis aanbieden van tolken en het vergaren van kennis over specifieke kwesties zoals
trauma’s en VGV-gerelateerde problemen bij bevallingen.
 Actuele kennis over de positie van Somaliërs is essentieel voor een effectieve aanpak. De gemeentelijke
overheden moeten in samenwerking met zorginstellingen (GGD’s) en scholen investeren in het monitoren
van de positie van Somaliërs op het gebied van onderwijs, werk, gezondheid en welzijn.
Een aantal reacties uit de zaal:
 Sinds kort is het taal en oriëntatieprogramma voor vluchtelingen in Amsterdam een verplicht onderdeel
onder de bijstandsuitkering.
 Een alfabetiseringscursus in eigen taal is een interessante gedachte en belangrijk voordat mensen aan een
inburgeringstraject beginnen. Het is beter goed te investeren in het begin, voordat je aan een lang
bijstandstraject begint. Maar hoe realiseer je dat in het huidige tijdsgewricht?
 Is de reguliere hulpverlening toegerust voor mensen uit de Somalische cultuur? Intermediairs moeten
worden ingezet, beroepskrachten getrained, anders gaat het mis.
 Aansluiten bij de behoeften van de doelgroep is belangrijk.
De verschillende rapporten in dit onderzoek zijn (binnenkort) te vinden op:
http://www.opensocietyfoundations.org/search?key=somalis&sort=created&order=desc&f[0]=field_taxonomy
_regions%3A33
De rapporten van Somalis in Malmö, Oslo en Helsinki zijn reeds openbaar:
http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-malmo
http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-oslo
http://www.opensocietyfoundations.org/reports/somalis-helsinki
Workshops
1. Den Haag op Maat: toerusting van beroepskrachten
Shamsa Saïd, trainer/adviseur SONPPCAN
In het project ’Den Haag op Maat’ zijn onder meer beroepskrachten die werken met de doelgroep getraind
over de achtergronden en problematiek van de doelgroep.
Shamsa benadrukt dat zij ook regelmatig als tolk informatie krijgt over de kijk van Nederlanders op Somaliërs
waaruit blijkt dat het voor Nederlandse organisaties lastig is om een goed beeld te krijgen. Bijv. in huizen met
Somalische bewoners zitten soms de gordijnen overdag dicht. Dat hoeft geen teken te zijn dat het slecht gaat
met deze mensen. Het is niet ongewoon dat Somaliërs het daglicht buitensluiten. Dat was in het herkomstland
gewoon.
Het is belangrijk dat gemeentelijke diensten en zorgverleners ook over Somaliërs basale kennis hebben. De
workshop start met een quiz. De aanwezigheid van Somalische landgenoten geeft deze workshop extra
verdieping. De presentatie demonstreert dat de tijd nemen om je gezamenlijk te verdiepen in de
achtergronden van Somaliërs helpt om adequatere begeleiding te bieden.
Quiz
Shamsa gaat in op de antwoorden van de deelnemers. Uitgebreide informatie kunt u op Wikipedia vinden
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Somali%C3%AB). Zij zelf woont al heel lang in Nederland en heeft het grootste
deel van haar leven in hoofdstad Mogadishu gewoond. Afkomstig zijn van de stad of van het platteland kan
heel bepalend zijn voor de achtergronden van de Somalische Nederlanders.
Op de vraag waarom Somaliërs vanaf 1988 voor Nederland kozen stelt zij dat de toenmalige minister Pronk
tijdens een bezoek aan Kenia Somaliërs uitnodigde om naar Nederland te vluchten. Maar ook bleken veel
5
Somaliërs op weg naar Engeland of Scandinavië geen goede papieren te hebben. Zij werden op Schiphol
daardoor ‘gedwongen’ asiel in Nederland aan te vragen.
Wie de baas is in huis? Kort door de bocht de vrouw. Maar daarbuiten vertegenwoordigt de man het gezin. Ook
buitenstaanders die in het gezin komen kunnen het best starten de man aan te spreken.
Kaart van Somalië
In 1884 hebben buitenlandse mogendheden de grenzen van Somalië bepaald. Er was een Franstalig Djibouti en
een Italiaans en Engels deel.
Cultuurachtergrond
60% van de bevolking is nomadisch, maar daarbij blijven zij wel in een groot eigen gebied met een omtrek van
300 kilometer. Het zijn veehouders, die vanwege het klimaat rondtrekken. Het Somalische vee zijn de kamelen.
Ze worden voor vlees en voor melk gehouden, maar spelen ook een belangrijke rol in het vervoer. Somaliërs
zijn trots op het vlees en de melk, deze zijn gezonder dan de producten van de koe. Een reeks van oorlogen
maakt nu dat er heel veel mensen rondtrekken. Voor de oorlogen waren de steden groter en was er veel
visserij.
Clanverhouding
De clan is een zeer uitgebreide verwantschapsstructuur. Clans zijn onderverdeeld in subclans en daaronder is
weer de zogeheten ver-familie. Hoewel Shamsa’s leven als stedeling minder door de invloed van de clan werd
bepaald, is wel duidelijk dat voor veel Somaliërs vandaag de dag de clan nog steeds belangrijk is. Heel veel
Somaliërs hebben het over “wij” op het moment dat Nederlanders over “ik” zouden spreken. De namen van
Somaliërs bestaan uit namen van vader, zoon en grootvader, maar veel Somaliërs kennen reeksen van
voorouders tot soms wel 30 voorouders toe. De clan brengt steun met zich mee, maar ook verplichtingen.
Clanleden kunnen je familieleden sturen waar jij geacht wordt voor te zorgen. Maar de clan zorgt ook dat er
geld bij elkaar gelegd wordt voor een begrafenis in een ander land. De Nederlandse gezinsleden kunnen soms
klagen over de druk die de clanverplichtingen met zich meebrengt. Maar de clan is ook een vangnet voor
bijvoorbeeld financiële hulp. Eén van de deelnemers benadrukt dat in Nederland mantelzorg steeds
belangrijker wordt. Eigenlijk is de clan een vorm van mantelzorg.
Rolverdeling
Formeel zijn mannen de baas, maar de interpretaties hiervan verschillen per familie. Meisjes worden
voorbereid op een rol als moeder, maar in grote steden volgen meisjes ook vaak een opleiding. Polygamie is
officieel verboden, maar iets dat in Somalië nog veel plaatsvindt. Maar de rol van de vrouw en een verschijnsel
als polygamie, staan ter discussie zo gauw families in het westen wonen.
Rol mannen
Er is een vraag over het waarom van het grote aantal alleenstaande moeders. Soms zijn mannen omgekomen,
maar ook door het leven in het westen kiezen vrouwen vaker dan voorheen om alleen te leven. Ook gebeurt
het dat mannen op de achtergrond nog wel een rol spelen. Overigens waren niet alle huwelijken voor de wet
gesloten, iets wat veel problemen geeft bij bijvoorbeeld gezinshereniging. Een deelnemer vertelt dat het in
Zweden gebruikelijk wordt dat Imams toestemming “moeten” geven voor de ontbinding van het Islamitische
huwelijk. Dat is ook een middel om gezinnen meer bij elkaar te houden.
Ook het qatverbod komt ter sprake. Hoewel veel Somaliërs zelf voorstanders waren van dit verbod vanwege de
ontwrichtende effecten van het gebruik, is het de vraag of het gewerkt heeft. Er is nog steeds veel invoer en
gebruik en het is nu veel duurder. Een evaluatie van dit beleid is gewenst.
Grote gezin
Het is heel vanzelfsprekend om heel veel kinderen te krijgen, omdat door slechte leefomstandigheden en
oorlogen vaak kinderen overleden en er geen oudedagsvoorzieningen zijn. Een dergelijke vanzelfsprekendheid
zal ook in Nederland minder groot worden, maar dat gaat stap voor stap. In de zaal ontstaat een korte discussie
over het krijgen van kinderen, omdat het vrouwen zo belemmert in hun eigen ontwikkeling. Ondanks
capaciteiten kunnen ze bijvoorbeeld opleidingen niet afmaken.
6
Samenvattend
Shamsa’s presentatie krijgt een extra verdieping door de aanwezigheid van het gemengde publiek. Het is een
voorbeeld hoe dit ook in andere gemeenten georganiseerd zou kunnen worden. Naast Shamsa zijn er ook
andere Somalische deskundigen die “ingehuurd” kunnen worden.
2. Samenwerking met sleutelfiguren essentieel
Iris Engelsman, beleidsmedewerker/projectleider MJD Groningen, Abubaker Ali Said, toeleider MJD Groningen
en Ahmed Sheikh, voorzitter Stichting Somaliërs Groningen (SSG).
Activeringsproject Groningse Somaliërs
Een intensieve en bloeiende samenwerking.
In deze workshop stond de samenwerking met sleutelpersonen centraal. De intensieve samenwerking tussen
MJD en SSG heeft er in Groningen toe geleid dat:
 de gemeente de Somalische gemeenschap beter bereikt;
 overlast in de publieke ruimte is teruggebracht;
 er een positievere beeldvorming over Somaliërs is;
 er vanuit de Somalische gemeenschap een positiever beeld over de hulpverlening is;
 de drempel naar hulpverlening is verlaagd;
 voor een groot deel van de deelnemers passende dagbesteding (werk, vrijwilligerswerk, taalverbetering,
etc) is gevonden.
Naast deze mooie resultaten is er nog steeds een weg te gaan. Met name ten aanzien van huisvesting voor de
Groningse Somaliërs.
De aanpak kenmerkt zich door samenwerking. SSG en MJD werken onder andere samen met de Gemeente
Groningen, woningcorporaties, verslavingszorg, werkprojecten, GGZ en Politie. De cliënt staat centraal, en de
organisaties bundelen hun krachten om gezamenlijk de situatie van de cliënt te verbeteren. Daarbij wachten ze
niet af, maar zijn ze proactief.
Krachten van de samenwerking MJD en SSG
1. SSG staat midden in de Somalische gemeenschap en heeft een duidelijke en zichtbare rol. Het is een
kwestie van lange adem; altijd in contact blijven, laten zien dat je wat kan betekenen.
2. De brugfunctie die SSG vervult is verankerd door de reguliere overlegstructuur met relevante organisaties,
zoals woningbouw, politie en zorg- en welzijnsinstellingen.
3. Er is draagvlak voor de rol van SSG onder de Somalische gemeenschap en onder reguliere instellingen.
4. Het project wordt nu regulier uitgevoerd door MJD. Dit zorgt voor continuïteit en de lange adem.
Leerpunten
1. De samenwerking tussen MJD en SSG, en de overige betrokken organisaties is de kracht van het project, en
is dus ook kwetsbaar. Samen dragen we zorg voor goed contact en op koers blijven.
2. Bereiken van de Somalische gemeenschap. SSG en MJD hebben stevig geïnvesteerd in het winnen van
vertrouwen.
Discussiepunten tijdens de workshop
 Samenwerking met zelforganisaties.
Gemeenten hebben wisselende ervaringen met het samenwerken met zelforganisaties. In de meeste
gemeenten krijgen deze organisaties geen subsidie meer. Ook wel ervaringen dat er een te groot beroep is
gedaan op zelforganisaties. Zij konden niet voldoen aan de vraag.
 Samenwerken met reguliere instanties.
Voor Somalische zelforganisaties is het vaak moeilijk om contacten te leggen met reguliere zorg- en
welzijnsinstellingen en een overlegstructuur op te zetten.
7
 Vertrouwen winnen van de gemeenschap.
Belang van lange adem. Belang van waardering van de functie in termen van salaris. Dat geeft de
medewerkers meer status en recht van spreken.
3. Transformatoren voor Begrip
Jan Stuart, senior beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn en Ragaiy Sinout, Kémi Ra Consultancy
In 2005 zocht de gemeente Apeldoorn naar een effectieve manier om informatie van de gemeente aan
verschillende groepen ingezetenen over te dragen. Het bleek dat veel informatie van de gemeente niet alle
mensen bereikt, dat de informatie niet altijd aankomt of verkeerd begrepen wordt. Bij sommige groepen
migranten heerste er wantrouwen richting de overheid. Naar aanleiding daarvan is het project
‘Transformatoren voor Begrip’ gestart. Het achterliggende idee is dat mensen met een migrantenachtergrond
zich oriënteren op personen en niet op instituten.
Netwerk
Het netwerk ‘Transformatoren voor Begrip’ is een netwerk van vrijwilligers uit diverse etnische groepen. Het is
een instrument van de gemeente Apeldoorn en gaat uitsluitend over het verbeteren van communicatie en
informatievoorziening. Leden van het netwerk hebben de rol van een transformator: ze zorgen voor het
overbrengen van informatie aan etnische groepen in Apeldoorn op een manier waarop deze groepen gewend
zijn, waardoor de informatie beter beklijft. Een taal spreken en verstaan is niet genoeg, mensen moeten ook
begrijpen wat je zegt. De twee golflengtes moeten bij elkaar komen, vandaar de term transformator.
Transformeren van informatie
Transformatoren spelen een intermediaire rol, maar het gaat niet om belangenbehartiging namens de
doelgroep, het gaat ook niet over het geven van voorlichting. Belangenbehartigers en voorlichters zijn
verantwoordelijk voor de informatie die zij overbrengen, zijn eigenaar van de boodschap. Transformatoren
brengen informatie van de gemeente over, zodat iedereen de juiste kennis heeft. Zij zorgen dat de groep een
positief gevoel krijgt over de boodschap die wordt overgebracht. Een voorbeeld is het negatieve beeld dat bij
veel mensen was ontstaan over inburgeren. De transformatoren zijn ingezet om te stimuleren dat de doelgroep
open ging staan voor informatie over inburgeren en dat bleek positief te werken. Als een ontvanger het met
bepaalde informatie niet eens is of verdere, aanvullende vragen heeft, verwijst de transformator de persoon
door naar betreffende gemeente ambtenaar.
Werving
Bij het werven van deze mensen is gezocht naar mensen die positief in het leven staan en anderen willen
helpen om hun leven te verbeteren. De voorkeur ging uit naar mensen die een positieve grondhouding hebben,
die een bepaalde positie hebben in betreffende groep en het vertrouwen hebben onder de achterban. Mensen
die het leuk vinden om informatie van de gemeente op een onafhankelijke manier over te dragen. Het doel is
het wekken van vertrouwen van instellingen en dat wordt gedaan door personen die het vertrouwen hebben
van de doelgroep. Informatie wordt overgebracht op een manier die mensen ontspant. Transformatoren geven
geen presentaties, ze gaan in discussie met de groep, omdat daarmee de informatie beter beklijft en zo ook te
kunnen verifiëren of de informatie echt begrepen wordt.
Onderwerpen die tot nu toe aan de orde zijn geweest zijn polarisatie en radicalisering, inburgering,
zorg(verzekeringen), cliëntenraden.
Transformatoren krijgen de informatie van de professionals of deskundigen. Vier tot vijf keer per jaar komen ze
daarvoor bij elkaar. Er wordt altijd begonnen met een gezamenlijke maaltijd. Mensen met verschillende
achtergronden worden bij elkaar aan tafel gezet zodat zij van elkaar kunnen leren. Transformatoren op hun
beurt organiseren discussiebijeenkomsten onder hun doelgroep of sluiten aan bij bestaande bijeenkomsten.
Op dit moment zitten er 32 vrijwilligers in het netwerk, 17 mannen en 15 vrouwen. Zij hebben samen 13
nationaliteiten en 16 etnische groepen. Er is onlangs ook een vraag binnengekomen om deze methode in te
zetten bij autochtone groepen met lage taalvaardigheden.
8
De kosten voor de gemeente komen jaarlijks uit op ongeveer € 13.500 voor begeleiding en facilitering van
transformatoren. Als project is het in 2008 gestart, maar inmiddels is het een jaarlijks terugkerende post op de
begroting.
Effect
Het effect van het project is gemeten door interviews onder de Apeldoornse bevolking door een extern bureau.
Aan de hand van vragen als: ‘bent u op de hoogte van’, ‘wat weet u daarvan’, ‘hoe bent u aan de informatie
gekomen?’ Daaruit is naar voren gekomen dat het netwerk 70% van de doelgroep effectief bereikt, en dat de
gemeente als overheidsinstelling minder gewantrouwd wordt.
Input vanuit de deelnemers
Vanuit de deelnemers aan de workshop is de suggestie meegegeven aan de gemeente Apeldoorn om de
transformatoren uit te breiden met autochtone Nederlanders, zodat je echt tot een kruisbestuiving kunt
komen en een breder draagvlak creëert voor interculturele communicatie. Verder is er door de deelnemers aan
de workshop ook aandacht gevraagd om iets te doen met de informatie die vanuit de doelgroep via de
transformatoren teruggekoppeld wordt aan de gemeente. Tot nu toe heeft de gemeente er op ad-hoc basis
iets mee gedaan, maar misschien dat dat structureler zou kunnen?
Plenaire terugkoppeling
Groningen
1. Samenwerken met een zelforganisatie is essentieel.
2. De gemeente moet een rol hebben.
3. De rol van de intermediair moet gewaardeerd worden.
4. Continuïteit en vertrouwen is essentieel.
Apeldoorn
1. In gesprek met de doelgroep: het gaat er niet alleen om elkaar te verstaan, maar vooral elkaar te begrijpen.
2. Het gaat niet om voorlichten, maar in discussie gaan met.
3. Transformatoren vertegenwoordigen niet de doelgroep, maar transformeren informatie van de gemeente
naar de doelgroep.
Den Haag
1. Clanverhoudingen kunnen samenwerking en bereik bemoeilijken, maar je kunt dat ook positief inzetten
omdat er een groot vangnet is (‘Eigen Kracht 2.0’).
2. Wat zijn de effecten van het qatverbod? Veel Somalische vrouwen zijn blij met een qatverbod, maar tevens
is er de angst voor meer criminaliteit/illegale handel.
De zaal zou graag willen dat nagegaan wordt of het qatverbod het gebruik daadwerkelijk heeft doen dalen
en welke positieve en negatieve effecten nu zichtbaar zijn.
3. Personen en familie: de invloed van wetgeving: bv een scheiding wordt in NL niet erkend, maar wel onder
de Sharia wetgeving. Dit kan vervelende consequenties hebben voor het echtpaar dat onder een andere
wetgeving gescheiden is.
Tenslotte, een aantal opmerkingen:
 Enkele deelnemers hebben informatie gemist over de positie van vrouw en kinderen.
 Het is belangrijk om de weg naar de wethouder in de gemeente te vinden.
 Er is een Kenniscentrum Somaliërs in oprichting, een centrum van professionals. Het wordt geen
belangenbehartigingsorganisatie.
 Doorgaan met dit soort bijeenkomsten is nuttig. De vraag kan zijn: “Wat dragen Somaliërs bij aan de
Nederlandse (participatie)samenleving?”
 Een update van de projectenlijst is noodzakelijk – aan iedereen de oproep om deze lijst voor 14 feb aan te
vullen. Daarna moet het document levendig gehouden worden.
9
3. Conclusies: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen
Uit de presentaties en discussies tijdens de bijeenkomst, de van te voren aangeleverde projectinformatie en
aanvullende gesprekken komen onderstaande factoren naar voren:
Sterke factoren:
• De gemeente of maatschappelijke organisatie:
o heeft een aantal beroepskrachten in dienst met een Somalische achtergrond.
o werkt met Somalische vrijwilligers.
o zet opleiders en trainers in met een Somalische achtergrond.
o werkt met rolmodellen met een Somalische achtergrond.
o werkt outreachend, bezoekt de mensen thuis.
o gebruikt mondelinge, i.p.v. schriftelijke communicatie.
o brengt informatie over op een manier zoals mensen die willen ontvangen.
o heeft medewerkers in dienst met kennis van en inzicht in de Somalische cultuur.
o heeft spreekuren ingelast speciaal voor Somaliërs. Zo wordt voorkomen dat contactpersonen de hele
dag belast worden met vragen.
• De Somalische organisatie staat dicht bij de doelgroep, kent de communicatielijnen.
• De Somalische organisatie vervult een rol als intermediair tussen de overheid en de samenleving.
• Good will van mensen: flexibele, respectvolle houding, zonder zaken af te willen dwingen.
• Politieke wil (stimulerende rol van de burgemeester en/of wethouder).
Zwakke factoren:
• In sommige gemeenten of maatschappelijke organisaties hebben medewerkers te weinig kennis over de
Somalische cultuur.
• Een gemeente, maatschappelijke en Somalische organisatie hebben niet altijd dezelfde verwachtingen
m.b.t. doelen en resultaten.
• Een gemeente, maatschappelijke en Somalische organisatie hebben verschillende manieren van werken en
afspraken maken, met als gevolg dat een soepele samenwerking niet vanzelfsprekend is.
• Tussen een aantal Somalische organisaties is een moeizame samenwerking, waardoor zaken kunnen blijven
liggen
• Bij een aantal Somalische organisaties is onvoldoende draagvlak bij de achterban.
• Een Somalische organisatie heeft soms de neiging om hulpzoekenden ‘bij zich te houden’ en niet door te
geleiden naar reguliere instellingen.
Bedreigingen:
• Mensen komen al met een bepaalde achterstand uit de AZCs in de gemeente, met alle gevolgen van dien.
• Hoe bereiken we nieuwe groepen? Hoe leren we nieuwe groepen omgaan met democratie en met
professionele hulpverlening?
• Hoe houd je mensen bij je voorziening, hoe voorkom je een hoge drop out?
• De focus ligt nu op gemeenten met grote aantallen Somalische Nederlanders. Het is nog onduidelijk wat er
in de periferie gebeurt.
• De rol van intermediair bij de Somalische organisatie staat onder druk, door te veel gevraagd te worden
voor praktische ondersteuning van individuen.
• Negatieve beeldvorming in de media.
• Bezuinigingen.
• Geen doelgroepenbeleid, met als risico dat het onderwerp geen aandacht meer krijgt.
• Het gaat om relatief kleine aantallen.
Kansen:
• Op zoek naar speelruimte: rolverheldering van gemeenten, maatschappelijke organisaties en Somalische
organisaties.
• Betere samenwerking tussen Somalische organisaties en/of met andere minderheidsgroepen, met als doel
samenwerken op gemeenschappelijke probleemgebieden.
• Professionalisering van zelforganisaties heeft een positief effect op draagvlak o.a. onder de doelgroep.
10
•
•
•
•
Verbeteren van zichtbaarheid van maatschappelijke organisaties op lokaal niveau (werken in de wijk).
Betere ontsluiting van de sociale kaart.
Problemen in de Somalische gemeenschap worden collectief door de gemeenschap opgepakt.
Verdiep je echt in de ander, wat zijn belangrijke waardes voor hem of haar? Kun je die als aangrijpingspunt
gebruiken om je boodschap te brengen? Verstaan alleen is niet genoeg. Begrijpt de ander ook wat je zegt?
Soms moeten mensen eerst rust in hun hoofd krijgen, voordat ze openstaan voor zaken als inburgering.
• Er is veel tijd nodig om vertrouwen te winnen, geef het ook de tijd.
Bijlagen
A.
Projectinformatie
B.
Programma
C.
Deelnemerslijst
11