De Hollandse fiets is een leugen

De Hollandse
fiets is een leugen
Reportage Industrie De Europese fietsindustrie vreest voor zijn
voortbestaan. Deze week besprak de sector een mogelijke oplossing:
productie terughalen uit Azië. In Duitsland wordt daarmee gepionierd.
lfred Thun weet het zeker. „Als
we niets doen gaat de Europese
fietsindustrie eraan.” Strak in
pak loopt de boomlange ondernemer langs bakken vol vers gestanste trapassen, nog te heet
om aan te pakken. Hij probeert er toch één,
legt ’m weer terug, kijkt naar buiten. De eigenaar van de gelijknamige Thun Groep levert
vanaf deze locatie in Ennepetal, in het Duitse
Ruhrgebied, al drie generaties lang trapassen
aan Europese fietsenproducenten als Gazelle
en Accell. Dit is zijn geboortegrond.
Dat de toeleverancier er nog zit, is zeldzaam. In Nederland zijn de meeste onderdelenproducenten al failliet of vertrokken naar
Zuidoost-Azië. Zo’n 50 productielocaties sloten het afgelopen decennium hun deuren in
Europa. Gevolg: het aantal geproduceerde fietsen op het continent daalde van circa 15 naar
11,5 miljoen. En dat terwijl de Europese markt
met jaarlijks rond de 19 miljoen verkochte fietsen ondanks de crisis aardig stabiel blijft. Produceren in het Verre Oosten in eenvoudigweg
goedkoper. „Als het moet ga ik ook naar Bangladesh. Maar dat willen we niet. Hier wonen
onze mensen”, zegt Thun.
En dus kiest de ondernemer de vlucht naar
voren. Thun wil niet minder maar juist méér
gaan produceren in Ennepetal. Naast trapassen ook fietsframes, de basis van iedere fiets.
Die worden nu nergens meer gemaakt in Europa. En dat is „een strategische fout gebleken”, zegt de Duitser. De productie moet terugkeren naar Europa, vindt hij. Om de industrie te redden.
Zijn pleidooi lijkt gehoor te vinden bij het Nederlandse Accell, Europa’s grootste fietsproducent en bekend van merken als Sparta en Batavus. Fietsen die zo’n 25 jaar geleden nog voor 90
procent bestonden uit onderdelen van Europese makelij. Inmiddels is dat nog maar 35 procent, schat Jeroen Snijders Blok. Hij is inkoopdirecteur bij Accell en ziet steeds minder voordelen van het produceren in Zuidoost-Azië.
Grootste probleem zijn de levertijden. Snijders Blok moet steeds langer wachten op frames, soms tot wel een half jaar. En dat terwijl
de consument grilliger wordt. „Het is net als in
de mode”, zegt Snijders Blok. „Trends volgen
elkaar snel op en het hangt van het weer af of
mensen een nieuwe fiets kopen. Dus willen we
in mei nog kunnen beslissen wat we in juli gaan
maken. Dat kan nu niet.” Accell blijft hierdoor
steeds vaker zitten met restpartijen van een
oud model of heeft een tekort aan fietsen die
goed lopen.
A
Blok aan het been
En zo zijn de frames, waarvan de productie in
2000 werd verplaatst vanwege de lage kosten,
Accell nu een blok aan het been geworden.
Snijders Blok was de afgelopen dagen in
Brussel voor overleg met andere kopstukken
uit de Europese fietsindustrie. Op de agenda
van het topberaad? Baanbehoud en de toekomst van de sector. Hij hoopt branchebreed
afspraken te kunnen maken, want in zijn
eentje investeren in een nieuwe fabriek voor
fietsframes wil het bedrijf uit Heerenveen niet.
„Als Thun of een andere leverancier dit wil
gaan oppakken heeft hij aan Accell niet ge-
FIETSEN
Duitsland
grootste
producent
1
miljoen fietsen
worden er jaarlijks in Nederland verkocht –
daarmee is Nederland qua
verkoopaantallen per inwoner
nog steeds
koploper in Europa
2,2
miljoen fietsen
worden er jaarlijks in Duitsland geproduceerd. Daarmee is het land
de grootste
producent van
Europa. Hier
worden in absolute aantallen ook de
meeste fietsen
verkocht: jaarlijks bijna 4 miljoen.
noeg. Wij willen ons hooguit voor de eerste 3 jaar
vastleggen op een afname van maximaal 40 procent van de totale productie.”
Om te kijken hoe het nu verder moet heeft Accell het consultancybureau van autoproducent
Porsche ingeschakeld. „De Europese auto-industrie krijgt het voor elkaar hier nog steeds de
meeste auto’s te produceren met onderdelenfabrikanten die dicht op de assemblage zitten.
Daar kunnen wij wat van leren.”
Lage lonen versus korte levertijden
Ook al kan het nog jaren duren voordat het zover
is, industrieanalist Arnold Hardonk van Rabobank noemt de plannen in de fietsindustrie „één
van de meest serieuze voornemens van
reshoring in West-Europa”. Die term, overgewaaid uit Amerika, wordt door beleidsmakers
veel in de mond genomen. Het zou een wondermiddel zijn voor de Europese werkgelegenheid.
Reïndustrialisatie staat daarbij hoog op de
agenda van Brussel.
Maar de voordelen van het terughalen van
productie uit Zuidoost-Azië zijn in Europa nog
niet zo eenduidig als in de Verenigde Staten.
Daar weegt produceren in eigen land steeds vaker op tegen produceren in het Verre Oosten. De
schaliegasrevolutie heeft energie goedkoper gemaakt in de VS waardoor het loonverschil met
Alfred Thun is directeur van de Thun Groep, een van de laatste
overgebleven Europese toeleveranciers van de fietsenindustrie. Hij
produceert nu trapassen en wil, samen met een aantal grote afnemers,
20 miljoen euro investeren in een nieuwe productielijn voor frames.
Het verplaatsen van productie
naar Azië is een strategische
fout gebleken
Alfred Thun Eigenaar Thun Groep
Zuidoost- Azië minder allesbepalend is bij de
keuze voor een locatie.
Dat loonverschil is voor Accell nog aanzienlijk,
maar Snijders Blok zegt bereid te zijn meer te betalen voor de flexibiliteit van kortere levertijden.
Of dat extra banen gaat opleveren in Nederland?
Hooguit indirect. „Hier is eenvoudigweg te veel
productie verdwenen om nog te laten herleven”,
meent de inkoopdirecteur uit Heerenveen. In
Duitsland is dat anders. Accell vond alvast één
Duitse slotenmaker bereid productie terug te
brengen. „Die bouwt nu een fabriek die in 2015
operationeel moet zijn.”
Waar het wachten verder op is? „Blijkbaar
doen de lange levertijden bij de eindafnemers nu
nog onvoldoende pijn” denkt Thun. Hij kan de
investering van 20 miljoen die hij nodig acht om
frames te produceren in Ennepetal niet in zijn
eentje ophoesten.
De Europese fietsindustrie geniet ook nog
even bescherming vanuit Brussel dankzij antidumpingwetgeving. Maar die belastingmaatregel op de import van fietsen van buiten de EU
loopt over enkele jaren af. Of de industrie dan
klaar is voor de volle concurrentie met Aziatische producenten? Thun betwijfelt het. Hij
hoopt daarom stilletjes ook op een verandering
in de perceptie van de consument. „In Duitsland
is de degelijke fiets uit Holland heel populair.
Maar das Hollandrad ist eine Lüge. Dat zouden
mensen zich moeten realiseren als ze een fietswinkel binnenstappen.”
FOTO’S RIEN ZILVOLD
Door Ariane Kleijwegt