1 PROCEDURE KLINISCHE FARMACIE IMELDAZIEKENHUIS BONHEIDEN KLINISCHE FARMACIE OP INTENSIEVE ZORGEN Taxonomie: Apotheek Versie: 5 Gepubliceerd op: 17/01/2014 Geldig tot: januari 2016 Aantal pagina’s: 5 Bijlage(n): 1 Naam + functie Keurder (proces verantwoordelijke) Sandrina von Winckelmann Bekrachtiger (hiërarchisch verantwoordelijke) Véronique Verheyen 1 Doelstelling In kader van de uitbouw van klinische farmacie in het Imeldaziekenhuis (FOD project klinische farmacie) worden de mogelijke taken van een klinisch apotheker op een verpleegafdeling, in het bijzonder intensieve zorgen, beschreven. Een uniforme manier van werken en registratie van de interventies worden zo mogelijk gemaakt. 2 Definities Klinische farmacie kan worden omschreven als de farmaceutische discipline die zich concentreert op het bewaken en optimaliseren van de farmacotherapie bij de patiënt in relatie tot zijn klinische toestand. De klinische farmacie wordt als instrument gebruikt om de kwaliteit (doeltreffendheid, kosteneffectiviteit) van de farmaceutische zorg en de patiëntveiligheid te verhogen. Dit veronderstel multidisciplinaire samenwerking met artsen, verpleegkundigen en andere zorgverstrekkers. Een belangrijk aspect van klinische farmacie is de nauwe betrokkenheid van een ziekenhuisapotheker (= klinisch apotheker) op een of meerdere verpleegafdelingen om het proces van voorschrijven tot toediening en de ingestelde geneesmiddelentherapie van nabij mee op te volgen, de kwaliteit en de veiligheid ervan te waarborgen en informatie te verstrekken aan artsen, verpleegkundigen en patiënten. De klinisch apotheker heeft een adviserende functie. Volgens de registratie van de activiteiten en interventies in kader van de FOD projecten klinische farmacie kunnen de activiteiten van een klinisch apotheker ingedeeld worden in: - activiteiten in relatie tot de patiënt - activiteiten in relatie tot de verpleegafdeling - activiteiten in relatie tot het ziekenhuis 3 Proces 1. Activiteiten in relatie tot de patiënt – INTENSIEVE ZORGEN - Anamnese en samenstelling van het farmaceutisch dossier Stel voor alle opgenomen patiënten op intensieve zorgen (cfr. toerblad intensieve zorgen en/of C2M werklijst: verpleegeenheid intensieve zorgen) een patiëntenfiche (zie bijlage) op. 2 Selecteer, indien nodig, de patiënten met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, medicatiegerelateerde problematiek of met een verwacht langdurig verblijf op intensieve zorgen (> 48u). Bekijk na de zaalronde (ten laatste voor de volgende zaalronde) de medische dossiers in C2M en vul de patiëntenfiche in. Noteer patiëntengegevens (dienst, naam patiënt, leeftijd, gewicht, geslacht, geboortedatum, inschrijvingsnummer, datum van opname), reden van opname, medische voorgeschiedenis, thuismedicatie, recente laboresultaten, resultaten van microbiologische culturen en medisch technische onderzoeken (vb. RX, CT,…) relevant voor evaluatie van de geneesmiddelentherapie. N oteer de huidige geneesmiddelentherapie zoals voorgeschreven door de arts in C2M en zoals toegediend door de verpleging (uren ingevuld = toegediend). Vergelijk de thuismedicatie zoals vermeld in C2M met het papieren patiëntendossier aanwezig op de verpleegafdeling en pas eventueel aan. Bekijk, indien relevant, de verpleegkundige registraties op de patiëntenkamer (vb. maagresidu, infusiesnelheden, vochtbalans, parameters,…). Noteer onduidelijkheden, vragen, activiteiten en interventies te bespreken met de behandelende arts en/of betrokken verpleegkundigen. - Analyse van de behandeling en het zorgplan Overloop volgende aandachtspunten m.b.t. de geneesmiddelentherapie (thuismedicatie, medicatie in het ziekenhuis of ontslagmedicatie): - thuismedicatie (correctheid, volledigheid, aandachtspunten) - keuze geneesmiddel (geldige indicatie, beschikbaarheid in apotheek, substitutie naar formularium, richtlijnen) - dosering en doseringsfrequentie geneesmiddel (gebruikelijke dosering, dosisaanpassingen aan nier/leverfunctie, farmacokinetiek en -dynamiek) - duur geneesmiddelentherapie - nevenwerkingen, contra-indicaties, allergieën en interacties (drug-disease; drug-drug; drugnutrition) - toedieningsweg geneesmiddel - intraveneus (centraal/perifeer, bolus/intermittent infuus/continu infuus), subcutaan, intramusculair,… - keuze en hoeveelheid oplosmiddel, IV-incompatibiliteiten, stabiliteit, bewaring - oraal (al dan niet nuchter), pletbaarheid van geneesmiddelen i.g.v. slikmoeilijkheden of toediening via sonde - mogelijkheid IV-PO switch - terugbetalingscriteria - monitoring en therapeutic drug monitoring (correct tijdstip staalname, opvolging spiegels, dosisaanpassingen op basis van spiegels) - voedingsbeleid (keuze parenterale voeding en enterale voeding, voldoende dagelijkse energie- en eiwitinname, tolerantie enterale voeding, correcte toediening, incompatibiliteiten) - opvolging gebruik dure geneesmiddelen (o.a. antifungale geneesmiddelen, antibiotica, humaan albumine) 3 - praktische aspecten m.b.t. de medicatietherapie, veiligheid en medicatiefouten (vb. verkeerde dosering of doseringsfrequentie, overschrijffouten, dubbele medicatie) Gebruik verschillende informatiebronnen (boeken, websites, elektronische databanken vb. UpToDate, Micromedex, en recente wetenschappelijke literatuur via Pubmed) (zie afzonderlijke procedure). Formuleer adviezen en interventies m.b.t. de geneesmiddelentherapie inclusief mogelijke alternatieven. - Opvolging van de patiënt Volg op regelmatige tijdstippen (minstens voor elke zaalronde) de klinische toestand van de patiënten op en noteer wijzigingen in de geneesmiddelentherapie. Volg het resultaat van de klinische farmacie interventies op en herevalueer. - Communicatie Bespreek adviezen en interventies bij voorkeur persoonlijk met de behandelende arts (en eventueel andere betrokken zorgverleners). Hou gebruikte referenties bij de hand. De klinisch apotheker heeft enkel een adviserende functie. De verantwoordelijke arts kan de interventie voorgesteld door de klinisch apotheker (gedeeltelijk) aanvaarden of verwerpen. Geef indien nodig of gewenst mondelinge en/of schriftelijke geneesmiddeleninformatie aan artsen, verpleegkundigen, patiënten en familieleden tijdens opname en bij ontslag op intensieve zorgen. Noteer een schriftelijk advies in C2M (onder tabblad “huidige opname-medicatie”) indien gewenst (zie verder). Meld ernstige en/of onverwachte geneesmiddelenbijwerkingen aan het FAGG in kader van actieve geneesmiddelenbewaking. - Registratie activiteiten en interventies (zie afzonderlijke procedure) Vul niet-geregistreerde thuismedicatie aan in het daarvoor voorziene veld in C2M (“huidige opname – medicatie”) en/of corrigeer onvolledige en/of onjuiste thuismedicatie. Vermeld de bron (vb. verwijsbriefje huisarts, verpleegkundige opnamediagnose). Noteer adviezen in het papieren patiëntendossier en/of in het elektronisch medisch dossier na overleg met en akkoord van de behandelende arts (“advies medicatie”). Registreer elke patiëntgerelateerde interventie in de databank www.klinischefarmacievlaanderen.be (MET LOGIN, voor intern gebruik en analyse van activiteiten en interventies klinische farmacie). 2. Activiteiten in relatie tot de verpleegafdeling – INTENSIEVE ZORGEN - Zaalronde met artsen en verpleegkundigen Volg driemaal per week (maandag, woensdag en donderdag tussen 8-9u) de zaalronde samen met de artsen en de verpleegkundigen. Elke woensdagochtend wordt er samen met de klinisch bioloog getoerd met een uitgebreide bespreking van culturen en antibioticatherapie. Volg indien mogelijk en/of gewenst de patiëntenbespreking door verpleegkundigen bij shiftwissels. 4 Observeer tijdens de zaalronde de klinische toestand van de patiënt en zijn zichtbare geneesmiddelentherapie (zoals infusen e.d.). Geef indien mogelijk reeds tijdens de zaalronde advies aan de arts en/of verpleegkundige betreffende de medicatietherapie. - Vragen van artsen en verpleegkundigen Zoek een antwoord op zowel patiëntgerelateerde als algemene vragen van artsen en verpleegkundigen aan de hand van wetenschappelijke informatie (zie informatiebronnen), zo snel mogelijk afhankelijk van de hoogdringendheid van de vraag. - Opvolging van het geneesmiddelenproces op de verpleegafdeling Controleer indien mogelijk de voorschriften die naar de apotheek worden opgestuurd op juistheid en volledigheid. Kijk indien nodig de voorraad van specifiek bestelde geneesmiddelen na en volg de bestelling mee op. Controleer de transfernota’s en klaargelegde medicatie en vul eventueel geneesmiddeleninformatie aan of corrigeer. - Opstelling, herziening, goedkeuring en verspreiding van procedures Leer de verpleegeenheid en de meest gebruikte en/of specifieke geneesmiddelen kennen. Verzamel de documenten m.b.t. geneesmiddelen die reeds aanwezig zijn op de verpleegafdeling (vb. toedieningsschema’s van continue infusies,...). Update deze documenten indien nodig aan de hand van het formularium en wetenschappelijke informatie (zie informatiebronnen). Laat de aangepaste versies nakijken door de verantwoordelijke diensthoofden en hoofdverpleegkundigen. Ga na of deze documenten mogelijk voor andere gerelateerde verpleegafdelingen ook nuttig kunnen zijn. In geval van verspreiding van deze documenten in het ziekenhuis is een validatie door het Medisch Farmaceutisch Comité aangewezen. Ga na of er nood is aan bijkomende schema’s of schriftelijke geneesmiddeleninformatie en stel deze op aan de hand van wetenschappelijke informatie (zie informatiebronnen) en reeds bestaande schema’s. - Informeren en bijscholen van het zorgteam Werk actief mee aan bijscholingen waar geneesmiddelengerelateerde topics aan bod komen voor artsen en verpleegkundigen. 3. Activiteiten in relatie tot het ziekenhuis Beantwoord klinische farmacie-gerelateerde vragen vanuit de ziekenhuisapotheek of van een andere verpleegafdeling (telefoonnummer klinische farmacie). Neem deel aan de andere activiteiten in de ziekenhuisapotheek (distributie, bereidingen,…). Neem actief deel aan multidisciplinaire werkgroepen in het ziekenhuis (medisch farmaceutisch comité, antibioticabeleidsgroep, platform patiëntveiligheid, nutritieteam, klinische paden...) en aan projecten die vanuit deze werkgroepen worden opgezet en waarin medicatie een belangrijke rol speelt. 5 Communiceer op regelmatige basis de resultaten van het project klinische farmacie op intensieve zorgen naar de collega-ziekenhuisapothekers en in het ziekenhuis. Neem deel aan bijscholingen met betrekking tot ziekenhuisfarmacie en klinische farmacie. Maak tijd voor het doornemen van literatuur met betrekking tot klinische farmacie en verwerk deze informatie op een gestructureerde manier. Stel de gevraagde informatie in kader van het FOD project klinische farmacie op (activiteitenrapport, tijdsregistraties en case-reports). 4 Verantwoordelijkheden Coördinatie procedures en projecten Hoofdapotheker Klinisch apothekers Interventies mbt klinische farmacie Klinisch apothekers 5 Bijlagen BIJLAGE Patiëntenfiche voor opvolging patiënten intensieve zorgen 6 BIJLAGE Patiëntenfiche voor opvolging patiënten intensieve zorgen Dienst: Naam patiënt: Datum opname: Reden opname: Labo: Medicatie: Interventies + opvolging: Medicatie: Interventies + opvolging: Medicatie: Interventies + opvolging: Voorgeschiedenis: Leeftijd: Gewicht: M/V: Geboortedatum: Culturen: Thuismedicatie: Inschrijvingsnr: Naam patiënt: Datum opname: Reden opname: Labo: Voorgeschiedenis: Leeftijd: Gewicht: M/V: Geboortedatum: Culturen: Thuismedicatie: Inschrijvingsnr: Naam patiënt: Datum opname: Reden opname: Labo: Voorgeschiedenis: Leeftijd: Gewicht: M/V: Geboortedatum: Culturen: Thuismedicatie: Inschrijvingsnr: Start GM – Stop GM - Dosisaanpassingen aan nierfunctie-leverfunctie – IV-PO switch – Pletten – Interacties – Voeding – Adverse Drug Events - Infoverstrekking 7
© Copyright 2024 ExpyDoc