PLANTYPE NAAM GLASTUINBOUWGEBIED BESTEMMINGSPLAN 28 maart 2011 LOGO BUREAU 1 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Opdrachtgever: gemeente Westland Projectnummer: 201 Projectcode: west-EXE.RO [werktitel: Glastuinbouw] Projectmanager: ing. Arnold van Driel & mr. Frans A. Konijnenburg Versie: voorontwerp versie 1.0 Datum: 28 maart 2011 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Toelichting BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Inhoud van de toelichting Toelichting 5 HOOFDSTUK I Inleiding Aanleiding en doel bestemmingsplan Ligging van het plangebied Geldende bestemmingsplannen 1.1 1.2 1.3 HOOFDSTUK II A. Beleid GEMEENTELIJK BELEID VOOR HET PLAN 2.1 2.2 B. Structuurvisie Specifiek planbeleid BELEID ANDERE OVERHEDEN 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 C. Beleid van het Rijk Beleid van de provincie Beleid van het waterschap Beleid van de regio Conclusie PLANVISIE 2.8 Algemeen HOOFDSTUK III A. INVENTARISATIE 3.1 3.2 B. Inventarisatie van functies Inventarisatie van waarden ONDERZOEK 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 Water Bedrijven en Milieuzonering Luchtkwaliteit Geluidskwaliteit Bodemkwaliteit Externe veiligheid HOOFDSTUK IV 4.1 Inventarisatie en onderzoek Plansystematiek Standaardvorm en standaardregels BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 1 1 2 3 9 9 9 9 16 16 18 20 21 24 24 24 33 33 33 38 42 42 45 48 48 49 50 54 54 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 4.2 4.3 Opbouw van de planregels Systematiek van de planverbeelding HOOFDSTUK V Bestuurlijk overleg en draagvlak Bestuurlijk overleg Vooraankondiging en eerdere betrokkenheid Inspraak Zienswijzen 5.1 5.2 5.3 5.4 HOOFDSTUK VI A. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 6.1 B. Financieel-economische uitvoerbaarheid TECHNISCHE UITVOERBAARHEID 6.2 6.3 6.4 6.5 C. Uitvoerbaarheid Milieutechnische uitvoerbaarheid Milieueffectrapportage Verkeerstechnische uitvoerbaarheid Ecologische uitvoerbaarheid JURIDISCHE UITVOERBAARHEID 6.6 6.7 Zakenrechtelijke uitvoerbaarheid Uitvoerbaarheid met oog op Wabo Bijlagen 55 62 63 63 63 63 64 65 65 65 65 65 65 66 66 66 66 66 67 Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Bijlage 7. Bijlage 8. Bijlage 9. Bijlage 10. begrenzing plangebied Om te zetten woningen van agrarisch naar wonen Inventarisatie bedrijven Overzicht waterlopen en -bergingen Verbindingen en leidingen Verkeersverbindingen Onderzoeken Conventionele explosieven Inspraak- en overlegreacties Zienswijzen BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 69 73 77 87 89 91 93 95 97 99 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK I Inleiding 1.1 Aanleiding en doel bestemmingsplan Het glastuinbouwcluster is een sterke pijler van de Nederlandse economie door de combinatie van passie, talent en economie. Deze drie dimensies kernmerken succesvolle bedrijven en bedrijfstakken binnen het glastuinbouwcluster. Alleen door te kiezen voor excelleren lukt het om deze drie dimensies sterk te houden. Het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland is de grootste Greenport van Nederland. Het glastuinbouwgebied dat van oudsher in het Westland is ontstaan, voldoet echter niet meer aan de huidige eisen en is toe aan een ontwikkelingsslag om te kunnen excelleren en mee te gaan met de ontwikkelingen die plaatsvinden in nieuwe glastuinbouwgebieden in Nederland. Accenten in de ontwikkeling van het Westlandse glastuinbouwgebied liggen voornamelijk op: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Schaal- en efficiencyvergroting, verduurzaming o.a. door een betere verkaveling (herstructurering) van het glastuinbouwgebied, meervoudig ruimtegebruik, innovatie, clustering en centrale voorzieningen. Imagoverbetering. Het ontwikkelen van bedrijven waarbij verschillende teelten, opslag en logistiek, kantoorfunctie, commerciële functies, glastuinbouw gelieerde en -ondersteunende functies als onderzoek, opleiding en presentatie, alsmede de opwekking van warmte en energie kunnen worden gecombineerd. Verbetering van weg- , groen-, en waterinfrastructuur. Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van het glastuinbouwgebied. Het voorkomen van wateroverlast. Door de samenvoeging van de gemeenten Monster, 's-Gravenzande, Naaldwijk, Wateringen en de Lier zijn er verschillende bestemmingsplannen voor het glastuinbouwgebied in gebruik. Deze bestemmingsplannen hebben verschillend luidende planregels en verschillend uitziende verbeeldingen (plankaarten). De bestemmingsplannen, die allen nog op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn geschoeid, zijn verouderd, divers van opzet en verschillend qua regelgeving en verbeelding, hetgeen leidt tot ongelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden en situaties. Om de andere bestemmingen (anders dan agrarische doeleinden, glastuinbouw, en woondoeleinden) in het glastuinbouwgebied en de verschillende planverbeeldingen te harmoniseren is het voorliggende bestemmingsplan gemaakt. Het doel is het vaststellen van een nieuw, conserverend, actueel digitaal Pagina 1 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN bestemmingsplan, op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarin alle planregels en verbeeldingen zijn geharmoniseerd. Tevens heeft het bestemmingsplan als doel de herstructurering extra flexibiliteit te bieden door het opnemen van verschillende wijzigingsbevoegdheden. Het bestemmingsplan maakt gebruik van het SVBP 2008 (Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen). Dit is een instrument om bestemmingsplannen op een vergelijkbare wijze op te bouwen en te verbeelden. Vooruitlopend op dit bestemmingsplan heeft al een harmonisatie plaatsgevonden van de in verschillende bestemmingsplannen voorkomende bestemming agrarische doeleinden glastuinbouw (A-GT) en de bestemming wonen (W). Op 26 mei 2009 is door de gemeenteraad een parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland vastgesteld met uniforme planregels voor wat betreft agrarisch glastuinbouw (A-GT) en wonen (W). Deze harmonisatie wordt overgenomen en op sommige punten geactualiseerd. Verder zijn verleende artikel 19 WRO vrijstellingen en projectbesluiten, vastgestelde partiële herzieningen, wijzigingsplannen, projectbesluiten en projectbestemmingsplannen voor zover relevant verwerkt in dit bestemmingsplan. Om het karakter van het gebied als Greenport te benadrukken is nadrukkelijk gekozen voor de naam bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied" in plaats van de tot op heden gangbare benaming 'Buitengebied" of "Landelijk Gebied". 1.2 Ligging van het plangebied Het gebied van het bestemmingsplan (hierna aangehaald als: plangebied) omvat op hoofdlijnen het grondgebied van de gemeente Westland, met uitzondering van die delen die geen onderdeel uitmaken van het (duurzame) glastuinbouwgebied, zoals de kernen, de woningbouwlocaties, het kustgebied en de bedrijventerreinen. Het plangebied wordt aan de buitenranden begrensd door: - de gemeentegrens van Den Haag en Rijswijk in het noorden; de gemeentegrens van Maassluis en Midden-Delfland in het oosten; de gemeentegrens van Rotterdam in het zuiden; het kustgebied in het westen. De keuze van de plangrenzen is ingegeven om het volledige glastuinbouwgebied van de gemeente Westland te voorzien van een éénduidig planregime. Het plangebied bestaat in beginsel uit het duurzame glastuinbouwgebied, zoals deze is aangewezen in de Visie Greenport Westland 2020, de structuurvisie van de provincie en het Regionale structuurplan van stadsgewest Haaglanden. In het plangebied is tevens het recreatiegebied de Wollebrand en het natuurgebied Staelduinse bos opgenomen. De kernen 's-Gravenzande, Naaldwijk, De Lier, Honselersdijk, Kwintsheul, Wateringen, Poeldijk, Monster, Heenweg en Maasdijk vallen buiten de grenzen van het plangebied. De nieuw te ontwikkelen woongebieden Gantel de Baak, Duingeest, Tuinveld, Het Nieuwe Water, Monster-Noord, Westmade, Holle Watering, Poeldijk Westhof, Watertuinen, Liermolen en de uitbreiding van de bloemenveiling (Trade Parc Westland III) vallen buiten de grenzen van het plangebied. Pagina 2 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Boven de kern Kwintsheul ligt een gebied dat eerder aangewezen is als toekomstig woongebied (Westlandse Zoom). Dit gebied is, samen met de twee noordelijkste kwadranten van de toekomstige woningbouwlocatie Liermolen in De Lier, vooralsnog opgenomen als glastuinbouwgebied in het plangebied van dit bestemmingsplan. De reden hiervoor is dat deze twee toekomstige woningbouwlocaties niet voor 2013 gerealiseerd zullen gaan worden. Daarbij zijn de geldende bestemmingsplannen ouder dan tien jaar en worden deze middels dit bestemmingsplan op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening geactualiseerd op basis van het opnieuw bestemmen van de feitelijke situatie. Verder zijn de transformatiegebieden "de Rolpaal", "Erasmusweg" en het gebied nabij "Hoogeland" opgenomen in het bestemmingsplan "glastuinbouwgebied" conform de huidige glastuinbouwbestemming. Er is nog niet bekend of er in de toekomst andere ontwikkelingen gaan plaats vinden. In de toelichting en de planregels is rekening gehouden dat de bestemmingsplannen voor de gebieden Boomawatering en Poelzone opgenomen worden in het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied. De planverbeelding met de huidige situatie in de Poelzone is opgenomen op de planverbeelding Glastuinbouwgebied, omdat er nog geen voorontwerp Poelzone is. In Bijlage 1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven. 1.3 Geldende bestemmingsplannen Dit bestemmingsplan vervangt in zijn geheel of gedeeltelijk de volgende bestemmingsplannen op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in artikel 3.8, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening: - het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente De Lier op 20 april 1994 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 oktober 1994; het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1e wijziging", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente De Lier op 23 mei 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 juni 1995; "landelijkgebied 2e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 6 februari 1996; "landelijkgebied 3e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 10 december 1996; "landelijkgebied 4e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 26 augustus 1997; het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 21 juni 1971 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 1 november 1972; het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977; Pagina 3 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - - - - - - het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland – uitwerkingsplan Kralingerpolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 28 januari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15 april 2003; het bestemmingsplan "Oude Camspolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977; het bestemmingsplan "Oude Campspolder 4e herziening”, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 8 september 1989 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 30 januari 1990; het bestemmingsplan "Buitengebied Noord", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Schipluiden op 23 maart 2000 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 31 oktober 2000; het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 17 januari 1978 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 april 1979; het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 24 oktober 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 juni 1996; het bestemmingsplan "Buitengebied 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 april 2002 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 november 2002; het bestemmingsplan "Buitengebied 3e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 december 2008 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 2 april 2009; het bestemmingsplan "gaswinningslocatie", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16-04-2002 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 juli 2002; het bestemmingsplan "Staelduinen", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 5 september 1972 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 29 augustus 1973; het bestemmingsplan "Staelduinen na 1e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 3 december 1974 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 augustus 1975; het bestemmingsplan "Het Oude Land 1985 1e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 9 december 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 7 april 1998; het bestemmingsplan “Buitengebied”, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 25 maart 1986 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 16 december 1986; het bestemmingsplan “Buitengebied”, 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 28 oktober 1986 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 juni 1987; Pagina 4 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - - - - het bestemmingsplan “Buitengebied”, de 2e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 25 april 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 december 1995; het bestemmingsplan “Buitengebied” 3e herziening (Monster), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2004 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 april 2005; het bestemmingsplan "Buitengebied" 4e herziening (Monster), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 25 april 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 augustus 2006; het bestemmingsplan "Woonwagencentrum", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 29 juni 1982 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 september 1993; het bestemmingsplan "Bedrijfsgebied Vlotlaan", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 30 november 1993 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1994; het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 18 augustus 1977 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 september 1978; het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 10 februari 2000 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 3 oktober 2000; het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 11 oktober 1990 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1991; het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer 1e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 13 maart 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15-07-1997; het bestemmingsplan "Woonwagencentrum Monnikenlaan", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 12 februari 1976 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 februari 1977; het bestemmingsplan "Over de Middel Broekweg", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 8 juli 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15-02-2000; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 25 maart 1964 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 21 april 1965; het bestemmingsplan "Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 31 augustus 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 18 april 2000; het bestemmingsplan "1e wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Wateringen op 18 februari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 22 april 2003; Pagina 5 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - - - - het bestemmingsplan "Kwintsheul 1993", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 6 juli 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 maart 1996; het bestemmingsplan "N211/N54/N222(Veilingroute)/c.a.", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 25 oktober 1994 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1995; het bestemmingsplan "Wateringen Dorp", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 26 oktober 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 27 januari 2000; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak 1959", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 april 1960; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak herziening 1963, vastgesteld door gedeputeerde staten op 4 december 1963 en goedgekeurd door de Kroon bij Koninklijk Besluit op 5 maart 1965; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak" herziening 1964, vastgesteld door gedeputeerde staten op 3 maart 1965 en goedgekeurd door de Kroon bij Koninklijk Besluit op 17 januari 1966; de gebruiksvoorschriften bij het "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 20 oktober 1970 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op 23 december 1970; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel I”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel II”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 19 december 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel III”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 november 2009; het bestemmingsplan "Ontsluitingsweg Wateringveldsche polder", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 27 mei 2008 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 januari 2009; het bestemmingsplan “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland ”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 mei 2009. het bestemmingsplan "Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte Pettendijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 januari 2010; het bestemmingsplan "Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 23 juni 2010; het bestemmingsplan "Scheeweg 9 te De Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 augustus 2010; het bestemmingsplan "Van Wijklaan 2 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 30 november 2010; Pagina 6 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - het bestemmingsplan "Claes de Wyckerlaan 7 Monster", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 30 maart 2010 (Booma); het bestemmingsplan "Burgemeester Crezeelaan 40 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 14 december 2010; het gebundeld wijzigingsplan "parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 september 2010; het wijzigingsplan "Noordlierweg te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 1 november 2010; het wijzigingsplan "Grote Achterweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 19 november 2010; het wijzigingsplan "De Poel tegenover 1 (kavel 2) te Monster", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 september 2010; het wijzigingsplan "De Jonghlaan tegenover 6a en 6b te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 februari 2010; het wijzigingsplan "Maasdijk 4 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders op 18 februari 2010; het wijzigingsplan "Tuindersweg nabij 24 te Maasdijk", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 maart 2010; het wijzigingsplan "Poeldijkseweg tussen 1 en 5 te Monster", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 25 maart 2010; het wijzigingsplan "Slimpad 2 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 25 juni 2010; het wijzigingsplan "Kralingerweg tussen 3 en 5 te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 6 juli 2010; het wijzigingsplan "Zanddijk 54 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 20 juli 2010; het wijzigingsplan ecologische zone Wateringveldsepolder fase 1, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 16 december 2010. De volgende plannen zijn nog in procedure en worden afhankelijk van de besluitvorming opgenomen in dit bestemmingsplan: - het bestemmingplan "regels van het bestemmingsplan N223 uitvoeringsfase 2", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; het bestemmingsplan N223 Westerlee Maasdijk, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; het bestemmingsplan "Hoogweg 2a De Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; het bestemmingsplan "Heulweg 42 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb.; het bestemmingsplan Lange Watering, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; het bestemmingsplan "Rene Don", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; het bestemmingsplan "Boomawatering", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb; Pagina 7 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN In het bestemmingsplan zijn tevens verwerkt de verleende vrijstellingsbesluiten ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van de voormalige gemeenten Naaldwijk, ‘sGravenzande, De lier, Wateringen, Monster en de gemeente Westland, alsmede diverse projectbesluiten van de gemeente Westland als bedoeld in artikel 3.10 Wro en diverse grote buitenplanse ontheffingen van de gemeente Westland. Pagina 8 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II Beleid A. GEMEENTELIJK BELEID VOOR HET PLAN 2.1 Structuurvisie De gemeente is thans bezig met het ontwikkelen van een gemeentelijke structuurvisie. Deze overlapt voor een groot deel de reeds vastgestelde Greenportvisie en zal voor een groot deel zal hierop aansluiten. Er is op dit moment geen structuurvisie vastgesteld als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet wordt een structuurplan als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gelijkgesteld met een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.1 van de nieuwe wet. De gemeente heeft naast de Greenportvisie nog geen structuurplan vastgesteld, maar voor de gemeente geldt wel het regionaal structuurplan van het Stadsgewest Haaglanden (zie paragraaf 2.6.1 van deze toelichting). 2.2 Specifiek planbeleid In het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” is afstemming met het volgende specifieke beleid van de gemeente tot uitdrukking gekomen. 2.2.1 Beleidsnota voor herstructurering van het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland (vastgesteld door de raad van de gemeente op 28 november 2006) In de nota is een maatschappelijk gedragen beleid vastgelegd voor de herstructurering van het glastuinbouwgebied, een goed woon- en leefklimaat, een optimaal functionerende glastuinbouw en een organisatie om de noodzakelijke schaalvergroting doorgang te laten vinden. Tevens wordt beoogd de duurzaamheid van de glastuinbouw te verbeteren. Het doel van de nota is een beleidsmatig kader te geven voor de herstructurering van het glastuinbouwgebied, waarbij de nadruk ligt op de ruimtelijke component. Het doel is ook een duurzaam glastuinbouwgebied te creëren en te faciliteren. Pagina 9 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.2.2 Nota paarden houden in Westland/ Het houden van paarden in een Greenport (vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2008) De nota geeft een handzame set van toetsingscriteria op basis waarvan besloten kan worden of de verschillende paardenhouderijen passen binnen de visie van de gemeente. Het betreft een integraal beleid waarbij niet alleen vanuit ruimtelijke perspectief is gekeken, maar ook vanuit milieukundig, maatschappelijk en praktisch oogpunt. De geformuleerde randvoorwaarden zijn reeds opgenomen in de parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland. 2.2.3 Visie Greenport Westland 2020 (2005) (vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 april 2005) De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee geeft de visie ook andere partijen inzicht in de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Westland. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met het glastuinbouwcluster (inclusief de niet ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, het glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen. De visie bevat tevens richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente ten aanzien van het glastuinbouwcomplex en de andere ruimtevragers. Glastuinbouwcluster Als gevolg van herstructurering in het kader van verduurzaming kan een groot deel van het glastuinbouwareaal worden omgezet naar een efficiënte milieuvriendelijke inrichting van het kassencomplex met meer ruimte voor een natte en droge infrastructuur. Op de volgende gebieden, vooral aan de kust, kan er duurzaam glas blijven. In totaal gaat het daarbij om ongeveer 300 hectare. Dit zijn de gebieden Noordlandse Polder, Waalblok, Slaperdijk en het gebied waar in het Integraal Ontwikkelingsplan Westland het duinmeer was voorzien (lange Stukken). De transformatiegebieden langs het Zwethkanaal, Pettendijk en Nieuwe Tuinen in De Lier kunnen in principe tot 2020 blijven functioneren. Transformatie kan hier op de lange termijn nog wel aan de orde zijn in verband met mogelijke aanleg van infrastructuur. Enkele locaties zijn volgens de Greenportvisie aangewezen als potentiële transformatiegebieden om tijdig in te kunnen spelen op nieuwe omstandigheden. Dit zijn de Rolpaal, Hoogeland en de locatie op de hoek van Erasmusweg en Wippolderlaan in Wateringen. In totaal gaat het daarbij om 100 hectare glas. Het aanwezige glas in de gebieden bij Monster en 's-Gravenzande kan in principe worden omgevormd tot duurzaam glas indien de woningbouwopgaaf elders in het zoekgebied wordt gevonden. Pagina 10 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Water en groen Om voldoende waterbergingscapaciteit te realiseren in de boezem zal er naast oplossingen van decentrale aard een geschikte centrale locatie moeten komen. De zoeklocatie is aangegeven in bestemmingsplan Nieuwe Water. De waterberging dient in het poldergebied per polder opgelost te worden. De plas-dras variant zal daar waar mogelijk worden toegepast evenals het inrichten van ecologische oevers. Door via het boezemstelsel groengebieden te koppelen kunnen er ecologische verbindingen ontstaan. Mogelijkheid tot koppeling ziet de gemeente in de strook Zwethzone, Wollebrand, verlenging veilingroute, verbreding Zwethkanaal en Oranjekanaal. De ecologische verbindingen tussen kust en Midden-Delfland lopen via de Westlandse Zoom en vanaf de Vlotwatering via de Monsterse Vaart/Poelwatering/Nieuwe Water richting het Zwethkanaal met aftakking naar Staelduinsebos. Verkeer en vervoer Het doortrekken van de Veilingroute, het aansluiten op de tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland en het aanpassen van knooppunt Westerlee is hard nodig. Daarnaast wordt de realisatie van het ontbrekende deel van de A4-Noord ondersteund. Op de middellange termijn (2010-2020) is er meer nodig. De sterke groei van vooral het goederenvervoer in de Greenport Westland vraagt om een wegverbinding met 2 x 2 rijstroken tussen het Harnaschknooppunt (A4) en het knooppunt Westerlee (A20) met voldoende aantakkingen. Op termijn is het verder doortrekken van de tweede ontsluitingsweg richting Hoek van Holland wenselijk. Dit alles valt onder het 3-in-1-project. Wonen In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is behoefte aan vervangende woonkavels in het buitengebied. Aan deze behoefte kan worden voldaan door te bouwen langs bestaande linten c.q. het toevoegen van bebouwingsclusters. Bij de uitplaatsing van woningen dient onder andere vast te staan dat de nieuwe locatie de glastuinbouw op dat moment en in de toekomst in geen geval in de weg zal staan. Maatschappelijke en economische voorzieningen Op het moment van schrijven is er geen aanleiding om buiten de kernen extra ruimte te reserveren voor de realisatie van maatschappelijke en economische voorzieningen. De huidige voorzieningen zijn vastgelegd. 2.2.4 Evaluatie Greenportvisie Westland 2020 (vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 januari 2011) De evaluatie van de Greenportvisie verwoordt het collegestandpunt over de (tussen-) resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie. In de afgelopen jaren is Westland strategische allianties aangegaan op diverse schaalniveaus om de Greenport sterk te positioneren als een krachtig cluster. Op diverse fronten en in samenwerking met anderen wordt geprobeerd via deze strategische allianties ondersteuning te krijgen voor de opgaven van Westland. Hierbij valt te denken aan ondersteuning binnen de Pagina 11 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN netwerkorganisatie Greenport(s) Nederland, het Randstad Urgent contract Transitie Greenports, Zuidvleugel, Stadsgewest Haaglanden, Provincie Zuid-Holland en binnen Westland-Oostland. Door als Westland structureel stevig inzet te plegen in deze allianties zijn er flinke stappen gezet in de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Westland. Veel projecten zijn juridisch verankerd, anderen onderschrijven steeds meer de betekenis van de Greenports, gelijk aan de Mainports. De toegezegde rijksbijdrage aan Westlandse projecten staat nu op ruim 145 miljoen euro. De werkgelegenheid is in vijf jaar met 10% toegenomen tot 60.000 banen. Van alle banen in Westland behoren 42% tot het glastuinbouwcluster. Verder heeft het glastuinbouwcluster zich sterk ontwikkeld. Schaalvergroting en herstructurering is flink op gang gekomen. Een aantal conclusies uit de evaluatie is: - - - - - De in 2005 gemaakte keuzes in de Greenportvisie zijn succesvol zijn gebleken. Als tussenresultaat is veel bereikt. Ambitie en streefbeeld uit de Greenportvisie blijft voor het grootste deel intact. Afwijkingen zitten in een lager aantal te bouwen woningen tot 2020. Een lagere verdichtingsopgave van de kernen en het behoud van glas in het transformatiegebied de rolpaal (35 ha.). Aanvullende ruimtelijke keuzes zijn niet aan de orde; In de externe oriëntatie richt gemeente Westland zich op de versterking van de positie van de Greenports in Nederland. Gemeente Westland blijft het initiatief nemen om in de strategische allianties de Greenport Westland stevig te positioneren. Met het bedrijfsleven wil de gemeente de Greenport Westland nationaal en internationaal meer uitdragen. Beleidsmatig en financieel is ondersteuning nodig; Bij de komende evaluatie van de Westlandse Zoom door de publieke partijen, waaronder de gemeente Westland is de insteek van de gemeente Westland om de Westlandse Zoom daarbij in zijn totaliteit te bezien zowel wat betreft betaalbaarheid woningen, markt, invulling locaties, het tijdsaspect, financiële haalbaarheid, contractafspraken, de relatie met realisering van soortgelijke locaties in Westland en elders in de omgeving van de Haagse regio. Kritisch onderzocht dient te worden wat daarvan de consequenties zijn voor de locatie Kwintsheul en de 2e fase; Gemeente Westland wil dat nieuwe glastuinbouwlocaties in Nederland daadwerkelijk tot ontwikkeling komen. Dit is nu maar in beperkte mate het geval. Een herijking is nodig. Insteek van gemeente Westland is om dichter bij de Greenports glastuinbouwlocaties te ontwikkelen, omdat dit de hoogste toegevoegde waarde geeft voor het daar gevestigde Greenportcluster. Binnen Westland is nog ruimtewinst te halen door op gronden met glastuinbouwbestemming, waar om diverse redenen geen teelt is, daadwerkelijk te gaan telen (voorzichtige schatting: 150 ha.); Op de plankaart van de Greenportvisie Westland 2020 zijn de duurzame glastuinbouwgebieden aangewezen. Het gaat daarbij om een totale oppervlakte van circa 4.500 hectare (bruto). Hier krijgt de glastuinbouw in principe alle ruimte. De Rolpaal wordt hieraan toegevoegd. Onderdeel van de 4.500 hectare is naast het teeltareaal van 2.400 hectare in 2008 ook het areaal aan tuinbouw Pagina 12 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - - - 2.2.5 verbonden functies waaronder: waterbassins, ketelruimten, verwerking- en opslagruimtes, bedrijfspanden, ontsluitingswegen en woningen. Gemeente Westland is van mening dat door intensivering, herstructurering en het benutten van de mogelijkheden die er zijn het huidige teeltareaal van 2.400 hectare kan worden opgehoogd. Een voorzichtige schatting is dat er 150 hectare teeltareaal toegevoegd kan worden als tuinders die mogelijkheden ook pakken. Daarnaast zal er tot 2020 ook nog glas verdwijnen op basis van de Greenportvisie. Inschatting van gemeente Westland is dat er in 2020 2.200 tot 2.300 hectare netto teeltareaal aanwezig is; De herstructurering en schaalvergroting in de glastuinbouw moet doorgaan. Initiatieven van tuinders worden daar waar aan de orde zoveel als mogelijk door de gemeente ondersteund; De verduurzaming van het glastuinbouwcluster wordt als nieuwe ambitie aan de Greenportvisie toegevoegd. Ambitie is om van Westland hét meest duurzame glastuinbouwgebied van Nederland te maken. Het is tijd om de vele initiatieven hiervoor in praktijk te brengen en vervolgens "uit te rollen"; De kennis- onderwijs - en innovatie positie van Westland dient versterkt te worden met daarbij structurele aandacht voor versterking van het imago (gebiedsmarketing); Gemeente Westland wil de water - en groenopgave realiseren tegen zo laag mogelijke kosten en een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement met minimaal verlies aan areaal glas. Voor de water - groen- en ecologie opgave blijft, daar waar mogelijk, het meeliften bij ruimtelijke ontwikkelingen voorop staan. Geen grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in de kuststrook; Gemeente blijft voorstander van een tweede Westelijke Oeververbinding met aansluitende verbindingen op Westlands grondgebied. Een definitief standpunt zal worden ingenomen na afronding van het onderzoek door de regionale partijen en het Rijk; Blijvend inzetten op de bereikbaarheid en ontsluiting van Westland, inclusief OV en tevens het werken aan innovatieve logistieke ketens. Visie Ruimtelijke Kwaliteit Glastuinbouwgebied Westland (vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 mei 2009) De vertaling van de visie ruimtelijke kwaliteit heeft reeds plaatsgevonden in de parapluherziening van de bestemmingsplannen Buitengebied Westland, hetgeen ook weer het geval is in het bestemmingsplan Glastuinbouw. De visie biedt handvatten voor het bestemmingsplan, de beleidsnota's en de gebiedsvisies voor herstructureringsgebieden. De visie levert het beeld en verhaal over de ambitie voor de ruimtelijke kwaliteit voor het duurzaam glastuinbouwgebied in de gemeente Westland. De visie bestaat uit een beeldanalyse van de huidige situatie waaruit een ambitie wordt geformuleerd. Uit de beeldanalyse kan worden geconcludeerd dat er weinig aandacht is besteed aan ruimtelijke kwaliteit, representatie, imago en leefbaarheid. Daarbij zijn veel glastuinbouwbedrijven uit hun jasje gegroeid. Westland heeft een buitengebied met grote contrasten in schaal, functie en dynamiek. Het glastuinbouwgebied krijgt door de schaalvergroting van de bedrijven met een gesloten en technische uitstraling steeds meer een licht-industrieel karakter, hetgeen een andere benaderingswijze van ruimtelijke kwaliteit Pagina 13 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN vraagt. Op een tweetal vlakken kan nog veel verbeterd, namelijk de openbare ruimte en de inrichting van de kavels. Vanuit de beeldanalyse wordt in de visie een ambitie geschetst voor de toekomst van het duurzame glastuinbouwgebied. Deze ambitie richt zich op een betere beeldkwaliteit, functionaliteit en leefbaarheid van de ruimte. In de visie wordt een betere beeldkwaliteit gevonden in het herinrichten van het straatprofiel voor wegen met categorie I, II en III en een betere inrichting van de glastuinbouwkavels. In de visie zijn de volgende profielen opgenomen; Categorie I: - afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 22,50 meter; afstand tot kassen: 17,50 meter; afstand tot laad- en losruimte: 35,00 meter. Categorie II: - afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 17,50 meter; afstand tot kassen: 12,50 meter; afstand tot laad- en losruimte: 30,00 meter. Categorie III: - afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,50 meter; afstand tot kassen: 9,00 meter; afstand tot laad- en losruimte: 25,00 meter. Verder zijn, middels afstandsbepalingen, de profielen opgenomen voor niet gecategoriseerde wegen en voor het hoofd-waternetwerk van de gemeente Westland. 2.2.6 Waterplan gemeente Westland (inhoudelijk vastgesteld door de raad van de gemeente op 22 april 2008 met uitzondering van de financiële paragraaf) Het Waterplan van de gemeente Westland heeft als ambitie een duurzaam en veerkrachtig watersysteem met belevingswaarde. Burgers en bedrijven moeten veilig voor het water zijn. Men moet plezierig kunnen wonen, werken en recreëren met water in de nabijheid. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is vastgelegd dat gemeenten met dreigende wateroverlast samen met waterschappen een waterplan moeten opstellen. Een belangrijke pijler van het kwantitatieve waterbeleid voor de 21ste eeuw is het principe: vasthouden, bergen en afvoeren. In het waterplan zijn oplossingen opgenomen, in de vorm van ontwerpopgaven, voor het totale waterbergingstekort in de gemeente Westland. In het glastuinbouwgebied kan meer water worden gecreëerd door het verbreden van bestaande watergangen, het aanleggen van nieuwe watergangen en waterbergingen. Tevens kan door verbreding van watergangen in Pagina 14 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN combinatie met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers een verbetering gerealiseerd worden van de waterkwaliteit. 2.2.7 Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland (vastgesteld door de raad van de gemeente op Westland op 26 mei 2009) In de parapluherziening van de bestemmingsplannen in het buitengebied van Westland zijn voor de bestemming "Agrarische Doeleinden, Glastuinbouw" en de bestemming "Woondoeleinden" de planregels geharmoniseerd, waarbij voor de stedenbouwkundige invulling gebruik is gemaakt van de herziening Visie ruimtelijke kwaliteit glastuinbouwgebied Greenport Westland. Daarnaast is een aantal nieuwe ontwikkelingen in het bestemmingsplan opgenomen, waarbij het vooral gaat om reeds uitgekristalliseerde thema's. 2.2.8 Handhaven op maat 2011-2014 (vastgesteld door burgemeester en wethouder van de gemeente op Westland op 1 februari 2011) Het doel van het handhavingsbeleid Handhaven op maat 2011-2014 is om binnen bouw- en woningtoezicht en milieuhandhaving met een transparante, effectieve en efficiënte inzet van middelen te komen tot een situatie waarbij het voor een ieder duidelijk is hoe de gemeente Westland haar middelen inzet om naleving van regels te bereiken en/of te bevorderen. De gemeente Westland wil een prettige woon-, werk- en leefomgeving voor haar burgers en ondernemers. Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaarheid in het Westland te vergroten en te waarborgen. Handhaving is hierbij één van de middelen die hiervoor wordt ingezet. Handhaving is dus geen doel op zich, maar een onderdeel van de reguleringsketen (ontwikkeling wet - en regelgeving – normstelling – vergunningverlening – uitvoering – toezicht - handhaving). Subdoelen die bijdragen aan de realisatie van het doel zijn: integraal toezicht en handhaving, voldoen aan de (wettelijke) kwaliteitseisen en duidelijke communicatie. Het handhavingsbeleid richt zich voor zowel het milieu- als de bouwtoezicht op een viertal thema's, waarvan in het kader van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied het thema ruimte voor de glastuinbouw het belangrijkste is. Eén van de ambities van de gemeente Westland, zoals vastgelegd in de Visie Greenport Westland 2020, is immers het behoud en versterking van het Westlandse glastuinbouwcluster. De komende periode blijft de focus liggen op het uitvoeren van het project "Ruimte voor de glastuinbouw" (voorheen "aanpak strijdigheden buitengebied" ). Met betrekking tot handhaving is in het coalitieakkoord 20102014 als speerpunt opgenomen dat na de pilotfase door wordt gegaan met het project. Voor een optimale ontwikkeling van de glastuinbouw is het belangrijk dat de gronden die thans voor de glastuinbouw zijn bestemd ook daadwerkelijk voor glastuinbouw worden gebruikt. Het vrijmaken van gronden ten behoeve van glastuinbouwreconstructie levert uiteindelijk een modern concurrerende glastuinbouwcluster op. Verder zorgt dit project voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het Westland. In dit project wordt toezicht en handhaving ingezet om het doel te bereiken. Vrijmaken van gronden om glastuinbouwreconstructie mogelijk te maken en het weren van niet- glastuinbouw gerelateerde functies. Pagina 15 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Creëren van optimale kansen voor glastuinbouw. Hiermee blijft Westland als het grootste glastuinbouwgebied van Nederland en de wereld op de kaart. B. BELEID ANDERE OVERHEDEN 2.3 Beleid van het Rijk In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het Rijk tot uitdrukking gekomen. 2.3.1 Nota Ruimte (Kamerstukken 29.435) De Nota Ruimte verwoordt de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet zet daarbij in op dynamisch, ontwikkelingsgericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. De Nota Ruimte bevat niet alleen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor Nederland als geheel, maar ook voor een aantal specifieke gebieden. De nota fungeert tevens als het ruimtelijke kader voor alle ruimtelijke investeringen van het rijk en de andere overheden. In de Nota Ruimte zijn onderdelen van de tekst aangemerkt als planologische kernbeslissing (p.k.b.). Het rijk kan bepaalde onderdelen van een planologische kernbeslissing aanmerken als concrete beleidsbeslissing. Provincies en gemeenten dienen bij het opstellen van de provinciale verordening, inpassingsplannen, respectievelijk bestemmingsplannen die onderdelen van de p.k.b. in acht te nemen. Deze p.k.b.'s bestaan in de Wro niet meer, maar zijn ondergebracht in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid. De gebieden en netwerken die het kabinet van nationaal belang acht, vormen samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Op het gebied van economie, infrastructuur en verstedelijking vallen ook de Greenports. Vanuit internationaal economisch perspectief vindt het rijk het van belang dat de tuinbouwfunctie van internationaal belang is en behouden blijft en dient te worden versterkt. De provincies hebben het voortouw om dit beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk vast te leggen in hun structuurvisies. Het rijk heeft een stimulerende en faciliterende rol. De doelstelling tot het behouden en versterken van de positie van de Greenports gebeurt vooral door herstructurering en een goede bereikbaarheid. De gemeente geeft daaraan in haar bestemmingsplannen invulling. 2.3.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Op de dag van vaststelling van dit bestemmingsplan is door het rijk nog geen algemene maatregel van bestuur met ruimtelijke regels genomen als bedoeld in artikel 4.3 van de Wet ruimtelijke ordening. Het ontwerp van het zogeheten Besluit algemene regels ruimtelijke ordening van 29 mei 2009 (AMvB Ruimte) is naar de Eerste en Tweede Kamer gezonden. Van 17 juni 2009 tot 30 augustus 2009 heeft een ieder schriftelijk en langs elektronische weg Pagina 16 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN opmerkingen naar voren kunnen brengen over het ontwerpbesluit. Vervolgens is het ontwerpbesluit voor advies voorgelegd aan de Raad van State. De eerste tranche van het Besluit zal omvatten: de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, het kustfundament, de grote rivieren, het regionaal watersysteem, de ecologische hoofdstructuur, de nationale landschappen, de rijksbufferzones, het basisrecreatietoervaarnet, de kaders uit de Derde Nota Waddenzee, de kaders uit Ruimte voor de rivier, de kaders uit Project Mainport-ontwikkeling Rotterdam en de kaders uit Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Vooruitlopend op deze AMvB heeft de regering een realisatieparagraaf vastgesteld die toeziet op de realisatie van ruimtelijke ordening op grond van alle gevoerde planologische kernbeslissingen. 2.3.3 Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (Kamerstukken 31.500, nr. 1) Op 1 juli 2008 hadden de volgende planologische kernbeslissingen (nationaal ruimtelijk beleid) volgens het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening de status van structuurvisie: Ruimte, Nota Mobiliteit, Ruimte voor de rivier, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Hoge Snelheidslijn Zuid, Betuweroute, Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (inclusief partiële herzieningen BritNed-kabel, Randstad-380kVverbinding en Near Shore Windpark), Structuurschema Buisleidingen, Derde Nota Waddenzee en het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Omdat nieuwe structuurvisies moeten ingaan op de wijze waarop het daarin vervatte beleid moet worden verwezenlijkt en omdat genoemde p.k.b.'s dergelijke doorkijk niet bevatten, heeft de minister van VROM voor dat nationaal ruimtelijk beleid een zogeheten Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid opgesteld dat op 6 juni 2008 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Van belang voor het glastuinbouwgebied is hetgeen vastgesteld in onderdeel 5 van het nationaal ruimtelijk belang onder de noemer behoud en versterking op lange termijn van de tuinbouwfunctie in de vijf Greenports. De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit nationale ruimtelijke belang hecht het rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde Greenports behouden blijft en versterkt wordt. De Nota Ruimte benoemt de Mainports en Greenports als onderdeel van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het voortouw om het beleid op de Greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren bij de provincies. Een belangrijk instrument hierbij is de gemeenschappelijke agenda van overheden en bedrijfsleven in het Manifest Greenports Nederland en de uitwerking daarvan in de bestuurlijke uitvoeringsafspraken Greenport(s) Nederland uit 2007. De investeringen in de locaties voor glastuinbouw en overige tuinbouw zijn gericht op behoud en versterking van de economische functie van de tuinbouw en gelijktijdige versterking van andere gebiedsfuncties zoals water, wonen, recreatie, landschap en natuur. Pagina 17 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.4 Beleid van de provincie In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van de provincie ZuidHolland tot uitdrukking gekomen. 2.4.1 Structuurvisie Visie op Zuid-Holland (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 2 juli 2010) Algemeen De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). De Visie op Zuid-Holland is in de plaats gekomen van de vier streekplannen (streekplan Zuid-Holland-West en alle herzieningen en uitwerkingen) en de Nota Regels voor Ruimte. De Provinciale Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Er staat in hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. In de Uitvoeringsagenda is aangegeven hoe de provincie en de verschillende partners de structuurvisie gaan uitvoeren. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt in de structuurvisie de volgende vijf hoofdopgaven: 1. 2. 3. 4. 5. aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie; divers en samenhangend stedelijk netwerk; vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; stad en land verbonden. De ambities zijn vertaald in een beeld van het ruimtegebruik in 2020, bestaande uit een functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart is vergelijkbaar met een streekplankaart. Deze kaart geeft aan wat waar mogelijk is, met locaties en begrenzingen. De kwaliteitskaart geeft aan welke kwaliteiten waar aanwezig zijn of moeten komen. Bij ontwikkelingen in een gebied zijn deze kwaliteiten belangrijk. Het plangebied van het bestemmingsplan is op de functiekaart van de structuurvisie grotendeels aangemerkt als "Glastuinbouwbedrijvengebied/Greenport", waarin de Nieuweweg vanaf de A20 tot Den Haag, de weg vanuit Hoek van Holland naar Den Haag (Monsterseweg, Poeldijkseweg) en de Veilingroute zijn aangewezen als (Boven) Regionale wegverbindingen. In de structuurvisie is opgenomen dat de Greenports in 2040 duurzame en landschappelijk goed ingepaste ruimtelijke clusters moeten zijn. Productie, logistiek, kennis, handel en innovatie versterken elkaar onderling. In 2040 ligt het op specifieke hoogwaardige productie, Pagina 18 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN met een centrale plaats voor logistiek, handel, kennis en innovatie. Vraag en aanbod van zoetwater zijn dan in balans. De Greenport Westland/Oostland behoort in 2040 volledig ingepast te zijn in het stedelijke netwerk. Dit uit zich in de inrichting van de logistieke infrastructuur en de inrichting van de energie-infrastructuur. Verder ligt de nadruk, naast productie, meer op ontwikkeling en toepassen van kennis en dienstverlening. Ruimtelijk staat, naast intensivering en herstructurering van het bestaande glasareaal, de goede ordening van de samenhang tussen de verschillende clusters centraal. 2.4.2 Provinciale Verordening Ruimte (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 2 juli 2010 en in werking getreden op 26 juli 2010) Algemeen Om het provinciaal ruimtelijk beleid uit te voeren heeft de provincie verschillende instrumenten, waarvan de Provinciale Verordening Ruimte er één is. De Verordening Ruimte stelt regels aan gemeentelijke bestemmingsplannen. Niet alle onderwerpen zijn geschikt voor opname in een verordening. In het algemeen lenen vooral onderwerpen met heldere criteria, weinig gemeentelijke beleidsvrijheid en een zwaarwegend provinciaal belang zich hiervoor. In de Verordening Ruimte zijn regels gesteld over bebouwingscontouren, agrarische bedrijven, kantoren, detailhandel, waterkeringen, milieuzoneringen, molen- en landgoed-biotopen enz. Enkele regels die zijn overgenomen in het bestemmingsplan Glastuinbouw zijn: 2.4.3 geen bestemmingen die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijk functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies mogelijk maken; nieuwe bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven, agrarische aanverwante bedrijven en niet-volwaardige agrarische bedrijven worden uitgesloten; de door de gemeente te bepalen maximale omvang van bestaande burgerwoningen en recreatiewoningen, alsmede de bijbehorende erfbebouwing. Waterverordening Zuid-Holland (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 14 september 2009 en in werking getreden op 22 december 2009) In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast vastgesteld. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op de berging- en afvoercapaciteit. De normen voor wateroverlast zijn verschillend per vorm van landgebruik en zijn gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachte schade bij overstromingen. Voor het glastuinbouwgebied is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Dit betekent dat er eens in de 50 jaar kans op wateroverlast vanuit het oppervlak plaats mag vinden. In Tabel 1 zijn de normen voor wateroverlast weergegeven voor de verschillende vormen van landgebruik. Pagina 19 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Norm gerelateerd aan vorm van landgebruik Binnen bebouwde kom Bebouwd gebied Overig gebied Buiten bebouwde kom Hoofdinfrastructuur en spoorwegen Glastuinbouw en hoogwaardige land- en tuinbouw Akkerbouw Grasland Norm 1/100 1/10 1/100 1/50 Maaiveldcriterium 0% 5% 0% 1% 1/25 1/10 1% 5% Tabel 1: normen wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik (waterverordening Zuid-Holland) 2.5 Beleid van het waterschap In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het waterschap tot uitdrukking gekomen. 2.5.1 Waterbeheerplan 2010-2015 (vastgesteld door de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland op 19 november 2009 en in werking getreden op 22 december 2009) In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.: - - een flinke stap zetten naar een robuust en veerkrachtig watersysteem, rekening houden met klimaatsveranderingen; een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen; realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen; innovatief en duurzaam werken. 2.5.2 ABC-Delfland - (vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland op 3 juli 1998) Om de doelstellingen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water te realiseren is het Hoogheemraadschap van Delfland het project ABC-Delfland gestart. (ABC staat voor Afvoer - en BergingsCapaciteit. ) Het ABC-project heeft als doel het water langer vast te houden, meer te bergen en overtollig water sneller af te voeren. Het gaat om technische maatregelen, zoals capaciteits vergroting van de gemalen, en om ruimtelijke maatregelen, zoals het reserveren van gebieden voor het snel en tijdelijk opvangen van water in natte perioden. Een deel van de projecten is uitgevoerd. Naast de verbreding van watergangen en het vernieuwen van vele duikers steekt het Hoogheemraadschap van Delfland veel tijd, geld en energie in het vernieuwen van de gemalen. Ondanks de reeds uitgevoerde maatregelen dient er nog een aanzienlijk gebied getransformeerd te worden tot waterberging en dienen er nog diverse waterstructuren te Pagina 20 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN worden verbeterd. Bij het zoeken en realiseren hiervan ligt aansluiting bij het proces van herstructurering voor de hand. Bij herstructurering kunnen innovatieve technische oplossingen worden benut bij realisatie van waterbergingsopgaven. Waterbergingen zullen bij herstructurering flexibel worden ingepast, waarbij het hiervoor benodigde (glastuinbouw)areaal beperkt blijft. 2.5.3 Handreiking Watertoets Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van een bestemmingsplan dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten: - beleidskader omtrent water; waterkeringen; waterkwantiteit; waterkwaliteit en ecologie; afvalwater en riolering; waterprojecten welke onderdeel zijn van ABCDelfland. In de toelichting wordt in het kader van het functionele onderzoek een beschrijving gegeven van de in het plangebied aanwezige waterkeringen, waterlopen en waterbergingen. In hetzelfde hoofdstuk wordt in het kader van technisch onderzoek nogmaals ingegaan op het aspect waterkeringen, alsmede de aspecten waterkwantiteit, waterkwaliteit, ecologie, riolering en afvalwater. 2.6 Beleid van de regio De gemeente maakt deel uit van een plusregio als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. In het bestemmingsplan is dan ook afstemming met het volgende regionale beleid tot uitdrukking gekomen. 2.6.1 Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 16 april 2008) Het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) kijkt door naar 2020 (en soms naar 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water en groen. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals bestemmingsplannen. Het RSP is het vertrekpunt voor regionale visies op afzonderlijke beleidsterreinen en voor gemeentelijke plannen. Daarnaast vormt het RSP de inzet en bijdrage van Haaglanden voor de Provinciale Structuurvisie. Pagina 21 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Het RSP heeft als ambitie dat de regio Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van internationale allure, een regio die een duurzame kwaliteit van leven biedt door middel van een veilige, schone en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een sterke structuur. Met de verdere versterking van de kennisintensiteit van de economie van Haaglanden levert de regio een stevige bijdrage aan de realisatie van de in Europa afgesproken Lissabon-doelstelling ter versterking van de innovatiekracht van de Europese economie. Voor de ontwikkeling van het "Glastuinbouwgebied" zijn de volgende inhoudelijke doelstellingen van toepassing: 2.6.2 Versterking van de huidige economische structuur; Het omvormen van verouderde glastuinbouwgebieden in milieuverantwoorde, moderne robuuste gebieden ter verbetering van de rentabiliteit van de onderneming en ter behoud van de internationale concurrentiepositie; Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en het creëren van een beter woon- en leefmilieu; Verbeteren van de fysieke infrastructuur, zowel de hoofdontsluiting als de lokale ontsluiting, en het verbeteren van het openbaar vervoer; Herstel van de ecologische infrastructuur, groene buffers en groene aankleding door de realisatie van de groenblauwe dooradering; Het verbeteren van de waterhuishouding ter vermindering van kansen op wateroverlast en het verbeteren van de waterkwaliteit. Regionale Nota Mobiliteit (vastgesteld door het Stadsgewest Haaglanden op 29 juni 2005) De Regionale Nota Mobiliteit (RNM) is het regionaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer (1998). Ze is de opvolger van het op dit moment geldende RVVP-2. In de RNM wordt het ruimtelijk beleid, zoals was vastgelegd in het inmiddels vervangen Regionaal Structuurplan Haaglanden 2002 voor de verkeers- en vervoerscomponent uitgewerkt en wordt het overige regionale verkeers- en vervoersbeleid in samenhang beschreven. Routes waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, moeten voldoen aan de volgende rijksnormen uit de nationale Nota Mobiliteit: - in nieuwe situaties zijn kwetsbare bestemmingen binnen de 10-6-risicocontour niet toegestaan; voor minder kwetsbare bestemmingen moeten we streven naar het hanteren van deze risicocontour (richtwaarde); In bestaande situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de 10-6-risicocontour; in nieuwe situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de 10-5-risicocontour (grenswaarde). Binnen de gemeente Westland zijn de volgende wegen in de Regionale Nota Mobiliteit benoemd als route voor gevaarlijke stoffen: - de A20 evenals de hierin opgaande N 20 en hierin overgaande in de N 213 en hierin overgaande in de N 211; Pagina 22 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - de N 222 welke aftakt van de N 20 ter hoogte van de Bloemenveiling Naaldwijk; de N 223 het Knooppunt van Westerlee kruisende en overgaande in de N 220 richting Hoek van Holland; de Nieuwelaan als zijnde een aftakking van de N 220; de N 211 vanaf de kruising met de N220 richting ' s-Gravenzande; de Nieuwlandse dijk als verlenging van de N220 richting de kust over een afstand van enkele honderden meters. Het invloedsgebied van deze route gevaarlijke stoffen bevindt zich deels binnen de grenzen van het plangebied. 2.6.3 Nota Glastuinbouw Haaglanden (vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 29 maart 2005) Door de verwachte aanhoudende druk op voor glastuinbouw beschikbare gronden, geldt het blijvend veiligstellen van voldoende ruimtelijke glasareaalcapaciteit binnen de regio als speerpunt van het beleid. Aandachtspunten zijn de saldo-0 benadering, het stimuleren van experimenten gericht op meervoudig, dubbel en efficiënt gebruik van de ruimte voor glas en het zoveel mogelijk concentreren van glastuinbouw in de daartoe aangewezen duurzame gebieden. Tevens dient er voldoende ruimte te worden gerealiseerd om 'piekwater' kwijt te kunnen en bij droogte het watertekort op te lossen. Het lopende 3-in-1-project (2e ontsluitingsweg naar Hoek van Holland, Verlengde Veilingroute en aanpassing Knooppunt Westerlee) wenst de bereikbaarheid van het Westlandse glastuinbouwcluster en de toe- en uitgang van het veilingterrein van FloraHolland in de toekomst te verbeteren. 2.6.4 Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden (vastgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden, Hoogheemraadschap van Delfland, provincie en gemeenten op 22 februari 2006) Het Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden vormt de regionale uitwerking van het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en sluit aan op de deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland en op het procesconvenant dat is gesloten tussen de Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten, Zuid-Hollandse Waterschapsbond en de provincie Zuid-Holland. Het doel is om in 2015 het watersysteem op orde te hebben, hetgeen betekent een robuust en beheersbaar watersysteem dat zoveel mogelijk is gebaseerd op de principes van vasthouden, bergen en afvoeren. Om dit te bereiken moet de capaciteit van het watersysteem worden vergroot en wel zodanig dat voor de polders en boezemgebieden wordt voldaan aan het beschermingsniveau volgens de werknormen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water. Pagina 23 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.7 Conclusie Het plangebied is grotendeels aangewezen als duurzaam glastuinbouwgebied. Dit duurzame glastuinbouwgebied dient vanuit beleid van zowel het Rijk als de provincie en de gemeente Westland geïntensiveerd en geherstructureerd te worden, waarbij accenten liggen op schaalvergroting, duurzaamheid en meervoudig ruimtegebruik. In het bestemmingsplan glastuinbouwgebied wordt de ingezette koers voor wat betreft flexibilisering voortgezet en doorontwikkeld. C. PLANVISIE 2.8 Algemeen Het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” is conserverend van aard, waarin bestaande geldende bestemmingen en gebieden, welke reeds ontwikkeld zijn middels vrijstelling, ontheffingsprocedures en wijzigingsplannen ed. , worden vastgelegd. In de planvisie van dit bestemmingsplan is beleid opgenomen voor: - glastuinbouw; andere bedrijfsactiviteiten dan puur productie bij glastuinbouwbedrijven; herbouw agrarische bedrijfswoningen; verduurzaming en innovatie; beleid voor andere (niet agrarische) bedrijvigheid; wonen; herbouw andere woningen; beleid voor huisvesting tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten; houden van paarden; IRG-projecten 2.8.1 Glastuinbouw De glastuinbouw wordt in zijn geheel genomen gezien als één van de belangrijkste pijlers van de Nederlandse economie. Zo biedt de glastuinbouw in Nederland werkgelegenheid aan 70.000 mensen en heeft de glastuinbouw een productiewaarde van ruim 4 miljard euro. De glastuinbouw vormt binnen het plangebied van het bestemmingsplan de hoofdfunctie. Het beleid is erop gericht deze functie te handhaven en waar mogelijk te versterken door middel van het bieden van voldoende ruimtelijke perspectieven voor volwaardige glastuinbouwbedrijven. Schaalvergroting, herstructurering, verduurzaming, efficiency, meervoudig ruimtegebruik, innovatie, product- en imagoverbetering worden dan ook gestimuleerd. Herstructurering van het glastuinbouwgebied houdt in dat de economische structuur, de weg-, groen- en waterinfrastructuur worden verbeterd en de ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt. De economische structuur kan mede verbeteren door schaalvergroting, bijvoorbeeld door het fysiek samenvoegen van meerdere bedrijven. De ruimtelijke kwaliteit kan onder meer worden versterkt door een zorgvuldige inrichting van de glastuinbouwkavels. Pagina 24 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN De gemeenteraad heeft op 26 mei 2009 de “Parapaluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland" vastgesteld. Met de parapluherziening zijn de regels van de verschillende bestemmingsplannen van de voormalige gemeenten vervangen voor één regeling. Met deze herziening wordt ruim baan gegeven aan een duurzame en toekomstgerichte ontwikkeling van de glastuinbouw in het Westland. Zo gelden wijzigingsbevoegdheden voor het verplaatsen van woningen, omzetten van woningen en gelden gelijkluidende regels voor alle glastuinbouwbedrijven in het glastuinbouwgebied van het Westland. Deze regels zijn zoveel mogelijk overgenomen in dit bestemmingsplan. 2.8.2 Andere bedrijfsactiviteiten dan puur productie bij glastuinbouwbedrijven. De oorsprong van de glastuinbouw ligt in de vraag vanuit de grote steden naar groente en fruit en later ook planten en bloemen. Daarom stond de glastuinbouw gelijk aan de productie van deze goederen. In de loop der jaren zijn nieuwe trends en ontwikkelingen gesignaleerd in de glastuinbouw. Bij glastuinbouwbedrijven vinden thans steeds vaker bedrijfsactiviteiten plaats die niet sec gericht zijn op het voortbrengen van producten, maar alles met glastuinbouw te maken hebben. Voorbeelden zijn: verhuur van planten, onderzoeksopstellingen, proeflocaties, presentatieruimtes en energieteruglevering e.d. De door dergelijke bedrijven uitgeoefende activiteiten vinden plaats onder glas, maar er kan niet worden gesproken van telen voor de productie. Deze glastuinbouwbedrijven vormen vanuit economisch oogpunt een inmiddels belangrijke en dynamische groep. Ze streven naar een hogere toegevoegde waarde van hun eigen producten, alsook van Westlandse producten in het algemeen. Deze activiteiten zijn als het ware het logische gevolg van vernieuwend en innovatief ondernemerschap van de glastuinbouwsector. De activiteiten verdienen dan ook een plaats binnen moderne hedendaagse glastuinbouwbedrijven. De (huidige) definitie van glastuinbouwbedrijf in de parapluherziening luidt: "Een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het duurzaam en intensief telen van gewassen, geheel met behulp van kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties". Onder deze definitie vallen bijvoorbeeld niet activiteiten als het acclimatiseren, verzorgen en onderzoeken van gewassen. In dit bestemmingsplan wordt de definitie opgerekt en flexibeler, zodat de gebruiksmogelijkheden van kassen ruimer worden en beter aansluiten bij de huidige ontwikkelingen. De nieuwe definitie is als volgt: “Een volwaardig bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het duurzaam en intensief telen en verzorgen van gewassen, geheel of gedeeltelijk met behulp van kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties”. De zinsnede "geheel of gedeeltelijk met behulp van kassen", is toegevoegd omdat in de praktijk blijkt dat veel bestaande glastuinbouwbedrijven een gedeelte van de gronden aanwenden voor open teelt (afharden van planten). In de kas is nu eveneens – naast het productmatig telen van gewassen – het bedrijfsmatig verzorgen, acclimatiseren en opslaan van planten toegestaan. Uiteraard moeten ook de niet Pagina 25 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN direct op productmatig telen gerichte bedrijven voldoen aan de planregels van de bestemming "Agrarisch, Glastuinbouw". Zo moet een glastuinbouwbedrijf onder andere een volwaardig glastuinbouwbedrijf zijn; dat wil zeggen er moet sprake zijn van één volwaardige arbeidskracht, het bedrijf moet duurzaam zijn (bedoeld wordt de continuïteit van het bedrijf en de binding van de ondernemers). Het moet daarbij gaan om een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5.000m2. Bedrijfsgebouwen mogen voor wat betreft oppervlakte maximaal 12,5% en kantoren 1% (met een maximum van 1000m2) van de oppervlakte van de aanwezige kassen beslaan. Er mag "absoluut" (scherp toezicht) geen opslag van goederen plaats vinden in de kassen. Kassen mogen uitsluitend wordt benut voor het telen, verzorgen, acclimatiseren van planten, bloemen en bomen. Ook de bedrijfsgebouwen worden door de glastuinbouwbedrijven steeds vaker benut voor bedrijfsactiviteiten als presentatie, opslag van materialen, verwerken van de geteelde producten, kantoorruimte, onderzoek- en ontvangstruimte. Volgens de planregels mogen de bedrijfsruimten maximaal 12,5% van het areaal glasopstand ter plaatse beslaan. Binnen de bedrijfsruimten zijn bovenstaande bedrijfsactiviteiten als onderdeel van de bedrijfsvoering van het glastuinbouwbedrijf toegestaan. In de bedrijfsgebouwen is maximaal 1% (van het totale glastuinbouwbedrijf) kantoor mogelijk. Daarnaast zijn laboratoria, opleidingsruimten en presentatie en ontvangstruimten en verhuur en opslagactiviteiten van bijvoorbeeld plantenpotten of decoratie-materiaal mogelijk binnen de bedrijfsgebouwen. Benadrukt wordt dat bedrijfsactiviteiten functioneel moeten aansluiten bij de bedrijfsvoering in de kas. In de kas moeten planten staan, conform de nieuwe glastuinbouwdefinitie. Extra verstening of afname van glasareaal in het glastuinbouwgebied is onwenselijk. De verhouding tussen kassencomplex en bedrijfsruimte blijft hetzelfde. Op dit onderscheid tussen telen en verzorgen onder glas en andere functies in de bedrijfsgebouwen dient scherpe en heldere handhaving plaats te vinden. Nieuwe functies moeten binnen de bestaande bebouwingsmogelijkheden gerealiseerd worden. Gedacht wordt aan een verdiepingsvloer in de bedrijfsgebouwen voor kantoor, presentatie en onderzoeksruimten. Ook vanuit meervoudig/intensief ruimtegebruik wordt een verdiepingsvloer in de bedrijfsgebouwen wenselijk gevonden. Bedrijven die zeker niet vallen onder de nieuwe definitie van glastuinbouwbestemming zijn hoveniersbedrijven, tuincentra, tuingroothandels (stenen en tuinprojecten), tuinbouwattracties, hobbykassen, onderzoekskasjes die niet aan de minimumvoorwaarden voldoen enz. Indien deze legaal gevestigd zijn in het glastuinbouwgebied worden deze als dusdanig bestemd. 2.8.3 Herbouw agrarische woningen Het onttrekken van vele agrarische bedrijfswoningen aan de agrarische bestemmingheeft ertoe geleid dat het beleid ten aanzien van agrarische bedrijfswoningen is verscherpt en aangepast in de parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland. Woningen Pagina 26 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN in het glastuinbouwgebied zijn een potentieel gevaar voor de ontwikkeling van de glastuinbouw en frustreren vaak reconstructies. Zo geldt er een bouwstop voor nieuwe agrarische bedrijfswoningen. Het is dus niet mogelijk om een nieuwe agrarische bedrijfswoning te bouwen in het glastuinbouwgebied. Bestaande agrarische bedrijfswoningen mogen onder strikte voorwaarden worden herbouwd. Het is een saldo 0 beleid. Overigens geldt er ook een bouwstop voor burgerwoningen in het glastuinbouwgebied. 2.8.4 Verduurzaming en innovatie Verduurzaming en innovatie kunnen betrekking hebben op efficiënter en zuiniger energiegebruik. Voor een glastuinbouwonderneming is mogelijk energie op te wekken anders dan alleen voor de glastuinbouwonderneming zelf. Er gelden echter beperkingen. Dit om te voorkomen dat het leveren van energie belangrijker wordt dan de agrarische activiteiten als het telen. Een gezonde glastuinbouwsector is belangrijk voor de concurrentiepositie en de innovatiekracht. Er zal een relatie moeten bestaan tussen de hoeveelheid te produceren energie en de bedrijfsgrootte. De energielevering moet een duidelijk ondergeschikt karakter hebben, zowel wat betreft ruimtelijke inrichting als bedrijfseconomisch. Clustering van energie producerende apparatuur en de daarbij behorende bouwwerken met als doel gezamenlijk energie te produceren voor eigen gebruik en voor verkoop, is onder voorwaarde toegestaan, maar alleen indien dit op een stedenbouwkundig en landschappelijk op een verantwoorde manier inpasbaar is. Verder wordt het telen met een (semi) gesloten kas gestimuleerd. Hetzelfde geldt voor ondergrondse opslag van energie, waaronder warmte- of koudeopslag. De laatste jaren zijn in de gemeente Westland veel wkk's verschenen en het aantal groeit nog steeds. Volgens de meest recente schatting gaat het om circa 400 wkk's. Omdat een wkk geluid produceert geldt voor een warmteopslagtank in combinatie met een wkk-installatie een afstand t.o.v. woningen. Een generator voor warmtekrachtkoppeling mag niet meer transformatorvermogen hebben dan 10 MVA. Voor een dergelijke voorziening is vanwege de mogelijke geluidshinder een afstand bepaald van 65 meter tot woningen. Bij voldoende geluidsisolerende maatregelen kan ontheffing verleend worden om een wkk-installatie op 12,5 meter van een woning te bouwen. Wat betreft windenergie geldt dat in Westland geen ruimte is voor grootschalige windturbines (tenminste drie windturbines met een ashoogte van 80 meter of hoger en een rotordiameter van 60 meter of meer). Solitaire windturbines hebben op grond van landschappelijke argumenten niet de voorkeur. Dit bestemmingsplan geeft geen regeling voor grootschalige windturbines. Een grote buitenplanse ontheffing zou uitkomst moeten bieden bij een initiatief. Dat zal worden beoordeeld op de landschappelijke inpassing, tevens zijn milieu- en veiligheidseisen toetsingskader. Er mag geen ruimtelijke interferentie optreden met de reeds aanwezige windturbine op bedrijventerrein Leehove. Kleinschalige windturbines met een maximale hoogte van 15 meter zijn toegestaan, maar mogen niet milieuvergunningplichtig zijn. Dat betekent dat een windturbine tenminste vier maal de ashoogte weg moet staan van de dichtstbijzijnde woning of andere geluidsgevoelige bestemming en het opgewekte vermogen niet meer dan 15 MW mag zijn. Pagina 27 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.8.5 Beleid voor andere (niet agrarische) bedrijvigheid Het beleid van de gemeente is erop gericht om de glastuinbouw te behouden en waar mogelijk te versterken. Nieuwe niet-agrarische bedrijven moeten worden geweerd en bestaande niet-agrarische bedrijven worden zonodig gesaneerd uit het glastuinbouwgebied. Dergelijke bedrijven dienen zich te vestigen op bestaande of nieuwe bedrijventerreinen. De in het plangebied voorkomende agrarische hulp-, neven, loon- en toeleveringsbedrijven krijgen voor zover zij legaal tot stand zijn gekomen of in het verleden als zodanig zijn bestemd in het bestemmingsplan de bestemming "Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf". Om niet onnodig veel ontheffingsverzoeken of bestemmingsplanwijzigingen te krijgen voor niet (geheel) passende functies is ervoor gekozen om voor deze verschillende "bestemmingen" de volgende definitie op te nemen. "agrarisch aanverwant bedrijf" Een niet-industrieel bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van diensten en/of producten aan agrarische glastuinbouwbedrijven en groene en recreatieve functies in het glastuinbouwgebied, zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk; Verder zijn er nog de andere niet agrarische functies met de bestemming "Bedrijf", "Horeca", "Recreatie", "Maatschappelijk" en "Kantoor" in het glastuinbouwgebied. Omdat het behoud van het bestaande glastuinbouwareaal centraal staat, is uitbreiding van de bestaande nietagrarische functies buiten de kavel niet toegestaan. De bestaande bebouwingspercentages, goot- en bouwhoogtes uit de bestemmingsplannen zijn overgenomen. Door middel van een ontheffing wordt een uitbreiding binnen het bestaande bestemmingsvlak onder voorwaarden mogelijk gemaakt. De belangrijkste voorwaarde is dat de uitbreiding niet ten koste mag gaan van toekomstige glastuinbouwreconstructies of bestaande naastgelegen glastuinbouwbedrijven. 2.8.6 Wonen Het bestemmingsplan glastuinbouwgebied bevat zowel agrarische- als burgerwoningen. Hiervan zijn zo'n … stuks bestemd als agrarische bedrijfswoning en zo'n 1.700 stuks bestemd voor woondoeleinden. Slechts een enkele woning is bestemd als andere (niet-agrarische) dienstwoning. Door verdergaande professionalisering, automatisering en vooral de schaalvergroting in de glastuinbouwsector is in de loop der jaren een toenemend aantal agrarische bedrijfswoningen overbodig geworden. Door de voormalige gemeenten was reeds geconstateerd dat heel veel agrarische bedrijfswoningen in de loop jaren door de eigenaren reeds waren onttrokken aan de agrarische bestemming. Ondanks dat er westlandbreed een meldingsverordening voor onttrekking van agrarische bedrijfswoningen was vastgesteld, werd deze niet altijd even strikt nageleefd. Daarnaast gingen de voormalige gemeenten elk op hun eigen manier om met deze problematiek op basis van de mogelijkheden en beperkingen die de (verschillend luidende) bestemmingsplannen boden. De eenwording van de gemeente Westland was een natuurlijk moment om deze problematiek op een eenduidige manier op pakken. Mede omdat woningen Pagina 28 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN in het buitengebied bij reconstructie en schaalvergroting voor belemmeringen kunnen zorgen is in 2004 al gestart met het project woningen Buitengebied. In april 2005 is in samenwerking met de provincie Zuid Holland, LTO-Westland, de stichting Buitengebied Westland en een aantal lokale accountants- en makelaarskantoren het Raamplan voor woningen in het Buitengebied van de Gemeente Westland opgesteld. Hierin is aangegeven dat schaalvergroting en herstructurering van de glastuinbouw noodzakelijk is om de leidende rol van het Westland te behouden en de concurrentie de baas te blijven. Tevens is aangegeven dat het van groot belang is dat de activiteiten die deel uitmaken van deze sector goed zijn ingepast in de openbare ruimte. Het raamplan bevatte duidelijke uniforme beleidscriteria voor bestemmingswijziging van agrarische bedrijfswoningen en uitplaatsing van agrarische bedrijfswoningen en burgerwoningen. Voor de overbodige bedrijfswoningen zijn de afgelopen jaren in het kader van het project ……. aanvragen ingediend tot bestemmingswijziging van de agrarische bedrijfswoning bestemming naar de bestemming ‘Woondoeleinden’. Resultaat van het project is: - dat de bestemming van 681 agrarische bedrijfswoningen is gewijzigd door opname in de bestemmingsplannen Woningen Buitengebied deel I, II en III. de bestemming van ca. 20 agrarische bedrijfswoningen zijn gewijzigd door opname in een wijzigingsplan. de bestemmingswijziging nog een aantal agrarische bedrijfswoningen wordt verwerkt in het -bestemmingsplan Glastuinbouwgebied. In de Bijlage 1 van deze toelichting is een lijst opgenomen met de betreffende om te zetten woningen; De overige aanvragen zijn niet gehonoreerd of ingetrokken. Per 10 november 2009 is de “Parapluherziening van de bestemmingsplannen Buitengebied Westland” van kracht geworden. De ingezette beleidslijn voor omzetting en uitplaatsing van het raamplan is hierin vrijwel gelijkluidend overgenomen. Het paraplubestemmingsplan kent een bouwstop voor zowel burgerwoningen als agrarische bedrijfswoningen. Er is sprake van een saldo 0 beleid. Agrarische dienstwoningen die als bedrijfswoning bij een glastuinbouwbedrijf horen mogen slechts onder voorwaarden worden herbouwd. In het paraplubestemmingsplan bestaat de mogelijkheid om woningen te verplaatsen. Verplaatsen is het scheppen van mogelijkheden om woningen die midden in het glastuinbouwgebied liggen of de herstructurering van de glastuinbouw belemmeren te slopen en elders binnen het gebied te herbouwen. Verplaatsing kan alleen plaatsvinden naar zgn. goedgekeurde locaties. Dit zijn locaties die aan de voorwaarden van een goede ruimtelijke ordening voldoen en waarvan zeker is dat deze reconstructie van de glastuinbouw nu en in de toekomst niet frustreren. De opgedane ervaring bij de behandeling van reconstructieverzoeken en de strakke hantering van de voorwaarden uit de parapluherziening voor omzetting en uitplaatsing begint in de praktijk goede resultaten op te leveren. Het beleid op dit punt dient derhalve met een geringe verfijning te worden voortgezet. Inmiddels wordt in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Delfland gewerkt aan een prioriteitenlijst voor het opstellen van gebiedskaders voor de verschillende deelgebieden. Deze gebiedskaders zullen dan de leidraad vormen voor de beoordeling van omzetting- en uitplaatsingsverzoeken. Pagina 29 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.8.7 Herbouw andere woningen Op andere bestemmingen zoals "Recreatie", "Bedrijf", "Maatschappelijk" zijn in het verleden ook incidenteel (bedrijfs-) woningen gebouwd. Voor deze bestemmingen geldt eveneens een bouwstop. Zo mogen geen nieuwe (bedrijfs) woningen worden gebouwd. Herbouw van deze bestaande (bedrijfs-) woningen is onder voorwaarden toegestaan. 2.8.8 Beleid voor huisvesting tijdelijke buitenlandse arbeidsmigranten Er komen veel buitenlandse werknemers (EU-medewerkers) tijdelijk naar het Westland om te werken in de glastuinbouwsector. De verblijfsduur van deze werknemers is niet bekend. Deze kan variëren van enkele weken tot meer dan een jaar. Voor zover er zicht op is, verblijven de meeste werknemers zo'n vier tot zes maanden in de gemeente. De werkgevers, vaak uitzendbureaus dienen primair te zorgen voor de huisvesting van hun werknemers. In het beleidsdocument "Tijdelijk wonen in de gemeente Westland" zijn een aantal beleidskaders opgesteld voor de huisvesting van buitenlandse werknemers in het glastuinbouwgebied. Zo mogen voormalige en/of bestaande bedrijfswoningen onder voorwaarden worden benut voor de huisvesting van werknemers van het glastuinbouwbedrijf. Onder voorwaarden kan ook medewerking worden verleend aan het plaatsen van (tijdelijke) woonunits op het eigen terrein en voor het plaatsen van (tijdelijke) woonunits op vrijgekomen of vrijkomende agrarische percelen. Dit laatste is niet opgenomen in de regels van het bestemmingsplan. 2.8.9 houden van paarden In het glastuinbouwgebied is het houden van paarden in beginsel niet toegestaan. Het betreft hier gronden met de bestemming “Agrarisch, Glastuinbouw”. Het houden van paarden doet afbreuk aan de bestemming, gaat ten koste van glasareaal en kan tot ongewenste functiemenging leiden. Bovendien blijkt in de praktijk dat hobbymatige paardenhouderijen reconstructie van de glastuinbouw frustreren. Binnen de privégronden van een tuinder (maximaal 1000m2) en op de percelen met de bestemming wonen is het houden van paarden onder voorwaarden toegestaan. De paarden mogen uitsluitend hobbymatig worden gehouden, wanneer het op eigen erf of in eigen tuin gebeurd (voor een tuinder binnen de maximaal toegestane 1000m2), dit het glastuinbouwcluster niet belemmert en uit milieu hygiënisch oogpunt geen belemmering oplevert voor de omgeving. De grootte van de stalling (75 m3) biedt volgens aanbevelingen van de Sectorraad Paarden en de VNG plaats aan 2 paarden. In de handreiking 'Paardenhouderij en landschap' wordt aanbevolen om een paardenbox van 3,5 x 3,5 x 3 meter (lxbxh) per paard aan te houden. Deze aanbeveling wordt onderschreven om het hobbymatige karakter van de paardenhouderij te benadrukken. Het is absoluut niet de bedoeling om het houden van paarden voor derden toe te staan, ook niet als geen betaling zou plaatsvinden. Het bedrijfsmatig houden van paarden in het glastuinbouwgebied is in principe uitgesloten. Dit gaat ten koste van het glastuinbouwareaal en de economie van de paardenhouderijen wordt niet door de gemeente Westland ondersteund. Pagina 30 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.8.10 IRG-projecten Ter verbetering van het glastuinbouwgebied en de herstructurering daarvan, wordt of is in het verleden nieuwe infrastructuur aangebracht om de ontsluiting van de glastuinbouw te verbeteren. Dit zijn nieuwe gebiedsontsluitingswegen welke middels subsidie van de Provincie worden of zijn aangelegd (IRG ) en in het bestemmingsplan opgenomen zijn. De IRG-projecten betreffen: - Ontsluitingsweg Wateringveldsche Polder; de Baak (verbreding van de Rijnsburgerweg); Randweg Heenweg; Verlengde Groeneweg; Noord Lierweg; De Jonghlaan (Verbreden van de Jonghlaan); De Bonnenlaan (Verbreden van de Bonnenlaan); De Poel. Verder zijn de volgende wegen opgenomen in het bestemmingsplan "Glastuinbouw"; - Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte Pettendijk; Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg. 2.8.11 Waterdicht bouwen Op grond van de nota “normering wateroverlast” van het Hoogheemraadschap van Delfland wordt bij de beoordeling van een bouwplan geadviseerd om de 15% van de laagste delen te vrijwaren van kapitaalintensieve en kwetsbare functies. Bouwplannen dienen op grond hiervan ruim boven het streefpeil van de boezem- en polderwatergangen te worden gebouwd. Uit voorzorg wordt geadviseerd om bij de bouw en herbouw van gebouwen een drooglegging aan te houden boven het in dat gebied aanwezige waterpeil van: - 0,60 meter in polders; 0,35 meter in boezemgebieden. Indien dit niet altijd haalbaar is moeten gebouwen beneden dit peil waterdicht worden uitgevoerd. De toelaatbare peilstijging wordt bepaald op basis van het schouwpeil (winterpeil of zomerpeil afhankelijk van het grondgebruik, eventueel in overleg met het Hoogheemraadschap van Delfland gecorrigeerd voor afwijkingen in de praktijk) of in geval van flexibel peilbeheer van het hoogste peil en de maatgevende maaiveldhoogte. De toelaatbare peilstijging wordt getoetst aan de hoogte van de aanwezige polderkaden of waterscheidingen en peilregulerende kunstwerken. Bij de bepaling van de toelaatbare peilstijging is het oordeel van de beheerder belangrijk. De technische toetsing gaat uit van het laagste maatgevende maaiveld. Het Hoogheemraadschap kan op basis van gebiedskennis hiervan afwijken en kan inundatie in sommige gevallen accepteren. Pagina 31 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 2.8.12 Restpercelen Percelen grond die al dan niet na reconstructie van de glastuinbouw niet direct zijn of worden benut ten behoeve van de feitelijke bouw van een kascomplex of bijbehorende bedrijfsgebouwen, maar waar ook geen kassen of bedrijfsgebouwen op een logische wijze meer kunnen worden gebouwd, worden in de volksmond vaak restpercelen of overhoeken genoemd. Men praat meestal over restpercelen en overhoeken met de intentie om het perceel voor een andere functie dan glastuinbouw te aanwenden. In vrijwel alle gevallen kunnen hoeken of percelen waarop geen kassen of bijgebouwen zijn of worden gerealiseerd, nog gewoon worden gebruikt ten behoeve van de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw. Voorbeelden hiervan zijn voorzieningen die ruimte vergen bij een glastuinbouwbedrijf zoals watersilo's, waterbassins, parkeervoorzieningen, verkeersruimte ten behoeve van het draaien en keren op eigen terrein, laad- en los voorzieningen enz. Uit jurisprudentie van de rechtbank en Raad van State valt af te leiden dat bij geschillen in besluiten tot wijziging van de Glastuinbouwbestemming deze colleges het standpunt van de gemeente dat dergelijk gronden de (toekomstige) reconstructie, bestaande bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgave (waterberging, wegen) al snel in de weg liggen wordt overgenomen. In het kader van de wateropgave voor de gemeente Westland is het van belang dat niet het gehele glastuinbouwgebied wordt verhard of volgebouwd. Bij de berekening van de waterbergingsnorm (glastuinbouw 325m3/ha) gaat het Hoogheemraadschap van Delfland uit van bepaalde verhardingspercentages. Bij moderne glastuinbouwbedrijven is het bebouwingspercentages vaak erg hoog, nog afgezien van de aan te brengen verhardingen ten behoeve van in- en uitrit, parkeren etc. Kortom een stuk onbebouwde/onverharde grond in het glastuinbouwgebied kan dan ook geen kwaad en is voor de infiltratie van water in de bodem zelfs absoluut noodzakelijk. Verwezen wordt hierbij naar de wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheid van iedere perceelseigenaar om het hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk zelf op te vangen op eigen kavel. Verder kunnen de gronden eveneens gebruikt worden voor het aanleggen van een nieuwe waterberging of voor het vergraven van water. Gelet op bovenstaande en het feit dat het beleid van de gemeente er nadrukkelijk op is gericht om "niet-glastuinbouwactiviteiten" te weren uit het glastuinbouwgebied, kan worden gesteld dat er in beginsel geen restpercelen zijn in het glastuinbouwgebied. Percelen kunnen immers vrijwel altijd gebruikt worden voor andere nuttige functies dan fysiek glas en bedrijfsgebouwen van een glastuinbouwbedrijf. In de planregels zijn wel wijzigingsbevoegdheden met de bijbehorende criteria opgenomen voor het verplaatsen van woningen, het verplaatsen van bedrijven, het graven van water e.d. vanuit het glastuinbouwgebied naar locaties die reconstructie van de glastuinbouw nu en in de toekomst niet frustreren. Met de invulling van de (over)hoeken en (rest)percelen op vorenstaande wijze wordt de glastuinbouwsector direct of indirect gefaciliteerd. Van restpercelen of overhoeken wordt in het bestemmingsplan "Glastuinbouwgebied" niet gesproken. Pagina 32 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III Inventarisatie en onderzoek A. INVENTARISATIE 3.1 Inventarisatie van functies Binnen het plangebied vielen tijdens de inventarisatie de volgende (groepen van) functies te onderkennen. 3.1.1 Glastuinbouwbedrijven In het plangebied zijn volgens de evaluatie Greenportvisie in 2008 circa 1.071 glastuinbouwbedrijven in het Westland aanwezig. In het totaal is de netto glasoppervlakte van deze bedrijven circa 2.500 hectare. De gemiddelde oppervlakte van een glastuinbouwbedrijf in de gemeente Westland bedraagt 2,2 hectare. Dit is groter dan de gemiddelde glastuinbouwbedrijven in Zuid-Holland. Over de afgelopen 9 jaar heeft in de gemeente Westland echter wel de grootste daling van bedrijven plaatsgevonden in het totaal zijn circa 458 bedrijven verdwenen. Deze daling is onder andere het gevolg van de vele schaalvergrotingen c.q. reconstructies in het glastuinbouwgebied van het Westland en de projecten voortvloeiend uit de Greenport. 3.1.2 Agrarisch geen glastuinbouw In het plangebied zijn een aantal bedrijven dat een agrarische bestemming hebben, maar geen glastuinbouwbedrijf zijn. Het gaat om de volgende functies; - paardenfokkerij "Elzeberg" Middenzwet 5 (Kwintsheul); Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten Claes de Wijckerlaan bij 7 (Monster); Viskwekerij aan de Molenweg 37a (Monster); Akkerbouw Oude Campsweg 35d (De Lier); Akkerbouw Bonnenlaan 5 (De Lier); Akkerbouw De Jonghlaan naast 14 ('s-Gravenzande). 3.1.3 Burgerwoningen In het plangebied bevinden zich zoals hiervoor aangegeven circa 1.700 stuks burgerwoningen. Dit zijn burgerwoningen die van oudsher als burgerwoning zijn gebouwd, dan wel voormalige agrarische dienstwoningen die zijn omgezet tot burgerwoningen in de voorgaande bestemmingsplannen, Woningen Buitengebied Westland deel I, II en III, gebundeld wijzigingsplan, parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied, incidentele Pagina 33 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN wijzigingsplannen en de woningen die worden omgezet in het kader van dit bestemmingsplan. Een overzicht van deze woningen is opgenomen in Bijlage 1 van de toelichting. Naast de burgerwoningen bevinden zich in het plangebied tevens drie woonwagenlocaties. Deze zijn gelegen aan: - Veilingweg (De Lier) met 2 standplaatsen; Oostbuurtseweg (De Lier) met 3 standplaatsen; Wenpad (Poeldijk) met 6 standplaatsen; Monnikenlaan (Naaldwijk) met 11 standplaatsen. 3.1.4 Andere bedrijven In het plangebied zijn bedrijven aanwezig die geen glastuinbouwbedrijf zijn. Deze bedrijven zijn door de voormalige gemeenten positief bestemd in de voormalige bestemmingsplannen "Buitengebied" of “Landelijk Gebied”van de voormalige gemeenten of door middel van ontheffingen (vrijstellingen ex artikel 19, projectbesluiten, projectbestemmingsplannen e.d.) gelegaliseerd. Deze bedrijven zijn opgenomen in de lijst Inventarisatie bedrijven in Bijlage 3 van deze toelichting. 3.1.5 Recreatie In het plangebied zijn de volgende dagrecreatieve functies aanwezig: - een lig- speelweide met een skatebaan aan de Burgemeester Cramerlaan achter 29 (De Lier); een jachthaven op het perceel Laan van Adrichem aan de Leede (De Lier); een ligweide met dagrecreatieve voorzieningen aan de Zijtwende (De Lier); solexverhuurbedrijf Solextours aan de Van Wijklaan 2 (De Lier); Japanse Watertuin aan de Grote Woerdlaan 38 (Naaldwijk); het recreatieterrein Het Prinsenbos (Naaldwijk); recreatieterrein de Wollebrand (Naaldwijk). In het plangebied zijn de volgende verblijfsrecreatieve functies aanwezig: - Scouting Kampeerterrein Staelduin perceel Maasdijk 168 en 172 ('sGravenzande); een woonboerderij en Bed en Breakfast aan de Oude Hooislag 2 ('s-Gravenzande); een bungalowpark aan de Papedijk 8 ('s-Gravenzande); een camping terrein met stacaravans tussen de woonboerderij en het bungalowpark aan de Papedijk/naast Oude Hooislag 2 in ('s-Gravenzande). In het plangebied zijn de volgende volkstuinen aanwezig: - een volkstuinencomplex aan de Arckelweg 25 (Poeldijk); een volkstuinencomplex aan de Poeldijkseweg (Wateringen); Pagina 34 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 3.1.6 Sport In het plangebied zijn de volgende sportterreinen aanwezig: - omnisportvereniging "Verburch" op het perceel Arckelweg 20 (Poeldijk); manege de "Arckelhoeve" Arckelweg 14 (Poeldijk); postduivenvereniging "Gevleugelde Vrienden" aan De Poel 60 (Poeldijk); manege "El-Sham" Madeweg 11a (Monster); korfbalvereniging "Dijkvogels" aan het Nollaantje 18 (Naaldwijk); Wielervereniging "Westland wil vooruit" Broekpolderlaan 14 (Naaldwijk); postduivenvereniging "de Eendracht" Lange Kruisweg 38b (Maasdijk); de "Piet Keijzer" ijsbaan aan de Veilingweg (De Lier); Manege "Maya de Hoog" Papedijk 5 (‘s-Gravenzande); Manege "Noordland" Strandweg 1 / hoek Noordlandseweg ('s-Gravenzande); Jeu de Boulevereniging “Weslandia’87 Monnikenlaan (Naaldwijk). 3.1.7 Maatschappelijke doeleinden In het plangebied zijn de volgende maatschappelijke functies aanwezig: - "Sportservice Zuid Holland" Arckelweg 30 (Monster); "Woutershof dagcentrum verstandelijke gehandicapten" Madeweg 9a (Monster); "De Rooms katholieke Parochie Heilige Egbertus" Maasdijk 189 ('s-Gravenzande); een begraafplaats aan de Naaldwijkseweg 109 ('s-Gravenzande); hersteld hervormde "Zuiderkerk" Naaldwijkseweg 123a ('s-Gravenzande); een zorgboerderij met woning aan de Lange Kruisweg 4 (Maasdijk); "Vrijzinnig hervormde vereniging Concordia" Maasdijk 38 en 40 (Naaldwijk); een dierenasiel/pension Hoge Noordweg 18a (Naaldwijk); een militair terrein Hoefweg 3d (De Lier); een begraafplaats Burgemeester Crezéelaan 28 (De Lier); een brandweerkazerne Burgemeester Crezeelaan 32 (De Lier); Werkplaats gemeentewerken Burgemeester Crezeelaan 30 (De Lier); 3.1.8 Kantoren In het plangebied zijn de volgende zelfstandige kantoren aanwezig: - Rijnpoort makelaars aan de Heulweg 80 (Kwintsheul); Wubben Bauer assurantiën Zwartendijk 25a (Monster); Assurantiekantoor Middelbroekweg 65 (Honselersdijk); G.F Raateland bv" Noordlandseweg 5a ('s-Gravenzande). 3.1.9 Detailhandel In het plangebied zijn de volgende detailhandelfuncties aanwezig: - Tuincentrum "Intratuin" Monsterseweg 129 ('s-Gravenzande); Tuincentrum Groenrijk Carlton Naaldwijkseweg 257 in ('s-Gravenzande); Tuincentrum Staelduinsebos Groencentrum BV Staelduinlaan 17-19 ('sGravenzande); Nova Meubel Burgermeester van Doornlaan 1 (De Lier); Tuincentrum met horecagelegenheid "De Plataan" Hoogweg 2b (De Lier); Pagina 35 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - Tuincentrum "Flower-Art" Madeweg 1 b (Monster); Tuincentrum "Valk tuinmaterialen" achter Gantellaan 14a (Monster); Tuincentrum "Boers" Maasdijk 166 (Naaldwijk); Tuincentrum "Tuin & Terras" Grote Achterweg bij 1 (Naaldwijk). 3.1.10 Horeca In het plangebied zijn de volgende horecafuncties aanwezig: - “Hoeve de Viersprong” gelegen aan de Nieuwlandsedijk 10 ('s-Gravenzande); Brasserie “de Bosrand” aan de Staelduinlaan 1a ('s-Gravenzande); Eetcafé “De Dijk” aan de Maasdijk 8 (Maasdijk); Party en waterskicentrum “de Wollebrand” Broekpolderlaan 10 (Naaldwijk); Horecaboerderij “De Zwethburch” Groeneveld 1 (De Lier); Hotel “Elzenhage” Monsterseweg 100 (Poeldijk); 3.1.11 Cultuur en ontspanning In het plangebied zijn de volgende functies op het gebied van cultuur en ontspanning aanwezig; - "Westlands Museum" Middelbroekweg 154 (Naaldwijk); "Westlands Schaatsmuseum" (voormalig) Burgemeester Elsenweg naast 45 (Naaldwijk). 3.1.12 Groenvoorzieningen In het plangebied zijn meerdere groenvoorzieningen aanwezig. 3.1.13 Water In het plangebied bevinden watergangen die in de vorm van oppervlaktewater zijn gesitueerd. Een overzicht van de waterlopen en waterbergingen is opgenomen op de kaart Water waterlopen in Bijlage 4 van de toelichting. 3.1.14 Verkeersverbindingen en parkeerplaatsen Verkeersverbindingen algemeen In het plangebied bevinden zich alleen verbindingen voor wegverkeer. Verbindingen voor waterverkeer en luchtverkeer behoeven geen beschrijving, omdat dit verkeer geen invloed heeft op de ruimtelijke ordening binnen het plangebied. De wegverkeersverbindingen in het plangebied Verkeersverbindingen in Bijlage 5 van de toelichting. zijn aangegeven Pagina 36 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht op de kaart TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer Het plangebied is voor gemotoriseerd verkeer ontsloten door wegverkeersverbindingen die te onderscheiden zijn in de volgende drie categorieën: - Categorie 1: hoofdontsluitingswegen die verschillende kernen met elkaar verbinden en het Westland ontsluiten naar het regionale en landelijke verkeersnetwerk, zoals de A20 en de A4; Categorie 2: gebiedsontsluitingswegen die verschillende kernen en glastuinbouwgebieden met elkaar verbinden; Categorie 3: blijvende erfontsluitingwegen die glastuinbouwgebieden ontsluiten naar het regionale verkeersnetwerk. De exacte ligging van voornoemde wegencategorieën zijn weergegeven op de kaart Verkeersverbindingen, zoals deze is opgenomen in Bijlage 6 van de toelichting. Ontsluiting voor langzaam verkeer In het plangebied bevindt zich een netwerk voor langzaam verkeer dat is aangesloten op het regionale netwerk voor langzaam verkeer. Door het gehele glastuinbouwgebied bevinden zich fietsroutes die de verschillende kernen met elkaar verbinden en langs waardevolle recreatieve en cultuurhistorische plekken in het Westland zijn gesitueerd. Het fietsnetwerk bestaat uit fietspaden en fietsstroken op de openbare weg. Ontsluiting middels openbaar vervoer Het plangebied is met het openbaar vervoer bereikbaar door middel van zeven verschillende busverbindingen. Binnen het plangebied bevinden zich zeven verschillende bus routes, namelijk: - route met nummer 41 tussen De Lier en Ter Heijde; route met nummer 31 tussen Naaldwijk en Leyenburg te Den Haag; route met nummer 39 tussen Maasland en Rijswijk; route met nummer 34 tussen Naaldwijk en Delft; route met nummer 35 tussen Hoek van Holland en Den Haag; en route met nummer 36 tussen Rotterdam en Den Haag. Deze busverbindingen bevinden zich verspreid door het gehele glastuinbouwgebied. Het aantal haltes binnen het glastuinbouwgebied is echter beperkt. Parkeren Voor het parkeren is de parkeernormering van het Westlands Verkeers en Vervoersplan van toepassing. Voor glastuinbouwbedrijven geldt dat volledig op eigen terrein geparkeerd moet worden. De norm bij de ontwikkeling van nieuwe glastuinbouwbedrijven en herstructurering van bestaande glastuinbouwbedrijven is 4 parkeerplaatsen per hectare glastuinbouw. Pagina 37 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 3.1.15 Verbindingen en leidingen In het plangebied bevinden zich leidingen die planologisch relevant zijn, in de vorm van: - hoofd aardgastransportleidingen; aardolieleidingen; hoogspanningsverbindingen. De exacte ligging van deze leidingen is weergegeven op de kaart Verbindingen en leidingen, zoals deze is opgenomen in Bijlage 5 van de toelichting van het bestemmingsplan. 3.2 Inventarisatie van waarden 3.2.1 Waterkeringen en waterberging Binnen het plangebied liggen een aantal waterkeringen. In onderstaand figuur zijn de waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland weergegeven. Het plangebied van het bestemmingsplan is globaal gelegen binnen de cirkel op onderstaand figuur. Delfland heeft in de legger de keurzones van de waterkeringen gedetailleerd opgenomen. Hieronder vindt een korte beschrijving plaats van de waterkeringen die in het plangebied liggen. Figuur 1: Waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland Pagina 38 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Zeewering De zeewering is een primaire waterkering die onderdeel uitmaakt van dijkring 14. Deze waterkering heeft een overschrijdingskans (veiligheidsnorm) van eens in de 10.000 jaar. De zeewering is gelegen langs de Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg en beschermd het achterliggende land tegen overstromingen vanuit zee. De landwaartse begrenzing van de kern zone vormt de lijn 300 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. De landwaartse beschermingszone vormt de lijn 600 meter landwaarts van de rijkstrandpalenlijn. Op een aantal locaties is de keurzone breder of juist smaller. De exacte ligging is vastgelegd in de Legger Zeewering. Maasdijk De Maasdijk is een regionale waterkering, een binnenwaterkering. Voor de Maasdijk bestaat geen wettelijke veiligheidsnorm. In de legger is voor deze waterkering echter wel een vereiste waakhoogte en kadeafmeting opgenomen. De kern zone van de Maasdijk is 30 meter, de beschermingszone is 25 meter. De totale keurzone is dus 80 meter. Boezem- en polderkaden In het plangebied liggen boezem- en polderkaden, die beide vallen onder de regionale keringen. Boezemkaden beschermen het achterliggende gebied tegen het hoger gelegen boezemwater. Met uitzondering van de Oud en Nieuw Wateringveldsche polder (veiligheidsklasse V, overschrijdingsfrequentie 1/1000) hebben alle boezemwaterkeringen veiligheidsklasse III met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie van eens in de 100 jaar. Het Westland kent echter ook veel opmalingspolders. Dit zijn polders die hoger liggen dan het boezemwater en waar het water wordt opgemalen om de polder van voldoende water te voorzien. Polderkaden zijn waterkeringen die laag gelegen poldergebieden (met hun vaak verschillende waterpeilen) van elkaar scheiden. Voor de polderwaterkeringen bestaan geen wettelijke normen. In de legger zijn voor deze waterkeringen echter wel vereiste waakhoogten en kadeafmetingen opgenomen. De kernzone voor kades varieert. Figuur 3 geeft schematisch weer hoe Delfland de kernzone vaststelt. Hierbij wordt gerekend met een niveau van de boezem van -0,42 NAP (vast peil). De beschermingszone bedraagt altijd 15 meter. Pagina 39 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Figuur 2 Schematisch overzicht bij keurzone met dijksloot. (*) deze beschermingszone wordt niet als "waterstaatsdoeleinden" bestemd. Voor activiteiten in deze zone is keurvergunning vereist. De volgende tabel geeft per polder het streefpeil van het laagste peilvlak. De variabele H is gelijk aan het verschil tussen het boezempeil en het streefpeil in de polder. De ruimte die Delfland wil reserveren voor de kernzone is in de tabel opgenomen. Poldernaam Laagste streefpeil [m] Breedte kernzone [m] Breedte keurzone [m] 11 13 19 18 15 19 18 9 10 10 29 Breedte beschermingszo ne [m] 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 Boezem- en polderkaden Boezemland* Boschpolder Dijkpolder Dorppolder Groeneveldse polder Heen- en Geestvaartpolder** Hoefpolder Klaas Engelbrechtpolder Kralingerpolder Nieuwland en Noordland* Olieblok** Oranjepolder* Oranjepolder* Oud en Nieuw Wateringveldsche polder Oude Campspolder Oude en Nieuwe Broekpolder Oude Lierpolder Oudeland** Poelpolder Staalduinen* Vlietpolder Waalblok** Westmade De Zwartenhoek** -0,85 -1,30 -2,50 -2,32 -0,40 -1,70 -2,52 -2,30 -0,30 -0,42 -0,20 -0,20 -4,55 -1,77 -3,80 -1,91 -1,85 0,18 -1,65 -0,40 -1,20 -0,93 -0,40 15 25 16 16 11 15 12 11 - 15 15 15 15 15 15 15 15 - 30 40 31 31 26 30 27 26 - 26 28 34 33 30 34 33 24 25 25 44 Tabel 2: Minimale polderpeil en breedte kernzone (bron: overzichtskaart Hoogheemraadschap van Delfland, 1985). * Voor deze polders geldt dat ze een polderpeil hebben dat hoger ligt of gelijk is aan de kern- en beschermingszone aan de boezemkant van de buitenkruin. De Pagina 40 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ** buitenkruin ligt immers aan de kerende zijde en de ruimtereservering moet daarom aan de andere kant. Deze polders hebben geen polder of boezemkaden in de legger en zodoende geen zonering (afgezien natuurlijk van een eventuele zonering van de Maasdijk of Zeewering). Niet alle waterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de in de Waterverordening ZuidHolland gestelde veiligheidsnormen. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de opgave om de genormeerde kaden op orde te hebben. Hieruit is het programma van kadeverbetering projecten ontstaan. Het Hoogheemraadschap van Delfland is momenteel bezig met de toetsing van de waterkeringen en het uitvoeren van de kadeverbeteringsprojecten. 3.2.2 Natuur waarden In het plangebied bevindt zich één beschermd natuurgebied als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. Dit betreft het Staelduinse bos welke is aangewezen als Natura 2000 gebied. Daarnaast bevinden zich binnen het plangebied een aantal groen, water en ecologische gebieden die vanuit gemeentelijk beleid bescherming behoeven. Binnen deze gebieden bevinden zich potentiele natuur- of ecologische waarden of verbindingen. In de volgende gebieden zijn deze natuurwaarden aanwezig: - 3.2.3 Groenstrook langs de Bonnenlaan in 's-Gravenzande. Deze groenstrook is een ecologische verbindingszone, welke het Natura 2000 gebied het Staelduinse Bos verbindt met het Oranjekanaal. Deze verbindingszone is in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur en daarnaast in de nota Aanpak natuurwetgeving in de Gemeente Westland ook aangewezen als Vogel- en habitatrichtlijngebied; Groengebied aan de Parallelweg, langs de Koningin Julianaweg in 's-Gravenzande; Maasdijk in 's-Gravenzande. In de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur van de Provincie zijn de flanken van de Maasdijk aangewezen als Bloemendijk. Prinsenbos in Naaldwijk. Dit betreft een groengebied waarbinnen verhoogde natuurwaarden aanwezig zijn; Vogeleiland aan de Dortlaan in Naaldwijk. Dit betreft een gebied met verhoogde natuurwaarden; Groenzone langs het Loopend Gat (Bospolder) in Naaldwijk. In deze zone zijn verhoogde natuurwaarden aanwezig. Archeologische waarden [p.m. archeoloog] 3.2.4 Andere cultuurhistorische waarden Molenbiotopen In het plangebied bevinden zich de volgende molenbiotopen: - De Korenmolen, een rijksmonument gelegen aan de Naaldwijkseweg 117 te 'sGravenzande; De Vier Winden Molen, een rijksmonument gelegen aan de Haagweg 2 te Monster; en Pagina 41 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - De Nieuwlandse molen, een rijksmonument gelegen aan het Nieuwlandsche Molenpad 52 te Hoek van Holland. Binnen de molenbiotoop van voornoemde molens is het niet toegestaan bebouwing of beplanting te plaatsen, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek. Rijksmonumenten In het plangebied bevinden zich de volgende rijksmonumenten: - De poldermolenromp, een rijksmonument, gelegen nabij Laan van Adrichem bij 30 te De Lier; Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Woudtzicht 1 te De Lier; Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Noordlierweg 4 te De Lier; Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Oostbuurtseweg 25 te De Lier; De Vlietwoning, een rijksmonument gelegen aan de Burgemeester Elsenweg 45 te Naaldwijk; Het sluiswachtershuis, een rijksmonument gelegen aan de Maasdijk 226 te 'sGravenzande; De sluis Staelduin, een rijksmonument gelegen nabij Maasdijk 208 te 'sGravenzande; De Heilige Lambertuskerk, een rijksmonument gelegen aan de Maasdijk 189 te 'sGravenzande; Complex Fruitmuren, een rijksmonument gelegen nabij Poeldijkseweg 1 te Monster; Boerderij, een rijksmonument gelegen aan Plaats 2 tot en met 4 te Poeldijk; Boerderij Arckelsteyn, een rijksmonument gelegen aan de Wateringseweg 22 te Poeldijk; Boerderij Halfwege, een rijksmonument gelegen aan de Heulweg 29 te Kwintsheul. Gemeentelijke monumenten Binnen het plangebied bevinden zich de volgende gemeentelijke monumenten: - Boerderij, gelegen aan de Oostbuurtseweg 21 te De Lier; Koetshuis, gelegen aan de Oostbuurtseweg 23 te De Lier. B. ONDERZOEK 3.3 Water De gemeente Westland heeft in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland een waterparagraaf opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. Het doel van het bestemmingsplan is het vaststellen van een nieuw, conserverend, actueel digitaal bestemmingsplan, op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarin alle planregels en verbeeldingen worden geharmoniseerd. Tevens heeft het bestemmingsplan als doel de herstructurering extra flexibiliteit te bieden door het opnemen van verschillende wijzigingsbevoegdheden. Bij herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het Pagina 42 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN economisch perspectief van de bedrijven essentieel. Daarnaast houdt de herstructurering van glastuinbouwgebieden ook in de verbetering van de weg- en waterstructuur en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Aan deze waterparagraaf liggen verschillende (beleid) stukken ten grondslag, zoals de provinciale waterverordening Zuid-Holland, het Waterplan Westland, de Visie Greenport Westland 2020, de handreiking Watertoets en het Waterbeheerplan Delfland 2010-2015. Het bestemmingsplan ‘Glastuinbouwgebied’ beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het buitengebied van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als poldergebieden. In het Westland is nog een forse waterbergingsopgave aanwezig waarvan de oplossing in samenwerking tussen de partijen tot stand moet worden gebracht waarbij elke partij haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen. 3.3.1 Waterkwantiteit In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik opgenomen. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop het gebied moet zijn ingericht. Delfland heeft deze normen vertaald naar normen voor de afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem en de polders (ABCDelfland normen). Voor de bestemming glastuinbouw is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Deze norm geldt ook voor agrarische woningen. Dit beschermingsniveau is door Delfland vertaald naar een bergingsnorm van 325 m3/ha, waarbij een aantal randvoorwaarden (zoals verhardingspercentages) zijn gehanteerd. Feitelijke omstandigheden kunnen er voor zorgen dat gebiedsgericht maatwerk nodig is voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Ook binnen bestaande functies is toename van de verharding ongewenst als dat leidt tot een toename van de kans op wateroverlast. Instrumenten en criteria om de toename van verharding te voorkomen worden verder verkend en uitgewerkt. Dit geldt ook voor de mogelijkheden tot het voorkomen van wateroverlast door toename van verharding binnen de bestaande gebruiksfuncties. Voor het hele gebied geldt de beleidsregel ‘dempen is graven’. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied wordt niet voldaan aan de normen voor wateroverlast. In het boezemland is nog een aantal resterende ABCboezem maatregelen van ABC-Delfland uit te voeren alvorens de bergingsdoeleinden voor het boezemland bereikt zijn. In de polders is een forse bergingsopgave aanwezig. In het Waterplan ‘Westlands Water Nu en Later’ en in de, als Bijlage 7 aan deze waterparagraaf toegevoegde, boezem en polder beschrijvingen zijn knelpunten, maatregelen en 25 oplossingsrichtingen aangegeven. Bij herstructurering is het gewenst met de maatregelen en oplossingsrichtingen rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten voor het verbeteren van het watersysteem en de waterveiligheid en het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Gebiedsgericht maatwerk is nodig wanneer het inpassen van de bergingsnorm (325 m3/ha) niet op conventionele manier (aanleg open water) mogelijk is. Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingsniveau te kunnen behalen zijn doorgaans diverse maatregelen nodig. Hiervoor wordt door de gemeente Westland en Delfland in het kader van de herstructurering gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen. Hiertoe is intensieve samenwerking met de initiatiefnemer nodig om de mogelijkheden te bekijken. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de bergingsopgave in de polders om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog Pagina 43 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN meer ruimte voor waterberging nodig om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te kunnen bieden. Kansen die zich voor doen in de boezem, zullen hierop vooruitlopend serieus in overweging worden genomen en worden afgewogen op bijdrage aan de totale waterproblematiek. Voor het ontwikkelen van een overzicht van mogelijke instrumenten en oplossingsrichtingen voor het voorkomen van wateroverlast is door de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland de adviesrapportage ‘Verkenning oplossingsrichtingen Wateroverlast Westland, “Op weg naar een gezamenlijke aanpak” (nov. 2010) opgesteld. Hiermee is ook een basis gelegd voor het maken van afspraken over het in de praktijk toepassen van kansrijke en haalbare oplossingsrichtingen en instrumenten. Op deze verkenning volgt het uitwerken van een uitvoeringsstrategie. 3.3.2 Waterkwaliteit en ecologie In het Westland voldoet de waterkwaliteit niet aan de geldende milieukwaliteitsnormen. De huidige chemische waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico). Een van de oorzaken hiervan is de lozing van proceswater van bedrijven op het oppervlaktewater. De huidige ecologische waterkwaliteit voldoet ook niet aan de norm, het GEP (Goed Ecologisch Potentieel). De voornaamste oorzaken hiervan zijn het onvoldoende aanwezig zijn van plantengroei, het onvoldoende afgestemd zijn van beheer en onderhoud met de ecologische eisen en de hoge concentraties van verontreinigende stoffen. In het Kader van de herstructurering wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Bij het nemen van Kader Richtlijn Water (KRW) maatregelen wordt met de uitgangspunten rekening gehouden van de Bestuursovereenkomst KRW Delfland. Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de Bestuursovereenkomst KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van de Bestuursovereenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. Een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde stoffen. Voor het glastuinbouwgebied zijn als aanvullende maatregel landelijke emissienormen vastgesteld. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit wordt gestreefd naar het voorkomen van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater en het voorkomen van het gebruik van uitlogende- of bitumineuze materialen. In het kader van de herstructurering van het glastuinbouwgebied zullen hiertoe zoveel mogelijk kansen worden benut. Het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) bevat het beleid voor de rioleringszorg en draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen. Pagina 44 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 3.3.3 Onderhoud en bagger Het beheer en onderhoud van de bestaande situatie is vastgelegd in de Delflandse keur. Het onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. In de legger wateren staat de onderhoudsplichtige benoemd. Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. Wanneer de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, treedt de initiatiefnemer in overleg met Delfland. 3.3.4 Afvalwater en riolering In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit van beleid en voortgangsbewaking. Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij vervalriolering en CADsysteem. Om de ongezuiverde afvalwaterlozingen te saneren wordt in de komende jaren het gehele buitengebied voorzien van riolering of een rioleringsalternatief. Daarnaast geldt een aantal voorschriften, opgenomen in het Besluit Glastuinbouw, zoals dat het hemelwater verwerkt moet worden op eigen terrein of naar het oppervlaktewater moet worden getransporteerd, met bijbehorende kwaliteitseisen. In het kader van de herstructurering zijn o.a. van belang het afkoppelen en vasthouden van hemelwater en het voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater. Ook het aanleggen van verharding in waterdoorlatende vorm, het zoveel mogelijk (her)gebruiken van hemelwater en het realiseren van voldoende gietwaterbassincapaciteit bij glastuinbouwbedrijven zijn belangrijke aandachtspunten. Het onderhoud van de hoofdwatergangen wordt verzorgd door het Hoogheemraadschap van Delfland. 3.4 Bedrijven en Milieuzonering De Wet milieubeheer beoogt milieuhinder ten gevolge van bedrijfsmatige activiteiten ten opzichte van gevoelige functies, zoals (bedrijfs) woningen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen, kinderopvang e.d. te voorkomen. Alle bedrijfsmatige activiteiten die in potentie hinder kunnen veroorzaken worden door middel van vergunningen of meldingen op basis van de Wet milieubeheer gereguleerd. In aanvulling op deze vergunningen of meldingen voorziet een "goede ruimtelijke ordening" eveneens in het voorkomen van onvoorzienbare hinder bij gevoelige functies. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten en gevoelige functies. Bedrijfsmatige activiteiten zijn in de VNG publicatie “Bedrijven en Milieuzonering" ingedeeld in een aantal categorieën met bijhorende minimaal gewenste afstanden tot milieugevoelige functies. De indeling van de activiteiten is gebaseerd op de standaard bedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Per milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, een richtafstand. Deze richtafstand Pagina 45 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds als uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmings of via vergunningsvrij bouwen mogelijk is. Er zijn richtafstanden tot een rustige woonwijk en tot een gemengd gebied. “Rustige woonwijk” Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijk gebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor. “Gemengd gebied” Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Milieucategorie 1 Milieuvategorie 2 Milieucategorie 3.1 Milieucategorie 3.2 Afstand tot Rustige Woonwijk 10 meter 30 meter 50 meter 100 meter Afstand tot Gemengd gebied 0 meter 10 meter 30 meter 50 meter Tabel 3 Richtafstanden tot een rustige woonwijk en tot een gemengd gebied 3.4.1 Glastuinbouwbedrijven Voor de milieuzonering van de glastuinbouwbedrijven ten opzichte van woningen, woonlinten en woonwijken in het plangebied wordt als richtlijn conform de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) – categorie 2 toegepast. Voor de kernen moet een afstand van 30 meter aangehouden worden en voor de woningen in de linten moet een afstand van 10 meter aangehouden worden. Ten opzichte van een "rustige woonwijk"; In de Nota planbeoordeling 2002 ging de provincie uit van een minimumafstand 25 meter tussen een glastuinbouwbedrijf en een gevoelige functie. Voor de aanleg van vele woonwijken (uitbreiding kernen) is rekening gehouden met een afstand van 25 meter tussen de glasopstanden en de woningen. Volgens de VNG geldt er een richtafstand van 30 meter. Deze afstand wordt bij de aanleg van nieuwe woonwijken aanhouden, maar in bestaande situaties waar een afstand van 25 meter of minder van toepassing is, wordt bij herbouw uitgegaan van 25 meter, mits de geluidbronnen van het bedrijf (bedrijfsruimte) op minimaal 30 meter worden gesitueerd. Hiermee wordt voorkomen dat bij de herbouw van de glasopstanden het glastuinbouwbedrijf en de glaslijn fors aantal meters terug moet en derhalve sprake is van een verlies aan teeltareaal Ten opzichte van "gemengd gebied"; Als afstandsmaat tussen een enkele woning en de bestemmingsgrens "Glastuinbouw" wordt 12,5 meter aangehouden. Deze afstandsmaat, welke is overgenomen uit de Parapluherziening Pagina 46 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN bestemmingsplannen buitengebied Westland”, is afgeleid van het Besluit Glastuinbouw, waarin een maat van 10 meter is genoemd. In verband met de mogelijkheid om bij een woning 2,5 meter vergunningsvrij aan te bouwen is de totale aan te houden afstand 12,5 meter. Met deze afstandsmaat is een goede ruimtelijke- en milieu hygiënische inpassing gewaarborgd. Verschillende ontheffingsmogelijkheden van deze afstandsmaat zijn opgenomen om bijvoorbeeld de herbouw van een woning niet onmogelijk te maken en om te voorkomen dat bij herbouw van de glasopstanden het glastuinbouwbedrijf de glaslijn een fors aantal meters terug moet waardoor er sprake is van een aanzienlijk verlies aan teeltareaal. Warmtekrachtkoppeling (WKK's) ten opzichte van woning van derden; Voor de opwekking van warmte en elektriciteit bij een glastuinbouwbedrijf wordt gebruik gemaakt van een warmtekrachtkoppeling (WKK) in combinatie van warmteopslagtanks. Voor een WKK geldt een bijzondere afstand ten opzichte van omliggende woningen van derden. Een generator voor warmtekrachtkoppeling mag niet meer transformatievermogen hebben dan 10 MVA. Binnen een zone van 65 meter vanuit de warmtekrachtkoppeling is het, vanwege geluidshinder, niet toegestaan om nieuwe milieugevoelige objecten te realiseren. Een ontheffingsmogelijkheid van deze afstandsmaat wordt opgenomen voor een afstand van minimaal 12,5 meter. Bij glastuinbouwbedrijven bevinden zich voor de opslag van water grote watersilo's. In het verleden is het regelmatig voorgekomen dat deze silo's uit elkaar klappen met als gevolg dat dit ernstige schade kan veroorzaken in de directe omgeving. Voor nieuw te realiseren watersilo's of woningen bij watersilo's moet, om schade te voorkomen, een afstand van 15 meter tussen een woning van derden en een watersilo worden aangehouden. 3.4.2 Bestaande bedrijven in het glastuinbouwgebied Binnen het plangebied zijn tevens bedrijven, niet zijnde glastuinbouw, aanwezig. In Bijlage 3 van de toelichting is een inventarisatie van deze bedrijven opgenomen. Voor de zonering van deze bedrijven wordt tevens de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van als richtlijn toegepast. Deze uitgaven van de VNG is een handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk. Het glastuinbouwgebied is aangemerkt als een gemengd gebied met een matige tot sterke functiemenging, waardoor kan worden afgeweken met één afstandsstap van de richtlijn. In Tabel 4 zijn de milieuafstanden voor bedrijven (anders dan glastuinbouw) weergegeven die in het plangebied aanwezig zijn. Afstand tot bedrijf 0 meter 10 meter 30 meter 50 meter Milieucategorie 1 Milieuvategorie 2 Milieucategorie 3.1 Milieucategorie 3.2 Tabel 4 Richtafstanden tot een bedrijf Binnen voornoemde afstanden is het niet toegestaan om nieuwe milieugevoelige objecten te plaatsen. Indien het betreffende bedrijf maatregelen neemt om deze hindercontouren te Pagina 47 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN verkleinen is het mogelijk om milieugevoelige objecten dichter op het betreffende bedrijf te realiseren. 3.5 Luchtkwaliteit 3.5.1 Wettelijk kader Sinds 15 november 2007 zijn de huidige luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer van kracht. Deze eisen zien op de kwaliteit van de lucht die wij inademen en daarmee op het voorkomen van verslechtering van die lucht als gevolg van diverse luchtverontreinigende stoffen zoals fijn stof en stikstofdioxide. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. Het principe daarbij is dat de lucht niet boven een bepaalde grenswaarde mag verslechteren ten gevolge van die plannen, tenzij die verslechtering elders in de nabijheid - of in het plangebied - wordt gecompenseerd (de projectsaldering). De wet kent een minimum-drempel voor gevallen die niet in betekende mate bijdragen aan concentratie in de buitenlucht van bijvoorbeeld fijn stof. In de daartoe opgestelde regeling niet in betekenende mate bijdragen (milieubeheer) wordt een aantal soorten projecten genoemd die nauwelijks van invloed zijn op de luchtkwaliteit. Binnen het plangebied bevinden zich geen nieuwe projecten waarvoor luchtkwaliteitonderzoek nodig is. Voor de herstructureringsprojecten die middels vrijstellingen/of ontheffingsprocedures zijn gerealiseerd is onderzoek naar de luchtkwaliteit verricht, welke onderdeel zijn van de verschillende ruimtelijke onderbouwingen behorende bij deze procedures. 3.6 Geluidskwaliteit 3.6.1 Wettelijk kader Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven, ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld ter wille van het woon- en leefklimaat. In het algemeen is een geluidsbelasting op de gevel van een bestaande woning tot een maximum van 55 dB(A) toegestaan. Op andere geluidsgevoelige objecten kan die norm anders zijn. De wet kent de aanname dat het gebruik van een autoweg waarvoor als verkeersmaatregel een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt, geen ongeoorloofde geluidsbelasting teweeg brengt. Pagina 48 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van toelaatbare geluidhinder ten opzichte van geluidsgevoelige objecten. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met de zogeheten geluidszonering. 3.6.2 Verkennend onderzoek Voor de bepaling van de geluidskwaliteit in het plangebied is geen verkennend geluidstechnisch onderzoek verricht. De Wet geluidhinder bepaalt dat indien op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan een weg reeds aanwezig is, de hoogst toelaatbare waarden voor de geluidsbelasting niet gelden voor de in het plan opgenomen bebouwing die op dat tijdstip al aanwezig is. Omdat dit bestemmingsplan alleen betrekking heeft op bestaande woningen, is geen akoestisch onderzoek of een procedure voor de vaststelling van hogere grenswaarden vereist. 3.7 Bodemkwaliteit 3.7.1 Wettelijk kader De Wet bodembescherming ziet, vanuit een goed milieubeheer, toe op de bodembescherming en bodemsanering. Met deze wet moet rekening worden gehouden met het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van de bodemkwaliteit voor die ruimtelijke ontwikkeling. Met het oog op een goede ruimtelijke ordening is het gewenst dat een bestemmingsplan dat geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, eveneens een zogenaamde bodemparagraaf omvat. In dat onderdeel van de toelichting van het bestemmingsplan moet ingegaan worden op de door burgemeester en wethouders op grond van het Besluit bodembescherming vastgestelde bodemfunctieklassenkaarten van het gemeentelijk grondgebied. Het is verder wenselijk dat wordt ingegaan op de huidige bodemkwaliteit, met name of die kwaliteit voldoet aan de (nieuwe) bestemming op die gronden. 3.7.2 Bodemparagraaf Voor de bodemkwaliteit in het plangebied is op basis van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Westland verkennend onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in Bijlage 7 van de toelichting. De bodemkwaliteitskaart van de gemeente Westland geeft een algemeen beeld van de bodemkwaliteit. Het gaat om diffuse/heterogene bodemkwaliteit (licht verontreinigd), waarbij de bodem wordt onderverdeeld in bovengrond (0-50 cm diep) en ondergrond (50-200 cm diep). Pagina 49 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Vanwege het gebruik van het plangebied voor de glastuinbouw zijn in het gebied verontreinigingen te verwachten die veroorzaakt zijn door een puntbron, zoals een olietank, opslag bestrijdingsmiddelen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de teeltruimten. Overigens worden er geen projecten mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan "Glastuinbouwgebied", waarvoor bodemonderzoek noodzakelijk is. 3.8 Externe veiligheid 3.8.1 Wettelijk kader Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico's van gevaarlijke stoffen voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en spoor en door buisleidingen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de risico's van deze risicovolle activiteiten te reguleren. Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de daarop gestoelde regeling en aan de in 2010 geactualiseerde Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2004) van belang. Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de regelgeving wordt uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding zichtbaar worden gemaakt door een (ISO)risicocontour die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden van een calamiteit. 3.8.2 Verkennend onderzoek Binnen het plangebied is een aantal locaties, dan wel aspecten aanwezig waarbij veiligheidscriteria gelden voor het plaatselijk risico, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Binnen of in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich: - Risicovolle locaties; Route gevaarlijke stoffen; Buisleidingen Pagina 50 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN De voornoemde objecten hebben een veiligheidszone waarbinnen het niet is toegestaan om nieuwe kwetsbare objecten te realiseren, mits wordt aangetoond dat deze voldoen aan de normen van het groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR). Objecten die in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden aangeduid als beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten zijn: - verspreid liggende woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; woningen met een grotere dichtheid dan twee woningen per hectare; kantoorgebouwen; hotels en restaurants; winkels; sporthallen, zwembaden en speeltuinen; sport- en kampeerterreinen; gebouwen die bestemd zijn voor het verblijf van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden; bedrijfsgebouwen. Risicovolle locaties Binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan bevinden zich de risicovolle locaties zoals weergegeven in : Van deze inrichtingen bevindt zich het invloedsgebied van de risico contouren zich deels binnen het plangebied. Binnen deze contouren is het niet toegestaan om kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te realiseren mits daarvoor een verantwoording van het groepsrisico is beschreven. Locatie Adres Plaats Type inrichting BP Tankstation Intratuin WHD Donck Secretaris Verhoeffweg 21 Monsterseweg 129 Willen III straat 11 Naaldwijk ‘s-Gravenzande Wateringen Hilti Nederland Schietvereniging Naaldwijk Schietvereniging Monster Generaal Snijders Boal Profielen Omings BV Van der Bos Flowerbulbs The Greenery ABC Westland Flora Holland Helion Chemie Sproeibedrijf Paul Sosef Nic. Sosef Van Staalduinen Brinkman ‘s-Gravenzandseweg 5 Hoogwerf 8A Wateringen Naaldwijk LPG Vuurwerk Munitie en vuurwerk Munitie Munitie Gruttostraat 35 Koningin Julianaweg 56 De Hondert Margen 12 ABC Westland 661 Dijkweg 115 Jogchem van der Houtweg 2 Assendelftlaan 140 Middelbroekweg 29 Dijkweg 159 Geestweg 51 Stationsweg 23 Uithof 16 Woutersweg 10 Monster ‘s-Gravenzande De Lier Poeldijk Honselersdijk De Lier Poeldijk Naaldwijk Honselersdijk Naaldwijk Honselersdijk Maasdijk ‘s-Gravenzande Munitie Munitie Ammoniak Ammoniak Ammoniak Ammoniak Ammoniak Ammoniak 40223 40223 15-2 en 15-3 40223 15-2 en 15-3 Pagina 51 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Coöperatie Horticoop Swift Adhesives Brinkman Agro Rijk Zwaan Westland Energie Westland Energie Westland Energie Westland Energie Westland Energie Westland Energie Van der Ende Racing Anthoniushoeve Jarini Camping Molenslag Parochie H. Lambertus Camping Zeerust Camping Jagtveld Flowerart Groenrijk Kijckerweg 130 Energiestraat 2 Hoofdstraat 7-9 Burgemeester Crezeelaan 40 Nieuwe Weg 1 Madeweg 70A Hoogwerf 5A Oudecampsweg 1 Veilingweg 22 Bovendijk 72 Nieuweweg 57K Oude Hooislag 2A Noord-Lierweg 42A Molenslag 2 Maasdijk 189 Nieuwlandsedijk 22 Nieuwlandsedijk 41 Madeweg 1 Naaldwijkseweg 257 De Lier Naaldwijk De Lier De Lier Poeldijk Monster Monster De Lier Honselersdijk Kwintsheul Poeldijk ‘s-Gravenzande ‘s-Gravenzande Monster ‘s-Gravenzande ‘s-Gravenzande ‘s-Gravenzande Monster ‘s-Gravenzande 15-2 en 15-3 40223 40251 15-2 en 15-3 40223 Gasstation Gasstation Gasstation Gasstation Gasstation LPG/Propaan Propaan Propaan Propaan Propaan Propaan Propaan Vuurwerk Vuurwerk Tabel 5 Risicovolle locaties binnen het plangebied Route gevaarlijke stoffen De volgende wegen zijn in het plangebied aangewezen als route gevaarlijke stoffen: - Burgermeester Elsenweg / Nieuweweg; Oranjesluisweg; Maasdijk; Noordlandseweg / Zeestraat / Monsterseweg / Emmastraat / Poeldijkseweg / Jan Barendstraat / Voorstraat / Wateringseweg; Wippolderlaan; Veilingroute; en Burgermeester van Doornlaan / Burgermeester Crezeelaan. Voornoemde wegen hebben aan beide zijden een veiligheidszone van 150 meter, gemeten vanaf de as van de weg. Buisleidingen Binnen het plangebied bevinden zich hoofdaardgastrasportleidingen en aardolieleidingen. Deze leidingen met bijbehorende zoneringen zijn weergegeven op de kaart 'Buisleidingen', zoals deze is opgenomen in Bijlage 5 van de toelichting. De zonering langs de buisleidingen is berekend op basis van wanddikte, gebiedstype, diameter, druk en diepteligging. Binnen de zonering langs de gasleidingen mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd, mits deze voldoen aan de normen van het groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR). Op deze leidingen is met ingang van 1 januari 2011 het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing. De minister heeft aangekondigd dat er, ter vervanging van het Structuurschema Buisleidingen, een structuurvisie buisleidingen zal worden opgesteld. Pagina 52 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Conventionele explosieven Binnen het plangebied bevinden zich verspreidt door het hele glastuinbouwgebied, een aantal locaties dat zijn aangemerkt als gebied verdacht van conventionele explosieven uit de tweede wereldoorlog. De exacte locatie van deze gebieden is weergegeven op de kaart Conventionele explosieven zoals deze is opgenomen in Bijlage 8 van de toelichting. Pagina 53 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK IV Plansystematiek 4.1 Standaardvorm en standaardregels 4.1.1 Wettelijk voorgeschreven standaardisering De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008). Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, van de Wet ruimtelijke ordening. Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de jurisprudentie over die uitleg. Voorts is de Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare bestemmingsplannen van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010. 4.1.2 Aanvulling en geoorloofde afwijking van de SVBP 2008 De planregels en planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn toegesneden op de specifieke behoefte aan planregulering voor het gegeven plangebied. In de hierna volgende paragrafen is de aan het bestemmingsplan eigen plansystematiek toegelicht voor zover die een aanvulling of een geoorloofde afwijking vormt van de SVBP 2008. Pagina 54 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 4.2 Opbouw van de planregels De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. inleidende regels; bestemmingsregels; algemene regels; overgangs- en slotregel. 4.2.1 Inleidende regels Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gebruikt om interpretatieverschillen te voorkomen. 4.2.2 Wijze van meten Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, diepte, hoogte, oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard. 4.2.3 Bestemmingsregels De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig de voorheen geldende bestemmingsplannen in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van bestemming). Agrarisch De bestaande agrarische bedrijven en weidegronden, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Agrarisch (A). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Daarbij zijn in deze bestemming de volgende functieaanduidingen opgenomen: - akkerbouwbedrijven (ak); paardenfokkerij (pf); viskwekerij (vk). Agrarisch - Glastuinbouw De bestaande glastuinbouwbedrijven zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Agrarisch- Glastuinbouw (A-GT). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de geldende bestemmingsbepalingen uit de “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland. Agrarisch - Verblijf Tijdelijke Arbeidsmigranten Het bedrijf gelegen aan de Claes de Wijckerlaan 9 is bestemd als Agrarisch-Verblijf Tijdelijke Arbeidsmigranten (A-VTA). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Pagina 55 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Bedrijf De bestaande bedrijven, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Bedrijf- (B). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Hierdoor zijn een deel van de bedrijven in het plangebied specifiek bestemd middels de volgende functieaanduidingen: - aannemer (sb-a); baggerspeciedepot (bsd); bouwbedrijf (sb-b); caravanstalling (cs); constructiebedrijf (sb-c); constructie- en kunststofverwerkingsbedrijf (sb-ck); detailhandel perifeer (dhv); garagebedrijf (ga); garagebedrijf met plaatwerkerij en spuiterij (sb-gps); gaswinlocatie (sb-gw); goederenwegvervoersbedrijf (sbg); hovenier (hv); nutsvoorziening (nv); op- en overslagbedrijf voor bouw- sloop en agrarisch afval (sb-bsa) opslag (op); scheepswerf (sb-sw); smederij (sb-sm); verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg (vml); verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg (vm); vleesverwerkingsbedrijf, detailhandel toegestaan (sb-vdh); zonder bebouwing (sb-z). Op de desbetreffende locaties mogen geen andere bedrijven zich vestigen behoudens de bedrijven genoemd in de functieaanduiding. Verder zijn de percelen die wat ruimer bestemd waren met alleen een maximale milieucategorie met de daarbij behorende staat van bedrijfsactiviteiten bestemd als bedrijf met de daarbij behorende milieucategorie. Voor deze bedrijven is tevens een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB) De bestaande (legale) agrarisch hulp-, loon-, neven-, en toeleveringsbedrijven en alle agrarisch aanverwante bedrijven uit de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn bestemd als Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB). Voorheen waren de bedrijven specifiek bestemd en was er een onderscheid tussen de verschillende soorten bedrijven. Nu hebben ze allemaal de bestemming agrarisch aanverwant bedrijf. Rekening houdend met de bestaande Pagina 56 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Cultuur en ontspanning De bestaande musea, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, in dit bestemmingsplan bestemd als Cultuur en ontspanning (CO). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - museum (mu) Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Detailhandel De bestaande detailhandelsactiviteiten, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Detailhandel (DH). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - detailhandel volumineus (dhv); tuincentrum (tc). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Horeca De bestaande horeca-activiteiten zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Horeca (H). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - horeca maximaal categorie 2; zonder bebouwing (sh-z). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Groen De bestaande groenvoorzieningen zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Groen (G). Naast beplanting, zijn hier onder andere ook speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, oeververbindingen en water mogelijk. Kantoor De bestaande kantoren, zoals bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Kantoor (K). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Pagina 57 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is we een bebouwingspercentage is een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Maatschappelijk De bestaande maatschappelijke functies, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, in dit bestemmingsplan bestemd als Maatschappelijk (M). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - begraafplaats (bp); brandweerkazerne (brk) dierenasiel (ds); militaire zaken (mz); religie (re); Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Natuur De bestaande natuurvoorzieningen zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Natuur (N). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - parkeerterrein (p); bezoekerscentrum (sn-bc). Recreatie De bestaande recreatieve voorzieningen, zoals bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Recreatie (R). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - beautycentrum (sr-bc); dagrecreatie (dr); jachthaven (jh); skatebaan (sr-sb). Voor de bestemmingsregeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen, welke voor de betreffende locaties van kracht zijn. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Recreatie-Verblijfsrecreatie De bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Recreatie - Verblijfsrecreatie (R-VR). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - kampeerboerderij (kp); Pagina 58 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN - kampeerterrein (kt); Voor de bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Recreatie-Volkstuinen De bestaande volkstuinen zijn opgenomen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Recreatie – Volkstuinen (R-VT). Voor de bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn in de regels de ruimste maten opgenomen. Sport Sportvelden en bijbehorende clubgebouwen, sporthallen en dergelijke, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Sport (S). Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen: - ijsbaan (ijs); manege (ma); postduivenvereniging (ss-pdv); zonder bebouwing (ss-z). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen. Water Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locatie die van belang zijn voor waterberging zijn bestemd als Water (WA). Wel hebben een aantal watergangen de agrarischglastuinbouwbestemming gekregen, omdat hier mogelijk door het vergraven (goedkeuring Hoogheemraadschap van Delfland noodzakelijk) van de watergang grootschalige reconstructie kan plaats vinden. Indien we deze watergangen als water bestemmen heeft de ondernemer te maken met langere doorlooptijden voor een omgevingsvergunning. Wonen De bestaande burgerwoningen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Wonen (W). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de “Parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland”; Wonen-Woonwagenpark De drie aanwezige woonwagenparken in het plangebied zijn bestemd als WonenWoonwagenpark (W-WP). Binnen deze bestemming is de feitelijke situatie vastgelegd, zoals het maximaal toegestane aantal woonwagens en de maximale bouwhoogte van deze woonwagens. Daarnaast wijkt de erfbebouwingsregeling af van de reguliere woonbestemming. Pagina 59 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Verkeer De bestaande wegen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, in dit bestemmingsplan bestemd als Verkeer (V). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Het openbaar vervoer maakt in het plangebied geen gebruik van eigen verkeersverbindingen (busbanen) zodat het openbaar vervoer gebruik maakt van de functie met bestemming Verkeer. Een groot aantal parkeerplaatsen heeft bij de verschillende bestemmingen de functieaanduiding parkeerplaatsen (p) gekregen. De bestaande parkeerplaatsen langs de weg en dergelijke zijn in de planregels opgenomen. 4.2.4 dubbelbestemmingen Leiding De leidingen zoals weergegeven op de kaart Leiding - aardolie, gas en hoogspanning zijn in het bestemmingsplan bestemd als dubbelbestemmingen Leiding-Gas, Leiding-Hoogspanning en Leiding-Olie. Waarde - Archeologie Omdat in delen van het plangebied een redelijke tot grote kans aanwezig is van archeologische sporen in de grond heeft het plangebied in zijn geheel de dubbelbestemming Waarde - Archeologie gekregen. Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden verbonden. Waarde - Natuur De gemeentelijke natuurgebieden als genoemd in hoofdstuk 3 hebben de bestemming Natuur of de dubbelbestemming Waarde met specificatie Natuur gekregen. Werken en werkzaamheden zijn binnen deze bestemming aan een omgevingsvergunning verbonden waarbij de natuurlijke waarde van het gebied in stand gehouden dient te worden. Alvorens vergunning wordt verleend dient de gemeentelijke ecoloog positief te adviseren. Waterstaat - Waterkering Alle waterkeringen in het plangebied, zoals weergegeven op de themakaart Water waterlopen in Bijlage 4 van deze toelichting, zijn in het bestemmingsplan bestemd als dubbelbestemming Waterstaat met specificatie Waterkering. 4.2.5 Algemene regels In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen. Antidubbeltelbepaling De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro). Pagina 60 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Algemene bouwregels In dit artikel zijn algemene regels opgenomen voor afstanden tot aan de weg en water, voor ondergronds bouwen, voor bouwwerken geen gebouwen zijnde en voor ondergeschikte bouwdelen. Algemene gebruiksregels In het artikel Algemene gebruiksregels zijn naast een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod van artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, specifieke gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het gebruik van bouwwerken. Algemene aanduidingsregels In dit artikel zijn onder andere de volgende gebiedsaanduidingen opgenomen; Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen De zones van 200 m aan weerszijden vanaf de hartlijn van de provinciale wegen hebben in het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding _Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen gekregen. De planregels zien op het verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat binnen die zones kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd. Vrijwaringszone- Molenbiotoop De molenbiotopen als genoemd in hoofdstuk II hebben de gebiedsaanduiding Vrijwaringszone met specificatie Molenbiotoop gekregen. Geluidszone - Industrielawaai De geluidszonering rond industrie- of bedrijventerreinen als genoemd in hoofdstuk II hebben de gebiedsaanduiding Geluidszone met specificatie Industrie gekregen. Het gaat dan om de zone bij het Tennet station Westerlee langs de verlengde veilingroute. Veiligheidszone Bevi Dit betreft de veiligheidszones rondom LPG-vulpunten. De planregels zien op het verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat binnen die zones kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd. Veiligheidszone leiding Dit betreft veiligheidszones rondom hoofd gas en transportleidingen en hoge druk olieleidingen. De planregels zien op het verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat binnen die zones kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd. Veiligheidszone munitie Wordt toegevoegd in het ontwerpbestemmingsplan.] Algemene afwijkingsregels In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen afwijking kan worden verleend voor overschrijding van de bouwgrenzen, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel Pagina 61 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN "algemene bouwregels" vallen. Dit betreft bijvoorbeeld de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen ten behoeve van afwijking van de voorgeschreven maten en percentages. Algemene procedureregels In dit artikel staan de procedureregels voor de verschillende wijzigingsbevoegdheden en voor toepassing van de nadere eisen regeling. 4.2.6 Overgangs- en slotregel In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs - en slotregels aan de orde, zoals het overgangsrecht (bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening artikel 3.2.1 Bro) en de slotregel. De slotregel bevat alle bestemmingsplannen welke geheel of gedeeltelijk worden vervangen met dit bestemmingsplan en de titel van het plan. 4.3 Systematiek van de planverbeelding De planverbeelding is digitaal vorm gegeven overeenkomstig de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. De digitale planverbeelding en de andere onderdelen van de dataset hebben het volgende planidentificatie-nummer gekregen: - NL.IMRO.1783.XXXX-XXXX De dataset bestaat uit: - het GML-bestand van de planverbeelding; het XML-geleideformulier; de onderliggende bestanden zoals ondergrond en overige topografische informatie; de PDF- en Html-bestanden voor respectievelijk de verbeelding van plantoelichting en planregels. Pagina 62 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK V Bestuurlijk overleg en draagvlak 5.1 Bestuurlijk overleg 5.1.1 Procedure In de periode van [ ] 2011 tot [ ] 2011 heeft over het voorontwerp van dit bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierbij hebben de volgende instanties gereageerd: - [ ]; 5.1.2 Resultaat De overlegreacties hebben geleid tot de volgende aanpassingen van het bestemmingsplan. [p.m.] De uitkomsten van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder c., van het Besluit ruimtelijke ordening, zijn opgenomen in Bijlage 9 van deze toelichting. 5.2 Vooraankondiging en eerdere betrokkenheid 5.2.1 Vooraankondiging Op [ ] is publiekelijk kennis gegeven van het voornemen het bestemmingsplan voor te bereiden, een en ander als voorgeschreven in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. 5.2.2 Eerdere betrokkenheid burgers en organisaties De burgers en maatschappelijke organisaties waren niet in een (veel) eerder stadium betrokken bij de planvorming. 5.3 Inspraak 5.3.1 Procedure Het verlenen van inspraak in het kader van de Inspraakverordening Westland 2004 is niet verplicht, omdat het bestemmingsplan een actualisering betreft van bestaande geldende Pagina 63 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN bestemmingsplannen. In het protocol procesafspraken ruimtelijke procedures van 21 april 2009 is neergelegd dat bij actualiseringsplannen in beginsel geen inspraakprocedure wordt doorlopen. Om de navolgende redenen is besloten toch inspraak te verlenen. - - de enorme omvang van het plangebied; de hoeveelheid en de complexiteit van de op te nemen verschillende bestemmingsplannen, herzieningen, wijzigingsplannen uit de voormalige gemeenten; de implementatie van enkele honderden verleende vrijstellingsbesluiten van de voormalige gemeenten Naaldwijk, 's-Gravenzande, De lier, Wateringen, Monster en de gemeente Westland ex artikel 19 lid 1 WRO (zelfstandige projectprocedure), artikel 19, lid 2 WRO (aangewezen projectprocedure), artikel 19, lid 3 WRO, diverse projectbesluiten van de gemeente Westland als bedoeld in artikel 3.10 Wro en diverse grote buitenplanse ontheffingen van de gemeente Westland; de complexe verwerking van geïnventariseerde functies aanwezig in het plangebied en het toekennen van een al dan niet specifieke bestemmingen, milieucategorie, bouw- en goothoogten en bebouwingspercentages; de afwikkeling van het restant verzoeken tot wijziging van het project Woningen Buitengebied. Van [ ] tot [ ] heeft het voorontwerp van dit bestemmingsplan ter inspraak gelegen voor het indienen van inspraakreacties 5.3.2 Resultaat De ontvangen inspraakreacties zijn als volgt beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de inspraakreacties wordt verwezen naar Bijlage 9 van deze toelichting. 5.4 Zienswijzen 5.4.1 Procedure Van [ ] tot [ ] heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. 5.4.2 Resultaat De ontvangen zienswijzen zijn als volgt beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de zienswijzen wordt verwezen naar Bijlage 9 van deze toelichting. [ ] Pagina 64 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK VI Uitvoerbaarheid A. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 6.1 Financieel-economische uitvoerbaarheid 6.1.1 Exploitatieplan Voor het bestemmingsplan is geen exploitatieplan, als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, opgesteld omdat er geen sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen waarvoor op grond van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening het opstellen van een exploitatieplan verplicht is. 6.1.2 Planschade Omdat er sprake is van een conserverend bestemmingsplan wordt vooralsnog geen planschade voorzien. B. TECHNISCHE UITVOERBAARHEID 6.2 Milieutechnische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in licht van de milieuwetgeving of van milieukwaliteitsnormen. Voor het verkennende milieutechnische onderzoek met het oog op een goede ruimtelijke ordening wordt verwezen naar paragrafen 3.2 tot en met 3.8 van deze toelichting. 6.3 Milieueffectrapportage Voor het bestemmingsplan is onderzocht of een plan-MER doorlopen zou moeten worden. Omdat het bestemmingsplan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen en er geen wijzigingen plaatsvinden wat betreft planologische mogelijkheden voor de glastuinbouw, is een plan-MER of strategische milieubeoordeling niet noodzakelijk (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, uitspraak 22 oktober 2003, nr. 200302123/1). De afstand tot het natura 2000-gebied is Pagina 65 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN voldoende groot om niet een “passende Natuurbeschermingswet noodzakelijk te achten. 6.4 Verkeerstechnische uitvoerbaarheid 6.4.1 Verkeersbesluiten beoordeling” als bedoeld in de Voor de uitvoering van het bestemmingsplan worden geen daarop geënte verkeersbesluiten ingevolge artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 genomen. 6.5 Ecologische uitvoerbaarheid 6.5.1 Beschermde dier- en plantsoorten Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in het licht van de Floraen faunawet. C. JURIDISCHE UITVOERBAARHEID 6.6 Zakenrechtelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in het licht van eigendomsverwerving of van toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten of onteigeningswet. 6.7 Uitvoerbaarheid met oog op Wabo Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en is dus uitvoerbaar voor het verlenen van een omgevingsvergunning. Pagina 66 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Bijlagen Pagina 67 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 68 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 1. BEGRENZING PLANGEBIED Pagina 69 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 70 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht PLANGRENZEN P l a n g r e n ze n v a n h e t v o o r o t n we r p b e s t e m m i n g s p l a n G l a s t u i n b o u w g e b i e d TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 70 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 2. OM TE ZETTEN WONINGEN VAN AGRARISCH NAAR WONEN Pagina 73 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 74 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 adres Burgerdijkseweg 14 Burgerdijkseweg 22 Burgerdijkseweg 6 Groeneveldseweg 8 Kralingerweg 10 Kreekrug 12 Oostbuurtseweg 11 Oudecampsweg 43 Schefferweg 3a Sint Aechtenland 6 Veilingweg 2b Bercenrode 1b Broekpolder 53 Broekpolderlaan 31 Broekpolderlaan 55 Burg. Elsenweg 9a Harteveldlaan 18 Harteveldlaan 36 Vijverberglaan 3a Zwethlaan 11 Bovendijk 70 Bovendijk 71 Bovendijk 73 Bovendijk 77 Bovendijk 77a Bovendijk 79 Gasthuiswei 12 Groenepad 14 Groenepad 20 Groenepad 22 Groenepad 32 Lange Wateringkade 41 Mariëndijk 113 Korte Kruisweg 149a Lange Kruisweg 82 Maasdijk 76 Oostelijk slag 8 Tuindersweg 31 Gantellaan 13 Madeweg 1a Poeldijkseweg 41a Poeldijkseweg 43 postcode 2678 NZ 2678 NZ 2678 NZ 2678 NO 2678 LR 2678 PR 2678 LT 2678 NN 2678 LB 2678 NR 2678 LN 2675 BP 2675 LK 2675 LJ 2675 LH 2675 AA 2675 LE 2675 LE 2675 2675 LB 2295 RZ 2295 RX 2295 RX 2295 RX 2295RX 2295 RX 2295 MV 2295 LX 2295 LZ 2295 LZ 2295 LZ woonplaats De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Honselersdijk Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Kwintsheul Omgezet in Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan 2295 RP 2295 LJ 2676 AG 2676 BP 2676 AG 2676 BZ 2676 BD 2681 LE 2681 PJ 2681 LV 2681 LV Kwintsheul Kwintsheul Maasdijk Maasdijk Maasdijk Maasdijk Maasdijk Monster Monster Monster Monster Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Booma BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 Waellandweg 3a Baakwoning 14 Hoge Geest 2b Kleine Achterweg 27 Lange Broekweg 54 Rijnsburgerweg 1 Rijnsburgerweg 3 sint jorispad 17 Casembrootlaan 12a Van Ruijvenlaan 33 Wateringseweg 23 Wateringseweg 35 Wateringseweg 57 Wateringseweg 75 Wenpad 22a Galgepad 34 Galgeweg 56 Groeneweg 131 Maasdijk 101 Maasdijk 222a Maasdijk 23 Maasdijk 34 Maasdijk 41 Maasdijk 55 Maasdijk 6a Maasdijk 8 Maasdijk 97 Monsterseweg 22 Monsterseweg 94a Naaldwijkseweg 346 Noordlandseweg 54 Van Rijckevorsellaan 9 Middenzwet 25 2681 LV 2691 NZ 2691 PA 2691 NT 2691 PA 2691 PB 2691 NT 2691 NT 2691 PC 2691 JG 2691 JK 2691 PW 2691 KM Monster Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Poeldijk Poeldijk Poeldijk Poeldijk Poeldijk Poeldijk Poeldijk s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande s-Gravenzande BP Booma BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Booma BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan Gebundeld wijzigingsplan BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied 2691 NK 2291 HM s-Gravenzande Wateringen BP Glastuinbouwgebied BP Glastuinbouwgebied 2671 LJ 2671 LT 2671 DV 2671 LD 2671 LD 2671 MX 2685 AC 2685 2685 SR 2685 ST 2685 SV 2685 SW 2685 SJ 2691 MH 2691 MG 2691 ML BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 3. INVENTARISATIE BEDRIJVEN Pagina 77 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 78 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht Lange Kruisweg 1 Lange Broekweg 4 Lange Broekweg 5 Lange Broekweg naast 72 Lange Kruisweg naast 48a Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Adres Bij Bruidsbogaard Broekpolderlaan 12 Burgemeester Elsenweg 7 Dijkweg 115 Galgeweg 45 Galgeweg 78 Grote Achterweg naast Prinsenbos Grote Achterweg achter 22 Hoge geest 43 en 45 Hoge Noordweg 18a Hoge Noordweg 29e Hoge Noordweg 30 Korte Kruisweg 64 Kern Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Vleesverwerkingsbedrijf met bijbehorende detailhandel Smederij Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG Opslag Bedrijven t/m categorie 2 Caravanstalling Op en overslag van bouw- en sloopafval Op en overslag van bouw- en sloopafval Agrarisch aanverwant bedrijf Bestemming Nutsvoorziening Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 3.1 Delfstoffenwinning © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Agricon AC Brandpreventie BV Caravanstalling H.A. van den Berg V.O.F Berg sloopwerken bv Leo Vellekoop reparatie van land- en tuinbouwmachines en uitvoeren van constructiewerken Gebr. Van den Ende Firma Gebr Knoll Tido Vesta Groep F.a. G. Boekestijn Ballering Tankstation Nic. Scholtes Machinaal Loonbedrijf Van den Bos Flowerbulbs Van der Lely verkoop aanhangwagens en auto's Garagebedrijf van der Lely Hoogheemraadschap van Delfland Bedrijf Tennet station TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Maasdijk 10 Maasdijk 144 Mariendijk 7 Middel Broekweg 59a Middel Broekweg 89 Middel Broekweg 92 Nollaantje bij 42a Opstalweg 1 Oranjesluisweg 5 Oranjesluisweg 7 Oranjesluisweg 8 en 10 Oranjesluisweg 20 Plaats naast 26 Pouwelslaan 1 Pouwelslaan 10 Pouwelslaan ong Tuindersweg achter 21a Tuindersweg achter 23 Tuindersweg achter 25 Vlietweg 53 Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Caravanstalling Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Scheepswerf Caravanstalling Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf opslag Agrarisch aanverwant bedrijf Nutsvoorziening Bedrijven t/m categorie 3.2 Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Hoogheemraadschap van Delfland Krijger b.v. Berg Stoom bv Looije Tomaten BV ADB Cool Company A. van Geest Elektrotechniek Kouwenhoven Bouwbedrijf M van Veldhoven Victor Trading Loonbedrijf Steringa N.A.M. van Zeijl vof Gebr. W en E van Vliet Stallingsbedrijf Tankstation Wubben BV Total ATA autobedrijf Boeters Ketel Constructie BV Verkoopbureau Henk van Staalduinen Trageco BV TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk Naaldwijk 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande 's-Gravenzande Vogelaer 17 en 19 Zwartendijk 46 Zwartendijk 52 Zwartendijk 52a Galgeweg 8 Galgeweg 42/44 Galgeweg 46 Maasdijk 13 Maasdijk 81a Maasdijk 86 Maasdijk 90 Maasdijk 94 Monsterseweg 117 Monstersweg 121 Naaldwijkseweg 117 Naaldwijkseweg 169 Naaldwijkseweg 203 Naaldwijkseweg 233 Naaldwijkseweg 338 Nieuwlandsedijk naast 13 Noordlandseweg Noordlandseweg 59a Noordlandseweg 64 Oostduinlaan 4 Oude Hooislag 4 Woutersweg 83a Agrarisch aanverwant bedrijf Aannemer Bouwbedrijf Aannemer Agrarisch aanverwant bedrijf Constructie en kunststofverwerkend bedrijf Constructiebedrijf Opslag Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 2 Detailhandel volumineus Bedrijven t/m categorie 2 Aannemer Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 3.1 Opslag Agrarisch aanverwant bedrijf gaswinningslocatie Verkooppunt motorbrandstoffen inclusief LPG Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 2 Constructiebedrijf Bedrijven t/m categorie 2 © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Weteringsmechanisatie BV Aalbers Tinq Olsthoorn Transport BV Pottenvul- en Oppotservice Van der Knaap BV Jac. Van Zeijl & Znn WEBA Bouwgroep Aadler BV ADB Coolcompany BV H Weterings Plastics beheer BV J.M. van der Hoeven BV Geest antieke bouwmaterialen D. van Nieuwkerk Transport Holding BV VEK Adviesgroep Houthandel van de Marel BV Van de Marel-Krieger VOF bedrijfsverzamelgebouw Beukers Toyota De Molen van Maat A. de Jong 's-Gravenzande BV Firma Klaas Quartel en ZN C. Bol Junior BV Quartel Asbest verwijdering BV Loonbedrijf Flip Vreugdenhil BV TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen 's-Gravenzande Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Monster Woutersweg 85 Cubalaan 2 Cubalaan 11a Cubalaan 11a De Zeeuwlaan 15 Gantellaan 41 Gantellaan 42 Gantellaan 2-4 Havenstraat 44a Havenstraat 48 Havenstraat 52 Havenstraat 54/60/60a/62 en 64 Heydseweg Jupiter 80 Madeweg naast 70 Monsterseweg 90 Orberlaan 22 Wateringseweg Wateringseweg 98 Zwartendijk tussen 13 en 15 Zwartendijk 73 Westerduinlaan 11 Bovendijk 50 Bovendijk naast 70 Heulweg 36B Heulweg achter 47 Bedrijven t/m categorie 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Aannemer Caravanstalling Scheepswerf Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 2 nutsvoorziening Caravanstalling Nutsvoorziening Bedrijven t/m categorie 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Nutsvoorziening Agrarisch aanverwant bedrijf Nutsvoorziening Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Nutsvoorziening Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 2 © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Pim Soft design + Schildersbedrijf v.d. Meer Autobedrijf Duindam Westland Infra P.A.M. Timmermans beheer BV CULTO Westland Infra Unal Holding BV Westland Infra Van der Valk systemen Hondenfokker EL Manita Holland Potgrond Cornel BV J.J. Overkleeft Holding BV C. Brabander BV C. Brabander BV W. van Vliet Caravanstalling en Onderhoud Bol Scheeps- en Jachtwerf Agricon BV Bouwbedrijf Vrij MG Workshop Van de Meer autoschade J.J.A Kouwenhoven Hempelman Gemaal Hoogheemraadschap van Delfland TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen Wateringen De Lier De Lier De Lier Heulweg 50a en 50b Heulweg 54a Heulweg 65 Heulweg 74 Heulweg 78a Heulweg 90 Mariendijk 115 Poeldijkseweg achter 1 Poeldijkseweg 21 Poeldijkseweg 23 Poeldijkseweg 37 Burgemeester Crezeelaan 6 Burgemeester Crezeelaan 40 Burgemeester Crezeelaan 42 en 42a Burgemeester van der Goeslaan Burgemeester van der Goeslaan 7 Burgemeester van der Goeslaan/ Crezeelaan 72/74 Burgerdijkseweg 10 Burgerdijkseweg 17 Burgerdijkseweg 54 Groeneveld Hoefweg 24 Hooflaan 1 Hoogweg 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Garage caravanstalling Nutsvoorziening Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 baggerspeciedepot Opslag Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Garage met plaatwerkerij en spuiterij Bedrijven t/m categorie 2 Goederenwegvervoer Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 2 met volumineuze detailhandel Bedrijven t/m categorie 3.1 Agrarisch aanverwant bedrijf Caravanstalling Nutsvoorziening Hovenier Zaad- en zaadveredelingsbedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Bouwbedrijf G.A. Van de Velden Van de Marel Loonbedrijf Autobedrijf Van der Mark Caravanstalling de Boerderij Nederlandse Gasunie Stolze Provincie Zuid-Holland Rijk Zwaan Bergproduct Van Nierop Millpack Provincie Zuid Holland Vis & ZN Internationaal Transport JP Vis & ZN Internationaal Transport JP Kwibus Verkade keukentechniek Westland Salades BV Garage Duindam TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier Kanaalweg 8ca Kanaalweg 8d Kerklaan 67 Kralingerweg 1d Kralingerweg 2 Laan van Adrichem 2 Laan van Adrichem 30 Laan van Poot 9 Laan van Zeestraten 4/4a Laan van Zeestraten 4b Naast Noordlierweg 42a Noordlierweg 42 (achter) Noordlierweg 42a Oostbuurtseweg 1 Oostbuurtseweg 32 en 34 Oostbuurtseweg 44 Oostbuurtseweg 45 Oudecampsweg Oudecampsweg 5 Oudecampsweg 27/29 en 29a Hoogweg 2a Hoogweg 12 Hoogweg 15e Hoogweg 30 Hoogweg 32 Bedrijven t/m categorie 2 Bedrijven t/m categorie 3.1 Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf opslag Agrarisch aanverwant bedrijf Nutsvoorziening hovenier Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Baggerspeciedepot Baggerspeciedepot Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Hovenier Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 2 en een deel 3.1 Nustvoorziening Bedrijven t/m categorie 2 Agrarisch aanverwant bedrijf Opslag Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Groothandel Holland binnendeuren BV Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Oppotbedrijf Jarini BV R. Vand en Ende Loon- en grondverzetbedrijf H. van der Muysenberg Noordam Landbouw VOF Peet van Geest autoschade Nutsbedrijf Westland / Westland Infra Van der Sar Steigerbouw FA. B. Spreen & Zonen Berg Bruckner Machinaal Tuinbouw Loonbedrijf & ZN P. van den Ende Veldhoven (machinaal loonbedrijf) Hoogheemraadschap van Delfland Aspar Tuinaanleg en onderhoud A. van der Lingen Vreugdenhil Mechanisatie Autobedrijf Grootscholten Transportbedrijf P. Verboon Jac. Solleveld verwarming TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier De Lier Oudecampsweg 37a Oudecampsweg 39 Scheeweg 9 Veilingweg 17a Vreeburchlaan 3 Zijlweg 1/3 Zijlweg 5 Zijtwende 1/ Oostbuurtseweg 72/74 Zijtwende 52 Agrarisch aanverwant bedrijf Agrarisch aanverwant bedrijf Bedrijven t/m categorie 3.1 Agrarisch aanverwant bedrijf Hovenier Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 Bedrijven t/m categorie 3.1 © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland Zuidkoop Buitelaar Metaal Sonneveld verhuur BV Prominent Hoveniersbedrijf Johan Steenks Van der Marel Ketelonderhoud BV Priva Priva J.H. van den Berg & ZN TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 79 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 4. OVERZICHT WATERLOPEN EN -BERGINGEN Pagina 87 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 88 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 88 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 5. VERBINDINGEN EN LEIDINGEN Pagina 89 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 90 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 90 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 6. VERKEERSVERBINDINGEN Pagina 91 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 90 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 7. ONDERZOEKEN Pagina 93 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 94 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht Bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland Waterparagraaf Westland en Delfland 24 februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding.............................................................................................................................................................................. 3 1.1 Aanleiding watertoets ................................................................................................................................................ 3 1.2 Beleid, plannen en regelgeving .................................................................................................................................. 3 1.2.1 Provinciale waterverordening.......................................................................................................................... 3 1.2.2 Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 ............................................................................................................ 3 1.2.3 Waterplan Westland ........................................................................................................................................ 3 1.2.4 Visie Greenport Westland 2020 ....................................................................................................................... 4 1.2.5 Structuurvisie Westland................................................................................................................................... 4 1.2.6 Beleidsnota Herstructurering Glastuinbouw.................................................................................................... 5 1.2.7 Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan ............................................................................................................ 5 1.2.8 Het Westland: ruimte voor glas, ruimte voor water ........................................................................................ 5 1.2.9 Waterwet met Zorgplicht................................................................................................................................. 5 1.3 Procedure ................................................................................................................................................................... 6 1.4 Leeswijzer ................................................................................................................................................................... 6 2 Plangebied en rollen/verantwoordelijkheden.................................................................................................................... 7 2.1 Algemeen.................................................................................................................................................................... 7 2.2 Doel en verantwoordelijkheden bij herstructurering ................................................................................................. 8 3 Veiligheid en waterkeringen............................................................................................................................................... 9 3.1 Beleid en vergunningen.............................................................................................................................................. 9 3.2 Huidige situatie........................................................................................................................................................... 9 3.3 Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 11 4 Waterkwantiteit ............................................................................................................................................................... 12 4.1 Beleid........................................................................................................................................................................ 12 4.1.1 Waterverordening Zuid-Holland (zie hoofdstuk 1) ........................................................................................ 12 4.1.2 Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 .......................................................................................................... 12 4.1.3 Afvoer- en bergingscapaciteit Delfland.......................................................................................................... 12 4.1.4 Oog voor lokale omstandigheden .................................................................................................................. 13 4.2 Huidige situatie......................................................................................................................................................... 13 4.3 Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 14 5 Watersysteemkwaliteit en ecologie ................................................................................................................................. 17 5.1 Beleid........................................................................................................................................................................ 17 5.2 Huidige situatie......................................................................................................................................................... 18 5.3 Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 18 6 Onderhoud en bagger ...................................................................................................................................................... 20 6.1 Beleid........................................................................................................................................................................ 20 6.2 Huidige situatie......................................................................................................................................................... 21 6.3 Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 21 7 Afvalwater en riolering..................................................................................................................................................... 22 7.1 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan..................................................................................................................... 22 7.2 Huidige situatie......................................................................................................................................................... 22 7.3 Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 22 8 Resumé............................................................................................................................................................................. 24 8.1 Algemeen.................................................................................................................................................................. 24 8.2 Veiligheid en waterkeringen..................................................................................................................................... 24 8.3 Waterkwantiteit ....................................................................................................................................................... 24 8.4 Watersysteemkwaliteit en ecologie ......................................................................................................................... 25 8.5 Onderhoud en bagger .............................................................................................................................................. 25 8.6 Afvalwater en riolering ............................................................................................................................................. 25 2 1 Inleiding 1.1 Aanleiding watertoets Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied hebben Delfland en Westland in samenspraak gewerkt aan de waterparagraaf. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de watertoetsprocedure doorlopen. De vorige geldende bestemmingsplannen gaven onvoldoende ruimte en flexibiliteit om schaalvergroting en verduurzaming, goede ontsluiting en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit mogelijk te maken en aan te passen aan de glastuinbouw anno 2011. Hier moet dit nieuwe bestemmingsplan in voorzien. Het bestemmingsplan ‘Glastuinbouwgebied’ is conserverend van aard en herziet de verschillende, verouderde regelgeving, voor het gehele glastuinbouwgebied. Wel maakt dit bestemmingsplan herstructurering van de glastuinbouwgebieden mogelijk. Het is een verplichte actualisatie op grond van de Wro, waarin voorzien wordt in flexibiliteitbepalingen, verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming. Het doel van deze waterparagraaf is advies uitbrengen om de waterbelangen in het glastuinbouwgebied goed te behartigen. Om de ingezetenen van het glastuinbouwgebied ook in de toekomst droge voeten te kunnen garanderen, moeten zoveel mogelijk kansen worden benutten en zullen alle partijen een inspanning moeten leveren. 1.2 1.2.1 Beleid, plannen en regelgeving Provinciale waterverordening De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben in verband met de inwerkingtreding van de Waterwet een Waterverordening vastgesteld met daarin de regelgeving met betrekking tot het waterbeheer. In deze Waterverordening is vastgelegd wat het gewenste veiligheidsniveau is van de waterkeringen die op grond van hun functie van regionale betekenis worden geacht. Dit veiligheidsniveau is aangegeven als de gemiddelde overschrijdingskans per jaar. Het wenselijke veiligheidniveau is gerelateerd aan de economische schade die bij het falen van de waterkering kan optreden. Ook zijn er in deze Waterverordening normen voor waterkwantiteit opgenomen. Deze normen bestaan uit een gemiddeld toelaatbaar geachte overstromingskans (ofwel het wenselijk geachte beschermingsniveau) waarop regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op de bergings- en afvoercapaciteit. Deze overstromingskans is verschillend per vorm van landgebruik en is tevens gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachten schade bij overstromingen. In de provinciale waterverordening zijn de werknormen voor de kans op inundatie vanuit het oppervlaktewater uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) van 2003 als uitgangspunt genomen bij het bepalen van het beschermingsniveau voor de verschillende vormen van landgebruik binnen het waterschapsgebied. 1.2.2 Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.: • Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak; • Een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen; • Realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen; • Innovatief en duurzaam werken. Het beoogde resultaat is uitgewerkt in concrete maatregelen in het uitvoeringsprogramma van het Waterbeheerplan. 1.2.3 Waterplan Westland Het Waterplan Westland beschrijft de uitdaging en oplossingen om op het gebied van water op de lange termijn (2030) en op de korte termijn (2015) droge voeten, levend water en zichtbaar water te hebben. Droge voeten • Vasthouden, bergen en afvoeren Het watersysteem is in 2015 zodanig ingericht dat het bestand is tegen de te verwachten piekbuien. De kans op wateroverlast is, conform de afspraken in het NBW, beperkt tot 1/100 jaar voor stedelijk gebied en bedrijventerreinen, 1/50 jaar voor glastuinbouwgebied en 1/10 jaar voor grasland. • Wateraanvoer 3 • • In 2015 heeft Westland voldoende en kwalitatief goed oppervlaktewater voor peilhandhaving en verversing of doorspoeling tijdens extreme droge omstandigheden. Waterkeringen In 2015 bieden de waterkeringen veiligheid tegen overstroming volgens de geldende veiligheidsnormen. Grondwater In 2015 leidt het grondwaterniveau niet meer tot wateroverlast en is de grondwaterkwaliteit verbeterd. Levend water • Waterkwaliteit De waterkwaliteit voldoet in 2015 aan de wettelijke normen, zoals vastgelegd in landelijke en Europese wet- en regelgeving. • Ecologie De ecologische kwaliteit van het water in Westland is in 2015 zodanig verbeterd dat de gewenste planten diersoorten zich optimaal kunnen ontwikkelen, conform de Kaderrichtlijn Water. Zichtbaar water • Ruimtelijke kwaliteit In 2015 is de ruimtelijke kwaliteit in Westland voor de factor water aanzienlijk verbeterd om de leefbaarheid voor de inwoners van Westland te vergroten. • Recreatie In 2015 zijn de recreatieve gebruiksmogelijkheden van water, oevers en kades toegenomen ten opzichte van 2008 en is de belevingswaarde vergroot. Vanuit het Waterplan Westland wordt er gestreefd naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem met belevingswaarde. De herstructurering van de glastuinbouw biedt hiervoor goede mogelijkheden. De volgende punten zijn daarbij belangrijk: • Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak; • Robuust maken: voorkom versnippering, plaats restruimte aan ‘buitenkant’ zodat randen groen kunnen worden ingericht en/of als waterberging kunnen fungeren; • Ontvlochten watersysteem en waterketen: gescheiden inzameling afvalwater en regenwater. Juist materiaal, inrichting en beheer ter voorkoming van verontreiniging regenwater; • Voorkomen dat zout kwelwater in het oppervlaktewater terecht komt; • Duurzaam watersysteem: in beginsel aanhouden waterstructuur uit waterstructuurvisie, verminderen aantal peilgebieden en vergroten beheersbaarheid; • Zelfvoorzienendheid: voldoende bergend vermogen. Voldoende en kwalitatief goed gietwater is essentieel in glastuinbouw; • Behouden cultuurhistorische wateren en terugbrengen historie bij graven; • Goede ecologische waterkwaliteit: aanleg natuurvriendelijke oevers en paaiplaatsen, verbeteren doorstroming, onafgebroken groenblauwe verbindingen. In de waterstructuurvisie (onderdeel van het Waterplan) staan de voorkeursoplossingen, bekeken vanuit de waterhuishouding en rekening houden met geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Op basis van bergingsbehoefte, stromingrichting en knelpunten in de afvoer is per peilgebied bepaald waar waterberging moet komen. Ruimtelijke ontwikkelingen bieden kansen bij het realiseren van waterberging. Bij deze ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de gewenste waterstructuur. 1.2.4 Visie Greenport Westland 2020 De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee geeft de visie ook andere partijen inzicht in de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Westland. De ruimtelijk-economische component en hoe om te gaan met de glastuinbouwcluster staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen. De visie bevat tevens richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente ten aanzien van het glastuinbouwcluster en de andere ruimtevragers. 1.2.5 Structuurvisie Westland In 2011 wordt door de gemeente Westland een ruimtelijke structuurvisie opgesteld. Dit is een ruimtelijke visie die de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Westland tot 2020 beschrijft en een doorkijk maakt tot 2040. Dit proces is eind 2010 gestart en zal naar verwachting eind 2011 worden afgerond met de vaststelling van de structuurvisie door de gemeenteraad van Westland. 4 1.2.6 Beleidsnota Herstructurering Glastuinbouw De nota geeft een maatschappelijk gedragen beleid voor de herstructurering van het glastuinbouwgebied, een goed woon- en leefklimaat en een optimaal functionerende glastuinbouw en een organisatie om de noodzakelijke schaalvergroting doorgang te laten vinden. 1.2.7 Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan In het verbreed gemeentelijk rioleringsplan is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit van beleid en voortgangsbewaking. Een verdere beschrijving van de riolering in het glastuinbouwgebeid Westland is in hoofdstuk 7 opgenomen. 1.2.8 Het Westland: ruimte voor glas, ruimte voor water In het Westland is de druk op de ruimte groot. De grote intensiteit van het grondgebruik komt voornamelijk door (glas)tuinbouw, welke een zeer prominente positie in de lokale economie inneemt. Door de hoge economische waarde en grote ruimtelijke druk van het gebied is de inpassing van de wateropgave lastig. In het Westland ligt er een echter een grote opgave om de bescherming van het gebied ten aanzien van wateroverlast te vergroten. Er wordt gezocht naar innovatieve oplossingen binnen het bestaande watersysteem en naar meer ruimte voor water. Gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland streven beiden naar een duurzaam Westland met ruimte voor herstructurering van de glastuinbouw én ruimte voor water. Tussen Delfland en Gemeente Westland zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over water in ruimtelijke plannen (juli 2010). Uiteraard raakt de wateropgave niet alleen waterbelangen. Alle betrokken partijen hebben belang bij een voorspoedige aanpak van de wateroverlast. De gemeente, het hoogheemraadschap, de provincie en ook de bewoners en ondernemers onderkennen de urgentie van de problematiek en hebben expliciet de ambitie om in overleg en in samenwerking met alle betrokkenen zich te willen inspannen de wateropgave op te lossen. Centraal hierbij staat dat alle betrokkenen streven naar zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Om de wateropgave in te passen wordt in Westland gestreefd naar een zo beperkt mogelijk ruimtebeslag. Momenteel wordt de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' uitgevoerd. Er wordt onder andere voorgesteld om op het niveau van deelgebieden de problemen en mogelijke oplossingen voor wateroverlast de komende jaren met elkaar uit te gaan werken. 1.2.9 Waterwet met Zorgplicht Uitgangspunt voor het oplossen van de enorme kwantitatieve wateropgave is de trits: Vasthouden Oorzaakbestrijding Bergen Afvoeren Symptoombestrijding Vasthouden = voorkomen dat hemelwater wat op een perceel valt direct in het polder- cq boezemwatersysteem loopt. Dat houdt in dat het voor kortere of langere tijd vastgehouden wordt op de plek waar het valt in een vijver, een waterspeelplaats, verdiepte parkeerplaats, kelder, groen dak, waterdak, onder de parkeerplaats in kratten, wadi's, onder de kas, onder een sportveld etc. Om pas wanneer het polder- cq boezemwatersysteem voldoende ruimte heeft om het te ontvangen, af te voeren naar open water door een stuw open te zetten, over te pompen, in de bodem te infiltreren, te laten verdampen (bij een groen dak bijvoorbeeld) of wat dan ook. 5 Bergen = het verzamelen/opvangen van hemelwater in open water dat direct in verbinding staat met het polder- cq boezemwatersysteem of daar onderdeel van uitmaakt en het dus ook belast! Afvoeren = uitslaan, weg laten lopen van overtollig hemelwater naar de boezem en vervolgens afvoeren naar de Nieuwe Waterweg of de Noordzee Inzet maatregelen De eerste stap is dus feitelijk dat er ingezet moet worden op het nemen van maatregelen die gericht zijn op het vasthouden van hemelwater, bestrijding aan de bron. Wanneer de mogelijkheden hiertoe uitgeput zijn, is de volgende stap om het water te verzamelen in waterbergingen. En pas in de laatste stap moeten er maatregelen worden getroffen om de rest van het overtollige hemelwater af te voeren via het boezemwatersysteem naar de Nieuwe Waterweg en de Noordzee. Met name de laatste twee stappen komen in het Waterplan "Westlands water, nu en later" uitgebreid aan de orde, en bieden de mogelijkheid om een groot deel van de wateropgave in het Westland op te lossen, en een veilig en robuust watersysteem te realiseren. Maar deze maatregelen zijn niet afdoende en bestrijden slechts de gevolgen van de mogelijke wateroverlast. Daarom spreken de gemeente en Delfland de intentie uit om naast de maatregelen die in het waterplan vastgelegd zijn, samen met de burgers en het bedrijfsleven werk te maken van het bestrijden van de oorzaak van de wateroverlast door het vasthouden van hemelwater op de plek waar het valt te stimuleren, te faciliteren cq mogelijk te maken wanneer dit kostentechnisch en maatschappelijk verantwoord is. Met betrekking tot het vasthouden, bergen en afvoeren van hemelwater is de verdeling van de verantwoordelijkheden als aangegeven in onderstaand (landelijk) kader. Het bewustzijn en nemen van ieders eigen verantwoordelijkheid is van groot belang bij het oplossen van de waterproblematiek. Kader: wie doet wat? Verantwoordelijkheid perceelseigenaar De perceelseigenaar moet op grond van de nieuwe wetgeving het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken bij de plaats waar het valt. Ook is de perceelseigenaar verantwoordelijk voor het op eigen perceel treffen van vereiste (waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen tegen grondwateroverlast. Verantwoordelijkheid gemeente De gemeente draagt zorg voor de inzameling en verwerking van het afstromend hemelwater. Dit betekent dat de gemeente in eerste instantie inspanning moet leveren om dit hemelwater vast te houden of terug te brengen in de bodem. Vervolgens kan het (al dan niet na zuivering) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Waar hemelwater niet wordt gescheiden van afvalwater is de gemeente verantwoordelijk om het water af te voeren naar een afvalwaterzuivering. Daarnaast treft de gemeente maatregelen tegen de structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Verantwoordelijkheid Delfland Delfland is enerzijds verantwoordelijk voor de ontvangst van hemelwater in het oppervlaktewater. En anderzijds voor het transport van afvalwater van rioolgemalen naar de zuivering en het zuiveren van afvalwater. 1.3 Procedure In het kader van het watertoetsproces heeft er uitgebreid overleg plaatsgevonden tussen het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland genoemd) en de gemeente Westland. Tijdens deze overleggen zijn de eisen en wensen van beide partijen ten aanzien van de watertoets verkend. Voor het opstellen van de waterparagraaf heeft Delfland de Handreiking Watertoets (2007) opgesteld, waarin randvoorwaarden en uitgangspunten voor de verschillende waterthema’s worden genoemd. Deze handreiking is voor het wateradvies gebruikt. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 gaat in op het plangebied, de doelen van het bestemmingsplan en de verantwoordelijkheden die partijen hebben als het gaat om water binnen de herstructurering van het glastuinbouwgebied. In de hoofdstukken 3 tot en met 7 wordt per waterthema geschetst: het beleid, de huidige situatie en de gewenste, toekomstige situatie. 6 2 Plangebied en rollen/verantwoordelijkheden 2.1 Algemeen Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het buitengebied van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als poldergebieden. De volgende polders maken geheel of gedeeltelijk deel uit van het plangebied: • Polder het Oudeland • Westmade polder • Staalduinen • Polder Zwartenhoek • Dijkpolder (Poeldijk) • Het Olieblok • Vlietpolder • Wippolder • Oranjepolder • Oud- en nieuw Wateringveldsche polder • Oude Lierpolder • Oude en nieuwe Broekpolder • Boschpolder • Hoefpolder • Groeneveldsche polder • Poelpolder • Kralingerpolder • Het Waalblok • Dorppolder • Polder Nieuwland en Noordland • Heen en Geestvaartpolder De lijst van hier genoemde polders moet niet worden verward met de door de Gemeente Westland aangewezen herstructureringsgebieden. Deze twee geografische indelingen corresponderen niet volledig. Het plangebied is weergegeven in Figuur 1. De gekleurde gebieden zijn de gebieden die behoren tot het plangebied. Van ieder polder is een korte factsheet gemaakt om aan te geven wat de kenmerken van de polder zijn, met welke knelpunten rekening moet worden gehouden en aan welke mogelijke oplossingen gedacht kan worden. Deze factsheets zijn in de bijlage van deze waterparagraaf opgenomen. Figuur 1: Plangebied bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland (gekleurde gebieden). 7 2.2 Doel en verantwoordelijkheden bij herstructurering Aanleiding voor het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is de actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen van glastuinbouwgebieden. De actualisatie voorziet in het opnemen van flexibiliteitbepalingen en verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming. Bij de herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het economisch perspectief van de bedrijven essentieel. Naast verbetering van de economische structuur houdt de herstructurering van glastuinbouwgebieden ook in de verbetering van de weg- en waterstructuur (waaronder het oplossen van de waterproblematiek) en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Hierbij wordt ingezet op een zo efficiënt mogelijke invulling van de ruimte. Vanwege de verschillende aspecten die bij de herstructurering aan de orde komen hebben verschillende partijen een verantwoordelijkheid bij deze herstructurering. De primaire verantwoordelijkheid voor modernisering en schaalvergroting van de glastuinbouwbedrijven ligt bij de ondernemers zelf. De gemeente, maar ook andere partijen zoals het Hoogheemraadschap van Delfland en provincie Zuid- Holland hebben in dit kader verantwoordelijkheden. Partijen kunnen gezamenlijk vanuit ieders verantwoordelijkheid invulling geven aan de herstructurering. De verdeling van de verantwoordelijkheden met betrekking tot het verwerken van hemelwater is aangegeven in het kader ‘wie doet wat’, opgenomen in paragraaf 1.2. 8 3 Veiligheid en waterkeringen 3.1 • • Beleid en vergunningen Waterverordening Zuid-Holland: in de provinciale waterverordening is vastgelegd wat het gewenste veiligheidsniveau is van de regionale waterkeringen. Het veiligheidsniveau is aangegeven als de gemiddelde overschrijdingskans per jaar. Het wenselijke veiligheidsniveau is gerelateerd aan de economische schade die bij het falen van de waterkering kan optreden. Legger en Keur: Delfland heeft in haar legger waterkeringen de ligging en de minimale afmetingen van de waterkeringen vastgelegd. Rondom de waterkeringen is een keurzone vastgesteld, die bestaat uit een kernzone en een beschermingszone. Binnen deze zones zijn op basis van de Keur beperkingen gesteld aan activiteiten die het waterkerende vermogen van de kering nu of in de toekomst kunnen beïnvloeden. Voor het bouwen binnen de kernzone van een waterkering kan in principe geen toestemming worden verleend, met uitzondering van ongefundeerde kasgevels. Voor het bouwen of werken binnen de beschermingszone wordt een keurvergunning (watervergunning) bij Delfland aangevraagd. De keurzone (kern- en beschermingszone) van de waterkeringen zal in de voorschriften en op de plankaart worden bestemd. Voor werkzaamheden binnen de keurzone is een watervergunning nodig. Delfland gaat er van uit dat voor werkzaamheden binnen de keurzone van de waterkeringen een adviesverplichting van de waterbeheerder en een verwijzing naar de keur/watervergunning wordt opgenomen in de voorschriften van het bestemmingsplan. 3.2 Huidige situatie Binnen het plangebied ligt een aantal waterkeringen. In Figuur 2 zijn de waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland weergegeven. Het plangebied is globaal gelegen binnen de cirkel. Delfland heeft in de legger de keurzones van de waterkeringen gedetailleerd opgenomen. Hieronder worden de waterkeringen welke binnen het plangebied liggen beschreven. Figuur 2: Waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland. Het plangebied is globaal gelegen binnen de cirkel. Zeewering De Zeewering is een primaire waterkering die onderdeel uitmaakt van dijkring 14. Deze waterkering heeft een overschrijdingskans (veiligheidsnorm) van eens in de 10.000 jaar. De Zeewering is gelegen langs de Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg en beschermd het achterliggende land tegen overstromingen vanuit zee. De landwaartse begrenzing van de kernzone vormt de lijn 300 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. 9 De landwaartse begrenzing van de beschermingszone vormt de lijn 600 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. Op een aantal locaties is de keurzone breder of juist smaller. De exacte ligging is vastgelegd in de Legger Zeewering. Maasdijk De Maasdijk is een regionale waterkering, een binnenwaterkering. Voor de Maasdijk bestaat geen wettelijke veiligheidsnorm. In de legger is voor deze waterkeringen echter wel een vereiste waakhoogte en kadeafmeting opgenomen. De kernzone van de Maasdijk is 30 meter, de beschermingszone is 25. De totale keurzone is dus 80 m. Boezem- en polderkaden In het gebied liggen boezem- en polderkaden, die beide vallen onder de regionale keringen. Boezemkaden beschermen het achterliggende gebied tegen het hoger gelegen boezemwater. Het Westland kent echter ook veel opmalingspolders. Dit zijn polders die hoger liggen dan het boezemwater en waar het water wordt opgemalen om de polder van voldoende water te voorzien. In de gemeente Westland liggen vooral boezemkaden. Polderkaden zijn waterkeringen die laag gelegen poldergebieden (met hun vaak verschillende waterpeilen) van elkaar scheiden. Met uitzondering van de Oud en Nieuw Wateringveldsche polder (veiligheidsklasse V, overschrijdingsfrequentie 1/1000) hebben alle boezemwaterkeringen veiligheidsklasse III met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie van eens in de 100 jaar. Voor de polderwaterkeringen bestaan geen wettelijke normen. In de legger zijn voor deze waterkeringen echter wel vereiste waakhoogten en kadeafmetingen opgenomen. De kernzone voor kades varieert. Figuur 3 geeft schematisch weer hoe Delfland de kernzone vaststelt. Hierbij wordt gerekend met een niveau van de boezem van -0,43 m NAP (vast peil). De beschermingszone bedraagt altijd 15 m. ≥ 3m ≥ 1:5 H 5m 15 m 5×H+8 beschermingszone (*) kernzone beschermingszone Figuur 3: Schematisch overzicht bij keurzone met dijksloot. De volgende tabel (Tabel 1) geeft per polder het streefpeil van het laagste peilvlak. De variabele H is gelijk aan het verschil tussen het boezempeil en het streefpeil in de polder. De ruimte die Delfland wil reserveren voor de kernzone is in de tabel opgenomen. Tabel 1: Minimale polderpeil en breedte kernzone (bron: overzichtskaart Hoogheemraadschap van Delfland, 1985) Poldernaam Laagste streefpeil [m] Boezemland* Boschpolder Dijkpolder Dorppolder Groeneveldse polder Heen- en Geestvaartpolder** Hoefpolder -0,85 -1,30 -2,50 -2,32 -0,40 -1,70 Klaas Engelbrechtpolder Kralingerpolder Nieuwland en Noordland* Olieblok** -2,52 -2,30 -0,30 -0,42 Breedte kernzone [m] Boezem- en polderkaden 11 13 19 18 15 19 18 9 - Breedte beschermingszone [m] Breedte keurzone [m] 15 15 15 15 15 26 28 34 33 30 15 15 15 - 34 33 24 - 10 Oranjepolder* -0,20 10 15 25 Oranjepolder* Oud en Nieuw Wateringveldsche polder Oude Campspolder -0,20 -4,55 10 29 15 15 25 44 -1,77 15 15 30 Oude en Nieuwe Broekpolder Oude Lierpolder Oudeland** Poelpolder Staalduinen* Vlietpolder Waalblok** Westmade -3,80 -1,91 -1,85 0,18 -1,65 -0,40 -1,20 25 16 16 11 15 12 15 15 15 15 15 15 40 31 31 26 30 27 Wippolder -0,93 11 15 26 Zwartenhoek** -0,40 * Voor deze polders geldt dat ze een polderpeil hebben dat hoger ligt of gelijk is aan de kern- en beschermingszone aan de boezemkant van de buitenkruin getekend moeten worden. De buitenkruin ligt immers aan de kerende zijde en de ruimtereservering moet daarom aan de andere kant. ** Deze polders hebben geen polder of boezemkaden in de legger en zodoende geen zonering (afgezien natuurlijk van een eventuele zonering van de Maasdijk of Zeewering). Niet alle waterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de in de Waterverordening Zuid-Holland gestelde veiligheidsnormen. Delfland heeft de opgave om de genormeerde kaden op orde te hebben. Hieruit is het programma van kadeverbeteringsprojecten ontstaan. Delfland is momenteel bezig met de toetsing van de waterkeringen en het uitvoeren van de kadeverbeteringsprojecten. Delfland gaat ervan uit dat de keurzone van de waterkeringen als zodanig worden bestemd en opgenomen in de voorschriften en op de plankaart. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen aanpassingen en verleggingen van waterlopen en waterkeringen binnen de looptijd van het bestemmingsplan ruimtelijk worden vastgelegd. 3.3 Gewenste toekomstige situatie In de looptijd van het bestemmingsplan zullen de resterende kadeverbeteringsprojecten worden gerealiseerd. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt er met een ruimtereservering voor de kadeverbeteringsprojecten rekening gehouden. In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is het mogelijk kansen te benutten voor verbetering van de waterkeringen. Over de gewenste of noodzakelijke aanpassingen en/of verleggingen van de waterkeringen wordt overlegd met Delfland. Daarbij wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden die gelden voor ontwikkelingen binnen de keurzone van de waterkeringen en wordt rekening gehouden met beheer en onderhoud van de waterkeringen. 11 4 Waterkwantiteit 4.1 4.1.1 Beleid Waterverordening Zuid-Holland (zie hoofdstuk 1) In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast vastgesteld. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op de berging- en afvoercapaciteit. De normen voor wateroverlast zijn verschillend per vorm van landgebruik en zijn gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachte schade bij overstromingen. Voor het glastuinbouwgebied is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Dit betekent dat er eens in de 50 jaar kans op wateroverlast vanuit het oppervlak plaats mag vinden. In Tabel 2 zijn de normen voor wateroverlast weergegeven voor de verschillende vormen van landgebruik. Tabel 2: normen wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik (Waterverordening Zuid-Holland). Norm gerelateerd aan vorm van landgebruik Binnen bebouwde Bebouwd gebied Kom Overig gebied Hoofdinfrastructuur en spoorwegen Glastuinbouw en hoogwaardige Buiten bebouwde land- en tuinbouw Kom Akkerbouw Grasland 4.1.2 Norm 1/100 1/10 1/100 1/50 Maaiveldcriterium 0% 5% 0% 1% 1/25 1/10 1% 5% Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.: • Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak; • Een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen; • Realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen; • Innovatief en duurzaam werken. Het beoogde resultaat is uitgewerkt in concrete maatregelen in het uitvoeringsprogramma van het Waterbeheerplan. 4.1.3 Afvoer- en bergingscapaciteit Delfland In 2002 heeft het Hoogheemraadschap van Delfland de landelijke beschermingsniveaus (zoals ook vermeld in de Waterverordening Zuid-Holland) vertaald naar normen voor de benodigde afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem en de polders (normen ABC-Delfland). Het beschermingsniveau voor glastuinbouwgebied van 1/50 jaar is bijvoorbeeld vertaald in een ABC-bergingsnorm van 325 m3/ha. Belangrijke uitgangspunten die aan de bergingsnormen van Delfland ten grondslag liggen zijn: percentage verhard oppervlak, het type rioleringssysteem, de afvoercapaciteit (bemalingsnorm) en de bodemopbouw. Bij de bergingsnorm voor het glastuinbouwgebied is uitgegaan van een percentage onverhard oppervlak van 25 %. Dit onverharde oppervlak zorgt ervoor dat hemelwater kan worden vastgehouden (infiltreren in de bodem) daar waar het valt en vertraagd wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater waardoor de piekafvoer minder groot is. De ABC-bemalingsnorm voor verhard oppervlak (geldend voor het glastuinbouwgebied) is vastgesteld op 28,8 mm/d. In Tabel 3 zijn de ABC bemalingsnormen weergegeven voor onverhard en verhard oppervlak. Tabel 4 geeft de ABC Bergingsnormen weer voor verschillend landgebruik met de daarbij behorende uitgangspunten voor het percentage verhard en onverhard oppervlak. Tabel 3: Bemalingsnormen voor toetsing gemaalcapaciteit Bemalingsnorm 14,4 mm/d (10 m3/min.100ha) 28,8 mm/d (10 m3/min.100ha) Onverhard oppervlak Verhard oppervlak Tabel 4: ABC Bergingsnormen bij verschillend landgebruik Landgebruik Beschermingsniveau Grasland Akkerbouw 1/10 1/25 Faalcriterium Laagste maaiveld 5% 1% Verhard oppervlak Onverhard oppervlak ABC bergingsnorm 0% 5% 100% 95% 170 m3/ha 275 m3/ha (17,0 mm) (27,5 mm) 12 Glastuinbouw Stedelijk gebied Bedrijventerrein Overstortbemalingsgebieden • • • • 4.1.4 1/50 1/100 1/100 1/100 1% 0% 0% - 75% 50% 80% - 25% 50% 20% - 325 m3/ha (32,5 mm) 325 m3/ha (32,5 mm) 550 m3/ha (55,0 mm) 200 m3/ha (20,0 mm) - Pompovercapaciteit 5mm/uur NBW: bij nieuwe ontwikkelingen en herinrichtingprojecten moet het systeem op orde zijn of blijven voor wateroverlast en –tekort. Bij de keurvergunning/watervergunning geldt voor wateroverlast het principe ‘Dempen is graven’. Volgens de ‘Beleidsregels Dempen en Graven’ (Delfland, 2009) wordt er als er tot dempen van wordt overgegaan vervangend oppervlaktewater gegraven, zodanig dat de aanwezige wateroppervlakte minimaal gelijk blijft. Delfland gaat er van uit dat het hoofdwatersysteem van de boezem en polder in de voorschriften en op de plankaart als zodanig zal worden opgenomen en bestemd. Algemeen principe ‘Vasthouden, bergen en afvoeren’. Aangezien water zich niet houdt aan waterschaps- of gemeentegrenzen is samenwerking nodig om te voorkomen dat problemen worden afgewenteld of doorgegeven. Hiertoe zullen maatregelen om wateroverlast te voorkomen genomen worden volgens de voorkeursvolgorde: vasthouden, bergen en afvoeren (zie ook Kaderdocument Vasthouden en Bergen, Delfland, 2008). De primaire de verantwoordelijkheden met betrekking tot het verwerken van hemelwater is aangegeven in het kader ‘wie doet wat’, opgenomen in paragraaf 1.2. Oog voor lokale omstandigheden Feitelijke lokale omstandigheden vragen om gebiedsgericht maatwerk voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Bijvoorbeeld wanneer het percentage onverhard oppervlak binnen het gebied zeer groot of zeer klein is, of waar er niet op conventionele wijze (aanleg van oppervlakte water) aan het gewenste beschermingsniveau kan worden voldaan. Delfland, de gemeente Westland en de initiatiefnemer zullen dan in intensieve samenwerking de mogelijkheden bekijken voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Bij geen mogelijkheid tot conventionele maatregelen zal bijvoorbeeld gekeken worden naar (andere) vasthoud(bijv. collectieve gietwaterbassins), bergings- en afvoermaatregelen. In de proeftuinen Waalblok en Oranjepolder is met gebiedsgericht maatwerk ervaring opgedaan, dat als voorbeeld gebruikt kan worden voor andere projecten. Een belangrijk punt van aandacht is het voorkomen van een toename van de kans op wateroverlast door bijvoorbeeld een toename van verharding binnen een waterstaatkundige eenheid met onvoldoende bergingscapaciteit. Dit geldt ook voor toename van verharding binnen bestaande functies. Dit knelpunt is ook in de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' van gemeente Westland en Delfland opgenomen. Door de gemeente Westland wordt, in overleg met Delfland, bekeken of en hoe in de voorschriften/bouwregels voor de functie glastuinbouw nadere regels kunnen worden opgenomen ter voorkoming van de verdere verslechtering van de waterhuishouding. Gedacht kan worden aan regels/maatregelen ten aanzien van minimale vloerpeilen, waterbestendig bouwen, waterdoorlatende erf en parkeervoorzieningen, het onverhard inrichten van vrije ruimtes (binnen de geldende afstandsmaten) en het voorkomen of compenseren van ongewenste toename van verharding. Compenserende maatregelen en gebiedsgericht maatwerk-oplossingen kunnen bijdragen om op het niveau van de waterstaatkundige eenheid een toename van de kans op wateroverlast te voorkomen. 4.2 Huidige situatie De huidige situatie is per polder en voor het boezemgebied in kaart gebracht en bondig beschreven in de bijlage van deze waterparagraaf. Dit geeft initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen inzicht in de wateropgave van het betreffende gebied. In algemene zin kan worden gesteld dat er nog een forse waterbergingsopgave is in het Westland en dat de oplossing in samenwerking tussen partijen tot stand moet worden gebracht. Dat betekent, zoals ook omschreven in paragraaf 1.2 dat alle partijen hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Watersysteem Het watersysteem binnen het beheersgebied van Delfland bestaat uit boezemland en polders. Het boezemland binnen de gemeente Westland loopt onder vrij verval af op het boezemsysteem. De polders van Delfland vangen het overtollige water op in sloten vanwaar het water naar de poldergemalen stroomt. De poldergemalen pompen dit water naar de hoger gelegen boezem. De boezem is het hooggelegen water dat functioneert als tussenstap voor de afvoer van polderwater naar het buitenwater (Noordzee en Nieuwe Waterweg). Een uitgebreid stelsel van boezemwatergangen brengt het water tot aan de randen van het gebied van Delfland. Dezelfde boezemwatergangen worden vooral in de zomer gebruikt voor het aanvoeren van water naar polders en naar het boezemland. Met behulp van de boezemgemalen van Delfland wordt het water van de boezem op peil gehouden, zowel in aanvoer- als in afvoersituaties. Het boezemland en de polders worden beschermd door verscheidene waterkeringen. 13 Boezem Wanneer de ABC-boezem maatregelen van ABC-Delfland zijn uitgevoerd (momenteel zijn er nog 4 resterende projecten), zijn de bergingsdoelstellingen voor het boezemland voorlopig bereikt. Vervolgens is het van belang dat de dan nog aanwezige hoeveelheid open water behouden blijft en dat het verharde oppervlak niet zonder compenserende/ mitigerende maatregelen toeneemt. Daarnaast vraagt het onttrekken van gebieden aan de polder en het toevoegen van deze gebieden aan het boezemland aandacht voor het handhaven van het beschermingsniveau van de boezem. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de bergingsopgave in de polders om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog meer ruimte voor waterberging nodig, om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te kunnen bieden. Kansen die zich voordoen in de boezem, zullen hierop vooruitlopend serieus in overweging worden genomen en worden afgewogen op bijdrage aan de totale waterproblematiek, ook wanneer de oplossing in de polders nog niet volledig gerealiseerd is. In het boezemgebied binnen de gemeente Westland geldt het streefpeil van NAP -0,43m en een maximaal toelaatbare peilstijging van 0,35m. Delfland gaat ervan uit dat de boezemwatergangen die behoren tot het primaire watersysteem in de voorschriften en op de plankaart van het bestemmingsplan worden opgenomen en als ‘water’ worden bestemd. En dat voor ontwikkelingen die een wijziging van het (primaire) watersysteem beogen een adviesverplichting van de waterbeheerder in de voorschriften zal worden opgenomen. Daarnaast is er voor werkzaamheden in of nabij een watergang een watervergunning vereist. Polders Delfland gaat ervan uit dat de polderwatergangen die behoren tot het primaire watersysteem in de voorschriften en op de plankaart van het bestemmingsplan worden opgenomen en als ‘water’ bestemd. Daarnaast is er voor werkzaamheden in of nabij een watergang een watervergunning vereist. Tabel 5: Totale bergingsopgave en een indicatie van de ruimtelijke opgave voor de polders geheel of gedeeltelijk gelegen binnen het plangebied. (uitgangssituatie sept. 2008) Polder Totaal Ruimtelijke opgave Geheel opmerking bergingstekort (m2) (indicatie, binnen 3 (m ) uitgaande van 0,30 m plangebied peilstijging) Westmade 11.000 36.667 Zwartenhoek 1.500 5.000 X gewenst boezemland Dijkpolder (Poeldijk) 24.600 82.000 Wippolder 13.800 46.000 Oud- en nieuw 35.350 117.833 Wateringveldsche polder Oude en nieuwe Broekpolder 13.500 45.000 Boschpolder 8.900 29.667 Het Waalblok 11.250 37.500 X Polder Nieuwland en 22.500 75.000 Noordland Heen en Geestvaartpolder 14.300 47.667 Het Oudeland 4.500 15.000 Staalduinen 7.200 24.000 Het Olieblok 11.000 3.667 X Vlietpolder 15.000 50.000 Oranjepolder 91.500 305.000 Oude Lierpolder 29.000 96.667 Groeneveldse polder 19.500 65.000 Hoefpolder 6.700 22.333 Kralingerpolder 92.100 307.000 Opgave geldt voor Kralingerpolder, Dorppolder noord en Oude Campspolder Dorppolder 19.800 66.000 Opgave geldt voor Dorppolder zuid 4.3 Gewenste toekomstige situatie Binnen het thema waterkwantiteit zijn een aantal uitgangspunten van kracht. Zo dienen dempingen volledig te worden gecompenseerd. Uit de ABC-studies van Delfland is gebleken dat voor veel van de polders in gemeente Westland extra waterbergingscapaciteit benodigd is. De herstructurering biedt kansen om het bergingstekort in te vullen of te verkleinen. In de praktijk betekent dit dat hier invulling aan gegeven wordt bij eht verlenen van een omgevingsvergunning, watervergunning of een bestemmingsplanwijziging. Gebiedsgericht maatwerk is nodig wanneer het inpassen van de bergingsnorm (325 3 m /ha) niet op conventionele manier (aanleg open water) mogelijk en afdwingbaar is. Dit is in gevallen waarbij de 14 uitgangspunten in de praktijk (het gebied) sterk afwijken van de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het bepalen van de norm. Denk hierbij aan een zeer groot of zeer klein percentage verhard oppervlak, In deze situaties moet er gebiedsgericht maatwerk geleverd worden waarbij het er uiteindelijk om gaat om het beschermingsniveau voor het glastuinbouwgebied van een kans op wateroverlast van eens in de 50 jaar te behalen. Bij het toepassen van gebiedsgericht maatwerk om uiteindelijk het gewenste beschermingsniveau te behalen is het aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het plangebied een bui die eens in de 50 jaar (beschermingsniveau voor glastuinbouwgebieden) valt kan verwerken. Deze 1/50 bui houdt in dat er 101 mm neerslag in 48 uur valt. Indien gemotiveerd afgeweken kan worden, zal het Hoogheemraadschap van Delfland vanuit haar adviesrol in intensieve samenwerking met de initiatiefnemer de mogelijkheden bekijken voor het gebiedgerichte maatwerk. Bij voorkeur doet Delfland dit aan de hand van watergebiedsstudies, die een actueel beeld geven van de waterproblematiek en waardoor er in overleg met de glastuinbouwsector naar meer gebiedsgerichte oplossingen kan worden gezocht. Ervaring met het toepassen van gebiedsgericht maatwerk is onder andere opgedaan in de proeftuinen Waalblok en Oranjepolder. Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingniveau en verbetering van de waterhuishouding te kunnen behalen zijn doorgaans diverse maatregelen nodig. Een aantal mogelijke maatregelen zijn hieronder genoemd. Kansen benutten voor verbeteren waterhuishouding en het behalen van het gewenste beschermingsniveau in het kader van de herstructurering - - - Houd de laagst gelegen delen van het peilgebied vrij van schadegevoelige bebouwing. Delfland raadt dit aan vanwege de kans op wateroverlast. Wordt hier toch gebouwd, neem dan aanvullende maatregelen. Bijvoorbeeld waterdicht bouwen tot een minimale hoogte van 0,60 m boven hoogst aanliggend waterpeil of het hanteren van een minimaal vloerpeil van 0,60 m boven het hoogst aanliggend waterpeil. Geef groene en blauwe functies een plek op de laagste delen van het plangebied. Zorg dat kwetsbare functies, zoals nutsvoorzieningen, bedrijfsruimten, laad en los plaatsen, uitstroompunten van terreinriolering, lozingsbuizen van onderbemalingen, etc. altijd beschikken over voldoende drooglegging (waterdicht bouwen tot/ vloerpeil van minimaal 0,6 meter boven hoogst aanliggende waterpeil); Kies de peilhoogte voor gebouwen en constructies zodanig dat ook bij maximale waterstanden hier geen schade aan optreedt. Zorg dat functies met een hoger beschermingsniveau dan glastuinbouw (bijvoorbeeld woningbouw) ook daadwerkelijk hoger liggen binnen het plangebied. Maak in het ontwerp een zo hoog mogelijke toelaatbare peilstijging mogelijk (0,6m). Creëer voldoende ruimte voor de opvang van hemelwater in bassins (collectieve regenwateropvang). Zorg dat in de zomerperiode voldoende ruimte in bassins aanwezig is om extra neerslagwater op te kunnen vangen. Juist in de zomermaanden komen piekbuien voor! Maatwerk ten aanzien van het volume van het door de perceeleigenaar op oppervlaktewater te lozen hemelwater. Maak maximaal gebruik van hemelwater, zodat de afhankelijkheid van de aanvoer van zoetwater in droge perioden zo klein mogelijk is. Positioneer waterbassins zodanig in het plan, dat lozingen vanuit het bassin alleen op watergangen met voldoende capaciteit plaatsvindt. Voorkom met het kiezen van lozingspunten dat elders in de afwatering wateroverlast optreedt Voor functies met een hoger wenselijk beschermingsniveau dan die van het omliggende landgebruik is het wenselijk maatregelen te nemen om dit beschermingsniveau te behalen. Laat de verharding niet toenemen zonder deze te compenseren in waterberging. Zorg dat er voldoende onverhard gebied per peilvak aanwezig is, compenseer toename verharding. Pas verharding (oprit, parkeerterrein) zoveel mogelijk in doorlatende vorm toe. Bekijk mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik; bouwen op water, waterberging onder kassen. Vraag Delfland om advies bij de uitwerking van deze aandachtspunten! Vasthouden, bergen en afvoeren Aangezien water zich niet houdt aan waterschaps- of gemeentegrenzen is samenwerking nodig om te voorkomen dat problemen worden afgewenteld of doorgegeven. Hiertoe worden maatregelen om wateroverlast te voorkomen genomen volgens de voorkeursvolgorde; vasthouden, bergen en afvoeren, zoals dat ook is beschreven in paragraaf 1.2.9. In de bijlage zijn factsheets opgenomen met een beschrijving van het boezemgebied en van de verschillende polders. In deze factsheets wordt ingegaan op de hoofdwaterstructuur, knelpunten, oplossingsrichtingen en mogelijke vervolg acties. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het Waterplan ‘Westlands Water Nu en Later’ (2008) en de daarbij behorende waterstructuurvisie. Bij herstructurering is het gewenst met de maatregelen en oplossingsrichtingen rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten. Door middel van 15 het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen maatregelen in de looptijd van het bestemmingsplan ruimtelijk worden vastgelegd. 16 5 Watersysteemkwaliteit en ecologie 5.1 • • • Beleid Europese Kaderrichtlijn Water (KRW): de KRW is in 2000 in werking getreden en bedoeld om te zorgen voor een goede chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem. De KRW doelstellingen zijn gericht op het voorkomen van achteruitgang (behalen standstill) en het streven naar verbeteren van de ecologische (verbetering tot aan GEP, Gewenst Ecologisch Potentieel) en chemische toestand. Bestuursovereenkomst KRW Delfland: in de Bestuursovereenkomst KRW Delfland hebben betrokken partijen afspraken gemaakt over te nemen maatregelen en verantwoordelijkheden voor de aanpak in het beheersgebied van Delfland. Deze bestuursovereenkomst onderstreept de bestuurlijke samenwerking tussen de provincie, het waterschap, gemeenten en het stadsgewest Haaglanden. In figuur 5 zijn de KRW Waterlichamen binnen Delfland weergegeven. In de gemeente Westland ligt het KRW-waterlichaam de Westboezem welke in deze figuur met een lichtblauwe lijn is aangegeven. Verschillende boezemwatergangen welke behoren tot het KRW-waterlichaam de Westboezem liggen binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied. Figuur 5: KRW Waterlichamen binnen Delfland. Het gedeeltelijk binnen het plangebied gelegen KRW-lichaam de Westboezem is met een lichtblauwe lijn aangegeven. De KRW opgave voor een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde stoffen. In de bestuursovereenkomst zijn hiertoe diverse maatregelen opgenomen. Voor het glastuinbouwgebied zijn er als aanvullende maatregel landelijke emissienormen vastgesteld en wordt er gestreefd naar het voorkomen van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater. De KRW maatregelen ten aanzien van de ecologische waterkwaliteit bestaan uit het aanleggen van natuurvriendelijke oevers, het aanleggen van paaiplaatsen en het vispasseerbaar maken van kunstwerken. Onderdeel van de bestuursovereenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de ruimtelijke KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen moeten worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen. 17 5.2 Huidige situatie De waterkwaliteit in Westland is de laatste jaren verbeterd, maar voldoet nog niet aan de geldende milieukwaliteitsnormen. De huidige chemische waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm. MTR staat voor het Maximaal Toelaatbaar Risico. De oorzaken van het niet voldoen aan deze normen zijn: • proceswater van bedrijven; • overstorten van de gemeentelijke riolering; • diffuse bronnen van huishoudens, bedrijven en verkeer; • kwel vanuit en inzijging naar het grondwater. Daarnaast voldoet de huidige ecologische waterkwaliteit niet aan de norm, het GEP. GEP staat voor Goed Ecologisch Potentieel en is de benodigde score waaraan de ecologische indicatoren moeten voldoen. De ecologische indicatoren zijn algen, kleine ongewervelde waterdieren, waterplanten en vissen. De oorzaken van het niet voldoen aan deze score zijn: • het onvoldoende aanwezig zijn van geschikte plekken voor plantengroei; • Het onvoldoende aanwezig zijn van geschikte plekken voor het paaien en opgroeien van vis en onvoldoende mogelijkheden voor vismigratie; • Het beheer en onderhoud zijn nog onvoldoende afgestemd op de eisen die water- en oeverplanten, vissen en andere waterdieren stellen aan hun leefomgeving; • De concentraties van verontreinigende stoffen zijn te hoog voor de ontwikkeling van een gezond aquatisch ecosysteem . Hierbij vormen de nutriënten stikstof en fosfor het grootste probleem. De feitelijke ruimtelijke KRW-opgave ligt in de inrichting van de boezemkanalen. Deze ruimtelijke opgave voor de KRW is fors. In het beheersgebied van Delfland zal ruimte gemaakt moeten worden om de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren. Een uitdagende opgave die in het overvolle gebied van Delfland op dit moment nog niet overal gerealiseerd kan worden. 5.3 Gewenste toekomstige situatie Ook op het gebied van waterkwaliteit wordt er al flink wat gedaan om de situatie te verbeteren. Een van de belangrijkste projecten is het rioleringsplan waarbij de glastuinbouwbedrijven worden aangesloten op het rioleringsstelsel. Daarnaast is Westland initiatiefnemer in diverse projecten waarbij wordt gewerkt aan een verbetering van zowel de waterkwantiteit als de waterkwaliteit (Waalblok, ONW locaties). Ook de glastuinbouwsector draagt bij aan de verbetering door te gaan voldoen aan emissiedoelstellingen die onder andere door de glastuinbouwsector zelf worden gemaakt. Door uitvoering van deze projecten zal de (chemische) waterkwaliteit aanzienlijk verbeteren. Verbetering van de ecologie is een verplichting volgens de Europese Kaderrichtlijn Water. Landelijk zijn referentiedoelstellingen geformuleerd voor het realiseren van de ecologische opgave in sloten en kanalen. De rijksoverheid werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur waarin de doelstellingen worden vastgelegd. Zo wordt onder andere geformuleerd dat vijfentwintig procent van het wateroppervlak bedekt moet zijn met waterplanten, lees: natuurvriendelijke oevers. De meest optimale manier om dit te bereiken, is de aanleg van natuurvriendelijke oevers over de totale lengte van de kanalen aan één zijde van de oever. Ook het aanleggen van paaiplaatsen en vispassages behoren tot de maatregelen om de beoogde doelstellingen te bereiken. 18 Tabel 6: Breedte van de natuurvriendelijke oevers (nvo’s) voor de kanalen in het KRW-lichaam de Westboezem, benodigd aan één zijde van het kanaal over een bepaalde lengte voor het bereiken van het GEP. Kanalen in de Westboezem Boonervliet Boschsloot Bree- of Lichtvoetswatering Dulder Gaag Gantel Groeneveldsche- of Monsterwatering Lee- of Lierwatering Look Lopend gat Lots- of Harnaschwatering Middelvliet Middelwatering Monstersevaart Naaldwijkse vaart Nieuwe tuindersvaart Lengte aanleg nvo (m) 5521 2298 2716 Breedte nvo voor GEP (m) 12 2 7 1163 902 2787 2595 4 5 4 4 3610 2746 709 2582 3900 1890 736 2480 2500 6 2 2 2 7 3 4 3 2 Kanalen in de Westboezem Nieuwe Vaart Nieuwe water Noordhoornsche Watering Noordvliet Oostgaag Oranjekanaal Poelwatering s’Gravenzandse vaart Strijp Verlengde Strijp Vlaardingervaart Vlotwatering Wennetjessloot Westgaag of Spartelvaart Zijde Zuidgaag Zweth Zwethkanaal Lengte aanleg nvo (m) 4686 9068 915 3939 3515 2758 2613 1750 6180 1619 4301 2415 2000 3443 2768 2843 2375 3819 Breedte nvo voor GEP (m) 3 4 3 6 4 6 3 3 3 4 12 4 3 2 5 3 4 4 Daarnaast moeten ook verontreinigende activiteiten zoals lozing van vervuild afvalwater vanuit de glastuinbouw en het gebruik van uitlogende- of bitumineuze materialen voorkomen worden. In het kader van de herstructurering van het glastuinbouwgebied zullen er zoveel mogelijk kansen worden benut voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Naast de KRW maatregelen zijn daarbij de volgende aandachtspunten uit oogpunt van waterkwaliteit: • Voorkomen van diffuse lozingen vanuit de glastuinbouw. • Negatieve effecten van lozingen aanpakken door zorgen voor verbetering van aan- en afvoer van oppervlaktewater nabij lozingspunten en voor lozingspunten de juiste locatie kiezen. • Grotere opvangvoorziening regenwater en langer hergebruik van het water. • Aanleg Collectieve gietwatervoorzieningen waarbij het mogelijk is om op rendabele wijze geavanceerde gietwaterbereidingstechnieken als membraanfiltratie toe gepast kunnen worden door de schaalvergroting en collectieve financiering. • Gebruik CAD-systeem waardoor er mogelijkheden ontstaan voor hergebruik van bedrijfsafvalwater. • Aanleggen van drukriolering in het buitengebied waardoor bedrijven hun afvalwater kunnen lozen zonder dat er hierdoor waterkwaliteitsproblemen ontstaan door riooloverstorten. • Hemelwater van schone oppervlakken afkoppelen en (vertraagd) afvoeren richting het oppervlaktewater. 19 6 Onderhoud en bagger 6.1 Beleid Het beheer en onderhoud van de watergangen binnen het plangebied is vastgelegd in de Delflandse keur. Het onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. Het primaire watersysteem inclusief de onderhoudsstroken zijn vastgelegd in de legger wateren. De volgende uitgangspunten zijn in dit verband relevant: • Leg bij nieuwe projecten de onderhoudsstrook aan als een doorgaand berijdbaar onderhoudspad, vrij van obstakels en bebouwing, dat vanaf de openbare weg bereikbaar is. Zorg bij nieuw aan te leggen watergangen voor voldoende ruimte op de oevers om de baggerspecie te kunnen bergen. • Wanneer de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, overleg dan met Delfland. • Voor de watergangen die door Delfland moeten worden onderhouden geldt een ruimtereservering voor onderhoud. De ruimtereservering voor het onderhoud meet Delfland vanaf de insteek. In de meeste gevallen is echter de oever-waterlijn wel bekend, maar de insteek niet. Delfland hanteert de vuistregel dat de insteek 1 m buiten de oever-waterlijn ligt (zie figuur 6). Een uitzondering hierop zijn natuurvriendelijke oevers, Delfland vraagt dat deze oevers geheel de bestemming water krijgen. • Beheer, onderhoud en inspectie van de waterkering, die door Delfland wordt onderhouden, moet te allen tijde mogelijk zijn. onderhoudsstrook: 4 m (onderhoudsmateriaal) onderhoudsstrook: 4 m (onderhoudsmateriaal) insteek tot insteek (bestemmen als water) 1m 1m breedte op schouwpeil onderhoudsstrook: 1 m (schouw en inspectie) bergingsstrook: 1 m (schouw en inspectie) Figuur 6: Principe schets ruimtereservering onderhoud primaire watergangen. Watergangen en kunstwerken worden zoveel mogelijk rijdend onderhouden vanwege uitvoeringstechnische en financiële aspecten. Voor onderhoud vanaf de kant zijn onderhoudsstroken noodzakelijk voor onderhoudsmateriaal en werkruimte. Wanneer binnen deze onderhoudsstroken wordt gebouwd moet contact te worden opgenomen met team Regulering en Planadvisering van de sector Vergunning en Handhaving van Delfland. Bij de aanleg van nieuwe wateren en verbreden van bestaande wateren gelden de volgende breedtes van onderhoudsstroken: 1. Bij wateren met een breedte tot 5 meter (gemeten op de waterlijn) is een onderhoudsstrook van 4 m aan één zijde voldoende. De (onderhouds)strook aan de andere zijde kan 1 m breed zijn. 2. Wateren met een breedte tussen de 5 en 10 meter moet Delfland aan beide kanten kunnen onderhouden. Hiervoor zijn aan weerszijden van de hoofdwatergang onderhoudsstroken met een breedte van 4 meter nodig. 3. Wateren met een breedte groter dan 10 meter (of die met vergunning breder worden gemaakt), moeten varend onderhouden kunnen worden. Ook wateren waar de aanliggende perceeleigenaren de onderhoudsstrook van 4 meter willen benutten moeten varend onderhouden kunnen worden. Dit komt bijvoorbeeld voor als dicht op de insteek wordt gebouwd (in overleg met Delfland). Voor varend onderhoud zijn onderhoudsstroken nodig van 1 meter aan beide zijden van de watergang. Delfland stelt de volgende eisen aan het traject dat varend onderhouden wordt: • Lengte traject: ten minste 500 m. • Minimale breedte watergang: 3,50 meter (gemeten op de waterlijn). • Minimale diepte watergang: 1 meter. • Minimale doorvaarbare hoogte: 1m. 4. Langs een nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oever met plasberm, drasberm of vooroever is een onderhoudsstrook van 4 meter aanwezig. 20 Natuurvriendelijke oevers worden buiten het bestaande doorstroomprofiel aangelegd. In geval van nieuw te graven water is dat buiten het minimale doorstroomprofiel. Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. 6.2 Huidige situatie Delfland is verantwoordelijk voor het onderhoud van het primaire watersysteem en de waterkeringen. Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. Voor het noodzakelijke beheer en onderhoud van het watersysteem is ruimte nodig in de vorm van onderhoudsstroken, zoals deze zijn aangegeven in paragraaf 6.1. De exacte afmetingen van het primaire en secundaire watersysteem inclusief de onderhoudsstroken zijn vastgelegd in de legger wateren. In het beheersgebied van Delfland bestaat formeel de ontvangstplicht voor baggerspecie. Deze houdt in dat eigenaren van oeverpercelen ruimte vrij houden voor onderhoudsspecie. In bestaande glastuinbouwlocaties ontbreekt hiervoor vaak de fysieke ruimte. In deze gevallen wordt de specie afgevoerd naar een rijpingsdepot dat de gemeente aanwijst. Delfland reguleert in zijn beheersgebied het onderhoudsbaggeren door middel van het zogenoemde baggervakkensysteem. Zij die een baggerverplichting hebben moeten die plicht synchroon met het systeem vervullen. Delfland baggert zelf de boezemkanalen (primaire boezemwateren), veruit de meeste secundaire en tertiaire boezemwatergangen, alle primaire watergangen in polders en alle dijksloten. De resterende watergangen (met status overige polderwateren) vallen onder de onderhoudsplicht van de aangelanden. Binnen het plangebied liggen verscheidene baggervakken. In het Baggerprogramma is voor elk baggervak aangegeven in welk baggerseizoen (dit is een winterseizoen) dit vak aan de beurt is. In dat seizoen worden alle in dat vak gelegen watergangen gebaggerd, voor zover zij zijn verondiept. In principe is acht jaar later de eerstvolgende controlebeurt om gebaggerd te worden. 6.3 Gewenste toekomstige situatie Bij herstructurering wordt geadviseerd om rekening te houden met de benodigde onderhoudsstroken zoals in paragraaf 6.1 zijn aangegeven. Delfland adviseert de onderhoudsstrook aan te leggen als een doorgaand berijdbaar onderhoudspad, vrij van obstakels en bebouwing, dat vanaf de openbare weg bereikbaar is. Voor werkzaamheden in of nabij een watergang een watervergunning vereist. Daarnaast adviseert Delfland om bij nieuw aan te leggen watergangen te zorgen voor voldoende ruimte op de oevers om de baggerspecie te kunnen bergen. Wanneer de richtlijnen voor onderhoudsstroken zoals deze in paragraaf 6.1 zijn aangegeven niet of moeilijk realiseerbaar zijn, wordt verzocht in overleg te treden met Delfland over alternatieven. 21 7 Afvalwater en riolering 7.1 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit van beleid en voortgangsbewaking. 7.2 Huidige situatie Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het gemeentelijke rioleringstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij vervalriolering en CADsysteem. Om de ongezuiverde afvalwaterlozingen in het buitengebied te saneren wordt drukriolering aangelegd, wordt vacuümriolering omgebouwd en/of wordt gebruik gemaakt van het bestaande CADsysteem. Eind 2011 zijn volgens planning alle gebieden voorzien van riolering of een rioleringsalternatief. Vervolgens hebben de bedrijven nog 3 jaar na ontvangst van de aansluitvergunning de tijd om feitelijk aan te sluiten op de riolering. De drukriolering en de vacuümriolering zijn specifiek ontworpen om proceswater en huishoudelijk afvalwater in te zamelen en af te voeren. Voor overige waterstromen gelden voorschriften, zoals dat het hemelwater verwerkt moet worden op eigen terrein of rechtstreeks naar het oppervlaktewater moet worden getransporteerd, waar kwaliteitseisen voor zijn. Ook moet in een buffervoorziening (een deel van) het bedrijfsafvalwater opgeslagen worden en daarna –met behulp van het telemetriesysteem- gefaseerd op de riolering worden geloosd. Deze voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Glastuinbouw (2002). In het glastuinbouwgebied is voornamelijk drukriolering en CADsysteem aanwezig. In het glastuinbouwgebied is mogelijk op enkele locaties nog een vrij vervalrioolstelsel of een vacuümriolering aanwezig. Op de drukriolering, CADsysteem en vacuüm riolering mag uitsluitend bedrijfs-en huishoudelijk afval worden aangesloten. Hemelwater moet (zo nodig gezuiverd) afgekoppeld worden naar het oppervlaktewater. Het CADsysteem is een particulier leidingstelsel in een aantal gebieden in het buitengebied dat sinds oktober 2007 de status van "openbare riolering" heeft gekregen. Indirect is dit stelsel in beheer is bij de gemeente. Het stelsel is oorspronkelijk aangelegd voor de afvoer van drainagewater vanuit glastuinbouwbedrijven. Onder voorwaarden is het mogelijk om ook woningen op dit stelsel aan te sluiten. Vanwege de capaciteit van het CADsysteem is het bij dit stelsel niet noodzakelijk om bedrijfsafvalwater in een buffervoorziening op te slaan. 7.3 Gewenste toekomstige situatie Door het centraal aansturen van alle gemalen en drukrioleringspompen wordt de afvoer- en bergingscapaciteiten van de bestaande rioleringssystemen geoptimaliseerd. Als het systeem centraal wordt aangestuurd kan in de nachtelijke uren, als er weinig aanbod van huishoudelijk afvalwater is, de overcapaciteit gebruikt worden voor het gebufferde bedrijfsafvalwater (in particuliere afvalwaterbuffers). Het is noodzakelijk dat in overleg met de gemeente de aansluitingen worden gerealiseerd en dat geen grotere 3 hoeveelheid wordt geloosd als waar vergunning voor verkregen is (maximaal 0,5 m /ha per uur). Uit de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' is gebleken dat de gemeente regels kan opstellen ten aanzien van kwantiteitsaspecten, welke gericht zijn op de capaciteit van de gemeentelijke voorziening voor de inzameling en transport van afvalwater. De mogelijkheden hiervan worden door de Gemeente Westland en Delfland verkend. Een voorbeeld hierbij is een maatregel waarin gesteld kan worden dat er tot maximaal de gemaalcapaciteit afgevoerd mag worden, gekoppeld aan een juiste positionering. Op basis van maatwerk kan besloten worden dat er bepaalde lozingen direct op de boezem mogelijk worden gemaakt of dat het afvoeren van het water naar een gebied met voldoende berging wordt voorgesteld. Bij herstructurering zijn een aantal kansen of aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet worden: • Het hanteren van de voorkeursvolgorde uit de Wet milieubeheer. • Hemelwater wordt gescheiden gehouden, tenzij het GRP aantoont dat dit niet doelmatig is. • Licht tot matig verontreinigd hemelwater (wegen) wordt afgevoerd via de passage van een medium (doorlatende verharding, wadi, berm, etc.), of een gelijkwaardige zuiverende voorziening. Ook water dat van het oppervlak van bijvoorbeeld laad- en losplaatsen en laadkuilen afstroomt wordt via een zuiverende voorziening te afgekoppeld naar het oppervlaktewater. • Zwaar verontreinigd hemelwater (industrieterreinen en marktplaatsen) wordt via een verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd. • Grondwater wordt niet geloosd op het vuilwaterriool. In uitzonderlijk situaties kan gemotiveerd worden afgeweken (bijvoorbeeld CADsysteem). • Grote veranderingen in de hoeveelheid afvalwater die aan het bestaande afvalwatertransportsysteem en/of de achterliggende zuiveringtechnische werken worden aangeboden zijn ruim van te voren kenbaar gemaakt aan Delfland. 22 • • Indien ontwikkelingen noodzaken tot het aanpassen van het bestaande afvalwatertransportsysteem en/of de achterliggende zuiveringtechnische werken, zijn de kosten hiervan voor de initiatiefnemer. Het voorkomen van Brijnlozingen. Brijnlozingen niet lozen op de riolering. Verder zijn de volgende aandachtpunten relevant: • De kwantitatieve en kwalitatieve effecten van het lozen op oppervlakte water zijn in beeld gebracht. • Er is ruimte gereserveerd voor een (collectieve) gietwatervoorziening bij herstructurering glas. • Het zorgen voor zoveel mogelijk vasthouden van hemelwater op de locatie waar het valt (o.a. zo weinig mogelijk verharding, doorlatende verharding, vegetatiedaken). • Het streven naar zo lang mogelijk (her)gebruik van het hemelwater. • Het rekening houden met uitgangspunten uit het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 20112015. • Het realiseren van voldoende gietwaterbassincapaciteit bij glastuinbouwbedrijven. 23 8 Resumé 8.1 Algemeen De gemeente Westland heeft in samenwerking met het hoogheemraadschap van Delfland een waterparagraaf opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. Het bestemmingsplan is de actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen van glastuinbouwgebieden en voorziet in het opnemen van flexibiliteitsbepalingen en verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming. Bij herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het economisch perspectief van de bedrijven essentieel. Daarnaast houdt de herstructurering van glastuinbouwgebieden ook in de verbetering van de weg- en waterstructuur en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Aan deze waterparagraaf liggen verschillende (beleid) stukken ten grondslag, zoals de provinciale waterverordening Zuid-Holland, het Waterplan Westland, de Visie Greenport Westland 2020, de handreiking Watertoets en het Waterbeheerplan Delfland 2010-2015. Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het buitengebied van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als poldergebieden. In het Westland is nog een forse waterbergingsopgave aanwezig waarvan de oplossing in samenwerking tussen de partijen tot stand moet worden gebracht waarbij elke partij haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen. 8.2 Veiligheid en waterkeringen In de provinciale waterverordening is vastgelegd wat het gewenste veiligheidsniveau is van de regionale waterkeringen. Delfland heeft in haar legger waterkeringen de ligging en de minimale afmetingen van de waterkeringen vastgelegd. Rondom de waterkeringen is een keurzone vastgesteld, die bestaat uit een kernzone en een beschermingszone. De keurzone wordt, conform de provinciale waterverordening, opgenomen op de plankaart van het bestemmingsplan. Binnen deze zones zijn op basis van de Keur beperkingen gesteld aan activiteiten die het waterkerende vermogen van de kering nu of in de toekomst kunnen beïnvloeden. Voor het bouwen binnen de kernzone van een waterkering wordt in principe geen toestemming verleend, met uitzondering van ongefundeerde kasgevels. Voor het bouwen of werken binnen de keurzone dient voor aanvang van de werkzaamheden een watervergunning bij het Hoogheemraadschap van Delfland te worden aangevraagd. Binnen het plangebied liggen diverse waterkeringen. De Zeewering is een primaire waterkering, gelegen langs de Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg. Daarnaast ligt de regionale waterkering de Maasdijk binnen het plangebied en zijn er diverse boezem- en polderkaden aanwezig. Niet alle waterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen uit de Waterverordening Zuid-Holland. Delfland is momenteel bezig met de toetsing van de waterkeringen en het uitvoeren van kadeverbeteringsprojecten. In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is het mogelijk kansen te benutten voor verbetering van de waterkeringen. Over de gewenste of noodzakelijke aanpassingen en/of verleggingen van de waterkering is overleg met Delfland benodigd. Bij ontwikkelingen binnen de keurzone van een waterkering moet rekening worden gehouden met de randvoorwaarden vanuit de Keur. Daarnaast is het beheer en onderhoud van de waterkeringen een punt van aandacht. 8.3 Waterkwantiteit In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik opgenomen. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop het gebied moet zijn ingericht. Delfland heeft deze normen vertaald naar normen voor de afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem en de polders (ABC-Delfland normen). Voor de bestemming glastuinbouw is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Deze norm geldt ook voor agrarische 3 woningen. Dit beschermingsniveau is door Delfland vertaald naar een bergingsnorm van 325 m /ha, waarbij een aantal randvoorwaarden (zoals verhardingspercentages) zijn gehanteerd. Feitelijke omstandigheden kunnen er voor zorgen dat gebiedsgericht maatwerk nodig is voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Ook binnen bestaande functies is toename van de verharding ongewenst als dat leidt tot een toename van de kans op wateroverlast. Instrumenten en criteria om de toename van verharding te voorkomen worden verder verkend en uitgewerkt. Dit geldt ook voor de mogelijkheden tot het voorkomen van wateroverlast door toename van verharding binnen de bestaande grondgebruiksfuncties. . Voor het hele gebied geldt de beleidsregel ‘dempen is graven’. Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied wordt niet voldaan aan de normen voor wateroverlast. In het boezemland is nog een aantal resterende ABC-boezem maatregelen van ABC-Delfland uit te voeren alvorens de bergingsdoeleinden voor het boezemland bereikt zijn. In de polders is een forse bergingsopgave aanwezig. In het Waterplan ‘Westlands Water Nu en Later’ en in de, als bijlage aan deze waterparagraaf toegevoegde, boezem en polder beschrijvingen zijn knelpunten, maatregelen en 24 oplossingsrichtingen aangegeven. Bij herstructurering is het gewenst met de maatregelen en oplossingsrichtingen rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten voor het verbeteren van het watersysteem en de waterveiligheid en het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Gebiedsgericht maatwerk is nodig 3 wanneer het inpassen van de bergingsnorm (325 m /ha) niet op conventionele manier (aanleg open water) mogelijk is. Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingsniveau te kunnen behalen zijn doorgaans diverse maatregelen nodig. Hiervoor wordt door de gemeente Westland en Delfland in het kader van de herstructurering gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen. Hiertoe is intensieve samenwerking met de initiatiefnemer nodig om de mogelijkheden te bekijken. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de bergingsopgave in de polders om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog meer ruimte voor waterberging nodig om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te kunnen bieden. Kansen die zich voor doen in de boezem, zullen hierop vooruitlopend serieus in overweging worden genomen en worden afgewogen op bijdrage aan de totale waterproblematiek. Voor het ontwikkelen van een overzicht van mogelijke instrumenten en oplossingsrichtingen voor het voorkomen van wateroverlast is door de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland de adviesrapportage ‘Verkenning oplossingsrichtingen Wateroverlast Westland, Op weg naar een gezamenlijke aanpak’ (nov. 2010) opgesteld. Hiermee is ook een basis gelegd voor het maken van afspraken over het in de praktijk toepassen van kansrijke en haalbare oplossingsrichtingen en instrumenten. Op deze verkenning volgt het uitwerken van een uitvoeringsstrategie. 8.4 Watersysteemkwaliteit en ecologie In het Westland voldoet de waterkwaliteit niet aan de geldende milieukwaliteitsnormen. De huidige chemische waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico). Een van de oorzaken hiervan is de lozing van proceswater van bedrijven op het oppervlaktewater. De huidige ecologische waterkwaliteit voldoet ook niet aan de norm, het GEP (Goed Ecologisch Potentieel). De voornaamste oorzaken hiervan zijn het onvoldoende aanwezig zijn van plantengroei, het onvoldoende afgestemd zijn van beheer en onderhoud met de ecologische eisen en de hoge concentraties van verontreinigende stoffen. In het Kader van de herstructurering wordt er gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Bij het nemen van KRW maatregelen wordt met de uitgangspunten rekening gehouden van de Bestuursovereenkomst KRW Delfland. Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de Bestuursovereenkomst KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van de Bestuursovereenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. Een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde stoffen. Voor het glastuinbouwgebied zijn als aanvullende maatregel landelijke emissienormen vastgesteld. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit wordt gestreefd naar het voorkomen van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater en het voorkomen van het gebruik van uitlogende- of bitumineuze materialen. In het kader van de herstructurering van het glastuinbouwgebied zullen hiertoe zoveel mogelijk kansen worden benut. Het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) bevat het beleid voor de rioleringszorg en draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit. In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen. 8.5 Onderhoud en bagger Het beheer en onderhoud van de bestaande situatie is vastgelegd in de Delflandse keur. Het onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. In de legger wateren staat de onderhoudsplichtige benoemd. Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. Wanneer de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, treedt de initiatiefnemer in overleg met Delfland. 8.6 Afvalwater en riolering In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit van beleid en voortgangsbewaking. 25 Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het gemeentelijke rioleringstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij vervalriolering en CADsysteem. Om de ongezuiverde afvalwaterlozingen te saneren wordt in de komende jaren het gehele buitengebied voorzien van riolering of een rioleringsalternatief. Daarnaast geldt een aantal voorschriften, opgenomen in het Besluit Glastuinbouw, zoals dat het hemelwater verwerkt moet worden op eigen terrein of naar het oppervlaktewater moet worden getransporteerd, met bijbehorende kwaliteitseisen. In het kader van de herstructurering zijn o.a. van belang het afkoppelen en vasthouden van hemelwater en het voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater. Ook het aanleggen van verharding in waterdoorlatende vorm, het zoveel mogelijk (her)gebruiken van hemelwater en het realiseren van voldoende gietwaterbassincapaciteit bij glastuinbouwbedrijven zijn belangrijke aandachtspunten. 26 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 8. CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Pagina 121 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 122 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 122 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 9. INSPRAAK- EN OVERLEGREACTIES Pagina 123 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 124 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE 10. ZIENSWIJZEN Pagina 125 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Pagina 126 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht Regels REGELS BESTEMMINGSPLAN BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP REGELS BESTEMMINGSPLAN Inhoud van de regels Regels 1 HOOFDSTUK I INLEIDENDE REGELS ARTIKEL 1 HOOFDSTUK I 22 Wijze van meten 22 de dakhelling de goothoogte de inhoud de bouwhoogte de oppervlakte de hoogte van een windturbine afstand lengte van een aanlegsteiger ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Agrarisch - Glastuinbouw Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Wijzigingsbevoegdheid ARTIKEL 5 5.1 Agrarisch Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ARTIKEL 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 9 INLEIDENDE REGELS ARTIKEL 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 Begrippen 9 Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten Bestemmingsomschrijving BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 22 22 22 22 22 23 23 23 23 25 25 25 25 27 27 27 28 29 29 29 32 33 37 37 38 42 42 REGELS BESTEMMINGSPLAN 5.2 5.3 Bouwregels Nadere eisen ARTIKEL 6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 45 46 47 48 49 49 Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf 51 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Wijzigingsbevoegdheid 51 51 53 53 54 55 55 ARTIKEL 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 Detailhandel 60 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels 60 60 62 62 63 Groen Bestemmingsomschrijving Bouwregels Afwijken van de gebruiksregels ARTIKEL 11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 56 56 56 58 58 59 ARTIKEL 10 10.1 10.2 10.3 Cultuur en ontspanning Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels ARTIKEL 9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 44 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ARTIKEL 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 Bedrijf 42 43 Horeca Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 64 64 64 64 65 65 65 67 67 68 REGELS BESTEMMINGSPLAN ARTIKEL 12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 ARTIKEL 13 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 73 74 75 75 76 77 77 77 78 78 78 79 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels 81 81 82 82 82 Recreatie - Verblijfsrecreatie Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Recreatie - Volkstuinen Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Specifieke gebruiksregels ARTIKEL 18 18.1 18.2 73 81 ARTIKEL 17 17.1 17.2 17.3 17.4 69 69 69 71 71 72 Recreatie ARTIKEL 16 16.1 16.2 16.3 16.4 16.5 Natuur Bestemmingsomschrijving Bouwregels Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Afwijken van de gebruiksregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ARTIKEL 15 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5 Maatschappelijk Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels ARTIKEL 14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 Kantoor Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Sport Bestemmingsomschrijving Bouwregels BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 83 83 83 85 86 86 87 87 87 87 88 89 89 89 REGELS BESTEMMINGSPLAN 18.3 18.4 18.5 Nadere eisen Afwijken van de bouwregels Specifieke gebruiksregels ARTIKEL 19 19.1 19.2 19.3 19.4 ARTIKEL 20 20.1 20.2 20.3 Wonen 97 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijking van de bouwregels Specifieke gebruiksregels Leiding - Hoogspanningsverbinding Bestemmingsomschrijving Bouwregels Afwijken van de bouwregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ARTIKEL 25 25.1 25.2 25.3 Leiding - Gas Bestemmingsomschrijving Bouwregels Afwijken van de bouwregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden ARTIKEL 24 24.1 24.2 24.3 24.4 Wonen - Woonwagenstandplaats Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Specifieke gebruiksregels ARTIKEL 23 23.1 23.2 23.3 23.4 95 95 95 96 ARTIKEL 22 22.1 22.2 22.3 22.4 Water 93 93 93 94 94 Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen ARTIKEL 21 21.1 21.2 21.3 21.4 21.5 Verkeer Bestemmingsomschrijving Bouwregels Nadere eisen Afwijken van de bouwregels 91 91 92 Waarde - Archeologie Bestemmingsomschrijving Bouwregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 97 97 99 99 100 101 101 101 102 102 103 103 103 103 104 105 105 105 105 106 107 107 107 107 REGELS BESTEMMINGSPLAN ARTIKEL 26 26.1 26.2 26.3 ARTIKEL 27 27.1 27.2 Waarde - Natuur Bestemmingsomschrijving Bouwregels Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Waterstaat - Waterkering Bestemmingsomschrijving Bouwregels HOOFDSTUK III 109 109 109 109 112 112 112 ALGEMENE REGELS 113 ARTIKEL 28 Anti-dubbeltelregel 113 ARTIKEL 29 Algemene bouwregels 114 29.1 29.2 29.3 29.4 Algemene regels voor afstanden Algemene regels voor ondergronds bouwen Algemene regels voor bouwwerken geen gebouwen zijnde Ondergeschikte bouwdelen ARTIKEL 30 30.1 30.2 Verbod op gebruik van gronden Verbod op gebruik van bouwwerken ARTIKEL 31 31.1 31.2 31.3 31.4 31.5 31.6 Algemene wijzigingsregels Algemene wijzigingsregels Wijzigen naar glastuinbouw Wijzigen naar water ARTIKEL 34 34.1 34.2 Algemene afwijkingsregels Afwijkingsbevoegdheid voor afmetingen en maten Afwijkingsbevoegdheid voor kleine bouwwerken ARTIKEL 33 33.1 33.2 33.3 Algemene aanduidingsregels Gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie” Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi” Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding” Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie” Gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop” Gebiedaanduiding “Vrijwaringszone - Weg” ARTIKEL 32 32.1 32.2 Algemene gebruiksregels Algemene procedureregels Wijzigingsbevoegdheid Nadere eisen BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 114 116 116 117 118 118 119 120 120 120 121 121 121 122 123 123 123 125 125 125 125 126 126 126 REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTREGELS ARTIKEL 35 35.1 35.2 35.3 127 Overgangsrecht bouwwerken Overgangsrecht gebruik Hardheidsclausule 127 127 128 Slotregels 129 ARTIKEL 36 36.1 36.2 Overgangsrecht 127 Vervangen bestemmingsplannen Citeertitel Bijlagen 129 133 135 Bijlage I. Criteria volwaardig, doelmatig glastuinbouwbedrijf Bijlage II. staat van bedrijfsactiviteiten Bijlage III. staat van horeca activiteiten Bijlage IV. wegencategorisering Bijlage V. visualisatie molenbiotoop BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP 137 139 161 165 169 REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK I INLEIDENDE REGELS ARTIKEL 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” van de gemeente Westland waarvoor deze planregels en de daarbij behorende planverbeelding met legenda, het juridische normenkader vormen; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het NL.IMRO.1783.abp00000013-vont met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 GML-bestand aanduiding een geometrisch bepaald vlak of bepaalde figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 aan huisgebonden beroep een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch of therapeutisch gebied of op een daarmee gelijk te stellen gebied; Pagina 9 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.6 aan- of uitbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw; 1.7 afwijkingsbevoegdheid de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder c., van de Wet ruimtelijke ordening; 1.8 agrarisch aanverwant bedrijf een niet-industrieel bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van diensten (waaronder het sorteren, bewerken en verpakken) en/of het leveren/verhandelen van producten van/aan glastuinbouwbedrijven en/of groene- en recreatieve functies in het glastuinbouwgebied zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur (bedrijven zoals agrarische hulp-, loon-, neven en toeleveringsbedrijven); 1.9 archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden; 1.10 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.11 bedrijfsgebouw een gebouw ten dienste van de bedrijfsvoering zoals ingevolge de bestemming toegestaan, hieronder niet begrepen een bedrijfswoning en kassen; 1.12 bedrijfsmatig aanbieden van recreatievoorzieningen voorzieningen die zijn aangeboden door het recreatiebedrijf gericht op dienstverlening aan de recreant die recreëert op het recreatieterrein van dat bedrijf, zoals bouwwerken voor ontspanning en vermaak of voor het beheer van het recreatieterrein (stroomvoorziening, verlichting, bewegwijzering e.d.); Pagina 10 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.13 bedrijfsvloeroppervlak het totale vloeroppervlak van bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten; 1.14 bedrijfswoning een woning bij een bedrijf, die bestemd is voor bewoning door (het huishouden van) de ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel, waarvan huisvesting ter plaatse wenselijk is; 1.15 bestaande bedrijfswoning een bedrijfswoning die op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan als zodanig aanwezig was; 1.16 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.17 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.18 bevoegdheid tot stellen van nadere eisen de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het stellen van nadere eisen ten opzichte van in het bestemmingsplan omschreven punten, als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder d., van de Wet ruimtelijke ordening; 1.19 bijgebouw een gebouw dat - vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd - behoort bij een hoofdgebouw en dat in functioneel en bouwkundig opzicht is te onderscheiden van dat hoofdgebouw; 1.20 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen, en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; Pagina 11 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.21 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.22 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat wordt begrensd door vloeren of balklagen die op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggen; 1.23 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.24 bouwperceelgrens de grens van een bouwperceel; 1.25 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.26 bouwvlakpercentage het maximale percentage van de oppervlakte van een bouwvlak dat mag worden bebouwd; 1.27 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond; 1.28 boven insteek sloot de snijlijn van het maaiveld en het beloop van een watergang; 1.29 burgemeester en wethouders het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland; Pagina 12 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.30 cultuurhistorische waarde het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals ondermeer tot uitdrukking komend in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de graften, de wallen en de beplanting en bebouwing, archeologische waarden zijn hierdoor mede begrepen. 1.31 dagrecreatie het recreëren op een recreatieterrein al dan niet met behulp van kampeermiddelen, zonder dat overnachting in die kampeermiddelen of anderszins op het recreatieterrein is toegestaan; 1.32 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop) verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.33 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, auto's, boten en caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair, tuincentra en bouwmarkten. 1.34 dierenpension een inrichting die gericht is op de bewaring van huisdieren; 1.35 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks, al dan niet via een balie, te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen; 1.36 doelmatigheid (in de zin van glastuinbouwbedrijf) een glastuinbouwbedrijf waarvan de bebouwing passend of bedrijfseconomisch logisch is en afgestemd is op de aard en omvang van het bedrijf, zoals weergegeven in bijlage 1; Pagina 13 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.37 erfscheiding de scheiding tussen twee onroerende zaken die niet aan dezelfde eigenaar behoren, niet door dezelfde gebruikers worden benut, dan wel louter kadastraal gescheiden zijn; 1.38 gebouw een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.39 geluidshinderlijke inrichtingen bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; 1.40 glastuinbouwbedrijf een volwaardig bedrijf gericht op het voortbrengen van producten en het leveren van diensten door middel van het duurzaam en intensief telen en verzorgen van gewassen, geheel of gedeeltelijk met behulp van kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties; 1.41 glastuinbouwdeskundige het adviserend overleg bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Westland, het Hoogheemraadschap van Delfland en LTO-Glaskracht; 1.42 groendeskundige de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen groendeskundige; 1.43 groenvoorzieningen groenschermen van opgaande beplanting, bermbeplantingen en andere beplantingen voor openbaar of particulier gebruik welke beplanting in planologisch opzicht een ruimtelijk structurerend effect hebben; 1.44 hart van de weg het midden van de rijbaan of bij gescheiden rijbanen: het midden van de middenberm; Pagina 14 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.45 hobbymatig houden van paarden het houden van paarden, met een paardenbak van maximaal 400 m2, waarbij geen sprake is van belemmering van een efficiënte verkaveling van het glasareaal, binnen ten hoogste 75 m3 van de privé gebruiks- en bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan, zonder opslag van voer/hooi e.d. buiten, waarbij geen sprake is van groepslessen, kantines, geluidsinstallaties of verlichting en geen belemmeringen vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanwezig zijn, het hekwerk niet hoger is dan 1,2 meter en daarbij goedgekeurd door de welstandscommissie; 1.46 hoofdgebouw een gebouw dat door aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken; 1.47 hoofdwatergang vaarweg zoals opgenomen in bijlage IV. 1.48 horeca het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf. 1.49 hoveniersbedrijf een bedrijf dat werkzaamheden verricht, in de vorm van tuinaanleg, aanleg van groenobjecten, tuinontwerp en tuininrichtingen, die werkzaamheden hoofdzakelijk plaatsvinden op locaties andere dan de locatie van het bedrijf zelf, waarbij ter plaatse goederen worden opgeslagen en uitgestald ten dienste van de bedrijfsvoering, niet zijnde een tuincentrum; 1.50 kampeerboerderij een gebouw of een deel daarvan dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en in welk gebouw de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten; 1.51 kantoor gebouw of een deel daarvan dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige verlening van diensten op administratief, financieel, ontwerptechnisch, juridisch of andere daarmee gelijk te stellen gebied. Bij een bedrijfsgebonden kantoor staat de dienstverlening ten dienst van en is Pagina 15 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN verbonden aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten. Bij een zelfstandig kantoor is dat niet het geval; 1.52 kassen bouwwerken (nagenoeg) geheel van glas of ander lichtdoorlatend materiaal, met een bouwhoogte van 1,00 meter of meer ten behoeve de bedrijfsmatige verzorging of teelt van gewassen; 1.53 koeltoren een gesloten ruimte of bouwwerk bestaande uit een waterbak met daarboven een lamellenblok, gemonteerd in een omkasting en voorzien van een ventilator bedoeld om water terug te koelen met de buitenlucht; 1.54 kwetsbare- of beperkt kwetsbare objecten objecten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a. en m., van het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.55 laad- en losruimte dat gedeelte van het bedrijf waar het laden en lossen van producten plaats vindt, bijvoorbeeld in de vorm van een dockshelter; 1.56 landschappelijke waarde de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door landschappelijke elementen; 1.57 maatschappelijk sociaal-maatschappelijke voorzieningen, educatieve doeleinden, het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, het verenigingsleven, de godsdienstuitoefening, de volksgezondheid en daarmee gelijk te stellen niet-commerciële instellingen; 1.58 milieudeskundige de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen milieudeskundige; Pagina 16 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.59 manege een paardenhouderij waarbij de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt behaald uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of van derden en het bieden van huisvesting aan die paarden; 1.60 natuurlijke waarde de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; 1.61 nutsvoorzieningen voorzieningen, al dan niet als bouwwerk of meerdere bij elkaar behorende bouwwerken, ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten; 1.62 ondergrondse conventionele explosieven explosieven in de grond, andere dan geïmproviseerde, als bedoeld in de Circulaire van de minister van Defensie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 april 2005 (Staatscourant 2005, nr. 105); 1.63 oorspronkelijke achtergevel de achtergevel van de woning zoals deze in het verleden is opgeleverd, zonder uitbreidingen die eventueel hebben plaatsgevonden; 1.64 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand; 1.65 paardenhouderij een agrarisch bedrijf voor het houden van paarden en pony’s met het oog op het fokken van deze dieren zodat deze geschikt zijn voor het verrichten van bepaalde taken, zoals voor hengstenstations, opfokbedrijven, handels-, africhtings- en trainingsstallen, pension- en wedstrijdstallen, verhuurbedrijven, rijscholen of maneges; Pagina 17 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.66 peil voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang of in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld; 1.67 plangebied het grondgebied van de gemeente waarop het bestemmingsplan betrekking heeft; 1.68 recreatie aan de Westlandse glastuinbouw en/of het buitengebied gerelateerde activiteiten gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding; 1.69 recreatiebedrijf een bedrijf dat uitsluitend het bedrijfsmatig aanbieden van dagrecreatie of verblijfsrecreatie of beide, met de daartoe gerichte recreatievoorzieningen, als oogmerk heeft (camping, bungalowpark, e.d.); 1.70 recreatieterrein de gronden behorende bij het recreatiebedrijf kampeermiddelen kunnen worden geplaatst; 1.71 waarop recreatieverblijven of recreatiewoning een gebouw dat blijkens zijn aard en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt als verblijfsruimte ten behoeve van verblijfsrecreatie en dat niet als hoofdverblijf dient voor welke gebruiker dan ook van dat gebouw; 1.72 risicovolle inrichtingen inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 1.73 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een Pagina 18 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN seksinrichting wordt in ieder geval begrepen een prostitutiebedrijf, erotische massagesalon, seksbioscoop, sekstheater, sekswinkel, seksautomatenhal, seksclub of parenclub. 1.74 SKIA-richtlijnen richtlijnen aangaande de huisvesting van arbeidsmigranten zoals bekend gemaakt door de Stichting Keurmerk Internationale Arbeidsbemiddeling; 1.75 stedenbouwkundige de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen stedenbouwkundige; 1.76 tuincentrum een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair, bestratingsmateriaal, tuingrond en dergelijke; 1.77 verblijf tijdelijke arbeidsmigranten tijdelijke huisvesting voor een periode van maximaal 6 maanden, van buitenlandse werknemers (EU-werknemers) aan wie de mogelijkheid wordt geboden om deze periode in de gemeente Westland te werken in de agrarische sector; 1.78 verkeerskundige de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen verkeerskundige; 1.79 volkstuin een perceel waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik of genot; 1.80 volwaardigheid (in de zin van glastuinbouwbedrijf) een glastuinbouwbedrijf dat werk en inkomen van tenminste één volwaardige arbeidskracht genereert, duurzaam is (continuïteit en binding) en voldoende bedrijfsgrootte heeft, zoals weergegeven in bijlage 1; Pagina 19 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.81 voorgevel de naar de weg gekeerde zijde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel; 1.82 voorgevelrooilijn de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de naar het openbare gebied gekeerde gevel(s) van de hoofdbebouwing; 1.83 waterbassin een (onoverdekt) waterreservoir voor de opvang en berging van water, gevormd door een aarden wal; 1.84 waterbeheerder het Hoogheemraadschap van Delfland 1.85 waterberging een berging voor het bergen en opslaan van water; 1.86 waterplan het waterplan “Westlands water, nu en later”, zoals inhoudelijk vastgesteld door de gemeenteraad van Westland op 23 september 2008; 1.87 watersilo een (onoverdekt) bouwwerk voor de opvang en bewaring van water; 1.88 watertank een gesloten ruimte of bouwwerk voor de berging van water ten behoeve van de energievoorziening van het glastuinbouwbedrijf; 1.89 werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3, aanhef onder a., van de Wet ruimtelijke ordening; Pagina 20 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 1.90 wijzigingsbevoegdheid de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder a., van de Wet ruimtelijke ordening; 1.91 windturbine een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van de windkracht als aandrijfbron van bewegende delen met een maximaal energie opwekkend vermogen van 15 MW; 1.92 wkk-instalatie warmtekrachtkoppelinginstallatie bestaande uit een generator die het mogelijk maakt bij de opwekking van elektriciteit vrijgekomen warmte te benutten met een maximaal transformatorvermogen van 10 MVA; 1.93 woning een complex van ruimten dat blijkens indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een gezinshuishouden; 1.94 woongebouw een gebouw dat één of meer woningen bevat; 1.95 woonunit een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor tijdelijk verblijf van personen. Pagina 21 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK I INLEIDENDE REGELS ARTIKEL 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de dakhelling gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2 de goothoogte gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3 de inhoud gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.4 de bouwhoogte gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.5 de oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; Pagina 22 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 2.6 de hoogte van een windturbine gemeten vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine; 2.7 afstand bij het meten worden afstanden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn; 2.8 lengte van een aanlegsteiger gemeten tussen de afstand tussen de boveninsteek van het water en het deel van de aanlegsteiger dat daar het verst vanaf is gelegen; 2.9 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. Pagina 23 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 24 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 3 Agrarisch AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: A agrarisch 3.1 Functieaanduiding: (ak) akkerbouw (pf) paardenfokkerij (vk) viskwekerij Bestemmingsomschrijving De voor “Agrarisch"(A) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. het uitoefenen van agrarische bedrijven; bestaande bedrijfswoningen; de daarbij behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen ten behoeve van de bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, andere verhardingen ten dienste van het glastuinbouwbedrijf, groenvoorzieningen, waterlopen, waterbergingen, en voorzieningen van algemeen nut; ter hoogte van de functieaanduiding “(ak)”, uitsluitend een akkerbouwbedrijf; ter hoogte van de functieaanduiding “(pf)", uitsluitend een paardenfokkerij; ter hoogte van de functieaanduiding "(vk)", uitsluitend een viskwekerij. 3.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. bedrijfsgebouwen bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 3.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; Pagina 25 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN b. c. d. e. 3.2.2 de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de minimale afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 5 meter; bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. herbouw van de bestaande bedrijfswoning is toegestaan; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , ui t - en/of bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter bedragen; Pagina 26 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN n. o. p. 3.3 de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient tenminste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 3.4 Afwijken van de bouwregels b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in dit artikel voor het verkleinen van de minimale afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de bestemmingsgrens, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 3.5 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. g. h. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; zelfstandige kantoren; detailhandel met uitzondering van de viskwekerij; detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de agrarische functie; geluidzoneringsplichtige bedrijven; bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. horeca; Pagina 27 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 3.6 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 3.6.1 Verbod op werken en werkzaamheden Het is verboden op de gronden met de bestemming “Agrarisch” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders: a. beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter. 3.6.2 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 3.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die: a. b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. Pagina 28 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 4 Agrarisch - Glastuinbouw AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: A-GT agrarisch - glastuinbouw 4.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor “Agrarisch - Glastuinbouw” (A-GT) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. het uitoefenen van volwaardige en doelmatige glastuinbouwbedrijven; bestaande bedrijfswoningen; de daarbij behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen ten behoeve van de bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, andere verhardingen ten dienste van het glastuinbouwbedrijf, groenvoorzieningen, waterlopen, waterbergingen, waterbassins en voorzieningen van algemeen nut. 4.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. c. d. e. kassen; bedrijfsgebouwen, waaronder onder andere bedrijfshal, verwerkingshal, laboratoria, (niet zelfstandige) kantoren, presentatieruimte en onderzoeksruimte; bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen watertanks, watersilo's en wkk-installaties; werken, geen bouwwerken zijnde, zoals waterbassins; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 4.2.1 Kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. de maximale goothoogte van kassen bedraagt 8,00 meter; de maximale bouwhoogte van kassen bedraagt 10,00 meter; de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, bedraagt 12,00 meter; Pagina 29 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. 4.2.2 bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, mogen in oppervlakte maximaal 12,5% van de oppervlakte aan aanwezige kassen beslaan; voor de inrichting van een in/uitrit naar bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, geldt dat een maximale breedte moet worden gehanteerd van 10 meter; kantoren maken onderdeel uit van een bedrijfsgebouw en/of zijn verbonden met het glastuinbouwbedrijf en beslaan in oppervlakte maximaal 1% van de aanwezige kassen met een maximum bruto vloeroppervlak van 1.000 m²; de maximale bouwhoogte van een watertank of een (natte) koeltoren bedraagt 15,00 meter; de maximale bouwhoogte van een watersilo bedraagt 4,00 meter; bij de beoordeling van bouwaanvragen voor kassen en bedrijfsgebouwen voor glastuinbouwbedrijven die ontsluiten op een weg uit categorie 1, 2 of 3, zoals opgenomen in bijlage IV, geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten kunnen keren; bij de beoordeling van bouwaanvragen voor kassen en bedrijfsgebouwen geldt een parkeernorm van 4 parkeerplaatsen per ha.; een watertank, wkk-instalatie en/of CO2-tank of daarmee vergelijkbaar bouwwerk langs een weg uit categorie 1 of 2 in bijlage IV moet altijd achter de voorgevelrooilijn van het primaire bedrijfsgebouw gebouwd worden, zodanig dat het bouwwerk een (ondergeschikt) onderdeel uit maakt van en een eenheid vormt met het primaire bedrijfsgebouw/de verwerkingsruimte; een watertank, wkk-instalatie en/of CO2-tank of daarmee vergelijkbaar bouwwerk langs een weg uit categorie 3 in bijlage IV opgenomen weg mag ten hoogste 1/4e van de diameter of breedte van het bouwwerk voor de voorgevelrooilijn van het primaire bedrijfsgebouw gebouwd worden, zodanig dat het bouwwerk onderdeel uit maakt van en een eenheid vormt met het primaire bedrijfsgebouw; de afstand van kassen, bedrijfsgebouwen en overige bouwwerken tot aan de (oorspronkelijke) gevel van een woning moet ten minste 12,50 meter bedragen; de afstand van kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken tot aan de (oorspronkelijke) achtergevels van woningen die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk moet ten minste 25 meter bedragen; de afstand van bedrijfsgebouwen, waarin geluidsbronnen aanwezig zijn, tot aan de (oorspronkelijke) achtergevels van woningen die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk moet ten minste 30 meter bedragen; de afstand van een wkk-installatie en een (natte) koeltorenmoet naar een woning tenminste 65 meter bedragen; de afstand van bouwwerken tot de - niet aan een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen - erfscheiding bedraagt ten minste: van kassen 1 meter; van bedrijfsgebouwen en - bouwwerken 15 meter; bedrijfsgebouwen en kassen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. b. bij een glastuinbouwbedrijf is geen nieuwe bedrijfswoning toegestaan; een bestaande bedrijfswoning mag worden herbouwd mits: Pagina 30 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. d. e. f. g. h. i. deze zal gaan dienen voor de huishouding van de ondernemer, waarvan de huisvesting ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering gewenst is; het bedrijf beschikt over ten minste 20.000 m2 aan grond; het bedrijf beschikt over ten minste 15.000 m2 aan glasopstanden; indien het bedrijf beschikt over minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden moet worden aangetoond dat de teelt van het glastuinbouwbedrijf zodanig gespecialiseerd is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. Er geldt een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5.000 m2; de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als woning, met de bestemming wonen; de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst of herbouwd als bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf; de woning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het glastuinbouwbedrijf; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat hierdoor de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; een tweede bedrijfswoning mag worden herbouwd mits: deze zal gaan dienen voor de huishouding van de ondernemer, waarvan de huishouding gelet op de bedrijfsvoering gewenst is; het bedrijf beschikt over ten minste 40.000 m2 aan grond; het bedrijf beschikt over ten minste 30.000 m2 aan glasopstanden; de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als burgerwoning in het kader van een schaalvergroting, reconstructie of herstructurering; de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst of herbouwd als bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf; de woning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het glastuinbouwbedrijf; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat hierdoor de glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , uit - en/of bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; Pagina 31 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. 4.2.3 de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdmassa te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaamde bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 10 mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot aan de bedrijfsgebouwen, kassen en waterbassins dient ten minste 12,50 meter te bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd; woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bouwwerken, geen gebouw zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. b. de afstand van een windturbine tot een woning van een derde of een andere geluidsgevoelige bestemming van een derde moet ten minste 4 x de ashoogte bedragen; de afstand van bouwwerken tot de - niet aan een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen - erfscheiding moet ten minste bedragen; van windturbines 0,5 x de bouwhoogte; van andere bouwwerken 3 meter. 4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. b. c. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; Pagina 32 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. e. f. g. ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 4.4 Afwijken van de bouwregels 4.4.1 Afwijken voor kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 voor; a. b. c. het bouwen van een bedrijfsgebouw/kas met een minimale bouwhoogte van 12,00 meter en een maximale bouwhoogte van 20,00 meter, mits: er sprake is van meervoudig ruimtegebruik, waaronder begrepen het telen van gewassen boven de bedrijfsruimte; tot aan het hart van wegen uit de categorie 1 zoals opgenomen in bijlage IV een afstand wordt aangehouden van tenminste 1,5 maal de bouwhoogte met een minimum afstand van 25,00 meter; tot aan het hart van wegen uit de categorie 2 zoals opgenomen in bijlage IV een afstand wordt aangehouden van tenminste 1,5 maal de bouwhoogte met een minimum afstand van 20,00 meter; tot aan het hart van overige wegen een afstand wordt aangehouden van tenminste 1,25 maal de bouwhoogte met een minimum afstand van 15,00 meter; natuur-, landschaps- en /of cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast; dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende percelen; de parkeersituatie en verkeersafwikkeling op, naar en vanaf het glastuinbouwbedrijf akkoord is bevonden door de verkeerskundige. het bouwen van hogere kassen tot een goothoogte van maximaal 10,00 meter en een bouwhoogte van maximaal 13,50 meter en watertanks tot een hoogte van maximaal 16,00 meter, mits: deze hoogte als zodanig ook werkelijk noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; voor iedere meter dat de kas of watertank hoger is dan toegestaan, de kas of de watertank één meter verder uit het hart van de weg wordt gebouwd dan op grond van de afstandseisen van dit bestemmingsplan al het geval zou zijn; natuur-, landschaps- en/of cultuurhistorische waarden hierdoor niet onevenredig worden aangetast; dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende gronden. het bouwen van kassen dichterbij de (oorspronkelijke) gevel van een woning, mits; een efficiënte en logistiek verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat ten opzichte van een bepaalde woning dichterbij dan 12,50 meter wordt gebouwd; aan alle overige bouwregels is voldaan; Pagina 33 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - d. e. f. g. h. i. de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen. het herbouwen van kassen, bedrijfsgebouwen en bouwwerken dichterbij de (oorspronkelijke) gevel van de bij die gebouwen behorende bedrijfswoning, mits: een efficiënte en logistiek verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat ten opzichte van een bepaalde woning dichterbij dan 12,50 meter wordt gebouwd; aan alle overige bouwregels is voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen. het bouwen van een wkk-installatie of een (natte) koeltoren dichterbij een woning, mits: uit onderzoek voldoende gebleken is dat door te nemen maatregelen deze afstand tot aan een woning niet tot milieuhygiënische bezwaren leidt, dit ter beoordeling van de gemeentelijke milieudeskundige; de wkk-installatie of (natte) koeltoren niet dichterbij wordt gebouwd dan 12,50 meter van de gevel van de woning; het bouwen van een watertank, wkk-installatie of CO2-tank of daarmee vergelijkbaar bouwwerk voor de voorgevelrooilijn van het primaire bedrijfsgebouw/verwerkingsruimte, mits: wordt gebouwd in een kas, waardoor het bouwwerk van buitenaf niet zichtbaar is, of geacht moet worden onderdeel uit te maken van het totaal van de glasopstanden; de kas (gevel) waarin het bouwwerk wordt gebouwd ten minste 25,00 meter breed is; ten opzichte van een gecategoriseerde weg of hoofdwatergang ten minste de afstand wordt aangehouden die volgens dit bestemmingsplan voor een kas moet worden aangehouden; het bouwwerk en de wijze van inpassen in de kas (gevel) de instemming heeft van de stedenbouwkundige; het bouwen van grotere bedrijfsruimten tot een maximum bruto vloeroppervlak van 15% van de op het perceel aanwezige kassen, mits: deze oppervlakte als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; het plan niet op natuur-, landschappelijke-, cultuurhistorische, stedenbouwkundige en waterstaatkundige bezwaren stuit; dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende gronden; voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en –bouwwerken dichter tot de - niet aan een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen – erfscheiding, mits: de minimale afstand 1 meter bedraagt; goedkeuring is verleend door de stedenbouwkundige en verkeerskundige. het bouwen van grotere (niet-zelfstandige) kantoren tot een maximum bruto vloeroppervlak van 1,5 % van de op het perceel aanwezige kassen met een maximum van 1500 m2, mits; Pagina 34 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - j. k. l. m. deze oppervlakte als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; het plan niet op natuur-, landschappelijke-, cultuurhistorische, stedenbouwkundige en waterstaatkundige bezwaren stuit; het bouwen van een gezamenlijke wkk-instalatie en warmwatertank en/of andere bedrijfsmatige bouwwerken voor energieproductie, met als doel energie te produceren voor meerdere glastuinbouwbedrijven, mits: dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; niet meer dan een ondergeschikt gedeelte van het bedrijfsinkomen wordt gehaald uit de verkoop van energie aan derden; de bouwwerken stedenbouwkundig en landschappelijk voldoende zijn ingepast, dit ter beoordeling aan de stedenbouwkundige en de groendeskundige; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de aangrenzende percelen. het oprichten van bouwwerken ten behoeve van het (centraal) verwerken en verpakken van producten die elders geteeld zijn, mits: dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; de kassen waarin de producten geteeld zijn of worden onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering; niet meer producten verwerkt worden dan afkomstig van maximaal drie keer de op het perceel aanwezige hoeveelheid kassen; de bedrijfsruimte/verwerkingsruimte een natuurlijk onderdeel van en een eenheid met het glastuinbouwbedrijf blijft uitmaken, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; de infrastructuur waaraan het bedrijf is gelegen is toegerust op het verwerken van de voorziene hoeveelheid vervoerbewegingen, dit ter beoordeling van de verkeerskundige; de ontsluiting en het aantal benodigde parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit, dit ter beoordeling van de verkeerskundige; het plan een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter beoordeling van de stedenbouwkundige; voldaan wordt aan de maximale oppervlakte, zoals opgenomen in dit artikel. het bouwen van een ondergrondse (giet)waterbassin, waterberging of kelder voor de berging van oppervlaktewater en/of hemelwater, mits: uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door wijzigingen van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt; het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de waterbeheerder; voor het bouwen en gebruiken van kantoren ten behoeve van een glastuinbouwbedrijf met meerdere, verspreid liggende kassen binnen het plangebied, mits: dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; het kantoorgebouw wordt gevestigd langs een weg van categorie 1 of 2 van de bijlage wegen/watercategorisering; de kantoren onderdeel uitmaken van de bedrijfsruimte/het glastuinbouwbedrijf; Pagina 35 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - n. o. p. q. het plan een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter beoordeling van de stedenbouwkundige; de ontsluiting en het aantal parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit; voldaan wordt aan de maximale oppervlakte zoals opgenomen in dit artikel, 4.2.1 lid d; het bouwen van hogere hekwerken dan 1,00 meter voor de voorgevelrooilijn, mits: dit aantoonbaar bedrijfsmatig noodzakelijk is; de hoogte maximaal 1,80 meter is; het hekwerk als erfafscheiding wordt geplaatst op of rondom verhard voorterrein bij een glastuinbouwbedrijf; het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het voorterrein vanaf de openbare weg altijd behouden blijft. het aanleggen van minder dan 4 parkeerplaatsen per hectare, mits: dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende glastuinbouwbedrijf; het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de verkeerskundige; niet minder dan 2 parkeerplaatsen per hectare geregeld worden. voor het (tijdelijk) plaatsen van woonunits voor in de Westlandse glastuinbouw werkzame tijdelijke arbeidsmigranten, waarbij vast dient te staan dat: de glastuinbouwbedrijfsvoering ter plaatse is of wordt beëindigd en, mede gelet op de ruimtelijke omstandigheden, naar verwachting niet meer kan worden uitgeoefend; de woonunits zodanig gesitueerd worden dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; maximaal ruimte wordt geboden aan de huisvesting van 500 tijdelijke arbeidsmigranten, werkzaam in de Westlandse glastuinbouwsector; de gemeente - als eigenaar van de gronden - een erfpachtovereenkomst met de exploitant /beheerder van het terrein op basis waarvan bepaald is hoelang het terrein als zodanig gebruikt mag worden; het terrein en de woonunits worden beheerd volgens SKIA-richtlijnen; de (inpassing van de) bouwwerken, de hoeveelheid woonunits en inrichting van het totale terrein - ook bezien vanuit de omgeving - de instemming hebben van de stedenbouwkundige en de groendeskundige; de infrastructuur waaraan de woonunits zijn gelegen is toegerust op het verwerken van de voorziene hoeveelheid vervoersbewegingen, dit ter beoordeling van de verkeersdeskundige; de ontsluiting en het aantal benodigde parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit, dit ter beoordeling van de verkeerskundige; dit geen hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende gronden. voor een bredere in/uitrit dan 10 meter, mits; dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is vanwege de onmogelijkheid om anders vanaf de (openbare) weg het eigen terrein op te kunnen draaien; er dient een duidelijk onderscheid te zijn tussen het privé en openbaar terrein, bij voorkeur door middel van een groene afscheiding; goedkeuring is verleend door de verkeerskundige; of er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de verkeerskundige. Pagina 36 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 4.4.2 Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 voor; a. b. 4.5 het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de overige bedrijfsbebouwing mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van een bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen; het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits: op aangrenzende gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd; Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. e. f. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; zelfstandige kantoren; detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de agrarische glastuinbouw functie; geluidzoneringsplichtige bedrijven; bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 4.6 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 4.6.1 Verbod op werken en werkzaamheden b. c. d. Het is verboden op de gronden met de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders: a. b. waterbassins aan te leggen; beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter. 4.6.2 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 3.8.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die: a. b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. Pagina 37 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 4.6.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits: a. b. c. d. e. f. g. h. 4.7 de waterbassins niet zichtbaar zijn vanaf een weg uit een gecategoriseerde weg of vanaf een hoofdwatergang zoals opgenomen in bijlage IV; de waterbassins bedrijfsmatig noodzakelijk zijn; de waterbassins voldoende worden ingeplant, ter beoordeling van een groendeskundige; de waterbassins zich op een afstand van ten minste 17,50 meter bevinden van een weg met de categorie 1 zoals opgenomen in bijlage IV; de waterbassins zich op een afstand van ten minste 12,50 meter bevinden van een weg met de categorie 2 zoals opgenomen in de bijlage IV; de waterbassin zich op een afstand van ten minste 9.00 meter bevinden van een weg met de categorie 3 zoals opgenomen in bijlage IV; de waterbassins zich op een afstand van ten minste 4.00 meter bevinden van een boveninsteek van de hoofdwatergang zoals opgenomen in bijlage IV; de waterbassins zich op een afstand van ten minste 12,50 meter bevinden van een woning. Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen: 4.7.1 Agrarische bedrijfswoning naar burgerwoning van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een bedrijfswoning van bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te staan dat: - - - de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle glasopstanden en bijbehorende gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of herstructurering van de glastuinbouw; de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning, waarbij geldt dat per (te reconstrueren) bedrijf ten minste één bedrijfswoning aanwezig blijft; de woning zodanig gesitueerd is dat door de aanwezigheid van de woning op zich, danwel situering door de bijbehorende gronden de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld is; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van alle bestaande bijgebouwen is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2 ; advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige. Pagina 38 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische, stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische bezwaren stuit; 4.7.2 Vergroten woonvlak van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een bestaand aangrenzende woonvlak te vergroten, waarbij vast dient te staan dat: - - - 4.7.3 de uitbreiding zodanig gesitueerd is dat door de aanwezigheid van de uitbreiding op zich, danwel situering door de bijbehorende gronden de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld is; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van alle bestaande bijgebouwen is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2 ; advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige. de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische, stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische bezwaren stuit; Uitplaatsen/verplaatsen (bedrijfs)woning van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een te slopen bedrijfswoning te herbouwen als burgerwoning of een bestaande burgerwoning te slopen en te herbouwen, waarbij vast dient te staan dat: - - de sloop van de (voormalige bedrijfs-)woning noodzakelijk is vanwege de schaalvergroting en/of herstructurering van de glastuinbouw; de woonkavel zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; de (voormalige bedrijfs-)woning wordt gesloopt, binnen 2 maanden na gereedmelding van de nieuwe woning; na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in eigendom zal zijn dan maximaal 1000 m², waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; alle op de kavel bestaande opstallen zijn gesloopt; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming woondoeleinden; de herstructurering of schaalvergroting waar de woning onderdeel van uitmaakt de instemming heeft van de glastuinbouwdeskundige en de waterbeheerder; Pagina 39 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - 4.7.4 dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld is; de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische, stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische bezwaren stuit; voor de gronden van de bestaande burgerwoning die terugvallen aan de glastuinbouw, de bestemming “Wonen” gelijktijdig wordt gewijzigd naar “Agrarisch - Glastuinbouw”, middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 33.2 van dit plan. Uitplaatsen bedrijven anders dan glastuinbouw van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Bedrijf” of “Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf” met als doel een bedrijf te verplaatsen uit het duurzame glastuinbouwgebied, waarbij vast dient te staan dat: - 4.7.5 de verplaatsing noodzakelijk is vanwege de schaalvergroting en/of herstructurering van de glastuinbouw; de hervestiging van het bedrijf financieel noodzakelijk is voor het welslagen van de schaalvergroting en/of herstructurering; de bedrijfskavel zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; de bedrijfsopstallen op de oude locatie, indien noodzakelijk vanwege de schaalvergroting of de herstructurering van de glastuinbouw worden gesloopt, binnen twee maanden nadat de nieuwe locatie is betrokken; de kavel na bestemmingswijziging een vergelijkbare oppervlakte heeft dan de (legale) oppervlakte oude kavel met een bedrijfsbestemming; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming bedrijf; de herstructurering of schaalvergroting waar het bedrijfsperceel onderdeel van uitmaakt de instemming heeft van de glastuinbouwdeskundige en de waterbeheerder; de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische, stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische en akoestische bezwaren stuit; voor de gronden van het bedrijf die terugvallen aan de glastuinbouw, de bestemming “Bedrijf” of “Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf” gelijktijdig wordt gewijzigd naar “Agrarisch - Glastuinbouw”, middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 33.2 van dit plan Water van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Water” en de dubbelbestemming “Waterstaat - Waterkering” met als doel een waterloop, berging en/of waterkering aan te leggen en/of vergroten, mits: de locatie en inrichting van de waterloop en/of waterberging de instemming hebben van de stedenbouwkundige, de glastuinbouwdeskundige, waterbeheerder en de groendeskundige. 4.7.6 Groen Pagina 40 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Groen” met als doel het aanleggen van een groenbuffer en/of een gebied met landschappelijke waarde, mits: a. b. de locatie en inrichting van de groenbuffer en/of het gebied met landschappelijke waarde de instemming hebben van de stedenbouwkundige en de groendeskundige; advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige. 4.7.7 Verkeer van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Verkeer” met als doel het aanleggen en/of reconstrueren van wegen, mits: a. de weg deel zal uitmaken van de permanente infrastructuur; b. voldaan wordt aan de Wet geluidhinder; c. de inpassing en uitvoering van de weg en het wegprofiel de instemming hebben van de verkeerskundige en de glastuinbouwdeskundige; d. wat betreft de inpassing en uitvoering van de weg en het wegprofiel advies is ingewonnen bij de stedenbouwkundige en de groendeskundige. Pagina 41 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 5 Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: A-VTA agrarisch - verblijf tijdelijke arbeidsmigranten 5.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor “Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten” (A-VTA) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. woonunits ten behoeve van het verblijf van tijdelijke arbeidsmigranten; een bijbehorend bedrijfsgebouw ten behoeve van beheer, onderhoud, recreatie, dienstverlening en sanitaire voorzieningen; erven en paden; groenvoorzieningen; nutsvoorzieningen; water. 5.2 Bouwregels 5.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. f. g. h. het bebouwingspercentage van woonunits en hoofdgebouw gezamenlijk mag niet meer bedragen dan 30 % van het bestemmingsvlak; de gemiddelde oppervlakte aan gebruiksruimte per arbeidsmigrant dient minimaal 8 m2 te zijn, waarbij voorzieningengebouwen ten behoeve van gezamenlijk gebruik meegerekend mogen worden in de berekening van de gemiddelde oppervlakte; de minimale onderlinge afstand tussen woonunits en/of het hoofdgebouw is 5,00 meter; de bouwhoogte van een woonunit en/of hoofdgebouw is maximaal 4,00 meter; een woonunit en/of hoofdgebouw bestaat uit maximaal 1 bouwlaag; de oppervlakte van een woonunit bedraagt maximaal 60 m2; de oppervlakte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 200 m2; de afstand van een woonunit en/of hoofdgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 3,00 meter; Pagina 42 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN i. een woonunit en het bedrijfsgebouw worden ontsloten via een ontsluitingspad van minimaal 2 meter breed. 5.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. b. c. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. Pagina 43 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 6 Bedrijf AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: B bedrijf Functieaanduiding: (sb-a) aannemer; (bsd) baggerspeciedepot; (sb-b) bouwbedrijf; (cs) caravanstalling; (sb-c) constructiebedrijf; (sb-ck) constructie en kunstofverwerkingsbedrijf; (sb-dhv) detailhandel volumineus; (ga) garagebedrijf; (sb-gps) garage met plaatwerkerij en spuiterij; (sb-gw) gaswinlocatie; (sb-g) goederenwegvervoersbedrijf (hv) hovenier; (nv) nutsvoorziening; (sb-bsa) op en overslagbedrijf voor bouw- sloop en agrarisch afval (op) opslag; (sb-sw) scheepswerf; (sb-sm) smederij; (vml) verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg; (vm) verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg; (sb-vdh) vleesverwerkingsbedrijf, detailhandel toegestaan; (sb-zez) zaadteelt en zaadveredelingsbedrijf (sb-z) zonder bebouwing. Pagina 44 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor Bedrijf (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w. x. y. z. aa. bb. cc. dd. bedrijven; ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤2)" bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤3.1)" bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤3.2)" bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten"; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-a)", uitsluitend een aannemersbedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-gps)”, een garage met plaatwerkerij en spuiterij en bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse voor de functieaanduiding “(sb-dhv)”, detailhandel in volumineuze goederen en bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-c)”, een constructiebedrijf en bedrijven uit en hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-ck)”, een constructie- en kunststofverwerkingsbedrijf en bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-g)”, een goederenwegvervoersbedrijf en bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding "(bsd)", uitsluitend een baggerspeciedepot; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-b)", uitsluitend een bouwbedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding "(cs)", uitsluitend een caravanstalling; ter plaatse van de functieaanduiding "(ga)", uitsluitend een garagebedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-gw)", uitsluitend een gaswinlocatie; ter plaatse van de functieaanduiding "(hv)", uitsluitend een hoveniersbedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding "(nv)", uitsluitend een nutsbedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-bsa)", uitsluitend een bedrijf gespecialiseerd in op en overslagbedrijf voor bouw- sloop en agrarisch afval; ter plaatse van de functieaanduiding "(op)", uitsluitend een opslagbedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-sw)", uitsluitend een scheepswerf; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-sm)", uitsluitend een smederij; ter plaatse van de functieaanduiding "(vml)", uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg; ter plaatse van de functieaanduiding "(vm)", uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg; ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-vdh)" uitsluitend een vleesverwerkingsbedrijf, detailhandel toegestaan; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-zez)”, een zaadteelt en zaadveredelingsbedrijf; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeer-, laad- en losvoorzieningen; water; een bestaande bedrijfswoning. Pagina 45 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 6.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. c. bedrijfsgebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken; ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-z)” is geen bebouwing toegestaan. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 6.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. f. g. h. i. 6.2.2 het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; (niet-zelfstandige) kantoren zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak en minder is dan 3.000 m², tenzij op de planverbeelding anders is weergegeven; de afstand van een bedrijfsgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. de afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de (oorspronkelijke) gevels van woningen die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk dient tenminste 30 meter te bedragen; bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten kunnen keren; bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw geldt een parkeernorm van 2,8 parkeerplaatsen per 100 m2 bedrijfsvloeroppervlak. bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; b. de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; c. de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; d. het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; e. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; Pagina 46 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. 6.3 de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. b. c. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. Pagina 47 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 6.4 Afwijken van de bouwregels 6.4.1 Afwijken voor bedrijfsgebouwen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 van de planregels voor: a. b. c. 6.4.2 het herbouwen van een bedrijfsgebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het aanleggen en in gebruik nemen van minder dan 2,8 parkeerplaatsen per 100m2 bedrijfsvloeroppervlak bedrijfsruimte en overkappingen, mits: dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende bedrijf; het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de verkeerskundige. voor het bouwen van een ondergrondse waterberging of -kelder voor de berging van oppervlakte- en/of hemelwater, mits: uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door wijziging van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt; het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de waterbeheerder; het bouwwerk de instemming heeft van de gemeentelijke archeoloog. Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.2 van de planregels voor: a. b. c. het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits op de aangrenzende gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; Pagina 48 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. 6.5 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: i. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen; geluidzoneringsplichtige bedrijven; activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; showrooms; zelfstandige kantoren; detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie, met uitzondering bij de verkooppunten motorbrandstoffen; horeca. 6.6 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 6.6.1 Verbod op werken en werkzaamheden a. b. c. d. e. f. g. h. Het is verboden op de gronden met de bestemming “Bedrijf” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders: a. beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter. 6.6.2 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 6.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die: a. a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; b. Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 6.7 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen: 6.7.1 Bedrijf naar Wonen Voor de gronden waarop de bestemming “Bedrijf" rust, door voor deze gronden de bestemming te wijzen in de bestemming “Wonen” met als doel een bedrijfswoning van bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te staan dat: Pagina 49 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle bedrijfsgebouwen en overige gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of herstructurering van een glastuinbouwbedrijf; de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning; de woning zodanig gesitueerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; na de bestemmingswijziging geen grotere kavel resteert dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; sprake is van een milieuhygiënische verantwoorde situatie; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming woondoeleinden, waarbij als bijgebouw mag resteren een inhoud van 300 m3 of een vloeroppervlak van 100 m2; Pagina 50 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 7 Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: B-AAB bedrijf – agrarisch aanverant bedrijf 7.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van de agrarische sector; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeer-, laad- en losvoorzieningen; water; een bestaande bedrijfswoning. 7.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. bedrijfsgebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 7.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; (niet-zelfstandige) kantoren zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak en minder is dan 3.000 m²; Pagina 51 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN e. f. g. h. i. 7.2.2 de afstand van een bedrijfsgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. de afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de (oorspronkelijke) gevels van woningen die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk dient tenminste 30 meter te bedragen; bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten kunnen keren; bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een bedrijfsgebouw geldt een parkeernorm van 2,8 parkeerplaatsen per 100m2 bedrijfsvloeroppervlak. bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende Pagina 52 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN n. o. p. 7.3 bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; anneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient tenminste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 7.4 Afwijken van de bouwregels 7.4.1 Afwijken voor bedrijfsgebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.1 van de planregels voor: a. b. het herbouwen van een bedrijfsgebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; de bestaande goot- en bouwhoogten niet worden vergroot; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het aanleggen en in gebruik nemen van minder dan 2,8 parkeerplaatsen per 100m2 bedrijfsvloeroppervlak bedrijfsruimte en overkappingen, mits: dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende bedrijf; het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de verkeerskundige. Pagina 53 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. voor het bouwen van een ondergrondse waterberging of -kelder voor de berging van oppervlakte- en/of hemelwater, mits: uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door wijziging van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt; het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de waterbeheerder; het bouwwerk de instemming heeft van de gemeentelijke archeoloog. 7.4.2 Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2.2 van de planregels voor: a. b. c. 7.5 het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits op de aangrenzende gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1000m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. bedrijfsmatige activiteiten die niet ten behoeve van de glastuinbouwsector zijn; privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen; geluidzoneringsplichtige bedrijven; activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; showrooms; zelfstandige kantoren; detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie; horeca; Pagina 54 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 7.6 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 7.6.1 Verbod op werken en werkzaamheden Het is verboden op de gronden met de bestemming “Bedrijf” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders: a. beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter. 7.6.2 Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 7.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die: a. b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 7.7 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen: 7.7.1 Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf naar Wonen Voor de gronden waarop de bestemming “Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf" rust, door voor deze gronden de bestemming te wijzen in de bestemming “Wonen” met als doel een bedrijfswoning van bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te staan dat: - de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle bedrijfsgebouwen en overige gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of herstructurering van een glastuinbouwbedrijf; de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning; de woning zodanig gesitueerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; na de bestemmingswijziging geen grotere kavel resteert dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de glastuinbouwdeskundige; sprake is van een milieuhygiënische verantwoorde situatie; voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming woondoeleinden, waarbij als bijgebouw mag resteren een inhoud van 300 m3 of een vloeroppervlak van 100 m2; Pagina 55 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 8 Cultuur en ontspanning AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: CO cultuur en ontspanning Functieaanduiding: (mu) museum 8.1 Bestemmingsomschrijving a. b. c. d. e. f. g. De voor cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor: cultuur en ontspanning; ter plaatse van de functieaanduiding "(mu)", uitsluitend een museum; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeer-, laad- en losvoorzieningen; water; een bestaande woning. 8.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. gebouwen; bestaande woningen met de daarbij behorende bouwwerken. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 8.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; d. de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter; e. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Pagina 56 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 8.2.2 Bestaande woningen en bijgebouwen Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels a. herbouw van een woning is toegestaan; b. de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; c. de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; d. het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; e. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; f. de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. g. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; h. de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; i. de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; j. aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; k. aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; l. vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; m. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; n. de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; o. wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. p. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Pagina 57 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 8.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 8.4 Afwijken van de bouwregels 8.4.1 Afwijken voor gebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.1 van de planregels voor: a. het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het gebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 8.4.2 Afwijken voor woningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2.2 van de planregels voor: a. b. het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. Voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen Pagina 58 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN toekomstige ontwikkelingen belemmert. 8.5 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; horeca indien deze niet ondergeschikt is aan de hoofdfunctie; detailhandel indien deze niet ondergeschikt is aan de hoofdfunctie; Pagina 59 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 9 Detailhandel AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: DH detailhandel 9.1 Functieaanduiding: (sdh-mz) meubelzaak (tc) tuincentrum Bestemmingsomschrijving De voor “Detailhandel” (DH) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. detailhandel; ter plaatse van de functieaanduiding “(sdh-mz)”, uitsluitend een meubelzaak; ter plaatse van de functieaanduiding “(tc)”, uitsluitend een tuincentrum; bestaande bedrijfswoningen; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; water; 9.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. bedrijfsgebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 9.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; Pagina 60 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. d. e. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. 9.2.2 Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; Pagina 61 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN o. p. 9.3 wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd; woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 9.4 Afwijken van de bouwregels 9.4.1 Afwijken voor gebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 van de planregels voor: a. het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 9.4.2 Afwijken voor bedrijfswoning Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.2 van de planregels voor: a. het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: Pagina 62 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - b. 9.5 de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; zelfstandige kantoren; horeca met uitzondering van ondergeschikte horeca; verkoop van gevaarlijke stoffen met uitzondering van vuurwerkverkooppunten; verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet. Pagina 63 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 10 Groen AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: G groen 10.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor Groen (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. groenvoorzieningen; fietspaden en voetpaden; bruggen en duikers; water. 10.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 10.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. b. de maximale bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt 3,00 meter; de maximale bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt 3,00 meter. 10.3 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 voor het aanleggen van parkeerplaatsen, in- en uitritten en ander ondergeschikte verhardingen, mits; a. b. c. een aantoonbaar tekort is; het niet ten koste gaat van de kwaliteit en de beleving van de groenvoorziening; een verkeerskundig advies is gevraagd. Pagina 64 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 11 Horeca AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: H horeca 11.1 Functieaanduiding: (h≤2) horeca tot en met categorie 2 (sh-z) zonder bebouwing Bestemmingsomschrijving De voor “Horeca” (H) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. horecabedrijven; ter plaatse van de functieaanduiding "(h≤2)”, horecabedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten; bestaande bedrijfswoningen; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; water; 11.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. c. gebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen; ter plaatse van de functieaanduiding “(sh-z)” is geen bebouwing toegestaan. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 11.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; Pagina 65 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. d. e. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. 11.2.2 Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; b. de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; c. de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; d. het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; e. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; f. de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. g. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; h. de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; i. de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; j. aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; k. aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; l. vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; m. de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; n. de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; Pagina 66 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN o. p. 11.3 wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 11.4 Afwijken van de bouwregels 11.4.1 Afwijken voor bedrijfsgebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 van de planregels voor: a. Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 11.4.2 Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.2 van de planregels voor: a. het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; Pagina 67 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - b. de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. 11.5 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; b. niet aan de bestemming gelieerde bewoning; Pagina 68 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 12 Kantoor AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: K kantoor 12.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor “Kantoor” (K) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. kantoren; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige waterpartijen. 12.2 Bouwregels voorzieningen, waterlopen en Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. gebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 12.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. Pagina 69 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN e. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. 12.2.2 Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. Pagina 70 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN p. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. 12.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 12.4 Afwijken van de bouwregels 12.4.1 Afwijken voor bedrijfsgebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.1 van de planregels voor: a. Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 12.4.2 Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.2 van de planregels voor: a. het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; Pagina 71 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN b. 12.5 geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; detailhandel; horeca. Pagina 72 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 13 Maatschappelijk AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: M maatschappelijk 13.1 Functieaanduiding: (bp) begraafplaats (brk) brandweerkazerne (ds) dierenasiel (mz) militaire zaken (re) religie (zbo) zorgboerderij Bestemmingsomschrijving De voor “Maatschappelijk” (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. sociaal-maatschappelijke voorzieningen, educatieve doeleinden, het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, het verenigingsleven, de godsdienstuitoefening, de volksgezondheid en daarmee gelijk te stellen niet-commerciële instellingen; ter plaatse van de functieaanduiding “(bp)”, uitsluitend een begraafplaats; ter plaatse van de functieaanduiding “(brk)”, uitsluitend een brandweerkazerne; ter plaatse van de functieaanduiding “(ds)”, uitsluitend een dierenasiel/pension; ter plaatse van de functieaanduiding “(mz)”, uitsluitend een defensieterrein met zendmasten; ter plaatse van de functieaanduiding “(re)”, uitsluitend een kerkgebouw of kapel; ter plaatse van de functieaanduiding "(zbo)", uitsluitend een zorgboerderij en/of zorgkwekerij gerelateerd aan de glastuinbouw/agrarische sector; bestaande bedrijfswoningen; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; water; Pagina 73 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 13.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. gebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 13.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. 13.2.2 het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd; Bestaande woningen en bijgebouwen Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. herbouw van een woning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het Pagina 74 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN l. m. n. o. p. 13.2.3 hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bouwwerken geen gebouw zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de functieaanduiding "(mz)" zendmasten met een maximale hoogte van 60 meter. 13.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 13.4 Afwijken van de bouwregels 13.4.1 Afwijken voor gebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.1 van de planregels voor: Pagina 75 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN a. het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het gebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 13.4.2 Afwijken voor woningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.2 van de planregels voor: a. b. 13.5 het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het woning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. e. privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de woning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; zelfstandige kantoren; detailhandel; horeca; Pagina 76 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 14 Natuur AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: N natuur 14.1 Functieaanduiding: (sn-bc) bezoekerscentrum (p) parkeerterrein Bestemmingsomschrijving De voor “Natuur” (N) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. k. het behoud, herstel dan wel de ontwikkeling van de aanwezige, dan wel daaraan eigen natuurlijke en landschappelijke waarden; de verbetering van het milieu voor de natuurlijke levensgemeenschappen; de opbouw van het landschap; ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)”, een bezoekerscentrum; ter plaatse van de functieaanduiding “(p)”, een parkeerterrein beperkt recreatief medegebruik, waaronder dient te worden verstaan wandelen, fietsen en paardrijden; onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer; voet- en fietspaden; groenvoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen; voorzieningen van algemeen nut. 14.2 Bouwregels a. ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)” bedraagt de oppervlakte van het bezoekerscentrum maximaal 400 m2; ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)” bedraagt de bouwhoogte van het bezoekerscentrum maximaal 4 meter; op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde en eenvoudige recreatief ondersteunende voorzieningen zoals wegwijzers en zitbanken met een maximale hoogte van 2 meter. b. c. d. e. f. g. h. i. j. b. c. Pagina 77 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 14.3 Afwijken van de bouwregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 14.2 ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de brandpreventie of brandbestrijding, mits de hoogte niet meer dan 35 meter bedraagt. 14.4 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik voor en/of als: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. 14.5 staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in de tot Natuur bestemde gronden uit te voeren werken of werkzaamheden; staanplaats voor wagens; agrarische doeleinden, met uitzondering van agrarische doeleinden in het kader van natuurbeheer; sport-, wedstrijd- of speelterrein, kampeer- of caravanterreinen, dagcampings, parkeerterreinen, lig- of speelweiden, zwemgelegenheden en buitenmaneges; het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen; voor het racen of crossen met motorrijtuigen en (brom)fietsen; militaire oefeningen; het winnen van bosstrooisel of mos; het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als omschreven onder a. tot en met g.; opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. Afwijken van de gebruiksregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 14.4 ten behoeve van: a. b. het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van het natuurgebied; het houden van militaire oefeningen, mits de aanwezige waarden niet (onomkeerbaar) worden of kunnen worden aangetast. Pagina 78 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 14.6 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 14.6.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: a. b. c. d. e. f. g. h. i. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; c. het ontginnen; bodemverlagen, het afgraven, het ophogen, het egaliseren of het scheuren van grasland; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders; het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas dan wel waardevolle vegetatie ten gevolge kunnen hebben; het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt; het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de waterhuishouding; het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas. Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - - 14.6.2 het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze is verleend indien zulks vereist is; het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 14.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; vallen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, met uitzondering van het blijvend scheuren van grasland; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; Pagina 79 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. e. f. 14.6.3 mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; vallen onder het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand; behoren tot het periodiek kappen van hakhout voor zover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan bestaande bodemgebruik. Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.6.1 zijn alleen toelaatbaar, als - gehoord het Hoogheemraadschap van Delfland als de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het geding is - door die werken of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de in 14.1 genoemde doeleinden dan wel waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. Pagina 80 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 15 Recreatie AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: R recreatie 15.1 Functieaanduiding: (dr) dagrecreatie (ske) skatebaan Bestemmingsomschrijving De voor “Recreatie” (R) aangewezen gronden zijn bestemd voor a. b. c. d. e. f. g. h. recreatie; ter plaatse van de functieaanduiding “(dr)”, dagrecreatie; ter plaatse van de functieaanduiding “(ske)”, een skatebaan; gebouwen wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; water; 15.2 Bouwregels 15.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter; gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Pagina 81 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 15.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 15.4 Afwijken van de bouwregels b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.1 van de planregels voor: a. het bouwen van gebouwen in de erfafscheiding indien en voor zover hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 15.5 Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. risicovolle inrichtingen; detailhandel; horeca welke niet ondergeschikt is aan de recreatieve functie; niet aan de bestemming gelieerde bewoning. Pagina 82 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: R-VR recreatie - verblijfsrecreatie 16.1 Functieaanduiding: (jh) jachthaven (kt) kampeerterrein (rw) recreatiewoning (kp) kampeerboerderij (sr-bc) beautycentrum Bestemmingsomschrijving De voor "Recreatie-Verblijfsrecreatie" (R-VR) aangewezen gronden zijn bestemd voor; a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. het bedrijfsmatig aanbieden van recreatievoorzieningen door een recreatiebedrijf; ter plaatse van de functieaanduiding “(jh)", een jachthaven; ter plaatse van de functieaanduiding “(kt)", een kampeerterrein; ter plaatse van de functieaanduiding "(rw)", recreatiewoningen; ter plaatse van de functieaanduiding "(kp)", een kampeerboerderij; gebouwen ten behoeve van de exploitatie van het recreatieterrein; een bestaande bedrijfswoning; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; water; 16.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. gebouwen; bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 16.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: Pagina 83 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN a. b. c. d. e. 16.2.2 het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Recreatiewoning In afwijking van het bepaalde in 16.2.1 gelden voor het bouwen ter plaatse van de functieaanduiding "(rw)" de volgende regels; a. b. c. d. het aantal recreatiewoningen bedraagt niet meer dan op de planverbeelding aangegeven. de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 55m2 bedragen; de goothoogte zal ten hoogste 3 meter bedragen; de bouwhoogte zal ten hoogste 4 meter bedragen; 16.2.3 Kampeerterrein In afwijking van het bepaalde in 16.2.1 gelden voor het bouwen ter plaatse van de functieaanduiding "(kt)" de volgende regels; a. b. c. d. e. het aantal trekkershutten zal ten hoogste 2 bedragen; de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 15m2; de goothoogte van een trekkershut zal ten hoogste 3,5 meter bedragen; de overige gebouwen, zoals een schuilhut, schuur en kampwacht hebben een maximale oppervlakte van 250m2; de goothoogte van de overige gebouwen bedraagt 3,5 meter. 16.2.4 Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; Pagina 84 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. 16.3 de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd; woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. b. c. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. Pagina 85 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 16.4 Afwijken van de bouwregels 16.4.1 Afwijken voor bedrijfsgebouwen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 van de planregels voor: a. Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. 16.4.2 Afwijken voor bedrijfswoningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.4 van de planregels voor: a. b. 16.5 het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfswoning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. niet aan de bestemming gelieerde bewoning; detailhandel; horeca welke niet ondergeschikt is aan de recreatieve functie; permanente bewoning van de recreatiewoningen; Pagina 86 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 17 Recreatie - Volkstuinen AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: R-VT recreatie - volkstuinen 17.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor “Recreatie-Volkstuinen" (R-VT) aangewezen gronden zijn bestemd voor; a. b. c. d. e. f. g. een volkstuinencomplex; gebouwen; hobbykassen; wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige waterpartijen. 17.2 Bouwregels voorzieningen, waterlopen en Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. f. 17.3 één gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen, onderhoud en beheer –geen woning zijnde – met een maximum oppervlakte van 250 m2; de goot- en bouwhoogte voor de centrale voorziening bedragen respectievelijk 4 en 6 meter; per volkstuin één tuinhuisje 20 m2; per volkstuin één hobbykas 30 m2; de goothoogte van het tuinhuisje en de hobbykas mag maximaal 3 meter bedragen; de minimale afstand van de gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt 3,00 meter, indien niet in de perceelsgrens wordt gebouwd; Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: Pagina 87 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 17.4 Specifieke gebruiksregels b. c. Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. (recreatief) nachtverblijf; niet aan de bestemming gelieerde bewoning; het plaatsen van onderkomens en of kampeermiddelen; opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; Pagina 88 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 18 Sport AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: S sport 18.1 Functieaanduiding: (ma) - manege (ijs) - ijsbaan (ss-pdv) - postduivenvereniging (ss-z) - zonder bebouwing Bestemmingsomschrijving De voor “Sport” (S) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. 18.2 het uitoefenen van sportactiviteiten; ter plaatse van de functieaanduiding " (ma)", uitsluitend een manege; ter plaatse van de functieaanduiding "(ijs)", uitsluitend een ijsbaan; aan de sportactiviteit ondergeschikte en gerelateerde horecavoorziening in de vorm van een kantine, evenementen; gebouwen; bestaande woningen; wegen, paden en verhardingen; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen. Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. c. gebouwen; bestaande woningen met de daarbij behorende bouwwerken; ter plaatse van de aanduiding (ss-z) is geen bebouwing toegestaan. en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: Pagina 89 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 18.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. e. 18.2.2 het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak; de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de planverbeelding aangegeven; de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter. gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bestaande woningen en bijgebouwen Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. herbouw van een woning is toegestaan; de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende Pagina 90 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN n. o. p. 18.2.3 bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bouwwerken geen gebouw zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. de maximale bouwhoogte van (licht)masten en ballenvangers bedraagt 25 meter; 18.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 18.4 Afwijken van de bouwregels 18.4.1 Afwijken voor gebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2.1 van de planregels voor: a. het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. Pagina 91 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 18.4.2 Afwijken voor woningen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2.2 van de planregels voor: a. b. 18.5 het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van de woning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen. voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits; de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen toekomstige ontwikkelingen belemmert. Specifieke gebruiksregels Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor: a. b. c. d. niet aan de bestemming gelieerde bewoning; detailhandel; opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden die verband houden met de sportbeoefening; horeca welke niet ondergeschikt is aan de sportfunctie. Pagina 92 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 19 Verkeer AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: V Verkeer 19.1 Functieaanduiding: (-) Bestemmingsomschrijving De voor Verkeer (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. 19.2 wegen en paden; voet- en rijwielpaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting; straatmeubilair; voorzieningen van algemeen nut; kunstwerken; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde die voor de wegenstructuur en de geleiding van het wegverkeer nodig zijn, zoals bruggen, dammen, duikers, verkeersborden en duikers. Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 19.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. b. de maximale bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering bedraagt 7,00 meter; de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt 3,00 meter. Pagina 93 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 19.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 19.4 Afwijken van de bouwregels b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 voor de realisering van geluidswerende voorzieningen. Pagina 94 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 20 Water AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: WA water 20.1 Functieaanduiding: (wb) waterberging (swa-wkb) waterskibaan Bestemmingsomschrijving De voor “Water” (WA) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. watergangen en (ondergrondse) waterbergingen; het behoud en herstel van natuurwaarden; groenvoorzieningen; infiltratievoorzieningen; kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden; keermuren voor de waterbeheersing, overbeschoeiingen, duikers, bruggen, aanlegsteigers en vlonders; natuurvriendelijk ingerichte oevers. ter plaatse van de functieaanduiding "(swa-wkb)", een waterskibaan; ter plaatse van de functieaanduiding “(wb)”, een waterberging; 20.2 Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 20.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. b. c. de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter; aanlegsteigers hebben een maximale lengte van 1 meter; op aanlegsteigers en vlonders is geen bebouwing toegestaan. Pagina 95 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 20.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. b. c. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. Pagina 96 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 21 Wonen AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: W wonen 21.1 Functieaanduiding: (sw-z) zonder bebouwing Bestemmingsomschrijving De voor “Wonen” (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. wonen; tuinen en erven; parkeervoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige waterbergingen; voorzieningen van algemeen nut; groenvoorzieningen; voet- en fietspaden; speelvoorzieningen; 21.2 Bouwregels voorzieningen, watergangen en Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend woningen met de daarbij behorende bouwwerken worden gebouwd; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 21.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. per bestemmingsvlak is één woning toegestaan, tenzij ter plaatse van de functieaanduiding “aantal woningen” een ander maximum aantal woningen is aangegeven; de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 10 meter; de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een Pagina 97 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. 21.2.2 maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , ui t - en/of bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen; het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw; ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud; de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen, de maximale bouwhoogte is 5,00 meter; de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen; de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter; aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen; aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen; vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen; de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter bedragen; de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet "Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen; wanneer aan-, uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden gebouwd. woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden gebouwd. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels a. b. de afstand van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot de - niet aan een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen - erfafscheiding ten minste 1,5 x de bouw hoogte; de afstand van windturbines tot de - niet aan een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen - erfafscheiding ten minste 0,5 x de bouwhoogte; Pagina 98 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. de afstand van een windturbine naar een woning of een andere geluidsgevoelige bestemming van een derde dient ten minste 4x de ashoogte te bedragen. 21.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 21.4 Afwijking van de bouwregels 21.4.1 Afwijken voor gebouwen b. c. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2.1 van de planregels voor: a. b. c. voor het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch – Glastuinbouw” mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van een woning onmogelijk zou zijn; aan alle overige bouwregels wordt voldaan; de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan - niet wordt verkleind; geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de aangrenzende percelen; voor het bouwen van een woning, bezien vanaf de zijkant van de woning, dichterbij gronden met de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, indien op die gronden een bedrijfswoning is gesitueerd of anderszins verzekerd is dat in de toekomst geen kassen of andere bedrijfsonderdelen binnen een afstand van 12,5 meter van de woning zullen worden gebouwd, waarbij de minimale afstand van de zijkant van de woning tot aan de bestemmingsgrens ten minste 3 meter is; voor het bouwen van een woning dichterbij gronden met de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” indien op die gronden direct aansluitend een watergang, -berging of andere natuurlijke perceelscheiding is gelegen waarvan voldoende vaststaat dat het om een blijvende situatie gaat, dit ter beoordeling van bijvoorbeeld de waterbeheerder of de glastuinbouwdeskundige; Pagina 99 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. voor het bouwen van een woning dichterbij een wkk-installatie of (natte) koeltoren indien uit onderzoek voldoende gebleken is dat door te nemen maatregelen deze afstand tot aan woning niet tot milieuhygiënische bezwaren leidt, dit ter beoordeling van de gemeentelijke milieukundige, waarbij de woning niet dichterbij wordt gebouwd dan 12,5 meter van de wkk-installatie of (natte) koeltoren; 21.4.2 Afwijken voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2.2 van de planregels voor: a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de erfscheiding, indien en voor zover hiervoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; 21.5 Specifieke gebruiksregels 21.5.1 Aan-huis-gebonden beroepen De uitoefening van aan huis gebonden beroepen in het hoofdgebouw, is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden: a. b. g. de woonfunctie primaire functie gehandhaafd blijft; het vloeroppervlak voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep niet groter is dan 25% van het oppervlak van het hoofdgebouw, tot een maximum van 50 m2; het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse; geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame; het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend; er geen vergunningplichtige activiteiten plaats vinden als bedoeld in de Wet milieubeheer; er geen horeca-activiteiten en/of detailhandel plaatsvinden. 21.5.2 Strijdig gebruik c. d. e. f. Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. kamerbewoning; detailhandel; horeca; zelfstandig kantoor. Pagina 100 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 22 Wonen - Woonwagenstandplaats AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Bestemming: W-WP wonen - woonwagenstandplaats 22.1 Functieaanduiding: (sw-b) bedrijf Bestemmingsomschrijving De voor “Wonen - Woonwagenstandplaats” (W-WP) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. 22.2 wonen in een woonwagen; bijgebouwen, zoals bergplaatsen en was- en toiletaangelegenheden; tuinen en erven; parkeervoorzieningen; (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, watergangen en waterbergingen; voorzieningen van algemeen nut; groenvoorzieningen; voet- en fietspaden; speelvoorzieningen ter hoogte van de functieaanduiding “(sw-b)”, het handelen en schoonmaken van voertuigen Bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. b. gebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van: 22.2.2 Bouwwerken Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. op het terrein niet meer dan op de planverbeelding aangegeven aantal woonwagens mag worden geplaatst; de bouwhoogte van de woonwagens mag niet meer dan 4 meter bedragen; de oppervlakte van bijgebouwen mag per woonwagen niet meer dan 25 m2 bedragen; Pagina 101 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN d. ter plaatse van de functieaanduiding “(sw-b)” mag de bouwhoogte ten hoogste 4 meter en de oppervlakte ten hoogste 230 m² bedragen. 22.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing: a. d. e. f. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw; ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving; ter waarborging van de verkeersveiligheid; ter waarborging van de sociale veiligheid; ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding; ter waarborging van de waterhuishouding. 22.4 Specifieke gebruiksregels b. c. Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor het gebruik voor: a. b. c. d. e. f. g. het gebruik van woonwagens voor andere doeleinden dan wonen; het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning; detailhandel; horecabedrijf; bedrijfsmatige activiteiten, uitgezonderd ter plaatse van de functieaanduiding “(swb)”; zelfstandige kantoren; verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet. Pagina 102 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 23 Leiding - Gas AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Dubbelbestemming: L-G Leiding - Gas 23.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Leiding - Gas” (L-G) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een gasleiding en voor de vrijwaringszone van de gasleiding. 23.2 Bouwregels 23.2.1 Voorrangsregeling Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen, prevaleert de bestemming “Leiding - Gas”. 23.2.2 Algemeen In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze bestemming. 23.2.3 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 23.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de bepaling dat de maximale hoogte 3 meter bedraagt. 23.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd mits: Pagina 103 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN a. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. 23.4 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 23.4.1 Verbod Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Leiding-Gas” zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning, verleend door burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. e. f. g. 23.4.2 het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginningen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven en ophogen; het aanbrengen van diep-wortelende beplantingen en/of bomen het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; diepploegen; het aanleggen van andere kabels en leidingen anders dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen. Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 23.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 23.4.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar mits; a. b. geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de leiding; vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende leidingbeheerder. Pagina 104 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 24 Leiding - Hoogspanningsverbinding AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Dubbelbestemming: L-HV Leiding - Hoogspanningsverbinding 24.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Leiding - Hoogspanningsverbinding” (L-HV) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een hoogspanningsverbinding en bij de hoogspanningsverbinding behorende beschermingszone. 24.2 Bouwregels 24.2.1 Algemeen In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming. 24.2.2 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 24.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. b. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter; in afwijking van het bepaalde onder a. bedraagt de maximale hoogte van hoogspanningsmasten 60 meter. 24.3 Afwijken van de bouwregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 24.2 en toestaan dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Pagina 105 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 24.4 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 24.4.1 Verbod Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: a. b. c. d. e. f. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen en/of bomen; het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; het aanleggen van andere kabels en leidingen anders dan in de bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies; het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen. Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarde is voldaan: g. h. i. j. k. 24.4.2 er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het doelmatig functioneren van de leiding; vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze is verleend indien zulks vereist is; het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3 derde lid van de Wet ruimtelijke ordening. Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 24.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. Pagina 106 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 25 Waarde - Archeologie AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Dubbelbestemming: WR-A waarde - archeologie 25.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Waarde - Archeologie” (WR-A) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden. 25.2 Bouwregels 25.2.1 Voorrangsregeling Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming “Waarde Archeologie”. 25.2.2 Bouwen volgens de onderlinge bestemming Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits de archeologische waarde van de gronden daarmee niet wordt aangetast. 25.2.3 Voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwen Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de archeologische deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. 25.3 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 25.3.1 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie” zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning, verleend door Pagina 107 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden te verrichten, behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen: a. b. c. d. e. grondwerken dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, wegruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage; het verlagen en verhogen van het waterpeil; het aanleggen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben worden verwijderd; het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanleggen en verwijderen van verhardingen ten behoeve van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; met uitzondering van: f. werken en werkzaamheden indien daardoor de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, hetgeen mede op basis van archeologisch onderzoek dient te zijn aangetoond; g. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; h. werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het van kracht worden van het plan; i. werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen of daarop zijn gericht; j. werken en werkzaamheden op en in gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; k. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist; l. werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingvergunning. 25.3.2 Verlening omgevingsvergunning Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 25.3.4. 25.3.3 Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden De werken of werkzaamheden die onder het verbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voor zover het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. 25.3.4 Advies over omgevingsvergunning Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de archeologische deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning. Pagina 108 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 26 Waarde - Natuur AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Dubbelbestemming: WR-N waarde - natuur 26.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Waarde - Natuur” (WR-N)aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van natuurlijke waarden. 26.2 Bouwregels 26.2.1 Voorrangsregeling Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming “Waarde Natuur”. 26.2.2 Bouwen volgens de onderlinge bestemming Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits de natuurlijke waarde van de gronden daarmee niet wordt aangetast. 26.2.3 Voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwen Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de natuur deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. 26.3 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden 26.3.1 Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming: Pagina 109 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN a. b. c. d. e. f. g. h. i. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; het ontginnen; bodemverlagen, het afgraven, het ophogen, het egaliseren of het scheuren van grasland; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders; het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas dan wel waardevolle vegetatie ten gevolge kunnen hebben; het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan niet als bos konden worden aangemerkt; het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de waterhuishouding; het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas. Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan: j. k. l. 26.3.2 het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit; voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet 1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze is verleend indien zulks vereist is; het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Uitzonderingen Het verbod als bedoeld in 26.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. b. c. d. e. f. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; vallen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, met uitzondering van het blijvend scheuren van grasland; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; vallen onder het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand; behoren tot het periodiek kappen van hakhout voor zover betreffende de normale uitoefening van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan bestaande bodemgebruik. Pagina 110 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 26.3.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in 26.3.1 zijn alleen toelaatbaar, als - gehoord het Hoogheemraadschap van Delfland als de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het geding is - door die werken of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de in 26.1 genoemde doeleinden dan wel waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind. 26.3.4 Verlening omgevingsvergunning Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 26.2.3 26.3.5 Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden De werken of werkzaamheden die onder het verbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voor zover het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. 26.3.6 Advies over omgevingsvergunning Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan de natuur deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de omgevingsvergunning. Pagina 111 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK II BESTEMMINGSREGELS ARTIKEL 27 Waterstaat - Waterkering AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: Dubbelbestemming: WS-WK waterstaat - waterkering 27.1 Bestemmingsomschrijving De voor “Waterstaat - Waterkering” (WS-WK) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de inrichting en het onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering. 27.2 Bouwregels 27.2.1 Voorrangsregeling Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waterstaatkundige werken als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen, prevaleert de bestemming “Waterstaat - Waterkering”. 27.2.2 Bouwen volgens de onderliggende bestemming Voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels: a. b. 27.2.3 op de gronden worden ten behoeve van de bestemmingen, zoals in onderdeel 25.1 bedoeld, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd; ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen kan, met in achtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in onderdeel 27.2 voor het bouwen op de onderliggende bestemming. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen dient er een watervergunning te zijn verleend door de waterbeheerder. Pagina 112 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 28 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Pagina 113 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 29 Algemene bouwregels 29.1 Algemene regels voor afstanden 29.1.1 Afstanden tot wegen Onverminderd hetgeen in dit plan is bepaald, moeten voor bouwwerken ten behoeve van de bestemmingen de navolgende afstanden tot aan het hart van de weg in acht worde genomen: a. b. c. d. 29.1.2 ten opzichte van wegen uit categorie 1, zoals opgenomen in bijlage IV: woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 22,5 meter; kassen en watersilo’s: 17,50 meter; laad en losruimten: 35 meter. ten opzichte van wegen uit categorie 2, zoals opgenomen in bijlage IV: woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 17,5 meter; kassen en watersilo’s: 12,50 meter; laad- en losruimten: 30 meter. ten opzichte van wegen uit categorie 3, zoals opgenomen in bijlage IV: woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,5 meter; kassen en watersilo’s: 9 meter; laad- en losruimten: 25 meter. ten opzichte van wegen die niet zijn opgenomen in bijlage IV: woningen: 7,5 meter; bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,5 meter; kassen en watersilo’s: 6,5 meter; laad- en losruimten: 15 meter. Afstanden tot watergangen Onverminderd hetgeen in dit plan is bepaald, gelden de volgende minimale afstanden tot watergangen: a. b. tot het in de bijlage IV opgenomen hoofdwatergangen tussen bouwwerken en de boveninsteek van de watergang moet tenminste een afstand van 4 meter in acht worden genomen; de minimale afstanden tussen bouwwerken en watergangen die geen deel uitmaken van het op de planverbeelding opgenomen hoofdwatergangen, zijn de volgende: 1. afstanden tot boezemwatergangen gerekend vanuit de boveninsteek van de watergang: - langs kanalen : 1 meter; - langs vaarsloten, breder dan 5 meter : 1 meter; - langs vaarsloten tot 5 meter breed : 1,5 meter; Pagina 114 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 2. afstanden tot poldersloten gerekend vanuit de boveninsteek van de watergang: - langs watergangen : 4 meter; - langs poldersloten, breder dan 2 meter : 1 meter; - langs poldersloten tot en met 2 meter breed : 1,5 meter. 29.1.3 Afstandsmaten tot uitzichthoeken Ten aanzien van wegen moeten bij het bouwen van bouwwerken de navolgende maten voor uitzichthoeken in acht worden genomen; a. b. 29.1.4 bij een kruising of aansluiting van secundaire wegen met tertiaire wegen en overige verharde en/of onverharde wegen: een denkbeeldige lijn, die het punt, 50 meter gemeten uit het hart van de kruising en in de as van secundaire wegen en het punt, 25 meter gemeten uit het hart van de kruising en in de as van tertiaire en overige verharde en/of onverharde wegen; bij een kruising of aansluiting van tertiaire wegen met overige verharde en/of onverharde wegen: een denkbeeldige lijn, die het punt 30 meter gemeten uit het hart van de kruising en in de as van tertiaire wegen en het punt, 15 meter gemeten uit het hart van de kruising en in de as van overige verharde en/of onverharde wegen, verbindt. Afwijken van afstandsregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in onderdeel 29.1 van dit artikel ten behoeve van: a. b. het bouwen van een woning en gebouwen dichterbij de weg dan zoals bepaald in 29.1.1, mits: de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat de bouw van een woning en/of gebouwen onmogelijk zou zijn; de bestaande afstand, zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het bestemmingsplan, niet wordt verkleind; of er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de verkeerskundige. het bouwen van een laad- en losruimte dichterbij de weg dan zoals bepaald dan zoals bepaald in 29.1.1, mits: dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; aangetoond is dat alle (vracht) verkeer op eigen terrein kan keren, dit ter beoordeling aan de verkeersdeskundige; dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende gronden; niet wordt afgeweken van de afstandsregels voor een laad- en losruimte die vóór de voorgevelrooilijn van het bedrijfsgebouw of de verwerkingsruimte ligt; of er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de verkeerskundige. Pagina 115 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN c. het bouwen van een bouwwerk dichterbij een waterloop dan als bepaald in 29.1.2., mits; het bedrijf aantoonbaar over een daartoe strekkende watervergunning van de waterbeheerder beschikt; dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht; de bouwwerken niet dichterbij worden gebouwd dan 1,5 meter van de boveninsteek van het water. 29.2 Algemene regels voor ondergronds bouwen 29.2.1 Ondergrondse werken Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. 29.2.2 Ondergrondse bouwwerken Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels: a. b. c. d. 29.2.3 de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3,3 meter onder peil; ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan onder het hoofdgebouw en de kassen, met uitzondering van rioolwaterbuffers die ook buiten de gebouwen mogen worden opgericht; zowel onder bestaande bebouwing als buiten bestaande bebouwing zijn ondergrondse bouwwerken toegestaan, evenwel met inachtneming van het gestelde onder 29.2.2 sub b; bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen uitsluitend mede in aanmerking genomen als de ondergrondse bouwwerken zich buiten de bestaande bebouwing bevinden. Afwijken van de regels voor ondergronds bouwen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2.2 sub a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 6,6 meter onder peil onder de voorwaarde dat: a. b. de waterhuishouding niet wordt verstoord; geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. 29.3 Algemene regels voor bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden, tenzij bij de bestemmingsregels anders is bepaald, de volgende maximale bouwhoogten: a. van (licht)masten: 8,00 meter; Pagina 116 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN b. c. d. e. f. g. h. i. van een overkapping: 4,00 meter; van een (vlaggen-)mast: 8,00 meter; van een windturbine: 15,00 meter, terwijl de afstand van een windturbine naar een hoofdgebouw ten minste 4 maal de bouwhoogte van de windturbine moet bedragen; van een terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn: 1,00 meter; van een terreinafscheiding achter de voorgevelrooilijn: 2,00 meter; van een antenne-installatie: 15 meter; van een schoorsteen: 20 meter; van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2,00 meter. 29.4 Ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt. Pagina 117 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 30 Algemene gebruiksregels 30.1 Verbod op gebruik van gronden 30.1.1 Strijdig gebruik van gronden Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt tenminste als bedoeld verstaan het gebruik van de gronden: - - als opslagplaats voor bagger- en grondspecie; als opslagplaats voor materialen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind, vloeibare afvalstoffen of brandstoffen; als opslagplaats van gebruiksklare of onklare voer- en/of vaartuigen en/of onderdelen daarvan; als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen vóór de voorgevelrooilijn; als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen achter de voorgevelrooilijn, hoger dan 4 meter; als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen; voor privé-gebruik van gronden met de bestemming glastuinbouw wanneer dit gebruik van gronden betreft die groter zijn dan 1.000 m2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bijgebouwen; voor opslag ten behoeve van privé-doeleinden anders dan op gronden met de bestemming Wonen; het niet-hobbymatig houden van paarden. 30.1.2 Uitzonderingen - Dit verbod geldt niet voor: - - vormen van gebruik als bedoeld onder 30.1.1 van dit artikel, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en/of de overige planregels mag worden gebruikt; het opslaan van bouwmaterialen, puin en bagger- en grondspecie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming; het uitoefenen van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, het alleen de verkoop betreft van op het perceel geteelde producten en waarbij het aldus gegenereerde financiële resultaat niet meer dan 10% van het totale bedrijfsresultaat uitmaakt; het opwekken van energie voor derden, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsvoering, waarbij het Pagina 118 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - 30.2 aldus gegenereerde financiële resultaat ondergeschikt is binnen het totale bedrijfsresultaat; het hobbymatig houden van paarden; het gebruik van niet-bebouwde grond voor evenementen waarvoor een vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Westland; het gebruik van niet-bebouwde grond voor standaardplaatsen waarvoor een vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Westland. Verbod op gebruik van bouwwerken Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt tenminste verstaan het gebruik van: - woningen binnen het bestemmingsvlak van de bestemming Wonen voor beroepsof bedrijfsmatige werk en/of opslagruimte, met uitzondering van een aan-huisgebonden beroep; bouwwerken voor/als seksinrichting. Pagina 119 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 31 Algemene aanduidingsregels 31.1 31.1.1 Gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie” Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie” geldt, dat nieuwe geluidsgevoelige objecten niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidbelasting vanwege industrielawaai afkomstig van het industriegebied Europoort / Maasvlakte. 31.1.2 Afwijken van de bouwregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidsbelasting op de gevel, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 31.1.1, en worden toestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geluidbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde. 31.2 Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi” 31.2.1 Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi” mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 31.2.2 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi”, indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico en groepsrisico. Pagina 120 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 31.3 Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding” 31.3.1 Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone – Leiding, mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit Buisleidingen. 31.3.2 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.3.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding”, indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit Buisleidingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico en groepsrisico. 31.4 Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie” 31.4.1 Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie” mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 31.4.2 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.4.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie”, indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico en groepsrisico. 31.5 31.5.1 Gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop” Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop” mogen volgens de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits de hoogte van die bouwwerken niet meer bedraagt dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek (een visualisering van deze regel is gegeven in Bijlage 2 van deze planregels). Pagina 121 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 31.5.2 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.5.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop”, indien die bouwwerken een grotere hoogte hebben dan ingevolge de lijn als bedoeld onder bovengenoemd artikel, in die situaties waarin geen belangrijke zichtlijnen aanwezig zijn en/of vrije windvang reeds beperkt is, mits: a. b. het zicht en/of vrije windvang niet verder worden beperkt; alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, burgemeester en wethouders advies inwinnen bij het bureau Cultuur van de provincie Zuid-Holland. 31.6 Gebiedaanduiding “Vrijwaringszone - Weg” 31.6.1 Bouwregels Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Weg” dienen de gronden in het kader van de verkeersbelangen van de Rijksweg A20 vrij gehouden te worden van bebouwing; binnen een strook van 0 tot 100 meter, ter plaatse van de aanduiding “Vrijwaringszone Weg”, gemeten vanaf de as van de dichtst bij gelegen rijbaan van Rijksweg A20 en de bijbehorende toe- en afritten, mogen slechts bouwwerken worden gebouwd die direct verband houden met de aanleg van de Rijksweg A20, zoals geluidswerende voorzieningen en ecologische voorzieningen. 31.6.2 Afwijken van de bouwregels Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 31.6.1, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming nadat de wegbeheerder ter zake is gehoord. 31.6.3 Bestaande bebouwing De in 31.6.2 bedoelde afwijkingsbevoegdheid wordt geacht te zijn toegepast ten aanzien van bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning. Pagina 122 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 32 Algemene afwijkingsregels 32.1 Afwijkingsbevoegdheid voor afmetingen en maten Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan voor afwijkingen van voorgeschreven afmetingen en maten, waaronder percentages, met ten hoogste 10 %. 32.2 Afwijkingsbevoegdheid voor kleine bouwwerken Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het bestemmingsplan voor: a. b. c. d. e. het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes met een goothoogte van het hoogste 3,00 meter ten behoeve van openbare nutsbedrijven of voor andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare gebouwtjes, mits de inhoud van deze gebouwtjes niet groter is dan 60 m3, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, toiletgebouwtjes en wachthuisjes voor verkeersdiensten; geringe veranderingen in de tracés van wegen en de aanpassing daaraan van de ligging en de vorm van bestemmingsvlakken indien bij de definitieve uitmeting blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het terrein slechts kan worden aangelegd als op ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken, met dien verstande dat de veranderingen ten hoogste 2,00 meter mogen bedragen; afwijkingen van het bestemmingsplan ten einde de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkaveling of situering blijkt, dat aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk zou zijn en de afwijking van zo ondergeschikte aard blijft, dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast; overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met dien verstande dat de overschrijdingen niet meer mogen bedragen dan 3,00 meter; het afwijken van deze planregels ten behoeve van het bouwen van zonnecollectoren, beeldende kunstwerken, riooloverstortkelders, boven- en ondergrondse containerruimten, en informatie- en reclameborden. Van de regels mag slechts worden afgeweken, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt of van worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, zoals bepaald in dit bestemmingsplan, van aangrenzende gronden en bouwwerken en in de polder tot minimaal Pagina 123 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht wordt gebouwd. Pagina 124 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 33 Algemene wijzigingsregels 33.1 Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van: a. b. c. d. 33.2 overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven; het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd. Wijzigen naar glastuinbouw Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om alle gronden in het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisering van glastuinbouw, door voor deze gronden de bestemming te wijzigen in de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, zoals geregeld in artikel 4 van deze planregels, op het moment dat de gronden niet meer gebruikt worden voor de ter plaatse geldende bestemming. 33.3 Wijzigen naar water Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om alle gronden in het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisering van watergangen en waterbergingen, door voor deze gronden de bestemming te wijzigen in de bestemming “Water”, zoals geregeld in artikel 20 van deze planregels, op het moment dat de gronden niet meer gebruikt worden voor de ter plaatse geldende bestemming. Pagina 125 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK III ALGEMENE REGELS ARTIKEL 34 Algemene procedureregels 34.1 Wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing. 34.2 Nadere eisen Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de navolgende procedureregels in acht genomen: a. b. c. d. het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage; burgemeester en wethouders maken de onder a. bedoelde terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend; de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. Pagina 126 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTREGELS ARTIKEL 35 Overgangsrecht 35.1 Overgangsrecht bouwwerken a. een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. b. c. 35.2 Overgangsrecht gebruik a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan. b. c. d. Pagina 127 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN 35.3 Hardheidsclausule Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van het overgangsrecht met omgevingsvergunning afwijken. Pagina 128 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN HOOFDSTUK IV OVERGANGS- EN SLOTREGELS ARTIKEL 36 Slotregels 36.1 Vervangen bestemmingsplannen Dit bestemmingsplan vervangt in zijn geheel of gedeeltelijk de volgende bestemmingsplannen op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in artikel 3.8, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening: - - - het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente De Lier op 20 april 1994 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 oktober 1994; het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente De Lier op 23 mei 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 juni 1995; "landelijk gebied 2e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 6 februari 1996; "landelijk gebied 3e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 10 december 1996; "landelijk gebied 4e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente De Lier op 26 augustus 1997; het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 21 juni 1971 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 1 november 1972; het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977; het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland – uitwerkingsplan Kralingerpolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 28 januari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15 april 2003; het bestemmingsplan "Oude Campspolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977; het bestemmingsplan "Oude Campspolder 4e herziening”, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Maasland op 8 september 1989 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 30 januari 1990; het bestemmingsplan "Buitengebied Noord", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Schipluiden op 23 maart 2000 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 31 oktober 2000; Pagina 129 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - - - - - het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 17 januari 1978 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 april 1979; het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 24 oktober 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 juni 1996; het bestemmingsplan "Buitengebied 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 april 2002 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 november 2002; het bestemmingsplan "Buitengebied 3e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 december 2008 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 2 april 2009; het bestemmingsplan "gaswinningslocatie", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16-04-2002 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 juli 2002; het bestemmingsplan "Staelduinen", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 5 september 1972 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 29 augustus 1973; het bestemmingsplan "Staelduinen na 1ste herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 3 december 1974 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 augustus 1975; het bestemmingsplan "Het Oude Land 1985 1ste herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 9 december 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 7 april 1998; het bestemmingsplan "Parapluherziening prostitutie", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 10 april 2001 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 juni 2001; het bestemmingsplan “Buitengebied”, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 25 maart 1986 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 16 december 1986; het bestemmingsplan “Buitengebied”, 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 28 oktober 1986 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 juni 1987; het bestemmingsplan “Buitengebied”, de 2e herziening, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 25 april 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 december 1995; het bestemmingsplan “Buitengebied” 3e herziening (Monster), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2004 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 april 2005; het bestemmingsplan "Buitengebied" 4e herziening (Monster), zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 25 april 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 augustus 2006; het bestemmingsplan "Woonwagencentrum", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 29 juni 1982 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 september 1993; Pagina 130 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - - - - - - het bestemmingsplan "Bedrijfsgebied Vlotlaan", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Monster op 30 november 1993 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1994; het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 18 augustus 1977 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 september 1978; het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 10 februari 2000 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 3 oktober 2000; het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 11 oktober 1990 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1991; het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer 1e herziening", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 13 maart 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15-07-1997; het bestemmingsplan “Woonwagencentrum Monnikenlaan”, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 12 februari 1976 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 februari 1977; het bestemmingsplan "Over de Middel Broekweg", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 8 juli 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15 februari 2000; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 25 maart 1964 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 21 april 1965; het bestemmingsplan "Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 31 augustus 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 18 april 2000; het bestemmingsplan "1ste wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Wateringen op 18 februari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 22 april 2003; het bestemmingsplan "Kwintsheul 1993", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 6 juli 1995 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 maart 1996; het bestemmingsplan "N211/N54/N222(Veilingroute)/c.a.", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 25 oktober 1994 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1995; het bestemmingsplan "Wateringen Dorp", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 26 oktober 1999 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 27 januari 2000; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak 1959", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 april 1960; Pagina 131 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - - - - het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak herziening 1963, vastgesteld door gedeputeerde staten op 4 december 1963 en goedgekeurd door de Kroon bij Koninklijk Besluit op 5 maart 1965; het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak" herziening 1964, vastgesteld door gedeputeerde staten op 3 maart 1965 en goedgekeurd door de Kroon bij Koninklijk Besluit op 17 januari 1966; de gebruiksregels bij het "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 20 oktober 1970 en goedgekeurd door gedeputeerde staten op 23 december 1970; het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan sexinrichtingen Wateringen, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 30 januari 2001 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 april 2001; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel I”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel II”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 19 december 2006 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007; het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel III”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 november 2009; het bestemmingsplan "Ontsluitingsweg Wateringveldsche polder", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 27 mei 2008 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 januari 2009; het bestemmingsplan “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland ”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 mei 2009. het bestemmingsplan "Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte Pettendijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 januari 2010; het bestemmingsplan "Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 23 juni 2010; het bestemmingsplan "Scheeweg 9 te De Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 augustus 2010; het bestemmingsplan "Van Wijklaan 2 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 30 november 2010; het bestemmingsplan "Claes de Wyckerlaan 7 Monster", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 30 maart 2010 (Booma); het bestemmingsplan "Burgemeester Crezeelaan 40 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 14 december 2010; het gebundeld wijzigingsplan "parapluherziening bestemmingsplannen buitengebied Westland, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 september 2010; het wijzigingsplan "Noordlierweg te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 1 november 2010; het wijzigingsplan "Grote Achterweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 19 november 2010; Pagina 132 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN - 36.2 het wijzigingsplan "De Poel tegenover 1 (kavel 2) te Monster", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 september 2010; het wijzigingsplan "De Jonghlaan tegenover 6a en 6b te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 februari 2010; het wijzigingsplan "Maasdijk 4 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders op 18 februari 2010; het wijzigingsplan "Tuindersweg nabij 24 te Maasdijk", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 maart 2010; het wijzigingsplan "Poeldijkseweg tussen 1 en 5 te Monster", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 25 maart 2010; het wijzigingsplan "Slimpad 2 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders op 25 juni 2010; het wijzigingsplan "Kralingerweg tussen 3 en 5 te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 6 juli 2010; het wijzigingsplan "Zanddijk 54 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 20 juli 2010; het wijzigingsplan ecologische zone Wateringveldsepolder fase 1, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 16 december 2010. Citeertitel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied”. Pagina 133 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 134 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Bijlagen Pagina 135 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 136 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE I. CRITERIA VOLWAARDIG, DOELMATIG GLASTUINBOUWBEDRIJF Bij de beoordeling van bouwplannen, bij de toepassing van ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden en nadere eisen, alsmede bij de beoordeling van het gebruik van gronden, anders dan voor bebouwing wordt de noodzaak en toelaatbaarheid bezien. Hierbij staan drie begrippen centraal: glastuinbouw bedrijvigheid, volwaardigheid en doelmatigheid. Voor de herbouw en het verplaatsen van (voormalige) bedrijfswoningen gelden speciale regels. a. Glastuinbouw bedrijf: Wat onder glastuinbouwbedrijvigheid wordt verstaan is aangegeven in de begrippenlijst, welke is opgenomen in artikel 1 van de planregels. b. Volwaardigheid De volwaardigheid van een bedrijf wordt voornamelijk bepaald door drie aspecten: Arbeidsbehoefte: er moet sprake zijn van tenminste één volwaardige arbeidskracht. Het bedrijf dient tenminste één persoon gedurende het hele jaar een volledige dagtaak, hoofdberoep, hoofdinkomen en hoofdbestaan te bieden. Duurzaamheid: hiermee wordt bedoeld de continuïteit van het bedrijf en de binding van de ondernemer(s ) of de arbeidskracht(en) met het bedrijf. Continuïteit betekent dat het bedrijf toekomstmogelijkheden moet hebben om langere tijd te kunnen blijven bestaan. Hierbij is de bedrijfstechnische opzet (omvang, aard) van belang, maar ook de aanwezigheid van ruimtelijke claims (waaronder begrepen de waterhuishoudkundige situatie), alsmede milieuhygiënische gevolgen worden bij de beoordeling betrokken. Met de binding met het bedrijf wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van een juridische en emotionele binding met het bedrijf. Bedrijfsgrootte: een glastuinbouwbedrijf dient tenminste over 15.000 m2 aan glasopstanden te beschikken. Een bedrijf kan ook bij minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden als volwaardig gelden, maar dan zal moeten worden aangetoond dat de teelt van een (gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zodanig is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. In een dergelijk geval moet een advies overgelegd worden door een glastuinbouwdeskundige. Er geldt een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5000 m2. c. Doelmatigheid: Bepalend voor de doelmatigheid is of de (aangevraagde) bebouwing passend en/of logisch is voor een glastuinbouwbedrijf en dat de bebouwing is afgestemd op de aard en omvang van het bedrijf. De doelmatigheid wordt bepaald door: de maatvoering en inrichting van gebouwen; het gebruik dat bij die maatvoering en inrichting hoort; de locatie van gebouwen en woning(en); Voor verwerkingsruimten bij kassen wordt als maximum bruto vloeroppervlak bepaald dat het niet meer dan 12,5% van de aanwezige glasopstanden mag uitmaken. Voor (niet -zelfstandige) kantoren geldt dat: kantoren moeten onderdeel zijn van de bedrijfs/verwerkingsruimte; kantoren los van de overige bedrijfsbebouwing zijn niet toegestaan; het procentuele maximum is 1% van de hoeveelheid kassen (ontheffing mogelijk); het absolute maximum aan bruto vloer oppervlak te wordt gesteld op 1000 m2; concentratie van kantoren van meerdere vestigingen op één hoofdlocatie is niet toegestaan (afwijking mogelijk); Pagina 137 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN De uiteindelijke beoordeling van de volwaardigheid en doelmatigheid van glastuinbouwbedrijven berust op een weging van de hiervoor genoemde aspecten en factoren in een concreet geval. Het gemeentebestuur kan zo nodig het advies van de glastuinbouwdeskundige of een andere (externe) deskundige instantie inwinnen. Pagina 138 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE II. STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN Pagina 139 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 140 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht 2 014 - - - 0 1 3 4 5 6 151 151 151 151 151 2 0502 151 1 0502 15 Vis- en schaaldierkwekerijen 0 0502 visteeltbedrijven - - - - - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m² vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m² bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval slachterijen en pluimveeslachterijen Slachterijen en overige vleesverwerking: VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven Binnenvisserijbedrijven - Zeevisserijbedrijven 0501.2 VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN - 05 0501.1 KI-stations plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55 algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o.<= 500 m² algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² 0142 - - 1 014 witlofkwekerijen (algemeen) bloembollendroog- en prepareerbedrijven champignonkwekerijen met mestfermentatie champignonkwekerijen (algemeen) Dienstverlening ten behoeve van de landbouw: 4 0 014 - 3 7 0112 - 014 6 0112 - - 014 5 0112 Tuinbouw: - 4 0112 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW 014 - 0 0112 nummer 01 OMSCHRIJVING 30 GEUR 30 50 100 300 100 50 100 50 100 30 30 30 30 30 30 30 100 STOF 0 0 0 0 0 0 30 0 0 10 10 10 10 10 10 10 10 10 50 50 100 100 100 50 50 50 100 30 30 50 30 50 30 30 30 30 C C C C C C C C C C C C C GELUID 10 30 50 50 50 0 0 10 50 0 10 10 10 10 10 10 10 10 R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 30 GROOTSTE AFSTAND 50 50 100 300 100 50 100 50 100 30 30 50 30 50 30 30 100 D D 2 CATEGORIE 3.1 3.1 3.2 4.2 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 2 2 3.1 2 3.1 2 2 3.2 INDICES 1 G 1 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 G 1 G 2 G 1 G 1 G 2 G 1 G 2 G 1 G 1 G 1 G 1 G VERKEER 7 8 0 2 3 4 5 6 0 1 2 0 1 2 3 4 5 0 1 2 0 1 2 0 1 2 0 3 151 152 152 152 152 152 152 1531 1531 1531 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1532, 1533 1541 1541 1541 1542 1542 1542 1543 1543 1543 1551 1551 nummer 151 loonslachterijen vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m² verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m² roken conserveren vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² vervaardiging van aardappelproducten met uienconservering (zoutinleggerij) met drogerijen met koolsoorten groente algemeen jam p.c. >= 250.000 ton/jaar p.c. < 250.000 ton/jaar p.c. >= 250.000 ton/jaar p.c. < 250.000 ton/jaar p.c. >= 250.000 ton/jaar p.c. < 250.000 ton/jaar - melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar Zuivelproductenfabrieken: - - Margarinefabrieken: - - Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - - Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: - - - - - Groente- en fruitconservenfabrieken: - - Aardappelproductenfabrieken: - - - - - Visverwerkingsbedrijven: - OMSCHRIJVING GEUR 50 200 100 300 200 300 200 300 300 100 50 50 50 300 50 100 300 300 200 50 50 STOF 0 10 10 10 10 50 30 10 10 10 10 10 10 30 10 10 10 0 0 0 0 100 300 200 300 100 300 100 100 200 100 100 100 50 200 30 50 50 50 100 50 50 C C C C C C C C C C C C C C C C GELUID Z Z Z 50 50 30 200 100 50 30 10 30 10 10 10 50 50 10 30 30 0 30 10 10 R R R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 100 300 200 300 200 300 200 300 300 100 100 100 50 300 50 100 300 300 200 50 50 D CATEGORIE 3.2 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.2 3.2 3.1 4.2 3.1 3.2 4.2 4.2 4.1 3.1 3.1 INDICES 2 G 3 G 3 G 3 G 3 G 3 G 3 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 G 2 G 1 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 1 G VERKEER 0 3 5 6 1571 1571 1571 1 2 1581 1581 Suikerfabrieken: 0 0 2 3 4 5 6 1583 1584 1584 1584 1584 1584 1584 - - - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² suikerwerkfabrieken met suiker branden Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² Banket, biscuit- en koekfabrieken v.c. >= 7.500 kg meel/week 1582 - v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 0 1581 - Vervaardiging van voer voor huisdieren mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water 1572 - - - Veevoerfabrieken: p.c. >= 10 ton/uur p.c. < 10 ton/uur 1571 - - 2 p.c. < 500 ton/uur p.c. >= 500 ton/uur 1 - - 1562 2 1561 1562 1 1561 Meelfabrieken: consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² Zetmeelfabrieken: 0 1561 - 0 2 1552 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² overige zuivelproductenfabrieken melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar 1562 1 1552 - - Grutterswarenfabrieken 5 1561 4 1551 nummer 1551 OMSCHRIJVING GEUR 30 100 300 30 100 100 100 30 200 300 200 300 300 200 50 100 200 10 50 50 100 0 STOF 10 30 30 10 30 10 30 10 100 100 50 100 100 50 100 50 100 0 0 50 30 50 50 30 50 100 100 30 200 300 200 200 300 200 200 200 300 30 100 300 300 C C C C C C C C C C C C C C C GELUID Z Z Z Z 10 30 30 10 30 30 30 10 30 50 30 30 50 30 50 50 100 0 50 50 50 R R R R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 30 100 300 30 100 100 100 30 200 300 200 300 300 200 200 200 300 30 100 300 300 D CATEGORIE 2 3.2 4.2 2 3.2 3.2 3.2 2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.2 4.1 4.1 4.1 4.2 2 3.2 4.2 4.2 INDICES 1 G 2 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 1 G 2 G 3 G 3 G 2 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 1 G 2 G 3 G 3 G VERKEER 2 1586 Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: 0 1 2 1589.1 1589.2 1589.2 1589.2 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken VERWERKING VAN TABAK 1 2 1592 1592 1593 t/m 1595 1596 1597 1598 16 2 172 173 1 172 aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven - aantal weefgetouwen < 50 Weven van textiel: - Bewerken en spinnen van textielvezels 0 172 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL - 171 17 p.c. >= 5.000 ton/jaar Tabakverwerkende industrie - 160 - Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 0 1592 p.c. < 5.000 ton/jaar Destilleerderijen en likeurstokerijen 1591 - Bakmeel- en puddingpoederfabrieken met poederdrogen 1589.2 - zonder poederdrogen Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 1589 - Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 1587 theepakkerijen Koffiebranderijen en theepakkerijen: - Deegwarenfabrieken 0 1586 nummer 1585 OMSCHRIJVING GEUR 50 10 10 10 200 10 300 300 10 300 200 300 200 300 100 200 200 200 100 50 STOF 0 30 10 50 30 0 50 30 0 50 30 30 50 50 10 50 30 30 10 30 50 300 100 100 50 100 100 100 30 300 200 200 50 50 50 50 50 50 30 10 C C C C C C C GELUID Z 10 50 0 30 30 50 30 50 0 50 30 30 30 50 10 50 30 10 10 10 R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 300 100 100 200 100 300 300 30 300 200 300 200 300 100 200 200 200 100 50 D CATEGORIE 3.1 4.2 3.2 3.2 4.1 3.2 4.2 4.2 2 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 3.2 4.1 4.1 4.1 3.2 3.1 INDICES 2 G 3 G 2 G 2 G 2 G 3 G 2 G 2 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G VERKEER Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² 2 0 1 2010.2 202 203, 204, 205 203, 204, 205 met zoutoplossingen Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: 0 2112 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN 21 2111 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken Fineer- en plaatmaterialenfabrieken - 205 - Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 1 2010.2 met creosootolie Houtconserveringsbedrijven: - Houtzagerijen 0 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE 20 2010.2 Schoenenfabrieken 193 2010.1 Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) - Lederfabrieken VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING) 19 192 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 183 - Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) 191 Vervaardiging kleding van leer VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 18 182 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 176, 177 - Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 181 Vervaardiging van textielwaren 1751 nummer 174, 175 OMSCHRIJVING 10 GEUR 200 10 0 0 100 10 200 0 50 50 300 50 10 30 0 100 0 STOF 100 10 30 30 30 30 30 50 10 10 30 10 10 0 10 30 50 200 30 50 100 100 50 50 100 50 30 100 10 30 50 50 200 C GELUID 50 0 0 0 10 10 10 50 10 10 10 10 10 0 10 10 10 R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 50 GROOTSTE AFSTAND 200 30 50 100 100 50 200 100 50 50 300 50 30 50 50 200 D CATEGORIE 4.1 2 3.1 3.2 3.2 3.1 4.1 3.2 3.1 3.1 4.2 3.1 2 3.1 3.1 4.1 3.1 INDICES 3 G 1 G 1 G 2 G 3 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 G 2 G 1 G 1 G 2 G 1 G VERKEER 2 - 2121.2 22 p.c. >= 3 ton/uur Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking A B 2222 2222.6 2223 2223 Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN - A B C - 2225 223 23 2320.2 2320.2 2320.2 24 1 A0 2413 2414.1 Organische chemische grondstoffenfabrieken: niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: 2413 - Kleur- en verfstoffenfabrieken 0 2412 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN Aardolieproductenfabrieken n.e.g. Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Smeeroliën- en vettenfabrieken Grafische reproductie en zetten 2224 Binderijen Drukkerijen van dagbladen 2221 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA - p.c. < 3 ton/uur 1 2121.2 - Golfkartonfabrieken: p.c. >= 15 ton/uur 0 - p.c. 3 - 15 ton/uur p.c. < 3 ton/uur 2121.2 3 2112 - - Papier- en kartonwarenfabrieken 2 212 1 2112 nummer 2112 OMSCHRIJVING 50 GEUR 100 200 300 300 50 0 30 30 30 0 10 30 30 50 30 30 200 100 STOF 30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 30 30 100 50 30 50 300 200 200 100 100 10 30 10 30 10 30 100 100 200 100 100 300 200 C C C C C C C C C GELUID Z Z Z 300 200 50 50 30 0 10 10 0 0 0 10 10 30 30 30 100 50 30 R R R R R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 50 GROOTSTE AFSTAND 300 200 300 300 100 10 30 30 30 10 30 100 100 200 100 100 300 200 D D D D CATEGORIE 4.2 4.1 4.2 4.2 3.2 1 2 2 2 1 2 3.2 3.2 4.1 3.2 3.2 4.2 4.1 3.1 INDICES 2 G 3 G 2 G 2 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 P 3 G 3 G 2 G 2 G 2 G 3 G 2 G 1 G VERKEER p.c. < 50.000 ton/jaar 1 2 2442 2442 Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 0 1 2462 2462 B 2466 2 2512 Kunststofverwerkende bedrijven: 252 vloeroppervlak >= 100 m² Rubber-artikelenfabrieken - 2513 0 1 2512 vloeroppervlak < 100 m² Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - Rubberbandenfabrieken 0 2512 VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF 25 2511 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 247 - Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken A 2466 Overige chemische productenfabrieken n.e.g. Fotochemische productenfabrieken 2464 zonder dierlijke grondstoffen Parfumerie- en cosmeticafabrieken 2452 - Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken verbandmiddelenfabrieken formulering en afvullen geneesmiddelen 2451 - - Farmaceutische productenfabrieken: p.c. < 1.000 ton/jaar 0 - 1 2442 Landbouwchemicaliënfabrieken: - 2441 0 242 Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1 2414.2 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische): p.c. >= 100.000 ton/jaar p.c. < 100.000 ton/jaar Verf, lak en vernisfabrieken 0 2414.2 - - 0 B2 2414.1 2441 B1 2414.1 niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' Methanolfabrieken: - 243 A1 B0 2414.1 nummer 2414.1 OMSCHRIJVING GEUR 100 200 50 300 300 200 50 50 100 300 300 10 50 200 300 300 200 100 300 STOF 10 50 10 50 30 30 10 10 10 30 100 10 10 10 30 0 0 0 10 50 100 30 300 300 100 50 100 100 50 200 30 50 200 200 200 300 200 200 C C C C C C C C C C C GELUID Z 50 50 30 100 200 200 50 50 50 50 100 10 50 300 300 100 200 100 300 R R R R R R R R R R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 100 200 50 300 300 200 50 100 100 300 300 30 50 300 300 300 300 200 300 D D D D CATEGORIE 3.2 4.1 3.1 4.2 4.2 4.1 3.1 3.2 3.2 4.2 4.2 2 3.1 4.2 4.2 4.2 4.2 4.1 4.2 INDICES 1 G 2 G 1 G 2 G 3 G 2 G 3 G 3 G 3 G 2 G 3 G 2 G 2 G 1 G 3 G 2 G 3 G 2 G 2 G VERKEER A B 0 1 0 1 0 1 2 0 1 2 264 264 2652 2652 2653 2653 2661.1 2661.1 2661.1 2661.2 2661.2 2661.2 vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW p.c. < 100.000 ton/jaar p.c. < 100.000 ton/jaar met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag zonder persen, triltafels en bekistingtrille Betonmortelcentrales: 2663, 2664 p.c. >= 100.000 ton/jaar p.c. < 100.000 ton/jaar Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken - - Kalkzandsteenfabrieken: - - Betonwarenfabrieken: - Gipsfabrieken: - Kalkfabrieken: Dakpannenfabrieken Baksteen en baksteenelementenfabrieken - 2662 0 2 262, 263 vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 1 262, 263 - Aardewerkfabrieken: 0 glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar 262, 263 - glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar Glasbewerkingsbedrijven 3 261 - - 2615 2 261 Glasfabrieken: Glas-in-loodzetterij 1 261 productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen met fenolharsen zonder fenolharsen VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN - - - 2612 - 0 3 252 261 2 26 1 252 nummer 252 OMSCHRIJVING GEUR 50 30 10 10 10 30 30 50 30 30 10 10 10 300 30 30 50 300 200 STOF 50 200 50 100 100 200 200 200 200 50 10 30 30 100 100 30 30 50 50 100 300 100 300 200 200 200 200 200 100 30 50 30 100 300 100 50 100 100 C GELUID Z Z 30 30 30 30 30 30 30 100 30 30 10 10 10 30 50 30 30 200 100 R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 100 300 100 300 200 200 200 200 200 100 30 50 30 300 300 100 50 300 200 CATEGORIE 3.2 4.2 3.2 4.2 4.1 4.1 4.1 4.1 4.1 3.2 2 3.1 2 4.2 4.2 3.2 3.1 4.2 4.1 INDICES 2 G 3 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 G 1 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G VERKEER 0 1 2 3 267 267 267 267 p.c. >= 100 ton/dag p.c. < 100 ton/dag - - - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² Natuursteenbewerkingsbedrijven: - - 1 A0 A1 0 1 0 1 273 274 274 2751, 2752 2751, 2752 2753, 2754 2753, 2754 D1 - 2682 - D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 2682 0 C 2682 273 B2 2682 27 B1 2682 p.c. < 100 ton/uur overige isolatiematerialen steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar p.o. < 2.000 m² p.c. < 1.000 ton/jaar p.c. < 4.000 ton/jaar - p.c. < 4.000 ton/jaar Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen: - IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen: - Non-ferro-metaalfabrieken: - Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: VERVAARDIGING VAN METALEN asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur Minerale productenfabrieken n.e.g. - - Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): 2682 - A1 B0 2682 Bitumineuze materialenfabrieken: 2 2665, 2666 A0 1 2665, 2666 Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: p.c. >= 100 ton/uur p.c. < 100 ton/uur 2682 0 2665, 2666 - - Slijp- en polijstmiddelenfabrieken 2 2681 1 2663, 2664 nummer 2663, 2664 OMSCHRIJVING GEUR 100 100 100 30 200 100 50 200 100 300 10 10 10 10 30 10 30 10 50 STOF 50 50 100 30 100 50 50 100 200 100 30 100 30 30 200 50 200 300 300 300 300 300 200 100 100 300 100 50 300 50 100 300 100 300 100 C C C C GELUID Z Z Z Z 30 30 30 30 50 30 50 50 30 30 10 10 0 0 200 50 10 10 R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 300 300 300 300 300 200 100 200 300 300 50 300 50 100 300 100 300 100 D D D CATEGORIE 4.2 4.2 4.2 4.2 4.2 4.1 3.2 4.1 4.2 4.2 3.1 4.2 3.1 3.2 4.2 3.2 4.2 3.2 INDICES 1 G 1 G 1 G 2 G 3 G 3 G 2 G 2 G 2 G 3 G 1 G 1 G 1 G 1 G 3 G 2 G 3 G 3 G VERKEER 1 10 11 12 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 A0 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2851 2852 2852 287 0 galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) emailleren chemische oppervlaktebehandeling anodiseren, eloxeren mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) thermisch vertinnen thermisch verzinken scoperen (opspuiten van zink) lakspuiten en moffelen metaalharden stralen algemeen Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² Overige metaalbewerkende industrie - - - - - - - - - - - - Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke 2851 p.o. < 2.000 m² B1 - 284 1 2821 Tank- en reservoirbouwbedrijven: in open lucht, p.o. >= 2.000 m² B 0 2821 - in open lucht, p.o. < 2.000 m² 284 3 281 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² gesloten gebouw Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 2 281 - - A 1a 281 Constructiewerkplaatsen: 284 1 281 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 0 281 VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN) 2822, 2830 - nummer 28 OMSCHRIJVING GEUR 10 10 30 100 50 50 30 100 100 50 100 30 30 50 30 50 10 30 30 50 30 30 30 STOF 30 30 30 50 10 10 50 50 50 50 30 50 200 50 30 30 30 30 50 200 50 30 30 50 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 200 100 50 100 200 200 300 300 200 50 100 GELUID Z 10 30 50 50 30 30 30 50 50 30 50 50 30 50 10 30 30 30 30 30 30 10 30 R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 200 100 50 100 200 200 300 300 200 50 100 D D D D D D D D CATEGORIE 3.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 4.1 3.2 3.1 3.2 4.1 4.1 4.2 4.2 4.1 3.1 3.2 INDICES 1 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 G 2 G 2 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 3 G 2 G 1 G 2 G VERKEER 1 2 3 29 29 29 30 Elektrotechnische industrie n.e.g. VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke, inclusief reparatie 316 3210 321 t/m 323 Fabrieken voor gedrukte bedrading Lampenfabrieken 315 - Accumulatoren- en batterijenfabrieken 314 32 30 Elektrische draad- en kabelfabrieken 50 200 100 100 200 313 200 30 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie 30 50 50 30 30 Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie 31 met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ≥ 1 MW p.o. >= 2.000 m² p.o. < 2.000 m² VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS - - - Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie: VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² 30 30 312 - 30 p.o. < 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. - GEUR 311 - A 30 29 - 0 B 287 29 B 29 A1 287 nummer 287 OMSCHRIJVING STOF 10 0 10 30 30 10 10 30 10 30 30 30 30 30 30 50 50 50 30 30 100 200 30 30 30 50 300 200 100 50 100 200 GELUID Z 30 30 10 300 50 100 50 50 10 30 30 30 30 10 30 30 R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 50 30 300 100 200 200 200 30 50 300 200 100 50 100 200 D D D D D CATEGORIE 3.1 3.1 2 4.2 3.2 4.1 4.1 4.1 2 3.1 4.2 4.1 3.2 3.1 3.2 4.1 INDICES 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 G 1 G 1 G 3 G 3 G 2 G 1 G 2 G 2 G VERKEER 2 341 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS) - 0 1 2 3 3420.2 343 35 351 351 351 351 2 0 1 352 353 353 met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. - 1 36 361 Meubelfabrieken Transportmiddelenindustrie n.e.g. 355 zonder proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 354 - Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: - algemeen 1 352 - Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 0 352 onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen - metalen schepen < 25 m kunststof schepen houten schepen 351 - - - Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: Carrosseriefabrieken p.o. >= 10.000 m² 3420.1 - p.o. < 10.000 m² Autofabrieken en assemblagebedrijven 1 341 - VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 341 A 33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparatie 34 - nummer 33 OMSCHRIJVING GEUR 50 30 30 50 50 50 30 50 100 30 30 30 100 200 100 30 STOF 50 30 10 30 30 30 50 100 50 30 10 10 10 30 10 0 100 100 100 200 300 100 50 200 100 50 100 200 200 300 200 30 C GELUID Z Z 30 30 30 30 30 30 30 30 50 10 30 30 30 50 30 0 R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 100 100 100 200 300 100 50 200 100 50 100 200 200 300 200 30 D D D CATEGORIE 3.2 3.2 3.2 4.1 4.2 3.2 3.1 4.1 3.2 3.1 3.2 4.1 4.1 4.2 4.1 2 INDICES 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 3 G 3 G 1 G VERKEER B1 B2 C0 C1 C2 C3 C4 D0 Gasdistributiebedrijven: D1 - D3 - D4 - D5 - 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa - - - - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A gascompressorstations vermogen < 100 MW 200 - 1000 MVA 100 - 200 MVA 10 - 100 MVA < 10 MVA Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: - Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe: - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER - Afvalscheidingsinstallaties B0 C 372 v.c. < 100.000 ton/jaar Rubberregeneratiebedrijven - 40 B 372 Puinbrekerijen en -malerijen: 40 A1 VOORBEREIDING TOT RECYCLING 372 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3661.2 - Sociale werkvoorziening 3661.1 A0 Speelgoedartikelenfabrieken 365 372 Sportartikelenfabrieken 364 37 Muziekinstrumentenfabrieken 363 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² Fabricage van munten, sieraden en dergelijke 2 nummer 362 361 OMSCHRIJVING 0 GEUR 0 0 0 0 0 0 0 0 50 100 200 300 30 30 0 30 30 30 30 STOF 0 0 0 0 0 0 0 0 50 50 200 50 100 10 30 10 10 10 10 10 50 30 10 300 300 100 50 30 100 100 300 100 300 50 30 50 50 30 10 10 C C C C C C C C C GELUID Z 0 50 10 10 100 50 50 30 10 30 30 50 50 10 30 0 30 30 10 10 R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 30 10 300 300 100 50 30 100 100 300 300 300 50 30 50 50 30 30 10 D CATEGORIE 3.1 2 1 4.2 4.2 3.2 3.1 2 3.2 3.2 4.2 4.2 4.2 3.1 2 3.1 3.1 2 2 1 INDICES 1 P 1 P 1 P 1 P 1 P 1 P 1 P 1 P 2 G 2 G 3 G 2 G 2 G 2 G 1 P 2 G 2 G 2 G 1 G 1 P VERKEER A2 B0 B1 B2 B3 - 41 41 41 41 41 45 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) Autoplaatwerkerijen A B C 50 501, 502, 504 501 5020.4 5020.4 5020.4 Autospuitinrichtingen Autobeklederijen Elektrotechnische installatie bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m² bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o. <= 2.000 m² bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m² 453 - - - Bouwbedrijven/aannemers algemeen Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij - >= 15 MW 1 - 15 MW < 1 MW BOUWNIJVERHEID - - - 453 2 45 bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: - Waterwinning-/bereidingbedrijven: Bouwinstallatie algemeen 1 45 blokverwarming stadsverwarming WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER - - Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 453 0 45 45 - A0 E2 40 41 E1 41 E0 40 nummer 40 OMSCHRIJVING GEUR 50 0 10 10 10 10 50 10 0 10 10 0 0 0 10 10 30 STOF 30 0 30 10 0 10 30 10 10 30 30 0 0 0 0 0 10 30 10 100 100 30 30 50 30 30 50 100 300 100 30 50 30 100 C C C C C C GELUID 30 10 10 10 10 10 30 30 10 10 10 10 10 10 30 10 50 R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 10 100 100 30 30 50 30 30 50 100 300 100 30 50 30 100 CATEGORIE 3.1 1 3.2 3.2 2 2 3.1 2 2 3.1 3.2 4.2 3.2 2 3.1 2 3.2 INDICES 1 G 1 G 1 G 2 G 2 P 1 G 1 G 1 G 1 G 2 G 2 G 1 P 1 P 1 P 1 G 1 P 1 P VERKEER Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires GROOTHANDEL EN OPSLAG - 0 1 51 5121 5121 Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vuurwerk en munitie: 0 1 2 5 0 1 0 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7 5151.1 5151.1 5151.2 munitie consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton klein, lokaal verzorgingsgebied - - - - - 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ ondergronds, K1/K2/K3-klasse Groothandel in vloeibare brandstoffen: - Groothandel in vaste brandstoffen: - - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton Groothandel in levende dieren 5123 - Groothandel in bloemen en planten 5122 Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders Autowasserijen 503, 504 nummer 5020.5 OMSCHRIJVING GEUR 30 10 30 10 10 10 0 10 10 10 10 30 10 10 0 10 30 50 50 10 100 30 0 10 STOF 0 0 0 0 0 50 0 0 0 10 10 10 10 0 0 0 10 0 10 10 100 30 0 0 30 10 30 10 10 50 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 100 30 300 50 30 30 C GELUID Z 0 50 10 100 50 10 30 30 50 10 10 10 0 0 0 0 50 50 0 0 0 50 30 10 R R V V R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 50 30 100 50 10 50 30 50 30 30 30 30 30 30 30 50 50 50 100 30 300 50 30 30 CATEGORIE 3.1 2 3.2 3.1 1 3.1 2 3.1 2 2 2 2 2 2 2 3.1 3.1 3.1 3.2 2 4.2 3.1 2 2 INDICES 1 G 1 G 1 G 1 G 1 G 2 P 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 P 3 P VERKEER - - - - 5151.2 5151.2 5151.2 5151.2 o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ ondergronds, 80 - 250 m³ ondergronds, < 80 m³ bovengronds, 80 - 250 m³ bovengronds, 8 - 80 m³ bovengronds, 2 - 8 m³ bovengronds, < 2 m³ Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: 0 1 5151.3 5152.1 5152.1 2 4 5 6 0 1 2 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 algemeen: b.o. <= 2.000 m² algemeen: b.o. <= 200 m² algemeen: b.o. > 200 m² Groothandel in chemische producten Groothandel in kunstmeststoffen 5155.2 algemeen: b.o. <= 2.000 m² algemeen: b.o. > 2.000 m² 5155.1 - - Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - - Zand en grind: - algemeen: b.o. > 2.000 m² 1 5153 - Groothandel in hout en bouwmaterialen: 0 5153 opslag oppervlak < 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabricaten 5152.2 /.3 - Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld 5151.2 beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - 5151.2 kleine hoeveelheden < 10 ton - 5151.2 Gasvormige brandstoffen in gasflessen - 5151.2 5151.2 - 1 tot vloeistof verdichte gassen o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)): - 0 5151.2 - - 5151.2 3 5151.2 1 5151.2 nummer 5151.2 OMSCHRIJVING GEUR 30 50 0 0 0 0 0 0 0 30 100 10 10 0 50 30 10 30 10 10 0 50 50 STOF 30 10 0 0 10 30 10 10 10 300 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 30 30 30 50 30 100 30 50 100 300 30 10 10 0 50 30 10 30 10 0 0 50 50 GELUID 30 100 0 10 0 0 10 10 10 10 50 50 30 10 200 200 50 300 100 50 30 300 200 R R R R R R R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 30 100 30 50 30 100 30 50 100 300 100 50 30 10 200 200 50 300 100 50 30 300 200 D D D D CATEGORIE 2 3.2 2 3.1 2 3.2 2 3.1 3.2 4.2 3.2 3.1 2 1 4.1 4.1 3.1 4.2 3.2 3.1 2 4.2 4.1 INDICES 1 G 2 G 1 G 2 G 1 G 2 G 1 G 2 G 2 G 3 G 2 G 1 G 1 G 1 G 2 G 2 G 1G G 2 G 1 G 1 G 1 G 2 G 2 G VERKEER 1 0 1 0 1 2 3 5157 5157.2/3 5157.2/3 518 518 518 518 overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m² Touringcarbedrijven Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m² - goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m² 0 1 - 6024 6024 63 Distributiecentra, pak- en koelhuizen B 2 6312 6312 6321 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) Loswal A 631 DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER Taxibedrijven 6023 VERVOER OVER LAND - 60 6022 Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN 527 52 overig met oppervlak <= 2.000 m² overige machines voor de bouwnijverheid Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke) - - - Groothandel in machines en apparaten: - Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m² autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² 519 - Autosloperijen: b.o. > 1.000 m² 0 5157 - Groothandel in overige intermediaire goederen 5156 beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau - kleine hoeveelheden < 10 ton - Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of gasflessen 5155.2 nummer 5155.2 5155.2 OMSCHRIJVING GEUR 10 0 30 10 0 0 10 0 0 0 0 0 0 10 10 10 10 10 0 0 STOF 0 0 10 30 0 0 0 0 0 0 10 10 10 10 30 10 30 10 0 0 100 30 50 50 50 100 100 30 10 30 30 50 100 50 100 50 100 30 0 0 C C C C C C C GELUID 30 10 50 30 30 30 0 0 10 0 0 0 10 10 10 10 30 10 30 10 R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 100 30 50 50 50 100 100 30 10 30 30 50 100 50 100 50 100 30 30 10 D D CATEGORIE 3.2 2 3.1 3.1 3.1 3.2 3.2 2 1 2 2 3.1 3.2 3.1 3.2 3.1 3.2 2 2 1 INDICES 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 3 G 2 G 2 P 1 P 2 G 1 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 2 G 1 G 1 G VERKEER - 73 A1 A2 9001 9001 - - 100.000 - 300.000 i.e. < 100.000 i.e. RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks: MILIEUDIENSTVERLENING - Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke 7484.4 A0 Veilingen voor landbouw- en visserijproducten 7484.3 9001 Foto- en filmontwikkelcentrales 90 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 7481.3 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74 74701 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 731 - Datacentra SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines B 72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 725 - Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers 7133 - Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 713 72 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) 72 Personenautoverhuurbedrijven 712 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN - 711 71 POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten - 64 Caravanstalling 641 3 nummer 6321 OMSCHRIJVING GEUR 300 200 0 50 10 50 30 0 0 10 10 10 10 0 10 STOF 10 10 0 30 0 10 10 0 0 0 0 0 0 0 0 200 100 10 200 30 30 30 30 10 30 50 50 30 30 30 C C C C C C C GELUID Z 10 10 0 50 10 30 30 0 0 10 10 10 10 0 10 R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 300 200 10 200 30 50 30 30 10 50 50 30 30 30 D D D CATEGORIE 4.2 4.1 1 4.1 2 3.1 2 2 1 2 3.1 3.1 2 2 2 INDICES 2 G 2 G 2 P 3 G 2 G 1 P 1 P 1 P 1 P 2 G 2 G 2 G 2 P 2 P 2 P VERKEER A4 A5 A6 A7 B C0 C1 C3 C4 C5 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 9002.2 gft in gesloten gebouw belucht v.c. > 20.000 ton/jaar belucht v.c. < 20.000 ton/jaar niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar SBI 93/SvB b ex.o oktober 2010 Wasverzendinrichtingen 9301.3 Tapijtreinigingsbedrijven Wasserijen en linnenverhuur OVERIGE DIENSTVERLENING - - - - Composteerbedrijven: Chemische wasserijen en ververijen A verwerking fotochemisch en galvano-afval afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW oplosmiddelterugwinning pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) kabelbranderijen Vuilstortplaatsen - - - - - Afvalverwerkingsbedrijven: Vuiloverslagstations Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke Rioolgemalen 9301.2 B A2 9002.2 9301.1 A0 9002.2 - C 9002.1 A B 9002.1 9301.1 A 93 B 9002.1 nummer 9001 OMSCHRIJVING GEUR 0 30 30 30 200 200 100 300 300 10 300 100 50 100 200 30 50 30 0 STOF 0 0 0 0 50 200 100 100 200 10 200 0 10 50 200 30 30 30 30 50 50 100 100 100 50 300 30 300 10 30 30 300 50 50 10 C C C GELUID Z 0 0 30 30 30 100 30 10 10 10 30 50 30 10 10 30 30 10 R R R R R AFSTANDEN IN METERS GEVAAR SBI-CODE 1993 GROOTSTE AFSTAND 30 30 50 50 200 200 100 300 300 30 300 100 50 100 300 50 50 30 D D 2 CATEGORIE 2 2 3.1 3.1 4.1 4.1 3.2 4.2 4.2 2 4.2 3.2 3.1 3.2 4.2 3.1 3.1 INDICES 1 G 2 G 2 G 2 G 3 G 3 G 2 G 2 G 3 G 1 G 3 G 1 G 1 G 1 G 3 G 2 G 2 G 1 P VERKEER REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 141 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE III. STAAT VAN HORECA ACTIVITEITEN Pagina 161 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 162 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht Bijlage III: S t a a t va n h o r e c a a c t i v i t e i t e n Categorie 1 “lichte horeca” B e d r i j v e n d i e i n b e g i n s e l a l l e e n o v e r d a g e n ' s a v o n d s b e h o e ve n t e zi j n g e o p e n d ( vo o r a l ve r s t r e k k i n g v a n e t e n s w a r e n e n m a a l t i j d e n ) e n d a a r d o o r b e p e r k t e h i n d e r vo o r o m w o n e n d e n ve r o o r z a k e n . B i n n e n d e z e c a t e g o r i e w o r d e n d e v o l g e n d e s u b c a t e g o r i e ë n o n d e r s c h e i d e n : 1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca - automatiek; - broodjeszaak; - cafetaria; - croissanterie; - koffiebar; - lunchroom; - ijssalon; - snackbar; - tearoom; - traiteur. 1b. Overige lichte horeca - bistro; - r e s t a u r a n t ( z o n d e r b e z o r g - e n / o f a f h a a l s e r vi c e ) . 1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking - b e d r i j v e n g e n o e m d o n d e r 1 a e n 1 b m e t e e n b e d r i j f s o p p e r vl a k va n m e e r d a n 2 5 0 m 2 ; - r e s t a u r a n t m e t b e z o r g - e n / o f a f h a a l s e r v i c e ( o . a . p i z za , c h i n e e s , Mc D r i v e s ) . Categorie 2 “middelzware horeca” B e d r i j v e n d i e n o r m a a l g e s p r o k e n o o k d e l e n va n d e n a c h t g e o p e n d z i j n e n d i e d a a r d o o r a a n z i e n l i j k e h i n d e r v o o r o m wo n e n d e n k u n n e n ve r o o r za k e n : - bar; - bierhuis; - café; - proeflokaal; - shoarma/grillroom; - za l e n v e r h u u r ( z o n d e r r e g u l i e r g e b r u i k t e n b e h o e ve va n f e e s t e n e n m u zi e k - / d a n s e ve n e m e n t e n ) . Categorie 3 “zware horeca” B e d r i j v e n d i e v o o r e e n g o e d f u n c t i o n e r e n o o k ' s n a c h t s g e o p e n d zi j n e n d i e t e ve n s e e n g r o o t a a n t a l b e z o e k e r s a a n t r e k k e n e n d a a r d o o r g r o t e h i n d e r vo o r d e o m g e vi n g m e t zi c h m e e k u n n e n brengen: - dancing; - discotheek; - nachtclub; - p a r t y c e n t r u m ( r e g u l i e r g e b r u i k t e n b e h o e ve va n f e e s t e n e n m u zi e k - / d a n s e v e n e m e n t e n ) . REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 163 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE IV. WEGENCATEGORISERING Pagina 165 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 166 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht vaarweg 3e categorie 2e categorie 1e categorie april 2009 visie ruimtelijke kwaliteit wegen-categoriekaart REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 167 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN BIJLAGE V. VISUALISATIE MOLENBIOTOOP Pagina 169 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht REGELS BESTEMMINGSPLAN Pagina 170 BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED Gemeente Westland © 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht PLANTYPE NAAM Postadres: Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk Bezoekadres: Stokdijkkade 2, 2671 GW Naaldwijk T (0174) 673 673 F (0174) 673 600 E [email protected] I www.gemeentewestland.nl 2 LOGO BUREAU
© Copyright 2025 ExpyDoc