Toelichting - Gemeente Westland

PLANTYPE NAAM
GLASTUINBOUWGEBIED
BESTEMMINGSPLAN
28 maart 2011
LOGO BUREAU
1
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Opdrachtgever:
gemeente Westland
Projectnummer: 201
Projectcode:
west-EXE.RO [werktitel: Glastuinbouw]
Projectmanager: ing. Arnold van Driel & mr. Frans A. Konijnenburg
Versie:
voorontwerp versie 1.0
Datum:
28 maart 2011
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Toelichting
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Inhoud van de toelichting
Toelichting
5
HOOFDSTUK I
Inleiding
Aanleiding en doel bestemmingsplan
Ligging van het plangebied
Geldende bestemmingsplannen
1.1
1.2
1.3
HOOFDSTUK II
A.
Beleid
GEMEENTELIJK BELEID VOOR HET PLAN
2.1
2.2
B.
Structuurvisie
Specifiek planbeleid
BELEID ANDERE OVERHEDEN
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
C.
Beleid van het Rijk
Beleid van de provincie
Beleid van het waterschap
Beleid van de regio
Conclusie
PLANVISIE
2.8
Algemeen
HOOFDSTUK III
A.
INVENTARISATIE
3.1
3.2
B.
Inventarisatie van functies
Inventarisatie van waarden
ONDERZOEK
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
Water
Bedrijven en Milieuzonering
Luchtkwaliteit
Geluidskwaliteit
Bodemkwaliteit
Externe veiligheid
HOOFDSTUK IV
4.1
Inventarisatie en onderzoek
Plansystematiek
Standaardvorm en standaardregels
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
1
1
2
3
9
9
9
9
16
16
18
20
21
24
24
24
33
33
33
38
42
42
45
48
48
49
50
54
54
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
4.2
4.3
Opbouw van de planregels
Systematiek van de planverbeelding
HOOFDSTUK V
Bestuurlijk overleg en draagvlak
Bestuurlijk overleg
Vooraankondiging en eerdere betrokkenheid
Inspraak
Zienswijzen
5.1
5.2
5.3
5.4
HOOFDSTUK VI
A.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6.1
B.
Financieel-economische uitvoerbaarheid
TECHNISCHE UITVOERBAARHEID
6.2
6.3
6.4
6.5
C.
Uitvoerbaarheid
Milieutechnische uitvoerbaarheid
Milieueffectrapportage
Verkeerstechnische uitvoerbaarheid
Ecologische uitvoerbaarheid
JURIDISCHE UITVOERBAARHEID
6.6
6.7
Zakenrechtelijke uitvoerbaarheid
Uitvoerbaarheid met oog op Wabo
Bijlagen
55
62
63
63
63
63
64
65
65
65
65
65
65
66
66
66
66
66
67
Bijlage 1.
Bijlage 2.
Bijlage 3.
Bijlage 4.
Bijlage 5.
Bijlage 6.
Bijlage 7.
Bijlage 8.
Bijlage 9.
Bijlage 10.
begrenzing plangebied
Om te zetten woningen van agrarisch naar wonen
Inventarisatie bedrijven
Overzicht waterlopen en -bergingen
Verbindingen en leidingen
Verkeersverbindingen
Onderzoeken
Conventionele explosieven
Inspraak- en overlegreacties
Zienswijzen
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
69
73
77
87
89
91
93
95
97
99
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK I
Inleiding
1.1
Aanleiding en doel bestemmingsplan
Het glastuinbouwcluster is een sterke pijler van de Nederlandse economie door de
combinatie van passie, talent en economie. Deze drie dimensies kernmerken succesvolle
bedrijven en bedrijfstakken binnen het glastuinbouwcluster. Alleen door te kiezen voor
excelleren lukt het om deze drie dimensies sterk te houden.
Het glastuinbouwgebied van de gemeente Westland is de grootste Greenport van Nederland.
Het glastuinbouwgebied dat van oudsher in het Westland is ontstaan, voldoet echter niet
meer aan de huidige eisen en is toe aan een ontwikkelingsslag om te kunnen excelleren en
mee te gaan met de ontwikkelingen die plaatsvinden in nieuwe glastuinbouwgebieden in
Nederland. Accenten in de ontwikkeling van het Westlandse glastuinbouwgebied liggen
voornamelijk op:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Schaal- en efficiencyvergroting, verduurzaming o.a. door een betere verkaveling
(herstructurering) van het glastuinbouwgebied, meervoudig ruimtegebruik,
innovatie, clustering en centrale voorzieningen.
Imagoverbetering.
Het ontwikkelen van bedrijven waarbij verschillende teelten, opslag en logistiek,
kantoorfunctie, commerciële functies, glastuinbouw gelieerde en -ondersteunende
functies als onderzoek, opleiding en presentatie, alsmede de opwekking van
warmte en energie kunnen worden gecombineerd.
Verbetering van weg- , groen-, en waterinfrastructuur.
Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van het
glastuinbouwgebied.
Het voorkomen van wateroverlast.
Door de samenvoeging van de gemeenten Monster, 's-Gravenzande, Naaldwijk, Wateringen
en de Lier zijn er verschillende bestemmingsplannen voor het glastuinbouwgebied in gebruik.
Deze bestemmingsplannen hebben verschillend luidende planregels en verschillend uitziende
verbeeldingen (plankaarten). De bestemmingsplannen, die allen nog op basis van de oude
Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn geschoeid, zijn verouderd, divers van opzet en
verschillend qua regelgeving en verbeelding, hetgeen leidt tot ongelijke bouw- en
gebruiksmogelijkheden en situaties. Om de andere bestemmingen (anders dan agrarische
doeleinden, glastuinbouw, en woondoeleinden) in het glastuinbouwgebied en de
verschillende planverbeeldingen te harmoniseren is het voorliggende bestemmingsplan
gemaakt. Het doel is het vaststellen van een nieuw, conserverend, actueel digitaal
Pagina 1
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
bestemmingsplan, op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarin alle planregels en
verbeeldingen zijn geharmoniseerd. Tevens heeft het bestemmingsplan als doel de
herstructurering extra flexibiliteit te bieden door het opnemen van verschillende
wijzigingsbevoegdheden. Het bestemmingsplan maakt gebruik van het SVBP 2008
(Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen). Dit is een instrument om
bestemmingsplannen op een vergelijkbare wijze op te bouwen en te verbeelden.
Vooruitlopend op dit bestemmingsplan heeft al een harmonisatie plaatsgevonden van de in
verschillende bestemmingsplannen voorkomende bestemming agrarische doeleinden
glastuinbouw (A-GT) en de bestemming wonen (W). Op 26 mei 2009 is door de
gemeenteraad een parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland
vastgesteld met uniforme planregels voor wat betreft agrarisch glastuinbouw (A-GT) en
wonen (W). Deze harmonisatie wordt overgenomen en op sommige punten geactualiseerd.
Verder zijn verleende artikel 19 WRO vrijstellingen en projectbesluiten, vastgestelde partiële
herzieningen, wijzigingsplannen, projectbesluiten en projectbestemmingsplannen voor zover
relevant verwerkt in dit bestemmingsplan.
Om het karakter van het gebied als Greenport te benadrukken is nadrukkelijk gekozen voor
de naam bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied" in plaats van de tot op heden gangbare
benaming 'Buitengebied" of "Landelijk Gebied".
1.2
Ligging van het plangebied
Het gebied van het bestemmingsplan (hierna aangehaald als: plangebied) omvat op
hoofdlijnen het grondgebied van de gemeente Westland, met uitzondering van die delen die
geen onderdeel uitmaken van het (duurzame) glastuinbouwgebied, zoals de kernen, de
woningbouwlocaties, het kustgebied en de bedrijventerreinen. Het plangebied wordt aan de
buitenranden begrensd door:
-
de gemeentegrens van Den Haag en Rijswijk in het noorden;
de gemeentegrens van Maassluis en Midden-Delfland in het oosten;
de gemeentegrens van Rotterdam in het zuiden;
het kustgebied in het westen.
De keuze van de plangrenzen is ingegeven om het volledige glastuinbouwgebied van de
gemeente Westland te voorzien van een éénduidig planregime. Het plangebied bestaat in
beginsel uit het duurzame glastuinbouwgebied, zoals deze is aangewezen in de Visie
Greenport Westland 2020, de structuurvisie van de provincie en het Regionale structuurplan
van stadsgewest Haaglanden. In het plangebied is tevens het recreatiegebied de Wollebrand
en het natuurgebied Staelduinse bos opgenomen.
De kernen 's-Gravenzande, Naaldwijk, De Lier, Honselersdijk, Kwintsheul, Wateringen,
Poeldijk, Monster, Heenweg en Maasdijk vallen buiten de grenzen van het plangebied. De
nieuw te ontwikkelen woongebieden Gantel de Baak, Duingeest, Tuinveld, Het Nieuwe
Water, Monster-Noord, Westmade, Holle Watering, Poeldijk Westhof, Watertuinen,
Liermolen en de uitbreiding van de bloemenveiling (Trade Parc Westland III) vallen buiten
de grenzen van het plangebied.
Pagina 2
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Boven de kern Kwintsheul ligt een gebied dat eerder aangewezen is als toekomstig
woongebied (Westlandse Zoom). Dit gebied is, samen met de twee noordelijkste kwadranten
van de toekomstige woningbouwlocatie Liermolen in De Lier, vooralsnog opgenomen als
glastuinbouwgebied in het plangebied van dit bestemmingsplan. De reden hiervoor is dat
deze twee toekomstige woningbouwlocaties niet voor 2013 gerealiseerd zullen gaan worden.
Daarbij zijn de geldende bestemmingsplannen ouder dan tien jaar en worden deze middels
dit bestemmingsplan op grond van artikel 3.1, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening
geactualiseerd op basis van het opnieuw bestemmen van de feitelijke situatie.
Verder zijn de transformatiegebieden "de Rolpaal", "Erasmusweg" en het gebied nabij
"Hoogeland" opgenomen in het bestemmingsplan "glastuinbouwgebied" conform de huidige
glastuinbouwbestemming. Er is nog niet bekend of er in de toekomst andere ontwikkelingen
gaan plaats vinden.
In de toelichting en de planregels is rekening gehouden dat de bestemmingsplannen voor de
gebieden Boomawatering en Poelzone opgenomen worden in het bestemmingsplan
Glastuinbouwgebied. De planverbeelding met de huidige situatie in de Poelzone is
opgenomen op de planverbeelding Glastuinbouwgebied, omdat er nog geen voorontwerp
Poelzone is.
In Bijlage 1 is de begrenzing van het plangebied weergegeven.
1.3
Geldende bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan vervangt in zijn geheel of gedeeltelijk de volgende bestemmingsplannen
op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in artikel 3.8, lid 5, van de
Wet ruimtelijke ordening:
-
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente De Lier op 20 april 1994 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 oktober 1994;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1e wijziging", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente De Lier op 23 mei 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 juni 1995;
"landelijkgebied 2e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 6 februari 1996;
"landelijkgebied 3e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 10 december 1996;
"landelijkgebied 4e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 26 augustus 1997;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Maasland op 21 juni 1971 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 1 november 1972;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2e herziening", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977;
Pagina 3
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
-
-
het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland – uitwerkingsplan
Kralingerpolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente
Maasland op 28 januari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de
provincie Zuid-Holland op 15 april 2003;
het bestemmingsplan "Oude Camspolder", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977;
het bestemmingsplan "Oude Campspolder 4e herziening”, zoals vastgesteld door
de raad van de voormalige gemeente Maasland op 8 september 1989 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 30
januari 1990;
het bestemmingsplan "Buitengebied Noord", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Schipluiden op 23 maart 2000 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 31 oktober 2000;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 17 januari 1978 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 april 1979;
het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 24 oktober 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 juni 1996;
het bestemmingsplan "Buitengebied 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 april 2002 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 november 2002;
het bestemmingsplan "Buitengebied 3e herziening, zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 december 2008 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 2 april
2009;
het bestemmingsplan "gaswinningslocatie", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16-04-2002 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 juli 2002;
het bestemmingsplan "Staelduinen", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 5 september 1972 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 29 augustus 1973;
het bestemmingsplan "Staelduinen na 1e herziening", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 3 december 1974 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20
augustus 1975;
het bestemmingsplan "Het Oude Land 1985 1e herziening", zoals vastgesteld door
de raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 9 december 1997 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 7 april
1998;
het bestemmingsplan “Buitengebied”, zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Monster op 25 maart 1986 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 16 december 1986;
het bestemmingsplan “Buitengebied”, 1e herziening, zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Monster op 28 oktober 1986 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 juni 1987;
Pagina 4
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
het bestemmingsplan “Buitengebied”, de 2e herziening, zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Monster op 25 april 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 december 1995;
het bestemmingsplan “Buitengebied” 3e herziening (Monster), zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2004 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 april 2005;
het bestemmingsplan "Buitengebied" 4e herziening (Monster), zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 25 april 2006 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 augustus 2006;
het bestemmingsplan "Woonwagencentrum", zoals vastgesteld door de raad van
de voormalige gemeente Monster op 29 juni 1982 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 september 1993;
het bestemmingsplan "Bedrijfsgebied Vlotlaan", zoals vastgesteld door de raad van
de voormalige gemeente Monster op 30 november 1993 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1994;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Naaldwijk op 18 augustus 1977 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 september 1978;
het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Naaldwijk op 10 februari 2000 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 3 oktober 2000;
het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 11 oktober 1990 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1991;
het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer 1e herziening", zoals
vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 13 maart
1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op
15-07-1997;
het bestemmingsplan "Woonwagencentrum Monnikenlaan", zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 12
februari 1976 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 februari 1977;
het bestemmingsplan "Over de Middel Broekweg", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Naaldwijk op 8 juli 1999 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15-02-2000;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door burgemeester en
wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 25 maart 1964 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 21 april
1965;
het bestemmingsplan "Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Wateringen op 31 augustus 1999 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 18 april 2000;
het bestemmingsplan "1e wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied
Wateringen", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de
voormalige gemeente Wateringen op 18 februari 2003 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 22 april 2003;
Pagina 5
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
het bestemmingsplan "Kwintsheul 1993", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Wateringen op 6 juli 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 maart 1996;
het bestemmingsplan "N211/N54/N222(Veilingroute)/c.a.", zoals vastgesteld
door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 25 oktober 1994 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14
maart 1995;
het bestemmingsplan "Wateringen Dorp", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Wateringen op 26 oktober 1999 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 27 januari 2000;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak 1959", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 april 1960;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak herziening 1963, vastgesteld door
gedeputeerde staten op 4 december 1963 en goedgekeurd door de Kroon bij
Koninklijk Besluit op 5 maart 1965;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak" herziening 1964, vastgesteld door
gedeputeerde staten op 3 maart 1965 en goedgekeurd door de Kroon bij
Koninklijk Besluit op 17 januari 1966;
de gebruiksvoorschriften bij het "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Wateringen op 20 oktober 1970 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten op 23 december 1970;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel I”, zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2006 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel II”, zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 19 december 2006 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei
2007;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel III”, zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 november 2009;
het bestemmingsplan "Ontsluitingsweg Wateringveldsche polder", zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 27 mei 2008 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20
januari 2009;
het bestemmingsplan “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied
Westland ”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 mei
2009.
het bestemmingsplan "Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte
Pettendijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26
januari 2010;
het bestemmingsplan "Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg Naaldwijk",
zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 23 juni 2010;
het bestemmingsplan "Scheeweg 9 te De Lier", zoals vastgesteld door de raad van
de gemeente Westland op 24 augustus 2010;
het bestemmingsplan "Van Wijklaan 2 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad
van de gemeente Westland op 30 november 2010;
Pagina 6
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
het bestemmingsplan "Claes de Wyckerlaan 7 Monster", zoals vastgesteld door de
raad van de gemeente Westland op 30 maart 2010 (Booma);
het bestemmingsplan "Burgemeester Crezeelaan 40 te de Lier", zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 14 december 2010;
het gebundeld wijzigingsplan "parapluherziening bestemmingsplannen
buitengebied Westland, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de
gemeente Westland op 2 september 2010;
het wijzigingsplan "Noordlierweg te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester
en wethouders van de gemeente Westland op 1 november 2010;
het wijzigingsplan "Grote Achterweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 19 november 2010;
het wijzigingsplan "De Poel tegenover 1 (kavel 2) te Monster", zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 september 2010;
het wijzigingsplan "De Jonghlaan tegenover 6a en 6b te 's-Gravenzande", zoals
vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16
februari 2010;
het wijzigingsplan "Maasdijk 4 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders op 18 februari 2010;
het wijzigingsplan "Tuindersweg nabij 24 te Maasdijk", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 maart 2010;
het wijzigingsplan "Poeldijkseweg tussen 1 en 5 te Monster", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 25 maart 2010;
het wijzigingsplan "Slimpad 2 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door burgemeester
en wethouders van de gemeente Westland op 25 juni 2010;
het wijzigingsplan "Kralingerweg tussen 3 en 5 te De Lier", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 6 juli 2010;
het wijzigingsplan "Zanddijk 54 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 20 juli 2010;
het wijzigingsplan ecologische zone Wateringveldsepolder fase 1, zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 16 december
2010.
De volgende plannen zijn nog in procedure en worden afhankelijk van de besluitvorming
opgenomen in dit bestemmingsplan:
-
het bestemmingplan "regels van het bestemmingsplan N223 uitvoeringsfase 2",
zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op nnb;
het bestemmingsplan N223 Westerlee Maasdijk, zoals vastgesteld door de raad
van de gemeente Westland op nnb;
het bestemmingsplan "Hoogweg 2a De Lier", zoals vastgesteld door de raad van de
gemeente Westland op nnb;
het bestemmingsplan "Heulweg 42 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door de raad
van de gemeente Westland op nnb.;
het bestemmingsplan Lange Watering, zoals vastgesteld door de raad van de
gemeente Westland op nnb;
het bestemmingsplan "Rene Don", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente
Westland op nnb;
het bestemmingsplan "Boomawatering", zoals vastgesteld door de raad van de
gemeente Westland op nnb;
Pagina 7
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
In het bestemmingsplan zijn tevens verwerkt de verleende vrijstellingsbesluiten ex artikel 19
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van de voormalige gemeenten Naaldwijk, ‘sGravenzande, De lier, Wateringen, Monster en de gemeente Westland, alsmede diverse
projectbesluiten van de gemeente Westland als bedoeld in artikel 3.10 Wro en diverse grote
buitenplanse ontheffingen van de gemeente Westland.
Pagina 8
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
Beleid
A.
GEMEENTELIJK BELEID VOOR HET PLAN
2.1
Structuurvisie
De gemeente is thans bezig met het ontwikkelen van een gemeentelijke structuurvisie. Deze
overlapt voor een groot deel de reeds vastgestelde Greenportvisie en zal voor een groot deel
zal hierop aansluiten. Er is op dit moment geen structuurvisie vastgesteld als bedoeld in
artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet wordt
een structuurplan als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
gelijkgesteld met een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.1 van de nieuwe wet.
De gemeente heeft naast de Greenportvisie nog geen structuurplan vastgesteld, maar voor de
gemeente geldt wel het regionaal structuurplan van het Stadsgewest Haaglanden (zie
paragraaf 2.6.1 van deze toelichting).
2.2
Specifiek planbeleid
In het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” is afstemming met het volgende specifieke
beleid van de gemeente tot uitdrukking gekomen.
2.2.1
Beleidsnota voor herstructurering van het glastuinbouwgebied van de gemeente
Westland
(vastgesteld door de raad van de gemeente op 28 november 2006)
In de nota is een maatschappelijk gedragen beleid vastgelegd voor de herstructurering van het
glastuinbouwgebied, een goed woon- en leefklimaat, een optimaal functionerende
glastuinbouw en een organisatie om de noodzakelijke schaalvergroting doorgang te laten
vinden. Tevens wordt beoogd de duurzaamheid van de glastuinbouw te verbeteren. Het doel
van de nota is een beleidsmatig kader te geven voor de herstructurering van het
glastuinbouwgebied, waarbij de nadruk ligt op de ruimtelijke component. Het doel is ook een
duurzaam glastuinbouwgebied te creëren en te faciliteren.
Pagina 9
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.2.2
Nota paarden houden in Westland/ Het houden van paarden in een Greenport
(vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van 18 november
2008)
De nota geeft een handzame set van toetsingscriteria op basis waarvan besloten kan worden
of de verschillende paardenhouderijen passen binnen de visie van de gemeente. Het betreft
een integraal beleid waarbij niet alleen vanuit ruimtelijke perspectief is gekeken, maar ook
vanuit milieukundig, maatschappelijk en praktisch oogpunt. De geformuleerde
randvoorwaarden zijn reeds opgenomen in de parapluherziening bestemmingsplannen
Buitengebied Westland.
2.2.3
Visie Greenport Westland 2020 (2005)
(vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 april 2005)
De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige
ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee
geeft de visie ook andere partijen inzicht in de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente
Westland. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met het glastuinbouwcluster
(inclusief de niet ruimtelijke component) staan in de visie voorop.
Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van
de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, het
glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen. De visie bevat tevens
richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente ten aanzien van het glastuinbouwcomplex en de andere ruimtevragers.
Glastuinbouwcluster
Als gevolg van herstructurering in het kader van verduurzaming kan een groot deel van het
glastuinbouwareaal worden omgezet naar een efficiënte milieuvriendelijke inrichting van het
kassencomplex met meer ruimte voor een natte en droge infrastructuur. Op de volgende
gebieden, vooral aan de kust, kan er duurzaam glas blijven. In totaal gaat het daarbij om
ongeveer 300 hectare. Dit zijn de gebieden Noordlandse Polder, Waalblok, Slaperdijk en het
gebied waar in het Integraal Ontwikkelingsplan Westland het duinmeer was voorzien (lange
Stukken).
De transformatiegebieden langs het Zwethkanaal, Pettendijk en Nieuwe Tuinen in De Lier
kunnen in principe tot 2020 blijven functioneren. Transformatie kan hier op de lange
termijn nog wel aan de orde zijn in verband met mogelijke aanleg van infrastructuur. Enkele
locaties zijn volgens de Greenportvisie aangewezen als potentiële transformatiegebieden om
tijdig in te kunnen spelen op nieuwe omstandigheden. Dit zijn de Rolpaal, Hoogeland en de
locatie op de hoek van Erasmusweg en Wippolderlaan in Wateringen. In totaal gaat het
daarbij om 100 hectare glas. Het aanwezige glas in de gebieden bij Monster en 's-Gravenzande
kan in principe worden omgevormd tot duurzaam glas indien de woningbouwopgaaf elders
in het zoekgebied wordt gevonden.
Pagina 10
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Water en groen
Om voldoende waterbergingscapaciteit te realiseren in de boezem zal er naast oplossingen
van decentrale aard een geschikte centrale locatie moeten komen. De zoeklocatie is
aangegeven in bestemmingsplan Nieuwe Water. De waterberging dient in het poldergebied
per polder opgelost te worden. De plas-dras variant zal daar waar mogelijk worden toegepast
evenals het inrichten van ecologische oevers.
Door via het boezemstelsel groengebieden te koppelen kunnen er ecologische verbindingen
ontstaan. Mogelijkheid tot koppeling ziet de gemeente in de strook Zwethzone, Wollebrand,
verlenging veilingroute, verbreding Zwethkanaal en Oranjekanaal. De ecologische
verbindingen tussen kust en Midden-Delfland lopen via de Westlandse Zoom en vanaf de
Vlotwatering via de Monsterse Vaart/Poelwatering/Nieuwe Water richting het Zwethkanaal
met aftakking naar Staelduinsebos.
Verkeer en vervoer
Het doortrekken van de Veilingroute, het aansluiten op de tweede ontsluitingsweg Hoek van
Holland en het aanpassen van knooppunt Westerlee is hard nodig. Daarnaast wordt de
realisatie van het ontbrekende deel van de A4-Noord ondersteund. Op de middellange
termijn (2010-2020) is er meer nodig. De sterke groei van vooral het goederenvervoer in de
Greenport Westland vraagt om een wegverbinding met 2 x 2 rijstroken tussen het
Harnaschknooppunt (A4) en het knooppunt Westerlee (A20) met voldoende aantakkingen.
Op termijn is het verder doortrekken van de tweede ontsluitingsweg richting Hoek van
Holland wenselijk. Dit alles valt onder het 3-in-1-project.
Wonen
In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is behoefte aan vervangende
woonkavels in het buitengebied. Aan deze behoefte kan worden voldaan door te bouwen
langs bestaande linten c.q. het toevoegen van bebouwingsclusters. Bij de uitplaatsing van
woningen dient onder andere vast te staan dat de nieuwe locatie de glastuinbouw op dat
moment en in de toekomst in geen geval in de weg zal staan.
Maatschappelijke en economische voorzieningen
Op het moment van schrijven is er geen aanleiding om buiten de kernen extra ruimte te
reserveren voor de realisatie van maatschappelijke en economische voorzieningen. De huidige
voorzieningen zijn vastgelegd.
2.2.4
Evaluatie Greenportvisie Westland 2020
(vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 januari 2011)
De evaluatie van de Greenportvisie verwoordt het collegestandpunt over de (tussen-)
resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met
voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de
gemeentelijke structuurvisie.
In de afgelopen jaren is Westland strategische allianties aangegaan op diverse schaalniveaus
om de Greenport sterk te positioneren als een krachtig cluster. Op diverse fronten en in
samenwerking met anderen wordt geprobeerd via deze strategische allianties ondersteuning te
krijgen voor de opgaven van Westland. Hierbij valt te denken aan ondersteuning binnen de
Pagina 11
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
netwerkorganisatie Greenport(s) Nederland, het Randstad Urgent contract Transitie
Greenports, Zuidvleugel, Stadsgewest Haaglanden, Provincie Zuid-Holland en binnen
Westland-Oostland.
Door als Westland structureel stevig inzet te plegen in deze allianties zijn er flinke stappen
gezet in de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Westland. Veel projecten zijn
juridisch verankerd, anderen onderschrijven steeds meer de betekenis van de Greenports,
gelijk aan de Mainports. De toegezegde rijksbijdrage aan Westlandse projecten staat nu op
ruim 145 miljoen euro.
De werkgelegenheid is in vijf jaar met 10% toegenomen tot 60.000 banen. Van alle banen in
Westland behoren 42% tot het glastuinbouwcluster. Verder heeft het glastuinbouwcluster
zich sterk ontwikkeld. Schaalvergroting en herstructurering is flink op gang gekomen.
Een aantal conclusies uit de evaluatie is:
-
-
-
-
-
De in 2005 gemaakte keuzes in de Greenportvisie zijn succesvol zijn gebleken. Als
tussenresultaat is veel bereikt. Ambitie en streefbeeld uit de Greenportvisie blijft
voor het grootste deel intact. Afwijkingen zitten in een lager aantal te bouwen
woningen tot 2020. Een lagere verdichtingsopgave van de kernen en het behoud
van glas in het transformatiegebied de rolpaal (35 ha.). Aanvullende ruimtelijke
keuzes zijn niet aan de orde;
In de externe oriëntatie richt gemeente Westland zich op de versterking van de
positie van de Greenports in Nederland. Gemeente Westland blijft het initiatief
nemen om in de strategische allianties de Greenport Westland stevig te
positioneren. Met het bedrijfsleven wil de gemeente de Greenport Westland
nationaal en internationaal meer uitdragen. Beleidsmatig en financieel is
ondersteuning nodig;
Bij de komende evaluatie van de Westlandse Zoom door de publieke partijen,
waaronder de gemeente Westland is de insteek van de gemeente Westland om de
Westlandse Zoom daarbij in zijn totaliteit te bezien zowel wat betreft
betaalbaarheid woningen, markt, invulling locaties, het tijdsaspect, financiële
haalbaarheid, contractafspraken, de relatie met realisering van soortgelijke locaties
in Westland en elders in de omgeving van de Haagse regio. Kritisch onderzocht
dient te worden wat daarvan de consequenties zijn voor de locatie Kwintsheul en
de 2e fase;
Gemeente Westland wil dat nieuwe glastuinbouwlocaties in Nederland
daadwerkelijk tot ontwikkeling komen. Dit is nu maar in beperkte mate het geval.
Een herijking is nodig. Insteek van gemeente Westland is om dichter bij de
Greenports glastuinbouwlocaties te ontwikkelen, omdat dit de hoogste
toegevoegde waarde geeft voor het daar gevestigde Greenportcluster. Binnen
Westland is nog ruimtewinst te halen door op gronden met
glastuinbouwbestemming, waar om diverse redenen geen teelt is, daadwerkelijk te
gaan telen (voorzichtige schatting: 150 ha.);
Op de plankaart van de Greenportvisie Westland 2020 zijn de duurzame
glastuinbouwgebieden aangewezen. Het gaat daarbij om een totale oppervlakte
van circa 4.500 hectare (bruto). Hier krijgt de glastuinbouw in principe alle
ruimte. De Rolpaal wordt hieraan toegevoegd. Onderdeel van de 4.500 hectare is
naast het teeltareaal van 2.400 hectare in 2008 ook het areaal aan tuinbouw
Pagina 12
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
2.2.5
verbonden functies waaronder: waterbassins, ketelruimten, verwerking- en
opslagruimtes, bedrijfspanden, ontsluitingswegen en woningen. Gemeente
Westland is van mening dat door intensivering, herstructurering en het benutten
van de mogelijkheden die er zijn het huidige teeltareaal van 2.400 hectare kan
worden opgehoogd. Een voorzichtige schatting is dat er 150 hectare teeltareaal
toegevoegd kan worden als tuinders die mogelijkheden ook pakken. Daarnaast zal
er tot 2020 ook nog glas verdwijnen op basis van de Greenportvisie. Inschatting
van gemeente Westland is dat er in 2020 2.200 tot 2.300 hectare netto teeltareaal
aanwezig is;
De herstructurering en schaalvergroting in de glastuinbouw moet doorgaan.
Initiatieven van tuinders worden daar waar aan de orde zoveel als mogelijk door
de gemeente ondersteund;
De verduurzaming van het glastuinbouwcluster wordt als nieuwe ambitie aan de
Greenportvisie toegevoegd. Ambitie is om van Westland hét meest duurzame
glastuinbouwgebied van Nederland te maken. Het is tijd om de vele initiatieven
hiervoor in praktijk te brengen en vervolgens "uit te rollen";
De kennis- onderwijs - en innovatie positie van Westland dient versterkt te
worden met daarbij structurele aandacht voor versterking van het imago
(gebiedsmarketing);
Gemeente Westland wil de water - en groenopgave realiseren tegen zo laag
mogelijke kosten en een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement met
minimaal verlies aan areaal glas. Voor de water - groen- en ecologie opgave blijft,
daar waar mogelijk, het meeliften bij ruimtelijke ontwikkelingen voorop staan.
Geen grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in de kuststrook;
Gemeente blijft voorstander van een tweede Westelijke Oeververbinding met
aansluitende verbindingen op Westlands grondgebied. Een definitief standpunt
zal worden ingenomen na afronding van het onderzoek door de regionale partijen
en het Rijk;
Blijvend inzetten op de bereikbaarheid en ontsluiting van Westland, inclusief OV
en tevens het werken aan innovatieve logistieke ketens.
Visie Ruimtelijke Kwaliteit Glastuinbouwgebied Westland
(vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 mei 2009)
De vertaling van de visie ruimtelijke kwaliteit heeft reeds plaatsgevonden in de
parapluherziening van de bestemmingsplannen Buitengebied Westland, hetgeen ook weer
het geval is in het bestemmingsplan Glastuinbouw. De visie biedt handvatten voor het
bestemmingsplan, de beleidsnota's en de gebiedsvisies voor herstructureringsgebieden. De
visie levert het beeld en verhaal over de ambitie voor de ruimtelijke kwaliteit voor het
duurzaam glastuinbouwgebied in de gemeente Westland.
De visie bestaat uit een beeldanalyse van de huidige situatie waaruit een ambitie wordt
geformuleerd. Uit de beeldanalyse kan worden geconcludeerd dat er weinig aandacht is
besteed aan ruimtelijke kwaliteit, representatie, imago en leefbaarheid. Daarbij zijn veel
glastuinbouwbedrijven uit hun jasje gegroeid. Westland heeft een buitengebied met grote
contrasten in schaal, functie en dynamiek. Het glastuinbouwgebied krijgt door de
schaalvergroting van de bedrijven met een gesloten en technische uitstraling steeds meer een
licht-industrieel karakter, hetgeen een andere benaderingswijze van ruimtelijke kwaliteit
Pagina 13
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
vraagt. Op een tweetal vlakken kan nog veel verbeterd, namelijk de openbare ruimte en de
inrichting van de kavels.
Vanuit de beeldanalyse wordt in de visie een ambitie geschetst voor de toekomst van het
duurzame glastuinbouwgebied. Deze ambitie richt zich op een betere beeldkwaliteit,
functionaliteit en leefbaarheid van de ruimte. In de visie wordt een betere beeldkwaliteit
gevonden in het herinrichten van het straatprofiel voor wegen met categorie I, II en III en
een betere inrichting van de glastuinbouwkavels. In de visie zijn de volgende profielen
opgenomen;
Categorie I:
-
afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 22,50 meter;
afstand tot kassen: 17,50 meter;
afstand tot laad- en losruimte: 35,00 meter.
Categorie II:
-
afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 17,50 meter;
afstand tot kassen: 12,50 meter;
afstand tot laad- en losruimte: 30,00 meter.
Categorie III:
-
afstand tot woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,50 meter;
afstand tot kassen: 9,00 meter;
afstand tot laad- en losruimte: 25,00 meter.
Verder zijn, middels afstandsbepalingen, de profielen opgenomen voor niet gecategoriseerde
wegen en voor het hoofd-waternetwerk van de gemeente Westland.
2.2.6
Waterplan gemeente Westland
(inhoudelijk vastgesteld door de raad van de gemeente op 22 april 2008 met
uitzondering van de financiële paragraaf)
Het Waterplan van de gemeente Westland heeft als ambitie een duurzaam en veerkrachtig
watersysteem met belevingswaarde. Burgers en bedrijven moeten veilig voor het water zijn.
Men moet plezierig kunnen wonen, werken en recreëren met water in de nabijheid. In het
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is vastgelegd dat gemeenten met dreigende
wateroverlast samen met waterschappen een waterplan moeten opstellen. Een belangrijke
pijler van het kwantitatieve waterbeleid voor de 21ste eeuw is het principe: vasthouden,
bergen en afvoeren.
In het waterplan zijn oplossingen opgenomen, in de vorm van ontwerpopgaven, voor het
totale waterbergingstekort in de gemeente Westland. In het glastuinbouwgebied kan meer
water worden gecreëerd door het verbreden van bestaande watergangen, het aanleggen van
nieuwe watergangen en waterbergingen. Tevens kan door verbreding van watergangen in
Pagina 14
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
combinatie met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers een verbetering gerealiseerd
worden van de waterkwaliteit.
2.2.7
Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland
(vastgesteld door de raad van de gemeente op Westland op 26 mei 2009)
In de parapluherziening van de bestemmingsplannen in het buitengebied van Westland zijn
voor de bestemming "Agrarische Doeleinden, Glastuinbouw" en de bestemming
"Woondoeleinden" de planregels geharmoniseerd, waarbij voor de stedenbouwkundige
invulling gebruik is gemaakt van de herziening Visie ruimtelijke kwaliteit glastuinbouwgebied
Greenport Westland. Daarnaast is een aantal nieuwe ontwikkelingen in het
bestemmingsplan opgenomen, waarbij het vooral gaat om reeds uitgekristalliseerde thema's.
2.2.8
Handhaven op maat 2011-2014
(vastgesteld door burgemeester en wethouder van de gemeente op Westland op 1
februari 2011)
Het doel van het handhavingsbeleid Handhaven op maat 2011-2014 is om binnen bouw- en
woningtoezicht en milieuhandhaving met een transparante, effectieve en efficiënte inzet van
middelen te komen tot een situatie waarbij het voor een ieder duidelijk is hoe de gemeente
Westland haar middelen inzet om naleving van regels te bereiken en/of te bevorderen. De
gemeente Westland wil een prettige woon-, werk- en leefomgeving voor haar burgers en
ondernemers.
Dat wil de gemeente bereiken door de duurzaamheid, veiligheid en leefbaarheid in het
Westland te vergroten en te waarborgen. Handhaving is hierbij één van de middelen die
hiervoor wordt ingezet. Handhaving is dus geen doel op zich, maar een onderdeel van de
reguleringsketen (ontwikkeling wet - en regelgeving – normstelling – vergunningverlening –
uitvoering – toezicht - handhaving). Subdoelen die bijdragen aan de realisatie van het doel
zijn: integraal toezicht en handhaving, voldoen aan de (wettelijke) kwaliteitseisen en
duidelijke communicatie.
Het handhavingsbeleid richt zich voor zowel het milieu- als de bouwtoezicht op een viertal
thema's, waarvan in het kader van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied het thema
ruimte voor de glastuinbouw het belangrijkste is. Eén van de ambities van de gemeente
Westland, zoals vastgelegd in de Visie Greenport Westland 2020, is immers het behoud en
versterking van het Westlandse glastuinbouwcluster. De komende periode blijft de focus
liggen op het uitvoeren van het project "Ruimte voor de glastuinbouw" (voorheen "aanpak
strijdigheden buitengebied" ). Met betrekking tot handhaving is in het coalitieakkoord 20102014 als speerpunt opgenomen dat na de pilotfase door wordt gegaan met het project. Voor
een optimale ontwikkeling van de glastuinbouw is het belangrijk dat de gronden die thans
voor de glastuinbouw zijn bestemd ook daadwerkelijk voor glastuinbouw worden gebruikt.
Het vrijmaken van gronden ten behoeve van glastuinbouwreconstructie levert uiteindelijk
een modern concurrerende glastuinbouwcluster op. Verder zorgt dit project voor een
verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in het Westland. In dit project wordt toezicht en
handhaving ingezet om het doel te bereiken. Vrijmaken van gronden om glastuinbouwreconstructie mogelijk te maken en het weren van niet- glastuinbouw gerelateerde functies.
Pagina 15
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Creëren van optimale kansen voor glastuinbouw. Hiermee blijft Westland als het grootste
glastuinbouwgebied van Nederland en de wereld op de kaart.
B.
BELEID ANDERE OVERHEDEN
2.3
Beleid van het Rijk
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het Rijk tot uitdrukking
gekomen.
2.3.1
Nota Ruimte
(Kamerstukken 29.435)
De Nota Ruimte verwoordt de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van
Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het
kabinet zet daarbij in op dynamisch, ontwikkelingsgericht ruimtelijk beleid en een heldere
verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden.
De Nota Ruimte bevat niet alleen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor Nederland
als geheel, maar ook voor een aantal specifieke gebieden. De nota fungeert tevens als het
ruimtelijke kader voor alle ruimtelijke investeringen van het rijk en de andere overheden.
In de Nota Ruimte zijn onderdelen van de tekst aangemerkt als planologische kernbeslissing
(p.k.b.). Het rijk kan bepaalde onderdelen van een planologische kernbeslissing aanmerken
als concrete beleidsbeslissing. Provincies en gemeenten dienen bij het opstellen van de
provinciale verordening, inpassingsplannen, respectievelijk bestemmingsplannen die
onderdelen van de p.k.b. in acht te nemen. Deze p.k.b.'s bestaan in de Wro niet meer, maar
zijn ondergebracht in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid.
De gebieden en netwerken die het kabinet van nationaal belang acht, vormen samen de
nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Op het gebied van economie, infrastructuur en
verstedelijking vallen ook de Greenports. Vanuit internationaal economisch perspectief vindt
het rijk het van belang dat de tuinbouwfunctie van internationaal belang is en behouden
blijft en dient te worden versterkt. De provincies hebben het voortouw om dit beleidsmatig
uit te werken en ruimtelijk vast te leggen in hun structuurvisies. Het rijk heeft een
stimulerende en faciliterende rol. De doelstelling tot het behouden en versterken van de
positie van de Greenports gebeurt vooral door herstructurering en een goede bereikbaarheid.
De gemeente geeft daaraan in haar bestemmingsplannen invulling.
2.3.2
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Op de dag van vaststelling van dit bestemmingsplan is door het rijk nog geen algemene
maatregel van bestuur met ruimtelijke regels genomen als bedoeld in artikel 4.3 van de Wet
ruimtelijke ordening. Het ontwerp van het zogeheten Besluit algemene regels ruimtelijke
ordening van 29 mei 2009 (AMvB Ruimte) is naar de Eerste en Tweede Kamer gezonden.
Van 17 juni 2009 tot 30 augustus 2009 heeft een ieder schriftelijk en langs elektronische weg
Pagina 16
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
opmerkingen naar voren kunnen brengen over het ontwerpbesluit. Vervolgens is het
ontwerpbesluit voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
De eerste tranche van het Besluit zal omvatten: de bundeling van verstedelijking en
economische activiteiten, het kustfundament, de grote rivieren, het regionaal watersysteem,
de ecologische hoofdstructuur, de nationale landschappen, de rijksbufferzones, het
basisrecreatietoervaarnet, de kaders uit de Derde Nota Waddenzee, de kaders uit Ruimte
voor de rivier, de kaders uit Project Mainport-ontwikkeling Rotterdam en de kaders uit
Tweede Structuurschema Militaire Terreinen.
Vooruitlopend op deze AMvB heeft de regering een realisatieparagraaf vastgesteld die toeziet
op de realisatie van ruimtelijke ordening op grond van alle gevoerde planologische
kernbeslissingen.
2.3.3
Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid
(Kamerstukken 31.500, nr. 1)
Op 1 juli 2008 hadden de volgende planologische kernbeslissingen (nationaal ruimtelijk
beleid) volgens het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening de status van
structuurvisie: Ruimte, Nota Mobiliteit, Ruimte voor de rivier, Project Mainportontwikkeling Rotterdam, Hoge Snelheidslijn Zuid, Betuweroute, Tweede Structuurschema
Elektriciteitsvoorziening (inclusief partiële herzieningen BritNed-kabel, Randstad-380kVverbinding en Near Shore Windpark), Structuurschema Buisleidingen, Derde Nota
Waddenzee en het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen. Omdat nieuwe
structuurvisies moeten ingaan op de wijze waarop het daarin vervatte beleid moet worden
verwezenlijkt en omdat genoemde p.k.b.'s dergelijke doorkijk niet bevatten, heeft de minister
van VROM voor dat nationaal ruimtelijk beleid een zogeheten Realisatieparagraaf Nationaal
Ruimtelijk Beleid opgesteld dat op 6 juni 2008 aan de Tweede Kamer is aangeboden.
Van belang voor het glastuinbouwgebied is hetgeen vastgesteld in onderdeel 5 van het
nationaal ruimtelijk belang onder de noemer behoud en versterking op lange termijn van de
tuinbouwfunctie in de vijf Greenports.
De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit nationale ruimtelijke
belang hecht het rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde Greenports behouden
blijft en versterkt wordt. De Nota Ruimte benoemt de Mainports en Greenports als
onderdeel van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het voortouw om het beleid
op de Greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en
ruimtelijk te verankeren bij de provincies. Een belangrijk instrument hierbij is de
gemeenschappelijke agenda van overheden en bedrijfsleven in het Manifest Greenports
Nederland en de uitwerking daarvan in de bestuurlijke uitvoeringsafspraken Greenport(s)
Nederland uit 2007. De investeringen in de locaties voor glastuinbouw en overige tuinbouw
zijn gericht op behoud en versterking van de economische functie van de tuinbouw en
gelijktijdige versterking van andere gebiedsfuncties zoals water, wonen, recreatie, landschap
en natuur.
Pagina 17
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.4
Beleid van de provincie
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van de provincie ZuidHolland tot uitdrukking gekomen.
2.4.1
Structuurvisie Visie op Zuid-Holland
(vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 2 juli 2010)
Algemeen
De Visie op Zuid-Holland bestaat uit de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte
en de uitvoeringsagenda. Hierin beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale
belangen (structuurvisie), stelt zij regels aan ruimtelijke ontwikkelingen (verordening) en geeft
zij aan wat nodig is om dit te realiseren (uitvoeringsagenda). De Visie op Zuid-Holland is in
de plaats gekomen van de vier streekplannen (streekplan Zuid-Holland-West en alle
herzieningen en uitwerkingen) en de Nota Regels voor Ruimte.
De Provinciale Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met
bijbehorende uitvoeringsstrategie. Er staat in hoe de provincie samen met haar partners wil
omgaan met de beschikbare ruimte. In de Uitvoeringsagenda is aangegeven hoe de provincie
en de verschillende partners de structuurvisie gaan uitvoeren. Met de structuurvisie werkt de
provincie aan een vitaal Zuid-Holland met meer samenhang en verbinding tussen stad en
land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen
handbereik.
De provincie onderscheidt in de structuurvisie de volgende vijf hoofdopgaven:
1.
2.
3.
4.
5.
aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
divers en samenhangend stedelijk netwerk;
vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
stad en land verbonden.
De ambities zijn vertaald in een beeld van het ruimtegebruik in 2020, bestaande uit een
functiekaart en een kwaliteitskaart. De functiekaart is vergelijkbaar met een streekplankaart.
Deze kaart geeft aan wat waar mogelijk is, met locaties en begrenzingen. De kwaliteitskaart
geeft aan welke kwaliteiten waar aanwezig zijn of moeten komen. Bij ontwikkelingen in een
gebied zijn deze kwaliteiten belangrijk.
Het plangebied van het bestemmingsplan is op de functiekaart van de structuurvisie
grotendeels aangemerkt als "Glastuinbouwbedrijvengebied/Greenport", waarin de
Nieuweweg vanaf de A20 tot Den Haag, de weg vanuit Hoek van Holland naar Den Haag
(Monsterseweg, Poeldijkseweg) en de Veilingroute zijn aangewezen als (Boven) Regionale
wegverbindingen.
In de structuurvisie is opgenomen dat de Greenports in 2040 duurzame en landschappelijk
goed ingepaste ruimtelijke clusters moeten zijn. Productie, logistiek, kennis, handel en
innovatie versterken elkaar onderling. In 2040 ligt het op specifieke hoogwaardige productie,
Pagina 18
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
met een centrale plaats voor logistiek, handel, kennis en innovatie. Vraag en aanbod van
zoetwater zijn dan in balans.
De Greenport Westland/Oostland behoort in 2040 volledig ingepast te zijn in het stedelijke
netwerk. Dit uit zich in de inrichting van de logistieke infrastructuur en de inrichting van de
energie-infrastructuur.
Verder ligt de nadruk, naast productie, meer op ontwikkeling en toepassen van kennis en
dienstverlening. Ruimtelijk staat, naast intensivering en herstructurering van het bestaande
glasareaal, de goede ordening van de samenhang tussen de verschillende clusters centraal.
2.4.2
Provinciale Verordening Ruimte
(vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 2 juli 2010
en in werking getreden op 26 juli 2010)
Algemeen
Om het provinciaal ruimtelijk beleid uit te voeren heeft de provincie verschillende
instrumenten, waarvan de Provinciale Verordening Ruimte er één is. De Verordening
Ruimte stelt regels aan gemeentelijke bestemmingsplannen. Niet alle onderwerpen zijn
geschikt voor opname in een verordening. In het algemeen lenen vooral onderwerpen met
heldere criteria, weinig gemeentelijke beleidsvrijheid en een zwaarwegend provinciaal belang
zich hiervoor. In de Verordening Ruimte zijn regels gesteld over bebouwingscontouren,
agrarische bedrijven, kantoren, detailhandel, waterkeringen, milieuzoneringen, molen- en
landgoed-biotopen enz.
Enkele regels die zijn overgenomen in het bestemmingsplan Glastuinbouw zijn:
2.4.3
geen bestemmingen die nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijk functies,
intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies
mogelijk maken;
nieuwe bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven, agrarische aanverwante
bedrijven en niet-volwaardige agrarische bedrijven worden uitgesloten;
de door de gemeente te bepalen maximale omvang van bestaande
burgerwoningen en recreatiewoningen, alsmede de bijbehorende erfbebouwing.
Waterverordening Zuid-Holland
(vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 14
september 2009 en in werking getreden op 22 december 2009)
In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast vastgesteld. Deze normen
bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop regionale wateren moeten zijn
ingericht en hebben betrekking op de berging- en afvoercapaciteit. De normen voor
wateroverlast zijn verschillend per vorm van landgebruik en zijn gerelateerd aan de
economische waarde van landgebruik en de te verwachte schade bij overstromingen. Voor
het glastuinbouwgebied is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar,
met een maaiveldcriterium van 1%. Dit betekent dat er eens in de 50 jaar kans op
wateroverlast vanuit het oppervlak plaats mag vinden. In Tabel 1 zijn de normen voor
wateroverlast weergegeven voor de verschillende vormen van landgebruik.
Pagina 19
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Norm gerelateerd aan vorm van landgebruik
Binnen bebouwde kom
Bebouwd gebied
Overig gebied
Buiten bebouwde kom
Hoofdinfrastructuur en spoorwegen
Glastuinbouw en hoogwaardige land- en
tuinbouw
Akkerbouw
Grasland
Norm
1/100
1/10
1/100
1/50
Maaiveldcriterium
0%
5%
0%
1%
1/25
1/10
1%
5%
Tabel 1: normen wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik (waterverordening Zuid-Holland)
2.5
Beleid van het waterschap
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het waterschap tot
uitdrukking gekomen.
2.5.1
Waterbeheerplan 2010-2015
(vastgesteld door de verenigde vergadering van het Hoogheemraadschap van
Delfland op 19 november 2009 en in werking getreden op 22 december 2009)
In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het
Hoogheemraadschap van Delfland afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes
daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële consequenties zijn. De ambities bestaan uit
o.a.:
-
-
een flinke stap zetten naar een robuust en veerkrachtig watersysteem, rekening
houden met klimaatsveranderingen;
een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen;
realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met
anderen;
innovatief en duurzaam werken.
2.5.2
ABC-Delfland
-
(vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van
Delfland op 3 juli 1998)
Om de doelstellingen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water te realiseren is het
Hoogheemraadschap van Delfland het project ABC-Delfland gestart. (ABC staat voor Afvoer
- en BergingsCapaciteit. ) Het ABC-project heeft als doel het water langer vast te houden,
meer te bergen en overtollig water sneller af te voeren. Het gaat om technische maatregelen,
zoals capaciteits vergroting van de gemalen, en om ruimtelijke maatregelen, zoals het
reserveren van gebieden voor het snel en tijdelijk opvangen van water in natte perioden. Een
deel van de projecten is uitgevoerd. Naast de verbreding van watergangen en het vernieuwen
van vele duikers steekt het Hoogheemraadschap van Delfland veel tijd, geld en energie in het
vernieuwen van de gemalen.
Ondanks de reeds uitgevoerde maatregelen dient er nog een aanzienlijk gebied
getransformeerd te worden tot waterberging en dienen er nog diverse waterstructuren te
Pagina 20
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
worden verbeterd. Bij het zoeken en realiseren hiervan ligt aansluiting bij het proces van
herstructurering voor de hand. Bij herstructurering kunnen innovatieve technische
oplossingen worden benut bij realisatie van waterbergingsopgaven. Waterbergingen zullen bij
herstructurering flexibel worden ingepast, waarbij het hiervoor benodigde
(glastuinbouw)areaal beperkt blijft.
2.5.3
Handreiking Watertoets
Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets
(waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De
toelichting van een bestemmingsplan dient een beschrijving te bevatten van de volledige
watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze
beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten:
-
beleidskader omtrent water;
waterkeringen;
waterkwantiteit;
waterkwaliteit en ecologie;
afvalwater en riolering;
waterprojecten welke onderdeel zijn van ABCDelfland.
In de toelichting wordt in het kader van het functionele onderzoek een beschrijving gegeven
van de in het plangebied aanwezige waterkeringen, waterlopen en waterbergingen. In
hetzelfde hoofdstuk wordt in het kader van technisch onderzoek nogmaals ingegaan op het
aspect waterkeringen, alsmede de aspecten waterkwantiteit, waterkwaliteit, ecologie, riolering
en afvalwater.
2.6
Beleid van de regio
De gemeente maakt deel uit van een plusregio als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke
regelingen. In het bestemmingsplan is dan ook afstemming met het volgende regionale beleid
tot uitdrukking gekomen.
2.6.1
Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020
(vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 16
april 2008)
Het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) kijkt door naar 2020 (en soms naar
2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende
terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water en groen. Het RSP is een integraal plan voor
de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor het regionale beleid op het
gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals
bestemmingsplannen.
Het RSP is het vertrekpunt voor regionale visies op afzonderlijke beleidsterreinen en voor
gemeentelijke plannen. Daarnaast vormt het RSP de inzet en bijdrage van Haaglanden voor
de Provinciale Structuurvisie.
Pagina 21
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Het RSP heeft als ambitie dat de regio Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van
internationale allure, een regio die een duurzame kwaliteit van leven biedt door middel van
een veilige, schone en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een sterke structuur. Met de
verdere versterking van de kennisintensiteit van de economie van Haaglanden levert de regio
een stevige bijdrage aan de realisatie van de in Europa afgesproken Lissabon-doelstelling ter
versterking van de innovatiekracht van de Europese economie.
Voor de ontwikkeling van het "Glastuinbouwgebied" zijn de volgende inhoudelijke
doelstellingen van toepassing:
2.6.2
Versterking van de huidige economische structuur;
Het omvormen van verouderde glastuinbouwgebieden in milieuverantwoorde,
moderne robuuste gebieden ter verbetering van de rentabiliteit van de
onderneming en ter behoud van de internationale concurrentiepositie;
Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en het creëren van een beter woon- en
leefmilieu;
Verbeteren van de fysieke infrastructuur, zowel de hoofdontsluiting als de lokale
ontsluiting, en het verbeteren van het openbaar vervoer;
Herstel van de ecologische infrastructuur, groene buffers en groene aankleding
door de realisatie van de groenblauwe dooradering;
Het verbeteren van de waterhuishouding ter vermindering van kansen op
wateroverlast en het verbeteren van de waterkwaliteit.
Regionale Nota Mobiliteit
(vastgesteld door het Stadsgewest Haaglanden op 29 juni 2005)
De Regionale Nota Mobiliteit (RNM) is het regionaal verkeers- en vervoersplan op grond van
de Planwet Verkeer en Vervoer (1998). Ze is de opvolger van het op dit moment geldende
RVVP-2. In de RNM wordt het ruimtelijk beleid, zoals was vastgelegd in het inmiddels
vervangen Regionaal Structuurplan Haaglanden 2002 voor de verkeers- en
vervoerscomponent uitgewerkt en wordt het overige regionale verkeers- en vervoersbeleid in
samenhang beschreven.
Routes waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, moeten voldoen aan de
volgende rijksnormen uit de nationale Nota Mobiliteit:
-
in nieuwe situaties zijn kwetsbare bestemmingen binnen de 10-6-risicocontour
niet toegestaan; voor minder kwetsbare bestemmingen moeten we streven naar
het hanteren van deze risicocontour (richtwaarde);
In bestaande situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de
10-6-risicocontour;
in nieuwe situaties mag geen bebouwing aanwezig zijn binnen de
10-5-risicocontour (grenswaarde).
Binnen de gemeente Westland zijn de volgende wegen in de Regionale Nota Mobiliteit
benoemd als route voor gevaarlijke stoffen:
-
de A20 evenals de hierin opgaande N 20 en hierin overgaande in de N 213 en
hierin overgaande in de N 211;
Pagina 22
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
de N 222 welke aftakt van de N 20 ter hoogte van de Bloemenveiling Naaldwijk;
de N 223 het Knooppunt van Westerlee kruisende en overgaande in de N 220
richting Hoek van Holland;
de Nieuwelaan als zijnde een aftakking van de N 220;
de N 211 vanaf de kruising met de N220 richting ' s-Gravenzande;
de Nieuwlandse dijk als verlenging van de N220 richting de kust over een afstand
van enkele honderden meters.
Het invloedsgebied van deze route gevaarlijke stoffen bevindt zich deels binnen de grenzen
van het plangebied.
2.6.3
Nota Glastuinbouw Haaglanden
(vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 29 maart 2005)
Door de verwachte aanhoudende druk op voor glastuinbouw beschikbare gronden, geldt het
blijvend veiligstellen van voldoende ruimtelijke glasareaalcapaciteit binnen de regio als
speerpunt van het beleid.
Aandachtspunten zijn de saldo-0 benadering, het stimuleren van experimenten gericht op
meervoudig, dubbel en efficiënt gebruik van de ruimte voor glas en het zoveel mogelijk
concentreren van glastuinbouw in de daartoe aangewezen duurzame gebieden. Tevens dient
er voldoende ruimte te worden gerealiseerd om 'piekwater' kwijt te kunnen en bij droogte het
watertekort op te lossen.
Het lopende 3-in-1-project (2e ontsluitingsweg naar Hoek van Holland, Verlengde
Veilingroute en aanpassing Knooppunt Westerlee) wenst de bereikbaarheid van het
Westlandse glastuinbouwcluster en de toe- en uitgang van het veilingterrein van
FloraHolland in de toekomst te verbeteren.
2.6.4
Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden
(vastgesteld door het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden,
Hoogheemraadschap van Delfland, provincie en gemeenten op 22 februari 2006)
Het Regionaal Bestuursakkoord Water Haaglanden vormt de regionale uitwerking van het
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en sluit aan op de deelstroomgebiedsvisie
Midden-Holland en op het procesconvenant dat is gesloten tussen de Vereniging van
Zuid-Hollandse Gemeenten, Zuid-Hollandse Waterschapsbond en de provincie
Zuid-Holland.
Het doel is om in 2015 het watersysteem op orde te hebben, hetgeen betekent een robuust
en beheersbaar watersysteem dat zoveel mogelijk is gebaseerd op de principes van
vasthouden, bergen en afvoeren. Om dit te bereiken moet de capaciteit van het watersysteem
worden vergroot en wel zodanig dat voor de polders en boezemgebieden wordt voldaan aan
het beschermingsniveau volgens de werknormen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water.
Pagina 23
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.7
Conclusie
Het plangebied is grotendeels aangewezen als duurzaam glastuinbouwgebied. Dit duurzame
glastuinbouwgebied dient vanuit beleid van zowel het Rijk als de provincie en de gemeente
Westland geïntensiveerd en geherstructureerd te worden, waarbij accenten liggen op
schaalvergroting, duurzaamheid en meervoudig ruimtegebruik.
In het bestemmingsplan glastuinbouwgebied wordt de ingezette koers voor wat betreft
flexibilisering voortgezet en doorontwikkeld.
C.
PLANVISIE
2.8
Algemeen
Het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” is conserverend van aard, waarin bestaande
geldende bestemmingen en gebieden, welke reeds ontwikkeld zijn middels vrijstelling,
ontheffingsprocedures en wijzigingsplannen ed. , worden vastgelegd.
In de planvisie van dit bestemmingsplan is beleid opgenomen voor:
-
glastuinbouw;
andere bedrijfsactiviteiten dan puur productie bij glastuinbouwbedrijven;
herbouw agrarische bedrijfswoningen;
verduurzaming en innovatie;
beleid voor andere (niet agrarische) bedrijvigheid;
wonen;
herbouw andere woningen;
beleid voor huisvesting tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten;
houden van paarden;
IRG-projecten
2.8.1
Glastuinbouw
De glastuinbouw wordt in zijn geheel genomen gezien als één van de belangrijkste pijlers van
de Nederlandse economie. Zo biedt de glastuinbouw in Nederland werkgelegenheid aan
70.000 mensen en heeft de glastuinbouw een productiewaarde van ruim 4 miljard euro. De
glastuinbouw vormt binnen het plangebied van het bestemmingsplan de hoofdfunctie.
Het beleid is erop gericht deze functie te handhaven en waar mogelijk te versterken door
middel van het bieden van voldoende ruimtelijke perspectieven voor volwaardige
glastuinbouwbedrijven. Schaalvergroting, herstructurering, verduurzaming, efficiency,
meervoudig ruimtegebruik, innovatie, product- en imagoverbetering worden dan ook
gestimuleerd. Herstructurering van het glastuinbouwgebied houdt in dat de economische
structuur, de weg-, groen- en waterinfrastructuur worden verbeterd en de ruimtelijke kwaliteit
wordt versterkt. De economische structuur kan mede verbeteren door schaalvergroting,
bijvoorbeeld door het fysiek samenvoegen van meerdere bedrijven. De ruimtelijke kwaliteit
kan onder meer worden versterkt door een zorgvuldige inrichting van de glastuinbouwkavels.
Pagina 24
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
De gemeenteraad heeft op 26 mei 2009 de “Parapaluherziening bestemmingsplannen
Buitengebied Westland" vastgesteld. Met de parapluherziening zijn de regels van de
verschillende bestemmingsplannen van de voormalige gemeenten vervangen voor één
regeling. Met deze herziening wordt ruim baan gegeven aan een duurzame en
toekomstgerichte ontwikkeling van de glastuinbouw in het Westland. Zo gelden
wijzigingsbevoegdheden voor het verplaatsen van woningen, omzetten van woningen en
gelden gelijkluidende regels voor alle glastuinbouwbedrijven in het glastuinbouwgebied van
het Westland. Deze regels zijn zoveel mogelijk overgenomen in dit bestemmingsplan.
2.8.2
Andere bedrijfsactiviteiten dan puur productie bij glastuinbouwbedrijven.
De oorsprong van de glastuinbouw ligt in de vraag vanuit de grote steden naar groente en
fruit en later ook planten en bloemen. Daarom stond de glastuinbouw gelijk aan de
productie van deze goederen. In de loop der jaren zijn nieuwe trends en ontwikkelingen
gesignaleerd in de glastuinbouw. Bij glastuinbouwbedrijven vinden thans steeds vaker
bedrijfsactiviteiten plaats die niet sec gericht zijn op het voortbrengen van producten, maar
alles met glastuinbouw te maken hebben. Voorbeelden zijn: verhuur van planten,
onderzoeksopstellingen, proeflocaties, presentatieruimtes en energieteruglevering e.d.
De door dergelijke bedrijven uitgeoefende activiteiten vinden plaats onder glas, maar er kan
niet worden gesproken van telen voor de productie. Deze glastuinbouwbedrijven vormen
vanuit economisch oogpunt een inmiddels belangrijke en dynamische groep. Ze streven naar
een hogere toegevoegde waarde van hun eigen producten, alsook van Westlandse producten
in het algemeen. Deze activiteiten zijn als het ware het logische gevolg van vernieuwend en
innovatief ondernemerschap van de glastuinbouwsector. De activiteiten verdienen dan ook
een plaats binnen moderne hedendaagse glastuinbouwbedrijven.
De (huidige) definitie van glastuinbouwbedrijf in de parapluherziening luidt:
"Een bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het duurzaam en
intensief telen van gewassen, geheel met behulp van kassen en de daarbij behorende
bouwwerken en installaties".
Onder deze definitie vallen bijvoorbeeld niet activiteiten als het acclimatiseren, verzorgen en
onderzoeken van gewassen. In dit bestemmingsplan wordt de definitie opgerekt en flexibeler,
zodat de gebruiksmogelijkheden van kassen ruimer worden en beter aansluiten bij de huidige
ontwikkelingen.
De nieuwe definitie is als volgt:
“Een volwaardig bedrijf gericht op het voortbrengen van producten door middel van het
duurzaam en intensief telen en verzorgen van gewassen, geheel of gedeeltelijk met behulp van
kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties”.
De zinsnede "geheel of gedeeltelijk met behulp van kassen", is toegevoegd omdat in de
praktijk blijkt dat veel bestaande glastuinbouwbedrijven een gedeelte van de gronden
aanwenden voor open teelt (afharden van planten).
In de kas is nu eveneens – naast het productmatig telen van gewassen – het bedrijfsmatig
verzorgen, acclimatiseren en opslaan van planten toegestaan. Uiteraard moeten ook de niet
Pagina 25
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
direct op productmatig telen gerichte bedrijven voldoen aan de planregels van de
bestemming "Agrarisch, Glastuinbouw". Zo moet een glastuinbouwbedrijf onder andere een
volwaardig glastuinbouwbedrijf zijn; dat wil zeggen er moet sprake zijn van één volwaardige
arbeidskracht, het bedrijf moet duurzaam zijn (bedoeld wordt de continuïteit van het bedrijf
en de binding van de ondernemers). Het moet daarbij gaan om een minimale oppervlakte
aan glasopstanden van 5.000m2.
Bedrijfsgebouwen mogen voor wat betreft oppervlakte maximaal 12,5% en kantoren 1% (met
een maximum van 1000m2) van de oppervlakte van de aanwezige kassen beslaan.
Er mag "absoluut" (scherp toezicht) geen opslag van goederen plaats vinden in de kassen.
Kassen mogen uitsluitend wordt benut voor het telen, verzorgen, acclimatiseren van planten,
bloemen en bomen.
Ook de bedrijfsgebouwen worden door de glastuinbouwbedrijven steeds vaker benut voor
bedrijfsactiviteiten als presentatie, opslag van materialen, verwerken van de geteelde
producten, kantoorruimte, onderzoek- en ontvangstruimte. Volgens de planregels mogen de
bedrijfsruimten maximaal 12,5% van het areaal glasopstand ter plaatse beslaan. Binnen de
bedrijfsruimten zijn bovenstaande bedrijfsactiviteiten als onderdeel van de bedrijfsvoering
van het glastuinbouwbedrijf toegestaan.
In de bedrijfsgebouwen is maximaal 1% (van het totale glastuinbouwbedrijf) kantoor
mogelijk. Daarnaast zijn laboratoria, opleidingsruimten en presentatie en ontvangstruimten
en verhuur en opslagactiviteiten van bijvoorbeeld plantenpotten of decoratie-materiaal
mogelijk binnen de bedrijfsgebouwen.
Benadrukt wordt dat bedrijfsactiviteiten functioneel moeten aansluiten bij de bedrijfsvoering
in de kas. In de kas moeten planten staan, conform de nieuwe glastuinbouwdefinitie. Extra
verstening of afname van glasareaal in het glastuinbouwgebied is onwenselijk. De verhouding
tussen kassencomplex en bedrijfsruimte blijft hetzelfde.
Op dit onderscheid tussen telen en verzorgen onder glas en andere functies in de
bedrijfsgebouwen dient scherpe en heldere handhaving plaats te vinden. Nieuwe functies
moeten binnen de bestaande bebouwingsmogelijkheden gerealiseerd worden. Gedacht wordt
aan een verdiepingsvloer in de bedrijfsgebouwen voor kantoor, presentatie en
onderzoeksruimten. Ook vanuit meervoudig/intensief ruimtegebruik wordt een
verdiepingsvloer in de bedrijfsgebouwen wenselijk gevonden.
Bedrijven die zeker niet vallen onder de nieuwe definitie van glastuinbouwbestemming zijn
hoveniersbedrijven,
tuincentra,
tuingroothandels
(stenen
en
tuinprojecten),
tuinbouwattracties, hobbykassen, onderzoekskasjes die niet aan de minimumvoorwaarden
voldoen enz. Indien deze legaal gevestigd zijn in het glastuinbouwgebied worden deze als
dusdanig bestemd.
2.8.3
Herbouw agrarische woningen
Het onttrekken van vele agrarische bedrijfswoningen aan de agrarische bestemmingheeft
ertoe geleid dat het beleid ten aanzien van agrarische bedrijfswoningen is verscherpt en
aangepast in de parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied Westland. Woningen
Pagina 26
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
in het glastuinbouwgebied zijn een potentieel gevaar voor de ontwikkeling van de
glastuinbouw en frustreren vaak reconstructies.
Zo geldt er een bouwstop voor nieuwe agrarische bedrijfswoningen. Het is dus niet mogelijk
om een nieuwe agrarische bedrijfswoning te bouwen in het glastuinbouwgebied. Bestaande
agrarische bedrijfswoningen mogen onder strikte voorwaarden worden herbouwd. Het is een
saldo 0 beleid. Overigens geldt er ook een bouwstop voor burgerwoningen in het
glastuinbouwgebied.
2.8.4
Verduurzaming en innovatie
Verduurzaming en innovatie kunnen betrekking hebben op efficiënter en zuiniger
energiegebruik. Voor een glastuinbouwonderneming is mogelijk energie op te wekken anders
dan alleen voor de glastuinbouwonderneming zelf. Er gelden echter beperkingen. Dit om te
voorkomen dat het leveren van energie belangrijker wordt dan de agrarische activiteiten als
het telen. Een gezonde glastuinbouwsector is belangrijk voor de concurrentiepositie en de
innovatiekracht. Er zal een relatie moeten bestaan tussen de hoeveelheid te produceren
energie en de bedrijfsgrootte. De energielevering moet een duidelijk ondergeschikt karakter
hebben, zowel wat betreft ruimtelijke inrichting als bedrijfseconomisch. Clustering van
energie producerende apparatuur en de daarbij behorende bouwwerken met als doel
gezamenlijk energie te produceren voor eigen gebruik en voor verkoop, is onder voorwaarde
toegestaan, maar alleen indien dit op een stedenbouwkundig en landschappelijk op een
verantwoorde manier inpasbaar is. Verder wordt het telen met een (semi) gesloten kas
gestimuleerd. Hetzelfde geldt voor ondergrondse opslag van energie, waaronder warmte- of
koudeopslag.
De laatste jaren zijn in de gemeente Westland veel wkk's verschenen en het aantal groeit nog
steeds. Volgens de meest recente schatting gaat het om circa 400 wkk's. Omdat een wkk
geluid produceert geldt voor een warmteopslagtank in combinatie met een wkk-installatie een
afstand t.o.v. woningen. Een generator voor warmtekrachtkoppeling mag niet meer
transformatorvermogen hebben dan 10 MVA. Voor een dergelijke voorziening is vanwege de
mogelijke geluidshinder een afstand bepaald van 65 meter tot woningen. Bij voldoende
geluidsisolerende maatregelen kan ontheffing verleend worden om een wkk-installatie op
12,5 meter van een woning te bouwen.
Wat betreft windenergie geldt dat in Westland geen ruimte is voor grootschalige
windturbines (tenminste drie windturbines met een ashoogte van 80 meter of hoger en een
rotordiameter van 60 meter of meer). Solitaire windturbines hebben op grond van
landschappelijke argumenten niet de voorkeur. Dit bestemmingsplan geeft geen regeling voor
grootschalige windturbines. Een grote buitenplanse ontheffing zou uitkomst moeten bieden
bij een initiatief. Dat zal worden beoordeeld op de landschappelijke inpassing, tevens zijn
milieu- en veiligheidseisen toetsingskader. Er mag geen ruimtelijke interferentie optreden met
de reeds aanwezige windturbine op bedrijventerrein Leehove.
Kleinschalige windturbines met een maximale hoogte van 15 meter zijn toegestaan, maar
mogen niet milieuvergunningplichtig zijn. Dat betekent dat een windturbine tenminste vier
maal de ashoogte weg moet staan van de dichtstbijzijnde woning of andere geluidsgevoelige
bestemming en het opgewekte vermogen niet meer dan 15 MW mag zijn.
Pagina 27
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.8.5
Beleid voor andere (niet agrarische) bedrijvigheid
Het beleid van de gemeente is erop gericht om de glastuinbouw te behouden en waar
mogelijk te versterken. Nieuwe niet-agrarische bedrijven moeten worden geweerd en
bestaande niet-agrarische bedrijven worden zonodig gesaneerd uit het glastuinbouwgebied.
Dergelijke bedrijven dienen zich te vestigen op bestaande of nieuwe bedrijventerreinen.
De in het plangebied voorkomende agrarische hulp-, neven, loon- en toeleveringsbedrijven
krijgen voor zover zij legaal tot stand zijn gekomen of in het verleden als zodanig zijn bestemd
in het bestemmingsplan de bestemming "Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf". Om niet
onnodig veel ontheffingsverzoeken of bestemmingsplanwijzigingen te krijgen voor niet
(geheel) passende functies is ervoor gekozen om voor deze verschillende "bestemmingen" de
volgende definitie op te nemen.
"agrarisch aanverwant bedrijf"
Een niet-industrieel bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van
diensten en/of producten aan agrarische glastuinbouwbedrijven en groene en recreatieve
functies in het glastuinbouwgebied, zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op
het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur.
Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet,
meststoffendistributie en agrarisch loonwerk;
Verder zijn er nog de andere niet agrarische functies met de bestemming "Bedrijf", "Horeca",
"Recreatie", "Maatschappelijk" en "Kantoor" in het glastuinbouwgebied. Omdat het behoud
van het bestaande glastuinbouwareaal centraal staat, is uitbreiding van de bestaande nietagrarische functies buiten de kavel niet toegestaan. De bestaande bebouwingspercentages,
goot- en bouwhoogtes uit de bestemmingsplannen zijn overgenomen. Door middel van een
ontheffing wordt een uitbreiding binnen het bestaande bestemmingsvlak onder voorwaarden
mogelijk gemaakt. De belangrijkste voorwaarde is dat de uitbreiding niet ten koste mag gaan
van
toekomstige
glastuinbouwreconstructies
of
bestaande
naastgelegen
glastuinbouwbedrijven.
2.8.6
Wonen
Het bestemmingsplan glastuinbouwgebied bevat zowel agrarische- als burgerwoningen.
Hiervan zijn zo'n … stuks bestemd als agrarische bedrijfswoning en zo'n 1.700 stuks bestemd
voor woondoeleinden. Slechts een enkele woning is bestemd als andere (niet-agrarische)
dienstwoning.
Door verdergaande professionalisering, automatisering en vooral de schaalvergroting in de
glastuinbouwsector is in de loop der jaren een toenemend aantal agrarische bedrijfswoningen
overbodig geworden. Door de voormalige gemeenten was reeds geconstateerd dat heel veel
agrarische bedrijfswoningen in de loop jaren door de eigenaren reeds waren onttrokken aan
de agrarische bestemming. Ondanks dat er westlandbreed een meldingsverordening voor
onttrekking van agrarische bedrijfswoningen was vastgesteld, werd deze niet altijd even strikt
nageleefd. Daarnaast gingen de voormalige gemeenten elk op hun eigen manier om met deze
problematiek op basis van de mogelijkheden en beperkingen die de (verschillend luidende)
bestemmingsplannen boden. De eenwording van de gemeente Westland was een natuurlijk
moment om deze problematiek op een eenduidige manier op pakken. Mede omdat woningen
Pagina 28
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
in het buitengebied bij reconstructie en schaalvergroting voor belemmeringen kunnen zorgen
is in 2004 al gestart met het project woningen Buitengebied. In april 2005 is in
samenwerking met de provincie Zuid Holland, LTO-Westland, de stichting Buitengebied
Westland en een aantal lokale accountants- en makelaarskantoren het Raamplan voor
woningen in het Buitengebied van de Gemeente Westland opgesteld. Hierin is aangegeven
dat schaalvergroting en herstructurering van de glastuinbouw noodzakelijk is om de leidende
rol van het Westland te behouden en de concurrentie de baas te blijven. Tevens is
aangegeven dat het van groot belang is dat de activiteiten die deel uitmaken van deze sector
goed zijn ingepast in de openbare ruimte.
Het raamplan bevatte duidelijke uniforme beleidscriteria voor bestemmingswijziging van
agrarische bedrijfswoningen en uitplaatsing van agrarische bedrijfswoningen en
burgerwoningen. Voor de overbodige bedrijfswoningen zijn de afgelopen jaren in het kader
van het project ……. aanvragen ingediend tot bestemmingswijziging van de agrarische
bedrijfswoning bestemming naar de bestemming ‘Woondoeleinden’. Resultaat van het
project is:
-
dat de bestemming van 681 agrarische bedrijfswoningen is gewijzigd door opname
in de bestemmingsplannen Woningen Buitengebied deel I, II en III.
de bestemming van ca. 20 agrarische bedrijfswoningen zijn gewijzigd door
opname in een wijzigingsplan.
de bestemmingswijziging nog een aantal agrarische bedrijfswoningen wordt
verwerkt in het -bestemmingsplan Glastuinbouwgebied. In de Bijlage 1 van deze
toelichting is een lijst opgenomen met de betreffende om te zetten woningen;
De overige aanvragen zijn niet gehonoreerd of ingetrokken.
Per 10 november 2009 is de “Parapluherziening van de bestemmingsplannen Buitengebied
Westland” van kracht geworden. De ingezette beleidslijn voor omzetting en uitplaatsing van
het raamplan is hierin vrijwel gelijkluidend overgenomen. Het paraplubestemmingsplan kent
een bouwstop voor zowel burgerwoningen als agrarische bedrijfswoningen. Er is sprake van
een saldo 0 beleid. Agrarische dienstwoningen die als bedrijfswoning bij een
glastuinbouwbedrijf horen mogen slechts onder voorwaarden worden herbouwd. In het
paraplubestemmingsplan bestaat de mogelijkheid om woningen te verplaatsen. Verplaatsen is
het scheppen van mogelijkheden om woningen die midden in het glastuinbouwgebied liggen
of de herstructurering van de glastuinbouw belemmeren te slopen en elders binnen het
gebied te herbouwen. Verplaatsing kan alleen plaatsvinden naar zgn. goedgekeurde locaties.
Dit zijn locaties die aan de voorwaarden van een goede ruimtelijke ordening voldoen en
waarvan zeker is dat deze reconstructie van de glastuinbouw nu en in de toekomst niet
frustreren.
De opgedane ervaring bij de behandeling van reconstructieverzoeken en de strakke hantering
van de voorwaarden uit de parapluherziening voor omzetting en uitplaatsing begint in de
praktijk goede resultaten op te leveren. Het beleid op dit punt dient derhalve met een geringe
verfijning te worden voortgezet.
Inmiddels wordt in samenspraak met het Hoogheemraadschap van Delfland gewerkt aan een
prioriteitenlijst voor het opstellen van gebiedskaders voor de verschillende deelgebieden.
Deze gebiedskaders zullen dan de leidraad vormen voor de beoordeling van omzetting- en
uitplaatsingsverzoeken.
Pagina 29
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.8.7
Herbouw andere woningen
Op andere bestemmingen zoals "Recreatie", "Bedrijf", "Maatschappelijk" zijn in het verleden
ook incidenteel (bedrijfs-) woningen gebouwd. Voor deze bestemmingen geldt eveneens een
bouwstop. Zo mogen geen nieuwe (bedrijfs) woningen worden gebouwd. Herbouw van deze
bestaande (bedrijfs-) woningen is onder voorwaarden toegestaan.
2.8.8
Beleid voor huisvesting tijdelijke buitenlandse arbeidsmigranten
Er komen veel buitenlandse werknemers (EU-medewerkers) tijdelijk naar het Westland om te
werken in de glastuinbouwsector. De verblijfsduur van deze werknemers is niet bekend. Deze
kan variëren van enkele weken tot meer dan een jaar. Voor zover er zicht op is, verblijven de
meeste werknemers zo'n vier tot zes maanden in de gemeente. De werkgevers, vaak
uitzendbureaus dienen primair te zorgen voor de huisvesting van hun werknemers.
In het beleidsdocument "Tijdelijk wonen in de gemeente Westland" zijn een aantal
beleidskaders opgesteld voor de huisvesting van buitenlandse werknemers in het
glastuinbouwgebied. Zo mogen voormalige en/of bestaande bedrijfswoningen onder
voorwaarden worden benut voor de huisvesting van werknemers van het glastuinbouwbedrijf.
Onder voorwaarden kan ook medewerking worden verleend aan het plaatsen van (tijdelijke)
woonunits op het eigen terrein en voor het plaatsen van (tijdelijke) woonunits op
vrijgekomen of vrijkomende agrarische percelen. Dit laatste is niet opgenomen in de regels
van het bestemmingsplan.
2.8.9
houden van paarden
In het glastuinbouwgebied is het houden van paarden in beginsel niet toegestaan. Het betreft
hier gronden met de bestemming “Agrarisch, Glastuinbouw”. Het houden van paarden doet
afbreuk aan de bestemming, gaat ten koste van glasareaal en kan tot ongewenste
functiemenging leiden. Bovendien blijkt in de praktijk dat hobbymatige paardenhouderijen
reconstructie van de glastuinbouw frustreren.
Binnen de privégronden van een tuinder (maximaal 1000m2) en op de percelen met de
bestemming wonen is het houden van paarden onder voorwaarden toegestaan. De paarden
mogen uitsluitend hobbymatig worden gehouden, wanneer het op eigen erf of in eigen tuin
gebeurd (voor een tuinder binnen de maximaal toegestane 1000m2), dit het
glastuinbouwcluster niet belemmert en uit milieu hygiënisch oogpunt geen belemmering
oplevert voor de omgeving.
De grootte van de stalling (75 m3) biedt volgens aanbevelingen van de Sectorraad Paarden en
de VNG plaats aan 2 paarden. In de handreiking 'Paardenhouderij en landschap' wordt
aanbevolen om een paardenbox van 3,5 x 3,5 x 3 meter (lxbxh) per paard aan te houden.
Deze aanbeveling wordt onderschreven om het hobbymatige karakter van de
paardenhouderij te benadrukken.
Het is absoluut niet de bedoeling om het houden van paarden voor derden toe te staan, ook
niet als geen betaling zou plaatsvinden. Het bedrijfsmatig houden van paarden in het
glastuinbouwgebied is in principe uitgesloten. Dit gaat ten koste van het glastuinbouwareaal
en de economie van de paardenhouderijen wordt niet door de gemeente Westland
ondersteund.
Pagina 30
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.8.10
IRG-projecten
Ter verbetering van het glastuinbouwgebied en de herstructurering daarvan, wordt of is in
het verleden nieuwe infrastructuur aangebracht om de ontsluiting van de glastuinbouw te
verbeteren. Dit zijn nieuwe gebiedsontsluitingswegen welke middels subsidie van de Provincie
worden of zijn aangelegd (IRG ) en in het bestemmingsplan opgenomen zijn.
De IRG-projecten betreffen:
-
Ontsluitingsweg Wateringveldsche Polder;
de Baak (verbreding van de Rijnsburgerweg);
Randweg Heenweg;
Verlengde Groeneweg;
Noord Lierweg;
De Jonghlaan (Verbreden van de Jonghlaan);
De Bonnenlaan (Verbreden van de Bonnenlaan);
De Poel.
Verder zijn de volgende wegen opgenomen in het bestemmingsplan "Glastuinbouw";
-
Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte Pettendijk;
Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg.
2.8.11
Waterdicht bouwen
Op grond van de nota “normering wateroverlast” van het Hoogheemraadschap van Delfland
wordt bij de beoordeling van een bouwplan geadviseerd om de 15% van de laagste delen te
vrijwaren van kapitaalintensieve en kwetsbare functies. Bouwplannen dienen op grond
hiervan ruim boven het streefpeil van de boezem- en polderwatergangen te worden gebouwd.
Uit voorzorg wordt geadviseerd om bij de bouw en herbouw van gebouwen een drooglegging
aan te houden boven het in dat gebied aanwezige waterpeil van:
-
0,60 meter in polders;
0,35 meter in boezemgebieden.
Indien dit niet altijd haalbaar is moeten gebouwen beneden dit peil waterdicht worden
uitgevoerd.
De toelaatbare peilstijging wordt bepaald op basis van het schouwpeil (winterpeil of
zomerpeil afhankelijk van het grondgebruik, eventueel in overleg met het
Hoogheemraadschap van Delfland gecorrigeerd voor afwijkingen in de praktijk) of in geval
van flexibel peilbeheer van het hoogste peil en de maatgevende maaiveldhoogte. De
toelaatbare peilstijging wordt getoetst aan de hoogte van de aanwezige polderkaden of
waterscheidingen en peilregulerende kunstwerken. Bij de bepaling van de toelaatbare
peilstijging is het oordeel van de beheerder belangrijk. De technische toetsing gaat uit van het
laagste maatgevende maaiveld. Het Hoogheemraadschap kan op basis van gebiedskennis
hiervan afwijken en kan inundatie in sommige gevallen accepteren.
Pagina 31
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
2.8.12
Restpercelen
Percelen grond die al dan niet na reconstructie van de glastuinbouw niet direct zijn of
worden benut ten behoeve van de feitelijke bouw van een kascomplex of bijbehorende
bedrijfsgebouwen, maar waar ook geen kassen of bedrijfsgebouwen op een logische wijze
meer kunnen worden gebouwd, worden in de volksmond vaak restpercelen of overhoeken
genoemd. Men praat meestal over restpercelen en overhoeken met de intentie om het perceel
voor een andere functie dan glastuinbouw te aanwenden.
In vrijwel alle gevallen kunnen hoeken of percelen waarop geen kassen of bijgebouwen zijn of
worden gerealiseerd, nog gewoon worden gebruikt ten behoeve van de bestemming
"Agrarisch - Glastuinbouw. Voorbeelden hiervan zijn voorzieningen die ruimte vergen bij een
glastuinbouwbedrijf zoals watersilo's, waterbassins, parkeervoorzieningen, verkeersruimte ten
behoeve van het draaien en keren op eigen terrein, laad- en los voorzieningen enz. Uit
jurisprudentie van de rechtbank en Raad van State valt af te leiden dat bij geschillen in
besluiten tot wijziging van de Glastuinbouwbestemming deze colleges het standpunt van de
gemeente dat dergelijk gronden de (toekomstige) reconstructie, bestaande bedrijvigheid of
andere ruimtelijke opgave (waterberging, wegen) al snel in de weg liggen wordt overgenomen.
In het kader van de wateropgave voor de gemeente Westland is het van belang dat niet het
gehele glastuinbouwgebied wordt verhard of volgebouwd. Bij de berekening van de
waterbergingsnorm (glastuinbouw 325m3/ha) gaat het Hoogheemraadschap van Delfland uit
van
bepaalde verhardingspercentages. Bij moderne glastuinbouwbedrijven is het
bebouwingspercentages vaak erg hoog, nog afgezien van de aan te brengen verhardingen ten
behoeve van in- en uitrit, parkeren etc. Kortom een stuk onbebouwde/onverharde grond in
het glastuinbouwgebied kan dan ook geen kwaad en is voor de infiltratie van water in de
bodem zelfs absoluut noodzakelijk. Verwezen wordt hierbij naar de wettelijk vastgelegde
verantwoordelijkheid van iedere perceelseigenaar om het hemelwater in eerste instantie
zoveel mogelijk zelf op te vangen op eigen kavel. Verder kunnen de gronden eveneens
gebruikt worden voor het aanleggen van een nieuwe waterberging of voor het vergraven van
water.
Gelet op bovenstaande en het feit dat het beleid van de gemeente er nadrukkelijk op is
gericht om "niet-glastuinbouwactiviteiten" te weren uit het glastuinbouwgebied, kan worden
gesteld dat er in beginsel geen restpercelen zijn in het glastuinbouwgebied. Percelen kunnen
immers vrijwel altijd gebruikt worden voor andere nuttige functies dan fysiek glas en
bedrijfsgebouwen van een glastuinbouwbedrijf. In de planregels zijn wel
wijzigingsbevoegdheden met de bijbehorende criteria opgenomen voor het verplaatsen van
woningen, het verplaatsen van bedrijven, het graven van water e.d. vanuit het
glastuinbouwgebied naar locaties die reconstructie van de glastuinbouw nu en in de toekomst
niet frustreren.
Met de invulling van de (over)hoeken en (rest)percelen op vorenstaande wijze wordt de
glastuinbouwsector direct of indirect gefaciliteerd. Van restpercelen of overhoeken wordt in
het bestemmingsplan "Glastuinbouwgebied" niet gesproken.
Pagina 32
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
Inventarisatie en onderzoek
A.
INVENTARISATIE
3.1
Inventarisatie van functies
Binnen het plangebied vielen tijdens de inventarisatie de volgende (groepen van) functies te
onderkennen.
3.1.1
Glastuinbouwbedrijven
In het plangebied zijn volgens de evaluatie Greenportvisie in 2008 circa 1.071
glastuinbouwbedrijven in het Westland aanwezig. In het totaal is de netto glasoppervlakte
van deze bedrijven circa 2.500 hectare. De gemiddelde oppervlakte van een
glastuinbouwbedrijf in de gemeente Westland bedraagt 2,2 hectare. Dit is groter dan de
gemiddelde glastuinbouwbedrijven in Zuid-Holland. Over de afgelopen 9 jaar heeft in de
gemeente Westland echter wel de grootste daling van bedrijven plaatsgevonden in het totaal
zijn circa 458 bedrijven verdwenen. Deze daling is onder andere het gevolg van de vele
schaalvergrotingen c.q. reconstructies in het glastuinbouwgebied van het Westland en de
projecten voortvloeiend uit de Greenport.
3.1.2
Agrarisch geen glastuinbouw
In het plangebied zijn een aantal bedrijven dat een agrarische bestemming hebben, maar geen
glastuinbouwbedrijf zijn. Het gaat om de volgende functies;
-
paardenfokkerij "Elzeberg" Middenzwet 5 (Kwintsheul);
Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten Claes de Wijckerlaan bij 7 (Monster);
Viskwekerij aan de Molenweg 37a (Monster);
Akkerbouw Oude Campsweg 35d (De Lier);
Akkerbouw Bonnenlaan 5 (De Lier);
Akkerbouw De Jonghlaan naast 14 ('s-Gravenzande).
3.1.3
Burgerwoningen
In het plangebied bevinden zich zoals hiervoor aangegeven circa 1.700 stuks burgerwoningen.
Dit zijn burgerwoningen die van oudsher als burgerwoning zijn gebouwd, dan wel voormalige
agrarische dienstwoningen die zijn omgezet tot burgerwoningen in de voorgaande
bestemmingsplannen, Woningen Buitengebied Westland deel I, II en III, gebundeld
wijzigingsplan, parapluherziening bestemmingsplannen
buitengebied, incidentele
Pagina 33
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
wijzigingsplannen en de woningen die worden omgezet in het kader van dit
bestemmingsplan. Een overzicht van deze woningen is opgenomen in Bijlage 1 van de
toelichting. Naast de burgerwoningen bevinden zich in het plangebied tevens drie
woonwagenlocaties. Deze zijn gelegen aan:
-
Veilingweg (De Lier) met 2 standplaatsen;
Oostbuurtseweg (De Lier) met 3 standplaatsen;
Wenpad (Poeldijk) met 6 standplaatsen;
Monnikenlaan (Naaldwijk) met 11 standplaatsen.
3.1.4
Andere bedrijven
In het plangebied zijn bedrijven aanwezig die geen glastuinbouwbedrijf zijn. Deze bedrijven
zijn door de voormalige gemeenten positief bestemd in de voormalige bestemmingsplannen
"Buitengebied" of “Landelijk Gebied”van de voormalige gemeenten of door middel van
ontheffingen (vrijstellingen ex artikel 19, projectbesluiten, projectbestemmingsplannen e.d.)
gelegaliseerd. Deze bedrijven zijn opgenomen in de lijst Inventarisatie bedrijven in Bijlage 3
van deze toelichting.
3.1.5
Recreatie
In het plangebied zijn de volgende dagrecreatieve functies aanwezig:
-
een lig- speelweide met een skatebaan aan de Burgemeester Cramerlaan achter 29
(De Lier);
een jachthaven op het perceel Laan van Adrichem aan de Leede (De Lier);
een ligweide met dagrecreatieve voorzieningen aan de Zijtwende (De Lier);
solexverhuurbedrijf Solextours aan de Van Wijklaan 2 (De Lier);
Japanse Watertuin aan de Grote Woerdlaan 38 (Naaldwijk);
het recreatieterrein Het Prinsenbos (Naaldwijk);
recreatieterrein de Wollebrand (Naaldwijk).
In het plangebied zijn de volgende verblijfsrecreatieve functies aanwezig:
-
Scouting Kampeerterrein Staelduin perceel Maasdijk 168 en 172 ('sGravenzande);
een woonboerderij en Bed en Breakfast aan de Oude Hooislag 2 ('s-Gravenzande);
een bungalowpark aan de Papedijk 8 ('s-Gravenzande);
een camping terrein met stacaravans tussen de woonboerderij en het
bungalowpark aan de Papedijk/naast Oude Hooislag 2 in ('s-Gravenzande).
In het plangebied zijn de volgende volkstuinen aanwezig:
-
een volkstuinencomplex aan de Arckelweg 25 (Poeldijk);
een volkstuinencomplex aan de Poeldijkseweg (Wateringen);
Pagina 34
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
3.1.6
Sport
In het plangebied zijn de volgende sportterreinen aanwezig:
-
omnisportvereniging "Verburch" op het perceel Arckelweg 20 (Poeldijk);
manege de "Arckelhoeve" Arckelweg 14 (Poeldijk);
postduivenvereniging "Gevleugelde Vrienden" aan De Poel 60 (Poeldijk);
manege "El-Sham" Madeweg 11a (Monster);
korfbalvereniging "Dijkvogels" aan het Nollaantje 18 (Naaldwijk);
Wielervereniging "Westland wil vooruit" Broekpolderlaan 14 (Naaldwijk);
postduivenvereniging "de Eendracht" Lange Kruisweg 38b (Maasdijk);
de "Piet Keijzer" ijsbaan aan de Veilingweg (De Lier);
Manege "Maya de Hoog" Papedijk 5 (‘s-Gravenzande);
Manege "Noordland" Strandweg 1 / hoek Noordlandseweg ('s-Gravenzande);
Jeu de Boulevereniging “Weslandia’87 Monnikenlaan (Naaldwijk).
3.1.7
Maatschappelijke doeleinden
In het plangebied zijn de volgende maatschappelijke functies aanwezig:
-
"Sportservice Zuid Holland" Arckelweg 30 (Monster);
"Woutershof dagcentrum verstandelijke gehandicapten" Madeweg 9a (Monster);
"De Rooms katholieke Parochie Heilige Egbertus" Maasdijk 189 ('s-Gravenzande);
een begraafplaats aan de Naaldwijkseweg 109 ('s-Gravenzande);
hersteld hervormde "Zuiderkerk" Naaldwijkseweg 123a ('s-Gravenzande);
een zorgboerderij met woning aan de Lange Kruisweg 4 (Maasdijk);
"Vrijzinnig hervormde vereniging Concordia" Maasdijk 38 en 40 (Naaldwijk);
een dierenasiel/pension Hoge Noordweg 18a (Naaldwijk);
een militair terrein Hoefweg 3d (De Lier);
een begraafplaats Burgemeester Crezéelaan 28 (De Lier);
een brandweerkazerne Burgemeester Crezeelaan 32 (De Lier);
Werkplaats gemeentewerken Burgemeester Crezeelaan 30 (De Lier);
3.1.8
Kantoren
In het plangebied zijn de volgende zelfstandige kantoren aanwezig:
-
Rijnpoort makelaars aan de Heulweg 80 (Kwintsheul);
Wubben Bauer assurantiën Zwartendijk 25a (Monster);
Assurantiekantoor Middelbroekweg 65 (Honselersdijk);
G.F Raateland bv" Noordlandseweg 5a ('s-Gravenzande).
3.1.9
Detailhandel
In het plangebied zijn de volgende detailhandelfuncties aanwezig:
-
Tuincentrum "Intratuin" Monsterseweg 129 ('s-Gravenzande);
Tuincentrum Groenrijk Carlton Naaldwijkseweg 257 in ('s-Gravenzande);
Tuincentrum Staelduinsebos Groencentrum BV Staelduinlaan 17-19 ('sGravenzande);
Nova Meubel Burgermeester van Doornlaan 1 (De Lier);
Tuincentrum met horecagelegenheid "De Plataan" Hoogweg 2b (De Lier);
Pagina 35
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
Tuincentrum "Flower-Art" Madeweg 1 b (Monster);
Tuincentrum "Valk tuinmaterialen" achter Gantellaan 14a (Monster);
Tuincentrum "Boers" Maasdijk 166 (Naaldwijk);
Tuincentrum "Tuin & Terras" Grote Achterweg bij 1 (Naaldwijk).
3.1.10
Horeca
In het plangebied zijn de volgende horecafuncties aanwezig:
-
“Hoeve de Viersprong” gelegen aan de Nieuwlandsedijk 10 ('s-Gravenzande);
Brasserie “de Bosrand” aan de Staelduinlaan 1a ('s-Gravenzande);
Eetcafé “De Dijk” aan de Maasdijk 8 (Maasdijk);
Party en waterskicentrum “de Wollebrand” Broekpolderlaan 10 (Naaldwijk);
Horecaboerderij “De Zwethburch” Groeneveld 1 (De Lier);
Hotel “Elzenhage” Monsterseweg 100 (Poeldijk);
3.1.11
Cultuur en ontspanning
In het plangebied zijn de volgende functies op het gebied van cultuur en ontspanning
aanwezig;
-
"Westlands Museum" Middelbroekweg 154 (Naaldwijk);
"Westlands Schaatsmuseum" (voormalig) Burgemeester Elsenweg naast 45
(Naaldwijk).
3.1.12
Groenvoorzieningen
In het plangebied zijn meerdere groenvoorzieningen aanwezig.
3.1.13
Water
In het plangebied bevinden watergangen die in de vorm van oppervlaktewater zijn gesitueerd.
Een overzicht van de waterlopen en waterbergingen is opgenomen op de kaart Water waterlopen in Bijlage 4 van de toelichting.
3.1.14
Verkeersverbindingen en parkeerplaatsen
Verkeersverbindingen algemeen
In het plangebied bevinden zich alleen verbindingen voor wegverkeer. Verbindingen voor
waterverkeer en luchtverkeer behoeven geen beschrijving, omdat dit verkeer geen invloed
heeft op de ruimtelijke ordening binnen het plangebied.
De wegverkeersverbindingen in het plangebied
Verkeersverbindingen in Bijlage 5 van de toelichting.
zijn
aangegeven
Pagina 36
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
op
de
kaart
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer
Het plangebied is voor gemotoriseerd verkeer ontsloten door wegverkeersverbindingen die te
onderscheiden zijn in de volgende drie categorieën:
-
Categorie 1: hoofdontsluitingswegen die verschillende kernen met elkaar
verbinden en het Westland ontsluiten naar het regionale en landelijke
verkeersnetwerk, zoals de A20 en de A4;
Categorie 2: gebiedsontsluitingswegen die verschillende kernen en
glastuinbouwgebieden met elkaar verbinden;
Categorie 3: blijvende erfontsluitingwegen die glastuinbouwgebieden ontsluiten
naar het regionale verkeersnetwerk.
De exacte ligging van voornoemde wegencategorieën zijn weergegeven op de kaart
Verkeersverbindingen, zoals deze is opgenomen in Bijlage 6 van de toelichting.
Ontsluiting voor langzaam verkeer
In het plangebied bevindt zich een netwerk voor langzaam verkeer dat is aangesloten op het
regionale netwerk voor langzaam verkeer. Door het gehele glastuinbouwgebied bevinden zich
fietsroutes die de verschillende kernen met elkaar verbinden en langs waardevolle recreatieve
en cultuurhistorische plekken in het Westland zijn gesitueerd. Het fietsnetwerk bestaat uit
fietspaden en fietsstroken op de openbare weg.
Ontsluiting middels openbaar vervoer
Het plangebied is met het openbaar vervoer bereikbaar door middel van zeven verschillende
busverbindingen. Binnen het plangebied bevinden zich zeven verschillende bus routes,
namelijk:
-
route met nummer 41 tussen De Lier en Ter Heijde;
route met nummer 31 tussen Naaldwijk en Leyenburg te Den Haag;
route met nummer 39 tussen Maasland en Rijswijk;
route met nummer 34 tussen Naaldwijk en Delft;
route met nummer 35 tussen Hoek van Holland en Den Haag; en
route met nummer 36 tussen Rotterdam en Den Haag.
Deze busverbindingen bevinden zich verspreid door het gehele glastuinbouwgebied. Het
aantal haltes binnen het glastuinbouwgebied is echter beperkt.
Parkeren
Voor het parkeren is de parkeernormering van het Westlands Verkeers en Vervoersplan van
toepassing. Voor glastuinbouwbedrijven geldt dat volledig op eigen terrein geparkeerd moet
worden. De norm bij de ontwikkeling van nieuwe glastuinbouwbedrijven en herstructurering
van bestaande glastuinbouwbedrijven is 4 parkeerplaatsen per hectare glastuinbouw.
Pagina 37
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
3.1.15
Verbindingen en leidingen
In het plangebied bevinden zich leidingen die planologisch relevant zijn, in de vorm van:
-
hoofd aardgastransportleidingen;
aardolieleidingen;
hoogspanningsverbindingen.
De exacte ligging van deze leidingen is weergegeven op de kaart Verbindingen en leidingen,
zoals deze is opgenomen in Bijlage 5 van de toelichting van het bestemmingsplan.
3.2
Inventarisatie van waarden
3.2.1
Waterkeringen en waterberging
Binnen het plangebied liggen een aantal waterkeringen. In onderstaand figuur zijn de
waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland weergegeven. Het plangebied van het
bestemmingsplan is globaal gelegen binnen de cirkel op onderstaand figuur. Delfland heeft
in de legger de keurzones van de waterkeringen gedetailleerd opgenomen. Hieronder vindt
een korte beschrijving plaats van de waterkeringen die in het plangebied liggen.
Figuur 1: Waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland
Pagina 38
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Zeewering
De zeewering is een primaire waterkering die onderdeel uitmaakt van dijkring 14. Deze
waterkering heeft een overschrijdingskans (veiligheidsnorm) van eens in de 10.000 jaar. De
zeewering is gelegen langs de Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg en beschermd het
achterliggende land tegen overstromingen vanuit zee. De landwaartse begrenzing van de kern
zone vormt de lijn 300 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn. De landwaartse
beschermingszone vormt de lijn 600 meter landwaarts van de rijkstrandpalenlijn. Op een
aantal locaties is de keurzone breder of juist smaller. De exacte ligging is vastgelegd in de
Legger Zeewering.
Maasdijk
De Maasdijk is een regionale waterkering, een binnenwaterkering. Voor de Maasdijk bestaat
geen wettelijke veiligheidsnorm. In de legger is voor deze waterkering echter wel een vereiste
waakhoogte en kadeafmeting opgenomen. De kern zone van de Maasdijk is 30 meter, de
beschermingszone is 25 meter. De totale keurzone is dus 80 meter.
Boezem- en polderkaden
In het plangebied liggen boezem- en polderkaden, die beide vallen onder de regionale
keringen. Boezemkaden beschermen het achterliggende gebied tegen het hoger gelegen
boezemwater. Met uitzondering van de Oud en Nieuw Wateringveldsche polder
(veiligheidsklasse V, overschrijdingsfrequentie 1/1000) hebben alle boezemwaterkeringen
veiligheidsklasse III met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie van eens in de 100 jaar.
Het Westland kent echter ook veel opmalingspolders. Dit zijn polders die hoger liggen dan
het boezemwater en waar het water wordt opgemalen om de polder van voldoende water te
voorzien.
Polderkaden zijn waterkeringen die laag gelegen poldergebieden (met hun vaak verschillende
waterpeilen) van elkaar scheiden. Voor de polderwaterkeringen bestaan geen wettelijke
normen. In de legger zijn voor deze waterkeringen echter wel vereiste waakhoogten en
kadeafmetingen opgenomen.
De kernzone voor kades varieert. Figuur 3 geeft schematisch weer hoe Delfland de kernzone
vaststelt. Hierbij wordt gerekend met een niveau van de boezem van -0,42 NAP (vast peil). De
beschermingszone bedraagt altijd 15 meter.
Pagina 39
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Figuur 2 Schematisch overzicht bij keurzone met dijksloot. (*) deze beschermingszone wordt niet als
"waterstaatsdoeleinden" bestemd. Voor activiteiten in deze zone is keurvergunning vereist.
De volgende tabel geeft per polder het streefpeil van het laagste peilvlak. De variabele H is
gelijk aan het verschil tussen het boezempeil en het streefpeil in de polder. De ruimte die
Delfland wil reserveren voor de kernzone is in de tabel opgenomen.
Poldernaam
Laagste
streefpeil
[m]
Breedte
kernzone
[m]
Breedte
keurzone
[m]
11
13
19
18
15
19
18
9
10
10
29
Breedte
beschermingszo
ne
[m]
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
Boezem- en polderkaden
Boezemland*
Boschpolder
Dijkpolder
Dorppolder
Groeneveldse polder
Heen- en Geestvaartpolder**
Hoefpolder
Klaas Engelbrechtpolder
Kralingerpolder
Nieuwland en Noordland*
Olieblok**
Oranjepolder*
Oranjepolder*
Oud en Nieuw Wateringveldsche
polder
Oude Campspolder
Oude en Nieuwe Broekpolder
Oude Lierpolder
Oudeland**
Poelpolder
Staalduinen*
Vlietpolder
Waalblok**
Westmade
De
Zwartenhoek**
-0,85
-1,30
-2,50
-2,32
-0,40
-1,70
-2,52
-2,30
-0,30
-0,42
-0,20
-0,20
-4,55
-1,77
-3,80
-1,91
-1,85
0,18
-1,65
-0,40
-1,20
-0,93
-0,40
15
25
16
16
11
15
12
11
-
15
15
15
15
15
15
15
15
-
30
40
31
31
26
30
27
26
-
26
28
34
33
30
34
33
24
25
25
44
Tabel 2: Minimale polderpeil en breedte kernzone (bron: overzichtskaart Hoogheemraadschap van Delfland, 1985).
*
Voor deze polders geldt dat ze een polderpeil hebben dat hoger ligt of gelijk is aan
de kern- en beschermingszone aan de boezemkant van de buitenkruin. De
Pagina 40
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
**
buitenkruin ligt immers aan de kerende zijde en de ruimtereservering moet
daarom aan de andere kant.
Deze polders hebben geen polder of boezemkaden in de legger en zodoende geen
zonering (afgezien natuurlijk van een eventuele zonering van de Maasdijk of
Zeewering).
Niet alle waterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de in de Waterverordening ZuidHolland gestelde veiligheidsnormen. Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de opgave
om de genormeerde kaden op orde te hebben. Hieruit is het programma van kadeverbetering
projecten ontstaan. Het Hoogheemraadschap van Delfland is momenteel bezig met de
toetsing van de waterkeringen en het uitvoeren van de kadeverbeteringsprojecten.
3.2.2
Natuur waarden
In het plangebied bevindt zich één beschermd natuurgebied als bedoeld in de
Natuurbeschermingswet. Dit betreft het Staelduinse bos welke is aangewezen als Natura 2000
gebied.
Daarnaast bevinden zich binnen het plangebied een aantal groen, water en ecologische
gebieden die vanuit gemeentelijk beleid bescherming behoeven. Binnen deze gebieden
bevinden zich potentiele natuur- of ecologische waarden of verbindingen. In de volgende
gebieden zijn deze natuurwaarden aanwezig:
-
3.2.3
Groenstrook langs de Bonnenlaan in 's-Gravenzande. Deze groenstrook is een
ecologische verbindingszone, welke het Natura 2000 gebied het Staelduinse Bos
verbindt met het Oranjekanaal. Deze verbindingszone is in de Provinciale
Ecologische Hoofdstructuur en daarnaast in de nota Aanpak natuurwetgeving in
de Gemeente Westland ook aangewezen als Vogel- en habitatrichtlijngebied;
Groengebied aan de Parallelweg, langs de Koningin Julianaweg in 's-Gravenzande;
Maasdijk in 's-Gravenzande. In de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur van de
Provincie zijn de flanken van de Maasdijk aangewezen als Bloemendijk.
Prinsenbos in Naaldwijk. Dit betreft een groengebied waarbinnen verhoogde
natuurwaarden aanwezig zijn;
Vogeleiland aan de Dortlaan in Naaldwijk. Dit betreft een gebied met verhoogde
natuurwaarden;
Groenzone langs het Loopend Gat (Bospolder) in Naaldwijk. In deze zone zijn
verhoogde natuurwaarden aanwezig.
Archeologische waarden
[p.m. archeoloog]
3.2.4
Andere cultuurhistorische waarden
Molenbiotopen
In het plangebied bevinden zich de volgende molenbiotopen:
-
De Korenmolen, een rijksmonument gelegen aan de Naaldwijkseweg 117 te 'sGravenzande;
De Vier Winden Molen, een rijksmonument gelegen aan de Haagweg 2 te
Monster; en
Pagina 41
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
De Nieuwlandse molen, een rijksmonument gelegen aan het Nieuwlandsche
Molenpad 52 te Hoek van Holland.
Binnen de molenbiotoop van voornoemde molens is het niet toegestaan bebouwing of
beplanting te plaatsen, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Rijksmonumenten
In het plangebied bevinden zich de volgende rijksmonumenten:
-
De poldermolenromp, een rijksmonument, gelegen nabij Laan van Adrichem bij
30 te De Lier;
Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Woudtzicht 1 te De Lier;
Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Noordlierweg 4 te De Lier;
Boerderij, een rijksmonument gelegen aan de Oostbuurtseweg 25 te De Lier;
De Vlietwoning, een rijksmonument gelegen aan de Burgemeester Elsenweg 45 te
Naaldwijk;
Het sluiswachtershuis, een rijksmonument gelegen aan de Maasdijk 226 te 'sGravenzande;
De sluis Staelduin, een rijksmonument gelegen nabij Maasdijk 208 te 'sGravenzande;
De Heilige Lambertuskerk, een rijksmonument gelegen aan de Maasdijk 189 te 'sGravenzande;
Complex Fruitmuren, een rijksmonument gelegen nabij Poeldijkseweg 1 te
Monster;
Boerderij, een rijksmonument gelegen aan Plaats 2 tot en met 4 te Poeldijk;
Boerderij Arckelsteyn, een rijksmonument gelegen aan de Wateringseweg 22 te
Poeldijk;
Boerderij Halfwege, een rijksmonument gelegen aan de Heulweg 29 te
Kwintsheul.
Gemeentelijke monumenten
Binnen het plangebied bevinden zich de volgende gemeentelijke monumenten:
-
Boerderij, gelegen aan de Oostbuurtseweg 21 te De Lier;
Koetshuis, gelegen aan de Oostbuurtseweg 23 te De Lier.
B.
ONDERZOEK
3.3
Water
De gemeente Westland heeft in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Delfland
een waterparagraaf opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied
Westland. Het doel van het bestemmingsplan is het vaststellen van een nieuw, conserverend,
actueel digitaal bestemmingsplan, op basis van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, waarin
alle planregels en verbeeldingen worden geharmoniseerd. Tevens heeft het bestemmingsplan
als doel de herstructurering extra flexibiliteit te bieden door het opnemen van verschillende
wijzigingsbevoegdheden. Bij herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het
Pagina 42
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
economisch perspectief van de bedrijven essentieel. Daarnaast houdt de herstructurering van
glastuinbouwgebieden ook in de verbetering van de weg- en waterstructuur en het versterken
van de ruimtelijke kwaliteit.
Aan deze waterparagraaf liggen verschillende (beleid) stukken ten grondslag, zoals de
provinciale waterverordening Zuid-Holland, het Waterplan Westland, de Visie Greenport
Westland 2020, de handreiking Watertoets en het Waterbeheerplan Delfland 2010-2015.
Het bestemmingsplan ‘Glastuinbouwgebied’ beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het
buitengebied van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als
poldergebieden. In het Westland is nog een forse waterbergingsopgave aanwezig waarvan de
oplossing in samenwerking tussen de partijen tot stand moet worden gebracht waarbij elke
partij haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen.
3.3.1
Waterkwantiteit
In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast voor verschillende
vormen van landgebruik opgenomen. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht
beschermingsniveau waarop het gebied moet zijn ingericht. Delfland heeft deze normen
vertaald naar normen voor de afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem en de polders (ABCDelfland normen). Voor de bestemming glastuinbouw is het gewenste beschermingsniveau
vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Deze norm geldt ook
voor agrarische woningen. Dit beschermingsniveau is door Delfland vertaald naar een
bergingsnorm van 325 m3/ha, waarbij een aantal randvoorwaarden (zoals
verhardingspercentages) zijn gehanteerd. Feitelijke omstandigheden kunnen er voor zorgen
dat gebiedsgericht maatwerk nodig is voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau.
Ook binnen bestaande functies is toename van de verharding ongewenst als dat leidt tot een
toename van de kans op wateroverlast. Instrumenten en criteria om de toename van
verharding te voorkomen worden verder verkend en uitgewerkt. Dit geldt ook voor de
mogelijkheden tot het voorkomen van wateroverlast door toename van verharding binnen de
bestaande gebruiksfuncties. Voor het hele gebied geldt de beleidsregel ‘dempen is graven’.
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied wordt niet voldaan
aan de normen voor wateroverlast. In het boezemland is nog een aantal resterende ABCboezem maatregelen van ABC-Delfland uit te voeren alvorens de bergingsdoeleinden voor
het boezemland bereikt zijn. In de polders is een forse bergingsopgave aanwezig. In het
Waterplan ‘Westlands Water Nu en Later’ en in de, als Bijlage 7 aan deze waterparagraaf
toegevoegde, boezem en polder beschrijvingen zijn knelpunten, maatregelen en 25
oplossingsrichtingen aangegeven. Bij herstructurering is het gewenst met de maatregelen en
oplossingsrichtingen rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten voor het
verbeteren van het watersysteem en de waterveiligheid en het behalen van het gewenste
beschermingsniveau. Gebiedsgericht maatwerk is nodig wanneer het inpassen van de
bergingsnorm (325 m3/ha) niet op conventionele manier (aanleg open water) mogelijk is.
Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingsniveau te kunnen behalen zijn
doorgaans diverse maatregelen nodig. Hiervoor wordt door de gemeente Westland en
Delfland in het kader van de herstructurering gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten
van kansen. Hiertoe is intensieve samenwerking met de initiatiefnemer nodig om de
mogelijkheden te bekijken. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de bergingsopgave in de
polders om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog
Pagina 43
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
meer ruimte voor waterberging nodig om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te
kunnen bieden. Kansen die zich voor doen in de boezem, zullen hierop vooruitlopend
serieus in overweging worden genomen en worden afgewogen op bijdrage aan de totale
waterproblematiek.
Voor het ontwikkelen van een overzicht van mogelijke instrumenten en oplossingsrichtingen
voor het voorkomen van wateroverlast is door de gemeente Westland en het
Hoogheemraadschap van Delfland de adviesrapportage ‘Verkenning oplossingsrichtingen
Wateroverlast Westland, “Op weg naar een gezamenlijke aanpak” (nov. 2010) opgesteld.
Hiermee is ook een basis gelegd voor het maken van afspraken over het in de praktijk
toepassen van kansrijke en haalbare oplossingsrichtingen en instrumenten. Op deze
verkenning volgt het uitwerken van een uitvoeringsstrategie.
3.3.2
Waterkwaliteit en ecologie
In het Westland voldoet de waterkwaliteit niet aan de geldende milieukwaliteitsnormen. De
huidige chemische waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar
Risico). Een van de oorzaken hiervan is de lozing van proceswater van bedrijven op het
oppervlaktewater. De huidige ecologische waterkwaliteit voldoet ook niet aan de norm, het
GEP (Goed Ecologisch Potentieel). De voornaamste oorzaken hiervan zijn het onvoldoende
aanwezig zijn van plantengroei, het onvoldoende afgestemd zijn van beheer en onderhoud
met de ecologische eisen en de hoge concentraties van verontreinigende stoffen.
In het Kader van de herstructurering wordt gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van
kansen voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Bij het nemen van
Kader Richtlijn Water (KRW) maatregelen wordt met de uitgangspunten rekening gehouden
van de Bestuursovereenkomst KRW Delfland. Het boezemsysteem van Delfland maakt
onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in de
Bestuursovereenkomst KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de
waterlichamen te verbeteren. Onderdeel van de Bestuursovereenkomst is dat daar waar langs
waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om invulling te geven aan de KRW-opgave,
deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt onderzocht of een deel van
de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld.
Een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde stoffen.
Voor het glastuinbouwgebied zijn als aanvullende maatregel landelijke emissienormen
vastgesteld. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit wordt gestreefd naar het voorkomen
van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater en het voorkomen van het gebruik van
uitlogende- of bitumineuze materialen. In het kader van de herstructurering van het
glastuinbouwgebied zullen hiertoe zoveel mogelijk kansen worden benut. Het verbreed
Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) bevat het beleid voor de rioleringszorg en draagt bij aan
het verbeteren van de waterkwaliteit.
In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever
moet worden aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut.
Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de
ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen.
Pagina 44
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
3.3.3
Onderhoud en bagger
Het beheer en onderhoud van de bestaande situatie is vastgelegd in de Delflandse keur. Het
onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland.
Het onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. In de legger
wateren staat de onderhoudsplichtige benoemd. Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt
onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot en met 2012 zijn de
baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. Wanneer de
richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, treedt de
initiatiefnemer in overleg met Delfland.
3.3.4
Afvalwater en riolering
In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis
voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe
bestuurlijke afstemming, continuïteit van beleid en voortgangsbewaking.
Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het
gemeentelijke rioleringsstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij
vervalriolering en CADsysteem. Om de ongezuiverde afvalwaterlozingen te saneren wordt in
de komende jaren het gehele buitengebied voorzien van riolering of een rioleringsalternatief.
Daarnaast geldt een aantal voorschriften, opgenomen in het Besluit Glastuinbouw, zoals dat
het hemelwater verwerkt moet worden op eigen terrein of naar het oppervlaktewater moet
worden getransporteerd, met bijbehorende kwaliteitseisen.
In het kader van de herstructurering zijn o.a. van belang het afkoppelen en vasthouden van
hemelwater en het voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater. Ook het aanleggen
van verharding in waterdoorlatende vorm, het zoveel mogelijk (her)gebruiken van
hemelwater en het realiseren van voldoende gietwaterbassincapaciteit bij
glastuinbouwbedrijven zijn belangrijke aandachtspunten. Het onderhoud van de
hoofdwatergangen wordt verzorgd door het Hoogheemraadschap van Delfland.
3.4
Bedrijven en Milieuzonering
De Wet milieubeheer beoogt milieuhinder ten gevolge van bedrijfsmatige activiteiten ten
opzichte van gevoelige functies, zoals (bedrijfs) woningen, zorginstellingen,
onderwijsinstellingen, kinderopvang e.d. te voorkomen. Alle bedrijfsmatige activiteiten die in
potentie hinder kunnen veroorzaken worden door middel van vergunningen of meldingen
op basis van de Wet milieubeheer gereguleerd.
In aanvulling op deze vergunningen of meldingen voorziet een "goede ruimtelijke ordening"
eveneens in het voorkomen van onvoorzienbare hinder bij gevoelige functies. Door bij
nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende
activiteiten en gevoelige functies. Bedrijfsmatige activiteiten zijn in de VNG publicatie
“Bedrijven en Milieuzonering" ingedeeld in een aantal categorieën met bijhorende minimaal
gewenste afstanden tot milieugevoelige functies. De indeling van de activiteiten is gebaseerd
op de standaard bedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Per
milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, een richtafstand. Deze richtafstand
Pagina 45
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende
functies) toelaat en anderzijds als uiterste situering van de gevel van een woning die volgens
het bestemmings of via vergunningsvrij bouwen mogelijk is.
Er zijn richtafstanden tot een rustige woonwijk en tot een gemengd gebied.
“Rustige woonwijk”
Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van
functiescheiding. Afgezien van wijk gebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere
functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
“Gemengd gebied”
Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast
woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook
lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan
als gemengd gebied worden beschouwd.
Milieucategorie 1
Milieuvategorie 2
Milieucategorie 3.1
Milieucategorie 3.2
Afstand tot
Rustige Woonwijk
10 meter
30 meter
50 meter
100 meter
Afstand tot
Gemengd gebied
0 meter
10 meter
30 meter
50 meter
Tabel 3 Richtafstanden tot een rustige woonwijk en tot een gemengd gebied
3.4.1
Glastuinbouwbedrijven
Voor de milieuzonering van de glastuinbouwbedrijven ten opzichte van woningen,
woonlinten en woonwijken in het plangebied wordt als richtlijn conform de brochure
“Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) –
categorie 2 toegepast. Voor de kernen moet een afstand van 30 meter aangehouden worden
en voor de woningen in de linten moet een afstand van 10 meter aangehouden worden.
Ten opzichte van een "rustige woonwijk";
In de Nota planbeoordeling 2002 ging de provincie uit van een minimumafstand 25 meter
tussen een glastuinbouwbedrijf en een gevoelige functie. Voor de aanleg van vele woonwijken
(uitbreiding kernen) is rekening gehouden met een afstand van 25 meter tussen de
glasopstanden en de woningen. Volgens de VNG geldt er een richtafstand van 30 meter.
Deze afstand wordt bij de aanleg van nieuwe woonwijken aanhouden, maar in bestaande
situaties waar een afstand van 25 meter of minder van toepassing is, wordt bij herbouw
uitgegaan van 25 meter, mits de geluidbronnen van het bedrijf (bedrijfsruimte) op minimaal
30 meter worden gesitueerd. Hiermee wordt voorkomen dat bij de herbouw van de
glasopstanden het glastuinbouwbedrijf en de glaslijn fors aantal meters terug moet en
derhalve sprake is van een verlies aan teeltareaal
Ten opzichte van "gemengd gebied";
Als afstandsmaat tussen een enkele woning en de bestemmingsgrens "Glastuinbouw" wordt
12,5 meter aangehouden. Deze afstandsmaat, welke is overgenomen uit de Parapluherziening
Pagina 46
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
bestemmingsplannen buitengebied Westland”, is afgeleid van het Besluit Glastuinbouw,
waarin een maat van 10 meter is genoemd. In verband met de mogelijkheid om bij een
woning 2,5 meter vergunningsvrij aan te bouwen is de totale aan te houden afstand 12,5
meter. Met deze afstandsmaat is een goede ruimtelijke- en milieu hygiënische inpassing
gewaarborgd. Verschillende ontheffingsmogelijkheden van deze afstandsmaat zijn
opgenomen om bijvoorbeeld de herbouw van een woning niet onmogelijk te maken en om te
voorkomen dat bij herbouw van de glasopstanden het glastuinbouwbedrijf de glaslijn een
fors aantal meters terug moet waardoor er sprake is van een aanzienlijk verlies aan
teeltareaal.
Warmtekrachtkoppeling (WKK's) ten opzichte van woning van derden;
Voor de opwekking van warmte en elektriciteit bij een glastuinbouwbedrijf wordt gebruik
gemaakt van een warmtekrachtkoppeling (WKK) in combinatie van warmteopslagtanks. Voor
een WKK geldt een bijzondere afstand ten opzichte van omliggende woningen van derden.
Een generator voor warmtekrachtkoppeling mag niet meer transformatievermogen hebben
dan 10 MVA. Binnen een zone van 65 meter vanuit de warmtekrachtkoppeling is het,
vanwege geluidshinder, niet toegestaan om nieuwe milieugevoelige objecten te realiseren. Een
ontheffingsmogelijkheid van deze afstandsmaat wordt opgenomen voor een afstand van
minimaal 12,5 meter.
Bij glastuinbouwbedrijven bevinden zich voor de opslag van water grote watersilo's. In het
verleden is het regelmatig voorgekomen dat deze silo's uit elkaar klappen met als gevolg dat
dit ernstige schade kan veroorzaken in de directe omgeving. Voor nieuw te realiseren
watersilo's of woningen bij watersilo's moet, om schade te voorkomen, een afstand van 15
meter tussen een woning van derden en een watersilo worden aangehouden.
3.4.2
Bestaande bedrijven in het glastuinbouwgebied
Binnen het plangebied zijn tevens bedrijven, niet zijnde glastuinbouw, aanwezig. In Bijlage 3
van de toelichting is een inventarisatie van deze bedrijven opgenomen. Voor de zonering van
deze bedrijven wordt tevens de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van als richtlijn
toegepast. Deze uitgaven van de VNG is een handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke
ruimtelijke ordeningspraktijk. Het glastuinbouwgebied is aangemerkt als een gemengd gebied
met een matige tot sterke functiemenging, waardoor kan worden afgeweken met één
afstandsstap van de richtlijn. In Tabel 4 zijn de milieuafstanden voor bedrijven (anders dan
glastuinbouw) weergegeven die in het plangebied aanwezig zijn.
Afstand tot
bedrijf
0 meter
10 meter
30 meter
50 meter
Milieucategorie 1
Milieuvategorie 2
Milieucategorie 3.1
Milieucategorie 3.2
Tabel 4 Richtafstanden tot een bedrijf
Binnen voornoemde afstanden is het niet toegestaan om nieuwe milieugevoelige objecten te
plaatsen. Indien het betreffende bedrijf maatregelen neemt om deze hindercontouren te
Pagina 47
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
verkleinen is het mogelijk om milieugevoelige objecten dichter op het betreffende bedrijf te
realiseren.
3.5
Luchtkwaliteit
3.5.1
Wettelijk kader
Sinds 15 november 2007 zijn de huidige luchtkwaliteitseisen in de Wet milieubeheer van
kracht. Deze eisen zien op de kwaliteit van de lucht die wij inademen en daarmee op het
voorkomen van verslechtering van die lucht als gevolg van diverse luchtverontreinigende
stoffen zoals fijn stof en stikstofdioxide. Met deze wet moet rekening worden gehouden met
het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. Het principe daarbij is dat de lucht
niet boven een bepaalde grenswaarde mag verslechteren ten gevolge van die plannen, tenzij
die verslechtering elders in de nabijheid - of in het plangebied - wordt gecompenseerd (de
projectsaldering).
De wet kent een minimum-drempel voor gevallen die niet in betekende mate bijdragen aan
concentratie in de buitenlucht van bijvoorbeeld fijn stof. In de daartoe opgestelde regeling
niet in betekenende mate bijdragen (milieubeheer) wordt een aantal soorten projecten
genoemd die nauwelijks van invloed zijn op de luchtkwaliteit.
Binnen het plangebied bevinden zich geen nieuwe projecten waarvoor
luchtkwaliteitonderzoek nodig is. Voor de herstructureringsprojecten die middels vrijstellingen/of ontheffingsprocedures zijn gerealiseerd is onderzoek naar de luchtkwaliteit verricht,
welke onderdeel zijn van de verschillende ruimtelijke onderbouwingen behorende bij deze
procedures.
3.6
Geluidskwaliteit
3.6.1
Wettelijk kader
Met de Wet geluidhinder wordt, vanuit een goed milieubeheer, een aantal specifieke
geluidsgevoelige bestemmingen beschermd zoals woningen, onderwijsgebouwen,
ziekenhuizen en verpleeghuizen. De geluidszonering die door deze wet wordt voorgeschreven,
ligt rondom bedrijventerreinen, langs wegen voor wegverkeer, langs spoor-, tram- en
metrowegen en rondom of langs andere geluidsoverlast veroorzakende objecten. Aan de
geluidsbelasting op de (gevels van de) geluidsgevoelige objecten worden grenzen gesteld ter
wille van het woon- en leefklimaat.
In het algemeen is een geluidsbelasting op de gevel van een bestaande woning tot een
maximum van 55 dB(A) toegestaan. Op andere geluidsgevoelige objecten kan die norm
anders zijn. De wet kent de aanname dat het gebruik van een autoweg waarvoor als
verkeersmaatregel een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt, geen ongeoorloofde
geluidsbelasting teweeg brengt.
Pagina 48
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
In een bestemmingsplan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat
het bestemmingsplan uitvoerbaar is op grond van toelaatbare geluidhinder ten opzichte van
geluidsgevoelige objecten.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met de
zogeheten geluidszonering.
3.6.2
Verkennend onderzoek
Voor de bepaling van de geluidskwaliteit in het plangebied is geen verkennend
geluidstechnisch onderzoek verricht.
De Wet geluidhinder bepaalt dat indien op het tijdstip van de vaststelling van het
bestemmingsplan een weg reeds aanwezig is, de hoogst toelaatbare waarden voor de
geluidsbelasting niet gelden voor de in het plan opgenomen bebouwing die op dat tijdstip al
aanwezig is. Omdat dit bestemmingsplan alleen betrekking heeft op bestaande woningen, is
geen akoestisch onderzoek of een procedure voor de vaststelling van hogere grenswaarden
vereist.
3.7
Bodemkwaliteit
3.7.1
Wettelijk kader
De Wet bodembescherming ziet, vanuit een goed milieubeheer, toe op de
bodembescherming en bodemsanering. Met deze wet moet rekening worden gehouden met
het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke plannen. In een bestemmingsplan dat voorziet
in ruimtelijke ontwikkeling, moet verantwoord zijn dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is
op grond van de bodemkwaliteit voor die ruimtelijke ontwikkeling.
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening is het gewenst dat een bestemmingsplan dat
geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maakt, eveneens een zogenaamde bodemparagraaf
omvat. In dat onderdeel van de toelichting van het bestemmingsplan moet ingegaan worden
op de door burgemeester en wethouders op grond van het Besluit bodembescherming
vastgestelde bodemfunctieklassenkaarten van het gemeentelijk grondgebied. Het is verder
wenselijk dat wordt ingegaan op de huidige bodemkwaliteit, met name of die kwaliteit
voldoet aan de (nieuwe) bestemming op die gronden.
3.7.2
Bodemparagraaf
Voor de bodemkwaliteit in het plangebied is op basis van de bodemkwaliteitskaart van de
gemeente Westland verkennend onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in
Bijlage 7 van de toelichting.
De bodemkwaliteitskaart van de gemeente Westland geeft een algemeen beeld van de
bodemkwaliteit. Het gaat om diffuse/heterogene bodemkwaliteit (licht verontreinigd),
waarbij de bodem wordt onderverdeeld in bovengrond (0-50 cm diep) en ondergrond (50-200
cm diep).
Pagina 49
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Vanwege het gebruik van het plangebied voor de glastuinbouw zijn in het gebied
verontreinigingen te verwachten die veroorzaakt zijn door een puntbron, zoals een olietank,
opslag bestrijdingsmiddelen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de teeltruimten.
Overigens worden er geen projecten mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan
"Glastuinbouwgebied", waarvoor bodemonderzoek noodzakelijk is.
3.8
Externe veiligheid
3.8.1
Wettelijk kader
Externe veiligheid is een begrip in het milieurecht en gaat over het beheersen van de risico's
van gevaarlijke stoffen voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over de weg, water en
spoor en door buisleidingen. Als gevaarlijke stoffen kunnen worden genoemd vuurwerk, lpg
en munitie. Het beleid en de wetgeving zijn erop gericht om maatregelen te treffen om de
risico's van deze risicovolle activiteiten te reguleren.
Voor dit bestemmingsplan is toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en
de daarop gestoelde regeling en aan de in 2010 geactualiseerde Circulaire Risiconormering
vervoer gevaarlijke stoffen (2004) van belang.
Op grond van de regels voor externe veiligheid moeten afstanden in acht worden genomen
tussen risicovolle activiteiten en (beperkt) kwetsbare objecten. In de regelgeving wordt
uitgegaan van een risicobenadering - en niet het volledig uitsluiten van het risico - waarbij
onderscheid wordt gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Het plaatsgebonden risico is een rekenkundig begrip. Het risico kan op een afbeelding
zichtbaar worden gemaakt door een (ISO)risicocontour die de punten met een gelijk risico
met elkaar verbindt. Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident
met dodelijke slachtoffers plaatsvindt. Het drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen
van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in een
inrichting, als bedoeld in de Wet milieubeheer, of bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het
groepsrisico moet onderzocht - en verantwoord - worden omdat ook buiten de genoemde
risicocontour van het plaatsgebonden risico nog letale effecten kunnen optreden in het
invloedgebied van de risicovolle activiteit en groepen personen slachtoffer kunnen worden
van een calamiteit.
3.8.2
Verkennend onderzoek
Binnen het plangebied is een aantal locaties, dan wel aspecten aanwezig waarbij
veiligheidscriteria gelden voor het plaatselijk risico, als bedoeld in het Besluit externe
veiligheid inrichtingen.
Binnen of in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich:
-
Risicovolle locaties;
Route gevaarlijke stoffen;
Buisleidingen
Pagina 50
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
De voornoemde objecten hebben een veiligheidszone waarbinnen het niet is toegestaan om
nieuwe kwetsbare objecten te realiseren, mits wordt aangetoond dat deze voldoen aan de
normen van het groepsrisico (GR) en plaatsgebonden risico (PR).
Objecten die in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden aangeduid als
beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten zijn:
-
verspreid liggende woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per
hectare;
woningen met een grotere dichtheid dan twee woningen per hectare;
kantoorgebouwen;
hotels en restaurants;
winkels;
sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
sport- en kampeerterreinen;
gebouwen die bestemd zijn voor het verblijf van minderjarigen, ouderen, zieken
of gehandicapten, zoals scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven,
bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden;
bedrijfsgebouwen.
Risicovolle locaties
Binnen het plangebied of in de directe omgeving daarvan bevinden zich de risicovolle locaties
zoals weergegeven in : Van deze inrichtingen bevindt zich het invloedsgebied van de risico
contouren zich deels binnen het plangebied. Binnen deze contouren is het niet toegestaan
om kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten te realiseren mits daarvoor een verantwoording
van het groepsrisico is beschreven.
Locatie
Adres
Plaats
Type inrichting
BP Tankstation
Intratuin
WHD Donck
Secretaris Verhoeffweg 21
Monsterseweg 129
Willen III straat 11
Naaldwijk
‘s-Gravenzande
Wateringen
Hilti Nederland
Schietvereniging
Naaldwijk
Schietvereniging Monster
Generaal Snijders
Boal Profielen
Omings BV
Van der Bos Flowerbulbs
The Greenery
ABC Westland
Flora Holland
Helion Chemie
Sproeibedrijf Paul Sosef
Nic. Sosef
Van Staalduinen
Brinkman
‘s-Gravenzandseweg 5
Hoogwerf 8A
Wateringen
Naaldwijk
LPG
Vuurwerk
Munitie en
vuurwerk
Munitie
Munitie
Gruttostraat 35
Koningin Julianaweg 56
De Hondert Margen 12
ABC Westland 661
Dijkweg 115
Jogchem van der Houtweg 2
Assendelftlaan 140
Middelbroekweg 29
Dijkweg 159
Geestweg 51
Stationsweg 23
Uithof 16
Woutersweg 10
Monster
‘s-Gravenzande
De Lier
Poeldijk
Honselersdijk
De Lier
Poeldijk
Naaldwijk
Honselersdijk
Naaldwijk
Honselersdijk
Maasdijk
‘s-Gravenzande
Munitie
Munitie
Ammoniak
Ammoniak
Ammoniak
Ammoniak
Ammoniak
Ammoniak
40223
40223
15-2 en 15-3
40223
15-2 en 15-3
Pagina 51
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Coöperatie Horticoop
Swift Adhesives
Brinkman Agro
Rijk Zwaan
Westland Energie
Westland Energie
Westland Energie
Westland Energie
Westland Energie
Westland Energie
Van der Ende Racing
Anthoniushoeve
Jarini
Camping Molenslag
Parochie H. Lambertus
Camping Zeerust
Camping Jagtveld
Flowerart
Groenrijk
Kijckerweg 130
Energiestraat 2
Hoofdstraat 7-9
Burgemeester Crezeelaan 40
Nieuwe Weg 1
Madeweg 70A
Hoogwerf 5A
Oudecampsweg 1
Veilingweg 22
Bovendijk 72
Nieuweweg 57K
Oude Hooislag 2A
Noord-Lierweg 42A
Molenslag 2
Maasdijk 189
Nieuwlandsedijk 22
Nieuwlandsedijk 41
Madeweg 1
Naaldwijkseweg 257
De Lier
Naaldwijk
De Lier
De Lier
Poeldijk
Monster
Monster
De Lier
Honselersdijk
Kwintsheul
Poeldijk
‘s-Gravenzande
‘s-Gravenzande
Monster
‘s-Gravenzande
‘s-Gravenzande
‘s-Gravenzande
Monster
‘s-Gravenzande
15-2 en 15-3
40223
40251
15-2 en 15-3
40223
Gasstation
Gasstation
Gasstation
Gasstation
Gasstation
LPG/Propaan
Propaan
Propaan
Propaan
Propaan
Propaan
Propaan
Vuurwerk
Vuurwerk
Tabel 5 Risicovolle locaties binnen het plangebied
Route gevaarlijke stoffen
De volgende wegen zijn in het plangebied aangewezen als route gevaarlijke stoffen:
-
Burgermeester Elsenweg / Nieuweweg;
Oranjesluisweg;
Maasdijk;
Noordlandseweg / Zeestraat / Monsterseweg / Emmastraat / Poeldijkseweg / Jan
Barendstraat /
Voorstraat / Wateringseweg;
Wippolderlaan;
Veilingroute; en
Burgermeester van Doornlaan / Burgermeester Crezeelaan.
Voornoemde wegen hebben aan beide zijden een veiligheidszone van 150 meter, gemeten
vanaf de as van de weg.
Buisleidingen
Binnen het plangebied bevinden zich hoofdaardgastrasportleidingen en aardolieleidingen.
Deze leidingen met bijbehorende zoneringen zijn weergegeven op de kaart 'Buisleidingen',
zoals deze is opgenomen in Bijlage 5 van de toelichting. De zonering langs de buisleidingen is
berekend op basis van wanddikte, gebiedstype, diameter, druk en diepteligging.
Binnen de zonering langs de gasleidingen mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten
worden gerealiseerd, mits deze voldoen aan de normen van het groepsrisico (GR) en
plaatsgebonden risico (PR).
Op deze leidingen is met ingang van 1 januari 2011 het Besluit externe veiligheid
buisleidingen van toepassing. De minister heeft aangekondigd dat er, ter vervanging van het
Structuurschema Buisleidingen, een structuurvisie buisleidingen zal worden opgesteld.
Pagina 52
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Conventionele explosieven
Binnen het plangebied bevinden zich verspreidt door het hele glastuinbouwgebied, een
aantal locaties dat zijn aangemerkt als gebied verdacht van conventionele explosieven uit de
tweede wereldoorlog. De exacte locatie van deze gebieden is weergegeven op de kaart
Conventionele explosieven zoals deze is opgenomen in Bijlage 8 van de toelichting.
Pagina 53
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK IV
Plansystematiek
4.1
Standaardvorm en standaardregels
4.1.1
Wettelijk voorgeschreven standaardisering
De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de
Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van
VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden
ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008).
Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen 3.2.1
en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere
gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het
wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in
samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
van de Wet ruimtelijke ordening.
Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke
ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de
jurisprudentie over die uitleg.
Voorts is de Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare
bestemmingsplannen van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de
ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010.
4.1.2
Aanvulling en geoorloofde afwijking van de SVBP 2008
De planregels en planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn toegesneden op de specifieke
behoefte aan planregulering voor het gegeven plangebied. In de hierna volgende paragrafen is
de aan het bestemmingsplan eigen plansystematiek toegelicht voor zover die een aanvulling of
een geoorloofde afwijking vormt van de SVBP 2008.
Pagina 54
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
4.2
Opbouw van de planregels
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
1.
2.
3.
4.
inleidende regels;
bestemmingsregels;
algemene regels;
overgangs- en slotregel.
4.2.1
Inleidende regels
Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt
gebruikt om interpretatieverschillen te voorkomen.
4.2.2
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, diepte, hoogte, oppervlakte en dergelijke van
gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en
waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
4.2.3
Bestemmingsregels
De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig de voorheen geldende
bestemmingsplannen in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende (in alfabetische volgorde van
bestemming).
Agrarisch
De bestaande agrarische bedrijven en weidegronden, zoals deze bij de inventarisatie staan
beschreven zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Agrarisch
(A). Voor de
bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen
geldende bestemmingsbepalingen. Daarbij zijn in deze bestemming de volgende
functieaanduidingen opgenomen:
-
akkerbouwbedrijven (ak);
paardenfokkerij (pf);
viskwekerij (vk).
Agrarisch - Glastuinbouw
De bestaande glastuinbouwbedrijven zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in
dit bestemmingsplan bestemd als Agrarisch- Glastuinbouw (A-GT). Voor de
bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de geldende
bestemmingsbepalingen uit de “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied
Westland.
Agrarisch - Verblijf Tijdelijke Arbeidsmigranten
Het bedrijf gelegen aan de Claes de Wijckerlaan 9 is bestemd als Agrarisch-Verblijf Tijdelijke
Arbeidsmigranten (A-VTA). Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel
mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen.
Pagina 55
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Bedrijf
De bestaande bedrijven, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit
bestemmingsplan bestemd als Bedrijf- (B). Voor de bestemmingsregeling van deze
bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsplannen.
Hierdoor zijn een deel van de bedrijven in het plangebied specifiek bestemd middels de
volgende functieaanduidingen:
-
aannemer (sb-a);
baggerspeciedepot (bsd);
bouwbedrijf (sb-b);
caravanstalling (cs);
constructiebedrijf (sb-c);
constructie- en kunststofverwerkingsbedrijf (sb-ck);
detailhandel perifeer (dhv);
garagebedrijf (ga);
garagebedrijf met plaatwerkerij en spuiterij (sb-gps);
gaswinlocatie (sb-gw);
goederenwegvervoersbedrijf (sbg);
hovenier (hv);
nutsvoorziening (nv);
op- en overslagbedrijf voor bouw- sloop en agrarisch afval (sb-bsa)
opslag (op);
scheepswerf (sb-sw);
smederij (sb-sm);
verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg (vml);
verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg (vm);
vleesverwerkingsbedrijf, detailhandel toegestaan (sb-vdh);
zonder bebouwing (sb-z).
Op de desbetreffende locaties mogen geen andere bedrijven zich vestigen behoudens de
bedrijven genoemd in de functieaanduiding.
Verder zijn de percelen die wat ruimer bestemd waren met alleen een maximale
milieucategorie met de daarbij behorende staat van bedrijfsactiviteiten bestemd als bedrijf
met de daarbij behorende milieucategorie. Voor deze bedrijven is tevens een Staat van
Bedrijfsactiviteiten opgenomen.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende
bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte
opgenomen.
Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB)
De bestaande (legale) agrarisch hulp-, loon-, neven-, en toeleveringsbedrijven en alle agrarisch
aanverwante bedrijven uit de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn bestemd als
Bedrijf – agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB). Voorheen waren de bedrijven specifiek
bestemd en was er een onderscheid tussen de verschillende soorten bedrijven. Nu hebben ze
allemaal de bestemming agrarisch aanverwant bedrijf. Rekening houdend met de bestaande
Pagina 56
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Cultuur en ontspanning
De bestaande musea, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, in dit
bestemmingsplan bestemd als Cultuur en ontspanning (CO). Binnen deze bestemming zijn
de volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
museum (mu)
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Detailhandel
De bestaande detailhandelsactiviteiten, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn
in dit bestemmingsplan bestemd als Detailhandel (DH). Binnen deze bestemming zijn de
volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
detailhandel volumineus (dhv);
tuincentrum (tc).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Horeca
De bestaande horeca-activiteiten zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit
bestemmingsplan bestemd als Horeca (H). Binnen deze bestemming zijn de volgende
functieaanduidingen opgenomen:
-
horeca maximaal categorie 2;
zonder bebouwing (sh-z).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Groen
De bestaande groenvoorzieningen zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Groen (G). Naast
beplanting, zijn hier onder andere ook speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen,
oeververbindingen en water mogelijk.
Kantoor
De bestaande kantoren, zoals bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit
bestemmingsplan bestemd als Kantoor (K). Voor de bestemmingsregeling van deze
bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen.
Pagina 57
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende
bestemmingsplannen is we een bebouwingspercentage is een goot- en/of bouwhoogte
opgenomen.
Maatschappelijk
De bestaande maatschappelijke functies, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn,
in dit bestemmingsplan bestemd als Maatschappelijk (M). Binnen deze bestemming zijn de
volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
begraafplaats (bp);
brandweerkazerne (brk)
dierenasiel (ds);
militaire zaken (mz);
religie (re);
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Natuur
De bestaande natuurvoorzieningen zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Natuur (N).
Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
parkeerterrein (p);
bezoekerscentrum (sn-bc).
Recreatie
De bestaande recreatieve voorzieningen, zoals bij de inventarisatie staan beschreven zijn in dit
bestemmingsplan bestemd als Recreatie (R). Binnen deze bestemming zijn de volgende
functieaanduidingen opgenomen:
-
beautycentrum (sr-bc);
dagrecreatie (dr);
jachthaven (jh);
skatebaan (sr-sb).
Voor de bestemmingsregeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende
bestemmingsplannen, welke voor de betreffende locaties van kracht zijn.
Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de planregels van de voorheen geldende
bestemmingsplannen is een bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte
opgenomen.
Recreatie-Verblijfsrecreatie
De bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals deze bij de inventarisatie staan
beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Recreatie - Verblijfsrecreatie (R-VR).
Binnen deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
kampeerboerderij (kp);
Pagina 58
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
-
kampeerterrein (kt);
Voor de bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing
en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Recreatie-Volkstuinen
De bestaande volkstuinen zijn opgenomen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven,
zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Recreatie – Volkstuinen (R-VT). Voor de
bestemmingsregeling van deze verblijfsrecreatie is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen
geldende bestemmingsplannen. Rekening houdend met de bestaande bebouwing en de
planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn in de regels de ruimste maten
opgenomen.
Sport
Sportvelden en bijbehorende clubgebouwen, sporthallen en dergelijke, zoals deze bij de
inventarisatie staan beschreven, zijn in dit bestemmingsplan bestemd als Sport (S). Binnen
deze bestemming zijn de volgende functieaanduidingen opgenomen:
-
ijsbaan (ijs);
manege (ma);
postduivenvereniging (ss-pdv);
zonder bebouwing (ss-z).
Voor de bestemmingsregeling van deze bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de
voorheen geldende bestemmingsbepalingen. Rekening houdend met de bestaande
bebouwing en de planregels van de voorheen geldende bestemmingsplannen is een
bebouwingspercentage en een goot- en/of bouwhoogte opgenomen.
Water
Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locatie die van belang zijn voor
waterberging zijn bestemd als Water (WA). Wel hebben een aantal watergangen de agrarischglastuinbouwbestemming gekregen, omdat hier mogelijk door het vergraven (goedkeuring
Hoogheemraadschap van Delfland noodzakelijk) van de watergang grootschalige
reconstructie kan plaats vinden. Indien we deze watergangen als water bestemmen heeft de
ondernemer te maken met langere doorlooptijden voor een omgevingsvergunning.
Wonen
De bestaande burgerwoningen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven, zijn in dit
bestemmingsplan bestemd als Wonen (W). Voor de bestemmingsregeling van deze
bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de “Parapluherziening bestemmingsplannen
buitengebied Westland”;
Wonen-Woonwagenpark
De drie aanwezige woonwagenparken in het plangebied zijn bestemd als WonenWoonwagenpark (W-WP). Binnen deze bestemming is de feitelijke situatie vastgelegd, zoals
het maximaal toegestane aantal woonwagens en de maximale bouwhoogte van deze
woonwagens. Daarnaast wijkt de erfbebouwingsregeling af van de reguliere woonbestemming.
Pagina 59
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Verkeer
De bestaande wegen, zoals deze bij de inventarisatie staan beschreven zijn, in dit
bestemmingsplan bestemd als Verkeer (V). Voor de bestemmingsregeling van deze
bestemming is zoveel mogelijk aangesloten bij de voorheen geldende bestemmingsbepalingen.
Het openbaar vervoer maakt in het plangebied geen gebruik van eigen verkeersverbindingen
(busbanen) zodat het openbaar vervoer gebruik maakt van de functie met bestemming
Verkeer.
Een groot aantal parkeerplaatsen heeft bij de verschillende bestemmingen de
functieaanduiding parkeerplaatsen (p) gekregen. De bestaande parkeerplaatsen langs de weg
en dergelijke zijn in de planregels opgenomen.
4.2.4
dubbelbestemmingen
Leiding
De leidingen zoals weergegeven op de kaart Leiding - aardolie, gas en hoogspanning zijn in
het bestemmingsplan bestemd als dubbelbestemmingen Leiding-Gas, Leiding-Hoogspanning
en Leiding-Olie.
Waarde - Archeologie
Omdat in delen van het plangebied een redelijke tot grote kans aanwezig is van
archeologische sporen in de grond heeft het plangebied in zijn geheel de dubbelbestemming
Waarde - Archeologie gekregen. Aan deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning
voor werken en werkzaamheden verbonden.
Waarde - Natuur
De gemeentelijke natuurgebieden als genoemd in hoofdstuk 3 hebben de bestemming
Natuur of de dubbelbestemming Waarde met specificatie Natuur gekregen. Werken en
werkzaamheden zijn binnen deze bestemming aan een omgevingsvergunning verbonden
waarbij de natuurlijke waarde van het gebied in stand gehouden dient te worden. Alvorens
vergunning wordt verleend dient de gemeentelijke ecoloog positief te adviseren.
Waterstaat - Waterkering
Alle waterkeringen in het plangebied, zoals weergegeven op de themakaart Water waterlopen in Bijlage 4 van deze toelichting, zijn in het bestemmingsplan bestemd als
dubbelbestemming Waterstaat met specificatie Waterkering.
4.2.5
Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle
bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende
artikelen.
Antidubbeltelbepaling
De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit
ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).
Pagina 60
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Algemene bouwregels
In dit artikel zijn algemene regels opgenomen voor afstanden tot aan de weg en water, voor
ondergronds bouwen, voor bouwwerken geen gebouwen zijnde en voor ondergeschikte
bouwdelen.
Algemene gebruiksregels
In het artikel Algemene gebruiksregels zijn naast een verwijzing naar het algemene
gebruiksverbod van artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in samenhang met
artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, specifieke
gebruiksverboden ter invulling van het algemene gebruiksverbod opgenomen. Daarin is
onderscheid gemaakt tussen het verbod op het gebruik van gronden en het verbod op het
gebruik van bouwwerken.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel zijn onder andere de volgende gebiedsaanduidingen opgenomen;
Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen
De zones van 200 m aan weerszijden vanaf de hartlijn van de provinciale wegen hebben in
het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding _Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen
gekregen. De planregels zien op het verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat
binnen die zones kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Vrijwaringszone- Molenbiotoop
De molenbiotopen als genoemd in hoofdstuk II hebben de gebiedsaanduiding
Vrijwaringszone met specificatie Molenbiotoop gekregen.
Geluidszone - Industrielawaai
De geluidszonering rond industrie- of bedrijventerreinen als genoemd in hoofdstuk II hebben
de gebiedsaanduiding Geluidszone met specificatie Industrie gekregen. Het gaat dan om de
zone bij het Tennet station Westerlee langs de verlengde veilingroute.
Veiligheidszone Bevi
Dit betreft de veiligheidszones rondom LPG-vulpunten. De planregels zien op het
verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat binnen die zones kwetsbare en/of
beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Veiligheidszone leiding
Dit betreft veiligheidszones rondom hoofd gas en transportleidingen en hoge druk
olieleidingen. De planregels zien op het verantwoorden van het groepsrisico in het geval dat
binnen die zones kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Veiligheidszone munitie
Wordt toegevoegd in het ontwerpbestemmingsplan.]
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen afwijking kan worden verleend voor
overschrijding van de bouwgrenzen, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel
Pagina 61
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
"algemene bouwregels" vallen. Dit betreft bijvoorbeeld de bevoegdheid om vrijstelling te
verlenen ten behoeve van afwijking van de voorgeschreven maten en percentages.
Algemene procedureregels
In dit artikel staan de procedureregels voor de verschillende wijzigingsbevoegdheden en voor
toepassing van de nadere eisen regeling.
4.2.6
Overgangs- en slotregel
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs - en slotregels aan de orde,
zoals het overgangsrecht (bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening artikel
3.2.1 Bro) en de slotregel. De slotregel bevat alle bestemmingsplannen welke geheel of
gedeeltelijk worden vervangen met dit bestemmingsplan en de titel van het plan.
4.3
Systematiek van de planverbeelding
De planverbeelding is digitaal vorm gegeven overeenkomstig de Regeling standaarden
ruimtelijke ordening 2008. De digitale planverbeelding en de andere onderdelen van de
dataset hebben het volgende planidentificatie-nummer gekregen:
-
NL.IMRO.1783.XXXX-XXXX
De dataset bestaat uit:
-
het GML-bestand van de planverbeelding;
het XML-geleideformulier;
de onderliggende bestanden zoals ondergrond en overige topografische
informatie;
de PDF- en Html-bestanden voor respectievelijk de verbeelding van plantoelichting en
planregels.
Pagina 62
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK V
Bestuurlijk overleg en draagvlak
5.1
Bestuurlijk overleg
5.1.1
Procedure
In de periode van [
] 2011 tot [
] 2011 heeft over het voorontwerp van dit
bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit
ruimtelijke ordening. Hierbij hebben de volgende instanties gereageerd:
-
[ ];
5.1.2
Resultaat
De overlegreacties hebben geleid tot de volgende aanpassingen van het bestemmingsplan.
[p.m.]
De uitkomsten van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder c., van het
Besluit ruimtelijke ordening, zijn opgenomen in Bijlage 9 van deze toelichting.
5.2
Vooraankondiging en eerdere betrokkenheid
5.2.1
Vooraankondiging
Op [ ] is publiekelijk kennis gegeven van het voornemen het bestemmingsplan voor te
bereiden, een en ander als voorgeschreven in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke
ordening.
5.2.2
Eerdere betrokkenheid burgers en organisaties
De burgers en maatschappelijke organisaties waren niet in een (veel) eerder stadium
betrokken bij de planvorming.
5.3
Inspraak
5.3.1
Procedure
Het verlenen van inspraak in het kader van de Inspraakverordening Westland 2004 is niet
verplicht, omdat het bestemmingsplan een actualisering betreft van bestaande geldende
Pagina 63
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
bestemmingsplannen. In het protocol procesafspraken ruimtelijke procedures van 21 april
2009 is neergelegd dat bij actualiseringsplannen in beginsel geen inspraakprocedure wordt
doorlopen. Om de navolgende redenen is besloten toch inspraak te verlenen.
-
-
de enorme omvang van het plangebied;
de hoeveelheid en de complexiteit van de op te nemen verschillende
bestemmingsplannen,
herzieningen,
wijzigingsplannen
uit
de
voormalige gemeenten;
de implementatie van enkele honderden verleende vrijstellingsbesluiten van de
voormalige gemeenten Naaldwijk, 's-Gravenzande, De lier, Wateringen, Monster
en de gemeente Westland ex artikel 19 lid 1 WRO (zelfstandige
projectprocedure), artikel 19, lid 2 WRO (aangewezen projectprocedure), artikel
19, lid 3 WRO, diverse projectbesluiten van de gemeente Westland als bedoeld in
artikel 3.10 Wro en diverse grote buitenplanse ontheffingen van de gemeente
Westland;
de complexe verwerking van geïnventariseerde functies aanwezig in het
plangebied en het toekennen
van een al dan niet specifieke bestemmingen,
milieucategorie, bouw- en goothoogten en
bebouwingspercentages;
de afwikkeling van het restant verzoeken tot wijziging van het project Woningen
Buitengebied.
Van [ ] tot [ ] heeft het voorontwerp van dit bestemmingsplan ter inspraak gelegen voor
het indienen van inspraakreacties
5.3.2
Resultaat
De ontvangen inspraakreacties zijn als volgt beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de
inspraakreacties wordt verwezen naar Bijlage 9 van deze toelichting.
5.4
Zienswijzen
5.4.1
Procedure
Van [ ] tot [
] heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het
indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in
verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
5.4.2
Resultaat
De ontvangen zienswijzen zijn als volgt beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de
zienswijzen wordt verwezen naar Bijlage 9 van deze toelichting. [ ]
Pagina 64
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK VI
Uitvoerbaarheid
A.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6.1
Financieel-economische uitvoerbaarheid
6.1.1
Exploitatieplan
Voor het bestemmingsplan is geen exploitatieplan, als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet
ruimtelijke ordening, opgesteld omdat er geen sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen
waarvoor op grond van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening het opstellen van
een exploitatieplan verplicht is.
6.1.2
Planschade
Omdat er sprake is van een conserverend bestemmingsplan wordt vooralsnog geen
planschade voorzien.
B.
TECHNISCHE UITVOERBAARHEID
6.2
Milieutechnische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te
worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in licht van de
milieuwetgeving of van milieukwaliteitsnormen. Voor het verkennende milieutechnische
onderzoek met het oog op een goede ruimtelijke ordening wordt verwezen naar paragrafen
3.2 tot en met 3.8 van deze toelichting.
6.3
Milieueffectrapportage
Voor het bestemmingsplan is onderzocht of een plan-MER doorlopen zou moeten worden.
Omdat het bestemmingsplan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen en er geen wijzigingen
plaatsvinden wat betreft planologische mogelijkheden voor de glastuinbouw, is een plan-MER
of strategische milieubeoordeling niet noodzakelijk (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van
State, uitspraak 22 oktober 2003, nr. 200302123/1). De afstand tot het natura 2000-gebied is
Pagina 65
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
voldoende groot om niet een “passende
Natuurbeschermingswet noodzakelijk te achten.
6.4
Verkeerstechnische uitvoerbaarheid
6.4.1
Verkeersbesluiten
beoordeling”
als
bedoeld
in
de
Voor de uitvoering van het bestemmingsplan worden geen daarop geënte verkeersbesluiten
ingevolge artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 genomen.
6.5
Ecologische uitvoerbaarheid
6.5.1
Beschermde dier- en plantsoorten
Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te
worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in het licht van de Floraen faunawet.
C.
JURIDISCHE UITVOERBAARHEID
6.6
Zakenrechtelijke uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat niet hoeft te
worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in het licht van
eigendomsverwerving of van toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten of
onteigeningswet.
6.7
Uitvoerbaarheid met oog op Wabo
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht en is dus uitvoerbaar voor het verlenen van een omgevingsvergunning.
Pagina 66
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Bijlagen
Pagina 67
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 68
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 1.
BEGRENZING PLANGEBIED
Pagina 69
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 70
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
PLANGRENZEN
P l a n g r e n ze n v a n h e t v o o r o t n we r p b e s t e m m i n g s p l a n G l a s t u i n b o u w g e b i e d
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 70
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 2.
OM TE ZETTEN WONINGEN VAN AGRARISCH NAAR WONEN
Pagina 73
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 74
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
adres
Burgerdijkseweg 14
Burgerdijkseweg 22
Burgerdijkseweg 6
Groeneveldseweg 8
Kralingerweg 10
Kreekrug 12
Oostbuurtseweg 11
Oudecampsweg 43
Schefferweg 3a
Sint Aechtenland 6
Veilingweg 2b
Bercenrode 1b
Broekpolder 53
Broekpolderlaan 31
Broekpolderlaan 55
Burg. Elsenweg 9a
Harteveldlaan 18
Harteveldlaan 36
Vijverberglaan 3a
Zwethlaan 11
Bovendijk 70
Bovendijk 71
Bovendijk 73
Bovendijk 77
Bovendijk 77a
Bovendijk 79
Gasthuiswei 12
Groenepad 14
Groenepad 20
Groenepad 22
Groenepad 32
Lange Wateringkade
41
Mariëndijk 113
Korte Kruisweg 149a
Lange Kruisweg 82
Maasdijk 76
Oostelijk slag 8
Tuindersweg 31
Gantellaan 13
Madeweg 1a
Poeldijkseweg 41a
Poeldijkseweg 43
postcode
2678 NZ
2678 NZ
2678 NZ
2678 NO
2678 LR
2678 PR
2678 LT
2678 NN
2678 LB
2678 NR
2678 LN
2675 BP
2675 LK
2675 LJ
2675 LH
2675 AA
2675 LE
2675 LE
2675
2675 LB
2295 RZ
2295 RX
2295 RX
2295 RX
2295RX
2295 RX
2295 MV
2295 LX
2295 LZ
2295 LZ
2295 LZ
woonplaats
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Honselersdijk
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Kwintsheul
Omgezet in
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
2295 RP
2295 LJ
2676 AG
2676 BP
2676 AG
2676 BZ
2676 BD
2681 LE
2681 PJ
2681 LV
2681 LV
Kwintsheul
Kwintsheul
Maasdijk
Maasdijk
Maasdijk
Maasdijk
Maasdijk
Monster
Monster
Monster
Monster
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Booma
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
Waellandweg 3a
Baakwoning 14
Hoge Geest 2b
Kleine Achterweg 27
Lange Broekweg 54
Rijnsburgerweg 1
Rijnsburgerweg 3
sint jorispad 17
Casembrootlaan 12a
Van Ruijvenlaan 33
Wateringseweg 23
Wateringseweg 35
Wateringseweg 57
Wateringseweg 75
Wenpad 22a
Galgepad 34
Galgeweg 56
Groeneweg 131
Maasdijk 101
Maasdijk 222a
Maasdijk 23
Maasdijk 34
Maasdijk 41
Maasdijk 55
Maasdijk 6a
Maasdijk 8
Maasdijk 97
Monsterseweg 22
Monsterseweg 94a
Naaldwijkseweg 346
Noordlandseweg 54
Van Rijckevorsellaan
9
Middenzwet 25
2681 LV
2691 NZ
2691 PA
2691 NT
2691 PA
2691 PB
2691 NT
2691 NT
2691 PC
2691 JG
2691 JK
2691 PW
2691 KM
Monster
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Poeldijk
Poeldijk
Poeldijk
Poeldijk
Poeldijk
Poeldijk
Poeldijk
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
s-Gravenzande
BP Booma
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Booma
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
Gebundeld wijzigingsplan
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
2691 NK
2291 HM
s-Gravenzande
Wateringen
BP Glastuinbouwgebied
BP Glastuinbouwgebied
2671 LJ
2671 LT
2671 DV
2671 LD
2671 LD
2671 MX
2685 AC
2685
2685 SR
2685 ST
2685 SV
2685 SW
2685 SJ
2691 MH
2691 MG
2691 ML
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 3.
INVENTARISATIE BEDRIJVEN
Pagina 77
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 78
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
Lange Kruisweg 1
Lange Broekweg 4
Lange Broekweg 5
Lange Broekweg naast 72
Lange Kruisweg naast 48a
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Adres
Bij Bruidsbogaard
Broekpolderlaan 12
Burgemeester Elsenweg 7
Dijkweg 115
Galgeweg 45
Galgeweg 78
Grote Achterweg naast
Prinsenbos
Grote Achterweg achter 22
Hoge geest 43 en 45
Hoge Noordweg 18a
Hoge Noordweg 29e
Hoge Noordweg 30
Korte Kruisweg 64
Kern
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Vleesverwerkingsbedrijf met bijbehorende detailhandel
Smederij
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG
Opslag
Bedrijven t/m categorie 2
Caravanstalling
Op en overslag van bouw- en sloopafval
Op en overslag van bouw- en sloopafval
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bestemming
Nutsvoorziening
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 3.1
Delfstoffenwinning
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Agricon
AC Brandpreventie BV
Caravanstalling
H.A. van den Berg V.O.F
Berg sloopwerken bv
Leo Vellekoop reparatie van land- en
tuinbouwmachines en uitvoeren van
constructiewerken
Gebr. Van den Ende
Firma Gebr Knoll
Tido Vesta Groep
F.a. G. Boekestijn
Ballering Tankstation
Nic. Scholtes Machinaal Loonbedrijf
Van den Bos Flowerbulbs
Van der Lely verkoop aanhangwagens en auto's
Garagebedrijf van der Lely
Hoogheemraadschap van Delfland
Bedrijf
Tennet station
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Maasdijk 10
Maasdijk 144
Mariendijk 7
Middel Broekweg 59a
Middel Broekweg 89
Middel Broekweg 92
Nollaantje bij 42a
Opstalweg 1
Oranjesluisweg 5
Oranjesluisweg 7
Oranjesluisweg 8 en 10
Oranjesluisweg 20
Plaats naast 26
Pouwelslaan 1
Pouwelslaan 10
Pouwelslaan ong
Tuindersweg achter 21a
Tuindersweg achter 23
Tuindersweg achter 25
Vlietweg 53
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Caravanstalling
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Scheepswerf
Caravanstalling
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
opslag
Agrarisch aanverwant bedrijf
Nutsvoorziening
Bedrijven t/m categorie 3.2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Hoogheemraadschap van Delfland
Krijger b.v.
Berg Stoom bv
Looije Tomaten BV
ADB Cool Company
A. van Geest
Elektrotechniek Kouwenhoven
Bouwbedrijf M van Veldhoven
Victor Trading
Loonbedrijf Steringa
N.A.M. van Zeijl vof
Gebr. W en E van Vliet Stallingsbedrijf
Tankstation Wubben BV Total
ATA autobedrijf
Boeters Ketel Constructie BV
Verkoopbureau Henk van Staalduinen
Trageco BV
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
Naaldwijk
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
's-Gravenzande
Vogelaer 17 en 19
Zwartendijk 46
Zwartendijk 52
Zwartendijk 52a
Galgeweg 8
Galgeweg 42/44
Galgeweg 46
Maasdijk 13
Maasdijk 81a
Maasdijk 86
Maasdijk 90
Maasdijk 94
Monsterseweg 117
Monstersweg 121
Naaldwijkseweg 117
Naaldwijkseweg 169
Naaldwijkseweg 203
Naaldwijkseweg 233
Naaldwijkseweg 338
Nieuwlandsedijk naast 13
Noordlandseweg
Noordlandseweg 59a
Noordlandseweg 64
Oostduinlaan 4
Oude Hooislag 4
Woutersweg 83a
Agrarisch aanverwant bedrijf
Aannemer
Bouwbedrijf
Aannemer
Agrarisch aanverwant bedrijf
Constructie en kunststofverwerkend bedrijf
Constructiebedrijf
Opslag
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 2
Detailhandel volumineus
Bedrijven t/m categorie 2
Aannemer
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 3.1
Opslag
Agrarisch aanverwant bedrijf
gaswinningslocatie
Verkooppunt motorbrandstoffen inclusief LPG
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 2
Constructiebedrijf
Bedrijven t/m categorie 2
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Weteringsmechanisatie BV
Aalbers
Tinq
Olsthoorn Transport BV
Pottenvul- en Oppotservice Van der Knaap BV
Jac. Van Zeijl & Znn
WEBA Bouwgroep
Aadler BV
ADB Coolcompany BV
H Weterings Plastics beheer BV
J.M. van der Hoeven BV
Geest antieke bouwmaterialen
D. van Nieuwkerk Transport Holding BV
VEK Adviesgroep
Houthandel van de Marel BV
Van de Marel-Krieger VOF
bedrijfsverzamelgebouw
Beukers Toyota
De Molen van Maat
A. de Jong 's-Gravenzande BV
Firma Klaas Quartel en ZN
C. Bol Junior BV
Quartel Asbest verwijdering BV
Loonbedrijf Flip Vreugdenhil BV
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
's-Gravenzande
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Monster
Woutersweg 85
Cubalaan 2
Cubalaan 11a
Cubalaan 11a
De Zeeuwlaan 15
Gantellaan 41
Gantellaan 42
Gantellaan 2-4
Havenstraat 44a
Havenstraat 48
Havenstraat 52
Havenstraat 54/60/60a/62 en 64
Heydseweg
Jupiter 80
Madeweg naast 70
Monsterseweg 90
Orberlaan 22
Wateringseweg
Wateringseweg 98
Zwartendijk tussen 13 en 15
Zwartendijk 73
Westerduinlaan 11
Bovendijk 50
Bovendijk naast 70
Heulweg 36B
Heulweg achter 47
Bedrijven t/m categorie 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Aannemer
Caravanstalling
Scheepswerf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 2
nutsvoorziening
Caravanstalling
Nutsvoorziening
Bedrijven t/m categorie 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Nutsvoorziening
Agrarisch aanverwant bedrijf
Nutsvoorziening
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Nutsvoorziening
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 2
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Pim Soft design + Schildersbedrijf v.d. Meer
Autobedrijf Duindam
Westland Infra
P.A.M. Timmermans beheer BV
CULTO
Westland Infra
Unal Holding BV
Westland Infra
Van der Valk systemen
Hondenfokker EL Manita
Holland Potgrond
Cornel BV
J.J. Overkleeft Holding BV
C. Brabander BV
C. Brabander BV
W. van Vliet Caravanstalling en Onderhoud
Bol Scheeps- en Jachtwerf
Agricon BV
Bouwbedrijf Vrij
MG Workshop
Van de Meer autoschade
J.J.A Kouwenhoven
Hempelman
Gemaal Hoogheemraadschap van Delfland
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
Wateringen
De Lier
De Lier
De Lier
Heulweg 50a en 50b
Heulweg 54a
Heulweg 65
Heulweg 74
Heulweg 78a
Heulweg 90
Mariendijk 115
Poeldijkseweg achter 1
Poeldijkseweg 21
Poeldijkseweg 23
Poeldijkseweg 37
Burgemeester Crezeelaan 6
Burgemeester Crezeelaan 40
Burgemeester Crezeelaan 42 en
42a
Burgemeester van der Goeslaan
Burgemeester van der Goeslaan 7
Burgemeester van der Goeslaan/
Crezeelaan 72/74
Burgerdijkseweg 10
Burgerdijkseweg 17
Burgerdijkseweg 54
Groeneveld
Hoefweg 24
Hooflaan 1
Hoogweg 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Garage
caravanstalling
Nutsvoorziening
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
baggerspeciedepot
Opslag
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Garage met plaatwerkerij en spuiterij
Bedrijven t/m categorie 2
Goederenwegvervoer
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 2 met volumineuze detailhandel
Bedrijven t/m categorie 3.1
Agrarisch aanverwant bedrijf
Caravanstalling
Nutsvoorziening
Hovenier
Zaad- en zaadveredelingsbedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Bouwbedrijf G.A. Van de Velden
Van de Marel Loonbedrijf
Autobedrijf Van der Mark
Caravanstalling de Boerderij
Nederlandse Gasunie
Stolze
Provincie Zuid-Holland
Rijk Zwaan
Bergproduct
Van Nierop
Millpack
Provincie Zuid Holland
Vis & ZN Internationaal Transport JP
Vis & ZN Internationaal Transport JP
Kwibus
Verkade keukentechniek
Westland Salades BV
Garage Duindam
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
Kanaalweg 8ca
Kanaalweg 8d
Kerklaan 67
Kralingerweg 1d
Kralingerweg 2
Laan van Adrichem 2
Laan van Adrichem 30
Laan van Poot 9
Laan van Zeestraten 4/4a
Laan van Zeestraten 4b
Naast Noordlierweg 42a
Noordlierweg 42 (achter)
Noordlierweg 42a
Oostbuurtseweg 1
Oostbuurtseweg 32 en 34
Oostbuurtseweg 44
Oostbuurtseweg 45
Oudecampsweg
Oudecampsweg 5
Oudecampsweg 27/29 en 29a
Hoogweg 2a
Hoogweg 12
Hoogweg 15e
Hoogweg 30
Hoogweg 32
Bedrijven t/m categorie 2
Bedrijven t/m categorie 3.1
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
opslag
Agrarisch aanverwant bedrijf
Nutsvoorziening
hovenier
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Baggerspeciedepot
Baggerspeciedepot
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Hovenier
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 2 en een deel 3.1
Nustvoorziening
Bedrijven t/m categorie 2
Agrarisch aanverwant bedrijf
Opslag
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Groothandel Holland binnendeuren BV
Hoogheemraadschap van Delfland
Hoogheemraadschap van Delfland
Oppotbedrijf Jarini BV
R. Vand en Ende Loon- en grondverzetbedrijf
H. van der Muysenberg
Noordam Landbouw VOF
Peet van Geest autoschade
Nutsbedrijf Westland / Westland Infra
Van der Sar Steigerbouw
FA. B. Spreen & Zonen
Berg
Bruckner Machinaal Tuinbouw Loonbedrijf & ZN
P. van den Ende
Veldhoven (machinaal loonbedrijf)
Hoogheemraadschap van Delfland
Aspar Tuinaanleg en onderhoud
A. van der Lingen
Vreugdenhil Mechanisatie
Autobedrijf Grootscholten
Transportbedrijf P. Verboon
Jac. Solleveld verwarming
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
De Lier
Oudecampsweg 37a
Oudecampsweg 39
Scheeweg 9
Veilingweg 17a
Vreeburchlaan 3
Zijlweg 1/3
Zijlweg 5
Zijtwende 1/ Oostbuurtseweg
72/74
Zijtwende 52
Agrarisch aanverwant bedrijf
Agrarisch aanverwant bedrijf
Bedrijven t/m categorie 3.1
Agrarisch aanverwant bedrijf
Hovenier
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
Bedrijven t/m categorie 3.1
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
Zuidkoop
Buitelaar Metaal
Sonneveld verhuur BV
Prominent
Hoveniersbedrijf Johan Steenks
Van der Marel Ketelonderhoud BV
Priva
Priva
J.H. van den Berg & ZN
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 79
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 4.
OVERZICHT WATERLOPEN EN -BERGINGEN
Pagina 87
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 88
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 88
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 5.
VERBINDINGEN EN LEIDINGEN
Pagina 89
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 90
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 90
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 6.
VERKEERSVERBINDINGEN
Pagina 91
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 90
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 7.
ONDERZOEKEN
Pagina 93
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 94
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
Bestemmingsplan
Glastuinbouwgebied
Westland
Waterparagraaf
Westland en Delfland
24 februari 2011
Inhoudsopgave
1
Inleiding.............................................................................................................................................................................. 3
1.1
Aanleiding watertoets ................................................................................................................................................ 3
1.2
Beleid, plannen en regelgeving .................................................................................................................................. 3
1.2.1
Provinciale waterverordening.......................................................................................................................... 3
1.2.2
Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 ............................................................................................................ 3
1.2.3
Waterplan Westland ........................................................................................................................................ 3
1.2.4
Visie Greenport Westland 2020 ....................................................................................................................... 4
1.2.5
Structuurvisie Westland................................................................................................................................... 4
1.2.6
Beleidsnota Herstructurering Glastuinbouw.................................................................................................... 5
1.2.7
Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan ............................................................................................................ 5
1.2.8
Het Westland: ruimte voor glas, ruimte voor water ........................................................................................ 5
1.2.9
Waterwet met Zorgplicht................................................................................................................................. 5
1.3
Procedure ................................................................................................................................................................... 6
1.4
Leeswijzer ................................................................................................................................................................... 6
2
Plangebied en rollen/verantwoordelijkheden.................................................................................................................... 7
2.1
Algemeen.................................................................................................................................................................... 7
2.2
Doel en verantwoordelijkheden bij herstructurering ................................................................................................. 8
3
Veiligheid en waterkeringen............................................................................................................................................... 9
3.1
Beleid en vergunningen.............................................................................................................................................. 9
3.2
Huidige situatie........................................................................................................................................................... 9
3.3
Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 11
4
Waterkwantiteit ............................................................................................................................................................... 12
4.1
Beleid........................................................................................................................................................................ 12
4.1.1
Waterverordening Zuid-Holland (zie hoofdstuk 1) ........................................................................................ 12
4.1.2
Waterbeheerplan Delfland 2010-2015 .......................................................................................................... 12
4.1.3
Afvoer- en bergingscapaciteit Delfland.......................................................................................................... 12
4.1.4
Oog voor lokale omstandigheden .................................................................................................................. 13
4.2
Huidige situatie......................................................................................................................................................... 13
4.3
Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 14
5
Watersysteemkwaliteit en ecologie ................................................................................................................................. 17
5.1
Beleid........................................................................................................................................................................ 17
5.2
Huidige situatie......................................................................................................................................................... 18
5.3
Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 18
6
Onderhoud en bagger ...................................................................................................................................................... 20
6.1
Beleid........................................................................................................................................................................ 20
6.2
Huidige situatie......................................................................................................................................................... 21
6.3
Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 21
7
Afvalwater en riolering..................................................................................................................................................... 22
7.1
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan..................................................................................................................... 22
7.2
Huidige situatie......................................................................................................................................................... 22
7.3
Gewenste toekomstige situatie................................................................................................................................ 22
8
Resumé............................................................................................................................................................................. 24
8.1
Algemeen.................................................................................................................................................................. 24
8.2
Veiligheid en waterkeringen..................................................................................................................................... 24
8.3
Waterkwantiteit ....................................................................................................................................................... 24
8.4
Watersysteemkwaliteit en ecologie ......................................................................................................................... 25
8.5
Onderhoud en bagger .............................................................................................................................................. 25
8.6
Afvalwater en riolering ............................................................................................................................................. 25
2
1
Inleiding
1.1
Aanleiding watertoets
Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied hebben Delfland en Westland in
samenspraak gewerkt aan de waterparagraaf. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de
watertoetsprocedure doorlopen.
De vorige geldende bestemmingsplannen gaven onvoldoende ruimte en flexibiliteit om schaalvergroting en
verduurzaming, goede ontsluiting en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit mogelijk te maken en aan te
passen aan de glastuinbouw anno 2011. Hier moet dit nieuwe bestemmingsplan in voorzien. Het
bestemmingsplan ‘Glastuinbouwgebied’ is conserverend van aard en herziet de verschillende, verouderde
regelgeving, voor het gehele glastuinbouwgebied. Wel maakt dit bestemmingsplan herstructurering van de
glastuinbouwgebieden mogelijk.
Het is een verplichte actualisatie op grond van de Wro, waarin voorzien wordt in flexibiliteitbepalingen, verruiming
van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming.
Het doel van deze waterparagraaf is advies uitbrengen om de waterbelangen in het glastuinbouwgebied goed te
behartigen. Om de ingezetenen van het glastuinbouwgebied ook in de toekomst droge voeten te kunnen
garanderen, moeten zoveel mogelijk kansen worden benutten en zullen alle partijen een inspanning moeten
leveren.
1.2
1.2.1
Beleid, plannen en regelgeving
Provinciale waterverordening
De Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben in verband met de inwerkingtreding van de Waterwet een
Waterverordening vastgesteld met daarin de regelgeving met betrekking tot het waterbeheer.
In deze Waterverordening is vastgelegd wat het gewenste veiligheidsniveau is van de waterkeringen die op grond
van hun functie van regionale betekenis worden geacht. Dit veiligheidsniveau is aangegeven als de gemiddelde
overschrijdingskans per jaar. Het wenselijke veiligheidniveau is gerelateerd aan de economische schade die bij
het falen van de waterkering kan optreden.
Ook zijn er in deze Waterverordening normen voor waterkwantiteit opgenomen. Deze normen bestaan uit een
gemiddeld toelaatbaar geachte overstromingskans (ofwel het wenselijk geachte beschermingsniveau) waarop
regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op de bergings- en afvoercapaciteit. Deze
overstromingskans is verschillend per vorm van landgebruik en is tevens gerelateerd aan de economische
waarde van landgebruik en de te verwachten schade bij overstromingen.
In de provinciale waterverordening zijn de werknormen voor de kans op inundatie vanuit het oppervlaktewater uit
het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) van 2003 als uitgangspunt genomen bij het bepalen van het
beschermingsniveau voor de verschillende vormen van landgebruik binnen het waterschapsgebied.
1.2.2
Waterbeheerplan Delfland 2010-2015
In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland
afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële
consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.:
• Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor
waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak;
• Een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen;
• Realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen;
• Innovatief en duurzaam werken.
Het beoogde resultaat is uitgewerkt in concrete maatregelen in het uitvoeringsprogramma van het
Waterbeheerplan.
1.2.3
Waterplan Westland
Het Waterplan Westland beschrijft de uitdaging en oplossingen om op het gebied van water op de lange termijn
(2030) en op de korte termijn (2015) droge voeten, levend water en zichtbaar water te hebben.
Droge voeten
•
Vasthouden, bergen en afvoeren
Het watersysteem is in 2015 zodanig ingericht dat het bestand is tegen de te verwachten piekbuien. De
kans op wateroverlast is, conform de afspraken in het NBW, beperkt tot 1/100 jaar voor stedelijk gebied
en bedrijventerreinen, 1/50 jaar voor glastuinbouwgebied en 1/10 jaar voor grasland.
•
Wateraanvoer
3
•
•
In 2015 heeft Westland voldoende en kwalitatief goed oppervlaktewater voor peilhandhaving en
verversing of doorspoeling tijdens extreme droge omstandigheden.
Waterkeringen
In 2015 bieden de waterkeringen veiligheid tegen overstroming volgens de geldende veiligheidsnormen.
Grondwater
In 2015 leidt het grondwaterniveau niet meer tot wateroverlast en is de grondwaterkwaliteit verbeterd.
Levend water
•
Waterkwaliteit
De waterkwaliteit voldoet in 2015 aan de wettelijke normen, zoals vastgelegd in landelijke en Europese
wet- en regelgeving.
•
Ecologie
De ecologische kwaliteit van het water in Westland is in 2015 zodanig verbeterd dat de gewenste planten diersoorten zich optimaal kunnen ontwikkelen, conform de Kaderrichtlijn Water.
Zichtbaar water
•
Ruimtelijke kwaliteit
In 2015 is de ruimtelijke kwaliteit in Westland voor de factor water aanzienlijk verbeterd om de
leefbaarheid voor de inwoners van Westland te vergroten.
•
Recreatie
In 2015 zijn de recreatieve gebruiksmogelijkheden van water, oevers en kades toegenomen ten opzichte
van 2008 en is de belevingswaarde vergroot.
Vanuit het Waterplan Westland wordt er gestreefd naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem met
belevingswaarde. De herstructurering van de glastuinbouw biedt hiervoor goede mogelijkheden. De volgende
punten zijn daarbij belangrijk:
• Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor
waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak;
• Robuust maken: voorkom versnippering, plaats restruimte aan ‘buitenkant’ zodat randen groen kunnen
worden ingericht en/of als waterberging kunnen fungeren;
• Ontvlochten watersysteem en waterketen: gescheiden inzameling afvalwater en regenwater. Juist
materiaal, inrichting en beheer ter voorkoming van verontreiniging regenwater;
• Voorkomen dat zout kwelwater in het oppervlaktewater terecht komt;
• Duurzaam watersysteem: in beginsel aanhouden waterstructuur uit waterstructuurvisie, verminderen
aantal peilgebieden en vergroten beheersbaarheid;
• Zelfvoorzienendheid: voldoende bergend vermogen. Voldoende en kwalitatief goed gietwater is
essentieel in glastuinbouw;
• Behouden cultuurhistorische wateren en terugbrengen historie bij graven;
• Goede ecologische waterkwaliteit: aanleg natuurvriendelijke oevers en paaiplaatsen, verbeteren
doorstroming, onafgebroken groenblauwe verbindingen.
In de waterstructuurvisie (onderdeel van het Waterplan) staan de voorkeursoplossingen, bekeken vanuit de
waterhuishouding en rekening houden met geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Op basis van bergingsbehoefte,
stromingrichting en knelpunten in de afvoer is per peilgebied bepaald waar waterberging moet komen. Ruimtelijke
ontwikkelingen bieden kansen bij het realiseren van waterberging. Bij deze ontwikkelingen moet rekening
gehouden worden met de gewenste waterstructuur.
1.2.4
Visie Greenport Westland 2020
De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in
de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee geeft de visie ook andere partijen inzicht in de
ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente Westland. De ruimtelijk-economische component en hoe om te gaan
met de glastuinbouwcluster staan in de visie voorop.
Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van de ambities van de
gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke
en economische voorzieningen. De visie bevat tevens richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente
ten aanzien van het glastuinbouwcluster en de andere ruimtevragers.
1.2.5
Structuurvisie Westland
In 2011 wordt door de gemeente Westland een ruimtelijke structuurvisie opgesteld. Dit is een ruimtelijke visie die
de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van Westland tot 2020 beschrijft en een doorkijk maakt tot 2040. Dit
proces is eind 2010 gestart en zal naar verwachting eind 2011 worden afgerond met de vaststelling van de
structuurvisie door de gemeenteraad van Westland.
4
1.2.6
Beleidsnota Herstructurering Glastuinbouw
De nota geeft een maatschappelijk gedragen beleid voor de herstructurering van het glastuinbouwgebied, een
goed woon- en leefklimaat en een optimaal functionerende glastuinbouw en een organisatie om de noodzakelijke
schaalvergroting doorgang te laten vinden.
1.2.7
Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan
In het verbreed gemeentelijk rioleringsplan is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis
voor de beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming,
continuïteit van beleid en voortgangsbewaking. Een verdere beschrijving van de riolering in het
glastuinbouwgebeid Westland is in hoofdstuk 7 opgenomen.
1.2.8
Het Westland: ruimte voor glas, ruimte voor water
In het Westland is de druk op de ruimte groot. De grote intensiteit van het grondgebruik komt voornamelijk door
(glas)tuinbouw, welke een zeer prominente positie in de lokale economie inneemt. Door de hoge economische
waarde en grote ruimtelijke druk van het gebied is de inpassing van de wateropgave lastig. In het Westland ligt er
een echter een grote opgave om de bescherming van het gebied ten aanzien van wateroverlast te vergroten. Er
wordt gezocht naar innovatieve oplossingen binnen het bestaande watersysteem en naar meer ruimte voor water.
Gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland streven beiden naar een duurzaam Westland met
ruimte voor herstructurering van de glastuinbouw én ruimte voor water. Tussen Delfland en Gemeente Westland
zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over water in ruimtelijke plannen (juli 2010).
Uiteraard raakt de wateropgave niet alleen waterbelangen. Alle betrokken partijen hebben belang bij een
voorspoedige aanpak van de wateroverlast. De gemeente, het hoogheemraadschap, de provincie en ook de
bewoners en ondernemers onderkennen de urgentie van de problematiek en hebben expliciet de ambitie om in
overleg en in samenwerking met alle betrokkenen zich te willen inspannen de wateropgave op te lossen. Centraal
hierbij staat dat alle betrokkenen streven naar zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Om de wateropgave
in te passen wordt in Westland gestreefd naar een zo beperkt mogelijk ruimtebeslag.
Momenteel wordt de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' uitgevoerd. Er wordt onder andere
voorgesteld om op het niveau van deelgebieden de problemen en mogelijke oplossingen voor wateroverlast de
komende jaren met elkaar uit te gaan werken.
1.2.9
Waterwet met Zorgplicht
Uitgangspunt voor het oplossen van de enorme kwantitatieve wateropgave is de trits:
Vasthouden
Oorzaakbestrijding
Bergen
Afvoeren
Symptoombestrijding
Vasthouden =
voorkomen dat hemelwater wat op een perceel valt direct in het polder- cq boezemwatersysteem loopt. Dat houdt
in dat het voor kortere of langere tijd vastgehouden wordt op de plek waar het valt in een vijver, een
waterspeelplaats, verdiepte parkeerplaats, kelder, groen dak, waterdak, onder de parkeerplaats in kratten, wadi's,
onder de kas, onder een sportveld etc. Om pas wanneer het polder- cq boezemwatersysteem voldoende ruimte
heeft om het te ontvangen, af te voeren naar open water door een stuw open te zetten, over te pompen, in de
bodem te infiltreren, te laten verdampen (bij een groen dak bijvoorbeeld) of wat dan ook.
5
Bergen =
het verzamelen/opvangen van hemelwater in open water dat direct in verbinding staat met het polder- cq
boezemwatersysteem of daar onderdeel van uitmaakt en het dus ook belast!
Afvoeren =
uitslaan, weg laten lopen van overtollig hemelwater naar de boezem en vervolgens afvoeren naar de Nieuwe
Waterweg of de Noordzee
Inzet maatregelen
De eerste stap is dus feitelijk dat er ingezet moet worden op het nemen van maatregelen die gericht zijn op het
vasthouden van hemelwater, bestrijding aan de bron. Wanneer de mogelijkheden hiertoe uitgeput zijn, is de
volgende stap om het water te verzamelen in waterbergingen. En pas in de laatste stap moeten er maatregelen
worden getroffen om de rest van het overtollige hemelwater af te voeren via het boezemwatersysteem naar de
Nieuwe Waterweg en de Noordzee.
Met name de laatste twee stappen komen in het Waterplan "Westlands water, nu en later" uitgebreid aan de orde,
en bieden de mogelijkheid om een groot deel van de wateropgave in het Westland op te lossen, en een veilig en
robuust watersysteem te realiseren. Maar deze maatregelen zijn niet afdoende en bestrijden slechts de gevolgen
van de mogelijke wateroverlast.
Daarom spreken de gemeente en Delfland de intentie uit om naast de maatregelen die in het waterplan
vastgelegd zijn, samen met de burgers en het bedrijfsleven werk te maken van het bestrijden van de oorzaak van
de wateroverlast door het vasthouden van hemelwater op de plek waar het valt te stimuleren, te faciliteren cq
mogelijk te maken wanneer dit kostentechnisch en maatschappelijk verantwoord is.
Met betrekking tot het vasthouden, bergen en afvoeren van hemelwater is de verdeling van de
verantwoordelijkheden als aangegeven in onderstaand (landelijk) kader. Het bewustzijn en nemen van ieders
eigen verantwoordelijkheid is van groot belang bij het oplossen van de waterproblematiek.
Kader: wie doet wat?
Verantwoordelijkheid perceelseigenaar
De perceelseigenaar moet op grond van de nieuwe wetgeving het hemelwater zoveel mogelijk zelf verwerken bij de plaats
waar het valt. Ook is de perceelseigenaar verantwoordelijk voor het op eigen perceel treffen van vereiste
(waterhuishoudkundige en/of bouwkundige) maatregelen tegen grondwateroverlast.
Verantwoordelijkheid gemeente
De gemeente draagt zorg voor de inzameling en verwerking van het afstromend hemelwater. Dit betekent dat de
gemeente in eerste instantie inspanning moet leveren om dit hemelwater vast te houden of terug te brengen in de
bodem. Vervolgens kan het (al dan niet na zuivering) worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Waar hemelwater niet
wordt gescheiden van afvalwater is de gemeente verantwoordelijk om het water af te voeren naar een
afvalwaterzuivering. Daarnaast treft de gemeente maatregelen tegen de structureel nadelige gevolgen van de
grondwaterstand.
Verantwoordelijkheid Delfland
Delfland is enerzijds verantwoordelijk voor de ontvangst van hemelwater in het oppervlaktewater. En anderzijds voor het
transport van afvalwater van rioolgemalen naar de zuivering en het zuiveren van afvalwater.
1.3
Procedure
In het kader van het watertoetsproces heeft er uitgebreid overleg plaatsgevonden tussen het
Hoogheemraadschap van Delfland (hierna Delfland genoemd) en de gemeente Westland. Tijdens deze
overleggen zijn de eisen en wensen van beide partijen ten aanzien van de watertoets verkend.
Voor het opstellen van de waterparagraaf heeft Delfland de Handreiking Watertoets (2007) opgesteld, waarin
randvoorwaarden en uitgangspunten voor de verschillende waterthema’s worden genoemd. Deze handreiking is
voor het wateradvies gebruikt.
1.4
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat in op het plangebied, de doelen van het bestemmingsplan en de verantwoordelijkheden die
partijen hebben als het gaat om water binnen de herstructurering van het glastuinbouwgebied.
In de hoofdstukken 3 tot en met 7 wordt per waterthema geschetst: het beleid, de huidige situatie en de
gewenste, toekomstige situatie.
6
2
Plangebied en rollen/verantwoordelijkheden
2.1
Algemeen
Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het buitengebied
van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als poldergebieden. De volgende
polders maken geheel of gedeeltelijk deel uit van het plangebied:
•
Polder het Oudeland
•
Westmade polder
•
Staalduinen
•
Polder Zwartenhoek
•
Dijkpolder (Poeldijk)
•
Het Olieblok
•
Vlietpolder
•
Wippolder
•
Oranjepolder
•
Oud- en nieuw Wateringveldsche polder
•
Oude Lierpolder
•
Oude en nieuwe Broekpolder
•
Boschpolder
•
Hoefpolder
•
Groeneveldsche polder
•
Poelpolder
•
Kralingerpolder
•
Het Waalblok
•
Dorppolder
•
Polder Nieuwland en Noordland
•
Heen en Geestvaartpolder
De lijst van hier genoemde polders moet niet worden verward met de door de Gemeente Westland aangewezen
herstructureringsgebieden. Deze twee geografische indelingen corresponderen niet volledig.
Het plangebied is weergegeven in Figuur 1. De gekleurde gebieden zijn de gebieden die behoren tot het
plangebied. Van ieder polder is een korte factsheet gemaakt om aan te geven wat de kenmerken van de polder
zijn, met welke knelpunten rekening moet worden gehouden en aan welke mogelijke oplossingen gedacht kan
worden. Deze factsheets zijn in de bijlage van deze waterparagraaf opgenomen.
Figuur 1: Plangebied bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland (gekleurde gebieden).
7
2.2
Doel en verantwoordelijkheden bij herstructurering
Aanleiding voor het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland is de actualisatie van de vigerende
bestemmingsplannen van glastuinbouwgebieden. De actualisatie voorziet in het opnemen van
flexibiliteitbepalingen en verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming. Bij de
herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het economisch perspectief van de bedrijven
essentieel. Naast verbetering van de economische structuur houdt de herstructurering van glastuinbouwgebieden
ook in de verbetering van de weg- en waterstructuur (waaronder het oplossen van de waterproblematiek) en het
versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Hierbij wordt ingezet op een zo efficiënt mogelijke invulling van de ruimte.
Vanwege de verschillende aspecten die bij de herstructurering aan de orde komen hebben verschillende partijen
een verantwoordelijkheid bij deze herstructurering.
De primaire verantwoordelijkheid voor modernisering en schaalvergroting van de glastuinbouwbedrijven ligt bij de
ondernemers zelf. De gemeente, maar ook andere partijen zoals het Hoogheemraadschap van Delfland en
provincie Zuid- Holland hebben in dit kader verantwoordelijkheden. Partijen kunnen gezamenlijk vanuit ieders
verantwoordelijkheid invulling geven aan de herstructurering.
De verdeling van de verantwoordelijkheden met betrekking tot het verwerken van hemelwater is aangegeven in
het kader ‘wie doet wat’, opgenomen in paragraaf 1.2.
8
3
Veiligheid en waterkeringen
3.1
•
•
Beleid en vergunningen
Waterverordening Zuid-Holland: in de provinciale waterverordening is vastgelegd wat het gewenste
veiligheidsniveau is van de regionale waterkeringen. Het veiligheidsniveau is aangegeven als de
gemiddelde overschrijdingskans per jaar. Het wenselijke veiligheidsniveau is gerelateerd aan de
economische schade die bij het falen van de waterkering kan optreden.
Legger en Keur: Delfland heeft in haar legger waterkeringen de ligging en de minimale afmetingen van
de waterkeringen vastgelegd. Rondom de waterkeringen is een keurzone vastgesteld, die bestaat uit
een kernzone en een beschermingszone. Binnen deze zones zijn op basis van de Keur beperkingen
gesteld aan activiteiten die het waterkerende vermogen van de kering nu of in de toekomst kunnen
beïnvloeden. Voor het bouwen binnen de kernzone van een waterkering kan in principe geen
toestemming worden verleend, met uitzondering van ongefundeerde kasgevels. Voor het bouwen of
werken binnen de beschermingszone wordt een keurvergunning (watervergunning) bij Delfland
aangevraagd.
De keurzone (kern- en beschermingszone) van de waterkeringen zal in de voorschriften en op de plankaart
worden bestemd. Voor werkzaamheden binnen de keurzone is een watervergunning nodig. Delfland gaat er van
uit dat voor werkzaamheden binnen de keurzone van de waterkeringen een adviesverplichting van de
waterbeheerder en een verwijzing naar de keur/watervergunning wordt opgenomen in de voorschriften van het
bestemmingsplan.
3.2
Huidige situatie
Binnen het plangebied ligt een aantal waterkeringen. In Figuur 2 zijn de waterkeringen binnen het beheersgebied
van Delfland weergegeven. Het plangebied is globaal gelegen binnen de cirkel. Delfland heeft in de legger de
keurzones van de waterkeringen gedetailleerd opgenomen. Hieronder worden de waterkeringen welke binnen het
plangebied liggen beschreven.
Figuur 2: Waterkeringen binnen het beheersgebied van Delfland. Het plangebied is globaal gelegen binnen de cirkel.
Zeewering
De Zeewering is een primaire waterkering die onderdeel uitmaakt van dijkring 14. Deze waterkering heeft een
overschrijdingskans (veiligheidsnorm) van eens in de 10.000 jaar. De Zeewering is gelegen langs de
Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg en beschermd het achterliggende land tegen overstromingen vanuit
zee. De landwaartse begrenzing van de kernzone vormt de lijn 300 meter landwaarts van de rijksstrandpalenlijn.
9
De landwaartse begrenzing van de beschermingszone vormt de lijn 600 meter landwaarts van de
rijksstrandpalenlijn. Op een aantal locaties is de keurzone breder of juist smaller. De exacte ligging is vastgelegd
in de Legger Zeewering.
Maasdijk
De Maasdijk is een regionale waterkering, een binnenwaterkering. Voor de Maasdijk bestaat geen wettelijke
veiligheidsnorm. In de legger is voor deze waterkeringen echter wel een vereiste waakhoogte en kadeafmeting
opgenomen. De kernzone van de Maasdijk is 30 meter, de beschermingszone is 25. De totale keurzone is dus 80
m.
Boezem- en polderkaden
In het gebied liggen boezem- en polderkaden, die beide vallen onder de regionale keringen. Boezemkaden
beschermen het achterliggende gebied tegen het hoger gelegen boezemwater. Het Westland kent echter ook
veel opmalingspolders. Dit zijn polders die hoger liggen dan het boezemwater en waar het water wordt
opgemalen om de polder van voldoende water te voorzien. In de gemeente Westland liggen vooral
boezemkaden. Polderkaden zijn waterkeringen die laag gelegen poldergebieden (met hun vaak verschillende
waterpeilen) van elkaar scheiden. Met uitzondering van de Oud en Nieuw Wateringveldsche polder
(veiligheidsklasse V, overschrijdingsfrequentie 1/1000) hebben alle boezemwaterkeringen veiligheidsklasse III
met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie van eens in de 100 jaar. Voor de polderwaterkeringen bestaan
geen wettelijke normen. In de legger zijn voor deze waterkeringen echter wel vereiste waakhoogten en kadeafmetingen opgenomen.
De kernzone voor kades varieert. Figuur 3 geeft schematisch weer hoe Delfland de kernzone vaststelt. Hierbij
wordt gerekend met een niveau van de boezem van -0,43 m NAP (vast peil). De beschermingszone bedraagt
altijd 15 m.
≥ 3m
≥ 1:5
H
5m
15 m
5×H+8
beschermingszone (*)
kernzone
beschermingszone
Figuur 3: Schematisch overzicht bij keurzone met dijksloot.
De volgende tabel (Tabel 1) geeft per polder het streefpeil van het laagste peilvlak. De variabele H is gelijk aan
het verschil tussen het boezempeil en het streefpeil in de polder. De ruimte die Delfland wil reserveren voor de
kernzone is in de tabel opgenomen.
Tabel 1: Minimale polderpeil en breedte kernzone (bron: overzichtskaart Hoogheemraadschap van Delfland,
1985)
Poldernaam
Laagste
streefpeil
[m]
Boezemland*
Boschpolder
Dijkpolder
Dorppolder
Groeneveldse polder
Heen- en Geestvaartpolder**
Hoefpolder
-0,85
-1,30
-2,50
-2,32
-0,40
-1,70
Klaas Engelbrechtpolder
Kralingerpolder
Nieuwland en Noordland*
Olieblok**
-2,52
-2,30
-0,30
-0,42
Breedte kernzone
[m]
Boezem- en polderkaden
11
13
19
18
15
19
18
9
-
Breedte
beschermingszone
[m]
Breedte keurzone
[m]
15
15
15
15
15
26
28
34
33
30
15
15
15
-
34
33
24
-
10
Oranjepolder*
-0,20
10
15
25
Oranjepolder*
Oud en Nieuw Wateringveldsche
polder
Oude Campspolder
-0,20
-4,55
10
29
15
15
25
44
-1,77
15
15
30
Oude en Nieuwe Broekpolder
Oude Lierpolder
Oudeland**
Poelpolder
Staalduinen*
Vlietpolder
Waalblok**
Westmade
-3,80
-1,91
-1,85
0,18
-1,65
-0,40
-1,20
25
16
16
11
15
12
15
15
15
15
15
15
40
31
31
26
30
27
Wippolder
-0,93
11
15
26
Zwartenhoek**
-0,40
* Voor deze polders geldt dat ze een polderpeil hebben dat hoger ligt of gelijk is aan de kern- en beschermingszone aan de boezemkant
van de buitenkruin getekend moeten worden. De buitenkruin ligt immers aan de kerende zijde en de ruimtereservering moet daarom
aan de andere kant.
** Deze polders hebben geen polder of boezemkaden in de legger en zodoende geen zonering (afgezien natuurlijk van een eventuele
zonering van de Maasdijk of Zeewering).
Niet alle waterkeringen binnen het plangebied voldoen aan de in de Waterverordening Zuid-Holland gestelde
veiligheidsnormen. Delfland heeft de opgave om de genormeerde kaden op orde te hebben. Hieruit is het
programma van kadeverbeteringsprojecten ontstaan. Delfland is momenteel bezig met de toetsing van de
waterkeringen en het uitvoeren van de kadeverbeteringsprojecten.
Delfland gaat ervan uit dat de keurzone van de waterkeringen als zodanig worden bestemd en opgenomen in de
voorschriften en op de plankaart. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in de
voorschriften van het bestemmingsplan kunnen aanpassingen en verleggingen van waterlopen en waterkeringen
binnen de looptijd van het bestemmingsplan ruimtelijk worden vastgelegd.
3.3
Gewenste toekomstige situatie
In de looptijd van het bestemmingsplan zullen de resterende kadeverbeteringsprojecten worden gerealiseerd. Bij
ruimtelijke ontwikkelingen wordt er met een ruimtereservering voor de kadeverbeteringsprojecten rekening
gehouden.
In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is het mogelijk kansen te benutten voor
verbetering van de waterkeringen. Over de gewenste of noodzakelijke aanpassingen en/of verleggingen van de
waterkeringen wordt overlegd met Delfland. Daarbij wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden die
gelden voor ontwikkelingen binnen de keurzone van de waterkeringen en wordt rekening gehouden met beheer
en onderhoud van de waterkeringen.
11
4
Waterkwantiteit
4.1
4.1.1
Beleid
Waterverordening Zuid-Holland (zie hoofdstuk 1)
In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast vastgesteld. Deze normen bestaan uit een
wenselijk geacht beschermingsniveau waarop regionale wateren moeten zijn ingericht en hebben betrekking op
de berging- en afvoercapaciteit. De normen voor wateroverlast zijn verschillend per vorm van landgebruik en zijn
gerelateerd aan de economische waarde van landgebruik en de te verwachte schade bij overstromingen. Voor
het glastuinbouwgebied is het gewenste beschermingsniveau vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een
maaiveldcriterium van 1%. Dit betekent dat er eens in de 50 jaar kans op wateroverlast vanuit het oppervlak
plaats mag vinden. In Tabel 2 zijn de normen voor wateroverlast weergegeven voor de verschillende vormen van
landgebruik.
Tabel 2: normen wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik (Waterverordening Zuid-Holland).
Norm gerelateerd aan vorm van landgebruik
Binnen bebouwde
Bebouwd gebied
Kom
Overig gebied
Hoofdinfrastructuur en spoorwegen
Glastuinbouw en hoogwaardige
Buiten bebouwde
land- en tuinbouw
Kom
Akkerbouw
Grasland
4.1.2
Norm
1/100
1/10
1/100
1/50
Maaiveldcriterium
0%
5%
0%
1%
1/25
1/10
1%
5%
Waterbeheerplan Delfland 2010-2015
In het waterbeheerplan is opgenomen wat er de komende periode op het Hoogheemraadschap van Delfland
afkomt, wat de doelen zijn, welke strategische keuzes daaraan ten grondslag liggen en wat de financiële
consequenties zijn. De ambities bestaan uit o.a.:
• Voldoen aan NBW normen (gelijk aan de normen uit de provinciale waterverordening) voor
waterveiligheid: voldoende berging en onverhard oppervlak;
• Een doelmatiger, transparanter en duurzamer beheer van de afvalwaterketen;
• Realiseren van de wateropgave integraal, gebiedsgericht en in samenwerking met anderen;
• Innovatief en duurzaam werken.
Het beoogde resultaat is uitgewerkt in concrete maatregelen in het uitvoeringsprogramma van het
Waterbeheerplan.
4.1.3
Afvoer- en bergingscapaciteit Delfland
In 2002 heeft het Hoogheemraadschap van Delfland de landelijke beschermingsniveaus (zoals ook vermeld in de
Waterverordening Zuid-Holland) vertaald naar normen voor de benodigde afvoer- en bergingscapaciteit in de
boezem en de polders (normen ABC-Delfland). Het beschermingsniveau voor glastuinbouwgebied van 1/50 jaar
is bijvoorbeeld vertaald in een ABC-bergingsnorm van 325 m3/ha. Belangrijke uitgangspunten die aan de
bergingsnormen van Delfland ten grondslag liggen zijn: percentage verhard oppervlak, het type
rioleringssysteem, de afvoercapaciteit (bemalingsnorm) en de bodemopbouw. Bij de bergingsnorm voor het
glastuinbouwgebied is uitgegaan van een percentage onverhard oppervlak van 25 %. Dit onverharde oppervlak
zorgt ervoor dat hemelwater kan worden vastgehouden (infiltreren in de bodem) daar waar het valt en vertraagd
wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater waardoor de piekafvoer minder groot is. De ABC-bemalingsnorm voor
verhard oppervlak (geldend voor het glastuinbouwgebied) is vastgesteld op 28,8 mm/d. In Tabel 3 zijn de ABC
bemalingsnormen weergegeven voor onverhard en verhard oppervlak. Tabel 4 geeft de ABC Bergingsnormen
weer voor verschillend landgebruik met de daarbij behorende uitgangspunten voor het percentage verhard en
onverhard oppervlak.
Tabel 3: Bemalingsnormen voor toetsing gemaalcapaciteit
Bemalingsnorm
14,4 mm/d (10 m3/min.100ha)
28,8 mm/d (10 m3/min.100ha)
Onverhard oppervlak
Verhard oppervlak
Tabel 4: ABC Bergingsnormen bij verschillend landgebruik
Landgebruik
Beschermingsniveau
Grasland
Akkerbouw
1/10
1/25
Faalcriterium
Laagste
maaiveld
5%
1%
Verhard
oppervlak
Onverhard
oppervlak
ABC bergingsnorm
0%
5%
100%
95%
170 m3/ha
275 m3/ha
(17,0 mm)
(27,5 mm)
12
Glastuinbouw
Stedelijk gebied
Bedrijventerrein
Overstortbemalingsgebieden
•
•
•
•
4.1.4
1/50
1/100
1/100
1/100
1%
0%
0%
-
75%
50%
80%
-
25%
50%
20%
-
325 m3/ha (32,5 mm)
325 m3/ha (32,5 mm)
550 m3/ha (55,0 mm)
200 m3/ha (20,0 mm)
- Pompovercapaciteit
5mm/uur
NBW: bij nieuwe ontwikkelingen en herinrichtingprojecten moet het systeem op orde zijn of blijven voor
wateroverlast en –tekort.
Bij de keurvergunning/watervergunning geldt voor wateroverlast het principe ‘Dempen is graven’.
Volgens de ‘Beleidsregels Dempen en Graven’ (Delfland, 2009) wordt er als er tot dempen van wordt
overgegaan vervangend oppervlaktewater gegraven, zodanig dat de aanwezige wateroppervlakte
minimaal gelijk blijft.
Delfland gaat er van uit dat het hoofdwatersysteem van de boezem en polder in de voorschriften en op
de plankaart als zodanig zal worden opgenomen en bestemd.
Algemeen principe ‘Vasthouden, bergen en afvoeren’. Aangezien water zich niet houdt aan
waterschaps- of gemeentegrenzen is samenwerking nodig om te voorkomen dat problemen worden
afgewenteld of doorgegeven. Hiertoe zullen maatregelen om wateroverlast te voorkomen genomen
worden volgens de voorkeursvolgorde: vasthouden, bergen en afvoeren (zie ook Kaderdocument
Vasthouden en Bergen, Delfland, 2008). De primaire de verantwoordelijkheden met betrekking tot het
verwerken van hemelwater is aangegeven in het kader ‘wie doet wat’, opgenomen in paragraaf 1.2.
Oog voor lokale omstandigheden
Feitelijke lokale omstandigheden vragen om gebiedsgericht maatwerk voor het behalen van het gewenste
beschermingsniveau. Bijvoorbeeld wanneer het percentage onverhard oppervlak binnen het gebied zeer groot of
zeer klein is, of waar er niet op conventionele wijze (aanleg van oppervlakte water) aan het gewenste
beschermingsniveau kan worden voldaan. Delfland, de gemeente Westland en de initiatiefnemer zullen dan in
intensieve samenwerking de mogelijkheden bekijken voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau.
Bij geen mogelijkheid tot conventionele maatregelen zal bijvoorbeeld gekeken worden naar (andere) vasthoud(bijv. collectieve gietwaterbassins), bergings- en afvoermaatregelen. In de proeftuinen Waalblok en Oranjepolder
is met gebiedsgericht maatwerk ervaring opgedaan, dat als voorbeeld gebruikt kan worden voor andere
projecten.
Een belangrijk punt van aandacht is het voorkomen van een toename van de kans op wateroverlast door
bijvoorbeeld een toename van verharding binnen een waterstaatkundige eenheid met onvoldoende
bergingscapaciteit. Dit geldt ook voor toename van verharding binnen bestaande functies. Dit knelpunt is ook in
de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' van gemeente Westland en Delfland opgenomen.
Door de gemeente Westland wordt, in overleg met Delfland, bekeken of en hoe in de voorschriften/bouwregels
voor de functie glastuinbouw nadere regels kunnen worden opgenomen ter voorkoming van de verdere
verslechtering van de waterhuishouding. Gedacht kan worden aan regels/maatregelen ten aanzien van minimale
vloerpeilen, waterbestendig bouwen, waterdoorlatende erf en parkeervoorzieningen, het onverhard inrichten van
vrije ruimtes (binnen de geldende afstandsmaten) en het voorkomen of compenseren van ongewenste toename
van verharding. Compenserende maatregelen en gebiedsgericht maatwerk-oplossingen kunnen bijdragen om op
het niveau van de waterstaatkundige eenheid een toename van de kans op wateroverlast te voorkomen.
4.2
Huidige situatie
De huidige situatie is per polder en voor het boezemgebied in kaart gebracht en bondig beschreven in de bijlage
van deze waterparagraaf. Dit geeft initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen inzicht in de wateropgave van
het betreffende gebied.
In algemene zin kan worden gesteld dat er nog een forse waterbergingsopgave is in het Westland en dat de
oplossing in samenwerking tussen partijen tot stand moet worden gebracht. Dat betekent, zoals ook omschreven
in paragraaf 1.2 dat alle partijen hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
Watersysteem
Het watersysteem binnen het beheersgebied van Delfland bestaat uit boezemland en polders. Het boezemland
binnen de gemeente Westland loopt onder vrij verval af op het boezemsysteem. De polders van Delfland vangen
het overtollige water op in sloten vanwaar het water naar de poldergemalen stroomt. De poldergemalen pompen
dit water naar de hoger gelegen boezem. De boezem is het hooggelegen water dat functioneert als tussenstap
voor de afvoer van polderwater naar het buitenwater (Noordzee en Nieuwe Waterweg). Een uitgebreid stelsel van
boezemwatergangen brengt het water tot aan de randen van het gebied van Delfland. Dezelfde
boezemwatergangen worden vooral in de zomer gebruikt voor het aanvoeren van water naar polders en naar het
boezemland. Met behulp van de boezemgemalen van Delfland wordt het water van de boezem op peil gehouden,
zowel in aanvoer- als in afvoersituaties. Het boezemland en de polders worden beschermd door verscheidene
waterkeringen.
13
Boezem
Wanneer de ABC-boezem maatregelen van ABC-Delfland zijn uitgevoerd (momenteel zijn er nog 4 resterende
projecten), zijn de bergingsdoelstellingen voor het boezemland voorlopig bereikt. Vervolgens is het van belang
dat de dan nog aanwezige hoeveelheid open water behouden blijft en dat het verharde oppervlak niet zonder
compenserende/ mitigerende maatregelen toeneemt. Daarnaast vraagt het onttrekken van gebieden aan de
polder en het toevoegen van deze gebieden aan het boezemland aandacht voor het handhaven van het
beschermingsniveau van de boezem. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de bergingsopgave in de polders
om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog meer ruimte voor waterberging
nodig, om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te kunnen bieden. Kansen die zich voordoen in de boezem,
zullen hierop vooruitlopend serieus in overweging worden genomen en worden afgewogen op bijdrage aan de
totale waterproblematiek, ook wanneer de oplossing in de polders nog niet volledig gerealiseerd is.
In het boezemgebied binnen de gemeente Westland geldt het streefpeil van NAP -0,43m en een maximaal
toelaatbare peilstijging van 0,35m.
Delfland gaat ervan uit dat de boezemwatergangen die behoren tot het primaire watersysteem in de voorschriften
en op de plankaart van het bestemmingsplan worden opgenomen en als ‘water’ worden bestemd. En dat voor
ontwikkelingen die een wijziging van het (primaire) watersysteem beogen een adviesverplichting van de
waterbeheerder in de voorschriften zal worden opgenomen. Daarnaast is er voor werkzaamheden in of nabij een
watergang een watervergunning vereist.
Polders
Delfland gaat ervan uit dat de polderwatergangen die behoren tot het primaire watersysteem in de voorschriften
en op de plankaart van het bestemmingsplan worden opgenomen en als ‘water’ bestemd. Daarnaast is er voor
werkzaamheden in of nabij een watergang een watervergunning vereist.
Tabel 5: Totale bergingsopgave en een indicatie van de ruimtelijke opgave voor de polders geheel of gedeeltelijk gelegen binnen het
plangebied. (uitgangssituatie sept. 2008)
Polder
Totaal
Ruimtelijke opgave
Geheel
opmerking
bergingstekort
(m2) (indicatie,
binnen
3
(m )
uitgaande van 0,30 m
plangebied
peilstijging)
Westmade
11.000
36.667
Zwartenhoek
1.500
5.000
X
gewenst boezemland
Dijkpolder (Poeldijk)
24.600
82.000
Wippolder
13.800
46.000
Oud- en nieuw
35.350
117.833
Wateringveldsche polder
Oude en nieuwe Broekpolder
13.500
45.000
Boschpolder
8.900
29.667
Het Waalblok
11.250
37.500
X
Polder Nieuwland en
22.500
75.000
Noordland
Heen en Geestvaartpolder
14.300
47.667
Het Oudeland
4.500
15.000
Staalduinen
7.200
24.000
Het Olieblok
11.000
3.667
X
Vlietpolder
15.000
50.000
Oranjepolder
91.500
305.000
Oude Lierpolder
29.000
96.667
Groeneveldse polder
19.500
65.000
Hoefpolder
6.700
22.333
Kralingerpolder
92.100
307.000
Opgave geldt voor Kralingerpolder,
Dorppolder noord en Oude
Campspolder
Dorppolder
19.800
66.000
Opgave geldt voor Dorppolder zuid
4.3
Gewenste toekomstige situatie
Binnen het thema waterkwantiteit zijn een aantal uitgangspunten van kracht. Zo dienen
dempingen volledig te worden gecompenseerd. Uit de ABC-studies van Delfland is gebleken dat
voor veel van de polders in gemeente Westland extra waterbergingscapaciteit benodigd is.
De herstructurering biedt kansen om het bergingstekort in te vullen of te verkleinen. In de praktijk betekent dit dat
hier invulling aan gegeven wordt bij eht verlenen van een omgevingsvergunning, watervergunning of een
bestemmingsplanwijziging. Gebiedsgericht maatwerk is nodig wanneer het inpassen van de bergingsnorm (325
3
m /ha) niet op conventionele manier (aanleg open water) mogelijk en afdwingbaar is. Dit is in gevallen waarbij de
14
uitgangspunten in de praktijk (het gebied) sterk afwijken van de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het
bepalen van de norm. Denk hierbij aan een zeer groot of zeer klein percentage verhard oppervlak, In deze
situaties moet er gebiedsgericht maatwerk geleverd worden waarbij het er uiteindelijk om gaat om het
beschermingsniveau voor het glastuinbouwgebied van een kans op wateroverlast van eens in de 50 jaar te
behalen.
Bij het toepassen van gebiedsgericht maatwerk om uiteindelijk het gewenste beschermingsniveau te behalen is
het aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het plangebied een bui die eens in de 50 jaar
(beschermingsniveau voor glastuinbouwgebieden) valt kan verwerken. Deze 1/50 bui houdt in dat er 101 mm
neerslag in 48 uur valt. Indien gemotiveerd afgeweken kan worden, zal het Hoogheemraadschap van Delfland
vanuit haar adviesrol in intensieve samenwerking met de initiatiefnemer de mogelijkheden bekijken voor het
gebiedgerichte maatwerk. Bij voorkeur doet Delfland dit aan de hand van watergebiedsstudies, die een actueel
beeld geven van de waterproblematiek en waardoor er in overleg met de glastuinbouwsector naar meer
gebiedsgerichte oplossingen kan worden gezocht. Ervaring met het toepassen van gebiedsgericht maatwerk is
onder andere opgedaan in de proeftuinen Waalblok en Oranjepolder.
Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingniveau en verbetering van de waterhuishouding te
kunnen behalen zijn doorgaans diverse maatregelen nodig. Een aantal mogelijke maatregelen zijn hieronder
genoemd.
Kansen benutten voor verbeteren waterhuishouding en het behalen van het gewenste
beschermingsniveau in het kader van de herstructurering
-
-
-
Houd de laagst gelegen delen van het peilgebied vrij van schadegevoelige bebouwing. Delfland raadt dit
aan vanwege de kans op wateroverlast. Wordt hier toch gebouwd, neem dan aanvullende maatregelen.
Bijvoorbeeld waterdicht bouwen tot een minimale hoogte van 0,60 m boven hoogst aanliggend waterpeil
of het hanteren van een minimaal vloerpeil van 0,60 m boven het hoogst aanliggend waterpeil.
Geef groene en blauwe functies een plek op de laagste delen van het plangebied.
Zorg dat kwetsbare functies, zoals nutsvoorzieningen, bedrijfsruimten, laad en los plaatsen,
uitstroompunten van terreinriolering, lozingsbuizen van onderbemalingen, etc. altijd beschikken over
voldoende drooglegging (waterdicht bouwen tot/ vloerpeil van minimaal 0,6 meter boven hoogst
aanliggende waterpeil);
Kies de peilhoogte voor gebouwen en constructies zodanig dat ook bij maximale waterstanden hier geen
schade aan optreedt.
Zorg dat functies met een hoger beschermingsniveau dan glastuinbouw (bijvoorbeeld woningbouw) ook
daadwerkelijk hoger liggen binnen het plangebied.
Maak in het ontwerp een zo hoog mogelijke toelaatbare peilstijging mogelijk (0,6m).
Creëer voldoende ruimte voor de opvang van hemelwater in bassins (collectieve regenwateropvang).
Zorg dat in de zomerperiode voldoende ruimte in bassins aanwezig is om extra neerslagwater op te
kunnen vangen. Juist in de zomermaanden komen piekbuien voor!
Maatwerk ten aanzien van het volume van het door de perceeleigenaar op oppervlaktewater te lozen
hemelwater.
Maak maximaal gebruik van hemelwater, zodat de afhankelijkheid van de aanvoer van zoetwater in
droge perioden zo klein mogelijk is.
Positioneer waterbassins zodanig in het plan, dat lozingen vanuit het bassin alleen op watergangen met
voldoende capaciteit plaatsvindt. Voorkom met het kiezen van lozingspunten dat elders in de afwatering
wateroverlast optreedt
Voor functies met een hoger wenselijk beschermingsniveau dan die van het omliggende landgebruik is
het wenselijk maatregelen te nemen om dit beschermingsniveau te behalen.
Laat de verharding niet toenemen zonder deze te compenseren in waterberging.
Zorg dat er voldoende onverhard gebied per peilvak aanwezig is, compenseer toename verharding.
Pas verharding (oprit, parkeerterrein) zoveel mogelijk in doorlatende vorm toe.
Bekijk mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik; bouwen op water, waterberging onder kassen.
Vraag Delfland om advies bij de uitwerking van deze aandachtspunten!
Vasthouden, bergen en afvoeren
Aangezien water zich niet houdt aan waterschaps- of gemeentegrenzen is samenwerking nodig om te voorkomen
dat problemen worden afgewenteld of doorgegeven. Hiertoe worden maatregelen om wateroverlast te voorkomen
genomen volgens de voorkeursvolgorde; vasthouden, bergen en afvoeren, zoals dat ook is beschreven in
paragraaf 1.2.9.
In de bijlage zijn factsheets opgenomen met een beschrijving van het boezemgebied en van de verschillende
polders. In deze factsheets wordt ingegaan op de hoofdwaterstructuur, knelpunten, oplossingsrichtingen en
mogelijke vervolg acties. Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar het Waterplan ‘Westlands Water
Nu en Later’ (2008) en de daarbij behorende waterstructuurvisie. Bij herstructurering is het gewenst met de
maatregelen en oplossingsrichtingen rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten. Door middel van
15
het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in de voorschriften van het bestemmingsplan kunnen maatregelen
in de looptijd van het bestemmingsplan ruimtelijk worden vastgelegd.
16
5
Watersysteemkwaliteit en ecologie
5.1
•
•
•
Beleid
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW): de KRW is in 2000 in werking getreden en bedoeld om te zorgen
voor een goede chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem. De KRW doelstellingen zijn
gericht op het voorkomen van achteruitgang (behalen standstill) en het streven naar verbeteren van de
ecologische (verbetering tot aan GEP, Gewenst Ecologisch Potentieel) en chemische toestand.
Bestuursovereenkomst KRW Delfland: in de Bestuursovereenkomst KRW Delfland hebben betrokken
partijen afspraken gemaakt over te nemen maatregelen en verantwoordelijkheden voor de aanpak in het
beheersgebied van Delfland. Deze bestuursovereenkomst onderstreept de bestuurlijke samenwerking
tussen de provincie, het waterschap, gemeenten en het stadsgewest Haaglanden.
In figuur 5 zijn de KRW Waterlichamen binnen Delfland weergegeven. In de gemeente Westland ligt het
KRW-waterlichaam de Westboezem welke in deze figuur met een lichtblauwe lijn is aangegeven.
Verschillende boezemwatergangen welke behoren tot het KRW-waterlichaam de Westboezem liggen
binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied.
Figuur 5: KRW Waterlichamen binnen Delfland. Het gedeeltelijk binnen het plangebied gelegen KRW-lichaam de Westboezem is met een
lichtblauwe lijn aangegeven.
De KRW opgave voor een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde
stoffen. In de bestuursovereenkomst zijn hiertoe diverse maatregelen opgenomen. Voor het glastuinbouwgebied
zijn er als aanvullende maatregel landelijke emissienormen vastgesteld en wordt er gestreefd naar het voorkomen
van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater.
De KRW maatregelen ten aanzien van de ecologische waterkwaliteit bestaan uit het aanleggen van
natuurvriendelijke oevers, het aanleggen van paaiplaatsen en het vispasseerbaar maken van kunstwerken.
Onderdeel van de bestuursovereenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om
invulling te geven aan de ruimtelijke KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt
onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld. In het Waterplan
Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden aangelegd. En als er
geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen moeten worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke ontwikkelingen
niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze waterlichamen.
17
5.2
Huidige situatie
De waterkwaliteit in Westland is de laatste jaren verbeterd, maar voldoet nog niet aan de geldende
milieukwaliteitsnormen. De huidige chemische waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm. MTR staat voor het
Maximaal Toelaatbaar Risico. De oorzaken van het niet voldoen aan deze normen zijn:
•
proceswater van bedrijven;
•
overstorten van de gemeentelijke riolering;
•
diffuse bronnen van huishoudens, bedrijven en verkeer;
•
kwel vanuit en inzijging naar het grondwater.
Daarnaast voldoet de huidige ecologische waterkwaliteit niet aan de norm, het GEP. GEP staat voor Goed
Ecologisch Potentieel en is de benodigde score waaraan de ecologische indicatoren moeten voldoen. De
ecologische indicatoren zijn algen, kleine ongewervelde waterdieren, waterplanten en vissen. De oorzaken van
het niet voldoen aan deze score zijn:
• het onvoldoende aanwezig zijn van geschikte plekken voor plantengroei;
• Het onvoldoende aanwezig zijn van geschikte plekken voor het paaien en opgroeien van vis en
onvoldoende mogelijkheden voor vismigratie;
• Het beheer en onderhoud zijn nog onvoldoende afgestemd op de eisen die water- en oeverplanten,
vissen en andere waterdieren stellen aan hun leefomgeving;
• De concentraties van verontreinigende stoffen zijn te hoog voor de ontwikkeling van een gezond
aquatisch ecosysteem . Hierbij vormen de nutriënten stikstof en fosfor het grootste probleem.
De feitelijke ruimtelijke KRW-opgave ligt in de inrichting van de boezemkanalen. Deze ruimtelijke opgave voor de
KRW is fors. In het beheersgebied van Delfland zal ruimte gemaakt moeten worden om de ecologische kwaliteit
van het oppervlaktewater te verbeteren. Een uitdagende opgave die in het overvolle gebied van Delfland op dit
moment nog niet overal gerealiseerd kan worden.
5.3
Gewenste toekomstige situatie
Ook op het gebied van waterkwaliteit wordt er al flink wat gedaan om de situatie te verbeteren. Een van de
belangrijkste projecten is het rioleringsplan waarbij de glastuinbouwbedrijven worden aangesloten op het
rioleringsstelsel. Daarnaast is Westland initiatiefnemer in diverse projecten waarbij wordt gewerkt aan een
verbetering van zowel de waterkwantiteit als de waterkwaliteit (Waalblok, ONW locaties). Ook de
glastuinbouwsector draagt bij aan de verbetering door te gaan voldoen aan emissiedoelstellingen die onder
andere door de glastuinbouwsector zelf worden gemaakt. Door uitvoering van deze projecten zal de (chemische)
waterkwaliteit aanzienlijk verbeteren.
Verbetering van de ecologie is een verplichting volgens de Europese Kaderrichtlijn Water. Landelijk zijn
referentiedoelstellingen geformuleerd voor het realiseren van de ecologische opgave in sloten en kanalen. De
rijksoverheid werkt aan een Algemene Maatregel van Bestuur waarin de doelstellingen worden vastgelegd. Zo
wordt onder andere geformuleerd dat vijfentwintig procent van het wateroppervlak bedekt moet zijn met
waterplanten, lees: natuurvriendelijke oevers. De meest optimale manier om dit te bereiken, is de aanleg van
natuurvriendelijke oevers over de totale lengte van de kanalen aan één zijde van de oever. Ook het aanleggen
van paaiplaatsen en vispassages behoren tot de maatregelen om de beoogde doelstellingen te bereiken.
18
Tabel 6: Breedte van de natuurvriendelijke oevers (nvo’s) voor de kanalen in het KRW-lichaam de Westboezem, benodigd aan één zijde
van het kanaal over een bepaalde lengte voor het bereiken van het GEP.
Kanalen in de
Westboezem
Boonervliet
Boschsloot
Bree- of
Lichtvoetswatering
Dulder
Gaag
Gantel
Groeneveldsche- of
Monsterwatering
Lee- of Lierwatering
Look
Lopend gat
Lots- of Harnaschwatering
Middelvliet
Middelwatering
Monstersevaart
Naaldwijkse vaart
Nieuwe tuindersvaart
Lengte aanleg
nvo (m)
5521
2298
2716
Breedte nvo
voor GEP (m)
12
2
7
1163
902
2787
2595
4
5
4
4
3610
2746
709
2582
3900
1890
736
2480
2500
6
2
2
2
7
3
4
3
2
Kanalen in de
Westboezem
Nieuwe Vaart
Nieuwe water
Noordhoornsche Watering
Noordvliet
Oostgaag
Oranjekanaal
Poelwatering
s’Gravenzandse vaart
Strijp
Verlengde Strijp
Vlaardingervaart
Vlotwatering
Wennetjessloot
Westgaag of Spartelvaart
Zijde
Zuidgaag
Zweth
Zwethkanaal
Lengte aanleg
nvo (m)
4686
9068
915
3939
3515
2758
2613
1750
6180
1619
4301
2415
2000
3443
2768
2843
2375
3819
Breedte nvo
voor GEP (m)
3
4
3
6
4
6
3
3
3
4
12
4
3
2
5
3
4
4
Daarnaast moeten ook verontreinigende activiteiten zoals lozing van vervuild afvalwater vanuit de glastuinbouw
en het gebruik van uitlogende- of bitumineuze materialen voorkomen worden.
In het kader van de herstructurering van het glastuinbouwgebied zullen er zoveel mogelijk kansen worden benut
voor het verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Naast de KRW maatregelen zijn daarbij de
volgende aandachtspunten uit oogpunt van waterkwaliteit:
• Voorkomen van diffuse lozingen vanuit de glastuinbouw.
• Negatieve effecten van lozingen aanpakken door zorgen voor verbetering van aan- en afvoer van
oppervlaktewater nabij lozingspunten en voor lozingspunten de juiste locatie kiezen.
• Grotere opvangvoorziening regenwater en langer hergebruik van het water.
• Aanleg Collectieve gietwatervoorzieningen waarbij het mogelijk is om op rendabele wijze geavanceerde
gietwaterbereidingstechnieken als membraanfiltratie toe gepast kunnen worden door de
schaalvergroting en collectieve financiering.
• Gebruik CAD-systeem waardoor er mogelijkheden ontstaan voor hergebruik van bedrijfsafvalwater.
• Aanleggen van drukriolering in het buitengebied waardoor bedrijven hun afvalwater kunnen lozen zonder
dat er hierdoor waterkwaliteitsproblemen ontstaan door riooloverstorten.
• Hemelwater van schone oppervlakken afkoppelen en (vertraagd) afvoeren richting het oppervlaktewater.
19
6
Onderhoud en bagger
6.1
Beleid
Het beheer en onderhoud van de watergangen binnen het plangebied is vastgelegd in de Delflandse keur. Het
onderhoud van hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van
de overige watergangen is in handen van aangelanden. Het primaire watersysteem inclusief de
onderhoudsstroken zijn vastgelegd in de legger wateren. De volgende uitgangspunten zijn in dit verband relevant:
• Leg bij nieuwe projecten de onderhoudsstrook aan als een doorgaand berijdbaar onderhoudspad, vrij
van obstakels en bebouwing, dat vanaf de openbare weg bereikbaar is. Zorg bij nieuw aan te leggen
watergangen voor voldoende ruimte op de oevers om de baggerspecie te kunnen bergen.
• Wanneer de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, overleg dan met
Delfland.
• Voor de watergangen die door Delfland moeten worden onderhouden geldt een ruimtereservering voor
onderhoud. De ruimtereservering voor het onderhoud meet Delfland vanaf de insteek. In de meeste
gevallen is echter de oever-waterlijn wel bekend, maar de insteek niet. Delfland hanteert de vuistregel
dat de insteek 1 m buiten de oever-waterlijn ligt (zie figuur 6). Een uitzondering hierop zijn
natuurvriendelijke oevers, Delfland vraagt dat deze oevers geheel de bestemming water krijgen.
• Beheer, onderhoud en inspectie van de waterkering, die door Delfland wordt onderhouden, moet te allen
tijde mogelijk zijn.
onderhoudsstrook: 4 m
(onderhoudsmateriaal)
onderhoudsstrook: 4 m
(onderhoudsmateriaal)
insteek tot insteek
(bestemmen als water)
1m
1m
breedte op schouwpeil
onderhoudsstrook: 1 m
(schouw en inspectie)
bergingsstrook: 1 m
(schouw en inspectie)
Figuur 6: Principe schets ruimtereservering onderhoud primaire watergangen.
Watergangen en kunstwerken worden zoveel mogelijk rijdend onderhouden vanwege uitvoeringstechnische en
financiële aspecten. Voor onderhoud vanaf de kant zijn onderhoudsstroken noodzakelijk voor
onderhoudsmateriaal en werkruimte. Wanneer binnen deze onderhoudsstroken wordt gebouwd moet contact te
worden opgenomen met team Regulering en Planadvisering van de sector Vergunning en Handhaving van
Delfland.
Bij de aanleg van nieuwe wateren en verbreden van bestaande wateren gelden de volgende breedtes van
onderhoudsstroken:
1. Bij wateren met een breedte tot 5 meter (gemeten op de waterlijn) is een onderhoudsstrook van 4 m aan één
zijde voldoende. De (onderhouds)strook aan de andere zijde kan 1 m breed zijn.
2. Wateren met een breedte tussen de 5 en 10 meter moet Delfland aan beide kanten kunnen onderhouden.
Hiervoor zijn aan weerszijden van de hoofdwatergang onderhoudsstroken met een breedte van 4 meter
nodig.
3. Wateren met een breedte groter dan 10 meter (of die met vergunning breder worden gemaakt), moeten
varend onderhouden kunnen worden. Ook wateren waar de aanliggende perceeleigenaren de
onderhoudsstrook van 4 meter willen benutten moeten varend onderhouden kunnen worden. Dit komt
bijvoorbeeld voor als dicht op de insteek wordt gebouwd (in overleg met Delfland). Voor varend onderhoud
zijn onderhoudsstroken nodig van 1 meter aan beide zijden van de watergang. Delfland stelt de volgende
eisen aan het traject dat varend onderhouden wordt:
•
Lengte traject: ten minste 500 m.
•
Minimale breedte watergang: 3,50 meter (gemeten op de waterlijn).
•
Minimale diepte watergang: 1 meter.
•
Minimale doorvaarbare hoogte: 1m.
4. Langs een nieuw aan te leggen natuurvriendelijke oever met plasberm, drasberm of vooroever is een
onderhoudsstrook van 4 meter aanwezig.
20
Natuurvriendelijke oevers worden buiten het bestaande doorstroomprofiel aangelegd. In geval van nieuw te
graven water is dat buiten het minimale doorstroomprofiel.
Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot
en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem.
6.2
Huidige situatie
Delfland is verantwoordelijk voor het onderhoud van het primaire watersysteem en de waterkeringen. Het
onderhoud van de overige watergangen is in handen van aangelanden. Voor het noodzakelijke beheer en
onderhoud van het watersysteem is ruimte nodig in de vorm van onderhoudsstroken, zoals deze zijn aangegeven
in paragraaf 6.1. De exacte afmetingen van het primaire en secundaire watersysteem inclusief de
onderhoudsstroken zijn vastgelegd in de legger wateren.
In het beheersgebied van Delfland bestaat formeel de ontvangstplicht voor baggerspecie. Deze houdt in dat
eigenaren van oeverpercelen ruimte vrij houden voor onderhoudsspecie. In bestaande glastuinbouwlocaties
ontbreekt hiervoor vaak de fysieke ruimte. In deze gevallen wordt de specie afgevoerd naar een rijpingsdepot dat
de gemeente aanwijst.
Delfland reguleert in zijn beheersgebied het onderhoudsbaggeren door middel van het zogenoemde
baggervakkensysteem. Zij die een baggerverplichting hebben moeten die plicht synchroon met het systeem
vervullen. Delfland baggert zelf de boezemkanalen (primaire boezemwateren), veruit de meeste secundaire en
tertiaire boezemwatergangen, alle primaire watergangen in polders en alle dijksloten. De resterende watergangen
(met status overige polderwateren) vallen onder de onderhoudsplicht van de aangelanden. Binnen het plangebied
liggen verscheidene baggervakken. In het Baggerprogramma is voor elk baggervak aangegeven in welk
baggerseizoen (dit is een winterseizoen) dit vak aan de beurt is. In dat seizoen worden alle in dat vak gelegen
watergangen gebaggerd, voor zover zij zijn verondiept. In principe is acht jaar later de eerstvolgende
controlebeurt om gebaggerd te worden.
6.3
Gewenste toekomstige situatie
Bij herstructurering wordt geadviseerd om rekening te houden met de benodigde onderhoudsstroken zoals in
paragraaf 6.1 zijn aangegeven. Delfland adviseert de onderhoudsstrook aan te leggen als een doorgaand
berijdbaar onderhoudspad, vrij van obstakels en bebouwing, dat vanaf de openbare weg bereikbaar is. Voor
werkzaamheden in of nabij een watergang een watervergunning vereist. Daarnaast adviseert Delfland om bij
nieuw aan te leggen watergangen te zorgen voor voldoende ruimte op de oevers om de baggerspecie te kunnen
bergen.
Wanneer de richtlijnen voor onderhoudsstroken zoals deze in paragraaf 6.1 zijn aangegeven niet of moeilijk
realiseerbaar zijn, wordt verzocht in overleg te treden met Delfland over alternatieven.
21
7
Afvalwater en riolering
7.1
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan
In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de
beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit
van beleid en voortgangsbewaking.
7.2
Huidige situatie
Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het gemeentelijke
rioleringstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij vervalriolering en CADsysteem.
Om de ongezuiverde afvalwaterlozingen in het buitengebied te saneren wordt drukriolering aangelegd, wordt
vacuümriolering omgebouwd en/of wordt gebruik gemaakt van het bestaande CADsysteem. Eind 2011 zijn
volgens planning alle gebieden voorzien van riolering of een rioleringsalternatief. Vervolgens hebben de bedrijven
nog 3 jaar na ontvangst van de aansluitvergunning de tijd om feitelijk aan te sluiten op de riolering.
De drukriolering en de vacuümriolering zijn specifiek ontworpen om proceswater en huishoudelijk afvalwater in te
zamelen en af te voeren. Voor overige waterstromen gelden voorschriften, zoals dat het hemelwater verwerkt
moet worden op eigen terrein of rechtstreeks naar het oppervlaktewater moet worden getransporteerd, waar
kwaliteitseisen voor zijn. Ook moet in een buffervoorziening (een deel van) het bedrijfsafvalwater opgeslagen
worden en daarna –met behulp van het telemetriesysteem- gefaseerd op de riolering worden geloosd. Deze
voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Glastuinbouw (2002).
In het glastuinbouwgebied is voornamelijk drukriolering en CADsysteem aanwezig. In het glastuinbouwgebied is
mogelijk op enkele locaties nog een vrij vervalrioolstelsel of een vacuümriolering aanwezig. Op de drukriolering,
CADsysteem en vacuüm riolering mag uitsluitend bedrijfs-en huishoudelijk afval worden aangesloten.
Hemelwater moet (zo nodig gezuiverd) afgekoppeld worden naar het oppervlaktewater.
Het CADsysteem is een particulier leidingstelsel in een aantal gebieden in het buitengebied dat sinds oktober
2007 de status van "openbare riolering" heeft gekregen. Indirect is dit stelsel in beheer is bij de gemeente. Het
stelsel is oorspronkelijk aangelegd voor de afvoer van drainagewater vanuit glastuinbouwbedrijven. Onder
voorwaarden is het mogelijk om ook woningen op dit stelsel aan te sluiten. Vanwege de capaciteit van het
CADsysteem is het bij dit stelsel niet noodzakelijk om bedrijfsafvalwater in een buffervoorziening op te slaan.
7.3
Gewenste toekomstige situatie
Door het centraal aansturen van alle gemalen en drukrioleringspompen wordt de afvoer- en bergingscapaciteiten
van de bestaande rioleringssystemen geoptimaliseerd. Als het systeem centraal wordt aangestuurd kan in de
nachtelijke uren, als er weinig aanbod van huishoudelijk afvalwater is, de overcapaciteit gebruikt worden voor het
gebufferde bedrijfsafvalwater (in particuliere afvalwaterbuffers).
Het is noodzakelijk dat in overleg met de gemeente de aansluitingen worden gerealiseerd en dat geen grotere
3
hoeveelheid wordt geloosd als waar vergunning voor verkregen is (maximaal 0,5 m /ha per uur).
Uit de 'Verkenning oplossingsrichtingen wateroverlast Westland' is gebleken dat de gemeente regels kan
opstellen ten aanzien van kwantiteitsaspecten, welke gericht zijn op de capaciteit van de gemeentelijke
voorziening voor de inzameling en transport van afvalwater. De mogelijkheden hiervan worden door de
Gemeente Westland en Delfland verkend.
Een voorbeeld hierbij is een maatregel waarin gesteld kan worden dat er tot maximaal de gemaalcapaciteit
afgevoerd mag worden, gekoppeld aan een juiste positionering. Op basis van maatwerk kan besloten worden dat
er bepaalde lozingen direct op de boezem mogelijk worden gemaakt of dat het afvoeren van het water naar een
gebied met voldoende berging wordt voorgesteld.
Bij herstructurering zijn een aantal kansen of aandachtspunten waarmee rekening gehouden moet worden:
•
Het hanteren van de voorkeursvolgorde uit de Wet milieubeheer.
•
Hemelwater wordt gescheiden gehouden, tenzij het GRP aantoont dat dit niet doelmatig is.
•
Licht tot matig verontreinigd hemelwater (wegen) wordt afgevoerd via de passage van een medium
(doorlatende verharding, wadi, berm, etc.), of een gelijkwaardige zuiverende voorziening. Ook water dat
van het oppervlak van bijvoorbeeld laad- en losplaatsen en laadkuilen afstroomt wordt via een
zuiverende voorziening te afgekoppeld naar het oppervlaktewater.
•
Zwaar verontreinigd hemelwater (industrieterreinen en marktplaatsen) wordt via een verbeterd
gescheiden stelsel afgevoerd.
•
Grondwater wordt niet geloosd op het vuilwaterriool. In uitzonderlijk situaties kan gemotiveerd worden
afgeweken (bijvoorbeeld CADsysteem).
•
Grote veranderingen in de hoeveelheid afvalwater die aan het bestaande afvalwatertransportsysteem
en/of de achterliggende zuiveringtechnische werken worden aangeboden zijn ruim van te voren kenbaar
gemaakt aan Delfland.
22
•
•
Indien ontwikkelingen noodzaken tot het aanpassen van het bestaande afvalwatertransportsysteem
en/of de achterliggende zuiveringtechnische werken, zijn de kosten hiervan voor de initiatiefnemer.
Het voorkomen van Brijnlozingen. Brijnlozingen niet lozen op de riolering.
Verder zijn de volgende aandachtpunten relevant:
•
De kwantitatieve en kwalitatieve effecten van het lozen op oppervlakte water zijn in beeld gebracht.
•
Er is ruimte gereserveerd voor een (collectieve) gietwatervoorziening bij herstructurering glas.
•
Het zorgen voor zoveel mogelijk vasthouden van hemelwater op de locatie waar het valt (o.a. zo weinig
mogelijk verharding, doorlatende verharding, vegetatiedaken).
•
Het streven naar zo lang mogelijk (her)gebruik van het hemelwater.
•
Het rekening houden met uitgangspunten uit het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 20112015.
•
Het realiseren van voldoende gietwaterbassincapaciteit bij glastuinbouwbedrijven.
23
8
Resumé
8.1
Algemeen
De gemeente Westland heeft in samenwerking met het hoogheemraadschap van Delfland een waterparagraaf
opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland. Het bestemmingsplan is de
actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen van glastuinbouwgebieden en voorziet in het opnemen van
flexibiliteitsbepalingen en verruiming van de gebruiksmogelijkheden binnen de agrarische bestemming. Bij
herstructurering van de glastuinbouw is het verbeteren van het economisch perspectief van de bedrijven
essentieel. Daarnaast houdt de herstructurering van glastuinbouwgebieden ook in de verbetering van de weg- en
waterstructuur en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit.
Aan deze waterparagraaf liggen verschillende (beleid) stukken ten grondslag, zoals de provinciale
waterverordening Zuid-Holland, het Waterplan Westland, de Visie Greenport Westland 2020, de handreiking
Watertoets en het Waterbeheerplan Delfland 2010-2015.
Het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied Westland beslaat het gehele glastuinbouwgebied in het buitengebied
van de gemeente Westland. Het plangebied bestaat uit zowel boezemland als poldergebieden. In het Westland is
nog een forse waterbergingsopgave aanwezig waarvan de oplossing in samenwerking tussen de partijen tot
stand moet worden gebracht waarbij elke partij haar eigen verantwoordelijkheid moet nemen.
8.2
Veiligheid en waterkeringen
In de provinciale waterverordening is vastgelegd wat het gewenste veiligheidsniveau is van de regionale
waterkeringen. Delfland heeft in haar legger waterkeringen de ligging en de minimale afmetingen van de
waterkeringen vastgelegd. Rondom de waterkeringen is een keurzone vastgesteld, die bestaat uit een kernzone
en een beschermingszone. De keurzone wordt, conform de provinciale waterverordening, opgenomen op de
plankaart van het bestemmingsplan. Binnen deze zones zijn op basis van de Keur beperkingen gesteld aan
activiteiten die het waterkerende vermogen van de kering nu of in de toekomst kunnen beïnvloeden. Voor het
bouwen binnen de kernzone van een waterkering wordt in principe geen toestemming verleend, met uitzondering
van ongefundeerde kasgevels. Voor het bouwen of werken binnen de keurzone dient voor aanvang van de
werkzaamheden een watervergunning bij het Hoogheemraadschap van Delfland te worden aangevraagd.
Binnen het plangebied liggen diverse waterkeringen. De Zeewering is een primaire waterkering, gelegen langs de
Noordzeekust en langs de Nieuwe Waterweg. Daarnaast ligt de regionale waterkering de Maasdijk binnen het
plangebied en zijn er diverse boezem- en polderkaden aanwezig. Niet alle waterkeringen binnen het plangebied
voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen uit de Waterverordening Zuid-Holland. Delfland is momenteel bezig
met de toetsing van de waterkeringen en het uitvoeren van kadeverbeteringsprojecten.
In het kader van de herstructurering van glastuinbouwgebieden is het mogelijk kansen te benutten voor
verbetering van de waterkeringen. Over de gewenste of noodzakelijke aanpassingen en/of verleggingen van de
waterkering is overleg met Delfland benodigd. Bij ontwikkelingen binnen de keurzone van een waterkering moet
rekening worden gehouden met de randvoorwaarden vanuit de Keur. Daarnaast is het beheer en onderhoud van
de waterkeringen een punt van aandacht.
8.3
Waterkwantiteit
In de provinciale waterverordening zijn normen voor wateroverlast voor verschillende vormen van landgebruik
opgenomen. Deze normen bestaan uit een wenselijk geacht beschermingsniveau waarop het gebied moet zijn
ingericht. Delfland heeft deze normen vertaald naar normen voor de afvoer- en bergingscapaciteit in de boezem
en de polders (ABC-Delfland normen). Voor de bestemming glastuinbouw is het gewenste beschermingsniveau
vastgesteld op eens in de 50 jaar, met een maaiveldcriterium van 1%. Deze norm geldt ook voor agrarische
3
woningen. Dit beschermingsniveau is door Delfland vertaald naar een bergingsnorm van 325 m /ha, waarbij een
aantal randvoorwaarden (zoals verhardingspercentages) zijn gehanteerd. Feitelijke omstandigheden kunnen er
voor zorgen dat gebiedsgericht maatwerk nodig is voor het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Ook
binnen bestaande functies is toename van de verharding ongewenst als dat leidt tot een toename van de kans op
wateroverlast. Instrumenten en criteria om de toename van verharding te voorkomen worden verder verkend en
uitgewerkt. Dit geldt ook voor de mogelijkheden tot het voorkomen van wateroverlast door toename van
verharding binnen de bestaande grondgebruiksfuncties. . Voor het hele gebied geldt de beleidsregel ‘dempen is
graven’.
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied wordt niet voldaan aan de normen voor
wateroverlast. In het boezemland is nog een aantal resterende ABC-boezem maatregelen van ABC-Delfland uit
te voeren alvorens de bergingsdoeleinden voor het boezemland bereikt zijn. In de polders is een forse
bergingsopgave aanwezig. In het Waterplan ‘Westlands Water Nu en Later’ en in de, als bijlage aan deze
waterparagraaf toegevoegde, boezem en polder beschrijvingen zijn knelpunten, maatregelen en
24
oplossingsrichtingen aangegeven. Bij herstructurering is het gewenst met de maatregelen en oplossingsrichtingen
rekening te houden en zoveel mogelijk kansen te benutten voor het verbeteren van het watersysteem en de
waterveiligheid en het behalen van het gewenste beschermingsniveau. Gebiedsgericht maatwerk is nodig
3
wanneer het inpassen van de bergingsnorm (325 m /ha) niet op conventionele manier (aanleg open water)
mogelijk is. Om met gebiedsgericht maatwerk het gewenste beschermingsniveau te kunnen behalen zijn
doorgaans diverse maatregelen nodig. Hiervoor wordt door de gemeente Westland en Delfland in het kader van
de herstructurering gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen. Hiertoe is intensieve samenwerking
met de initiatiefnemer nodig om de mogelijkheden te bekijken. Als de maatregelen uit ABC-boezem en de
bergingsopgave in de polders om welke reden dan ook niet haalbaar blijken te zijn, is in het boezemland alsnog
meer ruimte voor waterberging nodig om dezelfde bescherming tegen wateroverlast te kunnen bieden. Kansen
die zich voor doen in de boezem, zullen hierop vooruitlopend serieus in overweging worden genomen en worden
afgewogen op bijdrage aan de totale waterproblematiek.
Voor het ontwikkelen van een overzicht van mogelijke instrumenten en oplossingsrichtingen voor het voorkomen
van wateroverlast is door de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland de adviesrapportage
‘Verkenning oplossingsrichtingen Wateroverlast Westland, Op weg naar een gezamenlijke aanpak’ (nov. 2010)
opgesteld. Hiermee is ook een basis gelegd voor het maken van afspraken over het in de praktijk toepassen van
kansrijke en haalbare oplossingsrichtingen en instrumenten. Op deze verkenning volgt het uitwerken van een
uitvoeringsstrategie.
8.4
Watersysteemkwaliteit en ecologie
In het Westland voldoet de waterkwaliteit niet aan de geldende milieukwaliteitsnormen. De huidige chemische
waterkwaliteit voldoet niet aan de MTR-norm (Maximaal Toelaatbaar Risico). Een van de oorzaken hiervan is de
lozing van proceswater van bedrijven op het oppervlaktewater. De huidige ecologische waterkwaliteit voldoet ook
niet aan de norm, het GEP (Goed Ecologisch Potentieel). De voornaamste oorzaken hiervan zijn het onvoldoende
aanwezig zijn van plantengroei, het onvoldoende afgestemd zijn van beheer en onderhoud met de ecologische
eisen en de hoge concentraties van verontreinigende stoffen.
In het Kader van de herstructurering wordt er gestreefd naar het zoveel mogelijk benutten van kansen voor het
verbeteren van de watersysteemkwaliteit en de ecologie. Bij het nemen van KRW maatregelen wordt met de
uitgangspunten rekening gehouden van de Bestuursovereenkomst KRW Delfland.
Het boezemsysteem van Delfland maakt onderdeel uit van de KRW waterlichamen. Delfland en gemeenten zijn in
de Bestuursovereenkomst KRW Delfland overeengekomen om de toestand van de waterlichamen te verbeteren.
Onderdeel van de Bestuursovereenkomst is dat daar waar langs waterlichamen ruimtelijke mogelijkheden zijn om
invulling te geven aan de KRW-opgave, deze worden benut, en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt
onderzocht of een deel van de ruimtelijke KRW-opgave hieraan kan worden gekoppeld.
Een goede chemische waterkwaliteit gaat over het terugdringen van de verontreinigde stoffen. Voor het
glastuinbouwgebied zijn als aanvullende maatregel landelijke emissienormen vastgesteld. Voor het verbeteren
van de waterkwaliteit wordt gestreefd naar het voorkomen van afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater en
het voorkomen van het gebruik van uitlogende- of bitumineuze materialen. In het kader van de herstructurering
van het glastuinbouwgebied zullen hiertoe zoveel mogelijk kansen worden benut. Het verbreed Gemeentelijk
RioleringsPlan (GRP) bevat het beleid voor de rioleringszorg en draagt bij aan het verbeteren van de
waterkwaliteit.
In het Waterplan Westland is aangegeven dat als er ruimte is, er een natuurvriendelijke oever moet worden
aangelegd. En als er geen ruimte is maar wel dynamiek, kansen worden benut. Daarnaast mogen ruimtelijke
ontwikkelingen niet leiden tot een verslechtering van de ecologische en chemische toestand van deze
waterlichamen.
8.5
Onderhoud en bagger
Het beheer en onderhoud van de bestaande situatie is vastgelegd in de Delflandse keur. Het onderhoud van
hoofdwatergangen is in handen van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het onderhoud van de overige
watergangen is in handen van aangelanden. In de legger wateren staat de onderhoudsplichtige benoemd.
Bijzonder onderhoud, door bagger, gebeurt onder verantwoordelijkheid van Delfland. In het Baggerprogramma tot
en met 2012 zijn de baggerwerkzaamheden aangegeven volgens het Delflands baggervlakkensysteem. Wanneer
de richtlijnen voor onderhoud en bagger niet of moeilijk realiseerbaar zijn, treedt de initiatiefnemer in overleg met
Delfland.
8.6
Afvalwater en riolering
In het verbreed GRP is het beleid voor de rioleringszorg beschreven. Dit kader is de basis voor de
beheeractiviteiten, het inspelen op nieuwe ontwikkelingen, interne en externe bestuurlijke afstemming, continuïteit
van beleid en voortgangsbewaking.
25
Het buitengebied van de gemeente Westland is op verschillende manieren aangesloten op het gemeentelijke
rioleringstelsel: door middel van drukriolering, vacuümriolering, vrij vervalriolering en CADsysteem. Om de
ongezuiverde afvalwaterlozingen te saneren wordt in de komende jaren het gehele buitengebied voorzien van
riolering of een rioleringsalternatief. Daarnaast geldt een aantal voorschriften, opgenomen in het Besluit
Glastuinbouw, zoals dat het hemelwater verwerkt moet worden op eigen terrein of naar het oppervlaktewater
moet worden getransporteerd, met bijbehorende kwaliteitseisen.
In het kader van de herstructurering zijn o.a. van belang het afkoppelen en vasthouden van hemelwater en het
voorkomen van vervuiling van het oppervlaktewater. Ook het aanleggen van verharding in waterdoorlatende
vorm, het zoveel mogelijk (her)gebruiken van hemelwater en het realiseren van voldoende
gietwaterbassincapaciteit bij glastuinbouwbedrijven zijn belangrijke aandachtspunten.
26
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 8.
CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN
Pagina 121
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 122
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 122
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 9.
INSPRAAK- EN OVERLEGREACTIES
Pagina 123
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 124
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE 10.
ZIENSWIJZEN
Pagina 125
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Pagina 126
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
Regels
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Inhoud van de regels
Regels
1
HOOFDSTUK I
INLEIDENDE REGELS
ARTIKEL 1
HOOFDSTUK I
22
Wijze van meten
22
de dakhelling
de goothoogte
de inhoud
de bouwhoogte
de oppervlakte
de hoogte van een windturbine
afstand
lengte van een aanlegsteiger
ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
Agrarisch - Glastuinbouw
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Wijzigingsbevoegdheid
ARTIKEL 5
5.1
Agrarisch
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
ARTIKEL 4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
9
INLEIDENDE REGELS
ARTIKEL 2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
Begrippen
9
Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten
Bestemmingsomschrijving
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
22
22
22
22
22
23
23
23
23
25
25
25
25
27
27
27
28
29
29
29
32
33
37
37
38
42
42
REGELS BESTEMMINGSPLAN
5.2
5.3
Bouwregels
Nadere eisen
ARTIKEL 6
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
45
46
47
48
49
49
Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf
51
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Wijzigingsbevoegdheid
51
51
53
53
54
55
55
ARTIKEL 8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
Detailhandel
60
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
60
60
62
62
63
Groen
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Afwijken van de gebruiksregels
ARTIKEL 11
11.1
11.2
11.3
11.4
11.5
56
56
56
58
58
59
ARTIKEL 10
10.1
10.2
10.3
Cultuur en ontspanning
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
ARTIKEL 9
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
44
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
ARTIKEL 7
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
Bedrijf
42
43
Horeca
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
64
64
64
64
65
65
65
67
67
68
REGELS BESTEMMINGSPLAN
ARTIKEL 12
12.1
12.2
12.3
12.4
12.5
ARTIKEL 13
13.1
13.2
13.3
13.4
13.5
73
74
75
75
76
77
77
77
78
78
78
79
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
81
81
82
82
82
Recreatie - Verblijfsrecreatie
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Recreatie - Volkstuinen
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Specifieke gebruiksregels
ARTIKEL 18
18.1
18.2
73
81
ARTIKEL 17
17.1
17.2
17.3
17.4
69
69
69
71
71
72
Recreatie
ARTIKEL 16
16.1
16.2
16.3
16.4
16.5
Natuur
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Afwijken van de gebruiksregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
ARTIKEL 15
15.1
15.2
15.3
15.4
15.5
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
ARTIKEL 14
14.1
14.2
14.3
14.4
14.5
14.6
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Sport
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
83
83
83
85
86
86
87
87
87
87
88
89
89
89
REGELS BESTEMMINGSPLAN
18.3
18.4
18.5
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
ARTIKEL 19
19.1
19.2
19.3
19.4
ARTIKEL 20
20.1
20.2
20.3
Wonen
97
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijking van de bouwregels
Specifieke gebruiksregels
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Afwijken van de bouwregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
ARTIKEL 25
25.1
25.2
25.3
Leiding - Gas
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Afwijken van de bouwregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
ARTIKEL 24
24.1
24.2
24.3
24.4
Wonen - Woonwagenstandplaats
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Specifieke gebruiksregels
ARTIKEL 23
23.1
23.2
23.3
23.4
95
95
95
96
ARTIKEL 22
22.1
22.2
22.3
22.4
Water
93
93
93
94
94
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
ARTIKEL 21
21.1
21.2
21.3
21.4
21.5
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Nadere eisen
Afwijken van de bouwregels
91
91
92
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
97
97
99
99
100
101
101
101
102
102
103
103
103
103
104
105
105
105
105
106
107
107
107
107
REGELS BESTEMMINGSPLAN
ARTIKEL 26
26.1
26.2
26.3
ARTIKEL 27
27.1
27.2
Waarde - Natuur
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
Bouwregels
HOOFDSTUK III
109
109
109
109
112
112
112
ALGEMENE REGELS
113
ARTIKEL 28
Anti-dubbeltelregel
113
ARTIKEL 29
Algemene bouwregels
114
29.1
29.2
29.3
29.4
Algemene regels voor afstanden
Algemene regels voor ondergronds bouwen
Algemene regels voor bouwwerken geen gebouwen zijnde
Ondergeschikte bouwdelen
ARTIKEL 30
30.1
30.2
Verbod op gebruik van gronden
Verbod op gebruik van bouwwerken
ARTIKEL 31
31.1
31.2
31.3
31.4
31.5
31.6
Algemene wijzigingsregels
Algemene wijzigingsregels
Wijzigen naar glastuinbouw
Wijzigen naar water
ARTIKEL 34
34.1
34.2
Algemene afwijkingsregels
Afwijkingsbevoegdheid voor afmetingen en maten
Afwijkingsbevoegdheid voor kleine bouwwerken
ARTIKEL 33
33.1
33.2
33.3
Algemene aanduidingsregels
Gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie”
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi”
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding”
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie”
Gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop”
Gebiedaanduiding “Vrijwaringszone - Weg”
ARTIKEL 32
32.1
32.2
Algemene gebruiksregels
Algemene procedureregels
Wijzigingsbevoegdheid
Nadere eisen
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
114
116
116
117
118
118
119
120
120
120
121
121
121
122
123
123
123
125
125
125
125
126
126
126
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
ARTIKEL 35
35.1
35.2
35.3
127
Overgangsrecht bouwwerken
Overgangsrecht gebruik
Hardheidsclausule
127
127
128
Slotregels
129
ARTIKEL 36
36.1
36.2
Overgangsrecht
127
Vervangen bestemmingsplannen
Citeertitel
Bijlagen
129
133
135
Bijlage I. Criteria volwaardig, doelmatig glastuinbouwbedrijf
Bijlage II. staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage III. staat van horeca activiteiten
Bijlage IV. wegencategorisering
Bijlage V. visualisatie molenbiotoop
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP
137
139
161
165
169
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK I
INLEIDENDE REGELS
ARTIKEL 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1
plan
het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied” van de gemeente Westland waarvoor deze
planregels en de daarbij behorende planverbeelding met legenda, het juridische normenkader
vormen;
1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het
NL.IMRO.1783.abp00000013-vont met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3
GML-bestand
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of bepaalde figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar,
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen
van deze gronden;
1.4
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5
aan huisgebonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch,
kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch of therapeutisch gebied of op een daarmee
gelijk te stellen gebied;
Pagina 9
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.6
aan- of uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden
is van het hoofdgebouw;
1.7
afwijkingsbevoegdheid
de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het bij een omgevingsvergunning afwijken
van de planregels van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder c., van de
Wet ruimtelijke ordening;
1.8
agrarisch aanverwant bedrijf
een niet-industrieel bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van
diensten (waaronder het sorteren, bewerken en verpakken) en/of het leveren/verhandelen
van producten van/aan glastuinbouwbedrijven en/of groene- en recreatieve functies in het
glastuinbouwgebied zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten
van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur (bedrijven
zoals agrarische hulp-, loon-, neven en toeleveringsbedrijven);
1.9
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat
gebied voorkomende overblijfselen uit de oude tijden;
1.10
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11
bedrijfsgebouw
een gebouw ten dienste van de bedrijfsvoering zoals ingevolge de bestemming toegestaan,
hieronder niet begrepen een bedrijfswoning en kassen;
1.12
bedrijfsmatig aanbieden van recreatievoorzieningen
voorzieningen die zijn aangeboden door het recreatiebedrijf gericht op dienstverlening aan de
recreant die recreëert op het recreatieterrein van dat bedrijf, zoals bouwwerken voor
ontspanning en vermaak of voor het beheer van het recreatieterrein (stroomvoorziening,
verlichting, bewegwijzering e.d.);
Pagina 10
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.13
bedrijfsvloeroppervlak
het totale vloeroppervlak van bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen
en overige dienstruimten;
1.14
bedrijfswoning
een woning bij een bedrijf, die bestemd is voor bewoning door (het huishouden van) de
ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel, waarvan huisvesting ter plaatse
wenselijk is;
1.15
bestaande bedrijfswoning
een bedrijfswoning die op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit
bestemmingsplan als zodanig aanwezig was;
1.16
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18
bevoegdheid tot stellen van nadere eisen
de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het stellen van nadere eisen ten opzichte
van in het bestemmingsplan omschreven punten, als bedoeld in artikel 3.6, lid 1 onder d.,
van de Wet ruimtelijke ordening;
1.19
bijgebouw
een gebouw dat - vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd - behoort bij een
hoofdgebouw en dat in functioneel en bouwkundig opzicht is te onderscheiden van dat
hoofdgebouw;
1.20
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen, en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen van een standplaats;
Pagina 11
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.21
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat wordt begrensd door vloeren of balklagen die
op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggen;
1.23
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
1.24
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.25
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.26
bouwvlakpercentage
het maximale percentage van de oppervlakte van een bouwvlak dat mag worden bebouwd;
1.27
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij
direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op
de grond;
1.28
boven insteek sloot
de snijlijn van het maaiveld en het beloop van een watergang;
1.29
burgemeester en wethouders
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;
Pagina 12
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.30
cultuurhistorische waarde
het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de
loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals ondermeer tot uitdrukking
komend in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de graften, de wallen en
de beplanting en bebouwing, archeologische waarden zijn hierdoor mede begrepen.
1.31
dagrecreatie
het recreëren op een recreatieterrein al dan niet met behulp van kampeermiddelen, zonder
dat overnachting in die kampeermiddelen of anderszins op het recreatieterrein is toegestaan;
1.32
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop) verkopen,
verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit;
1.33
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen, auto's, boten en caravans, grove
bouwmaterialen, keukens, sanitair, tuincentra en bouwmarkten.
1.34
dierenpension
een inrichting die gericht is op de bewaring van huisdieren;
1.35
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks, al dan niet via een
balie, te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons,
pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen;
1.36
doelmatigheid (in de zin van glastuinbouwbedrijf)
een glastuinbouwbedrijf waarvan de bebouwing passend of bedrijfseconomisch logisch is en
afgestemd is op de aard en omvang van het bedrijf, zoals weergegeven in bijlage 1;
Pagina 13
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.37
erfscheiding
de scheiding tussen twee onroerende zaken die niet aan dezelfde eigenaar behoren, niet door
dezelfde gebruikers worden benut, dan wel louter kadastraal gescheiden zijn;
1.38
gebouw
een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
1.39
geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het
Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
1.40
glastuinbouwbedrijf
een volwaardig bedrijf gericht op het voortbrengen van producten en het leveren van
diensten door middel van het duurzaam en intensief telen en verzorgen van gewassen, geheel
of gedeeltelijk met behulp van kassen en de daarbij behorende bouwwerken en installaties;
1.41
glastuinbouwdeskundige
het adviserend overleg bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente Westland, het
Hoogheemraadschap van Delfland en LTO-Glaskracht;
1.42
groendeskundige
de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen groendeskundige;
1.43
groenvoorzieningen
groenschermen van opgaande beplanting, bermbeplantingen en andere beplantingen voor
openbaar of particulier gebruik welke beplanting in planologisch opzicht een ruimtelijk
structurerend effect hebben;
1.44
hart van de weg
het midden van de rijbaan of bij gescheiden rijbanen: het midden van de middenberm;
Pagina 14
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.45
hobbymatig houden van paarden
het houden van paarden, met een paardenbak van maximaal 400 m2, waarbij geen sprake is
van belemmering van een efficiënte verkaveling van het glasareaal, binnen ten hoogste 75 m3
van de privé gebruiks- en bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan, zonder opslag van
voer/hooi e.d. buiten, waarbij geen sprake is van groepslessen, kantines, geluidsinstallaties of
verlichting en geen belemmeringen vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanwezig zijn, het
hekwerk niet hoger is dan 1,2 meter en daarbij goedgekeurd door de welstandscommissie;
1.46
hoofdgebouw
een gebouw dat door aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als
belangrijkste bouwwerk is aan te merken;
1.47
hoofdwatergang
vaarweg zoals opgenomen in bijlage IV.
1.48
horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het
bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccomodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van
nachtverblijf.
1.49
hoveniersbedrijf
een bedrijf dat werkzaamheden verricht, in de vorm van tuinaanleg, aanleg van
groenobjecten, tuinontwerp en tuininrichtingen, die werkzaamheden hoofdzakelijk
plaatsvinden op locaties andere dan de locatie van het bedrijf zelf, waarbij ter plaatse
goederen worden opgeslagen en uitgestald ten dienste van de bedrijfsvoering, niet zijnde een
tuincentrum;
1.50
kampeerboerderij
een gebouw of een deel daarvan dat blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf door
groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en in welk gebouw de
gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
1.51
kantoor
gebouw of een deel daarvan dat gebruikt wordt voor de bedrijfsmatige verlening van diensten
op administratief, financieel, ontwerptechnisch, juridisch of andere daarmee gelijk te stellen
gebied. Bij een bedrijfsgebonden kantoor staat de dienstverlening ten dienst van en is
Pagina 15
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
verbonden aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten. Bij een zelfstandig kantoor is dat niet
het geval;
1.52
kassen
bouwwerken (nagenoeg) geheel van glas of ander lichtdoorlatend materiaal, met een
bouwhoogte van 1,00 meter of meer ten behoeve de bedrijfsmatige verzorging of teelt van
gewassen;
1.53
koeltoren
een gesloten ruimte of bouwwerk bestaande uit een waterbak met daarboven een
lamellenblok, gemonteerd in een omkasting en voorzien van een ventilator bedoeld om water
terug te koelen met de buitenlucht;
1.54
kwetsbare- of beperkt kwetsbare objecten
objecten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a. en m., van het Besluit externe veiligheid
inrichtingen;
1.55
laad- en losruimte
dat gedeelte van het bedrijf waar het laden en lossen van producten plaats vindt, bijvoorbeeld
in de vorm van een dockshelter;
1.56
landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door landschappelijke elementen;
1.57
maatschappelijk
sociaal-maatschappelijke voorzieningen, educatieve doeleinden, het openbaar bestuur, de
dienstverlening van overheidswege, het verenigingsleven, de godsdienstuitoefening, de
volksgezondheid en daarmee gelijk te stellen niet-commerciële instellingen;
1.58
milieudeskundige
de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen milieudeskundige;
Pagina 16
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.59
manege
een paardenhouderij waarbij de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt behaald uit het
geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom
van het bedrijf of van derden en het bieden van huisvesting aan die paarden;
1.60
natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische,
bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
1.61
nutsvoorzieningen
voorzieningen, al dan niet als bouwwerk of meerdere bij elkaar behorende bouwwerken, ten
behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede
soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen
transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.62
ondergrondse conventionele explosieven
explosieven in de grond, andere dan geïmproviseerde, als bedoeld in de Circulaire van de
minister van Defensie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20
april 2005 (Staatscourant 2005, nr. 105);
1.63
oorspronkelijke achtergevel
de achtergevel van de woning zoals deze in het verleden is opgeleverd, zonder uitbreidingen
die eventueel hebben plaatsgevonden;
1.64
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste
één zijde een gesloten wand;
1.65
paardenhouderij
een agrarisch bedrijf voor het houden van paarden en pony’s met het oog op het fokken van
deze dieren zodat deze geschikt zijn voor het verrichten van bepaalde taken, zoals voor
hengstenstations, opfokbedrijven, handels-, africhtings- en trainingsstallen, pension- en
wedstrijdstallen, verhuurbedrijven, rijscholen of maneges;
Pagina 17
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.66
peil
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die
weg ter plaatse van de hoofdingang of in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het
aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.67
plangebied
het grondgebied van de gemeente waarop het bestemmingsplan betrekking heeft;
1.68
recreatie
aan de Westlandse glastuinbouw en/of het buitengebied gerelateerde activiteiten gericht op
ontspanning en vrijetijdsbesteding;
1.69
recreatiebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend het bedrijfsmatig aanbieden van dagrecreatie of verblijfsrecreatie of
beide, met de daartoe gerichte recreatievoorzieningen, als oogmerk heeft (camping,
bungalowpark, e.d.);
1.70
recreatieterrein
de gronden behorende bij het recreatiebedrijf
kampeermiddelen kunnen worden geplaatst;
1.71
waarop
recreatieverblijven
of
recreatiewoning
een gebouw dat blijkens zijn aard en inrichting kennelijk is bestemd om te worden gebruikt
als verblijfsruimte ten behoeve van verblijfsrecreatie en dat niet als hoofdverblijf dient voor
welke gebruiker dan ook van dat gebouw;
1.72
risicovolle inrichtingen
inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.73
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de
aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden
verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een
Pagina 18
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
seksinrichting wordt in ieder geval begrepen een prostitutiebedrijf, erotische massagesalon,
seksbioscoop, sekstheater, sekswinkel, seksautomatenhal, seksclub of parenclub.
1.74
SKIA-richtlijnen
richtlijnen aangaande de huisvesting van arbeidsmigranten zoals bekend gemaakt door de
Stichting Keurmerk Internationale Arbeidsbemiddeling;
1.75
stedenbouwkundige
de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen stedenbouwkundige;
1.76
tuincentrum
een bedrijf, gericht op de teelt en/of de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen
en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de
tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap,
tuinmeubilair, bestratingsmateriaal, tuingrond en dergelijke;
1.77
verblijf tijdelijke arbeidsmigranten
tijdelijke huisvesting voor een periode van maximaal 6 maanden, van buitenlandse
werknemers (EU-werknemers) aan wie de mogelijkheid wordt geboden om deze periode in de
gemeente Westland te werken in de agrarische sector;
1.78
verkeerskundige
de binnen de gemeente Westland werkzame en/of aangewezen verkeerskundige;
1.79
volkstuin
een perceel waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik of genot;
1.80
volwaardigheid (in de zin van glastuinbouwbedrijf)
een glastuinbouwbedrijf dat werk en inkomen van tenminste één volwaardige arbeidskracht
genereert, duurzaam is (continuïteit en binding) en voldoende bedrijfsgrootte heeft, zoals
weergegeven in bijlage 1;
Pagina 19
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.81
voorgevel
de naar de weg gekeerde zijde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel;
1.82
voorgevelrooilijn
de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de naar het openbare gebied
gekeerde gevel(s) van de hoofdbebouwing;
1.83
waterbassin
een (onoverdekt) waterreservoir voor de opvang en berging van water, gevormd door een
aarden wal;
1.84
waterbeheerder
het Hoogheemraadschap van Delfland
1.85
waterberging
een berging voor het bergen en opslaan van water;
1.86
waterplan
het waterplan “Westlands water, nu en later”, zoals inhoudelijk vastgesteld door de
gemeenteraad van Westland op 23 september 2008;
1.87
watersilo
een (onoverdekt) bouwwerk voor de opvang en bewaring van water;
1.88
watertank
een gesloten ruimte of bouwwerk voor de berging van water ten behoeve van de
energievoorziening van het glastuinbouwbedrijf;
1.89
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3, aanhef onder a., van de Wet ruimtelijke
ordening;
Pagina 20
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
1.90
wijzigingsbevoegdheid
de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het wijzigen van het bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder a., van de Wet ruimtelijke ordening;
1.91
windturbine
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van de windkracht als aandrijfbron
van bewegende delen met een maximaal energie opwekkend vermogen van 15 MW;
1.92
wkk-instalatie
warmtekrachtkoppelinginstallatie bestaande uit een generator die het mogelijk maakt bij de
opwekking van elektriciteit vrijgekomen warmte te benutten met een maximaal
transformatorvermogen van 10 MVA;
1.93
woning
een complex van ruimten dat blijkens indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting
van een gezinshuishouden;
1.94
woongebouw
een gebouw dat één of meer woningen bevat;
1.95
woonunit
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor tijdelijk verblijf van
personen.
Pagina 21
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK I
INLEIDENDE REGELS
ARTIKEL 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
de dakhelling
gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2
de goothoogte
gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of
een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3
de inhoud
gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of
het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4
de bouwhoogte
gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van
ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee
gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5
de oppervlakte
gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren,
neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter
plaatse van het bouwwerk;
Pagina 22
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
2.6
de hoogte van een windturbine
gemeten vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
2.7
afstand
bij het meten worden afstanden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
2.8
lengte van een aanlegsteiger
gemeten tussen de afstand tussen de boveninsteek van het water en het deel van de
aanlegsteiger dat daar het verst vanaf is gelegen;
2.9
ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet
meegerekend.
Pagina 23
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 24
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 3
Agrarisch
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
A
agrarisch
3.1
Functieaanduiding:
(ak)
akkerbouw
(pf)
paardenfokkerij
(vk)
viskwekerij
Bestemmingsomschrijving
De voor “Agrarisch"(A) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
het uitoefenen van agrarische bedrijven;
bestaande bedrijfswoningen;
de daarbij behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen ten behoeve van de
bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, andere verhardingen ten dienste van het
glastuinbouwbedrijf, groenvoorzieningen, waterlopen, waterbergingen, en
voorzieningen van algemeen nut;
ter hoogte van de functieaanduiding “(ak)”, uitsluitend een akkerbouwbedrijf;
ter hoogte van de functieaanduiding “(pf)", uitsluitend een paardenfokkerij;
ter hoogte van de functieaanduiding "(vk)", uitsluitend een viskwekerij.
3.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
bedrijfsgebouwen
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
3.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
Pagina 25
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
b.
c.
d.
e.
3.2.2
de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de minimale afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de bestemmingsgrens bedraagt
5 meter;
bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem
tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
herbouw van de bestaande bedrijfswoning is toegestaan;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen
mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een
maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , ui t - en/of
bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter
bedragen;
Pagina 26
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
n.
o.
p.
3.3
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient tenminste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
3.4
Afwijken van de bouwregels
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
dit artikel voor het verkleinen van de minimale afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de
bestemmingsgrens, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
zelfstandige kantoren;
detailhandel met uitzondering van de viskwekerij;
detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de agrarische functie;
geluidzoneringsplichtige bedrijven;
bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
horeca;
Pagina 27
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
3.6
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
3.6.1
Verbod op werken en werkzaamheden
Het is verboden op de gronden met de bestemming “Agrarisch” zonder of in afwijking van
een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders:
a.
beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter.
3.6.2
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 3.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
a.
b.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Pagina 28
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 4
Agrarisch - Glastuinbouw
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
A-GT agrarisch - glastuinbouw
4.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor “Agrarisch - Glastuinbouw” (A-GT) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
het uitoefenen van volwaardige en doelmatige glastuinbouwbedrijven;
bestaande bedrijfswoningen;
de daarbij behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen ten behoeve van de
bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, andere verhardingen ten dienste van het
glastuinbouwbedrijf,
groenvoorzieningen,
waterlopen,
waterbergingen,
waterbassins en voorzieningen van algemeen nut.
4.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
c.
d.
e.
kassen;
bedrijfsgebouwen, waaronder onder andere bedrijfshal, verwerkingshal,
laboratoria, (niet zelfstandige) kantoren, presentatieruimte en onderzoeksruimte;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen watertanks, watersilo's
en wkk-installaties;
werken, geen bouwwerken zijnde, zoals waterbassins;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
4.2.1
Kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
de maximale goothoogte van kassen bedraagt 8,00 meter;
de maximale bouwhoogte van kassen bedraagt 10,00 meter;
de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, bedraagt
12,00 meter;
Pagina 29
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r.
4.2.2
bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, mogen in oppervlakte maximaal 12,5% van
de oppervlakte aan aanwezige kassen beslaan;
voor de inrichting van een in/uitrit naar bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen,
geldt dat een maximale breedte moet worden gehanteerd van 10 meter;
kantoren maken onderdeel uit van een bedrijfsgebouw en/of zijn verbonden met
het glastuinbouwbedrijf en beslaan in oppervlakte maximaal 1% van de aanwezige
kassen met een maximum bruto vloeroppervlak van 1.000 m²;
de maximale bouwhoogte van een watertank of een (natte) koeltoren bedraagt
15,00 meter;
de maximale bouwhoogte van een watersilo bedraagt 4,00 meter;
bij de beoordeling van bouwaanvragen voor kassen en bedrijfsgebouwen voor
glastuinbouwbedrijven die ontsluiten op een weg uit categorie 1, 2 of 3, zoals
opgenomen in bijlage IV, geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten
kunnen keren;
bij de beoordeling van bouwaanvragen voor kassen en bedrijfsgebouwen geldt een
parkeernorm van 4 parkeerplaatsen per ha.;
een watertank, wkk-instalatie en/of CO2-tank of daarmee vergelijkbaar bouwwerk
langs een weg uit categorie 1 of 2 in bijlage IV moet altijd achter de
voorgevelrooilijn van het primaire bedrijfsgebouw gebouwd worden, zodanig dat
het bouwwerk een (ondergeschikt) onderdeel uit maakt van en een eenheid vormt
met het primaire bedrijfsgebouw/de verwerkingsruimte;
een watertank, wkk-instalatie en/of CO2-tank of daarmee vergelijkbaar bouwwerk
langs een weg uit categorie 3 in bijlage IV opgenomen weg mag ten hoogste 1/4e
van de diameter of breedte van het bouwwerk voor de voorgevelrooilijn van het
primaire bedrijfsgebouw gebouwd worden, zodanig dat het bouwwerk onderdeel
uit maakt van en een eenheid vormt met het primaire bedrijfsgebouw;
de afstand van kassen, bedrijfsgebouwen en overige bouwwerken tot aan de
(oorspronkelijke) gevel van een woning moet ten minste 12,50 meter bedragen;
de afstand van kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken tot aan de
(oorspronkelijke) achtergevels van woningen die onderdeel uitmaken van een
rustige woonwijk moet ten minste 25 meter bedragen;
de afstand van bedrijfsgebouwen, waarin geluidsbronnen aanwezig zijn, tot aan de
(oorspronkelijke) achtergevels van woningen die onderdeel uitmaken van een
rustige woonwijk moet ten minste 30 meter bedragen;
de afstand van een wkk-installatie en een (natte) koeltorenmoet naar een woning
tenminste 65 meter bedragen;
de afstand van bouwwerken tot de - niet aan een categoriseerde weg of
hoofdwatergang gelegen - erfscheiding bedraagt ten minste:
van kassen
1 meter;
van bedrijfsgebouwen en - bouwwerken
15 meter;
bedrijfsgebouwen en kassen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de
boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te
worden gebouwd.
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
a.
b.
bij een glastuinbouwbedrijf is geen nieuwe bedrijfswoning toegestaan;
een bestaande bedrijfswoning mag worden herbouwd mits:
Pagina 30
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
deze zal gaan dienen voor de huishouding van de ondernemer, waarvan de
huisvesting ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering gewenst is;
het bedrijf beschikt over ten minste 20.000 m2 aan grond;
het bedrijf beschikt over ten minste 15.000 m2 aan glasopstanden;
indien het bedrijf beschikt over minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden
moet worden aangetoond dat de teelt van het glastuinbouwbedrijf zodanig
gespecialiseerd is dat deze op beperkte schaal bedrijfseconomisch verantwoord en
levensvatbaar is. Er geldt een minimale oppervlakte aan glasopstanden van 5.000
m2;
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als woning,
met de bestemming wonen;
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst of herbouwd als
bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf;
de woning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het
glastuinbouwbedrijf;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat hierdoor de
glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
een tweede bedrijfswoning mag worden herbouwd mits:
deze zal gaan dienen voor de huishouding van de ondernemer, waarvan de
huishouding gelet op de bedrijfsvoering gewenst is;
het bedrijf beschikt over ten minste 40.000 m2 aan grond;
het bedrijf beschikt over ten minste 30.000 m2 aan glasopstanden;
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst en herbouwd als
burgerwoning in het kader van een schaalvergroting, reconstructie of
herstructurering;
de woning niet al eerder is gesloopt, verplaatst of herbouwd als
bedrijfswoning ten behoeve van een (destijds) nieuw, ander glastuinbouwbedrijf;
de woning wordt opgericht op de gronden die behoren tot het
glastuinbouwbedrijf;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat hierdoor de
glastuinbouw niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen
mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een
maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , uit - en/of
bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
Pagina 31
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r.
s.
4.2.3
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdmassa te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaamde bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 10 mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot aan de bedrijfsgebouwen, kassen en
waterbassins dient ten minste 12,50 meter te bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens
worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de bestemmingsgrens te worden
gebouwd;
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a.
b.
de afstand van een windturbine tot een woning van een derde of een andere
geluidsgevoelige bestemming van een derde moet ten minste 4 x de ashoogte
bedragen;
de afstand van bouwwerken tot de - niet aan een categoriseerde weg of
hoofdwatergang gelegen - erfscheiding moet ten minste bedragen;
van windturbines
0,5 x de bouwhoogte;
van andere bouwwerken
3 meter.
4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
b.
c.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
Pagina 32
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
e.
f.
g.
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
4.4
Afwijken van de bouwregels
4.4.1
Afwijken voor kassen, bedrijfsgebouwen en -bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het
bepaalde in artikel 4.2.1 voor;
a.
b.
c.
het bouwen van een bedrijfsgebouw/kas met een minimale bouwhoogte van 12,00
meter en een maximale bouwhoogte van 20,00 meter, mits:
er sprake is van meervoudig ruimtegebruik, waaronder begrepen het telen
van gewassen boven de bedrijfsruimte;
tot aan het hart van wegen uit de categorie 1 zoals opgenomen in bijlage IV
een afstand wordt aangehouden van tenminste 1,5 maal de bouwhoogte
met een minimum afstand van 25,00 meter;
tot aan het hart van wegen uit de categorie 2 zoals opgenomen in bijlage IV
een afstand wordt aangehouden van tenminste 1,5 maal de bouwhoogte
met een minimum afstand van 20,00 meter;
tot aan het hart van overige wegen een afstand wordt aangehouden van
tenminste 1,25 maal de bouwhoogte met een minimum afstand van 15,00
meter;
natuur-, landschaps- en /of cultuurhistorische waarden hierdoor niet
onevenredig worden aangetast;
dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot
aangrenzende percelen;
de parkeersituatie en verkeersafwikkeling op, naar en vanaf het
glastuinbouwbedrijf akkoord is bevonden door de verkeerskundige.
het bouwen van hogere kassen tot een goothoogte van maximaal 10,00 meter en
een bouwhoogte van maximaal 13,50 meter en watertanks tot een hoogte van
maximaal 16,00 meter, mits:
deze hoogte als zodanig ook werkelijk noodzakelijk is in bedrijfsmatig
opzicht;
voor iedere meter dat de kas of watertank hoger is dan toegestaan, de kas of
de watertank één meter verder uit het hart van de weg wordt gebouwd dan
op grond van de afstandseisen van dit bestemmingsplan al het geval zou
zijn;
natuur-, landschaps- en/of cultuurhistorische waarden hierdoor niet
onevenredig worden aangetast;
dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot
aangrenzende gronden.
het bouwen van kassen dichterbij de (oorspronkelijke) gevel van een woning, mits;
een efficiënte en logistiek verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat
ten opzichte van een bepaalde woning dichterbij dan 12,50 meter wordt
gebouwd;
aan alle overige bouwregels is voldaan;
Pagina 33
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
d.
e.
f.
g.
h.
i.
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de
aangrenzende percelen.
het herbouwen van kassen, bedrijfsgebouwen en bouwwerken dichterbij de
(oorspronkelijke) gevel van de bij die gebouwen behorende bedrijfswoning, mits:
een efficiënte en logistiek verantwoorde bouw het noodzakelijk maakt dat
ten opzichte van een bepaalde woning dichterbij dan 12,50 meter wordt
gebouwd;
aan alle overige bouwregels is voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de
aangrenzende percelen.
het bouwen van een wkk-installatie of een (natte) koeltoren dichterbij een woning,
mits:
uit onderzoek voldoende gebleken is dat door te nemen maatregelen deze
afstand tot aan een woning niet tot milieuhygiënische bezwaren leidt, dit
ter beoordeling van de gemeentelijke milieudeskundige;
de wkk-installatie of (natte) koeltoren niet dichterbij wordt gebouwd dan
12,50 meter van de gevel van de woning;
het bouwen van een watertank, wkk-installatie of CO2-tank of daarmee
vergelijkbaar bouwwerk voor de voorgevelrooilijn van het primaire
bedrijfsgebouw/verwerkingsruimte, mits:
wordt gebouwd in een kas, waardoor het bouwwerk van buitenaf niet
zichtbaar is, of geacht moet worden onderdeel uit te maken van het totaal
van de glasopstanden;
de kas (gevel) waarin het bouwwerk wordt gebouwd ten minste 25,00 meter
breed is;
ten opzichte van een gecategoriseerde weg of hoofdwatergang ten minste de
afstand wordt aangehouden die volgens dit bestemmingsplan voor een kas
moet worden aangehouden;
het bouwwerk en de wijze van inpassen in de kas (gevel) de instemming
heeft van de stedenbouwkundige;
het bouwen van grotere bedrijfsruimten tot een maximum bruto vloeroppervlak
van 15% van de op het perceel aanwezige kassen, mits:
deze oppervlakte als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in
bedrijfsmatig opzicht;
het plan niet op natuur-, landschappelijke-, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige en waterstaatkundige bezwaren stuit;
dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot
aangrenzende gronden;
voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en –bouwwerken dichter tot de - niet aan
een categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen – erfscheiding, mits:
de minimale afstand 1 meter bedraagt;
goedkeuring is verleend door de stedenbouwkundige en verkeerskundige.
het bouwen van grotere (niet-zelfstandige) kantoren tot een maximum bruto
vloeroppervlak van 1,5 % van de op het perceel aanwezige kassen met een
maximum van 1500 m2, mits;
Pagina 34
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
j.
k.
l.
m.
deze oppervlakte als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in
bedrijfsmatig opzicht;
het plan niet op natuur-, landschappelijke-, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige en waterstaatkundige bezwaren stuit;
het bouwen van een gezamenlijke wkk-instalatie en warmwatertank en/of andere
bedrijfsmatige bouwwerken voor energieproductie, met als doel energie te
produceren voor meerdere glastuinbouwbedrijven, mits:
dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
niet meer dan een ondergeschikt gedeelte van het bedrijfsinkomen wordt
gehaald uit de verkoop van energie aan derden;
de bouwwerken stedenbouwkundig en landschappelijk voldoende zijn
ingepast, dit ter beoordeling aan de stedenbouwkundige en de
groendeskundige;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt tot de
aangrenzende percelen.
het oprichten van bouwwerken ten behoeve van het (centraal) verwerken en
verpakken van producten die elders geteeld zijn, mits:
dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
de kassen waarin de producten geteeld zijn of worden onderdeel uitmaken
van de bedrijfsvoering;
niet meer producten verwerkt worden dan afkomstig van maximaal drie
keer de op het perceel aanwezige hoeveelheid kassen;
de bedrijfsruimte/verwerkingsruimte een natuurlijk onderdeel van en een
eenheid met het glastuinbouwbedrijf blijft uitmaken, dit ter beoordeling
van de glastuinbouwdeskundige;
de infrastructuur waaraan het bedrijf is gelegen is toegerust op het
verwerken van de voorziene hoeveelheid vervoerbewegingen, dit ter
beoordeling van de verkeerskundige;
de ontsluiting en het aantal benodigde parkeerplaatsen niet op bezwaren
stuit, dit ter beoordeling van de verkeerskundige;
het plan een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter
beoordeling van de stedenbouwkundige;
voldaan wordt aan de maximale oppervlakte, zoals opgenomen in dit
artikel.
het bouwen van een ondergrondse (giet)waterbassin, waterberging of kelder voor
de berging van oppervlaktewater en/of hemelwater, mits:
uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van
nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door
wijzigingen van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen
onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt;
het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de waterbeheerder;
voor het bouwen en gebruiken van kantoren ten behoeve van een
glastuinbouwbedrijf met meerdere, verspreid liggende kassen binnen het
plangebied, mits:
dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
het kantoorgebouw wordt gevestigd langs een weg van categorie 1 of 2 van
de bijlage wegen/watercategorisering;
de kantoren onderdeel uitmaken van de bedrijfsruimte/het
glastuinbouwbedrijf;
Pagina 35
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
n.
o.
p.
q.
het plan een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit, dit ter
beoordeling van de stedenbouwkundige;
de ontsluiting en het aantal parkeerplaatsen niet op bezwaren stuit;
voldaan wordt aan de maximale oppervlakte zoals opgenomen in dit artikel,
4.2.1 lid d;
het bouwen van hogere hekwerken dan 1,00 meter voor de voorgevelrooilijn, mits:
dit aantoonbaar bedrijfsmatig noodzakelijk is;
de hoogte maximaal 1,80 meter is;
het hekwerk als erfafscheiding wordt geplaatst op of rondom verhard
voorterrein bij een glastuinbouwbedrijf;
het een volledig open hekwerk betreft, zodanig dat het zicht op het
voorterrein vanaf de openbare weg altijd behouden blijft.
het aanleggen van minder dan 4 parkeerplaatsen per hectare, mits:
dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende glastuinbouwbedrijf;
het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de verkeerskundige;
niet minder dan 2 parkeerplaatsen per hectare geregeld worden.
voor het (tijdelijk) plaatsen van woonunits voor in de Westlandse glastuinbouw
werkzame tijdelijke arbeidsmigranten, waarbij vast dient te staan dat:
de glastuinbouwbedrijfsvoering ter plaatse is of wordt beëindigd en, mede
gelet op de ruimtelijke omstandigheden, naar verwachting niet meer kan
worden uitgeoefend;
de woonunits zodanig gesitueerd worden dat hierdoor de glastuinbouw in
de (verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
maximaal ruimte wordt geboden aan de huisvesting van 500 tijdelijke
arbeidsmigranten, werkzaam in de Westlandse glastuinbouwsector;
de gemeente - als eigenaar van de gronden - een erfpachtovereenkomst met
de exploitant /beheerder van het terrein op basis waarvan bepaald is
hoelang het terrein als zodanig gebruikt mag worden;
het terrein en de woonunits worden beheerd volgens SKIA-richtlijnen;
de (inpassing van de) bouwwerken, de hoeveelheid woonunits en inrichting
van het totale terrein - ook bezien vanuit de omgeving - de instemming
hebben van de stedenbouwkundige en de groendeskundige;
de infrastructuur waaraan de woonunits zijn gelegen is toegerust op het
verwerken van de voorziene hoeveelheid vervoersbewegingen, dit ter
beoordeling van de verkeersdeskundige;
de ontsluiting en het aantal benodigde parkeerplaatsen niet op bezwaren
stuit, dit ter beoordeling van de verkeerskundige;
dit geen hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot aangrenzende
gronden.
voor een bredere in/uitrit dan 10 meter, mits;
dit als zodanig aantoonbaar noodzakelijk is vanwege de onmogelijkheid om
anders vanaf de (openbare) weg het eigen terrein op te kunnen draaien;
er dient een duidelijk onderscheid te zijn tussen het privé en openbaar
terrein, bij voorkeur door middel van een groene afscheiding;
goedkeuring is verleend door de verkeerskundige; of
er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de
gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de
verkeerskundige.
Pagina 36
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
4.4.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het
bepaalde in artikel 4.2.2 voor;
a.
b.
4.5
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de overige bedrijfsbebouwing
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van een
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen;
het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits:
op aangrenzende gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt
gebouwd;
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het
gebruik voor:
a.
e.
f.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
zelfstandige kantoren;
detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de agrarische glastuinbouw
functie;
geluidzoneringsplichtige bedrijven;
bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
4.6
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
4.6.1
Verbod op werken en werkzaamheden
b.
c.
d.
Het is verboden op de gronden met de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” zonder of in
afwijking van een omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders:
a.
b.
waterbassins aan te leggen;
beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter.
4.6.2
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 3.8.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
a.
b.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Pagina 37
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
4.6.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
4.7
de waterbassins niet zichtbaar zijn vanaf een weg uit een gecategoriseerde weg of
vanaf een hoofdwatergang zoals opgenomen in bijlage IV;
de waterbassins bedrijfsmatig noodzakelijk zijn;
de waterbassins voldoende worden ingeplant, ter beoordeling van een
groendeskundige;
de waterbassins zich op een afstand van ten minste 17,50 meter bevinden van een
weg met de categorie 1 zoals opgenomen in bijlage IV;
de waterbassins zich op een afstand van ten minste 12,50 meter bevinden van een
weg met de categorie 2 zoals opgenomen in de bijlage IV;
de waterbassin zich op een afstand van ten minste 9.00 meter bevinden van een
weg met de categorie 3 zoals opgenomen in bijlage IV;
de waterbassins zich op een afstand van ten minste 4.00 meter bevinden van een
boveninsteek van de hoofdwatergang zoals opgenomen in bijlage IV;
de waterbassins zich op een afstand van ten minste 12,50 meter bevinden van een
woning.
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen:
4.7.1
Agrarische bedrijfswoning naar burgerwoning
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een
bedrijfswoning van bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te
staan dat:
-
-
-
de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle glasopstanden en
bijbehorende gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of
herstructurering van de glastuinbouw;
de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning, waarbij geldt dat per (te
reconstrueren) bedrijf ten minste één bedrijfswoning aanwezig blijft;
de woning zodanig gesitueerd is dat door de aanwezigheid van de woning op zich,
danwel situering door de bijbehorende gronden de glastuinbouw in de (verdere)
toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in
eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en
efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld
is;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van
alle bestaande bijgebouwen is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2 ;
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige.
Pagina 38
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische
bezwaren stuit;
4.7.2
Vergroten woonvlak
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een
bestaand aangrenzende woonvlak te vergroten, waarbij vast dient te staan dat:
-
-
-
4.7.3
de uitbreiding zodanig gesitueerd is dat door de aanwezigheid van de uitbreiding
op zich, danwel situering door de bijbehorende gronden de glastuinbouw in de
(verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in
eigendom zal zijn dan maximaal 1.000 m², waarbij leidend is een logische en
efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld
is;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij de inhoudsmaat respectievelijk oppervlaktemaat van
alle bestaande bijgebouwen is teruggebracht tot 300 m3 of 100 m2 ;
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige.
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische
bezwaren stuit;
Uitplaatsen/verplaatsen (bedrijfs)woning
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Wonen” met als doel een
te slopen bedrijfswoning te herbouwen als burgerwoning of een bestaande burgerwoning te
slopen en te herbouwen, waarbij vast dient te staan dat:
-
-
de sloop van de (voormalige bedrijfs-)woning noodzakelijk is vanwege de
schaalvergroting en/of herstructurering van de glastuinbouw;
de woonkavel zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de
(verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
de (voormalige bedrijfs-)woning wordt gesloopt, binnen 2 maanden na
gereedmelding van de nieuwe woning;
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel bij de perceelseigenaar in
eigendom zal zijn dan maximaal 1000 m², waarbij leidend is een logische en
efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
alle op de kavel bestaande opstallen zijn gesloopt;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden;
de herstructurering of schaalvergroting waar de woning onderdeel van uitmaakt
de instemming heeft van de glastuinbouwdeskundige en de waterbeheerder;
Pagina 39
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
4.7.4
dat de om te zetten kavel op een ruimtelijk logische en efficiënte wijze verkaveld
is;
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische of akoestische
bezwaren stuit;
voor de gronden van de bestaande burgerwoning die terugvallen aan de
glastuinbouw, de bestemming “Wonen” gelijktijdig wordt gewijzigd naar
“Agrarisch - Glastuinbouw”, middels toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als
genoemd in artikel 33.2 van dit plan.
Uitplaatsen bedrijven anders dan glastuinbouw
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Bedrijf” of “Bedrijf –
Agrarisch aanverwant bedrijf” met als doel een bedrijf te verplaatsen uit het duurzame
glastuinbouwgebied, waarbij vast dient te staan dat:
-
4.7.5
de verplaatsing noodzakelijk is vanwege de schaalvergroting en/of
herstructurering van de glastuinbouw;
de hervestiging van het bedrijf financieel noodzakelijk is voor het welslagen van
de schaalvergroting en/of herstructurering;
de bedrijfskavel zodanig geprojecteerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de
(verdere) toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
de bedrijfsopstallen op de oude locatie, indien noodzakelijk vanwege de
schaalvergroting of de herstructurering van de glastuinbouw worden gesloopt,
binnen twee maanden nadat de nieuwe locatie is betrokken;
de kavel na bestemmingswijziging een vergelijkbare oppervlakte heeft dan de
(legale) oppervlakte oude kavel met een bedrijfsbestemming;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming bedrijf;
de herstructurering of schaalvergroting waar het bedrijfsperceel onderdeel van
uitmaakt de instemming heeft van de glastuinbouwdeskundige en de
waterbeheerder;
de wijziging niet op natuur-, landschappelijke, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige, waterstaatkundige, milieuhygiënische en akoestische
bezwaren stuit;
voor de gronden van het bedrijf die terugvallen aan de glastuinbouw, de
bestemming “Bedrijf” of “Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf” gelijktijdig wordt
gewijzigd naar “Agrarisch - Glastuinbouw”, middels toepassing van de
wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 33.2 van dit plan
Water
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Water” en de
dubbelbestemming “Waterstaat - Waterkering” met als doel een waterloop, berging en/of
waterkering aan te leggen en/of vergroten, mits: de locatie en inrichting van de waterloop
en/of waterberging de instemming hebben van de stedenbouwkundige, de
glastuinbouwdeskundige, waterbeheerder en de groendeskundige.
4.7.6
Groen
Pagina 40
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Groen” met als doel het
aanleggen van een groenbuffer en/of een gebied met landschappelijke waarde, mits:
a.
b.
de locatie en inrichting van de groenbuffer en/of het gebied met landschappelijke
waarde de instemming hebben van de stedenbouwkundige en de
groendeskundige;
advies is ingewonnen bij de waterbeheerder en de glastuinbouwdeskundige.
4.7.7
Verkeer
van de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” in de bestemming “Verkeer” met als doel het
aanleggen en/of reconstrueren van wegen, mits:
a.
de weg deel zal uitmaken van de permanente infrastructuur;
b.
voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
c.
de inpassing en uitvoering van de weg en het wegprofiel de instemming hebben
van de verkeerskundige en de glastuinbouwdeskundige;
d.
wat betreft de inpassing en uitvoering van de weg en het wegprofiel advies is
ingewonnen bij de stedenbouwkundige en de groendeskundige.
Pagina 41
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 5
Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
A-VTA agrarisch - verblijf tijdelijke arbeidsmigranten
5.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor “Agrarisch - Verblijf tijdelijke arbeidsmigranten” (A-VTA) aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
woonunits ten behoeve van het verblijf van tijdelijke arbeidsmigranten;
een bijbehorend bedrijfsgebouw ten behoeve van beheer, onderhoud, recreatie,
dienstverlening en sanitaire voorzieningen;
erven en paden;
groenvoorzieningen;
nutsvoorzieningen;
water.
5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
het bebouwingspercentage van woonunits en hoofdgebouw gezamenlijk mag niet
meer bedragen dan 30 % van het bestemmingsvlak;
de gemiddelde oppervlakte aan gebruiksruimte per arbeidsmigrant dient minimaal
8 m2 te zijn, waarbij voorzieningengebouwen ten behoeve van gezamenlijk gebruik
meegerekend mogen worden in de berekening van de gemiddelde oppervlakte;
de minimale onderlinge afstand tussen woonunits en/of het hoofdgebouw is 5,00
meter;
de bouwhoogte van een woonunit en/of hoofdgebouw is maximaal 4,00 meter;
een woonunit en/of hoofdgebouw bestaat uit maximaal 1 bouwlaag;
de oppervlakte van een woonunit bedraagt maximaal 60 m2;
de oppervlakte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 200 m2;
de afstand van een woonunit en/of hoofdgebouw tot aan de bestemmingsgrens
bedraagt minimaal 3,00 meter;
Pagina 42
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
i.
een woonunit en het bedrijfsgebouw worden ontsloten via een ontsluitingspad van
minimaal 2 meter breed.
5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
Pagina 43
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 6
Bedrijf
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
B
bedrijf
Functieaanduiding:
(sb-a)
aannemer;
(bsd)
baggerspeciedepot;
(sb-b) bouwbedrijf;
(cs)
caravanstalling;
(sb-c)
constructiebedrijf;
(sb-ck) constructie en
kunstofverwerkingsbedrijf;
(sb-dhv) detailhandel volumineus;
(ga)
garagebedrijf;
(sb-gps) garage met plaatwerkerij en
spuiterij;
(sb-gw) gaswinlocatie;
(sb-g)
goederenwegvervoersbedrijf
(hv)
hovenier;
(nv)
nutsvoorziening;
(sb-bsa) op en overslagbedrijf voor
bouw- sloop en agrarisch afval
(op)
opslag;
(sb-sw) scheepswerf;
(sb-sm) smederij;
(vml)
verkooppunt voor
motorbrandstoffen met lpg;
(vm)
verkooppunt voor
motorbrandstoffen, zonder
lpg;
(sb-vdh) vleesverwerkingsbedrijf,
detailhandel toegestaan;
(sb-zez) zaadteelt en
zaadveredelingsbedrijf
(sb-z)
zonder bebouwing.
Pagina 44
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
6.1
Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r.
s.
t.
u.
v.
w.
x.
y.
z.
aa.
bb.
cc.
dd.
bedrijven;
ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤2)" bedrijven uit ten hoogste categorie 2
van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤3.1)" bedrijven uit ten hoogste categorie
3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding "(b≤3.2)" bedrijven uit ten hoogste categorie
3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten";
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-a)", uitsluitend een aannemersbedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-gps)”, een garage met plaatwerkerij en
spuiterij en bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van
Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse voor de functieaanduiding “(sb-dhv)”, detailhandel in volumineuze
goederen en bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van
Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-c)”, een constructiebedrijf en bedrijven
uit en hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-ck)”, een constructie- en
kunststofverwerkingsbedrijf en bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat
van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-g)”, een goederenwegvervoersbedrijf en
bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding "(bsd)", uitsluitend een baggerspeciedepot;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-b)", uitsluitend een bouwbedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(cs)", uitsluitend een caravanstalling;
ter plaatse van de functieaanduiding "(ga)", uitsluitend een garagebedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-gw)", uitsluitend een gaswinlocatie;
ter plaatse van de functieaanduiding "(hv)", uitsluitend een hoveniersbedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(nv)", uitsluitend een nutsbedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-bsa)", uitsluitend een bedrijf
gespecialiseerd in op en overslagbedrijf voor bouw- sloop en agrarisch afval;
ter plaatse van de functieaanduiding "(op)", uitsluitend een opslagbedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-sw)", uitsluitend een scheepswerf;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-sm)", uitsluitend een smederij;
ter plaatse van de functieaanduiding "(vml)", uitsluitend een verkooppunt voor
motorbrandstoffen met lpg;
ter plaatse van de functieaanduiding "(vm)", uitsluitend een verkooppunt voor
motorbrandstoffen, zonder lpg;
ter plaatse van de functieaanduiding "(sb-vdh)" uitsluitend een
vleesverwerkingsbedrijf, detailhandel toegestaan;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-zez)”, een zaadteelt en
zaadveredelingsbedrijf;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeer-, laad- en losvoorzieningen;
water;
een bestaande bedrijfswoning.
Pagina 45
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
6.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
c.
bedrijfsgebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sb-z)” is geen bebouwing toegestaan.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
6.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
6.2.2
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
(niet-zelfstandige) kantoren zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlak dat
minder bedraagt dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak en minder is dan
3.000 m², tenzij op de planverbeelding anders is weergegeven;
de afstand van een bedrijfsgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
de afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de (oorspronkelijke) gevels van woningen
die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk dient tenminste 30 meter te
bedragen;
bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een
bedrijfsgebouw geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten kunnen
keren;
bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een
bedrijfsgebouw geldt een parkeernorm van 2,8 parkeerplaatsen per 100 m2
bedrijfsvloeroppervlak.
bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem
tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
b.
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
c.
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
d.
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
e.
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
Pagina 46
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
6.3
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
Pagina 47
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
6.4
Afwijken van de bouwregels
6.4.1
Afwijken voor bedrijfsgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 6.2.1 van de planregels voor:
a.
b.
c.
6.4.2
het herbouwen van een bedrijfsgebouw dichter dan 3 meter tot de
bestemmingsgrens mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het aanleggen en in gebruik nemen van minder dan 2,8 parkeerplaatsen per
100m2 bedrijfsvloeroppervlak bedrijfsruimte en overkappingen, mits:
dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende bedrijf;
het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de
verkeerskundige.
voor het bouwen van een ondergrondse waterberging of -kelder voor de berging
van oppervlakte- en/of hemelwater, mits:
uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van
nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door
wijziging van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen onevenredige
hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt;
het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de
waterbeheerder;
het bouwwerk de instemming heeft van de gemeentelijke archeoloog.
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 6.2.2 van de planregels voor:
a.
b.
c.
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits op de aangrenzende
gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
Pagina 48
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
6.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
i.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
geluidzoneringsplichtige bedrijven;
activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage
1994, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
showrooms;
zelfstandige kantoren;
detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie, met
uitzondering bij de verkooppunten motorbrandstoffen;
horeca.
6.6
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
6.6.1
Verbod op werken en werkzaamheden
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
Het is verboden op de gronden met de bestemming “Bedrijf” zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders:
a.
beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter.
6.6.2
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 6.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
a.
a.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het
plan;
b.
Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
6.7
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen:
6.7.1
Bedrijf naar Wonen
Voor de gronden waarop de bestemming “Bedrijf" rust, door voor deze gronden de
bestemming te wijzen in de bestemming “Wonen” met als doel een bedrijfswoning van
bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te staan dat:
Pagina 49
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle bedrijfsgebouwen en
overige gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of
herstructurering van een glastuinbouwbedrijf;
de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning;
de woning zodanig gesitueerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere)
toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel resteert dan maximaal 1.000 m²,
waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter
beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
sprake is van een milieuhygiënische verantwoorde situatie;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij als bijgebouw mag resteren een inhoud van 300 m3 of
een vloeroppervlak van 100 m2;
Pagina 50
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 7
Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
B-AAB bedrijf – agrarisch aanverant bedrijf
7.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf – Agrarisch aanverwant bedrijf (B-AAB) aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van de agrarische sector;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeer-, laad- en losvoorzieningen;
water;
een bestaande bedrijfswoning.
7.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
bedrijfsgebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
7.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
(niet-zelfstandige) kantoren zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlak dat
minder bedraagt dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak en minder is dan
3.000 m²;
Pagina 51
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
e.
f.
g.
h.
i.
7.2.2
de afstand van een bedrijfsgebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
de afstand van bedrijfsgebouwen tot aan de (oorspronkelijke) gevels van woningen
die onderdeel uitmaken van een rustige woonwijk dient tenminste 30 meter te
bedragen;
bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een
bedrijfsgebouw geldt als eis dat (vracht)wagens op eigen terrein moeten kunnen
keren;
bij de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning voor een
bedrijfsgebouw geldt een parkeernorm van 2,8 parkeerplaatsen per 100m2
bedrijfsvloeroppervlak.
bedrijfsgebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem
tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
Pagina 52
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
n.
o.
p.
7.3
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
anneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient tenminste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
7.4
Afwijken van de bouwregels
7.4.1
Afwijken voor bedrijfsgebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 7.2.1 van de planregels voor:
a.
b.
het herbouwen van een bedrijfsgebouw dichter dan 3 meter tot de
bestemmingsgrens mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
de bestaande goot- en bouwhoogten niet worden vergroot;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het aanleggen en in gebruik nemen van minder dan 2,8 parkeerplaatsen per
100m2 bedrijfsvloeroppervlak bedrijfsruimte en overkappingen, mits:
dit aantoonbaar voldoende is voor het betreffende bedrijf;
het aantal parkeerplaatsen akkoord is bevonden door de verkeerskundige.
Pagina 53
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
voor het bouwen van een ondergrondse waterberging of -kelder voor de berging
van oppervlakte- en/of hemelwater, mits:
uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt dat de ondergrond van
nabijgelegen percelen niet onevenredig verstoord wordt (bijvoorbeeld door
wijziging van de grondwaterhuishouding) en er ook overigens geen
onevenredige hinder voor omliggende gronden wordt veroorzaakt;
het bouwwerk aantoonbaar de instemming heeft van de waterbeheerder;
het bouwwerk de instemming heeft van de gemeentelijke archeoloog.
7.4.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 7.2.2 van de planregels voor:
a.
b.
c.
7.5
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
het herbouwen van een bedrijfswoning in de erfgrens mits op de aangrenzende
gronden eveneens een woning in de erfgrens is of wordt gebouwd.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1000m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
bedrijfsmatige activiteiten die niet ten behoeve van de glastuinbouwsector zijn;
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
geluidzoneringsplichtige bedrijven;
activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage
1994, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
showrooms;
zelfstandige kantoren;
detailhandel, indien deze niet ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie;
horeca;
Pagina 54
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
7.6
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
7.6.1
Verbod op werken en werkzaamheden
Het is verboden op de gronden met de bestemming “Bedrijf” zonder of in afwijking van een
omgevingsvergunning verleend door burgemeester en wethouders:
a.
beplanting aan te brengen, welke hoger is dan 3 meter.
7.6.2
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 7.6.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
a.
b.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
Mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
7.7
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen:
7.7.1
Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf naar Wonen
Voor de gronden waarop de bestemming “Bedrijf - Agrarisch aanverwant bedrijf" rust, door
voor deze gronden de bestemming te wijzen in de bestemming “Wonen” met als doel een
bedrijfswoning van bestemming te doen wijzigen naar een burgerwoning, waarbij vast dient te
staan dat:
-
de bedrijfsvoering ter plaatse is beëindigd, waarbij alle bedrijfsgebouwen en
overige gronden zijn verkocht ten behoeve van een schaalvergroting en/of
herstructurering van een glastuinbouwbedrijf;
de woning niet langer noodzakelijk is als bedrijfswoning;
de woning zodanig gesitueerd is dat hierdoor de glastuinbouw in de (verdere)
toekomst niet wordt belemmerd, dit ter beoordeling van de
glastuinbouwdeskundige;
na de bestemmingswijziging geen grotere kavel resteert dan maximaal 1.000 m²,
waarbij leidend is een logische en efficiënte verkaveling van het glasareaal, dit ter
beoordeling van de glastuinbouwdeskundige;
sprake is van een milieuhygiënische verantwoorde situatie;
voldaan wordt aan de regels van dit plan die gelden voor de bestemming
woondoeleinden, waarbij als bijgebouw mag resteren een inhoud van 300 m3 of
een vloeroppervlak van 100 m2;
Pagina 55
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 8
Cultuur en ontspanning
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
CO
cultuur en ontspanning
Functieaanduiding:
(mu)
museum
8.1
Bestemmingsomschrijving
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
De voor cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
cultuur en ontspanning;
ter plaatse van de functieaanduiding "(mu)", uitsluitend een museum;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeer-, laad- en losvoorzieningen;
water;
een bestaande woning.
8.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
gebouwen;
bestaande woningen met de daarbij behorende bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
8.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
b.
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
c.
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
d.
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter;
e.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Pagina 56
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
8.2.2
Bestaande woningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels
a.
herbouw van een woning is toegestaan;
b.
de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet
meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp;
c.
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
d.
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
e.
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
f.
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
g.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
h.
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
i.
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
j.
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
k.
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
l.
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
m.
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" ten minste 12,5
meter bedragen;
n.
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
o.
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
p.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Pagina 57
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
8.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
8.4
Afwijken van de bouwregels
8.4.1
Afwijken voor gebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 8.2.1 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het gebouw
onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
8.4.2
Afwijken voor woningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 8.2.2 van de planregels voor:
a.
b.
het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
Voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van
1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
Pagina 58
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
8.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
horeca indien deze niet ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
detailhandel indien deze niet ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
Pagina 59
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 9
Detailhandel
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
DH
detailhandel
9.1
Functieaanduiding:
(sdh-mz) meubelzaak
(tc)
tuincentrum
Bestemmingsomschrijving
De voor “Detailhandel” (DH) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
detailhandel;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sdh-mz)”, uitsluitend een meubelzaak;
ter plaatse van de functieaanduiding “(tc)”, uitsluitend een tuincentrum;
bestaande bedrijfswoningen;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
water;
9.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
bedrijfsgebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
9.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
Pagina 60
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
d.
e.
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
9.2.2
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
Pagina 61
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
o.
p.
9.3
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd;
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
9.4
Afwijken van de bouwregels
9.4.1
Afwijken voor gebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 9.2.1 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
9.4.2
Afwijken voor bedrijfswoning
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 9.2.2 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
Pagina 62
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
b.
9.5
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
zelfstandige kantoren;
horeca met uitzondering van ondergeschikte horeca;
verkoop van gevaarlijke stoffen met uitzondering van vuurwerkverkooppunten;
verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet.
Pagina 63
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 10
Groen
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
G
groen
10.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor Groen (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
groenvoorzieningen;
fietspaden en voetpaden;
bruggen en duikers;
water.
10.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen
gebouwen zijnde worden gebouwd;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
10.2.1
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
b.
de maximale bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt 3,00 meter;
de maximale bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouw zijnde
bedraagt 3,00 meter.
10.3
Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
7.1 voor het aanleggen van parkeerplaatsen, in- en uitritten en ander ondergeschikte
verhardingen, mits;
a.
b.
c.
een aantoonbaar tekort is;
het niet ten koste gaat van de kwaliteit en de beleving van de groenvoorziening;
een verkeerskundig advies is gevraagd.
Pagina 64
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 11
Horeca
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
H
horeca
11.1
Functieaanduiding:
(h≤2) horeca tot en met categorie 2
(sh-z)
zonder bebouwing
Bestemmingsomschrijving
De voor “Horeca” (H) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
horecabedrijven;
ter plaatse van de functieaanduiding "(h≤2)”, horecabedrijven tot en met categorie
2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
bestaande bedrijfswoningen;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
water;
11.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
c.
gebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sh-z)” is geen bebouwing toegestaan.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
11.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
Pagina 65
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
d.
e.
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
11.2.2
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
b.
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
c.
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
d.
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
e.
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
f.
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
g.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
h.
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
i.
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
j.
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
k.
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
l.
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
m.
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter
bedragen;
n.
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
Pagina 66
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
o.
p.
11.3
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
11.4
Afwijken van de bouwregels
11.4.1
Afwijken voor bedrijfsgebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 11.2.1 van de planregels voor:
a.
Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
11.4.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 11.2.2 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
Pagina 67
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
b.
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
11.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
b.
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
Pagina 68
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 12
Kantoor
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
K
kantoor
12.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor “Kantoor” (K) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
kantoren;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
(ondergrondse)
waterhuishoudkundige
waterpartijen.
12.2
Bouwregels
voorzieningen,
waterlopen
en
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
gebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
12.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
Pagina 69
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
e.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
12.2.2
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
Pagina 70
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
p.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
12.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
12.4
Afwijken van de bouwregels
12.4.1
Afwijken voor bedrijfsgebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 12.2.1 van de planregels voor:
a.
Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
12.4.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 12.2.2 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
Pagina 71
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
b.
12.5
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de
bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
detailhandel;
horeca.
Pagina 72
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 13
Maatschappelijk
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
M
maatschappelijk
13.1
Functieaanduiding:
(bp)
begraafplaats
(brk)
brandweerkazerne
(ds)
dierenasiel
(mz)
militaire zaken
(re)
religie
(zbo)
zorgboerderij
Bestemmingsomschrijving
De voor “Maatschappelijk” (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
sociaal-maatschappelijke voorzieningen, educatieve doeleinden, het openbaar
bestuur, de
dienstverlening van overheidswege, het verenigingsleven, de
godsdienstuitoefening, de volksgezondheid en daarmee gelijk te stellen
niet-commerciële instellingen;
ter plaatse van de functieaanduiding “(bp)”, uitsluitend een begraafplaats;
ter plaatse van de functieaanduiding “(brk)”, uitsluitend een brandweerkazerne;
ter plaatse van de functieaanduiding “(ds)”, uitsluitend een dierenasiel/pension;
ter plaatse van de functieaanduiding “(mz)”, uitsluitend een defensieterrein met
zendmasten;
ter plaatse van de functieaanduiding “(re)”, uitsluitend een kerkgebouw of kapel;
ter plaatse van de functieaanduiding "(zbo)", uitsluitend een zorgboerderij en/of
zorgkwekerij gerelateerd aan de glastuinbouw/agrarische sector;
bestaande bedrijfswoningen;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
water;
Pagina 73
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
13.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
gebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bouwwerken;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
13.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
13.2.2
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd;
Bestaande woningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
herbouw van een woning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet
meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
Pagina 74
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
l.
m.
n.
o.
p.
13.2.3
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bouwwerken geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a.
ter plaatse van de functieaanduiding "(mz)" zendmasten met een maximale hoogte
van 60 meter.
13.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
13.4
Afwijken van de bouwregels
13.4.1
Afwijken voor gebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 13.2.1 van de planregels voor:
Pagina 75
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
a.
het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het gebouw
onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
13.4.2
Afwijken voor woningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 13.2.2 van de planregels voor:
a.
b.
13.5
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het woning
onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van
1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
e.
privé gebruik van gronden met een grotere oppervlakte dan 1.000 m2, te meten
aansluitend aan de woning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bouwwerken;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
zelfstandige kantoren;
detailhandel;
horeca;
Pagina 76
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 14
Natuur
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
N
natuur
14.1
Functieaanduiding:
(sn-bc) bezoekerscentrum
(p)
parkeerterrein
Bestemmingsomschrijving
De voor “Natuur” (N) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
k.
het behoud, herstel dan wel de ontwikkeling van de aanwezige, dan wel daaraan
eigen natuurlijke en landschappelijke waarden;
de verbetering van het milieu voor de natuurlijke levensgemeenschappen;
de opbouw van het landschap;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)”, een bezoekerscentrum;
ter plaatse van de functieaanduiding “(p)”, een parkeerterrein
beperkt recreatief medegebruik, waaronder dient te worden verstaan wandelen,
fietsen en paardrijden;
onverharde wegen ten behoeve van het landbouwverkeer;
voet- en fietspaden;
groenvoorzieningen;
(ondergrondse)
waterhuishoudkundige
voorzieningen,
waterlopen
en
waterpartijen;
voorzieningen van algemeen nut.
14.2
Bouwregels
a.
ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)” bedraagt de oppervlakte van het
bezoekerscentrum maximaal 400 m2;
ter plaatse van de functieaanduiding “(sn-bc)” bedraagt de bouwhoogte van het
bezoekerscentrum maximaal 4 meter;
op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen,
geen gebouwen zijnde en eenvoudige recreatief ondersteunende voorzieningen
zoals wegwijzers en zitbanken met een maximale hoogte van 2 meter.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
b.
c.
Pagina 77
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
14.3
Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met
een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 14.2 ten behoeve van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de brandpreventie of brandbestrijding, mits de
hoogte niet meer dan 35 meter bedraagt.
14.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en opstallen wordt in elk geval verstaan het gebruik
voor en/of als:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
14.5
staanplaats of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang
de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in de tot Natuur
bestemde gronden uit te voeren werken of werkzaamheden;
staanplaats voor wagens;
agrarische doeleinden, met uitzondering van agrarische doeleinden in het kader
van natuurbeheer;
sport-, wedstrijd- of speelterrein, kampeer- of caravanterreinen, dagcampings,
parkeerterreinen, lig- of speelweiden, zwemgelegenheden en buitenmaneges;
het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport en de
modelvliegsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of
bromfietsen; voor het racen of crossen met motorrijtuigen en (brom)fietsen;
militaire oefeningen;
het winnen van bosstrooisel of mos;
het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, geen
normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als
omschreven onder a. tot en met g.;
opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken
voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval,
behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming
gerichte gebruik van de grond;
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare
afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond.
Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige natuurlijke waarden kan met
een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 14.4 ten behoeve van:
a.
b.
het kamperen door groepen met als doelstelling het onderhoud en beheer van het
natuurgebied;
het houden van militaire oefeningen, mits de aanwezige waarden niet
(onomkeerbaar) worden of kunnen worden aangetast.
Pagina 78
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
14.6
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
14.6.1
Verbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen
bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit
te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of
parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen;
c.
het ontginnen; bodemverlagen, het afgraven, het ophogen, het egaliseren
of het scheuren van grasland;
het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies,
installaties of apparatuur;
het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of
ernstige beschadiging van houtgewas dan wel waardevolle vegetatie ten gevolge
kunnen hebben;
het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan
niet als bos konden worden aangemerkt;
het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of
stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de
waterhuishouding;
het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning
van delfstoffen, olie of gas.
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
-
-
14.6.2
het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de
doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen
gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van
de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit;
voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet
1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze
is verleend indien zulks vereist is;
het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens
een verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in
artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 14.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a.
b.
c.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
vallen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, met
uitzondering van het blijvend scheuren van grasland;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
Pagina 79
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
e.
f.
14.6.3
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
vallen onder het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige
houtopstand;
behoren tot het periodiek kappen van hakhout voor zover betreffende de normale
uitoefening van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan bestaande
bodemgebruik.
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 14.6.1 zijn alleen toelaatbaar, als - gehoord het
Hoogheemraadschap van Delfland als de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het
geding is - door die werken of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te
verwachten gevolgen de in 14.1 genoemde doeleinden dan wel waarden van deze gronden
niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het
herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Pagina 80
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 15
Recreatie
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
R
recreatie
15.1
Functieaanduiding:
(dr)
dagrecreatie
(ske)
skatebaan
Bestemmingsomschrijving
De voor “Recreatie” (R) aangewezen gronden zijn bestemd voor
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
recreatie;
ter plaatse van de functieaanduiding “(dr)”, dagrecreatie;
ter plaatse van de functieaanduiding “(ske)”, een skatebaan;
gebouwen
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
water;
15.2
Bouwregels
15.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter;
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Pagina 81
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
15.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
15.4
Afwijken van de bouwregels
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 15.1 van de planregels voor:
a.
het bouwen van gebouwen in de erfafscheiding indien en voor zover hierdoor
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden en bouwwerken;
15.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
risicovolle inrichtingen;
detailhandel;
horeca welke niet ondergeschikt is aan de recreatieve functie;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning.
Pagina 82
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 16
Recreatie - Verblijfsrecreatie
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
R-VR recreatie - verblijfsrecreatie
16.1
Functieaanduiding:
(jh)
jachthaven
(kt)
kampeerterrein
(rw)
recreatiewoning
(kp)
kampeerboerderij
(sr-bc) beautycentrum
Bestemmingsomschrijving
De voor "Recreatie-Verblijfsrecreatie" (R-VR) aangewezen gronden zijn bestemd voor;
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
het bedrijfsmatig aanbieden van recreatievoorzieningen door een recreatiebedrijf;
ter plaatse van de functieaanduiding “(jh)", een jachthaven;
ter plaatse van de functieaanduiding “(kt)", een kampeerterrein;
ter plaatse van de functieaanduiding "(rw)", recreatiewoningen;
ter plaatse van de functieaanduiding "(kp)", een kampeerboerderij;
gebouwen ten behoeve van de exploitatie van het recreatieterrein;
een bestaande bedrijfswoning;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
water;
16.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
gebouwen;
bestaande bedrijfswoningen met de daarbij behorende bijgebouwen;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
16.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Pagina 83
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
a.
b.
c.
d.
e.
16.2.2
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Recreatiewoning
In afwijking van het bepaalde in 16.2.1 gelden voor het bouwen ter plaatse van de
functieaanduiding "(rw)" de volgende regels;
a.
b.
c.
d.
het aantal recreatiewoningen bedraagt niet meer dan op de planverbeelding
aangegeven.
de oppervlakte van een recreatiewoning zal ten hoogste 55m2 bedragen;
de goothoogte zal ten hoogste 3 meter bedragen;
de bouwhoogte zal ten hoogste 4 meter bedragen;
16.2.3
Kampeerterrein
In afwijking van het bepaalde in 16.2.1 gelden voor het bouwen ter plaatse van de
functieaanduiding
"(kt)" de volgende regels;
a.
b.
c.
d.
e.
het aantal trekkershutten zal ten hoogste 2 bedragen;
de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 15m2;
de goothoogte van een trekkershut zal ten hoogste 3,5 meter bedragen;
de overige gebouwen, zoals een schuilhut, schuur en kampwacht hebben een
maximale oppervlakte van 250m2;
de goothoogte van de overige gebouwen bedraagt 3,5 meter.
16.2.4
Bestaande bedrijfswoningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
herbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen bedrijfswoning (exclusief bijgebouwen)
mag niet meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het
ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
Pagina 84
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
16.3
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch - Glastuinbouw" ten minste 12,5
meter bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd;
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
Pagina 85
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
16.4
Afwijken van de bouwregels
16.4.1
Afwijken voor bedrijfsgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 16.2.1 van de planregels voor:
a.
Het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
16.4.2
Afwijken voor bedrijfswoningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 16.2.4 van de planregels voor:
a.
b.
16.5
het herbouwen van een bedrijfswoning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfswoning onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een bedrijfswoning met bijgebouwen met een maximum
van 1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
detailhandel;
horeca welke niet ondergeschikt is aan de recreatieve functie;
permanente bewoning van de recreatiewoningen;
Pagina 86
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 17
Recreatie - Volkstuinen
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
R-VT recreatie - volkstuinen
17.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor “Recreatie-Volkstuinen" (R-VT) aangewezen gronden zijn bestemd voor;
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
een volkstuinencomplex;
gebouwen;
hobbykassen;
wegen en paden;
groenvoorzieningen;
parkeervoorzieningen;
(ondergrondse)
waterhuishoudkundige
waterpartijen.
17.2
Bouwregels
voorzieningen,
waterlopen
en
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
17.3
één gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen, onderhoud en beheer –geen
woning zijnde – met een maximum oppervlakte van 250 m2;
de goot- en bouwhoogte voor de centrale voorziening bedragen respectievelijk 4 en
6 meter;
per volkstuin één tuinhuisje 20 m2;
per volkstuin één hobbykas 30 m2;
de goothoogte van het tuinhuisje en de hobbykas mag maximaal 3 meter
bedragen;
de minimale afstand van de gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt 3,00 meter,
indien niet in de perceelsgrens wordt gebouwd;
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
Pagina 87
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
17.4
Specifieke gebruiksregels
b.
c.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
(recreatief) nachtverblijf;
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
het plaatsen van onderkomens en of kampeermiddelen;
opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken
voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval,
behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming
gerichte gebruik van de grond;
Pagina 88
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 18
Sport
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
S
sport
18.1
Functieaanduiding:
(ma) - manege
(ijs) - ijsbaan
(ss-pdv) - postduivenvereniging
(ss-z) - zonder bebouwing
Bestemmingsomschrijving
De voor “Sport” (S) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
18.2
het uitoefenen van sportactiviteiten;
ter plaatse van de functieaanduiding " (ma)", uitsluitend een manege;
ter plaatse van de functieaanduiding "(ijs)", uitsluitend een ijsbaan;
aan de sportactiviteit ondergeschikte en gerelateerde horecavoorziening in de vorm
van een kantine,
evenementen;
gebouwen;
bestaande woningen;
wegen, paden en verhardingen;
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
(ondergrondse)
waterhuishoudkundige
voorzieningen,
waterlopen
en
waterpartijen.
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
c.
gebouwen;
bestaande woningen met de daarbij behorende bouwwerken;
ter plaatse van de aanduiding (ss-z) is geen bebouwing toegestaan.
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
Pagina 89
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
18.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
e.
18.2.2
het totale oppervlak van gebouwen bedraagt niet meer dan het op de
planverbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak;
de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de
planverbeelding aangegeven;
de afstand van een gebouw tot aan de bestemmingsgrens bedraagt 3 meter.
gebouwen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bestaande woningen en bijgebouwen
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
herbouw van een woning is toegestaan;
de inhoudsmaat van een te herbouwen woning (exclusief bijgebouwen) mag niet
meer bedragen dan de inhoudsmaat ten tijde van ter visie legging van het ontwerp;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
Pagina 90
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
n.
o.
p.
18.2.3
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" tenminste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan- , uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bouwwerken geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a.
de maximale bouwhoogte van (licht)masten en ballenvangers bedraagt 25 meter;
18.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
18.4
Afwijken van de bouwregels
18.4.1
Afwijken voor gebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 18.2.1 van de planregels voor:
a.
het herbouwen van een gebouw dichter dan 3 meter tot de bestemmingsgrens
mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van het
bedrijfsgebouw onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
Pagina 91
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
18.4.2
Afwijken voor woningen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 18.2.2 van de planregels voor:
a.
b.
18.5
het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van de woning
onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen.
voor het herbouwen van een woning met bijgebouwen met een maximum van
1.000 m3, waarbij de inhoud van bijgebouwen ten hoogste 300 m3 of een
maximale oppervlakte van 100 m2 mag bedragen, mits;
de woning wordt herbouwd op een zodanige plek dat de woning geen
toekomstige ontwikkelingen belemmert.
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik
voor:
a.
b.
c.
d.
niet aan de bestemming gelieerde bewoning;
detailhandel;
opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden die verband houden met de
sportbeoefening;
horeca welke niet ondergeschikt is aan de sportfunctie.
Pagina 92
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 19
Verkeer
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
V
Verkeer
19.1
Functieaanduiding:
(-)
Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
19.2
wegen en paden;
voet- en rijwielpaden;
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
straatmeubilair;
voorzieningen van algemeen nut;
kunstwerken;
(ondergrondse)
waterhuishoudkundige
voorzieningen,
waterlopen
en
waterpartijen;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde die voor de wegenstructuur en de geleiding
van het wegverkeer nodig zijn, zoals bruggen, dammen, duikers, verkeersborden en
duikers.
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen
gebouwen zijnde worden gebouwd;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
19.2.1
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
b.
de maximale bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering
bedraagt 7,00 meter;
de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde,
bedraagt 3,00 meter.
Pagina 93
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
19.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
19.4
Afwijken van de bouwregels
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
19.2 voor de realisering van geluidswerende voorzieningen.
Pagina 94
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 20
Water
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
WA
water
20.1
Functieaanduiding:
(wb)
waterberging
(swa-wkb)
waterskibaan
Bestemmingsomschrijving
De voor “Water” (WA) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
watergangen en (ondergrondse) waterbergingen;
het behoud en herstel van natuurwaarden;
groenvoorzieningen;
infiltratievoorzieningen;
kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
keermuren voor de waterbeheersing, overbeschoeiingen, duikers, bruggen,
aanlegsteigers en vlonders;
natuurvriendelijk ingerichte oevers.
ter plaatse van de functieaanduiding "(swa-wkb)", een waterskibaan;
ter plaatse van de functieaanduiding “(wb)”, een waterberging;
20.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen
gebouwen zijnde worden gebouwd;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
20.2.1
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
de maximale bouwhoogte bedraagt 3 meter;
aanlegsteigers hebben een maximale lengte van 1 meter;
op aanlegsteigers en vlonders is geen bebouwing toegestaan.
Pagina 95
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
20.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
Pagina 96
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 21
Wonen
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
W
wonen
21.1
Functieaanduiding:
(sw-z)
zonder bebouwing
Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen” (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
wonen;
tuinen en erven;
parkeervoorzieningen;
(ondergrondse) waterhuishoudkundige
waterbergingen;
voorzieningen van algemeen nut;
groenvoorzieningen;
voet- en fietspaden;
speelvoorzieningen;
21.2
Bouwregels
voorzieningen,
watergangen
en
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend woningen met de
daarbij behorende bouwwerken worden gebouwd;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
21.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
per bestemmingsvlak is één woning toegestaan, tenzij ter plaatse van de
functieaanduiding “aantal woningen” een ander maximum aantal woningen is
aangegeven;
de goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal 6 meter bedragen, de
maximale bouwhoogte is 10 meter;
de gezamenlijke inhoud van het hoofdgebouw plus aan- , uit - en/of bijgebouwen
mag maximaal 1,5 maal de oppervlakte van het bestemmingsvlak, met een
Pagina 97
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
l.
m.
n.
o.
p.
21.2.2
maximum van 1000 m3, bedragen, waarvan het totaal aan aan- , ui t - en/of
bijgebouwen maximaal 300 m3 mag bedragen;
het totale bruto-vloeroppervlak van aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen
mag niet groter zijn, dan de oppervlakte van het hoofdgebouw;
ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de gevels van het hoofdgebouw
plus aan-, uit- en/of aangebouwde bijgebouwen en tellen wat betreft de inhoud
daarvan voor 50% mee in de toegestane totaalinhoud;
de goothoogte van aan- , uit - en/of aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 3
meter – of 0,3 meter boven de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met een
maximum van 4 meter – bedragen, de maximale bouwhoogte is 4 meter.
de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen,
de maximale bouwhoogte is 5,00 meter;
de oppervlakte van overkappingen mag maximaal 50 m2 bedragen;
de maximale bouwhoogte van overkappingen is 3 meter;
aan-, uit en/of aangebouwd bijgebouw aan de voorkant van het hoofdgebouw
dienen ten minste 0,5 meter uit de zijgevel van de hoofdgebouw te worden
gebouwd, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag zijn en de diepte ten hoogste 1,5 mag bedragen;
aan- uit- en/of aangebouwde bijgebouwen aan de zijkant van het hoofdgebouw
dienen op een afstand van ten minste 2,00 meter achter de voorgevel van het
hoofdgebouw, waarbij de breedte ten hoogste 2/3e deel van de breedte van het
hoofdgebouw mag bedragen;
vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen dienen ten minste 2,00 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, waarbij de
onderlinge afstand tussen het vrijstaande bijgebouw en/of overkapping en
hoofdgebouw maximaal 15 meter mag bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw plus aan- en uitbouwen tot de bestemmingsgrens
moet, voor zover deze grenst aan gronden die op grond van het daarvoor geldende
bestemmingsplan de bestemming "Agrarisch- glastuinbouw" ten minste 12,5 meter
bedragen;
de afstand van het hoofdgebouw tot de bestemmingsgrens dient, zover deze grenst
aan gronden waarop ingevolge het daarvoor geldende bestemmingsplan een niet
"Agrarisch - Glastuinbouw" bestemming ligt, ten minste 3 meter te bedragen;
wanneer aan-, uit - en/of bijgebouwen en overkappingen niet in de
bestemmingsgrens worden gebouwd dient ten minste 1 meter uit de
bestemmingsgrens te worden gebouwd.
woningen dienen in de polder tot minimaal 0,60 meter en in de boezem tot
minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil waterdicht te worden
gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels
a.
b.
de afstand van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot de - niet aan een
categoriseerde weg of hoofdwatergang gelegen - erfafscheiding ten minste 1,5 x de
bouw hoogte;
de afstand van windturbines tot de - niet aan een categoriseerde weg of
hoofdwatergang gelegen - erfafscheiding ten minste 0,5 x de bouwhoogte;
Pagina 98
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
de afstand van een windturbine naar een woning of een andere geluidsgevoelige
bestemming van een derde dient ten minste 4x de ashoogte te bedragen.
21.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
21.4
Afwijking van de bouwregels
21.4.1
Afwijken voor gebouwen
b.
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 21.2.1 van de planregels voor:
a.
b.
c.
voor het herbouwen van een woning dichterbij de bestemming “Agrarisch –
Glastuinbouw” mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat herbouw van een woning
onmogelijk zou zijn;
aan alle overige bouwregels wordt voldaan;
de bestaande afstand - zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan - niet wordt verkleind;
geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot de
aangrenzende percelen;
voor het bouwen van een woning, bezien vanaf de zijkant van de woning,
dichterbij gronden met de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, indien op die
gronden een bedrijfswoning is gesitueerd of anderszins verzekerd is dat in de
toekomst geen kassen of andere bedrijfsonderdelen binnen een afstand van 12,5
meter van de woning zullen worden gebouwd, waarbij de minimale afstand van de
zijkant van de woning tot aan de bestemmingsgrens ten minste 3 meter is;
voor het bouwen van een woning dichterbij gronden met de bestemming
“Agrarisch - Glastuinbouw” indien op die gronden direct aansluitend een
watergang, -berging of andere natuurlijke perceelscheiding is gelegen waarvan
voldoende vaststaat dat het om een blijvende situatie gaat, dit ter beoordeling van
bijvoorbeeld de waterbeheerder of de glastuinbouwdeskundige;
Pagina 99
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
voor het bouwen van een woning dichterbij een wkk-installatie of (natte) koeltoren
indien uit onderzoek voldoende gebleken is dat door te nemen maatregelen deze
afstand tot aan woning niet tot milieuhygiënische bezwaren leidt, dit ter
beoordeling van de gemeentelijke milieukundige, waarbij de woning niet
dichterbij wordt gebouwd dan 12,5 meter van de wkk-installatie of (natte)
koeltoren;
21.4.2
Afwijken voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 21.2.2 van de planregels voor:
a.
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de erfscheiding,
indien en voor zover hiervoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden
gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
21.5
Specifieke gebruiksregels
21.5.1
Aan-huis-gebonden beroepen
De uitoefening van aan huis gebonden beroepen in het hoofdgebouw, is uitsluitend
toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a.
b.
g.
de woonfunctie primaire functie gehandhaafd blijft;
het vloeroppervlak voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep niet
groter is dan 25% van het oppervlak van het hoofdgebouw, tot een maximum van
50 m2;
het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting
en parkeersituatie ter plaatse;
geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend;
er geen vergunningplichtige activiteiten plaats vinden als bedoeld in de Wet
milieubeheer;
er geen horeca-activiteiten en/of detailhandel plaatsvinden.
21.5.2
Strijdig gebruik
c.
d.
e.
f.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
kamerbewoning;
detailhandel;
horeca;
zelfstandig kantoor.
Pagina 100
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 22
Wonen - Woonwagenstandplaats
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
W-WP wonen - woonwagenstandplaats
22.1
Functieaanduiding:
(sw-b) bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen - Woonwagenstandplaats” (W-WP) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
22.2
wonen in een woonwagen;
bijgebouwen, zoals bergplaatsen en was- en toiletaangelegenheden;
tuinen en erven;
parkeervoorzieningen;
(ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, watergangen en
waterbergingen;
voorzieningen van algemeen nut;
groenvoorzieningen;
voet- en fietspaden;
speelvoorzieningen
ter hoogte van de functieaanduiding “(sw-b)”, het handelen en schoonmaken van
voertuigen
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a.
b.
gebouwen;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
en gelden de volgende bouwregels ten aanzien van:
22.2.2
Bouwwerken
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
op het terrein niet meer dan op de planverbeelding aangegeven aantal
woonwagens mag worden geplaatst;
de bouwhoogte van de woonwagens mag niet meer dan 4 meter bedragen;
de oppervlakte van bijgebouwen mag per woonwagen niet meer dan 25 m2
bedragen;
Pagina 101
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
d.
ter plaatse van de functieaanduiding “(sw-b)” mag de bouwhoogte ten hoogste 4
meter en de oppervlakte ten hoogste 230 m² bedragen.
22.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de
bebouwing:
a.
d.
e.
f.
g.
ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het
woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
ter waarborging van de ontwikkeling van de glastuinbouw;
ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de
naaste omgeving;
ter waarborging van de verkeersveiligheid;
ter waarborging van de sociale veiligheid;
ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
ter waarborging van de waterhuishouding.
22.4
Specifieke gebruiksregels
b.
c.
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend voor
het gebruik voor:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
het gebruik van woonwagens voor andere doeleinden dan wonen;
het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
detailhandel;
horecabedrijf;
bedrijfsmatige activiteiten, uitgezonderd ter plaatse van de functieaanduiding “(swb)”;
zelfstandige kantoren;
verkoop van artikelen die vallen onder de Opiumwet.
Pagina 102
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 23
Leiding - Gas
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming:
L-G
Leiding - Gas
23.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Leiding - Gas” (L-G) aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende
bestemmingen, mede bestemd voor een gasleiding en voor de vrijwaringszone van de
gasleiding.
23.2
Bouwregels
23.2.1
Voorrangsregeling
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in
dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen, prevaleert de bestemming “Leiding - Gas”.
23.2.2
Algemeen
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd anders
dan ten behoeve van deze bestemming.
23.2.3
Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
23.2.4
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de bepaling dat de
maximale hoogte 3 meter bedraagt.
23.3
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
23.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd mits:
Pagina 103
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
a.
b.
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de
leiding;
vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
23.4
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
23.4.1
Verbod
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Leiding-Gas” zonder of in
afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning, verleend door burgemeester en
wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
23.4.2
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginningen, bodem
verlagen, egaliseren, afgraven en ophogen;
het aanbrengen van diep-wortelende beplantingen en/of bomen
het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van
voorwerpen;
diepploegen;
het aanleggen van andere kabels en leidingen anders dan in de
bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende
constructies;
het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds
bestaande watergangen.
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 23.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a.
b.
c.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
23.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar mits;
a.
b.
geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de
leiding;
vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de desbetreffende
leidingbeheerder.
Pagina 104
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 24
Leiding - Hoogspanningsverbinding
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming:
L-HV
Leiding - Hoogspanningsverbinding
24.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Leiding - Hoogspanningsverbinding” (L-HV) aangewezen gronden zijn, behalve voor
de daar voorkomende bestemmingen, bestemd voor een hoogspanningsverbinding en bij de
hoogspanningsverbinding behorende beschermingszone.
24.2
Bouwregels
24.2.1
Algemeen
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders
dan ten behoeve van deze bestemming.
24.2.2
Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
24.2.3
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.
b.
de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter;
in afwijking van het bepaalde onder a. bedraagt de maximale hoogte van
hoogspanningsmasten 60 meter.
24.3
Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding,
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 24.2 en toestaan
dat binnen de beschermingszone bouwwerken worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk
advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
Pagina 105
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
24.4
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
24.4.1
Verbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen
bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit
te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen,
egaliseren, afgraven of ophogen;
het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen en/of bomen;
het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van
voorwerpen;
het aanleggen van andere kabels en leidingen anders dan in de
bestemmingsomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende
constructies;
het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds
bestaande watergangen.
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarde is
voldaan:
g.
h.
i.
j.
k.
24.4.2
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het doelmatig functioneren van
de leiding;
vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de
doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen
gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van
de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit;
voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet
1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze
is verleend indien zulks vereist is;
het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een
verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid van de Wet ruimtelijke ordening
of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3
derde lid van de Wet ruimtelijke ordening.
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 24.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a.
b.
c.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Pagina 106
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 25
Waarde - Archeologie
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming:
WR-A
waarde - archeologie
25.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Archeologie” (WR-A) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere
daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische
waarden.
25.2
Bouwregels
25.2.1
Voorrangsregeling
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in
dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming “Waarde Archeologie”.
25.2.2
Bouwen volgens de onderlinge bestemming
Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de
onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits de archeologische waarde van de
gronden daarmee niet wordt aangetast.
25.2.3
Voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwen
Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen winnen burgemeester en
wethouders advies in bij de archeologische deskundige van de gemeente Westland of een
daarvoor in de plaats gestelde deskundige.
25.3
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
25.3.1
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie”
zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning, verleend door
Pagina 107
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden te verrichten,
behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen:
a.
b.
c.
d.
e.
grondwerken dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven,
woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het
vergraven, wegruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het
aanleggen van drainage;
het verlagen en verhogen van het waterpeil;
het aanleggen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben worden
verwijderd;
het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen
en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
het aanleggen en verwijderen van verhardingen ten behoeve van wegen, paden,
parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
met uitzondering van:
f.
werken en werkzaamheden indien daardoor de archeologische waarden niet
onevenredig worden of kunnen worden geschaad, hetgeen mede op basis van
archeologisch onderzoek dient te zijn aangetoond;
g.
werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
h.
werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het
van kracht worden van het plan;
i.
werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen of daarop zijn
gericht;
j.
werken en werkzaamheden op en in gronden waarvan op basis van archeologisch
onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
k.
het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen
en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover
daarvoor een bouwvergunning is vereist;
l.
werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds
verleende aanlegvergunning of ontgrondingvergunning.
25.3.2
Verlening omgevingsvergunning
Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf
schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 25.3.4.
25.3.3
Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden
De werken of werkzaamheden die onder het verbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voor zover
het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt
benadeeld.
25.3.4
Advies over omgevingsvergunning
Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders
schriftelijk advies aan de archeologische deskundige van de gemeente Westland of een
daarvoor in de plaats gestelde deskundige. Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de
vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de
dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen
voorwaarden aan de omgevingsvergunning.
Pagina 108
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 26
Waarde - Natuur
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming:
WR-N
waarde - natuur
26.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Natuur” (WR-N)aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van natuurlijke waarden.
26.2
Bouwregels
26.2.1
Voorrangsregeling
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in
dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming “Waarde Natuur”.
26.2.2
Bouwen volgens de onderlinge bestemming
Op de gronden mogen bouwwerken worden gebouwd volgens de gebruiksregels van de
onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits de natuurlijke waarde van de
gronden daarmee niet wordt aangetast.
26.2.3
Voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwen
Alvorens omgevingsvergunning voor bouwen te verlenen winnen burgemeester en
wethouders advies in bij de natuur deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in
de plaats gestelde deskundige.
26.3
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
26.3.1
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen
bouwwerk zijnde, of werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit
te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:
Pagina 109
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
a.
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of
parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen;
het ontginnen; bodemverlagen, het afgraven, het ophogen, het egaliseren of het
scheuren van grasland;
het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies,
installaties of apparatuur;
het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders;
het vellen en/of rooien of het verrichten van werkzaamheden, welke de dood of
ernstige beschadiging van houtgewas dan wel waardevolle vegetatie ten gevolge
kunnen hebben;
het bebossen van gronden, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan
niet als bos konden worden aangemerkt;
het bemalen of draineren van de grond en het winnen, toevoeren, afdammen of
stuwen van water of het anderszins wijzigen van de grondwaterstand en de
waterhuishouding;
het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning
van delfstoffen, olie of gas.
Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
j.
k.
l.
26.3.2
het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden is niet in strijd met de
doeleindenomschrijving van het bestemmingsplan, of krachtens zodanige plannen
gestelde eisen, een beheersverordening, een besluit als bedoeld in artikel 3.40 van
de Wet ruimtelijke ordening dan wel met een voorbereidingsbesluit;
voor het werk of de werkzaamheid een vergunning ingevolge de Monumentenwet
1988, een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze
is verleend indien zulks vereist is;
het werk of werkzaamheid is niet in strijd met de regels gesteld bij of krachtens een
verordening als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening
of bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.3,
derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
Uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in 26.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a.
b.
c.
d.
e.
f.
betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
vallen binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik, met
uitzondering van het blijvend scheuren van grasland;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
vallen onder het vellen of rooien bij wijze van verzorging van de aanwezige
houtopstand;
behoren tot het periodiek kappen van hakhout voor zover betreffende de normale
uitoefening van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan bestaande
bodemgebruik.
Pagina 110
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
26.3.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 26.3.1 zijn alleen toelaatbaar, als - gehoord het
Hoogheemraadschap van Delfland als de waterhuishouding en/of de waterafvoer in het
geding is - door die werken of werkzaamheden of door de daarvan direct of indirect te
verwachten gevolgen de in 26.1 genoemde doeleinden dan wel waarden van deze gronden
niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het
herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
26.3.4
Verlening omgevingsvergunning
Aan de omgevingsvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf
schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 26.2.3
26.3.5
Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden
De werken of werkzaamheden die onder het verbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voor zover
het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt
benadeeld.
26.3.6
Advies over omgevingsvergunning
Voor de verlening van de omgevingsvergunning vragen burgemeester en wethouders
schriftelijk advies aan de natuur deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de
plaats gestelde deskundige. Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de
voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet
onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de
omgevingsvergunning.
Pagina 111
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGSREGELS
ARTIKEL 27
Waterstaat - Waterkering
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming:
WS-WK
waterstaat - waterkering
27.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Waterstaat - Waterkering” (WS-WK) aangewezen gronden zijn, behalve voor de
andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de inrichting en het
onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering.
27.2
Bouwregels
27.2.1
Voorrangsregeling
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waterstaatkundige werken
als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen, prevaleert de bestemming
“Waterstaat - Waterkering”.
27.2.2
Bouwen volgens de onderliggende bestemming
Voor het bouwen volgens de onderliggende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
a.
b.
27.2.3
op de gronden worden ten behoeve van de bestemmingen, zoals in onderdeel 25.1
bedoeld, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd;
ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen kan, met
in achtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende (bouw)regels,
uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op
vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de
oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en gebruik
wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
onderdeel 27.2 voor het bouwen op de onderliggende bestemming. Alvorens de
omgevingsvergunning te verlenen dient er een watervergunning te zijn verleend door de
waterbeheerder.
Pagina 112
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 28
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
Pagina 113
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 29
Algemene bouwregels
29.1
Algemene regels voor afstanden
29.1.1
Afstanden tot wegen
Onverminderd hetgeen in dit plan is bepaald, moeten voor bouwwerken ten behoeve van de
bestemmingen de navolgende afstanden tot aan het hart van de weg in acht worde genomen:
a.
b.
c.
d.
29.1.2
ten opzichte van wegen uit categorie 1, zoals opgenomen in bijlage IV:
woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 22,5 meter;
kassen en watersilo’s: 17,50 meter;
laad en losruimten: 35 meter.
ten opzichte van wegen uit categorie 2, zoals opgenomen in bijlage IV:
woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 17,5 meter;
kassen en watersilo’s: 12,50 meter;
laad- en losruimten: 30 meter.
ten opzichte van wegen uit categorie 3, zoals opgenomen in bijlage IV:
woningen, bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,5 meter;
kassen en watersilo’s: 9 meter;
laad- en losruimten: 25 meter.
ten opzichte van wegen die niet zijn opgenomen in bijlage IV:
woningen: 7,5 meter;
bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken: 12,5 meter;
kassen en watersilo’s: 6,5 meter;
laad- en losruimten: 15 meter.
Afstanden tot watergangen
Onverminderd hetgeen in dit plan is bepaald, gelden de volgende minimale afstanden tot
watergangen:
a.
b.
tot het in de bijlage IV opgenomen hoofdwatergangen tussen bouwwerken en de
boveninsteek van de watergang moet tenminste een afstand van 4 meter in acht
worden genomen;
de minimale afstanden tussen bouwwerken en watergangen die geen deel
uitmaken van het op de planverbeelding opgenomen hoofdwatergangen, zijn de
volgende:
1.
afstanden tot boezemwatergangen gerekend vanuit de boveninsteek van de
watergang:
- langs kanalen
:
1 meter;
- langs vaarsloten, breder dan 5 meter
:
1 meter;
- langs vaarsloten tot 5 meter breed
:
1,5 meter;
Pagina 114
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
2.
afstanden tot poldersloten gerekend vanuit de boveninsteek van de
watergang:
- langs watergangen
:
4 meter;
- langs poldersloten, breder dan 2 meter
:
1 meter;
- langs poldersloten tot en met 2 meter breed :
1,5 meter.
29.1.3
Afstandsmaten tot uitzichthoeken
Ten aanzien van wegen moeten bij het bouwen van bouwwerken de navolgende maten voor
uitzichthoeken in acht worden genomen;
a.
b.
29.1.4
bij een kruising of aansluiting van secundaire wegen met tertiaire wegen en overige
verharde en/of onverharde wegen: een denkbeeldige lijn, die het punt, 50 meter
gemeten uit het hart van de kruising en in de as van secundaire wegen en het
punt, 25 meter gemeten uit het hart van de kruising en in de as van tertiaire en
overige verharde en/of onverharde wegen;
bij een kruising of aansluiting van tertiaire wegen met overige verharde en/of
onverharde wegen: een denkbeeldige lijn, die het punt 30 meter gemeten uit het
hart van de kruising en in de as van tertiaire wegen en het punt, 15 meter gemeten
uit het hart van de kruising en in de as van overige verharde en/of onverharde
wegen, verbindt.
Afwijken van afstandsregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
onderdeel 29.1 van dit artikel ten behoeve van:
a.
b.
het bouwen van een woning en gebouwen dichterbij de weg dan zoals bepaald in
29.1.1, mits:
de aan te houden afstand ertoe zou leiden dat de bouw van een woning
en/of gebouwen onmogelijk zou zijn;
de bestaande afstand, zoals aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het
bestemmingsplan, niet wordt verkleind; of
er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de
gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de
verkeerskundige.
het bouwen van een laad- en losruimte dichterbij de weg dan zoals bepaald dan
zoals bepaald in 29.1.1, mits:
dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
aangetoond is dat alle (vracht) verkeer op eigen terrein kan keren, dit ter
beoordeling aan de verkeersdeskundige;
dit geen onevenredige hinder, gevaar of schade veroorzaakt in relatie tot
aangrenzende gronden;
niet wordt afgeweken van de afstandsregels voor een laad- en losruimte die
vóór de voorgevelrooilijn van het bedrijfsgebouw of de verwerkingsruimte
ligt; of
er sprake is van een weg welke geen onderdeel uitmaakt van de
gecategoriseerde wegen in bijlage IV en goedkeuring is verleend door de
verkeerskundige.
Pagina 115
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
c.
het bouwen van een bouwwerk dichterbij een waterloop dan als bepaald in
29.1.2., mits;
het bedrijf aantoonbaar over een daartoe strekkende watervergunning van
de waterbeheerder beschikt;
dit als zodanig ook aantoonbaar noodzakelijk is in bedrijfsmatig opzicht;
de bouwwerken niet dichterbij worden gebouwd dan 1,5 meter van de
boveninsteek van het water.
29.2
Algemene regels voor ondergronds bouwen
29.2.1
Ondergrondse werken
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden
gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
29.2.2
Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels
opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
29.2.3
de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal
3,3 meter onder peil;
ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan onder het hoofdgebouw en
de kassen, met uitzondering van rioolwaterbuffers die ook buiten de gebouwen
mogen worden opgericht;
zowel onder bestaande bebouwing als buiten bestaande bebouwing zijn
ondergrondse bouwwerken toegestaan, evenwel met inachtneming van het
gestelde onder 29.2.2 sub b;
bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende
bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen
oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen uitsluitend mede in
aanmerking genomen als de ondergrondse bouwwerken zich buiten de bestaande
bebouwing bevinden.
Afwijken van de regels voor ondergronds bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
29.2.2 sub a voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse
bouwdiepte van maximaal 6,6 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
a.
b.
de waterhuishouding niet wordt verstoord;
geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
29.3
Algemene regels voor bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden, tenzij bij de
bestemmingsregels anders is bepaald, de volgende maximale bouwhoogten:
a.
van (licht)masten: 8,00 meter;
Pagina 116
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
van een overkapping: 4,00 meter;
van een (vlaggen-)mast: 8,00 meter;
van een windturbine: 15,00 meter, terwijl de afstand van een windturbine naar
een hoofdgebouw ten minste 4 maal de bouwhoogte van de windturbine moet
bedragen;
van een terreinafscheiding vóór de voorgevelrooilijn: 1,00 meter;
van een terreinafscheiding achter de voorgevelrooilijn: 2,00 meter;
van een antenne-installatie: 15 meter;
van een schoorsteen: 20 meter;
van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde: 2,00 meter.
29.4
Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte
bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten,
gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten
beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer
dan 1 meter bedraagt.
Pagina 117
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 30
Algemene gebruiksregels
30.1
Verbod op gebruik van gronden
30.1.1
Strijdig gebruik van gronden
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in
samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
wordt tenminste als bedoeld verstaan het gebruik van de gronden:
-
-
als opslagplaats voor bagger- en grondspecie;
als opslagplaats voor materialen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en
machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin,
grind, vloeibare afvalstoffen of brandstoffen;
als opslagplaats van gebruiksklare of onklare voer- en/of vaartuigen en/of
onderdelen daarvan;
als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen vóór de
voorgevelrooilijn;
als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen achter de
voorgevelrooilijn, hoger dan 4 meter;
als uitstalling-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
voor privé-gebruik van gronden met de bestemming glastuinbouw wanneer dit
gebruik van gronden betreft die groter zijn dan 1.000 m2, te meten aansluitend
aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bijgebouwen;
voor opslag ten behoeve van privé-doeleinden anders dan op gronden met de
bestemming Wonen;
het niet-hobbymatig houden van paarden.
30.1.2
Uitzonderingen
-
Dit verbod geldt niet voor:
-
-
vormen van gebruik als bedoeld onder 30.1.1 van dit artikel, die verenigbaar zijn
met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de
doeleindenomschrijving en/of de overige planregels mag worden gebruikt;
het opslaan van bouwmaterialen, puin en bagger- en grondspecie in verband met
normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
het uitoefenen van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt
bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, het alleen de verkoop
betreft van op het perceel geteelde producten en waarbij het aldus gegenereerde
financiële resultaat niet meer dan 10% van het totale bedrijfsresultaat uitmaakt;
het opwekken van energie voor derden, voor zover dit een normaal en
ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsvoering, waarbij het
Pagina 118
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
30.2
aldus gegenereerde financiële resultaat ondergeschikt is binnen het totale
bedrijfsresultaat;
het hobbymatig houden van paarden;
het gebruik van niet-bebouwde grond voor evenementen waarvoor een
vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van
de gemeente Westland;
het gebruik van niet-bebouwde grond voor standaardplaatsen waarvoor een
vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van
de gemeente Westland.
Verbod op gebruik van bouwwerken
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening in
samenhang met artikel 2.1. lid 1. onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
wordt tenminste verstaan het gebruik van:
-
woningen binnen het bestemmingsvlak van de bestemming Wonen voor beroepsof bedrijfsmatige werk en/of opslagruimte, met uitzondering van een aan-huisgebonden beroep;
bouwwerken voor/als seksinrichting.
Pagina 119
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 31
Algemene aanduidingsregels
31.1
31.1.1
Gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie”
Bouwregels
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Geluidzone - Industrie” geldt, dat nieuwe
geluidsgevoelige objecten niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidbelasting
vanwege industrielawaai afkomstig van het industriegebied Europoort / Maasvlakte.
31.1.2
Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidsbelasting op de gevel, kan met een
omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 31.1.1, en worden toestaan dat
nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits
de geluidbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van deze geluidsgevoelige
gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde,
of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde.
31.2
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi”
31.2.1
Bouwregels
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi” mogen volgens de regels
van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet
kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin
van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
31.2.2
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
31.2.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de
gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Bevi”, indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of
beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe
veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen
van plaatsgebonden risico en groepsrisico.
Pagina 120
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
31.3
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding”
31.3.1
Bouwregels
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone – Leiding, mogen volgens de
regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze
niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de
zin van het Besluit Buisleidingen.
31.3.2
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
31.3.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de
gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Leiding”, indien die bouwwerken als kwetsbare
objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit
Buisleidingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van
plaatsgebonden risico en groepsrisico.
31.4
Gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie”
31.4.1
Bouwregels
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie” mogen volgens de
regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze
niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de
zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
31.4.2
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
31.4.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de
gebiedsaanduiding “Veiligheidszone - Munitie”, indien die bouwwerken als kwetsbare
objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit
externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de
normen van plaatsgebonden risico en groepsrisico.
31.5
31.5.1
Gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop”
Bouwregels
Op de gronden met de gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop” mogen volgens
de regels van de bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits de
hoogte van die bouwwerken niet meer bedraagt dan 1/30 van de afstand tussen het
bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste
punt van de verticaal staande wiek (een visualisering van deze regel is gegeven in Bijlage 2 van
deze planregels).
Pagina 121
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
31.5.2
Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
31.5.1 voor het oprichten van bouwwerken op de gronden gelegen binnen de
gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Molenbiotoop”, indien die bouwwerken een grotere
hoogte hebben dan ingevolge de lijn als bedoeld onder bovengenoemd artikel, in die situaties
waarin geen belangrijke zichtlijnen aanwezig zijn en/of vrije windvang reeds beperkt is, mits:
a.
b.
het zicht en/of vrije windvang niet verder worden beperkt;
alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, burgemeester en wethouders advies
inwinnen bij het bureau Cultuur van de provincie Zuid-Holland.
31.6
Gebiedaanduiding “Vrijwaringszone - Weg”
31.6.1
Bouwregels
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “Vrijwaringszone - Weg” dienen de gronden in het
kader van de verkeersbelangen van de Rijksweg A20 vrij gehouden te worden van bebouwing;
binnen een strook van 0 tot 100 meter, ter plaatse van de aanduiding “Vrijwaringszone Weg”, gemeten vanaf de as van de dichtst bij gelegen rijbaan van Rijksweg A20 en de
bijbehorende toe- en afritten, mogen slechts bouwwerken worden gebouwd die direct
verband houden met de aanleg van de Rijksweg A20, zoals geluidswerende voorzieningen en
ecologische voorzieningen.
31.6.2
Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met
een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 31.6.1, voor de bouw van
bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming nadat de
wegbeheerder ter zake is gehoord.
31.6.3
Bestaande bebouwing
De in 31.6.2 bedoelde afwijkingsbevoegdheid wordt geacht te zijn toegepast ten aanzien van
bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van
terinzagelegging van het ontwerp van het plan, dan wel mogen worden opgericht krachtens
een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning.
Pagina 122
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 32
Algemene afwijkingsregels
32.1
Afwijkingsbevoegdheid voor afmetingen en maten
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het
bestemmingsplan voor afwijkingen van voorgeschreven afmetingen en maten, waaronder
percentages, met ten hoogste 10 %.
32.2
Afwijkingsbevoegdheid voor kleine bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het
bestemmingsplan voor:
a.
b.
c.
d.
e.
het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes met een
goothoogte van het hoogste 3,00 meter ten behoeve van openbare nutsbedrijven
of voor andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare gebouwtjes, mits de inhoud
van deze gebouwtjes niet groter is dan 60 m3, zoals transformatorhuisjes,
schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen,
toiletgebouwtjes en wachthuisjes voor verkeersdiensten;
geringe veranderingen in de tracés van wegen en de aanpassing daaraan van de
ligging en de vorm van bestemmingsvlakken indien bij de definitieve uitmeting
blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het terrein slechts kan
worden aangelegd als op ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken,
met dien verstande dat de veranderingen ten hoogste 2,00 meter mogen bedragen;
afwijkingen van het bestemmingsplan ten einde de uitvoering van een bouwplan
mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband
met de verkaveling of situering blijkt, dat aanpassing van het bestemmingsplan
noodzakelijk zou zijn en de afwijking van zo ondergeschikte aard blijft, dat de
structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast;
overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een
technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of van bouwwerken
dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van
het terrein, met dien verstande dat de overschrijdingen niet meer mogen bedragen
dan 3,00 meter;
het afwijken van deze planregels ten behoeve van het bouwen van
zonnecollectoren, beeldende kunstwerken, riooloverstortkelders, boven- en
ondergrondse containerruimten, en informatie- en reclameborden.
Van de regels mag slechts worden afgeweken, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk
wordt of van worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, zoals bepaald in dit
bestemmingsplan, van aangrenzende gronden en bouwwerken en in de polder tot minimaal
Pagina 123
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
0,60 meter en in de boezem tot minimaal 0,35 meter boven het aanliggende waterpeil
waterdicht wordt gebouwd.
Pagina 124
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 33
Algemene wijzigingsregels
33.1
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te
wijzigen ten behoeve van:
a.
b.
c.
d.
33.2
overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een
technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover
dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De
overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het
bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of
de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de
verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding
mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet
meer dan 10% worden vergroot;
het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische
ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij
verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke
regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden
gewijzigd.
Wijzigen naar glastuinbouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om alle gronden in het bestemmingsplan te
wijzigen voor de realisering van glastuinbouw, door voor deze gronden de bestemming te
wijzigen in de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”, zoals geregeld in artikel 4 van deze
planregels, op het moment dat de gronden niet meer gebruikt worden voor de ter plaatse
geldende bestemming.
33.3
Wijzigen naar water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om alle gronden in het bestemmingsplan te
wijzigen voor de realisering van watergangen en waterbergingen, door voor deze gronden de
bestemming te wijzigen in de bestemming “Water”, zoals geregeld in artikel 20 van deze
planregels, op het moment dat de gronden niet meer gebruikt worden voor de ter plaatse
geldende bestemming.
Pagina 125
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK III
ALGEMENE REGELS
ARTIKEL 34
Algemene procedureregels
34.1
Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de
voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene
wet bestuursrecht, van toepassing.
34.2
Nadere eisen
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, worden de
navolgende procedureregels in acht genomen:
a.
b.
c.
d.
het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken
gedurende 2 weken ter inzage;
burgemeester en wethouders maken de onder a. bedoelde terinzagelegging tevoren
in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden
verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend;
de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van
zienswijzen;
gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij
burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het
ontwerpbesluit.
Pagina 126
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
ARTIKEL 35
Overgangsrecht
35.1
Overgangsrecht bouwwerken
a.
een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard
en omvang niet wordt vergroot:
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden
vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt
gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning verlenen
om af te wijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van
het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan
op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder
vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepaling van dat plan.
b.
c.
35.2
Overgangsrecht gebruik
a.
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden
voortgezet.
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het
bepaalde in sub a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan
strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang
wordt verkleind.
indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a., na het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt
onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was
met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsregels van dat plan.
b.
c.
d.
Pagina 127
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
35.3
Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van
overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van
inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het
voordien geldende bestemmingsplan, kan het college van burgemeester en wethouders ten
behoeve van die persoon of personen van het overgangsrecht met omgevingsvergunning
afwijken.
Pagina 128
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
HOOFDSTUK IV
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
ARTIKEL 36
Slotregels
36.1
Vervangen bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan vervangt in
zijn geheel of gedeeltelijk de volgende
bestemmingsplannen op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in
artikel 3.8, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening:
-
-
-
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente De Lier op 20 april 1994 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 oktober 1994;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied 1e herziening", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente De Lier op 23 mei 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 juni 1995;
"landelijk gebied 2e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 6 februari 1996;
"landelijk gebied 3e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 10 december 1996;
"landelijk gebied 4e wijziging", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders
van de voormalige gemeente De Lier op 26 augustus 1997;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Maasland op 21 juni 1971 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 1 november 1972;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2e herziening", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied Maasland – uitwerkingsplan
Kralingerpolder", zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente
Maasland op 28 januari 2003 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de
provincie Zuid-Holland op 15 april 2003;
het bestemmingsplan "Oude Campspolder", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Maasland op 4 november 1975 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 maart 1977;
het bestemmingsplan "Oude Campspolder 4e herziening”, zoals vastgesteld door
de raad van de voormalige gemeente Maasland op 8 september 1989 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 30
januari 1990;
het bestemmingsplan "Buitengebied Noord", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Schipluiden op 23 maart 2000 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 31 oktober 2000;
Pagina 129
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
-
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 17 januari 1978 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 april 1979;
het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 24 oktober 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 juni 1996;
het bestemmingsplan "Buitengebied 1e herziening, zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 april 2002 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 november 2002;
het bestemmingsplan "Buitengebied 3e herziening, zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16 december 2008 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 2 april
2009;
het bestemmingsplan "gaswinningslocatie", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 16-04-2002 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 24 juli 2002;
het bestemmingsplan "Staelduinen", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 5 september 1972 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 29 augustus 1973;
het bestemmingsplan "Staelduinen na 1ste herziening", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente ‘s-Gravenzande op 3 december 1974 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20
augustus 1975;
het bestemmingsplan "Het Oude Land 1985 1ste herziening", zoals vastgesteld
door de raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 9 december 1997 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 7 april
1998;
het bestemmingsplan "Parapluherziening prostitutie", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente 's-Gravenzande op 10 april 2001 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 juni
2001;
het bestemmingsplan “Buitengebied”, zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Monster op 25 maart 1986 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 16 december 1986;
het bestemmingsplan “Buitengebied”, 1e herziening, zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Monster op 28 oktober 1986 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 juni 1987;
het bestemmingsplan “Buitengebied”, de 2e herziening, zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Monster op 25 april 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 december 1995;
het bestemmingsplan “Buitengebied” 3e herziening (Monster), zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2004 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 april 2005;
het bestemmingsplan "Buitengebied" 4e herziening (Monster), zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 25 april 2006 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 9 augustus 2006;
het bestemmingsplan "Woonwagencentrum", zoals vastgesteld door de raad van
de voormalige gemeente Monster op 29 juni 1982 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20 september 1993;
Pagina 130
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
-
-
het bestemmingsplan "Bedrijfsgebied Vlotlaan", zoals vastgesteld door de raad van
de voormalige gemeente Monster op 30 november 1993 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1994;
het bestemmingsplan "Landelijk gebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Naaldwijk op 18 augustus 1977 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 19 september 1978;
het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Naaldwijk op 10 februari 2000 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 3 oktober 2000;
het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer", zoals vastgesteld door de
raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 11 oktober 1990 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 25 mei 1991;
het bestemmingsplan "Tracé Veilingroute en Vogelaer 1e herziening", zoals
vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Naaldwijk op 13 maart
1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op
15-07-1997;
het bestemmingsplan “Woonwagencentrum Monnikenlaan”, zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 12
februari 1976 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 februari 1977;
het bestemmingsplan "Over de Middel Broekweg", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Naaldwijk op 8 juli 1999 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 15 februari 2000;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door burgemeester en
wethouders van de voormalige gemeente Naaldwijk op 25 maart 1964 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 21 april
1965;
het bestemmingsplan "Buitengebied Wateringen", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Wateringen op 31 augustus 1999 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 18 april 2000;
het bestemmingsplan "1ste wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied
Wateringen", zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van de
voormalige gemeente Wateringen op 18 februari 2003 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 22 april 2003;
het bestemmingsplan "Kwintsheul 1993", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Wateringen op 6 juli 1995 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 maart 1996;
het bestemmingsplan "N211/N54/N222(Veilingroute)/c.a.", zoals vastgesteld
door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 25 oktober 1994 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14
maart 1995;
het bestemmingsplan "Wateringen Dorp", zoals vastgesteld door de raad van de
voormalige gemeente Wateringen op 26 oktober 1999 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 27 januari 2000;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak 1959", zoals vastgesteld door de raad
van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 april 1960;
Pagina 131
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
-
-
-
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak herziening 1963, vastgesteld door
gedeputeerde staten op 4 december 1963 en goedgekeurd door de Kroon bij
Koninklijk Besluit op 5 maart 1965;
het bestemmingsplan "Plan in Hoofdzaak" herziening 1964, vastgesteld door
gedeputeerde staten op 3 maart 1965 en goedgekeurd door de Kroon bij
Koninklijk Besluit op 17 januari 1966;
de gebruiksregels bij het "Plan in Hoofdzaak", zoals vastgesteld door de raad van
de voormalige gemeente Wateringen op 20 oktober 1970 en goedgekeurd door
gedeputeerde staten op 23 december 1970;
het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan sexinrichtingen Wateringen,
zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 30
januari 2001 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie ZuidHolland op 23 april 2001;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel I”, zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 26 september 2006 en goedgekeurd
door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei 2007;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel II”, zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 19 december 2006 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 14 mei
2007;
het bestemmingsplan “Woningen Buitengebied Westland deel III”, zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 24 november 2009;
het bestemmingsplan "Ontsluitingsweg Wateringveldsche polder", zoals
vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 27 mei 2008 en
goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 20
januari 2009;
het bestemmingsplan “Parapluherziening bestemmingsplannen Buitengebied
Westland ”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 mei
2009.
het bestemmingsplan "Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland Gedeelte
Pettendijk", zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26
januari 2010;
het bestemmingsplan "Verlengde Veilingroute en Zuidelijke Randweg Naaldwijk",
zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 23 juni 2010;
het bestemmingsplan "Scheeweg 9 te De Lier", zoals vastgesteld door de raad van
de gemeente Westland op 24 augustus 2010;
het bestemmingsplan "Van Wijklaan 2 te de Lier", zoals vastgesteld door de raad
van de gemeente Westland op 30 november 2010;
het bestemmingsplan "Claes de Wyckerlaan 7 Monster", zoals vastgesteld door de
raad van de gemeente Westland op 30 maart 2010 (Booma);
het bestemmingsplan "Burgemeester Crezeelaan 40 te de Lier", zoals vastgesteld
door de raad van de gemeente Westland op 14 december 2010;
het gebundeld wijzigingsplan "parapluherziening bestemmingsplannen
buitengebied Westland, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders van
de gemeente Westland op 2 september 2010;
het wijzigingsplan "Noordlierweg te De Lier", zoals vastgesteld door burgemeester
en wethouders van de gemeente Westland op 1 november 2010;
het wijzigingsplan "Grote Achterweg Naaldwijk", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 19 november 2010;
Pagina 132
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
-
36.2
het wijzigingsplan "De Poel tegenover 1 (kavel 2) te Monster", zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16 september 2010;
het wijzigingsplan "De Jonghlaan tegenover 6a en 6b te 's-Gravenzande", zoals
vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland 16
februari 2010;
het wijzigingsplan "Maasdijk 4 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders op 18 februari 2010;
het wijzigingsplan "Tuindersweg nabij 24 te Maasdijk", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 2 maart 2010;
het wijzigingsplan "Poeldijkseweg tussen 1 en 5 te Monster", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 25 maart 2010;
het wijzigingsplan "Slimpad 2 te Kwintsheul", zoals vastgesteld door burgemeester
en wethouders op 25 juni 2010;
het wijzigingsplan "Kralingerweg tussen 3 en 5 te De Lier", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 6 juli 2010;
het wijzigingsplan "Zanddijk 54 te 's-Gravenzande", zoals vastgesteld door
burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 20 juli 2010;
het wijzigingsplan ecologische zone Wateringveldsepolder fase 1, zoals vastgesteld
door burgemeester en wethouders van de gemeente Westland op 16 december
2010.
Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Glastuinbouwgebied”.
Pagina 133
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 134
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Bijlagen
Pagina 135
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 136
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE I. CRITERIA VOLWAARDIG, DOELMATIG GLASTUINBOUWBEDRIJF
Bij de beoordeling van bouwplannen, bij de toepassing van ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden en nadere eisen, alsmede bij de beoordeling van het gebruik van gronden, anders dan
voor bebouwing wordt de noodzaak en toelaatbaarheid bezien. Hierbij staan drie begrippen
centraal: glastuinbouw bedrijvigheid, volwaardigheid en doelmatigheid. Voor de herbouw en
het verplaatsen van (voormalige) bedrijfswoningen gelden speciale regels.
a.
Glastuinbouw bedrijf:
Wat onder glastuinbouwbedrijvigheid wordt verstaan is aangegeven in de begrippenlijst,
welke is opgenomen in artikel 1 van de planregels.
b.
Volwaardigheid
De volwaardigheid van een bedrijf wordt voornamelijk bepaald door drie aspecten:
Arbeidsbehoefte: er moet sprake zijn van tenminste één volwaardige arbeidskracht. Het
bedrijf dient tenminste één persoon gedurende het hele jaar een volledige dagtaak,
hoofdberoep, hoofdinkomen en hoofdbestaan te bieden.
Duurzaamheid: hiermee wordt bedoeld de continuïteit van het bedrijf en de binding van de
ondernemer(s ) of de arbeidskracht(en) met het bedrijf. Continuïteit betekent dat het bedrijf
toekomstmogelijkheden moet hebben om langere tijd te kunnen blijven bestaan. Hierbij is
de bedrijfstechnische opzet (omvang, aard) van belang, maar ook de aanwezigheid van
ruimtelijke claims (waaronder begrepen de waterhuishoudkundige situatie), alsmede
milieuhygiënische gevolgen worden bij de beoordeling betrokken. Met de binding met het
bedrijf wordt bedoeld dat er sprake moet zijn van een juridische en emotionele binding met
het bedrijf.
Bedrijfsgrootte: een glastuinbouwbedrijf dient tenminste over 15.000 m2 aan glasopstanden
te beschikken. Een bedrijf kan ook bij minder dan 15.000 m2 aan glasopstanden als
volwaardig gelden, maar dan zal moeten worden aangetoond dat de teelt van een
(gespecialiseerd) glastuinbouwbedrijf zodanig is dat deze op beperkte schaal
bedrijfseconomisch verantwoord en levensvatbaar is. In een dergelijk geval moet een advies
overgelegd worden door een glastuinbouwdeskundige. Er geldt een minimale oppervlakte aan
glasopstanden van 5000 m2.
c.
Doelmatigheid:
Bepalend voor de doelmatigheid is of de (aangevraagde) bebouwing passend en/of logisch is
voor een glastuinbouwbedrijf en dat de bebouwing is afgestemd op de aard en omvang van
het bedrijf. De doelmatigheid wordt bepaald door:
de maatvoering en inrichting van gebouwen;
het gebruik dat bij die maatvoering en inrichting hoort;
de locatie van gebouwen en woning(en);
Voor verwerkingsruimten bij kassen wordt als maximum bruto vloeroppervlak bepaald dat
het niet meer dan 12,5% van de aanwezige glasopstanden mag uitmaken.
Voor (niet -zelfstandige) kantoren geldt dat:
kantoren moeten onderdeel zijn van de bedrijfs/verwerkingsruimte;
kantoren los van de overige bedrijfsbebouwing zijn niet toegestaan;
het procentuele maximum is 1% van de hoeveelheid kassen (ontheffing mogelijk);
het absolute maximum aan bruto vloer oppervlak te wordt gesteld op 1000 m2;
concentratie van kantoren van meerdere vestigingen op één hoofdlocatie is niet toegestaan
(afwijking mogelijk);
Pagina 137
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
De uiteindelijke beoordeling van de volwaardigheid en doelmatigheid van
glastuinbouwbedrijven berust op een weging van de hiervoor genoemde aspecten en factoren
in een concreet geval. Het gemeentebestuur kan zo nodig het advies van de
glastuinbouwdeskundige of een andere (externe) deskundige instantie inwinnen.
Pagina 138
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE II. STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN
Pagina 139
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 140
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
2
014
-
-
-
0
1
3
4
5
6
151
151
151
151
151
2
0502
151
1
0502
15
Vis- en schaaldierkwekerijen
0
0502
visteeltbedrijven
-
-
-
-
-
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1.000 m²
vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1.000 m²
bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval
slachterijen en pluimveeslachterijen
Slachterijen en overige vleesverwerking:
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
-
oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven
Binnenvisserijbedrijven
-
Zeevisserijbedrijven
0501.2
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
-
05
0501.1
KI-stations
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²
algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o.<= 500 m²
algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m²
0142
-
-
1
014
witlofkwekerijen (algemeen)
bloembollendroog- en prepareerbedrijven
champignonkwekerijen met mestfermentatie
champignonkwekerijen (algemeen)
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
4
0
014
-
3
7
0112
-
014
6
0112
-
-
014
5
0112
Tuinbouw:
-
4
0112
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
-
0
0112
nummer
01
OMSCHRIJVING
30
GEUR
30
50
100
300
100
50
100
50
100
30
30
30
30
30
30
30
100
STOF
0
0
0
0
0
0
30
0
0
10
10
10
10
10
10
10
10
10
50
50
100
100
100
50
50
50
100
30
30
50
30
50
30
30
30
30
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
10
30
50
50
50
0
0
10
50
0
10
10
10
10
10
10
10
10
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
30
GROOTSTE
AFSTAND
50
50
100
300
100
50
100
50
100
30
30
50
30
50
30
30
100
D
D
2
CATEGORIE
3.1
3.1
3.2
4.2
3.2
3.1
3.2
3.1
3.2
2
2
3.1
2
3.1
2
2
3.2
INDICES
1 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
1 G
1 G
1 G
VERKEER
7
8
0
2
3
4
5
6
0
1
2
0
1
2
3
4
5
0
1
2
0
1
2
0
1
2
0
3
151
152
152
152
152
152
152
1531
1531
1531
1532, 1533
1532, 1533
1532, 1533
1532, 1533
1532, 1533
1532, 1533
1541
1541
1541
1542
1542
1542
1543
1543
1543
1551
1551
nummer
151
loonslachterijen
vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o.
< 2.000 m²
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²
conserveren of verwerken anderszins: p.o. <= 1.000 m²
verwerken anderszins: p.o. > 1.000 m²
roken
conserveren
vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²
vervaardiging van aardappelproducten
met uienconservering (zoutinleggerij)
met drogerijen
met koolsoorten
groente algemeen
jam
p.c. >= 250.000 ton/jaar
p.c. < 250.000 ton/jaar
p.c. >= 250.000 ton/jaar
p.c. < 250.000 ton/jaar
p.c. >= 250.000 ton/jaar
p.c. < 250.000 ton/jaar
-
melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton/jaar
Zuivelproductenfabrieken:
-
-
Margarinefabrieken:
-
-
Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
-
-
Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
-
-
-
-
-
Groente- en fruitconservenfabrieken:
-
-
Aardappelproductenfabrieken:
-
-
-
-
-
Visverwerkingsbedrijven:
-
OMSCHRIJVING
GEUR
50
200
100
300
200
300
200
300
300
100
50
50
50
300
50
100
300
300
200
50
50
STOF
0
10
10
10
10
50
30
10
10
10
10
10
10
30
10
10
10
0
0
0
0
100
300
200
300
100
300
100
100
200
100
100
100
50
200
30
50
50
50
100
50
50
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
Z
Z
50
50
30
200
100
50
30
10
30
10
10
10
50
50
10
30
30
0
30
10
10
R
R
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
100
300
200
300
200
300
200
300
300
100
100
100
50
300
50
100
300
300
200
50
50
D
CATEGORIE
3.2
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
4.2
3.2
3.2
3.2
3.1
4.2
3.1
3.2
4.2
4.2
4.1
3.1
3.1
INDICES
2 G
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
1 G
VERKEER
0
3
5
6
1571
1571
1571
1
2
1581
1581
Suikerfabrieken:
0
0
2
3
4
5
6
1583
1584
1584
1584
1584
1584
1584
-
-
-
suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²
suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²
suikerwerkfabrieken met suiker branden
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o.
< 2.000 m²
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o.
<= 200 m²
Banket, biscuit- en koekfabrieken
v.c. >= 7.500 kg meel/week
1582
-
v.c. < 7.500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
0
1581
-
Vervaardiging van voer voor huisdieren
mengvoeder, p.c. >= 100 ton/uur
mengvoeder, p.c. < 100 ton/uur
drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) capaciteit < 10 ton/uur water
1572
-
-
-
Veevoerfabrieken:
p.c. >= 10 ton/uur
p.c. < 10 ton/uur
1571
-
-
2
p.c. < 500 ton/uur
p.c. >= 500 ton/uur
1
-
-
1562
2
1561
1562
1
1561
Meelfabrieken:
consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
Zetmeelfabrieken:
0
1561
-
0
2
1552
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²
overige zuivelproductenfabrieken
melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton/jaar
1562
1
1552
-
-
Grutterswarenfabrieken
5
1561
4
1551
nummer
1551
OMSCHRIJVING
GEUR
30
100
300
30
100
100
100
30
200
300
200
300
300
200
50
100
200
10
50
50
100
0
STOF
10
30
30
10
30
10
30
10
100
100
50
100
100
50
100
50
100
0
0
50
30
50
50
30
50
100
100
30
200
300
200
200
300
200
200
200
300
30
100
300
300
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
Z
Z
Z
10
30
30
10
30
30
30
10
30
50
30
30
50
30
50
50
100
0
50
50
50
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
30
100
300
30
100
100
100
30
200
300
200
300
300
200
200
200
300
30
100
300
300
D
CATEGORIE
2
3.2
4.2
2
3.2
3.2
3.2
2
4.1
4.2
4.1
4.2
4.2
4.1
4.1
4.1
4.2
2
3.2
4.2
4.2
INDICES
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
3 G
3 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
3 G
3 G
VERKEER
2
1586
Bakkerijgrondstoffenfabrieken
Soep- en soeparomafabrieken:
0
1
2
1589.1
1589.2
1589.2
1589.2
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke
Bierbrouwerijen
Mouterijen
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
VERWERKING VAN TABAK
1
2
1592
1592
1593 t/m
1595
1596
1597
1598
16
2
172
173
1
172
aantal weefgetouwen >= 50
Textielveredelingsbedrijven
-
aantal weefgetouwen < 50
Weven van textiel:
-
Bewerken en spinnen van textielvezels
0
172
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
-
171
17
p.c. >= 5.000 ton/jaar
Tabakverwerkende industrie
-
160
-
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
0
1592
p.c. < 5.000 ton/jaar
Destilleerderijen en likeurstokerijen
1591
-
Bakmeel- en puddingpoederfabrieken
met poederdrogen
1589.2
-
zonder poederdrogen
Vervaardiging van overige voedingsmiddelen
1589
-
Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden
1587
theepakkerijen
Koffiebranderijen en theepakkerijen:
-
Deegwarenfabrieken
0
1586
nummer
1585
OMSCHRIJVING
GEUR
50
10
10
10
200
10
300
300
10
300
200
300
200
300
100
200
200
200
100
50
STOF
0
30
10
50
30
0
50
30
0
50
30
30
50
50
10
50
30
30
10
30
50
300
100
100
50
100
100
100
30
300
200
200
50
50
50
50
50
50
30
10
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
10
50
0
30
30
50
30
50
0
50
30
30
30
50
10
50
30
10
10
10
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
300
100
100
200
100
300
300
30
300
200
300
200
300
100
200
200
200
100
50
D
CATEGORIE
3.1
4.2
3.2
3.2
4.1
3.2
4.2
4.2
2
4.2
4.1
4.2
4.1
4.2
3.2
4.1
4.1
4.1
3.2
3.1
INDICES
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
2
0
1
2010.2
202
203, 204,
205
203, 204,
205
met zoutoplossingen
Vervaardiging van pulp
Papier- en kartonfabrieken:
0
2112
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
21
2111
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken
-
205
-
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout
1
2010.2
met creosootolie
Houtconserveringsbedrijven:
-
Houtzagerijen
0
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN
DERGELIJKE
20
2010.2
Schoenenfabrieken
193
2010.1
Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel)
-
Lederfabrieken
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
19
192
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont
183
-
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer)
191
Vervaardiging kleding van leer
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
18
182
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
176, 177
-
Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken
181
Vervaardiging van textielwaren
1751
nummer
174, 175
OMSCHRIJVING
10
GEUR
200
10
0
0
100
10
200
0
50
50
300
50
10
30
0
100
0
STOF
100
10
30
30
30
30
30
50
10
10
30
10
10
0
10
30
50
200
30
50
100
100
50
50
100
50
30
100
10
30
50
50
200
C
GELUID
50
0
0
0
10
10
10
50
10
10
10
10
10
0
10
10
10
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
50
GROOTSTE
AFSTAND
200
30
50
100
100
50
200
100
50
50
300
50
30
50
50
200
D
CATEGORIE
4.1
2
3.1
3.2
3.2
3.1
4.1
3.2
3.1
3.1
4.2
3.1
2
3.1
3.1
4.1
3.1
INDICES
3 G
1 G
1 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
1 G
2 G
1 G
VERKEER
2
-
2121.2
22
p.c. >= 3 ton/uur
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
Grafische afwerking
A
B
2222
2222.6
2223
2223
Overige grafische activiteiten
Reproductiebedrijven opgenomen media
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT/KWEEKSTOFFEN
-
A
B
C
-
2225
223
23
2320.2
2320.2
2320.2
24
1
A0
2413
2414.1
Organische chemische grondstoffenfabrieken:
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
2413
-
Kleur- en verfstoffenfabrieken
0
2412
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
Aardolieproductenfabrieken n.e.g.
Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie
Smeeroliën- en vettenfabrieken
Grafische reproductie en zetten
2224
Binderijen
Drukkerijen van dagbladen
2221
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
-
p.c. < 3 ton/uur
1
2121.2
-
Golfkartonfabrieken:
p.c. >= 15 ton/uur
0
-
p.c. 3 - 15 ton/uur
p.c. < 3 ton/uur
2121.2
3
2112
-
-
Papier- en kartonwarenfabrieken
2
212
1
2112
nummer
2112
OMSCHRIJVING
50
GEUR
100
200
300
300
50
0
30
30
30
0
10
30
30
50
30
30
200
100
STOF
30
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
30
30
100
50
30
50
300
200
200
100
100
10
30
10
30
10
30
100
100
200
100
100
300
200
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
Z
Z
300
200
50
50
30
0
10
10
0
0
0
10
10
30
30
30
100
50
30
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
50
GROOTSTE
AFSTAND
300
200
300
300
100
10
30
30
30
10
30
100
100
200
100
100
300
200
D
D
D
D
CATEGORIE
4.2
4.1
4.2
4.2
3.2
1
2
2
2
1
2
3.2
3.2
4.1
3.2
3.2
4.2
4.1
3.1
INDICES
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 P
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
1 G
VERKEER
p.c. < 50.000 ton/jaar
1
2
2442
2442
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
0
1
2462
2462
B
2466
2
2512
Kunststofverwerkende bedrijven:
252
vloeroppervlak >= 100 m²
Rubber-artikelenfabrieken
-
2513
0
1
2512
vloeroppervlak < 100 m²
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
-
Rubberbandenfabrieken
0
2512
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
25
2511
Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
247
-
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
A
2466
Overige chemische productenfabrieken n.e.g.
Fotochemische productenfabrieken
2464
zonder dierlijke grondstoffen
Parfumerie- en cosmeticafabrieken
2452
-
Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
verbandmiddelenfabrieken
formulering en afvullen geneesmiddelen
2451
-
-
Farmaceutische productenfabrieken:
p.c. < 1.000 ton/jaar
0
-
1
2442
Landbouwchemicaliënfabrieken:
-
2441
0
242
Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
1
2414.2
Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
p.c. >= 100.000 ton/jaar
p.c. < 100.000 ton/jaar
Verf, lak en vernisfabrieken
0
2414.2
-
-
0
B2
2414.1
2441
B1
2414.1
niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn'
Methanolfabrieken:
-
243
A1
B0
2414.1
nummer
2414.1
OMSCHRIJVING
GEUR
100
200
50
300
300
200
50
50
100
300
300
10
50
200
300
300
200
100
300
STOF
10
50
10
50
30
30
10
10
10
30
100
10
10
10
30
0
0
0
10
50
100
30
300
300
100
50
100
100
50
200
30
50
200
200
200
300
200
200
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
50
50
30
100
200
200
50
50
50
50
100
10
50
300
300
100
200
100
300
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
100
200
50
300
300
200
50
100
100
300
300
30
50
300
300
300
300
200
300
D
D
D
D
CATEGORIE
3.2
4.1
3.1
4.2
4.2
4.1
3.1
3.2
3.2
4.2
4.2
2
3.1
4.2
4.2
4.2
4.2
4.1
4.2
INDICES
1 G
2 G
1 G
2 G
3 G
2 G
3 G
3 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
1 G
3 G
2 G
3 G
2 G
2 G
VERKEER
A
B
0
1
0
1
0
1
2
0
1
2
264
264
2652
2652
2653
2653
2661.1
2661.1
2661.1
2661.2
2661.2
2661.2
vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW
p.c. < 100.000 ton/jaar
p.c. < 100.000 ton/jaar
met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton/dag
zonder persen, triltafels en bekistingtrille
Betonmortelcentrales:
2663, 2664
p.c. >= 100.000 ton/jaar
p.c. < 100.000 ton/jaar
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken
-
-
Kalkzandsteenfabrieken:
-
-
Betonwarenfabrieken:
-
Gipsfabrieken:
-
Kalkfabrieken:
Dakpannenfabrieken
Baksteen en baksteenelementenfabrieken
-
2662
0
2
262, 263
vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
1
262, 263
-
Aardewerkfabrieken:
0
glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton/jaar
262, 263
-
glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton/jaar
glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton/jaar
Glasbewerkingsbedrijven
3
261
-
-
2615
2
261
Glasfabrieken:
Glas-in-loodzetterij
1
261
productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
met fenolharsen
zonder fenolharsen
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
-
-
-
2612
-
0
3
252
261
2
26
1
252
nummer
252
OMSCHRIJVING
GEUR
50
30
10
10
10
30
30
50
30
30
10
10
10
300
30
30
50
300
200
STOF
50
200
50
100
100
200
200
200
200
50
10
30
30
100
100
30
30
50
50
100
300
100
300
200
200
200
200
200
100
30
50
30
100
300
100
50
100
100
C
GELUID
Z
Z
30
30
30
30
30
30
30
100
30
30
10
10
10
30
50
30
30
200
100
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
100
300
100
300
200
200
200
200
200
100
30
50
30
300
300
100
50
300
200
CATEGORIE
3.2
4.2
3.2
4.2
4.1
4.1
4.1
4.1
4.1
3.2
2
3.1
2
4.2
4.2
3.2
3.1
4.2
4.1
INDICES
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
VERKEER
0
1
2
3
267
267
267
267
p.c. >= 100 ton/dag
p.c. < 100 ton/dag
-
-
-
met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton/jaar
zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²
zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
-
-
1
A0
A1
0
1
0
1
273
274
274
2751, 2752
2751, 2752
2753, 2754
2753, 2754
D1 -
2682
-
D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur
2682
0
C
2682
273
B2
2682
27
B1
2682
p.c. < 100 ton/uur
overige isolatiematerialen
steenwol, p.c. >= 5.000 ton/jaar
p.o. < 2.000 m²
p.c. < 1.000 ton/jaar
p.c. < 4.000 ton/jaar
-
p.c. < 4.000 ton/jaar
Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
-
IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
-
Non-ferro-metaalfabrieken:
-
Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
VERVAARDIGING VAN METALEN
asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton/uur
Minerale productenfabrieken n.e.g.
-
-
Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
2682
-
A1
B0
2682
Bitumineuze materialenfabrieken:
2
2665, 2666
A0
1
2665, 2666
Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
p.c. >= 100 ton/uur
p.c. < 100 ton/uur
2682
0
2665, 2666
-
-
Slijp- en polijstmiddelenfabrieken
2
2681
1
2663, 2664
nummer
2663, 2664
OMSCHRIJVING
GEUR
100
100
100
30
200
100
50
200
100
300
10
10
10
10
30
10
30
10
50
STOF
50
50
100
30
100
50
50
100
200
100
30
100
30
30
200
50
200
300
300
300
300
300
200
100
100
300
100
50
300
50
100
300
100
300
100
C
C
C
C
GELUID
Z
Z
Z
Z
30
30
30
30
50
30
50
50
30
30
10
10
0
0
200
50
10
10
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
300
300
300
300
300
200
100
200
300
300
50
300
50
100
300
100
300
100
D
D
D
CATEGORIE
4.2
4.2
4.2
4.2
4.2
4.1
3.2
4.1
4.2
4.2
3.1
4.2
3.1
3.2
4.2
3.2
4.2
3.2
INDICES
1 G
1 G
1 G
2 G
3 G
3 G
2 G
2 G
2 G
3 G
1 G
1 G
1 G
1 G
3 G
2 G
3 G
3 G
VERKEER
1
10
11
12
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
A0
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2851
2852
2852
287
0
galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke)
emailleren
chemische oppervlaktebehandeling
anodiseren, eloxeren
mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)
thermisch vertinnen
thermisch verzinken
scoperen (opspuiten van zink)
lakspuiten en moffelen
metaalharden
stralen
algemeen
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
Overige metaalbewerkende industrie
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke
2851
p.o. < 2.000 m²
B1
-
284
1
2821
Tank- en reservoirbouwbedrijven:
in open lucht, p.o. >= 2.000 m²
B
0
2821
-
in open lucht, p.o. < 2.000 m²
284
3
281
-
gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
gesloten gebouw
Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven
2
281
-
-
A
1a
281
Constructiewerkplaatsen:
284
1
281
Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels
0
281
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF
MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
2822, 2830
-
nummer
28
OMSCHRIJVING
GEUR
10
10
30
100
50
50
30
100
100
50
100
30
30
50
30
50
10
30
30
50
30
30
30
STOF
30
30
30
50
10
10
50
50
50
50
30
50
200
50
30
30
30
30
50
200
50
30
30
50
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
200
100
50
100
200
200
300
300
200
50
100
GELUID
Z
10
30
50
50
30
30
30
50
50
30
50
50
30
50
10
30
30
30
30
30
30
10
30
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
200
100
50
100
200
200
300
300
200
50
100
D
D
D
D
D
D
D
D
CATEGORIE
3.1
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
3.2
4.1
3.2
3.1
3.2
4.1
4.1
4.2
4.2
4.1
3.1
3.2
INDICES
1 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
2 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
3 G
2 G
1 G
2 G
VERKEER
1
2
3
29
29
29
30
Elektrotechnische industrie n.e.g.
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN
-BENODIGDHEDEN
Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke,
inclusief reparatie
316
3210
321 t/m 323
Fabrieken voor gedrukte bedrading
Lampenfabrieken
315
-
Accumulatoren- en batterijenfabrieken
314
32
30
Elektrische draad- en kabelfabrieken
50
200
100
100
200
313
200
30
Schakel- en installatiemateriaalfabrieken
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN
BENODIGDHEDEN
Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie
30
50
50
30
30
Elektromotoren- en generatorenfabrieken, inclusief reparatie
31
met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren ≥
1 MW
p.o. >= 2.000 m²
p.o. < 2.000 m²
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
-
-
-
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie:
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
30
30
312
-
30
p.o. < 2.000 m²
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.
-
GEUR
311
-
A
30
29
-
0
B
287
29
B
29
A1
287
nummer
287
OMSCHRIJVING
STOF
10
0
10
30
30
10
10
30
10
30
30
30
30
30
30
50
50
50
30
30
100
200
30
30
30
50
300
200
100
50
100
200
GELUID
Z
30
30
10
300
50
100
50
50
10
30
30
30
30
10
30
30
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
50
30
300
100
200
200
200
30
50
300
200
100
50
100
200
D
D
D
D
D
CATEGORIE
3.1
3.1
2
4.2
3.2
4.1
4.1
4.1
2
3.1
4.2
4.1
3.2
3.1
3.2
4.1
INDICES
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
1 G
1 G
3 G
3 G
2 G
1 G
2 G
2 G
VERKEER
2
341
Aanhangwagen- en opleggerfabrieken
Auto-onderdelenfabrieken
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S,
AANHANGWAGENS)
-
0
1
2
3
3420.2
343
35
351
351
351
351
2
0
1
352
353
353
met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
-
1
36
361
Meubelfabrieken
Transportmiddelenindustrie n.e.g.
355
zonder proefdraaien motoren
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken
354
-
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
-
algemeen
1
352
-
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
0
352
onderhoud/reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen
-
metalen schepen < 25 m
kunststof schepen
houten schepen
351
-
-
-
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
Carrosseriefabrieken
p.o. >= 10.000 m²
3420.1
-
p.o. < 10.000 m²
Autofabrieken en assemblagebedrijven
1
341
-
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
0
341
A
33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke,
inclusief reparatie
34
-
nummer
33
OMSCHRIJVING
GEUR
50
30
30
50
50
50
30
50
100
30
30
30
100
200
100
30
STOF
50
30
10
30
30
30
50
100
50
30
10
10
10
30
10
0
100
100
100
200
300
100
50
200
100
50
100
200
200
300
200
30
C
GELUID
Z
Z
30
30
30
30
30
30
30
30
50
10
30
30
30
50
30
0
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
100
100
100
200
300
100
50
200
100
50
100
200
200
300
200
30
D
D
D
CATEGORIE
3.2
3.2
3.2
4.1
4.2
3.2
3.1
4.1
3.2
3.1
3.2
4.1
4.1
4.2
4.1
2
INDICES
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
3 G
3 G
1 G
VERKEER
B1
B2
C0
C1
C2
C3
C4
D0 Gasdistributiebedrijven:
D1 -
D3 -
D4 -
D5 -
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
40
vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa
-
-
-
-
gasontvang- en -verdeelstations, categorie D
gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A
gascompressorstations vermogen < 100 MW
200 - 1000 MVA
100 - 200 MVA
10 - 100 MVA
< 10 MVA
Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
-
Bio-energieinstallaties elektrisch vermogen < 50 MWe:
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen
voedingsindustrie
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
-
Afvalscheidingsinstallaties
B0
C
372
v.c. < 100.000 ton/jaar
Rubberregeneratiebedrijven
-
40
B
372
Puinbrekerijen en -malerijen:
40
A1
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
372
Vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3661.2
-
Sociale werkvoorziening
3661.1
A0
Speelgoedartikelenfabrieken
365
372
Sportartikelenfabrieken
364
37
Muziekinstrumentenfabrieken
363
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
2
nummer
362
361
OMSCHRIJVING
0
GEUR
0
0
0
0
0
0
0
0
50
100
200
300
30
30
0
30
30
30
30
STOF
0
0
0
0
0
0
0
0
50
50
200
50
100
10
30
10
10
10
10
10
50
30
10
300
300
100
50
30
100
100
300
100
300
50
30
50
50
30
10
10
C
C
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
0
50
10
10
100
50
50
30
10
30
30
50
50
10
30
0
30
30
10
10
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
30
10
300
300
100
50
30
100
100
300
300
300
50
30
50
50
30
30
10
D
CATEGORIE
3.1
2
1
4.2
4.2
3.2
3.1
2
3.2
3.2
4.2
4.2
4.2
3.1
2
3.1
3.1
2
2
1
INDICES
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
1 P
2 G
2 G
3 G
2 G
2 G
2 G
1 P
2 G
2 G
2 G
1 G
1 P
VERKEER
A2
B0
B1
B2
B3
-
41
41
41
41
41
45
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie)
Autoplaatwerkerijen
A
B
C
50
501, 502,
504
501
5020.4
5020.4
5020.4
Autospuitinrichtingen
Autobeklederijen
Elektrotechnische installatie
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m²
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 1000 m²: b.o. <= 2.000 m²
bouwbedrijven/aannemers algemeen: b.o. > 2.000 m²
453
-
-
-
Bouwbedrijven/aannemers algemeen
Installatie sanitair/centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij
-
>= 15 MW
1 - 15 MW
< 1 MW
BOUWNIJVERHEID
-
-
-
453
2
45
bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en/of straling
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
-
Waterwinning-/bereidingbedrijven:
Bouwinstallatie algemeen
1
45
blokverwarming
stadsverwarming
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
-
-
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
453
0
45
45
-
A0
E2
40
41
E1
41
E0
40
nummer
40
OMSCHRIJVING
GEUR
50
0
10
10
10
10
50
10
0
10
10
0
0
0
10
10
30
STOF
30
0
30
10
0
10
30
10
10
30
30
0
0
0
0
0
10
30
10
100
100
30
30
50
30
30
50
100
300
100
30
50
30
100
C
C
C
C
C
C
GELUID
30
10
10
10
10
10
30
30
10
10
10
10
10
10
30
10
50
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
10
100
100
30
30
50
30
30
50
100
300
100
30
50
30
100
CATEGORIE
3.1
1
3.2
3.2
2
2
3.1
2
2
3.1
3.2
4.2
3.2
2
3.1
2
3.2
INDICES
1 G
1 G
1 G
2 G
2 P
1 G
1 G
1 G
1 G
2 G
2 G
1 P
1 P
1 P
1 G
1 P
1 P
VERKEER
Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
GROOTHANDEL EN OPSLAG
-
0
1
51
5121
5121
Groothandel in huiden, vellen en leder
Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën
Groothandel in dranken
Groothandel in tabaksproducten
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen
Groothandel in overige consumentenartikelen
Groothandel in vuurwerk en munitie:
0
1
2
5
0
1
0
5124
5125, 5131
5132, 5133
5134
5135
5136
5137
5138, 5139
514
5148.7
5148.7
5148.7
5148.7
5151.1
5151.1
5151.2
munitie
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton
klein, lokaal verzorgingsgebied
-
-
-
-
-
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³
bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³
bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³
ondergronds, K1/K2/K3-klasse
Groothandel in vloeibare brandstoffen:
-
Groothandel in vaste brandstoffen:
-
-
consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
Groothandel in levende dieren
5123
-
Groothandel in bloemen en planten
5122
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit
van 500 ton/uur of meer
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders
Autowasserijen
503, 504
nummer
5020.5
OMSCHRIJVING
GEUR
30
10
30
10
10
10
0
10
10
10
10
30
10
10
0
10
30
50
50
10
100
30
0
10
STOF
0
0
0
0
0
50
0
0
0
10
10
10
10
0
0
0
10
0
10
10
100
30
0
0
30
10
30
10
10
50
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
30
100
30
300
50
30
30
C
GELUID
Z
0
50
10
100
50
10
30
30
50
10
10
10
0
0
0
0
50
50
0
0
0
50
30
10
R
R
V
V
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
50
30
100
50
10
50
30
50
30
30
30
30
30
30
30
50
50
50
100
30
300
50
30
30
CATEGORIE
3.1
2
3.2
3.1
1
3.1
2
3.1
2
2
2
2
2
2
2
3.1
3.1
3.1
3.2
2
4.2
3.1
2
2
INDICES
1 G
1 G
1 G
1 G
1 G
2 P
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 P
3 P
VERKEER
-
-
-
-
5151.2
5151.2
5151.2
5151.2
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
ondergronds, 80 - 250 m³
ondergronds, < 80 m³
bovengronds, 80 - 250 m³
bovengronds, 8 - 80 m³
bovengronds, 2 - 8 m³
bovengronds, < 2 m³
Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen)
Groothandel in metaalertsen:
0
1
5151.3
5152.1
5152.1
2
4
5
6
0
1
2
5153
5153.4
5153.4
5153.4
5154
5154
5154
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
algemeen: b.o. <= 200 m²
algemeen: b.o. > 200 m²
Groothandel in chemische producten
Groothandel in kunstmeststoffen
5155.2
algemeen: b.o. <= 2.000 m²
algemeen: b.o. > 2.000 m²
5155.1
-
-
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
-
-
Zand en grind:
-
algemeen: b.o. > 2.000 m²
1
5153
-
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
0
5153
opslag oppervlak < 2.000 m²
Groothandel in metalen en -halffabricaten
5152.2 /.3
-
Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld
5151.2
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
-
5151.2
kleine hoeveelheden < 10 ton
-
5151.2
Gasvormige brandstoffen in gasflessen
-
5151.2
5151.2
-
1
tot vloeistof verdichte gassen
o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³
Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):
-
0
5151.2
-
-
5151.2
3
5151.2
1
5151.2
nummer
5151.2
OMSCHRIJVING
GEUR
30
50
0
0
0
0
0
0
0
30
100
10
10
0
50
30
10
30
10
10
0
50
50
STOF
30
10
0
0
10
30
10
10
10
300
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
30
30
50
30
100
30
50
100
300
30
10
10
0
50
30
10
30
10
0
0
50
50
GELUID
30
100
0
10
0
0
10
10
10
10
50
50
30
10
200
200
50
300
100
50
30
300
200
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
30
100
30
50
30
100
30
50
100
300
100
50
30
10
200
200
50
300
100
50
30
300
200
D
D
D
D
CATEGORIE
2
3.2
2
3.1
2
3.2
2
3.1
3.2
4.2
3.2
3.1
2
1
4.1
4.1
3.1
4.2
3.2
3.1
2
4.2
4.1
INDICES
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
1 G
2 G
2 G
3 G
2 G
1 G
1 G
1 G
2 G
2 G
1G G
2 G
1 G
1 G
1 G
2 G
2 G
VERKEER
1
0
1
0
1
2
3
5157
5157.2/3
5157.2/3
518
518
518
518
overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m²
Touringcarbedrijven
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m²
- goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o.
<= 1.000 m²
0
1
-
6024
6024
63
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
B
2
6312
6312
6321
Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
Loswal
A
631
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
Taxibedrijven
6023
VERVOER OVER LAND
-
60
6022
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
527
52
overig met oppervlak <= 2.000 m²
overige
machines voor de bouwnijverheid
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
-
-
-
Groothandel in machines en apparaten:
-
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m²
autosloperijen: b.o. <= 1.000 m²
519
-
Autosloperijen: b.o. > 1.000 m²
0
5157
-
Groothandel in overige intermediaire goederen
5156
beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau
-
kleine hoeveelheden < 10 ton
-
Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of gasflessen
5155.2
nummer
5155.2
5155.2
OMSCHRIJVING
GEUR
10
0
30
10
0
0
10
0
0
0
0
0
0
10
10
10
10
10
0
0
STOF
0
0
10
30
0
0
0
0
0
0
10
10
10
10
30
10
30
10
0
0
100
30
50
50
50
100
100
30
10
30
30
50
100
50
100
50
100
30
0
0
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
30
10
50
30
30
30
0
0
10
0
0
0
10
10
10
10
30
10
30
10
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
100
30
50
50
50
100
100
30
10
30
30
50
100
50
100
50
100
30
30
10
D
D
CATEGORIE
3.2
2
3.1
3.1
3.1
3.2
3.2
2
1
2
2
3.1
3.2
3.1
3.2
3.1
3.2
2
2
1
INDICES
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
3 G
2 G
2 P
1 P
2 G
1 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
2 G
1 G
1 G
VERKEER
-
73
A1
A2
9001
9001
-
-
100.000 - 300.000 i.e.
< 100.000 i.e.
RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks:
MILIEUDIENSTVERLENING
-
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
7484.4
A0
Veilingen voor landbouw- en visserijproducten
7484.3
9001
Foto- en filmontwikkelcentrales
90
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
7481.3
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
74
74701
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
731
-
Datacentra
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines
B
72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
725
-
Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers
7133
-
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
713
72
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
72
Personenautoverhuurbedrijven
712
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
-
711
71
POST EN TELECOMMUNICATIE
Post- en koeriersdiensten
-
64
Caravanstalling
641
3
nummer
6321
OMSCHRIJVING
GEUR
300
200
0
50
10
50
30
0
0
10
10
10
10
0
10
STOF
10
10
0
30
0
10
10
0
0
0
0
0
0
0
0
200
100
10
200
30
30
30
30
10
30
50
50
30
30
30
C
C
C
C
C
C
C
GELUID
Z
10
10
0
50
10
30
30
0
0
10
10
10
10
0
10
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
300
200
10
200
30
50
30
30
10
50
50
30
30
30
D
D
D
CATEGORIE
4.2
4.1
1
4.1
2
3.1
2
2
1
2
3.1
3.1
2
2
2
INDICES
2 G
2 G
2 P
3 G
2 G
1 P
1 P
1 P
1 P
2 G
2 G
2 G
2 P
2 P
2 P
VERKEER
A4
A5
A6
A7
B
C0
C1
C3
C4
C5
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
9002.2
gft in gesloten gebouw
belucht v.c. > 20.000 ton/jaar
belucht v.c. < 20.000 ton/jaar
niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jaar
SBI 93/SvB b ex.o
oktober 2010
Wasverzendinrichtingen
9301.3
Tapijtreinigingsbedrijven
Wasserijen en linnenverhuur
OVERIGE DIENSTVERLENING
-
-
-
-
Composteerbedrijven:
Chemische wasserijen en ververijen
A
verwerking fotochemisch en galvano-afval
afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW
oplosmiddelterugwinning
pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)
kabelbranderijen
Vuilstortplaatsen
-
-
-
-
-
Afvalverwerkingsbedrijven:
Vuiloverslagstations
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke
Rioolgemalen
9301.2
B
A2
9002.2
9301.1
A0
9002.2
-
C
9002.1
A
B
9002.1
9301.1
A
93
B
9002.1
nummer
9001
OMSCHRIJVING
GEUR
0
30
30
30
200
200
100
300
300
10
300
100
50
100
200
30
50
30
0
STOF
0
0
0
0
50
200
100
100
200
10
200
0
10
50
200
30
30
30
30
50
50
100
100
100
50
300
30
300
10
30
30
300
50
50
10
C
C
C
GELUID
Z
0
0
30
30
30
100
30
10
10
10
30
50
30
10
10
30
30
10
R
R
R
R
R
AFSTANDEN IN METERS
GEVAAR
SBI-CODE
1993
GROOTSTE
AFSTAND
30
30
50
50
200
200
100
300
300
30
300
100
50
100
300
50
50
30
D
D
2
CATEGORIE
2
2
3.1
3.1
4.1
4.1
3.2
4.2
4.2
2
4.2
3.2
3.1
3.2
4.2
3.1
3.1
INDICES
1 G
2 G
2 G
2 G
3 G
3 G
2 G
2 G
3 G
1 G
3 G
1 G
1 G
1 G
3 G
2 G
2 G
1 P
VERKEER
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 141
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE III. STAAT VAN HORECA ACTIVITEITEN
Pagina 161
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 162
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
Bijlage III:
S t a a t va n h o r e c a a c t i v i t e i t e n
Categorie 1 “lichte horeca”
B e d r i j v e n d i e i n b e g i n s e l a l l e e n o v e r d a g e n ' s a v o n d s b e h o e ve n t e zi j n g e o p e n d ( vo o r a l
ve r s t r e k k i n g v a n e t e n s w a r e n e n m a a l t i j d e n ) e n d a a r d o o r b e p e r k t e h i n d e r vo o r o m w o n e n d e n
ve r o o r z a k e n . B i n n e n d e z e c a t e g o r i e w o r d e n d e v o l g e n d e s u b c a t e g o r i e ë n o n d e r s c h e i d e n :
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
- automatiek;
- broodjeszaak;
- cafetaria;
- croissanterie;
- koffiebar;
- lunchroom;
- ijssalon;
- snackbar;
- tearoom;
- traiteur.
1b. Overige lichte horeca
- bistro;
- r e s t a u r a n t ( z o n d e r b e z o r g - e n / o f a f h a a l s e r vi c e ) .
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
- b e d r i j v e n g e n o e m d o n d e r 1 a e n 1 b m e t e e n b e d r i j f s o p p e r vl a k va n m e e r d a n 2 5 0 m 2 ;
- r e s t a u r a n t m e t b e z o r g - e n / o f a f h a a l s e r v i c e ( o . a . p i z za , c h i n e e s , Mc D r i v e s ) .
Categorie 2 “middelzware horeca”
B e d r i j v e n d i e n o r m a a l g e s p r o k e n o o k d e l e n va n d e n a c h t g e o p e n d z i j n e n d i e d a a r d o o r
a a n z i e n l i j k e h i n d e r v o o r o m wo n e n d e n k u n n e n ve r o o r za k e n :
- bar;
- bierhuis;
- café;
- proeflokaal;
- shoarma/grillroom;
- za l e n v e r h u u r ( z o n d e r r e g u l i e r g e b r u i k t e n b e h o e ve va n f e e s t e n e n m u zi e k - / d a n s e ve n e m e n t e n ) .
Categorie 3 “zware horeca”
B e d r i j v e n d i e v o o r e e n g o e d f u n c t i o n e r e n o o k ' s n a c h t s g e o p e n d zi j n e n d i e t e ve n s e e n g r o o t
a a n t a l b e z o e k e r s a a n t r e k k e n e n d a a r d o o r g r o t e h i n d e r vo o r d e o m g e vi n g m e t zi c h m e e k u n n e n
brengen:
- dancing;
- discotheek;
- nachtclub;
- p a r t y c e n t r u m ( r e g u l i e r g e b r u i k t e n b e h o e ve va n f e e s t e n e n m u zi e k - / d a n s e v e n e m e n t e n ) .
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 163
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE IV. WEGENCATEGORISERING
Pagina 165
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 166
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
vaarweg
3e categorie
2e categorie
1e categorie
april 2009
visie ruimtelijke kwaliteit
wegen-categoriekaart
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 167
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
BIJLAGE V. VISUALISATIE MOLENBIOTOOP
Pagina 169
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Pagina 170
BESTEMMINGSPLAN GLASTUINBOUWGEBIED
Gemeente Westland
© 2011 KONIJNENBURG GROEP, Den Haag . Breda . Utrecht . Maastricht
PLANTYPE NAAM
Postadres: Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk
Bezoekadres: Stokdijkkade 2, 2671 GW Naaldwijk
T (0174) 673 673
F (0174) 673 600
E [email protected]
I www.gemeentewestland.nl
2
LOGO BUREAU