100 %EXPO - Provincie Antwerpen

PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO
Arocha & Schraenen
Nick Hannes in FoMu
Renaissancekunst
Antwerp Art Weekend
My Name is Artist
N°9
Driemaandelijks magazine
december 2014 februari 2015
- 1-
PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO
34 Arocha & Schraenen
07 Ruth Felter
100 % EXPO thuis in de bus?
Mail je naam en adres naar
[email protected]
voor een gratis abonnement op
dit driemaandelijkse tijdschrift
van de provincie Antwerpen.
Abonnees buiten België betalen
portokosten.
COLOFON
Hoofdredactie: Annik Klaes
Coördinatie & eindredactie: Isabelle De Cock
Coördinatie & grafische vormgeving: Anne Van De Genachte
Redactie: Thomas Abelshausen (Th.A.), Peter Benoy (P.B.), Isabelle De
Cock (I.D.C.), Wieland De Hoon (W.D.H.), Kathleen Geenen (K.G.),
Annik Klaes (A.K.), Hilde Van Canneyt (H.V.C.)
Cover: Tom Van de Walle © Thijs de Lange, zie ook pag. 14
Advertenties: Viviane Spiessens, 03 338 95 75
[email protected]
Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie
Grote Markt 13, 2000 Antwerpen
03 338 95 09 - [email protected]
V.U.: Annik Klaes, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen
Prospekta promoot en ondersteunt culturele activiteiten in de provincie
Antwerpen. Via onder meer de culturele infobalie Info Cultuur, de evenementen Cultuurmarkt van Vlaanderen & Museumnacht, het cultuurprogramma 100% CULTUUR op ATV & RTV en het magazine 100%
EXPO vormt Prospekta een brug tussen publiek en culturele instellingen.
04 Breedbeeld
Ik-Jij-Wij op tournee
07 Interview
De juwelen van Ruth Felter
12 Topstuk in de kijker
Fouquets Madonna
13 Kanttekening
Benoy over Behoud de Begeerte
14 Interview
Tom Van de Walle tegen de
consumptiecultuur
Geef je mening
& win!
100 % EXPO wil graag zijn lezers wat
beter leren kennen. Surf naar
www.infocultuur.be/onderzoek
en vul de enquête in. Maak kans
op 5x2 tickets voor de grote
Dries Van Noten-tentoonstelling
Inspirations in het MoMu.
19 Event
Antwerp Art Weekend
22 Opinies
Non-profitorganisaties
28 Breedbeeld
‘t Cierlijk schoon van haare veeren
32 Ontdek
Jong talent uit de Balkan
34 Interview
Arocha & Schraenen
14 Tom
Van De Walle
39 Update
Agendatips voor deze winter
42 Privécollecties
Pareltjes van renaissancekunst
44 Fotoreportage
Kunst op de grens
46 Interview
Fotograaf Nick Hannes op
reportage langs troebele kusten
50 Speel en Win
- 4-
IK-JIJ-WIJ
Met de rondreizende tentoonstelling Ik-Jij-Wij bouwt Rasa een plek
waar jongeren hun gedachten over identiteit de vrije loop kunnen laten. Je vindt er topwerken van Francis Alÿs, Anthony Goicolea, Benjamin Verdonck, Sofie Muller, Nick Cave, Shadi Ghadirian, Edith Ronse,
Maen Florin, Vaast Colson, Margi Geerlinks en Koen Vanmechelen.
Het forum biedt ruimte voor gesprekken, korte films en lezingen en
prikkelt je nieuwsgierigheid. Een interactieve App daagt je uit om dieper te kijken en zelf een creatieve bijdrage te leveren.
Ik-Jij-Wij
04.12.2014 - 18.12.2014
www.rasa.be
- 5-
Maen Florin | Foto Karin Borghouts
- 6-
PORTRET:
RUTH FELTER
Ruth Felter is de winnaar van de tweejaarlijkse Prijs Wim Ibens voor juwelenontwerp. Als kunstenaar deinst ze niet terug
voor onconventioneel materialengebruik.
Haar Surinaamse roots maken haar tot
een felle madam, in woord en in wezen. En
ze is huisvrouw, zegt ze zelf. Maar wel een
huisvrouw verwekt in de summer of love
van 1969. Iemand met de energie en branie
van twee tweeëntwintigjarigen.
Bird on a wire
- 8-
FELTER:
“IK BEN EEN
GEWONE HUISVROUW
DIE IN DE KUNSTWERELD
VERZEILD RAAKTE”
Aan de telefoon om de afspraak voor
het interview te maken, klinkt Felter
overweldigd. Een interview? Ja, graag.
Natuurlijk. En dan volgt iets wat klinkt
als een verontschuldiging. Maar ik ben
een gewone huisvrouw die in de kunstwereld
verzeild raakte. Ze stelt voor elkaar te
ontmoeten in een Antwerpse koffiebar. Het eerste wat opvalt: ze draagt
juwelen. Veel juwelen. Zonder juwelen
voel ik me naakt. Dan kan ik echt de straat
niet op. Ik zou mijn man de ring van zijn
vinger trekken om toch maar iets van juwelen
aan te hebben.
Nog voor het gesprek goed en wel
op gang is, krijgt de uitspraak dat
ze in de kunstwereld verzeild raakte,
de nodige nuance. Ik studeerde kunsthumaniora, maar mijn vader stierf erg vroeg,
en met twee jongere zussen moest ik mee een
zorgende rol in het gezin opnemen. Felter
nam zich toen voor om ooit naar de
kunst terug te keren. Dat deed ze vijf
jaar geleden, door zich te schrijven in
het deeltijds kunstonderwijs. En met
succes: onlangs won ze in de categorie juwelenontwerp de tweejaarlijkse
Wim Ibensprijs, een initiatief van het
Mondmasker
- 9-
Provinciaal Zilvermuseum Antwerpen. Het winnende juweel, Bird on
a Wire is een ontwerp dat ze in haar
vierde jaar maakte. Het is een zilveren ring, met daarop een vierhoekig
raamwerk, waar kippensnavels in
werden bevestigd.
Schelpen & een varkenssnuit
De klassieke ontwerpen van zilver,
goud en edelstenen zijn niet aan
Felter besteed. Na een bezoek aan
juwelenbeurs Schmuck in Munchen
– Een aanrader voor elke vrouw, het is het
walhalla van de juwelen! – heeft ze het
licht gezien: Je kan van werkelijk alles
een juweel maken. Ze kiest voor minder conventionele materialen, zoals
zwoerd en gevogelteskeletten. Om de
eigenschappen van die materialen te
ontdekken, experimenteerde Felter
thuis, met haar keuken en badkamer
als laboratoria. Een huisvrouw, jawel.
“HET GEDROOGDE
VARKENSVET
BRENGT EEN
COMBINATIE VAN
FASCINATIE EN
WEERZIN
TEWEEG”
Gepijpte Kraag
Ook voor haar afstudeerproject Am I
not a woman and a sister? uit haar vijfde jaar, koos ze voor niet-alledaagse
materialen. Zo maakte ze een kraag
van gedroogde en geperforeerde
varkenshuid, historische voet- en
handboeien uit smeedijzer, een zilveren armband, een lederen masker
met een messing hoofdband, een
mondmasker van een gedroogde
varkenssnuit met een kaurischelp als
accent. Zwoerd, de varkenshuid, dat leeft
verder. Je kan proberen er een vorm aan op
te dringen, maar tijdens het droogproces zet
het zich nog. Dat onvoorspelbare bevalt me
wel. Ze toont het werk Gepijpte Kraag.
Het gedroogde varkensvet brengt
een combinatie van fascinatie en
weerzin teweeg.
Uit haar tas haalt ze ook andere juwelen tevoorschijn. Ik schrik van het
gewicht van de Abolutionist Chain. Fel-
ter merkt het op. De smeedijzeren ketens
moet je voelen en ervaren. Het zijn zware,
ruwe voorwerpen. Ze snijden in je polsen, na
een kwartier houd je het niet meer uit. Stel je
voor dat je zoiets drie maanden moet dragen.
En daar stopt het niet. Opstandige Afrikaanse slaven kregen een mondmasker voor,
om te voorkomen dat ze zichzelf probeerden
te doden door zand te eten. Ze werden letterlijk gemuilkorfd. Op een overdekte markt in
de buurt van Antwerpen-Centraal vond ik een
varkenssnuit. Dat leek me de ontmenselijking
van zo’n masker goed te symboliseren, dus gebruikte ik het voor een ontwerp. Daar heb ik
wel een taxidermist voor aangesproken.
Keti Kotie
De thematische rode draad doorheen de juwelenreeks van haar afstudeerproject is slavernij. De inspiratie
vond ze op een tentoonstelling in
Nederland die teruggaat naar haar
roots: Suriname. Na een bezoek aan
- 10-
de tentoonstelling Slavernij Verbeeld uit
de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, raakte Felter gefascineerd door het thema. 150
jaar na Keti Kotie – vertaald als ‘gebroken kettingen’ – bladerde Felter
door de boeken van prof. Kenneth
Boumann, en was ze behoorlijk geschokt. De Nederlanders behandelden hun slaven erg slecht. Fransen
en Britten beweerden dat je hun
schepen van ver kon ruiken, voor
ze aan de horizon verschenen. Mijn
eigen achternaam bindt me met de koloniale
geschiedenis van Suriname en met de slavernij. De naam Felter gaat terug tot 1735, één
van mijn overgrootvaders werd waarschijnlijk
vernoemd naar zijn eigenaar. Vandaag brand
ik mijn initialen op mijn ontwerpen. Een
paar honderd jaar geleden werden de initialen
F.R. misschien wel op de schouders van mijn
voorouders gebrand.
Met haar Branded Mask legt ze de link
tussen de brandmerken die slaven
kregen en de beeldtaal die luxueuze modehuizen vandaag gebruiken.
Met juwelen kan je lichamen tooien
en sieren. Ze vertellen een verhaal,
van wie je bent, en waar je voor staat
– en vaak is dat een bewuste keuze.
Door in haar ontwerpen te verwijzen naar voorwerpen die oorspronkelijk gebruikt werden om mensen te
brandmerken, zet ze die logica op de
helling. Elk juweel kan een symbolische betekenis hebben. En die betekenis, die hoeft niet
positief te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een
trouwring na een scheiding. De reeks bestaat
uit herdenkingsjuwelen. Het zijn persoonlijke
interpretaties van historische artefacten en gebeurtenissen.
Kalkoennekwervel in 3D
Kan je al deze juwelen ook echt dragen? Alles wat je op je lichaam draagt, kan
een juweel zijn, klinkt het, maar sommige
stukken zijn erg kwetsbaar, en de ketens zijn
niet praktisch. Enkele juwelen die op de
tafel tentoon gespreid liggen, voelen
aan als haute couture: grensverleggend en uniek, breekbaar en delicaat
FELTER:
“VANDAAG BRAND IK
MIJN INITIALEN OP MIJN
ONTWERPEN. EEN PAAR
HONDERD JAAR GELEDEN
WERDEN DE INITIALEN
F.R. MISSCHIEN WEL OP
DE SCHOUDERS VAN MIJN
VOOROUDERS GEBRAND”
als een exclusief attribuut voor een
extravagante avond. Andere juwelen, zoals de armbanden met gela-
serde gravure, zijn meer kunstwerk
dan juweel, en kan je onmogelijk als
sieraad dragen. Al vergeten vrouwen
die een avond lang met smeedijzeren ketenen rond handen en voeten
rondwandelen, ongetwijfeld de pijn
van hoge hakken.
En hoewel Felter met deze reeks duidelijk op zoek gaat naar haar roots,
laat ze zich niet in een hokje duwen.
Zowel thematisch als op het vlak van
materialengebruik doet ze ook andere dingen. De ketting die ik nu draag,
bijvoorbeeld, is een scan van een wervel uit
de nek van een kalkoen, die daarna met een
3D-printer werd gereproduceerd. Zo toon
ik letterlijk wat er onder de oppervlakte zit.
Alleen is het gebruikte materiaal veel steviger dan het originele bot, wat het juweel ook
duurzamer maakt.
Stenen dolfijn
Wanneer de fotograaf toekomt –
WAT?! Een fotograaf ? Dat had je me niet
verteld, trut! (ondergetekende is een
man, nvdr) - wandelen we richting Felixpakhuis, om daar een portretfoto te
maken. Ter hoogte van het Letterenhuis, met de academie al in zicht, ventileert Felter haar ongenoegen over de
onderwaardering van het deeltijds
kunstonderwijs. En ze foetert op de
minachting die het avondonderwijs
soms te beurt valt. Bijna klinkt het als
een tirade. Niet verbitterd, maar wel
vurig. Voor de Prijs Wim Ibens zonden 42
studenten samen 127 ontwerpen in. Daar
waren ook dagstudenten bij. In de categorie
juwelenontwerp koos de jury voor één van
mijn werken. Dat is een mooie erkenning voor
het deeltijds kunstonderwijs.
Twee straten verder zet ze haar tas
vol juwelen thuis af. De fotograaf en
ik stellen terwijl Felter binnen is, ietwat verbaasd vast dat we allebei de
speciale vorm van de hak aan haar
schoenen opmerkten. Wanneer ze
weer buitenkomt, complimenteren
we haar daarover. Een paar huizen
verder wijst Ruth Felter naar een
grote poort en vermeldt en passant
- 11-
dat ze sinds kort een atelier heeft in
dit pand. Na enig aandringen wil ze
het tonen, en terwijl ze zich uitvoerig
excuseert voor de rommel die we te
zien zullen krijgen, haalt ze de sleutel tevoorschijn. Het is er inderdaad
rommelig. Er slingeren onverklaarbare voorwerpen rond. Die stenen dolfijn daar? Van de vorige huurder. Aan de
muur hangen kleurrijke tekeningen.
Ook haar werk? Ik breng mijn dochtertje hier mee naartoe, glimlacht ze breed,
we hebben hier allebei ons hoekje om in te
werken.
Daarna wandelen we verder richting
Willemdok. Aan het water, aan de
voet van het MAS, ligt het Zilverpaviljoen. Voor het Zilvermuseum ben ik daar
gelegenheidsgids op een tentoonstelling over
etnische juwelen, voor scholen met leerlingen
die de Nederlandse taal nog niet goed machtig zijn. Daar toon ik geen eigen werk. Maar
alleen al over juwelen praten, vind ik fantastisch. Het werk van Felter zelf is dit
najaar nog te zien in Mechelen. Deze
periode voelt als een scharnierpunt in mijn
carrière. Vroeger toonde ik mijn werk alleen
aan vrienden, familie en docenten. Nu is het
plots out in the open. En dat is aanpassen, ik
ben graag de underdog.
We nemen afscheid. Felter stapt weg.
En dan draait ze zich plots weer om,
en roept vanaf de overkant van de
straat. Oh ja, deze schoenen? United Nude
Möbius van Rem D Koolhaas. Zoek het maar
eens op. Een huisvrouw? Ja. Maar ook
een artiest met schwung en flair. Behoorlijk rebels en best contrair. | Th.A.
Portretfoto © Jens Mollenvanger, foto’s juwelen © Caro Leriche
www.ruthfelter.com
Back Exit/Front Enter 14
13 & 14.12.2014
www.ikamechelen.be
Ruth Felter is gelegenheidsgids bij de expo
Etnische juwelen. Hommage aan Marokko en
Turkije
07.11.2014-29.03.2015
www.zilvermuseum.be
TOPSTUK IN DE KIJKER
Zeld z aam en onmisb a a r
Om op de topstukkenlijst van de
Vlaamse Gemeenschap te staan
moet een kunstwerk zeldzaam
en onmisbaar zijn. Eén van de
meest geliefde werken van het
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen is zo’n
pareltje: de opvallende Madonna van Jean Fouquet.
Dit werk toont de maagd Maria als
hemelkoningin met het kind Jezus op
haar schoot. Maria zit op een rijk versierde troon die ondersteund wordt
door cherubijnen en serafijnen. De
Franse hofschilder Jean Fouquet
maakte het portret in 1452. Naast
een aantal miniaturen en enkele tekeningen bleven van Fouquet slechts
KMSKA/Lukasweb
Jean Fouquet,
Madonna omringd door
serafijnen en cherubijnen,
olieverf op paneel,
113 x 104 cm.
vier schilderijen bewaard, waaronder
dit opvallend moderne werk.
Waarschijnlijk stond de minnares van
de Franse koning Karel VII, Agnès
Sorel, model voor de Madonna. Ze
is erg modieus gekleed en het hoog
weggeschoren haar en de mantel van
hermelijn duiden op haar voornaamheid. Het tafereel doet irreëel aan: de
melkwitte huid van Maria en Jezus
contrasteert met de felrode en blauwe
engelen. Maria’s ingesnoerde taille
accentueert haar kogelronde borst en
geeft het schilderij een bijna erotische
toets. Toen Fouquet dit werk eeuwen
geleden schilderde was dat absoluut
zijn bedoeling niet. Hij beeldde gewoon de Virgo Lactans, de zogende
- 12-
maagd, uit. Zij moest de wereldse
status van Jezus benadrukken. Net als
alle kinderen groeide hij immers op
aan de borst van zijn moeder.
De Madonna vormt het rechterluik
van de Melundiptiek, een tweeluik
dat Fouquet in opdracht van Etienne Chevalier schilderde, de schatbewaarder van de Franse koning. Tot
aan de Franse Revolutie hing het
werk boven de graftombe van Chevaliers echtgenote Catherine Budé,
in de Notre-Dame van Melun. Nog
tot eind 2016 is de Madonna in het
Rockoxhuis te bewonderen. | I.D.C.
Tot eind 2016 in het Rockoxhuis.
www.hetguldencabinet.be
Dertig jaar liefde en begeerte
De expo Behoud de Begeerte in het Antwerpse Letterenhuis geeft een multimediaal
overzicht van dertig jaar literaire geschiedenis: de geschiedenis van Behoud de Begeerte én
die van de Nederlandse letteren. Peter Benoy blikt terug op de ‘Rolls Royce van de literaire
avonden’.
Benoy was van 1991 tot 2005
directeur van Theater Zuidpool. Hij
schildert en schrijft over
beeldende kunst en theater.
tante Bertha die tot grote hilariteit
een gelegenheidsgedicht voordraagt
op een familiefeest. De stem en de
aanwezigheid van de schrijver geven
soms inzichten die in de gedrukte
tekst verborgen blijven, maar ook
voor hem is de confrontatie met een
publiek dikwijls onthullend. Het concept dat Behoud de Begeerte in dit
genre heeft ontwikkeld is uniek.
Behoud de begeerte. Die naam alleen al. Gebiedende wijs enkelvoud.
Appelerend aan een plicht. Het zou
de titel kunnen zijn van een boek
met raadgevingen aan 50-plussers
om hun libido wat op te krikken.
Maar dat is het niet. Behoud de Begeerte organiseert al dertig jaar in
binnen- en buitenland spraakmakende literaire tournees onder diverse gedaanten, zoals 8 BeauxForts, Geletterde Mensen, Koningsblauw en vooral Saint-Amour - ook
de naam van een dorp in de Jura.
Een halve eeuw geleden zag ik Hugo
Claus in het Amsterdamse Hotel
Krasnapolsky het anti-oorlogsgedicht Bericht aan de bevolking voorlezen.
Dit lange gedicht eindigt met een
ironisch gebed. Terwijl hij dat las
richtte hij tot grote verrassing van
de toehoorders plots een mes tegen zijn keel. Toen besefte ik dat
literatuur en poëzie die ontsnapt
zijn aan papier en drukinkt andere,
maar niet minder fascinerende registers kunnen opentrekken. Uit eigen werk voorlezen of reciteren is
zo oud als de straat: van de blinde
Homeros langs de Beat Poets naar
Saint Amour 1991, tekening Jan Bosschaert
1984 was het jaar waarin volgens de
gelijknamige roman van Orwell uit
1949 poëzie en begeerte verboden
zouden worden. Uitgerekend in
dat jaar op Valentijnsdag begon Behoud de Begeerte in Leuven literaire avonden te organiseren. Spoedig
groeide het initiatief uit tot een niet
meer weg te denken literair evenement in Vlaanderen en later ook in
Nederland, één dat voor vele andere
initiatieven een voorbeeld was. Wat
- 13-
bezieler Luc Coorevits en zijn medewerkers hebben bereikt dankzij
een programmatie die reflecteert wat
vandaag leeft, vlotte ensceneringen,
originele affiches en een promotie
die een breed cultuurgeïnteresseerd
publiek aanspreken, is ronduit indrukwekkend.
En weer Claus, inmiddels al zes jaar
geleden overleden. Hij stond volgens
Coorevits 127 keer op het podium
van Behoud de Begeerte, vooral in
Saint-Amour, een jaarlijkse ode aan
liefde, sensualiteit en begeerte rond
Valentijn. Onnavolgbaar met zijn
wat hese afstandelijke stem, zijn
soms onverwachte klemtonen en
aarzelingen alsof hij de woorden ter
plaatse uitvond, was hij de lieveling
van het publiek en het boegbeeld
van de tournees. Ook na zijn dood
werd hij niet vergeten: vorig jaar was
Saint-Amour aan hem gewijd.
De Rolls-Royce van de literaire
avonden, zo noemde een krant Behoud de Begeerte. Hiermee is een
zekere toon gezet; het zijn niet de
jonge honden van letterenland die
hier worden losgelaten, maar ongeveer iedereen die iets betekent in
de actuele literatuur is in de programmatie te vinden. Je kunt niet
alles zijn. | P.B.
Behoud de Begeerte
11.10.2014 – 31.12.2014
www.letterenhuis.be
Van de Walle:
“Ik denk,
ervaar en
voel in
beelden”
- 14-
TOM VAN DE WALLE
KUNS TE N A AR TEGEN DE CO N SU M P TI E C U LTU U R
- 15-
Van de Walle:
“Ik wou niet
opnieuw in
datzelfde
systeem meedraaien”
Kunstenaar Tom Van de Walle
beheerst als geen ander de
kunst van het recycleren en
opwaarderen. De grondstoffen
voor zijn werk? Alles wat naar
de marge werd geduwd, het
afval dat door de consumptiecultuur werd uitgespuwd.
Met zijn werk bepleit hij
bewustwording – ja, zelfs een
mentaliteitswijziging. De weg
naar die boodschap voerde
hem langs de rand van de
maatschappij: hij bracht tien
jaar door in kraakpanden, en
hij liep daarbij ook verloren
in zijn eigen hoofd. Vandaag
staat hij er weer. Hoog tijd
voor een doodeerlijk gesprek,
over de engelen en demonen
die zijn werk en levenswandel
stuurden. Een gesprek zonder
taboes, en boordevol tattoos.
- 16-
Tom ontvangt ons op de eerste verdieping van de hippe winkelruimte
in de Antwerpse Kammenstraat,
waar een tentoonstelling van hem
loopt. En al snel wordt duidelijk dat
er tussen die locatie en zijn werk een
spanningsveld ontstaat. Want het is
net de consumptiecultuur die hij sterk
aanklaagt, en dat spreekt ook uit zijn
onconventionele levenswandel.
In de humaniora koos ik voor beeldende
kunst, en studeerde daarna ook even illustratie. Maar dat werkte niet voor mij. Ik
belandde een paar jaar in magazijnen en
fabrieken – tot ik het er echt niet langer
uithield. Ik werd er doodongelukkig van.
Dus kocht ik een oude bestelwagen, en ging
druiven plukken in Frankrijk. Toen ik terugkwam, wou ik niet opnieuw in datzelfde
systeem meedraaien. En toen kraakte ik mijn
eerste pand: een oude drukkerij in Duffel.
Daar hield Tom open ateliers en expo’s. Hij kreeg er de smaak van het
vrije leven te pakken. Zo zwierf hij
tien jaar lang van kraakpand naar
kraakpand.
Recyclart
En die levensstijl is onlosmakelijk
verbonden met zijn kunstenaarschap. Je ziet het meteen aan de
grondstof voor zijn werk: Tom herwaardeert het materiaal dat door de
samenleving naar de marge wordt
geduwd, het afval dat door de consumptiecultuur werd uitgespuwd.
Dat levert veel variatie op: Van de
Walle gebruikt collagetechnieken,
schildert en bedenkt ook installaties.
Zijn schilderdoeken maakt hij vaak
zelf, met gevonden materialen. Een
paar planken uit een container en een laken
van een ziekenhuis of een kussensloop, en je
hebt een goedkoop schilderdoek. Of, hij recupereert oude schilderijen, die hij in
de kringwinkel voor een euro koopt,
en maakt daar nieuw werk op. Ook
schildert hij op kastdeuren of houten
panelen die hij op straat vindt: een
oude raamblind transformeert hij in
een drieluik.
Tom gebruikt ook vaak sjablonen
en spuitbussen – die verwijzen naar
de street art context. Bij recenter
werk gebruikte hij acryl of latexachtige verven. Als er geld voor is, tenminste. Sommige werken zijn figuratief,
anderen abstract. In de schilderijen
worden vaak ook andere objecten
geïntegreerd. Parkeertickets, inkomtickets van theater, lege pakjes sigaretten, een gebruikshandleiding. Alles doet dienst.
Hij vertrekt vaak vanuit een ecologische gedachte en formuleert in veel
van zijn werken een aanklacht tegen
de consumptiecultuur. Het scherpste
voorbeeld daarvan vormen vier in-
stallaties in vitrinekasten: verwelkte
chrysanten, met daarrond verpakkingsmateriaal van voedingswaren.
De massaconsumptiecultuur wordt onze
dood. Alleen is dat een traag, sluimerend
proces, dat je niet meteen waarneemt. Door
de twee direct naast elkaar te plaatsen, krijgt
het veel meer zichtbaarheid. Het heeft iets
luguber, maar het werkt verhelderend.
We staan langer stil bij een houten
paneel waarop een engel geschilderd
staat, met bloed aan de vleugels, te-
- 17-
gen een achtergrond van gestencilde
doodskoppen. Een zelfportret, klinkt
het, dat ik schilderde in een periode dat
ik enorm worstelde met mezelf. Hij raakt
niet uit zijn woorden, en excuseert
zich daarvoor. De doodskoppen zijn de
demonen die ik moet bekampen, gaat hij
voorzichtig verder. En komen die
van binnenin of van buitenaf ? Een
beetje van allebei, waarschijnlijk.
Verglijdende wereldbeelden
Wanneer we ons in het kleine salonnetje in het midden van de ruimte
installeren, introduceert Tom zijn
vriendin Lisa. Ze schuift het boek
dat ze leest – Houellebecq économiste
van Bernard Maris – terzijde en stelt
zichzelf in het Frans voor. Lisa is parisienne, en luistert mee. Heb jij iets van
Houellebecq gelezen? Nee, ik kan me
niet lang op tekst concentreren, antwoord
Tom. Ik heb een hoog ADHD-gehalte. En
staat er tegenover die beperking dan
een ander talent? Ik heb ook de diagnose
gekregen dat ik visueel hoogbegaafd ben.
Tom bekijkt de wereld letterlijk op een
andere manier. En dat is niet altijd
evident in een cultuur waarin vooral
het sequentieel, lineair en analytisch
redeneren voorop wordt gesteld. Bij
visueel hoogbegaafde personen zijn
er andere delen van hersenen die de
werkelijkheid regeren: het non-verbale, synthetische, concrete, intuïtieve
en holistische staan centraal. Wanneer
andere mensen iets voelen, brengen ze dat
onder woorden. Ik denk, ervaar en voel in
beelden.
Wat aarzelend vertelt Tom hoe hij in
de tien jaar die hij in kraakpanden
doorbracht, verschillende keren werd
opgenomen in een psychiatrische instelling. Het leven in kraakpanden
kan intens zijn. Met veel feesten, en
veel druggebruik. Een installatie die
in de hoek van de tentoonstellingsruimte staat, een straatvuilbak met
daarin een stroboscoop gemonteerd,
is een werk dat dit aspect goed illustreert. En de dingen die hij onder
invloed zag, hebben hem mee gevormd, als kunstenaar, en als mens.
Je bekijkt de wereld op manieren die anderen
zich niet kunnen voorstellen. Dat kan verrijkend zijn, maar ook verwarrend.
Je weet niet meer wat werkelijk is, en
wat enkel in je hoofd zit. Ik ben vier
keer gecolloqueerd. Ik heb psychoses gehad.
En wanneer je in een psychose zit, verlies je
het contact met de realiteit. Maar je hebt dat
zelf niet door.
pen. Tijdens mijn verblijf in de psychiatrie,
wanneer gevoelens door medicatie werden
afgevlakt en je hele dagen niets andere om
handen hebt dan sigaretten roken en koffie
drinken, bleef ik daar naar het atelier gaan.
Kunst heeft me uit de psychiatrie gehouden.
En dan klinkt het uit de hoek van
Lisa half lachend, half verontwaardigd: Mais non! Ik heb u gered. Dat ook,
geeft Tom toe, maar eigenlijk zou er in de
psychiatrie veel meer aandacht moeten zijn
voor kunst als alternatieve therapie.
Je ziet het ook in de kunstwerken.
De ene kant van de ruimte is gevuld
met kleurrijk werk dat Tom maakte
tijdens zijn ‘resocialisatie’. Aan de
ene wand hangt enkel werk uit psychotische periodes. Ce sont des souvenirs tragiques, merkt Lisa op, het zijn
tragische herinneringen en het werk
is donkerder. Uit die periodes dateren
een paar van mijn tattoos die ik zelf zette,
met een naald die ik op het uiteinde van een
penseel vastmaakte, vult Van de Walle
aan. De rechterhand van Tom - die
linkshandig is - staat vol, en de tattoo loopt onder zijn mouw door als
een sleeve verder naar boven. Zijn
lichaam draagt de sporen van een
heftige levensstijl.
Kunst kan levens redden
Vanuit een niet willen – of niet kunnen – conformeren aan de heersende logica in de samenleving, verdwaalde Van de Walle in de marge.
En hij liep verloren in zijn eigen
hoofd. Die moeilijke periode was ook een
bron van creativiteit. Maar Van de Walle
romantiseert het niet. Psychologisch,
maatschappelijk en sociaal stond hij
aan de rand van de afgrond. In de
periodes met psychoses vocht hij een
gevecht uit met zichzelf. Therapie
en medicatie brachten verlichting en
zorgden er mee voor dat hij sociaal
functioneerde en dat de band met
zijn familie weer beter werd.
Maar voor Van de Walle zelf, was het
vooral de kunst die hem redde. Ook
tijdens de diepste psychoses was ik bezig met
kunst, en ben ik voorwerpen blijven opra-
Van de Walle:
“Kunst heeft
me uit de
psychiatrie
gehouden”
grondstoffen. Die boodschap is altijd
latent aanwezig. Ik ben kunstenaar, geen
politicus. Maar ik vind het belangrijk dat
mensen stilstaan bij het feit dat elk voorwerp
grondstoffen verbruikt en een verhaal heeft.
En ook mogelijkheden biedt.
Dat idee wordt hoe langer hoe meer
opgepikt. Recyclage is hip, en de idee
dat dingen een tweede leven kunnen
krijgen, sijpelt door naar alle lagen
van de samenleving. Tegenwoordig zie
je huismoeders uit de middenklasse de deuren
van kringwinkels platlopen, en dat was tien
jaar geleden nog taboe. Kan kunst dan
toch de wereld redden? | Th.A. |
Foto’s © Thijs de Lange
Intussen huurt Van de Walle samen
met zijn vriendin een appartement,
waar hij ook een atelier heeft. Maar
hij blijft trouw aan zijn gedachtegoed
en werkt nog steeds met materialen
die hij op straat vindt. Recenter werk
focust op het aanklagen van de consumptiecultuur. En dat doet hij vanuit een intuïtief aanvoelen, dat er iets
fundamenteel mis is met de manier
waarop we omspringen met onze
- 18-
Tom Van De Walle
10.12.2014 - 01.03.2015
sociaal restaurant De Stroming,
Aalmoezeniersstraat, Antwerpen
zwaddy.tumblr.com
ANTWERP ART
WEEKEND
Antwerpen is uitgegroeid tot centrum voor
hedendaagse kunst. Verspreid over de hele
stad vind je galeries, musea,
projectruimtes, pop-uptentoonstellingen,
kunstplatforms... Hoog tijd dus om deze
bijzondere dynamiek te tonen aan een groot
publiek én de kunstprofessionals, met een
manifestatie voor hedendaagse beeldende kunst in Antwerpen. Het Antwerp Art
Weekend is een feit. De eerste editie van dit
jaarlijkse evenement duurt vier dagen, van
donderdag 29 januari tot en met zondag 1
februari 2015.
Nicolas Lamas, BALL, Courtesy of the artists and Meessen De Clercq @ Lokaal 01
- 19-
Manifestatie voor
hedendaagse beeldende
kunst met M HKA,
Zeno X Gallery,
Extra City Kunsthal,
Middelheimmuseum,
Tim Van Laere Gallery,
Air Antwerpen, MAS,
De Zwarte Panter,
Mariondecannière,
Base-Alpha Gallery,
Workplace, FoMu,
LLS 387,
NK Gallery, Lokaal 01,
Objectif Exhibitions,
Annette De Keyser,
Fifty One,
Annie Gentils Gallery,
Galerie Van De Weghe,
Stilll,
L’édition Populaire,
Showroom Sint Lucas,
Ruimte Morguen,
Axel Vervoordt Gallery,
Stieglitz 19,
Trampoline,
Valerie Traan,
Geukens & De Vil, G262
Sofie Van De Velde en
Ingrid Deuss Gallery
…
M HKA: Panamarenko Universum
BROEDPLAATS VAN DE AVANT-GARDE
EEN GREEP UIT HET PROGRAMMA
Antwerpen herbergt een breed spectrum aan hedendaagse kunstruimtes: internationaal opererende galeries, musea, residenties, projectruimtes, een kunsthal en
pop-up tentoonstellingen. Bekende organisaties als MAS,
M HKA, Tim Van Laere Gallery, Middelheimmuseum,
Zeno X Gallery, De Zwarte Panter - maar ook plaatsen
voor hedendaagse kunst die minder bekend zijn bij een
breed publiek nemen deel aan het vierdaagse Antwerp
Art Weekend. Samen zetten ze Antwerpen op de kaart
als broedplaats van de avant-garde met een kunstwereld
die durft af te wijken van platgetreden paden. Antwerp
Art Weekend is een handige en interessante manier voor
kunstprofessionals en -liefhebbers om kennis te maken
met de Antwerpse kunstscene.
Nocturnes
De collectieve openingsavonden van tentoonstellingsruimtes in en rond het Antwerpse Zuid en in het centrum van de stad groeiden uit tot een klassieker die elke
zes weken plaatsvindt. De nocturne van donderdag 29
januari is meteen een mooie opener van het Antwerp Art
Weekend. Tijdens dat weekend zijn de galeries trouwens
ook open op vrijdag (van 14 tot 18 uur), zaterdag (van 12
tot 18 uur) en op zondag (van 12 tot 18 uur).
Borger
Deze openingsavonden ontstonden nog niet zo lang geleden en vinden driemaal per jaar plaats in Borgerhout,
Zurenborg en Berchem. Je vindt er onder andere Zeno
X Gallery, Extra City Kunsthal en Base-Alpha Gallery.
Deze Borger-editie gaat speciaal voor Antwerp Art door
op vrijdag 30 januari.
- 20-
Mircea Suciu in Zeno X Gallery
G&DV Peter De Meyer The Bumpy Road
Lezingen en Artist Talks in het M HKA
De galeries sturen hun kunstenaars voor een gesprek en
happening, gemodereerd door Johan Tas.
Receptie en feest op zaterdag 31 januari: de receptie is
voor professionals, alleen op uitnodiging; maar nadien is
er een publieksfeest, ingevuld door het HISK uit Gent,
dat zijn roots heeft in Antwerpen. Hou het programma in
de gaten op antwerpart.be/weekend of de Antwerp Art
Facebookpagina.
Panamarenko Laboratorium
Korte expo in de Lange Zaal van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, als aanvulling op de tentoonstelling Panamarenko Universum in het M HKA (tot 22
februari 2015).
Little HISK
Kunst van vier ex-HISKers en vier huidige HISK-kunstenaars vult het voormalige poortgebouw van het HISK,
tegenover LLS387, de ruimte voor actuele kunst in de
Lange Leemstraat 387.
The Image Generator
Onder de noemer The Image Generator staan er twee performance-avonden op het programma van het Antwerp
Art Weekend: in Extra City Kunsthal en Lokaal 01, in
samenwerking met een aantal culturele instellingen. Het is
een crossover-experiment met o.a. kunstenares Anne-Mie
Van Kerckhoven, performancekunstenaar Vaast Colson
en drummer Eric Thielemans.
Meet & greet
Galeries passen hun openingsuren aan en organiseren lezingen van een kunstenaar of een Meet & Greet. | K.G.
Antwerp Art Weekend
29.01.2015 - 01.02.2015
www.antwerpart.be
- 21-
OPINIES
N o n- profi torganis at ie s
100% EXPO is te gast bij Lokaal 01. We worden er
hartelijk onthaald door Frederik Vergaert.
Hoofdredacteur van HART Marc Ruyters en
beeldend kunstenaar Kris Fierens zijn gewoontegetrouw van de partij. Ook Lotte De Voeght van
Extra City en Win Van den Abbeele van Objectif
Exhibitions schuiven mee aan de tafeltjes die nog
snel uit het atelier worden gehaald. Een doek er
over, een fles wijn op tafel en we zijn klaar voor
de volgende ronde OPINIES.
andere ruimtes stonden er nog strijkmachines ... Het leek
wel of het pand een half uur daarvoor verlaten was. En
nu is daar dus een boeiend kunstencentrum, dat nog lang
niet gestreken is.” (lacht)
Kris zet uitdagend de toon: “Zijn non-profitorganisaties
geen naschoolse activiteiten voor pas afgestudeerde kunstenaars?”
Marc: “Dankzij non-profitorganisaties kunnen beginnende kunstenaars een aantal jaren werken zonder
meteen op zoek te moeten gaan naar een galerie, commercieel te moeten denken of in een bepaald marktconformisme te moeten passen.”
Lotte: “Extra City maakt zowel thematische als solotentoonstellingen en heeft daarbij ook aandacht voor de creatie en presentatie van nieuw werk.”
Win: “Objectif is een vangnet voor kunstenaars die elders geen kansen krijgen. Dat kunnen jonge mensen zijn,
Marc: “Waar hebben we het vandaag over?”
Kris: “Over non-profitorganisaties.”
Marc (mijmerend): “Wist je dat Extra City is gevestigd
in Berchem waar de oude wasserij Goossens was? Wij
bezochten dat gebouw kort na het faillissement. In de
kamer van de directeur stond nog een asbak vol sigaren,
met nog een sigaar in die maar half opgerookt was. In
Iza Tarasewicz, The Means, the Milieu
- 22-
Iza Tarasewicz, The Means, the Milieu
of topkunstenaars die op hun oude dag de retrospectieve moeten krijgen die ze verdienen, of kunstenaars met
werk dat niet marktconform is en voor wie in het galeriewezen geen plek is.”
Marc: “BAM, Instituut voor beeldende, audiovisuele
en mediakunst, overhandigde dit najaar een beleidsnota
aan de nieuwe minister van cultuur Sven Gatz. Daarin
staat dat de helft van de kunstenaars onverkoopbaar werk
maakt. Het zijn precies die mensen die bij non-profitorganisaties onderdak moeten krijgen, want er is nood aan
hun discours.”
Kris: “Tinka Pittoors, mijn lief, bouwde hier bij Lokaal
01 jaren geleden haar eerste grote installatie. Ze kreeg
daarvoor het nodige budget, de mogelijkheid om te overnachten en de kans om even weg te zijn van de dagelijkse
rompslomp. Dat gaf haar een enorme boost. Het is waardevol voor jonge kunstenaars dat ze een duwtje in de rug
krijgen en een context om in te werken.”
Frederik: “Lokaal 01 is een transitruimte. We zijn overbevraagd. We werken met open calls. Er zijn op dit moment meer dan 100 waardevolle aanvragen weerhouden.
Die komen vanuit heel de wereld. Mensen maken trouwens steeds meer werk van hun aanvraag. De dossiers zijn
goed onderbouwd en er zitten mooie foto’s bij. Wij vragen
nu om een specifiek plan te schrijven voor onze de ruimte.
Als mensen een template inzenden van de Amsterdamse
Rijksakademie van beeldende kunsten, die zich ook richt
op het ontwikkelen van talent in de beeldende kunsten,
dan weten we al dat het niet interessant is voor ons.”
Win: “Objectif is geen receptieve instelling. We werken
op basis van de artistieke visie van de directeur die kiest
met wie hij wil samenwerken.”
Frederik: “Lokaal 01 zal nog het meest aanleunen bij
een werkplaats.”
Lotte: “Extra City is vooral een toonplek. Rond de tentoonstellingen breien we vaak een discursief programma
zodat de toeschouwer het werk ook in een theoretische
context kan plaatsen.”
Win: “Ook bij Objectif ligt het accent op tonen. De laatste acht jaar presenteerden we vooral one man shows.
Een kunstenaar maakt dan meestal een nieuwe productie die we aan het publiek presenteren. Er komt een vrij
groot publiek kijken maar wel een gespecialiseerd publiek. Dat komt voort uit onze functie. Budgetsystemen
koppelen aan de bezoekerscijfers zou fout zijn.”
Kris: “Dramatisch!”
Win: “Neen, niet dramatisch. Gewoon dom.”
Frederik: “Ik vind het moeilijk om in elk dossier, telkens weer, te moeten uitleggen waarom het zo belangrijk
is dat er platformen zijn voor jonge kunstenaars. Ik ben
al bang voor de volgende subsidieronde van de Vlaamse
Gemeenschap want ook kleinere organisaties zullen weer
minder toelages krijgen. Ik sleutel nu ook aan Europese
projecten om toch aan een toekomst te kunnen bouwen.”
Win: “Sven Gatz is een verstandige minister. Toch ben ik
erg pessimistisch. Als hij zegt snoeien om te groeien, denk
ik, het zal wel de kleintjes snoeien om de groten te doen
groeien worden.”
Win: “Dat kreupelhout is de diversiteit.
En dat is men aan ’t wegknippen”
Kris: “We hebben dat kreupelhout en die wildgroei
nochtans nodig!”
Win: “Dat kreupelhout is de diversiteit. En dat is men
aan ’t wegknippen.”
Niet grappig
Kris: “Is een non-profitorganisatie dan een werkplaats?”
Marc (grinnikt): “In een werkplaats wordt gewerkt.”
Iza Tarasewicz,
The Means, the Milieu
08.11.2014 - 20.12.2014
Erik Thys, Golem Garage
08.11.2014 - 20.12.2014
www.objectif-exhibitions.org
Erik Thys, Golem Garage
- 23-
Frederik: “Op het overleg van de kunstenorganisaties
hebben we nagedacht over hoe we hier op kunnen reageren. We zijn er niet uitgekomen. We zouden rigoureus
naar de Raad van State kunnen stappen en de regering
aanklagen wegens wanbestuur. Maar dan steek je een
mes in je eigen rug.”
Win: “Daar is trouwens ook geen juridische basis voor
want in de wet staat dat alle afspraken binnen de beschikbare middelen zijn. Eerlijk gezegd: we vechten tegen de
tijdsgeest en tegen de verrechtsing.”
mogelijk overlevingsmodel. Anders wordt kunst commercieel.”
Marc: “Dan moet wel heel ons fiscaal systeem aangepast
worden.”
Win: “Maar het is een alternatief, een parallel financieringssysteem, maar dan binnen een andere wereld.”
Iedereen: “En dat is een wereld waar wij niet in willen
leven.”
Verkopen non-profitorganisaties kunst?
Iedereen: “Neen!”
Kris: “Dat is nu net het verschil met een galerie.”
Marc: “Musea verkopen ook niet. Het verschil tussen
een non-profitorganisatie en een museum is dat musea
eigen collecties hebben. Verzamelen, beheren, ontsluiten voor het publiek en bestuderen, dat zijn de vier grote
functies van een museum.”
Frederik: “In het buitenland zijn er nochtans wel voorbeelden van non-profitorganisaties die telkens een schenking van de artiest vragen.”
Win: “We spraken tot nog toe enkel over gesubsidieerde non-profits. Maar er zijn ook niet gesubsidieerde
non-profits die op andere manieren moeten overleven.
En er zijn ook individuele collectioneurs die een foundation oprichten. In principe zijn dat ook non-profits.”
Marc: “Het echte probleem is dat de
grote meerderheid van de mensen van ons
selfies-tijdperk daar niet van
wakker ligt”
Marc: “Denk aan de econoom Paul De Grauwe die vindt
dat het volk moet beoordelen wie subsidies krijgt. Voor
hem is publieksaanwezigheid de maatstaf. Die tijdsgeest
is geworteld in het Angelsaksische denksysteem. Heel de
Europese Gemeenschap evolueert in die richting en er is
geen weg terug. Maar het echte probleem is dat de grote
meerderheid van de mensen van ons selfies-tijdperk daar
niet van wakker ligt.”
Win: “Er zal niet minder cultuur zijn, maar het aanbod
zal een andere vorm en inhoud hebben. In het ultra liberale Amerika van de jaren ’50 creëerden de universiteiten kunstruimtes waar vrij extreme non-profitactiviteiten plaatsvonden. Zo ontstond conceptuele kunst in het
gesubsidieerde circuit van het Black Mountain College.
Waren die kunstruimtes er niet geweest dan hadden we
vandaag dat soort kunst niet gekend. Misschien is dat een
Werken non-profits met galeries samen?
Iedereen: “Ja!”
Lotte: “Wij werken samen met de galeries van de kunstenaars die bij ons tentoonstellen. Soms halen we er gewoon werken op maar evengoed betalen de galeries een
stukje mee. Of als zij een werk verkopen dat in coproductie werd gecreëerd, betalen zij de productiekost terug.
Het is voor iedere kunstenaar anders.”
Frederik: “Veel galeries hebben een fout beeld van de
non-profitsector. Ze zouden ons voor hun kar kunnen
- 24-
spannen en kunnen gebruiken als plek waar interessante
kunstenaars ontdekt kunnen worden. Gelukkig gebeurt
dat steeds meer. Vroeger organiseerden we ook gesprekken met galeristen en kunstenaars die hier aan het werk
waren. Of soms benader ik zelf galeries om bepaalde
kunstenaars voor te stellen. Dat is opnieuw die transitfunctie.”
Marc: “Die nomadische curatoren hebben te weinig oog
voor de werking van de organisatie en de lokale inbedding. Die mannen werken vooral met hun eigen internationale curatorennetwerk en bijbehorende kunstenaars.”
Win: “Daar ben ik het echt niet mee eens! De curatoren
met wie Objectif werkt, laten steeds een deel van hun
knowhow en netwerk achter. Elke directeur die ooit bij
Objectif werkte, maakt nog altijd deel uit van de werking.
Sommigen op bijna dagelijkse basis. Op die manier ontwikkelden wij een schaal die ook lokaal is ingebed.”
Zoek samen het verschil
Marc: “Non-profitorganisaties hebben ieder hun eigen
politiek. Het is niet zo dat iedere jonge kunstenaar er kan
binnenstappen en zeggen Ik kom hier een tentoonstelling
bouwen.”
Lotte: “Objectif en Extra City verschillen in hun artistieke keuzes en in schaalgrootte. De missie om kunstenaars die een belangrijke praktijk hebben zichtbaarheid
geven is dezelfde.”
Marc: “Voor mij is het grote verschil dat Objectif zich
op curatoren richt en Extra City meer met individuele
kunstenaars werkt. “
Win: “Daar kan ik me in vinden. We werken met verschillende curatoren samen en het is een bewuste keuze
om minstens om de vier jaar van directeur te wisselen. Zo
krijgen we steeds nieuwe input en nieuwe netwerken die
we dan met elkaar verbinden.”
Lotte: “Het zal ook afhankelijk zijn van wie die curator
is. Mihnea Mircan, onze huidige curator, wil samenwerken met NICC, AIR, Studio Start, universiteiten, hogescholen en andere lokale partners precies omdat zij meer
voeling hebben met de lokale kunstscene.”
Win: “Dat is wat ik bedoel met schaalgrootte. Non-profits moeten ook nieuwe trends introduceren en mensen
leren kijken of gewoon uitdagen met dingen die ze niet
kennen. Er zijn veel persoonlijke contacten met zowel
kunstenaars als curatoren die een vrij hecht netwerk vormen. Dat is echter nog niet geformaliseerd. Wij willen de
komende jaren een georganiseerd internationaal netwerk
uitbouwen.”
Frederik: “Wij werken ook aan een dergelijk concept
dat al redelijk concreet is. We willen kunstacademies en
non-profitorganisaties met elkaar verbinden. We moeten
afspreken!”
Win: “Absoluut!
Lotte: “Mihnea Mircan, onze huidige
curator, wil samenwerken met NICC, AIR,
Studio Start en andere lokale partners
precies omdat zij meer voeling hebben met
de lokale kunstscene.”
Potgrond
Marc: “Het oude kunstendecreet, dat in voege ging in
2004, voorzag voor het eerst werkingsmiddelen voor
non-profitplekken. Daarvoor was er in Vlaanderen geen
sprake van Netwerk Aalst, Extra City of Lokaal 01.”
Frederik: “Voor Lokaal 01 was dit de reden om een
Allegory of the Cave
Painting. The Other Way
Around
26.10.2014 - 29.03.2015
Braempaviljoen,
Middelheimmuseum,
Antwerpen
The Image Generator
29.01.2015 - 01.02.2015
Antwerp Art Weekend
www.extracitykunsthal.org
- 25-
Vincent Meessen, La cailloise,
mixed media (2014)
konijn
konijn
konijn
konijn
konijn
konijn
konijn
konijn
konijn
Audrey Cottin
Operating Theatre VII
12.12.2014 - 14.12.2014
Occupy Lokaal 01 part 3
sm Arts University
Bournemouth
09.01.2015
Nicolas Lamas
Publiek gesprek: 19.02.2015
Expo: 27-28.02, 01.03.2015
www.lokaal01.be
Audrey Cottin, O.perating T.heatre VII, Courtesy of the artists and Galerie
Tatjana Pieters @ Lokaal 01
- 26-
rechtspersoon te worden.”
Win: “Dankzij het kunstendecreet kunnen we kunstenaars beschermen en ze buiten het neoliberale systeem
hun werk laten ontwikkelen.”
Lotte: “Extra City wordt met 400.000 euro betoelaagd.”
Win: “Objectif Exhibitions heeft de helft hiervan.”
Frederik: “En wij nog een keer een vierde hiervan.”
Win: “Daar betaal je personeel en huisvesting mee.”
Kris: “Hebben jullie extra inkomsten?”
Win: “Volgens het kunstendecreet zijn we verplicht om
5% eigen inkomsten te hebben. Die inkomsten komen
meestal van andere, meestal buitenlandse, non-profits: als een Nederlander exposeert krijg je geld van het
Mondriaan Fonds, voor een Duitse kunstenaar
van het Goethe-Institut en voor een Scandinaviër van het Office for Contemporary Art.”
Kris: “Uiteindelijk is dat allemaal overheidsgeld.”
Win: “Om privésponsoring te werven moet je minstens
de schaal van Wiels, Centrum voor Hedendaagse Kunst
in Brussel hebben. Die hebben een mooie return te bieden. Als Objectif een sponsordiner zou willen organiseren en kapstokken moet gaan huren, zijn de extra inkomsten al weg.”
ve kunstruimtes zoals Club Moral, Cintric, Montevide
en Ruimte Morguen. Er zijn duizenden dingen gebeurd
daarna. Die kleine non-profitorganisaties zijn de humus.
Je begint in Lokaal 01 en misschien eindig je wel in het
MoMa in New York. Maar niet omgekeerd.”
Kris (lacht): “Dat zou pijnlijk zijn!”
Kris: “Een maatschappij moet blijven
investeren in haar intellectueel en
artistiek kapitaal!”
Klein maar dapper
Frederik: “Lokaal 01 startte in Breda omdat een aantal
kunstenaars hun eigen werk wilden tentoonstellen.”
Marc: : “Er waren ooit drie presentaties van Placenta
in de oude gebouwen van Den Bell in Antwerpen. Die
groep bestond uit kunstenaars die samen afstudeerden
van de Koninklijke Academie voor Schone K unsten:
Tom Liekens, Nadia Naveau, Anton Cleiren, Bart Van
Dyck … Ze organiseerden die tentoonstelling zonder een
euro. Nadien hebben zij geknokt, zowel via de galeries
als via de non-profitorganisaties. Als kunstenaars zelf iets
opbouwen kan dat ook wel tot iets leiden.”
Win: “Op dat punt blijf ik heel optimistisch. Je krijgt cultuur niet weg. Zelfs als men alle subsidies afschaft zullen
jonge kunstenaars nog altijd terugvechten.”
Marc: “De socioloog Pascal Gielen vindt dat de kunsten
vanuit een onafhankelijke positie zouden moeten gaan
werken.”
Kris: “Maar rekent het beleid daar nu net niet op? Dan
hoeven ze hun verantwoordelijkheid helemaal niet meer
te nemen. Een maatschappij moet blijven investeren in
haar intellectueel en artistiek kapitaal!” | A.K.
Frederik: “Besparen zal vooral leiden naar
minder productie”
n
Kris: “De toekomst ziet er niet rooskleurig uit. Als het
beleid straks gaat snoeien en ons aanraadt om privégelden te zoeken …”
Lotte: “Dat is nu al aan de hand.”
Win: “Bij onze organisaties valt niets meer te beknibbelen. Wij zijn allemaal onderbetaald en doen met minimale middelen het maximale. Besparen zal geen afromen
zijn, maar afknippen. Puur verlies dus.”
Frederik: “Besparen zal vooral leiden naar minder productie.”
Win: “Onze curatoren zijn zich bewust van de maatschappelijke context waarin ze werken en reageren hierop met de artistieke keuzes die ze maken. Het symposium
Circular Facts dat Mai Abu El Dahab organiseerde ging
daar over. De kern van haar betoog is dat de kleine gesubsidieerde instellingen verzetshaarden tegen de neoliberale marktstructuur moeten zijn.”
Marc: “Je kan geen grote organisaties hebben zonder een
basis die gedurende decennia is opgebouwd door kleinere organisaties. Als de tentoonstelling van Borremans in
Bozar in Brussel 170.000 bezoekers over de vloer krijgt,
dan is dat omdat er in Vlaanderen gedurende 30 jaar een
schilderkunst is ontwikkeld die groeide vanuit alternatie-
- 27-
PAPEGAAI
Naar aanleiding van de schitterende restauratie van het schilderij
Heilige familie met papegaai van Peter Paul Rubens (K.M.S.K.A.)
dat in het Rockoxhuis een ereplaats heeft, krijgt u een blik op de
papegaai in de beeldende kunst in de zestiende en zeventiende
eeuw. Zijn verenpracht was een lust voor het oog en tegelijkertijd
een bron van inspiratie voor heel wat kunstenaars. Schoonheid,
wijsheid, maagdelijkheid, verscheidenheid, minnaar … zijn maar
enkele van de vele predicaten die hem toegedicht werden. Naast
Rubens zijn Savery, Fijt, Jordaens, de Heem, Dürer, Schongauer en
andere kunstenaars met hun interpretatie van de papegaai op de
tentoonstelling vertegenwoordigd.
- 28-
- 30-
Papegaai. ’t Cierlijk schoon van haare veeren
08.11.2014-22.02.2015
www.rockoxhuis.be en www.kmska.be
- 31-
1
2
My Name
is Artist
Jong talent in de kijker in Art Center Hugo Voeten
Zeventien hedendaagse kunstenaars uit verschillende Europese landen, met nadruk op de Balkan, een stem geven is een interessante nieuwe
stap voor het Art Center Hugo Voeten. De expo
My Name is Artist wil een ontmoetingsplek voor
gelijkgestemde geesten zijn. Daarmee gooit het
kunstencentrum aan het Kempisch Kanaal in
Herentals resoluut de deuren open.
Curator van deze expo met 35 werken is kunsthistorica
Vessela Nozharova (°1974), eerder ook co-curator van
het Bulgaarse paviljoen tijdens de architectuurbiënnale van Venetië. Ze stelt in lijn met de belangstelling van
kunstkenner en mecenas Hugo Voeten een erg persoonlijke collectie voor, die diep graaft in de ziel van een nieuwe generatie kunstenaars. De Next Step Generation, noemt
3
Kunst heeft in
de Balkan nog
een veel
sterkere
politieke en
maatschappij
kritische
inslag
4
Nozharova hen, een generatie op zoek naar een eigen
identiteit. En naar een stem, in een maatschappij waarin
enkel wie in een mediaformat past op aandacht mag rekenen. My Name is Artist wil een tegengewicht bieden door
kunstenaars via hun werk de vraag te laten stellen welke
plaats ze voor zichzelf zien in de oceaan van creativiteit
die de kunstwereld is. Nozharova experimenteert daarbij
met voor het merendeel jonge, hedendaagse kunstenaars
die passen in de culturele tradities van hun thuisland, maar
tegelijk in hun thema’s en technieken een universele taal
spreken. Hun werk is actueel – de ecologische impact van
de mens, urbane landschappen, liefde en seks – en vaak
sterk autobiografisch. Tegelijk contrasteren ze met hun eigen hedendaagsheid door hun traditionele beeldtalen: olie
op canvas en grafisch werk.
- 32-
De Balkan
is een
broedplaats
voor
eigenzinnige
kunstenaars
met een open
blik op de
wereld
1. Maria Chakarova, Composition in blue
2. Konstantin Kostov, Alone figure (after Francis Bacon) 2012
3. Inge Cornil, Sergio Toral still S2°6’5” W79°59’30”
4. Ivo Bistrichki, Mutations - Red deep (Cervus elaphus) (2011)
5. Teodora Axente, Descent 2014
voor ecologie in zijn bevreemdende digitale, industrieel
aandoende reeks prenten Wastewater Treatment Plants uit
2013. Uit het werk van Kalia Kalacheva (°1986) spreekt
het isolement van het individu. Haar Hopperiaans kleurrijke maar toch desolate stadslandschappen vallen op
door harde neon- en kunstlichteffecten in verlaten metrostations, glazen torens, gangen en trappen. Steriel en
statisch, maar ook brutaal in zijn eenzaamheid en soms
zelfs grappig, zoals in Cleaning uit 2014.
Interessante schilderkunst die een brug slaat naar de verschillende achtergronden en tradities van de aanwezige
kunstenaars en daarbij toch de eigen culturele achtergrond
niet verloochent, is van de jonge Roemeense Teodora
Axente (°1984). Ze is een van de boeiendste kunstenaars
op ‘My Name is Artist’, met haar inhoudelijk en picturaal
sterke olieverfschilderijen. Op het eerste gezicht klassieke
portretschilderkunst stuurt ze een prikkelende richting uit
met werken als ‘Vanity Game’ (2013) en ‘Descent’ (2014).
Axente woont en werkt in het Centraal-Roemeense Cluj
en behoort er tot de kunstenaars van de momenteel erg
hippe ‘Fabrica de Pensule’, een collectieve ruimte voor
hedendaagse kunst. Roemenië kent een veel sterkere
collectieve kunstenaarscultuur dan Bulgarije, waar kunstenaars traditioneel erg individualistisch en bij voorkeur
met eigen middelen werken om overheidsbemoeienissen
zoveel mogelijk te beperken. Er is ook plaats voor werk
van eigen bodem op My Name is Artist, met de Antwerpse
kunstenares Inge Cornil (°1977) die ook al rond ecologische thema’s werkt: afvalbergen die terug opgeslorpt
worden door de natuur, als tatoeages gedrukt in het landschap.
5
Bruegel op video
Hedendaagse kunst uit de Balkan is bij ons nauwelijks bekend. Onterecht, want door de woelige maatschappelijke
veranderingen die er plaatsvonden (en vinden), is het een
broedplaats voor eigenzinnige kunstenaars met een open
blik op de wereld. Kunst heeft er ook nog een veel sterkere politieke en maatschappijkritische inslag. Dankzij de
sterke band die verzamelaar Hugo Voeten heeft met Bulgarije – hij is gehuwd met een Bulgaarse en eigenaar van
de op één na grootste collectie kunst uit het Balkanland
– is hedendaagse kunst uit dat land dan ook ruim vertegenwoordigd op My Name is Artist. Ivo Bistrichki (°1971)
werkt rond natuur en milieuproblematiek. Mutations – Red
Deep (Cervus elaphus) uit 2011 verwijst onheilspellend naar
een kwarteeuw milieuschade door de kernramp in Tsjernobyl. Ook Kamen Startchev (°1971) toont zijn fascinatie
Het plezier van het ontdekken
My Name is Artist wil belangstelling en steun creëren voor
een nieuwe en weinig bekende generatie kunstenaars,
en hen vooral een platform bieden. Een next step voor
henzelf dus, maar ook voor Art Center Hugo Voeten,
benadrukt Vessela Nosharova. De artistieke keuzes
– waaronder deze nieuwe expo – weerspiegelen ex-zakenman Hugo Voetens persoonlijke bewondering voor
kunstenaars, plezier om nieuwe ontdekkingen te doen en
die te delen met het publiek. Precies de richting die dit
opmerkelijke, maar tot nog toe niet echt laagdrempelige kunstencentrum uit wil. Welkom in Herentals dus: de
boodschap kon niet duidelijker zijn. | W.D.H.
My Name is Artist
28.11.2014-30.01.2015
www.artcenter.hugovoeten.org
- 33-
Arocha
Schraenen
De Venezolaanse Carla Arocha (°1961) werkt al
tien jaar samen met Stéphane Schraenen (°1971).
In die periode bouwden ze een oeuvre op rond
de waarneming zelf. Momenteel loopt hun expo
Persiana in Mechelen, waarbij Arocha &
Schraenen een ensemble van hun sleutelwerken
bijeen brachten in een nieuwe constellatie, aangepast aan de tentoonstellingsruimte. Hilde van
Canneyt interviewt het kunstenaarsduo.
waren we vaak samen in Antwerpen en wisselden we
ideeën uit, tot op het punt dat we samen aan het maken
van werken begonnen te denken.”
Carla, je bent afkomstig uit Venezuela waar je een wetenschappelijke opleiding als biologe hebt genoten. Hoe ben
je in contact gekomen met beeldende kunst?
Carla Arocha: “Mijn familie was enorm in kunst geïnteresseerd. Bovendien heeft Venezuela een rijke erfenis
aan moderne en hedendaagse kunst met Jesús Rafael
Soto, Carlos Cruz-Diez en Alejandro Otero, om er maar
enkelen te noemen.”
Hoe ben je - via Chicago - in België beland?
Arocha: “Ik ontmoette Luc Tuymans in Chicago, net
voor zijn tentoonstelling in The Renaissance Society.
Vier jaar later ben ik naar Antwerpen verhuisd en zijn
we getrouwd; dat was in 1999.”
Stéphane, jij hebt eerst communicatiemanagement gestudeerd en bent daarna naar de Academie van Antwerpen getrokken. Kom je uit een kunstminnend nest?
Stéphane Schraenen: “Ik ben als het ware in een galerie geboren. Eind jaren ‘60 en begin jaren ‘70, baatten
mijn ouders Galerie Contact uit in Antwerpen. Op de
Academie koos ik voor Grafische Vormgeving, maar daar
ben ik een beetje teleurgesteld uitgekomen. In plaats van
in die richting verder te gaan, ben ik beginnen werken
voor kunstenaars als Guillaume Bijl, Boy & Erik Stappaerts en Joëlle Tuerlinckx.”
Waar en wanneer hebben Carla en jij elkaar ontmoet?
Schraenen: “Ik was in die tijd vooral met productiewerk
voor galeries en kunstenaars bezig, en werkte onder meer
voor het NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum), een belangenvereniging voor beeldende kunstenaars. Op een dag moest ik een werk voor Carla Arocha
opstellen. Haar man, Luc Tuymans, liep er ook rond, en
zo zijn we met elkaar in contact gekomen… “
… en begon jij haar spontaan te adviseren…
Schraenen: “In 2006 had Carla een overzichtstentoonstelling in de Kunsthalle Bern, en vroeg ze mij om de
productie te doen van een aantal werken.
Arocha: Voor de tentoonstelling DIRT die Philippe Pirotte en Jesús Fuenmayor cureerden in Bern, hielp Stéphane me ook bij de opstelling en de scenografie. Daarna
Stéphane, wat sprak jou aan in Carla’s werk?
Schraenen: “Ik denk dat er conceptueel en esthetisch
een paar raakvlakken zijn. Carla is misschien meer verbonden met de Latijns-Amerikaanse op-art, maar er is
hier een parallelle beweging geweest waar ik zelf ook mee
bezig was. In de tien jaar tussen de Academie en het moment dat ik met Carla begon samen te werken, heb ik
geregeld voor de decors of regie van films gezorgd. Daar
kwam mijn gevoel voor het kinetische uit voort: een gevoel voor het verloop van de dingen, als een soort subnarratief. Ik denk dat die twee dingen samen ervoor zorgen
dat wij werken zoals wij nu werken.”
Carla, in 2005 deed je een collectie-interventie in het
M HKA. Een aantal uitgestrekte wandoppervlakken in
de tentoonstellingsruimtes werden toen beschilderd met
atmosferische kleurvelden, die de ervaring van zowel de
museumruimte als van de getoonde werken beïnvloedden. Dit onder de titel LUZ, Spaans voor ‘licht’.
Arocha: “In die interventie was ook een lichtinstallatie.
Het basiselement van deze installatie was ‘lichtbreking’.
De refractie van lichtstralen in vele prisma’s zorgde voor
het licht- en kleurenspel. Doorheen de tentoonstellingsruimtes liepen lange kleurbanden. Deze combinaties
komen uit een boek voor interieurdecoratie en kleurencombinaties, die volgens dat boek emoties en gemoedstoestanden zouden oproepen. Een soort visueel woordspel: “I see the light.”
Hoe gaan jullie te werk? Ieder in zijn eigen atelier en dan
dingen samenbrengen, of een paar dagen per week samenkomen? Of…?
Schraenen: “Na die tentoonstelling in Bern, waar we
de ganse tijd hadden samengewerkt, werd Carla in 2005
gevraagd in het FRAC Auvergne, in Clermont-Ferrand.
We wandelden er samen rond, en op 20 minuten tijd was
de hele tentoonstelling gekristalliseerd. We hadden als het
ware al vastgelegd hoe we de toeschouwer wilden choreograferen, wat waar zou komen, en hoe de bezoeker er
zou moeten rondlopen. Toen we terugkwamen, hebben
we samen de expo uitgetekend en zo zijn we beginnen
samenwerken. Hoewel officieel haar naam op die tentoonstelling plakte, was het eigenlijk een tentoonstelling
van ons tweeën. Buiten Carla’s taal zag je al heel duidelijk
dingen die niet anders hadden kunnen ontstaan dan door
ons beiden. De hele tentoonstelling was gebaseerd op een
foto van Chris Farley, een stand-upcomedian die net aan
een overdosis was overleden. Sindsdien hebben we een
praktijk van 24 uur op 24. De meeste van onze ideeën
- 35-
ontstaan tijdens conversaties op onze reizen. Daaruit
vloeien dan ideeën en schetsen. Het is niet zo dat ik vanavond thuis aan mijn pc schetsjes zit te maken.
Ik heb meer het idee dat we niet ergens van vertrekken,
maar dat wij ergens aankomen. Ons werk is de aankomst.
Er is geen duidelijke lijn. Plots komt alles samen en klopt
het. ‘Ons atelier’ is gewoon ‘waar wij zijn’. Dat kan in de
trein zijn of op café, om twee uur ’s nachts of twee uur ’s
middags. We hebben geen gestructureerde aanpak, maar
je kan uit de chaos ook structuur destilleren. Al voel je na
tien jaar wel dat er een natuurlijke lijn zit in hoe we te
werk gaan.”
Veelgebruikte materialen zijn spiegels, metaal en leder.
Daarmee voeren jullie een onderzoek naar vorm, kleur,
ruimte en illusoire ruimte, bewegingseffecten en optische
complexiteit.
Arocha: “Het materiaal, en alle andere fysieke componenten zijn specifiek gekozen voor wat we willen zeggen.
We kiezen datgene wat voor ons het best de lading dekt.
Schraenen: Veel mensen zeggen dat we meestal met plexi
of spiegels werken, maar wij werken evengoed met tekeningen, schilderijen, marmer, hout, karton, kristal, enzovoort.
Afhankelijk van waar het werk over gaat, zoeken we er het
juiste materiaal voor. Het materiaal is niet ons vertrekpunt.
We zouden evengoed met kauwgum kunnen werken, als
dat noodzakelijk zou zijn om iets duidelijk te maken.”
Ik was onder de indruk toen ik al het werk op jullie website zag. Ik houd van jullie stijl, maar het blijft niettemin
‘koel’ werk, op het randje van design soms. Bewust?
Schraenen: “Dat is jouw interpretatie, Hilde. Heb je al
veel werk van ons in het écht gezien? Ons werk op het
internet of op een foto zien is heel bedrieglijk. Omdat het
gaat over wat er gebeurt tussen jou en de ruimte. Het is
niet interactief in de zin dat je je schoenen moet uitdoen
of zo, je moet vooral iets doen tussen je ogen en je hersenen: het mentale en het retinale. Hoe interageren de werken onderling, en hoe sta je daar zelf tussen? Net zoals je
dat met filmbeelden kan hebben, edit je als toeschouwer
ook zelf de show.”
- 36-
Voor elke sculptuur vertrekken jullie van de ruimte. Het
is een onderzoek naar de uitwerking van de ruimte en de
sculptuur op het publiek.
Arocha: “Het is de tentoonstellingsruimte die de mentale ruimte samenhoudt.”
Schraenen: “Bij het maken van een tentoonstelling bekijken we eerst de ruimte, en dan zien we hoe we met
bestaand werk of door nieuw werk te creëren, ons die
ruimte eigen kunnen maken. In het geval van Mechelen
hebben we er niet voor gekozen om een aantal tentoonstellingen uit het verleden te hercreëren, maar wel om
de autonomie van de werken te laten functioneren met
bijvoorbeeld werk van tien jaar eerder uit een volledig
andere expo. Onze tentoonstelling probeert nieuwe connecties te maken tussen al die werken. De werken zijn wel
autonoom, maar maken deel uit van een geheel. Na die
initiële tentoonstelling verkrijgen de werken pas echt hun
autonomie.”
Persiana, de titel van jullie expo, verwijst naar, rolgordijnen. Je kan het interpreteren als inside versus outside, las
ik.
Schraenen: “Persiana is het eerste werk dat we samen
maakten en we toonden het voor het eerst in Galerie Koraalberg. De titel kan ook een tipje van de sluier oplichten
en een overkoepelend idee geven over onze praktijk en
hoe deze tentoonstelling functioneert. Wat zie je? En ga
je als bezoeker/kijker verder kijken dan wat er te zien is?
Arocha: De titel is ook een allusie op het uitlokken van
speculatieve gedachten.”
Waarom het cultuurcentrum in Mechelen?
Schraenen: “Ik vind het interessante ruimtes, en ik wist
dat de samenwerking met directeur Koen Leemans fijn
zou zijn. Ook omdat we - na lang niets in België te hebben getoond - dit overzicht konden brengen. We kregen
ook de kans om in De Garage een kleine groepstentoonstelling samen te stellen. Onder de titel Threshold maken
we een expo met Dennis Tyfus, Peter Fengler, Josef Albers en Pieter Vermeersch, Pavel Büchler en Alain Franco. We tonen er ook een nieuw werk.”
In de perstekst over jullie nieuwe expo in Mechelen, las ik
dat het tien jaar van jullie gezamenlijke praktijk markeert.
- 37-
Schraenen:
“Als wij niet
hadden
samengewerkt,
hadden wij
elkaar
tegengewerkt”
Het brengt een ensemble van sleutelwerken samen in
een nieuwe constellatie. ‘Waarneming’
is het kernwoord
van jullie artistieke
aandacht. Ik las ook
dat jullie ons willen
laten binnentreden
en dialogeren in
een complexe wereld van optische
experimenten.
Visueel lijkt het op het eerste gezicht abstract en minimaal. Jullie geven de bezoekers een inkijk in het verleden en in de toekomst. Sowieso is er ook een link met de
kunstgeschiedenis.
Schraenen: “Het is aan kunstcritici om zich daarover
uit te spreken. En natuurlijk hebben we affiniteit met de
kunstgeschiedenis en andere kunstenaars, maar niet in
een competitie. Eerder in een verderzetting en een multipliciteit. Wij kunnen ook maar bestaan doordat er andere
dingen zijn.”
Maar jullie streven naar méér dan alleen visuele schoonheid. Willen jullie ons iets doen inzien? Want ook de vormen, kleuren en materialen kies je niet zomaar…
Arocha: “Er is een analytisch proces dat aan elke beslissing voorafgaat.”
Hoe hebben jullie de publicatie bij de expo aangepakt?
Arocha: “De publicatie geeft een inkijk in onze manier
van werken. Alle beelden in de catalogus zijn computersimulaties die we samen met Pieter Maes maakten. Computersimulaties maken intrinsiek deel uit van ons productieproces. We wilden dat deze publicatie exclusief over
deze tentoonstelling zou gaan.”
Carla, wat is voor jou het grote verschil tussen de Belgische en de Venezolaanse kunstscene of -mentaliteit?
Arocha: “Elke kunstscene is verschillend. Ik ben beide
erg dankbaar. Venezuela gaat door erg moeilijke tijden,
maar er is toch nog stamina om door te gaan en tentoonstellingen te organiseren, ondanks het ondemocratische
systeem. België is erg genereus geweest voor mij. En laat
ons ook niet vergeten dat ik in de Verenigde Staten een
platform kreeg om mijn carrière te starten.”
Hoe maken jullie trouwens het verschil? In welke zin zijn
jullie ‘sterker’ dan andere kunstenaars?
Schraenen: “Sterker? Perseverance! Of wij ons beter voelen dan iemand anders? Uiteraard! (lacht) Neen, neen...
De beste zijn? Dat soort competitie vind ik heel vreemd.
Je kan alleen maar iets bijbrengen aan anderen, als andere mensen ook iets doen. Er moet multiplicatie zijn, dat
hangt allemaal samen. Het gaat over een visie doorgeven.
Wij zeggen soms voor de grap - al is het niet grappig:
“Als wij niet hadden samengewerkt, hadden wij elkaar tegengewerkt.”“If you can’t beat them, join them.” (lacht)
Misschien was er dan wel competitie geweest. Ik ken heel
weinig werk dat functioneert zoals het onze.”
Bij jullie voel ik niet de ‘Weltschmerz’ die ik bij andere
wel kunstenaars voel. Met zijn tweeën zal het dan ook
wel leuker zijn.
Schraenen: “Neen, geen Weltschmerz. Maar ik kan me
niet meer goed inbeelden hoe het daarvoor was, omdat ik
de laatste tien jaar zo heb gewerkt.”
Maar je ziet jezelf niet in je uppie in een atelier zitten
knoeien?
Schraenen: “Neen. Daarom heb ik veel respect voor en
een hang naar werken met cinema. Film kan je ook niet
alleen maken. Iedereen kent daar zijn plaats en weet wat
hij juist komt doen.”
Als jullie er nog een paar kunstenaars konden ‘bijnemen’,
voor wie zouden jullie dan kiezen?
Schraenen: “We hebben er al grappend over nagedacht
om alle nabestaanden van artiestenduo’s op te vangen.
Arocha: Ja, Peter Fischli mag zeker langskomen…”
Waarvoor hebben jullie geen talent?
Schraenen: “Voor huishoudelijke taken.”
Arocha: “Same here!”
Maar jullie delen tafel en bed toch niet?
Schraenen: “Toch weten we dat van elkaar na tien jaar
samenwerken.” (lacht)
Is er een aan/uitknop? Wat doen jullie als jullie niet met
de praktijk bezig zijn?
Schraenen: “Als tegenwicht? Zoals Sam Dillemans
graag op een boksbal slaat? Roken en drinken? (lacht)
Arocha: Neen, shoppen!” (lacht) | H.V.C.
Foto’s © Artur Eranosian
Persiana
25.10.2014 – 21.12.2014
www.cultuurcentrummechelen.be
Threshold
15.11.2014 – 21.12.2014
www.cultuurcentrummechelen.be
- 38-
Update
Herman Brood, Torso
Agendatips voor deze winter
Huis. De bustes zijn ontstaan uit een
samenwerking met ambachtslieden
uit Mali en Congo. Ze zijn gemaakt
naar een reeks foto’s van zwaar verminkte soldaten uit WO I.
Kader Attia. Cultuur, een natuurlijk herstel
25.10.2014-29.03.2015
www.middelheimmuseum.be
MENS EN MASSA
Herman Brood, Jazz
De Roemeen Mircea Suciu vindt inspiratie voor zijn doeken in foto’s en
verslaggeving van betogingen en andere massabijeenkomsten. De manier
waarop het individu iets van zichzelf
verliest en opgaat in de massa is het
thema waarrond hij de laatste jaren
een oeuvre opbouwde. In zijn recentste werk krijgen de rekwisieten, zoals
HERMAN BROOD
Herman Brood, de Nederlandse rock
and roll junkie, was een veelzijdig
kunstenaar. De talloze indrukken en
ervaringen die hij in zijn roerige leven verzamelde, vertaalde hij in performances, muziek en schilderijen.
Uit zijn werk spreekt een enorme gedrevenheid die hij dankzij zijn technische beheersing op een authentieke
manier wist om te zetten in vorm en
kleur. Herman Brood koos altijd voor
tastbare beelden, waarbij de slogans
doen denken aan striptekeningen.
Herman Brood
05.01.2015-01.03.2015
www.artdepot.be
CULTUUR, EEN NATUURLIJK HERSTEL
Gueule Cassée © Kader Attia
De Franse-Algerijnse kunstenaar Kader Attia maakt voor het eerst een soloproject in België. De tentoonstelling
bestaat uit twee luiken. De installatie
Untitled (Al Aqsa) uit 2009 werd voor
het eerst tentoongesteld in de Tuileries in Parijs. Het is een compositie
van 350 cimbalen op stalen staven.
Ze wiegen heen en weer als blaadjes
van bronzen planten en nodigen uit
om aangeraakt te worden. Dertien
houten sculpturen krijgen een plaats
in het tentoonstellingspaviljoen Het
- 40-
‘gewurgde gordijnen’ en bedekte objecten een plaats op de voorgrond.
Mircea Suciu: Root and Branch
18.01.2015-28.02.2015
www.zeno-x.com
HOTEL TAXANDRIA
Het Turnhoutse Taxandriamuseum
werd recent omgevormd tot Hotel
Taxandria. In de hotelkamers van het oudste burgerhuis van de stad vertellen Kempense figuren
en archetypes de geschiedenis van de regio. Het
Museum is daarmee een
ideale basis om de regio
Turnhout te ontdekken.
Elke bewoner vertelt in
zijn kamer over wat hij
of zij meegemaakt en
gezien heeft, van de drie
vrouwen van Turnhout (Maria
Van Brabant, Maria Van
Hongarije en Amalia Van
Solms) tot een kantwerkster
en studenten…
Taxandria Museum
www.taxandriamuseum.be
KUNST IN DE KERING
De kunstcollectie van het
Antwerpse
provinciebestuur bestrijkt ongeveer de
hele 20ste eeuw, met uitlopers naar de
late 19de en
vroege 21ste
eeuw. Kunst
in de kering
toont een vijftigtal kunstwerken uit deze
collectie.
De werken
worden in duos
gepresenteerd, met telkens het jaar
1950 als kantelmoment. Het zijn
boeiende confrontaties van schilderijen en beeldhouwwerken van klinkende namen als Constant Permeke,
Rik Wouters, James Ensor, Luc Tuymans, Jef Geys en Fred Bervoets,
Michèle Matyn, Geert Goiris, Koen
Van den Broek en Anne-Mie Van Kerckhoven.(Foto:
Wannabe Boy, Sofie
Muller)
Kunst in de Kering
13.12.2014-15.2.2015
www.hofkevanchantraine.be
SILENT
NAVIGATIONS
Koenraad
Tinel viert
dit jaar zijn
tachtigste
verjaardag.
In een oude
kasteelhoeve
in het Pajottenland werkt
de kunstenaar nog
steeds energiek aan
zijn veelzijdige oeuvre. Hierin verbeeldt
en onderzoekt hij het leven
in krachtige taferelen en ontsluierende tekeningen. In de
tentoonstelling Silent Navigations
richt Tinel zijn aandacht op de
stad Geel in al haar facetten. Deze
holistische aanpak toont de
link tussen de geschiedenis
van een bevlogen stad,
de geestdrift die haar
voortstuwde en het
landschap waarin
ze vorm kreeg.
Silent Navigations
08.02.2015-31.05.2015
www.dewerft.be
HELLEMONDEN
Hellemonden is een ingetogen tentoonstelling van VONK & Zonen over
de waanzin van de oorlog. In de tuin
van kasteel Le Paige in Herentals leg
je op eigen tempo een parcours af
langs 20 grafzerken die doen denken
aan de uniforme graven op soldatenkerkhoven. Aan elk graf kan je werk
van oorlogsdichters beluisteren. Elk
gedicht is beschikbaar in de taal van
de dichter, maar ook in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. Niet
alleen de bekende Engelse oorlogsdichters komen aan bod, maar ook
hun Belgische, Franse, Duitse, Russische en Amerikaanse collega’s.
Hellemonden
17.01.2015-25.01.2015
www.schaliken.be
GROOTSTE POP-UP VAN ANTWERPEN
Wim Ballieu van Balls and Glory, Kobe Desramaults van toprestaurant In De Wulf, schilder Luc
Tuymans en koffiebar Caffènation
bieden deze winter hun producten
aan in een opvallende pop-upzaak
in de Antwerpse Kloosterstraat.
“Een magazine waar je doorheen
kunt wandelen”, zo promoten de
initiatiefnemers van The List hun
nieuwste Antwerpse pop-upproject:
van een boekenwinkel over een geschenkenshop met luxe-artikelen tot
een kledingwinkel met bekende couturiers. Maar ook een bloemist en
een fietsenwinkel voor hippe fixies
vinden er de komende tijd onderdak.
De shoppers worden ook op culinair vlak verwend met een ginbar
van Copperhead Gin en een gezellige food & coffeebar. Doorheen het
pand van 1000 m² hangen grafische
werken van Luc Tuymans, die kunnen worden aangekocht.
The List
02.11.2014 tot eind december 2014
open op do, vr-, za en zo, tijdens de
kerstvakantie alle dagen.
- 41-
PARELTJES VAN RENAISSANCEKUNST
Uitz onderlijke teken in g e n uit p rivé c o lle c t ie s
Jan van Stinemolen, Gezicht op de baai bij Pozzuoli met het amfitheater (Privéverzameling)
In de 16de eeuw kregen tekeningen
voor het eerst de status van zelfstandig kunstwerk. Voordien werden ze
louter gezien als een inspiratiebron
of een ontwerptekening voor ‘het echte
werk’. Samen met die nieuwe appreciatie werd de tekening ook een gegeerd verzamelobject. Het buitengewone talent van kunstenaars als
Frans Floris, Hans Bol of Jan Brueghel werd ook in de 19de eeuw opgemerkt door verzamelaar Fritz Mayer
van den Bergh, en ontgaat ook hedendaagse Antwerpse verzamelaars
niet. Zij tonen hun mooiste renaissancetekeningen nu in het museum
waar Fritz Mayer van den Bergh ooit
woonde. Een voorsmaakje.
GEZICHT OP DE BAAI VAN POZZUOLI MET HET
AMFITHEATER
Jan van Stinemolen
De meeste tekeningen in de tentoonstelling zijn met pen in een donkere
inkt getekend. Deze tekening is echter helemaal met rood krijt getekend.
Vandaag zijn er amper vier tekeningen gekend van Jan van Stinemolen,
die in zijn tijd een vermaard kunstenaar was. Hij werd in 1518 in Mechelen geboren. Tijdens verschillende periodes van zijn leven verbleef
hij – zoals vele kunstenaars in die tijd
– in Italië. Het is ook daar dat hij de
inspiratie haalde voor deze tekening,
waarop de Golf van Napels te zien
is. Van Stinemolen gaf het Romeinse
amfitheater weer met grote aandacht
- 42-
voor detail, al slaagde hij er niet volledig in om de ovale vorm van het
grondplan op zijn blad over te zetten. Dankzij het gehanteerde vogelperspectief valt echter veel meer te
zien. Links ligt het versterkte stadje
Pozzuoli op een hoogte, terwijl de
vredige vissershuisjes rechts verpozen in het vlakke kustlandschap. Aan
de overkant van de baai zijn Baia en
het kratermeer Lago d’Averno terug
te vinden. Links daarvan, net buiten
de inham van de baai, valt het eiland
Capri te ontwaren.
die bovendien alle drie speciaal voor
de tentoonstelling gerestaureerd zijn.
Dit kleurrijke type van tekeningen,
gemaakt met een dekkende waterverf,
rivaliseerde in de 16de eeuw met de
schilderkunst. Fritz Mayer van den
Bergh kocht deze gouache in 1899 op
een veiling in München voor 1.070
Duitse mark. Het was de duurste tekening die hij ooit aankocht. Hij betaalde meer dan het dubbele van wat hij
enkele jaren voordien betaald had
voor de Dulle Griet van Pieter Bruegel
de Oude. Het is een typisch 16de-eeuws berglandschap en verbeeldt een
verhaal uit het Oude Testament: de
man met het rode gewaad is de profeet Hosea. Op bevel van God trouwde hij met Gomer, een prostituee.
Zij is vooraan afgebeeld met haar drie
kinderen. Toen Gomer opnieuw in
onkuisheid ging leven, kocht Hosea
haar vrij en bracht haar weer naar
huis. Het verhaal kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden.
Het kan bijvoorbeeld verwijzen naar
de relatie tussen God en Israël: het
Gillis van Coninxloo, Berglandschap met rivierdal
(Collectie van Museum Mayer van den Bergh)
BERGLANDSCHAP MET RIVIERDAL EN DE
PROFEET HOSEA (1587-1595)
Gillis van Coninxloo
Gouache op velijn. Velijn is een fijn
perkament, gemaakt van kalfsleer. In
de expo zijn drie gouaches te zien,
HET LAATSTE AVONDMAAL
Toegeschreven aan Ambrosius
Francken
Deze tekening is met pen in bruine
en grijze inkt getekend, op grijs gewassen papier. Dat betekent dat de
tekenaar met een penseel verdunde
grijze inkt of waterverf heeft aangebracht. Ambrosius Francken werd
rond 1545 in Herentals geboren, in
de vooraanstaande schildersfamilie
Francken. Hij werd eerst door zijn
vader opgeleid, en ging rond 1566
in de leer bij Frans Floris – toen de
belangrijkste historieschilder in Antwerpen. Het Laatste Avondmaal is
een veelvoorkomend tafereel in de
16de eeuw. Rond de betekenis ervan
bestond in die tijd controverse tussen calvinisten en katholieken. Op
de tekening is het moment verbeeld
waarop Jezus aankondigt dat één
onder hen hem weldra zal verraden.
Johannes, de jongste en meest geliefde leerling, is hier erg jong en bijna
als een kind weergegeven. Links van
Jezus is de bejaarde Petrus afgebeeld.
Judas zit vooraan
rechts en kijkt de
toeschouwer brutaal aan. Hij draagt
een geldbuidel om
zijn middel. Hij zal
Jezus later verraden.
Ambrosius Francken, Laatste Avondmaal
(Privéverzameling)
volk van Israël aanbad afgoden, maar
God vergaf hen. De maker van deze
gouache, Gillis van Coninxloo werd
in Antwerpen geboren, maar verhuisde in 1585 naar Nederland, na de val
van Antwerpen.
- 43-
Renaissancetekeningen
uit Antwerpse Privécollecties
25.10.2014 – 25.01.2015
www.mayervandenbergh.be
1
2
3
1. Maarten Vanden Eynde, Brick Era courtesy Meessen De Clercq Gallery, Brussel
2. Herman Van Ingelgem, campagnefoto Encounters at the Boundary
- courtesy Annie Gentils Gallery, Antwerpen
3. Bert Danckaert, Simple Present #489 (Shanghai) courtesy Roberto Polo Gallery, Brussel
4. Bert Danckaert, Simple Present #697 (Brasilia) courtesy Roberto Polo Gallery, Brussel
5. Wouter Feyaerts, Just hanging around courtesy Galerie Transit, Mechelen
6. Xavier Mary, Rock ‘Round Donut courtesy Albert Baronian Gallery, Brussel
7. Wouter Feyaert, Zonder titel ‘Ja’ editie courtesy Galerie Transit, Mechelen
4
- 44-
KUNST OP DE GRENS
Cultuurcentrum De Kollebloem in Puurs verzamelde
werk van hedendaagse kunstenaars die de grens
opzoeken in materiaalgebruik en architectuur. De
gangen van het cultuurcentrum zijn onderdeel van de
tentoonstelling.
Met werk van: Bert Danckaert, Hans Demeulenaere,
Wouter Feyaerts, Xavier Mary, Herman Van Ingelgem,
Maarten Vanden Eynde, Annelies Vanderkleuren en
Leon Vranken.
Encounters at the Boundary
14.11.2014 - 22.12.2014
www.ccdekollebloem.be
5
6
7
HELDER WATER, TROEBELE KUSTEN
Fotograaf Nick Hannes op reportage langs de Middellandse Zee
Lampedusa (oktober 2013) Het
Italiaanse eilandje Lampedusa zou
een verplichte schoolreisbestemming moeten worden. Deze Eritrese vluchtelingen zijn pas de dag
voordien aangekomen. Omdat het
eiland een open centrum is, mixen
ze gewoon met de toeristen die er
verblijven in de vele hotelletjes bij
het strand. Onwezenlijk, want alle
Afrikanen die je ziet op het beeld
hebben dramatische verhalen als
bootvluchteling. Er verdrinken jaarlijks honderden migranten in de
Middellandse Zee en dit jaar hebben al honderdduizend mensen de
oversteek gemaakt. Europa draagt
een verpletterende verantwoordelijkheid door de grenzen hermetisch af te sluiten. De Middellandse
Zee is niet langer een kruispunt van
culturen, maar de slotgracht van
Fort Europa.
Buiten de platgetreden paden lopen aan de Middellandse Zee is
moeilijk: al sinds klassieke tijden is dit het toneel van zeevaart,
handel, oorlog, migratie- en toeristenstromen. The Continuity of
Man is dan ook een trefzekere titel voor de odyssee van de Antwerpse fotograaf Nick Hannes, die tussen 2010 en 2014 de Mediterrane kusten in beeld bracht. Het resultaat is een caleidoscopisch
portret van een al even vertrouwde als bevreemdende wereld.
Nick Hannes: “Wij West-Europeanen voelen ons thuis aan de Middellandse Zee. Elk jaar strijken er 250 miljoen toeristen neer. Het is ook een
enorm gebied. Met de kust als leidraad zag ik daar een fascinerend fotografisch potentieel in. Dit moést dus wel iets groots worden.”
Had je vooraf The Pillars Of Hercules van Paul Theroux gelezen,
zijn eigenzinnige grand tour van de Med? Jouw werk vertoont
daar heel wat parallellen mee.
Hannes: “Nee, ik begon me pas onderweg in te lezen. Ik filter eruit wat me
visueel interessant lijkt. Ik wilde ook zo breed mogelijk gaan. Monaco en
Gaza liggen aan dezelfde zee. Dan heb je je thema’s natuurlijk voor het uitkiezen: immigratie, urbanisatie, de impact van toerisme op het landschap.
Bovendien barstten de Arabische revoluties en de crisis in Griekenland net
los toe ik begon. Dat leverde meteen extra invalshoeken op.”
Hebben die gebeurtenissen je reis gestuurd?
Hannes: “Egypte en Tunesië heb ik precies een jaar na hun revoluties
bezocht. Het hete nieuws achterna hollen was nooit de bedoeling. Fotojournalistiek vind ik op termijn vaak minder tijdloos, maar tijdloosheid is nu
juist waar ik naar streefde.”
- 46-
Je had het rijk voor jou alleen, want alle persfotografen waren
allang weg.
Hannes: “Een leeg Tahrirplein (in Cairo, wdh) met vertrappelde bosjes
vertelt minstens evenveel als een plein vol betogers. Ik ga ook nooit ergens
op de frontlijn staan. Om de risico’s te beperken, ging ik maar voor enkele
dagen naar Libië. Toch ben ik er nog in problemen geraakt: in de stad
Misratah ben ik opgepakt door een militie. Ondanks de hulp van mijn fixer
was het dus niet zonder gevaar. Hij werd trouwens op verdenking van spionage nog een stuk langer vastgehouden dan ik. Gelukkig kreeg ik weken
later via de ambassade mijn fotomateriaal wel terug. Alle geheugenkaarten
waren gewist, maar niet overgeschreven. Elders aan de mediterrane zuiden oostkusten kon ik wel op mijn gemakje rondkijken. Alleen Syrië heb ik
moeten overslaan: daar heeft de burgeroorlog me ingehaald. De Europese
kant – van Gibraltar tot Antalya – heb ik tijdens vier grote reizen samen
met mijn vrouw en onze twee jonge kinderen verkend per camper. Nu, ook
in Italië moest ik wel eens met een fixer werken in de Vele di Scampia-blokken in Napels.”
Het Griekse tankstation met de dansende mensen is een iconisch
beeld geworden voor de crisis. Toevalstreffer?
Hannes: “Ik ga eerder op zoek naar het toeval. Mijn voelsprieten staan uit.
Ik peddelde rond op de fiets in Patras, zag de stoeltjes onder de luifel en ben
gaan vragen wat de bedoeling was. De bruidegom – het was een trouwfeest
– vond het goed dat ik foto’s zou maken. Ik besefte toen al dat het hele
bijzondere beelden zou opleveren. Er was ook enorm veel internationale
belangstelling voor dit ene beeld.”
“Echt ensceneren doe ik zelden, maar op pakweg een strand is het tricky om
zomaar te staan fotograferen. Het is een gekke plek waar iedereen er half-
- 47-
Strand van Gaza (mei 2014)
Zee en strand zijn de enige plekken die de inwoners van Gaza nog
hebben aan open ruimte. Het is
een vrijhaven waar ze betrekkelijk
ongestoord plezier mogen maken.
Ik was er drie weken voor de laatste oorlog met Israël uitbrak. Het is
heel dubbel: bikini’s zie je er niet,
het is Hamasgebied en ook jongens
dragen vaak een T-shirt boven hun
zwembroek. Toch is het een plek van
pret en plezier, en dat doet deugd in
die verder miserabele Gazastrook.
Je hebt er strandtentjes, je kunt er
flaneren en de mensen zijn er erg
vriendelijk. Op een boogscheut van
deze plek werden amper enkele weken later twee voetballende jongetjes
doodgeschoten door het Israëlische
leger.
La Manga, Spanje (2011) De bouwwoede aan de Spaanse costa’s verwijst voor mij alweer heel erg naar de
burcht, de slotgracht, de gated community. Aan mediterranisering lijdt
de kust er ook: de historische stadskern als een soort openluchtmuseum voor toeristische doeleinden, en
alle hotelketens, shoppingcenters en
residenties in de open ruimte in de
periferie. Tegelijk zijn dat eilanden
of oases van artificiële rust en veiligheid. Je kunt je er afschermen van de
realiteit. Lieven Decouter schreef er
het boek De capsulaire beschaving over,
waarbij de haves in deze wereld zich
steeds meer moeten gaan afschermen van de have nots. La Manga del
Mar Menor bij Murcia is zo’n surrealistische strip, een schiereiland vol
beton, een symbool van een gesegregeerde samenleving.
naakt bijloopt. Je moet er niet ‘onzichtbaar’ op jacht gaan, maar juist heel
zichtbaar zijn en spontane reacties uitlokken, zodat je je vrij kunt bewegen.
Met de prostituee en haar klant in dat Griekse hotel had ik natuurlijk wél
een afspraak. Het is niet dat ik toevallig op dat kamertje ben beland (lacht).”
Heb je deze reis anders aangepakt dan Red Journey, je documentaireproject over de landen van de voormalige Sovjet-Unie ?
Hannes: “Tijdens Red Journey was het niet de bedoeling om een boek te
maken. Ik wilde gewoon reizen en mijn goesting doen. Pas achteraf ben ik
naar uitgevers gestapt. Nu ben ik wél vertrokken met dat idee en dat leidde
best tot wat druk op de ketel – zeker toen het FotoMuseum groen licht gaf
voor een grote expo. The Continuity of Man ademt een bepaalde tijdsgeest
uit. Soms zit er nog wat absurde humor in, maar ik zocht vooral naar metaforen: het scheepskerkhof en de Afrikaanse asielzoekers van Lampedusa,
het stalen grenshekwerk van Ceuta met zijn warmtesensoren en veiligheidscamera’s … beelden die monumentaliteit in zich dragen. Open foto’s ook,
die ambiguïteit, complexiteit en gelaagdheid in zich hebben en waarbij je
zelf je verhaal kunt verzinnen. Vroeger dacht ik dat je kon reizen om antwoorden te vinden, maar je vindt eigenlijk alleen nog méér vragen.”
Op dit werk krijg je inderdaad niet meteen vat.
Hannes: “Omdat het zoveel thema’s raakt. Ik moest afbakenen, maar ik
ben nogal gulzig als fotograaf. Toch moest ik er een lijn in zien te krijgen.
Net zoals in Red Journey ging het me ook nu niet om individuele emoties. Wel
om omgevingen, en wat we daar als mensen mee doen, hoe we die vorm
geven. Een rooskleurig plaatje levert dat vaak niet op. Is die continuity of
man, de voortgang der mensheid langs de kusten van de Med, wel zo’n
positief iets, vraag je je dan af. De urban sprawl is soms écht deprimerend.”
- 48-
Wat is het watermerk van een Nick Hannesfoto? Carl De Keyzer
reisde voor Moments Before the Flood ook de Europese kusten af,
maar in jouw landschappen is ‘man’ – de menselijke aanwezigheid – veel nadrukkelijker aanwezig.
Hannes: (Denkt na) “Ik denk dat ‘tijdsgeest’ en ‘context’ mijn werk wel
typeren. Meestal in urbane omgevingen, het liefst met een hoek af. Nooit
pittoresk en altijd met een verrassingselement. En een hoge techniciteit in
lijn en beelden, haarscherp van voor- tot achtergrond. Een redelijk afstandelijke, statische camera – een heel menselijke blik, vind ik zelf. Carl is altijd
wel een voorbeeld geweest, om zijn dwarse kijk. Ik voel me verwant met de
absurditeit van zijn beelden. Zijn fotografie geeft net als de mijne niet alles
prijs. Enkele grootformaatfotografen zoals Nadav Kander vind ik ook sterk,
in zijn documentaire reeks over de Yangtze-rivier bijvoorbeeld. Of Mitch
Epstein, over de relatie tussen energie en macht en hoe hij daar landschapsfotografie op toepast. Het is de fotografie van verstoorde landschappen. Als
auteursfotograaf vind ik het belangrijk om iets te tonen waar ik zelf ook
iets over te vertellen heb – zonder daarom een moreel oordeel te vellen.”
| W.D.H.
Mediterranean. The Continuity of Man
28.11.2014-01.02.2015
www.fomu.be
Het fotoboek Mediterranean - The Continuity of Man verschijnt bij Uitgeverij Hannibal.
- 49-
Cruiseschip (juni 2014) De cruise
Marseille-Palma-Malta-Sicilië-Rome in juni 2014 was mijn allerlaatste
trip voor het project. De kers op de
taart na alle ontberingen, maar puur
als reiservaring was het een beetje
een tegenvaller. Ik zat nog maar een
uur op de boot in Marseille of het
stond mij al tegen – en toen moest
ik nog vijf dagen (lacht). De andere
tweeduizend opvarenden zag ik wel
plezier maken, maar ik vond geen
aansluiting bij hen. Animatoren entertainen je de hele dag door, alles is
strak geregisseerd. Een ultra-artificiële, afgeschermde biotoop die gelukkig wel boeiend materiaal oplevert. Ik snap wel wat mensen er leuk
aan vinden, maar ik hou van wat
meer avontuur en verrassingen. Wel
grappig: ik heb nog geposeerd met
kapiteinspet voor een foto die ik dan
zelf mocht kopen in de shop.
Speel en win
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Kunstenaar die exposeert in het cultuurcentrum
van Mechelen.
Nederlandse muzikant, performer en junkie die
koos voor tastbare beelden.
In welk Turnhouts museum kan je geen kamer
huren?
Ik - Jij - ... is de titel van een expo rond jongeren en
identiteit.
Ex-zakenman met een kunstencentrum in
Herentals.
In welk materiaal werd de Baai van Pozzuoli
getekend?
Welke vogel inspireerde in de zestiende en
zeventiende eeuw tal van kunstenaars?
Fotograaf op zoek naar het toeval.
Bezieler en behouder van de Begeerte.
Huisvrouw die zich zonder juwelen naakt voelt.
Mail het woord dat we zoeken vóór 1 februari
naar [email protected] en maak kans
op een exemplaar van het fotoboek The Eye of the
Photographer (Lannoo), hoogtepunten uit de FoMu
Collectie. Vergeet niet je adres te vermelden.
Wedstrijd 100% EXPO – nummer 8
Oplossing: zincografie
De winnaars zijn: Eddy Mertens (Stabroek), Walter Heyden (Hoboken), Lieve Malfroot (Oostende),
Herwig Lanoote (Antwerpen) en Eva De Smedt (Oud-Turnhout). Zij ontvangen een exemplaar van het boek
Panamarenko Universum (Ludion).
- 50-
THE IMAGE
GENERATOR
Een vierdaagse happening op
het raakvlak tussen performance
en beeldende kunst
Tijdens het Antwerp Art
Weekend
Locatie: Eikelstraat 31,
2600 Antwerpen-Berchem
29.01 —
01.02.2015
Een project van —
- 51-
Design: www.yarrutfranken.com
www.image-generator.be
KIN
NEPOL
NEP
NE
LIS & BNP PARIBAS
S FO
ORTIS
PRESENTEREN
IN DE CIINEMA
MA
KUNST ZOALS U
NOG NOOIT
HEEFT GEZIEN …
13/11 & 16/11/2014
11/12 & 14/12/2014
15/1 & 18/1/2015
19/2 & 22/2/2015
26/3 & 29/3/2015
23/4 & 26/4/2015
4/6 & 7/6/2015
HENR
RI MATISSE: THE CUT-OUTS
THE
E VATICAN MUSEUMS
GIR
RL WITH THE PEARL EARRING
RE
EMBRANDT
VIK
KINGS FROM THE BRITISH MUSEUM
VINC
NCENT VAN GOGH
NC
THE IM
I PRESSIONISTS
Kunst in de Cinema brengt succesvolle kunsttentoonstellingen van musea uit de hele wereld naar Kinepolis. Deze baanbrekende serie werd exclusief voor de bioscoop gefilmd,
op de tentoonstellingen én op locatie. Ze laat wereldwijde kunstliefhebbers in verbluffend
hoge resolutie vol bewondering op het grote scherm genieten van de werken van enkele
van de grootste schilders en kunstenaars aller tijden.
Info & tickets: kinepolis.be/kunst
- 52-