PROVINCIE ANTWERPEN 100 % EXPO Arocha & Schraenen Nick Hannes in FoMu Renaissancekunst Antwerp Art Weekend My Name is Artist N°9 Driemaandelijks magazine december 2014 februari 2015 - 1- PROVINCIE ANTWERPEN 100 % EXPO 34 Arocha & Schraenen 07 Ruth Felter 100 % EXPO thuis in de bus? Mail je naam en adres naar [email protected] voor een gratis abonnement op dit driemaandelijkse tijdschrift van de provincie Antwerpen. Abonnees buiten België betalen portokosten. COLOFON Hoofdredactie: Annik Klaes Coördinatie & eindredactie: Isabelle De Cock Coördinatie & grafische vormgeving: Anne Van De Genachte Redactie: Thomas Abelshausen (Th.A.), Peter Benoy (P.B.), Isabelle De Cock (I.D.C.), Wieland De Hoon (W.D.H.), Kathleen Geenen (K.G.), Annik Klaes (A.K.), Hilde Van Canneyt (H.V.C.) Cover: Tom Van de Walle © Thijs de Lange, zie ook pag. 14 Advertenties: Viviane Spiessens, 03 338 95 75 [email protected] Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie Grote Markt 13, 2000 Antwerpen 03 338 95 09 - [email protected] V.U.: Annik Klaes, Grote Markt 13, 2000 Antwerpen Prospekta promoot en ondersteunt culturele activiteiten in de provincie Antwerpen. Via onder meer de culturele infobalie Info Cultuur, de evenementen Cultuurmarkt van Vlaanderen & Museumnacht, het cultuurprogramma 100% CULTUUR op ATV & RTV en het magazine 100% EXPO vormt Prospekta een brug tussen publiek en culturele instellingen. 04 Breedbeeld Ik-Jij-Wij op tournee 07 Interview De juwelen van Ruth Felter 12 Topstuk in de kijker Fouquets Madonna 13 Kanttekening Benoy over Behoud de Begeerte 14 Interview Tom Van de Walle tegen de consumptiecultuur Geef je mening & win! 100 % EXPO wil graag zijn lezers wat beter leren kennen. Surf naar www.infocultuur.be/onderzoek en vul de enquête in. Maak kans op 5x2 tickets voor de grote Dries Van Noten-tentoonstelling Inspirations in het MoMu. 19 Event Antwerp Art Weekend 22 Opinies Non-profitorganisaties 28 Breedbeeld ‘t Cierlijk schoon van haare veeren 32 Ontdek Jong talent uit de Balkan 34 Interview Arocha & Schraenen 14 Tom Van De Walle 39 Update Agendatips voor deze winter 42 Privécollecties Pareltjes van renaissancekunst 44 Fotoreportage Kunst op de grens 46 Interview Fotograaf Nick Hannes op reportage langs troebele kusten 50 Speel en Win - 4- IK-JIJ-WIJ Met de rondreizende tentoonstelling Ik-Jij-Wij bouwt Rasa een plek waar jongeren hun gedachten over identiteit de vrije loop kunnen laten. Je vindt er topwerken van Francis Alÿs, Anthony Goicolea, Benjamin Verdonck, Sofie Muller, Nick Cave, Shadi Ghadirian, Edith Ronse, Maen Florin, Vaast Colson, Margi Geerlinks en Koen Vanmechelen. Het forum biedt ruimte voor gesprekken, korte films en lezingen en prikkelt je nieuwsgierigheid. Een interactieve App daagt je uit om dieper te kijken en zelf een creatieve bijdrage te leveren. Ik-Jij-Wij 04.12.2014 - 18.12.2014 www.rasa.be - 5- Maen Florin | Foto Karin Borghouts - 6- PORTRET: RUTH FELTER Ruth Felter is de winnaar van de tweejaarlijkse Prijs Wim Ibens voor juwelenontwerp. Als kunstenaar deinst ze niet terug voor onconventioneel materialengebruik. Haar Surinaamse roots maken haar tot een felle madam, in woord en in wezen. En ze is huisvrouw, zegt ze zelf. Maar wel een huisvrouw verwekt in de summer of love van 1969. Iemand met de energie en branie van twee tweeëntwintigjarigen. Bird on a wire - 8- FELTER: “IK BEN EEN GEWONE HUISVROUW DIE IN DE KUNSTWERELD VERZEILD RAAKTE” Aan de telefoon om de afspraak voor het interview te maken, klinkt Felter overweldigd. Een interview? Ja, graag. Natuurlijk. En dan volgt iets wat klinkt als een verontschuldiging. Maar ik ben een gewone huisvrouw die in de kunstwereld verzeild raakte. Ze stelt voor elkaar te ontmoeten in een Antwerpse koffiebar. Het eerste wat opvalt: ze draagt juwelen. Veel juwelen. Zonder juwelen voel ik me naakt. Dan kan ik echt de straat niet op. Ik zou mijn man de ring van zijn vinger trekken om toch maar iets van juwelen aan te hebben. Nog voor het gesprek goed en wel op gang is, krijgt de uitspraak dat ze in de kunstwereld verzeild raakte, de nodige nuance. Ik studeerde kunsthumaniora, maar mijn vader stierf erg vroeg, en met twee jongere zussen moest ik mee een zorgende rol in het gezin opnemen. Felter nam zich toen voor om ooit naar de kunst terug te keren. Dat deed ze vijf jaar geleden, door zich te schrijven in het deeltijds kunstonderwijs. En met succes: onlangs won ze in de categorie juwelenontwerp de tweejaarlijkse Wim Ibensprijs, een initiatief van het Mondmasker - 9- Provinciaal Zilvermuseum Antwerpen. Het winnende juweel, Bird on a Wire is een ontwerp dat ze in haar vierde jaar maakte. Het is een zilveren ring, met daarop een vierhoekig raamwerk, waar kippensnavels in werden bevestigd. Schelpen & een varkenssnuit De klassieke ontwerpen van zilver, goud en edelstenen zijn niet aan Felter besteed. Na een bezoek aan juwelenbeurs Schmuck in Munchen – Een aanrader voor elke vrouw, het is het walhalla van de juwelen! – heeft ze het licht gezien: Je kan van werkelijk alles een juweel maken. Ze kiest voor minder conventionele materialen, zoals zwoerd en gevogelteskeletten. Om de eigenschappen van die materialen te ontdekken, experimenteerde Felter thuis, met haar keuken en badkamer als laboratoria. Een huisvrouw, jawel. “HET GEDROOGDE VARKENSVET BRENGT EEN COMBINATIE VAN FASCINATIE EN WEERZIN TEWEEG” Gepijpte Kraag Ook voor haar afstudeerproject Am I not a woman and a sister? uit haar vijfde jaar, koos ze voor niet-alledaagse materialen. Zo maakte ze een kraag van gedroogde en geperforeerde varkenshuid, historische voet- en handboeien uit smeedijzer, een zilveren armband, een lederen masker met een messing hoofdband, een mondmasker van een gedroogde varkenssnuit met een kaurischelp als accent. Zwoerd, de varkenshuid, dat leeft verder. Je kan proberen er een vorm aan op te dringen, maar tijdens het droogproces zet het zich nog. Dat onvoorspelbare bevalt me wel. Ze toont het werk Gepijpte Kraag. Het gedroogde varkensvet brengt een combinatie van fascinatie en weerzin teweeg. Uit haar tas haalt ze ook andere juwelen tevoorschijn. Ik schrik van het gewicht van de Abolutionist Chain. Fel- ter merkt het op. De smeedijzeren ketens moet je voelen en ervaren. Het zijn zware, ruwe voorwerpen. Ze snijden in je polsen, na een kwartier houd je het niet meer uit. Stel je voor dat je zoiets drie maanden moet dragen. En daar stopt het niet. Opstandige Afrikaanse slaven kregen een mondmasker voor, om te voorkomen dat ze zichzelf probeerden te doden door zand te eten. Ze werden letterlijk gemuilkorfd. Op een overdekte markt in de buurt van Antwerpen-Centraal vond ik een varkenssnuit. Dat leek me de ontmenselijking van zo’n masker goed te symboliseren, dus gebruikte ik het voor een ontwerp. Daar heb ik wel een taxidermist voor aangesproken. Keti Kotie De thematische rode draad doorheen de juwelenreeks van haar afstudeerproject is slavernij. De inspiratie vond ze op een tentoonstelling in Nederland die teruggaat naar haar roots: Suriname. Na een bezoek aan - 10- de tentoonstelling Slavernij Verbeeld uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, raakte Felter gefascineerd door het thema. 150 jaar na Keti Kotie – vertaald als ‘gebroken kettingen’ – bladerde Felter door de boeken van prof. Kenneth Boumann, en was ze behoorlijk geschokt. De Nederlanders behandelden hun slaven erg slecht. Fransen en Britten beweerden dat je hun schepen van ver kon ruiken, voor ze aan de horizon verschenen. Mijn eigen achternaam bindt me met de koloniale geschiedenis van Suriname en met de slavernij. De naam Felter gaat terug tot 1735, één van mijn overgrootvaders werd waarschijnlijk vernoemd naar zijn eigenaar. Vandaag brand ik mijn initialen op mijn ontwerpen. Een paar honderd jaar geleden werden de initialen F.R. misschien wel op de schouders van mijn voorouders gebrand. Met haar Branded Mask legt ze de link tussen de brandmerken die slaven kregen en de beeldtaal die luxueuze modehuizen vandaag gebruiken. Met juwelen kan je lichamen tooien en sieren. Ze vertellen een verhaal, van wie je bent, en waar je voor staat – en vaak is dat een bewuste keuze. Door in haar ontwerpen te verwijzen naar voorwerpen die oorspronkelijk gebruikt werden om mensen te brandmerken, zet ze die logica op de helling. Elk juweel kan een symbolische betekenis hebben. En die betekenis, die hoeft niet positief te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een trouwring na een scheiding. De reeks bestaat uit herdenkingsjuwelen. Het zijn persoonlijke interpretaties van historische artefacten en gebeurtenissen. Kalkoennekwervel in 3D Kan je al deze juwelen ook echt dragen? Alles wat je op je lichaam draagt, kan een juweel zijn, klinkt het, maar sommige stukken zijn erg kwetsbaar, en de ketens zijn niet praktisch. Enkele juwelen die op de tafel tentoon gespreid liggen, voelen aan als haute couture: grensverleggend en uniek, breekbaar en delicaat FELTER: “VANDAAG BRAND IK MIJN INITIALEN OP MIJN ONTWERPEN. EEN PAAR HONDERD JAAR GELEDEN WERDEN DE INITIALEN F.R. MISSCHIEN WEL OP DE SCHOUDERS VAN MIJN VOOROUDERS GEBRAND” als een exclusief attribuut voor een extravagante avond. Andere juwelen, zoals de armbanden met gela- serde gravure, zijn meer kunstwerk dan juweel, en kan je onmogelijk als sieraad dragen. Al vergeten vrouwen die een avond lang met smeedijzeren ketenen rond handen en voeten rondwandelen, ongetwijfeld de pijn van hoge hakken. En hoewel Felter met deze reeks duidelijk op zoek gaat naar haar roots, laat ze zich niet in een hokje duwen. Zowel thematisch als op het vlak van materialengebruik doet ze ook andere dingen. De ketting die ik nu draag, bijvoorbeeld, is een scan van een wervel uit de nek van een kalkoen, die daarna met een 3D-printer werd gereproduceerd. Zo toon ik letterlijk wat er onder de oppervlakte zit. Alleen is het gebruikte materiaal veel steviger dan het originele bot, wat het juweel ook duurzamer maakt. Stenen dolfijn Wanneer de fotograaf toekomt – WAT?! Een fotograaf ? Dat had je me niet verteld, trut! (ondergetekende is een man, nvdr) - wandelen we richting Felixpakhuis, om daar een portretfoto te maken. Ter hoogte van het Letterenhuis, met de academie al in zicht, ventileert Felter haar ongenoegen over de onderwaardering van het deeltijds kunstonderwijs. En ze foetert op de minachting die het avondonderwijs soms te beurt valt. Bijna klinkt het als een tirade. Niet verbitterd, maar wel vurig. Voor de Prijs Wim Ibens zonden 42 studenten samen 127 ontwerpen in. Daar waren ook dagstudenten bij. In de categorie juwelenontwerp koos de jury voor één van mijn werken. Dat is een mooie erkenning voor het deeltijds kunstonderwijs. Twee straten verder zet ze haar tas vol juwelen thuis af. De fotograaf en ik stellen terwijl Felter binnen is, ietwat verbaasd vast dat we allebei de speciale vorm van de hak aan haar schoenen opmerkten. Wanneer ze weer buitenkomt, complimenteren we haar daarover. Een paar huizen verder wijst Ruth Felter naar een grote poort en vermeldt en passant - 11- dat ze sinds kort een atelier heeft in dit pand. Na enig aandringen wil ze het tonen, en terwijl ze zich uitvoerig excuseert voor de rommel die we te zien zullen krijgen, haalt ze de sleutel tevoorschijn. Het is er inderdaad rommelig. Er slingeren onverklaarbare voorwerpen rond. Die stenen dolfijn daar? Van de vorige huurder. Aan de muur hangen kleurrijke tekeningen. Ook haar werk? Ik breng mijn dochtertje hier mee naartoe, glimlacht ze breed, we hebben hier allebei ons hoekje om in te werken. Daarna wandelen we verder richting Willemdok. Aan het water, aan de voet van het MAS, ligt het Zilverpaviljoen. Voor het Zilvermuseum ben ik daar gelegenheidsgids op een tentoonstelling over etnische juwelen, voor scholen met leerlingen die de Nederlandse taal nog niet goed machtig zijn. Daar toon ik geen eigen werk. Maar alleen al over juwelen praten, vind ik fantastisch. Het werk van Felter zelf is dit najaar nog te zien in Mechelen. Deze periode voelt als een scharnierpunt in mijn carrière. Vroeger toonde ik mijn werk alleen aan vrienden, familie en docenten. Nu is het plots out in the open. En dat is aanpassen, ik ben graag de underdog. We nemen afscheid. Felter stapt weg. En dan draait ze zich plots weer om, en roept vanaf de overkant van de straat. Oh ja, deze schoenen? United Nude Möbius van Rem D Koolhaas. Zoek het maar eens op. Een huisvrouw? Ja. Maar ook een artiest met schwung en flair. Behoorlijk rebels en best contrair. | Th.A. Portretfoto © Jens Mollenvanger, foto’s juwelen © Caro Leriche www.ruthfelter.com Back Exit/Front Enter 14 13 & 14.12.2014 www.ikamechelen.be Ruth Felter is gelegenheidsgids bij de expo Etnische juwelen. Hommage aan Marokko en Turkije 07.11.2014-29.03.2015 www.zilvermuseum.be TOPSTUK IN DE KIJKER Zeld z aam en onmisb a a r Om op de topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap te staan moet een kunstwerk zeldzaam en onmisbaar zijn. Eén van de meest geliefde werken van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen is zo’n pareltje: de opvallende Madonna van Jean Fouquet. Dit werk toont de maagd Maria als hemelkoningin met het kind Jezus op haar schoot. Maria zit op een rijk versierde troon die ondersteund wordt door cherubijnen en serafijnen. De Franse hofschilder Jean Fouquet maakte het portret in 1452. Naast een aantal miniaturen en enkele tekeningen bleven van Fouquet slechts KMSKA/Lukasweb Jean Fouquet, Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen, olieverf op paneel, 113 x 104 cm. vier schilderijen bewaard, waaronder dit opvallend moderne werk. Waarschijnlijk stond de minnares van de Franse koning Karel VII, Agnès Sorel, model voor de Madonna. Ze is erg modieus gekleed en het hoog weggeschoren haar en de mantel van hermelijn duiden op haar voornaamheid. Het tafereel doet irreëel aan: de melkwitte huid van Maria en Jezus contrasteert met de felrode en blauwe engelen. Maria’s ingesnoerde taille accentueert haar kogelronde borst en geeft het schilderij een bijna erotische toets. Toen Fouquet dit werk eeuwen geleden schilderde was dat absoluut zijn bedoeling niet. Hij beeldde gewoon de Virgo Lactans, de zogende - 12- maagd, uit. Zij moest de wereldse status van Jezus benadrukken. Net als alle kinderen groeide hij immers op aan de borst van zijn moeder. De Madonna vormt het rechterluik van de Melundiptiek, een tweeluik dat Fouquet in opdracht van Etienne Chevalier schilderde, de schatbewaarder van de Franse koning. Tot aan de Franse Revolutie hing het werk boven de graftombe van Chevaliers echtgenote Catherine Budé, in de Notre-Dame van Melun. Nog tot eind 2016 is de Madonna in het Rockoxhuis te bewonderen. | I.D.C. Tot eind 2016 in het Rockoxhuis. www.hetguldencabinet.be Dertig jaar liefde en begeerte De expo Behoud de Begeerte in het Antwerpse Letterenhuis geeft een multimediaal overzicht van dertig jaar literaire geschiedenis: de geschiedenis van Behoud de Begeerte én die van de Nederlandse letteren. Peter Benoy blikt terug op de ‘Rolls Royce van de literaire avonden’. Benoy was van 1991 tot 2005 directeur van Theater Zuidpool. Hij schildert en schrijft over beeldende kunst en theater. tante Bertha die tot grote hilariteit een gelegenheidsgedicht voordraagt op een familiefeest. De stem en de aanwezigheid van de schrijver geven soms inzichten die in de gedrukte tekst verborgen blijven, maar ook voor hem is de confrontatie met een publiek dikwijls onthullend. Het concept dat Behoud de Begeerte in dit genre heeft ontwikkeld is uniek. Behoud de begeerte. Die naam alleen al. Gebiedende wijs enkelvoud. Appelerend aan een plicht. Het zou de titel kunnen zijn van een boek met raadgevingen aan 50-plussers om hun libido wat op te krikken. Maar dat is het niet. Behoud de Begeerte organiseert al dertig jaar in binnen- en buitenland spraakmakende literaire tournees onder diverse gedaanten, zoals 8 BeauxForts, Geletterde Mensen, Koningsblauw en vooral Saint-Amour - ook de naam van een dorp in de Jura. Een halve eeuw geleden zag ik Hugo Claus in het Amsterdamse Hotel Krasnapolsky het anti-oorlogsgedicht Bericht aan de bevolking voorlezen. Dit lange gedicht eindigt met een ironisch gebed. Terwijl hij dat las richtte hij tot grote verrassing van de toehoorders plots een mes tegen zijn keel. Toen besefte ik dat literatuur en poëzie die ontsnapt zijn aan papier en drukinkt andere, maar niet minder fascinerende registers kunnen opentrekken. Uit eigen werk voorlezen of reciteren is zo oud als de straat: van de blinde Homeros langs de Beat Poets naar Saint Amour 1991, tekening Jan Bosschaert 1984 was het jaar waarin volgens de gelijknamige roman van Orwell uit 1949 poëzie en begeerte verboden zouden worden. Uitgerekend in dat jaar op Valentijnsdag begon Behoud de Begeerte in Leuven literaire avonden te organiseren. Spoedig groeide het initiatief uit tot een niet meer weg te denken literair evenement in Vlaanderen en later ook in Nederland, één dat voor vele andere initiatieven een voorbeeld was. Wat - 13- bezieler Luc Coorevits en zijn medewerkers hebben bereikt dankzij een programmatie die reflecteert wat vandaag leeft, vlotte ensceneringen, originele affiches en een promotie die een breed cultuurgeïnteresseerd publiek aanspreken, is ronduit indrukwekkend. En weer Claus, inmiddels al zes jaar geleden overleden. Hij stond volgens Coorevits 127 keer op het podium van Behoud de Begeerte, vooral in Saint-Amour, een jaarlijkse ode aan liefde, sensualiteit en begeerte rond Valentijn. Onnavolgbaar met zijn wat hese afstandelijke stem, zijn soms onverwachte klemtonen en aarzelingen alsof hij de woorden ter plaatse uitvond, was hij de lieveling van het publiek en het boegbeeld van de tournees. Ook na zijn dood werd hij niet vergeten: vorig jaar was Saint-Amour aan hem gewijd. De Rolls-Royce van de literaire avonden, zo noemde een krant Behoud de Begeerte. Hiermee is een zekere toon gezet; het zijn niet de jonge honden van letterenland die hier worden losgelaten, maar ongeveer iedereen die iets betekent in de actuele literatuur is in de programmatie te vinden. Je kunt niet alles zijn. | P.B. Behoud de Begeerte 11.10.2014 – 31.12.2014 www.letterenhuis.be Van de Walle: “Ik denk, ervaar en voel in beelden” - 14- TOM VAN DE WALLE KUNS TE N A AR TEGEN DE CO N SU M P TI E C U LTU U R - 15- Van de Walle: “Ik wou niet opnieuw in datzelfde systeem meedraaien” Kunstenaar Tom Van de Walle beheerst als geen ander de kunst van het recycleren en opwaarderen. De grondstoffen voor zijn werk? Alles wat naar de marge werd geduwd, het afval dat door de consumptiecultuur werd uitgespuwd. Met zijn werk bepleit hij bewustwording – ja, zelfs een mentaliteitswijziging. De weg naar die boodschap voerde hem langs de rand van de maatschappij: hij bracht tien jaar door in kraakpanden, en hij liep daarbij ook verloren in zijn eigen hoofd. Vandaag staat hij er weer. Hoog tijd voor een doodeerlijk gesprek, over de engelen en demonen die zijn werk en levenswandel stuurden. Een gesprek zonder taboes, en boordevol tattoos. - 16- Tom ontvangt ons op de eerste verdieping van de hippe winkelruimte in de Antwerpse Kammenstraat, waar een tentoonstelling van hem loopt. En al snel wordt duidelijk dat er tussen die locatie en zijn werk een spanningsveld ontstaat. Want het is net de consumptiecultuur die hij sterk aanklaagt, en dat spreekt ook uit zijn onconventionele levenswandel. In de humaniora koos ik voor beeldende kunst, en studeerde daarna ook even illustratie. Maar dat werkte niet voor mij. Ik belandde een paar jaar in magazijnen en fabrieken – tot ik het er echt niet langer uithield. Ik werd er doodongelukkig van. Dus kocht ik een oude bestelwagen, en ging druiven plukken in Frankrijk. Toen ik terugkwam, wou ik niet opnieuw in datzelfde systeem meedraaien. En toen kraakte ik mijn eerste pand: een oude drukkerij in Duffel. Daar hield Tom open ateliers en expo’s. Hij kreeg er de smaak van het vrije leven te pakken. Zo zwierf hij tien jaar lang van kraakpand naar kraakpand. Recyclart En die levensstijl is onlosmakelijk verbonden met zijn kunstenaarschap. Je ziet het meteen aan de grondstof voor zijn werk: Tom herwaardeert het materiaal dat door de samenleving naar de marge wordt geduwd, het afval dat door de consumptiecultuur werd uitgespuwd. Dat levert veel variatie op: Van de Walle gebruikt collagetechnieken, schildert en bedenkt ook installaties. Zijn schilderdoeken maakt hij vaak zelf, met gevonden materialen. Een paar planken uit een container en een laken van een ziekenhuis of een kussensloop, en je hebt een goedkoop schilderdoek. Of, hij recupereert oude schilderijen, die hij in de kringwinkel voor een euro koopt, en maakt daar nieuw werk op. Ook schildert hij op kastdeuren of houten panelen die hij op straat vindt: een oude raamblind transformeert hij in een drieluik. Tom gebruikt ook vaak sjablonen en spuitbussen – die verwijzen naar de street art context. Bij recenter werk gebruikte hij acryl of latexachtige verven. Als er geld voor is, tenminste. Sommige werken zijn figuratief, anderen abstract. In de schilderijen worden vaak ook andere objecten geïntegreerd. Parkeertickets, inkomtickets van theater, lege pakjes sigaretten, een gebruikshandleiding. Alles doet dienst. Hij vertrekt vaak vanuit een ecologische gedachte en formuleert in veel van zijn werken een aanklacht tegen de consumptiecultuur. Het scherpste voorbeeld daarvan vormen vier in- stallaties in vitrinekasten: verwelkte chrysanten, met daarrond verpakkingsmateriaal van voedingswaren. De massaconsumptiecultuur wordt onze dood. Alleen is dat een traag, sluimerend proces, dat je niet meteen waarneemt. Door de twee direct naast elkaar te plaatsen, krijgt het veel meer zichtbaarheid. Het heeft iets luguber, maar het werkt verhelderend. We staan langer stil bij een houten paneel waarop een engel geschilderd staat, met bloed aan de vleugels, te- - 17- gen een achtergrond van gestencilde doodskoppen. Een zelfportret, klinkt het, dat ik schilderde in een periode dat ik enorm worstelde met mezelf. Hij raakt niet uit zijn woorden, en excuseert zich daarvoor. De doodskoppen zijn de demonen die ik moet bekampen, gaat hij voorzichtig verder. En komen die van binnenin of van buitenaf ? Een beetje van allebei, waarschijnlijk. Verglijdende wereldbeelden Wanneer we ons in het kleine salonnetje in het midden van de ruimte installeren, introduceert Tom zijn vriendin Lisa. Ze schuift het boek dat ze leest – Houellebecq économiste van Bernard Maris – terzijde en stelt zichzelf in het Frans voor. Lisa is parisienne, en luistert mee. Heb jij iets van Houellebecq gelezen? Nee, ik kan me niet lang op tekst concentreren, antwoord Tom. Ik heb een hoog ADHD-gehalte. En staat er tegenover die beperking dan een ander talent? Ik heb ook de diagnose gekregen dat ik visueel hoogbegaafd ben. Tom bekijkt de wereld letterlijk op een andere manier. En dat is niet altijd evident in een cultuur waarin vooral het sequentieel, lineair en analytisch redeneren voorop wordt gesteld. Bij visueel hoogbegaafde personen zijn er andere delen van hersenen die de werkelijkheid regeren: het non-verbale, synthetische, concrete, intuïtieve en holistische staan centraal. Wanneer andere mensen iets voelen, brengen ze dat onder woorden. Ik denk, ervaar en voel in beelden. Wat aarzelend vertelt Tom hoe hij in de tien jaar die hij in kraakpanden doorbracht, verschillende keren werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Het leven in kraakpanden kan intens zijn. Met veel feesten, en veel druggebruik. Een installatie die in de hoek van de tentoonstellingsruimte staat, een straatvuilbak met daarin een stroboscoop gemonteerd, is een werk dat dit aspect goed illustreert. En de dingen die hij onder invloed zag, hebben hem mee gevormd, als kunstenaar, en als mens. Je bekijkt de wereld op manieren die anderen zich niet kunnen voorstellen. Dat kan verrijkend zijn, maar ook verwarrend. Je weet niet meer wat werkelijk is, en wat enkel in je hoofd zit. Ik ben vier keer gecolloqueerd. Ik heb psychoses gehad. En wanneer je in een psychose zit, verlies je het contact met de realiteit. Maar je hebt dat zelf niet door. pen. Tijdens mijn verblijf in de psychiatrie, wanneer gevoelens door medicatie werden afgevlakt en je hele dagen niets andere om handen hebt dan sigaretten roken en koffie drinken, bleef ik daar naar het atelier gaan. Kunst heeft me uit de psychiatrie gehouden. En dan klinkt het uit de hoek van Lisa half lachend, half verontwaardigd: Mais non! Ik heb u gered. Dat ook, geeft Tom toe, maar eigenlijk zou er in de psychiatrie veel meer aandacht moeten zijn voor kunst als alternatieve therapie. Je ziet het ook in de kunstwerken. De ene kant van de ruimte is gevuld met kleurrijk werk dat Tom maakte tijdens zijn ‘resocialisatie’. Aan de ene wand hangt enkel werk uit psychotische periodes. Ce sont des souvenirs tragiques, merkt Lisa op, het zijn tragische herinneringen en het werk is donkerder. Uit die periodes dateren een paar van mijn tattoos die ik zelf zette, met een naald die ik op het uiteinde van een penseel vastmaakte, vult Van de Walle aan. De rechterhand van Tom - die linkshandig is - staat vol, en de tattoo loopt onder zijn mouw door als een sleeve verder naar boven. Zijn lichaam draagt de sporen van een heftige levensstijl. Kunst kan levens redden Vanuit een niet willen – of niet kunnen – conformeren aan de heersende logica in de samenleving, verdwaalde Van de Walle in de marge. En hij liep verloren in zijn eigen hoofd. Die moeilijke periode was ook een bron van creativiteit. Maar Van de Walle romantiseert het niet. Psychologisch, maatschappelijk en sociaal stond hij aan de rand van de afgrond. In de periodes met psychoses vocht hij een gevecht uit met zichzelf. Therapie en medicatie brachten verlichting en zorgden er mee voor dat hij sociaal functioneerde en dat de band met zijn familie weer beter werd. Maar voor Van de Walle zelf, was het vooral de kunst die hem redde. Ook tijdens de diepste psychoses was ik bezig met kunst, en ben ik voorwerpen blijven opra- Van de Walle: “Kunst heeft me uit de psychiatrie gehouden” grondstoffen. Die boodschap is altijd latent aanwezig. Ik ben kunstenaar, geen politicus. Maar ik vind het belangrijk dat mensen stilstaan bij het feit dat elk voorwerp grondstoffen verbruikt en een verhaal heeft. En ook mogelijkheden biedt. Dat idee wordt hoe langer hoe meer opgepikt. Recyclage is hip, en de idee dat dingen een tweede leven kunnen krijgen, sijpelt door naar alle lagen van de samenleving. Tegenwoordig zie je huismoeders uit de middenklasse de deuren van kringwinkels platlopen, en dat was tien jaar geleden nog taboe. Kan kunst dan toch de wereld redden? | Th.A. | Foto’s © Thijs de Lange Intussen huurt Van de Walle samen met zijn vriendin een appartement, waar hij ook een atelier heeft. Maar hij blijft trouw aan zijn gedachtegoed en werkt nog steeds met materialen die hij op straat vindt. Recenter werk focust op het aanklagen van de consumptiecultuur. En dat doet hij vanuit een intuïtief aanvoelen, dat er iets fundamenteel mis is met de manier waarop we omspringen met onze - 18- Tom Van De Walle 10.12.2014 - 01.03.2015 sociaal restaurant De Stroming, Aalmoezeniersstraat, Antwerpen zwaddy.tumblr.com ANTWERP ART WEEKEND Antwerpen is uitgegroeid tot centrum voor hedendaagse kunst. Verspreid over de hele stad vind je galeries, musea, projectruimtes, pop-uptentoonstellingen, kunstplatforms... Hoog tijd dus om deze bijzondere dynamiek te tonen aan een groot publiek én de kunstprofessionals, met een manifestatie voor hedendaagse beeldende kunst in Antwerpen. Het Antwerp Art Weekend is een feit. De eerste editie van dit jaarlijkse evenement duurt vier dagen, van donderdag 29 januari tot en met zondag 1 februari 2015. Nicolas Lamas, BALL, Courtesy of the artists and Meessen De Clercq @ Lokaal 01 - 19- Manifestatie voor hedendaagse beeldende kunst met M HKA, Zeno X Gallery, Extra City Kunsthal, Middelheimmuseum, Tim Van Laere Gallery, Air Antwerpen, MAS, De Zwarte Panter, Mariondecannière, Base-Alpha Gallery, Workplace, FoMu, LLS 387, NK Gallery, Lokaal 01, Objectif Exhibitions, Annette De Keyser, Fifty One, Annie Gentils Gallery, Galerie Van De Weghe, Stilll, L’édition Populaire, Showroom Sint Lucas, Ruimte Morguen, Axel Vervoordt Gallery, Stieglitz 19, Trampoline, Valerie Traan, Geukens & De Vil, G262 Sofie Van De Velde en Ingrid Deuss Gallery … M HKA: Panamarenko Universum BROEDPLAATS VAN DE AVANT-GARDE EEN GREEP UIT HET PROGRAMMA Antwerpen herbergt een breed spectrum aan hedendaagse kunstruimtes: internationaal opererende galeries, musea, residenties, projectruimtes, een kunsthal en pop-up tentoonstellingen. Bekende organisaties als MAS, M HKA, Tim Van Laere Gallery, Middelheimmuseum, Zeno X Gallery, De Zwarte Panter - maar ook plaatsen voor hedendaagse kunst die minder bekend zijn bij een breed publiek nemen deel aan het vierdaagse Antwerp Art Weekend. Samen zetten ze Antwerpen op de kaart als broedplaats van de avant-garde met een kunstwereld die durft af te wijken van platgetreden paden. Antwerp Art Weekend is een handige en interessante manier voor kunstprofessionals en -liefhebbers om kennis te maken met de Antwerpse kunstscene. Nocturnes De collectieve openingsavonden van tentoonstellingsruimtes in en rond het Antwerpse Zuid en in het centrum van de stad groeiden uit tot een klassieker die elke zes weken plaatsvindt. De nocturne van donderdag 29 januari is meteen een mooie opener van het Antwerp Art Weekend. Tijdens dat weekend zijn de galeries trouwens ook open op vrijdag (van 14 tot 18 uur), zaterdag (van 12 tot 18 uur) en op zondag (van 12 tot 18 uur). Borger Deze openingsavonden ontstonden nog niet zo lang geleden en vinden driemaal per jaar plaats in Borgerhout, Zurenborg en Berchem. Je vindt er onder andere Zeno X Gallery, Extra City Kunsthal en Base-Alpha Gallery. Deze Borger-editie gaat speciaal voor Antwerp Art door op vrijdag 30 januari. - 20- Mircea Suciu in Zeno X Gallery G&DV Peter De Meyer The Bumpy Road Lezingen en Artist Talks in het M HKA De galeries sturen hun kunstenaars voor een gesprek en happening, gemodereerd door Johan Tas. Receptie en feest op zaterdag 31 januari: de receptie is voor professionals, alleen op uitnodiging; maar nadien is er een publieksfeest, ingevuld door het HISK uit Gent, dat zijn roots heeft in Antwerpen. Hou het programma in de gaten op antwerpart.be/weekend of de Antwerp Art Facebookpagina. Panamarenko Laboratorium Korte expo in de Lange Zaal van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, als aanvulling op de tentoonstelling Panamarenko Universum in het M HKA (tot 22 februari 2015). Little HISK Kunst van vier ex-HISKers en vier huidige HISK-kunstenaars vult het voormalige poortgebouw van het HISK, tegenover LLS387, de ruimte voor actuele kunst in de Lange Leemstraat 387. The Image Generator Onder de noemer The Image Generator staan er twee performance-avonden op het programma van het Antwerp Art Weekend: in Extra City Kunsthal en Lokaal 01, in samenwerking met een aantal culturele instellingen. Het is een crossover-experiment met o.a. kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven, performancekunstenaar Vaast Colson en drummer Eric Thielemans. Meet & greet Galeries passen hun openingsuren aan en organiseren lezingen van een kunstenaar of een Meet & Greet. | K.G. Antwerp Art Weekend 29.01.2015 - 01.02.2015 www.antwerpart.be - 21- OPINIES N o n- profi torganis at ie s 100% EXPO is te gast bij Lokaal 01. We worden er hartelijk onthaald door Frederik Vergaert. Hoofdredacteur van HART Marc Ruyters en beeldend kunstenaar Kris Fierens zijn gewoontegetrouw van de partij. Ook Lotte De Voeght van Extra City en Win Van den Abbeele van Objectif Exhibitions schuiven mee aan de tafeltjes die nog snel uit het atelier worden gehaald. Een doek er over, een fles wijn op tafel en we zijn klaar voor de volgende ronde OPINIES. andere ruimtes stonden er nog strijkmachines ... Het leek wel of het pand een half uur daarvoor verlaten was. En nu is daar dus een boeiend kunstencentrum, dat nog lang niet gestreken is.” (lacht) Kris zet uitdagend de toon: “Zijn non-profitorganisaties geen naschoolse activiteiten voor pas afgestudeerde kunstenaars?” Marc: “Dankzij non-profitorganisaties kunnen beginnende kunstenaars een aantal jaren werken zonder meteen op zoek te moeten gaan naar een galerie, commercieel te moeten denken of in een bepaald marktconformisme te moeten passen.” Lotte: “Extra City maakt zowel thematische als solotentoonstellingen en heeft daarbij ook aandacht voor de creatie en presentatie van nieuw werk.” Win: “Objectif is een vangnet voor kunstenaars die elders geen kansen krijgen. Dat kunnen jonge mensen zijn, Marc: “Waar hebben we het vandaag over?” Kris: “Over non-profitorganisaties.” Marc (mijmerend): “Wist je dat Extra City is gevestigd in Berchem waar de oude wasserij Goossens was? Wij bezochten dat gebouw kort na het faillissement. In de kamer van de directeur stond nog een asbak vol sigaren, met nog een sigaar in die maar half opgerookt was. In Iza Tarasewicz, The Means, the Milieu - 22- Iza Tarasewicz, The Means, the Milieu of topkunstenaars die op hun oude dag de retrospectieve moeten krijgen die ze verdienen, of kunstenaars met werk dat niet marktconform is en voor wie in het galeriewezen geen plek is.” Marc: “BAM, Instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst, overhandigde dit najaar een beleidsnota aan de nieuwe minister van cultuur Sven Gatz. Daarin staat dat de helft van de kunstenaars onverkoopbaar werk maakt. Het zijn precies die mensen die bij non-profitorganisaties onderdak moeten krijgen, want er is nood aan hun discours.” Kris: “Tinka Pittoors, mijn lief, bouwde hier bij Lokaal 01 jaren geleden haar eerste grote installatie. Ze kreeg daarvoor het nodige budget, de mogelijkheid om te overnachten en de kans om even weg te zijn van de dagelijkse rompslomp. Dat gaf haar een enorme boost. Het is waardevol voor jonge kunstenaars dat ze een duwtje in de rug krijgen en een context om in te werken.” Frederik: “Lokaal 01 is een transitruimte. We zijn overbevraagd. We werken met open calls. Er zijn op dit moment meer dan 100 waardevolle aanvragen weerhouden. Die komen vanuit heel de wereld. Mensen maken trouwens steeds meer werk van hun aanvraag. De dossiers zijn goed onderbouwd en er zitten mooie foto’s bij. Wij vragen nu om een specifiek plan te schrijven voor onze de ruimte. Als mensen een template inzenden van de Amsterdamse Rijksakademie van beeldende kunsten, die zich ook richt op het ontwikkelen van talent in de beeldende kunsten, dan weten we al dat het niet interessant is voor ons.” Win: “Objectif is geen receptieve instelling. We werken op basis van de artistieke visie van de directeur die kiest met wie hij wil samenwerken.” Frederik: “Lokaal 01 zal nog het meest aanleunen bij een werkplaats.” Lotte: “Extra City is vooral een toonplek. Rond de tentoonstellingen breien we vaak een discursief programma zodat de toeschouwer het werk ook in een theoretische context kan plaatsen.” Win: “Ook bij Objectif ligt het accent op tonen. De laatste acht jaar presenteerden we vooral one man shows. Een kunstenaar maakt dan meestal een nieuwe productie die we aan het publiek presenteren. Er komt een vrij groot publiek kijken maar wel een gespecialiseerd publiek. Dat komt voort uit onze functie. Budgetsystemen koppelen aan de bezoekerscijfers zou fout zijn.” Kris: “Dramatisch!” Win: “Neen, niet dramatisch. Gewoon dom.” Frederik: “Ik vind het moeilijk om in elk dossier, telkens weer, te moeten uitleggen waarom het zo belangrijk is dat er platformen zijn voor jonge kunstenaars. Ik ben al bang voor de volgende subsidieronde van de Vlaamse Gemeenschap want ook kleinere organisaties zullen weer minder toelages krijgen. Ik sleutel nu ook aan Europese projecten om toch aan een toekomst te kunnen bouwen.” Win: “Sven Gatz is een verstandige minister. Toch ben ik erg pessimistisch. Als hij zegt snoeien om te groeien, denk ik, het zal wel de kleintjes snoeien om de groten te doen groeien worden.” Win: “Dat kreupelhout is de diversiteit. En dat is men aan ’t wegknippen” Kris: “We hebben dat kreupelhout en die wildgroei nochtans nodig!” Win: “Dat kreupelhout is de diversiteit. En dat is men aan ’t wegknippen.” Niet grappig Kris: “Is een non-profitorganisatie dan een werkplaats?” Marc (grinnikt): “In een werkplaats wordt gewerkt.” Iza Tarasewicz, The Means, the Milieu 08.11.2014 - 20.12.2014 Erik Thys, Golem Garage 08.11.2014 - 20.12.2014 www.objectif-exhibitions.org Erik Thys, Golem Garage - 23- Frederik: “Op het overleg van de kunstenorganisaties hebben we nagedacht over hoe we hier op kunnen reageren. We zijn er niet uitgekomen. We zouden rigoureus naar de Raad van State kunnen stappen en de regering aanklagen wegens wanbestuur. Maar dan steek je een mes in je eigen rug.” Win: “Daar is trouwens ook geen juridische basis voor want in de wet staat dat alle afspraken binnen de beschikbare middelen zijn. Eerlijk gezegd: we vechten tegen de tijdsgeest en tegen de verrechtsing.” mogelijk overlevingsmodel. Anders wordt kunst commercieel.” Marc: “Dan moet wel heel ons fiscaal systeem aangepast worden.” Win: “Maar het is een alternatief, een parallel financieringssysteem, maar dan binnen een andere wereld.” Iedereen: “En dat is een wereld waar wij niet in willen leven.” Verkopen non-profitorganisaties kunst? Iedereen: “Neen!” Kris: “Dat is nu net het verschil met een galerie.” Marc: “Musea verkopen ook niet. Het verschil tussen een non-profitorganisatie en een museum is dat musea eigen collecties hebben. Verzamelen, beheren, ontsluiten voor het publiek en bestuderen, dat zijn de vier grote functies van een museum.” Frederik: “In het buitenland zijn er nochtans wel voorbeelden van non-profitorganisaties die telkens een schenking van de artiest vragen.” Win: “We spraken tot nog toe enkel over gesubsidieerde non-profits. Maar er zijn ook niet gesubsidieerde non-profits die op andere manieren moeten overleven. En er zijn ook individuele collectioneurs die een foundation oprichten. In principe zijn dat ook non-profits.” Marc: “Het echte probleem is dat de grote meerderheid van de mensen van ons selfies-tijdperk daar niet van wakker ligt” Marc: “Denk aan de econoom Paul De Grauwe die vindt dat het volk moet beoordelen wie subsidies krijgt. Voor hem is publieksaanwezigheid de maatstaf. Die tijdsgeest is geworteld in het Angelsaksische denksysteem. Heel de Europese Gemeenschap evolueert in die richting en er is geen weg terug. Maar het echte probleem is dat de grote meerderheid van de mensen van ons selfies-tijdperk daar niet van wakker ligt.” Win: “Er zal niet minder cultuur zijn, maar het aanbod zal een andere vorm en inhoud hebben. In het ultra liberale Amerika van de jaren ’50 creëerden de universiteiten kunstruimtes waar vrij extreme non-profitactiviteiten plaatsvonden. Zo ontstond conceptuele kunst in het gesubsidieerde circuit van het Black Mountain College. Waren die kunstruimtes er niet geweest dan hadden we vandaag dat soort kunst niet gekend. Misschien is dat een Werken non-profits met galeries samen? Iedereen: “Ja!” Lotte: “Wij werken samen met de galeries van de kunstenaars die bij ons tentoonstellen. Soms halen we er gewoon werken op maar evengoed betalen de galeries een stukje mee. Of als zij een werk verkopen dat in coproductie werd gecreëerd, betalen zij de productiekost terug. Het is voor iedere kunstenaar anders.” Frederik: “Veel galeries hebben een fout beeld van de non-profitsector. Ze zouden ons voor hun kar kunnen - 24- spannen en kunnen gebruiken als plek waar interessante kunstenaars ontdekt kunnen worden. Gelukkig gebeurt dat steeds meer. Vroeger organiseerden we ook gesprekken met galeristen en kunstenaars die hier aan het werk waren. Of soms benader ik zelf galeries om bepaalde kunstenaars voor te stellen. Dat is opnieuw die transitfunctie.” Marc: “Die nomadische curatoren hebben te weinig oog voor de werking van de organisatie en de lokale inbedding. Die mannen werken vooral met hun eigen internationale curatorennetwerk en bijbehorende kunstenaars.” Win: “Daar ben ik het echt niet mee eens! De curatoren met wie Objectif werkt, laten steeds een deel van hun knowhow en netwerk achter. Elke directeur die ooit bij Objectif werkte, maakt nog altijd deel uit van de werking. Sommigen op bijna dagelijkse basis. Op die manier ontwikkelden wij een schaal die ook lokaal is ingebed.” Zoek samen het verschil Marc: “Non-profitorganisaties hebben ieder hun eigen politiek. Het is niet zo dat iedere jonge kunstenaar er kan binnenstappen en zeggen Ik kom hier een tentoonstelling bouwen.” Lotte: “Objectif en Extra City verschillen in hun artistieke keuzes en in schaalgrootte. De missie om kunstenaars die een belangrijke praktijk hebben zichtbaarheid geven is dezelfde.” Marc: “Voor mij is het grote verschil dat Objectif zich op curatoren richt en Extra City meer met individuele kunstenaars werkt. “ Win: “Daar kan ik me in vinden. We werken met verschillende curatoren samen en het is een bewuste keuze om minstens om de vier jaar van directeur te wisselen. Zo krijgen we steeds nieuwe input en nieuwe netwerken die we dan met elkaar verbinden.” Lotte: “Het zal ook afhankelijk zijn van wie die curator is. Mihnea Mircan, onze huidige curator, wil samenwerken met NICC, AIR, Studio Start, universiteiten, hogescholen en andere lokale partners precies omdat zij meer voeling hebben met de lokale kunstscene.” Win: “Dat is wat ik bedoel met schaalgrootte. Non-profits moeten ook nieuwe trends introduceren en mensen leren kijken of gewoon uitdagen met dingen die ze niet kennen. Er zijn veel persoonlijke contacten met zowel kunstenaars als curatoren die een vrij hecht netwerk vormen. Dat is echter nog niet geformaliseerd. Wij willen de komende jaren een georganiseerd internationaal netwerk uitbouwen.” Frederik: “Wij werken ook aan een dergelijk concept dat al redelijk concreet is. We willen kunstacademies en non-profitorganisaties met elkaar verbinden. We moeten afspreken!” Win: “Absoluut! Lotte: “Mihnea Mircan, onze huidige curator, wil samenwerken met NICC, AIR, Studio Start en andere lokale partners precies omdat zij meer voeling hebben met de lokale kunstscene.” Potgrond Marc: “Het oude kunstendecreet, dat in voege ging in 2004, voorzag voor het eerst werkingsmiddelen voor non-profitplekken. Daarvoor was er in Vlaanderen geen sprake van Netwerk Aalst, Extra City of Lokaal 01.” Frederik: “Voor Lokaal 01 was dit de reden om een Allegory of the Cave Painting. The Other Way Around 26.10.2014 - 29.03.2015 Braempaviljoen, Middelheimmuseum, Antwerpen The Image Generator 29.01.2015 - 01.02.2015 Antwerp Art Weekend www.extracitykunsthal.org - 25- Vincent Meessen, La cailloise, mixed media (2014) konijn konijn konijn konijn konijn konijn konijn konijn konijn Audrey Cottin Operating Theatre VII 12.12.2014 - 14.12.2014 Occupy Lokaal 01 part 3 sm Arts University Bournemouth 09.01.2015 Nicolas Lamas Publiek gesprek: 19.02.2015 Expo: 27-28.02, 01.03.2015 www.lokaal01.be Audrey Cottin, O.perating T.heatre VII, Courtesy of the artists and Galerie Tatjana Pieters @ Lokaal 01 - 26- rechtspersoon te worden.” Win: “Dankzij het kunstendecreet kunnen we kunstenaars beschermen en ze buiten het neoliberale systeem hun werk laten ontwikkelen.” Lotte: “Extra City wordt met 400.000 euro betoelaagd.” Win: “Objectif Exhibitions heeft de helft hiervan.” Frederik: “En wij nog een keer een vierde hiervan.” Win: “Daar betaal je personeel en huisvesting mee.” Kris: “Hebben jullie extra inkomsten?” Win: “Volgens het kunstendecreet zijn we verplicht om 5% eigen inkomsten te hebben. Die inkomsten komen meestal van andere, meestal buitenlandse, non-profits: als een Nederlander exposeert krijg je geld van het Mondriaan Fonds, voor een Duitse kunstenaar van het Goethe-Institut en voor een Scandinaviër van het Office for Contemporary Art.” Kris: “Uiteindelijk is dat allemaal overheidsgeld.” Win: “Om privésponsoring te werven moet je minstens de schaal van Wiels, Centrum voor Hedendaagse Kunst in Brussel hebben. Die hebben een mooie return te bieden. Als Objectif een sponsordiner zou willen organiseren en kapstokken moet gaan huren, zijn de extra inkomsten al weg.” ve kunstruimtes zoals Club Moral, Cintric, Montevide en Ruimte Morguen. Er zijn duizenden dingen gebeurd daarna. Die kleine non-profitorganisaties zijn de humus. Je begint in Lokaal 01 en misschien eindig je wel in het MoMa in New York. Maar niet omgekeerd.” Kris (lacht): “Dat zou pijnlijk zijn!” Kris: “Een maatschappij moet blijven investeren in haar intellectueel en artistiek kapitaal!” Klein maar dapper Frederik: “Lokaal 01 startte in Breda omdat een aantal kunstenaars hun eigen werk wilden tentoonstellen.” Marc: : “Er waren ooit drie presentaties van Placenta in de oude gebouwen van Den Bell in Antwerpen. Die groep bestond uit kunstenaars die samen afstudeerden van de Koninklijke Academie voor Schone K unsten: Tom Liekens, Nadia Naveau, Anton Cleiren, Bart Van Dyck … Ze organiseerden die tentoonstelling zonder een euro. Nadien hebben zij geknokt, zowel via de galeries als via de non-profitorganisaties. Als kunstenaars zelf iets opbouwen kan dat ook wel tot iets leiden.” Win: “Op dat punt blijf ik heel optimistisch. Je krijgt cultuur niet weg. Zelfs als men alle subsidies afschaft zullen jonge kunstenaars nog altijd terugvechten.” Marc: “De socioloog Pascal Gielen vindt dat de kunsten vanuit een onafhankelijke positie zouden moeten gaan werken.” Kris: “Maar rekent het beleid daar nu net niet op? Dan hoeven ze hun verantwoordelijkheid helemaal niet meer te nemen. Een maatschappij moet blijven investeren in haar intellectueel en artistiek kapitaal!” | A.K. Frederik: “Besparen zal vooral leiden naar minder productie” n Kris: “De toekomst ziet er niet rooskleurig uit. Als het beleid straks gaat snoeien en ons aanraadt om privégelden te zoeken …” Lotte: “Dat is nu al aan de hand.” Win: “Bij onze organisaties valt niets meer te beknibbelen. Wij zijn allemaal onderbetaald en doen met minimale middelen het maximale. Besparen zal geen afromen zijn, maar afknippen. Puur verlies dus.” Frederik: “Besparen zal vooral leiden naar minder productie.” Win: “Onze curatoren zijn zich bewust van de maatschappelijke context waarin ze werken en reageren hierop met de artistieke keuzes die ze maken. Het symposium Circular Facts dat Mai Abu El Dahab organiseerde ging daar over. De kern van haar betoog is dat de kleine gesubsidieerde instellingen verzetshaarden tegen de neoliberale marktstructuur moeten zijn.” Marc: “Je kan geen grote organisaties hebben zonder een basis die gedurende decennia is opgebouwd door kleinere organisaties. Als de tentoonstelling van Borremans in Bozar in Brussel 170.000 bezoekers over de vloer krijgt, dan is dat omdat er in Vlaanderen gedurende 30 jaar een schilderkunst is ontwikkeld die groeide vanuit alternatie- - 27- PAPEGAAI Naar aanleiding van de schitterende restauratie van het schilderij Heilige familie met papegaai van Peter Paul Rubens (K.M.S.K.A.) dat in het Rockoxhuis een ereplaats heeft, krijgt u een blik op de papegaai in de beeldende kunst in de zestiende en zeventiende eeuw. Zijn verenpracht was een lust voor het oog en tegelijkertijd een bron van inspiratie voor heel wat kunstenaars. Schoonheid, wijsheid, maagdelijkheid, verscheidenheid, minnaar … zijn maar enkele van de vele predicaten die hem toegedicht werden. Naast Rubens zijn Savery, Fijt, Jordaens, de Heem, Dürer, Schongauer en andere kunstenaars met hun interpretatie van de papegaai op de tentoonstelling vertegenwoordigd. - 28- - 30- Papegaai. ’t Cierlijk schoon van haare veeren 08.11.2014-22.02.2015 www.rockoxhuis.be en www.kmska.be - 31- 1 2 My Name is Artist Jong talent in de kijker in Art Center Hugo Voeten Zeventien hedendaagse kunstenaars uit verschillende Europese landen, met nadruk op de Balkan, een stem geven is een interessante nieuwe stap voor het Art Center Hugo Voeten. De expo My Name is Artist wil een ontmoetingsplek voor gelijkgestemde geesten zijn. Daarmee gooit het kunstencentrum aan het Kempisch Kanaal in Herentals resoluut de deuren open. Curator van deze expo met 35 werken is kunsthistorica Vessela Nozharova (°1974), eerder ook co-curator van het Bulgaarse paviljoen tijdens de architectuurbiënnale van Venetië. Ze stelt in lijn met de belangstelling van kunstkenner en mecenas Hugo Voeten een erg persoonlijke collectie voor, die diep graaft in de ziel van een nieuwe generatie kunstenaars. De Next Step Generation, noemt 3 Kunst heeft in de Balkan nog een veel sterkere politieke en maatschappij kritische inslag 4 Nozharova hen, een generatie op zoek naar een eigen identiteit. En naar een stem, in een maatschappij waarin enkel wie in een mediaformat past op aandacht mag rekenen. My Name is Artist wil een tegengewicht bieden door kunstenaars via hun werk de vraag te laten stellen welke plaats ze voor zichzelf zien in de oceaan van creativiteit die de kunstwereld is. Nozharova experimenteert daarbij met voor het merendeel jonge, hedendaagse kunstenaars die passen in de culturele tradities van hun thuisland, maar tegelijk in hun thema’s en technieken een universele taal spreken. Hun werk is actueel – de ecologische impact van de mens, urbane landschappen, liefde en seks – en vaak sterk autobiografisch. Tegelijk contrasteren ze met hun eigen hedendaagsheid door hun traditionele beeldtalen: olie op canvas en grafisch werk. - 32- De Balkan is een broedplaats voor eigenzinnige kunstenaars met een open blik op de wereld 1. Maria Chakarova, Composition in blue 2. Konstantin Kostov, Alone figure (after Francis Bacon) 2012 3. Inge Cornil, Sergio Toral still S2°6’5” W79°59’30” 4. Ivo Bistrichki, Mutations - Red deep (Cervus elaphus) (2011) 5. Teodora Axente, Descent 2014 voor ecologie in zijn bevreemdende digitale, industrieel aandoende reeks prenten Wastewater Treatment Plants uit 2013. Uit het werk van Kalia Kalacheva (°1986) spreekt het isolement van het individu. Haar Hopperiaans kleurrijke maar toch desolate stadslandschappen vallen op door harde neon- en kunstlichteffecten in verlaten metrostations, glazen torens, gangen en trappen. Steriel en statisch, maar ook brutaal in zijn eenzaamheid en soms zelfs grappig, zoals in Cleaning uit 2014. Interessante schilderkunst die een brug slaat naar de verschillende achtergronden en tradities van de aanwezige kunstenaars en daarbij toch de eigen culturele achtergrond niet verloochent, is van de jonge Roemeense Teodora Axente (°1984). Ze is een van de boeiendste kunstenaars op ‘My Name is Artist’, met haar inhoudelijk en picturaal sterke olieverfschilderijen. Op het eerste gezicht klassieke portretschilderkunst stuurt ze een prikkelende richting uit met werken als ‘Vanity Game’ (2013) en ‘Descent’ (2014). Axente woont en werkt in het Centraal-Roemeense Cluj en behoort er tot de kunstenaars van de momenteel erg hippe ‘Fabrica de Pensule’, een collectieve ruimte voor hedendaagse kunst. Roemenië kent een veel sterkere collectieve kunstenaarscultuur dan Bulgarije, waar kunstenaars traditioneel erg individualistisch en bij voorkeur met eigen middelen werken om overheidsbemoeienissen zoveel mogelijk te beperken. Er is ook plaats voor werk van eigen bodem op My Name is Artist, met de Antwerpse kunstenares Inge Cornil (°1977) die ook al rond ecologische thema’s werkt: afvalbergen die terug opgeslorpt worden door de natuur, als tatoeages gedrukt in het landschap. 5 Bruegel op video Hedendaagse kunst uit de Balkan is bij ons nauwelijks bekend. Onterecht, want door de woelige maatschappelijke veranderingen die er plaatsvonden (en vinden), is het een broedplaats voor eigenzinnige kunstenaars met een open blik op de wereld. Kunst heeft er ook nog een veel sterkere politieke en maatschappijkritische inslag. Dankzij de sterke band die verzamelaar Hugo Voeten heeft met Bulgarije – hij is gehuwd met een Bulgaarse en eigenaar van de op één na grootste collectie kunst uit het Balkanland – is hedendaagse kunst uit dat land dan ook ruim vertegenwoordigd op My Name is Artist. Ivo Bistrichki (°1971) werkt rond natuur en milieuproblematiek. Mutations – Red Deep (Cervus elaphus) uit 2011 verwijst onheilspellend naar een kwarteeuw milieuschade door de kernramp in Tsjernobyl. Ook Kamen Startchev (°1971) toont zijn fascinatie Het plezier van het ontdekken My Name is Artist wil belangstelling en steun creëren voor een nieuwe en weinig bekende generatie kunstenaars, en hen vooral een platform bieden. Een next step voor henzelf dus, maar ook voor Art Center Hugo Voeten, benadrukt Vessela Nosharova. De artistieke keuzes – waaronder deze nieuwe expo – weerspiegelen ex-zakenman Hugo Voetens persoonlijke bewondering voor kunstenaars, plezier om nieuwe ontdekkingen te doen en die te delen met het publiek. Precies de richting die dit opmerkelijke, maar tot nog toe niet echt laagdrempelige kunstencentrum uit wil. Welkom in Herentals dus: de boodschap kon niet duidelijker zijn. | W.D.H. My Name is Artist 28.11.2014-30.01.2015 www.artcenter.hugovoeten.org - 33- Arocha Schraenen De Venezolaanse Carla Arocha (°1961) werkt al tien jaar samen met Stéphane Schraenen (°1971). In die periode bouwden ze een oeuvre op rond de waarneming zelf. Momenteel loopt hun expo Persiana in Mechelen, waarbij Arocha & Schraenen een ensemble van hun sleutelwerken bijeen brachten in een nieuwe constellatie, aangepast aan de tentoonstellingsruimte. Hilde van Canneyt interviewt het kunstenaarsduo. waren we vaak samen in Antwerpen en wisselden we ideeën uit, tot op het punt dat we samen aan het maken van werken begonnen te denken.” Carla, je bent afkomstig uit Venezuela waar je een wetenschappelijke opleiding als biologe hebt genoten. Hoe ben je in contact gekomen met beeldende kunst? Carla Arocha: “Mijn familie was enorm in kunst geïnteresseerd. Bovendien heeft Venezuela een rijke erfenis aan moderne en hedendaagse kunst met Jesús Rafael Soto, Carlos Cruz-Diez en Alejandro Otero, om er maar enkelen te noemen.” Hoe ben je - via Chicago - in België beland? Arocha: “Ik ontmoette Luc Tuymans in Chicago, net voor zijn tentoonstelling in The Renaissance Society. Vier jaar later ben ik naar Antwerpen verhuisd en zijn we getrouwd; dat was in 1999.” Stéphane, jij hebt eerst communicatiemanagement gestudeerd en bent daarna naar de Academie van Antwerpen getrokken. Kom je uit een kunstminnend nest? Stéphane Schraenen: “Ik ben als het ware in een galerie geboren. Eind jaren ‘60 en begin jaren ‘70, baatten mijn ouders Galerie Contact uit in Antwerpen. Op de Academie koos ik voor Grafische Vormgeving, maar daar ben ik een beetje teleurgesteld uitgekomen. In plaats van in die richting verder te gaan, ben ik beginnen werken voor kunstenaars als Guillaume Bijl, Boy & Erik Stappaerts en Joëlle Tuerlinckx.” Waar en wanneer hebben Carla en jij elkaar ontmoet? Schraenen: “Ik was in die tijd vooral met productiewerk voor galeries en kunstenaars bezig, en werkte onder meer voor het NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum), een belangenvereniging voor beeldende kunstenaars. Op een dag moest ik een werk voor Carla Arocha opstellen. Haar man, Luc Tuymans, liep er ook rond, en zo zijn we met elkaar in contact gekomen… “ … en begon jij haar spontaan te adviseren… Schraenen: “In 2006 had Carla een overzichtstentoonstelling in de Kunsthalle Bern, en vroeg ze mij om de productie te doen van een aantal werken. Arocha: Voor de tentoonstelling DIRT die Philippe Pirotte en Jesús Fuenmayor cureerden in Bern, hielp Stéphane me ook bij de opstelling en de scenografie. Daarna Stéphane, wat sprak jou aan in Carla’s werk? Schraenen: “Ik denk dat er conceptueel en esthetisch een paar raakvlakken zijn. Carla is misschien meer verbonden met de Latijns-Amerikaanse op-art, maar er is hier een parallelle beweging geweest waar ik zelf ook mee bezig was. In de tien jaar tussen de Academie en het moment dat ik met Carla begon samen te werken, heb ik geregeld voor de decors of regie van films gezorgd. Daar kwam mijn gevoel voor het kinetische uit voort: een gevoel voor het verloop van de dingen, als een soort subnarratief. Ik denk dat die twee dingen samen ervoor zorgen dat wij werken zoals wij nu werken.” Carla, in 2005 deed je een collectie-interventie in het M HKA. Een aantal uitgestrekte wandoppervlakken in de tentoonstellingsruimtes werden toen beschilderd met atmosferische kleurvelden, die de ervaring van zowel de museumruimte als van de getoonde werken beïnvloedden. Dit onder de titel LUZ, Spaans voor ‘licht’. Arocha: “In die interventie was ook een lichtinstallatie. Het basiselement van deze installatie was ‘lichtbreking’. De refractie van lichtstralen in vele prisma’s zorgde voor het licht- en kleurenspel. Doorheen de tentoonstellingsruimtes liepen lange kleurbanden. Deze combinaties komen uit een boek voor interieurdecoratie en kleurencombinaties, die volgens dat boek emoties en gemoedstoestanden zouden oproepen. Een soort visueel woordspel: “I see the light.” Hoe gaan jullie te werk? Ieder in zijn eigen atelier en dan dingen samenbrengen, of een paar dagen per week samenkomen? Of…? Schraenen: “Na die tentoonstelling in Bern, waar we de ganse tijd hadden samengewerkt, werd Carla in 2005 gevraagd in het FRAC Auvergne, in Clermont-Ferrand. We wandelden er samen rond, en op 20 minuten tijd was de hele tentoonstelling gekristalliseerd. We hadden als het ware al vastgelegd hoe we de toeschouwer wilden choreograferen, wat waar zou komen, en hoe de bezoeker er zou moeten rondlopen. Toen we terugkwamen, hebben we samen de expo uitgetekend en zo zijn we beginnen samenwerken. Hoewel officieel haar naam op die tentoonstelling plakte, was het eigenlijk een tentoonstelling van ons tweeën. Buiten Carla’s taal zag je al heel duidelijk dingen die niet anders hadden kunnen ontstaan dan door ons beiden. De hele tentoonstelling was gebaseerd op een foto van Chris Farley, een stand-upcomedian die net aan een overdosis was overleden. Sindsdien hebben we een praktijk van 24 uur op 24. De meeste van onze ideeën - 35- ontstaan tijdens conversaties op onze reizen. Daaruit vloeien dan ideeën en schetsen. Het is niet zo dat ik vanavond thuis aan mijn pc schetsjes zit te maken. Ik heb meer het idee dat we niet ergens van vertrekken, maar dat wij ergens aankomen. Ons werk is de aankomst. Er is geen duidelijke lijn. Plots komt alles samen en klopt het. ‘Ons atelier’ is gewoon ‘waar wij zijn’. Dat kan in de trein zijn of op café, om twee uur ’s nachts of twee uur ’s middags. We hebben geen gestructureerde aanpak, maar je kan uit de chaos ook structuur destilleren. Al voel je na tien jaar wel dat er een natuurlijke lijn zit in hoe we te werk gaan.” Veelgebruikte materialen zijn spiegels, metaal en leder. Daarmee voeren jullie een onderzoek naar vorm, kleur, ruimte en illusoire ruimte, bewegingseffecten en optische complexiteit. Arocha: “Het materiaal, en alle andere fysieke componenten zijn specifiek gekozen voor wat we willen zeggen. We kiezen datgene wat voor ons het best de lading dekt. Schraenen: Veel mensen zeggen dat we meestal met plexi of spiegels werken, maar wij werken evengoed met tekeningen, schilderijen, marmer, hout, karton, kristal, enzovoort. Afhankelijk van waar het werk over gaat, zoeken we er het juiste materiaal voor. Het materiaal is niet ons vertrekpunt. We zouden evengoed met kauwgum kunnen werken, als dat noodzakelijk zou zijn om iets duidelijk te maken.” Ik was onder de indruk toen ik al het werk op jullie website zag. Ik houd van jullie stijl, maar het blijft niettemin ‘koel’ werk, op het randje van design soms. Bewust? Schraenen: “Dat is jouw interpretatie, Hilde. Heb je al veel werk van ons in het écht gezien? Ons werk op het internet of op een foto zien is heel bedrieglijk. Omdat het gaat over wat er gebeurt tussen jou en de ruimte. Het is niet interactief in de zin dat je je schoenen moet uitdoen of zo, je moet vooral iets doen tussen je ogen en je hersenen: het mentale en het retinale. Hoe interageren de werken onderling, en hoe sta je daar zelf tussen? Net zoals je dat met filmbeelden kan hebben, edit je als toeschouwer ook zelf de show.” - 36- Voor elke sculptuur vertrekken jullie van de ruimte. Het is een onderzoek naar de uitwerking van de ruimte en de sculptuur op het publiek. Arocha: “Het is de tentoonstellingsruimte die de mentale ruimte samenhoudt.” Schraenen: “Bij het maken van een tentoonstelling bekijken we eerst de ruimte, en dan zien we hoe we met bestaand werk of door nieuw werk te creëren, ons die ruimte eigen kunnen maken. In het geval van Mechelen hebben we er niet voor gekozen om een aantal tentoonstellingen uit het verleden te hercreëren, maar wel om de autonomie van de werken te laten functioneren met bijvoorbeeld werk van tien jaar eerder uit een volledig andere expo. Onze tentoonstelling probeert nieuwe connecties te maken tussen al die werken. De werken zijn wel autonoom, maar maken deel uit van een geheel. Na die initiële tentoonstelling verkrijgen de werken pas echt hun autonomie.” Persiana, de titel van jullie expo, verwijst naar, rolgordijnen. Je kan het interpreteren als inside versus outside, las ik. Schraenen: “Persiana is het eerste werk dat we samen maakten en we toonden het voor het eerst in Galerie Koraalberg. De titel kan ook een tipje van de sluier oplichten en een overkoepelend idee geven over onze praktijk en hoe deze tentoonstelling functioneert. Wat zie je? En ga je als bezoeker/kijker verder kijken dan wat er te zien is? Arocha: De titel is ook een allusie op het uitlokken van speculatieve gedachten.” Waarom het cultuurcentrum in Mechelen? Schraenen: “Ik vind het interessante ruimtes, en ik wist dat de samenwerking met directeur Koen Leemans fijn zou zijn. Ook omdat we - na lang niets in België te hebben getoond - dit overzicht konden brengen. We kregen ook de kans om in De Garage een kleine groepstentoonstelling samen te stellen. Onder de titel Threshold maken we een expo met Dennis Tyfus, Peter Fengler, Josef Albers en Pieter Vermeersch, Pavel Büchler en Alain Franco. We tonen er ook een nieuw werk.” In de perstekst over jullie nieuwe expo in Mechelen, las ik dat het tien jaar van jullie gezamenlijke praktijk markeert. - 37- Schraenen: “Als wij niet hadden samengewerkt, hadden wij elkaar tegengewerkt” Het brengt een ensemble van sleutelwerken samen in een nieuwe constellatie. ‘Waarneming’ is het kernwoord van jullie artistieke aandacht. Ik las ook dat jullie ons willen laten binnentreden en dialogeren in een complexe wereld van optische experimenten. Visueel lijkt het op het eerste gezicht abstract en minimaal. Jullie geven de bezoekers een inkijk in het verleden en in de toekomst. Sowieso is er ook een link met de kunstgeschiedenis. Schraenen: “Het is aan kunstcritici om zich daarover uit te spreken. En natuurlijk hebben we affiniteit met de kunstgeschiedenis en andere kunstenaars, maar niet in een competitie. Eerder in een verderzetting en een multipliciteit. Wij kunnen ook maar bestaan doordat er andere dingen zijn.” Maar jullie streven naar méér dan alleen visuele schoonheid. Willen jullie ons iets doen inzien? Want ook de vormen, kleuren en materialen kies je niet zomaar… Arocha: “Er is een analytisch proces dat aan elke beslissing voorafgaat.” Hoe hebben jullie de publicatie bij de expo aangepakt? Arocha: “De publicatie geeft een inkijk in onze manier van werken. Alle beelden in de catalogus zijn computersimulaties die we samen met Pieter Maes maakten. Computersimulaties maken intrinsiek deel uit van ons productieproces. We wilden dat deze publicatie exclusief over deze tentoonstelling zou gaan.” Carla, wat is voor jou het grote verschil tussen de Belgische en de Venezolaanse kunstscene of -mentaliteit? Arocha: “Elke kunstscene is verschillend. Ik ben beide erg dankbaar. Venezuela gaat door erg moeilijke tijden, maar er is toch nog stamina om door te gaan en tentoonstellingen te organiseren, ondanks het ondemocratische systeem. België is erg genereus geweest voor mij. En laat ons ook niet vergeten dat ik in de Verenigde Staten een platform kreeg om mijn carrière te starten.” Hoe maken jullie trouwens het verschil? In welke zin zijn jullie ‘sterker’ dan andere kunstenaars? Schraenen: “Sterker? Perseverance! Of wij ons beter voelen dan iemand anders? Uiteraard! (lacht) Neen, neen... De beste zijn? Dat soort competitie vind ik heel vreemd. Je kan alleen maar iets bijbrengen aan anderen, als andere mensen ook iets doen. Er moet multiplicatie zijn, dat hangt allemaal samen. Het gaat over een visie doorgeven. Wij zeggen soms voor de grap - al is het niet grappig: “Als wij niet hadden samengewerkt, hadden wij elkaar tegengewerkt.”“If you can’t beat them, join them.” (lacht) Misschien was er dan wel competitie geweest. Ik ken heel weinig werk dat functioneert zoals het onze.” Bij jullie voel ik niet de ‘Weltschmerz’ die ik bij andere wel kunstenaars voel. Met zijn tweeën zal het dan ook wel leuker zijn. Schraenen: “Neen, geen Weltschmerz. Maar ik kan me niet meer goed inbeelden hoe het daarvoor was, omdat ik de laatste tien jaar zo heb gewerkt.” Maar je ziet jezelf niet in je uppie in een atelier zitten knoeien? Schraenen: “Neen. Daarom heb ik veel respect voor en een hang naar werken met cinema. Film kan je ook niet alleen maken. Iedereen kent daar zijn plaats en weet wat hij juist komt doen.” Als jullie er nog een paar kunstenaars konden ‘bijnemen’, voor wie zouden jullie dan kiezen? Schraenen: “We hebben er al grappend over nagedacht om alle nabestaanden van artiestenduo’s op te vangen. Arocha: Ja, Peter Fischli mag zeker langskomen…” Waarvoor hebben jullie geen talent? Schraenen: “Voor huishoudelijke taken.” Arocha: “Same here!” Maar jullie delen tafel en bed toch niet? Schraenen: “Toch weten we dat van elkaar na tien jaar samenwerken.” (lacht) Is er een aan/uitknop? Wat doen jullie als jullie niet met de praktijk bezig zijn? Schraenen: “Als tegenwicht? Zoals Sam Dillemans graag op een boksbal slaat? Roken en drinken? (lacht) Arocha: Neen, shoppen!” (lacht) | H.V.C. Foto’s © Artur Eranosian Persiana 25.10.2014 – 21.12.2014 www.cultuurcentrummechelen.be Threshold 15.11.2014 – 21.12.2014 www.cultuurcentrummechelen.be - 38- Update Herman Brood, Torso Agendatips voor deze winter Huis. De bustes zijn ontstaan uit een samenwerking met ambachtslieden uit Mali en Congo. Ze zijn gemaakt naar een reeks foto’s van zwaar verminkte soldaten uit WO I. Kader Attia. Cultuur, een natuurlijk herstel 25.10.2014-29.03.2015 www.middelheimmuseum.be MENS EN MASSA Herman Brood, Jazz De Roemeen Mircea Suciu vindt inspiratie voor zijn doeken in foto’s en verslaggeving van betogingen en andere massabijeenkomsten. De manier waarop het individu iets van zichzelf verliest en opgaat in de massa is het thema waarrond hij de laatste jaren een oeuvre opbouwde. In zijn recentste werk krijgen de rekwisieten, zoals HERMAN BROOD Herman Brood, de Nederlandse rock and roll junkie, was een veelzijdig kunstenaar. De talloze indrukken en ervaringen die hij in zijn roerige leven verzamelde, vertaalde hij in performances, muziek en schilderijen. Uit zijn werk spreekt een enorme gedrevenheid die hij dankzij zijn technische beheersing op een authentieke manier wist om te zetten in vorm en kleur. Herman Brood koos altijd voor tastbare beelden, waarbij de slogans doen denken aan striptekeningen. Herman Brood 05.01.2015-01.03.2015 www.artdepot.be CULTUUR, EEN NATUURLIJK HERSTEL Gueule Cassée © Kader Attia De Franse-Algerijnse kunstenaar Kader Attia maakt voor het eerst een soloproject in België. De tentoonstelling bestaat uit twee luiken. De installatie Untitled (Al Aqsa) uit 2009 werd voor het eerst tentoongesteld in de Tuileries in Parijs. Het is een compositie van 350 cimbalen op stalen staven. Ze wiegen heen en weer als blaadjes van bronzen planten en nodigen uit om aangeraakt te worden. Dertien houten sculpturen krijgen een plaats in het tentoonstellingspaviljoen Het - 40- ‘gewurgde gordijnen’ en bedekte objecten een plaats op de voorgrond. Mircea Suciu: Root and Branch 18.01.2015-28.02.2015 www.zeno-x.com HOTEL TAXANDRIA Het Turnhoutse Taxandriamuseum werd recent omgevormd tot Hotel Taxandria. In de hotelkamers van het oudste burgerhuis van de stad vertellen Kempense figuren en archetypes de geschiedenis van de regio. Het Museum is daarmee een ideale basis om de regio Turnhout te ontdekken. Elke bewoner vertelt in zijn kamer over wat hij of zij meegemaakt en gezien heeft, van de drie vrouwen van Turnhout (Maria Van Brabant, Maria Van Hongarije en Amalia Van Solms) tot een kantwerkster en studenten… Taxandria Museum www.taxandriamuseum.be KUNST IN DE KERING De kunstcollectie van het Antwerpse provinciebestuur bestrijkt ongeveer de hele 20ste eeuw, met uitlopers naar de late 19de en vroege 21ste eeuw. Kunst in de kering toont een vijftigtal kunstwerken uit deze collectie. De werken worden in duos gepresenteerd, met telkens het jaar 1950 als kantelmoment. Het zijn boeiende confrontaties van schilderijen en beeldhouwwerken van klinkende namen als Constant Permeke, Rik Wouters, James Ensor, Luc Tuymans, Jef Geys en Fred Bervoets, Michèle Matyn, Geert Goiris, Koen Van den Broek en Anne-Mie Van Kerckhoven.(Foto: Wannabe Boy, Sofie Muller) Kunst in de Kering 13.12.2014-15.2.2015 www.hofkevanchantraine.be SILENT NAVIGATIONS Koenraad Tinel viert dit jaar zijn tachtigste verjaardag. In een oude kasteelhoeve in het Pajottenland werkt de kunstenaar nog steeds energiek aan zijn veelzijdige oeuvre. Hierin verbeeldt en onderzoekt hij het leven in krachtige taferelen en ontsluierende tekeningen. In de tentoonstelling Silent Navigations richt Tinel zijn aandacht op de stad Geel in al haar facetten. Deze holistische aanpak toont de link tussen de geschiedenis van een bevlogen stad, de geestdrift die haar voortstuwde en het landschap waarin ze vorm kreeg. Silent Navigations 08.02.2015-31.05.2015 www.dewerft.be HELLEMONDEN Hellemonden is een ingetogen tentoonstelling van VONK & Zonen over de waanzin van de oorlog. In de tuin van kasteel Le Paige in Herentals leg je op eigen tempo een parcours af langs 20 grafzerken die doen denken aan de uniforme graven op soldatenkerkhoven. Aan elk graf kan je werk van oorlogsdichters beluisteren. Elk gedicht is beschikbaar in de taal van de dichter, maar ook in het Nederlands, Engels, Frans en Duits. Niet alleen de bekende Engelse oorlogsdichters komen aan bod, maar ook hun Belgische, Franse, Duitse, Russische en Amerikaanse collega’s. Hellemonden 17.01.2015-25.01.2015 www.schaliken.be GROOTSTE POP-UP VAN ANTWERPEN Wim Ballieu van Balls and Glory, Kobe Desramaults van toprestaurant In De Wulf, schilder Luc Tuymans en koffiebar Caffènation bieden deze winter hun producten aan in een opvallende pop-upzaak in de Antwerpse Kloosterstraat. “Een magazine waar je doorheen kunt wandelen”, zo promoten de initiatiefnemers van The List hun nieuwste Antwerpse pop-upproject: van een boekenwinkel over een geschenkenshop met luxe-artikelen tot een kledingwinkel met bekende couturiers. Maar ook een bloemist en een fietsenwinkel voor hippe fixies vinden er de komende tijd onderdak. De shoppers worden ook op culinair vlak verwend met een ginbar van Copperhead Gin en een gezellige food & coffeebar. Doorheen het pand van 1000 m² hangen grafische werken van Luc Tuymans, die kunnen worden aangekocht. The List 02.11.2014 tot eind december 2014 open op do, vr-, za en zo, tijdens de kerstvakantie alle dagen. - 41- PARELTJES VAN RENAISSANCEKUNST Uitz onderlijke teken in g e n uit p rivé c o lle c t ie s Jan van Stinemolen, Gezicht op de baai bij Pozzuoli met het amfitheater (Privéverzameling) In de 16de eeuw kregen tekeningen voor het eerst de status van zelfstandig kunstwerk. Voordien werden ze louter gezien als een inspiratiebron of een ontwerptekening voor ‘het echte werk’. Samen met die nieuwe appreciatie werd de tekening ook een gegeerd verzamelobject. Het buitengewone talent van kunstenaars als Frans Floris, Hans Bol of Jan Brueghel werd ook in de 19de eeuw opgemerkt door verzamelaar Fritz Mayer van den Bergh, en ontgaat ook hedendaagse Antwerpse verzamelaars niet. Zij tonen hun mooiste renaissancetekeningen nu in het museum waar Fritz Mayer van den Bergh ooit woonde. Een voorsmaakje. GEZICHT OP DE BAAI VAN POZZUOLI MET HET AMFITHEATER Jan van Stinemolen De meeste tekeningen in de tentoonstelling zijn met pen in een donkere inkt getekend. Deze tekening is echter helemaal met rood krijt getekend. Vandaag zijn er amper vier tekeningen gekend van Jan van Stinemolen, die in zijn tijd een vermaard kunstenaar was. Hij werd in 1518 in Mechelen geboren. Tijdens verschillende periodes van zijn leven verbleef hij – zoals vele kunstenaars in die tijd – in Italië. Het is ook daar dat hij de inspiratie haalde voor deze tekening, waarop de Golf van Napels te zien is. Van Stinemolen gaf het Romeinse amfitheater weer met grote aandacht - 42- voor detail, al slaagde hij er niet volledig in om de ovale vorm van het grondplan op zijn blad over te zetten. Dankzij het gehanteerde vogelperspectief valt echter veel meer te zien. Links ligt het versterkte stadje Pozzuoli op een hoogte, terwijl de vredige vissershuisjes rechts verpozen in het vlakke kustlandschap. Aan de overkant van de baai zijn Baia en het kratermeer Lago d’Averno terug te vinden. Links daarvan, net buiten de inham van de baai, valt het eiland Capri te ontwaren. die bovendien alle drie speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd zijn. Dit kleurrijke type van tekeningen, gemaakt met een dekkende waterverf, rivaliseerde in de 16de eeuw met de schilderkunst. Fritz Mayer van den Bergh kocht deze gouache in 1899 op een veiling in München voor 1.070 Duitse mark. Het was de duurste tekening die hij ooit aankocht. Hij betaalde meer dan het dubbele van wat hij enkele jaren voordien betaald had voor de Dulle Griet van Pieter Bruegel de Oude. Het is een typisch 16de-eeuws berglandschap en verbeeldt een verhaal uit het Oude Testament: de man met het rode gewaad is de profeet Hosea. Op bevel van God trouwde hij met Gomer, een prostituee. Zij is vooraan afgebeeld met haar drie kinderen. Toen Gomer opnieuw in onkuisheid ging leven, kocht Hosea haar vrij en bracht haar weer naar huis. Het verhaal kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Het kan bijvoorbeeld verwijzen naar de relatie tussen God en Israël: het Gillis van Coninxloo, Berglandschap met rivierdal (Collectie van Museum Mayer van den Bergh) BERGLANDSCHAP MET RIVIERDAL EN DE PROFEET HOSEA (1587-1595) Gillis van Coninxloo Gouache op velijn. Velijn is een fijn perkament, gemaakt van kalfsleer. In de expo zijn drie gouaches te zien, HET LAATSTE AVONDMAAL Toegeschreven aan Ambrosius Francken Deze tekening is met pen in bruine en grijze inkt getekend, op grijs gewassen papier. Dat betekent dat de tekenaar met een penseel verdunde grijze inkt of waterverf heeft aangebracht. Ambrosius Francken werd rond 1545 in Herentals geboren, in de vooraanstaande schildersfamilie Francken. Hij werd eerst door zijn vader opgeleid, en ging rond 1566 in de leer bij Frans Floris – toen de belangrijkste historieschilder in Antwerpen. Het Laatste Avondmaal is een veelvoorkomend tafereel in de 16de eeuw. Rond de betekenis ervan bestond in die tijd controverse tussen calvinisten en katholieken. Op de tekening is het moment verbeeld waarop Jezus aankondigt dat één onder hen hem weldra zal verraden. Johannes, de jongste en meest geliefde leerling, is hier erg jong en bijna als een kind weergegeven. Links van Jezus is de bejaarde Petrus afgebeeld. Judas zit vooraan rechts en kijkt de toeschouwer brutaal aan. Hij draagt een geldbuidel om zijn middel. Hij zal Jezus later verraden. Ambrosius Francken, Laatste Avondmaal (Privéverzameling) volk van Israël aanbad afgoden, maar God vergaf hen. De maker van deze gouache, Gillis van Coninxloo werd in Antwerpen geboren, maar verhuisde in 1585 naar Nederland, na de val van Antwerpen. - 43- Renaissancetekeningen uit Antwerpse Privécollecties 25.10.2014 – 25.01.2015 www.mayervandenbergh.be 1 2 3 1. Maarten Vanden Eynde, Brick Era courtesy Meessen De Clercq Gallery, Brussel 2. Herman Van Ingelgem, campagnefoto Encounters at the Boundary - courtesy Annie Gentils Gallery, Antwerpen 3. Bert Danckaert, Simple Present #489 (Shanghai) courtesy Roberto Polo Gallery, Brussel 4. Bert Danckaert, Simple Present #697 (Brasilia) courtesy Roberto Polo Gallery, Brussel 5. Wouter Feyaerts, Just hanging around courtesy Galerie Transit, Mechelen 6. Xavier Mary, Rock ‘Round Donut courtesy Albert Baronian Gallery, Brussel 7. Wouter Feyaert, Zonder titel ‘Ja’ editie courtesy Galerie Transit, Mechelen 4 - 44- KUNST OP DE GRENS Cultuurcentrum De Kollebloem in Puurs verzamelde werk van hedendaagse kunstenaars die de grens opzoeken in materiaalgebruik en architectuur. De gangen van het cultuurcentrum zijn onderdeel van de tentoonstelling. Met werk van: Bert Danckaert, Hans Demeulenaere, Wouter Feyaerts, Xavier Mary, Herman Van Ingelgem, Maarten Vanden Eynde, Annelies Vanderkleuren en Leon Vranken. Encounters at the Boundary 14.11.2014 - 22.12.2014 www.ccdekollebloem.be 5 6 7 HELDER WATER, TROEBELE KUSTEN Fotograaf Nick Hannes op reportage langs de Middellandse Zee Lampedusa (oktober 2013) Het Italiaanse eilandje Lampedusa zou een verplichte schoolreisbestemming moeten worden. Deze Eritrese vluchtelingen zijn pas de dag voordien aangekomen. Omdat het eiland een open centrum is, mixen ze gewoon met de toeristen die er verblijven in de vele hotelletjes bij het strand. Onwezenlijk, want alle Afrikanen die je ziet op het beeld hebben dramatische verhalen als bootvluchteling. Er verdrinken jaarlijks honderden migranten in de Middellandse Zee en dit jaar hebben al honderdduizend mensen de oversteek gemaakt. Europa draagt een verpletterende verantwoordelijkheid door de grenzen hermetisch af te sluiten. De Middellandse Zee is niet langer een kruispunt van culturen, maar de slotgracht van Fort Europa. Buiten de platgetreden paden lopen aan de Middellandse Zee is moeilijk: al sinds klassieke tijden is dit het toneel van zeevaart, handel, oorlog, migratie- en toeristenstromen. The Continuity of Man is dan ook een trefzekere titel voor de odyssee van de Antwerpse fotograaf Nick Hannes, die tussen 2010 en 2014 de Mediterrane kusten in beeld bracht. Het resultaat is een caleidoscopisch portret van een al even vertrouwde als bevreemdende wereld. Nick Hannes: “Wij West-Europeanen voelen ons thuis aan de Middellandse Zee. Elk jaar strijken er 250 miljoen toeristen neer. Het is ook een enorm gebied. Met de kust als leidraad zag ik daar een fascinerend fotografisch potentieel in. Dit moést dus wel iets groots worden.” Had je vooraf The Pillars Of Hercules van Paul Theroux gelezen, zijn eigenzinnige grand tour van de Med? Jouw werk vertoont daar heel wat parallellen mee. Hannes: “Nee, ik begon me pas onderweg in te lezen. Ik filter eruit wat me visueel interessant lijkt. Ik wilde ook zo breed mogelijk gaan. Monaco en Gaza liggen aan dezelfde zee. Dan heb je je thema’s natuurlijk voor het uitkiezen: immigratie, urbanisatie, de impact van toerisme op het landschap. Bovendien barstten de Arabische revoluties en de crisis in Griekenland net los toe ik begon. Dat leverde meteen extra invalshoeken op.” Hebben die gebeurtenissen je reis gestuurd? Hannes: “Egypte en Tunesië heb ik precies een jaar na hun revoluties bezocht. Het hete nieuws achterna hollen was nooit de bedoeling. Fotojournalistiek vind ik op termijn vaak minder tijdloos, maar tijdloosheid is nu juist waar ik naar streefde.” - 46- Je had het rijk voor jou alleen, want alle persfotografen waren allang weg. Hannes: “Een leeg Tahrirplein (in Cairo, wdh) met vertrappelde bosjes vertelt minstens evenveel als een plein vol betogers. Ik ga ook nooit ergens op de frontlijn staan. Om de risico’s te beperken, ging ik maar voor enkele dagen naar Libië. Toch ben ik er nog in problemen geraakt: in de stad Misratah ben ik opgepakt door een militie. Ondanks de hulp van mijn fixer was het dus niet zonder gevaar. Hij werd trouwens op verdenking van spionage nog een stuk langer vastgehouden dan ik. Gelukkig kreeg ik weken later via de ambassade mijn fotomateriaal wel terug. Alle geheugenkaarten waren gewist, maar niet overgeschreven. Elders aan de mediterrane zuiden oostkusten kon ik wel op mijn gemakje rondkijken. Alleen Syrië heb ik moeten overslaan: daar heeft de burgeroorlog me ingehaald. De Europese kant – van Gibraltar tot Antalya – heb ik tijdens vier grote reizen samen met mijn vrouw en onze twee jonge kinderen verkend per camper. Nu, ook in Italië moest ik wel eens met een fixer werken in de Vele di Scampia-blokken in Napels.” Het Griekse tankstation met de dansende mensen is een iconisch beeld geworden voor de crisis. Toevalstreffer? Hannes: “Ik ga eerder op zoek naar het toeval. Mijn voelsprieten staan uit. Ik peddelde rond op de fiets in Patras, zag de stoeltjes onder de luifel en ben gaan vragen wat de bedoeling was. De bruidegom – het was een trouwfeest – vond het goed dat ik foto’s zou maken. Ik besefte toen al dat het hele bijzondere beelden zou opleveren. Er was ook enorm veel internationale belangstelling voor dit ene beeld.” “Echt ensceneren doe ik zelden, maar op pakweg een strand is het tricky om zomaar te staan fotograferen. Het is een gekke plek waar iedereen er half- - 47- Strand van Gaza (mei 2014) Zee en strand zijn de enige plekken die de inwoners van Gaza nog hebben aan open ruimte. Het is een vrijhaven waar ze betrekkelijk ongestoord plezier mogen maken. Ik was er drie weken voor de laatste oorlog met Israël uitbrak. Het is heel dubbel: bikini’s zie je er niet, het is Hamasgebied en ook jongens dragen vaak een T-shirt boven hun zwembroek. Toch is het een plek van pret en plezier, en dat doet deugd in die verder miserabele Gazastrook. Je hebt er strandtentjes, je kunt er flaneren en de mensen zijn er erg vriendelijk. Op een boogscheut van deze plek werden amper enkele weken later twee voetballende jongetjes doodgeschoten door het Israëlische leger. La Manga, Spanje (2011) De bouwwoede aan de Spaanse costa’s verwijst voor mij alweer heel erg naar de burcht, de slotgracht, de gated community. Aan mediterranisering lijdt de kust er ook: de historische stadskern als een soort openluchtmuseum voor toeristische doeleinden, en alle hotelketens, shoppingcenters en residenties in de open ruimte in de periferie. Tegelijk zijn dat eilanden of oases van artificiële rust en veiligheid. Je kunt je er afschermen van de realiteit. Lieven Decouter schreef er het boek De capsulaire beschaving over, waarbij de haves in deze wereld zich steeds meer moeten gaan afschermen van de have nots. La Manga del Mar Menor bij Murcia is zo’n surrealistische strip, een schiereiland vol beton, een symbool van een gesegregeerde samenleving. naakt bijloopt. Je moet er niet ‘onzichtbaar’ op jacht gaan, maar juist heel zichtbaar zijn en spontane reacties uitlokken, zodat je je vrij kunt bewegen. Met de prostituee en haar klant in dat Griekse hotel had ik natuurlijk wél een afspraak. Het is niet dat ik toevallig op dat kamertje ben beland (lacht).” Heb je deze reis anders aangepakt dan Red Journey, je documentaireproject over de landen van de voormalige Sovjet-Unie ? Hannes: “Tijdens Red Journey was het niet de bedoeling om een boek te maken. Ik wilde gewoon reizen en mijn goesting doen. Pas achteraf ben ik naar uitgevers gestapt. Nu ben ik wél vertrokken met dat idee en dat leidde best tot wat druk op de ketel – zeker toen het FotoMuseum groen licht gaf voor een grote expo. The Continuity of Man ademt een bepaalde tijdsgeest uit. Soms zit er nog wat absurde humor in, maar ik zocht vooral naar metaforen: het scheepskerkhof en de Afrikaanse asielzoekers van Lampedusa, het stalen grenshekwerk van Ceuta met zijn warmtesensoren en veiligheidscamera’s … beelden die monumentaliteit in zich dragen. Open foto’s ook, die ambiguïteit, complexiteit en gelaagdheid in zich hebben en waarbij je zelf je verhaal kunt verzinnen. Vroeger dacht ik dat je kon reizen om antwoorden te vinden, maar je vindt eigenlijk alleen nog méér vragen.” Op dit werk krijg je inderdaad niet meteen vat. Hannes: “Omdat het zoveel thema’s raakt. Ik moest afbakenen, maar ik ben nogal gulzig als fotograaf. Toch moest ik er een lijn in zien te krijgen. Net zoals in Red Journey ging het me ook nu niet om individuele emoties. Wel om omgevingen, en wat we daar als mensen mee doen, hoe we die vorm geven. Een rooskleurig plaatje levert dat vaak niet op. Is die continuity of man, de voortgang der mensheid langs de kusten van de Med, wel zo’n positief iets, vraag je je dan af. De urban sprawl is soms écht deprimerend.” - 48- Wat is het watermerk van een Nick Hannesfoto? Carl De Keyzer reisde voor Moments Before the Flood ook de Europese kusten af, maar in jouw landschappen is ‘man’ – de menselijke aanwezigheid – veel nadrukkelijker aanwezig. Hannes: (Denkt na) “Ik denk dat ‘tijdsgeest’ en ‘context’ mijn werk wel typeren. Meestal in urbane omgevingen, het liefst met een hoek af. Nooit pittoresk en altijd met een verrassingselement. En een hoge techniciteit in lijn en beelden, haarscherp van voor- tot achtergrond. Een redelijk afstandelijke, statische camera – een heel menselijke blik, vind ik zelf. Carl is altijd wel een voorbeeld geweest, om zijn dwarse kijk. Ik voel me verwant met de absurditeit van zijn beelden. Zijn fotografie geeft net als de mijne niet alles prijs. Enkele grootformaatfotografen zoals Nadav Kander vind ik ook sterk, in zijn documentaire reeks over de Yangtze-rivier bijvoorbeeld. Of Mitch Epstein, over de relatie tussen energie en macht en hoe hij daar landschapsfotografie op toepast. Het is de fotografie van verstoorde landschappen. Als auteursfotograaf vind ik het belangrijk om iets te tonen waar ik zelf ook iets over te vertellen heb – zonder daarom een moreel oordeel te vellen.” | W.D.H. Mediterranean. The Continuity of Man 28.11.2014-01.02.2015 www.fomu.be Het fotoboek Mediterranean - The Continuity of Man verschijnt bij Uitgeverij Hannibal. - 49- Cruiseschip (juni 2014) De cruise Marseille-Palma-Malta-Sicilië-Rome in juni 2014 was mijn allerlaatste trip voor het project. De kers op de taart na alle ontberingen, maar puur als reiservaring was het een beetje een tegenvaller. Ik zat nog maar een uur op de boot in Marseille of het stond mij al tegen – en toen moest ik nog vijf dagen (lacht). De andere tweeduizend opvarenden zag ik wel plezier maken, maar ik vond geen aansluiting bij hen. Animatoren entertainen je de hele dag door, alles is strak geregisseerd. Een ultra-artificiële, afgeschermde biotoop die gelukkig wel boeiend materiaal oplevert. Ik snap wel wat mensen er leuk aan vinden, maar ik hou van wat meer avontuur en verrassingen. Wel grappig: ik heb nog geposeerd met kapiteinspet voor een foto die ik dan zelf mocht kopen in de shop. Speel en win 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. Kunstenaar die exposeert in het cultuurcentrum van Mechelen. Nederlandse muzikant, performer en junkie die koos voor tastbare beelden. In welk Turnhouts museum kan je geen kamer huren? Ik - Jij - ... is de titel van een expo rond jongeren en identiteit. Ex-zakenman met een kunstencentrum in Herentals. In welk materiaal werd de Baai van Pozzuoli getekend? Welke vogel inspireerde in de zestiende en zeventiende eeuw tal van kunstenaars? Fotograaf op zoek naar het toeval. Bezieler en behouder van de Begeerte. Huisvrouw die zich zonder juwelen naakt voelt. Mail het woord dat we zoeken vóór 1 februari naar [email protected] en maak kans op een exemplaar van het fotoboek The Eye of the Photographer (Lannoo), hoogtepunten uit de FoMu Collectie. Vergeet niet je adres te vermelden. Wedstrijd 100% EXPO – nummer 8 Oplossing: zincografie De winnaars zijn: Eddy Mertens (Stabroek), Walter Heyden (Hoboken), Lieve Malfroot (Oostende), Herwig Lanoote (Antwerpen) en Eva De Smedt (Oud-Turnhout). Zij ontvangen een exemplaar van het boek Panamarenko Universum (Ludion). - 50- THE IMAGE GENERATOR Een vierdaagse happening op het raakvlak tussen performance en beeldende kunst Tijdens het Antwerp Art Weekend Locatie: Eikelstraat 31, 2600 Antwerpen-Berchem 29.01 — 01.02.2015 Een project van — - 51- Design: www.yarrutfranken.com www.image-generator.be KIN NEPOL NEP NE LIS & BNP PARIBAS S FO ORTIS PRESENTEREN IN DE CIINEMA MA KUNST ZOALS U NOG NOOIT HEEFT GEZIEN … 13/11 & 16/11/2014 11/12 & 14/12/2014 15/1 & 18/1/2015 19/2 & 22/2/2015 26/3 & 29/3/2015 23/4 & 26/4/2015 4/6 & 7/6/2015 HENR RI MATISSE: THE CUT-OUTS THE E VATICAN MUSEUMS GIR RL WITH THE PEARL EARRING RE EMBRANDT VIK KINGS FROM THE BRITISH MUSEUM VINC NCENT VAN GOGH NC THE IM I PRESSIONISTS Kunst in de Cinema brengt succesvolle kunsttentoonstellingen van musea uit de hele wereld naar Kinepolis. Deze baanbrekende serie werd exclusief voor de bioscoop gefilmd, op de tentoonstellingen én op locatie. Ze laat wereldwijde kunstliefhebbers in verbluffend hoge resolutie vol bewondering op het grote scherm genieten van de werken van enkele van de grootste schilders en kunstenaars aller tijden. Info & tickets: kinepolis.be/kunst - 52-
© Copyright 2024 ExpyDoc