Principe 43 Noord Koreaanse leider: een beeld van antichrist In Noord-Korea werd een groep christenen ontdekt. Ze hadden God en Zijn Zoon Jezus aanbeden. Hun kinderen waren bij hen. Degenen die hen gevangen hadden genomen, zeiden tegen de volwassenen: “Als jullie niet onze geliefde leider erkennen als god en als jullie Christus niet verloochenen, zullen jullie kinderen opgehangen worden.” Eén van de kinderen keek naar haar moeder. Wat zou ze doen? Eerder die morgen waren achtentwintig andere christenen gebonden en voor een schreeuwende menigte NoordKoreanen gezet. De bewakers maakten het duidelijk: “Als jullie Christus niet verloochenen, zullen jullie sterven.” De moeder dacht aan haar kind, maar ze kon haar Heere niet verloochenen. De andere christenen maakten stil dezelfde beslissing. Hun God was echt. De Noord-Koreaanse bewakers riepen opnieuw: “Verloochen jullie Christus of we hangen jullie kinderen op.” De kinderen keken naar hun ouders. De ouders hielden van hun kinderen, maar ze wisten dat er een eeuwige hemel voor hen was. 1 Ze konden hun Heere niet verloochenen. Eén moeder boog zich naar haar kind en fluisterde met vertrouwen en vrede: “Vandaag, mijn liefste, zal ik je zien in de hemel.” Al de kinderen werden opgehangen. De volwassenen die nog gebonden waren, moesten op het trottoir gaan liggen. Er werd een grote stoomwals gebracht die gebruikt werd om de weg glad te maken. Hen werd een laatste kans gegeven. De bewakers vertelden hen: “Als jullie Christus opgeven, zullen jullie in leven blijven. Als jullie Hem niet opgeven, zullen jullie sterven.” De christenen dachten aan hun kinderen in de hemel en begonnen zacht te zingen. Toen de stoomwals over hen heen begon te rollen, hen verpletterend tot de dood, zongen ze: “Meer liefde, Oh Christus, tot U, meer liefde tot U.” Christenen in Noord-Korea leven onder onvoorstelbare verschrikkingen en tirannie. Aanbidding in het openbaar of betrapt worden wanneer het in het geheim gebeurt, brengt systematische marteling, gevangenneming en soms de dood. Een bijbel dragen of met anderen over Jezus Christus spreken, kan een wrede dood betekenen. Als een Noord-Koreaanse christen gelooft, beïnvloedt hij drie generaties van zijn familie inclusief de kinderen. De ouders, echtgenoten, ooms, tantes en kinderen moeten allemaal lijden en zullen opgesloten worden in vernietigingskampen. Het maakt niet uit of ze geloven of niet. Noord-Koreaanse christenen worden niet gewoonweg gedood voor hun geloof in Christus. Ze worden vernietigd met bouwmachines en andere middelen. In de vernietigingskampen worden sommige christenen vermoord door het testen van biologische wapens, of door verhongering, of ze werken zich ter dood, of ze worden neergeschoten of geëlektrocuteerd. Anderen worden neergeschoten voor de ogen van kinderen. Bij pasgeboren baby’s worden hun hersenen verbrijzeld of een naald wordt door hun ruggengraat geprikt voor de ogen van hun moeders. Dit zijn misdaden tegen de mensheid die ons doen herinneren aan Auschwitz, waarvan de wereld zei: “Nooit meer!” Slechts enkele jaren later worden zulke gruwelijkheden bedreven tegen Noord-Koreaanse christenen—en de wereld staat erbij. De dictatoriale leiders van Noord-Korea zijn sinds de jaren vijftig leden van de Kim-familie geweest. Zij regeren over de natie als godkoningen. Hun bewind is absoluut, ze zijn gesloten en regeren met onvoorstelbare brutaliteit en tirannie. Kim Il-Sung, die de eerste leider van de familie was, stierf in 1994. Hij werd tot god gemaakt en werd vergoddelijkt, gebalsemd en wordt aanbeden als een blijvende god. Zijn 1 Kolossenzen 1:5 bewind werd opgevolgd door de zoon van god Kim Jong Il die stierf in 2011. Hij werd opgevolgd door Kim Jong Un, de kleinzoon van de god. Kim Jong Un is de huidige leider. Hij houdt toezicht op een natie van ongeveer 25 miljoen mensen met het op vier na grootste leger in de wereld bestaande uit 1,1 miljoen soldaten. Buitenlands nieuws is niet toegestaan. TV en de krant worden door de staat gecontroleerd. Er is geen internet en er zijn geen mobiele telefoons voor het volk. De staatsreligie, genaamd Juche, verklaart Kim Il-Sung, de eerste leider, als god. De overheid beweert dat de tweede leider ook goddelijke eigenschappen heeft. Vermoedelijk werd Kim Jong Il geboren op de berg Paektu, een heilige berg op de grens met China. Zijn geboorte zou zijn aangekondigd door vogels, een dubbele regenboog en de geboorte van een nieuwe ster. De feiten verschillen. Volgens artikel 1, paragraaf 1 van de Noord-Koreaanse grondwet, zijn alle Noord-Koreanen verplicht om Kim Il-Sung te aanbidden met heel hun hart en kracht, zelfs na zijn dood. Zij moeten de afbeeldingen en standbeelden van Kim Il-Sung aanbidden. Een Noord-Koreaanse getuige zei eens: “We moesten de afbeeldingen van Kim Il-Sung in ons huis hangen. Het vertonen van de portretten van de familie van Kim Il-Sung is verplicht voor elk huishouden. De portretten moesten op de beste muur van elk huis gehangen worden en er mocht niets anders onder de portretten gehangen worden. De afbeeldingen geven aan dat Kim Il-Sung god is. We hangen de afbeeldingen op om ons eraan te herinneren dat we van hem afhankelijk zijn.” Alleen Kim Il-Sung is god in Noord-Korea. Alle burgers van Noord-Korea zijn verplicht hun god en hun huidige leider te aanbidden. Burgers zijn verplicht om regelmatig de zelfkritiek bijeenkomsten bij te wonen, wat inhoudt het zingen van lofliederen voor Kim Il-Sung uit een 600-liederen-bundel, het lezen van de geschriften van Kim Il-Sung (inclusief Sung zijn Tien Principes die doen denken aan de Tien Geboden) en het doen van emotionele geloofsbelijdenissen aan het leiderschap van Kim Il-Sung. Iedereen is vanaf de geboorte getraind om de Geliefde Leider te vereren en hem lief te hebben als god. De indoctrinatie begint op de kleuterschool en vereist totale onderwerping en trouw aan een goddelijk opperwezen: de geliefde leider. Een vluchteling zei eens: “We moesten hem aanbidden. Christenen brengen dank aan hun God. Wij moesten dank brengen aan onze god Kim Jong Il.” Het geloven in de christelijke God is een daad van spionage. Elke openlijke verering van de ware God, inclusief Bijbellezen, het verspreiden van christelijke lectuur en getuigen, wordt gevolgd door gruwelijke executies en vernietigingskampen. Waar één christen wordt gevonden, zullen drie generaties uitgeschakeld worden door vernietigingskampen en executies. Noord-Koreaanse christenen verdragen het meeste lijden in de wereld. Kim Il-Sung en Kim Jong Il zijn voorbeelden van een toekomstige wereldleider die zichzelf ook als god zal verklaren.2 De Schrift zegt over de komende antichrist: “Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderve, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.”3 De antichrist zal zichzelf god verklaren en de christenen vervolgen: “En het opende zijn mond om God te lasteren, om Zijn Naam te lasteren en Zijn tent en hen die in de hemel wonen. En het beest werd macht gegeven om oorlog te voeren tegen de heiligen en om hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam, taal en volk.”4 “En ik zag tronen, en zij gingen daarop zitten, en het oordeel werd hun gegeven. En ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het Woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aangebeden, die het merkteken niet ontvangen hadden op hun voorhoofd en op hun hand. En zij werden weer levend en gingen als koningen regeren met Christus, duizend jaar lang.”5 In Openbaring 20:4 worden we eraan herinnerd dat wereldwijd christenen onthoofd zullen worden voor hun getuigenis en geloof wanneer ze de antichrist niet aanbidden. Dit zal in de toekomst christenen aangaan die in die tijd op aarde zijn. Voor onze zusters en broeders in Noord-Korea is—vanwege hun getuigenis—vervolging en dood de realiteit van de dag. 2 Mattheüs 24:15 2 Thessalonicenzen 2:3-4 4 Openbaring 13:6-7 5 Openbaring 20:4 3 De vraag die wij ons moeten stellen is deze: “Zouden wij opkomen voor Jezus wanneer voor ons die tijd komt of zouden wij ons geloof verloochenen?”6 Als wij zeggen dat we op zullen komen voor Jezus, dan is de vraag waarom wij vandaag in onze landen niet getuigen, terwijl er geen vervolging is? 6 Mattheüs 10:33
© Copyright 2024 ExpyDoc