Joost van Dijk vage magistraat laat vragen van een burger onbeantwoord Briefwisseling met de voorzitter van het Hof van Discipline meester J.C. van Dijk Inleiding We kennen rangen en standen, in sommige landen is dat nog levend. Voor mij voelt het dat ik als niet jurist door juristen gezien wordt als een lagere rang. Dat gevoel wordt opgewekt, doordat juristen systematisch mij met een kluitje in het riet sturen. Kom ik met inhoudelijk weerwoord, dan wordt er geschakeld van bedrog naar negeren (wel antwoord, maar niet inhoudelijk) of zelfs blokkeren (geen antwoord meer). Verwijzend naar het Indiase kastensysteem, ik voel mij een dalits.1 Dalit Emile is in contact is gekomen met brahmaan2 Joost. Brahmaan Joost blijkt een uitstekend voorbeeld te zijn, vandaar dat ik deze uitgekozen heb. Ik accepteer de rol (dalit) waar ik ingeduwd wordt niet en ben voornemens dit juridisch kaststelsel uit te bannen. Dus hamert dalit Emile er op dat brahmaan Joost zich bewust moet zijn, van zijn maatschappelijke taak, verantwoordelijkheid en gelijkheid. Voorlopig faalt brahmaan Joost hierin, dat is het oordeel van dalit Emile. Met u, wil ik graag delen wat mij tot dit oordeel heeft gedreven. Daarvoor bied ik u de briefwisseling aan, die dalit Emile met brahmaan Joost heeft gevoerd en nog voert. De huidige lijst van brieven is: Datum 14 juli 26 mei 27 mei 27 mei 3 juni 11 juni 17 juni 18 juni 23 juni 4 juli Omderwerp Laatste update (zoals in een moderne film, eerst het einde en dan hoe het zo gelopen is) attentie brief aan Joost informatie aan wrakingskamer cc Joost, wordt naar verwezen reactie van Joost Joost informeren dat hij fout zit met zijn reactie en diverse vragen. Joost informeren dat niet snel reageren ook fout is reactie van Joost Hoge Raad krijgt van mij een klacht Nieuwe vragen aan Joost, beschouwingen en informatie over dit boekje Openstaande vragen en nieuwe Pagina’s 5 1, niet opgenomen de vele bijlages. niet opgenomen 1 12 12 1 niet opgenomen, in potentie een nieuwe leukere boom om als …. 11 4 Wordt vervolgd …. ----Emile Gemmeke, © 2014 alle rechten voorbehouden Mijn gedachten en ideeën over de advocatuur hebben tot doel de samenleving te dienen en zijn vrij. Voor mijn persoonlijke ervaringen wil ik enige terughoudendheid betrachten. zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Dalit : mensen die buiten het kastenstelsel vallen, dus eerder als dieren dan als medemens worden gezien. 2 zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Brahmaan : de hoogste orde, de priesters en geleerden 1 Joost van Dijk, vage magistraat 1 Inleiding van Joost In mijn brief van 4 juli 2014 aan Joost, heb ik hem aangeboden zijn eigen inleiding te schrijven en in te dienen. Vind ik wel zo eerlijk. Tot op heden niets ontvangen. 14 juli 2014 Joost van Dijk, vage magistraat 2 Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Joost van Dijk, Hof zoekend naar Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 14 juli 2014 Onderwerp: Ik zal mij verantwoorden … en weer een advies … Beste Joost, Misschien tijd om eens een nieuwe start te maken. Ik zal mij verantwoorden, ik durf dat. Want ik denk dat ik goed bezig ben en daar wil ik op inzomen. Ook op wat dat goed dan inhoud. Daarnaast zal ik open zijn over mijn beleid, hoe dat vanuit meerdere aspecten haar vorm krijgt en hoe dat jou binnen je rol als voorzitter HvD alswel persoonlijk raakt. Aan mijn verantwoording zitten twee aspecten: • puur persoonlijk; • maatschappelijk. Gelukkig voel ik geen belangenconflict. Dit zal ik verderop uitleggen. Vanzelfsprekend maak ik fouten. Ik ben een mens met beperkingen, dat besef heb ik. Op de fouten die ik maak, laat ik mij aanspreken. Graag, dat geeft de mogelijkheid te leren. Heb ik iemand te kort gedaan dan bied ik oprechte excuses aan. Samengevat: ik denk dat ik netjes opgevoed ben met behoorlijk hoge ethiek. Volgens mij is het belangrijk dat de rechtelijke macht aanzien heeft. Daarbij heeft ze het voordeel van de twijfel. Het is mijn oprechte indruk, dat misbruikmakend van dit voordeel, de gerechtelijke macht zich, in de loop van de jaren, vervreemd heeft van wat de maatschappij nodig heeft. Dit “nodig” lees ik in wetten. Mijn visie is dat er een toenemend maatschappelijk probleem is. Tegen een klein, heel klein, minuscule klein effectje van dat probleem, liep en loop ik aan. Tijdens dat tegenaan lopen, dat falend toezicht en falend tuchtecht, maak ik zaken zichtbaar. Nu na enige jaren de vaste structuur kennend, ben ik om er snelheid in te houden, soms een beetje provocerend. Was de staat van de rechtsstaat op het niveau, dat bij onze ontwikkelde rechtstaat zou moeten horen, dan was het eerste probleem onwaarschijnlijk: een advocate die ver over grenzen ging. Emile Gemmeke Zeker was het tweede probleem nooit ontstaan: de desinteresse in een melding van een foute advocate. Desinteresse of slapen, het maakt niet uit welk naampie het beestje krijgt, effect van dergelijk systematisch gedrag is verval. Dat geldt voor het onderhoud van een huis, van een auto en ook van een rechtsstaat. Hebben we verschil van mening, prima … zullen we ergens afspreken en er over praten? Mijn vorige brief had enige juridische vragen. Ik ga er een interessant thema aan toevoegen. Maak er zelfs voor jou een persoonlijke uitdaging van, artikel 55, weet je nog? Jij moet er op toezien dat de Raden van Discipline niet foutje-op-foutje maken en daardoor procedures tot puinzooi verheffen. Puinzooi die de doorlooptijd in de weg gaan zitten. Ik heb de wrakingskamer simpele vragen voorgelegd van procedurele aard. Ik formuleer ze nu iets anders, iets meer in termen van het volk: • moet ik rechters accepteren, die er onmiskenbaar blijk van geven, in hun ambtsuitvoering, onze wetgeving structureel te schenden? • zijn de aangewezen advocaten bevoegd, om als rechter in een wrakingskamer van het advocatentuchtrecht op te treden?1 Vooral de laatste is erg interessant. Ik meen van niet en ik meen goede argumenten gegeven te hebben. Als de wrakingskamer mij geen antwoord geeft, dat ik als betrouwbaar beoordeel, dan wraak ik de advocaatleden van de wrakingskamer. Waarmee alternatieven volgens mij zijn: (a) Ik krijg snel eenduidig en onbetwistbaar, op papier, de uitleg dat de zittingscombinatie voldoet aan hetgeen de wetgever vastgelegd heeft. (b) Er wordt toegegeven dat de samenstelling niet voldoet. Een interessant gegeven! Worden daarmee soortgelijke zittingen de laatste jaren achteraf nietig verklaard? Lijkt we wel logisch, maar dat geeft een maatschappelijke rel die niet leuk is. (c) Ik krijg geen uitleg, of geen goede uitleg, en wraak dus de advocaatleden. (i) Wordt een nieuwe wrakingskamer op dezelfde wijze opgebouwd, dan wordt het helemaal spannend. Immers voor die “club” geldt dezelfde wrakingsgrond. (ii) Wordt een nieuwe wrakingskamer op een andere wijze opgebouwd, dus uitsluitend rechters, dan is dit impliciet mij gelijk geven. (Of ik ga expliciet een super kromme redernatie (drogreden) ter “verdediging” van dat besluit krijgen.) In geval (i) zal ik, gegeven “Time-is-on-my-side”2 wraking na wraking doen, hiermee de kosten en frustraties zodanig laten oplopen dat er ergens “iets” breekt. Dat iets, dat kan ik verklappen, dat is niet bij mij. 1 Volgens mij moet de wrakingskamer worden opgebouwd conform het strafrecht, dus meervoudige kamer met echte rechters, dus niet volgens de structuur van het tuchtrecht met vakbroeders. Is logisch gezien de voorliggende vraag: is wraking terecht? Die vraag is niet discipline gebonden. Is volgens mij de beste interpretatie van de wetgeving. Zie mijn brief aan de wrakingskamer d.d. 7-7-2014 http://www.gemmeke.nl/20140707_Wrakingskamer.pdf 2 Leuk nummer van de Rolling Stones (1964), de songtekst is niet geheel van toepassing, de titel zonder meer wel. 2 Emile Gemmeke Dus ik ga door tot er gewoon een nette verantwoording komt (linksom of rechtsom) Dat noem ik maatschappelijk verantwoord handelen. BTW (by-the-way) krijg jij ook een toenemend probleem, elke ronde kost tijd en is objectief aantoonbaar veroorzaakt door stoute juristen (dit lijkt een pleonasme te worden). Hoe begon onze communicatie op 26 mei 2014? Ik gaf je toch een goed advies: hallo, denk dat het verstandig is te acteren. Wordt besloten tot (b) of (c), heb jij ook een probleem, dat valt volgens mij onder jouw supervisie. Nu was mijn brief van 3 juni er duidelijk: ik vond jouw visie niet super. Maar mensen leren en mensen verdienen nieuwe kansen, dus hierbij. Hoe zit het met (a)? Dan blijft er wel een bijzondere situatie over, dan ligt er ook een nieuwe wrakingsgrond in het verschiet. Immers dat hebben alle leden van de wrakingskamer hebben zich onbekwaam getoond. Laat ik dit in Jip-en-Janneke taal uitleggen. Van volwassen personen in onze maatschappij wordt verwacht dat ze de wet kennen, voor zover voor hun relevant en genegen zijn zich er aan houden. Ook wordt verwacht dat men zich bewust is van zijn/haar bevoegdheden. Eerste eenvoudige voorbeeld: Het rijden in een auto. Hiervoor met de bestuurder bevoegd zijn (geldig rijbewijs), het aantal inzittenden de norm niet overschrijden, de auto minimaal W.A. verzekert, wegenbelasting betaalt, APK goedgekeurd. Bestuurder en voertuig moeten verder voldoen (bestuurder niet onder invloed, verlichting in orde e.d.) Elke bestuurder van een auto weet dit. Tweede eenvoudige voorbeeld: Ik had een vliegbrevet, ook hierbij soortgelijke eisen. Maar meer, voor het behouden van het brevet moet de piloot voldoende vlieguren maken en tweejaarlijks een vlucht met instructeur maken. Ook wordt regelmatig de gezondheid gecontroleerd. Al met al wel iets strenger dan die auto, dit terwijl “gevaar” op basis van hoeveelheid brandstof, snelheid en massa niet veel anders is dan bij de auto of bestelbus. Alle piloten weten dit. Derde voorbeeld, minder eenvoudig: Mijn vriendin is klinisch analiste. Onderdeel van haar werk is dat ze bloed moet afnemen. Mag zij dat en waarom? Ja, omdat ze daarvoor opgeleid is en haar jaarlijkse controle doorstaan heeft. Ze moet jaarlijks minimaal 50 maal bloed afnemen, aantallen worden dus geregistreerd, jaarlijks controleert bevoegd gezag haar vaardigheid. Zij weet dat. Een collega heeft alweer een jaar geen bloed afgenomen weet ook dat ze dus geen bloed meer mag afnemen. 3 Emile Gemmeke Vierde voorbeeld, procuratie: Binnen een bedrijf zijn bevoegdheden vastgelegd. Daarover moet zoveel interen als extern duidelijkheid zijn. Stel een administratief medewerker bestelt een Maserati en tekent zelf de order opdracht. Kan zomaar leuke discussie opleveren.3 Binnen een bedrijf zijn personen zich bewust van hun bevoegdheden. Tja, dan vraag ik op 7 juli 2014 op de zitting of de advocaatleden daar wel mochten zitten. Wat gebeurt er? • de vier leden staan (sorry, zitten) met de mond vol tanden. Er wordt alleen wat bedenkelijk gekeken. • de griffier bladert in een boekje (advocatenwet?) en leest bij artikel 47 lid 2: “van overeenkomstige toepassing”. • haha, denkt de voorzitter, “overeenkomstige”, klinkt als mijn eigen feestje dat lijkt op dat andere strafrecht feestje. • ik laat het voor dat moment, we hadden ondertussen genoeg tijd verprutst met onzin. Thuis even nagelezen en nageplozen en de voorzitter van mijn bevindingen op de hoogte gebracht. Nog geen reactie gekregen. • Mijn stelling: wraking is een beroepsonafhankelijk begrip en moet beoordeeld worden door rechters. Hoe dan ook. De advocaatleden hadden de basis van hun bevoegdheid paraat hebben evenals dat drie van de vier hun diensten aanbieden zonder daarbij wettelijke verplichtingen te respecteren, dat is 75%. Het percentage MBO opgeleide ZZP-ers die soortgelijk de fout in gaan is hooguit 10%. Dat de griffier of de voorzitter van de Raad ze op die plek gezet hebben, dus aangewezen om in de wrakingskamer te zitten. Dat is even weinig argumentatie als wanneer ik tegen iemand zonder rijbewijs zeg dat hij wel in mijn auto mag rijden. Wel begrijp ik de pragmatische grondslag, de kosten komen immers voor de Orde van Advocaten en verder is het niet leuk er meer mensen in te betrekken. Maar, misschien heb ik er overheen gelezen, het recht op pragmatische is niet wettelijke geborgd. Dat ik dergelijke vragen voorbereid, geeft al aan hoe mijn kijk op de advocatuur noodgedwongen is geworden. Triest is dan dat keer-op-keer die verwachting waargemaakt wordt. Heel triest is dan dat er totaal geen professionele schwung aan gegeven wordt, de voorzitter had kunnen stellen: Meneer Gemmeke, bijzondere vraagstelling, we gaan er van uit dat het antwoord hierop door ons snel en te geven is, maar paraat hebben we het niet. Laten voor nu er van uitgaan dat dit geen probleem is, ik zal er deze week gedetailleerd op terugkomen. Samengevat, ik verwacht van uitvoerders van recht, dus van juristen: • dat zij binnen de procedures die mij raken 100% de wet en regelgeving respecteren; • dat ze, in het algemeen, voorbeeld gedrag vertonen. Een keertje in het wegverkeer een boete oplopen is natuurlijk akkoord, ook juristen zijn mensen en binnen het sociale verkeer hoeven ze geen heiligen te zijn. Maar binnen hun beroepsuitvoering mag er een sprake zijn van permanent schenden van regels; • dat bij twijfel, zij hun gedrag adequaat weten te verdedigingen of duidelijke excuses aanbieden (gewoon “grote jongen zijn”). • discipline (Van Dale: regime van strenge gedragsregels; tucht) 3 Humbert Möllenkamp van Rochdale had een Masserati met leuke discussie. 4 Emile Gemmeke Wanneer ik voor het weekend geen helderheid over toewijzing van de advocaatleden heb, dus waarom daar geen schilder zit of mijn buurman, dat gaat er een brief naar de voorzitter van de Raad van Discipline, Tijn van Osch. Hierin zal ik dan de vier advocaatleden wraken op onprofessionaliteit en onbevoegdheid. Jou persoonlijke situatie Mijn persoonlijke strijd voor recht laat ik samenvallen met het algemeen belang, het blootleggen van misstanden. Misstanden die vooral komen doordat personen zich achter het systeem verschuilen. Ik kan weer Ybo Buruma aanhalen over persoonlijke verantwoordelijkheid en systeemfalen. Naming-and-saming, is de techniek om personen waarbij drempels van ethische en/of maatschappelijke verantwoordelijkheid te laag liggen, op andere wijze te motiveren. Wanneer ik mij vergist en jij je nu bewust wordt van werkelijke misstanden die je graag wil aanpakken, dan wil ik je graag helpen. Zetten we samen een project op. Ga je misschien de geschiedenis in als de persoon die Hoekstra’s project back-to-theprevious-century weet te veranderen in let’s-go-for-the-furture. Geen belangenconflict Dit zou ik nog uitleggen, misschien zijn elementen al helder. Zal het met een voorval enkele jaren geleden duidelijk maken: In mijn tuin had ik een soort “chique stalen paviljoen” van 3 bij 3 meter. Met een doek dat vies werd en scheuren kreeg. Toen mijn tweede doek echt weer vervangen moest worden, toen dacht ik: ik blijf niet bezig. Dus het frame heb ik op marktplaats gezet. De mogelijke koper geïnformeerd dat een nieuw doek zo’n 70 euro is. Nieuwprijs van het geheel was over de 200, het frame was “redelijk”. Wil een dame het wel hebben voor 25 euro. Na de overeenkomst blijkt dat koopster ergens woont waar ik toch in de buurt moet zijn, dus ik lever het netjes thuis af. Dan schrik ik, deze dame, die duidelijk nauwelijks kan rondkomen, heeft het idee dat ze wel een doekje weet te maken. Als goede hobbyist denk ik zo’n klus in te kunnen schatten. Mijn verwachting is dat deze dame een hoopje metaal heeft gekocht waar ze niks mee kan en als verkoper voel ik mij dan schuldig hoewel ik verstandelijk weet dat mijn voorlichting en aanbod correct waren. Waarmee ik wil aangeven dat, mijn eigen gevoel om goed te doen, belangrijker is dan geld of andere zaken. Vanwege deze intrinsieke motivatie lopen belangen (doelen) veelal parallel, ook de weg c.q. wegen tot dat doel. Enig verschil kan zitten in strategie en doorlooptijd. Daarbij zit ik liever in een helpende rol dan in een bekritiserende, maar zolang jij in je huidige rol blijft, kan ik niet anders. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: Tijn van Osch (alleen per email) 5 Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Mr. J.C. van Dijk, voorzitter presidium Hof van Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 26 mei 2014 Onderwerp : Advocatenwet artikel 55 Geachte heer van Dijk, Tot mijn spijt moet ik u berichten dat een tuchtrechtzaak in het ressort ArnhemLeeuwarden die niet voorspoedig loopt. Gezien het gestelde in de advocatenwet artikel 55 meen ik dat u dient te acteren. Oorzaak is dat de deken van arrondissement Gelderland, mr. Paul Wilmink, niet genegen was mee te werken aan een goede klachtbehandeling, waarmee de Raad van Discipline een dossier gekregen heeft, wat op essentiële vragen geen betrouwbaar antwoord had, terwijl dat met enige inspanning dit zeker te achterhalen was. Voorzitters van de Raad van Discipline, ik gebruik meervoud, corrigeren dit niet. Eerst Mr. B.P.J.A.M. van der Pol (Bruno) in 2013 en later mr. M.F.J.N. van Osch, toen deze het stokje overnam. Voor de voorzitter van de zittingscombinatie, mevrouw mr. drs. K.H.A. Heenk (Karian) geldt hetzelfde. Ter zitting bleek de voltallige zittingscombinatie niet genegen het dossier retour te sturen aan de deken en alsnog onderzoek te laten verrichten. Onderzoek zoals ik dat lees in de advocaten wet: art 46c (3x), 46d, 46h, 47 en tot doel waarheidsvinding lijkt te hebben. Misschien dat ik als niet jurist een vreemd c.q. verkeerd beeld heb bij onderzoek. Voor mij betekent onderzoek enige hersenactiviteit. Vragen formuleren waarop antwoorden moeten komen. Zaken chronologisch ordenen en controleren of een beeld compleet en zonder tegenstrijdigheden kan worden vastgesteld. Zelf ooit begonnen aan een studie psychologie en daar was dit bij het vak “methoden en technieken” common-sense. Later op de universiteit Nijmegen werkzaam geweest bij de vakgroep methoden en technieken van Beleidswetenschappen. Daar was dit niet anders. Zoals u in bijlage kunt lezen heb ik gebruikt gemaakt van artikel 47 lid 2 van de advocatenwet. Met betrekking tot mijn beslissing heb ik de zittingscombinatie (schriftelijk) toelichting gegeven, misschien beter geformuleerd verantwoording. Ook dit stuk is als bijlage toegevoegd evenals enkele anderen brieven. Vertrouw er op dat ik u correct geïnformeerd heb en sta natuurlijk open voor verdere uitleg, toelichting, overleg van stukken etc. met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: diverse betrokkenen HofvanDiscipline Griffier mw. mÍ. LF.Schouwink De heerE. Gemmeke 1014 D e G e e r k amp 6 5 4 5H B NIJME GE N 27 mei2014 Breda Uw referentie Onzereferentie uw briefd.d.26 mei2014 lnzake Geachteheer, van uw briefmetbijlagenvan26 mei2014. Hiermeebevestigik u de ontvangst U doet een beroepop aÉikel55 Advocatenwetenverzoektrnijepte treden dit vezoekte kunnenvoldoenom de volgendereden. van het vertraging bepagltdat hethofwaakttegennodeloze Artikel55 Advocatenwet procedure die bijde in geeft de inbreng hethofeen doorde raden.De bepaling onderzoek bepalingen Overinhoudelijke voorwat betreftde voortvarendheid. raadloopt,maaruitsluitend of watdiesmeerzij,kanhet hofop de voetvanartikel55 geeninbrenghebben. beslissingen Daarmee beroepsprocedure. Dergelijke aspectenkomenimmersaande ordein eenreguliere inhoudelijke in een mengt stadium in eerder gespannen hof zich al een dat het voet staatop daarin een laterstadiumin de zelfin een beroepsprocedure en vervolgens discussie procedure moetoordelen. overde voortgang meenik dat u geenbezwaren Uw briefen de anderestukkenbeoordelend, ook invloed gevolg uiteraard daarvan hebben als en inhoudelijk zijn zelfheeft.De bezwaren bezwaar. kern van uw maardat is nietde op de voortgang, voorzitter Postbus 9679, 4801 LTBreda Correspondentieadresr griffie;Thorbeckeplein 8, 4812 LS Breda Bezoekadres 076 - 548 46 08 076 - 548 46 Q7,'íax telefoon grifÍie@grif f iehvd,n I www.hofuand iscipline, nI Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Mr. J.C. van Dijk, voorzitter presidium Hof van Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 3 juni 2014 Onderwerp : Juridisch Verantwoord Handelen. Geachte heer van Dijk, Ik heb uw antwoord van 27 mei 2014 in goede orde ontvangen. Dank, niet alleen voor de uiterst snelle reactie, vooral vanwege de inhoud. Weet u, het leek er misschien op dat ik uw hulp vroeg om in te grijpen. Echter mijn doel is maatschappelijk, niet alleen privé, in de bijlagen stond dit. Dat u mijn advies, want iets anders was het niet, niet ging opvolgen, daar was ik bang voor. Maar u had recht op een eerlijke kans, die u, tot mijn spijt, en ik zal het eufemistisch formuleren: veel meer verprutst heeft, dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Hieronder een samenvatting, omdat deze brief een wijde verspreiding krijgt: Mijn tuchtrechtgang loopt sinds augustus 2012, dat is te lang. Oorzaak: deken van de Orde van Advocaten werkt niet mee. Heikele punt: wil geen objectief onderzoek met betrekking tot essentieel detail. De Raad van Discipline (RvD) had op maandag, 26 mei 2014 de hoorzitting. De RvD had de omissies van de deken niet waargenomen. De RvD was niet bereid direct objectief onderzoek garanderen, waarop ik de RvD (de leden van de zittingscombinatie) gewraakt heb. Gedurende de aanloop van 22 maanden zijn de deken en twee achtereenvolgende voorzitters van de RvD herhaaldelijk gewaarschuwd en zelfs de Hoge Raad (HR) geïnformeerd. Alle reacties beschouw ik als inadequaat en niet verenigbaar met wat de burger van de rechtsstaat mag verwachten1. Ik heb u correct en transparant geïnformeerd in mijn brief mijn waarnemingen. En vele bijlagen: wrakingsdocumenten, brieven aan HR (Pres., PG, plv PG) Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Uw antwoord is in strijd met uw taak, dat geeft ernstig te denken. Vandaar dat ik een groep meelezers betrek in mijn antwoord aan u. Van mijn brief herhaal ik de introductie, van uw brief herhaal ik de inhoud, zonder aanhef en afsluiting, beide brieven zijn als bijlage toegevoegd. De lijst van personen en instanties die ik informeer is aan het einde toegevoegd. 1 Deze zin lijkt vreemd, samenleving in plaats van mijzelf. maar is bewust zo geformuleerd. Ook bewuste keuze om de samenleving tegenover de rechtsstaat te positioneren, omdat dit de praktijk blijkt te zijn. Emile Gemmeke Verantwoording Tijdens het schrijven van deze uitvoerige reactie op onze ogenschijnlijk onbeduidende briefwisseling, heb ik versies ter review aan anderen voorgelegd. Mensen die het goed met mij voor hebben en gelukkig ongezouten kritieken durven te geven. Ik doe daar iets mee. Deze verantwoording is geen suggestie van mijn reviewers, wel het resultaat van mijn probleemanalyse en zoektocht naar een oplossing. Misschien nu cryptisch, straks duidelijk. Onderwerp: “Juridisch Verantwoord Handelen”. Ik zal inzichtelijk maken dat u dat niet gedaan heeft en zelfs zeer extreem het tegenovergesteld: onverantwoord en onjuridisch! Vanuit de gedachte elk-nadeel-heeft-zijn-voordeel wil ik hier een wending aan geven, om systeemfalen aan te tonen. Systeemfalen is een woord dat in de Eerste Kamer der Staten Generaal op 4 februari 2014 door dr. Alex Brenninkmeijer en dr. Ybo Buruma gebruikt is. Titel van deze deskundigen bijeenkomst was: “de staat van de rechtsstaat”2 Buruma heeft een leuke anekdote, een voorbeeld van een rechtzoekende die een strijd voor recht moest voeren, hij begint met: “Wat moet die wandelaar uit Oisterwijk nou denken.” Mijn verhaal is analoog (systeemfalen). Ik heb jaren van vernedering en onrecht achter de rug, dat verandert een mens, in elk geval deze mens: • meer dan ooit ben ik oprecht en integer, ik weet waar ik sta en waarom en “al schieten ze een kogel door de kop”, ik blijf voor recht gaan. Dit is geen eigenwijze grondhouding, ik sta open voor argumenten, maar niet voor macht en leugens. • ik houd mensen een spiegel voor. Brenninkmeijer heeft tijdens de zitting gesproken: Nu heb ik acht jaar lang als Ombudsman gewerkt en ik heb gezien wat geschillen, met name de overheid, nu eigenlijk betekenen voor burgers. Ik kan u zeggen dat het eenvoudige antwoord op die vraag is: buikpijn en hoofdpijn. Een gang naar de rechter is wel het laatste waar burgers aan denken. Dat gaat maanden en misschien wel jaren duren. Er is lang onzekerheid en dat is alleen maar ellende. Deze burger gaat niet voor buikpijn, hoofdpijn en ellende, deze burger gaat voor recht. Vindt u het erg wanneer ik buikpijn, hoofdpijn en ellende terug dirigeer naar waar ze voor mij moet zijn: bij de veroorzaker? Op de manier waarop ik de buikpijn, hoofdpijn en ellende terugbezorg, ben ik aangesproken door mijn reviewers: te cynisch, onnodig kwetsend. Zelfs mijn reviewers zitten in systeemfalen. Ondanks dat de gerechtelijke macht geen respect toont voor de burger, blijven ze vooralsnog in die gerechtelijke macht vertrouwen. Zij maken (nog) geen deel uit van de groep die Buruma beschrijft3: Te veel van de (steeds hoger opgeleide) justitiabelen herkennen zich niet in de rechtspraak. Dat kan niet alleen aan hen liggen. In die groeiende groep zit ik wel en u heeft mij er vaster ingeduwd. Dit is voor onze samenleving niet goed, deze groeiende groep. Ik kom met oplossingen. Deskundige bijeenkomst in de Eerste Kamer, onder meer dr. Alex. Brenninkmeijer en dr. Ybo. Buruma hebben daar, naar mijn mening, zeer waardevolle bijdragen aan gegeven. Internet: https://www.youtube.com/watch?v=gYuXQ8cWTMM 3 2009, in het NJB het artikel “Vertrouwen in rechtvaardige rechtspraak” Internet: http://njb.nl/blog/import/vertrouwen-in-rechtvaardige-rechtspraak.7393.lynkx 2 2 Emile Gemmeke Briefwisseling Mijn brief (introductie, advies) “Tot mijn spijt moet ik u berichten dat een tuchtrechtzaak in het ressort ArnhemLeeuwarden die niet voorspoedig loopt. Gezien het gestelde in de advocatenwet artikel 55 meen ik dat u dient te acteren.” Uit de Advocatenwet, artikel 55 Het hof van discipline waakt tegen nodeloze vertraging van het onderzoek door de raden van discipline. U reageert met (zonder van aanhef en afsluiting) “U doet een beroep op artikel 55 Advocatenwet en verzoekt mij op te treden. Ik meen niet aan dit verzoek te kunnen voldoen om de volgende reden. Artikel 55 Advocatenwet bepaalt dat het hof waakt tegen nodeloze vertraging van het onderzoek door de raden. De bepaling geeft het hof een inbreng in de procedure die bij de raad loopt, maar uitsluitend voor wat betreft de voortvarendheid. Over inhoudelijke bepalingen beslissingen of wat dies meer zij, kan het hof op de voet van artikel 55 geen inbreng hebben. Daarmee staat op gespannen voet dat het hof zich al in een eerder stadium mengt in een inhoudelijke discussie en vervolgens zelf in een beroepsprocedure daar in een later stadium in de procedure moet oordelen. Uw brief en de andere stukken beoordelend, meen ik dat u geen bezwaren over de voortgang zelf heeft. De bezwaren zijn inhoudelijk en hebben als gevolg daarvan uiteraard ook invloed op de voortgang, maar dat is niet de kern van uw bezwaar.” Ik kom tot de volgende constateringen (de nummers verwijzen naar uw paragrafen) Ter vergelijking: Ik kijk uit mijn zolderraam en zie op 500 m afstand rook, een boerderij lijkt in brand te staat, ik bel 112 en geef mijn bevindingen door. Dan meld ik iets, geef informatie en vraag niets. Ik vroeg u niets, ik adviseerde u. Dat doe ik graag, zo graag dat velen daar last van hebben. Verzoeken zou leiden tot afhankelijkheid. Afhankelijkheid wil ik niet, daar ben ik net een iets-te-zelfstandig-type voor. U leest slecht, voor een ervaren jurist bijzonder: u leest met vooringenomenheid. U vertoont zonder enige terughoudendheid hetzelfde gedrag als de deken en de voorzitter waarover ik informatie verstrekte (systeemfalen). Thema is een einde maken aan ernstige misstanden, dat kan op twee manieren. Iemand neem zijn verantwoordelijk of probeert er met een smoesje onder uit te komen. Uw tekst zal bij de meeste burgers wel degelijk en redelijk overkomen. Misschien zelfs bij enkele ervaren juristen. Maar in feite is hier sprake van grove misleiding. In een fatsoenlijke rechtsstaat zou uw brief aanleiding geven tot ontslag en vervolging vanwege corruptie. Klinkt ernstig, is ernstig. Het rechtsbeginsel waar u naar refereert is helder, dat rechtsbeginsel is juist, 3 Emile Gemmeke maar de toepassing is niet juist. Dat weet ik, dat weet u dus ook. Voor de andere lezers leg ik het in kort uit. 1950: 1995: Het Europese Verdrag voor Rechten van de Mens4 (EVRM) wordt geldig, in Nederland staat dit verdrag boven onze eigen wetten. Ruchtmakende uitspraak van het Europese Hof voor Rechten van de Mens (EHRM), het Procola-arrest (NJ 1995, 667) : In Nederland leidde het Procola-arrest tot een beleidswijziging bij de Raad van State waardoor voortaan gewaarborgd kan worden dat rechters niet oordelen over de zaken waarover zij eerder geadviseerd hebben.5 Dat rechters niet mogen oordelen over zaken waarover zij geadviseerd hebben, is voor mij als niet jurist super logisch. Misschien omdat ik van 1955 ben en de maatschappelijk geldende rechtsbeleving geassimileerd heb. Ik ken u leeftijd niet, maar mij lijkt dat u van na 1935 bent, dus tijdens uw opleiding moet het verdrag (EVRM) al aan de orde zijn geweest. Met betrekking tot het Procala-arrest en de Raad van State (RvS) komt direct bij mij op: (1) Hoe oud is de relevante wetgeving? (2) Waarom heeft de Raad van State (RvS) dat zelf niet eerder in de gaten gehad? Dan schrik ik enorm, die “club” heeft 45 jaar zitten slapen! Wanneer ik dit begrijp en voor mij parate kennis is, dan kunt u, in uw functie van voorzitter van het Hof van Discipline (HvD), voor mij toch niet onderdoen? Dus u weet dat voor de RvS en het HvD het Procola-arrest gelijke uitwerking heeft. U kent het rechtsbeginsel, dat hieraan ten grondslag ligt, EVRM artikel 6, “recht op eerlijk proces”, ten onrechte toe aan uw juridische entiteit. Want die is een rechtspersoon en dus geen natuurlijk persoon. Vergeten, nonchalance, minachting burger of bewuste misleiding? Als burger mag ik er toch van uit gaan dat het HvD dit beleid geïmplementeerd heeft, toen de RvS dat ook deed? Of maak ik u na nog eens 19 jaar wakker? Dan wil ik best voor u een protocolletje op een A4-je schrijven, dat de noodzakelijke “beleidswijziging” formuleert. De administratie lijkt mij eenvoudig, neem een bierviltje waar dit op de achterkant bijgehouden gaat worden, het viltje wil ik graag aanleveren. Overigens in normale burgertaal: • beleidswijziging: hoge rechters gaan zich aan de wet houden. • implementatie: de griffier moet een lijst bijhouden en controleren. (stom: nu verraad ik de oplossing: is mijn adviesopdracht van een maand verloren) Ik wil mij niet excuseren voor mijn belerende toonzetting, de verantwoording hiervoor heb ik reeds afgelegd, maar leg het nogmaals uit. Wanneer u met dit soort flauwekul komt: geen juiste inhoud (grove leugen) maar wel een correcte vorm, dan is mijn reflectie: correcte inhoud in een cynisch, belerende vorm. Ik ga door en terug naar advocatenwet artikel 55 en het werkwoord dat er gebezigd wordt: Waken. Ik lees de expliciete opdracht van de wetgever, uw werkgever, om niet in slaap te vallen. 4 5 zie Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_Verdrag_voor_de_Rechten_van_de_Mens zie Wikipedia (geen echte jurisprudentie): http://nl.wikipedia.org/wiki/Procola-arrest 4 Emile Gemmeke En wat gebeurt er: u slaapt en wanneer ik voor wekker speel; dan direct hardhandig een klap: uit jij, rot wekker. Wanneer u wakker was geweest en bereid tot Juridisch Verantwoord Handelen, dan was de voorzitter van de RvD, door dat prefect lopende proces, al een jaar geleden door u de oren gewassen, omdat hij de deken niet op zijn huid zat. Zonder melding van mij had u geacteerd. Ja, ik weet het, voor u voelt dit absurd, de indruk dringt zich op: “Gekke Gemmeke, die vent begrijpt helemaal niets van recht en justitie”. Als u durft door te lezen zonder vooringenomenheid en met enige reflectie, zal ik u aantonen dat ik misschien toch iets begrijp, namelijk waar het systeemfalen zit. Reflectie vraag: Procola-arrest, mijn analyse dat had ik toch goed? Welk gevoel wekt dit op: betrapt en schaamte of ontkenning en boosheid? Buruma sprak ook: Rechtspraak is steeds meer iets geworden van een systeem. We hadden het zojuist over systeemfalen en dat soort zaken. Ik zou bijna zeggen: “Systeemfalen bestaat er in belangrijke mate uit dat geleidelijk aan de individuele verantwoordelijkheid wegzakt. Ik doel op de individuele verantwoordelijkheid voor het geheel.” Hij heeft honderd procent gelijk, misschien wel meer dan dat, maar tevens mist hij iets evenzoveel. Het antwoord op de vraag: “Waarom nemen mensen die de individuele verantwoordelijkheid niet?” Heel specifiek wat veroorzaakt, dat u tegen mij moet liegen? Dat antwoord is in onze wereld allang gevonden, misschien dat zelfs diverse juristen er van gehoord hebben. Maar de link lijkt nog steeds niet gelegd. Dit gaat in uw voordeel pleiten. Ik kom hier op terug, eerst de rest van de brief, de andere onjuistheden. In uw brief stond tweemaal een belangrijk woord: inhoudelijk. Vanwege uw opmerking, dat woord inhoudelijk, heb ik de aangeleverde stukken opnieuw doorgelezen. Ik meende uitsluitend procedurele fouten vermeld te hebben. Controle en analyse bleken vrij eenvoudig, gewoon tellen6 van de kritieken. Van belang is de getalsverhouding van de twee soorten: • inhoudelijk (advocaat en vermeende verwijtbare gedrag) • procedureel (taken in de afhandeling die niet netjes worden uitgevoerd) In de aangereikte documenten heb ik uitsluitend met betrekking tot de procedure informatie verstrekt (7x). Dus geen inhoud, maar misschien hebt u een verwachting. Hoop doet leven, ik heb wel eens de verwachting dat er zomaar honderdduizend euro op de deurmat ligt, maar of die verwachting reëel is? Ik zal een tipje van de sluier lichten , voorzichtig naar “belang van inhoud”. Ja, u leest goed: belang van inhoud. Dit staat tegenover: negeren van inhoud. Het “belang” is immers procedureel, de inhoud zelf laat ik onder de sluier. Hoewel dit tussen u en mij niet meer uitmaakt, immers door mij voor-te-liegen heb u al bewust een partijdige en afhankelijke positie ingenomen. 6 Tot vorige week had ik het voor onmogelijk gehouden: de griffier van de Raad van Discipline heeft hier moeite mee. Ze gaat de wrakingscommissie opstellen en schrijft: Het wrakingsverzoek zal worden behandeld door de wrakingskamer die wordt gevormd door een (plaatsvervangend) voorzitter en vijf leden van de raad. Dacht toch echt dat dit vier leden zijn en dat de commissie bestaat uit 1 voorzitter + 4 leden = 5. 5 Emile Gemmeke Mag ik er van uit gaan dat voor het tuchtrecht algemene rechtsbeginselen van toepassing zijn, evenals er overeenkomsten met het strafrecht zijn? Dan voor de beeldvorming in Jip-en-Janneke taal7: Stel we hebben twee personen: M en P. Volgens het OM is het zeker dat P is komen te overlijden is door M. Tijdens de zitting vraagt de rechter zeer geïnteresseerd: “Meneer de Officier van Justitie, kunt u iets vertellen over de toedracht? Gaat het hier over: ”dood door schuld”, “doodslag”, ”moord” of ”moord met voorbedachten rade”? De Officier antwoordt: “Och, geachte rechter dat weet ik niet, maar dat we een lijk hebben is zeker en ik ben ervan overtuigd dat M de dood van P veroorzaakt heeft.” Heb ik hiermee enigszins helder aangegeven, dat toedracht van een voorval van belang is in het strafrecht? Lijkt me zomaar van invloed op de strafmaat. Voorbeeld: Die man die rustig door een woonwijk rijdt en niet op tijd kan remmen voor een kind dat plotseling voor zijn auto opduikt. Die man is toch geen moordenaar? Wanneer de beklaagde stout is geweest en het effect is helder: er is lijk in de kast. Dan moet de deken, in eerste instantie, en later de voorzitter van de Raad van Discipline, toch in die toedracht geïnteresseerd zijn, dus onderzoek doen?8 Of harder geformuleerd: hoe achterlijk is het om aan te sluiten bij het gedrag van de Officier van Justitie in het voorbeeld hiervoor? Het missen van die interesse, die alertheid, dat waken, is ontoelaatbaar nalatig gedrag. (Waken: sorry, moest even, wordt een echt vervelend begrip niet?) Inhoudelijk wordt datgene, wat die wakkere, geïnteresseerde en alerte persoon gaat waarnemen, maar dat hoeft niet iemand van het HvD te zijn. Waarschijnlijk begrijpt u ondertussen dat het mijn waarneming is, dat personen die deel uit maken van het tuchtrechtproces integraal zwaar aan slaapmiddelen verslaafd lijken te zijn. Ik schreeuw me schoor, maar mijn “wake-up call9” wordt nergens gehoord. Ik krijg geen buikpijn of hoofdpijn, maar keelpijn. Misschien moet dr. Alex Brennikmeijer op deze aanvulling attenderen? Conclusie Uw super keurige antwoord deugt van geen kanten. U handelt in strijd met de wetgeving, in strijd met uw maatschappelijke rol en uw antwoord bevat grove onjuiste suggesties om hiermee weg te komen. Tot hier mijn beoordeling. Tijd om de werkwijze van onze hoogste juridische tuchtrechter te veroordelen? 7 Deze oud-docent heeft een concept brief aan u, laten lezen door een docente Nederlands. De feedback was: goed en leuk verhaal, je vertelt het alleen klote, waardoor het niet over gaat komen. Daarom meer structuur aangebracht en abstractieniveau verlaagt voor de lezers (op schaal van 1-10: van 8 naar 4). 8 De Schiedammer Geloofsbrief van rechter Silvis door prof. dr. Peter van Koppen, 9 Wake-up call : mooi voorbeeld van terecht gebruik: Susan Boyle in Britain's Got Talent https://www.youtube.com/watch?v=RxPZh4AnWyk door Amanda Holden op 4:30 (zie http://en.wikipedia.org/wiki/Susan_Boyle ) 6 Emile Gemmeke Moet ik aan de procureur-generaal van de Hoge Raad gaan adviseren u te ontslaan of lijkt dat wat zwaar aangezet voor een klein briefje? Vanuit andere invalshoeken, analogieën, weet ik het zo nog niet: Nachtwakers, bijvoorbeeld in een museum, letten op. Niet alleen turen ze naar beeldschermen, ook maken ze regelmatig hun ronde. Op een avond valt een waker in slaap, zijn kind is ernstig ziek en heeft hem daarmee, voor de aanvang van zijn dienst, uitgeput. Toevallig wordt een schilderij gestolen dat aantoont dat ten tijde van meester Rembrandt er al nachtwakers waren. Wat denkt u dat met deze slapende “waker” gaat gebeuren vanwege dat ene (aantoonbare) roesje? In 2012 in het nieuws10. Twee KLM stewardessen hebben 9 uur voor vertrek in Zuid-Afrika bij het diner een glas wijn gedronken. De voorschriften zijn dat de laatste 10 uur voor vertrek geen alcohol genuttigd mag worden. KLM besluit de dames te ontslaan zonder ontslagvergoeding. In de gerechtelijke uitspraak vind ik niets terug over dossieropbouw, dus andere problemen werkgever vs werknemer. Dames waren tientallen jaren in dienst en van middelbare leeftijd, dus weinig nieuwe arbeidskansen. Tijdens de terugvlucht zijn er geen bijzonderheden, er is geen aantoonbaar effect! Rechter stelt de KLM volledig in gelijk. Testcasus: Hebben rechters een geweten, een geweten dat aansluit bij onze samenleving? Dan wil ik u, vanuit uw onafhankelijke geweten en beoordeling eens over uw eigen zaak laten nadenken, met in het achterhoofd de twee zaken hiervoor (de laatste is werkelijk voorgevallen) vanuit invalshoek: arbeidssituaties en werknemers die regels overtreden. Deken van de orde wil geen deugdelijk onderzoek wil doen. Welk belang dient de deken, welk belang moet de deken dienen? De voorzitter van de RvD vraagt de deken niet om uitleg. De burger die bij de voorzitter aanklopt is wanhopig, slapeloze nachten, stress en als gevolg ook problemen in privé en arbeidssfeer. Dus er is effect! Moet de deken getucht worden, zodat hij niet aan de voorzitter, maar aan de tuchtcommissie opheldering geeft? Moet de maatregel afgestemd worden op de persoonlijke schade? Hoe is dat voor de voorzitter, die van het Hof, die regelmatig bij de Raad op bezoek moest gaan (zijn ronde doen) en de lijst van zaken op voortgang controleren? Daar tweemaal een ingetrokken klacht had moeten aantreffen van dezelfde persoon en hierop niet acteerde? Of maakte de voorzitter zijn ronde niet? Ik denk dat onze samenleving hier een beeld bij heeft, waar u niet aan wilt. De vraag is of uw stellingname (mijn verwachting) te maken heeft met traditie of echte juridische beperkingen, ik kom er op terug. Uw meerdere in rang11, heeft net een weekje rust, nadat ze elf maanden geworsteld heeft met mijn klacht over de (ex) voorzitter van de Raad van Discipline. Ze wordt echt niet blij wanneer ik nu met een veel serieuze zaak bij haar aankom. Het voorval is ernstiger en uw positie is hoger (tot op heden ☺). Mr. C.L. de Vries Lentsch gaat richting haar pensioen, dit kunt u haar niet aandoen! Internet: http://nos.nl/artikel/420780-pursers-op-straat-om-wijntje.html mevrouw mr. C.L. de Vries Lentsch – Kostense plv. procureur-generaal van de Hoge Raad, hierna (PG HR), heeft mij 23 mei 2014 bericht over haar opvatting op mijn klacht over “mr.” B. van der Pol. 10 11 7 Emile Gemmeke Genoeg geplaagd, mijn boodschap zal ondertussen helder zijn. Tijd voor de toekomst, oplossingen in plaats van problemen. De eerste stap is het beantwoorden van vragen die opgekomen zijn: • systeemfalen: oorzaak en waarom pleit dat voor u. • praktisch denkniveau: was er een reëel alternatief? • wat is de basis van Juridisch Verantwoord Handelen, is daar wettelijke borging voor? • weten we wat er precies speelt Systeemfalen Ik begin met een Quiz, systeemfalen en individuele verantwoordelijkheid: • [Ja] Buruma heeft gelijk, daar ligt een oplossingsrichting, mensen moeten individuele verantwoordelijkheid nemen. • [Nee] Buruma heeft ongelijk, de mens is hiertoe niet uitgerust. Mijn antwoord is [Nee], omdat … Na de oorlog zijn psychologen bezig geweest met de vraag: “hoe komt het dat goede mensen dingen doen waarvan ze weten dat die niet goed zijn”. Hoe menselijk handelen door situatie wordt gedreven en niet door verstand, leert ons het experiment van Milgram12. Zoals op Wikipedia staat: het is vaak herhaald en de resultaten reproduceren, dus de resultaten zijn betrouwbaar. Dit experiment is vanwege de terechte hogere wetenschappelijke ethiek niet meer toegestaan. Kort samengevat: Het blijkt dat meer dan 60% van normale mensen in dit experiment ver voorbij een redelijke grens gaat acteren. In concreto een medemens doden, die ze slechts éénmaal gezien hadden en gewoon aan het experiment meedeed. De rollen hadden omgedraaid kunnen zijn! Vanuit een iets andere invalshoek is ook het college dat dr. Bart Boom vertelde op de Universiteit van Nederland interessant met als titel: Hoe kon een doorsnee Duitser uitgroeien tot een massamoordenaar?13 Weer een andere invalhoek is een Engelse uitspraak: “Shit drips”. Deze gedachte is door Duitsers, die zich moesten verantwoorden, vertaalt naar: “Befehl ist Befehl.” Ik vind het belangrijk om met nadruk op te schrijven dat ik deze referenties geef met het doel de richting te duiden van de oorzaak. De ernst van toen is niet te vergelijken met de ernst van het systeemfalen nu. We hebben samen de verplichting om dat ook zo te laten. Misschien lijkt het er op dat nu het hoofd van de procureur-generaal op het hakblok moet, maar dat lost volgens mij niets op. Immers mr. J.W. Fokkens is niet de “creator” van het systeem. Hij is in deze context totaal niet te vergelijken met een Hitler of Himmler. Zonder de mens te kennen, wil ik zijn goede bedoelingen niet in twijfel brengen. Volgens mij is het systeem een zelfstandige ontwikkeling in de tijd geweest, een sociaal proces dat haar eigen leven leidt. Wat mij zorgen baart is, dat deze ontwikkeling nog steeds door gaat. Deze ontwikkeling is zeker te stoppen en om te keren. Uitleg: http://nl.wikipedia.org/wiki/Experiment_van_Milgram, filmpje op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=BcvSNg0HZwk 13 http://www.universiteitvannederland.nl/college/hoe-kon-een-doorsnee-duitser-uitgroeien-tot-eenmassamoordenaar/ 12 8 Emile Gemmeke Mijn visie daarop wil ik graag aan een gewillig oor kwijt. Overwogen om in deze brief mijn inzichten hierover op te schrijven, maar ik schrijf al zoveel over zoveel verschillende aspecten. Dus ik doe het niet en hoop op een uitnodiging van u of een van de meelezers. Wel wil ik kwijt, dat u ontslaan vanwege het niet nemen van de individuele verantwoording en mij voorliegen, dus corruptie, juist het systeem beschermt. Hoe paradoxaal dat ook lijkt, dus aan de meelezende Procureur-Generaal Hoge Raad (PG HR): Alstublieft het systeemfalen moet weg, niet mr. van Dijk”. Was er een reëel alternatief? Ik ga u niet vertellen hoe de voorzitter RvD de deken had kunnen bijsturen, die weg is wat speciaal, maar ik zie haar in bestaand recht. Wel geef ik een voorbeeld hoe u, een stapje hoger in de keten, dat met de voorzitter had kunnen doen. Beter gezegd, twee voorbeelden, twee mogelijke telefoongespreken: 1) De amicale variant, de leukste: “Ha die van Osch, fijn dat ik je te pakken krijg, we moeten even sparren. Maar eerst. Onze golfafspraak volgende week, die moeten we verschuiven. Die middag heb ik een zitting. Voor onze eetafspraak daarna wordt het te laat als wij naar jullie komen, misschien een idee dat jullie naar ons komen? Heb het er thuis even over. Waar ik voor bel, die Gemmeke, die burger met die vervelende briefjes, die denk dat hij het beter weet dan wij, hij maakt het moeilijk. Enne, ik heb twijfels of we hier geen last mee krijgen. Lijkt me een terriër. Heb jij kijk op de zaak en is die deken van jou wel goed bezig geweest? Ik heb geen zin in gezeur, nu ik op het punt sta een mooie stap te maken. Geert Corstens gaat per 1 november weg en Maarten Feteris schuift door. Voor die plaats wil ik mij kandidaat stellen.” 2) De zakelijke variant: “Van Osch, goed dat ik je snel te pakken heb. Toen ik zomer 2012 op deze stoel kwam heb ik mij voorgenomen om het niveau behoorlijk op te krikken. De discussies in de kamer en met NOvA irriteren me mateloos. Alsof extra wetten wat gaan oplossen. Wij moeten het doen, wij moeten scherp zijn, wij moeten alert zijn. Terzake: ik heb een brief van meneer Gemmeke uit Nijmegen gekregen en dat voelt niet goed. Ik wil je op je hart drukken om hier snel en adequaat mee om te gaan. Het zou jammer worden als ik erin moet duiken en optreden. Gemmeke zal ik berichten, dat ik vragen heb uitgezet voor de beantwoording. Zal een week noemen. Mooiste is als jij, voor die tijd, kan verzekeren dat de kou uit de lucht is.” Onderdeel van het systeemfalen is, dat voor u dit niet als reëel voelt. Gokje, verwacht u niet dat: • direct na uw telefoontje mr. van Osch in de telefoon klimt en mr. de Vries Lentsch belt met: “Hoi, van Dijk is de weg kwijt, denkt opeens dat ie mijn baas is”. • mr. de Vries Lentsch u daarna belt: “Ik adviseer je, om niet op mijn stoel te gaan zitten” Onderdeel van het systeemfalen is te hoge aandacht voor vorm en te weinig voor inhoud. Wanneer inhoud boven vorm staat, dan zou het anders gaan. Dan beseft van Osch dat u verantwoordelijk bent voor de kwaliteit in de keten en dat u in deze het vertrouwen en de steun van de PG HR heeft. Gokje, weer een, over de reactie die deze zinnen opwekken, in mijn gedachten hoor ik al: 9 Emile Gemmeke “Binnen de gerechtelijke macht is onafhankelijkheid een kernkwaliteit die boven alle anderen uitstijgt. Zonder onafhankelijkheid is een goed rechtssysteem onmogelijk. Gemmeke begrijpt niet dat hij het fundament onder de onafhankelijkheid wegslaat.” Beetje goed gegokt? Ik hoop het. Want als dat niet zo is, dan moet ik mijn hypothese “De meeste juristen, ook hooggeplaatste, zijn goede mensen” loslaten en vervangen door wat ik van velen hoor, “ze zijn allemaal corrupt”, “juristen zijn graaiers”. Juridisch Verantwoord Handelen, is daar wettelijke borging voor? Eigenlijk heb ik mijn antwoord al gegeven. Terug naar het begin, dat stuk over inhoud en procedure. De onafhankelijkheid moet met betrekking tot inhoud volledig gegarandeerd zijn, hierover is geen discussie mogelijk. Daarover zijn we het eens. Maar procedureel is anders. De PG HR is er verantwoordelijk voor dat personen op cruciale functies goed functioneren en dus alert reageren op signalen. Er moet nog meer zeer alert gereageerd worden op valse signalen. Valse signalen zijn iets procedureel laten voorkomen, terwijl voor de melding in feite een ander argument speelt. Uw signaal aan mij was vals! Het is, volgens mij, geen optie om vanwege het mogelijke misbruik, de valse signalen die niet onderkend gaan worden, de procedurele bescherming van het systeem weg te nemen of te verzwakken, dat geeft immers serieus systeemfalen. Deze burger heeft daar ernstig last van en deze burger niet alleen. Misschien dat u mijn verhaal leuk vindt en direct in wetboeken gaat snuffelen of u dit wel mag. Niet doen, echt niet gaan doen! Gelukkig staat dit nergens in de wet, dus u gaat het dus ook niet vinden. Gelukkig! In de wet staat ook niet dat ouders hun kinderen manieren moeten leren. Maar in onze samenleving hebben we er met zijn allen last van wanneer ouders dat niet doen. Opnieuw ga ik Buruma aanhalen, deze wijze man, een maandje jonger dan ik, dus relatief nog jong van geest. Sprak in de Eerste Kamer met betrekking tot die wandelaar uit Oisterwijk ook als oorzaak het ontbreken van common sense. Uw maatschappelijke positie verplicht u te acteren, de wet iets te weinig. Ik zou artikel 55 veranderen in: Het hof van discipline bewaakt, zoals een goed huisvader beaamt, dat klachtafhandeling voldoet aan wat de burger mag verwachten. Heel mooi is dat hierin tijdgeest besloten ligt. Ik ga even extreem. Wanneer over tien jaar het eindelijk gebruikelijk is, dat wanneer iemand het bureau van de Orde belt om een klacht te melden: direct een door de overheid betaalde taxi de klager ophaalt en koffie geeft. Dan wordt er met een psycholoog, een jurist en een procesdeskundige gekeken wat er speelt, dan is dat de nieuwe maatschappelijke norm. In die setting is de voorzitter van het HvD al bijna nalatig als het koekje bij de koffie beschimmeld is. Ga ik echt extreem? Kijk eens in de wereld rond. Klanttevredenheid is “hot”. Alleen al voor feedback geven, wordt vandaag-de-dag beloond. Hoeveel voorbeelden wilt u? Wil de staatssecretaris hieraan? Ik gok, mr. Fred Teeven reageert in de sfeer: “Meneer Gemmeke, de klagers over de advocatuur zijn hoofdzakelijk mensen die hun teleurstelling over de uitkomst van een eerlijk proces, waarin zij verloren hebben, niet kunnen verwerken. U hebt geen idee hoeveel bagatel klachten wij krijgen.” 10 Emile Gemmeke Dan zou ik Teeven diep in zijn ogen kijken, wetend wat zijn antwoord is, en zeggen: “Denkt u dat nu echt?” En hem daarna uitleggen dat hij het resultaat krijgt van wat hij zelf mede veroorzaakt. Kijk op de werkelijkheid (wat speelt er) In het stukje waarin ik Brenninkmeijer citeerde, dat met die pijn, staat nog een heel belangrijke opmerking. Een gang naar de rechter is wel het laatste waar burgers aan denken. Dat gaat maanden en misschien wel jaren duren. Er is lang onzekerheid en dat is alleen maar ellende. Hoeveel procent van de werkelijk ontevreden rechtzoekenden laten het na om een tuchtrechtgang te beginnen? Brenninkmeijer geeft een indicatie van de afhakers. Verder lees ik een uitleg, die raakt aan Buruma’s “vertrouwen”, door het gebruik van het woord “onzekerheid”. Gelijk hebben is nog niet gelijk krijgen. Voor de rechtzoekende voelt het als een kansspel, geen recht. Vele, vooral hogeropgeleiden laten het zitten en nemen verlies, daarin ben ik ervaringsdeskundig: • pas anderhalf jaar later. Toen de effecten van de (on)rechtsgang bleven verergeren, heb ik eindelijk de beslissing genomen: nu is het over mijn grens; • het advies maar verlies te nemen heb ik van familie, vrienden, kennissen en collega’s talloze malen gekregen; • zelfs van psychologen, die vonden mijn persoonlijke trauma te diep; Ja, deze burger schrijft deze regel en de tranen springen in zijn ogen, het echte verdriet zit diep, heel erg diep. Volgens mij moet iemand van ontzettend goede huize komen om door de betonnen muur heen te breken. Kracht vinden om zijn verdriet niet in boosheid en onbegrip om te zetten. Ik put mijn kracht eruit dat ik een voorbeeld wil zijn voor mijn kinderen. Mijn jong volwassen dochters die ik al jaren niet meer gezien heb, meer achtergrond ga ik hier niet geven. Dan geef ik immers inhoud, dat moet niet in deze brief. Mijn oprechte indruk is: • dat de meeste, terecht klachtwaardige, ervaringen nooit bij de deken komen; • een advocaat voor het klachtproces is onbetaalbaar, dat zijn privé kosten. Alleen het, nieuw bedachte griffiegeld van 50 euro, komt eventueel terug. Daar was al uitgebreid discussie over. Teeven zei op 2 april 2014 in de kamer: “de klager moet het voor de gemeenschap doen, maar ervaart dat veelal niet zo”. Moet ik hem weer diep in de ogen kijken? Ik doe het voor de gemeenschap en ken de prijs. Wanneer de kwaliteit van een systeem bewust afhankelijk wordt gemaakt van getergde moralisten, dan lijkt mij verval gegarandeerd. • relatief veel klachten die in behandeling worden genomen, zijn te slecht geformuleerd (geen jurist, te kostbaar). Ze worden niet op die grond afgewezen, maar de slechte formulering leidt indirect wel tot afwijzingen. Mijn dossier is ondoorgrondbaar geworden, daar heeft de zittingscommissie last van gehad (jammer, ik vroeg de deken augustus 2012 om hulp, hij weigerde); De gegevens in de jaarverslagen van het Hof en de Raden van Discipline zijn hierdoor wetenswaardigheden, die echt helemaal niets zeggen wat er speelt in de wereld van de advocatuur. Thema: Voor zij die willen blijven slapen met mooie dromen is dit natuurlijk ideaal. 11 Emile Gemmeke Om de werkelijkheid goed te kennen is onderzoek geboden. De NOvA heeft in 2012 mr. Reina Jan Hoekstra aangesteld als interim rapporteur toezicht advocatuur over de kwaliteit, objectiviteit en integriteit en deze taak gegeven. De Tweede Kamer heeft in zitting van 2 april 2014, bij de behandeling van de aanpassingen op de Advocatenwet, de heer Hoekstra vele credits gegeven dat de staatssecretaris en de NOvA uit de jarenlange impasse zijn gekomen. Heb ik met deze brief het vertrouwen gekregen dat ik: • het goed voor heb met onze rechtsstaat? • juristen in hun waarde wil laten, maar ook in mijn waarde gelaten wil worden? • wetten en recht met “common sense” benader en redelijk resultaat boek? • mijn benadering over ingrijpen in procedurele sfeer, iets is om over na te denken? • misschien een zinnige kijk heb op het werk van mr. Rein Jan Hoekstra? Die kijk, die visie wil ik graag uitdragen, maar niet in dit schrijven. Mijn conclusie wil ik wel verklappen: een ongekende ramp, de fixatie van het bestaande! Mijn conclusies lijken bijzonder. Ik focus op het geheel en de toekomst, niet op het detail en vandaag. Uw ontslag zou het laatste zijn, waarmee de aandacht voor het eerste verdwijnt. Dat verdwijnen mag niet, dat is voor de samenleving geen optie! Afsluitend een kinderlijk eenvoudige vraagstuk, dus geen doordenker. Hoe zullen de criminaliteitscijfers oplopen wanneer de politierechercheurs weigeren nog aan onderzoek te doen, waaronder het forensische? Die waarheidsvinding waar het mij om gaat? Denkt u dat strafrechters blij worden van dat gedrag? Hoe zal de burger daar in staan? De spelregels in het juridisch tuchtrecht zijn in principale toch niet anders? Of niet, misschien ben ik iets te simpel, dan is het fijn als u het geduld kunt opbrengen mij dat in Jip-en-Janneke taal uit te leggen. Want ik wil het graag begrijpen, dat verlicht mijn verdriet, want dat heb ik. Anders blijf ik bij mijn huidige beeld: • geen strafrechtelijk onderzoek => criminaliteitscijfers vliegen omhoog; • geen tuchtrechtelijk onderzoek => laat me raden? Doelde mr. Arthur Docters van Leeuwen met zijn “het bestaande is geen alternatief” hierop? Ter afsluiting: van de kritieken, de analyses, de oplossingen en de visies die in mijn hoofd rond dwarrelen heb ik de afgelopen week slechts een fractie op papier gezet. Om deze brief voldoende coherent te houden hiervan hooguit een derde gebruikt. Elke lezer, die met mij van gedachte wil, of (misschien beter) durft, te wisselen, nodig ik uit voor een spannend en constructief gesprek. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: RvD, HR (3x), Kamercommissies Veiligheid en Justitie, NOvA (deken & algemeen secretaris), OvA Gld (deken) 12 Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Mr. J.C. van Dijk, voorzitter presidium Hof van Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 11 juni 2014 Onderwerp : Juridisch Verantwoord Handelen (2). Geachte heer van Dijk, Op 26 mei 2014 heb ik u een advies gegeven. Ik herhaal: Gezien het gestelde in de advocatenwet artikel 55 meen ik dat u dient te acteren. In uw brief van 27 mei 2014 geeft u aan niet te willen acteren. U vat mijn advies als verzoek op. Op deze stellingname heb ik op 3 juni 2014 uitvoerig gereageerd. Mijn reactie bevatte in grove lijn drie onderwerpen: • Tuchtrecht procedure loopt van geen kanten; • U had dit zelf proactief moeten signaleren, daarover is de advocatenwet heel duidelijk. Zelfs wanneer ik u een nette kans geef, blijft u nalatig. De manier waarop u zich van uw taak probeerde te onttrekken geeft ernstig te denken • Er is een maatschappelijke relevatie, uw houding valt binnen een patroon. Het woord is systeemfalen We zijn een weer week later, ik heb niets vernomen. Dat terwijl u eerste reactie per ommegaand post was. Volgens mij is dat opnieuw zeer kwalijk, ik durf opnieuw van nalatigheid te spreken. Misschien is gedeelde smart halve smart. Immers, ook anderen1 hadden vanuit hun maatschappelijke rol moeten reageren. Zij waren geïnformeerd. Ook zij gaan de herkansing in, want middels een kopie worden zij opnieuw geïnformeerd. Ik ga de onderwerpen hierboven, eerst van onder naar boven langs. Daarna gaan ze samenvallen, ik richt mij vooral op de interferentie tussen deze onderwerpen. Verder natuurlijk aandacht voor de huidige fase, die u had moeten voorkomen. Het kan zijn, dat een brief van u en deze van mij elkaar kruisen. In dat geval zal ik natuurlijk beoordelen in welke mate openstaande punten bevredigend beantwoord zijn. Of u uw taak naar behoren heeft opgepakt. Mochten wij na deze brief op belangrijke punten verschil van inzicht hebben, dan zie ik u gemotiveerde verweer met grote belangstelling tegenmoet. 1 RvD, HR (3x),OvA Gld (deken) Emile Gemmeke Maatschappelijke relevatie Het voorstel voor de nieuwe Advocatenwet wordt, naar ik begrepen heb, binnenkort door de Eerste Kamer behandeld. Mijn brief van 3 juni 2014 eindige met mijn mening hierover, zonder al te veel argumenten, slechts een hint vanuit één invalshoek. Dit komt ook aan de orde, maar het is niet het doel van deze brief, wel een belangrijk zijeffect. Doel is u, en indirect anderen, aan te spreken. Verder u te beschermen tegen uzelf. Ik hoop dat lezers deze tekst lezen en herlezen, met in gedachten de vragen: • Is hier een incident of probleem? Mijn stelling: Het is een algemeen probleem. Immers elke andere deken, voorzitter RvD en dergelijke hadden in alle situaties soortgelijke fouten gemaakt. • Is Gemmeke veroorzaker of toont hij daadwerkelijk systeemfalen aan? Mijn stelling: ik ben geen veroorzaker, wel een goede blootlegger. • Gaat de nieuwe Advocatenwet dit oplossen en waarom dan? Mijn stelling: zeker niet, in tegendeel. De link met maatschappelijke relevantie, zal ik een aantal malen krachtig maken, dus mijn visie op de toekomstige kwaliteit van de advocatuur in Nederland. Wanneer ik een beslissende rol zou vervullen, dan zou ik voor de behandeling in de Eerste Kamer het naadje van de kous willen weten. Ik zou tijdsdruk voelen! Maar ik ben geen lid van de Eerste Kamer en ambieer dat ook zeker niet. Vanuit de bredere maatschappelijke relevatie lijkt er geen tijdsdruk te zijn, lijkt … Bij de Raden van Discipline worden ongeveer 750 klachten per jaar ter behandeling ingediend, hiervan gaan 45% gaat door naar het Hof. 2 Wanneer mijn ervaringen staan voor zo’n 10% van de klagers, dan is er slechts één terecht gefrustreerde burger per week. Op al die 17 miljoen anderen, die nog vertrouwen in de rechtsstaat hebben, natuurlijk verwaarloosbaar. Volgens mij, staan mijn ervaringen voor een groep klagers, aangevuld met de grotere groep burgers, die het klachtproces niet eens ingaan omdat die burgers geen vertrouwen in de rechtsstaat en rechtsspraak hebben. Maar dan nog steeds raakt dit niet een groot deel van de bevolking. Een dagje vieze treinen, vanwege stakende schoonmakers gaat er harder in. Beter geformuleerd: dat is voor de media veel leuker om te presenteren. Op pagina 10 van mijn brief verwees ik naar een anekdote van dr. Ybo Buruma. Hiermee geeft hij op een geestige manier, in het kort, weer hoe ernstig een burger tegen systeemfalen kan op lopen. Die wandelaar uit Oisterwijk, die voor zijn recht opkomt en pas bij de Hoge Raad dat krijgt. Buruma’s invalshoek is, vrij vertaald: “hoe kan het systeem zo ernstig falen in haar doelstelling recht zoals recht bedoeld is?” Zonder aan het belang van deze introspectieve invalshoek af te willen doen, heb ik ook graag aandacht voor de volgende andere invalshoeken: • Welke persoonlijke strijd heeft deze wandelaar moeten voeren? Hoeveel uren wakker liggen, stress, ergernis? De kosten, niet alleen van advocaten, maar ook de minder zichtbare: de uren Bron jaarverslag 2012, dat van 2013 lijkt nog niet klaar te zijn. http://www.raadvandiscipline.nl/admin_assets/content/content_files/public/Jaarverslag%202012%20Hof% 20en%20raden%20van%20discipline.pdf 2 2 Emile Gemmeke • • overleg, de reiskosten? Hoeveel maanden of jaren heeft dit zijn leven gedomineerd en relaties met anderen beïnvloed? In de media lees ik dat de scheiding tussen Bauke Vaatstra en zijn vrouw, door Bauke’s strijd voor recht veroorzaak is, er zijn dus voorbeelden. Met regelmaat ben ik door vrienden en kennissen gewaarschuwd, die de angst hebben dat mij hetzelfde overkomt. Heeft de RechtsStaat der Nederlanden zich statig gedragen jegens deze wandelaar? Dus zijn er excuses aangeboden en is deze gedupeerde van onze “rechtsstaat” redelijk gecompenseerd? Heeft de RechtsStaat der Nederlanden iets geleerd? Is dit voorval gepubliceerd, met tijdlijnen, kosten en dergelijke, zodat volgende burgers minder kans hebben op dezelfde ellende? Of gaat de invloedsfeer van de lerende staat niet verder dan de nationale politie van het plaatsje Oisterwijk, een paar personen? Wie durft er een inschatting te maken van het aantal burgers dat zoiets overkomt en de eindstreep, uitspraak Hoge Raad niet haalt? In andere woorden: hoeveel verborgen onrecht bestaat er? Ik voel mij in deze ervaringsdeskundige en ben pas halverwege op de weg naar de grijze wijzen (HR). Ik schreef: “Vanuit de huidige maatschappelijke relevatie lijkt er geen tijdsdruk te zijn.” U begrijpt ondertussen hoe ik er werkelijk tegenaan kijk. Uw houding, het niet acteren Uitgebreid ben ik ingegaan op het werkwoord waken dat in advocatenwet artikel 55 gebruikt wordt. Gelet op het feit, dat ik op generlei wijze reactie heb gekregen, begint bij mij de indruk zich op te dringen dat uw bewustzijnsniveau3 van slaap naar bewusteloosheid (knock-out) is gegaan. Dat is jammer, ik beoogde een wake-up call. Dit vluchtig schrijven, een soort vlugzout, heeft tot doel u alert te krijgen. Ik zal u uitleggen hoe de drie onderwerpen in deze brief interfereren en met als uitkomst dat u opnieuw niet handig bezig bent. Maar eerst mijn persoonlijke reflectievraag. Ik stel deze in de derde persoon: “is deze gewone burger aan het dwalen of komt hij tot juiste juridische en maatschappelijke conclusies”? Wanneer mijn betoog in mijn vorige brief kant-nog-wal raakte, voor wat betreft het juridische deel, zoals het effect van het Procola–arrest, had ik per ommegaande een briefje verwacht in de trend van: Geachte heer Gemmeke, Uw brief van 3 juni heb ik met aandacht gelezen. Ik voel de persoonlijke betrokkenheid en uw goede bedoelingen. Deze goede bedoelingen komen voort vanuit een rechtsbegrip, dat u, zoals u zelf omschrijft, “geassimileerd” heeft. Tot mijn spijt moet ik u verzekeren dat uw rechtsbegrip, zoals ik dat uit uw brieven opmaak, niet aansluit bij het mijne. Sterker, ik meen dat het niet aansluit bij gangbare juridische opvattingen. 3 Zoals dit begrip binnen de psychologie gebruikt wordt. 3 Emile Gemmeke Ik ga u niet middels uitvoerige briefwisselingen een academische opleiding rechten geven, voor een dergelijke opleiding verwijs ik u naar de Open Universiteit of de Radboud Universiteit. Hopelijk begrijpt u dat er voor mij geen aanleiding is, om op details van uw brief verder in te gaan en blijf bij mijn eerder ingenomen standpunt. Ik ben van mening dat uw kritiek geen juridische of maatschappelijke grond heeft. Mochten wij onverhoopt hierin van mening blijven verschillen, staat het u open om de procureur-generaal van de Hoge Raad, voor uitsluitsel, hierover te benaderen. Rest mij een persoonlijke noot: ik wens u veel sterkte met de persoonlijke situatie die u helder weet te verwoorden en adviseer u hierin toch een ander traject te volgen. In deze sluit ik mij bij het standpunt van de deken aan. met vriendelijke groet, J.C. van Dijk, voorzitter Hof van Discipline Een brief met een dergelijke strekking heb ik niet gekregen. Wel heb ik de schriftelijke bevestiging van de griffier, van de Vaste Eerste Kamercommissie voor Veiligheid & Justitie, dat ze mijn brief aan u de moeite vond om naar de commissieleden te sturen. Voordat ze hiertoe besloot, heeft ze hem waarschijnlijk gelezen. Dat schrijft ze niet, ik heb hiervoor wel redenen4. Waarschijnlijk weet mevrouw mr. K. van Dooren binnenkomende stukken goed te beoordeelden. Ze heeft al tien jaar ervaring. Mocht haar beoordeling te wensen over laten, dan was daar zeker op ingegrepen. Ik heb dus twee redenen om mij gesteund te voelen mijn analyse. De tuchtklacht Op dit moment loopt er een proces, de behandeling van een tuchtklacht, dat met de huidige wraking van de zittingscombinatie is stilgelegd. De vele bijlagen die u heeft gekregen en mijn uitvoerige brief van 3 juni 2014 moeten toch wel duidelijk maken dat er heel veel mis is gegaan. Laat ik zeggen, er wordt fout-op-fout gestapeld. Ik kan mij goed voorstellen dat u niet een-twee-drie een goed overzicht heeft over de feitelijke situatie, dat is zeer begrijpelijk. Wanneer ik de anekdote van Buruma zo hoor, hoor ik iets soortgelijks, dat fout-op-fout stapelen, hij zegt letterlijk: “het kan niet gestopt worden.” De interessante vraag die dan opkomt is: “is dit een juridisch gegeven?” Is dit een proces, dat gegeven Nederlands recht noodzakelijk moet doorlopen? Ik geloof daar niets van. Wel geloof ik dat het de macht van de gewoonte is dat het niet gestopt kan worden. Rechtelijke macht wordt gestuurd door menselijke macht der gewoonte. Wanneer dit inzicht tot stand komt, dan is stoppen niet zo moeilijk. Gewoon de reflectie vraag: ”waar zijn we nu mee bezig?” En dan: halt. Zeker in de actuele casus. De stapel heeft al genoeg fouten. De gedachte: “resultaten in het verleden geven verwachtingen voor de toekomst”, geven een reële kans op aanvulling. Ze moest de brief downloaden met link http://www.gemmeke.nl/20140603_VKC1&2_V&J.PDF, dat is op 17:44 gedaan, haar email is verzonden om 18:55, dus ruim een uur later. 4 4 Emile Gemmeke Persoonlijk zou ik direct de zaak stilgelegd hebben en met hoge spoed een onderzoek starten. Ja, dit lijkt in strijd met artikel 55: “waken voor de voortgang.” Echter een goede snelle eindsprint laat de zaak eerder en beter eindigen dan met doorknoeien gaat gebeuren. Vandaar dat ik afgelopen week geduldig gewacht heb op een briefje als: Geachte heer Gemmeke, Uw brief van 3 juni 2014 bevat elementen waarvan ik de juiste juridische beoordeling in overleg met anderen wil doen. Terecht wijst u erop dat zaken onzorgvuldig lijken te zijn verlopen. In hoeverre dit een goede rechtsgang belemmerde en blijft belemmeren kan ik op dit moment niet overzien. Ik heb de Raad van Discipline verzocht even pas op de plaats te maken. Gevraagd de zitting van de wrakingskamer nog niet te plannen. Met spoed beraad ik mij op de ontstaande situatie, mocht ingrijpen noodzakelijk blijken, dan is het in ieders belang, dat de genomen maatregelen, de zaak tot een procedureel correct en voorspoedig einde brengen. Hopelijk is het niet nodig, gezien de verstoorde relatie tussen u enerzijds, en de deken en de Raad van Discipline anderzijds, dat de klachtbehandeling binnen een ander arrondissement vervolgt moet worden. Ik bericht u zo spoedig mogelijk, indien nodig neem ik nog contact met u, bijvoorbeeld in het kader hoor en wederhoor. met vriendelijke groet, J.C. van Dijk, voorzitter Hof van Discipline Terwijl ik dit schrijf, valt er een brief van de Raad van Discipline op de deurmat. Beetje ambivalent stel ik vast dat opnieuw aan mijn verwachting wordt voldaan. Een nieuw foutje op de stapel. Of beter een nieuw foutje met aanvullend een logische vervolg fout. Dus in totaal: twee. Volgens mij waren er voldoende opties om fouten te voorkomen of te corrigeren, zelfs die van anderen. Het verleden laat even voor wat het is, voor het heden zal ik op het einde wat gedachten formuleren. Interferenties Ik had al de vraag geformuleerd of er sprake is van een incident, dus eigenlijk een toevallige samenloop van omstandigheden. Mijn antwoord op deze vraag is een harde en duidelijke: neen. Wel is bijzonder de manier waarop ik zaken aan de kaak stel. Zie hiervoor ook de verantwoording in mijn brief van 3 juni 2014. De buikpijn en hoofdpijn komen terug bij de veroorzaker en daarin ben ik, vermoed ik, vrij uniek. Het is mijn overtuiging dat het tuchtrecht eerst op niveau moet komen, voordat een klacht door de molen jagen, zin heeft. Deze opstelling zal mij van anderen onderscheiden. Vandaar dat mijn lopende klacht meer een soort proefproces is. Vanuit de gedachte dat deze, niet zo jonge, onderzoeker zijn hypothese graag bevestigt ziet, tot op heden een zeer succesvolle proef. Voor de schuldvraag: “hoe haalt beklaagde het ook maar in haar hoofd om zo idioot te acteren?”, wijs ik naar het falend toezicht. Zeker, ze heeft haar eigen verantwoording te dragen, maar de setting was niet goed. Zoals jaren geleden de setting in de wielersport ook niet goed 5 Emile Gemmeke was. Aan die setting heeft Lance Armstrong minder schuld dan het falend toezicht op de wielersport. Misschien komt de Hoge Raad er over een jaartje of wat achter dat het echt geknoei was. Dat heet een gerechtelijke dwaling, geloof ik. Doen we het gewoon nog netjes over. Zoiets zal een advocaat als mevrouw mr. Zegveld5 of mr. Knoops wel een leuk klusje vinden voor het Europese Hof of nationaal. Ze zullen smullen van mij dossieropbouw. Misschien gaat het een andere kant op. Vanwege die interferenties of dit vlugzout. Een aantal meelezers heeft liever niet dat ze over enkele jaren aan een Tweede Kamer commissie moeten uitleggen waarom ze niet geacteerd hebben. In het lopende onderzoek naar de woningcorporaties komt het antwoord: “in die tijd was het normaal, nu zou ik het anders zien.” Klinkt als berouw komt na de zonde. Een zondaar, die heeft zichzelf al in een moeilijke positie heeft gemanoeuvreerd, is onze staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Juli 2012 ben ik begonnen met mijn proeve van kwaliteit van het advocatentuchtrecht. Een jaar later had ik al met regelmaat het ministerie van Veiligheid en Justitie benadert. Als een verlaat verjaardagscadeau, blijkt op 15 juli 2013 het ministerie de volgende stikker op haar postbus te hebben geplakt6: Mij lijkt dit de politiek van een grote Afrikaanse loopvogel en haalt natuurlijk niets uit. De zware deur aan de voorkant van de ivoren toren zit dan wel dicht, maar aan de publiekelijke tuinzijde is dat discussiezaaltje met 150 personen. Die zijn gevoelig voor wat in het land gebeurd. U begrijpt het wel, deze burger gunt de staatsecretaris zijn rust, of beter, zijn tijdelijke rust. De stilte voor de storm. Die donkere wolk, die zich lijkt door te ontwikkelen. Wat was ook alweer de laatste aangroei? O ja, die brief op de deurmat, die fouten. Voordat ik daarop doorga eerst een luchtige maatschappelijke analyse op recht en veiligheid, dat klinkt bijna als Veiligheid en Justitie. Zoek en straf de slechteriken Persoonlijk geloof ik dat er vooral goede mensen zijn. Ook geloof ik, dat het vaak de situatie is die goede mensen foute keuzes laat maken. Dat heb ik in mijn vorige brief uitgebreid aan de orde gesteld. Wanneer zo’n situatie aanhoudend is, is dat veelal het gevolg van een negatieve spiraal. De foute keuzes, van die goede mensen, zijn situatie bevestigend, dus nog meer goeden gaan de fout in. Het systeem gaat falen: systeemfalen. Misschien denkt u: “die Gemmeke is een altruïstisch dromer”. Hoop dat u dan beseft, dat zulks een gedachte reden geeft om uw nalatigheid te verklaren vanuit een minder prettige invalshoek. Mevrouw Zegveld lijkt me fantastisch, wie weet komen mijn brieven aan u haar onder ogen, dat’s het leuke van meelezers. Zelf zal ik die actie nu niet ondernemen. 6 Volgens mij op een mooie plek, direct naast de stikker die voor dr. Alex Brenninkmeijer op deze postbus zit, zie: http://www.nrc.nl/nieuws/2013/02/19/ombudsman-justitie-staat-niet-open-voor-kritiek/ De brief die ik bedoel is in te zien op http://www.gemmeke.nl/20130715_MinVJ.pdf (mijn verjaardag is 14 juli) 5 6 Emile Gemmeke Wanneer een lief onschuldig meisje van tien, bruut gegrepen en verkracht wordt door een paar opgeschoten jongens7, zal de politie haar met veel zorg omringen. Eerst het kind tot rust brengen, vooral elke gevoel van schaamte of schuld ontkrachten. Daarna start het onderzoek. Dit past binnen het beeld: straf de slechteriken. De NS heeft veel duidelijk zichtbare noodremmen, in haar treinen, geplaatst. Natuurlijk leuk voor een slechterikje om eens aan te gaan hangen. Gebeurt dat veel? Nee, want er is duidelijke voorlichting: “Misbruik wordt gestraft”. De pakkans is groot, al die goede burgers die het waarnemen, en de straf is serieus. Hoe is dat bij het tuchtrecht? Nou, daar is de staatsecretaris op 2 april 2014 in de Tweede Kamer erg helder over. Ik schrijf dit al in mijn vorige brief en ga er nu dieper op in, in het verslag staat: Het klopt dat het tuchtrecht niet strekt tot persoonlijke genoegdoening van de klager, hoewel de klager dat zelf vaak wel zo zal ervaren. Het aanbrengen van de drempel — zoals uit de stukken blijkt — helpt ook bij het voorkomen van bagatelklachten. De klager moet ook tevoren een goede afweging maken. Wacht even, wat gebeurt hier? De rollen worden omgedraaid. De klager is een vermoedelijke slechterik die een advocaat kwaad wil aandoen, bijzonder toch? Dus we barricaden de toegang en die ene te goede trouw klager tussen die massa wraakzuchtigen, die heeft vast wel de instelling om door te breken. Tja, hoe naïef kan je zijn. Ondertussen zijn het bijna uitsluitend personen met behoorlijke frustratie en dus blinde woede die zich melden. Zij die te goede trouw melden hebben geen zin in extra buikpijn en hoofdpijn, die hoor je niet meer. Althans niet in het tuchtrecht. Naar welke stukken de staatssecretaris refereerde, weet ik niet. Wel weet ik dat voor het werkelijkheidsgehalte de gebroeders Grimm de opstellers zouden kunnen zijn. 8 Psychologen spreken over self-fulfilling prophecy.9 Waarom deze voorbeelden? Omdat ze perfect het werkelijke probleem en de oplossing geven. Valse aangifte wordt gestraft, zoals het onnodig aan de aan de noodrem hangen in de trein. De beoordeling of er een valse melding is, die is niet bij voorbaat, die is na gedegen onderzoek. Stel het meisje moet eerst 50 euro betalen om aangifte te mogen doen. Tijdens de aangifte wordt ze geconfronteerd met: “Je zult het wel uitgelokt hebben, want ik weet het zeker, alle jongens in die wijk, daar is niks mis mee.” Als dit enigszins breed in de samenleving bekend is, dan melden de echte verkrachtingszaken zich gegarandeerd niet meer. Die tweede vernedering komt psychisch hard binnen. Dus de overgebleven meldingen scoren hoog op “valse grond” of bagatelklacht. Durft u met mij door de enorme lijst van voorvallen, beter gesteld vernederingen te gaan, die ik de laatste twee jaar heb mogen incasseren? Hebt u de voetnoot gelezen, bij het voorbeeld? Misschien eerst opzoeken en laten inwerken. Moet ik in onze samenleving twee klassen gaan zien, de juridische hogere klasse en het lagere gepeupel? 7 Dit stukje schrijf ik op maandag 9 juni 2014, net gisteren “A time to Kill” gezien. Een mooie film die de strijd om recht en rechtvaardigheid hand in hand laat lopen. Rollen worden omgedraaid, de buikpijn en hoofdpijn komen bij de veroorzakende klasse, http://nl.wikipedia.org/wiki/De_jury 8 http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebroeders_Grimm 9 http://nl.wikipedia.org/wiki/Zichzelf_waarmakende_voorspelling 7 Emile Gemmeke Zeker is dat in mijn eerste telefonische contact met de deken dit speelde. Nadat zijn secretaris, die ik per ongeluk voor secretaresse uitmaakte, betrapte op doen-wat-ze-zelf-leukvond in plaats van haar-maatschappelijke-taak-uit-te-voeren, werd ik behoorlijk, heel behoorlijk door de deken terecht gewezen. Fijn dat dit schriftelijk vast ligt. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om mij te verontschuldigen tegenover al die hard werkende secretaresses, die ik achteraf beledigd heb. Mijn goede doelen staan al vanaf begin op papier, dus daarover kan geen discussie ontstaan. Verzoek u wel dit stil te houden, de staatssecretaris heeft die stikker op zijn brievenbus weet u, die kan dit niet aan, nog niet. De huidige situatie, het “proefproces” Het wordt gedetailleerd. Mijn betoogd is kort weergegeven: • Raad van Discipline (griffier, voorzitter) had het dossier niet moeten accepteren. Ik zou, in de rol van voorzitter, de deken informeren dat ik een fatsoenlijk dossier verwacht en anders mijn discussie met hem aan het tuchtrecht voorleg. • De samengestelde zittingscombinatie had, zeker vanwege mijn brief van 28 april 2014, het dossier moeten doornemen met de vraag: “welk ernstig voorval is onvoldoende onderzocht?” Ik ga naar een persoonlijke en psychologische invalshoek en komt met de vraag: “Heb ik te maken met onbetrouwbare leden van de zittingscombinatie?” Nee, vanuit de invalshoek dat deze mensen oprecht hun stinkende best doen, zeker niet. Met stinkende citeer ik opnieuw Buruma, die terechte waardering uit voor de inspanningen van al die hardwerkende juristen, ik deel die waardering. Maar ja, wel vanuit de invalshoek dat de leden van de zittingscombinatie blind zijn voor de fouten in de “gewone manier van werken”. Zo blind, dat wanneer ik met herhaling er op wijs, zij niet op signalen acteren. Herkenbaar? Was dat niet de rode draad in mijn brief van 3 juni 2014, alertheid en waakzaamheid? Goede lezing van mijn wrakingdocument, toont mijn voornemen om de zittingscommissie nadrukkelijk te vragen of zij: • Bekend zijn met de vragen in mijn brief van 28 april 2014 aan de voorzitter, die zij allen hebben ontvangen, waarin de omissies waren aangegeven; • Gegeven de duidelijke omissies toch door wilden gaan. Dat heb ik ook tijdens zitting gedaan. Maar het staat niet in het proces-verbaal. In het proces-verbaal staat helder de inspanning van de zittingscombinatie om een beeld te krijgen wat mijn belangrijkste klachten over beklaagde waren. Dus wat er staat is hun oprechte beeld, maar het beeld is niet waarheidsgetrouw, psychologen verklaren dit met cognitieve dissonantie10. Juist vanwege een objectieve vastlegging had ik een camera verzocht, zes weken voor de zitting en herhaalt vier weken voor de zitting. Op zitting geweigerd, overigens had ik twee redenen voor de camera en uitsluitend de andere vermeld. Deze reden was natuurlijk niet zo sympathiek. Dat het voorliggende dossier van ruim 160 pagina’s duizelingwekkend overkomt, dat helpt natuurlijk ook niet. Waarschijnlijk is de geplande tijd om dit dossier te doorgronden te kort geweest. Ik wil het graag geloven, maar dat is mijn probleem niet. Wanneer de deken braaf was geweest, was het waarschijnlijk een veel korte en beter leesbaar geheel, zeker voor juristen. 10 zie wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Cognitieve_dissonantie 8 Emile Gemmeke Dus ik ga hiervan echt geen buikpijn of hoofdpijn krijgen. Die routeer ik, via een lange weg, naar de veroorzaker. In mijn ogen de probleemeigenaar van de manco’s in de status quo van de staat van de rechtsstaat, die onderhuurder van dat ivoren torentje. Daarbij, en daarvoor wil ik de adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht wel een complimentje maken, is haar korte samenvatting van drie pagina’s prima. De samenvatting in haar aanbiedingsbrief aan de Raad van Discipline. Na anderhalf jaar systematisch afgestraft te zijn voor haar hobbyisme, met als laatste een harde afstraffing voor een stomme leugen, heeft deze dame geleerd zich te gedragen. Fijn, de techniek van het retourneren van buikpijn en hoofdpijn blijkt effectief te zijn. Althans op den duur, persoonlijk vind ik de leercurve11 te vlak. Deze samenvatting in combinatie met mijn waarschuwing had tot alertheid moeten leiden: op welke wijze heeft beklaagde de dochter van de heer Gemmeke geronseld? Sorry, het moest even, dat kleine stukje inhoud. Volgens mij het eerste. In mijn brief van 3 juni schrijf ik de analogie met veroorzaker van dood en de toedracht. Kunt u zich een soortgelijke diversiteit voorstellen voor ronselen? Ik geef wat opties: “geronseld is een te zware aanduiding”, “ernstige misleiding”, “duidelijke geestelijke, lichamelijk of financiële druk”, “handige manipulatie”. Begrijpt u de analogie met de hypothetische situatie in mijn vorige brief? Waarom heeft het OM geen onderzoek gedaan naar de toedracht? Volgens mij is ook hier toedracht van belang. Als in een strafrechtproces heel spontaan alle bellen zouden afgaan, hoe vreemd is het dat deze klokkenluider in dit tuchtrechtproces niet gehoord wordt? Dacht dat ik veel herrie maakte. Selectief gehoor, Oost-Indisch doof, systeemfalen? Is mijn wraking terecht? Belangrijkste ontbrekende feit is, maar dat had ik al voor de zitting schriftelijk vastgelegd, was de vraag over toedracht van het punt hiervoor. Bij de wrakingskamer zal ik de volgende vragen stellen: • Zijn in de cases de meerdere mogelijke scenario’s over de toedracht, van invloed zijn op de strafmaat? • Laat het dossier meerdere scenario’s open voor de manier waarop het ronselen is gebeurd? Ontbreekt de zekerheid dat er überhaupt van ronselen sprake is? • Kan ooit ter zitting de waarheidsvinding verhoogd worden? Ja, in het nogal oppertune geval dat beklaagde een volledige bekentenis aflegt. • Had de deken mogelijkheden om, bijvoorbeeld met snuffelen in de urenregistratie, spitten in emails en brieven eventueel aangevuld met getuigenverklaringen een substantieel bijdrage aan waarheidsvinding kunnen leveren. Ik verwijs ook, maar niet alleen, naar gedragsregel 37. • Mag een Nederlandse rechter een dossier accepteren, waarbij gegeven een goede bestudering, bovenstaande vragen met “ja” beantwoord moeten worden? En dan valt het doek: Quod erat demonstrandum12 Of de wrakingskamer aan deze logische redenering wil, dat is de vraag. Ik sluit niet uit, dat de leden van de wrakingskamer in het zelfde patroon zitten als de zittingscombinatie: systeemfalen. 11 12 Begrip in de juiste (oorspronkelijke) betekenis, zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Leercurve_(studie) Bewezen hetgeen bewezen moest worden. http://nl.wikipedia.org/wiki/Quod_erat_demonstrandum 9 Emile Gemmeke Een stukje over de leden van de zittingscombinatie, hoe mijn persoonlijke analyse is, hun goede bedoelingen en dergelijke, heb ik geschrapt. Zeker voor de meelezers is het te gedetailleerd. Geïnteresseerden kunnen dit opvragen. Buikpijn en hoofdpijn Ik ga u even helpen met een kijkje vooruit. De volgende feiten zijn van belang: • 16 juni 2013: ik trok mijn eerste klaagschrift in. Deze lag toen net bij de Raad van Discipline. Reden: formulering en invalshoek zijn niet optimaal, kan op een negatieve voorzittersbeslissing te groot. • 23 oktober 2013: ik trok mijn tweede klaagschrift in. Opnieuw al bij de Raad van Discipline, zie bijlage. U had op uw waakzame ronde, ik verwijs naar mijn brief van 3 juni 2014, deze brief moeten lezen en toen moeten acteren met onderzoek. • 4 februari 2014: ik diende het nieuwe klaagschrift in. Hierin een nadruk op die toedracht, ik geef mijn vermoeden. Ze voldoet aan wettelijke eisen en is keurig verzorgd. Maar bij de Raad van Toezicht zijn gevoeligheden. Dus de vier weken daarop speelt zich soap af. Neemt u gerust van mij aan dat de deken en zijn secretaresse, o sorry, zijn secretaris een flinke dosis buikpijn en hoofdpijn teruggekregen hebben. • 26 mei 2014 zitting. De klokkenluidersbrieven blijken te zijn genegeerd. De laatste noodklok klinkt: weet u het zeker dat u door wilt gaan? Na het overtuigend “ja”, sprak ik de wraking uit. • 7 juli 2014: zitting van de wrakingskamer. Ik heb nog eerlijke input gegeven. Een van die stukken heeft u, dat van de dag na de wraking13. Later, 3 juni 2014, heb ik de leden een eerlijk alternatief geboden wat juridisch gezien veel netter ingestoken is dan de praktijk in alle fases in het tuchtproces tot op heden14. • Tot de zitting zijn de opties: o Leden herzien hun besluit niet te berusten, hebben geen zin in deze soap. Heeft direct consequenties voor u. o Leden stemmen in met het voorstel, de voorzitster vervult de onderzoeksrol van de deken. Ik heb mijn vertrouwen in haar op schrift gesteld. Gaat consequenties voor de deken hebben en mogelijk voor hen die hadden moeten acteren (deken tuchten). o De procedure gaat zoals ze tot op heden loopt. Waarbij voorliggende vraag lijkt: zijn de vijf leden van de zittingscombinatie onpartijdig qua instelling. De werkelijke vraag is: zijn rechters onpartijdig wanneer zijn het knoeiwerk van een deken accepteren dat partijdigheid in zich heeft? Stel het laatste gebeurt en ik krijg ongelijk. Dan is dat voor mij opnieuw systeemfalen. Hoeveel buikpijn en hoofdpijn krijgt het, in mijn ogen, falend Nederlandse advocatentuchtrecht wanneer ik dan, per direct, mijn klacht opnieuw intrek? Zolang er geen gerechtelijke uitspraak is, is er binnen Nederlands recht geen beperking om de klacht opnieuw in te dienen. 13 14 Internet: http://www.gemmeke.nl/20140527_Wrakingskamer.pdf Internet: http://www.gemmeke.nl/20140603_RvD_ZC.pdf 10 Emile Gemmeke Natuurlijk kan ik dan op basis van het verleden eisen dat een andere Raad van Toezicht voor de afhandeling zorgt, immers de incompatibiliteit van persoonlijkheden is voldoende aangetoond. Gaat een andere deken het beter doen? Ik vraag me het af. Enerzijds telt een gewaarschuwd mens voor twee, maar de weerzin om een burger goed te helpen zit heel diep. Denkt u van niet? Dan ga ik dat toch helder aantonen. Bewijs deel 1: Taken en verantwoordelijkheid Gezien de maatschappelijke rol van de deken heb ik wel duidelijk gemaakt dat hier volgens mij sprake is van langdurig en ernstig machtsmisbruik. Dat is niet alleen tuchtrechtelijk aan te pakken maar ook strafrechtelijk15. Gezien uw positie, de hoogste tuchtrechter voor de advocatuur in Nederland, toch reden voor nader onderzoek, of niet soms? Maar gaat u dat doen, welke overwegingen heeft u? Toch geen blind vertrouwen in de deken hoop ik? Wat dan wel, zijn uw overwegingen zuiver? Misschien is het leuker om over enige jaren, wanneer dat onderzoek van de Tweede Kamer plaatsvindt, de positie van partner-in-crime in te nemen? Wat voor een gevoel wekken deze zinnen op? Domineert persoonlijke situatie boven maatschappelijke verantwoordelijkheid? Waar gaat het allemaal over? Alleen over waarheidsvinding, de werkelijke toedracht van wat zich in mei – juli 2010 heeft afgespeeld, een onbeduidend advocaatje in de fout. Niet meer, niet minder. Welk belang dient het tuchtrecht van laag tot hoog, van de adjudant-secretaris tot u, dit beetje waarheidsvinding niet te willen? Bewijs deel 2: Tuchtrecht vs strafrecht Volgens mij zouden er vele overeenkomsten moeten zijn. Beider bestaansrecht lijkt de samenleving te vrijwaarden van misstanden, lijkt … Binnen het strafrecht is zelfs geregeld dat wanneer personen informatie hebben over een misdrijf, of een nog te plegen misdrijf, zij een meldingsplicht hebben. Stel mijn buurvrouw mishandelt haar man, ik weet dat, dan moet ik dat toch melden? Geen agent die dan zal zeggen: “u klaagt over uw buurvrouw”. Geen agent die zal denken: “deze klager heeft zelf last van de ruzies, de herrie.” Daar is het eerste verschil. In het tuchtrecht promoveert de wetgever de melder tot klager! De wetgever start met een interpretatie. Het brede begrip melder, wordt het smalle klager. Diezelfde wetgever legt op 2 april 2014 de Tweede Kamer uit dat een tuchtrecht procedure niet strekt tot persoonlijke genoegdoening van de klager. Wacht even, de klager moet dus toch melder zijn. Erg consequent en doordacht is de staatsecretaris niet, met als gevolg: alles wat op die grondhouding is gebaseerd staat op drijfzand. In het strafrecht wordt de melder gekoesterd. Gretig zal het O.M. alles willen weten, ten dienste van het uitwassen van misstanden. Maar in het tuchtrecht mag de ongeoefende melder het klusje van A tot Z in zijn eentje doen en 50 euro gaan neertellen. Voor “passieve ambtelijke omkoping”, in concreto het aanhoren van wat steekwoorden heeft burgemeester Offermanns een taakstraf gekregen van 120 uur. http://nos.nl/artikel/601254-taakstrafexburgemeester-offermanns.html 15 11 Emile Gemmeke Bewijs deel 3: Onafhankelijkheid wordt foutief als immuniteit opgevat Het is mij herhaaldelijk ingeprent. Ik citeer uit een brief de adjunct-secretaris op 9 april 2013: volgens vaste jurisprudentie van de Raden en het Hof van Discipline heeft de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen. De volgende volzin had een beperking in zich, maar dit is de primaire oriëntatie. Volgens mij een slechte en dogmatische vertaling van het begrip onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid, een van de kernwaarden, die vast gehouden en bewaakt moet worden. Het is advocaten terecht niet toegestaan om “op de persoon te spelen in plaats van de zaak”. Op de persoon is immers die onafhankelijkheid onderuit halen. Maar het in dagelijkse praktijk onafhankelijkheid implementeren als immuniteit, dat leidt tot systeemfalen. Wat de gevolgen van strikte immuniteit kunnen zijn, weten we van parkeerboetes16. Een gevolg dat bij het sluiten van het Verdrag van Wenen echt niet was bedoeld. Bewijs deel 4: Onafhankelijkheid pur san Had ik niet in bewijs deel één gesteld dat u de deken moet tuchten? Ik gok: dit voelt voor u niet lekker. Waarschijnlijk ziet u twee problemen. Ten eerste lijkt uw controle taak de onafhankelijke beoordeling van de deken aan te tasten. Volgens mij blijft het “lijkt” en is dit uitsluitend schijn. Immers u als melder van een mogelijk misstand, och sorry, de wettelijke term is klager, bent niet de beoordelaar. Uiteindelijk zal een onafhankelijke zittingscombinatie het gedrag van de deken moeten beoordelen. Ten tweede vind u misschien dat ik dat beter kan doen, die buikpijn en hoofdpijn krijgen. Ik beschik over detailinformatie. Tja, kunt u mij volgen wanneer ik deze gedachtelijn doortrek en dan concludeer dat de helft van het OM opgeheven kan worden, de burger als opsporingsambtenaar? Ik begrijp wel, om binnen juridisch Nederland alle ogen op je gericht te krijgen na een melding over verdacht gedrag van een deken, dat voelt niet lekker. Het is toch niet leuk om op bijeenkomsten, nadat je voorgesteld wordt, een reactie te krijgen, in de trend van: “o ja, nu weet ik wie jij bent, jij hebt toentertijd …”. Wanneer ik een beetje gelijk heb, dan betekent dat u niet echt onafhankelijk durft te acteren. U behoorlijk afhankelijk bent van hoe juridisch Nederland u ziet. Echt onafhankelijk gedrag is wat ik doe, ik sta open voor informatie. Ik weet waar ik sta en waarom. Ik laat mij door mogelijke gevolgen niet weerhouden, lees: ik ben niet chantage gevoelig. Als troost, waarom heeft mr. Geert Corstens mij niet op 4 juni 2014 gebeld? Ik toon toch impliciet ook zijn rol in het systeemfalen aan? De toekomst (maatschappelijk) Gaat de nieuwe advocatenwet iets oplossen? Wie in Nederland gelooft dat al die niet-melders (ik stop met het woord klager), al die mensen die niet voor die tweede vernedering gaan, al die mensen die niet in staat zijn die buikpijn en hoofdpijn te retourneren, al die mensen met een ongelooflijke bron van informatie, opeens loskomen en hun ervaringen spuien? http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3468756/2013/07/02/Diplomaten-betalenparkeerboetes-niet.dhtml 12 16 Emile Gemmeke Ik zeker niet. Dan die andere invalshoek, die melder zoals ik, het detail. Wat en wanneer zou beter gaan? Zou er proactief iets waargenomen worden in het verbeterde systeem en wordt er anders gehandeld? Zou een van de leden van de Commissie van Toezicht spontaan in een vroeg stadium met mij contact hebben opgenomen? Of dan andersom, ik loop een aantal malen tegen die betonnen muur en klop bij de commissie aan, wat zou er dan gebeuren? Het kan wel hoor. Ik ga op die functie solliciteren, die van lid van de commissie van toezicht. Dan weet ik het wel. Deze terriër weet zijn week goed te vullen met deken na deken na te jagen. In de resterende vrije tijd leg ik dan contact met oud “Postbus 51”, nieuw “informatie van de rijksoverheid” voor een leuk TV spotje met als thema: Katertje opgelopen in uw strijd om recht, vanwege een slechte advocaat? Meld het bij de commissie onafhankelijk toezicht. In mijn brief van 27 mei 2014 aan de wrakingskamer ontvangen, eerder genoemd, leg ik de grote gevolgen uit van de hypothese dat 15% van de advocaten en rechters onder de maat is. Onder de maat kan komen door onvoldoende kennis en vaardigheden, maar ook door misbruik van de immuniteit. Dus gewoon “lak hebben aan die eed die ooit afgelegd is”, omdat anderen dat ook hebben. Lijkt bijna de wielersport en doping. Hogeropgeleiden die ik ken, vinden mijn aanname van 15% laag17,18. Ik wacht met belangstelling op uw reactie, of beter: Misschien dat een onafhankelijk denker vanuit zijn waarneming en zijn maatschappelijke rol gaat acteren. Dit advies, weer geen verzoek, is niet alleen aan u. Mocht ik dwalen, dan kunt u eenvoudig het concept briefje van pagina 3 naar mij sturen. Niet dat ik dan “om ben”, maar dan is onze relatie helder. Van helderheid, openheid en transparantie hou ik wel. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: RvD, HR (3x), Kamercommissies Veiligheid en Justitie, NOvA (deken & algemeen secretaris), OvA Gld (deken) Laat onze rechtsstaat niet uitkomen bij "All animals are equal, but some animals are more equal than others"19. (moeten we immers artikel 1 van de Grondwet herzien, is ook zo’n gedoe) Ik noem ze: pagina 11 van mijn brief van 3 juni; pagina 6 van mijn brief van 26 mei 2014 aan plv. proc.gen. Hoge Raad, mr. Ybo Buruma in 2009, volgende noot: 18 http://njb.nl/blog/import/vertrouwen-in-rechtvaardige-rechtspraak.7393.lynkx 17 19 http://en.wikipedia.org/wiki/Animal_Farm 13 Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan BIJLAGE de griffier van Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden mr. H. Ritsma p/a Kamer H. 3.43 Postbus 30214 6803 AE Arnhem Nijmegen, 23 oktober 2013 Uw referentie: 13 - 251 Onderwerp: klacht ingetrokken Geachte mevrouw Ritsma, In mijn brief van 18 oktober 2013 heb ik u gevraagd de klacht 13-251 even aan te houden. Gezien weigering van de deken op mijn verzoek (eindelijk eens) onderzoek te doen naar wat zich heeft voorgevallen, heb ik besloten mijn klacht (opnieuw) te herformuleren. Vandaar dat ik de huidige klacht intrek. Het geeft te denken welk belang de deken denkt te dienen met zijn houding. Hij is niet in staat om mij telefonisch of op schrift argumenten te geven anders dan uiterst algemeen: dit is mijn werkwijze en daar moet u het mee doen (dit is geen citaat). Het geeft te denken dat uw voorzitter tot op heden geen actie heeft ondernomen, terwijl hij hiervoor wel wettelijke middelen heeft. Waarmee de vraag zich opdringt, welk belang de Raad van Discipline dient. U kunt van mij te zijner tijd een nieuwe klacht verwachten. In de aanloop daartoe zal ik “aan de boom blijven schudden”, iets wat in dit seizoen mogelijk tot meer effecten leidt. Indien de Raad van Discipline, mogelijk bij monde van een van de (vice)voorzitters, behoefte hebben aan uitleg, verantwoording of discussie, sta ik daarvoor open. Vertrouw er op u hiermee correct te hebben geïnformeerd. met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (ondertekening uitsluitend bij fysiek document) HofvanDiscipline Griffier mw.mr. l.F.Schouwink De heerE. Gemmeke De Geerkamp 1014 6545HB NIJMEGEN Breda 17 juni 2014 Uw referentie Onzereferentie Inzake uw brieven van3 en 11juni2014 GeachteheerGemmeke, Namensmr.Van Dijkbevestigik u de ontvangst van uw briefvan3 juni 2014en uw briefvan 1 1i u n 2 i 014. De voozitterheeftmijgevraagdu te verwijzen naarzrjneerderebriefvan 27 meijl. en u mee genoemdnietheeftgeleidtot eenanderstandpunt. te delendat de correspondentie hierboven Om te voorkomen datverdereconespondentie van reedseerderdooru slechtseenherhaling ingenomen standpunten wordtc.q.blijft,deelik u namensde voozittermeedat op nadere correspondentie nietmeerzalwordengereageerd. CorresDondenlieadr6: Postbus 9679, 4801 LTBreda g.lfÍie:Thorbeckeplein Bezoeladres 8, 4812 LS Breda teleÍoon 076 - 544 46 07, Íax076 - 548 46 OB griÍÍie@griÍf iehvd.nl www,hotuandiscipline.nl Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Joost van Dijk, Hof zonder Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 23 juni 2014 Onderwerp : Juridisch Verantwoord Handelen (3). Beste Joost, Dank voor jouw openhartige reactie op mijn brieven van 3 juni 2014 en 11 juni 2014. Een gegeven paard moet men niet in de bek kijken. Mooi spreekwoord dat aangeeft, dat wanneer iemand je gelijk geeft, het beter is om je niet druk te maken over de wijze waarop je dat gelijk krijgt. Laat ik dit uitleggen. Nadat ik vijftig jaar een leven had waarin juristen geen rol van betekenis hadden, is dat door mijn scheiding, bijna negen jaar geleden, veranderd. Gaandeweg leer ik nieuwe vormen van communicatie met personen met een bijzonder set persoonskenmerken, denkwijzen en reacties. Een van die kenmerken blijkt te zijn dat wanneer ik een fout maak, mij dat per ommegaande duidelijk wordt gemaakt. Ken je het bewijs uit het ongerijmde?1 Een wiskundig begrip, is een beetje abstract en dus geen lievelingsvoer voor juristen. Mijn variatie op dit begrip is: wanneer ik inhoudelijk een fout maak, krijg ik direct een reactie, vandaar, wanneer een inhoudelijke reactie uitblijft: ik impliciet gelijk krijg. dank hiervoor! Leuke onderwerpen Natuurlijk is het fijner wanneer mijn gelijk ruiterlijk toegegeven wordt en voordat ik het paard toch ietsje in zijn bek ga kijken, leuke andere onderwerpen: 1. De laatste jaren heb vooral gedacht: hoe kan het beter? Ik had al geschreven, ik geef graag advies. Dan zie ik voor de korte termijn andere acties dan voor de langere termijn. De langere termijn begint met ander onderwijs: de studie rechten hervormen.. In mijn rechtenstudie aanbod is het eerste jaar gevuld met vakken als: psychologie, filosofie en logica, economie, statistiek en betrouwbaarheid, bestuurskunde en ook ethiek, moraal en attitude, de laatste met een psychologische test getoetst. Eigenlijk: breed de wereld leren kennen, de wereld waarin de student mogelijk als 1 http://nl.wikipedia.org/wiki/Bewijs_uit_het_ongerijmde Emile Gemmeke rechter een beslissende rol, moet gaan krijgen. Leuke bijkomstigheid is, dat in mijn rechtenstudie aanbod deze vakken zoveel inhoud krijgen, zo zwaar zou worden, dat er een soort van natuurlijke selectie ontstaat op denkniveau en attitude. Van de huidige juristen schat ik dat meer dan de helft mijn eerste jaar niet haalt. Stel “mijn opleiding” was zo’n 45 jaar geleden al gewoon. Hoe zal dat voor de jonge Joost van Dijk geweest zijn? 2. Leren door schade en schande; de laatste jaren zijn voor mij zeer leerzaam geweest. Niet zozeer fouten van mij, vooral talloze van juristen. Had ik niet geschreven dat fout-op-fout stapelen? Nieuwste fout, bewijs zie bijlage: vice-voorzitster van de Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden, in het vervolg de Raad zonder Discipline, gaat ernstig de mist in. Ze vernietigt de mogelijkheid om belangrijke feiten betrouwbaar te registreren, dus eigenlijk nog niet vergaard bewijsmateriaal. Waarom? Ik denk zonder reden, gewoon een ongelukje, niet goed nagedacht over consequenties. Tja, dat gemis aan een beetje psychologie, dat ik al noemde, eerderzijns en een dogmatische fixatie op het standaard proces anderzijns “nekken” haar. Karian Heenk haar ongelukje is maar een van de vele op mijn lijst. Mijn lijst met kleine ongelukjes en grote ongelukjes. Bijzonder is dat bijna alles tot een ongelukje leidt, misschien ligt het aan mij? 3. O ja, je gaat mij geen antwoord geven, dat had je beloofd. Waarom dan toch deze reactie? Daar zit een leuke visie achter, mijn visie op wat er moet veranderen en hoe ik dat denk te bewerkstellen. Maar voordat ik je deelgenoot maak van mijn visie, wil ik eerst aandacht voor het maatschappelijke belang. Jij, je CV en je rol Een van mijn belangrijkste lessen de afgelopen negen jaar, het onvermogen van juristen om fouten toe te geven en er van te leren. Vooral dat laatste is jammer, dat niet leren, die stilstand. Stilstand die niet past bij onze veranderende samenleving. Stilstand die telkens tot discussie leidt. Stilstand die in 2002 tot de oprichting van de Raad van de Rechtspraak leidde. Jij was daar toch Chief Information Officer2 voordat je naar het Hof zonder Discipline overstapte! Tjonge, dat’s mooi man, een heuse CIO, modern man. Maar hoe moet ik dat zien? Ik ken echte CIO’s van grote ondernemingen (5000+ medewerkers). Dan heb ik het over personen die zo’n 10 jaar jonger zijn dan jij. Mensen die op hun vijfentwintigste met een soldeerbout elektronica bouwden, vaak zelf ontworpen. Die de eerste thuiscomputers in de zeventiger jaren kochten en tot in de late uurtjes deze in BASIC programmeerde, of … nog technischer, in machinetaal. Weet je wat LinkedIn is? Dat is modern, heeft met informatie te maken en met netwerken. Ik denk dat van de CIO’s in Nederland, jij de enige was zonder LinkedIn profiel, zoals je ook waarschijnlijk de enige was met een CV dat voor geen meter aansloot. 2 http://www.rechtspraak.nl/Actualiteiten/Nieuws/Pages/Van-Dijk-weg-bij-Raad.aspx 2 Emile Gemmeke Wanneer ik een splinter uit de voet van mijn dochter haal, dan kan ik op een familiefeestje gekscherend stellen dat ik chirurg ben en haar zonder verdoving geopereerd heb. Op een familiefeestje en nergens anders … Mijn mening is: jij bent evenveel CIO geweest als ik chirurg, hiermee toon ik realiteitszin, die jij niet lijkt te hebben. Dat is mijn “fijne ervaringen” met juristen. Ze denken dat ze overal verstand van hebben. Over de noodzaak van die brede kijk op de wereld, och daar zijn we het wel over eens, vandaar ook mijn studieaanbod. Absurd vind ik de verborgen, of beter de implicatie grondhouding, dat al die economen, psychologen en bestuurskundigen en dergelijke, eigenlijk domme mensen zijn, omdat ze een studie moesten volgen voor kennis en vaardigheden die slimme juristen gewoon onthe-fly absorberen. Want ja, zo ervaar ik het feitelijke gedrag van juristen. Tijd voor reflectie Joost, wat vind je er van wanneer ik dit omdraai? Dat economen, psychologen en bestuurskundigen die slimme jongens en meisjes zijn, die gemakkelijk wat rechtsbegrip kunnen opbouwen? Zullen we de gemiddelde eindcijfers op het VWO als toetsing gebruiken? Weet je nog die uitspraak van Ybo Buruma over hoogopgeleiden die ik in mijn eerdere brieven aanhaalde? Patroonherkenning? Zie je het verband met fuzzy-logic informatietechnologie die in digitale camera’s wordt toegepast? Als Chief Information Officer weet je toch precies wat ik bedoel. Of was je meer chief, probeerde je officier en ben aan die information nooit toegekomen? Hoe jouw sjieke CIO-functie zich vervolgt heeft, ik ben er even ingedoken. Lees op internet dat, na jouw vertrek, Frits Bakker en Kees Sterk ook die rol vervuld hebben of nog vervullen. Tuurlijk vind ik dat niks, maar het gaat de goede kant op. Recent, twaalf jaar na oprichting van de Raad voor de Rechtsspraak, wordt een ICT-er aangesteld ter ondersteuning, zo lees ik in Computable.3 Anne Bakx mag als “uitvoerend” CIO4 onder zo’n juridisch betwetertje functioneren, die de hoofdrol claimt. Gaat het nu nog eens twaalf jaar duren voordat bij de Raad tegen goede Rechtspraak deze lamp aangaat? In 2026 loopt de Raad dan zeker 35 jaar achter op maatschappelijke ontwikkelingen. Jij ging bij je afscheid prat op je bijdrage aan vernieuwing. Als ik dat lees, sorry, dat doet echt pijn. Jij, die zo’n 35 jaar achterloopt, trekt een prehistorische meute richting de twintigste eeuw. Ja, je leest het goed, twintigste, niet eenentwintigste. Daar moet onze samenleving daar blij van worden? Je lijkt heel tevreden bij het aanbieden van het jaarverslag van 2013 van de Raden en het Hof zonder Discipline.5 http://www.computable.nl/artikel/nieuws/overheid/5050955/1277202/rechtspraak-krijgt-nieuweitleiding.html 4 https://www.linkedin.com/pub/anne-bakx/4/b67/92 3 3 Emile Gemmeke Wat kan jij mij vertellen over betrouwbaarheid? In 2013 heb ik tweemaal een klacht ingetrokken op het moment dat deze al ter kennis van de Raad van Discipline was gebracht. Waar vind ik mijn klachten terug in jouw getallen? Ik zie ze niet. Wel lees ik iets over klachten die teruggetrokken worden wanneer ze bij het Hof zijn aangekomen. Op dat stukje van mevrouw mr. Britta Böhler ga in, maar eerst een ander detail. Weetje, na jouw grove misleidende brief heb ik je vragen gesteld. De antwoorden blijf je me schuldig. Ik ga jouw schuld aan mij vergroten. Ik ga je opnieuw vragen stellen waarvan ik vind dat jij, gezien jouw maatschappelijke taak, de samenleving, dus ook mij, een antwoord verschuldigd bent. Op 11 juni 2014 bied je de staatsecretaris het jaarverslag aan in bijzijn van de landelijke deken. Toevallig heb ik Walter een maand daarvoor met informatie kunnen voeden. Walter en Raffi van den Berg, algemeen secretaris, hadden 45 minuten uitgetrokken, ik heb ze 80 minuten weten te boeien. Een vraag die ik al ruim een jaar her-en-der heb uitstaan en raakt aan EVRM artikel 6, principes van een eerlijk proces, heb ik nog steeds niet beantwoord gekregen. Walter en Raffi vonden mij gedachtegang de moeite waard, wilde mij niet direct gelijk geven, maar belangrijker: het ontbrak ze aan de mogelijkheid mij ongelijk te geven. Mijn vraag maakt onderdeel uit van de vele opmerkingen die ik heb op de leidraad die het landelijk deken overleg in januari 2013 heeft opgesteld, redelijk verwoord in mijn brief van 14 april 2013 aan Jan Loorbach. Ik beschouw de leidraad op vele punten als onwettig, interesse in mijn waarnemingen? Zo nee, waarom niet? Van “Jan” op slechts één punt antwoord gekregen, een puntje waar ik iets te snel tot een foute constatering was gekomen. “Jan”, omdat een helpdeskmedewerkster het antwoord formuleerde. Hé, was ik daar niet mee begonnen: alleen als ik het fout heb krijg ik antwoord? Deze is echt leuk, want als ik gelijk heb, en volgens mijn bewijs uit het ongerijmde lijk ik dat te hebben: Dan zijn alle tuchtrechtzittingen de afgelopen jaren procedureel onjuist verlopen! Zullen we ze dan maar integraal nietig verklaren, of wachten we er op dat het Europese Hof dit gaat doen? In mijn brief van 17 april 2014 en 28 april 2014 aan voorzitters van de Raad zonder Discipline verwoord ik het zo: Volgens mij zijn bij het tuchtrecht algemene beginselen van een eerlijk proces van toepassing (EVRM artikel 6). Ooit van de Rechtbank Arnhem de voorlichting gekregen dat dit verankerd is in de Nederlandse wetgeving in het wetboek van rechtsvordering, artikel 19: De rechter stelt partijen over en weer in de gelegenheid hun standpunten naar voren te brengen en toe te lichten en zich uit te laten over elkaars standpunten en over alle bescheiden en andere gegevens die in de procedure ter kennis van de rechter zijn gebracht, een en ander tenzij uit de wet anders voortvloeit. Bij zijn beslissing baseert de rechter zijn oordeel, ten nadele van een der partijen, niet op bescheiden of andere gegevens waarover die partij zich niet voldoende heeft kunnen uitlaten. http://www.hofvandiscipline.nl/site/ en http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2014/06/11/teeven-ontvangtjaarverslag-raad-van-discipline.html 4 5 Emile Gemmeke Begrijp ik goed, dat in gewoon Nederlands dit betekent dat een (tucht)rechter uitsluitend zijn mening mag formuleren op basis van stukken die bij beide partijen bekend zijn? Ik lees hier dan een impliciet gebod van de wetgever dat de bedoelde gegevens in artikel 46d lid 5, mij spontaan worden toegezonden. Voor jouw gemak, advocatenwet 46d lid 5 luidt: Bij het ter kennis brengen aan de raad van discipline van de in het vierde lid bedoelde klacht, legt de deken een verklaring over waaruit blijkt of tegen de advocaat, tegen wie de klacht is ingediend, eerder tuchtrechtelijke klachten zijn ingediend. Indien de advocaat eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld, vermeldt de verklaring tevens de maatregel die is opgelegd. De deken heb ik hier steeds naar gevraagd, zowel toen mijn klachten naar de Raad werden gestuurd, als later nadat ik deze ingetrokken had. Geen antwoord. De voorzitters naar gevraagd, weer geen antwoord. Ter zitting naar gevraagd, voordat ik de zittingscombinatie wraakte, weer geen juridisch antwoord. Wel de manier waarop deze voorzitster er tijdens haar zittingen mee overweg gaat. Vandaar dat ik weet, dat de voorzitter de verklaring gekregen heeft. En de deken advocatenwet 46d lid 5 lijkt te respecteren, maar dus niet … Vraag aan jou: Moet een klager gezien hedendaagse begrippen van een eerlijk proces, zoals ook vastgelegd in het Europese Verdrag van Rechten van de Mens, deze verklaring door de deken toegestuurd krijgen zodra de deken die aan de Raad stuurt? Jouw jaarverslag, heel interessant vond ik het stukje van mevrouw mr. Britta Böhler. Vooral dat einde, haar aanpassingen in het onderwijs. Een goede stap, voor mij veel te beperkt, maar het is een stap en in de goede richting. Jammer is dat ook zij zich laat misleiden door nietszeggende gegevensverzamelingen. Een beetje kennis van empirisch onderzoek en statistiek had haar kunnen helpen. Dus de steun die ze geeft, is op foute informatie gebaseerd. Als oud opperhoofd informatie verwerking, vrije vertaling van CIO, moet jij dat toch weten. Wanneer ik inzoom op Britta krijg ik een goed gevoel. Leuk is haar pagina op de website van haar advocatenkantoor. De uitspraak, die daar naast haar foto staat is: “You can save the world, one case at a time.” Deze zin komt uit de film “A Time to Kill”. De oude advocaat Lucien Wilbanks, gespeeld door Donald Sutherland zegt tegen zijn leerling: “I can not promise you riches. What I can offer you the chance to save the world one case at a time.”6 Leuk, op pagina 7 van mijn brief van 11 juni 2014 heb ik het over deze film! Thema is onder meer die veranderende maatschappij en recht, hoe het recht achterloopt. Ook leuk is dat de dochter van Ybo Buruma in hetzelfde kantoor werkt. Ybo had ik al een aantal malen aangehaald, misschien zo vader, zo dochter? Evenals Liesbeth Zegveld, al genoemd in mijn brief van 11 juni 2014, zij maakt ook deel uit van die juristen die zich sterk maken voor: “saving the world”. Kan jij uitleggen waarom ik van de deken geen reactie kreeg toen ik na het intrekken van mijn eerste klacht vroeg hoe mijn ingetrokken klacht geregistreerd werd? Ik wel, ik had een jaar geleden al in de gaten dat het bij de registratie mis ging. Laat staan welke conclusies je uit de “data” kan trekken. Toch logisch dan … dat niet reageren. Kan je doorgaan met bewuste misleiding. 6 zie: http://www.imdb.com/title/tt0117913/quotes 5 Emile Gemmeke Hé, misleiding, was dat niet thema in mijn tweede brief, die van 3 juni 2014? Juristen lijken te denken dat onafhankelijk onderzoek betekent dat het onafhankelijke betrekking heeft op de relatie tussen gegevens en conclusies, dat die los is en dat ze zelf mogen fantaseren. Een beginnerscursus gegevensvergaring en verwerking op een sociale faculteit kan je helpen, maar ik wil je ook best privéles geven. Och, als vorm van zelfbevrediging is het natuurlijk wel lekker, je kunt zo je eigendunk mooi hoog houden. Voor de samenleving echter een ramp, dit leidt tot verkeerde beslissingen en stilstand. Economische impact van slechte juristen Kijk, anno 2014 moet je vooral financiële effecten aantonen. De media en parlementariërs smullen daarvan. Ik ga wat voeding geven. Om de analyse inzichtelijk te maken vul ik cijfers in, cijfers die niet hard te maken zijn, maar voor mijn gevoel in jouw voordeel zijn. Sterk in jouw voordeel. 17.000 advocaten werken 40 uur per week, 40 weken per jaar. Stel een gemiddeld uurtarief voor de cliënt, dus inclusief BTW en kantoorkosten, op 200 euro en met aantal declarabele uren op 75%. Dan geeft de Nederlandse gemeenschap per jaar ruim 4 miljard euro uit aan de advocatuur! Daarnaast geeft het ministerie van Veiligheid en Justitie ook nog een bijdrage aan rechters, gerechtsgebouwen en dergelijke. In die “en dergelijke” zit ook jouw mooie salaris (denk ik). Zullen we er eens 2 miljard euro bij optellen? Komen we uit op zo’n 6 miljard die we in ons kikkerlandje uitgeven aan juridische ruzies! Ruzies die vaak een behoorlijke persoonlijke impact hebben, maar die indirecte kosten laat ik even voor wat het is. In mijn brief van 27 mei 2014 aan de wrakingskamer, waarvan kopie aan jou, leg ik het volgende uit: De werkelijkheid is niet wit-zwart, goed-slecht, die heeft vele gradaties. Maar laat ik er voor het gemak eens van uitgaan dat 15% van de juristen momenteel “onder de maat is”. Misschien voelt die 15% als overdreven veel, dat kan. In het rekenvoorbeeld is het handig getallen te nemen die een tendens duidelijk maken. Een goede rechtsgang is er pas wanneer de drie juristen (enkelvoudige kamer: een rechter, twee advocaten of advocaat en OM) alle drie tot die groep goede van 85% behoren. Maar het effect op de zittingen is ongekend, immers slechts 61% van de zittingen (0.85 x 0.85 x 0.85 x 100%) heeft een setting met alleen juristen van voldoende niveau. Dus die “kleine” groep van 15% juristen verknoeit 39% van de zittingen! Verknoeide zittingen zullen relatief meer werk opleveren dan goede. Immers de aanloop kost meer tijd, de dossiers zijn slechter en er is een hogere kans op een hoger beroep. De hoeveelheid werk die hierdoor veroorzaakt wordt lijkt mij substantieel meer dan de 39%. Ben je die 15% knoeiers kwijt, dan scheelt dat veel werk. Zaken die nooit tot een zitting zouden leiden, korte zittingen etc. Van mijn scheiding denk ik dat een goede mediator alles in korte tijd geregeld en zonder drie waardeloze zittingen en een moeizame kostbare tuchtrechtgang. Ik calculeer een kapitaalvernietiging door slechte preventie, lees slecht tuchtrecht, van zo’n 40% van die 6 miljard euro. Dat is 2,4 miljard euro per jaar! Voor dat geld kunnen we een aantal keertjes een miskoopje Fyra doen. 6 Emile Gemmeke Over die éne miskoop werd jaren gedaan. De 2,4 miljard euro is elke jaar opnieuw weggegooid geld. Persoonlijk denk ik dan mijn bedrag reëel is, maar voor wie niet aan deze grootte wil, zelfs een honderdste fractie is reden tot serieuze actie: 24 miljoen euro per jaar. Ik blijf echt bij mijn schatting en stel: Goed recht in Nederland kost de helft van wat de hedendaagse knoeiboel kost. In zekere zin is jouw arrogantie om mij, eigenlijk de Nederlandse samenleving, niet van goede antwoorden te voorzien, het onder het tapijt schuiven van dat jaarlijks verlies van 2,4 miljard. Volgens mij bijna één procent van ons begrotingstekort. Ga ik hier inhoudelijk antwoord op krijgen? Of geen? Of iets als: dat is uit de lucht gegrepen? In het laatste geval mag je reflecteren over de vraag of de opgewekte suggesties uit jouw mooie jaarverslag niet veel meer uit “de lucht” gegrepen zijn. Want daar ben ik echt van overtuigd. Ken je de advocatenwet? Flauwe vraag hé. Is het niet zo dat jouw rol uitsluitend het tuchtrecht betreft? Dus eigenlijk van artikel 46 en verder? Zo’n twintig A4-tjes, een dun boekje van niks. Jij was toch van de modernisering, een CIO? Lees dan eens artikel 56 lid 3. Weet jij waarom daar zevenvoud staat? Ik neem je even mee terug in de tijd, naar 1952. Mr. Hendrik Mulderije heeft de nieuwe advocatenwet de Kamers der Staten Generaal doorgeloodst. De oorlog was net zo’n zeven jaar daarvoor ten einde gekomen, de wederopbouw had haar grootste stappen gezet, in Amerika kwamen de eerste machines met xerografie (kopieermachines) op de markt, telefoongesprekken moesten nog door een telefoniste handmatig met stekkertjes worden geschakeld. In de steden was er riolering, maar in het buitengebied … niet overal. Tjonge, wat is er economisch en technisch sinds die tijd in de wereld gebeurd? Een mobieltje bestond niet, ook niet die kleuren LCD TV. Die auto van toen, die had geen airco, geen elektrische ramen en mocht bijna even vaak een olie-beurtje als brandstof tanken. Je banktegoed, echt leuk. Geld storen was met een boekje naar de bank lopen. De balie medewerker werkte bedragen bij, in jouw boekje en hun lijst. Handtekening en stempeltje erbij. Echt giraal geld bestond nog niet, voor onze kinderen niet voor te stellen. Zevenvoud? Ja, er staat zevenvoud. Toen in 1952 waren er zo’n 1200 advocaten, gegeven de toenmalige gerechtelijk kaart, nog geen 100 per deken. Klachten, och die zullen er nauwelijks zijn geweest, toen was er nog niveau, noblesse oblige, die ridderlijkheid aan het begin van deze brief. En natuurlijk het aanzien. Toentertijd was er geen kopieerapparaat, de bedrijven hadden typkamers, een ruimte vol met typistes die kopieën maakten. 7 Emile Gemmeke Zoals de monniken dat vroeger in de kloosters deden, die schreven de boeken over. Gelukkig is rond 1450 de boekdrukkunst uitgevonden, toen kregen de monniken tijd voor dat trappistenbier dat ik wel kan waarderen.7 Jammer dat er voor al die overcomplete typistes niet ook zo’n leuke klus bedacht is. Anno 1952 was het belangrijk wie voor de kopieën zorgde, het Hof had toen nauwelijks middelen. De voorzitter ging het met carbonpapier niet drie keer overtikken, dus de aanlevering moest in zevenvoud. Overigens te zot voor woorden om, een dergelijk operationeel detail, in een wet vast te leggen. Zotheid die vandaag de dag nog steeds weelderig in leven blijkt te zijn. Heeft “mijn” ex-Information Chief al geopperd dat artikel 56 lid 3 enige modernisering nodig heeft? Dat jullie, het Hof, de beschikking hebben over een copie-er met scan-to-email mogelijkheden? Dat jullie liever, op jullie iPad het dossier lezen, dan er mee in een zware aktetas sjouwen? Ik hoop het, tot op heden is mij dat ontgaan, maar toegegeven ik zie niet alles. Modernisering Ik ben verheugd dat dit je hart gestolen heeft. Kunnen we dan saampjes eens brainstormen over de advocatenwet, met haar 40 pagina’s een simpel ding. Ik lees daarin zo weg: • organisatie: o bestaan van landelijke en lokale Orde van Advocaten, gekoppeld aan de gerechtelijke kaart; o ook de gerelateerde landelijke en lokale “discipline”; • taken: o landelijke organisatie houdt de algemeen secretaris het “tableau” bij; o jij bent waakzaam (artikel 55), heel waakzaam; • procedures: o op en af het tableau, informatiestroom via lokaal naar landelijk; o klachten; • rechten / plichten / etc. Waarom gaat het in die 40 pagina’s van de hak-op-de-tak? Waarom staat er niet een organogram, een proces-flow schema, taken matrix, verantwoordelijkheden matrix, handhavingsmatrix en dergelijke? Ja, je leest het goed, duidelijke tekeningen en schema’s die iedereen begrijpt. Is het voor jou nog iets te modern om zaken schematisch weer te geven in plaats van tekstueel. Teksten die van alle kanten onduidelijkheid opleveren. Eerst Kamervragen, memories van toelichting, dus in gewone burger taal: slimme minister legt domme Kamerleden fijntjes uit hoe hij zijn cryptische tekst bedoeld had. Echt goed voor het rechtsgevoel van de burger. Van die burger wordt immers verwacht dat hij de wet respecteert en dus gewoon juist weet te interpreteren. Ik proef hier impliciet de aanname dat burgers slimmer zijn dan hun vertegenwoordiging ;) Persoonlijk vind ik mijn idee hierboven al weer 35 jaar achterhaald. Ik zou vandaag de dag kennis die uit de informatietechnologie is voortgekomen gebruiken om tot goede codering te http://nl.wikipedia.org/wiki/Boekdrukkunst overigens is er geen relatie met het trappistenbier, maar de gedachte is wel leuk. 7 8 Emile Gemmeke komen. Het organogram is dan niet de vastlegging, maar wel met een automatisch proces te generen. Dan zijn er ook vele controlefuncties mogelijk waarvoor we nu de onder meer de Eerste Kamer inzetten. Juridisch Verantwoord Handelen Het onderwerp van mijn brieven. Had je al in de gaten dat ik hiermee refereer naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? Een begrip dat slaat op keten-verantwoordelijkheid. Wanneer in Bangladesh een kledingfabriek instort8 heeft dat direct gevolgen voor Nederlandse ondernemingen die zich hiervoor moeten verantwoorden. We hebben het veel in het nieuws gezien, ook gedoe met paardenvlees, plofkippen, koffieplantages etc. Centraal is het thema: vandaag de dag mag een ondernemer zich niet onttrekken aan wat er in de toelevering gebeurd. Voor mij is parallel: jij mag je niet onttrekken wat er in de toelevering gebeurd. Dat begin niet bij de klachten die de deken wil behandelen Dat begint voor mij al bij de klachten die wel bestaat, maar waar de klager de moeizame weg niet wil begaan. Dat is pas leuke informatie in een jaarverslag. Hier wil ik ook ingaan op het begin aan Britta haar bijdrage aan het jaarverslag, ik lees: Uit het feit dat er afgelopen jaar veel lopende zaken bij het Hof van Discipline werden ingetrokken, zou je kunnen afleiden dat mensen gaandeweg kennelijk gaan beseffen of te horen krijgen dat hun zaak niet echt veelbelovend is. Ik heb een stukje onderstreept. Ja, dat was precies wat Paul Wilmink mij in augustus 2012 wilde inprenten: Hoe fout een advocate van de wederpartij ook geweest is, je maakt nauwelijks kans en ik stop er geen tijd in. Tja, ik lees dus een jaarverslag vol met suggesties, selecte waarnemingen en heel veel eigen gelijk. Conclusie: juridisch onverantwoord handelen. Weet jij wat fatsoen is? Volgens mij is dat de ander als gelijke zien. Wanneer die gelijke je even op je nummer zet, omdat je, hopelijk tijdelijk, vanuit een ivoren torentje aan het antwoorden was, dat je dan direct schakelt. Direct inziet dat je een fout hebt gemaakt en die ruiterlijk toegeeft. Ruiterlijk, een woord dat komt uit een tijd dat er nog rangen en standen waren. O, zeker, k haalde hard uit en al jou amices zullen vinden dat ik niet met jou zo om mag gaan. Maar ik vraag me af hoe de gewone burger daartegenaan kijkt. Misschien dat Britta nog een bankje in haar collegezaal vrij heeft wanneer haar cursus ethiek gegeven wordt, ik adviseer je van zo’n gelegenheid gebruik te maken. Onze treurige toekomst Weet je hoe jaarlijks de verhouding tussen normale mensen en advocaten, schever en schever wordt. Ja, ik schrijf “en normale mensen”, ik weet waarop dat lijkt. Lijkt, maar is niet heus, want ik spiegel opnieuw. 8 http://nl.wikipedia.org/wiki/Instorting_van_het_Rana_Plaza 9 Emile Gemmeke Het zijn de juristen die een verheven houding aannemen, die zich van de samenleving, die ze steeds minder begrijpen, distantiëren. Aanzien opeisten, als goden die alleen antwoorden als het hun zint en op de wijze die hun zint. Tja, tijdgeest he, ruim honderd jaar achter maatschappelijke ontwikkelingen aanhobbelen. Ben jij met vijfendertig jaar achterstand relatief erg vooruitstrevend. Besef je dat dit maatschappijbeeld een zichzelf-in-standhoudende-werking heeft? Jongeren die gaan voor macht en aanzien, zullen de studierichting rechten relatief gemakkelijk kiezen, om dan, in de collegebanken bij Britta, te horen te krijgen dat hun mindset verkeerd is. Psychologen kunnen je uitleggen dat karakterveranderingen heel moeizaam gaan. Selectie vooraf is beter, het aantrekken van de juiste leerlingen. Al die leuke leerlingen die net als Britta gaan voor: “saving the world”. Een mens is nooit te oud om te leren Ik bied je ook een kans. Ik zoek niet naar de weg een ander op jouw stoel te krijgen. Een ander die hetzelfde gaat doen. Volgens mij moet juridisch Nederland grote stappen in de richting van vernieuwing zetten. Starten met de huidige generatie. Selecteren attitude en niveau en dan filtering, dus die 15% er uit. Dan krijgt het systeem “lucht”. Tegelijk de nieuwe generatie een heel andere opleiding aanbieden. Ook onze wetgeving, die moet echt geheel om. Niet zo zeer wat er staat, maar hoe het er staat. Onze wetten lijken mij inhoudelijk gewoon goed. Ze zijn democratisch tot stand gekomen, dus daar wil ik niets over zeggen. Maar de vorm is een ramp. Principes zoals trias politica moeten gekoesterd blijven worden, net zoals de vele goede gedachten van rechtsgeleerden. Onafhankelijkheid Een kernbegrip van het recht. Zowel voor rechters als de advocatuur en het O.M.. Hoe onafhankelijkheid onder druk kan komen te staan leert ons die mooie film: A Time to Kill De jonge advocaat Jake Tyler Brigance is een onafhankelijk persoon. Zijn vrouw verlaat hem, zijn huis brand af een bekende sterft en zijn hulpie beland in het ziekenhuis. Allemaal gevolgen van zijn keuze van de strijd om recht en rechtvaardigheid hand in hand te laten gaan. Hij is niet te beïnvloeden, ondanks dat keer-op-keer de twijfel wel toeslaat. In alle discussies over het toezicht op de advocatuur, heeft het onderwerp zich gefocusseerd op de wetgever, die binnen de gedachte van trias politica, geen invloed op de advocatuur mag hebben. Gegeven onze huidige mondige maatschappij, onze hedendaagse werkelijkheid: Onzin! Elke advocaat die een dergelijke oneigenlijke druk ervaart kan direct moord-en-brand schreeuwen en de wetgever wordt door de media op haar plek gezet. Wel is heel gevaarlijk die werkelijke afhankelijkheid die ik aantoon. Dat jij niet het lef hebt om zoals Jake Tyler Brigance deed in de film: goed doen. Dat je bang bent voor je positie. Angst voor wat al die andere juristen er van vinden. Hierdoor wordt onze “dialoog” geen juridisch vraagstuk, maar een machtsvraagstuk. 10 Emile Gemmeke Mijn klacht over jou bij de Hoge Raad gaat dit bevestigen. Die club is niet anders, dus die gaan lang nadenken over hoe ze, zo veilig mogelijk, mij met een kluitje in het riet krijgen. Dat “zo veilig mogelijk” is politiek en macht, geen juridisch iets. Daarom is mijn klacht alleen interessant is als bevestiging van dit gedrag. Een bewijsstuk aan de Nederlandse samenleving. Mocht ik ongelijk krijgen, dan ziet het voor jou er waarschijnlijk niet goed uit. Mijn medeburger, daar wil ik mij best voor verantwoorden, zoals ik zal proberen dat jij aan diezelfde medeburgers je mag verantwoorden. De Nederlandse samenleving is het echte speelveld waar jullie juristen het voor zouden moeten doen. Dus in dat speelveld ga ik jou langzaam trekken. Daar doen we het spelletje: wie heeft er gelijk, wie krijgt er gelijk? Misschien vind je mijn concept boekje9 wel interessant: een leuke inleiding en dan onze briefwisseling. Leuk is dat digital publishing en verspreiding vandaag de dag geen kosten met zich meebrengt. Omdat het een concept is, zowel de gedachte als de voorlopige uitwerking, zal ik de verspreiding vooralsnog beperken tot geïnteresseerden. Ik zal het ook Britta en anderen die ik noem het aanbieden. De afsluitende tekst in de Advocatenwet is: Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven ten Paleize Soestdijk, 23 Juni 1952. JULIANA. Ik begrijp hieruit dat jij beter je best moet gaan doen en wil je graag helpen. Op basis van een open dialoog, gelijkwaardigheid en wederzijds respect. Als ik fouten heb gemaakt, wijs me er op, ik leer graag. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: geen, wel zoals vermeld de link naar het boekje waarin deze brief is opgenomen. 9 zie : http://www.gemmeke.nl/Joost_van_Dijk.pdf 11 Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 / [email protected] Aan Joost van Dijk, Hof zonder Discipline Postbus 9679 4801 LT Breda (ook per email: [email protected]) Nijmegen, 4 juli 2014 Onderwerp : Juridisch Verantwoord Handelen (4). Beste Joost, Het is stil aan jouw kant. Laat ik voor de duidelijkheid de openstaande punten op een rijtje zetten. Want ja, uit mijn verhalende en beschouwende brieven kan het moeilijk zijn de werkelijke vragen te detecteren. Daarvoor is immers nodig, dat informatie-verweking goed plaatsvindt. Mijn twijfels over jouw vermogens, tot correcte verwerking van valide gegevens tot bruikbare informatie, was mede onderwerp in mijn vorige brief. Berust je in mijn aantijging of komt hierop nog verweer? Openstaande juridische vragen: • Klopt mijn stellingname dat het Procola-arrest voor de Raad van State en voor het Hof van Discipline gelijke uitwerking hebben? Dus dat het Hof als rechtspersoon in meerdere rollen kan acteren, zolang gewaarborgd is dat er geen natuurlijke personen zijn die een dubbelrol vervullen? Dit heeft betrekking op jouw eerste reactie. • Klopt mijn opmerking dat ik uitsluitend procedurele vragen aan jou had en geen inhoudelijke? Indien je het hiermee oneens bent, dan graag feiten (verweer). Ook dit heeft betrekking op jouw eerste reactie. • Klopt mijn stelling, op pagina vier, doorlopend op vijf, van mijn brief van 23 juni 2014, dat de deken de verklaring over eerdere tuchtzaken, zie ook advocatenwet 46d lid 5, aan de klager dient te sturen? Ik ga de mijn onderbouwing hier niet herhalen. • Niet openstaand, maar een logisch gevolg van discussieonderwerpen: In het strafrecht is er een verschil tussen de melder of aangever van een mogelijk misdrijf enerzijds, en de rollen van politie en O.M. anderzijds. In het tuchtrecht gebruikt de wetgever de suggestieve term klager, die volgens de staatsecretaris zich als melder moet opstellen. Zie ook pagina 11 van mijn brief van 11 juni 2014. Wie heeft de taak onderzoek te doen, zoals politie en O.M. dat doen? Een van uw voorgangers, ex vice-voorzitter van het Hof van Discipline, mr. D. Peeperkorn heeft op 11 oktober 2007 in Utrecht op een symposium hierover een lezing gehouden.1 Ik lees hier nadrukkelijk de deken. Onderschrijft u hier een onpartijdige en onafhankelijke rol van de deken? 1 zie http://www.AdvocatenWanOrde.nl/HvD/2007_SymposiumTuchtrecht.pdf Emile Gemmeke • • Mag een rechter in het strafrecht een oordeel vormen op basis van een dossier waarvan hij weet dat het incompleet is? Of dient de rechter in zo’n geval de gemeenschap met vrijspraak, eventueel nietontvankelijk, omdat het O.M. van de zaak een knoeiboel heeft gemaakt? Hoe moet gehandeld worden, wanner het O.M. willens en wetens een knoeiboel maakt? Is hier een parallel te trekken naar het advocatentuchtrecht? Maatschappelijke vragen: • Is het aannemelijk dat er onder de 17000 beëdigde advocaten, personen zijn, die zich niet aan de regels houden en/of onvoldoende niveau hebben? Is het aannemelijk dat de grootte van die groep boefies omgekeerd evenredig is met het de kwaliteit van het repressieve toezicht?2 • Heeft het tuchtrecht niet toe doel deze groep boefies te minimaliseren? Ja, ik weet dat van tovenaarsleerling Rein Jan. Recent heeft hij met goocheltrucks, lees suggestieve rapportages en uiterst dubieus onderzoek, de Tweede Kamer weten te overtuigen dat een college van twee toezichthouders voldoende is. Ze zijn hem zelfs dankbaar voor zijn werk, ze bedoelen eigenlijk dat ze na jaren de discussie beu waren. Zullen we over vijf jaar evalueren? • Hoe meent het Hof aan goede meldingen over misstanden te komen? Dus echte informatie in een jaarverslag, niet een opsomming van gegevens die (on)behoorlijk gefilterd zijn. Juridische vragen van een rechtzoekende: • Toen ik in juli 2012 de deken van het arrondissement Oost-Nederland, nu Gelderland, benaderde, vroeg ik hulp. Ik wees op de advocatenwet artikel 46c lid 1: Indien de klager daarom verzoekt, is de deken hem behulpzaam bij het op schrift stellen van de klacht. Deken weigerde, Nationale Ombudsman heeft na wat omzwervingen gedaan wat jij doet: deur dicht, was dus niet instaat inhoudelijk te reageren. Wil je eens inzomen? • Toen ik op 19 augustus 2013, mijn herziende klacht aanbod aan de deken, vermelde in de aanbiedingsbrief: Gegeven onze correspondentie afgelopen jaar, heb ik niet de verwachting dat het onderzoek genoemd in de Advocatenwet conform de Memorie van Antwoord (minister Job de Ruiter [Kamerzitting, 1981- 1982, 16094, nr .6, p. 20 en 21]) zal worden uitgevoerd. Vandaar dat ik hierbij, met nadruk, op basis van de Advocatenwet artikel 46e sub 1, verzoek deze klacht onmiddellijk ter kennis van de Raad van Discipline te brengen. • • 2 3 Leuk is om eens in te zomen in de briefwisseling hierover. De deken bij monde van de adjunct-secretaris weigert, met als drogreden dat er onderzoek moet worden gedaan. Tja, wat verandert dat aan “onmiddellijk”? Waarom denkt je dat de wetgever dit in de advocatenwet heeft opgenomen? Ik verwacht om een klager die redenen heeft om te vermoeden dat de deken onvoldoende onpartijdigheid, zorgvuldigheid of anderszins waarborgt, dat de voorzitter van de Raad van Discipline indirect kan voorleggen. Artikel 55 zie ik als mogelijkheid voor jou om in te grijpen wanneer de “lagen onder jou” het laten afweten. “Waken” zie ik als een actief werkwoord, maar misschien moeten we dit neerlandicus vragen.3 Mag een deken een klacht weigeren die aan alle de wettelijke eisen voldoet? Volgens mij legt de advocatenwet slechts één beperking op, namelijk schriftelijk. zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Evenredigheid zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Actief_werkwoord 2 Emile Gemmeke Ik heb uit jurisprudentie begrepen dat de vorm van schriftelijk niet gebonden is aan papier als medium. Andere wetten vereisen zorgvuldigheid met betrekking tot identificatie. Dus de eis dat de klager zichzelf weet te identificeren is redelijk. Niet redelijk zijn aanvullende eisen die de deken of het bureau van de orde wel leuk vinden. Indiening in tweevoud is in wezen niet anders dan op oranje gekleurd papier geprint of door een kabouter afgeleverd. Het zijn alle drie onnodige beperkingen. Ik heb een retour gestuurde klacht op foutieve grondslag! Gegeven het idee achter tuchtrecht, borging van kwaliteit, zou elke (terechte) klacht welkom moeten zijn. Het is toch aan de Raden en het Hof van Discipline daarover een oordeel te geven? En toch pas nadat er goed onderzoek is gedaan? Informatie technologie: Gezien jouw vorige functie is het interessant om nog even bij enkele feiten stil te staan, na de feiten komen enkele vragen. Feiten zijn: • In 1970 heeft de grondlegger van het relationele informatie model, de Engelsman Tedd Codd, zijn theorieën gepubliceerd.4 • In 1983 worden, met het boek van Christopher J. Date5, met de naam “An Introduction to Database Systems”, deze ideeën voor een breder publiek toegankelijk. • Toen ik in 1984 voor de MEAO in Gouda stond, kreeg ik in een cursus voor docenten informatica aan MEAO. Het gebruikte boek van prof. dr. T.M.A. Bemelmans6 vermeldde al deze theorieën. Allemaal behoorlijk oud-nieuws dus. • Ik zie geen wezenlijk7 verschil in de volgende soorten regels: o Wetten (regels die gelden binnen de samenleving); o Taal regels (spelling, vervoegingen, samenstellingen, afkortingen, uitspraak; niet alleen Nederlands, maar ook andere talen); o Wiskundige regels (eenvoudig: meneer van Dalen wacht op antwoord, maar ook complexere) o Natuurkundige regels (Albert Einstein: E=m.c2, Robert Boyle: p.V = constant, Georg Ohm: U=I.R, etc) o Economische regels (vraag/aanbod: prijselasticiteit8) o etc, etc. • Informatici zijn er in geslaagd al dit soort regel betrouwbaar om te zetten, jou smartphone staat er bol van. Vragen zijn: • Zouden informatici niet bij uitstek juristen kunnen helpen met het coderen van regels? Dus bij het maken van wetteksten. • Waarom isoleren juristen hun vak? Ik geef een voorbeeld. Is het vandaag de dag niet zo dat de gezondheidszorg allerlei deskundigen betrekt? Ik noem maar: kunstheupen (plastic en metaal deskundigen), chemie (heet farmacie), gehoor met elektrodes in de hersenen (elektronica e.d.). In elk beroep zie ik verandering. Zelfs de bakker heeft nieuwe componenten die brood langdurig houdbaar maakt, de schilder verft met verven die dertig jaar geleden ondenkbaar waren. Maar juristen …. zie Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Ted_Codd zie Wikipedia: http://en.wikipedia.org/wiki/Christopher_J._Date 6 Bestuurlijke informatiesystemen en automatisering, tweede herziende druk van 1984, pagina 220 e.v. zie Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Theo_Bemelmans 7 Wezenlijk: bedoeld als “in het zijn”, de abstracte soort. 8 zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Prijselasticiteit 4 5 3 Emile Gemmeke Evolutie versus revolutie9 Ik zie een toenemende spanning ontstaat tussen wat onze internationaal georiënteerde, multiculturele, technische en economisch gedreven maatschappij aan juristen nodig heeft en wat opleidingen afleveren en opvattingen die star blijven. Wanneer deze beroepsgroep niet tijdig met een snelle evolutie, veel verloren tijd en mogelijkheden gaat inhalen, dan voorzie ik revolutie. Een nieuwe maatschappelijke orde waarbij juristen opeens buitenspel staan. Zoals dat in Frankrijk begonnen is op 14 juli 1789. Leuk is dat veel van onze hedendaagse wetgeving met die revolutie tot stand is gekomen: liberté, égalité, fraternité. De “égalité”, hebben we in artikel 1 van onze Grondwet opgenomen en van de liberté is artikel 7 een uitwerking. De fraternité is wat ik bied, de samenwerking tot evolutie, omdat revolutie zo’n rommelige periode geeft. Aanvullende opmerking: • Deze brief wordt toegevoegd aan mijn boekje in wording, zoals jouw antwoorden er ook in komen. Omdat ik een soort van voorwoord heb geschreven, is het wel zo eerlijk dat jij een tekst mag indienen met die functie. Vooralsnog plaats ik een pagina met de uitnodiging en dat ik tot op heden geen vulling hiervoor heb ontvangen. Zie graag jouw tekst tegenmoet. Laten we er samen voor zorgen dat het advocatentuchtrecht gaat doen wat het moet doen. De wijzigingen in de nieuwe advocatenwet gaan, volgens mij, niets uithalen. Wat wel werkt is wanneer juristen zich gewoon aan de wet gaan houden. Met vriendelijke groet, Emile Gemmeke (digitale versie niet ondertekend) cc: geen, wel zoals vermeld de link naar het boekje waarin deze brief is opgenomen. 10 9 zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Revolutie in pdf, klik link: http://www.advocatenwanorde.nl/HvD/Joost_van_Dijk.pdf brief, overtypen: http://www.advocatenwanorde.nl/HvD/Joost_van_Dijk.pdf 10 4
© Copyright 2024 ExpyDoc