Voorwoord en inhoudsopgave met commentare

Module 3
Gender & interculturaliteit
Gecoördineerd door Erika Grossman (Hongarije)
Met bijdragen van (i.a.v.):
Otakar Fleischmann (Tsjechische Republiek), Erika Grossmann (Hongarije), Nesrin Oruç
Ertürk (Turkije), Renate Seebauer (Oostenrijk), Michèle Vanleke (België), Meeli Väljaots
(Estland)
1. Genderspecifiek en interculturele pedagogische aspecten in verscheidene
landen – analyse van nationale curricula in België, Estland, Hongarije, Turkije
en Tsjechië
Michèle Vanleke (België), Meeli Väljaots (Estland), Erika Grossmann (Hongarije), Nesrin
Oruç Ertürk (Turkije), Otakar Fleischmann (Tsjechië)
Met behulp van een algemeen systeem van criteria werd de vroegere en huidige inhoud
van de nationale curricula in België, Hongarije, Turkije en Tsjechië geanalyseerd. Het was
ook belangrijk om de juridische status en de implementatie van het nationale curriculum
te kennen en te focussen op genderspecifieke en interculturele aspecten. Er zijn bepaalde
parallellen en gelijkaardige doelen in België, Estland, Hongarije en Tsjechië. Het Turkse
nationale curriculum werd voor elk vak op elk niveau geschreven met verscheidene
doelstellingen. Daarom werd, om te voldoen aan het opzet van deze analyse, het Engelse
taalcurriculum voor basisonderwijs (leerjaren 4 tot 8) gekozen.
2. Hoe interculturaliteit in geschiedenisboeken wordt voorgesteld in België,
Estland, Hongarije en Turkije: een analyse van lesboeken geschiedenis van het
achtste leerjaar
Nesrin Oruç Ertürk (Turkije), Michèle Vanleke (België), Meeli Väljaots (Estland), Erika
Grossmann (Hongarije)
Zoals Brugeilles & Cromer (2009) stellen, geven schoolboeken het culturele erfgoed van
een maatschappij door aan leerlingen op elk niveau van het onderwijs (lager, middelbaar
en hoger onderwijs). Om uit te zoeken hoe en in welke mate mannen en vrouwen in
leerboeken worden weergegeven, werden geschiedenisboeken voor 13-/14-jarigen uit
België, Estland, Hongarije en Turkije genomen om te vergelijken. De gegevens werden
verzameld met behulp van een vragenlijst met 18 items en een schaal op 5 van het
Likert-type. Verder werd het totaal aantal afbeeldingen/foto's geanalyseerd op
verhouding mannen/vrouwen. In een derde stap werden sommige afbeeldingen met
(een) vrouw(en) geselecteerd voor een gedetailleerde beschrijving volgens bepaalde
criteria.
3. Leerkrachten die stage lopen - hebben zij een “interculturele attitude”?
Michèle Vanleke (België), Meeli Väljaots (Estland), Erika Grossmann (Hongarije), Nesrin
Oruç Ertürk (Turkije)
Volgens Lakatosné Török en Dorner (2007) zijn er drie componenten bij interculturele
competentie, en dat zijn de volgende: kennis, vaardigheden en attitudes. Het verwerven
van deze componenten maakt echter niet altijd of automatisch deel uit van de opleiding
van leerkrachten. Het gebrek aan interculturele attitude (bewustzijn, competentie) en
vooral het gebrek aan methodologische tools (hoe interculturele aspecten implementeren
in het dagelijkse onderwijzen) kan voor zowel leerkrachten in opleiding als voor
leerkrachten zelf een probleem zijn. In vier landen werden studenten gevraagd naar hun
ideeën over interculturele attitude. Het empirische onderzoek bestaat uit een korte
analyse van de resultaten die uit deze vragenlijst verkregen zijn.
4. De vervrouwelijking van het onderwijs: is lager onderwijs echt een
vrouwenwereld?
Nesrin Oruç Ertürk (Turkije), Renate Seebauer (Oostenrijk)
Zoals we zien uit de bijdragen is onderwijs in feite een vrouwenwereld in Turkije en in
Oostenrijk. Verscheidene statistieken bewijzen deze stelling duidelijk.
Volgens Drudy (2008, geciteerd in Sari, 2012) is dit een wereldwijd fenomeen dat stevig
geworteld is in zaken die te maken hebben met economische ontwikkeling,
verstedelijking, de positie van vrouwen in de maatschappij, culturele definities van
mannelijkheid en de waarde van kinderen en kinderzorg. Oruç Ertürk geeft enkele
voorbeelden van waarom vrouwen leerkrachten worden en toont een profiel van
leerkrachten in het lager en middelbaar onderwijs in Turkije. De situatie in Oostenrijk is
vrij gelijkaardig: twee derden van de leerkrachten in het onderwijs zijn vrouwen, het
aandeel in het lager onderwijs is zelfs hoger. Behalve deze feiten zoeken de bijdragen
naar mogelijke antwoorden op de volgende vragen: wat zijn de gevolgen van de
vervrouwelijking van het onderwijs betreffende de genderaspecten? Op welke manier
heeft deze tendens invloed op de multiculturele leerlingengroepen in het lager onderwijs?