Activiteitenplan 2014/2015 - Koepel Wmo

Activiteitenplan 2014/2015 : decentraliseren centraal
goedgekeurd door
De Algemene Vergadering
van de Koepel Wmo-raden
dd. 26 november 2013
1. Waarom dit activiteitenplan?
Dit activiteitenplan beschrijft de voorgenomen werkzaamheden van het landelijk bureau
en bestuur van de Koepel Wmo-raden in de periode 2014-2015.
Dit worden cruciale jaren voor het invoeren van de voorgenomen decentralisaties: AWBZ,
jeugdzorg, passend onderwijs, participatiewet.
Complexe materie, landelijk en lokaal, die het nodige gaat vragen van gemeenten, van
burgers en van de lokale Wmo-raden. Daar komt nog bij dat er tegelijkertijd veel
discussie is over lokale burgerparticipatie en medezeggenschap, hoe dit vorm te gaan
geven, en de plaats van Wmo-raden en het cliëntperspectief daarbinnen.
De Koepel kan en zal een centrale verbindende en ondersteunende rol binnen dit alles
vervullen, zoals zij dat de afgelopen jaren heeft gedaan. Dat blijft in de roerige twee
jaren die voor ons liggen, zeker wenselijk en noodzakelijk.
2. Welke uitgangspunten heeft de Koepel Wmo-raden?
De Koepel is een landelijke vereniging van 275 leden, de lokale Wmo-raden.
De Koepel is opgericht om lokale burgerparticipatie te bevorderen en de lokale Wmoraden te ondersteunen bij hun werkzaamheden.
De leden van de Koepel hebben aangegeven dat de Koepel daarbij een drietal kerntaken
heeft te vervullen:
1. informeren en ondersteunen van de leden
2. verbinden van leden aan elkaar
3. belangenbehartiging voor de leden
Deze drie kerntaken worden hieronder verder uitgewerkt in taken en activiteiten in 2014
en 2015, en dan met name gericht op de drie transities in het sociale domein. Daarbij is
ook gekeken naar de werkwijze en organisatievorm van de Koepel, en hoe die werkwijze
en organisatievorm het beste kan worden vormgegeven, in het licht van de taken van die
Koepel. Die taken van de Koepel zijn op hun beurt weer afgemeten aan hetgeen Wmoraden lokaal nodig hebben.
3. Wat constateren we in 2013?
1. het is in een tijd van grote veranderingen meer dan ooit noodzakelijk om snel en
flexibel kunnen inspelen op vragen van Wmo-raden, met name rondom de
transities; langlopende projecten worden vaak al achterhaald door de realiteit;
2. de complexiteit van de transities, zeker in onderlinge samenhang, is voor steeds meer
Wmo-raden moeilijk te overzien;
3. de lokale diversiteit en pluriformiteit wordt nu echt duidelijk; iedere gemeente krijgt
haar eigen sociale beleid, haar eigen Wmo en Wmo-raad;
4. er wachten Wmo-raden een aantal stevige inhoudelijke adviesvragen, rondom nieuwe
gemeentelijke verordeningen, beleidsplannen, etc. Het is van belang vanuit de
Koepel daarin inhoudelijke ondersteuning te bieden, met inachtneming van het
vorige punt;
5. de integraliteit van beleid gaat toenemen, veel meer los van doelgroepen;
6. er zijn steeds meer zorgen over de lokale medezeggenschap, zeker als beleid in de
regio wordt vastgesteld;
7. er is veel discussie over lokale medezeggenschap, het laten voortbestaan van de
Wmo-raad, het verbreden van de Wmo-raad, het cliëntperspectief, maar er zijn
nog maar zeer beperkte ervaringen met nieuwe vormen van medezeggenschap,
anders dan de huidige Wmo-raden;
8. de leden zien elk voor zich een wisselend belang voor de Koepel. Voor de één is de
informatievoorziening vanuit de Koepel belangrijk, voor de ander is het overbodig.
Alle leden echter zien wel dat de Koepel uniek is wat betreft haar
belangenbehartiging, haar rol tussen landelijk en lokaal in. Daarin onderscheidt de
Koepel zich van alle andere (koepel-) organisaties.
2
9. de leden zijn wel tevreden over de wijze waarop de Koepel haar eerste kerntaak, het
informeren van de leden, vormgeeft. De infrastructuur zoals gebouwd, voldoet.
Wel kan de Koepel haar andere kerntaken, het verbinden van de leden met elkaar
en het behartigen van de belangen van de leden, nog verder verstevigen.
4. Wat gaan we doen in 2014-2015?
4.1 Algemeen
De werkwijze en de organisatiestructuur van de Koepel gaat aansluiten bij hetgeen in
2013 is geconstateerd. Het betekent dat de Koepel als kleine organisatie gaat zorgen
voor een perfect werkende infrastructuur, voor een goed werkende verbinding tussen
leden en tussen leden en Koepel en het landelijke, en zich gaat richten op snelheid en
flexibiliteit van advies en ondersteuning.
De Koepel kan en zal haar verbindende functie tussen de lokale Wmo-raden en het
landelijk beleid, politiek en landelijke Koepelorganisaties beter en actiever gaan invullen.
De Koepel zal haar infrastructuur meer laten werken voor de leden; dus gericht op het
meer en beter ophalen van voorbeelden en informatie bij die leden en toegankelijk
maken voor andere leden.
De Koepel zal in personele zin niet groter worden dan 1,4 fte. Deze medewerkers zijn
niet in dienst van de Koepel maar worden extern ingehuurd. Ook heeft de Koepel geen
eigen kantoorruimte.
Om de medewerkers heen wordt een flexibele schil ingesteld van organisaties, zoals
Movisie, en van personen, ad-hoc in te schakelen rondom thema’s en vragen die zich
voordoen.
De 1,4 fte wordt ingezet om samen te werken met de leden en met anderen, voor het
versterken van het netwerk en infrastructuur. De Koepel zelf levert in die zin vrijwel geen
beleidscapaciteit meer, maar vooral aansturing en verbinding.
De Koepel gaat zelf geen langlopende projecten of inhoudelijke projecten meer uitvoeren,
maar richt zich op het aansturen van, en samenwerken met, anderen om samen
gemeenschappelijke doelen te bereiken.
De huidige - vooral digitale- werkvorm is voor dit alles uitermate geschikt.
De Koepel is een werkorganisatie nieuwe stijl, met digitale informatievoorziening en
contactmogelijkheden, zonder huisvesting. Deze werkwijze is uiterst efficiënt en wordt
dan ook voortgezet.
Het secretariaat van de Koepel blijft bij de CG-raad ondergebracht, om kosten te
besparen en om een vaste ankerplaats voor het secretariaat te hebben.
4.2 Wat doen we mbt het informeren en ondersteunen van de leden?
Handhaven van digitale infrastructuur en het
plegen van onderhoud aan bestaande producten
De huidige vormen van digitale informatievoorziening: website, publicaties en digitale
nieuwsbrief zijn wezenlijk voor een goede informatievoorziening aan de leden en worden
steeds verder verbeterd. Dat geldt ook voor de in 2012 geïntroduceerde digitale
communicatiemiddelen: de poll en de weblogs.
Verder is er:
- aandacht voor de randen van de transities (thema’s die nergens bij horen) in weblogs;
- een maandelijkse webinar;
- een maandelijkse nieuwsbrief en nieuwsflits;
- een 8-tal polls;
- een totale herinrichting van de digitale ladenkast;
- het vernieuwen van bestaande succesvolle producten (handboek, digitale
trainingsmodule);
- de digitale PR-map: deze verder uitbreiden.
3
Thematische invulling
De infrastructuur van de Koepel biedt de mogelijkheid om flexibel in te spelen op de
actualiteit en de vragen die Wmo-raden hebben. In 2014/2015 staan in ieder geval
centraal:
1. de praktijk van de lokale advisering;
2. de doorontwikkeling van lokale medezeggenschap;
3. landelijke deskundigheidsbevordering voor Wmo-raden;
4. de transities: AWBZ (samen met Aandacht voor Iedereen), passend onderwijs,
jeugdzorg en participatiewet, en de relatie tussen de transities (3D); en de
schaalgrootte: regionalisering en de wijkgericht werken;
5. het VN-verdrag.
Helpdesk, juridische helpdesk: focus op advisering
Wmo-raden hebben, zo blijkt uit onderzoek, vier knelpunten: de relatie met de
gemeente, de relatie met de achterban, het intern functioneren van de Wmo-raad en het
geven van goed advies. In 2014 en 2015 zal de actieve focus van de Koepel met name
gericht zijn op dat laatste. Dat betekent niet dat voor de overige punten de Wmo-raden
niet meer bij de Koepel terecht kunnen, dat zal zeker het geval blijven. Er zal echter
geen actieve dossiervorming meer plaatsvinden op deze thema’s.
De Koepel zal Wmo-raden wel actief gaan ondersteunen bij de inhoud van hun lokale
advieswerk: rondom verordeningen, de invoering van de nieuwe Wmo-wet, het Wmobeleidsplan. Daar zal het zwaartepunt op liggen. De Koepel zal de daartoe benodigde
expertise, ook juridische, aan zich verbinden. De samenwerking met Stimulansz zal
worden voortgezet.
Passend daarbij is om Wmo-raden daarbij een instrument te geven dat zij lokaal kunnen
inzetten. De Koepel zal daartoe in samenwerking met het Verwey-Jonker instituut een
nieuwe versie van het landelijke beoordelingsinstrument voor Wmo-raden ontwikkelen.
Focus op medezeggenschap
Een inhoudelijk thema voor ondersteuning van Wmo-raden is het doorontwikkelen van
medezeggenschap in het gemeentelijk sociale domein. Hierin zal de Koepel samen met
een aantal partners een actief programma uitvoeren, om de discussie over
medezeggenschap in het lokale sociale domein scherper te krijgen en lokaal ingezet kan
worden. Het voorkomt hopelijk dat Wmo-raden, nog vaker dan nu het geval is,
geconfronteerd worden met gemeenten die cliëntparticipatie, burgerparticipatie,
medezeggenschap en belangenbehartiging al te makkelijk samenvoegen.
De Koepel zal rondom dit thema haar samenwerking versterken met andere landelijke
partijen die zich richten op medezeggenschap: Woonbond, LCR en LOC. De VNG wordt
gevraagd hierbij aan te sluiten.
Regie in landelijke deskundigheidsbevordering
De deskundigheidsbevordering voor Wmo-raden is anno 2013 nog steeds niet op orde.
Landelijk is er een kader neergezet, maar dit kader vraagt de aandacht. Er dient een
kwaliteitsslag te worden geslagen in de deskundigheidsbevordering voor Wmo-raden.
De Koepel zal hierin de regie nemen en met betrokken partijen om tafel gaan zitten.
Voornaamste punten van aandacht zijn de enorme versnippering van aanbod, landelijke
dekking van het aanbod en de inhoudelijk slechte aansluiting van veel trainingen bij
hetgeen Wmo-raden werkelijk nodig hebben voor de uitvoering van hun advieswerk.
Transities
Al hetgeen de Koepel onderneemt in 2014 en 2015 heeft een relatie met de transities.
De Koepel zal voor wat betreft de transitie AWBZ samenwerken met “Aandacht voor
Iedereen” (AVI). Daarbinnen is veel kennis en is er veel ondersteuning voor Wmo-raden
beschikbaar. De Koepel zal vanuit haar kennis over Wmo-raden een actieve bijdrage
leveren aan AVI. Er is, door de keuzes die worden gemaakt in dit activiteitenplan, weinig
overlap met AVI, maar wel veel ruimte voor samenwerking. AVI ondersteunt Wmo-raden
4
lokaal in hun netwerkvorming en structuur, de Koepel ondersteunt Wmo-raden vooral op
de inhoud van de advisering. Dat kan en zal elkaar versterken.
Voor wat betreft de andere transities zal de Koepel steeds proberen de inhoudelijke
kennis die vanuit de betreffende beleidsvelden beschikbaar is, te koppelen aan hetgeen
Wmo-raden vragen en nodig hebben.
VN-verdrag
De Algemene Vergadering van de VN heeft in 2006 het Convenant for Right of Persons
with Disabilities (CRPD) aangenomen. Vervolgens is dit door alle lidstaten ondertekend
en de meerderheid heeft dit inmiddels geratificeerd. Ook Nederland zal dit doen.
Dit verdrag gaat ook lokaal grote gevolgen hebben voor gelijkwaardigheid en participatie
van mensen met een beperking. De Koepel zal de leden informeren over het verdrag en
het verdrag “vertalen” naar de lokale realiteit en de lokale Wmo-raad. Dat zal via een
webinar, nieuwsbrief en via de ledendagen worden gedaan.
4.3 Wat doen we om leden aan elkaar te verbinden?
Digitaal
De Linkedingroep van de Koepel wordt voortgezet en zal groeien naar meer dan 1000
leden. Wekelijks zijn er nieuwe discussies en vragen.
Ontmoeting
Uiteraard zal er twee maal per jaar een Algemene Leden Vergadering plaatsvinden. Ook
is er aan het eind van het jaar de jaarlijkse - in 2014 en 2015 alweer 3e en 4e - Hannie
van Leeuwen lezing. Dat zijn allemaal mogelijkheden voor leden om de Koepel en elkaar
te ontmoeten en uit te wisselen. Datzelfde kan natuurlijk op de jaarlijkse ledendagen, die
medio en eind 2014 en 2015 zullen plaatsvinden.
Leden voor leden: sprekerspool
Steeds vaker doen leden een beroep op de Koepel om te spreken op een bijeenkomst
van de Wmo-raad, of om met de Wmo-raad samen een bepaald thema uit te diepen.
De Koepel heeft daar maar zeer beperkte capaciteit voor, en zal hiervoor de expertise en
ervaring van de leden gaan inzetten. Daartoe wordt een sprekerspool ingesteld, waarin
leden zich aan kunnen melden als zij bereid zijn om andere Wmo-raden te adviseren of
om te spreken op een bijeenkomst. De Koepel zal dit faciliteren en ondersteunen.
Leden en de Koepel
Leden zullen meer worden betrekken bij werkzaamheden van de Koepel, om zo te komen
tot meer co-creatie. Er zal bijvoorbeeld een meeleesgroep voor het handboek worden
ingesteld.
4.4 Hoe zetten we ons in voor onze belangenbehartiging?
Algemeen
De Koepel zal haar huidige kontakten met landelijke politiek, landelijk beleid en landelijke
(koepel-)organisaties voorzetten, maar met een grotere focus op de positie van de
Koepel tussen landelijk en centraal in. Steeds zal worden gekeken naar hoe het mogelijk
is om elkaar te versterken, bv. door landelijk informatie te geven over hetgeen lokaal
speelt. In 2014/2015 zal de positie van de Koepel, tussen lokale Wmo-raden en
landelijke politiek en beleid, verder worden uitgebouwd:
- door een meldpunt transities in te stellen: actief ophalen van informatie, en
servicegericht snel meedenken en adviseren op gemelde zaken;
- door leden te binden aan dat meldpunt, bv. door te vragen om actief te worden
als “burgerwacht”; per provincie aanstellen;
- door per kwartaal aan VWS en VNG, dan wel Tweede Kamer, aan te geven wat
er lokaal speelt;
5
- door VWS en de VNG de gelegenheid te geven om via de Koepel vragen te
stellen aan Wmo-raden, om daarmee een verbinding te houden tussen het
landelijk beleid en de lokale werkelijkheid.
Meldpunt transities
Om snel en flexibel in te kunnen spelen op vragen van Wmo-raden rondom de transities,
wordt een digitaal Meldpunt Transities ingesteld: www.wmomelden.nl
Geen klachtenbureau, niet voor individuele problemen, maar een speciale website voor
Wmo-raden, waar zij eenvoudig terecht kunnen met vragen, knelpunten maar ook
oplossingen en suggesties voor wat betreft de transities. Via een dropbox en Twitter
worden zij hierbij betrokken, maar ook via allerlei andere kanalen, zoals een koppeling
aan Linkedin. De Koepel zal hier een actieve werkvorm van maken, zodat Wmo-raden
hier daadwerkelijk ook gebruik van gaan maken; we zoeken verbinding met
aandachtsfunctionarissen per transitie in de diverse Wmo-raden. Binnen een week
krijgen Wmo-raden antwoord op al hun vragen, hetzij van de Koepel, hetzij van andere
Wmo-raden, hetzij van externen die de Koepel kan inschakelen. Iedere Wmo-raad wordt
door de Koepel actief benaderd met vragen en actief betrokken bij het meldpunt.
Per kwartaal worden de resultaten aangeboden aan het Transitiebureau, VWS, VNG, AVI,
en wellicht ook de pers.
Burgerwacht
De Koepel gaat daarnaast ook zelf, actief, per kwartaal signalen bij Wmo-raden ophalen
over het verloop van de transities binnen de gemeenten. Daartoe zal zij de
samenwerking aangaan met 20, nader te bepalen, Wmo-raden. Deze Wmo-raden gaan
deel uitmaken van de “adviesgroep transities” en ontvangen hiervoor een (passende)
vergoeding. Deze signalen worden gebundeld en zullen ook per kwartaal worden
aangeboden aan het transitiebureau, VWS, VNG, AVI en andere belanghebbenden.
De Koepel zelf zal jaarlijks, door een landelijk onderzoek te doen onder Wmo-raden, ook
gericht op de lokale landing van de decentraliseringen.
6
5. Hoe ziet ons resultaat in 2014-2015 eruit?
1.
Informeren
en ondersteunen
van Wmoraden
2.
Verbinden
van Wmoraden
Activiteiten
1A. Digitale infrastructuur
Resultaat
Totaal vernieuwde website, die aansluit
bij de uitgangspunten van de nieuwe
Wmo.
24 weblogs
20-24 webinars over transities
20-24 nieuwsbrieven (1700 lezers), 10
nieuwsflitsen, 12 polls
1B. Onderhoud bestaande
producten
Er zijn vernieuwde en actuele versies
van: PR-map, woordenboek, de
basistraining, 15 factsheets, etc.
1C. Helpdesk, juridische
helpdesk, focus op advisering
Minimaal 225 vragen van Wmo-raden
en anderen zijn beantwoord, er is een
goed operationeel juridisch loket
Beoordelingsinstrument aangepast
1E. Medezeggenschap
4 expertmeetings gehouden over dit
thema, er zijn 2 goede handreikingen
verschenen met modellen en
voorbeelden die Wmo-raden praktisch
kunnen gebruiken, er zijn 12 landelijke
samenwerkings-overleggen over dit
thema, er is een landelijke publicatie
verschenen
1F. Deskundigheidsbevordering
Sterke verbetering van het aanbod via
de Koepel; de landelijke dekking is
zeker 50 % verbeterd
1G. Transities
Actieve ondersteuning AVI, ten minste
op 5 kennisdossiers.
Op alle transities zijn er actuele
informatiedossiers en webinars voor
Wmo-raden
1H. VN-verdrag
Wmo-raden hebben goede informatie
over het VN-verdrag en de gevolgen
ervan, via een factsheet, webinar,
nieuwsbrief.
Er zijn meer dan 1000 leden, 80
discussies gevoerd.
2A. Linkedin
2B. ALV’s
4 ALV’s georganiseerd met een
inhoudelijk symposium, minimaal 80
bezoekers
2C. Hannie van LeeuwenLezing
2 HvL-lezingen met elk minimaal 100
bezoekers
2D. Ledendagen
Minimaal 8 ledendagen georganiseerd
met minimaal 200 bezoekers; goed
inhoudelijke transitieprogramma
Minimaal 40 sprekers in de pool; allen
2E. Sprekerspool
per jaar minimaal 1 maal ingezet
6 bijeenkomsten van 2 uur, om
voldoende input te ontvangen,
verwerken van gegevens, aanpassen
handboek
Minimaal 150 vragen van Wmo-raden
beantwoord, 8 overleggen VWS en VNG
over de resultaten; 2 publicaties
2F. Meeleesgroep
3.
Belangenbehartiging
4. Interne
organisatie
3A. Meldpunt
3B. Burgerwacht
8 kwartaalrapportages van 20 leden
ontvangen en verwerkt in rapportages
en publicatie
3C. Landelijk onderzoek
Eind 2014 één groot landelijke
onderzoek onder Wmo-raden, met
publicatie van de gegevens, respons
van minimaal 45 %, verwerking van
gegevens in 2015
12 bestuursvergaderingen
70 bureauoverleggen
4A. Bijeenkomsten: bestuursvergaderingen,
bureauoverleggen
4B. Financiële administratie en
accountant
Goede financiële verantwoording VWS,
boekhouding op orde
4C. Leden-administratie en
sociale kaart
De ledenadministratie en sociale kaart
zijn op orde
4D. Interne administratie
De interne administratie is op orde
8