kritiekversie - IKOB-BKB

BRL 1317
d.d. xx-xx-xxxx
BEOORDELINGSRICHTLIJN
voor het KOMO® attest en het KOMO® procescertificaat
voor
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN
GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN
MET (IN SITU) VIRGIN WOOL
Techniekgebied A7
Vastgesteld door CvD IKOB-BKB d.d. xx-xx-xxxx
Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw
van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. xx-xx-xxxx
Bindend verklaard door het bestuur van IKOB-BKB
d.d. xx-xx-xxxx
Uitgave: IKOB-BKB
Nadruk verboden
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
BRL 1317 d.d. xx-xx-xxxx
BEOORDELINGSRICHTLIJN
voor het KOMO® attest en het KOMO® procescertificaat
voor
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN
GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN
MET (IN SITU) VIRGIN WOOL
Uitgave:
Certificatie-instelling IKOB-BKB BV
Nadruk verboden
IKOB-BKB BV
Pagina 2 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
Algemene informatie bij deze beoordelingsrichtlijn
Deze beoordelingsrichtlijn (BRL) is door het College van Deskundigen IKOB-BKB aangewezen als basis voor
de afgifte van een attest voor (in situ) virgin wool voor toepassing in spouwen van gevel-, binnenwand-, vloeren hellende dakelementen en voor het procescertificaat inzake het aanbrengen van virgin wool in de
genoemde constructies.
© IKOB- BKB bv
Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
IKOB-BKB, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk
dan waarvoor het is vervaardigd.
IKOB-BKB BV
Pagina 3 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
5
2.
DEFINITIES EN TERMINOLOGIE
7
3.
PROCEDURE TER VERKRIJGING VAN EEN KWALITEITSVERKLARING
9
4.
PUBLIEKRECHTELIJKE EISEN BOUWBESLUIT
11
5
OVERIGE (PRIVATE) EISEN EN BEPALINGSMETHODEN
15
6
EISEN MET BETREKKING TOT HET ATTEST
18
7
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES
19
8
EISEN TE STELLEN AAN HET UITVOEREND BEDRIJF
20
9
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING VAN HET
UITVOEREND BEDRIJF
21
EISEN TE STELLEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSBEWAKING DOOR DE
CERTIFICATIE-INSTELLING
23
11
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING
24
12
DOCUMENTENLIJST
25
10
Bijlage A: Bouwbesluittabel zoals op te nemen in het attest
26
Bijlage B: Overige productkenmerken zoals op te nemen in het attest
27
Bijlage C: Tekst op te nemen in het procescertificaat
28
Bijlage D: Bepaling RC-waarde en uitgangspunten
29
IKOB-BKB BV
Pagina 4 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
1
INLEIDING
1.1
ALGEMEEN
De in deze beoordelingsrichtlijn (BRL) vastgelegde eisen worden door de certificatie-instellingen, die
hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een
aanvraag voor c.q. instandhouding van een KOMO-certificatiesysteem voor attestering en
procescertificatie.
Het techniekgebied van de beoordelingsrichtlijn is A7 ‘Thermische na-isolatie systemen’
Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgesteld, stellen de certificatie-instellingen
aanvullende eisen in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie en attestering, zoals
vastgelegd in het algemeen certificatie- en attesteringsreglement van de betreffende instelling.
1.2
TOEPASSINGSGEBIED
Deze BRL heeft betrekking op het:
- achteraf en in situ aanbrengen van thermisch isolerende vullingen (virgin wool) in luchtspouwen
van bestaande dan wel nieuwe gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen m.b.t. alle
gebruiksfuncties volgens Bouwbesluit 2012. Dit wordt ook wel het na-isoleren genoemd.
- in de fabriek aanbrengen van thermisch isolerende vullingen (virgin wool) in luchtspouwen van
prefab gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen bestemd voor alle gebruiksfuncties
volgens Bouwbesluit 2012.
Opmerking:
In het kader van deze BRL en ten behoeve van procescertificatie zijn respectievelijk worden
uitvoeringsrichtlijnen opgesteld. Voor het ‘in situ’ aanbrengen van virgin wool is dat URL 1317.
Deze URL geldt tevens voor het ‘fabrieksmatig’ aanbrengen van virgin wool.
Het na-isoleren wordt voornamelijk toegepast bij de verbouw, maar is ook toepasbaar bij de
nieuwbouw en tijdelijke bouw. Derhalve wordt in hoofdstuk 4 nadruk gelegd op de verbouweisen. In
de betreffende paragrafen wordt voor de volledigheid tevens naar de Bouwbesluitartikelen voor
nieuwbouw respectievelijk tijdelijke bouw verwezen, aangezien ze via het verbouwartikel zijn
aangewezen.
Het na-isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen heeft als hoofddoel
het verhogen van de warmteweerstand van de spouwconstructie, waardoor het energieverbruik van
de woning of het gebouw afneemt en het comfort toeneemt.
Opmerking:
1.3
Meerwaarde van het isoleren van de genoemde elementen kan in sommige gevallen ook zijn
dat de luchtgeluidisolatie van de betreffende bouwconstructie verhoogd wordt. Dit is echter
afhankelijk van de bouwconstructie zelf. Constructieonderdelen zoals de draagstructuur,
gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de
geluidwering van de gehele constructie.
ERKENNING KWALITEITSVERKLARINGEN
Voor de afdelingen van het Bouwbesluit waarvoor een aansluiting gemaakt kan worden in het attest,
zijn grenswaarden opgenomen in hoofdstuk 4 van deze beoordelingsrichtlijn. Het af te geven attest is
gebaseerd op het volgende:
- Toelatingsonderzoek voor het attest (par. 3.2)
- Publiekrechtelijke eisen, Bouwbesluit (hoofdstuk 4)
- Publiekrechtelijke eisen, Verordening bouwproducten (hoofdstuk 5)
- Externe controle voor het attest (par. 9.1)
IKOB-BKB BV
Pagina 5 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
1.4
EISEN TE STELLEN AAN ONDERZOEKSINSTELLINGEN
Indien door een aanvrager (producent/leverancier) in het kader van de externe controle rapporten
van onderzoeksinstellingen of laboratoria worden overlegd om aan te tonen dat aan de eisen van
deze beoordelingsrichtlijn wordt voldaan, zal moeten worden aangetoond dat deze zijn opgesteld
door een instelling die voor het betreffende onderwerp voldoet aan de van toepassing zijn de
accreditatienorm, te weten:
- EN-ISO/IEC 17020 voor inspectie-instellingen;
- EN-ISO/IEC 17021 voor certificatie-instellingen die systemen certificeren;
- EN-ISO/IEC 17025 voor laboratoria;
- EN-ISO/IEC 17065 of EN 45011 voor certificatie-instellingen die producten certificeren.
T.a.v. het attest wordt voor de essentiële kenmerken overeenkomstig de
van toepassing zijnde geharmoniseerde Europese norm uitgegaan van de waarden zoals
opgenomen in de Prestatieverklaring van de betreffende leverancier (producent).
Een instelling wordt geacht aan deze criteria te voldoen wanneer een accreditatie-certificaat voor het
betreffende onderwerp kan worden overlegd, afgegeven door de raad voor Accreditatie (RvA) of een
accreditatieinstelling waarmee de RvA een overeenkomst van wederzijdse acceptatie heeft gesloten.
Indien geen accreditatie-certificaat kan worden overlegd zal de certificatie-instelling zelf verifiëren of
aan de accreditatiecriteria is voldaan.
Toelichting:
1.5
EN-ISO/IEC 17065 is op 15 september 2012 gepubliceerd en gaat EN 45011 vervangen.
Hiervoor is door de Raad voor Accreditatie een overgangstermijn van 3 jaar vastgesteld.
KWALITEITSVERKLARING
Op basis van de KOMO-systematiek die van toepassing is voor deze beoordelingsrichtlijn worden de
volgende kwaliteitsverklaringen afgegeven:
- KOMO® attest;
- KOMO® procescertificaat.
Op de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) staan de eisen vermeld waaraan de af te
geven kwaliteitsverklaringen moeten voldoen. Het betreft:
- Eisen voor het voorblad t.a.v. de te gebruiken lay-out en teksten
- Eisen t.a.v. de indeling en de te gebruiken teksten
De af te geven KOMO-kwaliteitsverklaringen dienen in ieder geval de gegevens te bevatten
zoals opgenomen in bijlagen A, B en C van deze beoordelingsrichtlijn.
Op de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) staan de modelkwaliteitsverklaringen vermeld
die voor deze beoordelingsrichtlijn van toepassing zijn. De af te geven kwaliteitsverklaringen moeten
hiermee overeenkomen.
Doordat wijzigingen van de indeling en/of teksten worden afgestemd met de HCB wordt tevens
voldaan aan de eisen zoals gepubliceerd op de website van de Stichting Bouwkwaliteit
(www.bouwkwaliteit.nl).
Een KOMO kwaliteitsverklaring houdt in dat het kwaliteitssysteem en producten initieel zijn
beoordeeld dan wel beproefd tegen de eisen uit deze beoordelingsrichtlijn door of onder
verantwoording van een geaccrediteerde instelling waarbij de monstername de verantwoordelijkheid
is van de geaccrediteerde instelling. Tevens staat het kwaliteitssysteem en de producten van de
producent onder continu toezicht van de geaccrediteerde instelling waarbij beoordeeld wordt of
geborgd is of het product bij voortduring aan de eisen van deze Beoordelingsrichtlijn voldoet en
vinden er frequent steekproefsgewijs beoordelingen dan wel beproevingen plaats.
Een KOMO-kwaliteitsverklaring geeft het gerechtvaardigd vertrouwen dat het product aan alle voor
Nederland relevante eisen voldoet.
IKOB-BKB BV
Pagina 6 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
2
DEFINITIES EN TERMINOLOGIE
Voor begrippen die samenhangen met certificatie en CE-markering wordt verwezen naar de website
van de Stichting KOMO (www.komo.nl) en het reglement van de certificerende instelling.
De volgende definities zijn in het kader van deze BRL van belang:
Prestatie-eis
Een in maten of getallen geconcretiseerd voorschrift dat is toegespitst op een bepaalde eigenschap
van een bouwconstructie en dat een te behalen grenswaarde bevat die ondubbelzinnig kan worden
berekend of gemeten.
Een prestatie-eis is derhalve opgebouwd uit de volgende drie componenten:
een gekwantificeerde grenswaarde;
een ondubbelzinnig meetbare bepalingsmethode;
een functionele omschrijving met de reden/het hoofdmotief voor de gestelde eis.
Attest
Is een document dat verklaart dat de eigenschappen van een bouwdeel in overeenstemming zijn met
bepaalde eisen die door opdrachtgevers of de overheid gesteld worden aan bouwwerken, mits het
bouwdeel op een voorgeschreven wijze wordt vervaardigd (verwerkingsmethode) met gebruikmaking
van producten met voorgeschreven technische specificaties.
Procescertificaat
Dit is een document dat verklaart dat een product (eindresultaat van proces) in overeenstemming is
met in de kwaliteitsverklaring vastgelegde productspecificaties en dat het daarvoor benodigde proces
in overeenstemming is met de in de kwaliteitsverklaring vastgelegde processpecificaties.
Gevelelement
Verticale, waterdichte uitwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande
uit houten dan wel metalen stijl- en regelwerk en beplating en/of membraan met daartussen een voor
(na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool.
Vloerelement
Horizontale inwendige of uitwendige* scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan,
bestaande uit houten dan wel metalen draagstructuur en beplating en/of membraan met daartussen
een voor (na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool.
* Bij een uitwendige scheidingsconstructie dienen per project nagegaan te worden of deze geschikt is
voor de (na)-isolatie.
Binnenwandelement
Verticale inwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande uit houten dan
wel metalen stijl- en regelwerk en beplating en/of membraan met daartussen een voor (na-)isolatie
geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool.
Hellende dakelement
Hellende, waterdichte uitwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande
uit houten dan wel metalen draagstructuur en beplating en/of membraan met daartussen een voor
(na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool.
Na-isoleren
Het achteraf (nadat de te isoleren constructie in zijn totaliteit is vervaardigd) aanbrengen van
isolatiemateriaal in een luchtspouw.
Warmtegeleidingscoëfficiënt λD
De warmtegeleidingscoëfficiënt λD is de gedeclareerde waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt.
Deze waarde wordt bepaald door de waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt λ 90/90 , die
representatief is voor minimaal 90% van de productie en met een betrouwbaarheid van 90% bepaald
IKOB-BKB BV
Pagina 7 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
volgens bijlage L van NEN 1068, naar boven af te ronden naar de dichtstbijzijnde 0,001 W/(m·K).
Factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte
Factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte als bedoeld in NEN 2778.
Glaswol vlokken – virgin wool
Fabrieksmatig vervaardigde wolvezels waaraan een waterafstotend middel is toegevoegd. Na
opwerking van de vezels in een verwerkingsmachine hebben de vezels een vlokvormige en wollige
structuur. Deze zogenaamde vlokken worden door middel van een persluchtsysteem onder druk
ingeblazen in de te isoleren ruimte.
Als grondstof voor de vlokken wordt een glaswol zonder bindmiddel toegepast.
Er mag dus geen sprake zijn van post industrial of post consumer recyclage van glaswol. Wel mag er
sprake zijn van gerecyclede basisgrondstoffen.
Toelichting:
IKOB-BKB BV
Voor begrippen die niet nader zijn gedefinieerd in onderhavige BRL, wordt verwezen naar het
Bouwbesluit en de in Nederlandse normen en voorschriften gehanteerde definities en
terminologieën.
Pagina 8 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
3
PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING
3.1
START VAN HET ONDERZOEK
De aanvrager van de kwaliteitsverklaring(en) geeft aan welke toepassingen moeten worden
opgenomen in de af te geven kwaliteitsverklaringen. Tevens verstrekt hij de nodige gegevens ten
behoeve van het opstellen van de “technische specificatie”, geeft aan welke uitspraken in de
kwaliteitsverklaringen moeten worden opgenomen en verstrekt de onderbouwing van die uitspraken.
3.2
TOELATINGSONDERZOEK VOOR HET ATTEST
Ten behoeve van het verkrijgen van een attest voert de certificatie instelling onderzoek uit. Tot het
toelatingsonderzoek behoren:
- Verificatie van door de aanvrager verstrekte c.q. te verstrekken documenten waarbij nagegaan
wordt of voldaan wordt aan de eisen zoals vastgelegd in hoofdstuk 4 en 5 van deze
beoordelingsrichtlijn
- Bepaling van de overige kenmerken in het kader van het Bouwbesluit
- Bepaling van de prestaties in de toepassing
Waar het om essentiële productkenmerken gaat wordt geverifieerd of de in de documenten
gedeclareerde waarden voldoen aan de prestatie-eisen zoals die zijn vastgelegd in deze
beoordelingsrichtlijn.
De certificatie-instelling toetst of verifieert de opgegeven prestaties met betrekking tot de toepassing.
Vastgesteld moet worden in hoeverre wordt voldaan aan de prestaties zoals zijn vastgelegd in
hoofdstuk 4 van deze beoordelingsrichtlijn.
3.3
TOELATINGSONDERZOEK VOOR DE KOMO-KWALITEITSVERKLARING
Ten behoeve van het verkrijgen van de KOMO-kwaliteitsverklaring voert de certificatie instelling
onderzoek uit. Tot het toelatingsonderzoek behoren:
- Controle van door de aanvrager verstrekte c.q. te verstrekken documenten waarbij nagegaan
wordt of voldaan wordt aan de eisen zoals vastgelegd in deze beoordelingsrichtlijn
- Bepaling van de overige kenmerken
- Bepaling van de prestaties in de toepassing
- Beoordeling van de verwerkingsvoorschriften
De certificatie-instelling toetst de opgegeven prestaties. Vastgesteld moet worden in hoeverre wordt
voldaan aan de prestaties zoals zijn vastgelegd in hoofdstuk 6 van deze beoordelingsrichtlijn.
3.4
BEOORDELING VAN HET KWALITEITSSYSTEEM
Ten behoeve van het verkrijgen van de kwaliteitsverklaringen voert de certificatie instelling onderzoek
uit. Tot het toelatingsonderzoek behoren:
- Beoordeling van het proces
- Beoordeling van het kwaliteitssysteem en het IKB-schema
- Toetsing op de aanwezigheid en het functioneren van de overige vereiste procedures
De certificatie-instelling toetst of het kwaliteitssysteem en het bijbehorende IKB-schema van de
producent aan de in deze beoordelingsrichtlijn gestelde eisen voldoet. Vastgesteld moet worden in
hoeverre het kwaliteitssysteem in overeenstemming is met de eisen zoals die zijn vastgelegd in
hoofdstuk 10 van deze beoordelingsrichtlijn.
Waar het om essentiële kenmerken gaat wordt voor het attest geverifieerd of de voor de CEmarkering opgestelde documenten voldoen aan de eisen zoals opgenomen in deze
beoordelingsrichtlijn.
3.5
VERLENING KWALITEITSVERKLARING
IKOB-BKB BV
Pagina 9 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
De resultaten van het toelatingsonderzoek worden vastgelegd in een dossier dat wordt voorgelegd
aan de beslisser. Deze beoordeelt de resultaten en beslist of de KOMO-kwaliteitsverklaring kan
worden verleend of dat aanvullende gegevens en/of onderzoeken nodig zijn voordat de KOMOkwaliteitsverklaring kan worden verleend.
IKOB-BKB BV
Pagina 10 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
4
PUBLIEKRECHTELIJKE EISEN BOUWBESLUIT
4.1
Algemeen
In dit hoofdstuk zijn de eisen uit het Bouwbesluit gegeven die in het kader van een attest voor het
(na-)isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool
moeten worden beoordeeld. Tabel 1 geeft een overzicht van de relatie van de kwaliteitsverklaring
met de voorschriften van het Bouwbesluit.
Tabel 1 – Relatie van de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit
BRL
par.
Beschouwde afdelingen
van het Bouwbesluit
Afdeling
4.2.1
Beperking van het
2.9
4.3.1
4.4.1
Toepassingsgebied
A*
B*
C*
D*
Ja
Ja
Ja
Ja
Verbouw
2.67
1–2
Ja
Ja
Ja
Ja
Nieuwbouw
rook
2.70
1
Ja
Nee
Nee
Ja
Nieuwbouw
Ja
Nee
Nee
Ja
Verbouw
Bescherming tegen geluid
3.1
Geluidwering tussen
Wering van vocht
Energiezuinigheid,
3.5
3.2
3.4
ruimten, nieuwbouw
4.3.3
2.73
Van toepassing op applicatie:
ontwikkelen van brand en
van buiten, nieuwbouw
4.3.2
Artikel Leden
3.5
5.1
nieuwbouw
Ja
Nee
Nee
Ja
Nieuwbouw
3.3
1 en 2
Ja
Nee
Nee
Ja
Nieuwbouw
3.4
1, 2, 3 en 5
Ja
Nee
Nee
Ja
Nieuwbouw
Nee
Ja
Ja
Nee
Verbouw
3.18
3.16
1–4
Nee
Ja
Ja
Nee
Nieuwbouw
3.17
1–7
Nee
Ja
Ja
Nee
Nieuwbouw
3.17a
1–3
Nee
Ja
Ja
Nee
Nieuwbouw
Ja
Nee
Ja
Ja
Verbouw
3.24
3.21
1
Ja
Nee
Ja
Ja
Nieuwbouw
3.22
1–2
Ja
Nee
Ja
Ja
Nieuwbouw
Ja
Ja
Ja
Ja
Verbouw
1
Ja
Nee
Nee
Ja
Nieuwbouw
3
Nee
Ja
Ja
Nee
Nieuwbouw
Ja
Ja
Ja
Ja
Tijdelijke bouw
5.6
5.3
5.7
A: isoleren gevelelementen
B: isoleren binnenwanden
C: isoleren (zolder)vloerelementen/vlieringen
D: isoleren hellende dakelementen
4.2
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN VEILIGHEID
4.2.1
BEPERKING VAN HET ONTWIKKELEN VAN BRAND EN ROOK (BB AFD. 2.9), FACULTATIEF
Prestatie-eis
Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 2.73 van toepassing.
Ingeval sprake is van nieuwbouw zijn in het kader van onderhavige BRL artikel 2.67 en artikel 2.70 lid
1 van toepassing.
Grenswaarde
Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau.
Opmerking 1: Kwaliteitsniveau bij een rechtmatig gebouwde gevel-, binnenwand-, vloer- of dakconstructie mag
niet verminderen door het aanbrengen van een thermisch isolerende vulling van virgin wool. Het
eindresultaat moet tevens voldoen aan het minimumniveau voor bestaande bouw (zie artikel
2.76).
Opmerking 2: Ingeval sprake is van nieuwbouw dient de zijde van de thermisch geïsoleerde constructie die aan
de binnenlucht grenst te voldoen aan de brandklasse volgens tabel 2.66 van het Bouwbesluit en
rookklasse s2. Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van elke afzonderlijke ruimte, is
IKOB-BKB BV
Pagina 11 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
bovenstaande eis niet van toepassing.
Bepalingsmethode
De brandklasse en rookklasse dienen bepaald te worden volgens NEN-EN 13501-1.
Attest
Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties juist zijn, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.
De verklaring vermeldt de brandklasse en de rookklasse.
4.3
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN GEZONDHEID
4.3.1
BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN, NIEUWBOUW (BB AFD. 3.1)
Prestatie-eis
Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.5 van toepassing.
Ingeval sprake is van nieuwbouw is artikel 3.2, artikel 3.3 leden 1 en 2 artikel 3.4 leden 1, 2, 3 en 5
van toepassing.
Grenswaarde
Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau.
Opmerking:
Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.2) dient een uitwendige scheidingsconstructie een
karakteristieke geluidwering te hebben van tenminste 20 dB, bepaald volgens NEN 5077.
Bepalingsmethode
Karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie dient te worden bepaald
volgens NEN 5077.
Attest
In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal geen nadelige invloed heeft op de karakteristieke
geluidwering van de na-geïsoleerde constructie. Constructieonderdelen zoals draagstructuur,
gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de
geluidwering van de gehele constructie.
4.3.2
GELUIDWERING TUSSEN RUIMTEN, NIEUWBOUW (BB AFD. 3.4)
Prestatie-eis
Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.18 van toepassing.
Ingeval sprake is van nieuwbouw zijn artikelen 3.16, 3.17 en 3.17a van toepassing.
Grenswaarde
Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau.
Opmerking:
IKOB-BKB BV
Ingeval sprake is van nieuwbouw is het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil voor de
geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende
gebruiksfunctie niet kleiner dan 52 dB. Betreft het een aangrenzende woonfunctie en daarin een
besloten ruimte die niet in een verblijfsgebied ligt, dan is de grenswaarde 47 dB. Het gewogen
contact-geluidniveau voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verbrlijfsgebied
van een aangrenzende gebruiksfunctie is niet groter dan 59 dB. Betreft het een aangrenzende
woonfunctie en daarin een besloten ruimte die niet in een verblijfsgebied ligt, dan is de
grenswaarde 64 dB. Voor woonfuncties zijn de grenswaarden respectievelijk 54 dB en 59 dB
(strengere eis).Bovenstaande eisen zijn niet van toepassing op de geluidsoverdracht van een
nevenfunctie van een woonfunctie naar die woonfunctie, als zij op hetzelfde perceel zijn gelegen.
Bovenstaande eisen zijn, bij verschillende gebruiksfuncties op hetzelfde perceel, niet van
toepassing op de geluidsoverdracht tussen twee gemeenschappelijke ruimten en tussen
gemeenschappelijke verkeersruimten en bergingen.
Pagina 12 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
Binnen een woonfunctie, tussen twee verblijfsruimten is het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht niet kleiner dan 32 dB en het gewogen contactgeluidniveau niet groter dan 79 dB. Deze twee eisen gelden niet indien de verblijfsruimten met
elkaar in open verbinding staan, of indien de ene verblijfsruimte vanuit de andere rechtstreeks
bereikbaar is door een deuropening.
Bepalingsmethode
Het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil en het gewogen contact-geluidniveau worden bepaald
volgens NEN 5077.
Attest
In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal geen nadelige invloed heeft op het
karakteristieke lucht-geluidniveauverschil en het gewogen contact-geluidniveau voor de
geluidsoverdracht van de na-geïsoleerde constructie. Constructieonderdelen zoals draagstructuur,
gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de
geluidwering van de gehele constructie.
4.3.3
WERING VAN VOCHT (BB AFD. 3.5)
Prestatie-eis
Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.24 van toepassing.
Ingeval sprake is van nieuwbouw is artikel 3.21 lid 1 en artikel 3.22 leden 1 en 2 van toepassing.
Grenswaarde
Een uitwendige scheidingsconstructie is, bepaald volgens NEN 2778, waterdicht.
Opmerking:
Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.21) dient een uitwendige scheidingsconstructie
waterdicht te zijn, bepaald volgens NEN 2778.
Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.22) heeft een scheidingsconstructie waarvoor een
warmteweerstand als bedoeld in artikel 5.3 (nieuwbouw) geldt, aan de zijde die grenst aan een
verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de
binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan 0,65 respectievelijk 0,5.
Bepalingsmethode
Waterdichtheid
Waterdichtheid van een uitwendige scheidingsconstructie dient te worden bepaald volgens NEN
2778.
Opmerking:
Isolatiemateriaal dat voldoet aan de in hoofdstuk 5 opgenomen producteisen heeft geen nadelige
invloed op de waterdichtheid van de (na-)geïsoleerde constructie.
Binnenoppervlaktetemperatuur (alleen van toepassing bij nieuwbouw)
Teneinde te kunnen vaststellen of aan voornoemde eis met betrekking tot de
binnenoppervlaktetemperatuur wordt voldaan, worden de thermische eigenschappen van het
isolatiemateriaal vastgesteld.
De bepaling van de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt wordt uitgevoerd volgens
bijlage C.2.1 van NEN 1068, respectievelijk volgens de hierna vermelde methode.
Attest
In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal op grond van de vastgestelde
materiaaleigenschappen (materiaal dat voldoet aan de in hoofdstuk 5 opgenomen producteisen)
geacht mag worden geen nadelige invloed te hebben op de waterdichtheid van de na-geïsoleerde
constructie.
Ingeval sprake is van nieuwbouw, wordt in het attest de rekenwaarde van de
warmtegeleidingscoëfficiënt (λcalc) van het isolatiemateriaal vermeld, bepaald overeenkomstig C.2.1
IKOB-BKB BV
Pagina 13 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
van NEN 1068, uitgaande van een bepaling van de gedeclareerde waarden van de
warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN 1068.
4.4
TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN ENERGIEZUINIGHEID
4.4.1
ENERGIEZUINIGHEID, NIEUWBOUW (BB AFD. 5.1)
Prestatie-eis
Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 5.6 van toepassing.
Ingeval sprake is van nieuwbouw respectievelijk tijdelijke bouw is artikel 5.3 leden 1 en 3
respectievelijk artikel 5.7 van toepassing.
Grenswaarde
De warmteweerstand van een na-geïsoleerde constructie is gelijk aan het rechtens verkregen niveau
voor zover dat niveau niet lager is dan 1,3 m²·K/W.
Opmerking:
In geval sprake is van nieuwbouw (artikel 5.3) dient de warmteweerstand van een na-geïsoleerde
constructie ten minste 3,5 m²·K/W te bedragen.
Ingeval sprake is van een tijdelijk bouwwerk (artikel 5.7) geldt een eis van ten minste 1,3 m²·K/W.
Bepalingsmethode
De bepaling van de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt wordt uitgevoerd volgens
bijlage C.2.1 van NEN 1068.
De bepaling van de RC-waarde van een constructie wordt uitgevoerd volgens NEN 1068. Bij
elementen met een houten of metalen frame wordt de koudebrugwerking van dit frame meegenomen
in de RC-berekening.
Attest
In het attest wordt de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λcalc) van het
isolatiemateriaal vermeld, bepaald overeenkomstig C.2.1 van NEN 1068, uitgaande van een bepaling
van de gedeclareerde waarden van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN
1068.
IKOB-BKB BV
Pagina 14 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
5
OVERIGE (PRODUCT)EISEN
In dit hoofdstuk zijn de essentiële kenmerken en de private eisen gegeven die in het kader van een
attest voor het thermisch (na-)isoleren van gevel-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ)
virgin wool zijn gesteld door de opdrachtgever en overige marktpartijen. In tabel 2 zijn essentiële
productkenmerken opgenomen. Tabel 3 geeft een overzicht van de overige producteisen en hun
relatie met virgin wool.
Tabel 2 – Essentiële productkenmerken op basis van EN 14064-1
BRL-§
Kenmerk
Bepalingsmethode
Proefstuk 1 en 2
afmetingen
[mm]
aantal
Eis EN
14064-1
Eis BRL
5.1
Warmtegeleidingscoëfficiënt
NEN-EN 12667 en
NEN 1068
≥ 500 x 500
x 100
≥ 10
Geen
eis
Gedeclareerdeen rekenwaarde
5.2
Wateropname
NEN-EN 1609;
methode A
200 x 200 x
50
4
Geen
eis
≤ 1,0 kg/m²
5.3
Waterdampdoorlatendheid
NEN-EN 12086
n.v.t.
n.v.t.
Geen
eis
µ=1
Tabel 3 – Overzicht van private eisen
BRL-§
Kenmerk
Bepalingsmethode
5.4
Densiteit
NEN-EN 14064-1;
bijlage J.3
5.5
Inzakking
Nog niet
beschikbaar
Proefstuk 1 en 2
afmetingen
[mm]
aantal
500 x 500 x
500
3
Bij aanhouden van minimale
Eis BRL
(35 +/- 5) kg/m³
Klasse S1
densiteit (35 +/- 5) kg/m³
uitgaan van klasse S1conform
EN 14064-1
5.6
Corrosiviteit verzinkt
staal
§ 5.6
§ 5.6
3
Geen corrosie
1
Proefstukken dienen te worden genomen van een monster met een totale volume van minimaal 0,5 m3.
Indien niet anders geëist in de betreffende norm dienen proefstukken tenminste 6 uur lang te worden
geconditioneerd bij (23±2) °C en (50±5) % RV, alvorens het testen begint.
2
Bemonstering
De proefstukken ten behoeve van het meten van warmtegeleidingscoëfficiënt worden vervaardigd en
geconditioneerd volgens bijlage C van NEN-EN 14064-1.
De bemonstering ten behoeve van alle andere beproevingen geschiedt door het inblazen van de wol
met behulp van de juiste apparatuur in een kartonnen doos. De wol wordt ten minste 24 uur
geconditioneerd bij (23 ± 2) °C en (50 ± 5) % RV, alvorens ze wordt beproefd.
5.1
WARMTEGELEIDINGSCOËFFICIËNT
Eis
De gedeclareerde waarde en de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD en λcalc)
moeten bekend zijn. Deze coëfficiënt is noodzakelijk voor de berekening van de thermische prestatie
van de constructie, welke aan de nationale regelgeving onderhevig is (zie hoofdstuk 4, §4.4.1)
Bepalingsmethode
Ten behoeve van het bepalen van de warmtegeleidingscoëfficiënt dienen ten minste 10 proefstukken
te worden vervaardigd volgens bijlage C van NEN-EN 14064-1. De metingen worden uitgevoerd
conform NEN-EN 12667. De rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λ calc) wordt bepaald
overeenkomstig C.2.1 van NEN 1068, uitgaande van een bepaling van de gedeclareerde waarden
van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN 1068.
IKOB-BKB BV
Pagina 15 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
Attest
In het attest worden de gedeclareerde waarde en de rekenwaarde van de
warmtegeleidingscoëfficiënt (λD en λcalc) van het isolatiemateriaal vermeld.
5.2
WATEROPNAME
Eis
De wateropname mag niet hoger zijn dan 1,0 kg/m².
Bepalingsmethode
Ten behoeve van het bepalen van de wateropname dienen vier proefstukken te worden vervaardigd
volgens bijlage D van NEN-EN 14064-1. De wateropname dient te worden bepaald conform methode
A van NEN-EN 1609.
Attest
In het attest wordt vermeld dat aan de eis wordt voldaan.
5.3
WATERDAMPDOORLATENDHEID
Eis
De waterdampdoorlatendheid (µ-waarde) moet bekend zijn. De µ-waarde is noodzakelijk voor de
berekening van het hygrische gedrag van de bouwconstructie.
Bepalingsmethode
De waterdampdoorlatendheid wordt bepaald conform NEN-EN 12086.
Attest
In het attest wordt vermeld dat µ=1.
5.4
DENSITEIT
Eis
De densiteit van verdichte wolvlokken in de constructie dient (35 +/- 5) kg/m³ te bedragen
Bepalingsmethode
De densiteit wordt bepaald conform methode omschreven in bijlage J.3 van NEN-EN 14064-1.
Attest
In het attest worden de densiteit en de standaard afwijking (eenheid: kg/m³) vermeld.
5.5
INZAKKING
Eis
De inzakking van de wolvlokken mag niet hoger zijn dan 1% (klasse S1 volgens NEN-EN 14064-1).
Toelichting:
Om de inzakking te voorkomen wordt in NEN-EN 14064-1 voor frameconstructies een
minimum densiteit geëist van 30 kg/m3. Met een eis van (35 +/- 5) kg/m³ in § 5.1.3 wordt het
voorkomen van inzakking gewaarborgd.
Bepalingsmethode
De bepalingsmethode is nog niet beschikbaar. Bij het aanhouden van de minimaal vereiste densiteit
(zie § 5.1.3) mag worden uitgegaan van klasse S1.
Attest
Zolang de bepalingsmethode niet beschikbaar is wordt in het attest wordt vermeld dat bij het
aanhouden van de minimaal vereiste volumieke massa mag worden uitgegaan van klasse S1.
IKOB-BKB BV
Pagina 16 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
5.6
CORROSIVITEIT TEGENOVER VERZINKT STAAL (metalen constructieonderdelen)
Eis
Na de beproeving op corrosiviteit mag geen van de drie spouwankers aan de in het isolatiemateriaal
ingebedde zijde meer corrosieverschijnselen vertonen dan aan zijn niet ingebedde zijde.
Bepalingsmethode
De beproeving moet tenminste in drievoud worden uitgevoerd. Normale verzinkte spouwankers
(laagdikte 4 μm) moeten door afwassen met alcohol worden ontvet. Verdere hantering mag dan
alleen nog met handschoenen plaatsvinden. De ontvette spouwankers moeten met behulp van
modelleerklei midden op de bodem van een “doos” met binnenmaten van minimaal 400 x 400 x 200
mm³ worden bevestigd, en wel zodanig dat ongeveer de helft van het anker zich in de doos bevindt.
De wanden van de “doos”moeten bestaan uit een linnen weefsel. Het frame van de “doos” kan zijn
van hout of van corrosiebestendig metaal. Vervolgens moet de doos tot aan de rand met wolvlokken
worden gevuld en licht aangedrukt. De “doos” moet daarna gedurende (28 ± 1) dagen in een ruimte
worden bewaard bij 25 °C en 90 % relatieve vochtigheid.
Na beëindiging van deze periode moet de in het isolatiemateriaal ingebedde zijde van de ankers
voorzichtig van het isolatiemateriaal worden ontdaan, en het verschil in corrosie tussen de ingebedde
en niet-ingebedde gedeelten visueel worden beoordeeld.
Attest
In het attest wordt vermeld dat aan de eis wordt voldaan.
IKOB-BKB BV
Pagina 17 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
6
EISEN MET BETREKKING TOT HET ATTEST
6.1
TOELATINGSONDERZOEK
Voor het uit te voeren onderzoek voor het afgeven van het attest dienen monsters ter beschikking te
worden gesteld.
6.2
PRODUCTWIJZIGINGEN
Wijzigingen in de samenstelling van het isolatiemateriaal moeten schriftelijk aan de
attesteringsinstelling worden gemeld. Op basis van de verstrekte gegevens en na eventuele
uitvoering van een aanvullend onderzoek beoordeelt de attesteringsinstelling of aanpassing van het
attest noodzakelijk is.
6.3
IDENTIFICATIECODERING
De onder attest te leveren producten dienen voorzien te worden van een identificatie-codering die
wordt vastgelegd in het attest.
6.4
KLACHTENBEHANDELING
De attesthouder dient te beschikken over een register waarin klachten inzake het door hem onder
attest geleverde materiaal worden ingeschreven alsmede over een registratie inzake de
klachtafhandeling.
IKOB-BKB BV
Pagina 18 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
7
EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES
7.1
ALGEMEEN
Alvorens gestart kan worden met het feitelijke aanbrengen van virgin wool dient het uitvoerend bedrijf
per project een onderzoek uit te voeren naar de bouwkundige randvoorwaarden beschreven in
hoofdstuk 2 van de betreffende URL.
7.2
UITVOERINGSRICHTLIJNEN
Als uitvoeringsrichtlijnen zijn van toepassing de verwerkingsvoorschriften vastgelegd in hoofdstuk 5
van de betreffende URL.
IKOB-BKB BV
Pagina 19 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
8
EISEN TE STELLEN AAN HET UITVOEREND BEDRIJF
Teneinde in aanmerking te komen voor het KOMO procescertificaat, moet het uitvoerend bedrijf
voldoen aan de volgende voorwaarden.
-
De onderneming dient te staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Als bewijs daarvan
dient een uittreksel van het handelsregister van de betreffende KvK te overleggen.
-
De onderneming dient te zorgen voor adequate scholing van haar personeel.
-
Binnen het bedrijf moet aantoonbaar kennis en vakbekwaamheid met betrekking tot de inrichting
en de uitrusting van het bedrijf alsmede met betrekking tot het opslaan en verwerken van het
isolatiemateriaal aanwezig zijn.
-
Voor het isoleren van gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen mag het bedrijf
uitsluitend een isolatiemateriaal toepassen dat voldoet aan de in hoofdstuk 4 en 5 van deze BRL
geformuleerde eisen. Een geldig KOMO attest wordt in dit kader aangemerkt als een bewijs dat
het systeem aan die eisen voldoet.
Gecontroleerd wordt op de eisen van de betreffende URL.
IKOB-BKB BV
Pagina 20 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
9
EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING VAN HET
UITVOEREND BEDRIJF
9.1
ALGEMEEN
In NEN-EN-ISO 9000 verstaat men onder het begrip kwaliteitssysteem "De organisatorische
structuur, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen voor het ten uitvoer
brengen van kwaliteitszorg".
Opmerking 1:
Om te voldoen aan de kwaliteitsdoelstellingen dient voldaan te worden aan de
uitgangspunten van de onderhavige Beoordelingsrichtlijn, zoals vastgelegd in dit hoofdstuk.
Opmerking 2:
Voor contractuele doeleinden, bindende voorschriften en externe beoordelingen kan het
aantonen van de invoering van de in het kwaliteitssysteem opgenomen elementen worden
vereist.
Onder certificatie wordt verstaan het op grond van onderzoek kenbaar maken door een
onafhankelijke instantie dat een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het uitvoerend bedrijf in
overeenstemming met deze Beoordelingsrichtlijn opereert.
Het kwaliteitssysteem van het uitvoerend bedrijf zal moeten zorgdragen dat bij voortduring de
uitgevoerde werken worden uitgevoerd zoals opgenomen in deze Beoordelingsrichtlijn.
Zoals onder opmerking 2 van het begrip kwaliteitssysteem wordt aangegeven moet het uitvoerend
bedrijf voor een aantal elementen van dit systeem aantonen dat deze binnen de organisatie
ingevoerd zijn. Hiervoor kan een intern kwaliteitsbewakingsschema (IKB-schema) worden
gehanteerd.
9.2
EISEN
De volgende aspecten dienen een onderdeel te zijn van het kwaliteitssysteem van het uitvoerend
bedrijf:
- organisatie;
- IKB-schema;
- identificatie en naspeurbaarheid van uitgevoerde werken;
- beheersing van de techniek van het isoleren van gevels, wanden, vloeren en daken en
beheersing van tekortkomingen;
- terugkoppeling van gebruikservaring;
- beheersing van documentatie (o.a. beheer productveiligheidsbladen volgens de Arbo wet);
- klachtenbehandeling.
Toelichting:
9.3
Deze aspecten zijn ontleend aan NEN-EN-ISO 9004. Deze norm geeft richtlijnen over
introductie van kwaliteitszorg en de elementen van een kwaliteitssysteem.
IKB-schema
Als onderdeel van het kwaliteitssysteem dient het uitvoerend bedrijf te beschikken over een door een
bevoegde functionaris van het bedrijf geautoriseerd IKB-schema en dient dit de instemming te
verkrijgen van de certificatie-instelling.
Het IKB-schema dient minimaal de volgende hoofdgroepen te bevatten:
- een ingangscontrole op de materialen;
- een controle op de opslag in het magazijn en het transport naar het werk;
- een controle op de opslag op het werk;
- een controle tijdens de uitvoering;
- een controle bij de oplevering;
- de behandeling van tekortkomingen/afwijkingen.
IKOB-BKB BV
Pagina 21 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
9.4
KLACHTENAFHANDELING
De verwerker dient aantoonbaar te beschikken over een goede klachtenregistratie en de behandeling
hiervan met betrekking tot het verwerken van na-isolatiemateriaal of de onderdelen hiervan waarop het
procescertificaat betrekking heeft en de toepassing ervan. Per klacht dient te worden aangegeven hoe
de klacht is geanalyseerd en afgehandeld.
9.5
PROJECT-AANMELDING
Het gecertificeerde isolatiebedrijf is verplicht om alle projecten op dit gebied, zowel nieuwbouw als
renovatie, voorafgaand aan de uitvoering bij de certificatie-instelling aan te melden.
IKOB-BKB BV
Pagina 22 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
10
EISEN TE STELLEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSBEWAKING DOOR DE
CERTIFICATIE-INSTELLING
10.1
ALGEMEEN
De externe controle door de certificatie-instelling is vastgelegd in het certificatie-reglement van die
instelling. Dit reglement bevat algemene zaken zoals:
- administratieve afwikkeling (offertes, opdrachten etc.);
- kosten en betalingsvoorwaarden;
- publicatierecht;
- aansprakelijkheid en vrijwaring;
- behandeling afwijkingen;
- sancties;
- klachtenregeling;
- beroepsprocedures.
Voor het uitvoeren van de inspecties worden de volgende kwalificatie-eisen gehanteerd:
MBO-opleidingsniveau in de bouw of bouw(-breed)gerelateerd en ingewerkt op het gebied van
specifieke uitvoeringswerkzaamheden met betrekking tot het thermisch (na-)isoleren van gevel-,
binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool.
Voor het uitvoeren van de controles van de totale interne kwaliteitsbewaking (IKB) van het
gecertificeerde bedrijf: HBO opleidingsniveau in de Bouw of Bouw(-breed)gerelateerd aangevuld met
minimaal een basisopleiding auditing en zonodig een vervolgopleiding (externe-) auditing.
10.2
CONTROLE EN CONTROLEFREQUENTIE
Het jaarlijkse bedrijfsbezoek (audit) door de certificatie-instelling dient ten minste te omvatten de
eisen zoals vermeld in hoofdstuk 8 en 9 van deze BRL.
De certificatie-instelling controleert steekproefsgewijs op basis van de door het isolatiebedrijf
aangemelde projecten, de planning en de omvang van het project, op het voldoen aan de eisen zoals
weergegeven in onderhavige BRL.
De frequentie wordt in principe jaarlijks vastgesteld in overleg met het College van Deskundigen van
de certificatie-instelling en de branche-organisatie.
Met ingang van de datum van uitgifte van deze BRL is de frequentie vastgesteld op gemiddeld 1
inspectie per circa:
1500 m² uit te voeren in situ isolatiewerk;
3000 m² uit te voeren fabrieksmatig isolatiewerk.
Hierbij wordt gecontroleerd op de eisen van de relevante URL (zie lijst URL-en in hoofdstuk 11) en op
de eisen van paragraaf 9.3.
Deze inspecties geschieden onverwachts, zonder voorkennis van datum of tijd. In principe worden de
op dat tijdstip en op die plaats in uitvoering respectievelijk gereed zijnde werkzaamheden bij de
controle betrokken.
IKOB-BKB BV
Pagina 23 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
11
EISEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING
De CI die het certificatieonderzoek uitvoert beschikt hiervoor over een accreditatie op basis van deze
BRL, die is afgegeven door de Raad voor Accreditatie, of een accreditatie door een organisatie
waarmee de Raad voor Accreditatie een Multi Lateral Agreement MLA (EA / IAF) of andere
(bilaterale) gelijkwaardigheidsovereenkomst heeft gesloten.
Kwalificatie-eisen auditors
De auditors die door de CI worden ingezet voor het certificatieonderzoek voldoen aan de volgende
eisen:
- een MBO-opleiding voor bouwkunde, civiele techniek of een andere MBO-opleiding in combinatie
met vergelijkbare ervaring;
- kennis van het auditen, verkregen door een hierop gerichte opleiding, training of cursus of door
aantoonbare werkervaring.
Kwalificatie-eisen beslisser
De beslisser die door de CI wordt ingezet voor het certificatieonderzoek voldoet aan de volgende
eisen:
- een HBO-opleiding voor bouwkunde, civiele techniek of een andere HBO-opleiding in combinatie
met vergelijkbare ervaring;
- geen betrokkenheid bij de directe uitvoering van het certificatieonderzoek van de betreffende
certificaathouder;
- kennis van deze BRL;
- de bevoegdheid hebben van de eigen organisatie voor het nemen van beslissingen in het kader
van certificatieonderzoek.
IKOB-BKB BV
Pagina 24 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
12
DOCUMENTENLIJST
Publiekrechtelijke regelgeving
Bouwbesluit 2012
Stb. 2011, 416, 676; Stb. 2012, 441; Stb. 2013, 75, 244, 462;
Stb. 2014, 51, 232
Regeling Bouwbesluit 2012
Stcrt. 2011, 23914; Stcrt. 2012, 13245; Stcrt. 2013, 5457, 16919;
Stcrt. 2014, 4057
CPR
Verordening bouwproducten EU 305/2011
Nederlandse normen en Praktijkrichtlijnen
NEN 1068
2012
Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden’
NEN 2778
1991
Vochtwering in gebouwen – Bepalingsmethoden, inclusief
wijzigingsblad A4:2011
NEN 5077
2006
Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de
grootheden geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies,
luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus
veroorzaakt door installaties en nagalmtijd, inclusief correctieblad
C3:2012
NEN-EN 1609
1997
NEN-EN 12086
2013
NEN-EN 12667
2001
NEN-EN 13501-1
2007
NEN-EN 14064-1
2010
NEN-EN-ISO 9000
2005
NEN-EN-ISO 9004
2009
Opmerkingen:
Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - Bepaling
van de wateropname bij kortstondige gedeeltelijke
onderdompeling, inclusief wijzigingsblad A1:2006
Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - Bepaling
van de waterdampdoorlatendheidseigenschappen
Thermische eigenschappen van bouwmaterialen en producten Bepaling van de warmteweerstand volgens de methode met
afgeschermde "hot plate" en de methode met warmtestroommeter
- Producten met een gemiddelde en een hoge warmteweerstand
Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1:
Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het
brandgedrag – inclusief wijzigingsblad A1:2009
Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - In-situ
gevormde los gestorte minerale wol producten - Deel 1:
Specificatie voor los gestorte producten vóór de installatie
Kwaliteitsmanagementsystemen – Grondbeginselen en
verklarende woordenlijst
Managen op duurzaam succes van een organisatie - Een aanpak
op basis van kwaliteitsmanagement
- Voor de juiste uitgave, datum en gegevens over eventuele wijzigingsbladen en/of
correctiebladen van de normen die direct of indirect via het Bouwbesluit 2012 worden
aangewezen, wordt verwezen naar de Regeling Bouwbesluit 2012.
- De Regeling Bouwbesluit 2012 geeft in artikel 1.2 (in combinatie met bijlagen I en II) aan
welke uitgave van de norm
van toepassing is Van de normen waarnaar vanuit een direct aangewezen norm wordt
verwezen, is die verwijzing alleen
van toepassing als die norm in bijlage I of II is opgenomen.
- De Regeling Bouwbesluit geeft in hoofdstuk 5 een aantal normen die gedeeltelijk worden
aangewezen.
- In de kwaliteitsverklaring kan naast voornoemde documenten, verwezen worden naar
andere (eisen stellende) documenten.
Uitvoeringsrichtlijnen
URL 1317
Uitvoeringsrichtlijn ‘In situ aanbrengen van virgin wool in gevel-, binnenwand-,
vloer- en hellende dakelementen’
IKOB-BKB BV
Pagina 25 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
BIJLAGE A
Bouwbesluittabel zoals op te nemen in het attest
In onderstaande tabel zijn alle Bouwbesluit eisen weergegeven die moeten worden opgenomen in
het attest. In de tabel is vermeld welke productkenmerken facultatief zijn en alleen op verzoek van de
aanvrager zullen worden vermeld in de kwaliteitsverklaring. Deze tabel moet worden opgenomen in
het af te geven attest, exclusief de facultatieve waarden waarvoor geen waarde wordt gedeclareerd.
Bouwbesluittabel
Nr
Afdeling
Grenswaarde/
bepalingsmethode
2.9
Beperking van het
Kwaliteitsniveau van de
ontwikkelen van brand en scheidingsconstructie mag na
rook
aanbrengen isolatiemateriaal
niet verminderen.
Prestaties volgens
kwalitetisverklaring
Opmerking
Vermelding van de brand- en
rookklasse.
1
Ingeval sprake is van
nieuwbouw (artikel 3.67) voldoet
de zijde van de thermisch
geïsoleerde constructie die aan
de binnenlucht grenst, aan de in
tabel 2.66 aangegeven
brandklasse en aan rookklasse
s2, beide bepaald volgens NENEN 13501-1.
3.1
Bescherming tegen
geluid van buiten,
nieuwbouw
Uitwendige
scheidingsconstructie heeft een
volgens NEN 5077 bepaalde
karakteristieke geluidwering met
een minimum van 20 dB.
Isolatiemateriaal heeft geen
negatief invloed op de
karakteristieke geluidwering
van de scheidingsconstructie.
Draagstructuur,
gevelopeningen,
ventilatievoorzieningen e.d.
zijn maatgevend in het
kader van de geluidwering
van de gehele constructie.
3.4
Geluidwering tussen
ruimten, nieuwbouw
Karakteristieke luchtgeluidniveauverschil ≥ 32,
47 of 52 dB, volgens NEN 5077
Gewogen contact-geluidniveau
≤ 54, 59, 64 of 79
dB, volgens NEN 5077
Isolatiemateriaal heeft geen
negatieve invloed op de
karakteristieke geluidwering
van de scheidingsconstructie
Draagstructuur,
gevelopeningen,
ventilatievoorzieningen e.d.
zijn maatgevend in het
kader van de geluidwering
van de gehele constructie.
3.5
Wering van vocht
Waterdicht volgens NEN 2778.
Isolatiemateriaal heeft geen
negatief invloed op de
waterdichtheid van de
scheidingsconstructie.
1
Ingeval sprake is van
nieuwbouw (artikel 3.21) geldt
dezelfde eis.
5.1
Energiezuinigheid,
nieuwbouw
2
Ingeval sprake is van
nieuwbouw (artikel 3.22) geldt
tevens dat de factor van de
temperatuur van de
binnenoppervlakte
≥ 0,5 of 0,65 volgens NEN
2778.
Vermelding van de aan te
houden rekenwaarde voor de
warmtegeleidingscoëfficiënt.
Warmteweerstand Rc ≥ 1,3
m2·K/W volgens NEN 1068 of
NPR 2068.
Toepassingsvoorbeelden
berekend volgens NEN 1068,
die voldoen aan
Rc ≥ 1,3 m2·K/W;
respectievelijk vermelding van
aan te houden rekenwaarde
voor de
warmtegeleidingscoëfficiënt.
3
Ingeval sprake is van
nieuwbouw (artikel 5.3) geldt
een eis van ten minste 3,5
m2·K/W.
Ingeval sprake is van tijdelijke
bouw (artikel 5.7) geldt een eis
van ten minste 1,3 m2·K/W.
IKOB-BKB BV
Temperatuurfactor te
bepalen met rekenmethode
aangegeven in NEN 2778,
die onder meer gebruik
maakt van de rekenwaarde
voor de warmtegeleidingscoëfficiënt van het
isolatiemateriaal
Pagina 26 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
BIJLAGE B
Overige productkenmerken zoals op te nemen in het attest
In onderstaande tabel zijn alle overige productkenmerken weergegeven die moeten worden vermeld
in het attest.
Overige productkenmerken
Kenmerk
Bepalingsmethode
Eis BRL
Warmtegeleidingscoëfficiënt
NEN-EN 12667 en
NEN 1068
Gedeclareerde- en rekenwaarde
Wateropname
NEN-EN 1609;
methode A
≤ 1,0 kg/m²
Waterdampdoorlatendheid
NEN-EN 12086
µ=1
Densiteit
NEN-EN 14064-1; bijlage J.3
(35 +/- 5) kg/m³
Inzakking
Nog niet beschikbaar
Klasse S1
Corrosiviteit verzinkt staal
§ 5.6 van BRL 1317
Geen corrosie
IKOB-BKB BV
Pagina 27 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
BIJLAGE C
Tekst op te nemen in het procescertificaat
De volgende tekst dient opgenomen te worden in het KOMO ® procescertificaat.
Het thermisch (na-)isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ)
virgin wool geschiedt overeenkomstig de eisen welke zijn vastgesteld in BRL 1317 en URL 1317.
IKOB-BKB BV
Pagina 28 van 29
THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU)
VIRGIN WOOL
BRL 1317
BIJLAGE D
Bepaling RC-waarde en uitgangspunten
De bepaling van de warmteweerstand van een samengestelde constructie (RC-waarde) dient
gedaan te worden met behulp van een daarvoor geschikte numerieke rekenmethoden, conform NEN
1068. Wanneer een geschikte handmatige methode beschikbaar wordt gesteld, dan mag deze ook
worden toegepast.
Ten behoeve van de berekeningen van de warmteweerstand van de constructie kunnen de volgende
thermische isolatiewaarden worden gebruikt.
Beplatingen
- gipsplaat, λcalc = 0,250 W/(m·K)
- gipsvezelplaat, , λcalc = 0,300 W/(m·K)
- multiplex, spaanplaat, OSB, λcalc = 0,30 W/(m·K)
Folies/vliezen
- luchtdichte en dampremmende folie, bijdrage aan thermische isolatiewaarde is nihil
- waterkerende en dampopen folie, bijdrage aan thermische isolatiewaarde is nihil
Constructie
- houten stijlen en regels (nieuw), λcalc = 0,130 W/(m·K)
- houten stijlen en regels (bestaand), λcalc = 0,150 W/(m·K)
- metalen profielen, λcalc = 0,50 W/(m·K)
Gevel
- metselwerk λcalc = 1,0 W/(m·K)
- beton, λcalc = 2,0 W/(m·K)
Hellende dak
- Panlatten, tengels, panlatten, luchtspouw, Rcalc = 0,06 m2·K/W
Isolatie
- isolatie, λcalc = λD x FA x FT x FM x Fconv
Voor niet-fabrieksmatig in situ vervaardigde isolatielagen geldt: F A = FA;iso x FA:appl
- FA = 1,05 x 1,00 (nieuwbouw)
- FA = 1,05 x 1,15 * (bestaande bouw)
- FT = 1,00
- FM = 1,00
- Fconv = 1,00
* Indien de na te isoleren constructie overzichtelijk is, beheersbaar, geen gebreken , vervuiling,
leidingen of obstakels omvat, mag voor FA;appl = 1,00 (nieuwbouw) worden aangehouden.
Overig
- Rsi en Rse volgens tabel A.1 van NEN1068
- ∆Ua = 0,00 W/(m2·K)
- ∆Ufa = 0,00 W/(m2·K)
- ∆Ur = 0,00 W/(m2·K)
- ∆Uw = 0,02 x 1/RT -> β = 0,02 W/(m2·K)
IKOB-BKB BV
Pagina 29 van 29