BRL 1317 d.d. xx-xx-xxxx BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO® attest en het KOMO® procescertificaat voor THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL Techniekgebied A7 Vastgesteld door CvD IKOB-BKB d.d. xx-xx-xxxx Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit d.d. xx-xx-xxxx Bindend verklaard door het bestuur van IKOB-BKB d.d. xx-xx-xxxx Uitgave: IKOB-BKB Nadruk verboden THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 BRL 1317 d.d. xx-xx-xxxx BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO® attest en het KOMO® procescertificaat voor THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL Uitgave: Certificatie-instelling IKOB-BKB BV Nadruk verboden IKOB-BKB BV Pagina 2 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 Algemene informatie bij deze beoordelingsrichtlijn Deze beoordelingsrichtlijn (BRL) is door het College van Deskundigen IKOB-BKB aangewezen als basis voor de afgifte van een attest voor (in situ) virgin wool voor toepassing in spouwen van gevel-, binnenwand-, vloeren hellende dakelementen en voor het procescertificaat inzake het aanbrengen van virgin wool in de genoemde constructies. © IKOB- BKB bv Niets uit dit drukwerk mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van IKOB-BKB, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. IKOB-BKB BV Pagina 3 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 5 2. DEFINITIES EN TERMINOLOGIE 7 3. PROCEDURE TER VERKRIJGING VAN EEN KWALITEITSVERKLARING 9 4. PUBLIEKRECHTELIJKE EISEN BOUWBESLUIT 11 5 OVERIGE (PRIVATE) EISEN EN BEPALINGSMETHODEN 15 6 EISEN MET BETREKKING TOT HET ATTEST 18 7 EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES 19 8 EISEN TE STELLEN AAN HET UITVOEREND BEDRIJF 20 9 EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING VAN HET UITVOEREND BEDRIJF 21 EISEN TE STELLEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSBEWAKING DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING 23 11 EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING 24 12 DOCUMENTENLIJST 25 10 Bijlage A: Bouwbesluittabel zoals op te nemen in het attest 26 Bijlage B: Overige productkenmerken zoals op te nemen in het attest 27 Bijlage C: Tekst op te nemen in het procescertificaat 28 Bijlage D: Bepaling RC-waarde en uitgangspunten 29 IKOB-BKB BV Pagina 4 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 1 INLEIDING 1.1 ALGEMEEN De in deze beoordelingsrichtlijn (BRL) vastgelegde eisen worden door de certificatie-instellingen, die hiervoor erkend zijn door de Raad voor Accreditatie, gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag voor c.q. instandhouding van een KOMO-certificatiesysteem voor attestering en procescertificatie. Het techniekgebied van de beoordelingsrichtlijn is A7 ‘Thermische na-isolatie systemen’ Naast de eisen die in deze beoordelingsrichtlijn zijn vastgesteld, stellen de certificatie-instellingen aanvullende eisen in de zin van algemene procedure-eisen van certificatie en attestering, zoals vastgelegd in het algemeen certificatie- en attesteringsreglement van de betreffende instelling. 1.2 TOEPASSINGSGEBIED Deze BRL heeft betrekking op het: - achteraf en in situ aanbrengen van thermisch isolerende vullingen (virgin wool) in luchtspouwen van bestaande dan wel nieuwe gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen m.b.t. alle gebruiksfuncties volgens Bouwbesluit 2012. Dit wordt ook wel het na-isoleren genoemd. - in de fabriek aanbrengen van thermisch isolerende vullingen (virgin wool) in luchtspouwen van prefab gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen bestemd voor alle gebruiksfuncties volgens Bouwbesluit 2012. Opmerking: In het kader van deze BRL en ten behoeve van procescertificatie zijn respectievelijk worden uitvoeringsrichtlijnen opgesteld. Voor het ‘in situ’ aanbrengen van virgin wool is dat URL 1317. Deze URL geldt tevens voor het ‘fabrieksmatig’ aanbrengen van virgin wool. Het na-isoleren wordt voornamelijk toegepast bij de verbouw, maar is ook toepasbaar bij de nieuwbouw en tijdelijke bouw. Derhalve wordt in hoofdstuk 4 nadruk gelegd op de verbouweisen. In de betreffende paragrafen wordt voor de volledigheid tevens naar de Bouwbesluitartikelen voor nieuwbouw respectievelijk tijdelijke bouw verwezen, aangezien ze via het verbouwartikel zijn aangewezen. Het na-isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen heeft als hoofddoel het verhogen van de warmteweerstand van de spouwconstructie, waardoor het energieverbruik van de woning of het gebouw afneemt en het comfort toeneemt. Opmerking: 1.3 Meerwaarde van het isoleren van de genoemde elementen kan in sommige gevallen ook zijn dat de luchtgeluidisolatie van de betreffende bouwconstructie verhoogd wordt. Dit is echter afhankelijk van de bouwconstructie zelf. Constructieonderdelen zoals de draagstructuur, gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de geluidwering van de gehele constructie. ERKENNING KWALITEITSVERKLARINGEN Voor de afdelingen van het Bouwbesluit waarvoor een aansluiting gemaakt kan worden in het attest, zijn grenswaarden opgenomen in hoofdstuk 4 van deze beoordelingsrichtlijn. Het af te geven attest is gebaseerd op het volgende: - Toelatingsonderzoek voor het attest (par. 3.2) - Publiekrechtelijke eisen, Bouwbesluit (hoofdstuk 4) - Publiekrechtelijke eisen, Verordening bouwproducten (hoofdstuk 5) - Externe controle voor het attest (par. 9.1) IKOB-BKB BV Pagina 5 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 1.4 EISEN TE STELLEN AAN ONDERZOEKSINSTELLINGEN Indien door een aanvrager (producent/leverancier) in het kader van de externe controle rapporten van onderzoeksinstellingen of laboratoria worden overlegd om aan te tonen dat aan de eisen van deze beoordelingsrichtlijn wordt voldaan, zal moeten worden aangetoond dat deze zijn opgesteld door een instelling die voor het betreffende onderwerp voldoet aan de van toepassing zijn de accreditatienorm, te weten: - EN-ISO/IEC 17020 voor inspectie-instellingen; - EN-ISO/IEC 17021 voor certificatie-instellingen die systemen certificeren; - EN-ISO/IEC 17025 voor laboratoria; - EN-ISO/IEC 17065 of EN 45011 voor certificatie-instellingen die producten certificeren. T.a.v. het attest wordt voor de essentiële kenmerken overeenkomstig de van toepassing zijnde geharmoniseerde Europese norm uitgegaan van de waarden zoals opgenomen in de Prestatieverklaring van de betreffende leverancier (producent). Een instelling wordt geacht aan deze criteria te voldoen wanneer een accreditatie-certificaat voor het betreffende onderwerp kan worden overlegd, afgegeven door de raad voor Accreditatie (RvA) of een accreditatieinstelling waarmee de RvA een overeenkomst van wederzijdse acceptatie heeft gesloten. Indien geen accreditatie-certificaat kan worden overlegd zal de certificatie-instelling zelf verifiëren of aan de accreditatiecriteria is voldaan. Toelichting: 1.5 EN-ISO/IEC 17065 is op 15 september 2012 gepubliceerd en gaat EN 45011 vervangen. Hiervoor is door de Raad voor Accreditatie een overgangstermijn van 3 jaar vastgesteld. KWALITEITSVERKLARING Op basis van de KOMO-systematiek die van toepassing is voor deze beoordelingsrichtlijn worden de volgende kwaliteitsverklaringen afgegeven: - KOMO® attest; - KOMO® procescertificaat. Op de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) staan de eisen vermeld waaraan de af te geven kwaliteitsverklaringen moeten voldoen. Het betreft: - Eisen voor het voorblad t.a.v. de te gebruiken lay-out en teksten - Eisen t.a.v. de indeling en de te gebruiken teksten De af te geven KOMO-kwaliteitsverklaringen dienen in ieder geval de gegevens te bevatten zoals opgenomen in bijlagen A, B en C van deze beoordelingsrichtlijn. Op de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) staan de modelkwaliteitsverklaringen vermeld die voor deze beoordelingsrichtlijn van toepassing zijn. De af te geven kwaliteitsverklaringen moeten hiermee overeenkomen. Doordat wijzigingen van de indeling en/of teksten worden afgestemd met de HCB wordt tevens voldaan aan de eisen zoals gepubliceerd op de website van de Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). Een KOMO kwaliteitsverklaring houdt in dat het kwaliteitssysteem en producten initieel zijn beoordeeld dan wel beproefd tegen de eisen uit deze beoordelingsrichtlijn door of onder verantwoording van een geaccrediteerde instelling waarbij de monstername de verantwoordelijkheid is van de geaccrediteerde instelling. Tevens staat het kwaliteitssysteem en de producten van de producent onder continu toezicht van de geaccrediteerde instelling waarbij beoordeeld wordt of geborgd is of het product bij voortduring aan de eisen van deze Beoordelingsrichtlijn voldoet en vinden er frequent steekproefsgewijs beoordelingen dan wel beproevingen plaats. Een KOMO-kwaliteitsverklaring geeft het gerechtvaardigd vertrouwen dat het product aan alle voor Nederland relevante eisen voldoet. IKOB-BKB BV Pagina 6 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 2 DEFINITIES EN TERMINOLOGIE Voor begrippen die samenhangen met certificatie en CE-markering wordt verwezen naar de website van de Stichting KOMO (www.komo.nl) en het reglement van de certificerende instelling. De volgende definities zijn in het kader van deze BRL van belang: Prestatie-eis Een in maten of getallen geconcretiseerd voorschrift dat is toegespitst op een bepaalde eigenschap van een bouwconstructie en dat een te behalen grenswaarde bevat die ondubbelzinnig kan worden berekend of gemeten. Een prestatie-eis is derhalve opgebouwd uit de volgende drie componenten: een gekwantificeerde grenswaarde; een ondubbelzinnig meetbare bepalingsmethode; een functionele omschrijving met de reden/het hoofdmotief voor de gestelde eis. Attest Is een document dat verklaart dat de eigenschappen van een bouwdeel in overeenstemming zijn met bepaalde eisen die door opdrachtgevers of de overheid gesteld worden aan bouwwerken, mits het bouwdeel op een voorgeschreven wijze wordt vervaardigd (verwerkingsmethode) met gebruikmaking van producten met voorgeschreven technische specificaties. Procescertificaat Dit is een document dat verklaart dat een product (eindresultaat van proces) in overeenstemming is met in de kwaliteitsverklaring vastgelegde productspecificaties en dat het daarvoor benodigde proces in overeenstemming is met de in de kwaliteitsverklaring vastgelegde processpecificaties. Gevelelement Verticale, waterdichte uitwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande uit houten dan wel metalen stijl- en regelwerk en beplating en/of membraan met daartussen een voor (na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool. Vloerelement Horizontale inwendige of uitwendige* scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande uit houten dan wel metalen draagstructuur en beplating en/of membraan met daartussen een voor (na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool. * Bij een uitwendige scheidingsconstructie dienen per project nagegaan te worden of deze geschikt is voor de (na)-isolatie. Binnenwandelement Verticale inwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande uit houten dan wel metalen stijl- en regelwerk en beplating en/of membraan met daartussen een voor (na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool. Hellende dakelement Hellende, waterdichte uitwendige scheidingsconstructie, dan wel een onderdeel daarvan, bestaande uit houten dan wel metalen draagstructuur en beplating en/of membraan met daartussen een voor (na-)isolatie geschikte luchtspouw te vullen met virgin wool. Na-isoleren Het achteraf (nadat de te isoleren constructie in zijn totaliteit is vervaardigd) aanbrengen van isolatiemateriaal in een luchtspouw. Warmtegeleidingscoëfficiënt λD De warmtegeleidingscoëfficiënt λD is de gedeclareerde waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt. Deze waarde wordt bepaald door de waarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt λ 90/90 , die representatief is voor minimaal 90% van de productie en met een betrouwbaarheid van 90% bepaald IKOB-BKB BV Pagina 7 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 volgens bijlage L van NEN 1068, naar boven af te ronden naar de dichtstbijzijnde 0,001 W/(m·K). Factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte Factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte als bedoeld in NEN 2778. Glaswol vlokken – virgin wool Fabrieksmatig vervaardigde wolvezels waaraan een waterafstotend middel is toegevoegd. Na opwerking van de vezels in een verwerkingsmachine hebben de vezels een vlokvormige en wollige structuur. Deze zogenaamde vlokken worden door middel van een persluchtsysteem onder druk ingeblazen in de te isoleren ruimte. Als grondstof voor de vlokken wordt een glaswol zonder bindmiddel toegepast. Er mag dus geen sprake zijn van post industrial of post consumer recyclage van glaswol. Wel mag er sprake zijn van gerecyclede basisgrondstoffen. Toelichting: IKOB-BKB BV Voor begrippen die niet nader zijn gedefinieerd in onderhavige BRL, wordt verwezen naar het Bouwbesluit en de in Nederlandse normen en voorschriften gehanteerde definities en terminologieën. Pagina 8 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 3 PROCEDURE VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN KWALITEITSVERKLARING 3.1 START VAN HET ONDERZOEK De aanvrager van de kwaliteitsverklaring(en) geeft aan welke toepassingen moeten worden opgenomen in de af te geven kwaliteitsverklaringen. Tevens verstrekt hij de nodige gegevens ten behoeve van het opstellen van de “technische specificatie”, geeft aan welke uitspraken in de kwaliteitsverklaringen moeten worden opgenomen en verstrekt de onderbouwing van die uitspraken. 3.2 TOELATINGSONDERZOEK VOOR HET ATTEST Ten behoeve van het verkrijgen van een attest voert de certificatie instelling onderzoek uit. Tot het toelatingsonderzoek behoren: - Verificatie van door de aanvrager verstrekte c.q. te verstrekken documenten waarbij nagegaan wordt of voldaan wordt aan de eisen zoals vastgelegd in hoofdstuk 4 en 5 van deze beoordelingsrichtlijn - Bepaling van de overige kenmerken in het kader van het Bouwbesluit - Bepaling van de prestaties in de toepassing Waar het om essentiële productkenmerken gaat wordt geverifieerd of de in de documenten gedeclareerde waarden voldoen aan de prestatie-eisen zoals die zijn vastgelegd in deze beoordelingsrichtlijn. De certificatie-instelling toetst of verifieert de opgegeven prestaties met betrekking tot de toepassing. Vastgesteld moet worden in hoeverre wordt voldaan aan de prestaties zoals zijn vastgelegd in hoofdstuk 4 van deze beoordelingsrichtlijn. 3.3 TOELATINGSONDERZOEK VOOR DE KOMO-KWALITEITSVERKLARING Ten behoeve van het verkrijgen van de KOMO-kwaliteitsverklaring voert de certificatie instelling onderzoek uit. Tot het toelatingsonderzoek behoren: - Controle van door de aanvrager verstrekte c.q. te verstrekken documenten waarbij nagegaan wordt of voldaan wordt aan de eisen zoals vastgelegd in deze beoordelingsrichtlijn - Bepaling van de overige kenmerken - Bepaling van de prestaties in de toepassing - Beoordeling van de verwerkingsvoorschriften De certificatie-instelling toetst de opgegeven prestaties. Vastgesteld moet worden in hoeverre wordt voldaan aan de prestaties zoals zijn vastgelegd in hoofdstuk 6 van deze beoordelingsrichtlijn. 3.4 BEOORDELING VAN HET KWALITEITSSYSTEEM Ten behoeve van het verkrijgen van de kwaliteitsverklaringen voert de certificatie instelling onderzoek uit. Tot het toelatingsonderzoek behoren: - Beoordeling van het proces - Beoordeling van het kwaliteitssysteem en het IKB-schema - Toetsing op de aanwezigheid en het functioneren van de overige vereiste procedures De certificatie-instelling toetst of het kwaliteitssysteem en het bijbehorende IKB-schema van de producent aan de in deze beoordelingsrichtlijn gestelde eisen voldoet. Vastgesteld moet worden in hoeverre het kwaliteitssysteem in overeenstemming is met de eisen zoals die zijn vastgelegd in hoofdstuk 10 van deze beoordelingsrichtlijn. Waar het om essentiële kenmerken gaat wordt voor het attest geverifieerd of de voor de CEmarkering opgestelde documenten voldoen aan de eisen zoals opgenomen in deze beoordelingsrichtlijn. 3.5 VERLENING KWALITEITSVERKLARING IKOB-BKB BV Pagina 9 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 De resultaten van het toelatingsonderzoek worden vastgelegd in een dossier dat wordt voorgelegd aan de beslisser. Deze beoordeelt de resultaten en beslist of de KOMO-kwaliteitsverklaring kan worden verleend of dat aanvullende gegevens en/of onderzoeken nodig zijn voordat de KOMOkwaliteitsverklaring kan worden verleend. IKOB-BKB BV Pagina 10 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 4 PUBLIEKRECHTELIJKE EISEN BOUWBESLUIT 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de eisen uit het Bouwbesluit gegeven die in het kader van een attest voor het (na-)isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool moeten worden beoordeeld. Tabel 1 geeft een overzicht van de relatie van de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit. Tabel 1 – Relatie van de kwaliteitsverklaring met de voorschriften van het Bouwbesluit BRL par. Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit Afdeling 4.2.1 Beperking van het 2.9 4.3.1 4.4.1 Toepassingsgebied A* B* C* D* Ja Ja Ja Ja Verbouw 2.67 1–2 Ja Ja Ja Ja Nieuwbouw rook 2.70 1 Ja Nee Nee Ja Nieuwbouw Ja Nee Nee Ja Verbouw Bescherming tegen geluid 3.1 Geluidwering tussen Wering van vocht Energiezuinigheid, 3.5 3.2 3.4 ruimten, nieuwbouw 4.3.3 2.73 Van toepassing op applicatie: ontwikkelen van brand en van buiten, nieuwbouw 4.3.2 Artikel Leden 3.5 5.1 nieuwbouw Ja Nee Nee Ja Nieuwbouw 3.3 1 en 2 Ja Nee Nee Ja Nieuwbouw 3.4 1, 2, 3 en 5 Ja Nee Nee Ja Nieuwbouw Nee Ja Ja Nee Verbouw 3.18 3.16 1–4 Nee Ja Ja Nee Nieuwbouw 3.17 1–7 Nee Ja Ja Nee Nieuwbouw 3.17a 1–3 Nee Ja Ja Nee Nieuwbouw Ja Nee Ja Ja Verbouw 3.24 3.21 1 Ja Nee Ja Ja Nieuwbouw 3.22 1–2 Ja Nee Ja Ja Nieuwbouw Ja Ja Ja Ja Verbouw 1 Ja Nee Nee Ja Nieuwbouw 3 Nee Ja Ja Nee Nieuwbouw Ja Ja Ja Ja Tijdelijke bouw 5.6 5.3 5.7 A: isoleren gevelelementen B: isoleren binnenwanden C: isoleren (zolder)vloerelementen/vlieringen D: isoleren hellende dakelementen 4.2 TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN VEILIGHEID 4.2.1 BEPERKING VAN HET ONTWIKKELEN VAN BRAND EN ROOK (BB AFD. 2.9), FACULTATIEF Prestatie-eis Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 2.73 van toepassing. Ingeval sprake is van nieuwbouw zijn in het kader van onderhavige BRL artikel 2.67 en artikel 2.70 lid 1 van toepassing. Grenswaarde Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau. Opmerking 1: Kwaliteitsniveau bij een rechtmatig gebouwde gevel-, binnenwand-, vloer- of dakconstructie mag niet verminderen door het aanbrengen van een thermisch isolerende vulling van virgin wool. Het eindresultaat moet tevens voldoen aan het minimumniveau voor bestaande bouw (zie artikel 2.76). Opmerking 2: Ingeval sprake is van nieuwbouw dient de zijde van de thermisch geïsoleerde constructie die aan de binnenlucht grenst te voldoen aan de brandklasse volgens tabel 2.66 van het Bouwbesluit en rookklasse s2. Op ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van elke afzonderlijke ruimte, is IKOB-BKB BV Pagina 11 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 bovenstaande eis niet van toepassing. Bepalingsmethode De brandklasse en rookklasse dienen bepaald te worden volgens NEN-EN 13501-1. Attest Gecontroleerd wordt of de opgegeven prestaties juist zijn, bepaald volgens NEN-EN 13501-1. De verklaring vermeldt de brandklasse en de rookklasse. 4.3 TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN GEZONDHEID 4.3.1 BESCHERMING TEGEN GELUID VAN BUITEN, NIEUWBOUW (BB AFD. 3.1) Prestatie-eis Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.5 van toepassing. Ingeval sprake is van nieuwbouw is artikel 3.2, artikel 3.3 leden 1 en 2 artikel 3.4 leden 1, 2, 3 en 5 van toepassing. Grenswaarde Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau. Opmerking: Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.2) dient een uitwendige scheidingsconstructie een karakteristieke geluidwering te hebben van tenminste 20 dB, bepaald volgens NEN 5077. Bepalingsmethode Karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie dient te worden bepaald volgens NEN 5077. Attest In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal geen nadelige invloed heeft op de karakteristieke geluidwering van de na-geïsoleerde constructie. Constructieonderdelen zoals draagstructuur, gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de geluidwering van de gehele constructie. 4.3.2 GELUIDWERING TUSSEN RUIMTEN, NIEUWBOUW (BB AFD. 3.4) Prestatie-eis Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.18 van toepassing. Ingeval sprake is van nieuwbouw zijn artikelen 3.16, 3.17 en 3.17a van toepassing. Grenswaarde Uitgegaan wordt van het rechtens verkregen niveau. Opmerking: IKOB-BKB BV Ingeval sprake is van nieuwbouw is het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie niet kleiner dan 52 dB. Betreft het een aangrenzende woonfunctie en daarin een besloten ruimte die niet in een verblijfsgebied ligt, dan is de grenswaarde 47 dB. Het gewogen contact-geluidniveau voor de geluidsoverdracht van een besloten ruimte naar een verbrlijfsgebied van een aangrenzende gebruiksfunctie is niet groter dan 59 dB. Betreft het een aangrenzende woonfunctie en daarin een besloten ruimte die niet in een verblijfsgebied ligt, dan is de grenswaarde 64 dB. Voor woonfuncties zijn de grenswaarden respectievelijk 54 dB en 59 dB (strengere eis).Bovenstaande eisen zijn niet van toepassing op de geluidsoverdracht van een nevenfunctie van een woonfunctie naar die woonfunctie, als zij op hetzelfde perceel zijn gelegen. Bovenstaande eisen zijn, bij verschillende gebruiksfuncties op hetzelfde perceel, niet van toepassing op de geluidsoverdracht tussen twee gemeenschappelijke ruimten en tussen gemeenschappelijke verkeersruimten en bergingen. Pagina 12 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 Binnen een woonfunctie, tussen twee verblijfsruimten is het karakteristieke luchtgeluidniveauverschil voor de geluidsoverdracht niet kleiner dan 32 dB en het gewogen contactgeluidniveau niet groter dan 79 dB. Deze twee eisen gelden niet indien de verblijfsruimten met elkaar in open verbinding staan, of indien de ene verblijfsruimte vanuit de andere rechtstreeks bereikbaar is door een deuropening. Bepalingsmethode Het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil en het gewogen contact-geluidniveau worden bepaald volgens NEN 5077. Attest In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal geen nadelige invloed heeft op het karakteristieke lucht-geluidniveauverschil en het gewogen contact-geluidniveau voor de geluidsoverdracht van de na-geïsoleerde constructie. Constructieonderdelen zoals draagstructuur, gevelopeningen, ventilatievoorzieningen en dergelijke zijn maatgevend in het kader van de geluidwering van de gehele constructie. 4.3.3 WERING VAN VOCHT (BB AFD. 3.5) Prestatie-eis Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 3.24 van toepassing. Ingeval sprake is van nieuwbouw is artikel 3.21 lid 1 en artikel 3.22 leden 1 en 2 van toepassing. Grenswaarde Een uitwendige scheidingsconstructie is, bepaald volgens NEN 2778, waterdicht. Opmerking: Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.21) dient een uitwendige scheidingsconstructie waterdicht te zijn, bepaald volgens NEN 2778. Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.22) heeft een scheidingsconstructie waarvoor een warmteweerstand als bedoeld in artikel 5.3 (nieuwbouw) geldt, aan de zijde die grenst aan een verblijfsgebied een volgens NEN 2778 bepaalde factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte, die niet kleiner is dan 0,65 respectievelijk 0,5. Bepalingsmethode Waterdichtheid Waterdichtheid van een uitwendige scheidingsconstructie dient te worden bepaald volgens NEN 2778. Opmerking: Isolatiemateriaal dat voldoet aan de in hoofdstuk 5 opgenomen producteisen heeft geen nadelige invloed op de waterdichtheid van de (na-)geïsoleerde constructie. Binnenoppervlaktetemperatuur (alleen van toepassing bij nieuwbouw) Teneinde te kunnen vaststellen of aan voornoemde eis met betrekking tot de binnenoppervlaktetemperatuur wordt voldaan, worden de thermische eigenschappen van het isolatiemateriaal vastgesteld. De bepaling van de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt wordt uitgevoerd volgens bijlage C.2.1 van NEN 1068, respectievelijk volgens de hierna vermelde methode. Attest In het attest wordt vermeld dat het isolatiemateriaal op grond van de vastgestelde materiaaleigenschappen (materiaal dat voldoet aan de in hoofdstuk 5 opgenomen producteisen) geacht mag worden geen nadelige invloed te hebben op de waterdichtheid van de na-geïsoleerde constructie. Ingeval sprake is van nieuwbouw, wordt in het attest de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λcalc) van het isolatiemateriaal vermeld, bepaald overeenkomstig C.2.1 IKOB-BKB BV Pagina 13 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 van NEN 1068, uitgaande van een bepaling van de gedeclareerde waarden van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN 1068. 4.4 TECHNISCHE BOUWVOORSCHRIFTEN UIT HET OOGPUNT VAN ENERGIEZUINIGHEID 4.4.1 ENERGIEZUINIGHEID, NIEUWBOUW (BB AFD. 5.1) Prestatie-eis Ingeval sprake is van verbouw is in het kader van onderhavige BRL artikel 5.6 van toepassing. Ingeval sprake is van nieuwbouw respectievelijk tijdelijke bouw is artikel 5.3 leden 1 en 3 respectievelijk artikel 5.7 van toepassing. Grenswaarde De warmteweerstand van een na-geïsoleerde constructie is gelijk aan het rechtens verkregen niveau voor zover dat niveau niet lager is dan 1,3 m²·K/W. Opmerking: In geval sprake is van nieuwbouw (artikel 5.3) dient de warmteweerstand van een na-geïsoleerde constructie ten minste 3,5 m²·K/W te bedragen. Ingeval sprake is van een tijdelijk bouwwerk (artikel 5.7) geldt een eis van ten minste 1,3 m²·K/W. Bepalingsmethode De bepaling van de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt wordt uitgevoerd volgens bijlage C.2.1 van NEN 1068. De bepaling van de RC-waarde van een constructie wordt uitgevoerd volgens NEN 1068. Bij elementen met een houten of metalen frame wordt de koudebrugwerking van dit frame meegenomen in de RC-berekening. Attest In het attest wordt de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λcalc) van het isolatiemateriaal vermeld, bepaald overeenkomstig C.2.1 van NEN 1068, uitgaande van een bepaling van de gedeclareerde waarden van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN 1068. IKOB-BKB BV Pagina 14 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 5 OVERIGE (PRODUCT)EISEN In dit hoofdstuk zijn de essentiële kenmerken en de private eisen gegeven die in het kader van een attest voor het thermisch (na-)isoleren van gevel-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool zijn gesteld door de opdrachtgever en overige marktpartijen. In tabel 2 zijn essentiële productkenmerken opgenomen. Tabel 3 geeft een overzicht van de overige producteisen en hun relatie met virgin wool. Tabel 2 – Essentiële productkenmerken op basis van EN 14064-1 BRL-§ Kenmerk Bepalingsmethode Proefstuk 1 en 2 afmetingen [mm] aantal Eis EN 14064-1 Eis BRL 5.1 Warmtegeleidingscoëfficiënt NEN-EN 12667 en NEN 1068 ≥ 500 x 500 x 100 ≥ 10 Geen eis Gedeclareerdeen rekenwaarde 5.2 Wateropname NEN-EN 1609; methode A 200 x 200 x 50 4 Geen eis ≤ 1,0 kg/m² 5.3 Waterdampdoorlatendheid NEN-EN 12086 n.v.t. n.v.t. Geen eis µ=1 Tabel 3 – Overzicht van private eisen BRL-§ Kenmerk Bepalingsmethode 5.4 Densiteit NEN-EN 14064-1; bijlage J.3 5.5 Inzakking Nog niet beschikbaar Proefstuk 1 en 2 afmetingen [mm] aantal 500 x 500 x 500 3 Bij aanhouden van minimale Eis BRL (35 +/- 5) kg/m³ Klasse S1 densiteit (35 +/- 5) kg/m³ uitgaan van klasse S1conform EN 14064-1 5.6 Corrosiviteit verzinkt staal § 5.6 § 5.6 3 Geen corrosie 1 Proefstukken dienen te worden genomen van een monster met een totale volume van minimaal 0,5 m3. Indien niet anders geëist in de betreffende norm dienen proefstukken tenminste 6 uur lang te worden geconditioneerd bij (23±2) °C en (50±5) % RV, alvorens het testen begint. 2 Bemonstering De proefstukken ten behoeve van het meten van warmtegeleidingscoëfficiënt worden vervaardigd en geconditioneerd volgens bijlage C van NEN-EN 14064-1. De bemonstering ten behoeve van alle andere beproevingen geschiedt door het inblazen van de wol met behulp van de juiste apparatuur in een kartonnen doos. De wol wordt ten minste 24 uur geconditioneerd bij (23 ± 2) °C en (50 ± 5) % RV, alvorens ze wordt beproefd. 5.1 WARMTEGELEIDINGSCOËFFICIËNT Eis De gedeclareerde waarde en de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD en λcalc) moeten bekend zijn. Deze coëfficiënt is noodzakelijk voor de berekening van de thermische prestatie van de constructie, welke aan de nationale regelgeving onderhevig is (zie hoofdstuk 4, §4.4.1) Bepalingsmethode Ten behoeve van het bepalen van de warmtegeleidingscoëfficiënt dienen ten minste 10 proefstukken te worden vervaardigd volgens bijlage C van NEN-EN 14064-1. De metingen worden uitgevoerd conform NEN-EN 12667. De rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λ calc) wordt bepaald overeenkomstig C.2.1 van NEN 1068, uitgaande van een bepaling van de gedeclareerde waarden van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD) volgens C.2.2.2 van NEN 1068. IKOB-BKB BV Pagina 15 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 Attest In het attest worden de gedeclareerde waarde en de rekenwaarde van de warmtegeleidingscoëfficiënt (λD en λcalc) van het isolatiemateriaal vermeld. 5.2 WATEROPNAME Eis De wateropname mag niet hoger zijn dan 1,0 kg/m². Bepalingsmethode Ten behoeve van het bepalen van de wateropname dienen vier proefstukken te worden vervaardigd volgens bijlage D van NEN-EN 14064-1. De wateropname dient te worden bepaald conform methode A van NEN-EN 1609. Attest In het attest wordt vermeld dat aan de eis wordt voldaan. 5.3 WATERDAMPDOORLATENDHEID Eis De waterdampdoorlatendheid (µ-waarde) moet bekend zijn. De µ-waarde is noodzakelijk voor de berekening van het hygrische gedrag van de bouwconstructie. Bepalingsmethode De waterdampdoorlatendheid wordt bepaald conform NEN-EN 12086. Attest In het attest wordt vermeld dat µ=1. 5.4 DENSITEIT Eis De densiteit van verdichte wolvlokken in de constructie dient (35 +/- 5) kg/m³ te bedragen Bepalingsmethode De densiteit wordt bepaald conform methode omschreven in bijlage J.3 van NEN-EN 14064-1. Attest In het attest worden de densiteit en de standaard afwijking (eenheid: kg/m³) vermeld. 5.5 INZAKKING Eis De inzakking van de wolvlokken mag niet hoger zijn dan 1% (klasse S1 volgens NEN-EN 14064-1). Toelichting: Om de inzakking te voorkomen wordt in NEN-EN 14064-1 voor frameconstructies een minimum densiteit geëist van 30 kg/m3. Met een eis van (35 +/- 5) kg/m³ in § 5.1.3 wordt het voorkomen van inzakking gewaarborgd. Bepalingsmethode De bepalingsmethode is nog niet beschikbaar. Bij het aanhouden van de minimaal vereiste densiteit (zie § 5.1.3) mag worden uitgegaan van klasse S1. Attest Zolang de bepalingsmethode niet beschikbaar is wordt in het attest wordt vermeld dat bij het aanhouden van de minimaal vereiste volumieke massa mag worden uitgegaan van klasse S1. IKOB-BKB BV Pagina 16 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 5.6 CORROSIVITEIT TEGENOVER VERZINKT STAAL (metalen constructieonderdelen) Eis Na de beproeving op corrosiviteit mag geen van de drie spouwankers aan de in het isolatiemateriaal ingebedde zijde meer corrosieverschijnselen vertonen dan aan zijn niet ingebedde zijde. Bepalingsmethode De beproeving moet tenminste in drievoud worden uitgevoerd. Normale verzinkte spouwankers (laagdikte 4 μm) moeten door afwassen met alcohol worden ontvet. Verdere hantering mag dan alleen nog met handschoenen plaatsvinden. De ontvette spouwankers moeten met behulp van modelleerklei midden op de bodem van een “doos” met binnenmaten van minimaal 400 x 400 x 200 mm³ worden bevestigd, en wel zodanig dat ongeveer de helft van het anker zich in de doos bevindt. De wanden van de “doos”moeten bestaan uit een linnen weefsel. Het frame van de “doos” kan zijn van hout of van corrosiebestendig metaal. Vervolgens moet de doos tot aan de rand met wolvlokken worden gevuld en licht aangedrukt. De “doos” moet daarna gedurende (28 ± 1) dagen in een ruimte worden bewaard bij 25 °C en 90 % relatieve vochtigheid. Na beëindiging van deze periode moet de in het isolatiemateriaal ingebedde zijde van de ankers voorzichtig van het isolatiemateriaal worden ontdaan, en het verschil in corrosie tussen de ingebedde en niet-ingebedde gedeelten visueel worden beoordeeld. Attest In het attest wordt vermeld dat aan de eis wordt voldaan. IKOB-BKB BV Pagina 17 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 6 EISEN MET BETREKKING TOT HET ATTEST 6.1 TOELATINGSONDERZOEK Voor het uit te voeren onderzoek voor het afgeven van het attest dienen monsters ter beschikking te worden gesteld. 6.2 PRODUCTWIJZIGINGEN Wijzigingen in de samenstelling van het isolatiemateriaal moeten schriftelijk aan de attesteringsinstelling worden gemeld. Op basis van de verstrekte gegevens en na eventuele uitvoering van een aanvullend onderzoek beoordeelt de attesteringsinstelling of aanpassing van het attest noodzakelijk is. 6.3 IDENTIFICATIECODERING De onder attest te leveren producten dienen voorzien te worden van een identificatie-codering die wordt vastgelegd in het attest. 6.4 KLACHTENBEHANDELING De attesthouder dient te beschikken over een register waarin klachten inzake het door hem onder attest geleverde materiaal worden ingeschreven alsmede over een registratie inzake de klachtafhandeling. IKOB-BKB BV Pagina 18 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 7 EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES 7.1 ALGEMEEN Alvorens gestart kan worden met het feitelijke aanbrengen van virgin wool dient het uitvoerend bedrijf per project een onderzoek uit te voeren naar de bouwkundige randvoorwaarden beschreven in hoofdstuk 2 van de betreffende URL. 7.2 UITVOERINGSRICHTLIJNEN Als uitvoeringsrichtlijnen zijn van toepassing de verwerkingsvoorschriften vastgelegd in hoofdstuk 5 van de betreffende URL. IKOB-BKB BV Pagina 19 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 8 EISEN TE STELLEN AAN HET UITVOEREND BEDRIJF Teneinde in aanmerking te komen voor het KOMO procescertificaat, moet het uitvoerend bedrijf voldoen aan de volgende voorwaarden. - De onderneming dient te staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Als bewijs daarvan dient een uittreksel van het handelsregister van de betreffende KvK te overleggen. - De onderneming dient te zorgen voor adequate scholing van haar personeel. - Binnen het bedrijf moet aantoonbaar kennis en vakbekwaamheid met betrekking tot de inrichting en de uitrusting van het bedrijf alsmede met betrekking tot het opslaan en verwerken van het isolatiemateriaal aanwezig zijn. - Voor het isoleren van gevel-, binnenwand-,vloer- en hellende dakelementen mag het bedrijf uitsluitend een isolatiemateriaal toepassen dat voldoet aan de in hoofdstuk 4 en 5 van deze BRL geformuleerde eisen. Een geldig KOMO attest wordt in dit kader aangemerkt als een bewijs dat het systeem aan die eisen voldoet. Gecontroleerd wordt op de eisen van de betreffende URL. IKOB-BKB BV Pagina 20 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 9 EISEN TE STELLEN AAN DE INTERNE KWALITEITSBEWAKING VAN HET UITVOEREND BEDRIJF 9.1 ALGEMEEN In NEN-EN-ISO 9000 verstaat men onder het begrip kwaliteitssysteem "De organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen voor het ten uitvoer brengen van kwaliteitszorg". Opmerking 1: Om te voldoen aan de kwaliteitsdoelstellingen dient voldaan te worden aan de uitgangspunten van de onderhavige Beoordelingsrichtlijn, zoals vastgelegd in dit hoofdstuk. Opmerking 2: Voor contractuele doeleinden, bindende voorschriften en externe beoordelingen kan het aantonen van de invoering van de in het kwaliteitssysteem opgenomen elementen worden vereist. Onder certificatie wordt verstaan het op grond van onderzoek kenbaar maken door een onafhankelijke instantie dat een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het uitvoerend bedrijf in overeenstemming met deze Beoordelingsrichtlijn opereert. Het kwaliteitssysteem van het uitvoerend bedrijf zal moeten zorgdragen dat bij voortduring de uitgevoerde werken worden uitgevoerd zoals opgenomen in deze Beoordelingsrichtlijn. Zoals onder opmerking 2 van het begrip kwaliteitssysteem wordt aangegeven moet het uitvoerend bedrijf voor een aantal elementen van dit systeem aantonen dat deze binnen de organisatie ingevoerd zijn. Hiervoor kan een intern kwaliteitsbewakingsschema (IKB-schema) worden gehanteerd. 9.2 EISEN De volgende aspecten dienen een onderdeel te zijn van het kwaliteitssysteem van het uitvoerend bedrijf: - organisatie; - IKB-schema; - identificatie en naspeurbaarheid van uitgevoerde werken; - beheersing van de techniek van het isoleren van gevels, wanden, vloeren en daken en beheersing van tekortkomingen; - terugkoppeling van gebruikservaring; - beheersing van documentatie (o.a. beheer productveiligheidsbladen volgens de Arbo wet); - klachtenbehandeling. Toelichting: 9.3 Deze aspecten zijn ontleend aan NEN-EN-ISO 9004. Deze norm geeft richtlijnen over introductie van kwaliteitszorg en de elementen van een kwaliteitssysteem. IKB-schema Als onderdeel van het kwaliteitssysteem dient het uitvoerend bedrijf te beschikken over een door een bevoegde functionaris van het bedrijf geautoriseerd IKB-schema en dient dit de instemming te verkrijgen van de certificatie-instelling. Het IKB-schema dient minimaal de volgende hoofdgroepen te bevatten: - een ingangscontrole op de materialen; - een controle op de opslag in het magazijn en het transport naar het werk; - een controle op de opslag op het werk; - een controle tijdens de uitvoering; - een controle bij de oplevering; - de behandeling van tekortkomingen/afwijkingen. IKOB-BKB BV Pagina 21 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 9.4 KLACHTENAFHANDELING De verwerker dient aantoonbaar te beschikken over een goede klachtenregistratie en de behandeling hiervan met betrekking tot het verwerken van na-isolatiemateriaal of de onderdelen hiervan waarop het procescertificaat betrekking heeft en de toepassing ervan. Per klacht dient te worden aangegeven hoe de klacht is geanalyseerd en afgehandeld. 9.5 PROJECT-AANMELDING Het gecertificeerde isolatiebedrijf is verplicht om alle projecten op dit gebied, zowel nieuwbouw als renovatie, voorafgaand aan de uitvoering bij de certificatie-instelling aan te melden. IKOB-BKB BV Pagina 22 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 10 EISEN TE STELLEN AAN DE EXTERNE KWALITEITSBEWAKING DOOR DE CERTIFICATIE-INSTELLING 10.1 ALGEMEEN De externe controle door de certificatie-instelling is vastgelegd in het certificatie-reglement van die instelling. Dit reglement bevat algemene zaken zoals: - administratieve afwikkeling (offertes, opdrachten etc.); - kosten en betalingsvoorwaarden; - publicatierecht; - aansprakelijkheid en vrijwaring; - behandeling afwijkingen; - sancties; - klachtenregeling; - beroepsprocedures. Voor het uitvoeren van de inspecties worden de volgende kwalificatie-eisen gehanteerd: MBO-opleidingsniveau in de bouw of bouw(-breed)gerelateerd en ingewerkt op het gebied van specifieke uitvoeringswerkzaamheden met betrekking tot het thermisch (na-)isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool. Voor het uitvoeren van de controles van de totale interne kwaliteitsbewaking (IKB) van het gecertificeerde bedrijf: HBO opleidingsniveau in de Bouw of Bouw(-breed)gerelateerd aangevuld met minimaal een basisopleiding auditing en zonodig een vervolgopleiding (externe-) auditing. 10.2 CONTROLE EN CONTROLEFREQUENTIE Het jaarlijkse bedrijfsbezoek (audit) door de certificatie-instelling dient ten minste te omvatten de eisen zoals vermeld in hoofdstuk 8 en 9 van deze BRL. De certificatie-instelling controleert steekproefsgewijs op basis van de door het isolatiebedrijf aangemelde projecten, de planning en de omvang van het project, op het voldoen aan de eisen zoals weergegeven in onderhavige BRL. De frequentie wordt in principe jaarlijks vastgesteld in overleg met het College van Deskundigen van de certificatie-instelling en de branche-organisatie. Met ingang van de datum van uitgifte van deze BRL is de frequentie vastgesteld op gemiddeld 1 inspectie per circa: 1500 m² uit te voeren in situ isolatiewerk; 3000 m² uit te voeren fabrieksmatig isolatiewerk. Hierbij wordt gecontroleerd op de eisen van de relevante URL (zie lijst URL-en in hoofdstuk 11) en op de eisen van paragraaf 9.3. Deze inspecties geschieden onverwachts, zonder voorkennis van datum of tijd. In principe worden de op dat tijdstip en op die plaats in uitvoering respectievelijk gereed zijnde werkzaamheden bij de controle betrokken. IKOB-BKB BV Pagina 23 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 11 EISEN AAN DE CERTIFICATIE-INSTELLING De CI die het certificatieonderzoek uitvoert beschikt hiervoor over een accreditatie op basis van deze BRL, die is afgegeven door de Raad voor Accreditatie, of een accreditatie door een organisatie waarmee de Raad voor Accreditatie een Multi Lateral Agreement MLA (EA / IAF) of andere (bilaterale) gelijkwaardigheidsovereenkomst heeft gesloten. Kwalificatie-eisen auditors De auditors die door de CI worden ingezet voor het certificatieonderzoek voldoen aan de volgende eisen: - een MBO-opleiding voor bouwkunde, civiele techniek of een andere MBO-opleiding in combinatie met vergelijkbare ervaring; - kennis van het auditen, verkregen door een hierop gerichte opleiding, training of cursus of door aantoonbare werkervaring. Kwalificatie-eisen beslisser De beslisser die door de CI wordt ingezet voor het certificatieonderzoek voldoet aan de volgende eisen: - een HBO-opleiding voor bouwkunde, civiele techniek of een andere HBO-opleiding in combinatie met vergelijkbare ervaring; - geen betrokkenheid bij de directe uitvoering van het certificatieonderzoek van de betreffende certificaathouder; - kennis van deze BRL; - de bevoegdheid hebben van de eigen organisatie voor het nemen van beslissingen in het kader van certificatieonderzoek. IKOB-BKB BV Pagina 24 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 12 DOCUMENTENLIJST Publiekrechtelijke regelgeving Bouwbesluit 2012 Stb. 2011, 416, 676; Stb. 2012, 441; Stb. 2013, 75, 244, 462; Stb. 2014, 51, 232 Regeling Bouwbesluit 2012 Stcrt. 2011, 23914; Stcrt. 2012, 13245; Stcrt. 2013, 5457, 16919; Stcrt. 2014, 4057 CPR Verordening bouwproducten EU 305/2011 Nederlandse normen en Praktijkrichtlijnen NEN 1068 2012 Thermische isolatie van gebouwen – Rekenmethoden’ NEN 2778 1991 Vochtwering in gebouwen – Bepalingsmethoden, inclusief wijzigingsblad A4:2011 NEN 5077 2006 Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd, inclusief correctieblad C3:2012 NEN-EN 1609 1997 NEN-EN 12086 2013 NEN-EN 12667 2001 NEN-EN 13501-1 2007 NEN-EN 14064-1 2010 NEN-EN-ISO 9000 2005 NEN-EN-ISO 9004 2009 Opmerkingen: Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - Bepaling van de wateropname bij kortstondige gedeeltelijke onderdompeling, inclusief wijzigingsblad A1:2006 Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - Bepaling van de waterdampdoorlatendheidseigenschappen Thermische eigenschappen van bouwmaterialen en producten Bepaling van de warmteweerstand volgens de methode met afgeschermde "hot plate" en de methode met warmtestroommeter - Producten met een gemiddelde en een hoge warmteweerstand Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen - Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag – inclusief wijzigingsblad A1:2009 Materialen voor de thermische isolatie van gebouwen - In-situ gevormde los gestorte minerale wol producten - Deel 1: Specificatie voor los gestorte producten vóór de installatie Kwaliteitsmanagementsystemen – Grondbeginselen en verklarende woordenlijst Managen op duurzaam succes van een organisatie - Een aanpak op basis van kwaliteitsmanagement - Voor de juiste uitgave, datum en gegevens over eventuele wijzigingsbladen en/of correctiebladen van de normen die direct of indirect via het Bouwbesluit 2012 worden aangewezen, wordt verwezen naar de Regeling Bouwbesluit 2012. - De Regeling Bouwbesluit 2012 geeft in artikel 1.2 (in combinatie met bijlagen I en II) aan welke uitgave van de norm van toepassing is Van de normen waarnaar vanuit een direct aangewezen norm wordt verwezen, is die verwijzing alleen van toepassing als die norm in bijlage I of II is opgenomen. - De Regeling Bouwbesluit geeft in hoofdstuk 5 een aantal normen die gedeeltelijk worden aangewezen. - In de kwaliteitsverklaring kan naast voornoemde documenten, verwezen worden naar andere (eisen stellende) documenten. Uitvoeringsrichtlijnen URL 1317 Uitvoeringsrichtlijn ‘In situ aanbrengen van virgin wool in gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen’ IKOB-BKB BV Pagina 25 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 BIJLAGE A Bouwbesluittabel zoals op te nemen in het attest In onderstaande tabel zijn alle Bouwbesluit eisen weergegeven die moeten worden opgenomen in het attest. In de tabel is vermeld welke productkenmerken facultatief zijn en alleen op verzoek van de aanvrager zullen worden vermeld in de kwaliteitsverklaring. Deze tabel moet worden opgenomen in het af te geven attest, exclusief de facultatieve waarden waarvoor geen waarde wordt gedeclareerd. Bouwbesluittabel Nr Afdeling Grenswaarde/ bepalingsmethode 2.9 Beperking van het Kwaliteitsniveau van de ontwikkelen van brand en scheidingsconstructie mag na rook aanbrengen isolatiemateriaal niet verminderen. Prestaties volgens kwalitetisverklaring Opmerking Vermelding van de brand- en rookklasse. 1 Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.67) voldoet de zijde van de thermisch geïsoleerde constructie die aan de binnenlucht grenst, aan de in tabel 2.66 aangegeven brandklasse en aan rookklasse s2, beide bepaald volgens NENEN 13501-1. 3.1 Bescherming tegen geluid van buiten, nieuwbouw Uitwendige scheidingsconstructie heeft een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20 dB. Isolatiemateriaal heeft geen negatief invloed op de karakteristieke geluidwering van de scheidingsconstructie. Draagstructuur, gevelopeningen, ventilatievoorzieningen e.d. zijn maatgevend in het kader van de geluidwering van de gehele constructie. 3.4 Geluidwering tussen ruimten, nieuwbouw Karakteristieke luchtgeluidniveauverschil ≥ 32, 47 of 52 dB, volgens NEN 5077 Gewogen contact-geluidniveau ≤ 54, 59, 64 of 79 dB, volgens NEN 5077 Isolatiemateriaal heeft geen negatieve invloed op de karakteristieke geluidwering van de scheidingsconstructie Draagstructuur, gevelopeningen, ventilatievoorzieningen e.d. zijn maatgevend in het kader van de geluidwering van de gehele constructie. 3.5 Wering van vocht Waterdicht volgens NEN 2778. Isolatiemateriaal heeft geen negatief invloed op de waterdichtheid van de scheidingsconstructie. 1 Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.21) geldt dezelfde eis. 5.1 Energiezuinigheid, nieuwbouw 2 Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 3.22) geldt tevens dat de factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte ≥ 0,5 of 0,65 volgens NEN 2778. Vermelding van de aan te houden rekenwaarde voor de warmtegeleidingscoëfficiënt. Warmteweerstand Rc ≥ 1,3 m2·K/W volgens NEN 1068 of NPR 2068. Toepassingsvoorbeelden berekend volgens NEN 1068, die voldoen aan Rc ≥ 1,3 m2·K/W; respectievelijk vermelding van aan te houden rekenwaarde voor de warmtegeleidingscoëfficiënt. 3 Ingeval sprake is van nieuwbouw (artikel 5.3) geldt een eis van ten minste 3,5 m2·K/W. Ingeval sprake is van tijdelijke bouw (artikel 5.7) geldt een eis van ten minste 1,3 m2·K/W. IKOB-BKB BV Temperatuurfactor te bepalen met rekenmethode aangegeven in NEN 2778, die onder meer gebruik maakt van de rekenwaarde voor de warmtegeleidingscoëfficiënt van het isolatiemateriaal Pagina 26 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 BIJLAGE B Overige productkenmerken zoals op te nemen in het attest In onderstaande tabel zijn alle overige productkenmerken weergegeven die moeten worden vermeld in het attest. Overige productkenmerken Kenmerk Bepalingsmethode Eis BRL Warmtegeleidingscoëfficiënt NEN-EN 12667 en NEN 1068 Gedeclareerde- en rekenwaarde Wateropname NEN-EN 1609; methode A ≤ 1,0 kg/m² Waterdampdoorlatendheid NEN-EN 12086 µ=1 Densiteit NEN-EN 14064-1; bijlage J.3 (35 +/- 5) kg/m³ Inzakking Nog niet beschikbaar Klasse S1 Corrosiviteit verzinkt staal § 5.6 van BRL 1317 Geen corrosie IKOB-BKB BV Pagina 27 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 BIJLAGE C Tekst op te nemen in het procescertificaat De volgende tekst dient opgenomen te worden in het KOMO ® procescertificaat. Het thermisch (na-)isoleren van gevel-, binnenwand-, vloer- en hellende dakelementen met (in situ) virgin wool geschiedt overeenkomstig de eisen welke zijn vastgesteld in BRL 1317 en URL 1317. IKOB-BKB BV Pagina 28 van 29 THERMISCH (NA-)ISOLEREN VAN GEVEL-, BINNENWAND-, VLOER- EN HELLENDE DAKELEMENTEN MET (IN SITU) VIRGIN WOOL BRL 1317 BIJLAGE D Bepaling RC-waarde en uitgangspunten De bepaling van de warmteweerstand van een samengestelde constructie (RC-waarde) dient gedaan te worden met behulp van een daarvoor geschikte numerieke rekenmethoden, conform NEN 1068. Wanneer een geschikte handmatige methode beschikbaar wordt gesteld, dan mag deze ook worden toegepast. Ten behoeve van de berekeningen van de warmteweerstand van de constructie kunnen de volgende thermische isolatiewaarden worden gebruikt. Beplatingen - gipsplaat, λcalc = 0,250 W/(m·K) - gipsvezelplaat, , λcalc = 0,300 W/(m·K) - multiplex, spaanplaat, OSB, λcalc = 0,30 W/(m·K) Folies/vliezen - luchtdichte en dampremmende folie, bijdrage aan thermische isolatiewaarde is nihil - waterkerende en dampopen folie, bijdrage aan thermische isolatiewaarde is nihil Constructie - houten stijlen en regels (nieuw), λcalc = 0,130 W/(m·K) - houten stijlen en regels (bestaand), λcalc = 0,150 W/(m·K) - metalen profielen, λcalc = 0,50 W/(m·K) Gevel - metselwerk λcalc = 1,0 W/(m·K) - beton, λcalc = 2,0 W/(m·K) Hellende dak - Panlatten, tengels, panlatten, luchtspouw, Rcalc = 0,06 m2·K/W Isolatie - isolatie, λcalc = λD x FA x FT x FM x Fconv Voor niet-fabrieksmatig in situ vervaardigde isolatielagen geldt: F A = FA;iso x FA:appl - FA = 1,05 x 1,00 (nieuwbouw) - FA = 1,05 x 1,15 * (bestaande bouw) - FT = 1,00 - FM = 1,00 - Fconv = 1,00 * Indien de na te isoleren constructie overzichtelijk is, beheersbaar, geen gebreken , vervuiling, leidingen of obstakels omvat, mag voor FA;appl = 1,00 (nieuwbouw) worden aangehouden. Overig - Rsi en Rse volgens tabel A.1 van NEN1068 - ∆Ua = 0,00 W/(m2·K) - ∆Ufa = 0,00 W/(m2·K) - ∆Ur = 0,00 W/(m2·K) - ∆Uw = 0,02 x 1/RT -> β = 0,02 W/(m2·K) IKOB-BKB BV Pagina 29 van 29
© Copyright 2025 ExpyDoc