Vak jeugdverpleegkundige heeft hbo

Achtergrond
Vak jeugdverpleegkundige
heeft hbo-niveau nodig
De veranderingen in de publieke zorg voor de jeugd brengen
een discussie op gang wat betreft de taakherschikking
van de jeugdverpleegkundige en het daarvoor benodigde
werk- en denkniveau. In dit artikel worden diverse redenen
gegeven waarom je voor de uitvoering van het beroep
jeugdverpleegkundige hbo-niveau nodig hebt.
Tekst:
Rita Heinen
Personen die voldoen aan de voorwaarden gesteld in
artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) worden geregistreerd als verpleegkundige. In de huidige verpleegkundige beroepenstructuur zijn de kwalificaties voor mbo- en hbo-niveau
vastgelegd in de kwalificatiestructuur voor beroepen
in de zorg (Ministerie VWS, 1996). De verpleegkundige
functie is hierin onderscheiden naar niveau 4 (mboniveau) en niveau 5 (hbo-niveau).
Daarnaast zijn er ook verpleegkundigen die in-service
zijn opgeleid en aanvullend de opleiding Maatschappelijke Gezondheidzorg (MGZ) hebben gevolgd, hboverpleegkundigen.
‘Het onderscheid tussen de mbo- en hbo-verpleeg­
kundige is niet gebaseerd op functionele afhanke­
lijkheid maar op professionele competenties’
Onderscheid mbo- en hbo-verpleegkundige
Verpleegkundigen op zowel mbo- als hbo-niveau oefenen hun beroep solistisch en/of in teamverband uit. Zij
zijn verantwoordelijk voor de zelfstandige uitvoering van
In maart 2012 heeft V&VN een nieuw beroepsprofiel
een cyclisch verpleegkundige proces
gepresenteerd, waarin de titel verpleegkundige is in het
Het onderscheid tussen de mbo- en hbo-verpleegkundi-
nieuwe beroepenhuis worden twee niveaus onderschei-
ge is echter niet gebaseerd op functionele afhankelijk-
den: verpleegkundigen(hbo opgeleid) en zorgkundigen
heid maar op professionele competenties. Competen-
(mbo opgeleid). Voor alle huidige verpleegkundigen
ties op hbo-niveau worden doorgaans door opleiding
geldt, dat zij hun titel behouden. Consensus hierover bij
verworven maar kunnen zich ook door lange praktijker-
alle partijen loopt nog.
varing ontwikkelen.
Aansluitend op het nieuwe beroepsprofiel heeft de minister van VWS de ‘Adviescommissie Innovatie Zorgbe-
De kwalificatieniveaus van mbo en hbo onderscheiden
roepen en Opleidingen’ in 2012 opdracht gegeven een
zich op basis van:
advies uit te brengen over de gewenste ontwikkeling
1. Verantwoordelijkheid: de mate waarin de verpleeg-
van beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg,
kundige aanspreekbaar is op haar of zijn verpleeg-
gebaseerd op de toekomstige zorgvragen en maatschap-
kundig handelen en op de gevolgen daarvan voor
pelijke- en technologische ontwikkelingen in de zorg. Het
het beroepsmatig handelen van anderen
doel is om een nieuwe beroepenstructuur en een daarop
handelen is gebaseerd op toepassing van routines,
kwalitatief hoogwaardige, doelmatige en toegankelijke
standaardprocedures of nieuwe procedures, waarmee
zorg.
24
2. Complexiteit: de mate waarin verpleegkundig
afgestemd opleidingscontinuüm te ontwikkelen voor
Tijdschrift LVW jaargang 14 nummer 1
een beeld ontstaat van de vaardigheid in probleemop-
kundige (Mast& Pool, 2005) integreert de integrale JGZ
lossing en de creativiteit die van de verpleegkundige
met het Basistakenpakket JGZ en is uitgewerkt in vijf rol-
verschillende situaties wordt vereist
len en veertien competenties. Hierin wordt het hbo-werk-
3. Transfer: de reikwijdte en de wendbaarheid van de
en denkniveau voor de jeugdverpleegkundige beroepsuit-
kennis en de vaardigheden van de verpleegkundige.
voering zichtbaar.
Hierbij gaat het om toepasbare kennis in (1) een
Aansluitend op het nieuwe verpleegkundig beroepspro-
relatief beperkt aantal specifieke situaties, (2) uiteen-
fiel (V&VN, 2012) wordt binnenkort het Expertisegebied
lopende situaties en (3) veel, sterk uiteenlopende en
jeugdverpleegkundige gepresenteerd, waarin aan de
‘overstijgende’ situaties.
hand van de zeven CanMedsrollen de specifieke competentie’s voor het jeugdverpleegkundige werk beschreven/
De hbo-verpleegkundigen onderscheiden zich van mbo-
aangevuld. Ook hierin is hbo-niveau zichtbaar.
verpleegkundigen door het:
A. vervullen van een consult- en voorbeeldfunctie: advi-
Jeugdverpleegkundigen hebben in 2010 een deskundig-
seren met betrekking tot alle fasen van het primaire
heidsgebied in het Kwaliteitsregister V&V geopend. De
verpleegkundige proces
toelatingseisen voor het deskundigheidsgebied zijn door
B. verlenen van zorg in situaties waarin niet op standaardprocedures kan worden teruggevallen
de Fractie Jeugd vastgesteld: de jeugdverpleegkundige is
op hbo-niveau opgeleid en heeft aantoonbaar een intro-
C. vervullen van een zorginhoudelijke regiefunctie:
ductieprogramma doorlopen, beschikt over een certificaat
van een post-hbo opleiding voor jeugdverpleegkundigen
•vaststellen van de zorgvraag en nagaan welke
factoren daarop van invloed zijn
of heeft minimaal twee jaar ervaring in de JGZ.
•bepalen welke interventies uitgevoerd moeten
worden, in welke volgorde en door welke beroepsbeoefenaars (indicatiestelling)
Bieden van gevraagde en ongevraagde
zorg
•toewijzen van zorgvragers
Ook op inhoudelijke argumenten kan het hbo-werk- en
•coördineren van het totale, integrale zorgproces,
denkniveau van de jeugdverpleegkundige beroepsuitvoe-
waarbij meerdere disciplines zijn betrokken.
D.Scheppen van voorwaarden ter verbetering van het
ring worden aangetoond. De kerntaak van de jeugdverpleegkundigen is bieden van gevraagde- en ongevraagde
primaire verpleegkundige proces, zoals kwaliteitsbe-
zorg, waarbij de contacten met jeugdigen, ouders en
waking-, beheersing en -bevordering (bijv. ontwikke-
intermediairen (leerkrachten, interne begeleiders, peda-
ling van standaarden, protocollen, etc.) en deskundig-
gogisch medewerkers in de kinderopvang, peuterspeel-
heidsbevordering.
zaalleidsters, etc.) tweesporig zijn. Voortdurend wordt
Vertaald naar de dagelijkse praktijk, is de mbo-verpleeg-
individuele gezondheid vertaald naar collectieve gezond-
kundige meer gericht op geprotocolleerd handelen: hoe
heid en omgekeerd. Deze vertaalslag kan niet geproto-
pak je iets aan en het daadwerkelijk doen. In complexe si-
colleerd worden, iedere situatie is weer anders. Reden
tuaties zal zij consult vragen bij de hbo-verpleegkundige.
waarom hbo-werk- en denkniveau nodig is.
De hbo-verpleegkundige kan door kritisch- en analytisch
denken zelfstandig handelingsmogelijkheden beargumenteren. Zij is in staat op basis van evidente- of best
practice kennis keuzes te maken en kan zonodig beargumenteerd van de standaarden afwijken. Het vermogen tot
kritisch- en analytisch denken stelt de hbo-verpleegkundi-
‘Ook in het expertisegebied van de jeugdverpleeg­
kundige zal het hbo-niveau zichtbaar zijn’
ge tevens in staat proactief te handelen: vooruitdenkend
verbeteringen initiëren in de verpleegkundige- en/of
organisatie van zorg. De hbo-verpleegkundige overziet
Tijdens contactmomenten maakt de jeugdverpleegkun-
complexe situaties, herkent patronen en is breed ontwik-
dige in korte tijd een inschatting van de gezondheids-
keld met betrekking tot mondelinge- en schriftelijke
toestand van de jeugdige en tevens een inschatting van
vaardigheden en presentatievaardigheden.
de eventuele gezondheidrisico’s van het gehele systeem
waarin de jeugdige zich begeeft. Het eerste milieu betreft
De jeugdverpleegkundige
beroepsuitvoering
het gezin, het tweede milieu de (voor)schoolse voorzie-
Jeugdverpleegkundigen werken op het terrein van de
ciale omgeving. Het virtuele milieu (internet, gaming etc.)
preventieve individuele- en collectieve gezondheidszorg.
wordt als het vierde milieu gekenmerkt (Delfos,2009).
Het huidige competentieprofiel voor de jeugdverpleeg-
Inschatting van de gezondheidsrisico’s van zowel de jeug-
ningen en het derde milieu de buurt, clubs en overige so-
Tijdschrift LVW februari 2014
25
Achtergrond
dige als het systeem waar de jeugdige zich in begeeft,
Deskundigheidsbevordering
gebeurt deels op basis van het Balansmodel (Nederlands
Daarnaast geven jeugdverpleegkundigen vanuit hun
Centrum Jeugdgezondheid, 2009), deels op basis van een
eigen deskundigheidsgebied consult en advies aan
’pluis – niet pluis gevoel’. De interpretatie van bevindin-
intermediairen op (voor)schoolse voorzieningen en bij
gen en de risicotaxatie is grotendeels niet geprotocol-
de kinderopvang. Hiervoor is eveneens hbo-werk- en
leerd en vraagt daarom om hbo-werk- en denkniveau.
denkniveau vereist.
Als beroepsgroep zijn jeugdverpleegkundigen binnen
Twee klanten: ouders en kind
hun eigen instelling verantwoordelijk voor een goede
De jeugdverpleegkundige heeft tegelijkertijd twee klan-
kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Jeugdverpleeg-
ten: ouder(s) en hun kind(eren). Wanneer ouders om wat
kundigen kunnen als inhoudelijke aandachtfunctionaris
voor reden niet in staat zijn om voor het kind te zorgen
consult verlenen aan collega’s binnen en buiten de eigen
of hun kind verwaarlozen, misbruiken of mishandelen
beroepsgroep.
ontstaan tegengestelde belangen en treedt de jeugdver-
Zij dragen bij aan deskundigheidsbevordering, intervisie
pleegkundige op als belangenbehartiger van het kind.
en interdisciplinaire toetsing en aan protocollering en/of
Jeugdigen en/of ouder(s) zijn zich niet altijd bewust
het kwaliteitssysteem binnen de organisatie, hetgeen om
van een hulpvraag achter hun verhaal. Het bieden van
hbo-werk- en denkniveau vraagt.
ongevraagde- en/of outreachende zorg vereist specifieke
competenties van de jeugdverpleegkundige in de rol van
Proactieve houding
zowel communicator als zorgverlener. Ongevraagde hulp
De jeugdverpleegkundige praktijkuitvoering speelt zich
bieden vraagt veel tact en een juiste bejegening om niet
af in het publieke domein en is daarmee is de functie on-
betuttelend te worden. De jeugdverpleegkundige maakt
derhevig aan maatschappelijke veranderingen. Dit vraagt
hierbij gebruik van verschillende modellen voor gespreks-
van de jeugdverpleegkundige een proactieve houding ten
voering en gedragsbeïnvloeding.
aanzien van het jeugdverpleegkundig beleid. De jeugd-
Zij moet kunnen metacommuniceren, om gesprekken op
verpleegkundige moet in staat zijn de consequenties van
inhoud, proces en betrekkingsniveau te kunnen sturen en/
veranderingen op lokaal niveau en binnen de organisatie
of beïnvloeden. Outreachende zorg gaat meestal samen
voor de eigen beroepsuitoefening te overzien en daarop
met complexe situaties, die niet gestandaardiseerd zijn.
te anticiperen. Hiervoor is hbo-werk- en denkniveau
De jeugdverpleegkundige moet in staat zijn zelfstandig te
vereist.
oordelen en te interveniëren, zonder geleide van protocollen. Dat vraagt om hbo-werk-en denkniveau.
Kwaliteit en hbo-niveau
Een belangrijk ontwikkeling in de huidige publieke zorg
Samengevat kan worden gesteld dat de kwaliteit van de
voor jeugd is integrale samenwerking.
jeugdverpleegkundige zorg valt of staat met het niveau
Bij complexe situaties wordt een casus veelal in multi-
waarop jeugdverpleegkundigen werken en denken.
disciplinaire overleggen besproken. Van de jeugdver-
Bovengenoemde argumenten tonen aan dat jeugdver-
pleegkundige wordt verwacht dat zij vanuit haar eigen
pleegkundigen in hun dagelijkse werkzaamheden consult
specifieke deskundigheid een bijdrage levert aan de
verlenen, niet gestandaardiseerde zorg verlenen, zonodig
multidisciplinaire besluitvorming en op
zowel casusniveau als procesniveau
zorg verbinden, de zorg regisseren op inhoud en/of op
regie kan nemen, wanneer dat van
het proces en bijdragen aan de kwaliteit van zorg binnen
toepassing is. Ook dit vereist een
de organisatie. De kwalificatie hiervoor is ook hier weer
hbo-werk- en denkniveau.
concluderend: hbo-werk- en denkniveau.
Rita Heinen
is lid van
de fractie
Jeugd van
V&VN VOGZ
en werkt als
kerndocent
van de
postbachelor
opleiding
‘jeugdverpleegkundige
nieuwe stijl’
voor Avans+.
26
ongevraagde hulp bieden, collectieve en individuele
Literatuur:
•Delfos, M., (2009) Ontwikkeling in vogelvlucht, Utrecht: Pearsonn
Assessment Bv.
•Mast.J. & Pool, A. (2005) In ontwikkeling. Competentieprofiel
voor de jeugdverpleegkundige in de Jeugdgezondheidszorg 0-19.
Utrecht: NIZW.
•Ministeries OCW en VWS (1996) Gekwalificeerd voor de toekomst.
Rijswijk, Zoetermeer.
•V&VN (2012), Leren van de toekomst. Verpleegkundigen en
Verzorgenden 2012.
Tijdschrift LVW jaargang 14 nummer 1