OP STROOM VAN TIED Siemon Reker De beroving in de trein: 90 jaar na de moord op Jacob Braam Ruben De secretaris van de Groninger vereniging in Amsterdam was in juli nog enthousiast over de rol van Jacob Braam Ruben, die “een prachtexemplaar van een inhaligen, harkerigen, afgescheiden meester gaf ” in het toneelstuk waarmee Stad en Lande het winterseizoen afsloot. Het betrof Onder ain dak van Jan Fabricius, uitgevoerd in een bijna volle Stadsschouwburg in Amsterdam. De lezers van het Maandblad Groningen kon den dat over hem lezen in een bescheiden stukje op de advertentiepagina's die aan dat tijdschrift werden toegevoegd. Maar dezelfde Ruben is in augustus de hoofdpersoon in een drama dat een einde maakt aan zijn leven en waar hetzelfde Maandblad Groningen het september-nummer mee opent: “Het nood lot heeft de Groningsche Vereeniging “Stad en Lande” te Amsterdam van een harer meest geestdriftige leden beroofd” en degenen die hem kenden “hebben een rilling van afschuw gevoeld, toen zij in de dagbladen lazen van den aanslag, die in een Duitschen trein op zijn leven en op dat van zijn vrouw en achtjarig dochtertje gepleegd was”, schrijft dezelfde secretaris F.J. van der Molen. Jacob Braam Ruben wordt als zoon van een landbouwer in 1884 in Slochteren geboren, hij trouwt met Anna Hendrika Moes (als voorechtelijk kind in 1879 geboren in Sellin gen en door het huwelijk van haar moeder met Hendrik Moes erkend) in Appingedam in 1909. Daar, in Solwerd, wordt hij precies een week na de gebeurtenis in de trein be graven. Maar de lezers van het Nieuwsblad van het Noorden kunnen deze relatie met Groningen nog niet bevroeden als ze het eerste bericht over de Moordaanslag in hun krant van Jacob Braam Ruben (1884-1923) 23 augustus 1923 zien dat dan nog logisch geplaatst is tussen het buitenlandse nieuws en zichtbaar foutjes bevat door de versheid van het gebeuren: “Oldenzaal - In den trein, die gisteravond te 10 u. 8 min. uit Duitschland te Oldenzaal moest aankomen, is tussen Rhane en Salsbergen een moordaanslag gepleegd op een man, een vrouw en 2 kinderen met de bedoeling hen te berooven. De toestand van den man is levensgevaarlijk. De namen der slachtoffers zijn nog onbekend en nadere bijzonderheden ontbreken nog.” Maar enke le aanvullingen verderop in hetzelfde bericht, helemaal aan het eind, blijkt om wie het gaat, dat hij afkomstig is uit Slochteren en dat zijn vrouw eveneens uit Groningen stamt. In de dagen daarna ontwikkelt zich het ver haal rond de Amsterdamse leraar aan een Handelsschool, Jacob Braam Ruben. Hij is docent wiskunde maar studeert daarnaast op al wat gevorderde leeftijd nog rechten. 195 Voor de afronding van die studie wilde hij de zomervakantie benutten en half juli vertrekt hij daartoe naar een hotel in Bentheim, zijn vrouw en dochter zullen zich enkele weken later bij hem voegen om na een gezamenlijke korte vakantie als gezin naar Nederland terug te keren. Zo is het plan. Op 22 augustus zijn ze inkopen aan het doen in Osnabrück en halen daar geld bij een bank en gaan naar de trein die hen naar Bentheim terug moet brengen. Twee jongeren uit Osnabrück (Friedrich Kalt, een bakkersknecht, en Walter Pommer, koopmanshulp) zien dat er iets bij de toeristen te halen valt en ze begeven zich in een andere klasse in dezelfde trein. Ze hebben een kaartje voor een lagere klasse en dat is bovendien niet verder geldig dan tot Salzbergen. Als een mede-reizigster op een tussenstop uit de coupé van de familie Ruben stapt, zien ze hun kans schoon. Terwijl z'n dochtertje slaapt en zijn vrouw doet alsof ze slaapt, krijgt Ruben bezoek van de twee Duitsers die hem vragen of hij weet hoe laat het is. Zijn gouden horloge pakken ze hem vervolgens af en dat is het begin van Het station van Schüttorf. 196 een beroving waarbij een meegebrachte bijl gebruikt wordt - Ruben krijgt zeven slagen op zijn hoofd. De buit bedraagt naast het horloge met ketting 30 gulden en 31 miljoen mark aan bankbiljetten, - het is een inflatoire tijd waarin het jaar 1923 valt. De volgende dag zal Ruben in het ziekenhuis in Schüttorf aan de verwondingen bezwijken. Zijn vrouw en kind zijn eveneens met de bijl bewerkt en zij zullen nog máánden verpleging nodig hebben. Schüttorf is na de overval het eerstvolgende station, waar mevrouw Ruben het raam weet te openen en ze schreeuwt om hulp. Een aanwezige dokter komt aansnellen, de twee overvallers slaan op de vlucht maar komen niet ver. De ene valt direct door de mand bij de kaartcontrole op het perron. Als hij met erg groot geld wil nabetalen voor het deel van de traject waarvoor hij geen geldig vervoerbewijs heeft, is door de inmiddels ontstane opwinding duidelijk waar dat vandaan komt en ook hij probeert dan te ontkomen. Duitse kranten beschrijven gedetailleerd wat het Nieuwsblad van het Noorden ook al meldt op 24 augustus, het publiek in Schüttorf vangt deze belangrijkste dader en geeft hem daarbij eine Tracht Prügel, een pak slaag. Hij legt direct een bekentenis af, omdat hij de twee horloges van Braam en zijn echtgenote in zijn bagage niet kan verklaren. Enkele uren later geeft de tweede dader zich over, die aanvankelijk ontsnapt lijkt maar hij bleek zich schuil gehouden te hebben in een kuil. ’s Avonds zullen ze naar Osnabrück vervoerd worden, maar dat blijkt blijkt niet eenvoudig; honderden inwoners van Schüttorf staan rond het ziekenhuis en ook bij het station, klaar om de twee met knuppels te bewerken, zo groot is de verontwaardiging. De politie brengt ze daarom heimelijk per auto weg naar een station verderop en vandaar verder met de trein. Als het lichaam van Ruben dinsdagochtend 28 augustus van het ziekenhuis naar het station gebracht wordt, gebeurt dat in een rouwstoet en onder het luiden van de kerk klokken. Honderden belangstellenden be vinden zich langs de route en op het stati onsplein in Schüttorf. Pastor Hensmann spreekt de menigte toe, als de kist in de trein is geplaatst, hij hekelt de geldzucht van de jeugdige daders. Op 27 augustus staan er drie rouwadvertenties in het Nieuwsblad van het Noorden. Uit die van de familie blijkt dat Jacob Braam Ruben twee dagen later vanaf het station op de begraafplaats van Solwerd ter aarde besteld zal worden, de schoonfamilie heeft daar een aantal graven. Er zijn zeer velen aanwezig en er is een aantal sprekers. Ds. A. de Pecker uit Solwerd heeft het over “het onverklaarbare in het Godsbestuur”, dr. J. Hoeksma van de Handelsschool in Amsterdam spreekt van “de zedelijke verwording en verwildering van Europa”. Een zeer persoonlijke toespraak houdt Mr. B. ten Bruggen Cate, secretaris van het College van Curatoren van de Rijksuniversiteit Groningen. Die logeerde toevallig in hetzelfde Kur- und Logierhaus in Bentheim als Ruben en zo spraken twee personen uit dezelfde regio (de eerste Annaheim; het ziekenhuis van Schüttorf. geboren in Noordbroek, de tweede in Sloch teren) elkaar gedurende de laatste vijf weken veel. De rechtzaak tegen de twee daders begint op 23 oktober van hetzelfde jaar en een dag later wordt het vonnis uitgesproken. Kalt krijgt de doodstraf opgelegd wegens moord en roof, zijn mededader Pommer wordt tot 12 jaar tuchthuisstraf veroordeeld omdat bij hem niet moord maar doodslag en roof bewezen wordt geacht. In het proces treedt dochter Anna Ruben (inmiddels 12 jaar) als getuige op met een bandage om het hoofd. Ook haar moeder doet haar relaas. Aan het eind van het jaar berichten de kranten, dat beiden nóg maanden nodig zullen hebben voor ver der herstel in het ziekenhuis in Schüttorf. Dat draagt toevallig de naam die moeder en dochter delen, Annaheim. (Het vonnis van Kalt wordt niet voltrokken, hij krijgt gratie en zijn straf wordt omgezet in levenslang.) Kranten in werkelijk het hele land hebben gedurende de zomer van 1923 veel aan dacht voor de roofmoord in de trein in de Graafschap Bentheim. Stad en Lande197 secretaris Van der Molen vindt dat er ook in het Maandblad Groningen van september 1923 “getuigd dient te worden van het verlies, dat de jonge Groningsche taalbeweging door den dood van Ruben heeft geleden.” Hij wenst de weduwe en haar dochter het beste toe. Buiten de Groningse wereld zorgt een aantal acties van vrouwen uit het hele land ervoor, dat er een zekere financiële hulp komt voor de opvoeding van het meisje. Maar als Braams weduwe in de zomer van 1953 overlijdt en bijgezet wordt in het graf van haar man, haalt dat de media niet meer. Zelfs Dörp en Stad, de opvolger van het Maandblad Groningen, zwijgt over dat wat dertig jaar tevoren de gemoederen zo heeft bezig gehouden, ook in Groningse kring. Grafsteen van de Jacob Braam Ruben en Anna Hendrika Moes op de begraafplaats van Solwerd. (Foto: Siemon Reker.) 198 [Dit stuk is mede tot stand gekomen met hulp van prof. dr. Hermann Niebaum (Osnabrück), die berichten rechercheerde in het Osnabrücker Tageblatt, de Schüttorfer Zeitung en de Zeitung und Anzeigenblatt. Kreisblatt für den Kreis Grafschaft Bentheim.]
© Copyright 2024 ExpyDoc