Zo blie was Nijn nog nooit

Zo blie was Nijn nog nooit
REPORTAGE In amper anderhalf jaar tijd gingen meer dan honderdduizend
Nijntjes in streektaal over de toonbank. Vooral opa en oma's vallen en
masse voor Nijntjes die ineens een heel vertrouwd taaltje spreken.
Door: Olaf Tempelman 21 november 2014, 02:00
5
In amper achttien maanden gingen al meer dan
honderdduizend Nijntjes in streektaal over de toonbank
Twentse opa Pluus heeft een step gemaakt voor Nijntje: 'Op nen dag har opa Pluus
wat in mekaar eknooid: hee har veur Nijn nen gleier maakt, zo blie was Nijn nog
nooit.'
Brabantse opa Pluis is ook voor Nijn bezig geweest in zijn hobbyschuur: 'Op 'nen dag
zee opa Pluis: ik heb iet vur oe, Nijn. Ik heb vur aow 'ne glijer gemakt. Hallee, riep
Nijn, wa fijn.'
In Zuid-Limburg heeft Nijn een knutselende bompa: 'Op 'ne daag zag bompa Pluis:
iech höb get veur diech, Nijn. Iech höb veur diech 'n step gemaak. Hoi hoi, reep Nijn,
wat fijn.'
Nijn heeft sinds anderhalf jaar ook opa's met wie ze kan converseren in 't Grunnegers,
in 't Zeêuws, in 't Achterhooks en op zien Dreins. In al die regio's is veel waardering
voor de linguïstische integratie van Nederlands beroemdste konijnengeslacht. In
amper achttien maanden gingen al meer dan honderdduizend Nijntjes in streektaal
over de toonbank.
Nijntje in Groningen © Dick Bruna
STREEKTALEN
Schrijf je 'gaon' of juist 'goan'? Daar kunnen veldslagen
over worden uitgevochten
Initiatiefnemer Steven Sterk
Steven Sterk, geboren en getogen Fries en brein achter Nijntjes zegetocht in vele
regio's, vertelt door het succes verrast te zijn. Op zijn bureau in Gorredijk, tussen
Heerenveen en Drachten, liggen Nijntjes die even virtuoos babbelen bij pake en
beppe in Stellingwarf als bij bompa en bomma in Mestreech. Bij Sterks uitgeverij
Bornmeer had Nijn een aantal jaar geleden al Fries geleerd. Kleintje Pluis verscheen
in een vertaling van Sterk zelf als Lytse Pluis. Bornmeer lanceerde in die tijd ook een
klassiek geschoolde Nijn. Nijntje aan zee werd door Marleen Mulder kundig in het
Latijn vertaald als Miffa ad mare. 'Hoi hoi, dat vind ik fijn!' klinkt aan een Romeins
strand als 'io io, placet mihi!'
Nijns uitstapjes naar Friesland en het oude Rome waren een afgesloten hoofdstuk
toen Sterk twee jaar geleden het idee kreeg de familie Pluis onder te dompelen in
Brabant, in de eerste plaats vanwege het relatief grote aantal boekhandels in die
regio. Een vraag die zich vrijwel meteen aandiende, was wélk Brabants Nijn moest
praten. Het Fries is een officiële taal, er zijn woorden- en grammaticaboeken. Een
algemeen beschaafd Brabants bestaat niet. Zet je Nijn neer in Boxtel, dan praat ze
anders dan in Schijndel. Dat vertaler Jos Swanenberg - hoogleraar diversiteit in taal
in cultuur in Tilburg - 'keigoed' was in het vinden van een algemeen herkenbare
variant, bleek uit het feit dat de 3.000 exemplaren die waren gedrukt van Opa en oma
Pluis op z'n Brabants binnen een paar weken weg waren.
Met Brabant aan haar voeten begon Nijn aan een opmars door de noordoostelijke
provincies. Ze moest daarbij vaak behoedzaam door taalkundige mijnenvelden
manoeuvreren, vertelt Sterk. 'Bij streektalen krijg je te maken met puristen. Je hebt
dialectverenigingen die elkaar de tent uitvechten. In Drenthe heb je specialisten die
elkaar de kop kunnen inslaan.' Daarbij: streektalen zijn spreektalen. Over hoe je een
woord opschrijft dat iedereen in de mond besloten ligt, kunnen de meningen flink
verschillen. Sterk: 'Neem alleen het vertalen van gaan. Schrijf je 'gaon' of juist 'goan'?
Daar kunnen veldslagen over worden uitgevochten.' In Drenthe liep het dankzij het
kundige werk van vertaler Hans Smits allemaal goed af. 'Ik heb veur je een steppie
maokt, Nijn', laat hij Opa Pluus op zien Dreins zeggen.
Nijntje in Zeeland © Dick Bruna
EMOTIONELE WAARDE
Jip en Janneke boekten onder de naam Jipke en Jannöaken
flinke successen in Twente
Het voordeel dat Nijntje heeft in delicate linguistische kwesties, is dat ze niet snel
kwaad bloed zet, zegt Sterk. Iemand uit Meppel kan de Drentse Nijn te veel
Coevorden vinden, maar haar taaltje klinkt toch vertrouwd genoeg om de harten van
vele opa's en oma's te veroveren.
Opa en oma Pluis is in gewoon Nederlands een van de beter lopende Nijntjes. In de
streektaal is het een absolute topper. Sterk: 'Het zijn niet alleen opa's en oma's die in
Nederland de meeste Nijntjes kopen, het zijn ook opa's en oma's die een streektaal
vaak nog goed beheersen. Graag geven ze daar nog iets van door. Veel woorden
hebben voor hen een emotionele waarde. Laten we niet vergeten dat amper honderd
jaar geleden veruit de meeste Nederlanders zich nog in de streektaal uiten.'
Ruim een eeuw van nationaal onderwijs heeft het aantal sprekers van streektalen
flink doen dalen. Het succes van Achterhookse en Mestreechse Nijntjes vloeit, kun je
zeggen, voor een deel voort uit nostalgie. Dat succes past ook in een ontwikkeling die
in heel Europa zichtbaar is. In wat een reactie lijkt op zowel de nationale staat als de
'eenheidsworst' van de globalisering, is een zoektocht naar regionale eigenheid op
gang gekomen - historisch, folkloristisch, culinair, literair. In Nederland waren
boeken in de streektaal lange tijd een marginaal verschijnsel. De laatste jaren
openden in heel Nederland kleine uitgeverijen de deuren die zich exclusief op één
regio of zelfs op een enkele stad richten. Jip en Janneke boekten onder de naam Jipke
en Jannöaken flinke successen in Twente, Suske en Wiske maakten zich de taal der
tukkers ook al eigen.
Nijntje in Den Haag © Dick Bruna
HAAGSE NIJN
Ruebs Haagse Nijn gaat 'naah de dùinûh ennut stgand'
Nijn boekte haar grootste succes tot nog toe in een mooie stad 'achter de dùinûh'. De
5.000 exemplaren van Nijntje an zei 'innut Haags' waren binnen enkele uren weg.
Dat was mede dankzij de vertaling van de legendarische, in oktober jongstleden
overleden striptekenaar Marnix Rueb, landelijk bekend van Haagse Harry. Ruebs
Haagse Nijn gaat 'naah de dùinûh ennut stgand' en neemt dan ook een 'emmâh' mee.
'Wat een fèn boekjûh van Nen', riepen aanwezigen bij de lancering in de Haagse
boekhandel Paagman.
Potentiële Amsterdamse en Rotterdamse vertalers mogen zich bij Sterk melden. Het
is leuk werk, weet hij als ervaringsdeskundige, maar het is minder makkelijk dan
mensen denken. 'Het metrum is heel belangrijk. En er staan je maar heel weinig
woorden ter beschikking waarmee je veel moet overbrengen.'
Nijntje in Stellingwerf © Dick Bruna