Tips voor de begeleiding van hooggevoelige kinderen 1. Erken de hooggevoeligheid van je kind. Zie de lastige zaken ervan, maar ook zeker de mooie, positieve kanten. 2. Respecteer de gevoelens van je kind. Dan creëer je vertrouwen en zal het kind leren zich meer te uiten. Doe je dit niet, dan voelt je kind zich niet begrepen en werkt het averechts. 3. Wees gul met waardering en zuinig met kritiek. Vaak hebben hooggevoelige kinderen eerder een neiging naar een negatief zelfbeeld dan dat ze naast hun schoenen gaan lopen. Kritiek komt, net als andere dingen, hard binnen. Wees daarom zuinig met kritiek en geef het voorzichtig en straf niet. Vraagt een situatie toch om ingrijpen, doe dat dan rustig en duidelijk. 4. Heb geduld of vraag om medewerking. Een HSK heeft vaak wat tijd nodig om aan een situatie te wennen. Gun ze deze tijd. Als je toch haast hebt, leg dit dan uit aan je kind en vraag om medewerking. 5. Stel grenzen met respect. Ook een HSK kan natuurlijk niet altijd zijn/haar zin krijgen. Bovendien geven grenzen ook een houvast. 6. Wees eerlijk, wees jezelf. Je wilt je kind niet lastig vallen met je eigen zorgen, frustraties of verdriet. Dat hoeft ook niet, maar wees wel eerlijk over je stemming. HSK voelen je namelijk feilloos aan. 7. Zorg voor structuur en prop de dag niet helemaal vol. 8. Gun je kind de mogelijkheid om op zichzelf te zijn. 9. Vertel altijd wat er gaat gebeuren. 10. Bagatelliseer de angst van je kind niet. 11. HSK zijn in feite hoogbegaafd v.w.b. hun geestelijke ontwikkeling. Hier lopen ze vaak t.o.v. leeftijdgenootjes op voor. Hooggevoeligheid en hoogbegaafdheid gaan ook nogal eens samen. Let hier op. 12. Benadruk het positieve. HSK hebben nogal eens de neiging tot piekeren. Ze zien vooral de dingen die niet goed gaan. Ga eens aan het eind van de dag rustig met je kind zitten en benoem allebei drie fijne momenten van de afgelopen dag. 13. Zoek hulp als je er alleen niet uit komt, maar bedenk wel wat je daarmee wilt bereiken. 14. Weet wat overprikkeling is en bescherm je kind hier tegen. Bedenk hierbij dat televisie en computerspelletjes ook prikkels zijn. 15. Er zijn externe en interne prikkels. Prikkels als geluid, fel licht en drukte zijn makkelijk te herkennen. Maar er zijn ook interne prikkels: emoties, trek, etc. 16. Als je kind overprikkeld is, zal het boos, moe, verdrietig, ..., zijn en soms onbereikbaar. Besef allereerst dat dit een reactie is, die ongeveer 20 minuten zal duren. Zoveel tijd heeft het zenuwstelsel nodig om zich te resetten. Als het kind het wil, houd het dan stevig vast en geef het een ontspanningsknuffel. 17. Blijf zelf rustig als je kind overprikkeld is en als het nodig is: laat je kind lekker uitrazen, uithuilen. Dat lucht op. 18. Leer je kind overprikkeling te herkennen en zich dan even terug te trekken, even rust te nemen. Ook op school zou een kind de mogelijkheid moeten hebben om zich even terug te trekken. 19. Zoek rustgevende activiteiten zoals het lezen van een boek of, om juist ‘uit het hoofd te gaan’: trampoline springen, schommelen of (mandala) tekenen. Ook de natuur ingaan werkt rustgevend. Je kunt je kind ook helpen zich te ontspannen door bijv. een mooi verhaal te vertellen, massage, met elkaar te spelen of een lekker warm bad te maken. 20. Neem de dag door, bijvoorbeeld door ’s avonds in bed even bij je kind te gaan liggen en te vragen naar de leuke en minder leuke dingen van die dag. 21. Houd rekening met de gevoeligheid van de zintuigen. Drukke evenementen, veel lawaai, sterke geuren, onrustig ingerichte ruimtes en oncomfortabele kleding kunnen voor irritatie bij je kind zorgen. Maar ook de combinatie van achtergrondmuziek en praten of een heel zacht piepend apparaat. Ook kunnen ze heel ontdaan zijn van een onverwacht hard geluid. Zorg voor lekker zittende kleding, waar het kind zich goed in voelt. En zorg voor een overzichtelijke plek in een drukke situatie. HSK kunnen vaak op een heel natuurlijke manier omgaan met een lastige situatie als een sterfgeval of een andere ingrijpende, verdrietige gebeurtenis. Laat je hierbij leiden door je kind. 22. Belast je kind niet met te veel ‘heftig’ wereldnieuws of met zware persoonlijke gesprekken, dit kan hen diep raken. Houd er rekening mee als je dit soort gesprekken voert in een ruimte waar je kind ook bij is. Natuurlijk hoef je je kind niet wereldvreemd te houden. Het mag best weten dat er nare dingen gebeuren in het leven/de wereld, maar bespreek het altijd op het niveau dat bij hen past. 23. Leer je kind relativeren, zodat het onderscheid kan maken tussen andermans gevoel en dat van zichzelf. Vertel je kind over het principe dat ‘wat je aandacht geeft, groeit’. Hoe meer je bezig bent met een probleem, hoe groter het lijkt te worden. Ditzelfde geldt voor jou als ouder: probeer je niet te veel te laten mee slepen door de ups en downs van je kind. 24. Licht de school in. Ook al is hooggevoeligheid nog niet algemeen bekend of geaccepteerd, wellicht dat het ook een leerkracht handvaten geeft om beter met je kind om te kunnen gaan. Pleit voor een vaste, overzichtelijke plek in de klas. HSK zijn vaak visueel-ruimtelijk ingesteld en hebben daardoor behoefte aan een juiste, vaste ordening en overzicht. 25. Als het kind het fijn vindt: zorg voor verbinding met thuis, bijv. een klein knuffeltje dat groot genoeg is voor in een broekzak of aan een sleutelhanger, zodat het dat altijd bij zich heeft. 26. Bereid je kind voor op bijzondere activiteiten, die buiten het vaste programma vallen. Als je kind erg opziet tegen bepaalde activiteiten, probeer dan of het mogelijk is om zelf mee te gaan of aanwezig te zijn. Stimuleren om aan activiteiten mee te doen is goed, dwingen heeft weinig zin. 27. Besef dat je kind wellicht op een andere manier leert (leert met beelden). De manier van leren sluit dan niet aan bij de schoolmethode, waardoor het kind zich dom en faalangstig kan gaan voelen en vaak, ten onrechte, het stempel ‘dyslexie’ krijgt. Een kindercoach kan je kind hierin begeleiden met het toepassen van de Kernvisiemethode. 28. Besef dat een eerste keer mega-spannend is en spannend mag zijn! Besef dat je HSK misschien niet onmiddellijk enthousiast is over iets nieuws en laat weten dat je dit begrijpt. Gun het de tijd om aan het idee te wennen. Vertel van tevoren zoveel mogelijk wat er gaat gebeuren. Dat hooggevoelige kinderen nieuwe dingen spannend vinden is geen aanstellerij. Wees niet bang dat je je kind verwent als je ingaat op zijn/haar wensen (bijv. door er wat langer bij te blijven). Ze hebben alleen wat langer je steun nodig om het vertrouwen te hebben dat ze het aan kunnen. Gun ze die steun en heb vertrouwen in je kind. Je zult zien dat het uiteindelijk zijn vruchten afwerpt. 29. Laat, indien nodig, ook anderen weten dat je kind het spannend vindt. 30. Zorg voor een ‘ontsnappingsmogelijkheid’ als dat kan. Is je kind bijna over de drempel, maar nog net niet helemaal overtuigd? Laat het dan weten dat het altijd nog op je kan terug vallen als je kind het toch niet trekt. Zorg ervoor dat dit ook echt geregeld is! 31. Besef dat vakantie niet automatisch leuk is voor je kind. Voor je HSK betekent vakantie dat het hele ritme en de structuur van een dag overboord gegooid wordt. Alles is anders dan anders. Dit kan voor een HSK veel onduidelijkheid en daarmee onveiligheid met zich mee brengen. Dit is geen onwil of ontevredenheid, maar je kind heeft gewoon even de tijd nodig om zijn draai te vinden. 32. Je hebt jezelf laten informeren over hooggevoeligheid en doet alle moeite om je kind op de goede manier te begeleiden. Maar dan is er altijd wel iemand die zeker weet dat je het allemaal niet goed doet. Helaas is hooggevoeligheid nog niet bij iedereen bekend of geaccepteerd. Wees je daarvan bewust. Probeer de kritiek van de buitenwacht van je af te laten glijden. Houd jezelf voor dat jij degene bent, die je kind het best kent. Ga niet twijfelen aan jezelf en/of je aanpak.
© Copyright 2024 ExpyDoc