Erasmusreglement Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (HIW)

Erasmusreglement Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (HIW) Geldig vanaf academiejaar 2014‐2015 1
Uitgaande studentenmobiliteit 1.1
Toepassingsgebied Dit onderdeel van het reglement is van toepassing op uitgaande bachelor‐ en masterstudenten. Het is niet van toepassing op uitgaande Erasmusmobiliteit in het kader van de doctoraatsopleiding. 1.2
Bestemmingen ‐
‐
1.3
Periode ‐
‐
1.4
De lijst met Erasmuspartners is gepubliceerd op de webpagina ‘studentenmobiliteit’ van het HIW: http://hiw.kuleuven.be/ned/studentenmobiliteit Er worden geen nieuwe overeenkomsten afgesloten op verzoek van de student. Een studieverblijf aan een van de partnerinstellingen is mogelijk tijdens de 2de of de 3de fase van de bachelor of tijdens de master. Een buitenlands studieverblijf tijdens een verkorte bachelor is in principe niet mogelijk, maar uitzonderlijk kan de uitwisselingcoördinator toestaan dat de student een beperkt deel van het programma aflegt aan een buitenlandse instelling. Een student die in de bachelor heeft deelgenomen aan het Erasmusprogramma mag opnieuw deelnemen in de master. Tijdens de MPhil is een buitenlands studieverblijf niet mogelijk. Het verblijf aan de partnerinstelling duurt één semester en is mogelijk tijdens het eerste of het tweede semester. Voorwaarden tot deelname 1.4.1
Minimale voorwaarden Onderstaande tabellen bevatten de minimale voorwaarden om deel te nemen aan het Erasmusprogramma. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de aanvraagvoorwaarden – aan welke criteria moet de student voldoen om een aanvraag te mogen indienen – en de vertrekvoorwaarden – aan welke criteria moet de student voldoen om een definitieve toelating te krijgen. Basisidee is telkens dat een student slechts naar het buitenland kan vertrekken op voorwaarde dat (a) hij/zij reeds een bepaald gedeelte van de opleiding aan het HIW met succes heeft afgewerkt en (b) hij/zij voldoende studievoortgang heeft. Tabel 1: Uitwisseling in de (reguliere) bacheloropleiding Studenten die voor het eerst zijn ingeschreven in de eerste bachelorfase en op uitwisseling willen tijdens de tweede fase Alle overige bachelorstudenten Aanvraagvoorwaarden
‐ voltijds programma (min. 54 sp) opgenomen ‐ na de eerste examenperiode (januari) 100% cumulatieve studie‐efficiëntie (CSE) ofwel maximaal één tolereerbare onvoldoende ‐ ten minste 60% cumulatieve studie‐
efficiëntie (CSE) na de eerste examenperiode (januari) ‐ voor alle 1e semesteronderdelen van het programma van de eerste fase: ofwel geslaagd ofwel maximaal één tolereerbare onvoldoende Vertrekvoorwaarden Uitwisseling tijdens 1e semester:
100% CSE na de tweede examenperiode (juni) of een tolerantie kunnen inzetten voor alle opleidingsonderdelen waarvoor men niet is geslaagd Uitwisseling tijdens 2e semester: Ten laatste na de derde examenperiode (september) 100% CSE of een tolerantie kunnen inzetten voor alle opleidingsonderdelen waarvoor men niet is geslaagd Uitwisseling tijdens 1e semester:
‐ ten minste 60% CSE na de tweede examenperiode (juni) ‐ voor alle opleidingsonderdelen van de eerste fase: ofwel geslaagd ofwel tolerantie kunnen inzetten Uitwisseling tijdens 2e semester: ‐ ten laatste na de derde examenperiode (september) een CSE van minstens 60% ‐ voor alle opleidingsonderdelen van de eerste fase: ofwel geslaagd ofwel tolerantie ingezet Tabel 2: Uitwisseling in de (initiële) masteropleiding Aanvraagvoorwaarden ‐ Het reguliere of verkorte programma van bachelor in de wijsbegeerte volgen of gevolgd hebben aan de KU Leuven ‐ ten minste 60% cumulatieve studie‐efficiëntie (CSE) in de bachelor Vertrekvoorwaarden
Uitwisseling tijdens 1e semester: ten minste 60% CSE in de bachelor na de tweede examenperiode (juni) Uitwisseling tijdens 2e semester: ten minste 60% CSE in de bachelor na de derde examenperiode (september) 1.4.2
Afwijkingen Uitzonderlijk kan de uitwisselingscoördinator gemotiveerde afwijkingen toestaan op de minimale toelatingsvoorwaarden. 1.4.3
Bijkomende criteria Wanneer de student niet geslaagd is voor alle opleidingsonderdelen die hij/zij in het jaar van de aanvraag heeft opgenomen in zijn/haar ISP en geen tolerantie kan inzetten voor de niet‐geslaagde opleidingsonderdelen, neemt de uitwisselingscoördinator een beslissing over de deelname aan het uitwisselingsprogramma op basis van het individuele dossier. Elementen die daarbij een rol spelen zijn onder andere: studievoortgang; studieresultaten; aantal, aard en aanbodperiode van de niet‐
geslaagde opleidingsonderdelen; resterend aantal inschrijvingskansen… 1.5
Taalvoorwaarden ‐
‐
1.6
De student moet de doceertaal van de gastinstelling voldoende beheersen. Indien de gastinstelling dit vereist moet de student het vereiste niveau van taalbeheersing kunnen attesteren. Aanvraagprocedure ‐
‐
‐
1.7
Uiterlijk op 28 februari van het academiejaar voorafgaand aan de uitwisseling doet de student een aanvraag in de KU Loket‐toepassing ‘Aanvraag studieperiode buitenland’. De student kan meerdere aanvragen (maximum 3), voor verschillende bestemmingen indienen. In dat geval geeft hij/zij telkens de orde van voorkeur aan. Bij de applicatie laadt de student een extra document op om zijn/haar kennis van de taal waarin gedoceerd wordt aan de gastuniversiteit te omschrijven of te attesteren. Indien hij/zij nog geen voorkennis heeft beschrijft de student zijn/haar bereidheid om deze taal te leren en hoe hij/zij dat zal aanpakken. Selectie ‐
‐
‐
1.8
In de loop van de maand maart behandelt de uitwisselingscoördinator alle aanvragen. De selectie gebeurt op basis van de toelatingsvoorwaarden en een inschatting van de kansen op succes op basis van studievoortgang en studieresultaten. In het geval van een positieve evaluatie wordt de student genomineerd bij de partneruniversiteit in kwestie. Indien er voor een bepaalde bestemming meer kandidaten dan plaatsen zijn wordt er een ranglijst opgesteld op basis van de volgende criteria: (a) studievoortgang; (b) studieresultaten; (c) taalkennis of concrete inspanningen om een taal te leren; (d) academische motivatie voor een verblijf aan deze partnerinstelling. Er kan in dit geval een bijkomende motivatiebrief worden gevraagd. Voor studenten die nog bezig zijn met de eerste fase van de bacheloropleiding neemt de uitwisselingscoördinator een definitieve beslissing over de toelating na de tweede examenperiode voor uitwisselingen tijdens het eerste semester, na de derde examenperiode voor uitwisselingen tijdens het tweede semester. Inschrijving ‐
‐
1.9
De student doorloopt de aanmeldingsprocedure van de gastinstelling, rekening houdend met de gestelde deadlines. Hij/zij ontvangt hierover de nodige informatie van de gastinstelling na de nominatie. De student schrijft zich in aan de KU Leuven voor de bachelor of master in de wijsbegeerte. De uitwisselingsstudent blijft KU Leuven student en betaalt geen extra inschrijvingsgeld aan de gastinstelling. Een student die maar een beperkt pakket van de bachelor meer moet afleggen en ook al een aantal opleidingsonderdelen van de master wil opnemen (aan de gastinstelling en/of in Leuven) schrijft zich in voor zowel de bachelor als de master in de wijsbegeerte. Samenstelling en registratie individueel studieprogramma (ISP) ‐
De student volgt aan de partnerinstelling een pakket van ten minste 10 en ten hoogste 36 studiepunten. ‐
‐
‐
‐
‐
Het pakket dat de student volgt aan de gastinstelling bestaat voor ten minste de helft uit filosofische opleidingsonderdelen. De regels van het Leuvense bachelor‐ of masterprogramma gelden als uitgangspunt bij de samenstelling en de goedkeuring van het individuele uitwisselingsprogramma. ‐ Voor de plichtvakken die hij/zij niet in Leuven volgt zoekt de student equivalenten aan de buitenlandse gastinstelling. (Wie in het eerste semester naar het buitenland gaat mag daar ook equivalenten volgen voor Leuvense plichtvakken die in het tweede semester worden aangeboden en omgekeerd.) ‐ Keuzeopleidingsonderdelen kunnen worden gekozen in functie van het aanbod van de gastuniversiteit, zolang het ISP voldoet aan de regels m.b.t. de verhouding van filosofische versus niet‐filosofische invulling van het keuzegedeelte. ‐ Als de buitenlandse vakken omvangrijker zijn dan hun Leuvense tegenhangers kunnen de bijkomende studiepunten meetellen als invulling van het keuzegedeelte. ‐ Uitzonderlijk kan één omvangrijk buitenlands opleidingsonderdeel meerdere vereisten afdekken (bv. in de master: één buitenlands vak waarin teksten van een auteur worden geanalyseerd en waarin actieve werkvormen worden gebruikt zoals seminarie, presentatie, opdrachten kan gelden als tekstvak én masterseminarie). De student bezorgt de uitwisselingscoördinator zo spoedig mogelijk alle relevante informatie over de opleidingsonderdelen die hij/zij wil volgen aan de gastinstelling – titel, doelstellingen, inhouden, werkvormen, examenvormen, aantal contacturen, aantal ECTS‐credits/ studiepunten – en formuleert voorstellen m.b.t. de equivalenties en de inpassing van het uitwisselingspakket in het Leuvense programma. De uitwisselingscoördinator beslist over alle equivalenties. Taalcursussen die de student volgt aan de gastinstelling worden niet erkend als onderdeel van het ISP van de bachelor‐ of masteropleiding. Uiterlijk de derde woensdag van het academiejaar stuurt de student zijn/haar ISP door via KU Loket. Hij/zij geeft daarin aan welke opleidingsonderdelen worden uitgewisseld. Uiterlijk 1 november (voor uitwisselingen tijdens het 1ste semester) of 28 februari (voor uitwisselingen tijdens het 2de semester) bezorgt de student zijn/haar definitieve ‘Learning Agreement’ aan de uitwisselingscoördinator. Dit document moet ondertekend zijn door de student zelf en door de uitwisselingscoördinator van de gastinstelling. Als de student wijzigingen aanbrengt aan een eerder ingediend Learning Agreement gebruikt hij/zij daarvoor het document ‘Changes to the Learning Agreement’. Dit wijzigingsdocument moet ondertekend zijn door de student zelf en door de uitwisselingscoördinator van de gastinstelling. De uiterste datum voor indienen van wijzigingsdocumenten is 1 november (1e semester)/28 februari (2e semester). 1.10 Bachelorscriptie en masterproef ‐
‐
Het opleidingsonderdeel bachelorscriptie met seminarie kan niet worden uitgewisseld. Voor studenten die in de derde bachelorfase een semester verblijven aan een partnerinstelling is er een aangepaste regeling voor het seminarie en de scriptiebegeleiding. De masterproef wordt altijd begeleid door een ZAP‐lid of een postdoc van het HIW. Studenten die deelnemen aan het Erasmusprogramma houden zich aan de voorgeschreven voortgangsrapportering. De masterproef wordt ingediend en beoordeeld in Leuven. 1.11 Examenresultaten ‐
‐
De student is mede verantwoordelijk voor de tijdige communicatie van de examenresultaten. Hij/zij zorgt ervoor dat de examenresultaten behaald aan de gastinstelling ten laatste 5 dagen voor de deliberatie worden gecommuniceerd aan het HIW. Ofwel kan hij/zij de gastinstelling vragen de resultaten rechtsreeks naar het HIW te sturen via e‐mail of reguliere post. Ofwel kan hij/zij zelf een door de gastinstelling geofficialiseerde puntenlijst binnenbrengen op het studentensecretariaat van het HIW. Wanneer de resultaten worden meegedeeld via een website van de gastinstelling kan hij/zij er ook voor kiezen om onder toezicht van de studentensecretaris van het HIW aan te loggen op die website. Resultaten die het HIW bereiken na de aangegeven deadline worden verwerkt in de eerstvolgende examenperiode. De examenresultaten behaald aan de gastinstelling worden omgezet naar de Leuvense puntenschaal. De student kan de omzettingstabel voor zijn/haar vertrek opvragen op het studentensecretariaat van het HIW. 1.12 Herkansing ‐
‐
Als algemene regel geldt dat de student het herexamen aflegt aan de gastuniversiteit, volgens de modaliteiten bepaald door die instelling. Uitzonderlijk kan de programmadirecteur van het HIW toestaan om herexamen af te leggen over een equivalent opleidingsonderdeel uit het Leuvense programma. 1.13 Correspondentie met de thuisinstelling ‐
Het HIW gebruikt het KU Leuven e‐mailadres voor alle communicatie met de student. Uitgaande uitwisselingsstudenten moeten deze mailaccount regelmatig controleren. 1.14 Verslag ‐
Na de uitwisseling bezorgt de student het HIW een verslag over zijn/haar ervaringen aan de partnerinstelling. Hij/zij gebruikt daartoe het formulier dat hem/haar door de faculteit wordt bezorgd. De informatie wordt gebruikt om toekomstige uitwisselingsstudenten te informeren en bij een evaluatie van de overeenkomsten met de partnerinstellingen. 2
Inkomende studentenmobiliteit 2.1
Algemene voorwaarde ‐
2.2
Het HIW aanvaardt enkel studenten van instellingen waarmee de faculteit zelf een contract heeft afgesloten. Het is niet mogelijk om via een contract met een andere faculteit van de KU Leuven als uitwisselingsstudent naar het HIW te komen. Taalvoorwaarden ‐
De student moet de onderwijstaal (Engels of Nederlands) voldoende beheersen. 2.3
Samenstelling en registratie van het studieprogramma ‐
‐
‐
‐
‐
2.4
Examens ‐
‐
‐
‐
2.5
Studenten kunnen enkel examen afleggen over de vakken die opgenomen zijn in hun ISP. Het transcript bevat alle vakken die opgenomen zijn in het ISP, ook diegene waarvoor de student niet geslaagd is of waarvoor hij/zij niet heeft deelgenomen aan het examen. Alle examens worden afgenomen tijdens de reguliere examenperiodes (eerste semestervakken: januari; tweede semestervakken: juni; herkansingen: midden augustus t.e.m. de eerste week van september). De student houdt zich aan de vastgestelde examenregeling. Er worden geen vervroegde (her)examens georganiseerd. De examenvormen zijn vastgelegd in de ECTS‐fiches van de opleidingsonderdelen. Er worden geen afwijkende examenvormen toegestaan. De examens zijn onderworpen aan het onderwijs‐ en examenreglement van de KU Leuven: http://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/ Mededeling van de examenresultaten ‐
‐
Studenten volgen een pakket van ten minste 10 en ten hoogste 36 studiepunten per semester. De ondergrens van 10 studiepunten geldt niet voor inkomende doctoraatsstudenten; zij kunnen, maar zijn niet verplicht om naast hun onderzoekswerk opleidingsonderdelen te volgen aan het HIW. Ten minste de helft van het pakket moet bestaan uit filosofische opleidingsonderdelen, aangeboden door het HIW. Studenten mogen enkel vakken opnemen die overeenstemmen met hun opleidingsniveau. Bachelorstudenten kunnen geen mastervakken opnemen. De MPhil‐seminaries kunnen enkel worden gevolgd door studenten uit de 2de fase van een onderzoeksmaster en doctoraatsstudenten. Studenten kunnen enkel volledige vakken opnemen, zoals ze worden beschreven in de KU Leuven programmagids. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om de helft van een jaarvak te volgen voor minder studiepunten. Omgekeerd kan het aantal studiepunten van een vak ook niet worden uitgebreid door bijvoorbeeld een extra opdracht toe te voegen. Uiterlijk de derde woensdag van het semester waarin ze hun studie aan het HIW aanvangen registreren de studenten hun individueel studieprogramma (ISP) via KU Loket. Voor de vakken die worden geëvalueerd aan de hand van een examen tijdens de examenperiode kiezen ze een examenmoment in hun individueel examenrooster (IER). De inhoud van het ISP moet overeenstemmen met de inhoud van het Learning Agreement. De studenten vernemen hun resultaten via hun ‘studievoortgangsdossier’in KU Loket. Via e‐mail stuurt het studentensecretariaat van het HIW de student een officieel transcript.