MOMO theaterwerkplaats is een onafhankelijke

De naam MOMO verwijst naar
de hoofdpersoon in het boek
Momo en de tijdspaarders van
Michael Ende. Momo’s grootste
talent is luisteren met alle aandacht en belangstelling en wel
zo, dat iedereen die bij haar
komt het gevoel krijgt dat hij op
zijn bijzondere manier, precies
zoals hij is, belangrijk is voor de
wereld.
De theaterwerkplaats wil Momo
zijn voor een ieder die haar bezoekt.
MOMO theaterwerkplaats
is een onafhankelijke
stichting en maakt kleine en grote theatervoorstellingen, films en beeldend
werk met mensen met een hulp- of zorgvraag, waarbij de nadruk ligt op de
groep met een verstandelijke beperking.
MOMO theaterwerkplaats is ontstaan in 2005 en is gevestigd in een
gerenoveerd oud fabriekspand aan de Renswoudseweg 1 in Ederveen, net
ten noorden van Veenendaal en dicht bij station Veenendaal – De Klomp.
De doelstelling
van MOMO theaterwerkplaats is een bijdrage te leveren aan het volwaardig burgerschap en de integratie van mensen met
een verstandelijke beperking in de maatschappij.
Deze doelstelling wordt van 2 zijden benaderd :
- het zichtbaar maken van de deelnemers, hun belevingswereld en hun
talenten in de samenleving.
- het bevorderen van de ontwikkeling en het zelfrespect van de deelnemers door ze een podium in de samenleving te bieden.
De werkwijze
om deze doelstelling te realiseren berust op 3
pijlers : persoonlijke ontwikkeling, kunstzinnigheid en gemeenschap.
De deelnemers worden begeleid en uitgedaagd om hun vaardigheden en
talenten te ontdekken en te ontwikkelen, om in een groepsproces samen te
werken en daarin ook samen verantwoordelijkheid te dragen.
De producties die op deze wijze ontstaan zijn voor iedere deelnemer een
persoonlijke prestatie, mogelijk gemaakt door het respect en de zorg voor
elkaar.
1
De aanduiding theaterwerkplaats
geeft al aan dat een productie
van begin tot einde zelf ontwikkeld wordt.
Zo ontstaat een grote mate van
inleving en verbinding tijdens het
proces, waardoor de deelnemers
vaak boven zichzelf uitstijgen en
zich realiseren dat ze in staat
zijn grenzen te verleggen.
Dit draagt bij aan een beter
zelfbeeld en een grotere zelfredzaamheid.
Naast het ontwikkelen van handmatige vaardigheden is vooral het
stimuleren van het denk- en
organisatievermogen een belangrijk aandachtspunt binnen de
theaterwerkplaats.
De weg
naar een nieuwe theater- of filmproductie leidt langs alle
aspecten van het theater maken :
- script : ontwikkelen van een verhaallijn en de bijbehorende beelden,
nader uitgewerkt door middel van improvisaties.
- spel : inleven in de sfeer, duidelijk uitbeelden van de rol en in timing
en intensiteit afstemmen op de andere rollen.
- muziek : ontwikkelen van een muzikale sfeer bij de verhaallijn met
diverse, deels zelfgemaakte, instrumenten.
- dans : muziek omzetten in beweging, solo of in een groep, en streven
naar een ruimtelijke eenheid.
- atelier : ontwerpen van kleding en attributen in de sfeer van de
verhaallijn en het vervaardigen daarvan.
- decor : ontwerpen van de ruimtelijke omhulling van de voorstelling en
het maken daarvan in een handig te transporteren vorm.
- film : op locatie opnemen van beelden als invulling van het decor of
als zelfstandig onderdeel binnen of buiten een voorstelling.
- techniek : ontwikkelen van de juiste sfeer in licht en geluid en het
verzorgen daarvan tijdens de voorstellingen.
- p.r.: verzorgen van publicaties, aankondigingen en uitnodigingen en
het onderhouden van contacten met alle relaties.
- catering : voorzien in alles wat nodig is om het hele proces soepel en
aangenaam te laten verlopen.
Afhankelijk van talent en interesse kunnen de deelnemers bij opvolgende
producties verschillende onderdelen doorlopen, zodat inzicht ontstaat in het
hele proces van de productie.
Ook worden op deze wijze bestaande vaardigheden verder ontwikkeld en
nieuwe ontdekt, wat vaak een positieve invloed heeft op het functioneren
van de deelnemers in de samenleving.
2
Sinds 2005 heeft MOMO al 7
grote voorstellingen gemaakt en
daarmee veel waardering gekregen voor de werkwijze en het
resultaat.
Daarnaast zijn er talloze kleine
acts en korte films ontstaan,
die afhankelijk van de vraag in
verschillende combinaties aangeboden kunnen worden.
De producties
treden en de daarbij behorende locaties :
- grote theatervoorstellingen, gespeeld in theaters in de regio en op
festivals, of in de eigen theaterruimte, voor een breed publiek.
- kleine theatervoorstellingen, bestaande uit een combinatie van kleinkunst, clownerie en muziek, en filmvoorstellingen, als invulling van
culturele evenementen en als onderdeel van workshops voor bedrijven
en onderwijsinstellingen.
De deelnemers
MOMO heeft een intensief contact met de zmlk-scholen in de
regio en presenteert hier ook de
mogelijkheden van het theater
maken.
richten zich op verschillende manieren van op-
bezoeken de theaterwerkplaats op basis van
2 verschillende regelingen :
- 23 deelnemers hebben een persoonsgebonden budget (pgb).
5 deelnemers vallen onder een overeenkomst met een zorginstelling.
Daarnaast zijn er altijd enkele stageplaatsen voor aanstaande schoolverlaters van het zmlk-onderwijs, om kennis te kunnen maken met de
theaterwerkplaats als eventuele toekomstige werkplek.
De deelnemers wonen voor het grootste deel in de 4 WERV-gemeenten
(Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal), op relatief korte afstand van de
theaterwerkplaats.
3
MOMO theaterwerkplaats is een
platte organisatie met een gedeelde verantwoordelijkheid en
betrokkenheid bij besluitvorming.
Dit resulteert in een actieve en
flexibele werksfeer, waarin de
deelnemers meegenomen worden.
MOMO is een erkend leerbedrijf
volgens
de
richtlijnen
van
Calibris, het kenniscentrum voor
leren in de praktijk in zorg,
welzijn en sport
De organisatie
werkt als stichting met een bestuur en een
uitvoerend team. Het bestuur wordt gevormd door :
- Ellis Hiensch, voorzitter, met als achtergrond onderwijs en theater.
- Jan Vermeulen, penningmeester, met als achtergrond bedrijfsleven.
- Agnes Oost, algemeen bestuurslid, met als achtergrond zorg.
Het uitvoerend team is op verschillende manieren aan de theaterwerkplaats
verbonden :
- 3 medewerkers in vast dienstverband (zakelijke en artistieke leiding).
- 5 medewerkers op freelance basis (vormgeving, atelier, muziek, dans)
- 5 vrijwilligers (administratie, p.r., techniek, onderhoud, foto en film)
Alle functies worden in deeltijd uitgevoerd.
Ook biedt de theaterwerkplaats stageplaatsen aan voor studenten van mboen hbo-opleidingen op het gebied van theater, film en zorg, en korte maatschappelijke stages voor leerlingen van het voortgezet onderwijs.
Daarnaast is er de mogelijkheid voor mensen, voor wie het in een bepaalde
fase van hun leven belangrijk is om sociaal-maatschappelijk betrokken te
blijven, om vanuit affiniteit met de theaterwerkplaats voor kortere of
langere tijd vrijwilligerswerk te doen binnen de organisatie.
De inkomsten
van de theaterwerkplaats komen uit 4 verschil-
lende categorieën tot stand :
- de bijdrage van de deelnemers via persoonsgebonden budget (pgb) of
via de vergoeding die behoort bij de overeenkomst met een zorginstelling.
- de opbrengsten van entreegelden en onkostenvergoedingen van de
theatervoorstellingen en workshops.
4
De afgelopen jaren heeft MOMO
bijdragen ontvangen van onder
anderen het Oranjefonds, het
VSB-fonds, het Idee in Uitvoering-fonds, de Rabobank, de
regionale Rotary-afdelingen en
van vele bedrijven en particulieren.
-
de bijdrage van fondsen voor afgebakende projecten op verschillende
terreinen (theaterprojecten, inrichting, apparatuur, vervoermiddelen).
- schenkingen van bedrijven, instellingen en particulieren, die de
theaterwerkplaats een warm hart toedragen.
De inkomsten uit de eerste 2 categorieën zijn de afgelopen jaren licht
gestegen en vormen een constante basis voor de exploitatie.
De inkomsten uit de andere 2 categorieën variëren en worden ook niet
structureel meegenomen in de exploitatie, maar projectmatig ingezet.
De salarissen en vergoedingen
zijn gerelateerd aan de CAOzorg.
Extra werkzaamheden buiten de
vaste tijden, bijvoorbeeld tijdens
voorstellingen in de avond of het
weekend, worden als vrijwilligerswerk uitgevoerd.
De uitgaven
van de theaterwerkplaats worden in belangrijke
mate bepaald door :
- de salarissen van de medewerkers in een vast dienstverband.
- de vergoedingen van de medewerkers op freelance basis.
- de afdracht van de vastgestelde belastingen en premies.
- de huur van de gebouwen, inclusief energiekosten.
In mindere mate zijn van invloed :
- de bijdrage aan vrijwilligers.
- de verzekeringen.
- de materiaal- en verbruikskosten.
- de vervoerskosten.
- de onderhoudskosten van inrichting, apparatuur en inventaris.
De uitgaven aan afgebakende projecten, waarvoor via fondsen of via schenkingen bijdragen zijn ontvangen, worden binnen dit budget gerealiseerd.
Het verschil
tussen inkomsten en uitgaven is door de jaren
heen voldoende geweest om een buffer op te bouwen om onverwachte uitgaven op te kunnen vangen. Elk winstoogmerk is daarbij afwezig.
5
Theater maken is nooit een rechte weg met terugkerende vaste
waarden, maar een constante
zoektocht naar nieuwe mogelijkheden.
Het inspelen op veranderingen in
beleid, financiering en maatschappelijke context wordt door
MOMO met dezelfde flexibiliteit
opgepakt.
Het beleidsplan
voor de komende jaren is gebaseerd op de
gedachte dat een aantal veranderingen in de maatschappij, die in eerste instantie een defensieve houding op kunnen roepen, door anticiperend beleid
snel omgezet dienen te worden in offensieve actie.
De belangrijkste veranderingen waar de theaterwerkplaats mee geconfronteerd wordt zijn :
- De overheveling van beleid en financiering rond dagbesteding naar de
lokale overheden ; onduidelijkheden over de invulling door de verschillende gemeentes en de rol van andere partijen, zoals zorgverzekeraars, vormen vooralsnog een punt van aandacht.
- De kortingen op de normbedragen voor persoonsgebonden budget (pgb)
die fasegewijs worden doorgevoerd en de onder druk staande vergoedingen van zorginstellingen voor dagbesteding bij de theaterwerkplaats.
- De oplopende vervoerskosten van de deelnemers van woon- naar
werkplek door teruglopende overheidsbijdragen ; deze kosten moeten
ook nog eens betaald worden uit het verminderde persoonsgebonden
budget (pgb).
Andere ontwikkelingen worden niet beïnvloed door veranderingen in de
maatschappij, maar spelen binnen de organisatie :
- Door het gelijktijdig werken aan meerdere theaterproducties neemt
de ruimtevraag toe en moet gekeken naar een haalbare oplossing.
- Enkele deelnemers komen op een leeftijd die meer rustmomenten
vereist, binnen de dag en ook binnen de week, waar ook een afgestemd aanbod op moet worden ontwikkeld.
Om deze uitdagingen goed het hoofd te kunnen bieden en er als organisatie
sterker door te worden, zijn een aantal beleidspunten ontwikkeld voor de
komende jaren :
6
MOMO communiceert altijd direct
met ouders en verzorgers van de
deelnemers, zodat snel gereageerd kan worden bij veranderende omstandigheden.
Door het lidmaatschap van Per
Saldo, de belangenvereniging van
mensen met een persoonsgebonden
budget,is er toegang tot veel informatie rond de overheveling van
zorgtaken door de overheid.
-
Samenwerking wordt altijd gezocht, te meer als dit in beide
richtingen nieuwe mogelijkheden
opent op artistiek terrein.
MOMO is bijvoorbeeld lid van de
Vereniging Ongekend Talent, het
platform van theatergezelschappen die werken met mensen met
een beperking.
-
-
-
Het intensiveren van de uitwisseling met de achterban van de deelnemers, waarbij naast de al bestaande aandacht voor het welzijn en
het functioneren van de deelnemers ook de gevolgen van wijzigingen in
beleid en financiering besproken worden.
Hiermee moet voorkomen worden dat mensen in de knel komen bij
veranderende regels en de mogelijk daarbij optredende onduidelijkheden.
Het mag niet zo zijn dat deelnemers, die zich met hart en ziel verbonden voelen aan de theaterwerkplaats en daar hun veilige omgeving
hebben, deze in de nabije toekomst niet meer zouden kunnen
bezoeken.
Het uitbreiden van de contacten met de regionale gemeentes en
landelijke zorgverzekeraars, om enerzijds goed geïnformeerd te
blijven over veranderingen en anderzijds de positie en het aanbod van
de theaterwerkplaats goed onder de aandacht te blijven brengen.
Het versterken van de zichtbaarheid van de theaterwerkplaats door
het verder uitwerken van bestaande contacten met bedrijven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties en het aangaan van
nieuwe contacten binnen de doelstelling van de stichting.
Het opzetten van eigen vervoer voor de deelnemers, met name voor
het woon-werkverkeer, maar daarnaast ook voor het reizen naar optredens binnen en buiten de regio.
Berekeningen tonen aan dat vervoer met een eigen bus, bemand door
gekwalificeerde vrijwilligers, aanmerkelijk goedkoper is dan het
huidige systeem met regiotaxi’s en ingehuurde bedrijven voor groepsvervoer en daarnaast is het ook veel flexibeler.
De aanschaf van een eigen bus wordt gefinancierd uit de opbrengst
van diverse acties uit het afgelopen jaar, schenkingen van betrokken
particulieren en de bijdrage van fondsen.
Door het gericht inzetten van het eigen vervoer kunnen deelnemers in
staat gesteld worden de theaterwerkplaats te blijven bezoeken.
7
Dit plan vormt de 3e uitbreiding
van de theaterwerkplaats.
In 2005 is gestart met de centrale theaterruimte, het atelier,
het kantoor, de keuken en de
sanitaire ruimtes.
In 2008 is het atelier sterk uitgebreid en is het buitentheater
ontstaan.
In 2012 zijn de decorruimte, de
muziekruimte en de overlegruimte
toegevoegd.
-
-
Een passend voorbeeld van een
samenwerking die over en weer
voordelen heeft.
-
Het in samenspraak met de verhuurder ontwikkelen van een plan om
een naast de theaterwerkplaats gelegen opslagruimte om te vormen
tot een theater- en atelierruimte.
De inrichtingskosten zullen gedekt moeten worden door de opbrengst
van acties en evenementen, eventueel aangevuld met een bijdrage van
fondsen.
Ook zal er een beroep gedaan worden op de zelfwerkzaamheid binnen
de organisatie, om de investering zo beperkt mogelijk te houden.
Bijkomend voordeel is dat de overeenkomst met de verhuurder aan
kan sluiten bij de lopende afspraken rond de theaterwerkplaats, wat
inhoudt dat de huur per gebruiksdag en niet per volle week wordt
berekend.
Dit legt een rechtstreeks verband tussen inkomsten en uitgaven aan
huur, zodat een gefaseerde invulling mogelijk is, het risico beperkt is
en de stabiliteit van de stichting niet in gevaar komt.
Het aanbieden van een doorlopend atelieraanbod, zodat er voor de
deelnemers met een grotere behoefte aan rustmomenten altijd een
kunstzinnige invulling is.
Dit atelieraanbod kan eventueel ook voor nieuw instromende deelnemers met een grote artistieke aanleg, maar met minder affiniteit
met theater, een welkome en passende dagbesteding vormen.
Het contact met het regionale zmlk-onderwijs verder aanhalen door
regelmatig overleg en het opzetten van workshops en gezamenlijke
projecten, om aanstaande schoolverlaters kennis te laten maken met
de theaterwerkplaats en zodoende theatertalent te ontdekken.
Door het instromen van dit nieuwe talent blijft de leeftijdsopbouw
van de groep deelnemers gevarieerd.
De samenwerking kan voor het zmlk-onderwijs ook invulling geven aan
de behoefte aan creatieve periodes in het schoolritme; door bezuinigingen zijn deze vaak niet meer door de school zelf te realiseren.
8
Vanuit de kring van mensen die
-
MOMO een warm hart toedragen
ontstaan al veel initiatieven ten
aanzien van optredens, contacten met maatschappelijke organisaties,
relaties
met
andere
kunstvormen en fondsenwerving.
-
Het uitbouwen van de vriendengroep rond de theaterwerkplaats, die
door inzet van kennis en helpende handen ondersteuning kan bieden op
vele terreinen.
De contacten die op deze wijze ontstaan kunnen ook weer nieuwe ontwikkelingen in gang zetten, ook op sociaal-maatschappelijk gebied
binnen de vriendengroep.
En natuurlijk het ontwikkelen van nieuwe voorstellingeen, waarmee een
nog groter publiek bereikt wordt en daarmee bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van MOMO theaterwerkplaats.
9
De exploitatierekening over 2012
laat
zien dat de theaterwerkplaats zonder structurele subsidies kostendekkend
kan werken.
Projectmatige investeringen worden hoofdzakelijk gefinancierd uit giften,
indien nodig aangevuld uit de algemene reserves.
Opbrengsten
Deelnemers theaterwerkplaats
Scholen en zorggroep
Giften
Voorstellingen en overig
Kosten
Personeelskosten
Inhuur derden en vrijwilligersvergoedingen
Huisvestingskosten
Afschrijvingskosten
Kosten decorruimte en vloer
Subsidies en giften decorruimte en vloer
Onttrekking onderhoudsfonds en vaste activa
Algemene kosten
Euro
Euro
201.250
43.356
14.453
2.225
_______
261.284
103.894
69.786
58.210
5.517
45.621
(46.800)
(11.500)
35.046
_______
259.774
_______
Exploitatieresultaat
Rentebaten en –lasten per saldo
Resultaat
De exploitatierekening is opgemaakt door CROP Registeraccountants .
1.510
182
_______
1.692
10