Download - De Gedenkplaats

april 2014
jaargang 15 nummer 1
NIEUWSBRIEF
Voorwoord
In de loop van de maand maart van dit jaar heeft het
Comité 4-5 mei een reeks verkenningen georganiseerd in
het Paushuis te Utrecht. Op deze prachtige locatie werden
in een drietal sessies telkens 4 bekende personen uit de
wetenschap, journalistiek, cultuur en kunsten
geïnterviewd over de vraag hoe herdenken in de toekomst
vorm moet krijgen en met name de nationale herdenking
op 4 mei op de Dam te Amsterdam en de viering van de
bevrijding op 5 mei.
De vraagstelling is ingegeven door de constatering dat
vooral voor het jongere publiek het beeld van de Tweede
Wereldoorlog steeds meer een gebeurtenis in de
geschiedenis is naast vele andere gebeurtenissen. Hoe
kunnen we ervoor zorgen dat de grote waarde van het
herdenken, herinneren en bezinnen van de Tweede
Wereldoorlog ook voor deze generatie behouden blijft ?
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord
1
Uitnodiging
4
Aanmelden lunch
6
Gijzelaars
7
Financieel overzicht 2013. 8
Bestuurszaken
10
Vrienden heb je nodig
11
Herdenking 7 sept
12
De geschiedenis
13
Alle geïnterviewden waren er volledig van overtuigd dat de Tweede Wereldoorlog
steeds opnieuw in herinnering moet worden gebracht om de personen, die voor
ons hun leven hebben gegeven en onnoemelijk lijden hebben ondergaan, te
herdenken, om de herinnering levendig te houden, dat de menselijke waardigheid
toen op brute wijze in ons eigen werelddeel werd bedreigd en om ons steeds weer
te bezinnen dat de essentiële menselijke vrijheden geen vanzelfsprekendheid zijn
maar steeds verdedigd moeten worden en soms moeten worden heroverd.
Er was ook grote overeenstemming over de kracht van concrete verhalen,
persoonlijke verhalen, waarin mensen zich kunnen verplaatsen en met wie zij zich
kunnen identificeren.
Discussie was er vooral over de vraag of het onderwerp van de herdenking
exclusief de Tweede Wereldoorlog moest betreffen of dat de huidige vorm van het
betrekken van meer recente oorlogen en de slachtoffers daarvan de voorkeur
verdiende. Er waren uitgesproken voorstanders van het ene en van het andere.
Ook binnen onze organisatie en binnen het bestuur is nagedacht over het
toekomstige belang en de toekomstige plaats van de Gedenkplaats Haaren 19401945. In een notitie genaamd “ Herinneren in de Toekomst” hebben wij het
bestaansrecht van de Gedenkplaats opnieuw en met volle overtuiging
onderschreven. Natuurlijk wordt het algemeen belang van herdenken, herinneren
en bezinnen onderschreven maar ook de overtuiging dat de Gedenkplaats daarin
een unieke plaats in neemt. Het is immers een van de weinige locaties waar deze
trits heel concreet kan worden gemaakt, doordat gebouwen, inrichting en
omgeving nog bijna exact hetzelfde zijn als in die tijd. Daardoor leent de
Gedenkplaats zich ook zo bijzonder voor het vertellen van verhalen, persoonlijke
verhalen, die aangrijpen en zich lenen voor vereenzelving met de betrokkenen en
daarmee leiden tot bewustwording.
Wij zijn al die weg ingeslagen bijvoorbeeld door het vertonen van de film Nacht
und Nebel. De bijzonder grote belangstelling voor deze indrukwekkende film en
met name de reactie van iedereen na het zien ervan heeft ons gesterkt in het
voornemen om op deze weg verder te gaan en te zoeken naar diverse vormen om
de verhalen van onze ex-gijzelaars en ex-gevangenen te gaan vertellen. Ook in deze
nieuwsbrief vind u al zo’n verhaal. Het is er een van de verhalen die onze
vrijwilliger Rob Esmeijer uit onze documenten heeft opgediept.
2
Namens het bestuur wens ik u veel leesplezier toe en ik
hoop u op 10 mei en als dat echt niet kan bij een andere
gelegenheid, te ontmoeten op de Gedenkplaats Haaren
1940-1945.
Jo Latijnhouwers, secretaris
HARTELIJK DANK VOOR UW STEUN—Het
bestuur van de Gedenkplaats Haaren 1940
-1945 heeft zoals u in de vorige
nieuwsbrief heeft kunnen lezen, gebruik
gemaakt van de mogelijkheid om een
project in te dienen in het kader van de actie "Hart voor
Elkaar 2013" van de Rabobank Hart van Brabant.
Dit project heeft tot doel om onze boeken, collectie,
expositie en de ruimten die wij in gebruik hebben beter
te beveiligen. Zoals u wellicht weet zijn eind 2012 enkele
inbraken geweest en zijn belangrijke stukken gestolen.
Eerder had de Rabobank al besloten dat dit project valt
binnen hun criteria. 77 andere organisaties binnen de
kieskring hadden ook projecten ingediend. Daardoor
konden de leden van de bank via stemming hun stem
uitbrengen voor de projecten van hun voorkeur. De
uitslag van die stemming is bekend gemaakt. Ons project
is gehonoreerd met een bedrag van € 1.102,17.
Hier kunnen we gerust blij en trots mee zijn. Hiermee is
een belangrijke stap gezet naar een veilig bewaakte
Gedenkplaats.
3
UITNODIGING
De Stichting Vriendenkring Haaren 40-45
nodigt u met groot genoegen uit voor de
presentatie van de tentoonstelling:
Gijzelaars in Haaren, Beekvliet en Ruwenberg
“ANGSTIGE TIJDEN”
op zaterdag 10 mei 2014 a.s. vanaf 09.45 uur op
Haarendael aan de Raamse Akkers 15 te Haaren.
Let op!
Adreswijziging
Alle post voortaan
weer naar
Secretariaat:
Raamse Akkers 15,
5076 PC HAAREN
E-mail:
info@gedenkplaats
-haaren.nl
De internering van gijzelaars te groot-seminarie Haaren,
bestaande uit "Indische gijzelaars" (een select gezelschap van
"Erstklassiger Persönlichkeiten": vooraanstaande
intellectuelen, politici, topfiguren uit het bedrijfsleven en in
Nederland verblijvende Indische verlofgangers), een aantal
voormannen uit het Christelijk Nationaal Vakverbond en een
groep anti-revolutionairen.
Na gedegen onderzoek in archieven hebben onze vrijwilligers
het weer mogelijk gemaakt om een tentoonstelling op te
zetten voor een breed publiek. De commissie voor de
tentoonstelling schetst uitgebreid en goed gedocumenteerd
de unieke geschiedenis van enkel specifieke gijzelaars en van
de groep gijzelaars als geheel in een breder historisch kader.
Illustratieve kaderteksten naast fraaie en unieke
afbeeldingen, maken deze tentoonstelling tot een compleet
overzicht.
Wij ontvangen speciaal u graag als vriend van de Stichting
op Haarendael, omdat de specifieke locatie van grote
betekenis is geweest.
Na afloop van het officiële gedeelte praten wij graag met
u na.
4
Programma opening tentoonstelling
Gedenkplaats Haaren 1940-1945
Gijzelaars in Haaren, Beekvliet en Ruwenberg
“ANGSTIGE TIJDEN”
zaterdag 10 mei 2014
9.45 uur Ontvangst in de ontvangstkamer van de Gedenkplaats op
Haarendael (voormalige Polizei- und Untersuchungsgefängnis
Haaren), Raamse Akkers 15, 5076 PC Haaren
10.15 uur De gasten onder trommelgeroffel van de tamboer naar de kapel
10.30 uur Openingsceremonie in de kapel. Ceremoniemeester kort aan
het woord.
Welkom door de voorzitter.
Inleiding tentoonstelling door Marinus van Baast.
Muzikale intermezzo.
Gedicht door Charlotte Fontijne leerling van het Gymnasium
Beekvliet te St. Michielsgestel.
Muzikale intermezzo.
Spreker: Jeannette Zwijnenburg—van der Vliet Burgemeester
van Haaren.
Muzikale intermezzo.
Verhaal “Donkere dagen” van Gijzelaar Jo Hoffs
Muzikale intermezzo.
Spreker: Jan Pommer Burgemeester van Sint Michielsgestel
Ontsteken Gedenkkaars
Zingen Wilhelmus, begeleid door de musici.
Afsluiting Slotwoord door de voorzitter en eventueel huishoudelijke
mededelingen.
5
AANMELDING LUNCH
Niet alleen u als vriend bent van harte welkom bij de
presentatie van de tentoonstelling. Ook ontvangen
we graag uw gasten, wel willen we graag weten op
hoeveel mensen we mogen rekenen. Daarom
ontvangen we graag uw aanmelding op
[email protected] o.v.v. naam, het
aantal personen dat aanwezig zal zijn en of u
deelneemt aan de lunch.
Let op!
Adreswijziging
Alle post voortaan
weer naar
Secretariaat:
Raamse Akkers 15,
5076 PC HAAREN
E-mail:
info@gedenkplaats
-haaren.nl
Lunch
Tijdens de opendag is een lunch verkrijgbaar voor een
bedrag van € 5.
Ander moment
Kom dan met de hele familie of vriendengroep op een
door u gekozen moment en ontdek de geschiedenis
van Haarendael en bezoek de tentoonstelling onder
begeleiding van een gids en een overheerlijke kopje
koffie. Voor meer informatie of een offerte: Cees van
Roessel tel: 0411-621 729 of 0411– 622 230.
Openingstijden
Deze tentoonstelling is geopend vanaf zaterdag 10 mei
2014 tot en met april 2015 op:
Elke eerste woensdag van de maand van 10.00 – 16.00
uur. In de maanden juli en augustus is er elke
woensdag een rondleiding om 10.00 uur.
6
WIE WAREN DIE GIJZELAARS?
Max Kohnstamm zat gedurende de oorlogsjaren 1942-1944 net als 1384
andere gijzelaars voor korte of langere tijd in de interneringskampen Haaren
en/of Sint Michielsgestel.
De interneringskampen van Haaren en St.
Michielsgestel boden (gedwongen) onderdak aan een aantal min of meer
prominente, dan wel uit de elite stammende, Nederlanders, 'gijzelaars'
genoemd, welke de rust in bezet gebied moesten garanderen met hun leven.
Net als Kohnstamm hebben diverse gijzelaars dagboeken bijgehouden of
brieven geschreven. Zo hebben we veel kunnen reconstrueren. Onder de
gijzelaars kun je in hoofdlijnen twee groepen onderscheiden:
Indische gijzelaars waren personen die door de bezetter werden opgepakt als
represaille omdat in Nederlands Indie direct na de bezetting van Nederland in
mei 1940 alle Rijksduitsers werden geïnterneerd. Na ruim een jaar
geïnterneerd te zijn geweest in het kamp Buchenwald in Duitsland werden ze
overgebracht naar Haaren. Een half jaar later op 11 mei 1943 werden ze
overgeplaatst naar Beekvliet en weer een half jaar daarna in de kostschool de
Ruwenberg, eveneens in Sint-Michielsgestel. In september 1944 toen de
bevrijding van het zuiden van Nederland naderde werden de meeste
vrijgelaten.
Preventieve gijzelaars waren personen die door de bezetter werden opgepakt
om met hun leven borg te staan voor gewelddadige acties van de Nederlandse
bevolking en verzetsgroepen tegen de bezetter en zijn belangen. Op 4 mei 1942
werden er enkele honderden mannen opgepakt. Ze werden ondergebracht in
het klein seminarie Beekvliet in Sint-Michielsgestel. Een tweede actie vond
plaats op 13 juli 1942. Toen werden er weer honderden gijzelaars
aangehouden. Zij werden ondergebracht in het groot seminarie in Haaren. In
de loop van 1942 en 1943 werden er ook gijzelaars vrijgelaten. Op 11 januari
1943 werden de laatste Haarense gijzelaars overgeplaatst naar Beekvliet. Het
groot seminarie bleef echter wel politiegevangenis. Op 5 september 1944
(dolle dinsdag) werd het gijzelaarskamp Beekvliet opgeheven en werden de
gijzelaars overgebracht naar kamp Vught. Ze kwamen praktisch allemaal vrij
toen het zuiden van het land bevrijd werd.
Vanaf 10 mei is de tentoonstelling te bezoeken.
7
FINANCIEEL VERSLAG 2013
Inkomsten
Giften en donaties
Subsidie
Omzet rondleidingen en verkopen
Rente baten
3.082
1.913
2.330
244
Totaal van de inkomsten
7.569
Uitgaven
Bestuurkosten
Telefoonkosten
Kosten tentoonstelling
Verzekeringen
Drukwerk
Contributies en abonnementen
Kleine aanschaffen
Rente lasten
Overige
8
161
415
642
724
346
115
867
23
90
Totaal uitgaven
3.383
Positieve baten
4.186
BESTUURSVERSLAG
Haaren, 21 februari 2014
Het jaar 2013 is financieel gezien een goed jaar geweest voor de
Stichting, het jaar wordt met een positief resultaat afgesloten. Dit komt
mede door een gift van de Rabobank Hart van Brabant U.A. welke is
bedoeld voor de aanschaffing van beveiligingsapparatuur. Door het
daadwerkelijk plaatsen van de beveiliging hopen we inbraken in de
toekomst te voorkomen. Daarnaast zijn er extra inkomsten gegenereerd
door het vertonen van de film "Nacht und Nebel". Of deze inkomsten in
de toekomst blijvend zijn moet nog worden bezien. Maar we zijn
geïnsprireerd om meer van dit soort bijeenkomsten te organiseren.
Op bestuurlijk vlak is er het één en ander veranderd, de penningmeester
heeft in 2012 aangegeven te willen gaan stoppen en is in 2013
opgevolgd door onze nieuwe penningmeester Ton van den Hurk. Ook is
Jo Latijnhouwers als nieuw bestuurslid toegetreden. De komst van
nieuwe vrijwilligers heeft gezorgd voor een nieuwe impuls aan ideeën en
activiteiten.
Begin 2014 heeft de heer Marcel Panis aangegeven het stichtingsbestuur
te verlaten. Per 1 februari is hij als secretaris terugtreden.
Namens het stichtingsbestuur,
Ton van den Hurk
Anny Ramakers - Dahmen
(Penningmeester)
(Voorzitter)
9
BESTUURSZAKEN
Marcel Panis heeft zich per 1 februari 2014 teruggetrokken als secretaris van onze
vriendenkring. Hij heeft vele jaren tijd en energie gestoken in het secretariaat. Het
bestuur heeft zij vertrek gerespecteerd en heeft naar Marcel toe zijn waardering
uitgesproken voor alles wat hij gedurende een lange periode voor onze stichting
heeft gedaan. Die waardering is ook door de voorzitter in een feestelijke omgeving
aan Marcel en zijn vrouw overgebracht met een bijzonder bloemstuk in de
nationale kleuren en wat lekkernijen.
In de bestuursvergadering van 22 februari is inmiddels voorzien in de opvolging van
Marcel als secretaris.
Het bestuur heeft mij verzocht die functie te gaan vervullen. Ik ben op dat verzoek
ingegaan en de functie van secretaris op me genomen,waarna het bestuur mij als
zodanig heeft aangesteld.. Ik waardeer het zeer dat het bestuur unaniem was in zijn
besluit. Ik ben dankbaar voor het in mij gestelde vertrouwen.
Ik hoop dat ik ook uw vertrouwen zal winnen
en dat wij ook met u samen kunnen gaan
zorgen voor het eigentijds in stand houden
van de Gedenkplaats Haaren 1940-1945.
Daarbij wil ik eraan bijdragen dat we blijven
werken in de geest van de oprichters. Ik wil
graag met alle vrijwilligers samen nadenken
over eigentijdse manieren om dat te
verwezenlijken. Maar ook de inbreng van u als
vrienden van de Gedenkplaats zullen we als
bestuur erg waarderen. In een nieuwe
Website die wij binnenkort zullen lanceren
willen wij de mogelijkheden om te reageren
op nieuwe ontwikkelingen binnen onze
organisatie vergemakkelijken. U wordt van
harte uitgenodigd om daarvan gebruik te
gaan maken.
10
Jo Latijnhouwers, secretaris
VRIENDEN HEB JE NODIG
Vanaf 1 januari 2014 is het door de internationalisering
van het betalingsverkeer niet meer mogelijk om de oude
acceptgirokaarten te gebruiken. Aangezien de nieuwe
acceptgirokaarten slechts een korte periode geldig zijn en
behoorlijke kosten met zicht mee brengen, hebben wij als
stichting besloten deze niet aan te schaffen. Wij vragen
hiervoor uw begrip en hopen dat u alsnog bereid bent
onze stichting financieel te ondersteunen.
Giften en bijdrage kunnen worden overgemaakt naar
rekeningnummer NL78 RABO 0118 1461 06 t.n.v.
Stichting Vriendenkring Haaren 1940 - 1945.
Voor meer informatie zie achterzijde adreswikkel.
DE TWEEDE WERELD OORLOG IN 100 VOORWERPEN—
Tot 5 mei in de Kunsthallen in Rotterdam is eenmalig
honderd van de meest bijzondere voorwerpen uit 25
oorlogs- en verzetsmusea in Nederland samengebracht
en te zien in de Kunsthal. De tentoonstelling neemt de
bezoeker mee naar de tijd van de Tweede Wereldoorlog
en geeft aan deze oorlog voor jong en oud een
betekenisvol gezicht. Achter elk voorwerp schuilt een
gebeurtenis die persoonlijke herinneringen, emoties,
huivering en ontroering opwekken aan de jaren 1940-'45.
Zelfs de kleinste voorwerpen bevatten grote verhalen.
Op 12 april brachten onze vrijwilligers een bezoek. Gaat u
volgend jaar ook mee? Wordt dan vrijwilliger. Meld u aan
bij [email protected]
11
7
HERDENKING ENGLANGSPIEL
sept 2014
Het is al meer dan 70 jaar geleden dat de agenten van het
Englandspiel in Haaren hebben vast gezeten.
Op zondag 7 september aanstaande is het 70 jaar geleden
dat de meeste agenten zijn omgebracht in het
concentratiekamp Mauthausen. De Stichting Onderzoek
Englandspiel organiseert, met medewerking van de Stichting
Vriendenkring Haaren, een bijeenkomst om dit te herdenken.
Dit zal plaats vinden des middags in de kapel van het
voormalige seminarium.
Er zullen enkele lezingen worden gehouden waarbij
ingegaan wordt op de achtergronden van het “spel” en
verslag gedaan zal worden van de gedane onderzoeken. De
lezingen zullen afgewisseld worden door het zingen van de
Mauthausen liederen van Theodorakis.
Aan het programma wordt nog hard gewerkt; de
verwachting is dat er een tweetal schrijvers, een uit
binnenland en een uit buitenland, aan deel zullen nemen.
Na de lezingen kunnen er vragen gesteld worden die, door
een van de TV bekende deskundige in overleg met de
sprekers, beantwoord zullen worden.
Na afloop is de mogelijkheid kennis te maken en van
gedachten te wisselen.
Meer informatie over programma en aanmelding vindt
omstreeks eind april op de website: www.englandspiel.eu
U bent van harte welkom,
namens Stichting SOE,
Adri Wijnen
12
OP ZOEK NAAR
HANS LEENDERTS
In afwijking van het gebruikelijk, zijnde de geschiedenis van het Groot
Seminarie samengesteld door Rien Paijmans treft u in deze nieuwsbrief een
aantal stukken aan die zijn samengesteld door Rob Esmeijer. De basis blijft
echter gelijk. We blikken samen met een van de mensen die in Haaren
verbleef terug in de tijd.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze tekst neem dan contact op met
[email protected]
In de komende Nieuwsbrieven zult u met enige regelmaat een verhaal lezen
dat geschreven is door Hans Leenderts. Maar wie is “Hans Leenderts”??
Hans Leenderts is de schrijver van het boek: “Balling. Zes maanden gijzelaar
in Haaren.”
Maar het vreemde is dat deze naam niet in de namenlijst van het
Gedenkboek Gijzelaarskamp Haaren voorkomt . Ook op lijstjes van andere
gijzelaars komt de naam niet voor.
Bij lezing van het boek kreeg ik de indruk dat hij woonachtig geweest moet
zijn in de Gelderse Achterhoek. Een bevestiging hiervoor vond ik in het boek
“Een ruwe hand in het water”, waar verwezen wordt naar krantenartikelen
uit de Geldersch-Overijsselsche Courant. De naam van de illustrator “Henk
Hulshof” brengt mij, met behulp van een inwoner uit Lichtenvoorde, bij een
zoon.
Hij heeft het boek “Balling” gekregen van zijn vader en wat op dat moment
belangrijk is, dat deze in zijn boek de aantekening geplaatst heeft:
“Hans Leendert = Jo Hoffs Onderwijzer in Ruurlo en/of Zieuwent “
13
de begane grond, en niet veel later
krijgt de gang waar deze cel ligt de
naam “van Baerlestraat” .
Op 17 december 1942 verkrijgt Jo,
in de groep van 109, zijn vrijheid en
keert terug naar zijn ouderlijk huis
in Ruurlo.
Foto: Jo Hoffs (gemaakt in Haaren
begin augustus 1942)
schrijversnaam Hans Leenderts
(Archief Ben Brus)
En inderdaad deze naam komt voor
in
de
namenlijst
van
het
Gedenkboek, waar op pag. 281
staat:
Hoffs J.Th.B. 16-5-17 onderwijzer RK
A 58 Ruurlo.
Jo Hoffs werd op 13 juli 1942, zo
als zoveel landgenoten, in de vroege
ochtenduren van zijn bed gelicht en
kwam via de Sicherheitsdienst in
Arnhem naar Haaren waar hij
wordt ondergebracht in cel 32 op
14
Zijn ervaringen in Haaren heeft hij
in 1945 en 1946 beschreven in een
drietal kranten, waarvan de meeste
in
de
Gelders-Overijsselsche
Courant. De artikelen zijn in 1947
gebundeld in het boek “Balling”,
uitgegeven door De Tijdstroom In
Lochem.
Jo Hoffs volgde, van september
1931 tot 11 juni 1935 de opleiding
voor
onderwijzer
aan
de
bisschoppelijke kweekschool in
Venlo. Daarna is hij onderwijzer
geworden aan de r.k. lagere school
in Zieuwent. Hier was ook Henk
Hulshof werkzaam.
Na zijn vrijlating is Jo Hoffs actief
geweest in het verzet en het is niet
duidelijk of hij zijn beroep van
onderwijzer weer opgepakt heeft.
Al vrij kort na de bevrijding, in
1945, schrijft hij zijn eerste artikel
in de “Nieuwe Winterswijkse
Courant”.
Lang is Jo Hoffs niet in Nederland
gebleven, op 1 mei 1952 vertrekt hij
naar Australie. Waarschijnlijk als
kwartiermaker,
want
ongeveer
anderhalf jaar later volgen zijn
moeder en zijn broer met zijn gezin.
enkel Joden en grensgangers, die af
en toe mee mogen om overtollige
bladeren te harken of de moestuin bij
te werken.
Daar zagen, op een mistige herfstdag,
drie Jodenjongens hun kans. ’n
Ogenblik slechts moet de wacht
Rob Esmeijer
onoplettend geweest zijn. Wellicht
(met dank aan :Stadsarchief Venlo en was het een Brabants “madel”, dat
zijn aandacht afleidde. Misschien was
Oudheidkundige vereniging
het de verveling of een verse cigaret,
Varsseveld)
die heel even zijn blik van het troepje
De volgende verhalen zijn dus allemaal gejudasten trok. Drie knapen
verschenen onder de naam Hans
maakten er gebruik van.
Leenderts
’n Tiental passen, ’n paar sprongen en
…..
De open poort en wal en sloot lagen
achter hen.
Ze doen hun ronde allemaal, een
Dan lopen, lopen om het leven.
kwartier lang genieten van lucht en
licht om dan weer 24 lange uren hun Drie schoten. Alarm. SS-ers schieten
cel te gaan beleven, wachtend…….
toe, auto’s starten en machinepistolen
Ja, waarop?
klikken op scherp.
In hun midden staat de Mof, karwats, De jacht gaat beginnen.
Op het roggeveld, hun enigste
gummi-knuppel of machinepistool
redding, vallen drie figuren. Plat, met
gereed. Gereed om in te grijpen bij
een eventuele poging tot verzet of ont hun gelaat op de scherpe stoppels.
-vluchten. Alsof daar kans voor is! Je Geluk hebben ze, de ondiepe kuilen
moet volslagen idioot zijn om het bij en hun grauw kleren camoufleren
met de mist hun gestalten. Dan
het luchten te proberen! Vier hoge
rennen, zoeken en schieten de jagers.
muren, waarin enkel ramen. Er is
geen mogelijkheid. Slechts een tot het Kilometers ver razen de
uiterste gedrevene zal het proberen overvalwagens. Scherpe ogen zoeken
en dan nog als hij in het “buitenwerk” greppels, struiken en bosjes af.
is. Zware jongens komen echter nooit Onderofficieren razen en dreigen.
verder dan de binnenplaats. Het zijn Maar op de vlakte blijven drie
GEVANGENEN
15
roerloze vlekken.
Uit de loggia zien wij het gebeuren.
Grimmig zijn de trekken van de
dichtstbij zijnde wacht. We kunnen
echter niet nalaten te grijnzen. Het
gaat ons, gijzelaars, niet aan, maar
vol spanning volgen wij het spel.
Spel van uiterste activiteit en
volkomen bewegingsloosheid. Even
nog bonken wild onze harten, Twee
honden, bloedhonden, zullen
helpen.
Wild besnuffelen ze de sporen,
strak staan steeds de riemen. Maar
bij de gracht is ook hun kunnen ten
einde. Water wist elk spoor uit. Aan
de overkant zijn ze de reuk kwijt.
Vloeken en tieren kan niet baten.
Zelfs geen kettingsalvo van een
mitrailleur. Ze weten, de drie, dat
moed hun enige redding is. Liggen
blijven is hun kans, al duurt het
uren…..
Pas als de laatste mist en duisternis
elke beweging doet vervagen,
staken de Moffen hun pogen.
“Drie man ontsnapt”. Het zal een
eenvoudig rapport zijn. Maar de
Brabantse boer zal drie
onderduikers meer hebben.
Als we in de vroege ochtend weer
de overvalwagens zien uittrekken
en nog op de binnenplaats het
ijzeren koord aan wat tralies
bengelt, herinneren we ons de
schoten in de nacht.
16
SCHOTEN EN EEN
GIL…...
Lang hebben ze er aan gewerkt.
Weken moesten geduld en weke
vingers hun proef doorstaan. De
ijzeren matras uit elkaar halen is
geen kinderwerk, nog minder er
een lang koord van fabrieken. Toch
speelden ze het klaar, natuurlijk,
want als het lukt ligt er ……… de
vrijheid.
Toen, in het holst van de nacht,
waagden ze hun poging. Drie hoog,
achter vier tralies, was hun cel.
Twee staven zaten reeds los. Het
had weken geduurd, met als
gereedschap enkel een lepel. Nu
waren ze gemakkelijk te
verwijderen.
De andere twee waren sterk genoeg
om het gewicht te dragen. Veel was
dat niet, want ruim konden hun
smalle lijven door de nauwe
opening.
“Succes, jo. En ….. op elkaar
wachten”
“Ja”.
Voorzichtig, een voor een,
schuurden ze naar beneden. Alle
drie. Nou Jan nog en dan……………
Dan, wanneer de laatste man
halverwege is, klinken stappen,
flitst een felle lantaarn aan. Precies
op de fatale plaats.
Geen alarm, geen waarschuwing.
Slechts een reeks van kogels
spettert tegen de muur .Dringt in
het lichaam. Een plof. De
lantaarn volgt en vangt het
lichaam op van nog een man. Van
schrik verlamd kan hij niet lopen
als de beide anderen. Nog eens
schoten. Een gil slechts, dan
stilte.
Geloop en gejaag door het
gebouw. Buiten roepen en
schreeuwen Moffen, flitsen
lichten en ratelen M.P.’s.
De luchtende gevangen zien
slechts het koord en de vlekken.
Wij horen langs omwegen van de
ontsnapping, van de misdaad.
Een dode, een zwaargewonde.
Twee ontsnapten. Twee vrijen.
(overgenomen uit: Balling. Zes
maanden gijzelaar in Haaren)
BILLY BLIK
Ik herinner 't me alsof ‘t zojuist
gebeurde. Met een vriend zat ik
onder aan de brede trap, in een
vensterbank, te praten. Dr. Stuyt,
de bekende chirurg, deed zijn
weekplicht:
zorgvuldig veegde hij “zijn
trap”.
’n Sloffend geluid en een:
“Maarr” (van Stuyt) deden ons
opkijken.
Langzaam, linkerhand op zijn
buik, de rechter op de
trapleuning, schoof “de Grote”
naar beneden. Hij was slechts
half gekleed, z'n haren hingen
slordig langs zijn gezicht en hij
kreunde zachtjes. ’t Was een
allerellendigst tafereel: ’n
meelijwekkende, schijnbaar
zieke figuur, met op de
achtergrond – enkele treden
hoger – de Napoleonsgestalte
van Stuyt.
We kregen neiging om in lachen
uit te barsten, maar zo hadden
we hem nog nooit gezien, zijn
“spel” scheen ditmaal echt.
Enkele ogenblikken was het stil,
dan waagde ik het:
“Wat scheelt er aan, kerel?”.
Steunend kwam het eruit: “Ik …
ik…ga….dood!” Weer dachten we
te moeten lachen. Hoe vaak had
hij niet juist dat gezegd. De
manier waarop hij het ditmaal
deed hield onze spotlust tegen.
Hij deed nog een stap, kermde
van de pijn, kromp in elkaar en
zei dan, mij aankijkend:
“Ik … heb…blik… gegeten!”
“Waaaatt?”
Nog eens knikte hij, zakte dan
met een gil in elkaar.
“Wel verd……….!”
Met z’n drieen droegen we hem
naar de dokterskamer…
17
Eigenaardig, maar plotseling waren
we onze achterdocht, ten opzichte
van den comediant, kwijt.
Instinctief voelden we, dat het dit
keer ernst was.
Alarm hoefde je in Haaren in zo’n
geval niet te slaan. Van de
honderden mannen op een
dergelijke kleine oppervlakte,
kwam je er allicht wat tegen.
Tientallen doktoren in een kamp,
gewaarschuwd door lotgenoten!
Binnen enkele ogenblikken bogen
zich witgejaste medici over den
bewusteloze. In het centrum van
het, steeds groeiende, oploopje voor
de ‘kliniekdeur” moesten we
vertellen. Bijna allen lachten erom!
“Aanstellerij”. Een unaniem oordeel.
Ze kenden hem, den kleinen Grote
komediant! Zolang hij gijzelaar was,
simuleerde hij. Nou dit weer. Onzin!
Kinderachtigheid!
Ernstige doktorengezichten deden
de spotternij in hoofdschudden
veranderen. ’t Was waar!
Als een stormwind ging het gerucht
door het kamp.
Nog steeds ongelovigen, tot….. zijn
kamergenoten een licht opging:
“Dus daarom verzamelde hij
sardineblikjes! Daarom knipte hij
ze kapot! Daarom deed hij de
laatste dagen zo raar!”
Enkele uren later kwam vanuit Den
Bosch, waar men hem snel naar toe
18
had gebracht de bevestiging:
“Rontgenopnamen stellen de
aanwezigheid van 36, zegge en
schrijve zes en dertig, blikscherven
in zijn ingewanden vast! Toestand
zeer ernstig. Nuboer is razend,
maar doet alle moeite hem te
behouden!”
Verwensing aan zijn adres waren
niet van de lucht! De stommeling!
In zijn ten top gedreven angst had
hij scherpe, levensgevaarlijke
blikjes geslikt. Zes en dertig!
Waarom? Om op die manier het
kamp te kunnen verlaten? Om zo
aan zijn angstdroom te ontkomen?
Dwaas. Bij ons gold nog altijd: liever
levende gijzelaar dan dode held! .
Enkelen van ons beklaagden hem,
de meesten waren woest!
Berichten over zijn ernstige
toestand kwamen binnen. Alle
krachten werden ingespannen om
hem te behouden. Magere Hein
wenkte echter……
Stemmingen veranderen nergens zo
gauw als in het kampleven. Van het
ene uiterste naar precies het
tegenovergestelde was slechts een
kleine stap. Er was slechts een
kleinigheid voor nodig. Tenminste
iets wat wij kleinigheden noemden.
Het bericht kwam plotseling, een
der doktoren bracht het mee; “het
levensgevaar was practisch
geweken. Langzamerhand kwam
zijn geheugen weer terug. Hij
doet echter vreemd, net of hij
niet meer goed bij zijn verstand
is!”
En een paar uur later: “er is niets
meer met hem te beginnen.
Volslagen gek!”
De inhoud der gesprekken
veranderden, hij heette nog
“dwaas, idioot”, maar het
medelijden voerde de boventoon.
Toen bekend werd, dat hij
opgesloten was in Vught – in een
instituut voor geesteszieken –
sprak men enkel nog van:
“stakker”.
Het schelden was voorbij, enkele
dagen beklaagde men hem nog,
dan was hij vergeten……..
De massa vergeet meestal snel.
Enkelen zijn er echter altijd, die
onthouden.
’t Was de onvergetelijke Karel
van Eijck, die – op een van onze
bonte avonden – weer
herinneringen aan hem opriep.
Deze kaalhoofdige
grappenmaker diende zich, op
een van de genoemde avonden,
tevoorschijn kruipend uit een
luik op het toneel, aan met het
droge:” Aangenaam, mijn naam
is Billy
B l i k “.
Eerst beseften we de clou niet,
pas toen de kleine Gouwenaar op
uitstekende wijze de manieren
van de “De Grote” imiteerde:
“Billy B l i k” barstte de zaal in
een schaterlach uit.
“Billy Blik, ja U weet toch waar
ik woon? juist: in de B l i k
straat!”. Potsierlijk in zijn
bewegingen, fijn in zijn
sarcasme, raak in zijn gezegden.
“Aengeneam! We leven nou
eenmaal in de tijd van
vervangingsmiddelen. Aangezien
de echte er niet is, ziehier het
surrogaat!” Hij maakte een
buiging, trok zijn muts af, toonde
zijn glimmende kale kop en zei:
“Surrogaat! Dus mijne heren:
zoek de .... kaas op!”
Minutenlang ging hij zo door. Hij
bood ons zijn flots aan, eten had
hij niet meer nodig, de pakjes die
hij van huis kreeg, bevatten
genoeg………blik om van te
leven…….
Sarcasme. Gewild en
geaccepteerd.
Misschien typeerde het de geest
van een kamp, waarin schier elke
afwisseling voor de eerste ogenblikken gewaardeerd werd.
Aanvaard werd in ieder geval de
wijze waarop van Eyck de satyre
bracht.
Stemmingen wisselden, van dag
tot dag. Niemand maakte zich
19
meer druk om dit geval. Het leek
vergeten, zoals zoveel vergeten
werd…..
Tot het nog een keer in al zijn
levendigheid oplaaide.
Met een aantal zieken werd ook “de
Grote” ontslagen. Hij was vrij.
Toen pas overzagen de meesten de
gehele geschiedenis: de angst, het
simuleren, de blikjes-slikkerij, het
levensgevaar, het krankzinnigengesticht en nu …….. de vrijheid.
Ongecontroleerde geruchten
vertelden dat hij, na zijn ontslag
ginds, volkomen normaal was. Dus
had hij toch de zaak verlakt? Was
hij al die tijd normaal geweest? Het
leek onwaarschijnlijk. In ieder
geval, hoe het ook was, hij had het
gered. De kamptaal uitte haar
veranderde mening: En handige
pisang. Een slimme goser.
Het fijne van de zaak hoorden we
nooit. Waarom ook? Wellicht zweeg
hij liever, de Grote komediant.
Groot?
Kleine grote?
(“Herinneringen van ADAM uit
ballingschap en illegaliteit”
Geldersch Overijsselsche Courant,
jaargang 1946.)
20
GROTE KLEINEN
We weten en zagen het de laatste
jaren allen: kleine onbeduidend
lijkende mensjes deden grote
dingen, verrichten dappere grootse
dagen. Omgekeerd echter: grote
mannen met klinkende namen
vergaten hun plicht, waren in
moeilijke omstandigheden klein.
Soms heel erg. Ze wisten de roem,
de toejuichingen en lof van
duizenden landgenoten te
aanvaarden, waren (of leken)soms
halfgoden. Bij de geringste
tegenslag lieten ze hun kop zakken,
waren ze uit het veld geslagen!
Ik herinner mij de kleine Jan
Haantjes, wethouder van Enschede.
Vriendelijk en opgeruimd, ieders
vriend. Rustig en bedaard stapte hij
rond het voetbalveld, maakte hij
zijn wandelingen. Altijd evenwichtig sprak hij ons jongeren
moed in, wanneer dat nodig was.
Nooit liet hij zich uit het veld slaan.
Weer doemen herinneringen op aan
die Octoberavond van 1942. Er zat
iets in de lucht, ’n angstige
spanning. In Overijssel, Twente
vooral, en de Achterhoek werd druk
gesaborteerd. Een bom op de
spoorrails, graanschuren die in
brand vlogen, korenmijten en
dorsmachines gingen in vlammen
op. Dreigingen waren geuit. Enkele
gijzelaars uit Deventer werden
opgehaald, naar Gestel gebracht
en kwamen na een angstige
nacht weer terug.
Toen, tegen ’s-avonds elf uur,
weer die angstige sensatie. Ieder
was op zijn celkamer, de meesten
sliepen reeds! In onze TwentsAchterhoekse buurt was ’t nog
onrustig. Ineens gebeurde het:
afgebeten Duitse
snauwstemmen, gedempt.
Klikklakkende laarzen op de
granieten gangvloer. We voelden
het gevaar: Duitse officieren,
waaronder onze Duitse
commandant.
Inhoudende stappen. Ze stonden
stil voor onze deur. Angstig
bonzende harten dreigden stil te
staan, de ademhaling staakte.
Gefluister op de gang. ’n
Klinkende stap in onze richting.
We meenden de deurknop te
zien bewegen, konden niets
zeggen, hadden enkel …….
doodsangst.
Dan de stem van den
commandant:
“Sie irren sich! Hier ist es”
Draaiende laarzen. De deur van
de tegenover ons liggende kamer
werd geopend.
“Jan Haantjes? Aus Enschede?”
“Ja!?! “
“Gehen Sie mit ! “
Even een wachten, geruis van
handelingen. Dan wegstervende
schreden, ijzeren laarsbeslag met
daartussen een burgerstap.
Verslagenheid bij ons, onmacht,
volkomen apathie. Weer
bonkende harten,
dichtgesnoerde kelen. Plotseling
het besef: je springt op, opent de
deur, vindt doodse stilte. Je hoeft
niet te vragen aan de overzijde,
je leest het van de gezichten.
Zachtjes beantwoorden we
vragen van verder af wonende
vrienden: “Haantjes is
opgehaald!”
We weten niet veel te zeggen,
kijken elkaar aan, denken
hetzelfde: gisteravond
verkochten we grappen, met z’n
achten op deze kamer. Nu is hij
weg. Moedige stappen, kort en
pittig als altijd klinken ons nog in
de oren……….
Na een slapeloze nacht weer een
appel.
Alleen de aankondiging zegt ons
genoeg: ze zijn dood. Namen
interesseren ons verder niet. Als
ze opgesnauwd worden: Jan
Haantjes, Jan Vrind beiden
vrienden, buigen onze hoofden,
slik je verdriet om verloren
vriendschap en verbeten woede,
sta je …… denkend aan hun
leven, hun gulle, rustige lach!
21
Mannen mogen niet schreien! Toch
blinken vochtige ogen, gaan hoeden
en petten af! Mannen verwensen,
spreken verbitterd, bidden voor
hun zielenrust……..
’n Kleine man. Rustig en bedaard
stapte hij mee, ging waardig zijn
dood tegemoet! Geen misbaar, enkel
berusting.
’n Kleine grote!
Zo waren er meerdere!
’n Schiedammer, voetballend met
ons in de stralende
nazomermiddag. Activiteit van
bommenwerpers. Rennende
gijzelaars, voetballend omwille van
het tijdverdrijf. Daartussen valt
ijskoud het telegram! Schiedam
gebombardeerd! Onze sportvriend
verloor zijn vrouw en oudste zoon!
Bitterheid en ontsteltenis. ’t Is alsof
we met stomheid geslagen worden.
In een kring staan we rondom hem,
zwijgen, condoleren! Niemand kan
wat zeggen, ook hij niet. De
activiteit is weg. Wezenloos verlaat
hij het veld, nagestaard……..
Zwijgend gaan ook wij. Alleen de
leren bal blijft…
Even vaak als het gebeurde trof het
je. Je kon mee voelen, maar niet
begrijpen hoe ze het leed droegen.
Vaders en mannen verloren kind en
vrouw. Een bom, een
concentratiekamp, een fusillering
22
maakte een eind aan hun levens. En
tussen het prikkeldraad, met hun
besef van onmacht, niet kunnende
helpen, bleven zij achter. Geen
misbaar om eigen verdriet, geen
zelfbeklag!
Zelf droegen ze het, waardig zonder
anderen daarin te mengen.
Dat was de geest van hen, die klein
schenen, groot waren!
KLEINE GROTEN.
Er waren ook anderen!
Ik zei het u al: ze wisten roem en
eer te incasseren, niet de
tegenslagen te pareren.
De kampgeest was goed en “groot”
en “klein” deed er Neerlands naam
eer aan. Enkelen echter maakten
daarop een miserabele
uitzondering.
Niet alleen degenen, die zich meer
achten omdat hun brandkast groter
was dan de onze. Zij wisten niet
anders, leerden echter van dag tot
dag wat “gemeenschap” betekende
en gingen als goede vrienden van
ieder het kamp weer uit.
Enkele van deze figuren –
figuranten - verspeelden voor
immer hun naam.
Allereerst de oud-minister.
Technicus knap was hij! In
tegenstelling tot andere
professoren, die met ons het
kampleven doormaakten, hield
hij zich apart. Hij was en bleef de
“grote”. Tenminste dat bedoelde
en meende hij. In onze ogen
verdween het ontzag, toen hij
niet zijn eigen bed verzorgde
maar dat voor f 10 per maand
door een ander liet doen!
Ergernis verwekte het feit dat hij
zich ont-trok aan de verplichte
werkzaamheden – kamers en
W.C.’s schoonhouden, gangen
vegen etc. – en dit anderen liet
opknappen. Ook gaf hij niet,
zoals andere professoren, zijn
kennen en kunnen aan de
kampgemeenschap in les of
cursus. Hij was en bleef egoïst.
pad volkomen verlaten als hij,
met den commandant,
verscheen.
Ook toen Rauter op bezoek
kwam!
We zagen hem zonder spijt
vertrekken, dezulken pasten in
ons kampleven niet.
Met simpele woorden was, door
Goudriaan, diens komst
aangekondigd. We namen het
voor kennisgeving aan, spraken
af te doen alsof we hem niet
zagen, repeteerden de
antwoorden, die we – bij
eventuele vragen van hem –
uniform zouden geven.
’t Bezoek verliep prachtig!
Rauter had geen last van ons.
Steeds was een gang, kamer of
Een ieder ontliep hem. Niet
echter onze “grote minister”!
Hij was het, die minzaam
buigend en aangenaam lachend
op de generaal van de
Sicherheitspolizei toetrad, hem
de hand reikte en vertelde welk
een “grote” figuur in hem
gegijzeld was.
Boze tongen fluisterden dat hij
collaboratie aanbood, f 40.000
beloofde en zich daarvoor vrij
kocht!
Hoe het ook zij, de volgende dag
werd hij “entlassen”, ontslagen!
Hij deed zijn collega’s, ons en het
land geen eer aan. !
E e n van de kleine groten!
(overgenomen uit: Nieuwe
Winterswijkse Courant; no.51;
Vrijdag 2 november 1945.
“Herinneringen van Adam uit
ballingschap en illegaliteit”; Alias
van Jo Hoffs)
De volgende keer meer...
23
DE GEDENKPLAATS HAAREN 40-45
Waarom een bezoek aan de gedenkplaats Haaren 40-45 meer dan de moeite
waard is.
Beleven
In Haaren willen we geen totaalbeeld van de geschiedenis van de Tweede
Wereldoorlog presenteren. Maar door een plek te creeen, binnen de muren
waar destijds de gevangenen en gijzelaars verbleven, kan er sprake van
authenticiteitsbeleving. Tijdens de rondleiding over het terrein en een bezoek
aan een voormalige cel kan de bezoeker zich enigszins identificeren met die
tijd. Ook door voorwerpen tentoon te stellen die met deze plek in de oorlog
verbonden zijn wordt het belang van deze historische plek nogmaals
benadrukt.
Toekomst
Gezien het tijdsverloop zijn we genoodzaakt ons steeds meer te gaan richten
op de generatie die de oorlog slechts uit verhalen en de schoolboeken kent.
Vooral die jonge generaties kunnen we bereiken door het vertellen van de
persoonlijke verhalen over de oorlog van Haarendael. Dit bleek dan ook uit de
grote belangstelling voor de filmvertoningen in 2013. De indrukwekkende
documentaire heeft de mensen geraakt en via “mond op mond’reclame heeft
er dat toe geleid dan steeds meer groepen het afgelopen jaar deze historische
plek willen bezoeken. Een toename in het aantal groepen is dan ook merkbaar.
Ons doel: de herinnering levend houden wordt daardoor bereikt.
Website
Met onze nieuwe website willen we daarop voortborduren. Wanneer men de
site opstart wordt op de achtergrond het persoonlijke verhaal verteld van een
van de gevangenen. Ook door het plaatsen van foto- en filmmateriaal moet een
goed beeld verkregen worden van de bijzonder geschiedenis die in Haaren
zolang verborgen is geweest.
Maar enkel door de Gedenkplaats daadwerkelijke te bezoeken krijgt u een
goed beeld van het oorlogsverleden van Haarendael. We nemen graag de tijd
om u persoonlijk te ontvangen.