voorbeeldontwerp - Nieuws voor het basisonderwijs

LEERLIJNEN DE TAALBENDE TWEEDE LEERJAAR In dit overzicht vind je een opsomming van de lessen en de lesdoelen per domein. In de eerste kolom vind je het lesnummer. Deze nummer start bij elk thema opnieuw. In de tweede kolom staat een code. Hierin vind je of het om het A of B deel gaat. Daarnaast vind je het nummer van het thema terug en tot slot het lesnummer. In de derde kolom staat de lestitel. In de vierde kolom staat het domein. Binnen sommige domeinen vind je er ook nog een extra opsplitsing terug. In de vijfde en laatste kolom kan je dan de lesdoelen vinden per les. Inhoudsopgave Inleiding ……………………………………………………………………… Interculturele gerichtheid ………………………………………….. Leren Leren ………………………………………………………………… Lezen ………………………………………………………………………….. Luisteren ……………………………………………………………………. Media …………………………………………………………………………. Schrijven …………………………………………………………………….. Sociale vaardigheden …………………………………………………. Spreken ………………………………………………………………………. Taalbeschouwing ………………………………………………………… 1
01 02 03 05 13 16 17 20 22 25 Lesnummer
Code
1 DTBE2A.3.A
Onderwerp
Les 1 Fantastische verhalen
Domein
Interculturele gerichtheid
Lesdoelen
‐ De leerlingen beleven plezier aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan. 1 DTBE2A.5.1
Les 1 Hoeken om te knuffelen
Interculturele gerichtheid
‐ Nadenken over de niet‐talige vorm van de boodschap.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Interculturele gerichtheid
‐ De leerlingen tonen openheid en interesse voor talen en culturen en geven betekenis aan hun ervaringen hiermee.
16 DTBE2A.5.16b1
Les 16b1 Op (be)zoek
interculturele gerichtheid
‐ De leerlingen tonen openheid en interesse voor talen en culturen en geven betekenis aan hun ervaringen hiermee.
21 DTBE2A.5.21
Les 21 Woef woef! Piep piep?
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan de kennismaking met talen, taalvariëteiten en andere talen.
‐ Gekijkenissen en verschillen ontdekken tussen de eigen taal en andere talen/taalvariëteiten in de klas‐omgeving‐elders.
15 DTBE2B.6.15
Les 15 Zin in een peuselhappie?
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het kennismaken met talen, taalvariëteiten en andere talen.
‐ Gelijkenissen en verschillen ontdekken tussen de eigen taal en andere talen/taalvariëteiten in de klas, in de omgeving, elders.
‐ Openheid en interesse tonen voor (andere) talen en taalgebruikers.
22 DTBE2B.6.22
Les 22 Lekker anders lezen
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan de kennismaking met talen, taalvariëteiten en andere talen.
2 DTBE2B.7.2
Les 2 En er is ananas, Irene
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
19 DTBE2B.7.19a
Les 19a Dromen over een wollige walvis
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
19 DTBE2B.7.19b1
Les 19b1 Zandgroenglijden op het zoetgele strand
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
19 DTBE2B.7.19b2
Les 19b2 Vliegen en vallen
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
Les 3 Apenstreken
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
Les 10 De droom van Kaat
Interculturele gerichtheid
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal en met de culturele leefwereld ervan.
3 DTBE2B.9.3
10 DTBE2B.10.10
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
2
Interculturele gerichtheid
Lesnummer
Code
11 2A..1.11
Onderwerp
Les 11 Vier op een rij
Domein
Leren leren
Lesdoelen
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met nauwkeurigheid
7 DTBE2A.2.7a
Les 7a Het nieuws
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken. 7 DTBE2A.2.7b1
Les 7b1 Heb jij het al gehoord?
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
7 DTBE2A.2.7b2
Les 7b2 Micro aan!
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
Les 19 Pech in het nieuws
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren.
Les 6 Nora grote Ora
Leren leren
‐ De leerlingen lossen eenvoudige problemen op systematisch en inzichtelijke wijze op.
10 DTBE2A.3.10a
Les 10a De beste heks is die van mij!
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. 10 DTBE2A.3.10b1
Les 10b1 Zoals de mijne is er maar één!
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. 10 DTBE2A.3.10b1
Les 10b2 De beste heks is die van mij!
Leren leren ‐ De leerlingen kunnen losse gegevens verwerven en gebruiken door ze betekenis te geven en te memoriseren. 17 DTBE2A.3.17
Les 17 Kabouters in het toverbos
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken. Les 9 In het land van de Ieniemienies
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen losse gegevens
10 DTBE2A.4.10
Les 10 Een probleem in de bib
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
16 DTBE2A.4.16
Les 16 Kok Kadee
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematisch wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
22 DTBE2A.4.22
Les 22 Hoera, Raf verjaart!
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
13 DTBE2A.5.13
Les 13 'k voel mij hierbij zo ...
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen, een houding van openheid.
3 DTBE2B.6.3
Les 3 Zwarte Pfwiet
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen.
5 DTBE2B.6.5
Les 5 Een beetje proeven!
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
12 DTBE2B.6.12
Les 12 Ik leef (niet zo) gezond
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met wil tot zelfstandigheid.
14 DTBE2B.6.14a
Les 14a Op onderzoek bij het bezoek
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, hun eigen leerproces, controleren en bijsturen.
14 DTBE2B.6.14b1
Les 14b1 Wat wil je weten?
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, hun eigen leerproces, controleren en bijsturen.
14 DTBE2B.6.14b2
Les 14b2 Hey! Wat denk jij?
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, hun eigen leerproces, controleren en bijsturen.
3 DTBE2B.7.3
Les 3 Doe de kikkersprong
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen.
4 DTBE2B.7.4
Les 4 Over padden en kikkers. Of niet?
Leren leren
‐ Op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
1 DTBE2B.8.1
Les 1 Alle hens aan dek
Leren leren
‐ De leerlingen leren op hun niveau met voldoende zelfvertrouwen.
6 DTBE2B.8.6
Les 6 Piratenkunst
Leren leren
‐ De leerlingen leren op hun niveau met efficiëntie.
9 DTBE2B.8.9
Les 9 Woeste piraten
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen en hun eigen leerproces controleren en bijsturen.
Les 10 Een strandverhaal
Leren leren
‐ De leerlingen leren op hun niveau met nauwkeurigheid.
19 DTBE2A.2.19
6 DTBE2A.3.6
9 DTBE2A.4.9
10 DTBE2B.8.10
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
3
Leren Leren
4 DTBE2B.9.4
Les 4 Elke keer anders
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met nauwkeurigheid.
10 DTBE2B.9.10
Les 10 Voor mijn liefste …
Leren leren
18 DTBE2B.9.18
Les 18 Over maffe mama, bleke Bertha en Jojojoris
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren en hun eigen leerproces controleren en bijsturen.
‐ Op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
1 DTBE2B.10.1
Les 1 Pootjebaden
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen.
2 DTBE2B.10.2
Les 2 Koop ik het of koop ik het niet?
Leren leren
‐ Op systematische wijze samenhangende informatie verwerven en gebruiken.
3 DTBE2B.10.3
Les 3 Een duik in de woordenvijver
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met wil tot zelfstandigheid.
6 DTBE2B.10.6
Les 6 Ieder zijn eigen jasje
Leren leren
Les 17 Zoek de fout
Leren leren
‐ De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding, hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren en hun eigen leerproces controleren en bijsturen.
‐ Op systematische wijze samenhangende informatie (ook andere dan teksten) verwerven en gebruiken.
17 DTBE2B.10.17
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
4
Leren Leren
Lesnummer
(C) Plantyn
Code
1 DTBE2A.1.1
Onderwerp
Les 1 Een geheime boodschap
Domein
Lezen – Begrijpend lezen
Lesdoelen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over volgorde van gebeurtenissen en handelingen
2 DTBE2A.1.2
Les 2 Biep biep
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
4 2A.1.4
Les 4 Zoek de oe
Lezen ‐ Technisch lezen
6 2A.1.6
Les 6 Ik spreek. Vraag ik?
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van ‐tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van bijzondere grafemen: ‐ng/‐nk/‐cht/ooi/aai/oei/au/ou/ieu/eeu/‐
ig/‐lijk.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren:
9 2A.1.9
Les 9 Lees erop los!
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐ structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – leren van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
10 2A.1.10
Les 10 Ik zoek...
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
‐ Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
‐ Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg/ doel‐middel,… .
11 2A..1.11
Les 11 Vier op een rij
Lezen ‐ Technisch lezen
14 DTBE2A.1.14
Les 14 Joehoe!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van bijzondere grafemen: ‐ng/‐nk/‐ cht/ooi/aai/oei/au/ou/ieu/eeu/‐ig/‐lijk. ‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Functies van leestekens herkennen.
15 DTBE2A.1.15
Les 15 De boekenronde
Lezen – Leesplezier
‐ Vrij lezen:
‐ Vrij lezen: Plaatsen en situaties waarnemen waar gelezen kan worden. ‐ Vrij lezen: Eigen leesvoorkeur ontdekken, bepalen en
‐ Vrij lezen: Napraten over ‘lees’‐ervaring.
16 DTBE2A.1.16
Les 16 Fijn om vrienden te zijn
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
19 DTBE2A.1.19
Les 19 De botsing
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: inhoudsvragen voorspellen en ze beantwoorden.
‐ Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken. ‐ Informatie herkennen over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen. 2 DTBE2A.2.2
Les 2 Puit piep twiet
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van eenlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
4 DTBE2A.2.4
Les 4 Rolf zoekt noten
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van eenlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
6 DTBE2A.2.6
Les 6 Robbie Nootjes
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: het thema van de tekst afleiden (en verband met de titel).
‐ Talige boodschappen begrijpen:informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken. ‐ Talige boodschappen begrijpen:informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg/ doel‐middel,...
8 DTBE2A.2.8
Les 8 Zoek de indringer!
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van eenlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur. ‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
De Taalbende Tweede leerjaar
5
Lezen
9 DTBE2A.2.9
(C) Plantyn
Les 9 Zing Joon, zing
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van eenlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
13 DTBE2A.2.13
Les 13 Eens pech altijd pech? Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden
‐ Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
‐ Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg/ doel‐middel,...
16 DTBE2A.2.16
Les 16 De woordenflat
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
17 DTBE2A.2.17
Les 17 Het concert
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen:Informatie herkennen over volgorde van gebeurtenissen en handelingen. 18 DTBE2A.2.18
Les 18 Ik ben fan van...
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Functies van leestekens herkennen.
19 DTBE2A.2.19
Les 19 Pech in het nieuws
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van éénlettergrepige woorden met KM‐, MK‐ en MKM‐structuur.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
21 DTBE2A.2.21
Les 22 Daar zit muziek in!
Lezen – Leesplezier
‐ Plezier beleven aan het lezen.
‐ Teksten, boeken aanwenden als informatiebronnen, als ontspanning, ...
‐ Plezier beleven aan lectuur.
‐ Voorlezen als communicatiemiddel waarnemen.
‐ Napraten over 'lees'‐ervaring.
2 DTBE2A.3.2
Les 2 Heksenbrouwsels
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren:Voorkennis over de tekstinhoud activeren. ‐ Talige boodschappen begrijpen:Informatie herkennen over gebeurtenissen en handelingen.
5 DTBE2A.3.5
Les 5 Snelle (ant)woorden
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen.Elementen van de taalsystematiek decoderen: Vormen van woorden met gekende letters en woordstukken.
‐ Aanvankelijk technisch lezen.Elementen van de taalsystematiek decoderen:Veranderen en wisselen van letters en woordstukken.
7 DTBE2A.3.7
Les 7 Hoedje af
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Voortgezet technisch lezen:ervaren van verschillende manieren van lezen.
9 DTBE2A.2.9
Les 9 Arabella in nood
Lezen ‐ Technisch lezen
12 DTBE2A.3.12
Les 12 Gevoelige verhalen
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van tweelettergrepige woorden op ‐en, ‐
t.
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen. ‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. ‐ Niet‐talige boodschappen waarnemen en begrijpen: muziekfragmenten, prenten en foto's.
13 DTBE3.3.13
Les 13 Heks Hupsakee tovert
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
13 DTBE3.3.13
Les 13 Heks Hupsakee tovert
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. ‐ Talige boodschappen interpreteren:Informatie over personen, dieren, dingen, planten.
15 DTBE2A.3.15
Les 15 Koppel van het jaar: heks en tovenaar?
Lezen – Leesplezier
‐ Voorlezen door de leerkracht: Plezier beleven aan lectuur. ‐ Voorlezen door de leerkracht: Genieten van het luisteren naar verhalen. 18 DTBE2A.3.18
Les 18 Monster in de kast
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. ‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over gevoelens en stemmingen. ‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud. De Taalbende Tweede leerjaar
6
Lezen
(C) Plantyn
18 DTBE2A.3.18
Les 18 Monster in de kast
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Talige boodschappen waarnemen: Woorden vooraan, midden en achteraan in een zin of woordengroep. 21 DTBE2A.3.21
Les 21 Heksje Mie ziet sterren!
Lezen ‐ Technisch lezen
22 DTBE2A.3.22
Les 22 Help heks hulpkok!
Lezen ‐ Technisch lezen
2 DTBE2A.4.2
Les 2 Een job in de bib
Lezen ‐ Technisch lezen
6 DTBE2A.4.6
Les 6 Het Ieniemieniehuis
Lezen ‐ Technisch lezen
7 DTBE2A.4.7
Les 7 De reis van het boek
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van eenlettergrepige woorden met MKM‐structuur.
‐ Aanvankelijk technisch lezen:Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker. ‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van woorden met meerdere medeklinkers voor‐ en achter. ‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletters.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren ‐ synthetiseren ‐ lezen van verkleinwoorden op ‐je/ ‐tje en ‐
pje.
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren:Voorkennis over de tekstinhoud activeren. ‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen. ‐ Niet‐talige boodschappen waarnemen en begrijpen: prenten.
9 DTBE2A.4.9
Les 9 In het land van de Ieniemienies
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen.
12 DTBE2A.4.12
Les 12 Groeiende woorden
Lezen ‐ Technisch lezen
13 DTBE2A.4.13
Les 13 De Ieniemienies
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: analyseren‐synthetiseren‐lezen van woorden met meerdere medeklinkers
voor en achter.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: analyseren‐synthetiseren‐lezen van verkleinwoorden op ‐je/‐tje en ‐pje.
14 DTBE2A.4.14
Les 14 Ssst, de leesfee leest voor!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Nadenken over de boodschap.
15 DTBE2A.4.15
Les 15 Kunst in de bib!
Lezen ‐ Technisch lezen
17 DTBE2A.4.17
Les 17 Hallo! Hoor je mij?
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Voortgezet technisch lezen: Communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van overdracht van gevoelen en gedachten in eigen tekeningen, schilderwerkjes,...
‐ Voortgezet technisch lezen: Communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van verschillende manieren van lezen.
19 DTBE2A.4.19
Les 19 Kijk goed, kijk uit!
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Voortgezet technisch lezen: communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van visuele boodschappen als communicatie tussen mensen.
20 DTBE2A.4.20
Les 20 Ping en pong spelen pingpong
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden. 1 DTBE2A.5.1
Les 1 Hoeken om te knuffelen
Lezen ‐ Technisch lezen
3 DTBE2A.5.3
Les 3 Naar het park!
Lezen ‐ Technisch lezen
6 DTBE2A.5.6
Les 6 Waar is Wapper?
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker. Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde ‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen:Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met ‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden (en verband met de titel).
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
‐ Niet‐talige boodschappen waarnemen en begrijpen: prenten.
8 DTBE2A.5.8
Les 8 Avontuur op zolder!
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
‐ Voortgezet technisch lezen: Ervaren van verschillende manieren van lezen.
9 DTBE2A.5.9
Les 9 Vrienden op papier
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Boodschappen integreren: Napraten over de ‘lees’‐ervaring.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud.
De Taalbende Tweede leerjaar
7
Lezen
9 DTBE2A.5.9
(C) Plantyn
Les 9 Vrienden op papier
Lezen – Leesplezier
‐ Bereid zijn spontaan en zelfstandig boeken en infobronnen te bekijken.
‐ Eigen leesvoorkeur ontdekken, bepalen en eventueel wijzigen.
11 DTBE2A.5.11
Les 11 Bingo!
Lezen ‐ Technisch lezen
15 DTBE2A.5.15
Les 15 Gekke dieren
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren – synthetiseren – lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Talige boodschappen waarnemen: Letters vooraan, midden en achteraan in woorden.
‐ Aanvankelijk technisch lezen: Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het associëren van klanken en lettertekens.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud.
16 DTBE2A.5.16b1
Les 16b1 Op (be)zoek
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud.
18 DTBE2A.5.18
Les 18 Joepie Woepie
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over personen, dieren, dingen, voorwerpen.
20 DTBE2A.5.20
Les 20 Lang zullen we lezen!
Lezen ‐ Technisch lezen
‐ Voortgezet technisch lezen: Communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van verschillende manieren van lezen.
3 DTBE2B.6.3
Les 3 Zwarte Pfwiet
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
5 DTBE2B.6.5
Les 5 Een beetje proeven!
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
5 DTBE2B.6.5
Les 5 Een beetje proeven!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van geschreven en gedrukte grafemen. Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
‐ Talige boodschappen waarnemen: Het associëren van talige en niet‐talige visuele informatie.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren, synthetiseren, lezen van: – woorden met KM‐structuur; – woorden met MK‐structuur; – woorden met MKM‐structuur.
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. Inhoudsvragen voorspellen en ze beantwoorden.
6 DTBE2B.6.6
Les 6 Bananenquiz
Lezen – Begrijpend lezen
9 DTBE2B.6.9
Les 9 Wwwablieft?
Lezen – Leesplezier
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, voorwerpen, zaken. Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over de tekstinhoud.
‐ Creatief lezen: Plezier beleven aan lectuur. Boodschappen navertellen en herscheppen aan de hand van visueel materiaal.
12 DTBE2B.6.12
Les 12 Ik leef (niet zo) gezond
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
13 DTBE2B.6.13
Les 13 En dan nu … tijd voor het gezonde menu
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen inter preteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
14 DTBE2B.6.14a
Les 14a Op onderzoek bij het bezoek
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen integreren: Boodschappen beoordelen en een eigen mening geven, kritisch zijn.
14 DTBE2B.6.14b1
Les 14b1 Wat wil je weten?
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Boodschappen integreren: Boodschappen beoordelen en een eigen mening geven, kritisch zijn.
15 DTBE2B.6.15
Les 15 Zin in een peuselhappie?
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Talige boodschappen waarnemen: Letters vooraan, midden en achteraan in woorden.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het associëren van klanken en lettertekens.
18 DTBE2B.6.18
Les 18 Wauw! Wat een record!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over gebeurtenissen en handelingen.
18 DTBE2B.6.18
Les 18 Wauw! Wat een record!
Lezen – Leesplezier
20 DTBE2B.6.20
Les 20 Eventjes stil …
Lezen – Leesplezier
‐ Vrij lezen: Plezier beleven aan het lezen. Lezen als een vorm van communicatie toepassen, zoals school‐ of boekenkrant, verslag … Napraten over de leeservaring.
‐ Vrij lezen: Plaatsen en situaties waarnemen waar gelezen kan worden. Bereid zijn spontaan en zelfstandig boeken en infobronnen in te kijken. Nieuwsgierig zijn naar andere boeken en informatiebronnen. De eigen leesvoorkeur ontdekken, bepalen en eventueel wijzigen.
De Taalbende Tweede leerjaar
8
Lezen
(C) Plantyn
21 DTBE2B.6.21
Les 21 De woordenkok
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Talige boodschappen waarnemen: Gelijkenissen en verschillen tussen letters. Letters vooraan, midden en achteraan in woorden.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het associëren van klanken en letters.
22 DTBE2B.6.22
Les 22 Lekker anders lezen
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van verschillende manieren van lezen.
3 DTBE2B.7.3
Les 3 Doe de kikkersprong
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
4 DTBE2B.7.4
Les 4 Over padden en kikkers. Of niet?
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
6 DTBE2B.7.6
Les 6 Gedichtentaal
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren, synthetiseren, lezen van verkleinwoorden op ‐je/‐tje en ‐pje. Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden. Woorden met hoofdletters.
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Ervaren van verschillende manieren van lezen.
6 DTBE2B.7.6
9 DTBE2B.7.9
Les 6 Gedichtentaal
Les 9 Op pad
Lezen – Voortgezet technisch lezen
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
9 DTBE2B.7.9
Les 9 Op pad
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren, synthetiseren, lezen van eenlettergrepige woorden met KM‐structuur, met MK‐structuur en met MKM‐structuur.
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Informatie over personen, dieren, dingen, voorwerpen.
11 DTBE2B.7.11
Les 11 Op mijn lippen
Lezen – Leesplezier
‐ Plezier beleven aan lectuur.
11 DTBE2B.7.11
Les 11 Op mijn lippen
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden (en het verband met de titel).
14 DTBE2B.7.14
Les 14 Prinses Pimpelmees
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Talige boodschappen waarnemen: Het herkennen van verschillende soorten schrift.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletters.
14 DTBE2B.7.14
Les 14 Prinses Pimpelmees
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Het waarnemen van verschillende soorten boeken.
14 DTBE2B.7.14
Les 14 Prinses Pimpelmees
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
18 DTBE2B.7.18
Les 18 Een spannende tijd
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
18 DTBE2B.7.18
Les 18 Een spannende tijd
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het vormen van woorden met gekende letters en woordstukken. Het veranderen en wisselen van letters en woordstukken.
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden (en het verband met de titel).
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
19 DTBE2B.7.19a
Les 19a Dromen over een wollige walvis
Lezen – Creatief lezen
‐ Plezier beleven aan lectuur.
‐ Verschillende gebruiksmogelijkheden van teksten waarnemen.
‐ Boodschappen integreren in muzische activiteit.
‐ Nieuwe ideeën opdoen en toepassen.
19 DTBE2B.7.19b1
Les 19b1 Zandgroenglijden op het zoetgele strand
Lezen – Creatief lezen
‐ Plezier beleven aan lectuur.
‐ Verschillende gebruiksmogelijkheden van teksten waarnemen.
‐ Boodschappen integreren in muzische activiteit.
‐ Nieuwe ideeën opdoen en toepassen.
21 DTBE2B.7.21
Les 21 De kikkerprins
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
3 DTBE2B.8.3
Les 3 Woordstukken bijeen puzzelen
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Analyseren, synthetiseren, lezen van tweelettergrepige woorden met gedekte klinker, tweelettergrepige woorden met vrije klinker; Woorden met hoofdletters.
‐ De term ‘letter’ gebruiken.
‐ De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
‐ Talige boodschappen waarnemen: Het associëren van talige en niet‐talige visuele informatie.
3 DTBE2B.8.3
Les 3 Woordstukken bijeen puzzelen
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Het ervaren van visuele boodschappen als communicatie tussen mensen.
De Taalbende Tweede leerjaar
9
Lezen
(C) Plantyn
3 DTBE2B.8.3
Les 3 Woordstukken bijeen puzzelen
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Niet‐talige boodschappen waarnemen en begrijpen: Visuele informatie.
6 DTBE2B.8.6
Les 6 Piratenkunst
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
9 DTBE2B.8.9
Les 9 Woeste piraten
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletters.
9 DTBE2B.8.9
Les 9 Woeste piraten
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Allerlei woorden i.v.m. de leestechniek begrijpen, zoals onder, boven, links, eerste …
9 DTBE2B.8.9
Les 9 Woeste piraten
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
12 DTBE2B.8.12
Les 12 Schatgraver
Lezen – Leesplezier
‐ Plezier beleven aan lectuur.
13 DTBE2B.8.13
Les 13 Winnen van de zee
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Voorkennis over de tekstinhoud activeren. Het thema van de tekst afleiden (en het verband met de titel).
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Nadenken over de boodschap.
13 DTBE2B.8.13
Les 13 Winnen van de zee
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
15 DTBE2B.8.15
Les 15 Wat een schat is dat!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Boodschappen integreren: Een boodschap beoordelen en een eigen mening geven, kritisch zijn. Bijkomende vragen stellen bij de leestaak.
15 DTBE2B.8.15
Les 15 Wat een schat is dat!
Lezen – Leesplezier
‐ Vrij lezen: Soorten van boeken waarnemen.
‐ Creatief lezen: Bijkomende vragen stellen bij de leestaak en ze beantwoorden.
16 DTBE2B.8.16a
Les 16a Roodbaard en Geelstaart
Lezen – Begrijpend lezen
16 DTBE2B.8.16b1
Les 16b1 Hulp voor Roodbaard
Lezen – Begrijpend lezen
17 DTBE2B.8.17
Les 17 Zeedieren in gevaar!
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen. Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg, doel‐middel …
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen. Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg, doel‐middel …
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
17 DTBE2B.8.17
Les 17 Zeedieren in gevaar!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Nadenken over de boodschap.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg, doel‐middel …
19 DTBE2B.8.19
Les 19 Kaperkapitein der Zeven Zeeën
Lezen – Leesplezier
19 DTBE2B.8.19
Les 19 Kaperkapitein der Zeven Zeeën
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Vrij lezen: Lezen als vorm van communicatie toepassen, zoals gebruikmaken van de boekenhoek, de klasbibliotheek, een bib bezoeken … Bereid zijn spontaan en zelfstandig boeken en infobronnen in te kijken.
‐ Voorlezen door de leerling: Plezier beleven aan lectuur. Voorlezen als communicatiemiddel waarnemen. Napraten over ‘lees’‐ervaring.
‐ Verschillende manieren van lezen ervaren.
‐ Verschillende soorten boeken waarnemen.
3 DTBE2B.9.3
Les 3 Apenstreken
Lezen – Begrijpend lezen
4 DTBE2B.9.4
Les 4 Elke keer anders
Lezen – Voortgezet technisch lezen
5 DTBE2B.9.5
Les 5 Mijn naam is de mooiste!
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Talige boodschappen integreren: Een boodschap beoordelen en een eigen mening geven, kritisch zijn. Napraten over de leeservaring. Eigen gevoelens beschrijven. Bijkomende vragen bij de leestaak stellen.
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Visuele boodschappen ervaren als communicatie tussen mensen. Visuele en schriftelijke informatie ervaren op allerlei plaatsen.
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletters.
7 DTBE2B.9.7
Les 7 Post!
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletters.
10 DTBE2B.9.10
Les 10 Voor mijn liefste …
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen.
12 DTBE2B.9.12
Les 12 De ogen van mijn prinses
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woordstructuur in meerlettergrepige en samengestelde woorden.
De Taalbende Tweede leerjaar
10
Lezen
(C) Plantyn
12 DTBE2B.9.12
Les 12 De ogen van mijn prinses
Lezen – Leesplezier
‐ Voorlezen: De leerlingen beleven plezier aan het lezen.
‐ Creatief lezen: Boodschappen integreren in muzische activiteit. Boodschappen navertellen en herscheppen aan de hand van visueel materiaal.
14 DTBE2B.9.14a
Les 14a Hop, hop, hop, onze mama aan de top!
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Allerlei woorden i.v.m. de leestechniek begrijpen, zoals onder, boven, links, eerste …
14 DTBE2B.9.14a
Les 14a Hop, hop, hop, onze mama aan de top!
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst (en het verband met de titel) afleiden.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
14 DTBE2B.9.14b2
Les 14b2 Mijn mama is top! Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Allerlei woorden i.v.m. de leestechniek begrijpen, zoals onder, boven, links, eerste …
14 DTBE2B.9.14b2
Les 14b2 Mijn mama is top! Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst (en het verband met de titel) afleiden.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over overeenkomsten en verschillen.
16 DTBE2B.9.16
Les 16 Anders dan de anderen
Lezen – Begrijpend lezen
17 DTBE2B.9.17
Les 17 Deze quiz is niet mis
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
17 DTBE2B.9.17
Les 17 Deze quiz is niet mis
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen en decoderen.
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst en het verband met de titel afleiden. Voorkennis over de tekstinhoud activeren. Inhoudsvragen voorspellen en ze beantwoorden.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken. Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg, doel‐middel …
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het analyseren, synthetiseren en lezen van woorden met meerdere medeklinkers voor en achter. Het analyseren, synthetiseren en lezen van tweelettergrepige woorden met vrije klinker. Het analyseren, synthetiseren en lezen van tweelettergrepige ‐ Communicatieve elementen waarnemen: Correct en nauwkeurig lezen aan verantwoord tempo.
19 DTBE2B.9.19
Les 19 Aan de haal met een mooi verhaal
Lezen – Voortgezet technisch lezen
19 DTBE2B.9.19
Les 19 Aan de haal met een mooi verhaal
Lezen – Leesplezier
1 DTBE2B.10.1
Les 1 Pootjebaden
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren: Het thema van de tekst afleiden. Voorkennis over de tekstinhoud activeren.
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over relaties zoals oorzaak‐gevolg, doel‐middel …
3 DTBE2B.10.3
Les 3 Een duik in de woordenvijver
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
3 DTBE2B.10.3
Les 3 Een duik in de woordenvijver
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het analyseren, synthetiseren en lezen van woorden met meerdere medeklinkers voor en achter. Het analyseren, synthetiseren en lezen van bijzondere grafemen: ‐ng/‐nk/‐cht/ooi/aai/oei/ au/ou/ieu/eeu/‐ig/‐lijk.
‐ Communicatieve elementen waarnemen: correct en nauwkeurig lezen in een verantwoord tempo.
5 DTBE2B.10.5
Les 5 Wild van water
Lezen – Leesplezier
‐ Voorlezen door de leerkracht: Plezier beleven aan lectuur.
6 DTBE2B.10.6
Les 6 Ieder zijn eigen jasje
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen interpreteren en ordenen : Informatie over de tekstinhoud.
‐ Boodschappen integreren: Boodschap beoordelen en eigen mening geven – kritisch zijn.
8 DTBE2B.10.8
Les 8 Onze huid onder de loep
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Het analyseren, synthetiseren en lezen van woorden met meerdere medeklinkers voor en achter.
8 DTBE2B.10.8
Les 8 Onze huid onder de loep
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Talige boodschappen begrijpen: Informatie herkennen over namen, eigenschappen van personen, dieren, zaken.
‐ Talige boodschappen interpreteren of ordenen: Informatie over de tekstinhoud. Informatie over personen, dieren, dingen, voorwerpen.
10 DTBE2B.10.10
Les 10 De droom van Kaat
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Elementen van de taalsystematiek decoderen: Woorden met hoofdletter.
11 DTBE2B.10.11
Les 11 Elko en zo
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Nadenken over de boodschap.
‐ De term ‘boodschap’ gebruiken.
12 DTBE2B.10.12
Les 12 Voor elk wat wils
Lezen – Leesplezier
13 DTBE2B.10.13
Les 13 Spottie
Lezen – Leesplezier
‐ Vrij lezen: Plezier beleven aan het lezen. Soorten van boeken waarnemen. Bereid zijn spontaan en zelfstandig boeken en informatiebronnen in te kijken. Nieuwsgierig zijn naar andere boeken en informatiebronnen. De eigen leesvoorkeur ontdekken, bepalen en eventueel wijzigen. Napraten over ‐ Voorlezen door de leerkracht: Plezier beleven aan lectuur.
14 DTBE2B.10.14
Les 14 Honderd vragen en antwoorden
Lezen – Voortgezet technisch lezen
15 DTBE2B.10.15
Les 15 Het perfecte kiekje
Lezen – Begrijpend lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Verschillende manieren van lezen ervaren. Verschillende soorten boeken waarnemen. Correct en nauwkeurig lezen in een verantwoord tempo.
‐ Voorlezen: Plezier beleven aan lectuur. Voorlezen als communicatiemiddel waarnemen. Napraten over de ‘lees’‐ervaring.
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Allerlei woorden i.v.m. de leestechniek begrijpen, zoals onder, boven, links, eerste … Correct en nauwkeurig lezen in een verantwoord tempo.
‐ Niet‐talige boodschappen waarnemen en begrijpen: Eenvoudige en herkenbare foto’s.
De Taalbende Tweede leerjaar
11
Lezen
(C) Plantyn
17 DTBE2B.10.17
Les 17 Zoek de fout
Lezen – Aanvankelijk technisch lezen
‐ Talige boodschappen waarnemen: Het associëren van talige en niet‐talige visuele informatie.
17 DTBE2B.10.17
Les 17 Zoek de fout
Lezen – Voortgezet technisch lezen
‐ Communicatieve elementen waarnemen: Visuele boodschappen ervaren als communicatie tussen mensen.
De Taalbende Tweede leerjaar
12
Lezen
Lesnummer
Code
8 2A.1.8
Onderwerp
Les 8 Konijnenoren
Domein
Luisteren
Lesdoelen
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen.
17 DTBE2A.1.17a
Les 17a Makkers
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: de eigen voorkennis over onderwerp aangeven. ‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen.
17 DTBE2A.1.17b1
Les 17b1 Makkers
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. 19 DTBE2A.1.19
Les 19 De botsing
Luisteren
2 DTBE2A.2.1
Les 1 Onverwacht bezoek
Luisteren
7 DTBE2A.2.7a
Les 7a Het nieuws
Luisteren
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en hierop gepast reageren. ‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: de inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, titel of eerste beluisterde zinnen. ‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: beluisterde verhalen begrijpen. ‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. ‐ De boodschap begrijpen en interpreteren.
‐ De manier van communiceren begrijpen en interpreteren.
‐ De weg en middelen begrijpen en interpreteren.
7 DTBE2A.2.7b1
Les 7b1 Heb jij het al gehoord?
Luisteren
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: beluisterde verhalen begrijpen. ‐ De boodschap begrijpen en interpreteren.
‐ De manier van communiceren begrijpen en interpreteren.
‐ De weg en middelen begrijpen en interpreteren.
13 DTBE2A.2.13
Les 13 Eens pech altijd pech? Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: de eigen voorkennis over onderwerp aangeven. ‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. 14 DTBA2A.2.14
Les 14 Daar komt muziek uit!
Luisteren
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen:Geluid en geluidsbron herkennen, soorten geluiden herkennen, dierengeluiden, reeksen geluiden,...
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Niet‐talige geluiden situeren en lokaliseren.
15 DTBE2A.2.15
Les 15 Samen naar Kaasland
Luisteren
17 DTBE2A.2.17
Les 17 Het concert
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak: De inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, titel of eerste beluisterde zinnen. ‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. ‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: een vraag, teksttype of tekstdeel aan de juiste luistertekst koppelen.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. 21 DTBE2A.2.21
Les 21 Muzikantje
Luisteren
1 DTBE2A.3.A
Les 1 Fantastische verhalen
Luisteren
5 DTBE2A.3.5
Les 5 Snelle (ant)woorden
Luisteren
8 DTBE2A.3.8
Les 8 Schatten op zolder
Luisteren
11 DTBE2A.3.11
Les 11 Welke heks is het gekst?
Luisteren
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. 17 DTBE2A.3.17
Les 17 Kabouters in het toverbos
Luisteren
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. 21 DTBE2A.3.21
Les 21 Heksje Mie ziet sterren!
Luisteren
Les 1 Feest in de bib
Luisteren
‐ Talige geluiden waarnemen: Woorddiscriminatie en erover nadenken (herhaalde woorden, weggelaten woorden in een reeks, woorden nazeggen en combineren,...).
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: beluisterde verhalen begrijpen.
‐ Talige boodschappen beoordelen: voor de leerlingen bestemde informatie uit een gebeurtenis, verhaal,... verteld of voorgelezen beoordelen.
1 DTBE2A.4.1
(C) Plantyn
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en hierop gepast reageren.
‐ Talige boodschappen beoordelen: Voor de leerlingen bestemde informatie uit een gebeurtenis, verhaal... verteld of voorgelezen beoordelen.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd begrijpen en daarop gepast reageren.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen. ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de luistertaak: beluisterde verhalen begrijpen.
De Taalbende Tweede leerjaar
13
Luisteren
5 DTBE2A.4.5
Les 5 Samen op weg!
Luisteren
10 DTBE2A.4.10
Les 10 Een probleem in de bib
Luisteren
16 DTBE2A.4.16
Les 16 Kok Kadee
Luisteren
22 DTBE2A.4.22
Les 22 Hoera, Raf verjaart!
Luisteren
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De rol van de spreker en de bedoeling begrijpen en interpreteren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De boodschap begrijpen en interpreteren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De rol van de ontvanger begrijpen en interpreteren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De manier van communiceren begrijpen en interpreteren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De omstandigheden begrijpen en interpreteren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De weg en de middelen begrijpen en interpreteren.
3 DTBE2A.5.3
Les 3 Naar het park!
Luisteren
19 DTBE2A.5.19
Les 19 Dikke olifant
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de luistertaak.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en hierop gepast reageren.
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: Omstandigheden begrijpen en interpreteren.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over het onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen.
21 DTBE2A.5.21
Les 21 Woef woef! Piep piep?
Luisteren
23 DTBE2A.5.23
Les 23 Tijd om te spelen!
Luisteren
Les 1 Alles in mijn mond is lekker en gezond
Luisteren
10 DTBE2B.6.10
Les 10 De tandarts is een monster
Luisteren
23 DTBE2B.6.23
Les 23 Fwiet fwiet!
Luisteren
1 DTBE2B.7.1
Les 1 Padden kussen!
Luisteren
4 DTBE2B.7.4
Les 4 Over padden en kikkers. Of niet?
Luisteren
7 DTBE2B.7.7
Les 7 Nieuws uit de poel
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Onderscheid maken tussen fantasie en realiteit.
‐ Talige boodschappen beoordelen: Voor hen bestemde info uit een gebeurtenis, een verhaal …, verteld of voorgelezen, beoordelen.
13 DTBE2B.7.13
Les 13 Fred en Frad op pad
Luisteren
20 DTBE2B.7.20
Les 20 Pats boem!
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Niet‐talige geluiden associëren, onderverdelen en rangschikken, een gevoelswaarde aan geluiden toekennen.
‐ Foneemdiscriminatie en erover nadenken (klanknabootsingen, rijmwoorden …).
1 DTBE2B.6.1
(C) Plantyn
‐ Boodschappen door de leerkrachten gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. ‐ Boodschappen door de leerkrachten gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en daarop gepast reageren. ‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Een vraag, teksttype of tekstdeel aan de juiste luistertekst koppelen.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en hierop gepast reageren. ‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over het onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen. ‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Geluid en geluidsbronnen herkennen, soorten geluiden herkennen, dierengeluiden, reeksen geluiden, verschil tussen talige en niet‐talige geluiden herkennen.
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Niet‐talige geluiden associëren, onderverdelen, rangschikken – een gevoelswaarde aan geluiden ‐ Boodschappen waarnemen: Zich concentreren bij het luisteren en/of oriënteren op het luisterdoel.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, de titel of de eerste beluisterde zinnen.
‐ Talige boodschappen beoordelen: Voor hen bestemde info uit een gebeurtenis, een verhaal …, verteld of voorgelezen, beoordelen.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, de titel of de eerste beluisterde zinnen. De eigen voorkennis over het onderwerp aangeven.
‐ Door de leerkracht gegeven boodschappen begrijpen: Informatie uit beluisterde verhalen begrijpen en interpreteren (verhaallijn, hoofdpersonage en ‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, de titel of de eerste beluisterde zinnen. De eigen voorkennis over het onderwerp aangeven.
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Geluid en geluidsbronnen herkennen, soorten geluiden herkennen, dierengeluiden, reeksen geluiden.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De inhoud voorspellen op basis van visueel materiaal, de titel of de eerste beluisterde zinnen.
‐ Talige boodschappen beoordelen: Voor hen bestemde info uit een gebeurtenis, een verhaal … , verteld of voorgelezen, beoordelen.
‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Niet‐talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Stem‐ en klanknuances, auditieve signalen …, zoals rustpauzes.
De Taalbende Tweede leerjaar
14
Luisteren
1 DTBE2B.8.1
Les 1 Alle hens aan dek
Luisteren
4 DTBE2B.8.4
Les 4 Euh, wat zeg je daar?
Luisteren
12 DTBE2B.8.12
Les 12 Schatgraver
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen (verhaallijn, hoofdpersonage en zijn bedoeling, plaats, slot, betekenissen).
‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
‐ Niet‐talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Stem‐ en klanknuances, auditieve signalen ... zoals rustpauzes.
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen en herkennen: Niet‐talige geluiden associëren, onderverdelen en rangschikken – een gevoelswaarde aan geluiden toekennen.
‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
15 DTBE2B.8.15
Les 15 Wat een schat is dat!
Luisteren
‐ Niet‐talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Stem‐ en klanknuances, auditieve signalen … zoals rustpauzes.
16 DTBE2B.8.16a
Les 16a Roodbaard en Geelstaart
Luisteren
‐ Boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Een boodschap, op hun eigen niveau geformuleerd, begrijpen en er gepast op reageren.
16 DTBE2B.8.16b2
Les 16b2 Hulp voor Geelstaart
Luisteren
‐ Boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Een boodschap, op hun eigen niveau geformuleerd, begrijpen en er gepast op reageren.
20 DTBE2B.8.20
Les 20 O jee, met oma naar zee!
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen (verhaallijn, hoofdpersonage en zijn bedoeling, plaats, slot).
‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Onderscheid maken tussen fantasie en realiteit.
Les 2 Wat een show!
Luisteren
12 DTBE2B.9.12
Les 12 De ogen van mijn prinses
Luisteren
‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Woorden analyseren, samenstellen … en nadenken over de structuur. Mededelingen uit het school‐ en klasgebeuren begrijpen en erop reageren.
‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
13 DTBE2B.9.13
Les 13 Paveltje
Luisteren
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de luistertaak: De eigen voorkennis over een onderwerp aangeven.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen.
14 DTBE2B.9.14a
Les 14a Hop, hop, hop, onze mama aan de top!
Luisteren
14 DTBE2B.9.14b1
Les 14b1 Moeder moeke moe
Luisteren
18 DTBE2B.9.18
Les 18 Over maffe mama, bleke Bertha en Jojojoris
Luisteren
2 DTBE2B.10.2
Les 2 Koop ik het of koop ik het niet?
Luisteren
5 DTBE2B.10.5
Les 5 Wild van water
Luisteren
‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Een vraag, teksttype of tekstdeel aan de juiste luistertekst koppelen.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op hun eigen niveau geformuleerd, begrijpen en er gepast op reageren.
‐ Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren: Een vraag, teksttype of tekstdeel aan de juiste luistertekst koppelen.
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op hun eigen niveau geformuleerd, begrijpen en er gepast op reageren.
‐ Talige geluiden waarnemen: Woorddiscriminatie en erover nadenken (herhaalde woorden, weggelaten woorden in een reeks, woorden nazeggen en combineren …).
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Beluisterde verhalen begrijpen (verhaal, (teken)film, video …).
‐ Communicatieve elementen begrijpen en interpreteren: De manier van communiceren begrijpen en interpreteren. De rol van de ontvanger begrijpen en interpreteren. De rol van de spreker en de bedoeling begrijpen en interpreteren. De boodschap begrijpen en interpreteren. Het effect begrijpen en ‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
7 DTBE2B.10.7a
Les 7a Beestjes onder elkaar
Luisteren
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen: Geluid en geluidsbronnen herkennen, soorten geluiden herkennen, dierengeluiden, reeksen geluiden.
‐ Niet‐talige geluiden associëren, onderverdelen en rangschikken: Een gevoelswaarde aan geluiden toekennen.
7 DTBE2B.10.7b1
Les 7b1 Allemaal diertjes
Luisteren
‐ Niet‐talige geluiden waarnemen: Geluid en geluidsbronnen herkennen, soorten geluiden herkennen, dierengeluiden, reeksen geluiden.
‐ Niet‐talige geluiden associëren, onderverdelen en rangschikken: Een gevoelswaarde aan geluiden toekennen.
13 DTBE2B.10.13
Les 13 Spottie
Luisteren
‐ Genieten van het luisteren naar verhalen.
17 DTBE2B.10.17
Les 17 Zoek de fout
Luisteren
‐ Boodschappen door de leerkracht gegeven begrijpen: Een mondelinge boodschap, op eigen niveau geformuleerd, begrijpen en daarop gepast reageren.
2 DTBE2B.9.2
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
15
Luisteren
Lesnummer
Code
3 2A.1.3
Onderwerp
Les 3 Webkameraad
Domein
Media
Lesdoelen
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
15 DTBE2A.1.15
Les 15 De boekenronde
Media
‐ De leerlingen kunnen beeldsignalen waarnemen zodat men opvallend goede en minder geslaagde dingen kan doorzoeken en herkennen.
17 DTBE2A.1.17a
Les 17a Makkers
Media
‐ Genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressie mogelijkheden verruimen.
17 DTBE2A.1.17b1
Les 17b1 Makkers
Media
‐ Genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressie mogelijkheden verruimen.
17 DTBE2A.1.17b2
Les 17b2 De buddyboom
Media
‐ Genieten van het muzisch handelen waardoor hun expressie mogelijkheden verruimen.
Les 3 SOS!
Media
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken. Les 14 Daar komt muziek uit!
Media
‐ Vertrouwen op eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen.
1 DTBE2A.3.A
Les 1 Fantastische verhalen
Media
‐ Respect betonen voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot de eigen en andere culturen. 2 DTBE2A.3.2
Les 2 Heksenbrouwsels
Media
12 DTBE2A.3.12
Les 12 Gevoelige verhalen
Media
‐ De leerlingen kunnen de verschillende soorten eenvoudige hedendaagse audiovisuele opname‐ en weergavetoestellen (informatiedragers) aanwijzen, benoemen en creatief bedienen. ‐ De leerlingen kunnen beeldsignalen waarnemen zodat men opvallend goede en minder geslaagde dingen kan doorzoeken en herkennen. ‐ De leerlingen kunnen ervaren dat een visueel beeld al dan niet vergezeld van een nieuw geluid een nieuwe werkelijkheid kan opleveren. 11 DTBE2A.4.11a
Les 11a Ik lijk op, ik kijk op
Media
‐ De leerlingen betonen respect voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot de eigen en andere culturen. 11 DTBE2A.4.11b2
Les 11b2 Je komt wat tegen in je leven!
Media
‐ De leerlingen betonen respect voor uitingen van leeftijdsgenoten, behorend tot de eigen en andere culturen.
19 DTBE2A.4.19
Les 19 Kijk goed, kijk uit!
Media
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
12 DTBE2A.5.12
Les 12 Hallo allemaal
Media
‐ De leerlingen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen.
13 DTBE2A.5.13
Les 13 'k voel mij hierbij zo ...
Media
‐ De leerlingen kunnen een eigen audio‐visuele taal gebruiken en het massale audio‐visuele aanbod een relativerende plaats toekennen.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Media
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, visuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
16 DTBE2A.5.16b1
Les 16b1 Op (be)zoek
Media
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, visuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
20 DTBE2A.5.20
Les 20 Lang zullen we lezen!
Media
14 DTBE2B.6.14a
Les 14a Op onderzoek bij het bezoek
Media
‐ De leerlingen kunnen de verschillende soorten eenvoudige hedendaagse audio‐ visuele opname‐ en weergavetoestellen, (informatiedragers) aanwijzen, benoemen en creatief bedienen.
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
14 DTBE2B.6.14b1
Les 14b1 Wat wil je weten?
Media
‐ De leerlingen kunnen eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoeken en vergelijken.
22 DTBE2B.6.22
Les 22 Lekker anders lezen
Media
‐ De leerlingen genieten van het muzische handelen waardoor hun expressie‐mogelijkheden verruimen.
11 DTBE2B.7.11
Les 11 Op mijn lippen
Media
‐ Kijken en luisteren naar kunst zonder vooroordelen.
13 DTBE2B.7.13
Les 13 Fred en Frad op pad
Media
‐ Ervaren dat een visueel beeld, al dan niet vergezeld van een nieuw geluid, een nieuwe werkelijkheid kan opleveren.
20 DTBE2B.7.20
Les 20 Pats boem!
Media
‐ De leerlingen ervaren dat een visueel beeld, al dan niet vergezeld van een nieuw geluid, een nieuwe werkelijkheid kan opleveren.
Les 2 Koop ik het of koop ik het niet?
Media
‐ Herkennen, onderzoeken en vergelijken van eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld.
3 DTBE2A.2.3
14 DTBA2A.2.14
2 DTBE2B.10.2
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
16
Media
Lesnummer
Code
3 2A.1.3
Onderwerp
Les 3 Webkameraad
Domein
Schrijven
Lesdoelen
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak.
‐ Selecteren van informatie:
7 2A.1.7
Les 7 Hé, psssst?
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Nadenken over de verschillen en overeenkomsten tussen mondelinge en schriftelijke communicatie.
‐ Teksten uitschrijven: Formulieren invullen met informatie over zichzelf.
13 DTBE2A.1.13
Les 13 Wie zoekt, die vindt!
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Relevante tekstsoorten en hun conventies leren kennen en zelf gebruiken
‐ Teksten uitschrijven: • Oproepen, uitnodigingen, instructies richten aan leeftijdsgenoten
17 DTBE2A.1.17a
Les 17a Makkers
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Ervaringen, verhalen weergeven door visueel materiaal of symbolen.
17 DTBE2A.1.17b2
Les 17b2 De buddyboom
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Ervaringen, verhalen weergeven door visueel materiaal of symbolen.
2 DTBE2A.2.1
Les 1 Onverwacht bezoek
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen:functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen. 11 DTBE2A.2.11
Les 11 Even een berichtje
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Relevante tekstsoorten en hun connecties leren kennen en zelf gebruiken.
‐ Teksten uitschrijven: Ontspannende teksten schrijven.
20 DTBE2A.2.20
Les 20 Hoor ik het belletje van de kat?
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen:relevante tekstsoorten en hun conventies leren kennen en zelf gebruiken. ‐ Teksten uitschrijven:Ontspannende teksten schrijven.
Les 6 Nora grote Ora
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: onvolledige eenvoudige beelden of beschrijvingen aanvullen.
10 DTBE2A.3.10a
Les 10a De beste heks is die van mij!
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is. ‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. ‐ Teksten uitschrijven: Korte, eenvoudige verhalen schrijven. 10 DTBE2A.3.10b1
Les 10b2 De beste heks is die van mij!
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is. 15 DTBE2A.3.15
Les 15 Koppel van het jaar: heks en tovenaar?
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen. ‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen. Les 1 Feest in de bib
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak.
‐ Ordenen van geselecteerde informatie:ervaren en beseffen dat materiaal geordend kan worden volgens verschillende criteria.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen:Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Nadenken over de verschillen en overeenkomsten tussen mondelinge en schriftelijke communicatie.
11 DTBE2A.4.11a
Les 11a Ik lijk op, ik kijk op
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaal: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Waarom?
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: Ervaren en beseffen dat materiaal geordend kan worden volgens verschillende criteria.
11 DTBE2A.4.11b1
Les 11b1 Wat fijn om eens iemand anders te zijn...
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie:waarover? waarom ?
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: ervaren en beseffen dat materiaal geordend kan worden volgens verschillende criteria. 4 DTBE2A.5.4
Les 4 Dat verdient een duim!
Schrijven
5 DTBE2A.5.5
Les 5 Ik gooi een vlieger naar ...
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de ommunicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de schrijftaak: Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
6 DTBE2A.3.6
1 DTBE2A.4.1
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
17
Schrijven
(C) Plantyn
12 DTBE2A.5.12
Les 12 Hallo allemaal
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de schrijftaak:Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Onvolledige beelden of beschrijvingen aanvullen.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Onvolledige eenvoudige beelden of beschrijvingen aanvullen.
16 DTBE2A.5.16b2
Les 16b2 Papa is mijn knuffelbeer
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Onvolledige eenvoudige beelden of beschrijvingen aanvullen.
2 DTBE2B.6.2
Les 2 Wat schilt er met je?
Schrijven
9 DTBE2B.6.9
Les 9 Wwwablieft?
Schrijven
13 DTBE2B.6.13
Les 13 En dan nu … tijd voor het gezonde menu
Schrijven
24 DTBE2B.6.24
Les 24 Een schat aan gezonde woorden
Schrijven
16 DTBE2B.7.16
Les 16 De avonturen van Fred en Frad
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Korte, eenvoudige verhalen schrijven.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen. Korte, eenvoudige verhalen schrijven.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Het belang van geschreven boodschappen ervaren. Relevante tekstsoorten en hun conventies leren kennen en zelf gebruiken.
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Tekstsoort?’, ‘Teksttype?’, ‘Doel?’.
‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen.
‐ Teksten uitschrijven: Onvolledige beelden of beschrijvingen aanvullen.
19 DTBE2B.7.19a
Les 19a Dromen over een wollige walvis
Schrijven
19 DTBE2B.7.19b2
Les 19b2 Vliegen en vallen
Schrijven
7 DTBE2B.8.7
Les 7 Pipa op het strand
Schrijven
10 DTBE2B.8.10
Les 10 Een strandverhaal
Schrijven
16 DTBE2B.8.16a
Les 16a Roodbaard en Geelstaart
Schrijven
16 DTBE2B.8.16b1
Les 16b1 Hulp voor Roodbaard
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is.
‐ Teksten uitschrijven: Brieven schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
18 DTBE2B.8.18
Les 18 Vakantiebestemmingen
Schrijven
22 DTBE2B.8.22
Les 22 Verboden te fantaseren!
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is.
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: Informatie ordenen in (omgekeerde) chronologische volgorde.
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Korte, eenvoudige verhalen schrijven.
‐ Teksten uitschrijven: Ervaringen, verhalen weergeven door visueel materiaal of symbolen.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Tekstsoort?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Ontspannende teksten schrijven.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Tekstsoort?’, ‘Doel?’.
‐ Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Ontspannende teksten schrijven.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen. Nadenken over de verschillen en overeenkomsten tussen mondelinge en schriftelijke communicatie.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: Informatie ordenen in (omgekeerde) chronologische volgorde.
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Verslagen schrijven van verhalen, gebeurtenissen, informatieve teksten.
‐ Schrijftaak beoordelen: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit verbeterd kan worden door er met anderen over te reflecteren, door na te lezen of te laten nalezen en door hulp in te roepen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is.
‐ Teksten uitschrijven: Brieven schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
De Taalbende Tweede leerjaar
18
Schrijven
(C) Plantyn
1 DTBE2B.9.1
Les 1 Miss mama
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Een goede schrijfhouding aannemen. Brieven schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
4 DTBE2B.9.4
Les 4 Elke keer anders
Schrijven
6 DTBE2B.9.6
Les 6 Een curieuze neus
Schrijven
8 DTBE2B.9.8
Les 8 Komen eten!
Schrijven
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Brieven schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
‐ Taalvaardigheden en taalbeschouwelijke vaardigheden ontwikkelen tijdens het uitschrijven: Regels van de taalsystematiek op woord‐ en ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren (nadenken over hulpvragen, ervaringen …).
‐ Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is.
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: Informatie ordenen in chronologische volgorde. Overzichten, aantekeningen en mededelingen op‐ en ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
‐ Selecteren van informatie: Ervaren en beseffen dat selecteren en elimineren nuttig is.
‐ Ordenen van geselecteerde informatie: Informatie ordenen in chronologische volgorde.
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Oproepen, uitnodigingen en instructies richten aan leeftijdsgenoten.
‐ Schrijftaak beoordelen: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit verbeterd kan worden door na te lezen en hulp in te roepen.
10 DTBE2B.9.10
Les 10 Voor mijn liefste …
Schrijven
15 DTBE2B.9.15
Les 15 Ik ben een superheld!
Schrijven
1 DTBE2B.10.1
Les 1 Pootjebaden
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen. Brieven schrijven om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Functies (begripsvorming, expressie en communicatie) van geschreven boodschappen beseffen. Nadenken over de verschillen en overeenkomsten tussen mondelinge en schriftelijke communicatie.
‐ Teksten uitschrijven: Schriftelijk antwoorden op vragen over verwerkte inhouden.
‐ Schrijftaak beoordelen: Ervaren en beseffen dat de kwaliteit verbeterd kan worden door er met anderen over te reflecteren, door na te lezen of te ‐ Teksten uitschrijven. Schrijfdurf hebben. Onvolledige eenvoudige beelden of beschrijvingen aanvullen.
7 DTBE2B.10.7a
Les 7a Beestjes onder elkaar
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen.
7 DTBE2B.10.7b2
Les 7b2 Dier + leuk = deuk
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Plezier beleven aan het schrijven van boodschappen.
15 DTBE2B.10.15
Les 15 Het perfecte kiekje
Schrijven
‐ Teksten uitschrijven: Schrijfdurf hebben. Onvolledige eenvoudige beelden of beschrijvingen aanvullen
18 DTBE2B.10.18
Les 18 Lieve ogen en snelle benen?
Schrijven
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de schrijftaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren.
De Taalbende Tweede leerjaar
19
Schrijven
Lesnummer
Code
1 DTBE2A.1.1
Onderwerp
Les 1 Een geheime boodschap
Domein
Sociale vaardigheden
Lesdoelen
‐ De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
7 2A.1.7
Les 7 Hé, psssst?
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen op hun niveau leren met voldoende zelfvertrouwen.
Les 20 Dat weten wij!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
3 DTBE2A.2.3
Les 3 SOS!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
‐ De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven. 7 DTBE2A.2.7a
Les 7a Het nieuws
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in de omgang met anderen respect en waardering opbrengen. 7 DTBE2A.2.7b1
Les 7b1 Heb jij het al gehoord?
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
7 DTBE2A.2.7b2
Les 7b2 Micro aan!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in de omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
Les 14 Daar komt muziek uit!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
2 DTBE2A.3.2
Les 2 Heksenbrouwsels
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. 5 DTBE2A.3.5
Les 5 Snelle (ant)woorden
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
‐ De leerlingen kunnen bij groepstaken leidinggeven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
8 DTBE2A.3.8
Les 8 Schatten op zolder
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
9 DTBE2A.2.9
Les 9 Arabella in nood
Sociale vaardigheden
‐ Leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken. 11 DTBE2A.3.11
Les 11 Welke heks is het gekst?
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. 12 DTBE2A.3.12
Les 12 Gevoelige verhalen
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. 19 DTBE2A.3.19
Les 19 Akkoord of niet?
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren. Les 4 Mijn ideale speelgoed
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
18 DTBE2A.4.18
Les 18 Wie ben ik?
Sociale vaardigheden ‐ Samenwerking
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. 23 DTBE2A.4.23
Les 23 Woordspelletjes
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
2 DTBE2A.5.2
Les 2 Hmm, wat een geurtje!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
3 DTBE2A.5.3
Les 3 Naar het park!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in omgang met ande‐ ren respect en waardering opbrengen.
4 DTBE2A.5.4
Les 4 Dat verdient een duim!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnenin functionele situaties een aantal verbale en non‐verbale gesprekconventies naleven.
16 DTBE2A.5.16b2
Les 16b2 Papa is mijn knuffelbeer
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en non‐verbale gesprekconventies naleven.
19 DTBE2A.5.19
Les 19 Dikke olifant
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in omgang met ande‐ ren respect en waardering opbrengen.
1 DTBE2B.6.1
Les 1 Alles in mijn mond is lekker en gezond
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen in functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gesprekconventies naleven.
4 DTBE2B.6.4
Les 4 Waar is dat feestje?
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
20 DTBE2A.1.20
14 DTBA2A.2.14
5 DTBE2A.4.4
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
20
Sociale vaardigheden
(C) Plantyn
6 DTBE2B.6.6
Les 6 Bananenquiz
Sociale vaardigheden
‐ De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
23 DTBE2B.6.23
Les 23 Fwiet fwiet!
Sociale vaardigheden – Gespreksconventies
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
1 DTBE2B.7.1
Les 1 Padden kussen!
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
8 DTBE2B.7.8
Les 8 Een kikkerkoopje
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gesprekSconventies naleven.
11 DTBE2B.7.11
Les 11 Op mijn lippen
Sociale vaardigheden
‐ In omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
10 DTBE2B.8.10
Les 10 Een strandverhaal
Sociale vaardigheden
‐ Hulp vragen en zich laten helpen.
‐ Kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
16 DTBE2B.8.16a
Les 16a Roodbaard en Geelstaart
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
16 DTBE2B.8.16b1
Les 16b1 Hulp voor Roodbaard
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
16 DTBE2B.8.16b2
Les 16b2 Hulp voor Geelstaart
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
21 DTBE2B.8.21
Les 21 Een duik in jouw schatkist
Sociale vaardigheden
‐ In omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
2 DTBE2B.9.2
Les 2 Wat een show!
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
9 DTBE2B.9.9
Les 9 Kwik, Kwek en …?
Sociale vaardigheden
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreks conventies naleven.
10 DTBE2B.9.10
Les 10 Voor mijn liefste …
Sociale vaardigheden
‐ Hulp vragen en zich laten helpen.
‐ Kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
14 DTBE2B.9.14a
Les 14a Hop, hop, hop, onze mama aan de top!
Sociale vaardigheden
‐ Hulp vragen en zich laten helpen.
14 DTBE2B.9.14b2
Les 14b2 Mijn mama is top! Sociale vaardigheden
‐ Hulp vragen en zich laten helpen.
12 DTBE2B.10.12
Les 12 Voor elk wat wils
Sociale vaardigheden
‐ Kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
‐ In functionele situaties een aantal verbale en niet‐verbale gespreksconventies naleven.
18 DTBE2B.10.18
Les 18 Lieve ogen en snelle benen?
Sociale vaardigheden
‐ In de omgang met anderen respect en waardering opbrengen.
‐ Kritisch zijn en een eigen mening formuleren.
De Taalbende Tweede leerjaar
21
Sociale vaardigheden
Lesnummer
Code
1 DTBE2A.1.1
Onderwerp
Les 1 Een geheime boodschap
Domein
Spreken
Lesdoelen
‐ Gericht vragen beantwoorden.
Les 13 Wie zoekt, die vindt!
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Standaardtaal spreken ondersteund door volwassene
‐ Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover?Tot wie? Doel?
‐ Verzamelen van ideeën en informatie – voorkennis oproepen
‐ Gesprekken voeren: Een informeel telefoongesprek voeren.
‐ Spreektechnische vaardigheden ontwikkelen en beheersen: passend gebruik van stem articulatie, toonhoogte, pauze.
3 DTBE2A.2.3
Les 3 SOS!
Spreken
‐ Gesprekken voeren.
‐ De leerlingen oriënteren zich:inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ De leerlingen oriënteren zich: Vragen stellen en hulp inroepen.
‐ Expressief, muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en zich inleven in duidelijke herkenbare rollen en situaties. 7 DTBE2A.2.7a
Les 7a Het nieuws
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ Inzicht in de communicatieve situatie:waarover? Tot wie? Doel?
‐ Mededelingen, verhalen, opdrachten begrijpelijk en getrouw herformuleren. 7 DTBE2A.2.7b2
Les 7b2 Micro aan!
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ Mededelingen, verhalen, opdrachten begrijpelijk en getrouw herformuleren.
14 DTBA2A.2.14
Les 14 Daar komt muziek uit!
Spreken
‐ Expressief, muzisch spreken:Deelnemen aan dramatische werkvormen en een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
19 DTBE2A.2.19
Les 19 Pech in het nieuws
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ Mededelingen, verhalen, opdrachten begrijpelijk en getrouw herformuleren.
1 DTBE2A.3.A
Les 1 Fantastische verhalen
Spreken
3 DTBE2A.3.3
Les 3 En wat gebeurde er toen?
Spreken
4 DTBE2A.3.4
Les 4 Heks tegenover fee
Spreken
‐ De leerlingen oriënteren zich op aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren zich op aspecten van de spreektaak: Mededelingen, verhalen, opdrachten begrijpelijk en getrouw herformuleren. ‐ De leerlingen oriënteren zich op aspecten van de spreektaak: Eigen fantasie verwoorden.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersten op betekenisniveau: Verhalen (na)vertellen met enige ordening en samenhang door gebruik te maken van begrippen in verband met tijd en ruimte. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen:De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaal: Eigen fantasie verwoorden. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen:De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaal: Gerichte vragen beantwoorden.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op betekenisniveau: Een verhaal (na)vertellen met enige ordening en samenhang door gebruik te maken van begrippen i.v.m. tijd en ruimte. ‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op betekenisniveau: Synoniemen en tegenstellingen kunnen geven.
8 DTBE2A.3.8
Les 8 Schatten op zolder
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: eigen fantasie verwoorden.
10 DTBE2A.3.10a
Les 10a De beste heks is die van mij!
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Eigen fantasie verwoorden. ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Gerichte vragen beantwoorden. 10 DTBE2A.3.10b1
Les 10b1 Zoals de mijne is er maar één!
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: eigen fantasie verwoorden. ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Gerichte vragen beantwoorden. 11 DTBE2A.3.11
Les 11 Welke heks is het gekst?
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Beschrijving van iets of iemand geven. 12 DTBE2A.3.12
Les 12 Gevoelige verhalen
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Spreken over gevoelens zoals blijheid, angst, verdriet, verwondering,...
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen op betekenisniveau: Verhalen (na)vertellen met enige ordening en samenhang dor gebruik te maken van begrippen in verband met rijd en ruimte. 13 DTBE2A.1.13
(C) Plantyn
De Taalbende Tweede leerjaar
22
Spreken
16 DTBE2A.3.16
Les 16 Trezebelle tovert
Spreken
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op klankniveau: synoniemen en tegenstellingen kunnen geven. 19 DTBE2A.3.19
Les 19 Akkoord of niet?
Spreken
5 DTBE2A.4.4
Les 4 Mijn ideale speelgoed
Spreken
‐ Gesprekken voeren:Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ Gesprekken voeren: Deelnemen aan kringgesprekken o.l.v. de leerkracht. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Wensen en meningen kenbaar maken en rechtvaardigen. ‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Elkaar laten uitpraten en één kind aan het woord laten, niet te lang zelf aan het woord blijven. ‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Bij het onderwerp blijven en aansluiten op de vorige spreker. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Wensen en mening kenbaar maken en rechtvaardigen. 7 DTBE2A.4.7
Les 7 De reis van het boek
Spreken
11 DTBE2A.4.11a
Les 11a Ik lijk op, ik kijk op
Spreken
11 DTBE2A.4.11b2
Les 11b2 Je komt wat tegen in je leven!
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: informatie over zichzelf verschaffen aan leeftijdsgenoten.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: beschrijving van iets of iemand geven.
18 DTBE2A.4.18
Les 18 Wie ben ik?
Spreken
Les 2 Hmm, wat een geurtje!
Spreken
12 DTBE2A.5.12
Les 12 Hallo allemaal
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Verzamelen van ideeën en informatie ‐ voorkennis oproepen.
‐ Gesprekken voeren: Gericht vragen beantwoorden. ‐ Gesprekken voeren: Vragen stellen en hulp inroepen.
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Elkaar laten uitpraten en één kind aan het woord laten, niet te lang zelf aan het woord blijven. ‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Bijdragen van anderen waarderen en respecteren.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op aspecten van de spreektaak. Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Verzamelen van ideeën en informatie – voorkennis oproepen.
‐ Expressief, muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
‐ Expressief en muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
13 DTBE2A.5.13
Les 13 'k voel mij hierbij zo ...
Spreken
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie? Doel?
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak:Verzamelen van ideeën en informatie – voor‐ kennis oproepen.
‐ Spreken over (eigen) gevoelens zoals blij‐ heid, angst, verdriet, verwondering ondersteund met lichaamstaal.
‐ Expressief, muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en zich inleven in duidelijke herkenbare rollen en situaties.
‐ Expressief, muzisch spreken:Deelnemen aan dramatische werkvormen en een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
16 DTBE2A.5.16a
Les 16a Hallo hallo!
Spreken
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de spreektaak: Verzamelen van ideeën en informatie‐ voorkennis oproepen.
‐ Gesprekken voeren: Een informeel telefoongesprek voeren.
16 DTBE2A.5.16b2
Les 16b2 Papa is mijn knuffelbeer
Spreken
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: Waarover? Tot wie?
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de spreektaak: Verzamelen van ideeën en informatie‐ voorkennis oproepen.
‐ Gesprekken voeren: Een informeel telefoongesprek voeren.
Les 2 Wat schilt er met je?
Spreken
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Nadenken over welke woorden in een concrete situatie passend en doeltreffend zijn.
2 DTBE2A.5.2
2 DTBE2B.6.2
(C) Plantyn
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op betekenisniveau: Een verhaal (na)vertellen met enige ordening en samenhang door gebruik te maken van begrippen i.v.m. tijd en ruimte. ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Informatie over zichzelf verschaffen aan leeftijdsgenoten. ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Beschrijving van iets of iemand geven. De Taalbende Tweede leerjaar
23
Spreken
4 DTBE2B.6.4
Les 4 Waar is dat feestje?
Spreken
10 DTBE2B.6.10
Les 10 De tandarts is een monster
Spreken
14 DTBE2B.6.14a
Les 14a Op onderzoek bij het bezoek
Spreken
14 DTBE2B.6.14b1
Les 14b1 Wat wil je weten?
Spreken
14 DTBE2B.6.14b2
Les 14b2 Hey! Wat denk jij?
Spreken
16 DTBE2B.6.16
Les 16 Sport jij ook?
Spreken
2 DTBE2B.7.2
Les 2 En er is ananas, Irene
Spreken
4 DTBE2B.7.4
Les 4 Over padden en kikkers. Of niet?
Spreken
8 DTBE2B.7.8
Les 8 Een kikkerkoopje
Spreken
1 DTBE2B.8.1
Les 1 Alle hens aan dek
Spreken
4 DTBE2B.8.4
Les 4 Euh, wat zeg je daar?
Spreken
17 DTBE2B.8.17
Les 17 Zeedieren in gevaar!
Spreken
21 DTBE2B.8.21
Les 21 Een duik in jouw schatkist
Spreken
3 DTBE2B.9.3
Les 3 Apenstreken
Spreken
9 DTBE2B.9.9
Les 9 Kwik, Kwek en …?
Spreken
Les 15 Ik ben een superheld!
Spreken
Les 2 Koop ik het of koop ik het niet?
Spreken
Les 12 Voor elk wat wils
Spreken
15 DTBE2B.9.15
2 DTBE2B.10.2
12 DTBE2B.10.12
(C) Plantyn
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op aspecten van de spreektaak. Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Wensen en een mening kenbaar maken en rechtvaardigen.
‐ Gesprekken voeren: Gerichte vragen beantwoorden.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Gericht vragen beantwoorden.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Interview met leeftijdsgenoten voorbereiden, afnemen en bespreken.
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Mensen begroeten, bedanken en zich verontschuldigen.
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Mensen begroeten, bedanken en zich verontschuldigen.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’.
‐ Gesprekken voeren: Deelnemen aan kringgesprekken onder leiding van de leerkracht. Interview met leeftijdsgenoten voorbereiden, afnemen en bespreken.
‐ De leerlingen oriënteren en concentreren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie door voorkennis te activeren. Wensen en een mening kenbaar maken en rechtvaardigen. Informatie over ‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: De bijdrage van anderen waarderen en respecteren.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op klankniveau: Speelse activiteiten: keerwoorden, woordgolven, weggelaten klinkers/medeklinkers herkennen, lipogrammen …
‐ Expressief, muzisch spreken: Een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Standaardtaal spreken ondersteund door een volwassene.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Vertellen over belevenissen, ervaringen van zichzelf, waarnemingen, gebeurtenissen of boodschappen van anderen.
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreksregels respecteren: Nadenken over welke woorden in een concrete situatie passend en doeltreffend zijn. Mensen begroeten, bedanken en zich verontschuldigen. Bij het onderwerp blijven en aansluiten op de vorige spreker.
‐ Spreektechnische vaardigheden ontwikkelen en beheersen: Passend gebruik van stem, articulatie, toonhoogte, pauze.
‐ Expressief, muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en zich inleven in duidelijk herkenbare rollen en situaties. Een boodschap overbrengen, ondersteund met lichaamstaal.
‐ Expressief, muzisch spreken: Deelnemen aan dramatische werkvormen en een boodschap overbrengen ondersteund met lichaamstaal.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op woordniveau: Het juist gebruiken van voorzetsels (plaats, tijd).
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op betekenisniveau: Een verhaal (na)vertellen met enige ordening en samenhang door gebruik te maken van begrippen i.v.m. tijd en ruimte.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’.
‐ Spreken over (eigen) gevoelens, zoals blijheid, angst, verdriet, verwondering, ondersteund met lichaamstaal en stem.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie, voorkennis oproepen. Mededelingen, verhalen en opdrachten begrijpelijk en getrouw herformuleren.
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op woordniveau: Het juist gebruiken van voorzetsels (plaats, tijd).
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op betekenisniveau: Een verhaal (na)vertellen met enige ordening en samenhang door gebruik te maken ‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’.
‐ Taalgedragsconventies hanteren en gespreks regels respecteren: Nadenken over welke woorden in een concrete situatie passend en doeltreffend zijn. Elkaar laten uitpraten en één kind aan het woord laten, niet te lang zelf aan het woord blijven. De bijdrage van anderen waarderen en respecteren. Bij het onderwerp blijven en aansluiten op de vorige spreker. Gespreksregels toepassen in een kringgesprek o.l.v. de leraar.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie, voorkennis oproepen. Een beschrijving van iets of iemand geven of opdrachten, instructies, problemen, regels stapsgewijs ‐ Communicatieve vaardigheden ontwikkelen: Standaardtaal spreken ondersteund door een volwassene.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Verzamelen van ideeën en informatie, voorkennis oproepen.
‐ Gesprekken voeren.
‐ De leerlingen oriënteren zich op de aspecten van de spreektaak: Inzicht in de communicatieve situatie: ‘Waarover?’, ‘Tot wie?’, ‘Doel?’. Een interview met leeftijdsgenoten voorbereiden, afnemen en bespreken.
De Taalbende Tweede leerjaar
24
Spreken
Lesnummer
(C) Plantyn
Code
5 2A.1.5
Onderwerp
Les 5 Klaar voor een nieuw schooljaar!
Domein
Taalbeschouwing – Klanken en letters
Lesdoelen
‐ Nadenken over rijm:
‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op klank‐ en letterniveau:
6 2A.1.6
Les 6 Ik spreek. Vraag ik?
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over het nut en het gebruik van leestekens op het einde van de zin: punt en vraagteken.
‐ De term ‘zin’ gebruiken.
‐ De termen ‘punt’ en ‘vraagteken’ gebruiken.
12 DTBE2A.1.12
Les 12 Klinker mee!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over klanken en letters: Nadenken over de afzonderlijke letters.
‐ Letters aanduiden als klinker of medeklinker.
‐ De korte klanken a, e, i, o, u en de lange klanken aa,ee,oo,uu herkennen.
‐ De term ‘klank’ gebruiken.
‐ De term ‘letter’ gebruiken.
‐ De termen ‘klinker’ en ‘medeklinker’ gebruiken
‐ Klanken aanduiden als klinker of medeklinker.
14 DTBE2A.1.14
Les 14 Joehoe!
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over het nut en het gebruik van leestekens op het einde van de zin: punt, vraagteken en uitroepteken.
‐ De termen ‘punt’, ‘uitroepteken’, ‘vraagteken’ en 'leesteken' gebruiken.
18 DTBE2A.1.18
Les 18 De rijmkabouters
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over rijm: de term 'rijm' gebruiken. ‐ Taalvaardigheden ontwikkelen en beheersen op klank‐ en letterniveau: Rijmwoorden vormen.
20 DTBE2A.1.20
Les 20 Dat weten wij!
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten.
‐ Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context
‐ Betekenis van een woord achterhalen door hulp te vragen.
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: nadenken over woorden die verwijzen naar hetzelfde.
2 DTBE2A.2.1
Les 1 Onverwacht bezoek
Taalbeschouwing ‐ Communicatie
‐ Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over de niet‐talige vorm van de boodschap
‐ De term ‘boodschap’ gebruiken.
5 2A.2.5
Les 5 Wie doet wat?
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over de informatie die door de de zinsdelen wordt gegeven en nadenken over de vraag: wie‐doet‐wat‐waar‐wannneer?
5 2A.2.5
Les 5 Wie doet wat?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Woorden onderscheiden in een zin en daarbij de term 'woord' gebruiken.
10 DTBE2A.2.10
Les 10 Ook nu klinker jij mee!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over de afzonderlijke letters.
‐ Klanken aanduiden als klinker of medeklinker.
‐ Letters aanduiden als klinker of medeklinker.
‐ De korte klanken a, e, i, o, u en de lange klanken aa, ee, oo, uu herkennen.
‐ De term 'klank' gebruiken.
‐ De term 'letter' gebruiken.
‐ De termen 'klinker' en 'medeklinker' gebruiken.
11 DTBE2A.2.11
Les 11 Even een berichtje
Taalbeschouwing ‐ Zichzelf situeren binnen het communicatieproces.
‐ Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over de ontvanger.
‐ De term 'schrijver' gebruiken.
‐ De term 'spreker' gebruiken.
‐ De term 'boodschap' gebruiken.
‐ De term 'lezer' gebruiken.
‐ De term 'luisteraar' gebruiken.
12 DTBE2A.2.12
Les 12 Zinnen bouwen en verbouwen
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over de informatie die door de zinsdelen wordt weergegeven en nadenken over de vragen: wie‐doet‐wat‐waar‐wanneer?
De Taalbende Tweede leerjaar
25
Taalbeschouwing
(C) Plantyn
12 DTBE2A.2.12
Les 12 Zinnen bouwen en verbouwen
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Woorden onderscheiden in een zin en daarbij de term 'woord' gebruiken.
17 DTBE2A.2.17
Les 17 Het concert
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Woorden onderscheiden in een zin en daarbij de term 'woord' gebruiken. ‐ Nadenken over betekenisopbouw:Betekenis van een woord achterhalen door de context. 18 DTBE2A.2.18
Les 18 Ik ben fan van...
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over het nut en het gebruik van leestekens in de zin: dubbele punt en komma.
‐ De termen 'komma', 'dubbele punt' en 'leesteken' gebruiken.
19 DTBE2A.2.19
Les 19 Pech in het nieuws
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten.
‐ Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context.
‐ Betekenis van een woord achterhalen door hulp te vragen.
20 DTBE2A.2.20
Les 20 Hoor ik het belletje van de kat?
Taalbeschouwing ‐ Zichzelf situeren binnen het communicatieproces.
‐ Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over de ontvanger.
‐ De term 'schrijver' gebruiken.
‐ De term 'spreker' gebruiken.
‐ De term 'boodschap' gebruiken.
‐ De term 'lezer' gebruiken.
‐ De term 'luisteraar' gebruiken.
21 DTBE2A.2.21
Les 21 Muzikantje
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over rijm: de term 'rijm' gebruiken.
21 DTBE2A.2.21
Les 22 Daar zit muziek in!
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het taalsysteem:Plezier beleven aan het kennismaken met talen en zelfvertrouwen opbouwen over de eigen talige competenties. 4 DTBE2A.3.4
Les 4 Heks tegenover fee
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die verwijzen naar het tegengestelde.
5 DTBE2A.3.5
Les 5 Snelle (ant)woorden
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over klanken en letters:Nadenken over klanken, klankcombinaties, letters en letterclusters.
‐ Nadenken over klanken en letters: Nadenken over hoe klanken in letters worden weergegeven.
7 DTBE2A.3.7
Les 7 Hoedje af
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over de bedoeling en de vorming van de mededeling, uitroep, vraag‐en bevelzin.
‐ Nadenken over leestekens:nadenken over nut en het gebruik van leestekens op het einde van de zin:punt, uitroepteken en vraagteken.
‐ De termen ‘punt’, ‘uitroepteken’, ‘vraagteken’ en 'leesteken' gebruiken.
‐ De term ‘zin’ gebruiken.
14 DTBE2A.3.14
Les 14 Hocus pocus pad, ik wou dat ik er twee had!
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden:Nadenken over de meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden. ‐ De termen ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ gebruiken. 16 DTBE2A.3.16
Les 16 Trezebelle tovert
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden. ‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: De termen 'enkelvoud' en 'meervoud' gebruiken.
16 DTBE2A.3.16
Les 16 Trezebelle tovert
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die verwijzen naar het tegengestelde. 20 DTBE2A.3.20
Les 20 Eng, blij of boos!
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten. ‐ Nadenken over betekenisopbouw: Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context. ‐ Nadenken over betekenisopbouw:Betekenis van een woord achterhalen door de context. 20 DTBE2A.3.20
Les 20 Eng, blij of boos!
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Nadenken over de titel.
‐ De term ‘titel’ gebruiken.
22 DTBE2A.3.22
Les 22 Help heks hulpkok!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over rijm.
3 DTBE2A.4.3
Les 3 Een boek uit de bib
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving geven van een woord. ‐ Nadenken over betekenisopbouw: Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context. De Taalbende Tweede leerjaar
26
Taalbeschouwing
(C) Plantyn
6 DTBE2A.4.6
Les 6 Het Ieniemieniehuis
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de bedoeling van het verkleinwoord. ‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de structuur en de vorming van het verkleinwoord. ‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: De term 'verkleinwoord' gebruiken.
8 DTBE2A.4.8
Les 8 Lees + boek = leesboek
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze worden opgebouwd en hoe ze kunnen worden geanalyseerd. 9 DTBE2A.4.9
Les 9 In het land van de Ieniemienies
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de bedoeling van het verkleinwoord.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de structuur en de vorming van het verkleinwoord. ‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: De term 'verkleinwoord' gebruiken.
10 DTBE2A.4.10
Les 10 Een probleem in de bib
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Teksten onderscheiden in fictie en non‐fictie.
10 DTBE2A.4.10
Les 10 Een probleem in de bib
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving van een woord. ‐ Nadenken over betekenisopbouw: Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten. 13 DTBE2A.4.13
Les 13 De Ieniemienies
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de bedoeling van het verkleinwoord.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de structuur en de vorming van het verkleinwoord.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: De term 'verkleinwoord' gebruiken. 14 DTBE2A.4.14
Les 14 Ssst, de leesfee leest voor!
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Teksten onderscheiden in fictie en non‐fictie.
17 DTBE2A.4.17
Les 17 Hallo! Hoor je mij?
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over leestekens: Nadenken over nut en het gebruik van leestekens op het einde van de zin: punt, uitroepteken en vraagteken. ‐ Nadenken over leestekens: De termen 'punt', 'uitroepteken', 'vraagteken' en 'leesteken' gebruiken.
20 DTBE2A.4.20
Les 20 Ping en pong spelen pingpong
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze opgebouwd worden en hoe ze geanalyseerd kunnen worden.
21 DTBE2A.4.21
Les 21 Leesboek, kookboek of tekenboek?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze opgebouwd worden en hoe ze kunnen worden geanalyseerd.
22 DTBE2A.4.22
Les 22 Hoera, Raf verjaart!
Taalbeschouwing ‐ Communicatie
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de ontvanger.
‐ Nadenken over communicatie: De termen 'schrijver', 'spreker', 'lezer', 'luisteraar' en 'boodschap' gebruiken.
23 DTBE2A.4.23
Les 23 Woordspelletjes
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten.
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context.
2 DTBE2A.5.2
Les 2 Hmm, wat een geurtje!
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het taalsysteem: Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal.
4 DTBE2A.5.4
Les 4 Dat verdient een duim!
Taalbeschouwing
‐ Nadenken over communicatie: Zichzelf situeren binnen het communicatieproces. ‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de ontvanger.
‐ Nadenken over communicatie:De termen ‘spreker’, ‘luisteraar’ en ‘bood‐ schap’ gebruiken.
5 DTBE2A.5.5
Les 5 Ik gooi een vlieger naar ...
Taalbeschouwing ‐ Communicatie
‐ Nadenken over communicatie: Zichzelf situeren binnen het communicatieproces.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de ontvanger.
‐ Nadenken over communicatie:De termen ‘schrijver’, ‘lezer’ en ‘boodschap’ gebruiken.
6 DTBE2A.5.6
Les 6 Waar is Wapper?
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Nadenken over de titel.
De Taalbende Tweede leerjaar
27
Taalbeschouwing
(C) Plantyn
7 DTBE2A.5.7
Les 7 Een brief van ...?
Taalbeschouwing ‐ Communicatie
‐ Nadenken over communicatie:Zichzelf situeren binnen het communicatie‐ proces.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de zender.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de boodschap.
‐ Nadenken over communicatie: Nadenken over de ontvanger. ‐ Nadenken over communicatie:De termen ‘schrijver’, ‘lezer’ en ‘boodschap’ gebruiken.
9 DTBE2A.5.9
Les 9 Vrienden op papier
Taalbeschouwing
‐ Vrij lezen: Plezier beleven aan het taalsysteem.
10 DTBE2A.5.10
Les 10 Hij of zij?
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die verwijzen naar hetzelfde.
14 DTBE2A.5.14
Les 14 Welk dier hoor ik?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden:De termen ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ gebruiken.
17 DTBE2A.5.17
Les 17 Eén knuffel, twee knuffels
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: De termen ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ gebruiken.
21 DTBE2A.5.21
Les 21 Woef woef! Piep piep?
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het taalsysteem: Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal.
22 DTBE2A.5.22
Les 22 Ik wens je veel geluk!
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die verwijzen naar hetzelfde.
23 DTBE2A.5.23
Les 23 Tijd om te spelen!
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving geven van een woord.
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten.
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden met meerdere betekenissen.
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die verwijzen naar hetzelfde.
2 DTBE2B.6.2
Les 2 Wat schilt er met je?
Taalbeschouwing
‐ Nadenken over communicatie in al haar aspecten: Nadenken over de niet‐talige vorm van de boodschap.
3 DTBE2B.6.3
Les 3 Zwarte Pfwiet
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving van een woord geven. De betekenis van een woord achterhalen door de context.
7 DTBE2B.6.7
Les 7 Alles heeft een naam
Taalbeschouwing ‐ Woorden
8 DTBE2B.6.8
Les 8 Ik sport!
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden, zoals een persoon, een dier, een plant of een ding.
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
11 DTBE2B.6.11
Les 11 Fit en gezond
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over onder‐ en bovenliggende begrippen.
17 DTBE2B.6.17
Les 17 Wat hoort bij elkaar?
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over onder‐ en bovenliggende begrippen.
19 DTBE2B.6.19
Les 19 Doet hij het of doet hij het niet?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
21 DTBE2B.6.21
Les 21 De woordenkok
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ De term ‘klank’ gebruiken.
‐ De term ‘letter’ gebruiken.
21 DTBE2B.6.21
Les 21 De woordenkok
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze opgebouwd worden en hoe ze geanalyseerd kunnen worden.
24 DTBE2B.6.24
Les 24 Een schat aan gezonde woorden
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
2 DTBE2B.7.2
Les 2 En er is ananas, Irene
Taalbeschouwing ‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving van een woord geven. Objecten, kenmerken, handelingen, omschrijvingen ... benoemen. Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten.
‐ Plezier beleven aan het creatief omgaan met taal.
5 DTBE2B.7.5
Les 5 Raar maar waar!
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Teksten onderscheiden in fictie en non‐fictie.
‐ Nadenken over de titel.
‐ De term ‘titel’ gebruiken.
7 DTBE2B.7.7
Les 7 Nieuws uit de poel
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Teksten onderscheiden in fictie en non‐fictie.
9 DTBE2B.7.9
Les 9 Op pad
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: De betekenis van een woord achterhalen door de context.
De Taalbende Tweede leerjaar
28
Taalbeschouwing
(C) Plantyn
10 DTBE2B.7.10
Les 10 Een gek schilderij
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Woorden onderscheiden in een zin en daarbij de term ‘woord’ gebruiken.
‐ Nadenken over bijvoeglijke naamwoorden: Inzien dat bijvoeglijke naamwoorden een kenmerk van iets of iemand aangeven.
12 DTBE2B.7.12
Les 12 Waar zit het verschil?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over bijvoeglijke naamwoorden: Inzien dat bijvoeglijke naamwoorden een kenmerk van iets of iemand aangeven.
15 DTBE2B.7.15
Les 15 Kikker of prins of kikkerprins?
Taalbeschouwing ‐ Teksten
‐ Teksten onderscheiden in fictie en non‐fictie.
17 DTBE2B.7.17
Les 17 Opkikkeren
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
19 DTBE2B.7.19a
Les 19a Dromen over een wollige walvis
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het kennismaken met talen en zelfvertrouwen opbouwen over de eigen talige competenties.
19 DTBE2B.7.19b1
Les 19b1 Zandgroenglijden op het zoetgele strand
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het kennismaken met talen en zelfvertrouwen opbouwen over de eigen talige competenties.
19 DTBE2B.7.19b2
Les 19b2 Vliegen en vallen
Taalbeschouwing
‐ Plezier beleven aan het kennismaken met talen en zelfvertrouwen opbouwen over de eigen talige competenties.
20 DTBE2B.7.20
Les 20 Pats boem!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
2 DTBE2B.8.2
Les 2 Schat gezocht!
Taalbeschouwing ‐ Woorden
‐ Nadenken over klanken en letters: Nadenken over klanken, klankcombinaties, letters en letterclusters. Nadenken over hoe klanken in letters worden weergegeven. Nadenken over de plaats van klanken in woorden, o.a. door discrimineren, analyseren … Nadenken over de uitspraak van klanken.
‐ Nadenken over soorten klanken en letters: Nadenken over andere klanken die worden weergegeven door meer dan één letterteken.
‐ Nadenken over de structuur van woorden, hoe ze opgebouwd worden en hoe ze geanalyseerd kunnen worden.
2 DTBE2B.8.2
Les 2 Schat gezocht!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over klanken en letters: Nadenken over de plaats van klanken in woorden, o.a. door discrimineren, analyseren …
‐ De termen ‘klinker’ en ‘medeklinker’ gebruiken.
5 DTBE2B.8.5
Les 5 Onder water!
Taalbeschouwing ‐ Woorden
5 DTBE2B.8.5
Les 5 Onder water!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden, zoals een persoon, een dier, een plant of een ding.
‐ De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
8 DTBE2B.8.8
Les 8 Zandkastelen bouwen!
Taalbeschouwing ‐ Woorden
9 DTBE2B.8.9
Les 9 Woeste piraten
Taalbeschouwing – Klanken en letters
11 DTBE2B.8.11
Les 11 Puzzelen maar!
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Een zin herkennen.
‐ Nadenken over het gebruik van hoofdletters bij het begin van de zin.
‐ Spelen en experimenteren met zinnen, woorden en woordgroepen door aan te vullen, af te bouwen, te vervangen en na te gaan wat kan en niet kan.
‐ Nadenken over de informatie die door de zinsdelen wordt gegeven en nadenken over de vragen: Wie‐doet‐wat‐waar‐wanneer?
‐ Nadenken over de bedoeling en de vorming van mededelende, vragende, uitroepende en bevelende zinnen.
‐ Nadenken over leestekens: Nadenken over het nut en het gebruik van leestekens op het einde van de zin: punt, vraagteken en uitroepteken.
‐ De term ‘zin’ gebruiken.
‐ De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
‐ De termen ‘punt’, ‘uitroepteken’, ‘vraagteken’ en ‘leesteken’ gebruiken.
14 DTBE2B.8.14
Les 14 Ding of doen?
Taalbeschouwing ‐ Woorden
22 DTBE2B.8.22
Les 22 Verboden te fantaseren!
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
1 DTBE2B.9.1
Les 1 Miss mama
Taalbeschouwing – Klanken en letters
5 DTBE2B.9.5
Les 5 Mijn naam is de mooiste!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden, zoals een persoon, een dier, een plant of een ding.
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Objecten, kenmerken, handelingen, omschrijvingen ... benoemen. Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten. Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context.
‐ Nadenken over klanken en letters: Verschillen en gelijkenissen ontdekken tussen geschreven letters onderling en tussen geschreven en gedrukte letters.
‐ De term ‘letter’ gebruiken.
‐ Nadenken over klanken en letters: Verschillen en gelijkenissen ontdekken tussen geschreven letters onderling en tussen geschreven en gedrukte letters.
‐ Nadenken over het alfabet: Inzien dat de letters van het alfabet in een vaste volgorde staan.
‐ De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden. Woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden, zoals een persoon, een dier, een plant of een ding.
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
‐ Nadenken over het alfabet: Inzien dat de letters van het alfabet in een vaste volgorde staan.
De Taalbende Tweede leerjaar
29
Taalbeschouwing
7 DTBE2B.9.7
(C) Plantyn
Les 7 Post!
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ Nadenken over klanken en letters: Verschillen en gelijkenissen ontdekken tussen geschreven letters onderling en tussen geschreven en gedrukte letters.
‐ Nadenken over het alfabet: Inzien dat de letters van het alfabet in een vaste volgorde staan. De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Nadenken over de bedoeling van het verkleinwoord. Nadenken over de structuur en de vorming van het verkleinwoord.
‐ De term ‘verkleinwoord’ gebruiken.
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden die naar hetzelfde verwijzen.
11 DTBE2B.9.11
Les 11 Liefje, schatje en zoetje
Taalbeschouwing ‐ Woorden
13 DTBE2B.9.13
Les 13 Paveltje
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
17 DTBE2B.9.17
Les 17 Deze quiz is niet mis
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
4 DTBE2B.10.4
Les 4 Puzzelen met woorden
Taalbeschouwing ‐ Woorden
9 DTBE2B.10.9
Les 9 Twee betekenissen, één woord
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
10 DTBE2B.10.10
Les 10 De droom van Kaat
Taalbeschouwing – Klanken en letters
‐ De termen ‘kleine letter’ en ‘hoofdletter’ gebruiken.
10 DTBE2B.10.10
Les 10 De droom van Kaat
Taalbeschouwing – Zinnen
‐ Nadenken over het gebruik van hoofdletters bij het begin van de zin.
14 DTBE2B.10.14
Les 14 Honderd vragen en antwoorden
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Betekenis van een woord achterhalen door de context.
16 DTBE2B.10.16
Les 16 Wat betekent dat ook alweer?
Taalbeschouwing ‐ Betekenissen
18 DTBE2B.10.18
Les 18 Lieve ogen en snelle benen?
Taalbeschouwing
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving van een woord geven. Objecten, kenmerken, handelingen, omschrijvingen ... benoemen. Gekende woorden toepassen in nieuwe, andere contexten. Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context. De betekenis van een woord achterhalen door de context. De betekenis van een woord achterhalen door het woord te analyseren.
‐ Nadenken over communicatie (en al haar aspecten): Zichzelf situeren binnen het communicatieproces. Nadenken over de zender. Nadenken over de boodschap. Nadenken over de ontvanger. Nadenken over de niet‐talige vorm van de boodschap.
‐ Talige en niet‐talige vormen van communicatie onderscheiden.
‐ De term ‘schrijver’ gebruiken.
‐ De term ‘spreker’ gebruiken.
‐ De term ‘boodschap’ gebruiken.
‐ De term ‘lezer’ gebruiken.
‐ De term ‘luisteraar’ gebruiken.
‐ Nadenken over betekenisopbouw: De betekenis van een woord achterhalen door hulp te vragen. Nieuwe woorden koppelen aan gekende woorden binnen dezelfde context.
‐ Nadenken over zelfstandige naamwoorden: Woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden, zoals een persoon, een dier, een plant of een ding.
‐ Nadenken over werkwoorden: Inzien dat werkwoorden meestal een handeling of een actie uitdrukken.
‐ Nadenken over bijvoeglijke naamwoorden: Inzien dat bijvoeglijke naamwoorden een kenmerk van iets of iemand aangeven.
‐ Nadenken over lidwoorden: Nadenken over het lidwoord dat bij een zelfstandig naamwoord past.
‐ Nadenken over ordening naar betekenis: Nadenken over woorden met meerdere betekenissen.
‐ Nadenken over betekenisopbouw: Een omschrijving van een woord geven.
De Taalbende Tweede leerjaar
30
Taalbeschouwing