Nieuwe Hollandse Waterlinie Fort Everdingen Naslagwerk Dirk de Groot. VOORWOORD Nadat ik 4 jaar lang op het mooie fort Erfprins in den Helder had gediend en de nodigde wachtjes had geklopt op fort Oostbatterij ben ik na enkele omzwervingen weer in Bunnik gaan wonen. In het plaatselijke krantje las ik in 1989 een oproep van Staatsbosbeheer. Het was de bedoeling om het fort bij Rijnauwen te gaan openen voor bezoekers en men zocht daar gidsen voor. Ik heb niet lang hoeven nadenken en heb mij aangemeld. We zijn in eerste instantie gestart met meer dan 60 gidsen. We kregen cursussen in presentatie, fortkennis, flora en fauna. We moesten leren wat er wel- en vooral niet mocht op het fort. Na de winter starten we in april 1990 met de eerste rondleiding. Vanaf het begin is dit een groot succes en honderdduizenden hebben inmiddels kunnen genieten van het fort bij Rijnauwen. Na de winter starten we in april 1990 met de eerste rondleiding. Vanaf het begin is dit een groot succes en honderdduizenden hebben inmiddels kunnen genieten van het fort bij Rijnauwen. Vanaf 2010 ben ik begonnen met het schrijven van naslagwerken over de forten en andere objecten van de nieuwe Hollandse Waterlinie. Ik heb geprobeerd om alle denkbare informatie over het fort Everdingen te documenteren om deze door te kunnen geven aan belangstellenden. De handleiding is nog niet compleet en zal dat waarschijnlijk nooit worden. Ook zullen er mogelijk fouten in staan of zijn verhalen niet compleet. Ik hou mij dus ten alle tijde aanbevolen voor aanvullingen, verbeteringen en bijzondere foto’s, tekeningen documenten, correspondentie en nieuwsberichten. [email protected] Citaten uit het register zijn geschreven in de die tijd gebruikelijke spelling. Mocht u losse foto’s, tekeningen en/of documenten willen hebben dan kunt u ze via deze link aanvragen: http://enceclopedy-van-de-waterlinie.123website.nl Dirk de Groot Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 2 Algemene gegevens Algemeen: Stelling: Object: Adres: Postcode: Plaats: Eigenaar: Beheerder: Nieuwe Hollandse Waterlinie Fort Everdingen Geen postadres NVT. Everdingen Defensie Defensie Object: Gebouwd: Gemoderniseerd: Gerestaureerd: Afmeting: Toegankelijk: 1842 - 1847 1874 Nvt. 11 hectare Het fort is eigendom van de DLG en kan niet bezocht worden. Contactpersoon: Naam: Organisatie: Stichting Honswijk en Everdingen Luchtfoto omstreeks 1926. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 3 Waar bouwde men dit fort. Naamgeving Veel forten zijn genoemd naar de streek of een plaats waar het gebouwd is. De naam is: Fort Everdingen genoemd naar het nabij gelegen dorpje Everdingen. Waarom bouwde men dit fort Het verdedigingswerk dient tot het in verband met het Fort bij Honswijk verdedigen van het door de Lek- en Lekdijken gevormd aces in de inundatie, terwijl het tevens het linker steunpunt vormt van de stelling tusschen de lek en de Waal. Ontwerp Het fort is ontworpen als torenfort. Een torenfort is een type fort gebouwd in de 19e eeuw en bestaat uit een centrale toren van twee of drie verdiepingen in zwaar bomvrij metselwerk. Rondom omgeven door wallen en een droge of natte gracht. In de toren waren kazematten voor vuurmonden en schietgaten voor handvuurwapens voor Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 4 respectievelijk kanonvuur voor het beschieten van de vijand op afstand en geweervuur voor de nabij verdediging. In de torens zijn logieslokalen, keuken, privaten, munitiebergplaatsen aanwezig. De toren stond vrij op het fortterrein en waren voorzien van niet functionele kantelen. Door de invoering van getrokken geschut verloren de forten al snel hun waarde. Ze waren goed zichtbaar en een ideaal doel voor het vijandelijk geschut. De bomvrije toren. Foto: Richard Trenning Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 5 De torenforten hadden in het midden een open schacht, Deze deed dienst als ventilatiekoker en gaf ook het daglicht de gelegenheid om naar binnen te schijnen. Goede ventilatie was zeer belangrijk de kanonnen gaven in die tijd een enorme hoeveelheid kruitdamp af die zo snel mogelijk moest verdwijnen om verder werken in de kanonkazematten mogelijk te maken. Niet alleen de kruitdamp moest uit het gebouw verdwijnen. Ook de lucht in de logieslokalen waar een flink aantal militairen onder minder goede hygiënische gehuisvest waren moest goed ververst worden. Niet alleen voor de algemene leefbaarheid maar ook voor het voorkomen van besmettelijke ziekten. Toch besloot men in 1861 om boven de schacht een dak aan te brengen. Door de uitvinding van het getrokken geschut en de invoer van rookzwak buskruit werden de wapens van de vijand trefzekerder en krachtiger. De torenforten waren goed zichtbaar en als “sitting ducks” een makkelijk doel voor de vijandelijke artillerie. Daarom besloot men in 1874 een Contrescarpgalerij aan de oostzijde van het fort. Deze werd aan de buitenzijde aangeaard en op deze manier weer bomvrij gemaakt. Geschiedenis Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 6 De blauw gekleurde tekst zijn de kanttekeningen van het Genieregister en van later datum dan het origineel. In de jaren 1842 – 1845 werd onder toezicht van den 1en Luitenant Ingenieur I.J. Nilant Bannier en den 2en Luitenant Ingenieur F.P. Klijnsma een fort gebouwd op het verenigingspunt van Lek- en Diefdijken. Ingevolge aanschrijving van het Departement van Oorlog d.d. 7 Februari 1842 N° 1 A had den 15en April daaraan volgende de aanbesteding plaats en den 13en Mei 1842 onder N° 12 A afdeling Genie de goedkeuring. Den 31en October 1845 werd het werk opgeleverd. Onder leiding van dezelfde officieren werd nog een bijvoegsel op dit bestek uitgevoerd, waarbij voorzieningen en herstellingen aan het fort werden aangebracht. Dit werd op prijstarief aanbesteed den 2en Juli 1845 onder N° 4 A afd. Genie. Den 19en September 1845 word aanbesteed het bouwen van eenen bomvrijen toren in het fort op het verenigingspunt van de Lek- en Diefdijken, narbij Everdingen. De aanbesteding werd goedgekeurd op den 18en October 1845 onder N° 48 B afd. Genie. De uitvoering had plaats onder opzicht van den 1en Luitenant Ingenieur Nilant Bannier en de 2en Luitenant van Assendelfs de Coningh. In 1861 werd op den rondweg boven den Toren een dak gemaakt. Dit werk werd aanbesteed den 30en Maart van dat jaar en de aanbesteding goedgekeurd op den 4en April 1861 onder N° 48 B. Den 1en Mei 1874 werd aanbesteed de verbetering van de werken bij Everdingen (1e en 2e gedeelte), welke besteding werd goedgekeurd op 7 Mei 1874 onder N° 63 G. Die verbeteringen bestonden wat het fort betreft, in het maken van eene contrescarpgalerij om den toren en het verbeteren van den toren en hadden plaats onder leiding van den Kapitein Ingenieur G.G.G Canter Cremers en den 1en Luitenant Ingenieur P.G. van Schermbeek. Op den 6en December 1875 werd aanbesteed “ het verbeteren van het Fort bij Everdingen (3e gedeelte)”, welke besteding op den 15en December van dat jaar onder N° 60 G werd goedgekeurd. Bij deze verbetering werd een deel van den Lekdijk, die aan de oostzijde van het fort een accès door de gracht vormde, door een steenen sluisbeer vervangen, en werd de vóór het fort gelegen wapenplaats geslecht. De werkzaamheden hadden plaats onder het opzicht van den 1en Luitenant –Ingenieur P.G. van Schermbeek en den 2en Luitenant-Ingenieur J.P. Koolemans Beijnen. Op den 13en November 1877 werd aanbesteed “de eindverbetering van de werken bij Everdingen”, welke bestedingen op den 21en November van dat jaar onder N° 61 G. werd goedgekeurd. Bij deze verbetering werden 2 bomvrije gebouwen A, 3 bomvrije gebouwen B, een blindeerbare wachterswoning en 2 artillerieloodsen gemaakt. Tevens werd het aardwerk verbeterd. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 7 De werkzaamheden hadden plaats onder het opzicht van van den KapitienIngenieur P.G. van Schermbeek den 1en Luitenant-Ingenieur G.H. Neiszen en later den 2en Luitenant-Ingenieur. G.H.A. Hijsberg. Op den 30en Oktober 1880 werd aanbesteed “de voltooing van de verbetering der stelling van Everdingen”, welke besteding op den 29en November van dat jaar, onder Ve Afd. Genie N° 67 werd goedgekeurd. Het werk bestond in hoofdzaak in het wijzigen van plongées en emplacementen, waartoe de bepalingen van het bestek tijdens de uitvoering bij aanschrijving van 30 Maart 1881 Ve Afd. Genie N° 81 eenigzins werden gewijzigd en in het maken van de aanwezige borstweringsmuren. Het had plaats onder het opzicht van den 2en Luitenant-Ingenieur G. H.A. Hijsberg. Eindelijk worden de navermelde werkzaamheden van minderen omvang aan het fort verricht. Als: het maken van de loods voor geniematerieel en de palisadenkap (bestek 1881); het maken van houten beschotten, het leveren van buizen in den toren en de contrescarpgallerij (bestek 1882); nog bij verschillende bestedingen in de jaren 1881, 1882, 1883, 1885, 1887 en 1888 eenige werkzaamheden aan het fort verricht, als: het maken van de loods voor geniematerieel en den palisadenkap; het maken van houten beschotten en het leveren van britsen in den toren de contrescarp, galerij, het doen van voorzieningen tot verbetering der ventilatie en waterdichtheid in enige gebouwen, het maken van een ijzeren afrastering in de keel van het fort, het ophogen van den omgelegen Diefdijk en het verbeteren der verlichting van lokalen in den toren. (bestek 1882) Het doen van voorzieningen tot verbetering van ventilatie en waterdichtheid in eenige gebouwen (bestek 1883); het maken van een ijzeren afrastering in de keel van het fort (bestek 1884); het ophogen van den omgelegden Diefdijk (bestek 1887); het verbeteren van de verlichting van lokalen in den toren (bestek 1890); het verzwaren van de steun- en vleugelmuur der bovenverdieping van gebouw B² en het verlengen van den bekleedingsmuur van dat gebouw, alsmede verhogen en verzwaren van de gronddekking van genoemd gebouw (bestek1898); het verbeteren van de afwatering van de ruimte tusschen toren en contrescarpgallerij (bestek 1899); het afbreken van de brug over de torengracht en het dempen van een gedeelte dier gracht (bestek 1899); het aanbrengen van een welpijp in de berm en voor een pompinrichting in het ringvertrek van den toren, ten behoeve van de drinkwatervoorziening in verband daarmede het wijzigen van de regenbakken in toren en contrescarpgallerij en het afleiden van het regenwater uit de bestaande druipkokers naar de torengracht (declaratie 1905 - 1906); Het maken en wijzigen van houten bekledingen, het maken van munitienissen en het wijzigen van eenig aardwerk (bestek 120/1907), Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 8 Borstweringen De borstweringen bestaan voor het gedeelte dat bij den eersten aanleg van het fort is gemaakt, dat is tot het peil van omstreeks 0 8.9 M + N.A.P. uit den grond afkomstig uit de ontgraving van de gracht. Het daarbij verkregen zand is in het lichaam dier borstweringen verwerkt met een 2 M. dikke bekleeding van aardspecie aan de buitenzijde en 1 M. dikke bekleeding van idem aan de binnenzijde. Tijdens de latere wijzigingen in het aardwerk zijn de verhogingen en verzwaringen, welke laatste grootendeels aan de binnenzijde zijn aangebracht, boven walganghoogte van zand gemaakt met kleibekledingen, ter dikte van 0.5 à 0.8 M. op hellingen van 1 op 2 of steiler en van 0.15 à 0.3 M., op de overige vlakken, behalve op de geschutemplacementen. Ook de bovenvlakken van opritten en walgangen bestaan uit zand. De hellingen der binnentaluds van de borstweringen zijn van 1 op 1, met uitzondering van de gedeelten, voorzien van borstweringen en van 2 geschutopstellingen in de linker-, 3 in de rechte frontbastions, 1 in het linker keelbastion en 3 in de keelcourtine, welke met hout bekleed zijn onder eene helling van 10 op 1. Van de borstwering van het oostelijk front is het gedeelte, behoorende bij 3 emplacementen van de courtine met oploopend plongée aangelegd. Voor het overige zijn alle plongees in dit front afdalend onder eene helling van 1 op 10. De vuurlijn van deze borstwering is op 10.3 M. + A.P. gelegen met uitzondering van de gedeelten die den overgang vormen van de beide bastions tot de courtine a;waar de vuurlijn op 11.1 M. + A.P. is gelegen en van het gedeelte borstwering nabij den saillant van het zuidoostelijk bastion, waar de vuurlijn op 9.5 M. + A.p. is gelegen. De borstweringdikte van dit front bedraagt: a van de gedeelten met oploopend plongee 5.5.M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 9 b van de rechterface van het noord-oostelijk bastion van den rechter schouderhoek van dit bastion en van de linkerschouderhoek van het zuidoostelijk bastion 10.- M. c van het gedeelte in den saillant van het zuid-oostelijk bastion 6 M. d voor het overige 7.- M. Van de borstwering van het zuidelijk front is het plangée overal afdalende onder 1 op 10 en is de vuurlijn op 9.5 M. + A.P. gelegen met uitzondering van het gedeelte dat den rechter schouderhoek en den rechterflank van het zuid-oostelijk bastion vormt en van een gedeelte der aan dien flank grenzende courtine, alwaar de vuurlijn op 11.1 M. + A.P, is gelegen. De borstweringdikte van dit front Bedraagt 4 M. met uitzondering van een gedeelte lang 13 M., ongeveer in het midden van de courtine gelegen waarvan de dikte 7 M. bedraagt. Van de borstwering van het westelijk front is het plongée eveneens overal afdalende onder 1 op 10. Van het middelste gebogen gedeelte dezer borstwering ligt de vuurlijn voor het grootste gedeelte op 10.3 M. + A.P. het overige is zij op 9.5 M. +A.P. gelegen. De borstweringdikte bedraagt overal 4.- M. Van de borstwering van het noordelijk front is het gedeelte behoorende bij 3 emplacementen van de rechterface van het noord-westelijke bastion met oploopend plongée aangelegd. Voor het overige zijn de plongées in dit front afdalende onder een helling van 1 op 10. De vuurlijn van de borstwering is voor het gedeelte dat de linkerface van het noordoostelijk bastion en de courtine vormt, op 11.1 M. + A.P. overigens op 10.3 M. + A.P. gelegen. De borstweringdikte van dit front bedraagd 5.5 M. voor het gedeelte dat met oploopend plongée is aangelegd, overigens 6.- M. Van het westelijk front zijn twee gedeelten, één ter lengte van 52.- M. en één ter lengte van 44.- voorzien van een infanteriebanket, breed 1.- M. en 1.3 M. beneden de vuurlijn gelegen. Voor het overige zijn de borstweringen als voor geschutvuur ingericht. In het rechter keelbastion is een gronddepot, ten deele van zand met eene bekleeding van klei, dik 0.3 M., en overigens van enkel klei. Gronddepot Grondophogingen Zooals op de teekening op blad 3 is aangegeven, zijn er in elk der beide zuidelijke bastions grondophoogingen aangebracht, met het doel als tijdelijke belasting te dienen voor later te bouwen bonvrije gebouwen. Het bovenvlak ligt wat betreft het zuidoostelijk bastion op 15.- M., wat betreft het zuidwestelijk bastion op 13.5 + A.P.; de taluds zijn van 4 : 5 zij bestaan uit zand met bekleding van klei dik 0.3 M., gedeeltelijk echter uit enkel klei. Emplacementen De bestemming van de emplacementen, alsmede de bijbehoorende hoofdrooilijnen en schootsvelden zijn aangegeven in den bewapeningsstaat van groep Vreeswijk (gedeelte bezuiden de Lek), vastgesteld bij Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 10 kabinetsaanschrijving van het departement van oorlog van 22 Augustus 1907, Litt U60. De 2 emplacemente in den saillant van het noordelijk bastion en de 2 middelste emplacementen op de op de linker face van het zuiderlijk bastion alle bestemd voor de kanons van 15 cM. L, zijn 2.2 M. beneden de vuurlijn gelegen en hebben een diepte van 8 . uit de vuurlijn gemeten. De 4 emplacementen op de rechterface van het noorwestelijk bastion, het omgebogen emplacement op de linkerface van het noordoostelijk bastion, de 4 middelste emplacementen op de courtine van het oostelijk front en het emplacement op het midden van de courtine van het zuidelijk front, liggen alle 1.7 M. beneden de vuurlijn gemeten van 8 M. met uitzondering van het laatsgenoemde, dat 5 M. diep is gemeten uit den voet van de borstweringmuren. Alle overige emplacementen liggen 1.6 M. beneden de vuurlijn en hebben een minste diepte van 5 M. gemeten uit den teen van het binnentalus der borstwering. Borstweringmuren Op 4 der hierboven genoemde emplacementen op de frontcourtine zijn de binnentaluds der borstweringen bekleed met te lood opgezette puinmuren, hoog 1 M. boven het emplacement, dik 0.75 M.. Deze puinmuren zijn gefundeerd op 2 platte lagen, welke zijn aangelegd op 0,5 M. beneden het bovenvlak der emplacementen, zij zijn afgedekt met holle vloeren en aan de voorzijde en aan de overige in het gezicht komende vlakken bekleed met een 0.05 M. dikke laag beton. In elk dezer borstweringmuren zijn 2 nissen, waarvan die in de 2 uitersten, binnenwerks breed 1.0-, hoog en diep 0.7 M., van hout en gesloten door een afneembaar ijzeren luik in 2 bladen, de overige, elk lang 1.-, hoog in het midden 0.5 M., met 0.1 M. pijl, diep 0.5 M. De achtersluitmuren der betonnissen zijn 0.25, de rechtstandmuren, voor zover deze achter den eigenlijken muur vallen 0,.35 M. dik. De betonnissen zijn aan de voorzijden gesloten door schuifdeuren van dubbel opgeklampte eiken planken, dik 0.022 M., welke bewegen tusschen een grenenhouten bovendorpel, zwaar 0.1 bij 0.2 M., en een eikenhouten nederdorpel, zwaar 0.07 bij 0.1 M. Deze dorpels zijn onderling verbonden door 4 grenenhouten stijlen, elk zwaar 0.1 bij 0.12 M. Overigens zijn nog borstweringmuren als voren aanwezig als: een lengte van 9 M. in het linker keelbastion; een lengte van 12 M. op de rechterface van idem; een ontwikkelde lengte van 32 M.; en een idem van 10 M. in het linker frontbastion; een lengte van 5.- en een idem van 10 M. op de linkerface van het rechter frontbastion; en een lengte van 13 M. in de zuidelijke frontcourtine. Op de 4 hierboven genoemde emplacementen, welke 2.2 op 1.7 M. beneden de vuurlijn gelegen zijn, zijn de binnentaluds de borstweringen bekleed met te lood opgezette puinmuren, en wel ter hoogte van 1.2 M. en ter dikte van 0.85 M. op de emplacementen, 2.2 M. beneden de vuurlijn zijn gelegen, en ter hoogte en ter hoogte van 1 M. en ter dikte van 0.75 M. op de emplacementen, die 1.7 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 11 beneden de vuurlijn zijn gelegen Deze puinmuren zijn gefondeerd op 2 platte lagen, welke zijn aangelegd bij eerstgenoemde muren op 0.6 M., bij de laatstgenoemde op 0.5 M. beneden het bovenvlak der emplacementen, zij zijn afgedekt met holle vloeren, en aan de voorzijde en aan de overige in het gezicht komende vlakken bekleed met een 0.05 M. dikke laag beton. Het voorvlak der 1.2 M. hooge muren is op 0.5, dat der 1 M. hooge muren op 0.4 M. achter de vuurlijn gelegen, terwijl de binnentaluds van de borstweringen boven de puinmuren met blokzoden zijn opgezet. De borstweringmuur op het meest noordelijk gelegen emplacement in het noordwestelijke bastion, en die op het middelste emplacement in de courtine van het zuidelijk front zijn elk voorzien van 4 nissen lang 1.2-, diep 0.5- in het midden hoog 0.5 M. met 0.1 M. pijl. De overige borstweringmuren zijn elk voorzien van 2 nissen, alle in het midden hoog 0.5 M. met 0.1 M. pijl. Hiervan zijn die in de 1.2 M. hooge borstweringmuren 0.6 M, de overige 0.5 M. diep, terwijl de lengte van deze nissen in de muren op de 2 emplacementen in den saillant van het noordoostelijke bastion 1.2 M. en overigens 1 M. bedraagd. De achtersluitmuur der nissen zijn 0.25 M., de rechtstanden voor zoover deze achter den eigenlijken muur vallen, 0.35 M. dik. Alle nissen zijn aan de voorzijde gesloten door schuifdeuren, van dubbel opgeklampte eiken planken dik 0.022 M., welke bewegen tusschen een grenenhoeten bovendorpel, zwaar 0.1 bij 0.2 M. en een eikenhouten onderdorpel zwaar 0.97 bij 0.1 M. Deze dorpels zijn onderling verbonden door grenenhouten stijlen ieder zwaar 0.1 bij 0.2 M. Berm De berm ligt bij het buitendijks gelegen gedeelte van het fort op 4 M + A.P. (met uitzondering van het gedeelte vóór het noordwestelijk bastion, waarvan het peil afwisselt tisschen 4.- en 4.5 M. + A.P.) en heeft een breedte van 2 M. met uitzondering van het gedeelte vóór de courtine van het oostelijk front, waar hij een breedte heeft van 3 M. Ten zuiden van den Lekdijk wisselt het peil af tusschen 2.40 en 4 M. + A.P. en de breedte tusschen 2.5 en 3 M. Beplantingen In de binnenruimte van het fort staan 121 iepenbomen, op de taluds van gronddekkingen van twee gebouwen, op die van enkele traversen en op het plongée van de infanterie borstweringen staan hagen Virginische kers ter gezamenlijke lengte van 220 M. Op het buitentalud van de borstwering staat een strook wilgen hakhout breed 0.5- lang 535 M.; op den berm staan een doornenhaag lang 1210 M., een rij hakhout, lang 845 M., 24 knotwilgen en 180 schietwilgen; binnen de grenzen van den militaire landsgrond staan voorts buiten de gracht van het fort: 183 schietwilgen, 108 populieren, 84 iepenbomen 681 M. wilgen hakhout en 1200 M2 wilgen hakhout (bij het Rietgat). In den tuin van de militairen wachter staan enkele vruchtbomen en struiken. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 12 De berm is beplant met eene doornenhaag en 221 telgen tot schietwilgen. Op het terreplein en den walgang zijn 118, op den rondweg nabij de schotbalksluis 28 iepentelgen geplant. Meidoorn Iep Op de berm werd vooral wilg gepland. Daarboven op de wal de meidoorn en achter de wal iep, kastanje, linde e.d. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 13 Grachten Rondom het fort bevindt zich eene gracht welke door den zuider Lekdijk in een buiten- en binnengracht wordt verdeeld. De bodems van beide gedeelten gracht liggen ongeveer op 0.2 + N.A.P. De buitengracht is een gesloten kom. Die door duikers l-m, n-o en p-q met de Goilberdingen en Everdingerwaard in verbinding kan worden gebracht. Bij lekstanden boven 4.45 M. + N.A.P. staat zij met de lek in open verbinding. Het westelijk deel van de buitengracht heeft bij den middelbaren stan van 2.7 M. + A.P. eene breedte van gemiddeld 30 M. Het oostelijk gedeelte daarvan, dat als doet dienst toeleidings-inundatiekanaal. De binnengracht is eveneens een gesloten kom, die door den duiker i-k met het polderdistrict Culemborg in verbinding kan worden gebracht. De waterstandin beide gedeelten wordt met het oog op een goede waterverdeeling, geregeld naar de lekstanden. dient heeft bij den waterstand eene gemiddelde breedte van 5.5 M. De binnendijks fortgracht heeft heeft bij den gemiddelde waterstand van 1 M. + A.P. eene gemiddelde breedte van 25 M. Het voorlopige inundatiepeil Bedraagt 1.5 4, het volledig 2.5 11.8 M. + N.A.P. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 14 In de binnenruimte van het fort bevindt zich aan tegen de westzijde van de toren, en hier tegen aansluitende, de torengracht. Op de bodem, welke op 0,6 0.8 M. + N.A.P. ligt heeft die gracht een breedte van 4 M.. en een ontwikkelde lengte van ongeveer 40 24 M., zij staat door middel van een afsluitbaren duiker g f in gemeenschap met de binendijksche fortgracht. Afwatering In het terreplein van het fort, dat op 4 3.8 M. + N.A.P. is gelegen zijn 6 7 zinkputten, gemaakt, die waarvan 6 met den bovenkant op 3.8 3.6 en 1 op 3.35 M. + N.A.P., zijn gelegen en aldaar gesloten zijn door ijzeren roosters (die in de genieloods is met grond bedekt) die zinkputten zijn onderling en met de druipkokers van de gebouwen A1 en A2en met de torengracht verbonden door eene geleiding van potbuizen, zooals op den Platten grond van het fort (blad 3) met roode lijnen is aangegeven. De zinkput in de genieloods en die nabij de torengracht zijn bovendien met grond gedekt. Zes der zinkputten zijn onderling en met de druipkokers van de gebouwen A1 en A2 en met de torengracht verbonden door een geleiding van potbuizen, terwijl de zinkput nabij de torengracht daarmede verbonden is door een leiding van gegoten ijzeren buizen, die aan de grachtzijde afsluitbaar is met een ijzeren stop. Drinkwater Het water uit de regenbakken van de contrescarpgallerij en den Toren is bruikbaar alleen als drinkwater, niet m te koken. Het grachtwater is terstond bruikbaar tot bereiding van het eten, maar wordt eerst bruikbaar na filtratie tot drinkwater. Het welwater uit de pomp op het terreplein (zie den plattengrond van het fort) is onbruikbaar en kan niet bruikbaar worden gemaakt. Deze pomp staat op een Nortonbuis met den onderkant 16.50 M. onder het maaiveld. Van het water uit de welput in den Toren (zie blad 3) is geen onderzoek bekend. Dijken Aansluitende tegen de courtine van het van het oostelijk front loopt dwars door de fortgracht ter plaatse de Zuider Lekdijk welke voor een gedeelte als waterkering is vervangen door een steenen sluisbeer. Deze dijk en de sluisbeer zijn nader omschreven in het Hoofddeel B. Inundatiekanaal bij Everdingen. Aansluitende tegen de courtine van het westelijk- of keelfront van het fort, loopt eveneens dwars door de gracht ter plaatse, een ander deel van de Zuider Lekdijk met de kruin, ter breedte van 5 M., op7.9 M. + N.A.P. gelegen, en taluds aan weerszijden van 1 hoogte op 2 aanleg. Tegen het binnentalud van dien dijk bevindt zich, met het bovenvlak breed 18 16- gemiddeld lang 24 M., op 5.9 5.7 M. + N.A.P. gelegen een verzwaring of emplacement waarop de wachterswoning Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 15 is gelegen. Ten westen van dit emplacement is het overblijvend gedeelte dijk in de fortgracht van 2 bermen tegen het binnentalud voorzien als: 1 braad 7 8 M. op 4.5 4.3 M. + N.A.P. gelegen en 1 breed 1.- M., op 1.- 0.8 M. + N.A.P. gelegen ten zuidwesten van het fort loopt langs den buitengrachtboord, de omgelegde Diefdijk welke tegenover de courtine van het zuidelijk front tegen den ouden Diefdijk en tegenover de courtine van het westelijk of keelfront tegen de Zuider Lekdijk aansluit. Hij is met de kruin, ter breedte van 6 M. gelegen op minstens 7 6.8 M. + N.A.P. en met een oprit onder een helling van 1 : 40 met het bovenvlak van den Zuider Lekdijk verbonden Het buitentalud, dat gedeeltelijk samenvalt met het grachtstalud ter plaatse, helt onder 1 hoogte op 3 aanleg het binnentalus helt van 6.9 7 tot 4.- 3.8 M. + N.A.P. Onder 1 hoogte op 3.72 aanleg en van het peil van 4 3.8 M. + N.A.P. tot op het maaiveld onder 1 hoogte op 2 aanleg. Bij de aansluiting met den ouden Diefdijk is over 20.- M. lengte vanaf de binnenkruin van dien dijk gemeten en met geleidelijke aansluiting aan het overig deel dijk, het profiel als volgt: de kruin is breed minstens 9.- M., het buitentalus heeft een helling van 1 hoogte op 1.25 M. aanleg het binnentalud van 1 hoogte op 2 aanleg met een 5 M. breeden berm op 6.1 5.9 M. + N.A.P. gelegen, deel uitmakende van een der later te vermelden geschutbanken achter den Diefdijk. De dijk bestaat geheel uit klei. De Lekdijk ten oosten van het fort is met den Diefdijk verbonden door den Rondweg, lopende langs de zuidoostelijke fortgracht. Deze wegheeft een breedte van 5 M., ligt op 3.15 2.95 M. + N.A.P., met 0.15 M. tonronte daaronder en is met de Lek- en Diefdijken verbonden door opritten onder 1:20. Op den Rondweg en de opritten ligt een grintbaan breed 3 M. Vanaf den Diefdijk te zuiden van het fort ligt op den omgelegden Diefdijk tot aan den Zuider Lekdijk ten westen van het fort een grindweg ter breedte van 3 M. en voorzien van 0.1 M. tonronte. Bovendien loopt van den Zuider Lekdijk ten westen van het fort langs het gebogen keelfront een toegangsweg naar het inwendige van het fort. Deze weg is breed 5 M., heeft een grintbaan van 3.- M. breedte, ligt met de as op 7 6.8 M + N.A.P. en is met de lekdijk en het terreplein van het fort verbonden door opritten onder 1:20. Afrasteringen Langs de buitenkruin van den omgelegden Diefdijk is een 345.- M. lange doorgaande afrastering gesteld van glintingpalen en regels, langs beide zijden van de kruin van den Rondweg langs den torengracht en ter weerszijden van den oprit bij de artillerieloods b staan mede afrasteringen samengesteld als boven, deze glintingen zijn op den platten grond op bladz. 3 aangegeven. Hek Langs de buitenkruin van den omgelegden Diefdijk is een 345.- M. lange doorgaande afrastering gesteld van glintingpalen en regels, langs beide zijden van de kruin van den Rondweg langs den torengracht en ter weerszijden van den oprit bij de artillerieloods b staan mede afrasteringen samengesteld als boven, deze glintingen zijn op den platten grond op bladz. 3 aangegeven. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 16 Geschutbanken langs den Diefdijk Tegen de binnenhelling van den ongeveer zuidwaarts lopende Diefdijk zijn 3 geschutbanken aangelegd, met het bovenvlak breed 5 M. gelegen op 6.1 5.9 M. + N.A.P. op 0.90 M. onder de kruin van den Diefdijk. De geschutbanken zijn door opritten gemiddeld breed 5.-M. onder een helling van 1:10 met den op 4.- 3.8 M. + N.A.P. gelegen binnenberm van den Diefdijk verbonden. De geschutbanken liggen achtereenvolgens met haar noordelijk uiteinde op 1.9 M., 497.50 M. en 792.50 M. van de as van den toren verwijderd. D noordelijke geschutbank heeft een ontwikkelde lengte van 60 M. de twee overige hebben ieder een lengte van 22.- M. Zij zijn aangegeven op den plattengrond op bladz. 3. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 17 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 18 Grenzen De grenzen van de militaire landsgronden, die kadestraal behooren tot sectie A Gemeente Everdingen en sectie H Gemeente Culemborg zijn aangegeven op het plan van de Militaire Landgronden op blad 11. Die gronden sluiten aan, aan de noordzijde bij de grenspalen 21 en 27 tegen het Militaire Landsdomein van het toeleidingskanaal en aan de zuidzijde bij de grenspalen 6 en 7d tegen de Militaire Landsgronden van het inundatiekanaal. De grenzen van de Militaire Landsgronden waarop de 2 zuidelijkste geschutbanken achter den Diefdijk zijn gelegen, vormen elk een gesloten figuur en zijn figuratief mede op bovengenoemd plan (bladz. 11) aangegeven. De op deze gronden betrekking hebbende processen verbaal, koopakten en overeenkomsten zijn de volgende: 1e Proces verbaal opgemaakt de 20en December 1847 met Mr M.P.A.R. van Hoijtema als Dijkgraaf en B. van der Mandele en J.J.H.C. Horn als heemraden van het prlderdistrict Culemborg, ter bepaling van de grensafscheiding met de perceelen sectie H Gemeente Culemborg No 578 en 579 (thans sectie en Gemeente als voren No 694.) 2e Proces verbaal opgemaakt den 22en Februari 1848 met J.G.F. van Hoijtema en Bringerberg als vertegenwoordigend het Dijkbestuur van het land van Everdingen, ter bepaling van de grensafscheiding met het perceel sectie A Gemeente Everdingen No 8 (thans sectie en Gemeente als voren No 503.) 3e Proces verbaal opgemaakt den 24en Maart 1848 met de leden der commissie belast met het beheer der Lingewerken ter bepaling van de grensafscheiding met de perceelen sectie A Gemeente Everdingen No 422 en 443 (thans sectie en Gemeente alsvoren No 807 en 809.) Deze grenslijn is in 1877 verlengd als gevolg van de koopakte gesloten op 10 November 1877 en hieronder 16e vermeld. 4e Proces verbaal opgemaakt den 24en Januari 1848 met W.J.A, Terhorst, betrekkelijk de grensafscheiding met de perceelen sectei H gemeente Culemborg No 571 en 572 (thans sectie en Gemeente als voren No 598 en 1048.) 5e Proces verbaal opgemaakt den 25en Januari 1848 met Dirk Schrijvershof betreffende de grensafscheiding 0.a. met de perceelen sectie H Gemeente Culemborg No 567, 475 (thans Gemeente en sectie alsvoren No 746 en 729.) 6e Proces verbaal opgemaakt den 25en Januari 1848 met Gerrit Werckhoven, mede ter bepaling van de grensafscheiding sub 1e genoemd. 7e Proces verbaal opgemaakt den 24en Januari 1848 met weduwe A. Wijnen en G.H. Wijnen, betreffende de grensscheiding met de perceelen sectie H Gemeente Culemborg No 575,577, 474a, 472b, 474b, 474c, 476, 477, 478 en 478a (thans Gemeente en sectie alsvoren No 738.) 8e Proces verbaal opgemaakt den 25en januari 1848 met J. Schrijvershof c.a. ter bepaling van de grensafscheiding met de perceelen sectie H. Gemeente Culemborg No 573, 574 en 463 (thans gemeente en sectie alsvoren No 738.) 9e Proces verbaal opgemaakt den 27en December 1847 Met D. de Jongh cz ter bepaling o.a. van de grensafscheiding met het perceel sectie A Gemeente Everdingen No 12 (thans Gemeente en sectie alsvoren No 535 en 534.) 10e Proces verbaal opgemaakt den 25en Januari 1848 met P. Tukker c1 betreffende de grensafscheiding o.a. met de perceelen sectie A Gemeente Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 19 Everdingen N0 10, 9 en 8 (thans sectie en Gemeente alsvoren No 501, 502 en 503.) 11e Proces verbaal opgemaakt den 20en December 1847 met H.P.A.R. van Hoijtema ci mede ter bepaling van de grensscheiding sub 3e genoemd. 12e Koopakte, gesloten op 15 April 1874 met J,H.A. Ziegenhert van Rosenthal betreffende een gedeelte van het perceel sectie A Gemeente Everdingen No 544 later geworden No 719. 13e Koopakte, gesloten op 15 April 1874 met J. van der Gun betreffende o.a. de perceelgedeelten sectie H Gemeente Culemborg No 595, 564, 565 en 437 (tans Gemeente en sectie alsvoren No 1058, 1057, 1053 en 1056.) 14e Koopakten gesloten op 12 September 1874 met G.P. van Brakel c1, betreffende 0.a. de perseelsgedeelten sectie H Gemeente Culemborg No 568 en 569 (thans Gemeente en sectie alsvoren No 1050 en 1049.) 15e Koopakte gesloten op 10 November 1877 met J.H.A. Ziegenhirt van Rosenthal betreffende de perceelen sectie A Gemeente Everdingen No 719 en 720. 16e Koopakte gesloten op 10 November 1877 met J.G.F van Hoijtema c1 betreffende de perceelsgedeelten sectie A Gemeente Everdingen No 466 en 508. 17e Vonnis, gewezen op 17 Mei 1878 inzake de onteigening der perceelgedeelten Gemeente Everdingen Sectie No 423 en 424. 18e Overeenkomst gesloten op 31 Augustus 1874 met den Dijkstoel van het polderdistrict Culemborg betreffende het afsluiten voor openbaar verkeer van den tot het Domein van Oorlog behoorenden weg over den Zuider Lekdijk en van de wegen in het fort bij Everdingen, en het in plaats daarvan openstellen van de binnendijk gelegen rondweg langs den zuidoostelijken binnengrachtsboord tot op den Diefdijk na ophoging van dien weg. 19e Overeenkomst gesloten op 19 Mei 1875 met hetzelfde lichaam betreffende het maken van een sluisbeer in den Zuider Lekdijk in de gracht van het Fort bij Everdingen. 20e Overeenkomst, gesloten op 18 Juni 1877 met hetzelfde lichaam betreffende het omleggen van een deel Diefdijk langs den zuidwestelijken buitengrachtsboord van het Fort. 21e Overeenkomst gesloten op 18 juni 1877 met Dijkgraaf en Hoogheemraden van de Vijf Heren Landen betreffende de onder 20e genoemde aangelegenheid. 22e Overeenkomst gesloten op 20 Juni 1877 met de commissie voor gemeene belangen van de Hoogheemraadschappen der Alblasserwaard met Arkel beneden de Zouwe en de Vijf Heren Landen, betreffende dezelfden onder 20e genoemde aangelegenheid. 23e Overeenkomst gesloten op 6 Februari 1880 met hetzelfde lichaam, strekkende tot wijziging van de onder 22e genoemde overeenkomst. 24e Overeenkomst gesloten op 25 Augustus 1880 met hetzelfde lichaam, strekkende mede tot wijziging van de onder 22e , en tevens tot wijziging van de onder 23e genoemde Overeenkomsten. Op deze rijksgronden rusten de volgende erfdienstbaarheden: Ten behoeve van de waterloozing der betrokken polders is de staat verplicht in behoorlijken toestand te onderhouden: Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 20 a Onder den Rondweg binnendijks gelegen een houten duiker gemerkt i k, gemeenschap daarstellende tusschen de zoogenaamde kwelsloot en de binnendijksche fortgracht. b Onder den Noodweg buitendijks ten westen van de fortgracht, twee houten duikers gemerkt n o en p q en c onder den Noodweg buitendijks ten oosten van de fortgracht, een houten duiker gemerkt l m, welke laatstgenoemde drie duikers watergemeenschap daarstellen tusschen de buitendijks gelegen fortgracht en den buitendijks gelegen watergang van de Goilberdinger en Everdinger waarden. De beide genoemde Noodwegen zijn nader omschreven in Hoofddeel B. Inundatiemiddelen bij Everdingen. De Rondweg binnendijks, ten zuidoosten om de fortgracht loopende, moet gehouden worden op een peil van minstens 3.- M. + A.P. met 0.15 M. tonronte daarboven, op een bovenbreedte van 5.- M. en met den Diefdijk en den Zuider Lekdijk verbonden zijn door opritten terzelfde breedte en onder een helling van 1 hoogte op 20 aanleg. De Rondweg moet ter breedte van 3 M. begrind en onderhoeden worden en van glintingen voorzien zijn, terwijl hij voor een ieder ter passage moet zijn opengesteld. De deelen Zuider Lek- en Diefdijk, welke op zandgrond gelegen zijn, moeten door den staat worden onderhouden op de afmetingen, als hiervoren onder het zijhoofd dijken zijn genoemd. In tijd van vrede zullen die dijksdeelen, benevens de gedeelten van den hoofdwal van het fort, welke als waterkering dienen, immer toegankelijk zijn voor de beambten van ’s Rijks Waterstaat en de beambten en leden van de betrokken dijks- en andere besturen, tot onderzoek van de toestnd daarvan en zullen deze bij buitengewone hooge waterstanden zoodanige tijdelijke voorzieningen mogen aanbrengen als hen noodig voorkomt. De onkosten op deze voorzieningen vallende, zijn wat den omgelegen Diefdijk aangaat, voor rekening van den staat, overigens voor rekening van de betrokken dijks- of polderbesturen. Het herstel van alle doorbraken of andere rampen aan genoemde dijksdeelen van het Rijk plaats grijpenden komt ten laste van de staat, voor zooverre zulks niet tot de bemoeienis van den Waterstaat behoort en voor zooverre partikulieren niet daartoe verplicht zijn. De weg over den Zuider Lekdijk en door het fort zullen tijdelijk voor het openbaar verkeer opengesteld worden, wanneer de de Rondweg onbruikbaar zal zijn door overstroming ten gevolge van een doorbraak in de Betuwsche dijken. Het op rijksgrond gelegen deel van den Diefdijk moet ter breedte van 3.- M. begrind zijn en langs de grachtzijde moet op het bovenvlak hiervan een doorgaande glinting, hoog 1.1 M. gesteld zijn. Het bovenvlak moet met dat van den Zuider Lekdijk verbonden zijn door een oprit onder 1 hoogte op 40 aanleg, terwijl de vermelde grindweg voor een ieder ter passage moet zijn opengesteld. Het Rijksterrein langs den binnen- of westelijken voet van den dijk moet ter breedte van minstens 30.- M. waterpas uit de as van de kruin des dijks gemeten op een minimum hoogte van 0.7 M. + A.P. gehouden worden. De Omgelegde Diefdijk zal in de tweede helft van de maand Juni van ieder jaar, op een dag door den Staat of door de Commissie voor gemeene belangen van de Hoogheemraadschappen van den Alblasserwaard met Arkel beneden de Zouwe Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 21 en de Vijf Heeren Landen een week te voren op te geven, door gemachtigden van beide lichamen worden opgenomen en zoo blijken mocht dat hij niet de bepaalde afmetingen bezit, zal door den staat daarin binnen 2 maanden moeten worden voorzien. Verder heeft de staat zich verbonden om de omwalling van het fort bij Everdingen nimmer van minder profiel te doen zijn dan de aansluitende Culemborgsche dijken zijn of zullen gemaakt worden. Eindelijk moeten de aan den staat behoorenden deelen van de vroegere perceelen sectie A No 446 en 508 door een behoorlijke afrastering, geschikt tot keering van vee worden gescheiden van de daaraan grenzende gronden. Die afrastering moet door den staat bekostigd en in behoorlijken toestand gehouden worden. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 22 Bestek van een limietpaal waarmee de grenzen van de militaire landgronden zijn aangegeven. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 23 Limietpaal 20 fort Everdingen Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 24 In 1870 worden er twee bomvrije gebouwen en een blindeerbare wachterswoning geplaatst. Blindeerbaar betekend dat de woning door het versterken met hout, zandzakken en aarde verdedigbaar gemaakt konden worden. Zolang de vijand niet in zicht was werd de woning gebruikt als “wacht” en onderkomen voor de wasvrouw. Ook bouwt men 2 artillerieloodsen en worden de aardwerken verbetert. Alles werd uitgevoerd onder toezicht van Kapitein Ingenieur P.G van Schermbeek en de Luitenant Ingenieur G.H. Nieszen. In 1880 worden de plongées en de emplacementen aangepast. Tevens worden er borstweringsmuren gebouwd. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 25 Plattegrond van het eerste ontwerp uit 1839 Plattegrond van het sluizenstelsel uit 1880. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 26 Plattegrond uit 1900. Plattegrond uit 1914 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 27 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 28 Gebouw A. Het gebouw bestaat uit 3 verdiepingen en bevat 18 vertrekken verdeeld als volgt: Nr. van het lokaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Bestemming Benedenverdieping Officierenwachtlokaal Gang met traplokaal Lang In M Breed In M Hoog in top 3 23,87 13,7 2,76 2,7 3 3 3 8,34 1,98 5,75 4 5 50,9 en 1,17 0,90 4 3,5 3,5 1,585 1,585 5 3,5 4 4 2,3 2– 2,5 en 2,61 2 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,38 2,5 2,5 2,5 6 5 2,5 13 Gang Hijschplaats Hoofd munitiemagazijn Vulplaats Hoofd munitiemagazijn Portaal Hoofd munitiemagazijn Schuilplaats Wachtvertrek Hoofdmunitiemagazijn Bovenverdieping Remise 14 15 Schuilplaats Remise 6 6 3,5 4 2,5 2,5 16 17 18 Tusschenverdieping Bergplaats Idem Idem 6 6 6 5 3,5 4 2 2 2 Aanmerkingen Hierin een ijzeren trap breed 0,63 M. Hierin een hijschtoestel Voor 250 buskruittonnen Voor 4 kanons. Hierin twee nissen voor munitieberging lang 1, breed 0,66, hoog in top 1.22 M., met 3 planken met oppervlak aan bergruimte 2 M2. Voor 2 kanons. Hierin hijschtoestel met lier en 2 nissen voor munitieberging als in lokaal 13 Voor levensmiddelen Idem Idem In dit gebouw is 8,4 M. projectielrak aanwezig, gevende 12,6 M2 oppervlak. Aan het gebouw zijn 4 vleugelmuren en wel: 2 benedenvleugelmuren aan de beide einden van het benedenfront, ieder lang 2,63 M. en van boven gedekt met eene rollaag waarvan de bovenkant op 9,5 M. + AP ligt benevens 2 bovenvleugelmuren in aanleg zwaar als de fondamenten opgaande tot 9,5 M. + AP te lood en hierboven met laagsgewijze versnijdingen aan de achterzijde, zoodanig dat op 0.44 M. onder de bovenzijde de dikkte 1 M. en de bovendikte 0.67 M. bedraagt. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 29 Tusschen de bovenvleugelmuren is op de bovenste aanrazeringsvlakken een steunmuurgeplaatst, met inbegrip van de vleugelmuren lang 21.05 M. en waarvan de bovenkant over eene lengte van 10.- M., gelegen is op 14.- M. + A.P. Noordwaarts daalt die bovenkant verder over een lengte van 6 M. tot 12.45 M. + A.P. en zuidwaarts over een lengte van 5.05 M. tot 12.435 M. + A.P. Op de aanrazeringsvlakken der onderste dek gewelven, is tusschen de benedenvleugelmuren een steunmuur gemetseld lang 20.26 M. en met het bovenvlak op 9.50 M. + A.P. gelegen. De steun en vleugelmuren zijn gedekt met eene rollaag. De steunmuren beneden de rollagen hellen aan de achterzijde onder 3:1. Constructie Het gebouw rust op eene fundering bestaande uit 318 palen, gemiddeld lang 11.M. Drie kespen ieder lang 15.5 M. zwaar 0.25 bij 0.25 M., verbinden iedere 12 palen in de diepterichting van het gebouw. De boveneinden van de palen steken 0.30 M. in een betonbed, dik 1.- M. aanvangende op 0.60 M. + A.P. en aan alle zijden 0.50 M. buiten de fundamenten uitstekende, behalve aan de achterzijde van de benedenvleugelmuren, waar dit uitstek 0.06 M. en aan de achterzijde van de Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 30 noordelijke bovenvleugelmuur, waai dik 0.90 M. bedraagt. Op de betonlaag zijn de fundamenten aangelegd ter dikte van de schoone muren voor de eindrechtstanden en de beide bovenvleugelmuren voor de tusschenrechtstanden ter dikte van de schoone muren opgeteld met 0.22 M., waarvan aan iedere zijde evenveel voor den voorsluitmuur ter dikte van den schoonen muur, opgeteld met 0.33 M., geheel aan de achterzijde en voor den achtersluitmuur ter dikte van den schoonen muur opgeteld met 0.66 M., geheel aan de voorzijde. Terwijl de fundamenten der benedenvleugelmuren aangelegd zijn ter dikte van 2.5 M. en tot 4 M. + A.P. aan alle zijden te lood opgaan. Tusschen de fundamenten van de rechtstanden zijn 3 anderhalfsteens aardbogen gemetseld, de noordelijke heeft een spanning van 4.89 M., de zuidelijke van 3.89 M. terwijl de tusschen gelegen aardboog een spanning heeft van 3.28 M. De toppen der binnenwelflijnen liggen op 3.65 M. + A.P. De dekgewelven der lokalen der bovenverdieping over de volle lengte en die der beneden verdieping over de voorrste 7.17 M. der lengte zijn 3 steen dik, alle overige gewelven zijn 1½ steen dik. De lokalen 1, 9 het zuidelijk gedeelte van 2 en 16 zijn gedekt met segmentsgewelven, waarvan de binnenwelflijn voor de eene beschreven is met eenen straal van 4.- M., voor de andere helft met eenen van 3.- M. De lokalen 5, 6, 7, 8, 10 en 14 zijn gedekt met segmentsgewelven beschreven met eenen straal van 3.31 M. Lokaal 17 is gedekt met een segmentsgewelf, beschreven met eenen straal van 2.80 M. De dekgewelven van de lokalen 4, 11, 12 en 18 zijn voor de eene helft beschreven met eenen straal van 3.- M. voor de andere helft met eenen van 2.5 m. Bij de lokalen 13 en 15 wordt de geboorte van de segmentswelven aan de buitenzijde van het gebouw gevormd door stukken kantsteen, waarvan de binnenwelflijn is beschreven voor lokaal 13 met een straal van 0.65 M., voor lokaal 15 van 0.716. Bij lokaal 13 is het tegen de kantsteenen aansluitende segmentsgewelf tot aan den top beschreven met eenen straal van 5.6 M. en voor de overblijvende helft met eenen straal van 4.81 M. Bij lokaal 15 is het segmentswelf aansluitende tegen de kantsteen tot aan den top beschreven met eenen straal van 3.65 M. en voor de overblijvende helft met eenen straal van 3.20 M. De gang 3 en het noordelijk gedeelte van 2 zijn gedekt met een half cirkelvormig gewelf dik 3 steen, waarvan de top der binnenwelflijn gelegen is op 6.1 M + A.P. De toppen der binnenwelflijnen zijn gelegen: die van de lokalen der benedenverdieping (met uitzondering van het gedeelte van lokaal 2 dat beoosten lokaal 5 ligt) op 6.6 M. + A.P., die van de lokalen der tusschenverdieping op 9.05 M. + A.P. en die van de lokalen der bovenverdieping op 2 M. + A.P. Het hierboven bedoelde gedeelte van lokaal 2 en lokaal 17 over de achterste 1.17 M. van zijne lengte zijn gedekt ieder met 2 steekgewelven lang 1.17 M., dik 1 steen, één met eene spanning van 0.8 M. en één met eene spanning van 1.M. rustende ieder op een balijzer in het rechtstand tusschen beide steekgewelfjes blijft eene opening die als trapgat dienst doet. De toppen van de binnenwelflijnen dier steekgewelven liggen voor die boven 17, op 9.16 M. + A.P. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 31 Ventilatie enz. Door de lokalen 2 en 3 wordt een spouwgang gevormd, die door twee openingen van 0.6 M. middellijn gesloten met gegoten ijzeren rozetten in den voorsluitmuur in gemeenschap staat met de buitenlucht. Voor de ventilatie van de lokalen 9, 5, 6, 7 en 12 zijn in gemeenschap met de buitenlucht langs den top van de dekwelven dier lokalen gegalvaniseerde ijzeren buizen binnenwerks wijd 0.05 M., aangebracht. Deze buizen monden door omgekeerde trechters in die lokalen uit, en wel: in lokaal 9 door 2 trechters in lokaal 5 door 1 idem in lokaal 6 door 1 idem in lokaal 7 door 1 idem in lokaal 12 door 1 idem Door 3 gelijksoortige buizen onder den vloer langs de rechtstanden gelegd, en in de te ventileren lokalen bovenwaarts omgebogen, wordt lucht toegevoerd. Van die toevoerbuizen monden er twee uit in lokaal 9 en 1 in elk der vertrekken 2, 4, 5, 6, 8 en 12. Zowel de toevoer als de afvoerbuizen komen buiten de voorsluitmuur uit, zijn naar boven omgebogen en met een kapje gedekt. Bovendien zijn in elk der beide sluitmuren van lokaal 9, 2 openingen van 0.30 M. middellijn gemaakt, welke openingen van koperen afsluitbare rozetten zijn voorzien. Lokaal 9 wordt verlicht uit de lampnissen in de scheimuren 1-9 en 2-9, lokaal 5 uit de lampnis in den scheimuur 2-5, lokaal 12 uit de lampnis in den scheimuur 4-12 en lokaal 6 uit de lampnis in den scheimuur 7-6. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 32 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 33 De voor de verlichting noodige lantaarns zijn onder beheer der artillerie. In geen der lokalen zijn lamphaken aangebracht. In de vertrekken 1, 6 en 9 zijn cementvloeren aangelegd en alle overige vertrekken liggen steenen vloeren. De vloeren in de benedenverdieping liggen op 4.1 M. + A.P., behalve die van de lokalen 1 en 9, welke op 4.22 M. + A.P. zijn gelegen, die in de tusschen en bovenverdieping liggen respectievelijk op 7.05 M. en 9.5 M. + A.P. De ruggen van de afwateringsvlakken boven het voorste gedeelte van de benedenverdieping liggen op 7.6 M. + A.P. en zijn overdekt door betonruggen, waarvan de top gelegen is op 8.3 M. + A.P. en die verder van daar met cirkelbogen afdalen tot op de nevenliggende afwateringsvlakken. De beide buitenste afwateringsvlakken boven de benedenverdieping, benevens die boven de bovenverdieping van het gebouw wateren af in de omliggende grondmassa bestaande uit zand. De overige afwateringsvlakken voeren het water naar twee druipkokers in de middenrechtstanden der benedenverdieping. Die kokers gaan te lood naar beneden tot 3.70 M. + A.P. en gaan van daar over in afwateringsbuizen, die het water naar zinkputten geleiden. De gronddekking bestaat uit zand met bekledingen van klei, dik op het bovenvlak 0.3 M. op de taluds 0.8 M. Gebouw A2 indeeling Deze is als bij gebouw A1 met deze uitzondering dat lokaal 1 bestemd is voor wachtlokaal, dat lokaal 7 bestemd is tot munitiemagazijn en dat lokaal 11 bestemd is voor geniemagazijn. De vleugelmuren zijn als bij gebouw A1 De steunmuren zijn idem. Constructie Onder het gebouw is een zandbed aangebracht, dik 2 M. met de onderzijde op 2M. ÷ A.P. gelegen en aldaar 17 M. breed en gemiddeld25.- M. lang met zijhellingen onder 1 op 1 en rust verder op eene dennenhouten fundering, samengesteld uit 318 palen, elk gemiddeld 11.- M. lang, waarop een roosterwerk van kespen en kloosterhouten, alle zwaar 0.25 bij 0.25 M. Tusschen de kespen en de borsten der palen zijn onder de rechtstanden, vleugelmuren en den achtersluitmuur, gegoten ijzeren platen dik 0.015 M. gelegd. Het bovenvlak der kespen ligt: van die onder de rechtstanden op A.P., van die onder de overige muren op 0.21 M. + A.P. De ruimte tusschen het ondervlak van de kespen en het bovenvlak van de kloosterhouten, dus ter hoogte van 0.46 M., is gevuld met beton, die aan alle zijden 0.25 M. buiten den aanleg van het metselwerk uitsteekt, behalve aan de achterzijde van de beneden vleugelmuren waar dat uitstek 0.6 M. bedraagt, aan de buitenzijde van het zuidelijk eindrechtstand, waar het 0.42 M. bedraagt en aan de noord- en achterzijde van den noordelijke boven vleugelmuur waar het respectievelijk 0.5 en 0.92 bedraagt. De fundamenten zijn als bij gebouw A1. De gewelven idem. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 34 Ventilatie enz. Ventilatie idem Verlichting idem In de vertrekken 6 en 9 zijn cementvloeren gelegd, in alle overige vertrekken liggen steenen vloeren. De vloeren in de lokalen der benedenverdieping liggen op 4.1 M + A.P. die in de lokalen van de tusschen- en bovenverdieping liggen respectievelijk op 7.05 en 9.5 M. + A.P. De afwatering is als bij gebouw A1. De gronddekking idem. N.B. De muren van dit gebouw zijn gemetseld van Duitschen steen (normaal formaat.) Gebouwen B1, B2 en B3 Gebouw B1 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 35 Gebouw B1 Het gebouw bestaat uit één verdieping en bevat de 2 volgende vertrekken: Indeeling: Nr. Bestemming Lang Breed Hoog Aanmerkingen van In M In M in het top lokaal 1 Verbruiksmagazijn 1.76 2.2.2 Schuilplaats 2.2.2.- Constructie Het gebouw is geheel van beton met uitzondering van de vleugelmuren, den steunmuur, den scheimuur en den voorsluitmuur, die gemetseld zijn. Het gebouw heeft 2 vleugelmuren loodrecht op den frontmuur lang 3.33 M., aan het uiteinde tot 7 M. + A.P. opgetrokken. Zij zijn 1.33 M. uit de as van het gebouw verwijderd. Aan de bovenzijde van het gebouw is een steunmuur aangebracht, gedekt met eene rollaag waarvan de bovenzijde op 10.1 M. + A.P. ligt. De frontmuur is door middel van 2 rozetankers met de beton van het gewelf verbonden. Het gebouw rust op een zandbed dik 2 M. met zijhellingen van 1 op 1, en met den onderkant lang 14.85 M. en breed 12 M. gelegen op 2.43 M + A.P. Op het zandbed zijn de fundamenten aangelegd ter hoogte van 1.- M. en verder van de volgende afmetingen: Onder de rechtstanden over eene lengte van 1.15 M. breed in aanleg 5.33 M. van boven 2.93 M. en overigens breed in aanleg 2.5 M. van boven 1.6 M., onder de vleugelmuren gemiddeld in aanleg breed 1.935 M. en van boven gemiddeld 1.535 M.; onder de achtersluitmuur, van onderen breed 2.- M. van boven 1.- M.; onder den frontmuur van onderen breed 1.5 M. van boven 0.76 M.; onder den scheimuur van onderen breed 1.- M. van boven 0.53 M. Deze fundamenten zijn in drie lagen van geleijke dikte versneden en steken aan alle zijden 0.10 M. buiten de schoone muren uit. Lokaal 1 en lokaal 2 (dit laatste met uitzondering van de voorste 0.56 M. der lengte) zijn gedekt met een halfcirkelig gewelf met den top der binnenwelflijn op7.6 M. + A.P. gelegen De voorste van 0.56 M. van lokaal 2 is gedekt met een segmentboog dik 1 ½ steen met den top der binnenwelflijn eveneens op 7.6 M. + A.P. gelegen. Voor de ventilatie zijn geen bijzondere inrichtingen aangebracht. Er zijn geen lamphaken ingemetseld. In beide vertrekken liggen gemetselde vloeren met het bovenvlak op 5.6 M. + A.P. Tusschen de vleugelmuren en den voorsluitmuur ligt een gemetseld rabat, lang 2,66- breed 1.35 M. Het gebouw heeft communicatie met den walgang door een houten trap met 6 treden en breed 0.97 M. In het rabat zijn voor de afwatering 2 zinkputjes gemaakt van ijzeraardbuizen wijd 0.15 M., die tot in het zandbed doorgaan. Overigens watert het gebouw in de omliggende grondmassa af, bestaande uit zand. De rug van de 2 afwateringsvlakken ligt op 9.1 M. + A.P. De gronddekking bestaat uit zand met bekleedingen van klei, dik op het bovenvlak 0.3 M. op de taluds 0.8 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 36 Gebouwen B2 en B3 Deze gebouwen zijn geheel gelijk aan gebouw B 1. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 37 Contrescarpgalerij C Dit gebouw bestaat uit een verdieping en bevat 20 lokalen verdeeld als volgt: Indeeling Num- Bestemming mer Van het lokaal 1 Loboratorium 2 Hoofd inundatiemagazijn 3 Onderofficieren Lang Breed Hoog in in M. in top M. 4 5 6 7 Gang, tevens portaal Hoofd munitiemagazijn Manschappen idem 8 9 10 11 Waschvrouw Cantine Toegangspoterne Keuken voor de manschappen 12 13 14 15 16 4 4 3,33 3,33 2,9 2,9 4,5 5,22 2,3 1,12 2,26 4,5 4,5 5,5 4,5 5,915 5,915 2,8 2,9 2,9 2,9 4,5 4,5 9,2 4,5 5,915 5,915 1 5,915 2,9 2,9 2 2,9 Manschappen Idem Idem Idem Officieren 4,5 4,5 4,5 4,5 4,17 5,915 5,915 5,915 5,915 5,915 2,9 2,9 2,9 2,9 2,9 17 Commandant 4,17 5,915 2,9 18 Idem 4,17 5,915 2,9 19 Bureau telegraphie 4 3,33 2,9 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot Aanmerking De nis is breed 0,8, diep 1, hoog 1,6 M. De nis is breed 0,8, diep 1,05, hoog 1,5 M. De nis is breed 0,9, diep 0,45, hoog 1,9 . De kast is als in 13. Met fornuis en pomp. Inhoud der 2 ketels 320 L. Hieronder is een regenbak gemiddeld lang 4,285, gemiddeld breed 5,695, hoog 2,816 met een inhoud van 60 M3. De beschotten zijn breed 2,4, hoog 2,16. De kast is als in lokaal 13 In dit lokaal een sluitbare kast, met 3 planken en een gezamenlijk oppervlak van 1,25 M2. Door een houten schot in twee delen verdeeld, de nis is hoog 1,2 m. In dit lokaal zijn 2 nissen, breed 2, diep 0,8, hoog 1,8 M. 38 20 Privaat 4 3,33 2,9 In dit privaat zijn 2 lokalen afgescheiden, 1e voor officieren, 2e voor onderofficieren, 2 urinebakken zijn aanwezig; onder het lokaal is een privaatput, lang gemiddeld 3,115, breed 4, hoog 3,07 M. met een inhoud van 30 M3. Boven de lokalen 2 tot en met 9 en 11 tot en met 19 zijn 16 ontlastingsgewelven aangebracht, dik 3 steen en met den top van de binnengewelflijn op 11 M. + AP, dat boven lokaal 2 is aan de voorzijde door een muur dik 0,22 M. gesloten. Het voorvlak van de voorsluitmuur van de lokalen 3 tot en met 18 is beschreven met eenen straal van 23,92 M., het achtervlak van den achtersluitmuur van de lokalen met eenen straal van 29,89 M in het achtervlak van de ontlastingsgewelven met hunne recht-standen met een van 27.92 M. alle beschreven uit het midden van den toren als middelpunt. Het gebouw heeft 4 steunmuren als: 1 langs de voorzijde boven de lokalen 3 tot en met 18, aanvangende op de aanrazeering van de ontlastingsgewelven, opgetrokken tot 13.98 M + A.P. en gedekt met eene rollaag 0.56 M.; 2 steunmuren der vleugel, opgemetseld op die ontlastingsgewelven boven de lokalen 2 en 19 en op de dekgewelven van de lokalen 1 en 20. Zij zijn ter lengte van 5 M. opgetrokken tot 13.98 M. + A.P. en hierboven gedekt met een rollaag van 0.56 M. hoog in dalen voor het overige gedeelte der lengte van 14.54 M. + A.P. tot 9.1 M. + A.P., 1 steunmuur aan de voorzijde van de Toegangspoterne. Deze is met inbegrip van de rollaag, dik 0.56 M. opgetrokken tot 8.5 M. + A.P. Het gebouw heeft 4 vleugelmuren n.l. 2 bij de Toegangspoterne, ter lengte van 5.5 M. voor den steunmuur uitstekende. Zij zijn aan het uiteinde opgetrokken tot 4.33 M. + A.P. en aan den wortel tot 7.94 M. + A.P. verder een vleugelmuur bij het privaat 20 lang 3.2 M., aan het uiteinde opgetrokken tot 6.9 M. + A.P. In dezen vleugelmuur is een nis tot vuilnisbak diep 0.8-, breed 1.- M., hoog in top 1.5 M. en gesloten door een ijzeren deur. Eindelijk is er een vleugelmuur bij lokaal 1 lang 3.2 M., het uiteinde opgetrokken tot 6.9 M. + A.P. Tusschen de contrescarpgalerij en den toren zijn 2 aan 2 boven elkander 14 steunbogen gemetseld, alle breed 0.67 M. Zij bestaan elk uit een segmentgewelf, dik 1 steen met 0.25 M. pijl en een omgekeerd segmentgewelf hierboven eveneens dik 1 steen en met denzelfden pijl. De geboorten van eerstgenoemde gewelven zijn op 2.6 en 8.- M. + A.P. van laatstgenoemde op 3.6- en 9.- M. + A.P. gelegen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 39 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 40 Van elken steunboog is de ruimte tusschen de beide gewelven volgemetseld. Van elk der 7 bovenste steunbogen is het omgekeerd gewelf aangerazeerd tot 9.08 M. + A.P. en hierboven afgedekt door een ezelsrug, waarvan de top op 9.43 M. + A.P. is gelegen. Onder het gebouw bevindt zich een zandbed van 2.46 M ÷ A.P. tot 0.46 M. + A.P. De ruimte tusschen den toren en de contrescarpgalerij is van 2.46 M. + A.P. tot 4.- M. + A.P. gevuld met zand. Het gebouw rust op een houten fundering bestaande uit 782 palen, voor het meerendeel gemiddeld lang 14,- M. en een roosterwerk van kespen en zandstroken, alles zwaar 0.25 M. bij 0.25 M. Het bovenvlak van de kespen ligt onder de rechtstanden en Toegangspoterne op A.P., onder de overige muren op 0.21 M. ÷ A.P. De ruimte tusschen het ondervlak van de kespen en het bovenvlak van de zandstroken is gevuld met beton, die overal 0.25 M. buiten den aanleg van de fundamenten uitsteekt. Op de betonlaag zijn de fundamenten aangelegd ter breedte van de dikte der schoone muren, vermeerderd: voor de rechtstanden met 0.11 M. aan weerszijden voor de voorsluitmuren met 0.56 M. aan de voorzijde; voor de achtersluitmuren met 0.43 M. aan de voorzijde; voor de vleugelmuren van de Toegangspoterne aan de voorzijden bij het uiteinde met 0.45 M. en bij de aansluiting met het rechtstand met 0.11 M. Het empatement van de rechtstanden is geheel te lood, dat van de overige muren met laagsgewijze versnijdingen opgetrokken tot 3.93 M. + A.P. De bodems van de privaatput en den regenbak bestaan uit platte lagen waarop een omgekeerd gewelf. Het midden hiervan is bij den privaatput gelegen op 0.58 M. + A.P., bij den regenbak op 0.8 M. + A.P. De gewelven hebben 1/8 der spanning tot pijl. De privaatput is gesloten door een dekboog van 1½ steen dikte, beschreven met een straal van 2.4 M. en met den top der binnenwelflijn op 3.6 M. + A.P. gelegen. Onder de vertrekken 1 en 2 zijn aardbogen gemaakt geheel gelijk aan bovengenoemden dekboog. De regenbak is gesloten door een segment-gewelf, aan de voorzijde beschreven met een straal van 3.76 M. De top van de binnenwelflijn ligt op 3.6 M. + A.P. Onder de lokalen 4 en 5 is een aardboog geslagen, dik 1½ steen, aan de voorzijde beschreven met eenen straal van 3.16 M., aan de achterzijde met eenen straal van 3.67 M., de top van de binnenwelflijn ligt op 3.6 M. + A.P. De lokalen 4, 5, 6, 7, 8, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 zijn gedekt met segmentgewelven, aan de voorzijde beschreven met eenen straal van 3.15 M.,, aan de achterzijde met een van 3.94 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 41 De vertrekken 3 en 18 zijn voor de eene helft gedekt met een halfcirkelvormig, voor de andere helft met een segmentgewelf, beschreven aan de voorzijde met een straal van 2,78 M., aan de achterzijde met een van 3.47 M. De vertrekken 1, 2, 10, 19 en 20 zijn met halfcirkelvormige gewelven gedekt. De top van de binnenwelflijn van het dekgewelf van lokaal 19 ligt op 6.1 M. + A.P.; die van de binnenwelf-lijnen der dekgewelven boven de overige lokalen op 7.- M. + A.P. De ontlastingsgewelven zijn halfcirkelvormig. De toppen der binnenwelflijnen liggen op 11.- M. + A.P. De dikte van al deze gewelven is 3 steen. Ventilatie, verwarming, enz. Achter langs de vertrekken 4 en 5 loopt een spouwgang wijd 0.22 M., gevormd door den 0.45 M. dikken spouwmuur. Deze spouwgang komt uit in de vertrekken 3 en 6 waar hij afgesloten kan worden. Voorts zijn ter betere ventilering van lokaal 5 in den rechtstandmuur, ter zijde van de lichtopening 1 en in den tegenoverliggenden scheimuur terzijden van de deur, 2 ronde openingen aangebracht, elk ter wijdte van 0.3 M. en voorzien van een afsluitbare koperen rozet benevens van een traliewerk van koperdraad aan de zijde van de lokalen 4 en 6. In vertrek 20 komen in het dekwelf 2 ventilatorkokers uit, wijd 0.165M. In alle vertrekken behalve 1, 2, 4, 5, 10 en 20 kan gestookt worden, terwijl om elke rookgeleiding een ventilatiekoker gespaard is. Bovendien hebben de vertrekken 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 16 en 17 nog een luchtkoker, welke om den rookgang van het naastliggende vertrek gespaard is. Al deze ventilatiekokers zijn door rozetten gesloten. In vertrek 11 is een fornuis voor twee kookketels en een waterketel, waarvoor een afzonderlijke rookgeleiding in het rechtstand 11-12 is gespaard. Boven de aanrazeringsvlakken zijn die kokers ommetseld door een éénsteen dikken mantelschoorsteen, binnenwerks wijd 0.33 M. De rookgeleiding in deze kokers wardt door potbuizen, rustende op kragen gevormd. Boven de mantelschoorstenen, gedekt met een hardsteenen plaat, wordt de geleding voortgezet door plaatijzeren buizen, eveneens van 0.33 M. wijdte. Vertrek 5 wordt verlicht uit de lichtnis in het rechtstand 4-5 gespaard; de daarvoor noodige lamp is onder beheer der artillerie. De overige vertrekken vertrekken behalve 1, 2 en 10 kunnen door petroleumlampen verlicht worden waartoe lamphaken aanwezig zijn. In alle vertrekken zijn steenen vloeren gemaakt. Die van de lokalen 1, 2, 4 en 5 zijn overdekt door cementvloeren. De bovenkant der vloeren is in alle vertrekken gelegen op 4.10 M. + A.P. Het gebouw watert af, gedeeltelijk in de omliggende grondmassa bestaande uit zand gedeeltelijk door 17 druipkokers. Het water opgevangen in de druipkokers in de rechtstanden 5-6, 6-7, 7-8, 8-9, 9-11, 1112, 12-13, 13-14, 14-15, 15-16, 16-17, 17-18 wordt door eene buisgeleiding gevoerd naar den regenbak onder lokaal 11, dat, opgevangen door de druipkokers in de rechtstanden 1-2, 2-3, 3-4, 18-19 en 19-20 wordt gevoerd naar de buisleiding gelegen tusschen de contrescarpgalerij en den toren en watert in de torengracht af. De druipkokers zijn met hun boveneinden gelegen op 6.83 M. + A.P. De ruggen van de afwateringsvlakken zijn gelegen: Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 42 op 12.- M. + A.P. die van de ontlastingsgewelven op 8.- M. + A.P. die van de gewelven boven de lokalen 1 tot en met 20 en op 7.10 M. + A.P. die van lokaal 10. De buisgeleiding in de ruimte tusschen de contrescarpgalerij en den toren is voor het rechtstand 11-12 gelegen op 1.45 M. + A.P. en daalt van daar naar weerszijden gelijkmatig tot aan de torengracht, waar de beide einden op 1.- M. + A.P. zijn gelegen. De gronddekking bestaat uit zand met een kleibekleding dik 1.- M. Langs het gebouw loopt een gemetseld rabat breed 1.20 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 43 Bomvrije toren, kelder, (D) Het gebouw bestaat uit 3 verdiepingen, een kelder-, een begane gronds- en een bovenverdieping, en bevat de volgende vertrekken: Indeeling. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 44 Het gebouw bestaat uit 3 verdiepingen, een kelder-, een begane gronds- en een bovenverdieping, en bevat de volgende vertrekken Indeeling Num Bestemming mer Van het lokaal Kelderverdieping. 1 Manschappen 2 Projectielenmagazij n 3 Portaal 4 Buskruitmagazijn Lan g in M. Bree d in M. Hoog Aanmerking in top 4,62 6.07 5,95 5,95 3,35 3,35 1,5 4 4,5 6,3 2,41 3,15 6,06 - 3,35 5 Strafkamer RB 4 5,7 3,33 6 Regenbak met filterbak Keuken 6,07 6,3 3,35 7 8 Bakkerij Privaat 4,62 4,62 5,95 5,95 3,35 2,22 9 10 11 12 AM Magazijn idem Strafkamer Manschappen Ringvertrek Beganegronds verdieping Wachtlokaal 4,62 4,62 4,62 4,62 50,24 5,95 5,95 5,95 5,95 4,75 3,35 3,35 3,35 3,35 2,96 6,345 - 3,7 Manschappen Keuken voor officieren 14.83 6,345 5,02 5,95 3,7 3,7 13 14 15 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot Voor 280 tonnen buskruit. Over een lengte van 2,06 M. breed 3,02 M. Over een lengte van 4 m. gemiddeld breed 6,3 M. Inhoud 15 M3. Hierin een fornuis, inhoud der 3 ketels 840 L. Benevens een kraan uit de regenbak. Hierin een bakoven. Met 6 privaattrechters, hieronder is een privaatput lang 4,62 M., breed 5,95, hoog 1,20 M. inhoud 15 M3. Voor levensmiddelen. Idem. Artilleriemagazijn Over 2,05 M. breed 3,36M. Over 4,27 M. gang breed 6,3 M. In dit lokaal is een pomp met 2 zuigbuizen uit den regenbak, 1 op den 45 welput onder de binnenplaats. 16 17 18 19 20 21 22 Manschappen Idem Idem Idem Idem Idem Officieren 6,345 4,895 4,895 4,895 4,895 4,895 4,895 5,95 5,95 5,95 5,95 5,95 5,95 5,95 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 23 24 25 26 27 28 Manschappen Onderofficieren Trapportaal Manschappen Portaal Privaat 4,895 4,275 14,2 19,71 11 4,895 5,95 6,3 5,05 5,02 5,02 5,95 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 3,48 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot In dit lokaal een sluitbare kast, met 3 planken met een totaal oppervlak van 1,5 M2. 6 privaattrechters 46 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 47 NumBestemming mer Van het lokaal Bovenverdieping. 29 Manschappen 30 Idem 31 Apotheek Lang in M. Bree d in M. Hoog Aanmerking in top 5,17 6,62 4,62 5,95 5,95 6,3 3,63 3,63 3,63 32 33 34 Ziekenvertrek Idem Officieren 6,62 6,62 6,62 5,95 5,95 5,95 3,63 3,63 3,63 35 36 37 38 Onderofficieren Manschappen Idem Onderofficieren 5,17 5,17 5,17 5,17 5.95 5.95 5.95 5.95 3,63 3,63 3,63 3,63 39 40 41 42 Manschappen Idem Idem Idem 5,17 5,17 27,76 22,28 5.95 5.95 5,3 5,3 3,63 3,63 3,75 3,75 Met twee sluitbare kasten als in lokaal 22. Met een kast, als boven. Met een kast, als boven. Met een kast, als boven. De 4 beschotten zijn lang 2,2 M. hoog 2 M. Met een kast, als boven. In dit lokaal is een afsluitbare kast met 3 planken, hebbende samen een oppervlak van 1,3 M2. Constructie. Onder het gebouw ligt een zandbedding aanvangende op ongeveer 1.65 M. ÷ A.P. en ter hoogte van A.P 1.5 M. buiten het metselwerk van den toren uitstekende, de toren rust op eene houten fundering, bestaande uit 1356 palen van een verschillende lengte, doch de langste 18.- M. lang, waarvan langs den buitenomtrek 72 ter steeks, de overige te lood zijn ingeheid. De palen zijn verbonden door kespen en kloosterhouten, zwaar0.25 bij 0.25 M. De bovenkant der fundeering ligt op A.P. Op deze fundering zijn de fundamenten aangebracht ter breedte van de schoone muren op 2.6 M. + A.P., vermeerderd aan de buiten en binnenplaatszijden met 0.57 M.; aan alle overige zijden met 0.3 M. De fundamenten zijn aan de buiten en binnenplaatszijden opgetrokken met 6 lagen te lood en daarna met versnijdingen tot 2.6 M. + A.P. Boven 2.6 M. + A.P. zijn de muren te lood opgemetseld met uitzondering van den buitenmuur, die aan de buitenzijde over de geheele hoogte 0.45 M. achterover helt. De buitenmuur heeft, waar hij 5 westelijke vertrekken begrenst een geringere dikte dan langs de overige lokalen en wel op 4,7 M. + A.P., bij de genoemde 5 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 48 vertrekken een dikte van 1.76 M. en bij de overige lokalen op dezelfde hoogte een dikte van 3.12 M. Onder alle vertrekken der kelderverdieping zijn 1 steens aardbogen gemetseld, aanvangende met de geboorte op A.P. en met den top der binnenwelflijn op 0.2 M. +A.P. gelegen boven die aardbogen beginnen op 0.66 M. + A.P. omgekeerde gewelven, dik 1 steen, waarvan dus de top der binnenwelflijn op 0.87 M. + A.P. en waarvan de geboorte op 1.17 M. + A.P. is gelegen. Onder lokaal 28 vormt dit omgekeerde gewelf den bodem van de daaronder gelegen privaatput. Deze privaatput is gedekt door een segmentgewelf dik 1½ steen, waarvan de geboorte op 1.61 M. en de top der binnenwelflijn op 2.11 M. + A.P. ligt. In dit gewelf is een 0.75 M. wijde opening gespaard. Lokaal RB van de kelderverdieping is bestemd voor regenbak. De bodem daarvan wordt gevormd door een omgekeerd gewelf, als hierboven omschreven, terwijl de wanden tot 3.52 M. + A.P. van twee klamplagen voorzien zijn. Door een scheimuur dik 0.45 M. en tot genoemd peil opgetrokken wordt in den regen- bak een filtreerbak gevormd. De regen- en filtreerbak zijn tezamen gedekt door een 2 steen dik segmentgewelf met de geboorte op 3.52 M. + A.P. en met den top der binnenwelflijn op 4.2 M. + A.P.. In dit gewelf zijn twee 0.8 M. wijde openingen gespaard, die toegang tot den regen en den filtreerbak verlenen. Het ringvertrek van de kelderverdieping is overdekt door een ringvormig segmentgewelf, duik 1½ steen, waarvan de geboorte op 3.52- en de top op 4.21 M. + A.P. is gelegen. Van de kelderverdieping zijn bovendien nog lokaal 4 zijnde het buskruitmagazijn en het daarbij behoorend portaal overwelft. Het buskruitmagazijn is gedekt met een segmentgewelf dik 1½ met de geboorte op 3.86- en met den top op 4.21 M. + A.P. gelegen. Het portaal is overdekt door een halfcirkelvormig gewelf bestaande uit 3 rollen, met den top der binnenwelflijn op 3.86 M. + A.P. gelegen. Het ringvertrek van de beganegrondsverdieping is tegenover de straalrechtstanden van de overige lokalen overdekt met 0.76 M. breede steenbogen (11 in getal) Elke steunboog bestaat uit een recht en een omgekeerd gewelf. De top van den binnenwelflijn van het rechte gewelf ligt op 7.6 M. + A.P., de top van de binnenwelflijn van het omgekeerde gewelf op 8.1 M. + A.P. beide gewelven hebben 0.3 M. pijl. De vertrekken der bovenverdieping zijn overdekt met halfcirkelvormige gewelven bestaande uit 4 rollen. De geboorten van de dekgewelven der straalvertrekken liggen horizontaal op 2.15 M. + A.P., waardoor de top aan de buitenzijde hooger dan de binnenzijde komt te liggen. In alle lokalen dier verdieping, behalve 31, ligt de top der binnenwelflijn aan de binnenzijde op 11.16 M. + A.P. en klimt daarna over een lengte van 2.305 M. tot 12.275 M. + A.P. om van af dit punt over een afstand van 1.755 M. weder te klimmen tot 12.50 M. + A.P. en vervolgens over het overige gedeelte van het lokaal horizontaal te blijven. In lokaal 31 is het beloop van den top der binnenwelflijn hetzelfde als in de neven gelegen lokalen, rekenende van af den buitenmuur en voor zooverre de lengte van het gewelf boven dit lokaal strekt. Het dekgewelf van het ringvertrek ligt met den top der binnenwelflijn op 12.25 M. + A.P. De doorgangen in de straalrechtstanden zijn overdekt door Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 49 halfcirkelvormige bogen, bestaande uit 2 halfsteens rollen. De deuropeningen tusschen de lokalen in de ringvertrekken zijn gedekt met halfcirkelvormige steenrollen. Ventilatie, verwarming, enz. Voor ventilatie van de kelderverdieping zijn behalve de ramen nog aangebracht een 6 tal kokers in den binnenringmuur, aanvangende op 2.59 M. + A.P. in het ringvertrek en uitmondende op 5.1 M. + A.P. in de binnenplaats. Aan het begin zijn die kokers wijd 0.85 M., aan het uiteinde 0.25 M. De vertrekken van de beganegrondsverdieping hebben, ieder boven de middenraamopening een een ventilatieopening aan de binnenzijde door een paar luiken gesloten en aan de buitenzijde van den buitentorenmuur uitkomende waar zij door een rooster is afgesloten. Bij de vertrekken 13 en 24 komt deze ventilatiekoker niet voor, het ringvertrek wordt alleen door de daarin aanwezige raamopeningen geventileerd. In het dekgewelf van ieder lokaal van de bovenverdieping is een ronde opening gespaard, ter wijdte van 0.3 M. Bij de lokalen 30 en 31 mondt die ventilatiekoker uit in de vleugelmuren van het trapgebouw, bij de overige lokalen wordt hij boven het metselwerk verlengd door ijzeren buizen die boven de gronddekking van de toren uitsteken. Bovendien hebben de lokalen 30, 31, 32, 33 en 34 van die verdieping boven de middenraamopening in den buitenringmuur van den Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 50 toren, nog ventilatiekokers, die aan de binnenzijde door luiken zijn gesloten en van buiten eindigen in ronde openingen, welke met ijzeren roosters gesloten zijn. In geen van de lokalen der kelderverdieping, behalve in de keuken en de bakkerij kan gestookt worden. In alle lokalen van de beganegronds- en bovenverdieping, met uitzondering van het wachtlokaal en de beide ringvertrekken, kan gestookt worden. De schoorstenen loopen door den buitenringmuur van de toren. Die van de beganegrondsverdieping komen uit in de rollaag op den steunmuur van den toren en zijn daat tegen inwatering van cementkragen voorzien. De schoorstenen van de bovenverdieping gaan door den buitenringmuur heen en eindigen daar horizontaal. Van de schietgaten van de kelderverdieping zijn er 7 dichtgemetseld met 2 steens dikke muren; 29 er van zijn verwijd, 23 er van zijn 1.- bij 1.- M. wijde keldergaten gemaakt. De 29 verwijde schietgaten zijn als volgt verdeeld: 5 in het vertrek 6; 4 in de vertrekken 1, 7, 8, en 12 en 2 in de vertrekken 5, 9, 10 en 11. Het ringvertrek van de kelderverdieping wordt verlicht door 5 op de binnenplaats uitkomende ramen en door een 11 tal vierkante gaten in zijn dekgewelf gespaard en gesloten met een glazen plaat en ijzeren rooster. De lokalen van de beganegronds- en bovenverdiepingen worden verlicht door de daar aanwezige ramen en schietgaten. In al die vertrekken en in de lokalen 1 en 3 der kelderverdieping zijn bovendien haken aangebracht, waaraan lampen kunnen gehangen worden. De vloeren van de straalvertrekken en van het ringvertrek der kelderverdieping zijn gemetseld, met uitzondering van dien van het lokaal 4 en het bijbehoorend portaal, welke van hout is terwijl de gemetselde vloer in lokaal 5 met een laag cement gedekt is, zij liggen op 1.25 M. + A.P. met uitzondering van dien in 4, welke op 1.45 M. + A.P. ligt en van dien in lokaal 8, welke op 2.6 M. + A.P. ligt. In de lokalen 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 28 van de beganegrondsverdieping liggen houten vloeren, in de vertrekken 15, 24en het ringvertrek, cementvloeren; in het wachtlokaal van een vloer gedeeltelijk van hout gedeeltelijk van cement. In den vloer van het ringvertrek zijn behalve de genoemde lichtopeningen, 3 rechthoekige hijschgaten gespaard, omgeven door hardsteenen randen en gesloten met houten luiken. In den vloer van lokaal 15 zijn twee openingen gespaard, die toegang tot den regenbak en filterbak geven. In de deuropeningen tusschen de lokalen en het ringvertrek liggen cementvloeren, in de doorgangen door de rechtstanden steenen vloeren. Op de binnenplaats ligt een grintvloer. Het pijl van alle vloeren van de beganegrondsverdieping is 4.7 M. + A.P. met uitzondering van lokaal 28 waar de vloer op 4.92 M. + A.P. ligt. In de lokalen van de bovenverdieping liggen houten vloeren, in de doorgangen naar het ringvertrek cementvloeren, in de overige doorgangen steenen. Het peil van de vloeren in de bovenverdieping is 8.5 M. + A.P. In den vloer van het ringvertrek zijn 3 rechthoekige hijschopeningen gemaakt, welke met luiken zijn gesloten. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 51 De kelderverdieping is met de beganegronds- en deze met de bovenverdieping door een hardsteenen trap, breed 1.3 M. verbonden. Het ringvertrek van de bovenverdieping en lokaal 31 zijn door een traplokaal, waarin zich een steenen trap bevindt met de bovenbatterij op den toren verbonden. Lokjaal 8 van de kelderverdieping is met het ringvertrek en de 2 nevenliggende lokalen verbonden door steenen trappen, terwijl eindelijk de keuken in deze kelderverdieping door eene trap met de keuken van de beganegrondsverdieping vereenigd is. Het gebouw watert af door middel van 12 druipkokers, waarvan de bovenkant ligt op 11.97 M. + A.P. De hoogste punten van de afwateringsvlakken zijn 16.4 M. + A.P. aan de zijde van de binnenplaats 14.07 en 14.0 M. + A.P. aan de buitenzijden van de toren en 20.- M. + A.P. boven het trapgebouw. In de gronddekking van den toren zijn bovendien 4 zinkputten aangebracht, waardoor het terreplein van de bovenbatterij droog gehouden wordt. Het water uit de druipkokers in de straalrechtstanden 19-20, 20-21, 21-22, 1617, 17-28, 28-18 en 18-19 der beganegrondsverdieping wordt door lakbuizen naar de buisgeleiding tusschen den toren en de contrescarpgalerij gevoerd. Het water, afgevoerd door de druipkokers in de rechtstanden tusschen het wachtlokaal en de keuken en tusschen deze en lokaal 16 dierzelfde verdieping wordt geleid naar den regenbak (lokaal RB der kelderverdieping), terwijl het water van de druipkokers in de rechtstanden 22-23, 23-24 en 24- wachtlokaal onmiddellijk in de torengracht geleid wordt. Op de aanrazeering van lokaal 31 staat het trapgebouw, waarmede toegang verleend wordt tot de batterij op de toren gelegen. Aan weerszijden van het trapgebouw is, in het verlengde van het voorvlak daarvan een vleugelmuur aangebracht, ontwikkeld lang 5.5 M. en de voorzijde beschreven met een straal van 15.4 M. uit het midden van den toren als middelpunt. Deze vleugels zijn aan de uiteinden opgemetseld tot 16.68 M. + A.P. en sluiten met den wortel tegen den steunmuur van het trapgebouw, waarvan de bovenkant op 20,- M. + A.P. ligt. Rondom den toren is op de aanrazeringsvlakken een steunmuur aangebracht gedekt met eene rollaag hoog 0.56 M. en waarvan de bovenkant ligt op 14.63 M. + A.P.; met uitzondering van het gedeelte voor het trapgebouw, waar die bovenkant over eene lengte van 9.28 op 14.90 M. + A.P. ligt en waarop een ijzeren hek geplaatst is. Binnenplaats De binnenplaats is overdekt met een koepelgewelf beschreven met een straal van 4 M. en waarvan de geboorte op 9.68 M. + A.P. Boven in den koepel is een cirkelvormige opening gespaard, wijd 3.- M. gemeten volgens de koorde van de buitenwelflijn en ringvormig ommetseld door 1½ steensboog. Die opening vernauwt zich door een kogelvormigen daaromheen gemetselden ringmuur, waarvan de bovenkant op 16.4 M. + A.P. is gelegen, tot 2.- M. op Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 52 evengenoemd peil. Die ringmuur is gedekt door een 1½ steen dikke rollaag, waarop en ijzeren hek is geplaatst. Onder de binnenplaats is een welput wijd 1.5 M. gelegen met den onderkant op 8 M. ÷ A.P. en met den bovenkant op 3.75 M. + A.P. Op den welput is een luchtbuis aangebracht (zie teekening op bladz.34.) Bovenbatterij. Boven op den toren bevindt zich eene batterij, waartoe toegang verleend wordt door twee zich langs de vleugelmuren van het trapgebouw uitstrekkende opritten. Het terreplein van de batterij bestaat uit eene borstwering dik 5 M., ontwikkeld lang 37.- M. en met de vuurlijn gelegen op 18.15 M. + A.P. De bovenbatterij bestaat uit zand met bekleeding van klei. De emplacementen liggen op 0.9 M. beneden de vuurlijn. Bovendien bevinden er zich twee traversen waarvan een met het bovenvlak breed 3.- lang 7 M., op 19.05 M. + A.P. en een met het bovenvlak breed 4.-, lang 6 M. op 18.35 M. + A.P. gelegen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 53 Foto’s: Richard Trenning Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 54 Recapitulatie van bomvrije gebouwen. Bergplaats voor andere voorwerpen in M2. M2 oppervlakte projectielrakken Logies Buskruitberging in tonnen. Aanduiding van het gebouw Man schappen Gebouw A1 250 12,6 71 - - - - Gebouw A2 250 12,6 94 - - - - Gebouw B1 - 3,6 - - - - - Gebouw B2 - 3,6 - - - - - Gebouw B3 - 3,6 - - - - - Gebouw C Gebouw D Totaal 78 9,6 - 60 4 4 - 280 31,4 293 296 19 7 8 858 77 458 356 23 11 8 Onder officieren Officieren Zieken Onder de bergruimte voor “andere voorwerpen” zijn de apotheek en de kasten niet gerekend. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 55 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 56 Brug a. Over de torengracht ligt voor het wachtlokaal eene gedeeltelijk beweegbare brug, volgens het stelsel van Burel. Constructie De brug bestaat uit 3 vakken waarvan 2 vast en een beweegbaar en rust op 2 jukken en een houten en een steenen landhoofd, het laatst gevormd door het metselwerk van de toren. Elk juk bestaat uit 6 palen, waarop een water-sloof zwaar 0.35 M. bij 0.50 M. en lang 5.9 M. Op deze watersloof staan 4 stijlen zwaar 0.25 M. bij 0.3 M. Deze stijlen eindigen van boven in een draagbalk lang 3.15 M. en zwaar 0.25 bij 0.25 M. De draagbalk van het juk waarop het beweegbaar vak steunt is 0.40 M. breed. Deze vier stijlen zijn bovendien op 3.15 M. + A.P. gekoppeld door 2 ribben (aan iedere zijde één), zwaar 0.12 bij 0.12 M. en lang 4.10 M. Langs de stijlen bevindt zich aan ieder een schoor lang 5.3 M., zwaar 0.12 bij 0.12 M., waarvan het uiteinde in bovengenoemde rib, het andere in de watersloof is bevestigd. Het eikenhouten landhoofd bestaat uit ingeheide palen, waarover een draagbalk bevestigd is, zwaar 0.25- bij 0.25 M. De palen zijn naar achteren verankerd. Tegen het landhoofd is een houten stootkussen zwaar 0.1 bij 0.5 M. aangebracht. Op de draagbalken rusten, wat het vaste gedeelte aangaat, 6 eikenhouten liggers lang 6.3 M. zwaar 0.15 M. bij 0.2 M. Op de liggers rust een enkel eiken dek dik 0.07 M. Op de buitenste liggers is eene ijzeren leuning bevestigd. Het beweegbaar vak bestaat uit 5 liggers zwaar 0.15 bij 0.18 M. en een dek dik 0.07 M., breed 2.4 M., alles van eikenhout. Aan weerszijden zijn afneembare kettingen aangebracht. De beide ijzeren assen zijn 0.06 M. in het vierkant zwaar. De twee gegoten ijzeren cirkelstukken die op den val vastgemaakt zijn, zijn van 9 ijzeren gaffels of leibeugels voorzien. De bovenas is voorzien van 2 gesmeed ijzeren balanspriemen. Zij hebben eene lengte van 3.1 M. en zijn zwaar 0.06 bij 0.04 M. Tegen het schranken zijn zij beveiligd door een aangeklonken ijzeren schoor. De bovencirkelstukken, waarop de haalkettingen worden gewonden zijn van gelijke constructie als die van den val en van 8 gaffels voorzien. Het ijzeren tegenwicht is met ijzeren wiggen aan de balanspriemen vastgemaakt. Artillerieloods b. Deze loods is binnenwerks lang 20.- M breed 7.5 M. Constructie De fundamenten, ter breedte van 0.67 M. aangelegd hebben op 3.935 15 M. + A.P. een breedte van 0.33 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 57 Op deze fundamenten zijn de voetmuren ter dikte van 0.22 M. tot 4.21 15 M. + A.P. opgetrokken. In den voetmuur zijn 3 deuropeningen gespaard, waarvan 2 breed 2.5 M. en 1 breed 2.72 M. alle met steens rollagen bevloerd, waarvan de bovenkant op 4.155 15 M. + A.P. is gelegen. Op de voetmuren liggen grenen muurplaten, waarop geplaatst zijn 24 vuren stijlen zwaar 0.22- bij 0.22 M. en 9 vuren stijlen zwaar 0.1 bij 0.15 M. Van de eerste stijlen zijn er 18 twee aan twee verbonden door 9 vurenhouten bintbalken, welke door 18 vurenhouten korbeelen gesteund worden. Tegen de stijlen is eene bekleding aangebracht van vuren planken dik 0.022 M., waarvan alleen de buitenzijde geverfd is. Elk der 7 middelste bintbalken is, ter versterking van den zoldervloer, door een ijzeren hanger aan de samenkomst der spruiten opgehangen en is aan de uiteinden door ijzeren beugels verbonden met den voet der spruiten. Op elk der bintbalken staat een vurenhouten kapbint, bestaande uit 2 spruiten en 2 korbeelen. De gebinten zijn verbonden door een koppelplaat op de stijlen, 6 gordingen en een nok alles van vurenhout. Op de gordingen en op de nok is een vurenhouten bebording aangebracht, waarop de belatting met de dekking van pannen rust. In de dakbedekking zijn 6 zinken dakramen aangebracht. In de zijbekleeding zijn 8 raamopeningen gespaard, groot in den dag der kozijnen 1.2 bij 1.6 M.; 4 van deze openingen zijn weer gesloten door een stel van twee zijwaarts schuivende ramen en de 4 overige door luiken. In elk der beide eindgevels is boven den Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 58 vloer van den zolder een opening gespaard, wijd in den dag van het kozijn 1.- bij 1.43 M., gesloten door een luik. Over het gehele oppervlak van de loods ligt een zolder, die gevormd wordt door 8 vurenhouten zolderbalken, waar op een 0.034 M. dikke vurenhouten vloer rust. Hierin is door een raveeling een trapgat groot 0.95 bij 1.7 M. gespaard, waarin een grenenhouten trap is geplaatst. Het trapgat kan met een luik gesloten worden. De beganegrondsvloer bestaat uit een 0.1 M. dikke laag leem, waarop een laag grind van 0.06 M. dikte. Voor de deuropening is een gemetseld rabat breed 2.M. Artillerieloods c. Deze loods, samengesteld als de voorgaande, is binnenwerks lang 30.- M., breed 7.5 M. Constructie De steenen voet is als bij artillerieloods b. De inrichting en houtsoort is als bij loods b, alleen zijn hier 32 stijlen, zwaar 0.22- bij 0.22 M. gebruikt waarvan 26 twee aan twee verbonden door 13 bintbalken en gesteund door 26 korbeelen. Elk der 11 middelste bintbalken is opgehangen en aan de spruiten bevestigd als bij loods b. De kap is geheel als bij loods b, met deze uitzondering, dat in plaats van 9 gebinten er hier 13 zijn. In de dakbedekking zijn 9 zinken ramen als bij loods b; verder zijn in de zijwanden 17 raamopeningen, waarvan 8 met ramen en 9 met luiken gesloten zijn en die zijn ingericht als bij loods b. Voor het overige als bij loods b. De vloeren zijn als bij loods b. Het rabat is als bij loods b. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 59 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 60 Genieloods d. Deze bergloods op steenen voet is binnenwerks breed 7.5- lang 12.- M. Constructie De fundamenten ter breedte van 0.45 M., op 3.67 M. + A.P. aangelegd zijn 3 lagen hoog en op het bovenvlak 0. 33 M. breed. Hierop zijn de voetmuren ter dikte van 0.22- en ter hoogte van 0.33 opgetrokken met in iedere korte zijde van de loods een uitsparing ter breedte van 2.5 M., welke voor deuropening dient. Op de voetmuren liggen grenenhouten muurplaten; hierop zijn geplaatst 4 hoekstijlen zwaar 0.22 bij 0.22 M., 8 stijlen zwaar 0.17 bij 0.22 M., 4 idem zwaar 0.065 bij 0.1 M. en 12 idem zwaar 0.065 bij 0.09 M. alle van vurenhout. Van de 12 eerstgenoemde stijlen zijn 4 paar gekoppeld door bintbalken elk verbonden met de stijlen door 2 korbeelen. Verder zijn tot onderlinge koppeling van de stijlen kruisschoren en horizontale regels aangebracht, alles mede van vurenhout. De stijlen zijn aan weerszijden bekleed met kranjangs, tot welker bevestiging aan de binnenzijde richels zijn aangebracht; terwijl tot dekking van de buitennaden de kranjangs, latten en regels zijn aangebracht. De ruimte tusschen de binnen en buiten kranjang bekleding is met houtkrullen aangevuld; eerstgenoemde bekleding is aan de binnenzijde bepleisterd. Op de 4 bintbalken zijn even zooveel kapgebinten gesteld, elk bestaande uit 2 spruiten, 1 hanebalk en 2 korbeelen. Deze gebinten zijn onderling verbonden door 8 gordingen, 2 spanplaten en 1 nok. Tegen de gordingen zijn spanribben aangebracht waarop een pannendak met belatting tot de bovenvermelde samenstellende deelen van de kap zijn van vurenhout. In de lange zijden zijn 3 dubbele schuifglasramen en luiken aangebracht; voorts zijn in de lange zijden 3, en in elk der eindgevels boven de zolder 1 lichtopening aangebracht, welke door houten luiken in twee bladen gesloten kunnen worden. De verlichting van den zolder geschiedt door 11 glazen dakpannen. In elk der korte zijden van de loods bevindt zich een deuropening breed 2.5-, hoog 3.- M. De benedenvloer bestaat uit een 0.1 M. dikke leemlaag, waarop een 0.06 M. dikke grindlaag is aangebracht. Gedragen door 6 zolderbalken die op hunne beurt op de bintbalken steunen, is in het midden van de loods een zoldering aangebracht tusschen de middelste bintbalken breed 1.1 M. overigens 5.08 M. en dik 0.037 M. Door een verplaatsbaren trap breed 0.87 M. wordt gemeenschap met den zolder bewerkstelligd. Voor elk der deuropeningen is een gemetselde rabat breed 1.5 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 61 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 62 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 63 Palissadenkap c. De kap bestaat uit 5 gebinten, elk rustende op 2 stijlen. De gebinten zijn midden op midden 3 M. uit elkander geplaatst en hebben een spanning tusschen de stijlen van 9 M. Constructie. Onder iederen stijl is ter lengte en ter breedte van 0.89 M. in aanleg een fundament gemetseld, dat met laagsgewijze versnijdingen tot 3.97 M. + A.P. is opgetrokken en op dat peil 0.44 M. in ’t vierkant is. In elk dier fundamenten is een gegoten ijzeren schoen ingemetseld, waarin een grenenhouten stijl, lang 3.25-, zwaar 0.18 bij 0.18 M. is gesteld. De stijlen langs iedere lange zijde van de kap zijn onderling verbonden door een 0.08 bij 0.13 M. zwaren grenen muurplaat en een 0.12 bij 0.18 zwaren grenen onderregel. Bovendien is ieder der hoekstijlen door een 1.- M. langen grenenhouten schoor met de muurplaat verbonden en zijn aan iedere lange zijde 2 grenen Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 64 kruisschoren aangebracht. Deze laatste schoren zijn zoodanig bevestigd, dat zij uitgenomen kunnen worden. Elk der 5 kapgebinten bestaat uit 2 vurenhouten spruiten, ieder lang 5.7 M. en 2 idem schoren ieder lang 0.65 M. verbonden door ijzeren koppelplaten en trekstangen, met een spantoestel. De 5 gebinten zijn onderling verbonden door een nok en 6 gordingen, alle van vurenhout. Op de nok en de gordingen zijn de spanribben en het pannendak met belatting aangebracht. Elk paar stijlen van het 2de en van het 4de gebint is onderling door 2 trekstangen met spantoestel verbonden. Evenzoo zijn de beide uiterste kapgebinten onderling door 2 trekstangen met spantoestel verbonden. Deze trekstangen loopen diagonaalsgewijze langs de onderzijde van elk der 2 halve daken. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 65 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 66 Wachterswoning f Deze woning is blindeerbaar, bestaat uit een beganegrondsverdieping, bevattende 7 vertrekken, en uit een zolder. Nummer van het lokaal 1 Bestemming Breed in M. 2,7 Hoog in top 3,345 Aanmerkingen Woonkamer Lang in M. 5 2 Slaapkamer 4 2,7 3,345 3 Directiekamer 4,5 2,7 3,345 4 Keuken 4,5 2,7 3,345 Waarin een bedstede en hangkast. Met 2 kasten, de noordelijke met 4 planken van 0,4 x 0,45 M., de zuidelijke 0,6 x 0,45 M. is hangkast. Waarin een aanrechtbank, waaronder kasten; gootsteen, gemetseld fornuis, hoog 0,8 M. en kast met 4 bergplanken. Met tonnenstelsel Met kast onder de trap. 5 Privaat 1,22 1 3,345 6 Gang 1,22 2,04 3,345 7 Idem 1,22 2,7 3,345 N.B. In werkelijkheid zijn de lokalen ongenummerd. Op den zolder is een kamertje breed 2,35, lang 4,5 M. met bedstede lang 1,6, breed 1, M. en 2 kasten en een hangkast lang 1 M. breed 0,9 hoog 2 M. Constructie Het gebouw rust op en betonlaag van 0.75 M. dikte. Op het betonbed zijn de fundamenten aangelegd. Voor de buitenmuren ter breedte van 1.45 M. voor den scheimuur in de lengte richting van het gebouw ter breedte van 1.- M. en voor de overige scheimuren ter breedte van 0.22 M. Op 5.79 M. + A.P. zijn de breedten respectievelijk geworden 1.- M., 0.5 M. en 0.22 M. Op het midden van dezen bovenkant der fundamenten zijn de schoone muren opgetrokken en wel, de buitenmuren ter dikte van 0.78 M., de scheimuur in de lengte van het gebouw ter dikte van 0.33 M., de overige scheimuren ter dikte van 0.11 M. Boven de zoldering zijn de muren van de eindgevela en de borstweringmuren van de lange zijden (de laatste opgetrokken to 10 M. + A.P.) 0.33 M. dik. In alle vertrekken zijn grenenhouten vloeren dik 0.034 M. De zolderloer bestaat uit vuren deelen dik 0.027 M. De vloer- en zolderribben zijn van grenenhout en zwaar 0.075 bij 0.176 M. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 67 De kap bestaat uit 3 vurenhouten binten, elk bestaande uit 2 bogen van op elkander geklampte boogstukken, een makelaar, een verbindingsplaat en 2 blokeeten. Onderlinge verbinding van de kapbinten heeft plaats door 4 gordingen en 1 nok met bijbehorende klossen. De kap is bekeed met eene bebording dik 0.022 M., waarop een belatting met pannen is aangebracht. De bebording is van onderen bevestigd tegen de grenenhouten muurplaten, gordingen, nok, bebordingen enz. zijn van vurenhout. De wanden van de directiekamer zijn bekleed met behangselpapier op doek, de overige binnenwanden zijn beraapt en bepleisterd. Verwarming In de lokalen 1, 2, 3 en 4 kan gestookt worden. Rondom het gebouw ligt een rabat in zand breed 1.- M. Duiker g Onder het zuidelijk gedeelte van het gebogen keelfront ligt een duiker, die de torengracht met de westelijke fortgracht verbindt. Constructie De duiker is uit baksteen gemetseld met uitzondering van het westelijk gedeelte lan 16.23 M., dat uit potbuizen bestaat, wijd 0.45 M. Aan de zijde van de torengracht ligt de duiker met de bodem op 0.8 M. + A.P. en daalt naar het andere uiteinde tot 0.2 M. + A.P. Onder den duiker bevindt zich een dennenhouten fundering, bestaande uit palen lang 10.- M. benevens slik en schuifhouten zwaar 0.2 bij 0.2 M. Ongeveer op het midden van den duiker is een schaftkoker opgemetseld tot 10.M. + A.P. In den schaftkoker bewegen zich de heugelijzers, waarvan 2 eikenhouten schuiven ter afsluiting van den duiker bevestigd zijn. aan het uiteinde van den duiker naar de zijde van de torengracht is een tweede schaftkoker opgemetseld tot 3.5 M. + A.P. waarin zich ook een eikenhouten schuif kan bewegen. Peilmerken Tot het doen van opnemingen kan worden gebruik gemaakt van de peilschalen aan de sluis in de Goilberdingen kade aan den beersluis en aan de sluis in de Rondweg. Tuingrond De tuingrond van den wachter is groot 4.82 Aren en voorgesteld op den platten grond van het fort (blad 3.) Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 68 Telegraafkabels De ligging van de telegraafkabels is aangeduid op den platten grond van het fort (bladz 3.) Een deel van de inundatiewerken. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 69 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 70 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 71 De bewapening volgens armeringsstaat 1880 4 kanonnen van 15 cM. L. 6 kanonnen van 12 cM. K.A. 12 houwitsers van 15 cM. 2 mortieren van 29 cM. 2 mortieren van 20 cM. 6 Coehoornmortieren. Volgens het genieregister is de armeringsstaat in 1907 aangepast: De bewapening is aangegeven in de armeringsstaat van de Groep Vreeswijk (gedeelte bezuiden de Lek), goedgekeurd bij kabinetsaanschrijving van 22 augustus 1907, Litt 2660 , en gewijzigd bij aanschrijving van het Departement van oorlog van 22 Februari 1908, Litt. K 115 Verklaring van de afkortingen: cM = centimeter, L = lang en K.A. = kort achterlaad De Coehoornmortier werd vooral gebruikt voor het verschieten van licht- en seingranaten. Seingranaten met kleurencombinaties in wit, groen en rood werden bij duisternis gebruikt voor de communicatie. Coehoornmortier. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 72 Mortier van 20 cM. Het infanteriewapen uit die tijd was het Beaumont geweer. Mortier Br. 20 cm, ingevoerd in 1866 Algemene gegevens volgens het Legermuseum: Vestinggeschut. Kaliber : 0,2014 el. Lengte: 0,5832 el. Gewicht: 245 pond. Benaming der verschillende deelen: De stootbodem; de zundgattap; het zundgat; de tappen met tapborsten; de band vóór aan het bodemstuk; de vizierkeep op het middenstuk; het oor; de band vóór aan het middenstuk; de band vóór aan het mondstuk met vizierkeep; de monding, de ziel; de kamer. Affuiten: Mortierstoelen van 20 cM. Munitie: Bom. Granaat, gewone. Mortier 29 Dm. No. 1 oud M, ingevoerd 1818 Voeren het jaartal van 1818 en volgende jaren; beginnende met letter H4, en hebben wiggen vóór de tappen. Kaliber 0,2914. Gewicht 1190 KG. Vroeger mortieren van 50 pond steen genoemd. Worden: Mortieren. Br. van 29 Dm. VM. (Instructie Inventaris 1858). 6e Druk. 1863. Par. 24, 38 en 39. Plaat II Figuur 1. Mortieren bronzen van 29 Dm. Hebben wiggen vóór de tappen. Opmerking: Deze mortieren werden dus eerst Mortier van 50 pond steen genoemd. Later zijn ze dus in plaats van Dm (duim/ inch). Naar cM. vernoemd. In 1820 werd het metriek stelsel in Nederland ingevoerd en werd de duim gelijkgesteld aan de centimeter en in 1870 werd de duim afgeschaft. In het overzicht zou ik dus hierbij aanhouden Mortier Br. van 29 cM. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 73 Mortier Coehoorn Vestinggeschut (glad voorlaadgeschut) Kaliber: 13,1 cM. Lengte in kalibers: 2. Gewicht: 35 KG. Metaal: brons. Constructie: enkelvoudig. Ontstekingsmiddel: aanvuursel. Blokken tot Coehoornmortieren. Projectielen: lichtkogels. Zijn gladde Br. cylindervormige vuurmonden, aan de monding voorzien van een band en van achteren eindigend in een loodrecht op de as van de vuurmond staande plaat. Het zundgat is niet ingericht voor een pijpje. De Coehoorn-mortier. (Pl. XI, Fig. 4) is met de voetplaat a uit één stuk gegoten en daarmede zoodanig op een houten blok bevestigd, dat de as der ziel een hoek van 45° maakt met den bovenkant van het blok. De kamer is cylindervormig en door een bolvormig segment gesloten. De as van het zundgat staat loodrecht op die der ziel; het zundgat is rechtstreeks in den vuurmond geboord. Op het mondstuk bevindt zich een vizierkeep, waarvan de verlenging op het ronde gedeelte van het middenstuk door een punt is aangegeven. De vizierlijn dient, evenals bij de overige mortieren, om den vuurmond met behulp van een richtlood in de strekking van het doel te brengen. Het fort bij Everdingen met de geschutopstelling en schootsrichtingen. Opvallend is dat de 15 cM. houwitsers voor de nabijverdediging (klein flankement) de grachten niet rondom onder vuur kunnen houden. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 74 15 cM houwitser De bemanning De vaste bezetting is aangegeven in den bezettingstaat vastgesteld bij Kabinetsaanschrijving van 12 Juli 1907, Litt. F 47. Officieren Infanterie Artillerie Genie Geneeskundige dienst Wasvrouw 5 4 1 1 Onderofficieren en manschappen 260 97 + 1 adjudant 2 2 Wasvrouw 2 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 75 Waschvrouw Legitimatiepenningen van de wasvrouw Aan het eind van de 18e eeuw werden legers vergezeld van grote groepen mensen, Deze groep werd ook wel de legertros genoemd. Oorspronkelijk waren dit bedienden van de adellijke officieren maar het kwam ook voor dat er echtgenotes van soldaten bij waren. Ook was er een groep professionals, zoetelaars, hoeren e.d. Zoetelaars(ters) verkochten eten en drank. Om enigszins de orde te handhaven werd er soms een oudere degelijke onderofficier benoemd als leider van zo’n groep. De zoetelaarsters, ook wel marketentsters genoemd mochten vanaf 1820 geen legers meer vergezellen. De tros was sowieso al aan het uitsterven door veranderingen in de manier van oorlog voeren. De legers werden sneller en mobieler en waren eigenlijk niet meer bij te houden. De marketentster werd vervangen door de Waschvrouw. Om haar status te geven en respect af te dwingen was dit meestal een echtgenote van een Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 76 onderofficier. In het geval van de waterlinie woonde zij ook op het fort. In diverse registers wordt beschreven waar zij gehuisvest waren. Het was een officiële niet combatante functie in het leger. De waschvrouw droeg een penning als “legitimatie” Militaire wasmachine. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 77 Een rondgang over het fort Het hek op de sluisbeer. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 78 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 79 Keuken in gebouw D Telegraafkabels. De ligging van de telegraafkabels is aangeduid op den platten grond van het fort. Seinsleutel ten behoeve van de telegraafverbinding. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 80 Kringenwet Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 81 Rondom de forten fungeerde de kringenwet. Door deze wet werd bepaald dat er in een aantal kringen rond een fort niet, of met beperkingen gebouwd mag worden. Opvallend is dat je tijdens rondleidingen op forten altijd gesproken wordt over kringen van 300, 600 en 1000 meter. Dit terwijl in de wet expliciet wordt gesproken over ellen. Dit wordt verklaard door het volgende: Bij de invoering van het Nederlands metriek stelsel in 1820 werd de el gelijk gesteld aan een meter. Met de Wet van 7 april 1869 (Staatsblad nr. 57) werden oude benamingen, waaronder ook de el, afgeschaft en vervangen door de tegenwoordig gebruikelijke aanduidingen. In de periode 1820-1870 was een el gelijk aan 10 palmen (decimeter) of 100 duimen (centimeter) of 1000 strepen (millimeter). STAATSBLAD VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (N°. 128.) WET van den 21sten December 1853, houdende bepalingen betrekkelijk het bouwen, planten en het maken van andere werken binnen zekeren afstand van Vestingwerken van den Staat. WIJ WILLEM III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, GROOT-HERTOG VAN LUXEMBURG, ENZ., ENZ., ENZ. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut ! doen te weten: Art. 6. Om elk vestingwerk der eerste, tweede of derde klasse zijn drie verboden kringen: een op den afstand van drie honderd el, genaamd de kleine; een op den afstand van zes honderd el, genaamd de middelbare; een op den afstand van duizend el, genaamd de groote. El (lengtemaat) De el is als lengte gebaseerd op de lengte van een onderarm en bedroeg (althans in Nederland) circa 69,4 cm. De maat werd lokaal, in ieder belangrijk handelscentrum, vastgesteld waardoor er verschillen optraden. In verband met de heffing van accijns werd de Haagse el in 1725 de nationale standaard. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 82 Mobilisatie 1870 Bij het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog worden de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gemobiliseerd. Een aantal forten waaronder Pannerden, Vechten, Rijnauwen en het Hemeltje waren toen nog niet klaar. Nederland raakte niet betrokken bij deze oorlog en men ging gewoon verder met de bouw. Tijdens de mobilisatie van de andere forten van de waterlinie kwam men er wel achter dat er op die forten enorme tekortkomingen waren. Vooral bomvrije ruimten voor logies en opslag van buskruit en projectielen waren er veel te weinig. Dit leidde ertoe dat in de periode daarna veel forten ingrijpend gemoderniseerd zijn. Mobilisatie 1914 Nederland was in de Eerste Wereldoorlog neutraal. Er was een algemene mobilisatie gedurende de periode 1914 – 1918 om deze neutraliteit te behouden. Veel linies en forten, waren in verhoogde staat van paraatheid gebracht. Van krijgshandelingen was geen sprake. Door de bewapeningswedloop waren door de vijand ook wapens ontwikkeld waartegen deze forten nauwelijks bestand waren. Men ging de strijd verleggen naar infanteriestellingen tussen de forten. Deze werden voorzien van betonnen, granaatvrije schuilplaatsen. Ze werden ook wel groepschuilplaatsen genoemd. In de voorste linie schuilplaatsen voor 8 man en in de tweede linie dubbele schuilplaatsen met twee ingangen voor 16 man. Links voor het fort Everdingen zijn de rijen loopgraven en verbindingsloopgraven te zien. Een vijandelijke aanval werd voorafgegaan met een artilleriebombardement. De Nederlandse militairen trokken zich dan terug in hun granaatvrije schuilplaatsen. Als het artillerievuur stopte kwam de vijand er aan. De Nederlandse militairen kwamen uit de schuilplaatsen en namen plaats in de loopgraven. Als de vijand toestormde werden ze beschoten door de Nederlandse artillerie vanaf de forten en vanuit tussenstellingen tussen en achter de forten. Ook werden ze onder vuur genomen door handvuurwapens en mitrailleurs vanuit de loopgraven. De loopgraven waren voorzien van “granaatvrije schuilplaatsen voor loopgraafwachten, type 1918 I en II. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 83 Schuilplaats 1918 I. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 84 Schuilplaats 1918 II. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 85 Het interbellum Positie betonwerken 1939-1940. In de periode 1939-1940 zijn er op- en in de omgeving van het fort nog een aantal groepschuilplaatsen van het type Piramide en een G-Kazemat gebouwd. Groepschuilplaats P (piramide). Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 86 Duitse tekening van een Piramide. Foto’s volgende bladzijde. Schuilplaats van gewapend beton geschikt voor 10 – 12 man. Werd in sommige gevallen ook als commandopost gebruikt. De toegangsdeur bestaat uit drie delen, zodat bij een eventuele instorting er meer kans was om nog buiten te komen. In dit geval zijn er bankjes langs de muur geplaatst. In sommige stonden stapelbedden. De schuilplaatsen zijn voorzien van ventilatiebuizen en aansluitmogelijkheden voor communicatielijnen. Het schietgat was bedoeld om te voorkomen dat de vijand kon binnendringen. Ze zijn allen voorbereidt op het plaatsen van een periscoop, deze zijn vanwege het kostenaspect niet geplaatst. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 87 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 88 De G-Kazemat De G-kazemat was een bijzonder veilige mitrailleuropstelling. Door gebruik te maken van een Gietstalen koepel met een klein schietgat, vrijwel volledig omgeven door gewapend beton was deze moeilijk uit te schakelen. Het schietgat was voorzien van een luifel. Hierdoor was het zeer moeilijk een schietgattreffer te plaatsen. Een pantsergranaat had vrijwel geen uitwerking op het beton terwijl een brisantgranaat niets tegen de gietstalen koepel kon uitrichten. Ze waren over het algemeen bewapend met een zware mitrailleur type Schwarzlose M. 08.15. Schwarzlose M. 08.15 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 89 In 2012 kwam men er achter dat de G-kazemat op fort Everdingen zijn koepel nog had. Na wat voorzichtig speurwerk is in januari 2014 serieus onderzoek gestart. Hiervoor is 16 -01-2014 door de meesterspeurder van het Museum Vliegbasis Deelen, en iemand van een aannemersbedrijf die de klus van het blootleggen gaat uitvoeren, een kleine proefsleuf gegraven op de buitenwal van Everdingen. Er is een stukje van de gietstalen koepel van de G-kazemat blootgelegd en geïnspecteerd. De koepel is zo te zien volledig intact en van mooie kwaliteit aan de buitenzijde. Ook nog enkele foto's van de binnenkant gemaakt. De sleuf weer netjes dichtgegooid maar met piketpaaltjes aangegeven waar schietopening zich bevindt. Leuk detail; de kazemat is niet gericht op de weg of de Beersluis / Lekdijk, maar ligt schuin in het talud met schietopening meer richting de polder en de zuidelijke Inundatiesluis bij het Inundatiekanaal! Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 90 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 91 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 92 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 93 Boven opstelling mitrailleurs, onder de infanteriestelling. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 94 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 95 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 96 De vuursectoren Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 97 Het aanleggen van versperringen. De genoemde trapgranaten zijn oude artilleriegranaten van minimaal 12 cM. Die voorzien zijn van een trapontsteking. Een ouderwetse landmijn dus. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 98 Mobilisatie 1939 De militairen kwamen na hun mobilisatieoproep niet in een gespreid bedje. Dit bedje moesten ze zelf nog maken met behulp van strozakken. Menige soldaat kreeg blaren op zijn handen van het vele graafwerk dat moest worden gedaan om het fort in staat van verdediging te brengen. Er moesten loopgraven aangelegd worden die beveiligd werden met prikkeldraad. Men bouwde schuilplaatsen van boomstammen, aarde en planken. Dit werden blinderingen genoemd. Op deze foto is goed te zien dat er werkers en toezichthouders waren. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 99 Niet alle soldaten woonden op het fort. De omstandigheden waren daar niet erg goed. Daarom werden soldaten ingekwartierd bij burgers en boeren in de omgeving. Die vonden dit niet echt bezwaarlijk omdat er behoorlijke vergoedingen tegenover stonden. Er was wel een behoorlijk onderscheid tussen officieren, onderofficieren en manschappen. In de voorschriften stond duidelijk vermeld waar een ingekwartierde recht op had en wat daarvoor betaald moest worden. Soldaten op een boerderij in de omgeving. De werkploeg staat klaar om aan de stelling te gaan werken. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 100 Er zullen ongetwijfeld vriendschappen zijn ontstaan tussen de ingekwartierde soldaten en de boeren gezinnen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 101 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 102 En groep soldaten in één van de lokalen van het fort. Er was ook tijd voor ontspanning. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 103 Soldaten in het dorp. Ook de Koninklijke Marine speelde een rol bij het fort. De rivierkanonneerboot Rhenus grendelde de rivier af. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 104 Gemobiliseerde soldaten op weg naar het fort. Bij het fort was een schietbaan aangelegd. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 105 Koeien melken achter de kogelvanger van de schietbaan. Tweede Wereldoorlog http://www.oudhouten.nl/content/artikelen/recentetijd/1940tweedewereldoorlog.html Dit verslag is overgenomen van de website van Oud Houten. Helaas is op deze website geen contactadres aangegeven zodat ik geen toestemming heb kunnen vragen. Als iemand van Oud Houten dit leest verzoek ik hem/haar contact met mij op te nemen. [email protected] De eerste dagen 10 mei 1940 De oorlog begint met veel overtrekkende vliegtuigen en met luchtaanvallen op de spoorbrug van Culemborg. 11 mei 1940 De lichamen van slachtoffers die vallen bij de Grebbeberg worden bewaard in de kerktoren op Het Plein. 12 mei 1940 Inundatie wordt gestart. De polders van Schalkwijk, Houten en Tull en 't Waal lopen langzaam vol met water. Boeren krijgen opdracht tot evacuatie van het vee. 13 mei 1940 Delen van Tull en 't Waal, Schalkwijk en Houten worden geëvacueerd. 2500 mensen moeten hun huis verlaten. Een deel gaat naar Utrecht een ander deel via Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 106 Vreeswijk richting Rotterdam. In de middag wordt de pontonbrug voor autovervoer van en naar Culemborg afgebroken. De Duitsers hebben vooral interesse voor de Culemborgse spoorbrug. Vijf Duitse parachutisten landen op deze brug. Vanuit Everdingen wordt de brug onophoudelijk beschoten. Drie Duitsers komen te overlijden. In de avond van de 13e mei besluiten Nederlandse soldaten zich terug te trekken van de Grebbelinie tot achter de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Grote groepen soldaten trekken door Houten richting Jutphaas en door Schalkwijk richting Vreeswijk. Ze hebben hinder van het water in de overstroomde gebieden, dat plaatselijk al 40 centimeter hoog staat. 14 mei 1940 Chaotische dag. In de nacht en ochtend trekken nog steeds soldaten door de dorpen, onderweg naar Jutphaas, Vreeswijk en IJsselstein. Er zijn opstoppingen door loslopend vee en gebieden die onder water staan. Ook moet het resterende deel van de bevolking evacueren. Het noorden van Houten en Bunnik krijgen opdracht tot evacuatie naar Culemborg. Dit wordt niet uitgevoerd, omdat het niet haalbaar was en het Nederlandse gezag aan het verdwijnen was. Rond het middaguur zijn de meeste soldaten teruggetrokken. Rond 12.00 uur stuiten Duitse motorverkenners op Nederlandse stellingen die zijn verscholen in een boomgaard nabij Wickenburgh. Er valt één dode aan Duitse kant. Tussen 14.00 uur en 16.00 uur vinden opnieuw gevechten plaats. Drie Nederlandse militairen komen om het leven. Rond 19.00 uur trekken de Nederlandse militairen zich terug. Om 15.30 uur kleurt de hemel in het westen grijs. De zon schijnt er als een rode bal doorheen. Rotterdam is een paar uur eerder gebombardeerd. Langs de Lekdijk rukken de Duitsers met pantserwagens op tot aan het Werk aan de Groeneweg. Ook hier vinden beschietingen plaats. Duitse artillerie voert beschietingen uit op Culemborg en Fort Everdingen. Aan het eind van de middag wordt een mitrailleurcompagnie bij het Werk aan de Groeneweg gevangen genomen en wordt Fort Honswijk ingenomen. Steeds meer Nederlandse soldaten krijgen te horen dat Nederland zich heeft overgegeven. Krijgsgevangenen worden afgevoerd naar Wijk bij Duurstede. 15 mei 1940 's Nachts worden aan de Lekdijk en Pothuizerweg een aantal huizen door bommen verwoest. De laatste Nederlandse militairen trekken zich terug naar Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 107 Utrecht. Mogelijk waren dit eenheden die vanuit de Peel en Betuwe naar het noorden waren gestuurd om terugtrekkende Nederlandse troepen te dekken. Ze weten nog niet dat Nederland zich heeft overgegeven en dat andere eenheden iets zuidelijker krijgsgevangen zijn gemaakt. In de avond keert een deel van de bevolking terug. 16 mei 1940 De overige geevacueerde inwoners uit Voorburg keren terug. 17 mei 1940 Duitse troepen trekken Vreeswijk binnen. Capitulatie Als onderdeel van een “totale oorlog” besloten de Duitse bevelhebbers de stad Rotterdam te bombarderen. Vervolgens eisten ze overgave omdat anders de stad Utrecht het zelfde lot zou ondergaan. Na een moedige strijd besloot men te capituleren. Op deze foto is goed te zien dat de uitrusting van de Duitse soldaten veel moderner was. Ze waren ook veel beter getraind. Toch hebben de Nederlanders het niet slecht gedaan. De beroemde Duitse luchtlandingstroepen in de omgeving hebben een enorm pak slaag gehad. Daardoor hebben ze zoveel materiaal en manschappen verloren dat ze gedurende de gehele oorlog niet meer te boven zijn gekomen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 108 Eerst krijgsgevangenen. En dan naar huis. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 109 Een kijkje in het verleden Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 110 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 111 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 112 Na de tweede wereldoorlog De waterlinie was uit de tijd en had haar functie verloren. Toen in 1958 de kringenwet niet meer werd gehandhaafd en in 1963 bij koninklijk besluit werd opgeheven was het helemaal uit. Veel forten van de waterlinie kregen andere functies. Dit varieerde van Mobilisatiecomplex, munitieopslagplaats of zoals op Everdingen en het spoel een werkplaats. Deze kwamen in handen van de explosieven opsporingsdienst (EOD) die er gevonden explosieven onklaar maakten. Ook werd er afgekeurde munitie vernietigd. Tijdens het leegbranden van geweerpatronen in een van de groepsschuilplaatsen P op het spoel ging het mis. Wat leegbranden moest zijn werd een enorme explosie. Het gevolg was één dode en enkele zwaar gewonden. Ca. 1960, sloop groepschuilplaatsen In de omgeving van het fort werden een aantal groepschuilplaatsen gesloopt. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 113 Sloop van de groepsschuilplaatsen bij Goilberdingen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 114 2014 Zeldzame koepelkazemat uitgegraven EVERDINGEN - Na meer dan zestig jaar aan het gezicht onttrokken te zijn geweest, is vorige week maandag op het terrein van Fort Everdingen een zogenoemde G-kazemat uitgegraven. Hiermee is één van meest de bijzondere militaire objecten op Everdingen, een robuuste schietkoepel uit 1940, weer volledig zichtbaar geworden. De koepel met schietgat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de meeste koepels in de waterlinie door de Duitse bezetter uit de kazematten gesloopt. Vaak door ze op te blazen, waardoor ook de betonnen omhulsels zwaar werden beschadigd. Het staal werd vervolgens omgesmolten voor de oorlogsindustrie. Momenteel staan er in de waterlinie nog ongeveer veertig exemplarenm, waarvan slechts vijf in oorspronkelijke staat. De aanwezigheid van een G-kazemat op Everdingen was bekend. De staat ervan echter niet, omdat hij na de Tweede Wereldoorlog volledig met aarde was bedekt en opgenomen in het buitentalud. Aan die onduidelijkheid is nu een einde gekomen. De G-kazemat bleek nog compleet in de omwalling aanwezig, inclusief de gietstalen toegangsdeur. Het bouwjaar 1940 staat duidelijk in het beton gegrift. Met een grondvlak van circa 7 bij 6,50 meter en een totale hoogte van circa 3 meter was het uitgraven een aardige klus. Met de hand werden de laatste werkzaamheden uitgevoerd. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 115 Fort Everdingen in het nieuws. 1844 Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 116 1847, aanbesteding 1 jarig onderhoud. 1947, Aanbesteding 1 jarig onderhoud. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 117 1849, Aanbesteding voor het herstel van aardwerken. 1850, aanbesteding verhoging Lekdijk. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 118 1850, aanbesteding 1 jarig onderhoud. 1850, aanbesteding 1 jarig onderhoud. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 119 1861, aanbesteding van het dak boven de rondweg van de toren. 1861, aanbesteding van de bouw van een duiker. 1868, oefeningen. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 120 1874, begroting voor de voltooiing van het vestingstelsel. 1975, advertentie voor metselaars. 1878, inspectie van een verzakking. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 121 1882, ingezonden brief m.b.t. een ongeval. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 122 1884, Vestingbegroting 1885. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 123 1889, oefeningen. 1907, aanbesteding. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 124 1909, aanbesteding. 1910, geslaagd voor schoolakte. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 125 1914, Koninklijk bezoek. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 126 1918, waterlinie. 1923, belegging. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 127 1923, verdrinking. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 128 1940, oplichting. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 129 1940, nogmaals oplichting. 1940, schadevergoeding inundaties. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 130 Fort Everdingen chronologisch Jaartal 1842 1845 1870 1870 1874 1875 1880 1881 1883 1899 1907 1907 1907 1914 1914 1918 1939 1939 1939 1940 1960 1963 2014 Gebeurtenis Start van de bouw. Bouw van de toren. Mobilisatie Frans – Duitse oorlog. Bouw van de wachterswoning, 2 artillerieloodsen en de bomvrije gebouwen. Bouw van de contrescarp. Bouw van de beersluis. Aanpassing van het plongée en emplacementen. Bouw van de genieloods. Verbetering van de ventilatie en waterdichtheid. Dempen van een deel van de torengracht en het afbreken van de brug over deze gracht. Wijziging van houten bekleding en het vervaardigen van munitienissen. Aanpassing van de armeringsstaat. Aanpassing van de bezettingstaat. Mobilisatie 1e wereldoorlog. Aanleg infanteriestelling . Bouw groepsschuilplaatsen 1918. Mobilisatie 2e wereldoorlog. Bouw Groepschuilplaatsen P. Bouw G-kazemat Op 14 mei 1940 wordt het fort beschoten door de Duitsers. Sloop van een aantal groepsschuilplaatsen. Opheffing kringenwet het einde van de Waterlinie. Opengraven G-Kazemat Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 131 Bronnen, bijdragen en literatuur Totaal overzicht alle naslagwerken Literatuur De NHW in Bussum Fort Werk IV Erfgoedreeks Vechten Erfgoedreeks Rijnauwen Erfgoedreeks Asperen Fort bij Rijnauwen, de Parel van de Hollandse Waterlinie Fort Pannerden Fort Pannerden Geniebestekken Genieregisters Handleiding tot de Burgelijke Bouwkunst Memorie van verdediging Nederlands geschut sinds 1677 Nederlandse Vuurwapens, Landmacht, Marine en koloniale troepen 1866-1895, Arnhem 2000. Nieuwersluis Van Starreschans tot starfbastion. Registers Auteur H.J. van Welsen Uitgever Historische Kring Bussum Chris Will Dirk de Groot Dirk de Groot Stokerkade Chris Will Stokerkade Arie van der Gaag Henk Reinders Gert Huting H.E. Wanting Genie Genie Stokerkade Stichting fort Pannerden Ministerie van Oorlog Ministerie van Oorlog Tot nut van ‘t algemeen Genie Ministerie van Oorlog Stokerkade J. Albarda en F.L. Kroesen. van drs. B.J. Martens en drs. G. de Vries Douwe Koen Phoenix Publishers. Genie Defensie Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 132 Terminologie Een herziene en uitgebreide Verdedigingswerken bewerking van Vestingbouwkundige termen van A.H. Mohr. Van artilleriesteunpunt tot infanteriesteunpunt Vestingbouwkundige termen Bronnen Beeldbank Ministerie van Defensie Bibliotheek Hollandse Waterlinie De Gelderlander De Koninklijke Bibliotheek Ergens in Nederland Gemeente Utrecht Het Artilleriemuseum Het Geniemuseum Het legermuseum Dick Leegwater A.H. Mohr Stichting Coehoorn Menno Website http://nimhbeeldbank.defensie.nl/ Materiaal Foto’s http://www.hollandsewaterlini e.nl/ Kaarten en tekeningen http://www.gelderlander.nl/ http://kranten.kb.nl/results Krantenknipsels Krantenknipsels http://www.ergensinnederland 1939-1945.nl/home http://www.utrecht.nl/ http://www.nederlandsartilleri emuseum.nl/ Foto’s http://www.legermuseum.nl/g et?site=legermuseum.nl Het Utrechts http://www.hetutrechtsarchief. archief nl/ Landmachtstaf s’ Gravenhage Leger 1939 – 1940 Website NIMH Provincie Utrecht Rene Ros http://www.forten.info Rijksdienst http://www.cultureelerfgoed.nl Cultureel Erfgoed Rijksdienst Cultureel Erfgoed Stichting de Greb Stichting Menno van Coehoorn Met dank aan de stichting voor het beschikbaar stellen van dit werk. Stichting Menno van Coehoorn http://beeldbank.cultureelerfg oed.nl/ http://www.grebbeberg.nl/ind Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot van Foto’s en tekeningen. Foto’s Foto’s Foto’s en definities Foto’s en tekeningen Tekeningen Beheerder onbekend Foto’s Foto’s en tekeningen. Foto’s, wetgeving Beschrijvingen onderdelen van Waterlinie Foto’s en kaarten van de Foto en tekst: Vickers 133 Stichting Menno van Coehoorn Technische dienst Website Stichting fort aan den Klop. Website WKU ex.php?page=stichting-degreb-introductie http://www.coehoorn.nl Genieregisters Luchtvaart http://www.fortaandeklop.nl Luchtfoto’s Foto’s en tekeningen. http://www.fortwku.nl/wat-ishet-wku Foto’s en informatie Wikipedia De vrije encyclopedie Met dank aan Albert Folkerts Albert Polman Andries van Barneveld Arthur van Beveren Bart Bondam Betrokken bij Fort Asperen Fort bij Rijnauwen Fort bij Rijnauwen Materiaal Informatie en foto’s Foto’s en verhalen Foto’s en informatie Lunetten op de Houtense vlakte Foto’s Fortificatieforum Bert Groeneveld Bert van Dijk Chris Will Coco van Donkelaar Daniëlle Snellenberg Dirk Hoogendoorn Douwe Koen Fort aan de Biltstraat Fort bij Rijnauwen Foto’s, tekeningen kaarten enz. Rondleiding en verhalen. Informatie Foto’s en tekeningen Verklaring bouwkundige termen Foto’s en verhalen Fort Vossegat Informatie Het Utrechts Archief Douwe Tijsma Familie van K. Kapitein Brouwer Familie van Luitenant J.J. Koerts Fedor de Vries Frank Sidler Fort aan den Ruigenhoekschedijk Fort bij Vechten Foto’s archiefmateriaal Verhalen Foto’s Fort bij Vechten Foto’s Batterijen aan de Overeindse weg Fort bij Rijnauwen Foto’s Foto’s Fort bij Tienhoven Projectbureau NHW Bouwkunde Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot en en 134 Frits Duinkerke Genealogie van KeulenPolman H.J.J. Steenman Hans Nap Harry Koppelrath Henk Tol Chris van Keulen Voorschriften omtrent de verpleging Foto’s, tekeningen en reglementen Eigen web-site Stelling van Honswijk Prentbriefkaarten Fort bij Rijnauwen Verdedigingswerk te Vreeswijk Foto’s Verhalen Fort Pampus Tekening kanon van 24 cM. Foto’s en kaarten Waterlinie Het geheugen Algemene info van Nederland J. Spanjaard Fort te Jutphaas Website Jan Wullink Fortificatieforum Janus van Fort bij Vechten Lunteren Jos Rams Collega auteur, uitrusting, enz! Jurrie de Vos Kees Reehost Leontine Jansen Marinus Buiten en W.J. Jeurissen Martijn Binnenveld Michel Ronden Michel Verhoeks Peter Claesens Remco Lablance Rinus Verweij Rob Meeuwisz Ruud Mosk Friese verzetstrijders – bevrijders en andere betrokkenen Versperringen in de Waterlinie Foto’s Genie, Staatsbosbeheer Fort Honswijk Werk aan de Korte uitweg http://www.fortwku.nl/ Fort bij Vechten uniformen, Foto’s, interviews, inlichtingen archiefstukken. Info, foto’s en Blog Foto’s Materiaal van de website Foto’s mobilisatie Lunetten aan de Houtense vlakte Documenten en informatie Fort Everdingen Foto’s G-kazemat Waterlinie Tekeningen met http://www.mverhoeks.com/index2.html lokaalindelingen Fort aan het Pampus Informatie en tekeningen Fort ’t Hemeltje Foto’s en info Fort Asperen Fort Pannerden Collega auteur Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot “de Grenadier” Info en foto’s S3 kazemat Foto’s/beschrijvingen 135 Sander van den Berg Stichting Herstellingen Teus van Toorn Truus KleijnWillemse Veron, vereniging van Zendamateurs Willemijn Simon van Leeuwen Fortificatieforum Fort Nieuwersluis 3 D tekeningen en Foto’s Foto Fort Asperen Informatie Fort bij Vechten Lunetten aan de Houtense vlakte Fort aan de Gagel Foto’s en verhalen Fort aan de Nieuwe Steeg Register en foto’s Foto’s Ik heb mijn uiterste best gedaan de bronnen van citaten, foto’s, tekeningen en dergelijke te achterhalen en te benoemen. In een aantal gevallen is dat niet gelukt. Mocht een lezer van de naslagwerken iets herkennen als zijn eigen werk, verzoek ik u contact op te nemen met: [email protected] om overleg te plegen. Dirk de Groot. Fort Everdingen, versie 1, 2013 Naslagwerk, door Dirk de Groot 136
© Copyright 2024 ExpyDoc