Besluit

n
ederl ands -
v Ia a
mse
a
ccre
ditati eorgani satîe
Besluit
Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master
Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen
Gegevens
datum
30 juni 2014
onden¡verp
Definitief besluit
accreditatie wo-master
Naam instelling
Naam opleiding
Datum aanvraag
Variant opleiding
Afstudeerrichtingen
Archeologie van de
R¡jksuniversiteit Groningen
(0021 56)
uw kenmerk
ons kenmerk
NVA/20141470/ND
Locatie opleiding
Datum goedkeuren
panel
Datum locatiebezoeken
Datum visitatierapport
I nstellingstoets
kwaliteitszorg
Rijksuniversiteit Groningen
wo-master Archeologie (60 ECTS)
15 november2013
voltijd
Pre- Protohistorie van Noordwest-Europa
Klassieke en Mediterrane Archeologie
Groningen
14 februari 2014
28 en29 mei 2013
22 oktober 2013
ja, positief besluit onder voorwaarden van 7 augustus 2013
bijlagen
3
Beoordelingskader
Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2010, nr
21523).
Aanvullende informatie
Op 20 februari 2014 heeft de NVAO een gesprek gehad met de panelvoorzitter, de heer P
Van Dommelen. ln dit gesprek kwamen verschillende ondeniverpen aan bod, om de
consistente oordeelsvorming van de NVAO te ondersteunen.
Bevindingen
De NVAO stelt vast dat in het visitatierapport en in het gesprek met de panelvoozitter
deugdelijk en kenbaar is gemotiveerd op welke gronden het panel de kwaliteit van de
opleiding goed heeft bevonden.
Advies van het visitatiepanel
Samenvatting bevindingen en overuegingen van het panel
Standaard
1
De masteropleiding biedt twee programma's aan. Bij Pre- en Protohistorie van Noordwest
Europa ligt de nadruk op terpen en wierden, het prehistorische landschap, de archeologie
van wetlands en de interpretatie van materiële cultuur.
lnlichtingen
An-Sofie Alderweireldt
+31 (0)70 31223 80
a.alderweireldt@nvao. net
Parkstraat 2812514 JK I Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag
PO Box 85498 | 2508 CD The Hague lThe Netherlands
T + 31 (0)70 312 23oo I F + 31 (0)70 312 2301
info@nvao net I www nvao net
Pagina 2 van 6
ln het programma Klassieke en Mediterrane Archeologie ligt de nadruk op het verrijken van
de traditionele klassieke en mediterrane archeologie met ecologische en cultuurhistorische
benaderingen. De integratie van landschapecologische en cultuurhistorische benaderingen
is uniek. Bovendien bouwt de opleiding voort op jarenlange traditie in archeobotanie en
archeozoölogie en een natuunruetenschappelijk benadering van archeologie. De
masteropleiding is hierdoor bijzonder en aantrekkelijk vanuit een internationaal perspectief.
Hoewel de opleiding helder voor ogen heeft wat de sterke punten van de opleiding zijn, is
het panel van mening dat de opleiding meer gebruik zou kunnen maken van de profilering.
De doelstellingen en beoogde eindkwalificaties zijn helder en sluiten aan op het niveau en
oriëntatie van de opleiding.
Standaard 2
Het panel is onder de indruk van de inhoud en vormgeving van het masterprogramma. ln
eerste instantie worden de theorie en methodologie van archeologie op een goed niveau
geconsolideerd en deze worden vervolgens in beide programma's verdiept. Door de
verschillende invullingen van de stage/scriptievoorbereiding is er veel variatie mogelijk voor
studenten. Het is met name bijzonder dat de ecologische-biologische benadering niet alleen
in de pre- en protohistorie van Noordwest Europa wordt toegepast, maar ook in de klassieke
en mediterrane archeologie. Hierin worden landschapecologische en cultuurhistorische
benaderingen met elkaar verbonden. De expertise van het docententeam is breed en
complementair, en docenten verbinden onderwijs met ondezoek. De studeerbaarheid is
goed, de studenten zijn tevreden. Een proactieve opleidingscommissie evalueert het
programma op verschillende manieren en stuurt tijdig bij wanneer dat nodig is. Sinds 2012
laat de opleiding zich adviseren door een Raad van Advies.
Er zijn verschillende vormen van studiebegeleiding en voorlichting. Hierin is toenemende
aandacht voor beroepsperspectieven van studenten. De laboratoria en
vergelijkingscollecties zijn van uitzondedijk goede kwaliteit en de opleidingsspecifieke
voorzieningen maken de onderwijsleeromgeving uniek. Het panel concludeert dat het
programma zodanig is ontworpen dat het bijdraagt aan het realiseren van de beoogde
eindkwalificaties op een hoog niveau.
Standaard 3
Het panel heeft geconstateerd dat de opleidingen een degelijk toetsbeleid hebben
opgesteld. Per vak is een toetsplan en er is inzichtelijk gemaakt hoe de toetsing per
curriculumonderdeel bijdraagt aan het realiseren van de eindkwalificaties. De rol van de
(nieuwe) examencommissie is volgens het panel helder omschreven, maar is in de
uitvoering nog in ontwikkeling. De basis is gelegd; de informatie over de toetsing en
beoordeling is vastgelegd in uitgebreide toetsplannen, de procedures zijn helder en de
overlegstructuren zijn gelegd. Het panel gaat er daarom van uit dat de examencommissie
op korte termijn vertrouwd raakt met haar nieuwe rol. Het panel is positief over de kwaliteit
van de scripties en is het in grote lijnen eens met de beoordelingen van de scripties. Bij de
masterscripties wordt ook origineel materiaal behandeld. Hoewel theorie voldoende aan bod
komt, zou het een verrijking zijn als er iets meer aandacht is voor theorievorming in de
scripties. De beoogde eindtermen worden gerealiseerd.
Pagina 3 van 6
Aanbevelingen
De NVAO onderschrijft de aanbevelingen van het panel en wijst er met name op de werking
van de examencommissie goed vorm te geven.
Besluit
lngevolge het bepaalde in artikel 5a.10, derde lid, van de WHW heeft de NVAO het college
van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen te Groningen in de gelegenheid gesteld zijn
zienswijze op het voornemen tot besluit van 17 maart2O14 naar voren te brengen. Van
deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De NVAO besluit accreditatie te verlenen aan de wo-master Archeologie (60 ECTS; variant:
Voltijd; locatie: Groningen) van de Rijksuniversiteit Groningen te Groningen. De opleiding
kent de volgende afstudeerrichtingen: Pre- en Protohistorie van Noordwest-Europa,
Klassieke en Mediterrane Archeologie. De NVAO beoordeelt de kwaliteit van de opleiding
als goed.
Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2014 en is gelet op het bepaalde in artikel 5a.13e,
vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van kracht tot
en met 29 juni 2Oß1.
Den Haag,30juni2014
De
Dr
r)
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door
een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen
van bezwaar bedraagt zes weken.
Nadat de instelling een onvooMaerdel¡jk posit¡ef besluit ¡nstell¡ngstoets kwalite¡tszorg heeft gekregen, wordt de accred¡tatieterm¡jn
verlengd naar in tolaal 6jaren
Pagina 4 van
o Bijlage 1: Schematisch overzicht oordelen panel
Onderwerp
Omschriivinq
1. Beoogde e¡ndkwal¡f¡cat¡es
De beoogde
eindkwalif¡caties van
de opleiding z¡jn wat
betreft inhoud, niveau
en odëntatie
geconcretiseerd en
voldoen aan
internationale e¡sen
Het programma, het
personeel en de
2. Onderwusleeromgev¡ng
Score
Goed
Excellent
opleidingsspecifieke
voorzieningen maken
het voor de
instromende
studenten mogelijk de
beoogde
eindkwalificaties te
3. Toetsing en gereal¡seerde
eindkwalificaties
realiseren
De opleiding beschikt
over een adequaat
systeem van toetsing
en toont aan dat de
beoogde
Goed
eindkwalificaties
worden qerealiseerd
E¡ndoordeel
Destandaardenkr¡jgenhetoordeel
Goed
onvoldoende(O),voldoende(V),goed(G)ofexcellent(E)
de ople¡ding als geheel wordt op dezelfde schaal gegeven.
Heteindoordeel over
Pagina s van
o Bijlage 2: Feitelijke gegevens
Tabel
l:
Rendement.
Cohort
Rendement
2009
2010
2011
47o/o
17o/o
Tabel 2: Docentkwaliteit.
PhD
Graad
Ma
Percentaqe
100% 100%
BKO
60%
58o/o
Tabel 3: Stu dent-docentratio.
Ratio
1:42
Tabel 4: Contacturen.
Studieiaar
Contacturen
,l
I
Pagina 6 van
6 Bijlage 3: panelsamenstelling
-
Prof. dr. P. (Peter) van Dommelen, hoogleraar Archeologie en Antropologie aan Brown
University, voorzitter;
Prof. dr. R. (Robert) van de Noort, hoogleraar Wetland Archeologie aan de University of
Exeter;
Prof. dr. F.M.R. (Frank) Vermeulen, hoogleraar Romeinse Archeologie en Methodologie
van de Archeologie aan de Universiteit Gent.
Dr. R.C.G.M. (Roel) Lauwerier, senior onderzoeker bij de Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed.
N.H. (Nienke) Lameris BA, student Research Master Archaeology, Universiteit van
Amsterdam.
Het panel werd ondersteund door M. (Marlous) Maarleveld, secretaris (gecertificeerd).