HIT = ACCESS DATABASES Voordat je begint Bij de methode HIT = IT hoort een website. Op www.hitisit.nl vind je in ledengedeelte onder Access onder meer de oefenbestanden en filmpjes met uitwerkingen van alle opdrachten. Figuur 1. Het pictogram in het ledengedeelte waarachter de filmpjes zitten. De oefenbestanden van Access die bij deze methode horen, kun je het beste in op je eigen computer bewaren. Zou je ze in de Cloud bewaren en vervolgens downloaden, dan worden Access bestanden geopend als Alleen-lezen. Je moet ze dan elke keer opnieuw opslaan op je computer. Bijdehand Je downloadt de oefenbestanden van Access. 1. Log in op www.hitisit.nl. 2. Navigeer naar Access. 3. Download de oefenbestanden Access 2013, kies voor Openen. 4. Kopieer de map. 5. Plak de map op jouw schijf bijvoorbeeld in de map Documenten. Kennismaken met een database Een database is een elektronische kaartenbak, ook wel gegevensbank genoemd. Zonder het misschien te beseffen, werk je er dagelijks mee. In je gsm zit bijvoorbeeld een database met contactpersonen. Door een contactpersoon te selecteren kun je deze bellen of sms’en. Figuur 2. Op de simkaart van je telefoon staat een database met contactpersonen. Als je met het openbaar vervoer reist, maak je gebruik van de ov-chipkaart. Bij het in- en uitchecken, hou je de kaart tegen een apparaat aan. De kaart 1 HIT = ACCESS DATABASES wordt gescand en de informatie die erop staat, wordt vergeleken met de gegevens in een database. In deze database staat informatie over de ov-chipkaarthouders waaronder het resterende saldo en/of de abonnementsvorm. Figuur 3. Een OV-chipkaart. Op alle pasjes in je portemonnee staan gegevens die ook ergens in een database staan. Feitelijk is een database niets anders dan een tabel. In het boek ‘Excel Formules, Functies en Lijsten’ heb je al enkele databases gemaakt. Om speciale handelingen met deze tabellen te verrichten zijn er databaseprogramma’s bedacht. Microsoft Access is er een van. Lang niet alle bedrijven gebruiken dit programma. Kun je echter omgaan met Access, dan zul je andere databaseprogramma’s ook snel onder de knie hebben. Het principe is altijd hetzelfde: een oud Renaultje 5 heeft ook minder functies en knoppen dan een BMW X5. Kun je wegrijden in het Renaultje dan lukt dit ook in de X5. Relationele database Zojuist heb je kunnen lezen dat je ook in Excel een database kunt maken. Een relationele database kun je echter niet in Excel maken. Dat kan wel in Access. Een van de grote voordelen van een relationele database is het tegengaan van redundantie. In figuur 4 zie je een gedeelte van een tabel die in de module Excel Lijsten is gebruikt. In het voorbeeld zijn de clubgegevens en de gegevens over de trainer 25 keer getypt. In Access zou je deze gegevens slechts een keer hoeven te typen. Figuur 4. In de tabel zijn de velden met dubbele waarden geel gearceerd. 2 HIT = ACCESS DATABASES Bijdehand Stap voor stap leer je nu een database openen en de objecten bekijken. Je gebruikt de database CL 2012 2013. Hierin staan alle gegevens van de kwartfinalisten van de Champions League 2012-2013. 1. Open de database CL 2012 2013. 2. Dubbelklik aan de linkerkant in het navigatiedeelvenster (figuur 5) op de tabel Clubs. 3. Dubbelklik in het navigatiedeelvenster op de tabel Spelers. 4. Dubbelklik in het navigatiedeelvenster op de query Totaaloverzicht. In de query Totaaloverzicht staan alle spelers én clubs. De clubgegevens zijn niet getypt, maar opgehaald uit de tabel Clubs met een query. Hoe je dit doet, leer je nog. Figuur 5. Het navigatiedeelvenster. Het navigatiedeelvenster met de Access-objecten kun je inklappen om meer ruimte te maken voor de geopende objecten. Dit doe je door bovenin het navigatiedeelvenster op te klikken. Bijdehand Je oefent het verbergen en weergeven van het navigatiedeelvenster. 1. Klik in het navigatiedeelvenster op . 2. Klik nu op . 3. Klik bovenin het navigatiedeelvenster op . 4. Selecteer in de keuzelijst Query’s. 5. Open de keuzelijst opnieuw. 6. Selecteer onderin de keuzelijst Alle Access-objecten. 3 HIT = ACCESS DATABASES 7. Klik rechts naast de tabbladen van de geopende objecten (figuur 6) op . Sluit ook de andere objecten (de tabellen Clubs en Spelers) met . Sluit de database via rechts bovenin het programmavenster. 8. 9. Figuur 6. Elk geopend object krijgt een eigen tabblad. Opdrachten Kennismaken met een database Alle onderdelen worden afgesloten met een aantal opdrachten. De uitwerking van de opdrachten vind je terug in filmpjes op de website. Ga daartoe op de website naar het onderdeel Access en navigeer vervolgens naar de uitwerkingen. Figuur 7. Het pictogram in het ledengedeelte waarachter de filmpjes zitten. Opdracht 1 1. Open de database WK 2014. 2. Zorg ervoor dat in het navigatiedeelvenster alle Access-objecten weergegeven worden. 3. Open de tabel Spelers. 4. Open de query Zoek speler. 5. Open het formulier Land. 6. Open het formulier Zoek speler. 7. Zoek de speler James Rodríguez. Van slechts 2 spelers is een afbeelding beschikbaar: de winnaar van de gouden schoen en de winnaar van de gouden bal. 8. Sluit de database-objecten. 9. Sluit de database. 4 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Afbeeldingen Als je een afbeelding wilt invoegen, kun je dit doen met behulp van een van de objectknoppen Afbeelding invoegen. Figuur 8. Links een afbeelding uit een bestand en rechts een onlineafbeelding. Wanneer je kiest voor Afbeeldingen (links in figuur 8) verschijnt het venster Afbeelding invoegen. Hierbinnen navigeer je naar de map waarin je de afbeelding hebt opgeslagen. Je selecteert hierna de afbeelding en kiest voor Invoegen. Kies je voor Onlineafbeeldingen (rechts in figuur 8) dan verschijnt het venster Afbeeldingen invoegen dat je in figuur 9 ziet. Je kunt dan selecteren waaruit je een online afbeelding wilt invoegen. In het venster staat altijd Office.com en Bing. Eronder kunnen diensten staan waarop je geabonneerd bent zoals OneDrive en Flickr. Figuur 9. Het venster om onlineafbeeldingen in te voegen. In het tabblad Invoegen vind je de groep Afbeeldingen. Hierin staan 2 extra opties. Voeg je een afbeelding in via het tabblad Invoegen hou dan rekening met het volgende. 5 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Als er een tijdelijke aanduiding waarin een afbeelding geplaatst kan worden in de dia staat, wordt de afbeelding hierin geplaatst. Staan er meerdere aanduidingen voor een afbeelding in de dia dan verschijnt de afbeelding in de eerste. Wil je de afbeelding in een andere tijdelijke aanduiding voor afbeelding plaatsen dan de eerste, selecteer deze dan. Staat er op de dia géén tijdelijke aanduiding voor afbeelding dan wordt de afbeelding gecentreerd in de dia geplaatst. Figuur 10. Als nu een afbeelding wordt ingevoegd via het tabblad Invoegen, komt de afbeelding in de tijdelijke aanduiding rechts te staan. Hulpmiddelen voor afbeeldingen Nadat je een afbeelding hebt ingevoegd – of als je op een later tijdstip de afbeelding weer selecteert door erop te (dubbel)klikken – verschijnt er rechts weer een extra tabblad. In het tabblad vind je verschillende opties om de afbeelding op te maken. Klikken of dubbelklikken Wanneer je op een ingevoegd object dubbelklikt, verschijnt het contextafhankelijke tabblad altijd geselecteerd in beeld. Bij klikken verschijnt het tabblad ook maar is dit niet altijd direct geselecteerd. Dubbelklikken op een object is dus handiger. Aanpassen In de groep Aanpassen staan enkele interessante opties. Via Kleur kun je de afbeelding een kleur geven die bij het thema van jouw presentatie past. De kleuren die hierin staan onder Andere kleuren, zijn de kleuren uit het kleurenschema van het thema . 6 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Figuur 11. De groep Aanpassen. Helemaal links staat de optie Achtergrond verwijderen. Deze optie is een zeer krachtige tool waarmee je de achtergrond van een foto kunt verwijderen. Bij professionele foto’s ben je vaak in een paar muisklikken klaar, bij amateur foto’s heeft het verwijderen van de achtergrond dikwijls meer voet in de aarde. Het resultaat is echter meestal verbluffend. Om een achtergrond te verwijderen, doe je het volgende. Dubbelklik op de afbeelding. Klik in de groep Aanpassen op Achtergrond verwijderen. Er verschijnt een kader om de afbeelding. Alles wat roze wordt weergegeven, zal worden verwijderd. Pas de grootte van het kader aan door een formaatgreep te verslepen. Let op de vorm van de cursor: dit moet een dubbele pijl zijn: Als de achtergrond nu perfect verwijderd is, klik je in het contextafhankelijke tabblad Achtergrond verwijderen op Wijzigingen behouden. In veel gevallen, zul je het resultaat eerst nog moeten perfectioneren met behulp van de opties Gebieden markeren om te behouden en Gebieden markeren om te verwijderen. Figuur 12. De opties in het tabblad Achtergrond verwijderen. Het perfectioneren van het resultaat doe je als volgt: Klik op de optie Gebieden markeren om te behouden. Trek streepjes in de afbeelding over de gebieden die ten onrechte als verwijderen (roze) worden aangemerkt. Klik op de optie Gebieden markeren om te verwijderen. Trek streepjes in de afbeelding over de gebieden die ten onrechte als behouden worden aangemerkt. Herhaal het behouden en verwijderen tot het resultaat goed is. 7 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Klik op Wijzigingen behouden. Inzoomen Wanneer je afbeeldingen gaat bewerken, kun je deze het beste heel groot weergeven: je kunt dan veel nauwkeuriger werken. Zoom in door CTRL vast te houden terwijl je met je muiswiel naar boven scrolt. Bijdehand Stap voor stap leer je nu de achtergrond verwijderen. 1. Open de presentatie Afbeeldingen 000. 2. Selecteer zo nodig de eerste dia. 3. Dubbelklik op de afbeelding. 4. Klik in de groep Aanpassen op Achtergrond verwijderen. 5. Versleep de formaatgrepen zodat niets van de fles meer roze is. 6. Klik op Gebieden markeren om te verwijderen. 7. Trek onder de fles enkele streepjes om de schaduw te verwijderen. 8. Klik op Wijzigingen behouden. 9. Verwijder ook de achtergrond van de afbeeldingen op de overige dia’s (alleen de profielen van de modellen moeten in beeld blijven). Schikken Afbeeldingen kun je ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de dia positioneren. In de groep Schikken vind je hiertoe enkele handige opties. Figuur 13. De groep Schikken. Afbeeldingen kun je stapelen. In figuur 14 een voorbeeld. 8 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Figuur 14. Gestapelde afbeeldingen. Om een afbeelding naar voren of naar achteren te plaatsen neem je de volgende stappen: Selecteer de afbeelding. Klik in de groep Schikken op Naar voren of Naar achteren. Elke keer dat je klikt, schuift de afbeelding een plek op. Beide opties hebben een keuzelijst. Wanneer je deze opent, vind je de opties Naar voorgrond en Naar achtergrond. Als je voor een van deze opties kies, wordt de geselecteerde afbeelding direct bovenaan/onderaan je stapel geplaatst. Als je een afbeelding achter een andere afbeelding hebt geplaatst, is het soms erg moeilijk de afbeelding erna nog te selecteren. In dat geval kun je de overige afbeeldingen even verbergen. Dit doe je door in de groep Schikken te kiezen voor Selectievenster. In het selectiedeelvenster klik je op het oogje achter de afbeelding om deze te verbergen. 9 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Figuur 15. Het selectiedeelvenster. Overigens kun je ook het selectiedeelvenster gebruiken om de (stapel)volgorde van de afbeeldingen te bepalen. De afbeelding die in het selectiedeelvenster bovenaan staat, is de bovenste afbeelding in de stapel. Bijdehand Je werkt verder aan de presentatie Afbeeldingen 000. Je verplaatst een afbeelding. 1. Selecteer de derde dia. 2. Dubbelklik op een afbeelding. 3. Klik in de groep Schikken op Selectievenster. 4. Verberg in het selectiedeelvenster afbeelding 5 en 2. 5. Selecteer afbeelding 7. 6. Klik in de groep Schikken op Uitlijnen. 7. Plaats zo nodig een vinkje voor Uitlijnen op dia. 8. Kies voor Centreren. Bijdehand Je verplaatst en schikt de afbeeldingen. 1. Breng afbeelding 5 via het selectiedeelvenster in beeld. 2. Sleep de afbeelding in het selectiedeelvenster naar boven. De afbeelding staat nu bovenaan in de stapelvolgorde. 3. Versleep de afbeelding in de dia zodat deze op dezelfde plaats staat als in figuur 14. 4. Breng afbeelding 2 nu ook in beeld en zorg ervoor dat deze exact zo staat als in figuur 14. Zojuist heb je de optie Uitlijnen op dia gebruikt. Afbeeldingen kun je ook ten opzichte van elkaar uitlijnen. Als je afbeeldingen ten opzichte van elkaar wilt uitlijnen, selecteer je ze eerst. Hiertoe doe je het volgende: Selecteer de eerste afbeelding door erop te klikken. Houd SHIFT vast en klik op de andere afbeeldingen. 10 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES OF Zorg ervoor dat het selectiedeelvenster in beeld staat. Klik in het selectiedeelvenster op een afbeelding. Houd CTRL vast en klik op de andere afbeeldingen. Hierna lijn je de geselecteerde afbeeldingen als volgt uit: Klik in de groep Schikken op Uitlijnen. Zorg ervoor dat in de keuzelijst een vinkje staat voor Geselecteerde objecten uitlijnen. Klik in de groep Schikken op Uitlijnen. Maak in keuze in de keuzelijst. Heel handig bij het uitlijnen van afbeeldingen is de optie Rasterlijnen weergeven. Als je deze optie in de groep Weergeven van het tabblad Beeld aanvinkt, verschijnen er hulplijnen. Je ziet dan beter hoe de afbeeldingen ten opzichte van elkaar of ten opzichte van de dia zijn uitgelijnd. Tippie: verplaatsen met pijltoetsen Als je een afbeelding nauwkeurig wilt verplaatsen kun je beter gebruikmaken van de PIJLTOETSEN van je toetsenbord dan van je muis. Afbeeldingsstijlen In de groep Afbeeldingstijlen staan verschillende opties om afbeeldingen op te leuken. In een zakelijke presentatie zul je van deze opties geen gebruikmaken. Grootte Als je een afbeelding selecteert, verschijnen er 9 punten om de afbeelding. Deze worden de formaatgrepen genoemd. Met behulp van deze grepen kun je het formaat van een afbeelding aanpassen. Als je het formaat van een afbeelding wilt aanpassen doe je het volgende: Plaats de muiswijzer op een formaatgreep in een van de vier hoeken. Sleep naar buiten om de afbeelding te vergroten. Sleep naar binnen om de afbeelding te verkleinen. Gebruik je een formaatgreep die niet op de hoek staat, dan kloppen de verhoudingen niet meer. 11 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Als je het formaat van een afbeelding heel nauwkeurig wilt instellen, doe je dit via de groep Grootte van het contextafhankelijke tabblad Opmaak. Selecteer de afbeelding daartoe door erop te dubbelklikken. Figuur 16. De groep Grootte. Standaard zijn de hoogte- en breedteverhouding vergrendeld. Dit betekent dat wanneer je de hoogte verandert de breedte automatisch meegaat. Andersom geldt natuurlijk ook; verander je de breedte dan gaat de hoogte automatisch mee. In de groep Grootte vind je ook de optie Bijsnijden. Als je een afbeelding wilt bijsnijden, neem je de volgende stappen: Selecteer de afbeelding. Klik in de groep Grootte op Bijsnijden. Plaats de muis op een bijsnijgreep Sleep nu de cursor naar binnen om bij te snijden. Klik buiten de afbeelding. Figuur 17. Als de muiswijzer goed staat, verandert deze van vorm. 12 HIT = POWERPOINT ZAKELIJKE PRESENTATIES Opdrachten Afbeeldingen Opdracht 1 1. Open het bestand Afbeeldingen 001. 2. Zorg ervoor dat de achtergrond van de foto op de eerste dia doorzichtig wordt, zodat alleen het profiel van het model overblijft. 3. Zorg ervoor dat de achtergrond van de foto’s op de tweede dia doorzichtig wordt, zodat alleen de artikelen overblijven. 4. Voeg op de derde dia de afbeelding Armband in. Je vindt deze in de map met Afbeeldingen. 5. Zorg ervoor dat de afbeelding exact 18 cm breed is en verwijder de achtergrond. 6. Plaats de afbeelding exact in het midden van de dia. 7. Zorg ervoor dat de vierde dia eruit ziet als in figuur 18. Verander de stapelvolgorde, verwijder de achtergrond van de sieradenkist. Kopieer de oorbellen en snijd vervolgens de 2 afbeeldingen van de oorbellen bij. 8. Sla het bestand op in de map Uitwerkingen op jouw OneDrive. Figuur 18. Resultaat vierde dia opdracht Afbeeldingen. 13
© Copyright 2024 ExpyDoc