De Show Racers Duitsland

IN GESPREK MET EEN
SUCCESVOLLE FOKKER
De Show Racers
van
Friedel Bossmeyer,
Duitsland
Door: Volker Lortz
Voor dit interview bezoek ik de
bekende Show Racer fokker Friedel
Bossmeyer in Fränkisch-Crumbach.
Rechtsboven: Friedel bij het beoordelen van een Show Racer – of deze duif een kandidaat
voor de komende show wordt?
Ter oriëntering voor de lezers beschrijf ik in het kort de plaats waar wij ons
vandaag bevinden. Fränkisch-Crumbach ligt in Zuid Hessens - een Staat van
Duitsland, de steden Darmstadt in het noorden en Mannheim in het zuiden zijn met
ongeveer 3200 inwoners een grote gemeenten.
Fränkisch-Crumbach is bekend om de kasteelruïne Rodensteinstrasse of de Sarolta
kapel. Het noordelijke Odenwald is hier een zeer landelijk gebied en ik denk dat je
je in deze omgeving echt goed kan voelen. Je krijgt het gevoel dat de wereld hier
nog op orde is en dat het hier zeker nog zeer aangenaam is om te leven. (Afstand
van Utrecht naar Fränkisch-Crumbach is 450 km, red.)
Linksonder: Drie fokafdelingen van Friedel Bossmeyer met een voorgebouwde voliére.
Door het jaar heen benut
ik vaak de gelegenheid om
Friedel in zijn mooie huis
te bezoeken. Dit zijn voor
mij altijd zeer plezierige
ervaringen
fokkersgesprekken
en
fascinerende duiven, meer
is er niet nodig, en de tijd
vliegt voorbij. Ik weet
zeker dat alle, maar dan
ook echt alle fokkers, die
de laatste tijd op de
tentoonstellingen met hun
Show Racers in de lijst van
de winnaars stonden, wel
eens hier in Fränkisch Crumbach zijn geweest.
Ze zaten aan de ronde
keukentafel,
luisterend
naar de woorden van de oude meester en gingen niet zonder een of andere waardevolle duif
terug naar huis. Hier in het Odenwald, waar succesvolle Racer fokkers als paddenstoelen uit
de grond schieten, bieden de duiven van Bossmeyer de brede fokbasis voor de latere
belangrijke fokkerij - en showresultaten van deze fokkers.
De zegetocht van dit duivenras in de afgelopen 20
jaar zou zonder Friedel Bossmeyer niet mogelijk zijn
geweest. Er is eigenlijk niet veel nodig voor zo’n fameuze ontwikkeling; duiven die bij de fokkers in de
smaak vallen, een zeer toegewijde fokker die het ras
met technische artikelen verder omhoog stuwt en
een knooppunt dat in de behoeften ofwel de vraag
om fokdieren voorziet. Deze ontwikkeling heeft een
naam - Friedel Bossmeyer.
Hallo Friedel, leuk om weer eens in FränkischCrumbach te zijn, dank je dat je vandaag de tijd wil
nemen om mijn vragen te beantwoorden en de
lezers een blik in je enorme duivenkennis te geven.
Rechtsboven: Jonge blauwschimmel Show Racer met een sterke snavelpartij.
Links: Hoopvolle jonge Show Racer met indrukwekkende positieve koppunten.
Rechts: Friedel op zijn ´arbeidsplaats´ bij
de computer, waarbij hij wereldweid
slechts met een ´klik´ van zijn internationale duivenvrienden is verwijderd.
Als je in Westfalen wordt geboren, krijg je het "Duivenvirus’ al met de paplepel ingegeven.
In de vroege jaren '50 van de 20e Eeuw waren er natuurlijk niet zo veel ‘recreatieve
mogelijkheden’ als nu.
De interesse draaide meest om voetbal en duiven. In mijn woonplaats was in die tijd
vrijwel bij elk huis een duivenhok te vinden. Dus ik begon al toen ik 10 jaar was met het
fokken en vliegen met duiven. Tot mijn 20e heb ik er bijna al mijn vrije tijd aan besteed.
Boven: Prachtige jonge Show Racers met de beste mogelijkheden.
Om in mijn beroep vooruit te komen, veranderde ik van woonplaats in 1959 en woonde
drie jaar in Zwitserland. In 1962 kwam ik dan naar Fränkisch Crumbach in het Odenwald.
Hier ik wilde ik natuurlijk mijn vroegere passie, namelijk de postduiven, weer oppakken,
maar in mijn nieuwe woonplaats was men bijna uitsluitend in showduiven geïnteresseerd.
Via een Nederlandse oom was ik als kind wel eens met Kroppers in aanraking gekomen.
Zo werden nu de Engelse Dwergkroppers mijn eerste rasduiven in mijn nieuwe huis en de
start van een nieuwe grote passie.
Rechts: Onwaarschijnlijk
mooie Brünner Kroppers,
maar dan meer voor het
karakter hier op het
eigen hok, dan in een
tentoonstellingskooi.
2. Je was lange tijd voorzitter van de DragoonClub en ook bij de fokkers
van de Norwich kropper
had je een leidende positie. Een paar weken geleden ben je 75 geworden,
dan blijven onderscheidingen niet uit. En ook al
praat je er niet graag
over, wil je onze lezers toch eens iets vertellen over je tijd als bestuurslid en je erelidmaatschappen.
Ik ambieerde eigenlijk nooit echt leidinggevende functies. Door een abonnement op de
Nederlandse kleindierblad ‘Avicultura’ en door mijn oom, heb ik in 1968 Jan Schürmann
uit Enschede, de meest vooraanstaande Norwich Kropper expert in Nederland, leren
kennen. Dit ontwikkelde zich tot een hechte vriendschap, en zo kwam ik tot de Norwich
kroppers. Mijn vrouw Christa had er ook veel plezier in en dus bezochten we bijna alle
grote shows in Nederland en Duitsland. Als je veel reist, kun je een hoop te vertellen en
zodoende werd ik gevraagd in de Speciaalclub van de Norwich Kropper als redactielid. In
1972 werd ik leraar. Vanwege mijn studie aan de universiteit in Karlsruhe en mijn werk in
Mannheim was er weinig tijd over voor mijn duiven en ging ik op zoek naar een nieuw ,
niet zo tijdrovend ras dat een beetje op postduiven zou lijken. Zo kwam ik bij de
Dragoons. Hier koos men mij al na een paar jaar als voorzitter. Deze functie heb ik meer
dan 10 jaar, tot 1993, met plezier uitgeoefend en vervolgens heeft men mij benoemd tot
erevoorzitter.
Links: Vitale jonge Show
racers met veel kopsubstantie.
Door mijn nieuwe passie,
de Show
Racers, en
diverse
publicaties
in
nationale en internationale tijdschriften, ontmoette ik veel nieuwe
vrienden en we hebben
toen een "Vriendenkring
van Show Racer fokkers"
opgericht. Hieruit is in 1996 de ‘Show Racer Club Duitsland’ ontstaan. Ik nam de eerste 10
jaar de taak van rasbegeleider op me en was ook verantwoordelijk voor public relations.
Op het feit dat we al na slechts 3 jaar meer dan 200 leden hadden, was ik toch wel een
beetje trots. Sinds 2006 ben ik nu ‘Erevoorzitter’ van deze club. Door de Duitse Sierduiven
Bond werd ik benoemd tot ‘Meister der Deutschen Rassetaubenzucht’ en de American
Show Racer Association heeft mij gekozen als ‘Honorary Master Breeder’. In mijn
woonplaats Fränkisch Crumbach ben ik drager van de Gouden Medaille van Verdienste.
3. De postduifachtige rassen en de Kropper waren altijd je favorieten. De fok van Kroppers
heb je nooit opgegeven. Wat is de charme van deze duivensoorten voor jou?
Wie eenmaal Kroppers gefokt heeft, komt er niet meer zo gauw van los. Nu nog, na ruim
50 jaar, droom ik nog vaak van mijn eerste ‘Runners’. Ze hebben destijds mijn hart hevig
beroerd en dus heb ik nog altijd een of 2 paar van dit ras in mijn bezit, niet op te showen,
maar voor mijn plezier.
4. Dan de Show Racers. Vertel ons eens iets over het begin van de fokkerij. Hoe ging dat aan
het begin van de jaren 90 met je eerste
fokdieren?
Tijdens een reis naar Amerika met mijn vrouw
in januari 1992 naar Milwaukee, Wisconsin
waar gelijktijdig een van de grootste hondenshows en de ‘Grand National’ van duiven
plaatsvond, zagen we de American Show Racer
voor de eerste keer. Ik was meteen erg enthousiast over deze duiven, want ze leken heel
veel op de eerste duiven uit mijn jeugd,
namelijk de ‘Bricoux’ duiven met sterke
lichaamsbouw en koppunten. Hier kon ik de
eerste contacten leggen met de Show Racer
fokkers. In hetzelfde jaar, in november 1992,
bezocht ik vervolgens gericht op de ‘Pageant
of Pigeons’ in San Bernardino in de buurt van
Los Angeles. Daar leerde ik veel nieuwe
fokkers kennen waarmee ik nu nog steeds
bevriend ben; Jack Fix uit Anaheim, Californië
is een van hen. Van hem kreeg ik op mijn
volgende reis in mei 1993, drie broedparen die
hij me 6 maanden daarvoor had beloofd.
Rechts: Hier zitten de volgende helden van
het komende show seizoen.
Links: Kampioens duivin Show Racer van
de Show Racer Clubshow in 2003.
Een van deze dieren, een jonge geelzilver
duivin, doopte ik "Jacky". Dit dier is misschien wel uitgegroeid tot de stammoeder
van bijna alle geelzilver Show Racers in
Europa. Ik was er erg aan gehecht en ze
zal nooit vergeten worden.
5.
Op je vele reizen naar Amerika heb
je talloze fokkers leren kennen en vele
vriendschappen gesloten. Vertel ons een
wat hoogtepunten uit die tijd?
Er zijn meerdere hoogtepunten. Omdat
de ‘NPA-Grand National’ in de VS elk jaar
in een andere stad gehouden wordt, heb
ik natuurlijk veel nieuwe vrienden leren
kennen. Zo kwam ik in 1996 op de Young
Bird Show in Louisville, KT, de wereldberoemde duivengeneticus Professor Dr.
Hollander tegen, waarmee ik urenlang
over onze gemeenschappelijke hobby heb gesproken. Onvergetelijk was ook mijn latere
inzet als keurmeester op de grote duivenshows, waar ik de mij toevertrouwde duiven
mocht kwalificeren. Voor het in mij gestelde vertrouwen ben ik mijn Amerikaanse vrienden
zeer dankbaar. Evenzeer ben ik Dr. Richard Brooks, uit Holiday Island AR. dankbaar; we
delen een grote vriendschap maar ik heb van hem ook alles geleerd wat men moet weten
over de Show Racer. Die kennis heeft mij later zeer geholpen bij het schrijven van de
Show Racer Monografie. Richard Brooks is nu minstens 90 maar nog altijd actief als fokker
en keurmeester. De duivenhobby
houdt een mens jong.
Rechts:
Blauwe Show Racer duivin,
jaargang 2013, met een prachtig
type, kop en body.
6. Als enige Duitse Show Racer fokker had je meerdere malen de
eer om de dieren in het land van
herkomst van het ras te keuren.
Dat zal toch geen gemakkelijke
taak geweest zijn?
Het was niet makkelijk, maar erg
interessant. Om daar uitgenodigd
te worden als keurmeester moet
je niet alleen een zeer ervaren
fokker van het ras zijn maar ook
een succesvolle. Ik heb diverse
reizen naar de VS gemaakt om
geschikt voor deze taak te zijn.
Mijn Californische vrienden, Jack
Fix, Amos Hodson en Jack
Hamilton hebben me voorbereid
op deze mooie taak.
Boven: Prachtige Jonge Show Racers.
Welke echte duivenliefhebber zou er daar niet een paar van willen hebben.
In de VS is inderdaad ook de uiterlijke vorm/het type van een dier belangrijk bij de
beoordeling, maar de keuring in de hand is altijd het belangrijkste bij de kwalificatie. Daar
kiezen de fokkers zelf de keurmeester. Hij wordt aangesteld door de clubs of de
organisaties en het is een ‘vrijwilligerswerk’ waarvoor, in tegenstelling tot bij ons, geen
beloning tegenover staat. Dit laatste wordt, als het goed was, gegeven in de vorm van
applaus van de fokkers die altijd tijdens de keuring aanwezig zijn.
7. Hoe moet voor jou een perfecte Show Racer er uit zien?
Een raszuivere Show Racer
onderscheidt zich door een
compact lichaam met brede
borst, een opgerichte vaste
stand en sterke benen. De
krachtige, middellange hals
leidt dan tot de in verhouding
groot lijkende kop, die een
wigvormige volheid toont en
in profiel een goed geronde
koplijn laat zien die en
vloeiend overgaat in de hals.
Een stompe snavel met aansprekende substantie in de
boven-en
ondersnavel
en
bijbehorende koplengte zijn
ook belangrijk.
Rechts:
In een dergelijke aanblik van zulke vitale jonge duiven, voelt een duivenliefhebber zich
blij worden.
8. Met Blauwgekraste en donkergekraste Show Racers stond je lange tijd bovenaan de lijst
van winnaars van de grote shows. Tegenwoordig bevolken alleen gebande en
schimmelkleurige Show Racers je hokken, daarnaast heb je in de afgelopen jaren de
blauwen sterk naar voren gebracht. Wat de koppen betreft hebben jouw dieren veel
substantie. Vertel ons eens wat over deze indrukwekkende ontwikkeling?
Links:
Samengebrachte
Show
Racer
Power. Dit is een hoogwaardig geselecteerd overjarig bestand aan top Show
racer duivinnen.
In feite waren de eerste 12 jaar de
gekraste en donkergekraste Show Racers
mijn favorieten, die overigens ook in de
Verenigde Staten op de shows in overweldigende aantallen te zien zijn. Maar omdat
er om een gelijkmatige krasrekening te
bereiken veel meer fokdieren moeten
worden aangehouden, heb ik, ook met het
oog op mijn leeftijd, een paar jaar geleden
die kleurslagen geruild voor blauwgeband
en duiven met de schimmel factor. Ik
geloof dat het me heel goed gelukt is om
de raskenmerken van de donkeren en
gekrasten over te dragen op mijn blauwgebanden. Om de noodzakelijke kopsubstantie te verkrijgen is erg moeilijk, want
je moet hierbij tegen de natuur ingaan. Met een bewuste "inteelt " kan en zal dat ook
slagen.
Rechts:
Indigo gekleurde Show Racer.
Afbeelding
gemaakt
door:
Volker Lortz.
9. Met hoeveel fokparen start je
gewoonlijk in het fokszeizoen?
Mijn duivenhokken zijn zo
gemaakt dat ik in 8 nestboxen
en 12 compartimenten mijn
dieren kan aanparen. Meestal
worden er zo tussen de 15 en
18 paren samengesteld voor de
fok. Show Racers zijn ‘zonnekinderen’, daarom begin ik pas
laat in het voorjaar echt met de
aanparing. Mijn vrienden in de
VS hebben wel eens gezegd:
De beste duiven fok je in de
maanden zonder ‘r’ – dus van
mei tot augustus, en daarmee
heb ik ook zeer goede resultaten behaald.
10. Je hebt geweldige resultaten
op de Duitse shows met je
duiven bereikt.
Blaue Bänder,
Siegerbänder,
VDT Bänder
en talrijke
Meisterschaften.
De naam Bossmeyer staat in zeer hoog aanzien bij de fokkers. Welk resultaat was voor
jou het belangrijkste?
Naast de tien maal ‘Club Kampioen’ was er natuurlijk dat ik Nationaal Kampioen werd op
de VDT Show van 1999 in Lingen. Maar hoe gaat het in het leven, hoogtepunten en
dieptepunten wisselen elkaar vaak heel snel af. Op dezelfde Show werden drie van mijn
beste dieren gestolen. In mijn hele leven heb ik me nog nooit zo machteloos gevoeld. Het
waren niet alleen hoog gewaardeerde dieren, maar echt duiven waarmee ik ‘vooruitgang’
kon boeken; mijn beste fokpaar (kweekkoppel?) met een dochter die 8 weken daarvoor in
Hannover de "Blauwe Ereband" had gewonnen. Sindsdien heb ik op grote shows geen
‘öude’ dieren meer geshowd. Verder vind ik het winnen van 13 Duitse kampioenschappen
met mijn Show Racers een hele eer. Naast mijn eigen succes vind ik het natuurlijk ook
heel leuk als bevriende fokkers met de nakomelingen van bij mij gekochte dieren goede
beoordelingen krijgen.
Rechts: Jonge goed onderhouden
Show Racer duivinnen op hun
favoriete plekken in de loketkasten.
11. Wat moet men in geen geval
doen?
De man waar ik veel van geleerd
heb: Richard Brooks zei me eens,
een Show Racer moet 3 dingen
hebben; type, type en nog eens
type. Wat hij bedoelde te zeggen,
kan je het beste zien op de
huidige standaardtekening. Ik kan
alleen maar adviseren aan alle
beginners: Begin niet met te veel
dieren en begin met het beste
wat je kunt krijgen. Ga naar een
fokker die je vertrouwt en
probeer een ‘foklijn’ te creëren.
Dat zal echter niet lukken als je je foklijn opbouwt met dieren uit vele verschillende lijnen
en stammen.
12. Je houdt een perfecte fokboekhouding bij en wie duiven van jou overneemt krijgt er bij
elke afzonderlijke duif een stamboom bij. Ik vind dat klasse, want zo’n stamboom is heel
nuttig bij verdere fok. Wil je ons dit systeem en jouw methode bij de fokkerij uitleggen?
Volgens mij is het zinloos om succes te behalen als je niet de precieze herkomst van je
duiven kent. Een gedetailleerde lijst in de vorm van een stamboom is een enorme hulp.
Net als veel van mijn Amerikaanse vrienden geef ik de voorkeur aan de methode die
Bruce Loewe, een Australische wiskundige, in 1895 opgesteld heeft voor renpaarden.
Volgens deze methode zou een mannelijk dier (de doffer) maternale vererving (erfelijke
eigenschappen van de vrouwelijke lijn) moeten bezitten van de aan te paren duivin, en
het vrouwelijk dier (duivin) paternale vererving (erfelijke eigenschappen van de
mannelijke lijn) van de aan te paren doffer. Met deze methode kun je het snelst de sterke
en zwakke punten van het nageslacht zien en, indien nodig, sneller tegensturen.
13. Volgens mij is er geen succesvolle fokkerij in Duitsland waarin niet het bloed van
Bossmeyer duiven stroomt. Ik zal de lezers niet verzwijgen dat ik zelf ook Show Racers
fok en in mijn kleine fokkerij uitsluitend Bossenmeyer duiven heb. Ik kon dan ook
vaststellen dat je veel goede, zeer goede en zelfs kampioen duiven afstaat. Ben je niet
bang dat je je eigen fokkerij daarmee teveel verzwakt?
Helaas is er hier in Duitsland ook veel afgunst onder de duivenmelkers. In de VS zag ik
een andere mentaliteit bij de fokkers.
Daar
gaat
men
zeer
kameraadschappelijk met elkaar om,
onder het motto: Gedeelde vreugde is
dubbele vreugde. Het is natuurlijk het
mooiste als je zelf de eigenaar bent van
een ‘Kampioen’. Maar het is ook niet
slecht om te kunnen zeggen dat de
winnende duif, ongeacht van wie die is,
nog verwant is aan jouw stam. Mijn
principe is, wie wil nemen moet ook
kunnen geven. Ik heb ook wel wat
negatieve ervaringen gehad, maar bij
veel bevriende fokkers die dieren
gekregen hebben uit mijn fokkerij, kan
ik nu aankloppen en weer krijgen wat ik
graag terug zou willen hebben. Nu hoef
ik dus niet meer de omstandige weg te
gaan en de dieren uit de VS te
introduceren, maar kan ze desgewenst
ophalen bij mijn vrienden en ze ‘passen’
dan ook nog eens precies in mijn stam.
Dus als ik goede dieren afgeef, versterk
ik het ras in het algemeen en dat is
belangrijker voor mij dan persoonlijk
succes.
Links: Indigo schimmel Show Racer.
Afbeelding: Volker Lortz.
14. De selectie van de jonge duiven is bij alle rassen een moeilijk thema. Wat is jouw
procedure bij dit vraagstuk en volgens welke criteria zoek jij je fokdieren uit?
Omdat Show Racers een langere tijd nodig hebben om uit te groeien, heb ik veel geduld
met ze. Toch worden ze bij het verspenen wel nagekeken op gezondheid en stand. Alles
wat in natuurlijke omstandigheden niet de juiste stand toont, wordt weggedaan. Met de
volgende selectieronde wacht ik dan tot na de rui. Alleen de ‘koppunten’ hebben nog wat
meer tijd nodig om volledig te ontwikkelen, zoals bij alle postduiven (Homer) rassen. Bij
de keuze van de fokparen let ik er heel goed op dat ze bij elkaar passen, zoals ik al heb
uitgelegd, volgens de methode van Bruce Loewe.
15. Nu zijn de Show Racers een relatief jong ras en hun ontwikkeling is in de afgelopen jaren
zeer snel gegaan. Hoe zie je de voortgang van het ras en op welke punten zie je gevaren ?
Veel fokkers en ook de verantwoordelijken in de Show Racer club hebben bijgedragen aan
de snelle vooruitgang van het ras bij ons in Duitsland. Onze Amerikaanse vrienden hebben
ons ook hiermee geholpen. Voor de toekomst is het zeer belangrijk door te gaan op de
ingeslagen weg en nog enige achtergebleven kleuren toe te voegen aan de toonaangevende kleurslagen. In de VS is het helaas zo dat bijna 70 % van de showdieren behoren
tot de groep van twee of drie toonaangevende kleurslagen.
De keurmeesters dragen natuurlijk een zeer grote verantwoordelijkheid in deze, door
uitgaande van de stand van de kleurslag binnen het ras, de dieren te evalueren volgens
de geldende normen op de belangrijkste raskenmerken, en daarbij hun persoonlijke
voorkeur op de achtergrond stellen.
16. De Show Racer Club in Duitsland is jouw ‘baby’. Je was medeoprichter van de Club en
lange tijd grotendeels verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het ras en van de
liefhebbers van het ras (verzorgers). De laatste tijd stagneert het aantal leden en
exposanten op de speciale shows iets, terwijl soortgelijke rassen zoals de Nederlandse
Schoonheidspostduif enorm toenemen. Wat vind je van deze ontwikkeling?
Een ras is altijd zo goed als het bestuur van de club en de fokkers het laten zijn. 20 jaar
geleden heb ik eens in een rasartikel in de Duitse Geflügelzeitung geschreven dat de Show
Racer de rasduif is die het meest op de postduif lijkt, waarna er dus veel nieuwe fokkers
vanuit de postduivenhobby bij onze club kwamen. Sinds enkele jaren is dit privilege
overgenomen door andere rassen, zoals de Nederlandse Schoonheidspostduif en meer
recent de Poolse Standaard postduiven. Met deze rassen moet de Show Racer tegenwoordig zijn gunsten delen. Daar zijn natuurlijk alle serieuze fokkers en natuurlijk het
bestuur van de Show Racer club voor nodig. Het medium van het internet is nu een grote
hulp om je ras bekendheid te geven, daar moeten we veel meer gebruik van maken. De
vrienden van de Nederlandse Schoonheidspostduiven doen dat bijvoorbeeld heel goed.
Hun website is informatief en vooral, altijd actueel. Daar zijn kenners aan het werk, wat
we inmiddels ook merken aan de aantallen op de toonaangevende shows.
Dank voor je interessante opmerkingen, het was een leuk gesprek en ik weet zeker dat de
lezers dit ook zullen vinden. Wie tot nu toe de Show Racer alleen van terzijde had bekeken,
zal na het lezen van dit artikel er niet onderuit kunnen om zich wat meer in het ras te
verdiepen. Minstens een keer op de volgende tentoonstelling de kooien van de Show Racer
opzoeken en de inzittenden eens bekijken. Fokkersvrienden, het is het waard, geloof me, ik
spreek uit persoonlijke ervaring, het is moeilijk om niet onder de indruk te raken van de
charme die deze duiven uitstralen. Wie zich vervolgens dan nog meer in de Show Racer wil
verdiepen, of zelfs deze prachtige postduifachtige duiven wil gaan fokken, die kan ik het
onderstaande e-mailadres en website van harte aanbevelen; hij of zij zal er de nodige hulp en
ondersteuning vinden.
Friedel, we wensen jou en je familie het allerbeste en een goede gezondheid, en hopen dat je
nog vele jaren als succesvol duivenliefhebber voor je mag hebben.
Friedel Bossmeyer, Darmstädter Strasse,
D-64407 Fränkisch-Crumbach,
Deutschland. Tel. 06164/2193
e-mail: [email protected]
homepage: www.show-racer.com
Links: Het duivenbureau van Friedel, met
erebanden en aquarellen van Volker Lortz.
De Nederlandstalige lezer kan voor meer informatie over de Show Racer terecht bij de
Sytze de Bruine, secretaris Schoonheidspostduivenclub (SPC)
e-mail: [email protected]
Copyright ©2014
All rights reserved by the Aviculture-Europe.
Dit is een publicatie uit het online tijdschrift www.aviculture-europe.nl
U mag deze tekst / foto’s niet kopiëren, distribueren, zenden of publiceren
zonder schriftelijke toestemming.