IN GESPREK MET EEN SUCCESVOLLE FOKKER De Show Racers van Friedel Bossmeyer, Duitsland Door: Volker Lortz Voor dit interview bezoek ik de bekende Show Racer fokker Friedel Bossmeyer in Fränkisch-Crumbach. Rechtsboven: Friedel bij het beoordelen van een Show Racer – of deze duif een kandidaat voor de komende show wordt? Ter oriëntering voor de lezers beschrijf ik in het kort de plaats waar wij ons vandaag bevinden. Fränkisch-Crumbach ligt in Zuid Hessens - een Staat van Duitsland, de steden Darmstadt in het noorden en Mannheim in het zuiden zijn met ongeveer 3200 inwoners een grote gemeenten. Fränkisch-Crumbach is bekend om de kasteelruïne Rodensteinstrasse of de Sarolta kapel. Het noordelijke Odenwald is hier een zeer landelijk gebied en ik denk dat je je in deze omgeving echt goed kan voelen. Je krijgt het gevoel dat de wereld hier nog op orde is en dat het hier zeker nog zeer aangenaam is om te leven. (Afstand van Utrecht naar Fränkisch-Crumbach is 450 km, red.) Linksonder: Drie fokafdelingen van Friedel Bossmeyer met een voorgebouwde voliére. Door het jaar heen benut ik vaak de gelegenheid om Friedel in zijn mooie huis te bezoeken. Dit zijn voor mij altijd zeer plezierige ervaringen fokkersgesprekken en fascinerende duiven, meer is er niet nodig, en de tijd vliegt voorbij. Ik weet zeker dat alle, maar dan ook echt alle fokkers, die de laatste tijd op de tentoonstellingen met hun Show Racers in de lijst van de winnaars stonden, wel eens hier in Fränkisch Crumbach zijn geweest. Ze zaten aan de ronde keukentafel, luisterend naar de woorden van de oude meester en gingen niet zonder een of andere waardevolle duif terug naar huis. Hier in het Odenwald, waar succesvolle Racer fokkers als paddenstoelen uit de grond schieten, bieden de duiven van Bossmeyer de brede fokbasis voor de latere belangrijke fokkerij - en showresultaten van deze fokkers. De zegetocht van dit duivenras in de afgelopen 20 jaar zou zonder Friedel Bossmeyer niet mogelijk zijn geweest. Er is eigenlijk niet veel nodig voor zo’n fameuze ontwikkeling; duiven die bij de fokkers in de smaak vallen, een zeer toegewijde fokker die het ras met technische artikelen verder omhoog stuwt en een knooppunt dat in de behoeften ofwel de vraag om fokdieren voorziet. Deze ontwikkeling heeft een naam - Friedel Bossmeyer. Hallo Friedel, leuk om weer eens in FränkischCrumbach te zijn, dank je dat je vandaag de tijd wil nemen om mijn vragen te beantwoorden en de lezers een blik in je enorme duivenkennis te geven. Rechtsboven: Jonge blauwschimmel Show Racer met een sterke snavelpartij. Links: Hoopvolle jonge Show Racer met indrukwekkende positieve koppunten. Rechts: Friedel op zijn ´arbeidsplaats´ bij de computer, waarbij hij wereldweid slechts met een ´klik´ van zijn internationale duivenvrienden is verwijderd. Als je in Westfalen wordt geboren, krijg je het "Duivenvirus’ al met de paplepel ingegeven. In de vroege jaren '50 van de 20e Eeuw waren er natuurlijk niet zo veel ‘recreatieve mogelijkheden’ als nu. De interesse draaide meest om voetbal en duiven. In mijn woonplaats was in die tijd vrijwel bij elk huis een duivenhok te vinden. Dus ik begon al toen ik 10 jaar was met het fokken en vliegen met duiven. Tot mijn 20e heb ik er bijna al mijn vrije tijd aan besteed. Boven: Prachtige jonge Show Racers met de beste mogelijkheden. Om in mijn beroep vooruit te komen, veranderde ik van woonplaats in 1959 en woonde drie jaar in Zwitserland. In 1962 kwam ik dan naar Fränkisch Crumbach in het Odenwald. Hier ik wilde ik natuurlijk mijn vroegere passie, namelijk de postduiven, weer oppakken, maar in mijn nieuwe woonplaats was men bijna uitsluitend in showduiven geïnteresseerd. Via een Nederlandse oom was ik als kind wel eens met Kroppers in aanraking gekomen. Zo werden nu de Engelse Dwergkroppers mijn eerste rasduiven in mijn nieuwe huis en de start van een nieuwe grote passie. Rechts: Onwaarschijnlijk mooie Brünner Kroppers, maar dan meer voor het karakter hier op het eigen hok, dan in een tentoonstellingskooi. 2. Je was lange tijd voorzitter van de DragoonClub en ook bij de fokkers van de Norwich kropper had je een leidende positie. Een paar weken geleden ben je 75 geworden, dan blijven onderscheidingen niet uit. En ook al praat je er niet graag over, wil je onze lezers toch eens iets vertellen over je tijd als bestuurslid en je erelidmaatschappen. Ik ambieerde eigenlijk nooit echt leidinggevende functies. Door een abonnement op de Nederlandse kleindierblad ‘Avicultura’ en door mijn oom, heb ik in 1968 Jan Schürmann uit Enschede, de meest vooraanstaande Norwich Kropper expert in Nederland, leren kennen. Dit ontwikkelde zich tot een hechte vriendschap, en zo kwam ik tot de Norwich kroppers. Mijn vrouw Christa had er ook veel plezier in en dus bezochten we bijna alle grote shows in Nederland en Duitsland. Als je veel reist, kun je een hoop te vertellen en zodoende werd ik gevraagd in de Speciaalclub van de Norwich Kropper als redactielid. In 1972 werd ik leraar. Vanwege mijn studie aan de universiteit in Karlsruhe en mijn werk in Mannheim was er weinig tijd over voor mijn duiven en ging ik op zoek naar een nieuw , niet zo tijdrovend ras dat een beetje op postduiven zou lijken. Zo kwam ik bij de Dragoons. Hier koos men mij al na een paar jaar als voorzitter. Deze functie heb ik meer dan 10 jaar, tot 1993, met plezier uitgeoefend en vervolgens heeft men mij benoemd tot erevoorzitter. Links: Vitale jonge Show racers met veel kopsubstantie. Door mijn nieuwe passie, de Show Racers, en diverse publicaties in nationale en internationale tijdschriften, ontmoette ik veel nieuwe vrienden en we hebben toen een "Vriendenkring van Show Racer fokkers" opgericht. Hieruit is in 1996 de ‘Show Racer Club Duitsland’ ontstaan. Ik nam de eerste 10 jaar de taak van rasbegeleider op me en was ook verantwoordelijk voor public relations. Op het feit dat we al na slechts 3 jaar meer dan 200 leden hadden, was ik toch wel een beetje trots. Sinds 2006 ben ik nu ‘Erevoorzitter’ van deze club. Door de Duitse Sierduiven Bond werd ik benoemd tot ‘Meister der Deutschen Rassetaubenzucht’ en de American Show Racer Association heeft mij gekozen als ‘Honorary Master Breeder’. In mijn woonplaats Fränkisch Crumbach ben ik drager van de Gouden Medaille van Verdienste. 3. De postduifachtige rassen en de Kropper waren altijd je favorieten. De fok van Kroppers heb je nooit opgegeven. Wat is de charme van deze duivensoorten voor jou? Wie eenmaal Kroppers gefokt heeft, komt er niet meer zo gauw van los. Nu nog, na ruim 50 jaar, droom ik nog vaak van mijn eerste ‘Runners’. Ze hebben destijds mijn hart hevig beroerd en dus heb ik nog altijd een of 2 paar van dit ras in mijn bezit, niet op te showen, maar voor mijn plezier. 4. Dan de Show Racers. Vertel ons eens iets over het begin van de fokkerij. Hoe ging dat aan het begin van de jaren 90 met je eerste fokdieren? Tijdens een reis naar Amerika met mijn vrouw in januari 1992 naar Milwaukee, Wisconsin waar gelijktijdig een van de grootste hondenshows en de ‘Grand National’ van duiven plaatsvond, zagen we de American Show Racer voor de eerste keer. Ik was meteen erg enthousiast over deze duiven, want ze leken heel veel op de eerste duiven uit mijn jeugd, namelijk de ‘Bricoux’ duiven met sterke lichaamsbouw en koppunten. Hier kon ik de eerste contacten leggen met de Show Racer fokkers. In hetzelfde jaar, in november 1992, bezocht ik vervolgens gericht op de ‘Pageant of Pigeons’ in San Bernardino in de buurt van Los Angeles. Daar leerde ik veel nieuwe fokkers kennen waarmee ik nu nog steeds bevriend ben; Jack Fix uit Anaheim, Californië is een van hen. Van hem kreeg ik op mijn volgende reis in mei 1993, drie broedparen die hij me 6 maanden daarvoor had beloofd. Rechts: Hier zitten de volgende helden van het komende show seizoen. Links: Kampioens duivin Show Racer van de Show Racer Clubshow in 2003. Een van deze dieren, een jonge geelzilver duivin, doopte ik "Jacky". Dit dier is misschien wel uitgegroeid tot de stammoeder van bijna alle geelzilver Show Racers in Europa. Ik was er erg aan gehecht en ze zal nooit vergeten worden. 5. Op je vele reizen naar Amerika heb je talloze fokkers leren kennen en vele vriendschappen gesloten. Vertel ons een wat hoogtepunten uit die tijd? Er zijn meerdere hoogtepunten. Omdat de ‘NPA-Grand National’ in de VS elk jaar in een andere stad gehouden wordt, heb ik natuurlijk veel nieuwe vrienden leren kennen. Zo kwam ik in 1996 op de Young Bird Show in Louisville, KT, de wereldberoemde duivengeneticus Professor Dr. Hollander tegen, waarmee ik urenlang over onze gemeenschappelijke hobby heb gesproken. Onvergetelijk was ook mijn latere inzet als keurmeester op de grote duivenshows, waar ik de mij toevertrouwde duiven mocht kwalificeren. Voor het in mij gestelde vertrouwen ben ik mijn Amerikaanse vrienden zeer dankbaar. Evenzeer ben ik Dr. Richard Brooks, uit Holiday Island AR. dankbaar; we delen een grote vriendschap maar ik heb van hem ook alles geleerd wat men moet weten over de Show Racer. Die kennis heeft mij later zeer geholpen bij het schrijven van de Show Racer Monografie. Richard Brooks is nu minstens 90 maar nog altijd actief als fokker en keurmeester. De duivenhobby houdt een mens jong. Rechts: Blauwe Show Racer duivin, jaargang 2013, met een prachtig type, kop en body. 6. Als enige Duitse Show Racer fokker had je meerdere malen de eer om de dieren in het land van herkomst van het ras te keuren. Dat zal toch geen gemakkelijke taak geweest zijn? Het was niet makkelijk, maar erg interessant. Om daar uitgenodigd te worden als keurmeester moet je niet alleen een zeer ervaren fokker van het ras zijn maar ook een succesvolle. Ik heb diverse reizen naar de VS gemaakt om geschikt voor deze taak te zijn. Mijn Californische vrienden, Jack Fix, Amos Hodson en Jack Hamilton hebben me voorbereid op deze mooie taak. Boven: Prachtige Jonge Show Racers. Welke echte duivenliefhebber zou er daar niet een paar van willen hebben. In de VS is inderdaad ook de uiterlijke vorm/het type van een dier belangrijk bij de beoordeling, maar de keuring in de hand is altijd het belangrijkste bij de kwalificatie. Daar kiezen de fokkers zelf de keurmeester. Hij wordt aangesteld door de clubs of de organisaties en het is een ‘vrijwilligerswerk’ waarvoor, in tegenstelling tot bij ons, geen beloning tegenover staat. Dit laatste wordt, als het goed was, gegeven in de vorm van applaus van de fokkers die altijd tijdens de keuring aanwezig zijn. 7. Hoe moet voor jou een perfecte Show Racer er uit zien? Een raszuivere Show Racer onderscheidt zich door een compact lichaam met brede borst, een opgerichte vaste stand en sterke benen. De krachtige, middellange hals leidt dan tot de in verhouding groot lijkende kop, die een wigvormige volheid toont en in profiel een goed geronde koplijn laat zien die en vloeiend overgaat in de hals. Een stompe snavel met aansprekende substantie in de boven-en ondersnavel en bijbehorende koplengte zijn ook belangrijk. Rechts: In een dergelijke aanblik van zulke vitale jonge duiven, voelt een duivenliefhebber zich blij worden. 8. Met Blauwgekraste en donkergekraste Show Racers stond je lange tijd bovenaan de lijst van winnaars van de grote shows. Tegenwoordig bevolken alleen gebande en schimmelkleurige Show Racers je hokken, daarnaast heb je in de afgelopen jaren de blauwen sterk naar voren gebracht. Wat de koppen betreft hebben jouw dieren veel substantie. Vertel ons eens wat over deze indrukwekkende ontwikkeling? Links: Samengebrachte Show Racer Power. Dit is een hoogwaardig geselecteerd overjarig bestand aan top Show racer duivinnen. In feite waren de eerste 12 jaar de gekraste en donkergekraste Show Racers mijn favorieten, die overigens ook in de Verenigde Staten op de shows in overweldigende aantallen te zien zijn. Maar omdat er om een gelijkmatige krasrekening te bereiken veel meer fokdieren moeten worden aangehouden, heb ik, ook met het oog op mijn leeftijd, een paar jaar geleden die kleurslagen geruild voor blauwgeband en duiven met de schimmel factor. Ik geloof dat het me heel goed gelukt is om de raskenmerken van de donkeren en gekrasten over te dragen op mijn blauwgebanden. Om de noodzakelijke kopsubstantie te verkrijgen is erg moeilijk, want je moet hierbij tegen de natuur ingaan. Met een bewuste "inteelt " kan en zal dat ook slagen. Rechts: Indigo gekleurde Show Racer. Afbeelding gemaakt door: Volker Lortz. 9. Met hoeveel fokparen start je gewoonlijk in het fokszeizoen? Mijn duivenhokken zijn zo gemaakt dat ik in 8 nestboxen en 12 compartimenten mijn dieren kan aanparen. Meestal worden er zo tussen de 15 en 18 paren samengesteld voor de fok. Show Racers zijn ‘zonnekinderen’, daarom begin ik pas laat in het voorjaar echt met de aanparing. Mijn vrienden in de VS hebben wel eens gezegd: De beste duiven fok je in de maanden zonder ‘r’ – dus van mei tot augustus, en daarmee heb ik ook zeer goede resultaten behaald. 10. Je hebt geweldige resultaten op de Duitse shows met je duiven bereikt. Blaue Bänder, Siegerbänder, VDT Bänder en talrijke Meisterschaften. De naam Bossmeyer staat in zeer hoog aanzien bij de fokkers. Welk resultaat was voor jou het belangrijkste? Naast de tien maal ‘Club Kampioen’ was er natuurlijk dat ik Nationaal Kampioen werd op de VDT Show van 1999 in Lingen. Maar hoe gaat het in het leven, hoogtepunten en dieptepunten wisselen elkaar vaak heel snel af. Op dezelfde Show werden drie van mijn beste dieren gestolen. In mijn hele leven heb ik me nog nooit zo machteloos gevoeld. Het waren niet alleen hoog gewaardeerde dieren, maar echt duiven waarmee ik ‘vooruitgang’ kon boeken; mijn beste fokpaar (kweekkoppel?) met een dochter die 8 weken daarvoor in Hannover de "Blauwe Ereband" had gewonnen. Sindsdien heb ik op grote shows geen ‘öude’ dieren meer geshowd. Verder vind ik het winnen van 13 Duitse kampioenschappen met mijn Show Racers een hele eer. Naast mijn eigen succes vind ik het natuurlijk ook heel leuk als bevriende fokkers met de nakomelingen van bij mij gekochte dieren goede beoordelingen krijgen. Rechts: Jonge goed onderhouden Show Racer duivinnen op hun favoriete plekken in de loketkasten. 11. Wat moet men in geen geval doen? De man waar ik veel van geleerd heb: Richard Brooks zei me eens, een Show Racer moet 3 dingen hebben; type, type en nog eens type. Wat hij bedoelde te zeggen, kan je het beste zien op de huidige standaardtekening. Ik kan alleen maar adviseren aan alle beginners: Begin niet met te veel dieren en begin met het beste wat je kunt krijgen. Ga naar een fokker die je vertrouwt en probeer een ‘foklijn’ te creëren. Dat zal echter niet lukken als je je foklijn opbouwt met dieren uit vele verschillende lijnen en stammen. 12. Je houdt een perfecte fokboekhouding bij en wie duiven van jou overneemt krijgt er bij elke afzonderlijke duif een stamboom bij. Ik vind dat klasse, want zo’n stamboom is heel nuttig bij verdere fok. Wil je ons dit systeem en jouw methode bij de fokkerij uitleggen? Volgens mij is het zinloos om succes te behalen als je niet de precieze herkomst van je duiven kent. Een gedetailleerde lijst in de vorm van een stamboom is een enorme hulp. Net als veel van mijn Amerikaanse vrienden geef ik de voorkeur aan de methode die Bruce Loewe, een Australische wiskundige, in 1895 opgesteld heeft voor renpaarden. Volgens deze methode zou een mannelijk dier (de doffer) maternale vererving (erfelijke eigenschappen van de vrouwelijke lijn) moeten bezitten van de aan te paren duivin, en het vrouwelijk dier (duivin) paternale vererving (erfelijke eigenschappen van de mannelijke lijn) van de aan te paren doffer. Met deze methode kun je het snelst de sterke en zwakke punten van het nageslacht zien en, indien nodig, sneller tegensturen. 13. Volgens mij is er geen succesvolle fokkerij in Duitsland waarin niet het bloed van Bossmeyer duiven stroomt. Ik zal de lezers niet verzwijgen dat ik zelf ook Show Racers fok en in mijn kleine fokkerij uitsluitend Bossenmeyer duiven heb. Ik kon dan ook vaststellen dat je veel goede, zeer goede en zelfs kampioen duiven afstaat. Ben je niet bang dat je je eigen fokkerij daarmee teveel verzwakt? Helaas is er hier in Duitsland ook veel afgunst onder de duivenmelkers. In de VS zag ik een andere mentaliteit bij de fokkers. Daar gaat men zeer kameraadschappelijk met elkaar om, onder het motto: Gedeelde vreugde is dubbele vreugde. Het is natuurlijk het mooiste als je zelf de eigenaar bent van een ‘Kampioen’. Maar het is ook niet slecht om te kunnen zeggen dat de winnende duif, ongeacht van wie die is, nog verwant is aan jouw stam. Mijn principe is, wie wil nemen moet ook kunnen geven. Ik heb ook wel wat negatieve ervaringen gehad, maar bij veel bevriende fokkers die dieren gekregen hebben uit mijn fokkerij, kan ik nu aankloppen en weer krijgen wat ik graag terug zou willen hebben. Nu hoef ik dus niet meer de omstandige weg te gaan en de dieren uit de VS te introduceren, maar kan ze desgewenst ophalen bij mijn vrienden en ze ‘passen’ dan ook nog eens precies in mijn stam. Dus als ik goede dieren afgeef, versterk ik het ras in het algemeen en dat is belangrijker voor mij dan persoonlijk succes. Links: Indigo schimmel Show Racer. Afbeelding: Volker Lortz. 14. De selectie van de jonge duiven is bij alle rassen een moeilijk thema. Wat is jouw procedure bij dit vraagstuk en volgens welke criteria zoek jij je fokdieren uit? Omdat Show Racers een langere tijd nodig hebben om uit te groeien, heb ik veel geduld met ze. Toch worden ze bij het verspenen wel nagekeken op gezondheid en stand. Alles wat in natuurlijke omstandigheden niet de juiste stand toont, wordt weggedaan. Met de volgende selectieronde wacht ik dan tot na de rui. Alleen de ‘koppunten’ hebben nog wat meer tijd nodig om volledig te ontwikkelen, zoals bij alle postduiven (Homer) rassen. Bij de keuze van de fokparen let ik er heel goed op dat ze bij elkaar passen, zoals ik al heb uitgelegd, volgens de methode van Bruce Loewe. 15. Nu zijn de Show Racers een relatief jong ras en hun ontwikkeling is in de afgelopen jaren zeer snel gegaan. Hoe zie je de voortgang van het ras en op welke punten zie je gevaren ? Veel fokkers en ook de verantwoordelijken in de Show Racer club hebben bijgedragen aan de snelle vooruitgang van het ras bij ons in Duitsland. Onze Amerikaanse vrienden hebben ons ook hiermee geholpen. Voor de toekomst is het zeer belangrijk door te gaan op de ingeslagen weg en nog enige achtergebleven kleuren toe te voegen aan de toonaangevende kleurslagen. In de VS is het helaas zo dat bijna 70 % van de showdieren behoren tot de groep van twee of drie toonaangevende kleurslagen. De keurmeesters dragen natuurlijk een zeer grote verantwoordelijkheid in deze, door uitgaande van de stand van de kleurslag binnen het ras, de dieren te evalueren volgens de geldende normen op de belangrijkste raskenmerken, en daarbij hun persoonlijke voorkeur op de achtergrond stellen. 16. De Show Racer Club in Duitsland is jouw ‘baby’. Je was medeoprichter van de Club en lange tijd grotendeels verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het ras en van de liefhebbers van het ras (verzorgers). De laatste tijd stagneert het aantal leden en exposanten op de speciale shows iets, terwijl soortgelijke rassen zoals de Nederlandse Schoonheidspostduif enorm toenemen. Wat vind je van deze ontwikkeling? Een ras is altijd zo goed als het bestuur van de club en de fokkers het laten zijn. 20 jaar geleden heb ik eens in een rasartikel in de Duitse Geflügelzeitung geschreven dat de Show Racer de rasduif is die het meest op de postduif lijkt, waarna er dus veel nieuwe fokkers vanuit de postduivenhobby bij onze club kwamen. Sinds enkele jaren is dit privilege overgenomen door andere rassen, zoals de Nederlandse Schoonheidspostduif en meer recent de Poolse Standaard postduiven. Met deze rassen moet de Show Racer tegenwoordig zijn gunsten delen. Daar zijn natuurlijk alle serieuze fokkers en natuurlijk het bestuur van de Show Racer club voor nodig. Het medium van het internet is nu een grote hulp om je ras bekendheid te geven, daar moeten we veel meer gebruik van maken. De vrienden van de Nederlandse Schoonheidspostduiven doen dat bijvoorbeeld heel goed. Hun website is informatief en vooral, altijd actueel. Daar zijn kenners aan het werk, wat we inmiddels ook merken aan de aantallen op de toonaangevende shows. Dank voor je interessante opmerkingen, het was een leuk gesprek en ik weet zeker dat de lezers dit ook zullen vinden. Wie tot nu toe de Show Racer alleen van terzijde had bekeken, zal na het lezen van dit artikel er niet onderuit kunnen om zich wat meer in het ras te verdiepen. Minstens een keer op de volgende tentoonstelling de kooien van de Show Racer opzoeken en de inzittenden eens bekijken. Fokkersvrienden, het is het waard, geloof me, ik spreek uit persoonlijke ervaring, het is moeilijk om niet onder de indruk te raken van de charme die deze duiven uitstralen. Wie zich vervolgens dan nog meer in de Show Racer wil verdiepen, of zelfs deze prachtige postduifachtige duiven wil gaan fokken, die kan ik het onderstaande e-mailadres en website van harte aanbevelen; hij of zij zal er de nodige hulp en ondersteuning vinden. Friedel, we wensen jou en je familie het allerbeste en een goede gezondheid, en hopen dat je nog vele jaren als succesvol duivenliefhebber voor je mag hebben. Friedel Bossmeyer, Darmstädter Strasse, D-64407 Fränkisch-Crumbach, Deutschland. Tel. 06164/2193 e-mail: [email protected] homepage: www.show-racer.com Links: Het duivenbureau van Friedel, met erebanden en aquarellen van Volker Lortz. De Nederlandstalige lezer kan voor meer informatie over de Show Racer terecht bij de Sytze de Bruine, secretaris Schoonheidspostduivenclub (SPC) e-mail: [email protected] Copyright ©2014 All rights reserved by the Aviculture-Europe. Dit is een publicatie uit het online tijdschrift www.aviculture-europe.nl U mag deze tekst / foto’s niet kopiëren, distribueren, zenden of publiceren zonder schriftelijke toestemming.
© Copyright 2025 ExpyDoc