Kijkwijzer / Begeleidershandleiding “Deur dicht! Licht uit!” Spelen

Kijkwijzer / Begeleidershandleiding
“Deur dicht! Licht uit!” Spelen met duurzaamheid!
De kinderen worden verdeeld in kleine groepjes met een begeleider.
De tentoonstelling bestaat uit 10 onderdelen.
Bij alle onderdelen is eenvoudige begeleiding nodig. U hoeft de
onderdelen niet op volgorde af te lopen. U gaat gewoon naar een
onderdeel waar op dat moment niemand bezig is en leest vooraf de
korte aandachtspunten die u per bladzijde in dit boekje vindt.
Lees dit introductieverhaaltje voor aan de kinderen:
Jullie komen zo binnen op het erf van de boer en zijn hond “Bas”.
Naast hun boerderijtje staat ook een huisje waar oma woont.
Vandaag heeft ze kleinkind “Henkie” op bezoek. Maar het is wel een
bijzondere oma.. want ze heeft een glazen bol waardoor ze alles kan
zien! Oma heeft haar zoon, de boer, altijd geleerd goed met de
natuur om te gaan, zijn afval te scheiden, om liefst nooit gif te
gebruiken en zuinig te zijn met energie.
Laatst zag ze nog in haar glazen bol dat de boer de deur niet achter
zich dicht deed en het licht in huis liet branden… nog voor de boer er
erg in had riep ze hem toe: “DEUR DICHT! LICHT UIT!” Op het bord bij
de ingang zie je het gebeuren..
Als mensen dingen doen die minder slecht zijn voor de natuur dan
noemen we dat milieuvriendelijk. En milieuvriendelijke dingen
noemen we “duurzaam”. Jullie mogen zo tien verschillende dingen
over duurzaamheid ontdekken in deze tentoonstelling.
Veel plezier hoor!
1. Het grote huisje/de boerderij
Het boerderijtje waar de boer en zijn trouwe hond wonen.
Ontdek hier hoe je milieuvriendelijker, dus duurzamer kunt leven.
 Bel aan bij de voordeur! Zie je de sticker op de brievenbus?
Papieren folders en krantjes kunnen leuk zijn maar bedenk wel dat
er enorm veel bomen worden gekapt om dat papier te maken.
 Links in de badkamer leer je over waterverspilling. Met de
thermostatische douchekraan bespaar je ook veel water en gas
omdat hij de temperatuur vanzelf goed zet.
 In het toilet leer je over ventileren en het doortrekken van de wc.
 In het midden leer je bij de strijkplank over elektriciteit. Doe de
stekker maar in het stopcontact en luister goed!
(de stekker er wel weer uit halen).
 Links van het midden leer je over isoleren met glas en met een
stevige boodschappentas hoef je geen plastic tasjes meer!
 Rechtsachter leer je over verschillende lampen. Probeer ze maar
eens uit! Welke is het beste?
 Rechts vooraan leer je over isolatiematerialen, kijk maar eens hoe
dat er uit ziet. De tv staat aan als je ervoor blijft staan. Er is een
programma op tv over het gebruik van gif en het laat zien dat er
betere manieren zijn om ongedierte te bestrijden.
2. Het insectenhotel
Ruik, luister, kijk en voel in het insectenhotel.
Het filmpje aan de achterzijde vertelt over het nut van insecten in de
natuur, in je tuin en op het land van de boer. Geen wonder dat de boer
een insectenhotel heeft!
Bespreek met de kinderen welke dieren waar in zouden kunnen gaan.
Het kastje met de grote gleuven is voor vlinders.
3. De moestuin
Van je tuin kun je maken wat je zelf wilt. Voor de natuur is het beter
wanneer iedereen ook wat wilde bloemen en planten in zijn tuin heeft.
Stenen en plastic gras, daar hebben ze niet veel aan. Denk er daarom
goed over na.. Wil je de wereld van de levende planten en dieren
helpen, kies dan liever voor wat natuur of plaats grote bakken en
potten met bloeiende planten.
Ook kun je een eetbare tuin maken! Dan hoef je minder vaak naar de
supermarkt en het is heel leuk om te zien hoe het groeit!
Spel: Grabbel om de beurt in de grabbelton.. maar niet kijken hè!
Plant de groenten, hang de appels en peren in de boom! Zet de dieren
in de wilde bloemenborder en gooi het rotte voedsel op de
composthoop.. want zelf compost maken is pas echt goed voor de
grond! Dit spel heeft geen winnaar, we gaan door tot de grabbelton
leeg is. Leg na afloop alles terug in de grabbelton!
4. De gifplaat
Kijk eerst maar eens goed naar alles wat je ziet op de grote gifplaat
waar van alles gebeurt! Nadat de kinderen goed gekeken hebben kan
de begeleider de instructie gebruiken die bij de gifplaat hangt om de
tekening toe te lichten.
5. Afvalgrijpen
1. Lees voor aan de kinderen: Pak allemaal een afvalgrijper en doe het
afval dat kleinzoon Henkie in de tuin van oma heeft gegooid in de
juiste afvalbak. Het afval moet gescheiden worden zodat het kan
worden gerecycled, dat betekend dat we er weer nieuwe spullen van
kunnen maken!
Dit spel heeft geen winnaars, ga door tot alles netjes is weggegooid.
2. Leg na afloop alle rommel weer terug in de tuin voor de volgende
groep.
6. Het wasdroogspel
De was kun je drogen in een wasdroger maar dat kost veel energie!
De was ophangen is veel beter voor het milieu want zo droogt de was
gewoon door de zon en de wind.
Het spel:
 Verdeel de kinderen in twee groepjes, ieder krijgt een eigen
dubbele waslijn met één kleur knijpers.
 Gooi om de beurt met twee dobbelstenen tegelijk.
 Gooi je met de ene dobbelsteen een shirt dan pak je een
shirt/trui.
 Gooi je een broek dan pak je een broek/rok/onderbroek
 Gooi je met de andere dobbelsteen een zon dan hang je het
kledingstuk op .
 Gooi je de wasdroger dan stop je het in de wasdroger.
 De winnende groep is de groep met de meeste opgehangen
kledingstukken!
 Leg na afloop alle was weer in de wasmand.
7. De grote zenuwspiraal
Bekijk de kringloop van graan. Naast broodkorsten wordt er trouwens
ook veel gedaan met het snoeiafval van de graanstengels.
Alles wordt gebruikt! Er wordt bijvoorbeeld compost, biogas of
strooisel voor dieren van gemaakt.
Probeer nu om de beurt de grote zenuwspiraal maar raak je de spiraal
aan dan moet je weer terug naar je laatste rustpunt!
Bij ieder rustpunt leest het kind of de begeleider voor wat er op het
plaatje staat.
8. De zoekplaat
Zoek alle dieren (en de smurf) die op de zoekplaat staan!
Wanneer alle dieren gevonden zijn kunt u er nog een spelletje van
maken: U noemt een dier en de kinderen mogen hun vinger opsteken
en het dier aanwijzen! Zo leren ze goed de namen van de verschillende
dieren die onze tuinen kunnen bezoeken.
9. In welke wereld wil jij liever leven? /
het bliksemspel
Dit onderdeel bestaat uit 2 delen.
Deel 1: Kijk met de kinderen naar de twee grote platen en vraag aan ze
wat ze allemaal zien. Begin bij de vieze kant en daarna naar de schone
kant en help hen met de achtergrondinformatie hieronder.
Achtergrondinformatie:
Hoewel kernenergie eigenlijk een schone energiebron is laten de
rampen in de kerncentrales van Tjernobyl en Fukushima goed zien hoe
gevaarlijk kernenergie eigenlijk is. Levensgevaarlijke stoffen kwamen in
de natuur terecht en de schade is eigenlijk niet te overzien. Ook blijft
het afval 240.000 jaar radioactief en radioactief materiaal lekt wel eens
weg in de grond. Dit materiaal is levensgevaarlijk!!!
Uit de kolencentrale komt heel veel rook, in die rook zit een gas dat
koolstofdioxide (of CO2) heet. Dit gas zorgt ervoor dat de aarde te snel
opwarmt. Dat klinkt lekker maar dat is het niet want het zorgt ervoor
dat het weer veel te snel verandert. Dat noemen we
klimaatverandering. Heel lang geleden toen er nog geen mensen waren
op de aarde, zijn er vaker klimaatveranderingen geweest en dit was
een vreselijke ramp voor de natuur. Zo werd het bijvoorbeeld lange tijd
veel te warm en droog of op veel plekken op aarde kwamen bergen ijs
zo hoog als hele hoge flatgebouwen.
Heel veel planten en dieren gingen dood. Wetenschappers zijn bang
dat dat weer kan gebeuren als de aarde te snel opwarmt. We kunnen
zo’n ramp natuurlijk voorkomen maar dan moeten de mensen eigenlijk
stoppen met het verbranden van kolen, olie en gas.
De boer heeft een eigen windmolen. Hij heeft een grote windmolen op
het terrein en een kleintje op zijn dak. De wieken van de windmolen
draaien rond door de wind en daardoor kan de molen elektriciteit
opwekken. Het kleine molentje op de punt van zijn dak doet dat ook.
Op het dak van het huisje liggen zonnepanelen, deze zonnepanelen
maken elektriciteit wanneer er licht is. Als de zon schijnt wekken ze nog
veel meer elektriciteit op. Omdat de zon het meeste schijnt vanuit het
zuiden kun je het beste een huis bouwen met een groot dak en de tuin
op het zuiden. Zo heb je de meeste zon.
De boer heeft nog iets slims gedaan.. hij heeft ook een glazen
aanbouw aan zijn huis gemaakt op het zuiden. Zo warmt de zon zijn
huis gratis op! Ook heeft hij aan de warmere zijden van zijn huis
grotere ramen gebouwd zodat er veel zonlicht in zijn huis komt.
Vooral wanneer het buiten koud is scheelt dit veel want dan hoeft de
verwarming niet zo vaak aan. EN hij heeft een elektrische auto!
In welke wereld wil jij liever leven?
Deel 2: Twee kinderen gaan naast de elektriciteitskast zitten. Draai
straks zo hard mogelijk aan het rode wiel om de elektriciteit naar het
elektriciteitshuisje te krijgen. De begeleider is scheidsrechter! Stop
met draaien zodra er iemand gewonnen heeft!
10. Het jeugdlab
Het jeugdlab bestaat uit een aantal losse onderdelen:





De windtunnel
De arena met zonne-energie dieren
De zonne-racebaan
De trekveer
Zelf energie opwekken!
Bij de verschillende onderdelen zijn losse kijkwijzers te vinden!
Veel plezier!!!