Quickscan Flora en fauna 2 locaties Eersel 1 Notitie Quickscan Flora en fauna Stokkelen 21 en Heibloem 16 te Eersel In opdracht van: Maatschap van de Ven-Gilsing Stokkelen 21 5521 NC Eersel Uitgevoerd door: Lomans Ecoworks Boerenkamplaan 75 5712 AB Someren Veldwerk en rapportage: W.F.T. Lomans Datum: 6 maart 2014 Projectnr: 03-14 Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving ten aanzien van de natuurwetgeving. Het onderzoek betreft een momentopname en geeft een inschatting van de geschiktheid van de onderzoekslocatie voor beschermde soorten. Het incidenteel voorkomen van beschermde soorten is echter nooit met zekerheid te voorspellen. Lomans Ecoworks accepteert derhalve op voorhand geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Lomans Ecoworks uitgevoerde onderzoek neemt. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 2 Inhoudsopgave 1.1 Aanleiding ................................................................................................................................. 3 1.2 Ligging en beschrijving plangebieden........................................................................................ 3 1.3 Stokkelen 21 .............................................................................................................................. 4 1.4 Heibloem 16 .............................................................................................................................. 6 1.5 Doel............................................................................................................................................ 8 1.6 Wettelijk kader .......................................................................................................................... 8 1.7 Methode .................................................................................................................................... 9 2. GEBIEDSBESCHERMING ............................................................................................................. 9 2.1 Natuurbeschermingswet 1998 .................................................................................................. 9 2.2 Ecologische Hoofdstructuur en Ecologische verbindingszone .................................................. 9 3. SOORTENBESCHERMING Stokkelen 21 .................................................................................. 11 3.1 Flora ......................................................................................................................................... 11 3.2 Vogels ...................................................................................................................................... 11 3.3 Vleermuizen............................................................................................................................. 12 3.4 Grondgebonden zoogdieren ................................................................................................... 12 3.5 Vlinders en libellen .................................................................................................................. 13 3.6 Mieren en kevers ..................................................................................................................... 13 3.8 Reptielen en amfibieën ........................................................................................................... 14 4. SOORTENBESCHERMING Heibloem 16 .................................................................................. 15 4.1 Flora ......................................................................................................................................... 15 4.2 Vogels ...................................................................................................................................... 15 4.3 Vleermuizen............................................................................................................................. 16 4.4 Grondgebonden zoogdieren ................................................................................................... 17 4.5 Vlinders en libellen .................................................................................................................. 17 4.6 Mieren en kevers ..................................................................................................................... 17 4.7 Vissen....................................................................................................................................... 17 4.8 Reptielen en amfibieën ........................................................................................................... 18 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ........................................................................................... 19 5.1 Beschermde gebieden ............................................................................................................. 19 5.2 Beschermde soorten ............................................................................................................... 19 6. BRONNEN .................................................................................................................................. 21 7. BIJLAGEN.................................................................................................................................... 22 Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 3 1.1 Aanleiding Maatschap van de Ven-Gilsing is voornemens over te gaan tot herontwikkeling van een tweetal intensieve veehouderijlocaties in Eersel. Hiervoor is een herbestemming /wijziging van de percelen noodzakelijk. Crijns Rentmeesters BV te Someren begeleidt de familie bij het doorlopen van deze procedure. Als onderbouwing bij deze procedure dient onderzocht te worden welke natuurwaarden in het (plan) gebied aanwezig zijn. En op welke wijze de voorgenomen ontwikkeling effect kan hebben op beschermde natuurwaarden. Maatschap van de Ven- Gilsing heeft Lomans Ecoworks verzocht om dit onderzoek uit te voeren. 1.2 Ligging en beschrijving plangebieden De twee locatie waar de herontwikkeling zal plaatvinden zijn beide gelegen op enkele honderden meters ten zuiden van de kern Eersel en liggen op zo’n 600 meter afstand van elkaar. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 4 Navolgend zijn per locatie de ligging, beschrijving van het plangebied en de beoogde ontwikkeling beschreven. 1.3 Stokkelen 21 Het plangebied is gelegen op zo’n 700 meter ten zuiden van de kern Eersel in het buurtschap Stokkelen aan de gelijknamige weg. Het plangebied is bekend bij de gemeente Eersel als kadastraal Sectie L nr. 456. Het plangebied ligt in een groene, landelijke omgeving. In het plangebied bevinden zich een langgevelboerderij (bedrijfswoning) een half open schuurtje, een varkensstal en een mestsilo. Aan de noordzijde grenst het plangebied aan de Broekstraat , een verharde B weg. In de siertuin met gazon is een open schuurtje aanwezig dat in gebruik is als fietsenstalling. Er zijn veel groene elementen aanwezig in de vorm van diverse inheemse struiken, Coniferen een oude Walnoot op het gazon. Aan de oostzijde grenst het plangebied middels een beukenheg en wat oude fruitboompjes aan de doorgaande weg Stokkelen. Ten westen grenst het plangebied middels een gazon en siertuin aan het gazon van de buren en een bosperceeltje met loofhout. Zuidelijk grenst het plangebied middels een ruderaal graslandje aan de beek de Run. Voorgenomen ontwikkeling De locatie zal herontwikkeld worden van een intensieve veehouderijlocatie naar een woningbouwlocatie waarbij; - De bestaande langgevelboerderij (bedrijfswoning) gesplitst zal worden in twee wooneenheden; - Een vrijstaande woning zal worden toegevoegd; - Twee woningen zullen worden toegevoegd welke als twee-aaneen zullen worden uitgevoerd. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 5 Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 6 1.4 Heibloem 16 Het plangebied is gelegen op zo’n 700 meter ten zuiden van de kern Eersel. De omgeving wordt gekenmerkt door grootschalig (half) open agrarisch gebied. Het plangebied is kadastraal bekend bij de gemeente Eersel, Sectie M nr. 1941, met een oppervlakte van bijna 3 Ha. In het plangebied bevinden zich een woonboerderij met siertuin. Opstallen in gebruik als paardenstallen, opslagruimten, oude varkensstallen en enkele paardenweiden. Er is opgaande begroeiing aanwezig in de vorm van een Wilgensingel, enkele Berken, Zwarte elzen, Zomereiken en solitaire Coniferen en inheemse struiken. Noordelijk grenst het plangebied met enkele ruime paardenweiden aan de toegangsweg van de woonboerderij met opstallen van de buren. Aan de oostzijde grenst het plangebied middels een beukenheg direct aan het agrarisch melkveebedrijf van de buren met bedrijfswoning. De zuidzijde van het plangebied vormt een grote paardenweide en grenst middels een ondiepe sloot aan de doodlopende weg Berken die de toegang vormt naar het melkveebedrijf en de woningen . Voorgenomen ontwikkeling Beoogd wordt de intensieve veehouderij op deze locatie te saneren. Op deze locatie zullen gebouwen met een maximale oppervlakte van ruim 1000 m2 in gebruik worden genomen voor statische opslag. Tevens zal er op de locatie een Ruimte voor Ruimte woning worden gerealiseerd. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 7 Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 8 1.5 Doel De gewenste ontwikkeling in het plangebied kan mogelijk effecten hebben op flora en fauna, of op belangrijke (beschermde) natuurgebieden in de omgeving. Middels dit onderzoek wordt eenduidig in beeld gebracht of en welke effecten de gewenste ontwikkeling mogelijk kan hebben op (beschermde) natuurgebieden en soorten. Indien de gewenste ontwikkeling kan leiden tot negatieve effecten, leidt de quickscan tot aanbeveling voor vervolgstappen. Het uiteindelijke doel is het afstemmen van de ontwikkeling op de aanwezigheid van beschermde soorten, zodat gewerkt kan worden binnen de kaders van de Flora- en faunawet. 1.6 Wettelijk kader De Nederlandse natuurbescherming kent 2 aspecten: Gebiedsbescherming en Soortenbescherming. De gebiedsbescherming is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De soortbescherming is hierbij uitgewerkt in de Flora- en faunawet. Deze wet beschermt een aantal veelal zeldzame of kwetsbare planten- en diersoorten. Relevant zijn in het kader van deze quickscan vooral de bepalingen die van toepassing zijn op de ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. De Flora- en faunawet is overal van toepassing in Nederland, ongeacht het type of de omvang van de werkzaamheden of activiteiten. Zorgplicht In de Flora- en Faunawet is een zorgplicht (artikel 2, lid 1) opgenomen: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. De zorgplicht geldt altijd voor alle planten en dieren of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. Beschermingsniveau Er worden in de Flora- en faunawet drie lijsten met verschillende beschermingsniveaus gehanteerd: een lichte, een matige en een zware bescherming. Voor de soorten met een lichte bescherming (FF lijst 1) geldt een algehele vrijstelling van de verbodsbepalingen. Bij matig en zwaar beschermde soorten (FF lijst 2 en 3) zijn mitigerende of compenserende maatregelen van toepassing als effecten van de gewenste ontwikkeling niet uitgesloten kunnen worden. Dit betekent dat ontwerp, planning en/of uitvoering afgestemd moeten worden op de beschermde soorten, zodanig dat de functionaliteit van de verblijfsplaats van deze soorten behouden blijft. Een ontheffingsprocedure treedt in werking als mitigatie of compensatie niet mogelijk is. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 9 1.7 Methode In het kader van deze quickscan heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden, waarbij is gekeken naar gebiedsgerichte bescherming en mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Er is voor het soortenonderzoek gebruikgemaakt van gegevens van o.a. de websites waarneming.nl, de website van ministerie van economische zaken en diverse verspreidingsatlassen. Voor de gebiedsgerichte bescherming is gekeken naar de aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving. De ligging van Natuurbeschermingswet 1998- gebieden (Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) de EHS en EVZ in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht. Daarnaast heeft er een veldbezoek plaatsgevonden op zaterdag 15 februari in de ochtend en op 1 maart in de ochtend, onder prima weersomstandigheden. Hierbij zijn alle in het plangebieden aanwezige biotopen opgenomen. Aan de hand van de aanwezige biotopen kan worden bepaald of er mogelijk beschermde soorten voorkomen. Naast de biotopen zijn directe en indirecte aanwijzingen opgenomen, die kunnen duiden op het voorkomen van beschermde soorten. Behalve het fysiek aantreffen van exemplaren van soorten is er ook gelet op bijv. holen, uitwerpselen, prooiresten, braakballen vraat-, loop- en veegsporen. Deze waarnemingen zijn bij de beoordeling betrokken. De aanwezige biotopen zijn vergeleken met de habitateisen van beschermde planten- en diersoorten. Op basis van deze vergelijking is beoordeeld welke van deze soorten in het plangebied kunnen voorkomen. De bevindingen van het veldbezoek en het literatuuronderzoek zijn verwerkt in onderstaande notitie. 2. Gebiedsbescherming 2.1 Natuurbeschermingswet 1998 De plangebieden maken beiden geen deel uit van een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied is het Leenderbos, Groote heide en de Plateaux die op een afstand van zo’n 7-8 kilometer van beide plangebieden liggen. Ten aanzien van Natura 2000 gebieden dient er zekerheid geboden te worden omtrent het niet optreden van een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten dan wel de verstoring van soorten. Op basis van de ruime afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebieden en de aard van de ontwikkeling is een negatief effect door beoogde herontwikkelingen uit te sluiten. 2.2 Ecologische Hoofd Structuur en Ecologische Verbindings Zone Zoals blijkt uit de website Ecologische hoofdstructuur van de provincie Noord-Brabant, maakt het plangebied geen deel uit van de EHS. De dichtstbijzijnde gebied dat als EHS is begrensd, ligt op zo’n 600 meter ten zuiden van plangebied Heibloem 16 en ligt op een afstand van een kilometer van plangebied Stokkelen 21. De EHS betreft hier een droog productiebos. De dichtsbijzijnde EVZ grenst aan het plangebied Stokkelen 21. Aan de zuidzijde van het plangebied stroomt het riviertje De Run. Dit traject van de Run wordt gerekend tot een EVZ. Op de website van de provincie Noord Brabant zijn de beek en oevers aangeduid als beheertype N00.01, “Nog om te vormen natuur.” Gronden met een intensief agrarisch verleden die een natuurbestemming krijgen, hebben meestal niet van de ene Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 10 op de andere dag natuurwaarden. Op deze gronden zal eerst omvormingsbeheer moeten worden toegepast worden (verschraling, of het afvoeren van de voedselrijke bouwvoor). Het grasland aan de zuidzijde van het plangebied zal landschappelijk ingepast worden met een klein bosje, een amfibieënpoel en een natuurlijk grasland, en zal zo naadloos aansluiten aan de EVZ. Herinrichting zal, gelet op de afstand en de ligging van het plangebied, geen invloed hebben op de Natura 2000-gebieden, en geen negatief effect op de EHS of EVZ. Ligging EHS en EVZ ten opzichte van de plangebieden. (Bron:Interactieve informatiekaart EHS Provincie Brabant) Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 11 3. Soortenbescherming Flora en Faunawet Navolgend worden per plangebied de aangetroffen soorten en het mogelijk voorkomen van beschermde soorten beschreven. Per soortgroep wordt beschreven welke soorten er zijn waargenomen tijdens veldbezoek, welke soorten worden verwacht, wat de mogelijke effecten van de ingreep zijn en of er vervolgstappen nodig zijn. Stokkelen 21 3.1 FLORA Voorkomen Aan de zuidzijde op het ruderale vochtige graslandje zijn enkel storings- en ruigtesoorten aangetroffen. Gezien de aangetroffen biotopen worden er geen beschermde soorten verwacht. Als enige beschermde soort zou de Brede wespenorchis voor kunnen komen op beschaduwde plaatsen bij de bebouwing. Deze soort staat op de FF lijst 1, maar voor de soorten op deze lijst geldt een vrijstelling. Effecten en vervolg Negatieve effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. 3.2 VOGELS In de Flora en faunawet worden alle broedende vogels strikt beschermd. De Flora- en Faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broedgeval aanwezig is. Van een aantal vogelsoorten worden de nesten ook buiten het broedseizoen beschermd. Als nesten door een ruimtelijke ontwikkeling verdwijnen, kan afhankelijk van de soort die het nest gebruikt, een ontheffingsaanvraag noodzakelijk zijn. De volgende typen (aflopend in beschermde status) worden onderscheiden: Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 12 Voorkomen Type A Jaarrond beschermde soorten Het plangebied biedt mogelijk broedgelegenheid voor vogels met jaarrond beschermde nesten. Deze zijn niet aangetroffen. Type B beschermde soorten Er werden Pimpelmezen en Koolmezen waargenomen tijdens het velbezoek. In het plangebied is mogelijk geschikt broedbiotoop aanwezig voor een aantal soorten uit het Type B. Tijdens het veldbezoek zijn enkele algemene vogelsoorten waargenomen (Type C) zoals Kauw, Vink , Houtduif Merel. 3.3 VLEERMUIZEN Voorkomen Mogelijk komen de volgende soorten vleermuizen in de omgeving voor: Gewone dwergvleermuis, Gewone- en Grijze grootoorvleermuis, Laatvlieger en Rosse vleermuis. Verblijfplaatsen In het plangebied ontbreken geschikte bomen met holtes, loshangende bast e.d. In de te slopen varkensstal met golfplaten dak stal zijn geen concrete aanwijzingen voor vleermuisverblijven aangetroffen. Het is niet uit te sluiten dat er zich in de te verbouwen bedrijfswoning geschikte vaste rust- of verblijfplaatsen bevinden. Er zijn spouwmuren aanwezig die middels stootvoegen bereikbaar zijn. Onder het pannendak of op zolder zijn mogelijk verblijfplaatsen aanwezig. Een aanvullend onderzoek zal noodzakelijk zijn om daar duidelijkheid over te verkrijgen. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 13 Belangrijke vliegroutes Het plangebied en omgeving maken mogelijk deel uit van fourageer- en migratieroutes voor vleermuizen. Mogelijk kan er tijdens de ingreep een lichte verstoring optreden. Effecten en vervolg Mogelijk zijn er vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig in de te verbouwen bedrijfswoning. Negatieve effecten door de ingreep zijn niet uit te sluiten. Nader onderzoek naar het voorkomen van verblijfplaaten en mogelijke belangrijke vliegroutes wordt aanbevolen. 3.4 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN Voorkomen Tijdens het veldbezoek werden lichtbeschermde soorten aangetroffen zoals Konijn, en een ingedroogde dode Egel. Ook worden er licht beschermde soorten verwacht zoals Mol, enkele kleine marterachtigen en enkele algemene muizensoorten. De zwaarder beschermde Steenmarter ( FFlijst 2) komt in enkele kilometerhokken rond Eersel voor. Er is gericht gezocht naar verblijfsporen, uitwerpselen, krab - en vraatsporen. Deze zijn niet aangetroffen. Ook kan het plangebied mogelijk leefgebied vormen voor de Eekhoorn. Er zijn geen sporen aangetroffen die wijzen op het voorkomen van de Eekhoorn. Gezien de biotopen in het plangebied worden andere zwaarder beschermde grondgebonden zoogdieren uitgesloten. Het perceel bevat geen geschikte locaties. Effecten en vervolg Het plangebied biedt uitsluitend leefgebied voor enkele lichtbeschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling. Effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. 3.5 VLINDERS EN LIBELLEN Voorkomen Ten tijde van het veldbezoek (februari) zijn er geen vlinders en libellen waargenomen. Het is zeer wel mogelijk dat diverse algemeen voorkomende vlindersoorten gebruikmaken van het plangebied. Beschermde dagvlinders en libellen worden niet verwacht. Conclusie Er komen geen beschermde dagvlinders en libellen voor in het plangebied. 3.6 MIEREN EN KEVERS Voorkomen Beschermde soorten mieren en houtkevers zijn afhankelijk van bijzondere habitattypen zoals oude (naald)bossen. Deze biotopen zijn niet aanwezig in het plangebied. Conclusie Er komen geen beschermde soorten mieren en kevers voor in het plangebied. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 14 3.7 VISSEN Voorkomen In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Hierdoor kunnen geen vissen voorkomen in het plangebied. Er is dan ook niet nader onderzocht of beschermde vissen voorkomen in de buurt van het plangebied. Conclusie Er komen geen vissen voor in het plangebied. 3.8 REPTIELEN EN AMFIBIEËN Voorkomen Tijdens het veldbezoek zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. In het plangebied zijn geen geschikte biotopen voor reptielen. Het plangebied is wel geschikt als landbiotoop voor lichtbeschermde soorten zoals de Bruine kikker en Gewone pad. (FFlijst 1) Er worden geen strikt beschermde amfibieën verwacht. Conclusie Er komen mogelijk (licht) beschermde amfibieën voor in het plangebied. Hiervoor geldt een vrijstelling. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 15 4. Heibloem 16 4.1 FLORA Voorkomen In het plangebied zijn enkel algemene plantensoorten en grassen waargenomen die niet voorkomen op lijsten van de Flora- en faunawet. Beschermde plantensoorten worden niet verwacht. Het biotoop is hiervoor niet geschikt. Effecten en vervolg Er komen geen beschermde plantensoorten voor in het plangebied. Effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. 4.2 VOGELS Type A Jaarrond beschermde soorten Huismus Voorkomen Het plangebied biedt mogelijk broedgelegenheid voor vogels met jaarrond beschermde nesten. Tijdens het veldbezoek zijn enkele Huismussen waargenomen. Het plangebied en ruime omgeving vormen een geschikte habitat voor Huismussen. Volgens de bewoners broeden de Huismussen in de woonboerderij onder de pannen van de dakkapel. Er is gericht gezocht naar mogelijke meerdere nestplaatsen van de Huismus in de opstallen. Deze zijn niet gevonden. Zeer waarschijnlijk zullen de mussen ook nestgelegenheid vinden in de aangrenzende opstallen van de melkveehouder. Effecten en vervolg Voor de Huismus zijn in het plangebied en directe omgeving alle onderdelen aanwezig voor een functionele leefomgeving. Er is continu voedsel aanwezig. Aangrenzend aan het plangebied ligt een open sleufsilo met maïs van het melkveebedrijf. In en om de paardenverblijven is voedsel aanwezig, Er is dekking in de vorm van groenblijvende struiken en hagen voor winterverblijfplaatsen. Deze blijven gehandhaafd na de ingreep. Er zijn voldoende mogelijkheden voor nestgelegenheid. Het plangebied en omgeving zal het gehele jaar blijvend voorzien in alles wat nodig is om succesvol te kunnen rusten en voortplanten. Tijdens de sloopwerkzaamheden en de nieuwbouw kan er plaatselijk een lichte verstoring optreden, maar er is voldoende groot habitat aanwezig om dat op te vangen. Er zullen maatregelen worden genomen om aan de zorgplicht te voldoen, en er worden extra maatregelen voorgesteld om de ecologische functionaliteit te waarborgen om binnen de kaders van de Flora- en faunawet te werken. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 16 Steenuil Voorkomen Tijdens het veldbezoek zijn sporen aangetroffen van rust- en verblijfplaatsen van de Steenuil. Het plangebied en omgeving vormen het functionele leefgebied van de Steenuil. Er zijn o.a. paardenweiden, houtopstanden, een ruim erf met bebouwing en ruige overhoekjes aanwezig. Volgens de bewoners hebben de Steenuilen de afgelopen 2 jaar met succes gebroed in de nestkast. De steenuilenkast was reeds door leden van de vogelwerkgroep verplaatst van één van de te slopen stallen naar de grote schuur met paardenstallen en opslag. Effecten en vervolg Alle elementen in het plangebied die behoren tot de functionele leefgebied van de Steenuil zullen behouden blijven tijdens en na de ingreep. De ingreep zal geen effect hebben op de vaste voortplantings- of rustplaatsen. Deze bevinden zich voornamelijk aan de zijde van het melkveebedrijf van de buren. De ingreep kan een tijdelijk effect hebben op de fourageermogelijkheden in een deel van het leefgebied. De fourageermogelijkheden in en om de nabije omgeving van het plangebied zijn dermate groot dat er voldoende alternatieven bestaan. Er zullen maatregelen worden genomen om aan de zorgplicht te voldoen. Met de beoogde ontwikkeling in het plangebied zullen landschapselementen aangelegd worden die zullen leiden tot verbetering van het steenuilenhabitat. Type B beschermde soorten In het plangebied is geschikt broedbiotoop aanwezig voor een aantal soorten uit het Type B. De volgende soorten zijn waargenomen: Pimpelmees en een paartje Eksters die bezig waren met de bouw van een nest in een boom aan de Heibloem buiten het plangebied. 4.3 VLEERMUIZEN Voorkomen Mogelijk komen de volgende soorten vleermuizen in de omgeving voor: Gewone dwergvleermuis, Gewone- en Grijze grootoorvleermuis, Laatvlieger en Rosse vleermuis. Verblijfplaatsen In het plangebied ontbreken geschikte bomen met holtes, loshangende bast e.d. In de te slopen stallen zijn geen concrete aanwijzingen voor vleermuisverblijven aangetroffen. Vlieg- en fourageerroutes Mogelijk zijn er in het plangebied vlieg- en fourageerroutes aanwezig gezien de opgaande begroeiing en groene structuren. Echter deze zijn niet essentieel. In de nabije omgeving zijn voldoende alternatieven voor vlieg- en fourageerroutes. Door de aanleg van nieuwe landschapselementen zoals een bomensingel zullen deze routes versterkt worden na de ingreep. Vervolg Effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 17 4.4 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN Voorkomen Tijdens het veldbezoek werden er sporen aangetroffen van Mol en Konijn. ( FFlijst 1). Er worden in het gebied nog enkele licht beschermde soorten verwacht zoals enkele kleine marterachtigen en enkele algemene muizensoorten. De zwaarder beschermde Steenmarter ( FFlijst 2) komt in enkele kilometerhokken rond Eersel voor. Er is gericht gezocht verblijfssporen, uitwerpselen, krab - en vraatsporen. Deze zijn niet aangetroffen. Ook kan het plangebied mogelijk leefgebied vormen voor de Eekhoorn. Er is zijn geen sporen aangetroffen die wijzen op het voorkomen van de Eekhoorn. Gezien de biotopen in het plangebied worden andere zwaarder beschermde grondgebonden zoogdieren uitgesloten. Het perceel bevat geen geschikte locaties. Effecten en vervolg Het plangebied biedt uitsluitend leefgebied voor enkele lichtbeschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling. Effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. 4.5 VLINDERS EN LIBELLEN Voorkomen Ten tijde van het veldbezoek (februari) zijn er geen vlinders en libellen waargenomen. Het is zeer wel mogelijk dat diverse algemeen voorkomende vlindersoorten gebruikmaken van het plangebied. Beschermde dagvlinders en libellen worden niet verwacht. Conclusie Er komen geen beschermde dagvlinders en libellen voor in het plangebied. 4.6 MIEREN EN KEVERS Voorkomen Beschermde soorten mieren en houtkevers zijn afhankelijk van bijzondere habitattypen als oude (naald)bossen. Deze biotopen zijn niet aanwezig in het plangebied. Conclusie Er komen geen beschermde soorten mieren en kevers voor in het plangebied. 4.7 VISSEN Voorkomen In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Hierdoor kunnen geen vissen voorkomen in het plangebied. Er is dan ook niet nader onderzocht of beschermde vissen voorkomen in de buurt van het plangebied. Conclusie Er komen geen vissen voor in het plangebied. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 18 4.8 REPTIELEN EN AMFIBIEËN Voorkomen Tijdens het veldbezoek zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. In het plangebied zijn geen geschikte biotopen voor reptielen. Het plangebied is wel geschikt als landbiotoop voor lichtbeschermde soorten zoals de Bruine kikker en Gewone pad. (FFlijst 1) Er worden geen strikt beschermde amfibieën verwacht. Conclusie Er komen mogelijk (licht) beschermde amfibieën voor in het plangebied. Hiervoor geldt een vrijstelling. Effecten en vervolgstappen zijn niet aan de orde. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 19 5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Beschermde gebieden De plangebieden liggen op 7- 8 km van een Natura 2000-gebied. Ook zijn ze geen van beiden gelegen in een EHS. Het plangebied Stokkelen grenst aan de EVZ De Run. Door de beoogde landschappelijke inpassing met een natuurlijk grasland, een poel en een klein bosje sluit het plangebied aan de zuidzijde naadloos aan de EVZ. Herinrichting heeft geen nadelig effect op beschermde gebieden. Herinrichting plangebied Stokkelen zal na de herinrichting zeker een hogere natuurwaarde herbergen. 5.2 Beschermde soorten Soorten van FFlijst 1 (Licht beschermde soorten) In beide plangebieden zijn (sporen van) lichtbeschermde soorten aangetroffen zoals Konijn, Mol en Egel. De aanwezigheid van licht beschermde diersoorten zal niet leiden tot vernietiging van de hele populatie. De gunstige staat van instandhouding van deze soorten is niet in het geding. Voor deze soorten geldt een algehele vrijstelling. De zorgplicht is voor deze soorten wel van kracht. Soorten van FFlijst 2/3 (zwaarder en strikt beschermde soorten) Vogels Mitigerende en compenserende maatregelen: Huismus locatie Heibloem Mitigerende maatregelen om de ecologische functionaliteit te waarborgen : • Extra nestgelegenheid aanbieden in de vorm van nestkasten. • Plaatsen van vogelvides in de nieuw te realiseren woning(en). Maatregelen om aan de zorgplicht te voldoen: • De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd buiten de kwetsbare periode van de voortplanting (half maart tot half augustus). • Voor werkzaamheden die winterslaapplekken beïnvloeden moet buiten de koude periode worden gewerkt. Steenuil locatie Heibloem Mitigerende en compenserende maatregelen: • Er zullen landschapselementen worden aangelegd die zullen leiden tot verbetering van het steenuilenhabitat. Een deel van één van de paardenweiden zal worden ingericht met hoogstamfruitbomen, en er wordt een extra houtsingel aangelegd, hierdoor zullen binnen het plangebied meer beschutting en fourageermogelijkheden beschikbaar zijn. Maatregelen om aan de zorgplicht te voldoen: • De werkzaamheden moeten uitgevoerd worden buiten de kwetsbare periode van voortplanting (februari t/m juli) Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 20 Vleermuizen locatie Stokkelen Aanvullend onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen wordt geadviseerd. Dit om duidelijkheid te verschaffen over de functies van het plangebied voor vleermuizen. Concluderend kan worden gesteld dat: • • • • • De herinrichting van het gebied geen nadelig effect zal hebben op beschermde natuurgebieden in de omgeving. De aanbevelingen voor vogels in acht genomen dienen te worden. De werkzaamheden zullen voor de overige soortgroepen in het plangebied geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben. Altijd rekening moet worden gehouden met de zorgplicht. Een aanvullend onderzoek op locatie Stokkelen m.b.t. vleermuizen wordt geadviseerd. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 21 6. Geraadpleegde bronnen Dienst Regelingen, aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet, augustus 2009 Flora- en Faunawet. Vastgesteld d.d. 25 mei 1998. Staatsblad d.d. 14 juli 1998. Folder Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten. SOVON broedvogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Twisk,P en Limpens,H (2006) Een thuis voor een vleermuis. Beschermingsplan voor vleermuizen in Noord- Brabant. Zoogdierenvereniging VVZ. Werkatlas zoogdieren Noord-Brabant. Zoogdierenvereniging in samenwerking met andere organisaties, 2011. Internet - www.gemeente Eersel.nl - www.brabant.nl - waarneming.nl - www.minlnv.nl - www.ravon.nl - www.zoogdiervereniging - www.bing.com/maps Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 22 Vogelvide: redding van de huismus? In een unieke samenwerking met Vogelbescherming Nederland ontwikkelde Monier, marktleider in dakpannen en daksystemen, de Vogelvide®. Deze biedt huismussen een veilige nestelplek onder dakpannen. Het product kan worden aangebracht bij de onderste rij pannen op het dak, ter hoogte van de dakvoet. Simpel gezegd is het een prefab nestkast die over de gehele breedte van het dak kan worden aangebracht. De Vogelvide®: • • • • past onder vrijwel alle soorten pannen en alle soorten pannendaken; waarborgt een goede ventilatie van het dak; voorkomt dat vogels verder onder de pannen kruipen, zodat vervuiling wordt tegengegaan; is duurzaam en eenvoudig, zowel in de professionele bouwwereld als door particulieren toe te passen. De Vogelvide® is voorafgaand aan de productie op vier locaties verspreid door Nederland getest. Op drie van de vier locaties broeden inmiddels huismussen in de Vogelvide®. Bouwbesluit De Vogelvide® houdt rekening met de voorschriften in het Bouwbesluit, die verplichten om openingen in gebouwen groter dan 10 mm dicht te maken, met uitzondering van rust- en nestplaatsen voor beschermde soorten, zoals ook de huismus. Huismus De afgelopen 25 jaar is het aantal huismussen in ons land gehalveerd, waardoor de vogel op de Rode Lijst van bedreigde broedvogels terecht kwam. Het verdwijnen van nestgelegenheid is niet de enige, maar wel een belangrijke oorzaak voor de achteruitgang. Met de Vogelvide® hopen Vogelbescherming enMonier het tij te keren voor de bij velen geliefde huismus. Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 23 Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel 24 Quickscan Flora en fauna Stokkelen en Heibloem te Eersel
© Copyright 2024 ExpyDoc