Stratumseind 2.0 - Cursor - Technische Universiteit Eindhoven

4
16 oktober 2014 | jaargang 57
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven
Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
14 | S
tratumseind 2.0: naar een veilige
en leefbare uitgaansstraat
TU/e’ers helpen mee om de Eindhovense stapstraat veiliger te maken.
4 Op stage
bij LEGO
“Als je van systeem­
ontwerpen houdt,
is lego de porno”
11 Is blauw
wel groen?
Vinding Nobelprijswinnaar
niet per se duurzamer
18 Zonnestroom
langs de snelweg
Geluidsschermen van
plexiglas leveren
groene stroom op
Check out our
English section
on pages 22-28
2 | Vooraf
16 oktober 2014
Bouwkunde krijgt eigen windtunnel
15 oktober - Op de plek waar voorheen De Hal stond -het gebouw waar voor enige jaren de
universiteitsbibliotheek in was ondergebracht- komen op afzienbare termijn parkeerplaatsen
én een windtunnelhal. Het College van Bestuur stelde onlangs de middelen beschikbaar
zodat voor de faculteit Bouwkunde
een hal gebouwd kan worden voor
het uitvoeren van wind-engineeringonderzoek. De vijf meter hoge hal die
voor de windtunnel wordt gebouwd
neemt twintig procent van het totaal
beschikbare oppervlak in beslag.
CURTOON
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
De rest gaat Dienst Huisvesting al
snel gebruiken voor het aanleggen
van circa zeventig parkeerplaatsen
en een ventweg langs de Dorgelolaan.
Prof. Bert Blocken gaat onderzoek doen in de windtunnel.
uws van de
ie
n
e
n
li
n
o
t
e
h
g
Een greep uit ee weken. Kijk voor nol
tw
afgelopen s op www.cursor.tue.n
meer nieuw
Automotiveteams TU/e
snel onder één dak
13 oktober - De automotiveteams van de TU/e krijgen gezamenlijke huisvesting. De
universiteit hoopt de in totaal zes studententeams op korte termijn onder te brengen in het
gebouw H3, nu nog eigendom van Fontys. Het gaat om University Racing Eindhoven, Solar
Team Eindhoven, InMotion, TU/ecomotive, CADE (voorheen het ATeam) en STORM Eindhoven. H3 ligt aan De Horsten, achter de nieuwbouw van FOM aan de oostkant van het
terrein. Het onderkomen is in principe voor drie tot maximaal vijf jaar.
Laatste eindje
naar Flux
Hoofdredacteur
Han Konings
Eindredacteur
Brigit Span
Redactie
Judith van Gaal
Tom Jeltes | Wetenschap
Norbine Schalij
San van Suchtelen
Monique van de Ven
Medewerkers
Fotografie
Rien Meulman
Bart van Overbeeke
Coverbeeld
Bart van Overbeeke
Opmaak
Natasha Franc
Vertalingen
Annemarie van Limpt (pag. 22,23)
Benjamin Ruijsenaars (pag. 26,27)
Aangesloten bij
Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad
prof.dr. Cees Midden (voorzitter)
prof.dr. Marco de Baar
Angela Stevens- van Gennip
Thomas Reijnaerts (studentlid)
Arold Roestenburg
Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres
TU/e, Matrix 1.90
5600 MB Eindhoven
tel. 040 - 2474020
e-mail: [email protected]
Cursor online
www.cursor.tue.nl
Druk
Janssen/Pers, Gennep
Advertenties
Bureau Van Vliet BV
tel. 023 - 5714745
Of hij naast zijn moerstaal nog vijf
of zes talen vloeiend beheerst
weet ik niet, maar feit is wel dat
onze nieuwe columnist Jan
Mengelers in een reactie op zijn
eerste bijdrage een week geleden
op onze site werd betiteld als de
Frans Timmermans van de TU/e.
‘Een oase van rust en degelijkheid’,
zo reageerde een lezer van zijn
column. Ik ga er vanuit dat dit
een oprechte beoordeling is,
want het is ook de indruk die onze
bestuursvoorzitter in het eerste
half jaar van zijn functioneren bij
mij oproept.
Maar wil je als universiteitsblad
zo’n hooggeplaatste oase wel als
columnist? Begin september werd
ik voorzichtig gepolst of ik er been
in zag om Jan in te lijven als nieuwe
onbezoldigde medewerker voor
Cursor. Ik moet eerlijk bekennen
dat binnen de redactie wel enige
kanttekeningen werden geplaatst
toen ik meedeelde dat ik dat
eigenlijk wel zag zitten. “Strookt
dit wel met onze onafhankelijke
status?” “Wat nu als hij in z’n
column iets helemaal de hemel
in prijst, waarna wij het in een
kritisch stuk volledig afbranden?”
Poll
Onlangs verkozen studenten in de onderwijsspecial
van Elsevier de TU/e voor het tweede jaar achtereen
tot beste universiteit van Nederland. Logisch toch?
Van de 130 mensen die reageerden, beantwoordde een
ruime meederheid (62,3%) die vraag bevestigend.
Han Koning
s
“Worden we hiermee niet
gebrandmerkt als de spreekbuis
van het bestuur, als een soort
Pravda?”
Na een gesprek met Jan was ik
daarover gerustgesteld. Zijn
intentie is om via dit podium
directer in contact te komen met
de TU/e-gemeenschap. Hij wil
iets meer van zichzelf laten zien,
dan enkel de kant van bestuursvoorzitter. Zijn stijl is beschouwend
en hoever hij gaat in het opzoeken
van de grenzen en de scherpe
kantjes, moeten we afwachten.
Ik vind het zeker het proberen
waard. Dus volg zijn maandelijkse
bijdragen en als je vindt dat hij
toch iets meer weg heeft van Ivo
Opstelten dan van Frans, moet je
hem dat ook laten weten.
Van uitstel komt…?
Het internationale evenement
‘Connect with my culture’ vindt
toch niet deze maand plaats. Er
komt voorlopig geen onbemande
pakketautomaat op de campus.
De bewegwijzering voor fietsers
volgt wat later dan gepland.
De uitslag van de enquêtes onder
internationale studenten en
medewerkers laat nog op zich
wachten, net als die over de
doorgeluste colleges in Meta­
Forum. En zo kan ik nog wel even
doorgaan. Voor de meeste zaken
zijn plausibele redenen voor het
n Gaal
Judith va
later opleveren dan gepland.
Ik hoop alleen dat van uitstel
geen afstel komt…
Ja natuurlijk,
we hebben hier
fantastische docenten
19.2%
Zeker, want hier
is de keuzevrijheid
echt het grootst 3.1%
Dacht het wel,
de TU/e is klein maar
daardoor ook fijn 40%
EENS
Angela Daley
Freke Sens
Nicole Testerink
Our masters voice
NIET EENS
Colofon
13 oktober - Vanuit de kantine in
Gemini was deze week tijdens lunchtijd
te zien dat de loopbrug vanaf Flux
met zijn laatste meters bezig was.
We moeten nog wel wachten tot 2015
voor we deze hoofdverbinding op vloer
1 tussen Flux en de rest van de
TU/e-gebouwen kunnen gebruiken.
In Flux komen de faculteiten Electrical
Engineering en Technische Natuurkunde.
3.8%
Ben verbaasd, ik vind de
studiedruk hier té hoog
10%
Onbegrijpelijk, bege­
leiding en facili­teiten
laten te wensen over 23.8%
Geen idee, dit soort
ranglijsten interesseert
me totaal niet Nu vragen we op www.cursor.tue.nl
Onlangs laaide op onze site de discussie op
of de TU/e wel zichtbaar genoeg is in de media.
Heb jij het idee dat de rest van Nederland de
TU/e nog steeds over het hoofd ziet?
1200 ‘proefkonijnen’ gezocht
voor akoestiekmeting
10 oktober - Een volle concertzaal ofwel 1.200 mensen zijn nodig voor een akoestiekmeting,
die twee TU/e-wetenschappers op maandag 20 oktober uitvoeren. Remy Wenmaekers en
Constant Hak meten voor het eerst het effect van orkest én publiek op de akoestiek van de
grote zaal van Muziek­
gebouw Eindhoven.
De meting is het hoogtepunt van Architectural
Acoustics, een avond
vol muziek en wetenswaardigheden over
architectuur en akoestiek
in de Dutch Design Week.
Rondom de meting is
er een avondvullend
programma over
architectuur, akoestiek
en muziek.
Eerste afgestudeerde Regenerative
Medicine & Technology
8 oktober - TU/e-faculteit Biomedische
Technologie heeft deze week de eerste
alumnus Regenerative Medicine and
Technology (RMT) geleverd. Sergio Spaans
rondde de mastertrack, die in september
2012 van start ging, als eerste af.
De multidisciplinaire opleiding is opgezet
in samenwerking met de faculteiten
Geneeskunde en Diergeneeskunde van
de Universiteit Utrecht. Het doel is om
een nieuwe generatie ingenieurs en wetenschappers op te leiden in de regeneratieve
geneeskunde en technologie.
jftien
i
v
r
o
o
v
s
r
Beu
nten
e
d
u
t
s
e
d
agmiddag
n
hebben vrijd
/e
TU
e
scheiku
d
n
va
oeld
estudenten
rzen zijn bed
ars scheikund euro ontvangen. De beu
tien eersteja
ijf
V
r
n 2.000
be
to
10 ok
ter waarde va
rs
eu
b
gs
in
een STimuler
ntal
om van het aa
om de instro
te
n
te
tuden
scheikundes
treiking
Tijdens de ui
.
en
er
d
or
bev
Peter
e
tt
Doos lich
in de Zwarte
teur
ec
ir
d
leidings
Janssens, op
het
e,
gi
lo
no
ch
e Te
Scheikundig
e.
to
de beurzen
waarom van
endheid
e naamsbek
d
“We willen
het
eit vergroten,
van de facult
n zien
te
la
e
nd
ku
hei
ten
belang van sc
en
ud
dat onze st
en we willen
ebben.”
er iets aan h
Eindhoven Europese ‘Smart City’
8 oktober - Eindhoven is één van de ‘Smart Cities’ die geld krijgen van de Europese
Commissie om slimme en duurzame projecten op te starten. Een Eindhovens consortium,
waarin ook de TU/e is vertegenwoordigd, krijgt in totaal ruim zes miljoen euro en gaat
samenwerken met onder meer het Britse Manchester en Stavanger in Noorwegen.
TU/e’ers koppelen gezondheidsapps
met GameBus
3 oktober - Onderzoekers van TU/e-faculteit IE&IS gaan een app maken die bestaande
gezondheidsgerelateerde apps aan elkaar koppelt: GameBus. Verschillende generaties
familieleden kunnen met GameBus de competitie aangaan met andere families, via
bestaande apps. Elk van de familieleden verzamelt punten met zijn eigen favoriete
bezigheid, van e-tikkertje spelen tot kruiswoordpuzzels oplossen. GameBus geeft je ook
punten als je fysiek bij elkaar op bezoek gaat. Dat is het sociale aspect van gezondheid
waar de geldschieter, EIT ICT Labs (onderdeel van het recent opgerichte European Institute
of Technology) nadruk op legt, naast de fysieke en cognitieve of mentale gezondheid.
4 | Gelinkt
16 oktober 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
“Als je van systeemontwerpen houdt, is lego de porno”
De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten
en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare
banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we
steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en
de universiteit.
Maanden mochten ze rondneuzen in het heilige der heiligen voor bouw­
lustige boys (and girls, obviously). Voor hun opleiding Industrial Design
liepen Joch Jansz (21) en Tijs Duel (22) stage bij LEGO in het Deense Billund.
Het achterste van hun tong mogen ze wegens geheimhoudingsplicht niet
laten zien, maar de enthousiaste verhalen rollen in het Auditorium
desondanks moeiteloos over tafel.
Experimenteren. Uitproberen.
Opnieuw beginnen. Push the limit.
Dat is volgens ID-student Joch de
kern van het spelen met lego. “Lego
heeft bij mij het creatief nadenken
aangewakkerd.” Tijs vult aan:
“Kinderen die lego leuk vinden,
hebben vaak echt de engineering
spirit. Ze zoeken steeds naar
oplossingen, naar consensus.
Lego straft ook niet; je kúnt het
eigenlijk niet verkeerd doen”.
En ja, zo durft hij zelfs te stellen:
“Ik denk dat lego er wel voor heeft
gezorgd dat ik ontwerper wil
worden”.
Toen bleek dat studiegenoten
de weg van Eindhoven naar het
Deense Billund al enigszins hadden
geplaveid, waren ze dan ook snel
om. Joch: “Ik wilde sowieso naar
het buitenland voor mijn stage en
LEGO is natuurlijk een grote naam.”
Niet dat het hem om dat laatste te
doen was, benadrukt hij, “het leek
me vooral een vette ervaring.
Bovendien wil ik me als ontwerper
vooral richten op spontaniteit,
speelsheid, vrolijkheid. Daar past
LEGO goed bij”. Welgeteld twee
mailtjes gingen er over en weer
tussen Eindhoven en Billund - en
Joch was binnen. “Mijn uiteindelijke
baas belde opeens om te zeggen
dat ze een kamer voor me hadden.”
Tijs hoefde sowieso nauwelijks na
te denken toen LEGO opdook als
stagemogelijkheid. De student is
“een echte AFOL”, bekent hij: een
Adult Fan of lego. “Ik heb een
Joch Jansz
acht jaar jonger broertje, dus op
de leeftijd dat de meeste mensen
een beetje afhaken, was ik nog
volop aan het bouwen.” Vurig:
“I had to teach him the ropes,
man!” Overigens knutselt de
student ook voor zijn opleiding
graag met de bekende genopte
steentjes. “Ik bouw vaak prototypes
uit lego; daar kan ik veel beter mee
uit de voeten dan met bijvoorbeeld
CAD.”
“Alles wat
je daar ziet
of vertelt,
is eigendom
van LEGO”
Hoe groot en aansprekend de
Deense speelgoedfabrikant ook
mag zijn - niet iedereen staat direct
te juichen bij een stage daar.
Onder andere de non-disclosure
agreement die een stagiair -samen
met zijn coach en beoordelaarmoet ondertekenen, schrikt
sommige studenten af, weten
Joch en Tijs. Drie jaar lang mogen
ze niets zeggen over wat ze precies
bij LEGO hebben gedaan; ook in
hun portfolio mogen ze er voorlopig
niet mee pronken. Zodra Joch in het
gesprek met Cursor een slip of the
tongue dreigt te begaan, zit Tijs
erbovenop om hem daarop te
wijzen. Samengevat: “Eigenlijk
alles wat je daar ziet of vertelt,
is eigendom van LEGO”.
ID leren.” Ook vond de student het
interessant om te ontdekken “hoe
het framework van zo’n groot bedrijf
in elkaar zit. En om te ontdekken
dat het niet alleen maar prachtig
mooi werk is, maar dat er ook veel
politiek achter schuilt”.
Tijs draaide zes maanden mee bij
LEGO, meer specifiek binnen de
Education-divisie. Deze poot
ontwikkelt lego gericht op het
basisonderwijs, inclusief tools voor
extended learning. “Niet echt een
standaardafdeling”, vertelt de
student. “Drie maanden zou te kort
zijn geweest om het werk daar echt
goed door te krijgen.” Tijs hield zich
er onder andere bezig met concept­
ontwikkeling en het ontwerpen van
modellen en interfaces. “Eigenlijk
heb ik alles gedaan, behalve
blokjes ontwerpen.”
Zelf werkte hij in het kader van zijn
bachelorstage drie maanden op
de afdeling Product Technology &
Development, die alle lego met
elektronica erin ontwerpt. “Alle
divisies zijn in feite klant bij elkaar
en werken voor de andere”,
verduidelijkt de student, die zich
onder andere bezighield met
low-level programmeren, het maken
van prototypes en met robotica.
Hij vervolgt: “Bij LEGO zit ontzettend
veel educatieve kennis. Wat kúnnen
kinderen op een bepaalde leeftijd,
hoe zit de psychologie van een kind
in elkaar en hoe kun je daar als
ontwerper op inspelen? Dat vond
ik enorm leerzaam”. Joch vult aan:
“Ik heb vooral geleerd hoe je
professioneel een ontwerpproces
doorloopt. LEGO kijkt bovendien
nadrukkelijk naar de gebruiker en
dat sluit goed aan bij wat we hier bij
“Over een paar
jaren ligt er lego
in de winkel
waar ik aan
bijgedragen heb”
Open en speels, zo omschrijven
de ID’ers de sfeer en manier van
werken binnen LEGO - met immer
taart binnen handbereik. Tijs: “Het
werk kwam soms neer op het met
z’n allen kijken van een Disney-film
en dan intussen spelen met lego.
Gewoon om te zien op welke manier
zo’n film inspireert en wat dat doet
met hoe je bouwt.” “Maar soms zat
ik ook gewoon acht uur per dag
achter een pc te 3D-modelleren,
hoor”, nuanceert Joch. Hárd werken
is niet zozeer het devies bij LEGO;
efficiënt werken wél, leerden de twee.
Al kunnen ze niet uitweiden over
wat ze nu precies bij LEGO hebben
gedaan, “ik weet wel dat er over
een paar jaren dingen in de winkel
zullen liggen waaraan ik significant
heb bijgedragen. LEGO heeft ook
patent aangevraagd op iets wat ik
ontwikkeld heb”, vertelt Joch.
Over het stadje Billund zouden ze
wél mogen uitweiden - ware het niet
dat ze daar snel over zijn uitgepraat.
Joch: “Onze eerste indruk was echt:
‘We gaan hier een serieuze
alcoholverslaving ontwikkelen’.”
Het pretpark LEGOland (met hotel)
is er weliswaar gevestigd en daar
komen ’s zomers de nodige
toeristen op af, maar verder valt
er volgens de ID’ers bar weinig te
beleven in het plaatsje. Het is LEGO
all over the place, “zelfs in de
bossen vind je kleine blokjes lego
terug. Onze Britse roommate
Alex verbleef er een jaar en de lego
kwam hem op een gegeven moment
echt de strot uit”, weet Joch.
Tijs Duel
Toch zijn de ID-studenten lego na hun
stage verre van beu. Tijs: “Ik ben
het juist nog meer gaan waarderen.
Als kind bouw je ermee om je
fantasieën uit te leven, als student
maak ik er prototypes van - maar
nu heb ik echt meer inzicht in het
speelgoed als systeem. Alles zit zó
slim in elkaar en wordt eindeloos
getest. Kinderen moeten er alles
mee kunnen maken, zonder dat het
ergens nét niet past.” Glunderend
vat hij samen: “Als je van systeem­
ontwerpen houdt, is lego de porno”.
Koffers vol lego
brachten ze
mee naar huis
Tijs ging dan ook uit zijn dak toen
hij na een paar weken bij LEGO
ontdekte dat zijn leidinggevende
ooit de bedenker was van zijn
geliefde lego Bionicle, een productserie die aanvankelijk begon onder
het thema lego Technic. “Toen ik
tien was, was dat spul mijn léven.”
De student zou maar wat graag bij
LEGO werken. Hij solliciteerde er
dan ook al, maar het behalen van
zijn masterdiploma lijkt toch een
verstandigere eerste stap.
Koffers vol lego brachten de twee
-in hun nopjes met de fikse
medewerkerskorting- trouwens mee
terug naar Nederland. Tijs bouwt er
het liefst grote, lopende robots van:
“Die bouwde ik als kind al, maar toen
zakten ze altijd door hun knieën”.
Als het maar beweegt en uitnodigt
tot reactie, dan is Tijs content. Joch
niet. Die grijnst: “Ik zou het liefst
een prachtig bonsaiboompje willen
maken. En het dan gewoon
neerzetten en ernaar kijken.”
Interview | Monique van de Ven
Foto | Bart van Overbeeke
6 | Student
Clmn
16 oktober 2014
Aanschuiven bij
Wat eten ze?
Kok Tim Noldus (masterstudent TB en
huisoudste) kookt elke keer iets anders en
is niet te verwaand daar een receptkaart
uit de supermarkt voor te gebruiken.
Vandaag: Pasta met courgette en tonijn.
Jessica Vermee
r
studente Sche
ikundige Techno
logie
Alternatief
Pasta met
courgette en tonijn
Al scrollend door mijn tijdlijn stuitte
ik op de link ‘Brief van het LAKS aan
alle scholieren’. Deze was gedeeld
door mijn neefje, zelf nog middelbare
scholier. In de brief worden alle
scholieren opgeroepen om 14
november op het Malieveld te
demonstreren tegen het leenstelsel.
Of dit zinvol is, gezien het feit dat het
wetsvoorstel allang is aangenomen,
was niet de enige vraag die de link
bij mij naar boven bracht.
• Kook 600 gram fusilli
• snij 2 uien in halve ringen, 3 courgettes
in blokjes en fruit die in olie met 2 blikjes
ansjovisfilet en 1 potje kappertjes.
• voeg 500 gram rode pastasaus (AH basic)
toe en de inhoud van 4 blikjes tonijnstukken.
• giet de pasta af.
• serveer pasta onder een laag saus op
borden en breng ze naar een kamer
waar plaats is voor zes personen.
Zonder er verder over na te denken,
stelde ik mijn neefje de volgende
vraag. Als je één ding zou moeten
kiezen waar de overheid flink op kan
bezuinigen, wat zou het dan zijn?
Zonder alternatief blijft het probleem
immers bestaan. Nadat nog eens
benadrukt was dat bezuinigen op
de toekomst toch echt niet slim is,
moest hij toegeven dat hij het
eigenlijk niet wist. Als je niet
verantwoordelijk bent voor de
gevolgen is het natuurlijk makkelijk
klagen.
Wat is dat voor een huis?
In een knusse jarendertigstraat in Woensel staat aan
de Mussenbroeckstraat 13 Huize Hobbit. Het is een
studentenhuis voor zes personen, verhuurd door een
particulier. Kenmerkend voor de goede sfeer zijn de
huisvakanties en de legendarische kerstdiners. Voor
huisfeesten is het huis te klein. Hoe het huis aan zijn
naam is gekomen, weet niemand van de huidige
bewoners.
Waarom eten ze in Marjoleines kamer?
De ‘woonkamer’ van Huize Hobbit is gewoon te klein;
het -net nieuwe- zeil meet drie bij twee meter.
Alle basisbehoeften voor een studentenleven zijn er
aanwezig (bank, koelkast vol bier, acht kratten, een kast
vol spelletjes , een wasrek aan de deur en een tv op
die koelkast), maar er met zijn zessen eten lukt niet.
Marjoleine Boersma, derdejaars ID, heeft tenminste een
fatsoenlijke tafel op haar kamer. Als zij mee-eet, en dat
doet ze minstens vier dagen in de week niet omdat ze
dan volleybalt, haar buik, borsten en billen traint of
aan cardiocore doet, eten de studenten in haar kamer.
Waarom gaan ze met het toetje (een bak vla) toch
naar boven naar dat onvolwassen woonkamertje?
Om daar tv te kijken. Expeditie Robinson nu. Ook kijken
ze naar ‘Wie is de mol?’ of ‘Ik heb het nog nooit gedaan’.
Dat laatste is leedvermaak en het slechtste programma
ooit, volgens Lex Lagendijk, vierdejaars Bouwkunde.
Huisvakantie?
Ieder jaar gaan ze een kleine week met elkaar op pad.
Dublin bezochten ze in 2012, Krakau in 2013 en
afgelopen zomer waren ze naar Brussel. Ze dragen
dan hun speciaal voor dat jaar ontworpen huispolo.
Kosten noch moeite worden daarvoor gespaard.
Met borduursel staat er het logo HH en ieder jaar een
ander symbool op. Vorig jaar was het een spin vanwege
de fobie van Marjoleine voor deze huisdieren, dit jaar
bereklauwen omdat de tuin er vol mee zat (en Lex’
armen maandenlang last daarvan hadden). Yvons
voorstel is om volgend jaar naar Boedapest te gaan.
Waarom vinden ze het kerstdiner belangrijker
om te vermelden dan huisdrankje Hauki
(zakje fisherman’s friends opgelost in fles wodka
en geroerd met veel liefde) of het huislied?
Het kerstdiner is legendarisch. Ieder jaar komt er
een gang bij. Dit jaar zitten ze op veertien gangen.
Het koppel dat kookt (dit jaar Marjoleine en Esther Maas,
derdejaars BMT, nu bestuurslid Protagoras), probeert
al het servies dat in huis is te gebruiken. Het gevolg is
dat de rest tot diep in de nacht bezopen staat af te
wassen. Het is echt een big happening in Huize Hobbit.
Hoe zijn de eerstejaars Yvon Geurts (TB) en
Jeroen van Willigen (W) binnengekomen?
Ze zijn gekozen uit dertien personen die naar de
laatste kijkavond kwamen. Hoewel Tim vermoedt
dat de beslissing in beschonken staat is genomen,
is het idee blijven hangen dat ze werden gekozen
omdat ze goede ideeën hadden voor de huisvakantie.
Tekst | Norbine Schalij
Foto’s | Rien Meulman
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten
in deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
TU es
Ik ben geen politiek genie, maar één
ding is voor mij duidelijk. Het is
veel makkelijker (lees: laffer) om te
bezuinigen op de mensen die in een
periode zitten die jij al lang voorbij
bent. Waarom wordt de ouderen een
hand boven het hoofd gehouden?
Misschien omdat dat een levensfase
is die de huidige politici dichterbij
zien komen. De vraag “Wat als ik
straks oud ben?” is veel belangrijker
dan “Hoe gaat deze investering zich
terugverdienen?”.
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
Ik heb een leuke vriendengroep op de uni en we koken vaak bij iemand thuis.
Ik houd er wel van om te koken en nieuwe dingen uit te proberen. Zo heb ik
gisteren voor het eerst pasta met pestosaus gemaakt. Ik woon niet op kamers
en ga elke dag naar huis. Dan vind ik het heerlijk om te relaxen en tv te kijken.
Wat had je van tevoren niet verwacht over Eindhoven?
Ik woon in Bergeijk, dus dichtbij Eindhoven en daardoor wist ik al veel van de
stad. Waar ik wel van stond te kijken op de TU/e is dat er zoveel studenten bij
een vereniging zitten.
Met wie zou je graag nog een biertje of wodkaatje drinken?
Met medestudente Anne. We zeggen steeds dat we een keertje iets gaan drinken,
maar dat komt er maar niet van.
Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn?
Het MetaForum. Ik vind het moeilijk om te begrijpen hoe dat in elkaar zit.
Ik ben altijd verdwaald daarboven.
Het ergste is dat de (toekomstige)
ouderen er ook geen profijt van
hebben. Ik kende iemand die negen
jaar wenste om zijn dood, terwijl hij
elke maand €900,- aan pillen vergoed
kreeg om hem in leven te houden.
De technologie en gezondheidszorg
zijn in staat iemands leven eindeloos
uit te rekken, dus waar leg je de
grens? Ethische dilemma’s oplossen
is lastiger dan studenten korten.
Voor mij is het wachten op een
politicus die écht moeilijke vragen
durft te stellen.
Als je jezelf terug in de tijd kon verplaatsen, waar zou de reis dan
naartoe gaan en waarom?
“Ik wil helemaal niet terug in de tijd! We leven nu in een betere tijd en ik heb
het zo wel prima.”
In welke tv-serie zou jij wel eens willen
meespelen en in welke rol?
Pfff, dat vind ik een moeilijke hoor. Mag het
ook een film zijn? Dan wil ik graag een keer
de hoofdrol spelen in een romantische film.
Dat lijkt me wel mooi, dat je het zo moet aandikken.
Lieke van den Wildenberg (19 jaar)
Tweedejaars Biomedische Technologie
Op www.cursor.tue.nl
vind je meer columns.
De volgens de redactie beste
column plaatsen we hier.
Student | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Tekst | Judith van Gaal
Foto | Bart van Overbeeke
Lieke wil
de vraag
over de tv
-serie gra
ag
vervange
n door de
vraag:
‘In welk D
isney-sp
rookje
wil jij gra
ag een h
oofdrol
spelen en
waarom?
’
Als je weet dat de aarde over precies
één jaar vergaat, wat zou je dan nog
allemaal willen doen?
Dan wil ik graag nog een wereldreis maken,
het liefst buiten Europa. Naar Australië of
Amerika, binnen Europa heb ik inmiddels het
meeste wel gezien. En met wie ik dat wil doen?
Met mijn vriend dan. We hebben toch vergelijkbare interesses.
En hoe is het in Kanpur?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten
van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over
de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Toen ik begin augustus vertrok voor mijn stage in Kanpur (India), had ik wel een cultuurshock verwacht,
maar niet zo’n gigantische als deze! Werkelijk álles gaat hier anders. Eten gebeurt hier met blote
handen, er wordt water in plaats van toiletpapier gebruikt, overal zijn formulieren en pasfoto’s voor
nodig en van in een rij staan hebben ze hier nog nooit gehoord.
Tijdens mijn onderzoeksstage verblijf ik op de campus van de IIT (Indian Institute of Technology),
wat een erg prestigieuze universiteit is. Ik werk hier samen met een professor aan een project in de
numerieke analyse. De professor gebruikt zijn studenten als simpele loopjongens, wat wel een beetje
zielig is. Omdat hier slechts een handjevol internationale studenten zijn, dreigt er gelukkig geen
aandachttekort voor ons te ontstaan. Zo ontmoet ik na ruim twee maanden nog bijna elke dag nieuwe,
erg vriendelijke, studenten en heb mezelf al ruim 200 keer voorgesteld!
Het verkeer in India is erg chaotisch en gevaarlijk; het eerste wat opvalt is het constante claxonneren.
Vrachtwagen en busjes hebben veelal geen (bruikbare) spiegels en hebben op de achterkant de tekst
‘Blow horn’ staan. Hiervan wordt met alle plezier gebruikgemaakt.
In de weekenden ga ik vaak met de internationale studenten een stad in de buurt verkennen.
Voor het reizen met de trein is het belangrijk een goede trein te kiezen. Zo hebben we voor ons
weekend naar Delhi een trein met dertien (!) uur vertraging gehad.
Ik heb gemerkt dat Indiërs buiten de campus erg nieuwsgierig zijn en je minutenlang aanstaren.
Op de toeristische plaatsen lijkt het net alsof je een filmster bent; iedereen wil namelijk met je op
de foto.
Mijn stage in India is een unieke, erg leuke en leerzame ervaring waar ik nog steeds van de ene
verbazing in de andere val!
Marco
mastetren Eikelder
stud
,
I
Applniedustrial aennt
d Math d
ematics
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan
deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland?
Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
8 | Student
16 oktober 2014
“Op je vijftiende word je niet
uitgenodigd voor een kijkavond”
Kracht/en/veld Ultimate frisbee: Vertigo
Geboren in Maastricht, opgegroeid onder de rook van het Belgische Luik. Zijn moeder is Nederlands,
zijn vader is in Rwanda geboren. Victor Habiyaremye is het wel gewend om zich in uiteenlopende
sociale kringen te begeven en dat is een handige eigenschap - zeker als je op je vijftiende al op
de universiteit rondloopt. Zelf vindt de Bouwkundestudent dat intussen de normaalste zaak
van de wereld.
Facts and figures
Opgericht in: 1990
Beste prestatie: Het eerste team van
Vertigo hoorde in 2012 bij de beste
8 van Nederland.
Aantal leden: 30, waarvan 10 vrouw.
Doel van dit jaar: Drie indoor teams
maken en groeien naar veertig leden.
Bijzonderheid: Op de campus staat
een -jonger- gebouw met dezelfde
naam als deze vereniging. Geen familie.
Trainer: De Australiër Chris Lee.
Training: woensdag 20.00-21.30 uur
bij het Studentensport Centrum.
www.facebook.com/ultimate.eindhoven
Pieter Overgoor in een cut-actie.
Ultimate frisbee als wedstrijd? Hoe ziet dat eruit?
Op een grasveld, zo lang als een voetbalveld en de helft zo breed, proberen twee teams van zeven personen zo vaak mogelijk
te scoren in tweemaal vijfendertig minuten tijd. Er zijn geen doelen, maar wel twee endzones over de hele breedte van het veld.
Scoren doe je als je de schijf vangt in die endzone. Je mag overal lopen, maar nooit met de schijf in je handen. Een frisbee
onderschep je door hem te vangen, naar beneden te slaan of door ervoor te zorgen dat het samenspel van de tegenstander
onderbroken wordt en het ding valt. Het is een non-contact sport, zonder scheidsrechter. Je mag de schijf slechts tien seconden
in je hand hebben, dat maakt het een snelle sport.
Kunnen jullie wel zonder scheidsrechter?
Rolf Gaasbeek, bestuurslid Vertigo en promovendus bij Werktuigbouwkunde, vindt dat juist het mooie van ultimate frisbee.
“De cultuur spreekt mij erg aan. Het gaat om fair play. Mooie acties van de tegenstander worden ook geapprecieerd.
Frisbeeërs evalueren elke wedstrijd met elkaar. Op een papiertje (dan leveren we de spirit score in bij competitie- of
toernooileiding) of mondeling meteen na de wedstrijd. Wie het laatste punt heeft gescoord, mag beginnen. Hij of zij
zegt dan bijvoorbeeld wie zich niet sportief gedragen heeft. Of juist wel.”
“Er is een landelijke competitie waar in de zomer vier outdoor competitiedagen zijn, in de winter vier indoor competitiedagen
en in de herfst vier mixed competitiedagen. Mixed slaat op de man/vrouw-verdeling, deze wedstrijden worden buiten gespeeld.
Elke competitiedag speel je vier wedstrijden. En elke dag heb je de kans te promoveren of te degraderen. Dat is mooi, want zo
voorkom je dat je boven of onder niveau speelt”, zegt Bart Welling, bestuurslid en net afgestudeerd bij Werktuigbouwkunde.
Heet het nou frisbee of ultimate frisbee?
“Frisbee is een bepaald merk van schijven. Die overigens nooit gebruikt worden”, zegt Bart. “Wij gebruiken het merk Discraft.
Die schijven wegen 175 gram. De sport heet ultimate frisbee.”
Wat doen handlers en cutters en wanneer maak je een Callahan?
Rolf: “Een handler kan extreem goed gooien. Een cutter maakt een scherpe sprint om een schijf te ontvangen. De eerste cutter
vangt van de handler. Wie als verdediger een schijf in de endzone van de tegenstanders onderschept, maakt een Callahan.
Dat is een zeldzame prestatie.
Lukt het de fotograaf een lay out op de foto te krijgen?
Hello...
world?
Comic | Elles Raaijmakers
Relaxed zit Victor tussen tientallen
andere studenten in Vertigo. Laptop
open voor hem. Hij is wat kleiner dan
de anderen en zijn gezicht verraadt
zijn leeftijd. Maar verder is hij
een student als ieder andere.
De Bouwkundestudent is nog net
15; op 20 oktober wordt hij 16.
Een uitzonderlijk jonge leeftijd.
Hij is daarmee de jongste die op
dit moment op de TU/e rondloopt,
zo bevestigt het Onderwijs en
Studenten Service Centrum.
Niet de jongste ooit overigens,
een aantal jaren geleden nog begon
een veertienjarige aan haar studie
op deze universiteit.
Victor was slechts 9 toen hij naar
de middelbare school ging in Visé.
Op de basisschool in het Belgische
plaatsje Oupeye sloeg hij de derde
en vijfde klas over- een beslissing
waar de school eigenlijk niet achter
stond, maar waar Victor en zijn
ouders erg gelukkig mee waren.
Concurrentie
tussen twee
universiteiten
én broers
Hoezo kennen jullie drie seizoenen?
Nee. Het is de bedoeling dat iemand al duikend de schijf vangt en dan dus zonder armen en knieën, zeg maar op de borstkast,
neerdaalt op het veld. Enkele mannen proberen dat telkens opnieuw, maar het lukt niet goed om het geforceerd te doen.
Bart : “Als het nodig is, gaat een lay out vanzelf, maar je moet er niet over na gaan lopen nadenken.”
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Tekst | Norbine Schalij
Foto’s | Bart van Overbeeke
“Ik verveelde me, wist alles al.
Ik lette niet op, waardoor ik geen
goede punten meer haalde”,
blikt hij terug.
Hoewel de school ‘moeilijk deed’,
kregen Victor en zijn ouders de
beslissing er wel door. Zijn geteste
IQ van 149 bevestigde zijn bovenmatige intelligentie.
Victor kreeg zijn plezier in school
terug en maakte nieuwe vrienden.
Dat die wat ouder waren, maakte
hem toen al niet uit. “Met sommige
mensen klik ik wel en met anderen
niet”, zegt hij nuchter in het
herfstzonnetje op een bankje bij
MetaForum. “Ik spreek met mensen
die me aardig lijken en ik kijk
daarbij niet naar hun leeftijd.”
De middelbare school was voor
Victor ‘een goed niveau’. Hij blonk
in alle vakken evenzeer uit. Al snel
wist hij dat hij architect wil worden.
“Het mooie aan architectuur is dat
het tussen technisch en artistiek in
zit. Het is niet compleet abstract.”
De keus viel op de TU/e, omdat zijn
oudere broer Romain -bij wie hij de
hele middelbareschooltijd in de
klas had gezeten- naar Delft ging
om daar werktuigbouwkunde te
studeren. Lachend: “Dat vond ik
wel leuk, die concurrentie tussen
de twee universiteiten en dan ook
tussen ons.”
De overgang naar de universiteit
valt tot nu toe reuze mee, vindt
Victor. “De stof is niet moeilijk.
Het is wel wat meer werk,
dat betekent beter plannen.”
Ook over de overstap naar Nederland is de jonge student positief.
“Ik had verwacht dat ik meer moeite
zou hebben om in Nederland te
aarden, maar dat is niet zo.
De mensen zijn hier erg aardig,
ze komen sneller met je praten
dan in België. Ik heb mijn hele leven
op een Franstalige school gezeten,
ik kan mijn Nederlands hier
verbeteren - vooral het schrijven.”
Buiten zijn studie houdt hij ook
nog genoeg tijd over voor zijn
hobby’s: tafeltennissen, fietsen
en de natuur fotograferen.
zoekt, vinden ze het gek dat je
15 bent en word je niet uitgenodigd
voor een kijkavond.”
Doordeweeks logeert hij nu bij een
kennis in Eindhoven om elke vrijdag
met zijn broer door te reizen naar
hun ouders in Oupeye.
Stappen met
studiegenootjes
zit er niet in
Geregeld wordt hij nog aangesproken
op zijn jonge leeftijd, maar dat vindt
ie alleen maar leuk. “Ik vind het zelf
niet meer speciaal, andere mensen
verbazen zich er nog over. Het heeft
ook wel iets om op die manier mensen
te ontmoeten.” Op de vraag of hij
nog wat extra ondersteuning krijgt
vanwege zijn leeftijd, antwoordt hij
rustig maar resoluut: “Ik verwacht
geen begeleiding en dat zou ik ook
niet willen. Het is mijn eigen keus
geweest om twee jaar over te slaan.”
Hoogst zelden merkt hij in de praktijk
iets van het leeftijdsverschil.
Stappen met studiegenootjes zit
er bijvoorbeeld niet in, omdat hij
de kroegen meestal niet in mag.
En Victor heeft moeite om een
kamer te vinden. “Voor een kamer
via een woningcorporatie moet
je minstens 17 zijn. En als je op
internet zegt dat je een kamer
Tekst | Judith van Gaal
Foto | Rien Meulman
10 | Universiteitsberichten
ALGEMEEN
Dienst ICT | Dienst ICT verhuisd
naar Matrix
Onze dienst is verhuisd van het
Laplacegebouw naar Matrix.
De informatie- en servicedesk is
gehuisvest in Matrix 1.25, het
secretariaat bezet kamer 1.18. Voor
de rest van de medewerkers geldt
dat ze flexwerkplekken hebben.
Dit betekent dat ze veelal te vinden
zijn in ruimte 1.80, maar ook in
de andere ruimtes op de eerste
verdieping in Matrix.
Centraal Stembureau | Kandidaat­
stelling Verkiezingen TU/e 2014
Dit jaar vinden verkiezingen plaats
voor de verkiezing van de geleding
studenten van de Universiteitsraad en
de Faculteitsraden. Deze verkiezingen
geschieden voor beide geledingen
door middel van elektronisch
stemmen. Van dinsdag 21 oktober
t/m donderdag 23 oktober a.s., van
9.00-12.00 uur en van 14.00-17.00 uur,
kunnen kandidaatstellingsformulieren
ingeleverd worden bij het Centraal
Stembureau. Het Centraal Stem­
bureau stelt in haar vergadering
d.d. maandag 03 november ’14 de
kandidatenlijsten vast en publiceert
deze vervolgens op haar webpagina’s
(www.tue.nl/verkiezingen).
Dinsdag 04 november t/m donderdag
06 november ’14 bestaat de mogelijk­
heid om tegen het betreffende
besluit schriftelijk bezwaar aan te
tekenen bij het Centraal Stembureau.
In haar zitting d.d. maandag
10 november ’14 stelt het Centraal
Stembureau de verzamellijst van
alle kandidatenlijsten vast en kent
daarbij de lijstnummers toe.
Deze verzamellijst wordt eveneens
gepubliceerd op genoemde
webpagina’s.
Omstreeks woensdag 19 november
‘14 worden de kennisgevingen van
de stemming verzonden.
MENS
Bureau voor Promoties en
Plechtigheden | Promoties
Donderdag 16 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie ir. L.P.J. Vosters (EE)
Promotor: prof.dr.ir. G. de Haan
Titel proefschrift: “Efficient
Enhancement and Extraction of
Depth for 3-D Video”
16 oktober 2014
UNIVERSITEITSBERICHTEN
Maandag 20 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie B.N. Vasilescu MSc
(W&I)
Promotor: prof.dr. M.G.J. van den
Brand
Titel proefschrift: “Social Aspects of
Collaboration in Online Software
Communities”
Donderdag 16 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie ir. S. Schampaert (BMT)
Promotor: prof.dr. N.H.J. Pijls
Titel proefschrift: “Computational
and experimental characterization
of intra-aortic balloon pump support”
Dinsdag 21 oktober, 16:00 uur, CZ4:
promotie ir. G.C.M. Vinken (TN)
Promotoren: prof.dr.ir. G.J.F. van
Heijst en prof.dr. P.F. Levelt
Titel proefschrift: “From ships to
soil microbes: NOx emission
estimates using OMI satellite
retrievals and an improved
modelling framework”
Maandag 20 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie V.S. Sutkar MSc (ST)
Promotor: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers
Titel proefschrift: “Spout Fluidized
Bed Granulator: an Experimental
and Computational study”
Dinsdag 21 oktober, 16:00 uur, CZ5:
promotie L. Wu MSc (EE)
Promotor: prof.dr.ir. E.F. Steennis
Titel proefschrift: “Impact of EHV /
HV Underground Power Cables on
Resonant Grid Behavior”
Woensdag 22 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie ir. D. Bera (W)
Promotoren: prof.dr. H. Nijmeijer
en prof.dr. K.M. van Hee
Titel proefschrift: “Petri nets for
Modeling Robots”
Donderdag 23 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie N. Salimi MSc (IE & IS)
Promotoren: prof.dr. K. Frenken en
prof.dr. A.G.L. Romme
Titel proefschrift: “Collaborative
Ph.D. Projects between University
and Industry: Proximity, Governance, Success”
Donderdag 23 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie A. Kappatou MSc (TN)
Promotor: prof.dr. A.J.H. Donné
Titel proefschrift: “Investigations of
helium transport in ASDEX Upgrade
plasmas with charge exchange
recombination spectroscopy”
Maandag 27 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie ir. N.H. Vrijsen (EE)
Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc
Titel proefschrift: “Magnetic
Hysteresis Phenomena in Electromagnetic Actuation Systems”
Maandag 27 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie N. Noroozi MSc (W&I)
Promotoren: prof.dr. M.R. Mousavi
en prof.dr.ir. J.F. Groote
Titel proefschrift: “Improving Input
Output Conformance Testing
Theories”
Dinsdag 28 oktober, 14:00 uur,
CZ4: promotie Dipl.-Phys. C. Köhn
(TN)
Promotor: prof.dr. U.M. Ebert
Titel proefschrift: “High-energy
phenomena in laboratory and
thunderstorm discharges”
Dinsdag 28 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie J.C.A.M. Buijs MSc
(W&I)
Promotor: prof.dr.ir. W.M.P. van der
Aalst
Titel proefschrift: “Flexible Evolutionary Algorithms for Mining
Structured Process Models”
Dinsdag 28 oktober, 16:00 uur, CZ5:
promotie A.M.J.W. ScheepersHoeks MSc (EE)
Promotoren: prof.dr. H.H.M. Korsten
en prof.dr. C. Neef
Titel proefschrift: “Alert methods as
success factors influencing
effectiveness of a clinical decision
support system in clinical practice”
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Is blauw
wel groen?
Woensdag 29 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie S. Anand (ID)
Promotor: prof.dr.ir. J.H. Eggen
Titel proefschrift: “Personalizing
Steering Experience Using Steerby-Wire Systems”
Intreerede
Vrijdag 24 oktober, 16:00 uur,
BZ: intreecollege prof.dr. P. Marti
(ID) – dhl
Titel: “The subtle body”
Advertenties
In Cursor worden iedere twee weken
studenten, docenten, labs, technische
artefacten, de werkomgeving, het weten­
schappelijk bedrijf, de campus, het onder­
wijs en websites onder een psychologische
loep gelegd door de medewerkers van
TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Illustratie | Sandor Paulus
Dit jaar ging de Nobelprijs voor de natuurkunde eens niet naar ongrijpbare zaken als kwantumfysica of Higgs-bosonen, maar naar een heel tastbare en praktische uitvinding: de blauwe led.
Ik moest meteen terugdenken aan de Holst Memorial Lecture van twee jaar geleden, toen Shuji
Nakamura, één van de drie Nobelprijswinnaars, in onze eigen Blauwe Zaal de Holstmedaille
ontving. Zelden zoveel humor en relativeringsvermogen gezien bij een laureaat.
Op de ontwikkeling van de blauwe led werd lang gewacht: al decennia lang waren er de bekende
rode en groene leds, maar zonder blauw geen wit licht - de heilige graal in lichtland. De blauwe
led maakte tal van ontwikkelingen mogelijk, omdat plots iedere lichtkleur te maken was.
We genieten er dagelijks van in onze tv’s, computerschermen, iPADs en smartphones.
Maar de reden dat deze heren in aanmerking kwamen voor de Nobelprijs -een prijs voor hen die
de mensheid goeddoen- lijkt voornamelijk te liggen in de belofte dat led als reguliere lichtbron
tot een geweldige reductie van ons energieverbruik zal leiden. En juist dáár moeten we misschien
wat kanttekeningen bij plaatsen.
Leds zijn zuiniger dan gloeilampen en dit zal de komende jaren nog sterk verbeteren. Maar dat
wil niet zeggen dat wij ook minder energie gaan verbruiken: de kans is groot dat we in plaats
daarvan juist méér licht gaan gebruiken. In de psychologie staat dit fenomeen bekend als het
rebound-effect. Tim Worstall stelde het dit weekend ook aan de kaak in The Register, een Britse
Studeren
met autisme
Theorie en handvatten
voor professionals in het
hoger onderwijs
Wanneer
4
Dinsdag 16 december 201
1 OP 5 KORTING
Waar
ersfoort
Leerhotel Het Klooster, Am
n
Programma en inschrijve
HO
me
utis
l/a
medilexonderwijs.n
T. 030-6575157 | [email protected]
MEDI14115 ADV LB_131x100mm.indd 1
29-09-14 09:54
UR-podium
De TU spreekt al enkele jaren de
wens uit meer studenten naar
de campus te trekken buiten
collegetijden: de verruiming van
de openingstijden is daarin een
eerste stap. Wat echter vaak wordt
vergeten, is dat hier meer bij komt
kijken dan het later sluiten van de
universiteitsbibliotheek. Immers,
een student (of een medewerker)
wil méér dan alleen een plek om
te zitten.
Het is dan ook verwonderlijk dat
er met name in het weekend zeer
weinig faciliteiten zijn voor de
gemiddelde student: hoewel de
openingstijden van de gebouwen
nieuws- en opiniewebsite over technologie. Gedurende
de afgelopen eeuwen nam ons gebruik van licht enorm
toe. Wat constant bleef, was de hoeveelheid geld die
we aan licht uitgaven - volgens Worstall een stabiele
0,7 procent van ons inkomen.
Met de spaarlamp verlichten wij nu rijkelijk tuinen en
gevels; met led komen wellicht onze huiskamers en
kantoren aan de beurt. Het punt is dat de impact van
technologie op onze maatschappij (opnieuw) niet te
voorspellen is wanneer we daar de menselijke factor
niet in meewegen. Of de led ons energieverbruik drastisch gaat verminderen, laat ik daarom
blauwblauw. Daarmee wil ik echter allerminst afdoen aan het belang van deze uitvinding.
Als digitaal aanstuurbaar medium maken led-lichtbronnen een scala aan innovaties mogelijk
en ook in ontwikkelingsgebieden biedt led ongekende kansen. Loopt het Nobelcomité dus
toch geen blauwtje.
Zuiniger
betekent niet
dat we minder
energie
verbruiken
Yvonne de Kort | universitair hoofddocent Omgevingspsychologie bij Human Technology
Interaction, faculteit IE & IS
Food for thought
de afgelopen jaren verruimd zijn,
is er nog steeds weinig gelegenheid te eten in de avonduren.
Het Metaforum heeft zich ontpopt
tot de voornaamste studieplek
op de campus, maar de enige
plek waar je in de avonduren een
maaltijd kunt krijgen is elders,
in het voor de gemiddelde student
net te dure Auditorium. Zeker
nu avondcolleges door de week
steeds gebruikelijker worden, is
dat voor de TU geen overbodige
luxe. In het weekend kun je -zelfs
voor een kopje koffie dat niet uit
de automaat komt- überhaupt
nergens op de campus terecht.
Het probleem dat hier ontstaat,
is er niet zozeer een van ‘terecht
kunnen’, maar van ‘welkom
voelen’. Nu verlaten studenten
tegen etenstijd massaal het
terrein, terwijl de TU ook zou
kunnen faciliteren in een mensa
of een andere plek om goedkoper
te eten. En zou het nieuw te
openen cultuurverenigingen­
gebouw hier niet de ideale plek
voor zijn? Zo kan de woontoren
op het terrein meer worden dan
de Bunker de afgelopen jaren
geweest is.
De TU-campus 2020 is groter
dan alleen de universiteit en zou
meer dan studeren alleen moeten
faciliteren. Door er op in te zetten
de losse delen van de campus
elkaar te laten versterken, kunnen
we een universiteitsterrein
realiseren dat een aantrekkelijke
plek is voor zowel de student die
tot laat de boeken in wil duiken,
als de student die samen met
vrienden goedkoop een hapje
wil eten. En dat laatste liefst
ook na half acht.
Bor de Kock
, fractielid
Groep-één
12 | Focus
16 oktober 2014
Fiets, fietser, fietst
Tekst | San van Suchtelen
Foto’s | Bart van Overbeeke
Illustratie | Sandor Paulus
Of ze nou gloedjenieuw zijn of in verschillende
gradaties van ontbinding, of ze nou geruisloos of luid
rammelend door het leven gaan, dik of dun bewield zijn,
onaangetast of gepersonificeerd met een dikke laag
stickers of bagagerek: vanuit alle windstreken koersen
duizenden varianten van de fiets dagelijks in de richting
van de campus. Ze strijden allemaal om een plekje in
één van de fietsenrekken. Cursor sprong bij een aantal
van hen achterop, onderzocht hoe de TU/e hen bedient
en ontdekte terloops dat er nog meer raakvlakken
tussen de universiteit en de fiets bestaan.
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
De bierkratfiets
Sven van der Hulst
(Bouwkunde 3e jaars)
“Ik heb dit Bavaria-krat erop gezet omdat ik graag anders ben dan de rest. Een zwart krat of rieten
mand zie je al genoeg. Een fietstas is jatgevoeliger en was daarom nooit een optie voor mij. Ik heb
de meeste vakjes aan de binnenkant uitgezaagd. Daar kan ik mijn boodschappen mooi in kwijt of
mijn jas als het warm is. In de vakjes die niet zijn weggezaagd, kan een flesje bier of water staan,
zonder dat het omvalt.
Het grootste voordeel van zo’n fiets is dat je ook dingen mee kunt nemen die niet onder de snelbinder
passen. Nadeel is dat het vaak lastig is om deze fiets te parkeren. Onder het 18 Septemberplein in
de binnenstad hebben ze speciale plaatsen voor kratfietsen. Dat zou op de TU/e ook handig zijn.”
“Ik heb deze racefiets nu een jaartje of vier. Ik kreeg ‘m van een
oom met het idee mij aan ‘t wielrennen te krijgen. In de praktijk
gebruik ik ‘m juist voor het alledaagse verkeer. Waar ik ook naartoe
ga in de stad; ik pak altijd mijn racefiets. Als je eens vijf minuten te
laat van huis wegrijdt, kun je de verloren tijd met zo’n model zó inhalen.
Door zijn lage gewicht til je ‘m ook eenvoudig een trap op. Nadeel is dat
je bij natte wegen een natte rug oploopt en nooit iemand achterop kunt
nemen. Bagage vervoeren met zo’n ding is sowieso lastig.
De racefiets
Collin Wagenmakers,
Technische Wiskunde
Ik ben ‘m laatst bijna kwijt geweest. Kwam ik na een weekend terug op het
station; slot kapotgeknipt. Weg fiets! Lopend onderweg naar mijn kamer
zag ik ineens mijn eigen fiets aankomen, met een of andere junkie erop.
Ik ben ervoor gesprongen, heb het stuur beetgepakt en die kerel eraf
geschud. Daarna heb ik snel een dikker kettingslot aangeschaft.”
De elektrische fiets
Krista van den Boogaart,
secretaresse Dienst Interne Zaken.
“Ik heb deze fiets nu ruim een half jaar. In maart
aangeschaft via de e-bikeregeling. Hiermee lukt
het me om de afstand tussen de school van mijn
kinderen en het werk op tijd te overbruggen.
Met een gewone fiets ging dat niet. Over de
afstand -een kilometer of tien- doe ik nu 22
minuten. Ik zet ‘m meestal op standje ‘middel’
van de trapondersteuning; de lichtste schiet
niet op, de zwaarste zorgt niet voor een hogere
snelheid en bovendien vind ik het fijn om zelf ook
wat te doen te hebben. Zo heb ik mijn dagelijkse
portie beweging, zonder met klotsende oksels op
het werk aan te komen. Op één volle accu kan ik
ongeveer twee keer op en neer naar het werk.
Ik ben tot koop overgegaan omdat ik daarmee
het milieu spaar en er financieel ook nog wat mee
opschiet. Ik heb inmiddels 250 euro aan brandstof
bespaard en hoef straks natuurlijk geen parkeer­
kosten te betalen. Bovendien is het gezonder en
best lekker, zo met je kop in de wind en de zon.
Alleen als het met bakken uit de hemel kom, pak
ik de auto. Maar die gaat nu wellicht de deur uit.”
De vouwfiets
Yin Pan,
Electrical Engineering
De verleidelijke fiets
Waar de studentenpopulatie
zich massaal per fiets naar
de campus vervoert, komt het personeel het liefst nog
met de auto naar het werk. Gevraagd naar hun vervoers­
middel, gaf 41 procent van hen in 2012 aan met de auto
te komen, tegenover 38 procent dat de fiets verkoos.
Natuurlijk speelt de afstand tussen wonen en werken
-meer dan de helft gaf aan op meer dan 7 kilometer van
het werk te wonen- een belangrijke rol.
“Omdat ik veel met de bus en de trein moet reizen,
zocht ik naar een fiets die ik ook dáárin kon vervoeren.
Dan kom je in Nederland al snel uit bij een vouwfiets. Heel handig! Je klapt ‘m in een seconde of
twintig in elkaar en neemt ‘m zo mee, een drukke
trein in. Nou ja, ‘zo’?..... Een lichtgewicht kan ik
het niet noemen. Als je er lang mee moet lopen,
is ie zo licht niet meer.
Wat dan wél weer handig is: je hoeft er niet extra
voor te betalen in de trein, iets wat met een
gewone fiets wél moet.”
De weesfiets
Of de eigenaren hem nou vergeten, kwijt zijn of er
gewoon vanaf willen; in de fietsenrekken van de TU/e
blijft nog wel eens een fiets staan waar niemand nog
naar omkijkt. Omdat ze de soms schaarse stallingscapaciteit toch onnodig belasten, haalt de TU/e deze
weesfietsen na verloop van tijd weg. Thijs Mooren
van Dienst Huisvesting: “We plakken er eerst een gele
sticker op, waarna we de eigenaar nog een maand
de kans geven zijn fiets mee te nemen.
Gebeurt dat niet, dan brengen we ‘m naar
een depot bij Traverse, waar de fietsen nog
drie maanden blijven staan. Daarna gaan
ze naar Stichting De Slappe Band op het
terrein van ggz-instelling de Grote Beek.
Dit is een sociale werkplaats waar de fietsen worden opgeknapt en verkocht.”
De Groene Fietser
De TU/e probeert het aandeel fietsenden met financiële
prikkels te verhogen. Na de recente e-bike-actie schaften
‘slechts’ 25 werknemers een fiets met trapondersteuning
aan. Bepaald niet hoog voor een universiteit die binnenkort
overschakelt op betaald parkeren. De TU/e nuanceert,
bij monde van hoofd Dienst Interne Zaken Martin Boers:
“Het werkelijke aantal e-bikers ligt vermoedelijk hoger.
Wij houden namelijk niet bij wat mensen buiten onze
regeling aanschaffen.” De TU/e blijft nieuwe kopers
van e-bikes voorlopig met voorfinancieringen steunen.
Ook het ‘normale’ fietsenplan blijft van kracht. En er staat
meer op de rol, de komende tijd: het aantal stallings­
plekken wordt uitgebreid, onder meer bij Helix en Flux.
Ook komen er extra oplaadpunten voor elektrische
scooters en broedt de TU/e op de aanleg van douche­
faciliteiten voor fietsers.
Eigenlijk zit bedrijfsleider Joop van Odenhoven
in deze drukke tijden niet zo te wachten op
publiciteit voor fietswerkplaats De Groene Fietser:
hét adres voor TU/e’ers met kapotte fiets.
Zijn personeel kan de toestroom aan defecte
fietsen nog maar nauwelijks verwerken.
Aan het plots gegroeide klantenbestand
is goed te merken dat de campus met een
flinke groei te maken heeft.
De Groene Fietser streek in 2010 neer in een
voormalige garage aan het Eeuwsel, op een
steenworp afstand van het TU/e-sportcentrum.
Daar worden gemiddeld 8 tot 10 fietsen per dag
gerepareerd. De klant komt vooral langs met
lekke banden, kapotte remkabels en kettingen,
die Joop en zijn mannen voor een relatief zacht
prijsje repareren. Met dank aan de gemeente,
die fietswrakken en weesfietsen ‘doneert’
die het her en der in de stad oppikt. Joop:
“Daar halen wij de onderdelen vanaf die we
voor de reparatie nodig hebben. Zodoende
kunnen we de prijs laag houden.” Behalve
fietsen repareren, verkoopt de zaak ze ook,
ondermeer aan buitenlandse studenten,
die tijdelijk hier zijn. Als ze er zuinig op zijn,
kunnen ze hun bezit aan het eind van hun
verblijf weer aan de werkplaats terugverkopen.
Wie Bouw-, Werktuigbouwkunde of Industrial Design studeert, loopt verhoogd
risico zich ’s ochtends een ongeluk te zoeken naar een legale fietsparkeerplaats. Met name de rekken bij het Hoofdgebouw, Gemini en Vertigo stromen
geregeld over. Studenten parkeren hun tweewielers daarom noodgedwongen
tegen een boom, lantaarnpaal of steunloos in het wilde weg. De vraag dient
zich aan of de stallingscapaciteit van de TU/e wel op orde is. Thijs Mooren
van Dienst Huisvesting: “Over de hele linie beschouwd hebben we genoeg
plekken. Die sluiten alleen niet goed aan op de vraag per gebouw. Door alle
verhuisbewegingen van dit moment is de capaciteit scheef komen te liggen.
We zijn druk bezig om dat te verbeteren.” Zo wordt de capaciteit bij Helix
uitgebreid en krijgt Flux een eigen beveiligde stalling. Fietsers worden straks
met nieuwe rode zuiltjes naar hun plek gewezen.
De geparkeerde fiets
14 | Uitgelicht
16 oktober 2014
Stratumseind 2.0:
naar een veilige en
leefbare uitgaansstraat
Tekst | Freke Sens
Foto’s | Bart van Overbeeke
Stappen veiliger maken en de sfeer tijdens het uitgaan verbeteren. Niet door toegangspoortjes
of een hek, zoals eerder dit jaar geopperd werd, maar door de inzet van licht of geur. Dat is wat er
gebeurt op Stratumseind. De Eindhovense kroegenstraat is namelijk omgevormd tot een ‘living lab’.
Daarin wordt onderzoek gedaan naar het gedrag van bezoekers, maar ook geëxperimenteerd.
Volgende maand vinden de eerste lichtexperimenten plaats. Ook de TU/e levert een bijdrage.
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Het is even na
middernacht.
In de uren daarvoor
is Stratums­eind
langzaam
volgestroomd met studenten.
In een zijstraatje vindt een verhitte
discussie plaats tussen een lid
van Rhetoricadispuut Tau en twee
agenten. De jongeman, in overhemd
en colbert, is vlak daarvoor
betrokken geweest bij een
opstootje en probeert de agenten
ervan te overtuigen dat er niks aan
de hand was. “Een of andere gast
zocht ruzie. Het stelde niks voor“,
verduidelijkt dispuutsgenoot Mike
Hu, die vanaf een paaltje zit toe
te kijken. “Normaal gesproken
kan iedereen hier heel goed met
elkaar opschieten.”
Dat het bovenstaande een incident
betreft, blijkt uit de reacties van het
uitgaanspubliek. Wie je het ook
vraagt, je krijgt hetzelfde antwoord:
tijdens de donderdagse stapavond
voor studenten is de sfeer op
Stratumseind prima. Daarmee
verschilt de donderdag van de twee
andere uitgaansavonden, aldus Ralf
Uittenhout (Operations Management
& Logistics) en Paul Bloembergen
(Biomedical Engineering). “Als op
donderdag iemand je biertje omstoot,
haalt hij een nieuwe voor je.
Op zaterdag word je al raar
aangekeken als je een overhemd
aan hebt.” Ook het groepje
TU/e-studenten voor café Santé
noemt de specifieke sfeer van de
zaterdagavond. “Dan komt hier een
ander type mensen”, vertelt Rick
Staals, masterstudent Technische
Wiskunde. “Bovendien is het dan
drukker, waardoor het ook drukkender
wordt. Mensen reageren agressiever
als je ze per ongeluk aanstoot.”
Op donderdagavond mag het nog
zo gezellig zijn, dat neemt niet weg
dat er jaarlijks zo’n achthonderd
incidenten plaatsvinden op
Stratumseind, variërend van
vernieling en uitschelden tot zware
mishandeling. Zo besloot de
gemeente Eindhoven afgelopen
weekend om Café Salute op het
Stratumseind één maand te sluiten
vanwege herhaalde incidenten.
Afgelopen zaterdagnacht moest
daar een politiemacht van negentien
personen aan te pas komen om de
rust te herstellen na opstootjes en
vechtpartijen.
Het zijn onder meer deze incidenten
die de gemeente Eindhoven twee
jaren geleden deden besluiten de
uitgaansstraat aan te pakken.
Onder de noemer Stratumseind 2.0
wordt sindsdien gewerkt aan een
meer aantrekkelijke, veilige en
leefbare straat. “Zonder de herrie,
het vuil en de vechtpartijen”, aldus
Tinus Kanters van de gemeente
Eindhoven.
Inmiddels heeft de gemeente
diverse projecten aangetrokken die
de sfeer in de straat positief moeten
beïnvloeden. Ook de TU/e levert
een bijdrage. Zo doet het Intelligent
Lighting Institute onderzoek naar de
invloed van licht op de gemoeds­
toestand van het uitgaanspubliek.
Om na te gaan wat het effect van
dergelijke experimenten is, besloot
de gemeente tot een bijzondere
maatregel: het koppelen van
Stratumseind aan een ‘living lab’.
Vier jaren lang worden 24/7
gegevens over de uitgaansstraat
en haar bezoekers verzameld.
Terwijl slimme camera’s en gegevens
van mobiele telefoons informatie
verschaffen over het aantal
bezoekers, hun bewegingen en
herkomst, registreren geluids­
meters zowel het volume van
muziek als het geschreeuw dat
mogelijk voorafgaat aan een
vechtpartij. Ook worden weer­
gegevens, bieromzet per kwartaal
en uitingen op social media
bijgehouden. In een later stadium
worden deze data met politiecijfers
gecombineerd.
monitoren de verzamelde data
voorbijkomen. Die vormen volgens
Kanters ‘een thermometer voor
Stratumseind 2.0’; een meetinstrument dat aan relevantie wint als
er eenmaal geëxperimenteerd
wordt in de stapstraat.
Eind november vinden de eerste
lichttests van het ILI plaats
(zie pagina 16). In de loop van
2015 wordt ook met geur geëxperimenteerd. Daarvoor is geurbedrijf
SmartNose aangetrokken.
Dit bedrijf testte eerder bij de
politie Rotterdam-Rijnmond de
invloed van geuren op arrestanten.
Daar leidde het verspreiden van een
lichte sinaasappelgeur ertoe dat de
vraag naar kalmerende tabletten vijf
tot tien procent afnam. Ook vinden
in de toekomst waarschijnlijk
experimenten met apps en geluid
plaats.
Stappen in
een sinaasappelgeurtje
“Wat wij uiteindelijk willen, is het
gedrag van mensen op allerlei
manieren en op allerlei momenten
beïnvloeden”, aldus Kanters.
Vier jaar lang
worden 24/7
gegevens op
Stratumseind
verzameld
“Op den duur hopen we trends te
zien. Zodat we bijvoorbeeld op
basis van de temperatuur kunnen
zeggen: dan zullen er weer vecht­
partijen zijn”, vertelt Kanters.
Hij geeft sinds vorig jaar leiding
aan het tweekoppig team achter het
Living Lab. Vanuit de controlekamer
op de bovenverdieping van grand
café De Oude Rechtbank, in het hart
van Stratumseind, zien hij en zijn
collega Jorrit van Hoof op zeven
De controlekamer van het Living Lab.
“Mensen in een positieve stemming
zijn niet alleen zelf minder geneigd
tot asociaal gedrag, maar zullen
ook anderen sneller op hun gedrag
aanspreken.” Hij plaatst echter
een kanttekening. “Ik ben ervan
overtuigd dat als iemand met een
staaf ijzer naar Stratumseind komt,
geen lampje of geurtje helpt. Daar
moet je gewoon de politie op af
sturen.” Kanters geeft verder toe
dat privacy nog een grijs gebied
vormt. “Het heeft onze aandacht,
maar we weten nog niet goed hoe
we ermee moeten omgaan.”
Het uitgaanspubliek op de
donderdag­avond kijkt er overigens
niet van op dat hun gegevens
verzameld worden. “Tegenwoordig
zet iedereen toch alles op Facebook”,
aldus Staals. Ook op de wetenschap
lijdend voorwerp te zijn van
experimenten wordt gelaten
gereageerd. “Zolang het voor
minder overlast en ruzie zorgt vind
ik het geen probleem.” Hoewel het
op donderdag eigenlijk niet nodig
is, vult Rik Hagelaars (Technische
Bedrijfskunde) aan. “Behalve dan
op avonden dat PSV gespeeld heeft.
En dan vooral als ze verloren hebben.”
Ook de kroegeigenaren steunen de
experimenten, zegt Tom van Brussel.
Hij is eigenaar van café ‘t Lempke en
voorzitter van Vereniging Horeca­
belangen Stratumseind (VHS).
“Voor mijn kroeg is het niet nodig,
maar voor de hele straat is het een
goede zaak. Het algemene beeld is
dat hier het een en ander gebeurt.
Dat is niet onterecht.” VHS draagt
dan ook financieel bij aan Stratums­
eind 2.0. Hoewel Van Brussel
positief is over de mogelijke
effecten van de geur- en lichttests,
benadrukt hij het nog grotere belang
van politie-inzet. “De preventieve
werking die daarvan uitgaat,
is onmisbaar. Een straat zonder
politie zou het ideaalbeeld zijn.”
Maar juist de aanwezigheid van
politie wordt door veel uitgaanders
als storend ervaren. “Als er veel
politie rondloopt, heb je het idee:
hier is iets aan de hand”, vinden
Bloembergen en Uittenhout.
“Het creëert vaak meer onrust dan
het tegengaat. Helemaal als ze rond
sluitingstijd op paarden komen
aanzetten. Dus als techniek ervoor
kan zorgen dat er minder politie
nodig is, is dat helemaal mooi.”
16 | Uitgelicht
16 oktober 2014
Vriendelijker
door licht
Het voorkomen of verminderen
van agressieve incidenten door
middel van licht. Dat is het doel
van het De-escalate-project van
het Intelligent Lighting Institute
(ILI) in samenwerking met Philips
en de gemeente Eindhoven.
Met Stratumseind als proeftuin.
“Uit diverse studies blijkt dat
agressief gedrag samenhangt
met opwinding, een kortere
aandachtsspanne, verminderde
zelfcontrole en een sterke focus
op het object van agressie”, vertelt
dr. Yvonne de Kort, universitair
hoofddocent Omgevingspsycho­
logie aan de faculteit Industrial
Engineering & Innovation Sciences
en verbonden aan het ILI.
“Van licht is juist bekend dat
het emoties kan beïnvloeden,
de aandacht kan verleggen en
het zelfbewustzijn vergroot.
In theorie zou licht dus van
invloed moeten zijn op alle
deelaspecten van agressie.”
Bovenstaande kennis vormt het
uitgangspunt van het De-escalateproject van het ILI: de inzet van licht
om potentieel agressieve situaties
te voorkomen of ontzenuwen.
Daarbij wordt niet alleen in het lab
getest, maar ook op Stratumseind.
Ideaal, aldus projectleider De Kort,
vooral vanwege de extra informatie
die onderzoek in de publieke ruimte
biedt. “In een lab is heel weinig
afleiding waardoor personen bijna
altijd op veranderingen reageren.
Het is de vraag of dit effect hetzelfde
is een omgeving als Stratumseind
waar niet alleen veel indrukken zijn,
maar ook veel gedronken wordt.”
Daarnaast kunnen de onderzoekers gebruikmaken van de meet­
apparatuur van het Living Lab.
“Dat is voor ons een fantastische
onderzoekstool. We kunnen zo
zien hoe een menigte reageert.”
meer het effect van gekleurd licht,
felheid, patronen en veranderingen
onderzocht.
De afgelopen maanden is in de
Markthal van MetaForum op kleine
schaal op locatie getest. Zo speelde
een groep studenten ‘Wie ben ik?’
waarbij licht in cirkels naar buiten
en binnen geleid werd. Wanneer
het licht naar binnen ging, gingen
mensen dichter bij elkaar staan.
“Dat kan als gezellig ervaren worden,
maar die nabijheid kan ook agressie
veroorzaken”, aldus De Kort.
Net als Tinus Kanters verwacht
De Kort niet dat agressief gedrag
volledig uitgebannen kan worden.
“Als iemand vastbesloten is rotzooi
te schoppen op Stratumseind
kunnen wij dat niet voorkomen.
Wel hopen we bezoekers een
positievere interpretatie te geven
van de dingen om hen heen.”
Als voorbeeld van de invloed van
licht noemt ze het experiment dat
vorig jaar in de kantine van het
Auditorium plaatsvond. Daarbij
werd gekeken naar de interactie
tussen caissières en kantinebezoekers bij afwisselend warm en
koel licht. Bij warm licht maakten
bezoekers vaker een praatje met
de caissière, vroegen ze netjes of
ze mochten pinnen en lachten ze
meer. “Als je zo’n effect al met een
simpel peertje kan bereiken,
belooft het wat als je met dynamisch
licht in een grote omgeving aan de
slag gaat.”
Het gedrag
van de meute
Iedereen wil hetzelfde: de sfeer op
Stratumseind positief beïnvloeden.
Maar wat is die sfeer nu eigenlijk?
En waardoor wordt deze veroorzaakt?
TU/e-promovenda Indre Kalinaus­
kaite bracht de sociale structuren
van de uitgaansstraat in kaart.
Meisjes die ‘ik haat je!’ in hun
telefoon schreeuwen, mannen
die haantjesgedrag vertonen
door overdreven breed te lopen
en tegen anderen aan te stoten.
Indre Kalinauskaite zag het
allemaal voorbij komen tijdens
de weekenden die ze op Stratums­
eind doorbracht. De promovenda
bij Industrial Engineering &
Innovation Sciences onderzocht
in het kader van het De-escalateproject het gedrag en de beleving
van het uitgaanspubliek. Naast
eigen observaties sprak ze met
“Bezoekers
een positievere
interpretatie
geven met licht”
Het onderzoek duurt vier jaren
en is afgelopen januari gestart.
Dit voorjaar is op de lantaarnpalen
in de uitgaansstraat een prototype
getest van de armaturen die straks
geplaatst zullen worden. De Kort:
“Stratumseind is een rommelige
omgeving met veel verlichting.
We moeten heel sterke armaturen
gebruiken om voldoende effect
te sorteren.” Volgende maand
vinden tijdens GLOW de eerste
grootschalige tests op Stratumseind
plaats. In latere stadia wordt onder
Uitgelicht | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
bezoekers, café-eigenaren, politie
en beveiliging.
Sfeer wordt bepaald door interactie
tussen mensen, aldus Kalinauskaite.
“Soms is er sprake van geïrriteerd
gedrag bij individuen. Maar pas als
de meerderheid zich zo gedraagt, is
er sprake van een gespannen sfeer.”
De onderzoekster merkte dat een
aantal factoren van grote invloed
is op de algehele stemming, zoals
evenementen. Kalinauskaite was
op Stratumseind gedurende de
wedstrijden van Nederland tegen
Spanje en Costa Rica tijdens het
afgelopen WK. “Na de overwinning
op Spanje waren mensen heel
huggy en relaxt.” Maar na afloop
van de moeizaam gewonnen
kwartfinale tegen Costa Rica was
de stemming compleet anders.
“Mensen zeiden dat ze blij waren,
maar de sfeer was extreem gespannen.” Kalinauskaite’s observaties
werden bevestigd door het aantal
bij de politie gerapporteerde
incidenten.
Daarnaast speelt drukte een rol.
“Drukte wordt enerzijds als een
van de positieve kanten van
Stratumseind gezien: het staat
voor het ontmoeten van vrienden
en leren kennen van nieuwe
mensen. Maar een grote hoeveelheid mensen op een kleine
oppervlakte kan ook als
bedreigend ervaren worden.”
De stemming wordt eveneens
beïnvloed door de demografie van
een menigte. De samenstelling van
het uitgaanspubliek op Stratums­
eind verschilt per avond. Bezoekers van de donderdagse studenten­
avond zijn over het algemeen jong,
hoog opgeleid en tolerant.
Kalinauskaite: “Ze vertonen meer
verantwoordelijk gedrag naar
anderen en hun omgeving toe.
De donderdag kent ook relatief
weinig incidenten.” De vrijdagavond
trekt veel werkende mensen, vooral
“Stratumseind
kan zoveel
meer zijn”
Yvonne de Kort
Hoe zorgen we ervoor dat Stratums­
eind weer net zo bruisend wordt
als vroeger? Studenten Paul Jansen
en Marco Baetsen ontwikkelen het
online platform ‘Stratumse Poort’
waarop Eindhovenaren kunnen
meedenken over de toekomst
van de straat.
Stratumseind
in cijfers
Het is de langste kroegenstraat van Nederland;
over een lengte van 225 meter bevinden zich meer
dan 50 cafés en snackbars. Wekelijks bezoeken
zo’n 20.000 mensen de straat voor een avondje uit.
Maar de stapstraat kent ook een keerzijde. Jaarlijks
vinden er zo’n 800 incidenten plaats, waarvan er 300
te maken hebben met agressie. De geweldsincidenten
variëren van schelden en duwen tot zware mishandeling.
Daarnaast is er sprake van ‘lichtere’ incidenten zoals
fietsendiefstal en vernieling. In reactie hierop stelde
de Eindhovense politiechef Gerard Goossens eerder
dit jaar nog voor om een hek of toegangspoortjes
rondom de uitgaansstraat te plaatsen.
Wie wel eens op een doordeweekse
middag op Stratumseind is geweest,
kan het beamen: uitnodigend is
anders. De meerderheid van de
ruim vijftig cafés en snackbars
houdt zijn deuren tot laat op de
dag gesloten, de meeste bezoekers
zijn passanten op weg naar de
Demer of Markt.
Dat was tien jaar geleden wel anders.
Toen zaten de terrassen ook
’s middags vol, werd er gewinkeld
en trok de jeugd na schooltijd
massaal naar de bekendste straat
van Eindhoven. “Dat beeld herkennen
wij helemaal niet”, aldus Paul Jansen
(TU/e Real Estate Management &
Development) en Marco Baetsen
(Fontys Vastgoed en Makelaardij).
“Tegenwoordig bestaat Stratums­
eind vooral uit kroegen. Daar is
niks mis mee, maar het kan zoveel
meer zijn.”
Via hun opleiding kwamen Jansen
en Baetsen in contact met Polyground, een bureau voor stedelijke
vraagstukken dat de gemeente
Eindhoven meehelpt met de
organisatie van Stratumseind 2.0.
Hier presenteerden de studenten
hun strategie voor een imago­
verbetering van de straat. In eerste
instantie bestond deze uit een
fysieke poort. Toen de bouw hiervan
niet haalbaar bleek, ontwikkelden
ze het online platform ‘Stratumse
Poort’.
Het doel hiervan is tweeledig,
vertellen de twee. “Allereerst is het
bedoeld om mensen te informeren
over Stratumseind 2.0. Daarnaast
is het een platform voor startende
ondernemers die ideeën hebben
over de revitalisatie van de straat.”
Zij kunnen hun idee pitchen op de
website. Vervolgens zoeken Baetsen
en Jansen naar organisaties of
personen die de ondernemer kunnen
helpen bij het realiseren van zijn
idee. “Denk aan een gesprek met
een vastgoedeigenaar om ervoor
te zorgen dat een ondernemer in
een leegstaand pand terecht kan.”
Overigens staat de Stratumse Poort
niet alleen open voor ondernemers
en creatieve geesten, maar voor
iedereen die de straat een warm
hart toedraagt. De bedoeling is dat
er op die manier een community
rondom Stratumseind ontstaat.
“Met een gevoel van betrokkenheid
zoals dat ook in een dorp bestaat”,
aldus Baetsen. Het idee is dat die
gemeenschap op den duur ook
meehelpt met de crowdfunding
van projecten.
In mei wonnen Jansen en Baetsen
met dit project de Samenwerkings­
prijs tijdens de BRAINS Awards
2014. Naast het afronden van hun
studie werken ze fulltime aan de
ontwikkeling van de Stratumse
Poort. Hun einddoel? “Eraan
bijdragen dat Stratumseind weer
net zo levendig wordt als vroeger.”
www.stratumsepoort.nl/
Marco Baetsen en Paul Jansen
uit Eindhoven en omgeving.
Zaterdag is de drukste avond met
ook de grootste verschillen in
herkomst, culturele achtergrond en
opleiding van het uitgaanspubliek.
Bovendien zijn er veel incidentele
bezoekers. “Die zijn vaak minder
goed op de hoogte van de
heersende gedragsnormen.”
Als laatste noemt Kalinauskaite
de katalyserende rol van alcohol.
“Naarmate er meer alcohol
gedronken wordt, zie je de blikken
van mensen versmallen. Aan het
einde van de avond beginnen
mensen tegen elkaar aan te lopen.
Maar in tegenstelling tot wat veel
mensen denken is alcohol niet de
veroorzaker van agressie. Wel zorgt
het ervoor dat mensen minder
rationeel reageren in het geval
van drukte en evenementen.
Hoe meer mensen gedronken
hebben, hoe groter de kans dat
een situatie escaleert.”
18 | Onderzoek
16 oktober 2014
Onderzoek | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Zonnestroom
langs de snelweg
Sluitstuk
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over
hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek,
mail dan naar [email protected].
Het Nederlandse (spoor)wegennet wordt geflankeerd door zo’n vijf miljoen vierkante meter aan
geluidsschermen. Als we die schermen massaal vervangen door doorzichtig gekleurd plexiglas zouden
we hiermee een gigantische hoeveelheid groene stroom kunnen opwekken. Binnenkort worden bij
Den Bosch testschermen geplaatst die moeten uitwijzen of die droom van TU/e-onderzoeker dr. Michael
Debije, expert op het gebied van luminescent solar concentrators (LSC’s), ooit in vervulling kan gaan.
Al jaren probeert Debije geld los
te krijgen voor een serieuze
praktijkstudie naar de toepassing
van deze alternatieve zonnepanelen
om energie op te wekken in de
openbare ruimte. Dat is lastig
gebleken: aan de ene kant omdat
zo’n project precies valt in het gat
tussen chemie en bouwkunde,
en anderzijds omdat al snel de
vergelijking wordt gemaakt met
de uiterst succesvolle silicium­
zonnecellen. “Die hebben onder
ideale omstandigheden een hoger
rendement, dat is waar”, zegt de
Amerikaan met Nederlandse
voorouders. “Maar die vergelijking
gaat mank. Je moet de zonnegeluidsschermen vergelijken met
gewone geluidsschermen. En die
hebben een rendement van nul.”
“Gewone
geluidsschermen
hebben een
rendement
van nul”
Michael Debije. Foto | Bart van Overbeeke
Maar nu gaat het er toch van
komen: met een subsidie vanuit de
Topsector Energie worden onder
leiding van bouwbedrijf Heijmans
langs de westring van Den Bosch
twee schermen van vijf meter breed
en vier meter hoog geplaatst,
gemaakt van oranje en rode
semi-transparante platen van
PMMA (beter bekend onder de
merknamen plexiglas en perspex).
Behalve de alternatieve plastic
zonnepanelen van Debije, worden
ter vergelijking ook geluidsschermen met ‘conventionele’ siliciumcellen geïnstalleerd.
Bij dit zogeheten ‘Living Lab’,
dat de naam ‘Solar Noise Barriers
(SONOB)’ heeft meegekregen,
zijn behalve de TU/e en Heijmans
ook geluidsschermfabrikant Van
Campen Industries, ruimtevaart­
onderneming Dutch Space en
kennisinstellingen ECN en SEAC
betrokken. Vanuit de TU/e wordt
voor het project, dat begin 2015
van start gaat en minimaal een
jaar zal lopen, een PDEng-student
aangesteld in het programma
Smart Energy Buildings & Cities.
Deze ontwerper-in-opleiding zal
niet alleen kijken naar de energie­
opbrengst van de schermen, maar
ook naar de acceptatie van de
weggebruikers en omwonenden.
Die acceptatie is essentieel, legt
Debije uit: “Siliciumzonnecellen
zijn inmiddels rendabel, maar je
ziet ze minder dan je zou hopen.
Dat komt deels omdat ze gevoelig
zijn voor externe invloeden, maar
ook doordat lang niet iedereen
ze mooi vindt staan op hun dak.”
Of de zonne-geluidsschermen een
succes worden, is dus niet alleen
afhankelijk van het (financiële)
rendement. Betrokkenen zoals
wegbeheerders, landschaps­
architecten, omwonenden en
weggebruikers moeten ze ook
vinden passen in het landschap.
Een groot voordeel van de nieuwe,
modulaire zonne-geluidsschermen
is volgens de Amerikaan dat ze van
vrijwel hetzelfde materiaal zijn
gemaakt als veel van de huidige
geluidsschermen. “Er zijn nauwe­
lijks aanpassingen nodig in de
constructie. Er moet alleen wat
elektra aangelegd worden aan
de randen van de platen en in
het frame.” Want alleen langs de
-twee centimeter dikke- randen
van de schermen worden strips
van zonnecellen aangebracht.
Het zonlicht dat op de schermen
valt, wordt namelijk door de
fluorescente kleurstofmoleculen
in het plastic opgevangen en
omgezet in oranje of rood licht,
dat naar de randen van de solar
concentrator wordt weerkaatst.
Die bundeling van zonlicht maakt
het zonne-geluidsschermen naar
verwachting relatief goedkoop,
legt Debije uit. “Het oppervlak aan
zonnecellen dat je nodig hebt, is
een fractie van de totale grootte van
het scherm. Je bent maar een paar
euro aan kleurstof kwijt per scherm
van vijf bij vier meter. En omdat
je licht van een specifieke kleur
overhoudt, kun je bovendien
zonnecellen kiezen die precies
bij die kleur een hoog rendement
hebben.”
De zonnegeluids­
schermen
kunnen tegen
een stootje
Daarnaast is PMMA een beproefd
bouwmateriaal, dat tegen een
stootje kan. Opspattend grind,
maar ook vogelpoep, graffiti en
beschaduwing zijn voor LSC’s een
minder groot probleem dan voor
siliciumcellen. Als een klein deel
van een serie siliciumcellen bedekt
is, heeft dat namelijk gevolgen voor
het rendement van de hele serie.
“LSC’s zijn daar veel minder
gevoelig voor. Je vangt uiteraard
wat minder licht als een scherm
ondergespoten wordt met graffiti,
maar dat effect blijft beperkt tot
alleen die plek. Daar komt bij dat
LSC’s naar verhouding ook goed
werken als het zonlicht er niet
loodrecht opvalt of als er alleen
diffuus licht is, zoals op een
bewolkte dag.”
Debije wijst naar een stuk rood
plexiglas in de hoek van zijn
werkkamer, voorzien van kabeltjes
en stekkers. “Veertig bij zestig
centimeter. Dat is ongeveer het
formaat waarmee in het lab tests
worden gedaan. Of veel grotere
platen ook goed werken, is nog
nergens aangetoond. Daarom is
de praktijktest die we nu gaan
doen ook zo belangrijk.”
Als de tests een succes blijken,
en de markt vervolgens bereid is
om grootschalig in zonne-geluids­
schermen te investeren, dan komen
direct ook allerlei andere toepas­
singen binnen handbereik, hoopt
Debije. Dan wordt het rendabel
om bijvoorbeeld de wanden van
afgelegen bushokjes te bekleden
met LSC’s en zo genoeg energie
op te wekken om de hokjes
’s avonds te verlichten. Of om iets
voor de Derde Wereld te doen:
“Mijn oorspronkelijke plan was om
LSC’s te maken voor op daken in
Afrika. Met de overdag opgewekte
energie kun je ‘s avonds een kamer
verlichten. Met siliciumcellen kan
dat ook, maar het blijkt dat die
vaak gestolen worden: ze zien er
te waardevol uit. Ook in Nederland
hebben we slechte ervaringen
met zonnepanelen op afgelegen
plekken, zoals langs wegen.
Die blijven in het algemeen niet
lang staan.”
Het principe van de luminescent
solar concentrator is al decennia
bekend, vertelt Debije. “Tijdens de
energiecrisis in de jaren zeventig
is er veel onderzoek gedaan naar
LSC’s, maar toen de olieprijs weer
daalde, is dat nagenoeg gestopt.”
En toen de belangstelling naar
zonne-energie weer toenam in
de jaren negentig, kwamen de
siliciumcellen vooralsnog als
winnaar uit de strijd.
“Vanwege die voorgeschiedenis
zijn er op dit moment niet zo veel
groepen in de wereld die aan LSC’s
werken, maar in Nederland is
relatief veel kennis aanwezig.” En
een paar groepen in het buitenland,
waaronder van MIT, hebben ook
plannen om deze technologie op
de markt te brengen, weet Debije.
“Op het gebied van siliciumcellen
hebben we de strijd van China
verloren. Het zou zonde zijn als we
hier ook met LSC’s de boot missen.”
Tekst | Tom Jeltes
Wervelende kleuren
in de waterbak
Antoon van Hooft
Wie op vakantie wel eens bij een kabbelend beekje heeft gezeten, weet dat de effecten van een flinke tak
of steen op de bodem goed te zien zijn aan de stromingen in het water. Student Technische Natuurkunde
Antoon van Hooft ruilde de kabbelende beek om voor een draaiende waterbak en bestudeert hierin het
ontstaan van wervelingen bij scherpe randen.
Het is een imposante constructie. De grote rechthoekige waterbak draait met een constante snelheid rond - volgens
masterstudent Technische Natuurkunde Antoon van Hooft snel genoeg om er draaierig van te worden als je er
maar lang genoeg mee bezig bent - en erboven hangt aan stalen balken een meedraaiende camera, verzwaard
door gewichten voor de stabiliteit. In de waterbak staat een plaat met scherpe randen, cruciaal voor het
afstudeeronderzoek van Antoon. Hij bekijkt namelijk hoe er langs deze randen wervels ontstaan die de
aanwezige stroming kan beïnvloeden. In eerste instantie fundamenteel onderzoek, maar ook van belang
voor bijvoorbeeld het verbeteren van de weersvoorspelling, legt Antoon uit. “De lage- en hogedrukgebieden
op de satellietbeelden bewegen als wervelende vloeistofstromen. Een bergketen - ook een scherpe rand - kan
veranderingen in de wervels veroorzaken, en daardoor een verandering in het weerbeeld. Door mijn waterbakexperimenten heb ik een model kunnen maken dat de stromingen kan simuleren. Dat kan gebruikt worden
door weerdeskundigen, maar ook op andere vlakken zoals het in kaart brengen van drijvende verontreiniging
in oceanen of transport van plankton in de zee.”
Ondertussen toont Antoon een filmpje van een eerder experiment. Uit een cilinder in de waterbak stroomt
een groene vloeistof, recht op de plaat af die met een oranje kleurstof is omgeven. Al snel ontstaat er een
kleurstofbol in de vorm van een draaikolk - Antoon noemt het een vortexstructuur - en eenmaal dichtbij de
scherpe rand deelt de draaikolk zich in tweeën: een dipoolvortex. Hij wijst op de oranje vloeistof, die is
opgesloten in de groene wervel en zich langzaam voortbeweegt. “De twee kleurstoffen in de bol kunnen
samen aan de wandel gaan, zonder dat er een externe stroming is opgewekt. Een efficiënte manier van
transport voor vervuilende plasticdeeltjes of plankton in een oceaan.”
Zijaanzicht van een luminescent solar concentrator (LSC): zonlicht (groene pijl) wordt
door fluorescente kleurstofmoleculen omgezet in licht met een langere golflengte
(in dit geval rood), dat binnen de transparante plastic plaat naar een zonnecel aan
de rand wordt geleid.
De kleurstofstromingen hebben een hoog kunstgehalte en zijn prachtig om te zien. Volgens Antoon is het een
prima methode om het proces globaal te volgen, maar om te zien wat er precies gebeurt, gebruikt hij kleine
plastic bolletjes. Met speciale software kan hij de deeltjes volgen en er allerlei berekeningen op loslaten,
zoals het bepalen van de snelheid op verschillende punten in de wervel. Naast het experimentele werk in de
waterbak - “een van de weinige TN-onderzoeksvelden die zich op grote schaal afspeelt en met het blote oog
te zien is” - heeft Antoon ook numerieke simulaties op de computer uitgevoerd. Na een jaar resulteert dit nu
in een publiceerbaar model voor wervelstromingen bij scherpe randen, een mooie opsteker. Maar voordat
hij met schrijven kan beginnen, zijn er nog een paar experimenten die finetuning behoeven. En dat betekent
gelukkig extra bedenktijd, want Antoon is er nog steeds niet uit wat hij na zijn afstuderen wil gaan doen.
“Technische Natuurkunde is heel breed en ik vind eigenlijk alles superleuk. Best lastig.”
Tekst | Nicole Testerink
Foto | Rien Meulman
20 | Onderzoek
16 oktober 2014
4 brandende vragen
Onderzoek | 21
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Negin Salimi | IE&IS
Luc Vosters | Electrical Engineering
Gezamenlijke promotieprojecten
Betere diepte in 3D-video
1 | cover
1
Op de cover is een stereoscopische foto te zien van een boomstronk in anaglyph 3D. Deze
foto kun je in 3D bekijken met het bekende rood-cyaanbrilletje (dat ik bij het proefschrift
heb gevoegd). Een 3D-foto op de cover past goed bij mijn promotieonderzoek, waarvoor ik
veel 3D-foto’s en video’s heb bekeken.
we op
n
e
i
z
Wat
er van
v
o
c
de
hrift?
c
s
f
e
je pro
2 | feestjes
De afstand tot verschillende elementen in een 3D-beeld kan worden vastgelegd in een
zogeheten dieptesequentie. Deze informatie is onder meer nodig om verschillende aanzichten te berekenen voor autostereoscopische 3D-televisie (‘3D zonder bril’) en voor het
geschikt maken van bijvoorbeeld IMAX 3D-films voor het scherm van mobiele telefoons.
Dieptesequenties kun je maken met dieptecamera’s, maar je kunt ze ook automatisch
genereren uit bestaande twee- of driedimensionale beelden. Ze bevatten dan echter veel
fouten. Mijn promotieonderzoek gaat over het verwijderen van deze fouten en daarmee
het verbeteren van de kwaliteit van dieptesequenties.
2
3 | onmisbaar
Voor het efficiënt implementeren, parallelliseren en vergelijken van algoritmes om het
diepte-effect te verbeteren, heb ik veelvuldig gebruikgemaakt van een graphics processing
unit (GPU).
Hoe
leg
op f
j
e
e
waa
stje e
r je
ond s uit
e
ove
r ga rzoek
at?
4 | samenleving
1 | cover
De twee overlappende cirkels op de omslag staan
voor de samenwerking tussen universiteit en
bedrijfsleven. De tulpen verwijzen naar Nederland,
het land van de tulpen. Het onderwerp van dit
proef­schrift is de samenwerking tussen de TU/e
en bedrijven, voornamelijk Philips. Als je ‘TU’ en
‘Philips’ samentrekt, krijg je ook ‘Tulips’.
3
Welke persoon,
techniek of apparaat is
onmisbaar geweest
voor je onderzoek?
2 | feestjes
Mijn proefschrift moet inzicht bieden in hoe universiteiten en hun samenwerkingspartners omgaan
met gezamenlijke promotieprojecten en welke
factoren belangrijk zijn voor succes. Sommigen
hebben hun bezorgdheid geuit over de kwaliteit
van dergelijke promotieprojecten. Ik laat zien dat
die zorg ongegrond is.
3 | onmisbaar
4
eft
e
Wat h
ing
lev
men
de sa uw werk?
aan jo
(Onder redactie van Tom Jeltes)
Foto’s | Bart van Overbeeke
Ik heb twee verschillende datasets gebruikt voor
mijn onderzoek. Ten eerste een grootschalige
enquête onder alle voormalige promovendi van de
TU/e die samen hebben gewerkt met het bedrijfsleven of publieke organisaties als TNO. Ten tweede
heb ik veel bibliometrische data verzameld
(patenten, publicaties, en citaties van die patenten
en publicaties). Deze gegevens heb ik gebruikt om de
prestaties van promovendi in gezamenlijke projecten
te vergelijken met die van ‘gewone’ promovendi.
4 | samenleving
Samenwerken is een kostbare en riskante
bezigheid, waarin beide partners tijd, geld en
andere middelen moeten investeren - die allemaal
ook voor andere dingen gebruikt hadden kunnen
worden. Daarom is het voor zowel de universiteit
als de partners uit het bedrijfsleven essentieel
dat ze maximaal resultaat halen uit deze samenwerking door die goed te organiseren en bege­leiden.
In mijn proefschrift worden verschillende algoritmes voorgesteld om dieptesequenties te
verbeteren. 3D-video’s die hiermee zijn bewerkt, hebben een betere diepte dan 3D-video’s
waarvan de dieptesequenties onbewerkt zijn. Hierdoor krijgt de kijker dus een prettigere
en meer meeslepende 3D -kijkervaring.
Geert Vinken | Technische Natuurkunde
Luchtvervuiling gezien vanuit de ruimte
1 | cover
We zien een kaart met de gemiddelde luchtvervuiling door stikstofdioxide (NO2), die ik
gemaakt heb door vijf jaar satellietmetingen te middelen. NO2 ontstaat bij verbrandings­
processen (of bacteriële activiteit), en in deze kaart zijn gebieden met hoge NO2-concentraties (warme kleuren) dan ook herkenbaar als sterk geïndustrialiseerd (bijv. West-Europa
of Oost-Azië). ‘Hotspots’ zoals Moskou en Parijs zijn ook zichtbaar in deze kaart, evenals
de drukbevaren handelsroutes tussen Europa en Azië. De cover laat ook scheepvaart en
bodem (met bacteriën) zien; twee bronnen van stikstofoxiden die ik tijdens mijn promotie
in detail onderzocht heb.
2 | feestjes
We weten heel goed hoeveel NOx er uit bijvoorbeeld een auto komt, maar van scheepvaart
en bacteriën in de bodem was dit nog niet goed bekend. Tijdens mijn promotie heb ik
gekeken naar hoe scheepvaartemissies (en bodememissies) van stikstofoxiden de luchtkwaliteit beïnvloeden, en hoe we de sterkte van deze bronnen beter kunnen bepalen met
behulp van satellietwaarnemingen.
3 | onmisbaar
Zonder satellietmetingen weten we niks van luchtkwaliteit boven afgelegen gebieden en
zeeën. Om emissies van zowel scheepvaart- als bodembronnen beter te kunnen afschatten
zijn daarom de NO2-waarnemingen van het Nederlands-Finse satellietinstrument OMI van
cruciaal belang.
4 | samenleving
Mijn werk zorgt voor een beter begrip van de mate waarin natuurlijke emissies en emissies
door menselijk toedoen bijdragen aan luchtvervuiling. Aan uitstoot van natuurlijke bronnen
kunnen we weinig veranderen, maar aan de uitstoot van mensen kunnen we wel iets doen.
Mijn schattingen kunnen helpen om de beste strategie te kiezen om luchtvervuiling en
klimaatverandering tegen te gaan.
4
4 burning questions
Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology
16 October 2014 | year 57
For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on
and tuecursor on
Cursor welcomes Executive Board
Chairman as new columnist
Flux nearly
connected
13 October - Those who were having lunch
at the Gemini cafeteria this week could see
the walkway from Flux only has a few meters
left to go. We’ll still have to wait until 2015
before we can use the main connection on
the first floor between Flux and the rest of
the buildings at TU/e, though. The departments of Electrical Engineering and Applied
Physics will move into FLux together.
Major grant
Do CHANGE for
project
3 Oct
7 October - Considering he’s hardly in direct contact with the TU/e community at all
throughout the year, Executive Board Chairman Jan Mengelers was looking for a platform
to share his thoughts with that very community more
often. Cursor was more than happy to recruit him as
their new columnist.
His monthly column on the Cursor site is a way for
Mengelers to be more visible for TU/e students and
staff. “Throughout the year there are only a few
moments I’m in touch with the university community
directly. Examples are the opening of the academic
year, and the New Year’s reception. I do try to meet
with as many people I can, but due to my schedule
those opportunities are limited.”
October 14th - Shortly, the location where De Hal once stood - the building that housed
the university library until several years back - will see a parking lot as well as a wind
tunnel hall. The Executive Board recently allocated funds for the construction for a hall
to conduct wind engineering research, meant for the Department of Built Environment.
The hall will be five meters high and take up twenty percent of the available surface
area. The other eighty percent will be made into approximately seventy parking spaces
by DH soon, and a frontage road alongside Dorgelolaan.
In the wind tunnel, Professor Bert Blocken hopes to be conducting research that’s
commercially viable for the department. Think of the positioning of wind turbines,
or cycling teams that want to know exactly what effect wind has on their athletic
performances. According to Blocken, the preliminary design for the wind tunnel is
advancing rapidly, and he hopes the hall can be completed by mid October 2015.
The department will be financing the hall interior, including measuring equipment,
and has 750,000 earmarked to that end.
More news on www.cursor.tue.nl/en
My own shower or the group’s shower?
Hussein is from Turkey and has been studying at TU/e for about more than
a year now. I met him the other day and asked him how he is experiencing
our campus and Community. To cut a long story short (indeed!), he mentioned
what struck him most were the showers at the sports center. He described
them as large and open halls where representatives of the same sex stand
there naked. Just a little bit too much for him to happily join the other Adams
in this collective freshening up process! What can he/we do about this?
Take the 4 recommendations towards reconciling a dilemma a.k.a. the
4 Rs I mentioned in my previous columns, and apply them to this case.
Difficult to realize. If Hussein wants to adapt to the local context of the
group showers, he will stand there naked and feel uncomfortable. If he
wants to be just himself like at home, he will put on his swimming suit and
the others will stare at him and most likely laugh at him for this. So again
an awkward situation. His solution? Quickly go back to his apartment and
take his shower there in his safe personal environment. And then quickly
go back to class on time, if possible. No real reconciliation of values,
more something like a practical compromise.
This has to do with the physical environment of our campus, the first stage
in developing a truly international Community. Take an onion and peel it
layer per layer. We are now touching on the external layer. Entering our
campus via the Diversity Lane (we used to call that path het Limbopad
years ago, yes, it’s my current dream…), someone’s 5 senses will detect
the truly international atmosphere of our science park. A few examples:
All signposting will be bilingual and in correct English (please, don’t turn
the lights off while on the toilets…). Food in the cafeterias will be reflecting
the cultural diversity of our Community members. There will be a silent
room dedicated to praying, meditation, mindfulness, etc. Publications like
Cursor and SG-programs will be more and more bilingual and diverse.
Both local and international students will live on campus in mixed units
and buy their food from the local supermarket (can’t wait to see it in Flux!).
The TU/e-website will also further reflect a sense of inclusiveness. And
finally guess what? Yes, there will also be some individual shower cabins
for those who need some privacy. Values dealing with your own body, your
intimacy cannot be ignored in an international Community. Sports unify,
they say, but what about the aftermath? The next layer is about education
and communication, and that is quite some peeling. Keep your tears for
next time.
1
’s on
What
f your
o
r
e
ov
?
the c
ation
t
r
e
s
dis
2
Wh
a
peo t do yo
ple
u te
a
whe t par ll
ties
n
abo
ut y they a
sk
our
rese
arch
?
Vi
advisor in ncent Merk,
ternationa
l commun
ity
4
3
What person,
technology, or device
has been essential
for your research?
Negin Salimi | IE&IS
Collaborative PhD projects
1 | cover
3 | essential I used two different data sets in my study. First,
I asked all former PhD students at TU/e who have worked with the industry
or public research organizations like TNO to fill out a questionnaire . Second,
I collected bibliometric data (patents, publications, and citations to patents
and publications). I used these data to compare the performance of PhD
candidates involved in collaborative projects with others who did a regular
PhD project.
The two intersecting circles on the cover symbolize
collaboration between university and the industry. The tulips refer to the
Netherlands, the country of tulips. The specific topic of this dissertation
concerns the collaboration between TU/e and companies, mainly Philips.
So we decided to combine “TU” and “Philips” into “Tulips”.
Built Environment gets
own wind tunnel facility
ober - The Euro
pean Commissi
Do CHANGE pr
on is allocatin
oject, in which
g 4.7 million eu
designers from
ros to the Euro
Design depart
Designed Inte
pean
ment are invo
lligence in the
lved. The Taiw
of 1 million eu
Industrial
anese governm
ros through th
en
t
is also providin
e participation
The project is
g funding
of the ITRI inst
intended to gi
itute and a ho
ve people with
a better unders
spital in Taipei
heart problem
tanding of the
.
s and high bloo
composition of
d pressure
their diet. This
will enable them
to monitor
what they eat
and drink usin
g
an ICT system
containing
portable measu
ring and
scanning instru
ments.
PhD candidate
ir. Idowu Ayoo
la
and ir. Sander
van Berlo (bot
h
of the Industria
l Design depa
rtment) have no
w developed th
e
first prototype
smart beakers
and a salt-sens
ing spoon
through their
start-up ventur
e
Onmi.
Clmn
Research | 23
See for more news www.cursor.tue.nl/en
2 | parties The aim of my thesis is to generate a better understanding of how universities and their collaborative partners manage
their collaborative PhD projects, and of the success factors underlying
such collaborative projects. Some have raised concerns about the quality
of PhD projects done with the industry. I show that this concern is
unfounded.
Luc Vosters | Electrical Engineering
does
How
efit
n
e
b
ty
socie ur work?
yo
from
4 | society benefit Collaboration is inherently a costly and
risky activity, in which both partners need to invest time, money and
resources, all of which could be used for other activities. Therefore, it is
vital for both university and industry to maximize the benefits of collaboration by means of effective management and governance.
Improved depth in 3D video
1 | cover The cover shows a stereoscopic photograph of a tree trunk 3 | essential
in anaglyph 3D. You can see the picture in 3D using the well-known red
and cyan glasses (included with my dissertation). Since I studied tons of
3D photos and videos, a 3D cover image fits my research project.
2 | parties The distance of various elements in a 3D image can be
recorded in a so-called depth sequence. The information is necessary
in order to calculate various views for autostereoscopic 3D television
(3D without the glasses), and for modifying 3D IMAX movies for mobile
phone screens. Depth sequences can be made with the help of depth
cameras, but they can also be generated automatically from existing 2D
or 3D images. However, especially the latter approach results in lots of
errors in the final product. My dissertation focuses on removing those
errors and so improving the quality of depth sequences.
In order to implement, parrallelize, and compare
the algorithms that should improve the depth effect efficiently, I used a
graphics processing unit (GPU) all the time.
4 | society benefit My dissertation presents several algorithms that might improve depth sequences. 3D videos that have been
edited with those algorithms show a better depth than 3D videos of
which the depth sequences have not been edited at all. And that means
viewers get a more enjoyable and compelling 3D experience.
Geert Vinken | Applied Physics
Air pollution as seen from space
1 | cover What you see is a map showing the average nitrogen dioxide
(NO2) air pollution, which I made by averaging five years of satellite measurements. NO2 is created in combustion processes (or bacterial activity),
and so the areas on the map with a high concentration of NO2 are heavily
industrialized (Western Europe, East Asia). Hot spots like Moscow and
Paris are visible on the map as well, as are the heavily used waters between
Europe and Asia. The cover also shows ships and soil (containing bacteria):
two sources of nitrogen dioxide I’ve studied for my PhD research project.
3 | essential Without satellite observations we’d know nothing
about the air quality over remote areas and oceans. In order to assess
emissions of shipping as well as soil sources more accurately, the NO2
observations from the Dutch-Finnish satellite instrument OMI have been
indispensable.
2 | parties We know how much NOx is emitted by cars, for example,
but that information was not yet readily available for shipping and soil
bacteria. For my PhD, I studied the emission of nitrogen oxides in shipping
(and soil) that influence the quality of the air, and how we might determine
the impact of these sources using satellite observations.
4 | society benefit My work leads to a greater insight into the
extent to which natural emissions and emissions caused by humans
contribute to air pollution. Natural emission is hard to limit, but we can
definitely do something about our own emissions. My assessments can
help in deciding on the best strategies to prevent air pollution and climate
change.
24 | Zoom in
16 October 2014
Cricket, Curry and Collectivism:
A brief guide to TU/e’s
Indian community
“We are the proudest people in the world about our culture”, says Bhaskar Patil, 28, a Phd candidate
in the Chemical Engineering Department. “There’s so much variety and diversity in our culture and our
ideas along the length and width of India. Most Indians are very proud of their culture, like meditation
and yoga, which are followed by people all over the world.” Take a stroll across campus and it won’t
be long before you spot a student like Patil. TU/e’s Indian population has drastically increased during
the past several years and today these students comprise the largest population of internationals on
campus. Who are your fellow Indian students? And how do they feel about being an Indian student at
TU/e? As part of a new series profiling some of the university’s international students, Cursor begins
with our most populous group - the rich, colorful and highly diverse world of India.
How does an Indian student find
his way to Eindhoven? And what is
it about the university that attracts
students from the world’s second
most populous country? Some
students learn about TU/e through
word-of-mouth, following in the
footsteps of Indian students who’ve
come before them. And for others,
TU/e’s programs offer a perfect fit
with their personal ambitions.
“I had been looking to do a
master’s in the US”, explains
Hrishikesh Salunkhe, a Pune native
and doctoral researcher in the
Mathematics and Computer Science
Department. “And, in fact, I was
finalizing my application for the
University of Texas at Austin when
an Indian student here convinced
me to look at the Embedded
Systems program. I immediately
decided to come to Eindhoven.
It was exactly what I had been
looking for.”
According to Nuffic, a Dutch
organization for professionals in
international education, approximately 900 Indian students are
currently studying in the Netherlands and that number is expected
to increase sharply during the
coming years. Internationally,
Indian student enrollment is
expected to rise from 88,000 in
2012 to 209,000 by 2024 and a
portion of that student population
will undoubtedly find its way to the
Netherlands and to our campus.
The number of Indian students
enrolled at Dutch institutions has
been increasing by 10-15% per
year over the last 5 years.
India boasts a massive and young
population - over 1.2 billion people
or 17% of the Earth’s population are
Indian and more than 50% of those
people are below the age of 25.
Many of those young people will
look outside India’s borders to
further their education. One reason
many Indians are interested in
studying abroad is that none of
the country’s 950 universities are
listed in the recently published
Times Higher Education (THE) World
University Rankings. In contrast,
the Netherlands has eight univer­
sities in the top 100. (TU/e was
ranked 106.) “When I came here,
there were four of us in my program
and we were all from the same area
of India. As the years have gone by,
I’ve noticed more and more individual
Indian students coming to TU/e
instead of groups coming from one
particular university, for example.”
Sindhuja Ajith, 24, from Chennai is
a first year master’s student in the
Mathematics and Computer Science
Department and was pleasantly
surprised when she began her
program: “I had spoken to people
who had done their masters here
and they said I would probably be
lonely. But I immediately saw so
many Indians! We even have three
Indian girls in Embedded Systems.”
A quick guide
to strike up a
conversation
Who is your fellow Indian student
on campus? What’s his or her
background, values and personal
life like? Of course, Indian students
are in many ways similar to their
Dutch counterparts -they’re worried
about deadlines, miss their families
and wonder what their futures will
be like- but there are also some
significant cultural differences
between the average Dutch and
Indian student. So, in the spirit of
community building, here’s a quick
guide to just a few of those
differences. Think of it as a good
way to strike up a conversation
the next time you meet an Indian
student.
Like many Asian cultures, Indian
culture values the collective above
the individual, which is precisely
the opposite from our way of
thinking in Western Europe.
Family, social ties and contributing
to society are placed above
individual ambitions in India so
the independence of Dutch culture
is one of the first things Indian
students notice. “Dutch women are
very independent”, says Sindhuja
Ajith, explaining her own situation:
divorce rate is just 1.1% and the
majority of Indians strongly believe
that marriage is for life.
“My parents have to pay the
interest on a daily basis on a loan
that they took for my education.
If your parents are paying for
everything, you have to study really
well. I have a little more pressure
than other students. As soon as
I’m done with my studies, I have
to go get a job so that I can help
my parents.”
Bhaskar Patil has also noticed a
difference: “From Day 1, you’re
expected to be independent.
We Indians are always asking for
approval. For us, it’s out of respect.
But in the Dutch way of working, the
Indian way seems like you’re not
taking initiative or you’re denying
your responsibilities.”
Unlike Hrishi, Bhaskar and
Sindhuja’s spouses were picked
for them (but with their ultimate
approval), “I was always looking
for an arranged marriage because
it’s more comfortable for me and
my family”, explains Bhaskar about
his contentment with a spouse
chosen by his parents. “In India,
a marriage is always more than
just two people getting married;
it’s two families getting married.
My family knows the people from my
area much better than I do so they
could make a good choice for me.
With an arranged marriage, you know
that you’ll get a person with a good
education and a good family.”
Dating and
arranged
marriages
Though it may sound incredibly
old-fashioned and even bizarre to
many Westerners, the tradition of
arranging a marriage is still very
much the norm in India, where
dating and even talking to a girl like in Patil’s small home villageare almost completely forbidden
And for many Indians, finding a
spouse through an arrangement
made by family (and sometimes
with the help of a matchmaker)
works incredibly well. India’s
“My marriage is a love match but I
had a bit of difficulty arranging it”,
explains Hrishikesh Salunkhe.
“I have many family members from
the countryside and they were
worried that if I married someone
from a different caste, it would
affect the matches they could
make for their children.”
“We wear this when we’re married
in India”, explains Sindhuja as she
points to a smudge of red turmeric
powder in her hairline. “My Chinese
friends asked me ‘Did you get hurt.
Did you fall down?’ I said no, it’s
religious. It just means I’m married
and that I hope my husband lives
a long life.” When asked about her
marriage, she replies “It’s going so
well - even better than either one
of us expected! Now, when we see
a couple with children, we get a
longing feeling to have a baby of
our own.”
To be an Indian means to be a
person who celebrates - a lot.
Festivals are an integral part of
Indian cultural life and, indeed,
each calendar month includes
multiple festivals with various
social and religious significances.
And for TU/e’s Indian students,
like Sindhuja, missing out on these
celebrations is a main cause of
homesickness: “Of course, I miss
my family and friends. But we also
have a lot of occasions and I miss
being a part of those. In India, it
might be a festival but here I just
have an exam.”
Indian
festival life
One of the most important, Diwali,
will be celebrated on 23 October
and represents the start of the
Hindu New Year. It’s commonly
known as the ‘Festival of Lights’
for the fireworks, small clay lamps,
and candles that are lit during the
celebrations. These lights are said
to represent the victory of good
over evil, and light over darkness.
Though the university’s Indian
student population is making its
mark on campus, the reverse is
also true - each Indian student will
take a bit of TU/e with them to their
next destination, whether it’s here
in the Netherlands or back to India.
“My dream is to go back to do
research and teach so I can help
people the way I’ve been helped”,
says Bhaskar Patil of his plans after
his PhD program. Sindhuja Ajith
wants to take away something more
practical from her years in Eindhoven:
“I’m going to take riding a bike
back to India. Before I came here,
I hadn’t been on a bike since I was
in 7th grade. Now, I ride a bike all
the time.”
Text | Angela Daley
Photo | Bart van Overbeeke
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Zoom in | 25
26 | Research
16 October 2014
Research | 27
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Solar power along
the motorway
The Dutch road and railway network is flanked by some five million square meters of noise barriers.
If we were to replace the bulk of those barriers by transparent colored Plexiglas we could generate a
huge amount of green power. Before long test barriers will be put up near Den Bosch which will have
to show whether that dream of TU/e researcher dr. Michael Debije, expert in the area of luminescent
solar concentrators (LSCs), can ever become reality.
For many years Debije has tried
to raise funds for a serious case
study into the application of these
alternative solar panels for the
generation of energy in the public
space. This pursuit has proved to be
difficult: on the one hand because
such a project comes exactly in
the gap between chemistry and
architecture, and on the other hand
because the comparison with the
successful silicon solar cells is soon
made. “Under ideal circumstances
the latter have a higher yield, it must
be admitted”, says the American
with Dutch ancestors. “However,
that comparison won’t hold. You
should compare the solar noise
barriers with ordinary noise barriers.
And the latter have a zero yield.”
“Ordinary noise
barriers have
a zero yield”
Still, at last things are about to be
realized: thanks to a subsidy from
the Energy Top Sector, construction
company Heijmans is going to put
up two five-meter-wide-and-fourmeter-high barriers along the west
ring road of Den Bosch, made of
orange and red semi-transparent
sheets of PMMA (better known
under the brand names of Plexiglas
and Perspex). In addition to the
alternative plastic solar panels
of Debije, noise barriers with
‘conventional’ silicon cells will
also be installed for the purpose
of comparison.
In this so-called ‘Living Lab’, which
has been given the name of ‘Solar
Noise Barriers (SONOB)’, TU/e and
Heijmans are involved as well as
noise barrier manufacturer Van
Campen Industries, space company
Dutch Space and knowledge
institutions ECN and SEAC.
For the project, which is to begin
early in 2015 and is to run for at
least one year, TU/e will appoint
a PDEng student in the Smart
Energy Buildings & Cities program.
This trainee design engineer will
not only look at the energy yield
of the barriers, but will also
investigate the acceptance of
road users and neighbors.
That acceptance is essential, as
Debije explains: “Although silicon
solar cells are profitable now, you
still see them less than you would
hope. This is due partly to their
sensitivity to external influences,
but also to the fact that not
everybody thinks they look nice on
their roofs.” So whether the solar
noise barriers will be successful
does not only depend on the
(financial) yield. Parties involved,
such as road managers, landscape
architects, neighbors and road
users must also accept them
aesthetically in the landscape.
The American mentions as one big
benefit of the new, modular solar
noise barriers that they have been
made of almost the same material
as many current noise barriers.
“Hardly any adjustments need to be
made to the construction. You only
need to install some electricity at
the edges of the barriers and in the
frame.” For it is only along the
two-centimeter-thick edges of the
barriers that strips of solar cells
must be applied. The sunlight
falling onto the barriers is caught by
the fluorescent dye molecules in the
plastic and converted into orange or
red light, which is reflected to the
edges of the solar concentrator.
That bundling of sunlight is
expected to make the solar noise
barriers relatively cheap, Debije
explains. “The surface of solar cells
required is a fraction of the total
size of the barrier. It only costs a
few euros for dye per five-by-four-
meter barrier. Moreover, since light
of a specific color is left, you can
choose solar cells that produce a
high yield at precisely that color.”
The solar noise
barriers can
stand hard wear
In addition, PMMA is a tried and
tested construction material, which
can stand hard wear. Splashing
gravel, bird droppings, graffiti and
shade are less of a problem for LSCs
than for silicon cells. Indeed, when
a small portion of a series of silicon
cells is covered, this affects the
yield of the whole series. “LSCs are
far less sensitive to that. Of course
you will catch less light when a
barrier is sprayed with graffiti,
but that effect is limited to just
that spot. Besides, LSCs also work
relatively well when they do not
catch the sunlight at a right angle or
when there is merely diffuse light,
for instance on a cloudy day.”
Debije points at a piece of red
Plexiglas in the corner of his study,
fitted with cables and plugs. “Forty
by sixty centimeters. That is about
the size used in the laboratory for
tests. It has not yet been shown
anywhere whether larger sheets
also work well, which is exactly
why the field test conducted at
present is so important.”
If the tests are successful, and the
market is subsequently prepared
to invest in solar noise barriers on
a large scale, this will immediately
bring various other applications
within easy reach, Debije hopes.
Then it will be profitable, for
instance, to clad the walls of remote
bus shelters with LSCs and thereby
to generate enough power to
illuminate the shelters at night.
Or to do something for the Third
World: “My original plan was to
make LSCs to be used on roofs in
Africa. The power generated in the
daytime can be used at night to
illuminate a room. You can also
do that with silicon cells, but it has
turned out that those often get
stolen: they look too valuable.
In the Netherlands, too, we have
bad experiences with solar panels
in remote areas, along lonely roads.
They don’t last long in general.”
The principle of the luminescent
solar concentrator has been known
for decades, says Debije. “During
the energy crisis in the 1970s a lot
of research was conducted into
LSCs, but once the oil price started
going down again, this came to a
virtual standstill.” And when the
interest in solar power increased
again in the 1990s, the silicon
cells were the first to win the battle
for then.
“Because of that previous history
there are not so many groups
worldwide working on LSCs at
present, but in the Netherlands
there is a lot of knowledge available, relatively speaking.” And
Debije adds that a few groups
abroad, including one at MIT,
are also intending to put this
technology on the market.
“In the area of silicon cells China
has beaten us. It would really be
a pity if we also miss the boat
here with LSCs.”
Text | Tom Jeltes
Side-view of a luminescent solar concentrator (LSC): sunlight (green arrow) is converted
by fluorescent dye molecules into light of a longer wavelength (in this case red), which
within the transparent plastic sheet is led to a solar cell at the edge.
Michael Debije. Photo | Bart van Overbeeke
16
Thursday
s
TU/e campu
os,
al Zwarte Do
a
z
m
il
F
,
h
0
:30-20:0
October, 16
Lectures
of
. On behalf
d in Swedents in the field to
ce
n
u
o
n
an
s are
ch.
exper
Nobel Prize
invite local
inning resear
of this year’s. (Bert) Meijer, we will cance of the award-w ximately
s
er
n
in
w
e
ifi
W
Th
prof.dr. E.
und & sign
:30 to appro
the chairmanrmation on the backgro(Zwarte Doos) from 16
al
fo
in
za
e
e Film
provid
will be in th
est buffet
The meeting uring the break a mod ed.
d
rv
20:00 and ed. First come, first se e.nl to
will be serv an e-mail to icms@tu
Please send
register.
l/icms
http://tue.nage: English
u
g
n
la
t
Even
none
Entrance fee:
es 2014
Nobel Priz
18
26
Zaterdag
tot en met
zondag
oktober,
Klokgebouw S
trijp-S en op
diverse locaties
in Eindhoven
Dutch Design
Monday
20
Week
don’t
TU/e and Eindhoven so you
Cursor collects all events at
, and
nts
eve
ic
athletic and academ
have to. Symposiums, films,
notify
can
You
nl.
ue.
or.t
urs
w.c
at ww
to
parties: you can find them all
ail
em
an
d
sen
website, please
e
us of new events through our
her
will
ine
gaz
Ma
sor
Cur
do so.
[email protected] if you want to
ing happenings.
publish a selection of upcom
De TU/e gaat di
Week. In het Kl t jaar voor het eerst de campu
afstudeerwerk okgebouw toont de universite s af tijdens de Dutch Design
workshops. Er van studenten Industrial Desi it in Mind the Step onder m
zijn 81 projecte
ee
Learn, Live en M
n te zien in zesgn en Bouwkunde, lezingen enr
thema’s : Make,
www.tue.nl/ddwove.
Care, Sense,
Entree: studen
de DDW bezoekten en medewerkers van de TU
kun je maximaa en. Via www.ddw.nl/tue (pro /e kunnen met korting
motiecode TUEl zes kaarten be
DDW14)
stellen.
20
Monday
October, 20:0
0-21:40h,
Filmhuis De Z
warte Doos, T
U
/e campus
Blue Ruin
This sweaty po
a lurid reveng rtion of strip-mall noir is
sensibility, pe e story but filtered throug essentially
h
ppered with st
violence.
illness and dean arthouse
glamourised
Event langua
Entrance fee:ge: English with Dutch subt
pay 3,50 euro 7,50 euro (Plazapas is validitles
after showing
),
their college pastudents
ss
hoven
hilips Eind
P
ts
ri
F
w
u
iekgebo
0 hrs, Muz
.3
3
-2
0
:0
0
ouw
Muziekgeb usic
October, 2
m
usic hall in
riment
stic expe
Live acou
r acoustic
is needed foe Eindhoven
le
p
o
e
p
0
nce of 1,20
ntists of th
A live audie nducted by two scie ober 20th, Remy
co
ct
,
O
h
n
rc
e first time
gy. O
resea
xplore for th
of Technolo
University rs en Constant Hak e udience on the
Wenmaeke f the orchestra ánd a
the effect o
y
m
rrounded b
f the main
acoustics o. The experiment is sus and architecture.
Eindhoven s, all about acoustic
and lecture
nts: 5 euro
euro, stude n.nl
50
7,
:
e
fe
Entrance ekgebouweindhove
www.muzi
Donder
da
o
Blauwe g
Zaal Au ktober, 20:30d
23:0
i
tor
Try-ou
t Came ium, TU/e-camp 0 uur,
rette
us
23
n
5 uur,
oktober, 12:40-13:3
Woensdag
m, TU/e-campus
Blauwe Zaal Auditoriu
week
22
De kracht van de
Dutch Design
en weer
Dit jaar staat Eindhovn het
va
l
bo
g
lan
ek
een we
bezoekers
design. Met 300.000 s grootste
nd
rla
is de DDW Nede
rtijn Paulen,
designevenement. Ma
gaat met
W,
DD
de
n
va
r
directeu
over de
rek
sp
ge
in
het publiek
eden
arh
ba
ets
krachten en kw
week.
e
eld
jub
be
ze
de
n
va
Entreekosten: geen
Camere
van het tten is de toon
bij Cam cabarettalent kamer, kweek
Zorg daeretten de kansvan de toekomvijver en sprin
hun talet je er bij bent zich te profilerest. Beginners gplank
k
als 3 de
nten ton
elneme n en te ontwikkrijgen
en.
rs van e
ele
Voertaa
d
itie 201 n.
4
Entreek l: Nederlands
osten: S
tudente
n gratis
, andere
n betale
n 5 euro
Monday 27, Tues
28 and Wednesday
29 October, 20:00da-2y2:4
0h,
Filmhuis De Zwarte Doos
Boyhood
, TU/e campus
Filmed over 12 years with
HOOD is a groundbreakingthe same cast, Richard Linklater’s BOYthe eyes of a child named story of growing up as seen through
Ellar Coltrane), who literallMason (a breakthrough performance by
y grows up on screen bef
ore our eyes.
Event language: English wit
Entrance fee: 7,50 euro (Pla h Dutch subtitles
students: 5 euro (after sho zapas is valid),
wing college pass)