Untitled - Universiteit Twente

Ontwikkel een beschermschort met een duidelijke meerwaarde.
Dit rapport is geschreven in het kader van de Bachelor Eindopdracht Industrieel Ontwerpen.
Student:
Lieke Middel, s1020870
Bachelorcoördinator:
1e begeleider:
2e begeleider:
Begeleider organisatie:
Opdrachtgever:
A.P. van den Beukel
M. Mulder-Nijkamp
H.J.M. Geijselaers
E. Elschot
Meekes Lederwaren en Fournituren
Galileïstraat 2, 7131 PE Lichtenvoorde
Universiteit Twente, Opleiding Industrieel Ontwerpen,
postbus 217, 7500 AE Enschede.
Onderwijsinstelling:
2 mei 2014
Samenvatting
Dit verslag gaat over de Bachelor Eindopdracht:
Ontwerp een hoefsmidschort met meerwaarde.
Deze opdracht is uitgevoerd voor het bedrijf
Meekes Lederwaren in Lichtenvoorde. Dit bedrijf
produceert naast hoefsmidschorten vele andere
producten van leer, nylon en textiel.
Hoefsmid is een eeuwenoud en zwaar beroep. De
kleding die hierbij gedragen wordt, is al eeuwen
onderhevig aan veranderingen en aanpassingen.
Op het moment dragen de hoefsmeden een
hoefsmidschort. Dit schort is hoofdzakelijk
gemaakt van leer en katoen. Het schort beschermt
de bovenbenen en is gesplitst in het midden, zodat
het goed om de benen van de hoefsmid vormt.
Het schort beschermt de onderliggende kleding en
de benen tegen direct contact met de
paardenhoef en de vaak scherpe gereedschappen.
Als een paard beslagen wordt en het hoefijzer erg
warm wordt, beschermt het schort ook tegen
warmte.
Omdat het belangrijk is voor Meekes dat het
hoefsmidschort een unique sellingpoint heeft ten opzichte van de concurrent, is er op verzoek van
Meekes aandacht besteed aan het CE markeren van het product. Omdat dit project te groot bleek te
zijn voor een Bachelor Eindopdracht Industrieel Ontwerpen en er een ontwerp element in de
opdracht moet zitten, heeft het onderzoek naar de CE markering geresulteerd in een technisch
dossier en een stappenplan dat nog doorlopen zal moeten worden door Meekes zelf met behulp van
een aangemelde instantie.
Zoals gezegd is het hoefsmidschort al eeuwen oud en regelmatig aangepast. Hierom lijkt het erg
moeilijk om een vernieuwend schort op de markt te brengen. Om deze uitdaging het beste aan te
gaan, is er contact gezocht met verschillende hoefsmeden en zijn deze van begin tot eind betrokken
bij het ontwerp proces. Na een uitgebreide analyse van de bestaande hoefsmidschorten, het
productieproces en de hoefsmeden zelf, is besloten een rugpad aan het schort toe te voegen. De
hoefsmid staat tijdens het beslaan van het paard veel gebogen, waarbij de onderrug zwaar wordt
belast. Uit de interviews met de hoefsmeden is gebleken dat er behoefte naar een ondersteunende
rugpad bestaat.
Naast functionaliteit is er ook gekeken naar esthetiek. Past de rugpad qua uitstraling bij het huidige
hoefsmidschort? De bevestiging van de rugpad aan het schort speelt hierbij ook een rol. Welke
veranderingen moeten er aan het hoefsmidschort aangebracht worden om een geïntegreerde
rugpad mogelijk te maken? Voor al deze vragen is een oplossing bedacht.
Het uiteindelijke ontwerp komt neer op een verstelbare rugpad met drie verschillende
bevestigingsmethoden. De afnemer van Meekes Lederwaren zal de definitieve keuze tussen deze
drie ontwerpen maken. De uiteindelijke rugpad wordt onderworpen aan een uitgebreide
gebruikstest en valt bij de meeste hoefsmeden erg in de smaak.
1
Summary
Below is the final assignment for the Bachelor
program: develop a value-added farrier's apron.
This assignment was carried out for the company
Meekes Lederwaren in Lichtenvoorde. In addition
to farrier's aprons, this company produces many
other products from leather, nylon and other
textiles.
The occupation of farrier is centuries old, and the
clothing worn by a farrier has been subject to
evolution over time. Currently, farriers wear an
apron, which is primarily made from leather and
cotton. The apron protects the farrier's upper
legs and is split in the center, so that it can form
to the shape of the legs.This apron protects the
clothing and legs underneath against direct
contact with the horse's hoof and the (often
sharp) tools used. The apron also provides
protection against burns when a horseshoe is
heated as a horse is shod.
It is important to Meekes that the farrier apron
has a unique sellingpoint with respect to the
competitors. Therefore Meekes requested a CE legislation for the apron. As it turned out, this
project was too big for a Bachelor assignment alone. In addition, the assignment had to include a
design aspect. Hence, the CE legislation is partly covered by setting up a technical report and a plan
of action for Meekes to complete with the help of an external party later on.
Because the farrier's apron has existed for a long time, and has been frequently improved in the
past, it appeared difficult to bring an innovative new apron to the market. To meet this challenge,
contact was taken up with a number of farriers, who remained involved through the complete
development process. The result was a farriers apron with back support in the form of a pad.
The farrier often has to bend over resulting in a heavy load on the lower back section. From several
interviews with varying farriers it turned out there truly is a need for such an improvement i.e. back
support.
Despite functionality also the esthetical aspect has been covered by answering questions like: does
the back support fit with the current farrier apron look? The connection between the back support
and the apron is of importance with respect to this aspect. Also the changes that have to be made to
the existing farrier apron in order to integrate the back support in an elegant manner had to be
treated. All these aspect have been covered during the course of the project.
The eventual design comes down to an adjustable back support which can be attached in three
different ways. The client of Meekes Lederwaren will make the final choice between these three
possible design solutions. Lastly, the back support has been submitted to an elaborate usability test
and, luckily, most farriers really appreciate it.
2
Inhoudsopgave
1.
Wat is een CE markering……………………………………………………………………………………. 6
2.
Hoe is een CE merkteken op het product te realiseren?.........................................8
2.1
Wat is de bestaande regelgeving?.............................................................8
2.2
Welke stappen moeten gevolgd worden voor een CE normering?...........8
2.3
In welke categorie vallen de hoefsmidschorten?......................................10
2.4
Welke eisen gelden voor het hoefsmidschort………………………………………. 11
2.5
Welke normen gelden voor het hoefsmidschort……………………………………12
2.6
Welke data is er nodig voor een technisch dossier hoefsmidschort…….…12
2.7
Welke aangemelde instanties voeren welke keuringen uit?.....................13
2.8
Wat zijn de kosten?....................................................................................13
3.
Wat is het advies richting Meekes?........................................................................ 14
3.1 Waar staat het schort in het proces?................................................................14
3.2 Welke stappen moeten nog uitgevoerd worden?............................................14
4.
Analyse……………………………………………………………………………………………………………….15
4.1 Bestaande schorten Meekes………………………………………………………………………..15
4.2 Concurrentie………………………………………………………………………………………………. 17
4.3 Gebruikt schort…………………………………………………………………………………………… 20
4.4 Doelgroep…………………………………………………………………………………………………… 21
4.5 Omgeving……………………………………………………………………………………………….……24
4.6 Materialen……………………………………………………………………………………………….... 25
4.7 Productietechnieken …………………………………………………………………………………..25
4.8 PvE……………………………………………………………………………………………………………… 28
5.
Idee…………………………………………………………………………………………………………….………29
5.1 Vorm…………………………………………………………………………………………………………… 29
5.2 Rugpad……………………………………………………………………………………………………….. 30
5.3 Naden…………………………………………………………………………………………………………. 33
5.4 Bevestiging en verstelbaarheid rugpad………………………………………………………..34
6.
Concepten…………………………………………………………………………………………………………. 36
6.1 Conceptenboom…………………………………………………………………………………………. 36
6.2 Verbeterd schort………………………………………………………………………………..………. 37
6.3 Rugpad……………………………………………………………………………………………………….. 38
6.4 Vilt en Textiel…………………………………………………………………………………………..…. 39
6.5 Elastiek……………………………………………………………………………………………………….. 41
6.6 Reflectie hoefsmid…………………………………………………………………………….……......44
6.7 Eindconcepten……………………………………………………………………………………………..45
7.
Uitwerking…………………………………………………………………………………………………………. 48
7.1 Technische gegevens…………………………………………………………………………………...48
7.2 Productie……………………………………………………………………………………………………..49
8.
Prototype……………………………………………………………………………………………………………51
8.1 Resultaat………………………………………………………………………………………………………51
8.2 Gebruikstesten…………………………………………………………………………………………….53
9.
Conclusies en aanbevelingen………………………………………………………………………………56
10. Bronnen…………………………………………………………………………………………………………….. 57
3
Inleiding
Het bedrijf Meekes Lederwaren wil een schort met een duidelijke meerwaarde op de markt zetten.
Dit wil Meekes Lederwaren bereiken door het schort te voorzien van een CE merkteken en het
schort te vernieuwen. Omdat dit in feite twee verschillende opdrachten zijn, heeft deze Bachelor
Eindopdracht twee doelstellingen: Het opzetten van een stappenplan voor een CE normering voor
de bestaande lijn schorten én het ontwerpen van een vernieuwd hoefsmidschort. De uitwerking van
deze twee doelstellingen zal deels naast elkaar lopen.
De hoofdvragen die aan de hand van deze doelstellingen opgesteld kunnen worden zijn de volgende:
-
Hoe is een CE merkteken op het product te realiseren?
Hoe is een schort met meerwaarde te realiseren?
Hoe kan de duurzaamheid van het product worden vergroot?
In hoofdstuk 1 zal de CE markering verder toegelicht worden. Bijvoorbeeld waar het voor staat en
wat het inhoudt. Ook wordt toegelicht voor welke producten een CE markering vereist is en wie de
verantwoording draagt. In hoofdstuk 2 zal dieper worden ingegaan op de huidige regelgeving, welke
stappen door Meekes doorlopen moeten worden en wat de kosten hiervan zullen zijn. Hiernaast
zullen de eerste stappen van het vereiste technisch dossier worden gezet. In hoofdstuk 3 wordt op
een rijtje gezet welke stappen reeds zijn ondernomen en waar het schort op dit moment staat. Ook
wordt een advies gegeven over de stappen die nog ondernomen moeten worden door Meekes. In
deze eerste drie hoofdstukken zal de hoofdvraag: " Hoe is een CE merkteken op het product te
realiseren?" beantwoord zijn en hier eindigt het stuk over de CE markering. In de volgende
hoofdstukken zal behandeld worden hoe een schort met een duidelijke meerwaarde is te realiseren
en hoe de duurzaamheid van het product kan worden vergroot.
Om een duidelijk beeld te krijgen over het hoefsmidschort, zijn het hoefsmidschort , het
productieproces en de hoefsmeden onderworpen aan een uitgebreide analyse. Deze analysefase zal
behandeld worden in hoofdstuk 4. Uit deze analysefase blijkt dat de hoefsmeden op het moment erg
tevreden zijn over het huidige schort. De toevoeging van een rugpad zou echter tot verbetering
kunnen leiden. In hoofdstuk 5, de ideefase, wordt gekeken naar de mogelijkheden tot het
vernieuwen en verbeteren van het schort. Hierbij wordt ingegaan op de duurzaamheid, door
bijvoorbeeld de naden slimmer te plaatsen, waardoor deze minder snel doorslijten. Ook wordt er
gekeken naar de mogelijkheden van de vorm en de toevoeging van een rugpad.
In hoofdstuk 6 worden de meest plausibele ideeën omgezet in concepten: De conceptfase. Deze
conceptfase verloopt volgens een grillig patroon, vandaar dat er gebruik is gemaakt van een
"conceptenboom" een grafische weergave van dit proces. Tijdens de conceptfase vindt constante
terugkoppeling van Meekes Lederwaren plaats. Halverwege de conceptfase vindt ook reflectie van
de hoefsmid plaats. Op basis van deze twee experts en eigen inzicht wordt een eindconcept
gekozen: Een hoefsmidschort met een toegevoegde rugpad, die naar keuze aan het schort bevestigd
kan worden. Het schort blijft nagenoeg hetzelfde, omdat hier door de hoefsmeden weinig
verbeterpunten voor werden gegeven. De rugpad werkt op basis van een elastiek die de rugpad
steviger tegen de rug aan duwt. De hoefsmid kan dit elastiek naar eigen wens strakker, of minder
strak aantrekken.
Hoofdstuk 7 zal de verdere uitwerking van de gekozen rugpad behandelen, zoals het
productieproces en de technische gegevens. De bevestiging van de rugpad aan het schort blijft hier
echter nog in het midden. De rugpad kan op drie manieren bevestigd worden: Door middel van een
steekgesp, een rolgesp en een klittenbandbevestiging. De uiteindelijke keuze zal op verzoek van
Meekes Lederwaren door de hoofdafnemer gemaakt worden. Omdat de bevestigingsmethode nog
4
niet vast staat, worden van alle drie de methoden prototypes vervaardigd. De vervaardiging van
deze prototypes zal in hoofdstuk 8 behandeld worden. Ook zullen de schorten met de rugpads in dit
hoofdstuk aan een uiteindelijke gebruikstest door verschillende hoefsmeden onderworpen worden.
Aan de hand van deze gebruikstest kunnen de uiteindelijke conclusies vastgesteld worden en
aanbevelingen worden gedaan. Deze worden behandeld in hoofdstuk 9. In dit hoofdstuk zal ook een
advies worden gegeven over de te gebruiken bevestigingsmethode van de rugpad.
In hoofdstuk 10 zullen de gebruikte bronnen vervolgens uiteengezet worden.
De namen van de afnemers zijn op verzoek van Meekes veranderd in "Bedrijf 1", "Bedrijf 2"
enzovoorts.
Tijdens dit hele proces ben ik goed bijgestaan door mijn begeleider van de Universiteit Twente:
Maaike Mulder-Nijkamp en mijn begeleider bij Meekes Lederwaren: Emiel Elschot. Verder heeft Inge
Smeenk, een medewerkster van Meekes Lederwaren, alle naaiwerkzaamheden verricht en veel tips
kunnen geven. De hoefsmid Jacco van Doorn is in alle stadia van het ontwerpproces bereid gebleken
mij te voorzien van tips en feedback op de concepten.
5
1. Wat is een CE markering?
Het bedrijf Meekes Lederwaren produceert al decennia lang hoefsmidschorten. Op dit moment
draagt geen van de hoefsmidschorten die in omloop zijn een CE markering. Meekes Lederwaren wil
enkele van zijn schorten voorzien van een CE markering om de veiligheid van het schort te
waarborgen, de marktpositie te verbeteren en het schort een unique sellingpoint te geven ten
opzichte van de concurrent. Tot nu toe bestaan er ook bij de concurrent nog geen hoefsmidschorten
die een CE merkteken dragen.
Meekes lederwaren maakt verschillende hoefsmidschorten voor verschillende afnemers. De
belangrijkste modellen voor afnemer Bedrijf 1 zijn het Eenvoudig model, Topfit, Winter leather (Lang
en kort), Summer light (Lang en kort) en Junior. Voor afnemer Bedrijf 4 zijn dit Farriers apron Winter,
Farriers apron Summer en Eloi. En voor de afnemers Bedrijf 2 en Bedrijf 3 is dit AS lightweight
summer apron (Lang en kort). Er zijn echter ook nog een paar variaties op deze standaard schorten.
Deze schorten worden op een rijtje gezet in paragraaf 4.1.
De schorten die Meekes Lederwaren in eerste instantie CE gemarkeerd wil hebben zijn het zomeren winterschort van Bedrijf 1. Later zullen de andere schorten die Meekes produceert kunnen
volgen.
Waar staat een CE markering voor
CE staat voor Conformité Européenne, wat over het algemeen betekent: “In overeenstemming met
de Europese regelgeving.” Veel producten die binnen de Europese Economische Ruimte (EER) zijn
gekocht dragen deze markering. De markering geeft aan dat het product voldoet aan de wettelijke
eisen op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. De markering is te herkennen aan de letters C
en E. (figuur 1)
Figuur 1
Geschiedenis en aanleiding
Sinds 1993 wordt de CE markering aangebracht op producten, verkocht binnen de EER. De CE
markering is een product van het doel de vrije handel binnen de Europese lidstaten te bevorderen.
Omdat de lidstaten binnen de Europese Unie elk hun eigen wetten en regels hebben, was het
6
voorheen moeilijk voor de producent om deze in elk land na te leven. De procedures voor het
aanbrengen van de CE-markering zijn gebaseerd op het EU-besluit 93/465/EEG. Er worden afspraken
gemaakt tussen de lidstaten door middel van verdragen. Deze verdragen worden binnen een
bepaalde termijn vertaald en in de nationale wetgeving opgenomen. Er is hier sprake van Europese
Wetgeving. Alle producten met een CE markering mogen vrij verhandeld worden en nationale
overheden mogen hier geen eisen meer bij stellen. Naast de bevordering van de vrije handel tussen
de Europese Lidstaten, bevordert de CE markering ook de veiligheid in het gebruik van de producten.
Voor welke producten verplicht
Het aanbrengen van een CE markering is verplicht voor alle producten die binnen de EER worden
verkocht en onder de “Nieuwe Aanpak Richtlijnen” vallen. De productgroepen die hier onder andere
binnen vallen zijn: Bouwproducten, Centrale-verwarmingsketels, Drukapparatuur en drukvaten,
Elektr(on)ische producten, Explosieven voor civiel gebruik, Gastoestellen, Openbare
kabelbaaninstallaties, Personenliften, Machines en aanverwante producten, Medische
hulpmiddelen, Meet-en weegapparatuur, Persoonlijke beschermingsmiddelen, Pleziervaartuigen,
Pyrotechnische artikelen en Speelgoed. Het hoefsmidschort valt onder de categorie "Persoonlijke
beschermingsmiddelen".
Wie brengt CE aan
Het CE merkteken wordt aangebracht door de fabrikant zelf. Wordt het product geproduceerd
buiten de EER en heeft de fabrikant geen vertegenwoordiger binnen de EER, dan moet de importeur
bepalen of het product voldoet aan de eisen en het een CE merkteken draagt. Brengt de importeur
de producten onder zijn eigen naam op de markt? Dan neemt hij daarmee de
verantwoordelijkheden van de fabrikant over en moet hij zelf de CE-markering aanbrengen.
Ondernemers hebben soms de keuze of ze de onderzoeken voor de CE-markering zelf uitvoeren of
uitbesteden aan een door de overheid goedgekeurde instelling (een zogeheten ‘aangemelde
instantie’). Die vrijheid hebben ze alleen bij bepaalde productgroepen. Voor andere productgroepen
is de ondernemer verplicht om gebruik te maken van zo’n aangemelde instanttie.
Controle en consequenties
Verschillende instanties keuren in Nederland of een product een CE markering mag hebben. Het
hoefsmidschort valt onder de productgroep “persoonlijke beschermingsmiddelen” en zou worden
gecontroleerd door TÜV Rheinland Nederland B.V. Treft een controlerende instantie een product
aan dat ten onrechte een CE-markering draagt? Dan zijn verschillende maatregelen mogelijk. De
instantie kan bijvoorbeeld eisen dat de fabrikant het product aanpast of het product van de markt
haalt. Ernstige situaties kunnen zelfs leiden tot een strafvervolging.
Conclusie
Het aanbrengen van een CE merkteken is een complex traject, waar verschillende instanties mee
gemoeid zijn. Het hoefsmidschort valt onder de productgroep persoonlijke beschermingsmiddelen
en zal via de richtlijn voor deze groep genormeerd moeten worden. Hoe een CE merkteken op het
hoefsmidschot te realiseren is, wordt besproken in hoofdstuk 2.
7
2. Hoe is een CE merkteken op het product te realiseren?
Om een CE merkteken voor het hoefsmidschort te realiseren moeten meerdere complexe stappen
doorlopen worden. Voordat er stappen ondernomen worden, moet er verder op de regels en de
richtlijn ingegaan worden. In dit hoofdstuk wordt beknopt de bestaande regelgeving en de te volgen
stappen besproken. Voor een uitgebreidere omschrijving van paragraaf 2.1, 2.2 en 2.4, zie Bijlage 3.
2.1
Wat is de bestaande regelgeving?
Het hoefsmidschort valt in de productgroep “Persoonlijke beschermingsmiddelen (89/686/EEG)”.
Een product valt binnen deze groep als het een uitrustingsstuk of- middel betreft dat is bestemd om
door een persoon te worden vastgehouden of als bescherming tegen een of meer gevaren voor zijn
gezondheid of veiligheid. Een persoonlijk beschermingsmiddel kan onder andere beschermen tegen:
Mechanische-, elektrische-, thermische-, chemische- of stralingsinvloeden en ook tegen lawaai,
trillingen of besmettingen. Een uitgebreidere uitleg over welke producten onder deze productgroep
vallen is terug te vinden in Bijlage 3. De producten dienen te voldoen aan de essentiële eisen van de
richtlijn. De fabrikant of importeur van het product is hiervoor verantwoordelijk. Als aan alle eisen is
voldaan kan deze de CE markering aanbrengen en is het product vrij verhandelbaar in de gehele
Europese Economische Ruimte (EER).
De richtlijn voor deze producten is in zijn geheel terug te vinden in Bijlage 2.
In theorie vallen alle persoonlijke beschermingsmiddelen onder de richtlijn. Er is echter een
uitzondering voor een aantal producten. Producten speciaal ontwikkeld voor strijdkrachten. Helmen
en vizieren vallen hier bijvoorbeeld onder.
De richtlijn maakt onder de persoonlijke beschermingsmiddelen onderscheid tussen drie
verschillende categorieën: Categorie I, categorie II en categorie III. De indeling van het product in
een van deze categorieën is afhankelijk van het risico dat het product met zich meedraagt. Heeft het
product een 'eenvoudig ontwerp' en zijn de risico's dat de gezondheid wordt geschaad door falen of
toedoen van het product klein, dan valt het product in categorie I. Een voorbeeld van de producten
die onder 'eenvoudig ontwerp' vallen zijn een zonnebril, een vingerhoedje en tuinhandschoenen.
Heeft het product een 'complex ontwerp' en zijn de risico's voor de gebruiker groter, valt het
product in categorie II. Voorbeelden van producten met een 'complex ontwerp' zijn bijvoorbeeld
ademhalingsapparatuur en beschermingsmiddelen die beschermen tegen vallen van bepaalde
hoogte. Elk ander beschermingsmiddel valt in categorie III.
Elk van deze drie categorieën behoeven een CE markering, een groot voordeel van categorie I is
echter dat de fabrikant of importeur van het product deze zelf mag aanbrengen en geen
"aangemelde instantie" nodig is om het product op de normen te testen.
Voor Meekes zal het financieel het meest aantrekkelijk zin als het product in categorie I zal vallen,
omdat dan geen "aangemelde instantie" nodig is om normen vast te stellen en het product hierop te
testen. Dit zal een stuk voordeliger zijn. In welke categorie het hoefsmidschort valt zal worden
onderzocht in paragraaf 2.3.
2.2
Welke stappen moeten gevolgd worden voor een CE normering?
De Europese Commissie heeft een totale internetsite geweid over het hoe en wat er gedaan moet
worden om een CE markering op een product te kunnen aanbrengen. Er staan verschillende stappen
beschreven per productgroep.
8
Ten eerste moet de productgroep bepaald worden. Het hoefsmidschort valt duidelijk onder de
productgroep “persoonlijke beschermingsmiddelen”.
Stap 1: Richtlijnen
Ga na binnen welke sector het product valt. Zoals bekend valt het hoefsmidschort binnen de
productgroep "persoonlijke beschermingsmiddelen". Richtlijn 89/686/EEG inzake persoonlijke
beschermingsmiddelen is hier van toepassing. Alle essentiële informatie is terug te vinden in de
richtlijn. De Richtlijn staat in zijn geheel in Bijlage 2.
Stap2: Ga na welke eisen er gelden
In Bijlage II van de Richtlijn staan de veiligheidsvereisten vermeld waaraan het product moet
voldoen. Valt een product onder categorie I, is deze richtlijn niet van toepassing.
De eisen die van toepassing zijn voor het hoefsmidschort worden verder beschreven in paragraaf
2.4.
Stap 3: heeft u een aangemelde instantie nodig?
Zoals bekend is betreft persoonlijke beschermingsmiddelen alleen voor categorie II en III de
betrokkenheid van een aangemelde instantie nodig. Wat Meekes betreft, zal het dus het voordeligst
zijn als het schort in categorie I valt. In paragraaf 2.3 wordt verder beschreven in welke categorie het
hoefsmidschort valt.
Stap 4: controleer de conformiteit
Voor producten die binnen categorie I vallen hoeft de fabrikant of importeur enkel de technische
documentatie en een EG-verklaring van overeenstemming op te stellen, ter bevestiging dat het
product overeenstemt met de veiligheidsvereisten van de richtlijn.
Voor producten binnen categorie II en categorie III moet een aangemelde instantie een EGtypeonderzoek verrichten. Meer hierover in artikel 11 van de Richtlijn. In alle gevallen moet de
fabrikant of importeur de EG-verklaring van overeenstemming opstellen en ondertekenen.
Stap 5: Technische documentatie
Om een product CE te kunnen markeren is een belangrijk onderdeel het technisch dossier. Dit
dossier bevat technische informatie over het product. In Bijlage III van de Richtlijn staat beschreven
wat er vereist is voor een compleet technisch dossier. Dit dossier dient door de fabrikant of
importeur zorgvuldig bewaard te worden. Er moet tot tien jaar nadat het laatste product op de
markt is gebracht op het technisch dossier terug gevallen kunnen worden.
Een technisch dossier bevat onder andere overzichts- en detailtekeningen van het
beschermingsmiddel, berekeningen, een lijst met veiligheidsvereisten een omschrijving van de
controle- en beproevingsmiddelen en een gebruiksaanwijzing. Als een product binnen categorie I
valt, zullen bepaalde punten komen te vervallen.
Stap 6: Breng de CE markering aan
Als alle stappen zijn doorlopen, moet het CE logo op het product worden aangebracht. Is het niet
mogelijk het logo zichtbaar en leesbaar op het product aan te brengen, dan moet het op de
verpakking worden aangebracht.
De letters mogen niet kleiner zijn dan 5 mm. Hierbij mogen de verhoudingen niet worden veranderd.
9
Wanneer een aangemelde instantie betrokken is bij de overeenstemmingbeoordelingsprocedure,
moet ook haar identificatienummer worden afgebeeld.
2.3
In welke categorie vallen de hoefsmidschorten?
Om te bepalen of het hoefsmidschort in de categorie 'eenvoudig ontwerp', 'complex ontwerp' of een
derde categorie: beschermingsmiddelen die tot geen van beide behoort, moet bepaald worden aan
de hand van de Richtlijn. Dit blijkt erg lastig te zijn, aangezien de richtlijn erg oppervlakkig blijft en er
geen enkele instantie/bedrijf uitsluitsel kan of wil geven. Hierbij zijn de Kamer van Koophandel,
Agentschapnl, de NEN, TUV, CE Solutions en Euronorm gecontacteerd.
In artikel 8 staat beschreven wanneer een product tot “eenvoudig ontwerp” en “complex ontwerp
behoort”:
Tot categorie “eenvoudig ontwerp” (ook wel categorie I genoemd) behoren uitsluitend
beschermingsmiddelen die de drager moeten beschermen tegen:
mechanische factoren die slechts oppervlakkige letsels veroorzaken (tuinhandschoenen,
vingerhoeden, enz.);
vrij onschadelijke schoonmaakmiddelen waarvan de gevolgen gemakkelijk ongedaan zijn te
maken (beschermhandschoenen tegen reinigingsmiddelen in verdunde oplossing enz.);
de gevaren van het hanteren van warme voorwerpen, waarbij hij niet wordt blootgesteld aan
een temperatuur van meer dan 50 gC, noch aan gevaarlijke stoten of schokken
(handschoenen, schorten voor beroepsdoeleinden enz.);
weersomstandigheden die niet uitzonderlijk of extreem van aard zijn (hoofdbedekking,
seizoenkleding, schoenen en laarzen, enz.);
kleine stoten, schokken en trillingen die geen vitale lichaamsdelen treffen en waarvan de
gevolgen geen blijvend letsel kunnen veroorzaken (lichte hoofdbedekkingen ter bescherming
van de hoofdhuid, handschoenen, lichte schoenen enz.);
zonnestraling (zonnebrillen).
Omdat er bij de categorie “eenvoudig ontwerp” geen type EG onderzoek vereist is en dus ook geen
aangemelde instantie, heeft deze categorie duidelijk de voorkeur van Meekes. Het prijskaartje dat
hier aan hangt is simpelweg veel aantrekkelijker.
Waarschijnlijk valt het hoefsmidschort in categorie I of categorie II, gezien categorie III de producten
bevat die tegen ernstig letsel beschermen. Wel moet er naar het punt “uitrusting voor
werkzaamheden in hete omgevingen met effecten die vergelijkbaar zijn met die van een
luchttemperatuur van 100 gC of hoger, met of zonder infrarode straling, vlammen of grote
hoeveelheden wegvliegend gesmolten materiaal” gekeken worden. Mits er bij het smeden van het
hoefijzer “grote hoeveelheden wegvliegend gesmolten materiaal” voorkomen, zal het schort in
categorie III vallen.
Erik van der Hoeven van het bedrijf Euronorm stelt dat: “de gevaren van het hanteren van warme
voorwerpen, waarbij hij niet wordt blootgesteld aan een temperatuur van meer dan 50 gC, noch aan
gevaarlijke stoten of schokken (handschoenen, schorten voor beroepsdoeleinden enz.)” geen richtlijn
maar een eis is en dat bij het schort dus EG typeonderzoek vereist is als de gebruiker wordt
blootgesteld aan een temperatuur hoger dan 50°C. Hoe deze 50°C moet worden geïnterpreteerd is
echter de grote vraag. Er kan gezegd worden dat bij het beslaan het hoefijzer niet tegen het schort
aan hoort te komen en dat het schort uitsluitend geschikt is voor het beslaan en niet het smeden
zelf. Om te kijken naar de mogelijkheden in de keuze van de categorie, is een afspraak gemaakt met
Jos Putman van het bedrijf Intersafe. Jos Putman heeft veel ervaring op het gebied van lasschorten
CE markeren.
10
Gebaseerd op de richtlijn en de mening van de specialist, is de conclusie getrokken dat het schort
waarschijnlijk binnen categorie II valt. De temperaturen waar het schort aan blootgesteld wordt
liggen rond de 900 graden Celcius en het hoefsmidschort beschermt niet enkel tegen oppervlakkige
schade. Hierdoor kan het hoefsmidschort gewoonweg niet in categorie I vallen. Categorie III is voor
erg zware beschermingsmiddelen. Het hoefsmidschort valt in alle waarschijnlijkheid onder categorie
II. Dit is erg jammer voor Meekes, omdat het schort dus door tussenkomst van een aangemelde
instantie CE gemarkeerd moet worden.
2.4
Welke eisen gelden voor het hoefsmidschort
De eisen die op het schort van toepassing zijn, bevatten uiteraard de algemene voorschriften die
voor alle beschermingsmiddelen gelden (1). Verder moet het schort onder andere te voldoen aan
eisen voor beschermingsmiddelen die de te beschermen lichaamsdelen omhullen (2.2),
beschermingsmiddelen waarvan onderdelen verstelbaar zijn (2.9), bescherming tegen oppervlakkig
letsel (3.3) en bescherming tegen hitte en/of vuur (3.6).
1
Algemene voorschriften die voor alle beschermingsmiddelen gelden
2.2
Beschermingsmiddelen die de te beschermen lichaamsdelen omhullen
Beschermingsmiddelen die de te beschermen lichaamsdelen omhullen, moeten, voor zover
mogelijk, voldoende worden geventileerd om transpiratie ten gevolge van het dragen te
beperken; als dit niet mogelijk is, dan moeten zij zo mogelijk worden uitgerust met
voorzieningen om het transpiratievocht te absorberen.
2.9
Beschermingsmiddelen waarvan onderdelen verstelbaar zijn of door de gebruiker
kunnen worden verwijderd
Als beschermingsmiddelen onderdelen bevatten die verstelbaar zijn of door de gebruiker ter
vervanging kunnen worden verwijderd, dan moeten deze onderdelen zodanig zijn
ontworpen en gefabriceerd dat zij gemakkelijk zonder gereedschap kunnen worden versteld,
gemonteerd en gedemonteerd.
3.3
Bescherming tegen oppervlakkig letsel (wrijving, steek-, snij- en bijtwonden)
In beschermingsmiddelen, bestemd om het gehele lichaam of lichaamsdelen te beschermen
tegen oppervlakkig letsel, bij voorbeeld als gevolg van wrijving, steek-, snij- en bijtwonden,
moeten de gebruikte materialen en andere onderdelen van dien aard zijn en zodanig
worden aangewend dat dergelijke beschermingsmiddelen in voldoende mate bestand zijn
tegen afschuring, perforatie en doorsnijding (zie ook punt 3.1) rekening houdend met de te
verwachten gebruiksomstandigheden.
3.6
Bescherming tegen hitte en/of vuur
Beschermingsmiddelen bestemd om het gehele lichaam of lichaamsdelen te beschermen
tegen de gevolgen van hitte en/of vuur, moeten zo nodig een warmte-isolerend vermogen
en een mechanische weerstand bezitten, die in overeenstemming zijn met de te verwachten
gebruiksomstandigheden.
In Bijlage II van de Richtlijn staat de volledige lijst met fundamentele voorschriften betreffende de
gezondheid en veiligheid die voor de persoonlijke beschermingsmiddelen is opgesteld.
In deze paragraaf zijn enkel de belangrijkste eisen beschreven. De volledige lijst met voorschriften
die op het schort van toepassing zijn, staat beschreven in Bijlage 3.
11
2.5
Welke normen gelden voor het hoefsmidschort
De NEN (NEderlandse Normalisatie-instituut) beheert in Nederland de bestaande Normen. Er moet
bij een product gekeken worden aan welke normen deze dient te voldoen. Vervolgens wordt de
norm gekocht bij de NEN en kan het product door een aangemelde instantie getest worden op deze
norm.
De NEN heeft op haar website een lijst staan met bestaande normen. Omdat er geen specifieke
normen bestaan voor het hoefsmidschort, is het erg onduidelijke welke normen hiervoor van
toepassing zijn. Ook de NEN kan hierover geen uitsluitsel geven. De NEN kan geen advies geven over
de toe te passen normen, zij verkoopt deze alleen maar. Per norm staat een klein stukje toelichting
op de website van de NEN. De volledige inhoud moet echter gekocht worden. Heeft een fabriek of
importeur weinig ervaring op het gebied van normen en CE markeringen, dan is dit een erg moeilijke
klus en is de kans groot dat er normen aangeschaft worden die niet van toepassing zijn op het
product.
Door deze "rare" gang van zaken, is inschakeling van een extern bureau met als specificatie CE
normeringen eigenlijk een must.
Het bedrijf HaveP produceert werkkleding en heeft dagelijks te maken met het CE markeren van
nieuwe producten. Petra van Bemmel, een expert op dit gebied, kan alvast een norm vaststellen die
in ieder geval gebruikt moet worden. Deze norm betreft ISO 11612 en gaat over hittebestendigheid.
Of deze norm daadwerkelijk van toepassing is, kan echter alleen met zekerheid worden gezegd als
de volledige norm is aangeschaft en ingekeken.
2.6
Welke data is er nodig voor een technisch dossier hoefsmidschort
Op de website van de Europese commissie staat een lijst met elementen die het technisch dossier
moet bevatten. Hieronder staat beschreven wat dit betekent voor het hoefsmidschort.
Een technisch fabricagedossier bestaat uit:
1.
Overzichts- en detailtekeningen van het beschermingsmiddel, in voorkomend geval vergezeld
van berekeningen en resultaten van de proeven met prototypes, dit binnen de perken van
wat noodzakelijk is ter controle op de naleving van de basisvereisten;
Voor het hoefsmidschort betekent dit:
- een algemene beschrijving van het product
- ontwerp- en fabricagetekeningen
- gedetailleerde technische gegevens van verschillende essentiële onderdelen van het
product
- een risicobeoordeling om de eisen en gezondheidseisen vast te stellen
2.
Een limitatieve lijst van de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften, alsmede
van de geharmoniseerde normen of andere technische specificaties die bij het ontwerp van
het model in acht zijn genomen, waarnaar verwezen wordt in artikel 3 en 5;
Voor het hoefsmidschort betekent dit:
- de in paragraaf 2,4 samengestelde lijst van eisen die zijn nageleefd
- gebruikte normen die zijn nageleefd
3.
Een beschrijving van de controle- en testmiddelen die in het bedrijf van de fabrikant zullen
worden aangewend om te controleren of de geproduceerde persoonlijke
beschermingsmiddelen overeenstemmen met de geharmoniseerde normen of andere
technische specificaties en om een kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen;
12
Voor het hoefsmidschort betekent dit:
- verslaglegging berekeningen en tests
- certificaten en keuringsrapporten
- bij serieproductie, de interne bepalingen die zijn nageleefd om de overeenstemming
met de richtlijn(en) te kunnen waarborgen
4.
Een exemplaar van de in punt 1.4 van bijlage II bedoelde gebruiksaanwijzing.
Voor het hoefsmidschort betekent dit:
- gebruiksaanwijzing
In Bijlage 4 zijn de voorlopige technische dossiers terug te vinden van de volgende vijf schorten:
zomerschort lang, zomerschort kort, winterschort lang, winterschort kort en topfit.
2.7
Welke aangemelde instanties voeren welke keuringen uit?
In Nederland en de EU zijn verschillende instanties die producten kunnen keuren. Omdat er veel
verschillende productgroepen zijn, is er voor elke verschillende groep wel een instantie die
keuringen uitvoert. Met de keuring wordt gekeken of een product of een onderdeel daarvan voldoet
aan de normen. Zo zou een instantie bijvoorbeeld een trektest uit kunnen voeren op metalen of
kunststoffen producten.
Er zijn tal van aangemelde instanties die bevoegd zijn het hoefsmidschort te markeren. De instantie
die het meest geschikt lijkt voor het markeren van het hoefsmidschort heet Centexbel en bevindt
zich in België. Het bedrijf is gespecialiseerd in het markeren van textiel en werkkleding. Ook het
bedrijf Satra, gelegen in Engeland is gespecialiseerd in textiel.
De instantie die door Nederland is aangewezen voor het uitvoeren van de
overeenstemmingsbeoordeling van de Richtlijn 89/686/EEG inzake persoonlijke
beschermingsmiddelen is TÜV Rheinland Nederland B.V. Zij voeren als het ware de controles uit.
Mochten er misstanden aan het licht komen, dan is de aangemelde instantie die heeft getest of het
product aan de normen voldoet hiervoor verantwoordelijk.
2.8
Wat zijn de kosten?
Omdat het bijna onmogelijk is om als onervaren bedrijf een product CE gemarkeerd te krijgen
zonder hulp van een extern bureau, is besloten het bedrijf CTex om advies te vragen. Annemieke
Pakkert, expert op het gebied van CE markeringen rondom werkkleding heeft de volgende
inschatting van kosten voor een CE markering gemaakt:
-
Certificatiekosten: ± 400 euro
Begeleiding CTex: 95 euro per uur, totaal geschat op 1300 euro
Testen: ± 200 euro per test, totaal geschat op 800 euro
De kosten voor andere schorten zullen echter aanzienlijk lager zijn, omdat deze in het dossier van
het eerst gekeurde schort opgenomen zouden kunnen worden, aangezien het dezelfde werking en
materialen betreft. Het is verstandig om het "zwakste" schort alle testen te laten ondergaan, de
sterkere schorten kunnen daarna zonder veel extra werk in het dossier opgenomen worden.
13
3. Wat is het advies richting Meekes?
3.1
Waar staat het schort in het proces?
Op het moment zijn een aantal onderdelen van het technisch dossier af. Deze onderdelen zijn:
- een algemene beschrijving van het product
- ontwerp- en fabricagetekeningen
- gedetailleerde technische gegevens van verschillende essentiële onderdelen van het
product
Deze onderdelen zijn terug te vinden in Bijlage 4.
De onderdelen die nog gedaan dienen te worden voor het technisch dossier zijn:
- een risicobeoordeling om de eisen en gezondheidseisen vast te stellen
- de in paragraaf 2,4 samengestelde lijst van eisen die zijn nageleefd
- gebruikte normen die zijn nageleefd
- verslaglegging berekeningen en tests
- certificaten en keuringsrapporten
- bij serieproductie, de interne bepalingen die zijn nageleefd om de overeenstemming
met de richtlijn(en) te kunnen waarborgen
- gebruiksaanwijzing
Deze onderdelen kunnen echter alleen gedaan worden als de normen en eisen zijn vastgesteld door
het bedrijf CTex en de aangemelde instantie tests hebben uitgevoerd. De ISO 11612 norm zal in
ieder geval een van de te controleren normen zijn. Deze stappen zullen door CTex en de aangemelde
instantie Centexbel worden uitgevoerd.
Aangezien alles wat het bedrijf Meekes zelf kan doen voor de CE markering is gedaan, ligt de rest van
het proces nu bij het bedrijf CTex.
3.2
Welke stappen moeten nog uitgevoerd worden?
De stappen die nog uitgevoerd moeten worden om de schorten een CE markering toe te mogen
kennen zijn:
-
Risicobeoordeling maken van de beroepsgroep
Categorie bepalen. Dit is hoogstwaarschijnlijk categorie II. Dit afstemmen moet in
overeenstemming met Centexbel en zal tussen CTex en Centexbel plaatsvinden.
Overeenstemmen met Centexbel welke normen getoetst moeten worden.
Een begroting maken. Een ruwe schatting van CTex is dat het totaalbedrag uit zal
komen orond de 2500 euro.
Testen uitvoeren en einddossier samenstellen. Hier kunnen de delen van het
voltooide technisch dossier aan toegevoegd worden.
De "notified body" ofwel aangemelde instantie, Centexbel, certificeert het product.
14
4.
Analysefase
Naast een CE markering verkrijgen voor de schorten van Meekes is het doel van deze Bachelor
Eindopdracht het ontwerpen van een hoefsmidschort met een duidelijke meerwaarde.
Elk ontwerpproces begint met een uitgebreide analysefase. In deze analysefase zullen de huidige
schorten van Meekes en die van de concurrent bestudeerd worden. Tevens wordt de doelgroep; de
hoefsmeden benaderd en geïnterviewd. Deze interviews vinden plaats op de werkplek van de
hoefsmeden. Daarom wordt de omgeving waar de hoefsmeden in werken ook gelijk geanalyseerd.
Vervolgens wordt er gekeken welke materialen beschikbaar zijn voor het vervaardigen van een
hoefsmidschort en worden de productietechnieken die Meekes reeds in huis heeft geanalyseerd.
Aan de hand van de analysefase kan een Programma van Eisen en Wensen samengesteld worden,
besproken in paragraaf 4.8.
4.1
Bestaande schorten Meekes
De schorten Bedrijf 1 Zomer en Bedrijf 1 Winter, worden beschouwd als de belangrijkste modellen
van Meekes. Deze twee modellen zullen tijdens deze Bachelor Eindopdracht verbeterd moeten
worden. Daarom zijn deze modellen uitvoeriger bekeken en geanalyseerd. In Bijlage 5 worden de
modellen Bedrijf 1 Topfit en Bedrijf 2 AS lightweight summer apron verder geanalyseerd.
Bedrijf 1 Winter (Kort)
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
Figuur 4.1
Het wintermodel van Bedrijf 1 bestaat in zijn geheel uit blauw leer.
Het bovenstuk (4), de flapjes (8) aan de achterkant van het
klittenband en beendelen zijn van een suede-achtig leer en de
kniestukken (9) en het kruisbandje (6) van gladder leer. De zakjes (10)
voor de mesjes zijn van dezelfde soort leer, alleen in het zwart. Het
wordt in de taille op zijn plaats gehouden door een blauw leren riem
(1) met aan de ene kant een metalen rolgesp (2) en aan de andere
kant klittenband (3). Rond de bovenbenen wordt het bevestigd met
klittenband (7). Naast zwart garen worden holnieten (11) gebruikt om
de meest belaste onderdelen te ondersteunen in hun bevestiging. Het
gaat hier om de standaard holniet, zonder callot of een “mannetje” en
15
Figuur 4.2
een “vrouwtje” (figuur 4.2). Verder is het merk op het schort geprint, zoals te zien op de foto.
De bevestiging van klittenband om de benen zorgt er voor dat het schort eenvoudig en snel aan- en
uit te trekken is. Ook zorgt de combinatie van het klittenband en de rolgesp er voor dat er gekozen
kan worden voor de meest persoonlijke manier van verstellen en bevestigen.
Figuur 4.3
Figuur 4.4
Bedrijf 1 Zomer (Kort)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Figuur 4.5
16
Het zomermodel van Bedrijf 1 is lichter dan het wintermodel. Het bovendeel
(4) en de beendelen (9) bestaan uit blauw Proban doek en de kniestukken
(12) uit blauw leer. Het schort wordt in de taille gehouden door een nylon
riem (3) met plastic steekgesp (2). De riem is verstelbaar door middel van een
passant(1). In figuur 4.X is een passant te zien. De beendelen kunnen worden
vastgezet door middel van klittenband (7). De randen van het doek zijn
afgekant met zwart boordband (5). Om het zwaarbelaste deel van het kruis
beter te beschermen, is hier een extra stukje leer, het kruisbandje (6) aan
genaaid ter versteviging. De kniestukken zijn dubbel op het doek gestikt met
zwart garen. De zwart leren zakjes (11) voor de messen zijn vast gestikt op de
kniestukken en ter versteviging nog vier keer vastgeniet met holnieten (10).
Ook het flapje (8), dat om het bovenbeen gelagen wordt, zit ter versteviging
vastgeniet.
Figuur 4.6
Figuur 4.7
Figuur 4.8
4.2
Concurrentie
De grootste concurrenten van Meekes zijn Gibbins, Con Cuero en Hoof Designers. In Bijlage 7 zijn de
hoefsmidschorten van deze drie merken eens ernstig onder de loep genomen. Hier volgt echter een
korte samenvatting over deze drie grote concurrenten. De prijzen die de verschillende merken liggen
niet ver uit elkaar. Gibbins vraagt tussen de 200 en 300 euro voor een schort, Hoof Designer zit rond
de 200 euro en Con Quero tussen de 220 en 250 euro. De prijzen kunnen echter veel verschillen per
distributeur. In paragraaf 4.4 worden de prijzen in een tabel tegen elkaar afgewogen. De uitstraling
van de schorten van deze concurrenten wordt ook in paragraaf 4.4, in de doelgroep enquête
getoetst ten opzichte van de schorten van Meekes.
17
Gibbins:
Gibbins is een Engels bedrijf dat al jaren hoefsmidschorten produceert en verkoopt. De schorten zijn
ten opzichte van de andere hoefsmidschorten die in omloop zijn bijzonder duur. Volgens Gibbins is
dit te wijten aan het fijt dat alle schorten handgemaakt zijn. Dit is op zich niet gek, aangezien de
handelingen die verricht moeten worden moeilijk totaal geautomatiseerd kunnen worden
uitgevoerd. Gibbins houdt vast aan een "ambachtelijke uitstraling". Dit realiseert het bedrijf door
vooral bruin of groen suede te gebruiken en de fournituren hoofdzakelijk uit metaal te laten
bestaan. Het logo van Gibbins is een leren badge met het logo er in gebrand. Naast de totale leren
versie, verkoopt Gibbins ook de "light versie" bestaande uit doek en leer.
Figuur 4.9
Con Cuero:
Con Cuero is een Spaans bedrijf dat Hoefsmidschorten produceert. In Nederland is de afzetmarkt
van het bedrijf aanzienlijk. Het bedrijf produceert vooral schorten die in hun geheel uit leer bestaan.
Doek en nerfleer komt eigenlijk niet voor. De fournituren die gebruikt worden bestaan veelal uit
metaal. Zo wordt de ijzeren rolgesp gebruikt, nieten en metalen drukknopen om de beenstukken te
bevestigen. Wel wordt er bij de riem naast een rolgesp ook gebruik gemaakt van klittenband, om het
gebruiksgemak te verbeteren. De zakken die op het schort aanwezig zijn, zitten vrijwel op de
gebruikelijke plaats en hebben de gebruikelijke afmetingen. Wel is er vaak nog een extra zakje op
het schort toegevoegd. Voor welk gereedschap deze dient is niet duidelijk. Ook is er op alle schorten
van Con Cuero een rond stukje leer opgenaaid. Waarschijnlijk kan hier in een exclusiever model een
magneetje voor de metalen nagels in genaaid worden. Voor de analyse zijn de schorten Paris (Kort)
en Barcelona (Lang) gebruikt.
18
Figuur 4.10
Hoof Designers:
Hoof Designers is een Frans bedrijf dat onder andere hoefsmidschorten produceert. Het schort van
Hoof Designers komt qua model en uitstraling sterk overeen met het zomerschort van Bedrijf 1. De
basis is gemaakt van blauw doek en de kniestukken zijn van zwart suède. Wat Hoof Designers wel
heeft en wat Bedrijf 1 niet heeft, is de voering onder de kniestukken. Hier is een soort schuim
toegevoegd, om de knieën extra demping te geven. Verder vallen de zakjes voor de mesjes op, deze
hebben extra flapjes. Het logo van is in het doek geborduurd.
Figuur 4.11
19
4.3
Gebruikt schort
Achterkant
Doek scheurt
Doek scheurt van riem
Kruis
Kniestuk slijt
Boordband been laat los
Garen en nieten zakjes laten los
Figuur 4.12
In het onderzoek zijn drie gebruikte zomerschorten van Bedrijf 1 geanalyseerd. Alle schorten
vertonen vergelijkbare slijtageplekken. Alle schorten zijn te vinden in Bijlage 9. Het bovenstaande
schort is er het ergst aan toe. Zo is duidelijk te zien op welke plek het schort het meest intensief
gebruikt wordt; Het kniestuk is helemaal doorgesleten. Verder is bij alle schorten te zien dat het
garen is doorgesneden in de buurt van het kruis. Dit komt doordat de hoefsmid hier vaak uitschiet
als hij met zijn mesjes bezig is het paard te bekappen. Ook het doek is op verschillende plekken
gescheurd. De zakjes blijven in de meeste gevallen ook niet perfect zitten. Als er een paard achter
blijft haken scheuren deze meestal los. De hoefsmeden hebben allemaal op hun eigen creatieve
manier de zakjes opnieuw bevestigd. Wat een positief punt is, is dat alle schorten als ze slijtage
beginnen te vertonen ze dat op meerdere plekken tegelijkertijd doen. Het complete schort is af en
niet een enkel onderdeel, waardoor het zonde zou zijn het schort weg te gooien.
Figuur 4.13
20
In figuur 4.13 zijn de twee andere gebruikte schorten te zien. In
figuur 4.14 is een schematische weergave te zien van het
hoefsmidschort en is met kleur aangegeven waar het schort het
hardste slijt. Op de rode plekken slijt het schort duidelijk het
hardst. Dit komt doordat dit het gebied is waar de hoef op het
been rust en de hoef geraspt en geveild wordt. Hierbij wordt het
schort vaak geraakt en slijt het leer hard. Op de blauwe plekken
wordt het schort amper belast. Wat opvalt is dat de naden bij het
zakje ook zwaar belast worden en snel kapot gaan. Het
kruisbandje verslijt ook snel.
Gemiddeld gaat een schort 1 jaar mee.
4.4
Figuur 4.14
Doelgroep
Om een duidelijker beeld van de doelgroep te kunnen krijgen, is er bij een viertal hoefsmeden een
kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat uit een diepte interview, het bestuderen
van de hoefsmeden tijdens het werk en een schriftelijke enquête. Het is erg belangrijk een duidelijk
beeld te krijgen over de werkzaamheden van de hoefsmid, de omgeving waarin deze uitgevoerd
worden en de kleding die hierbij gedragen wordt. Om een verbeterd hoefsmidschort op de markt te
zetten kunnen de voorkeuren van de hoefsmeden erg goed van pas komen. Het diepte interview, de
enquête en de resultaten hiervan zijn terug te vinden in Bijlage 10. Een vollediger omschrijving van
deze interviews is terug te vinden in Bijlage 11.
Frequentie gebruik
De hoefsmid draagt het schort bij het beslaan en bekappen van het paard. Bij het bekappen van het
paard wordt de hoef bijgeknipt, gesneden en gevijld. De nageld van het paard worden als het ware
geknipt. Bij het beslaan van een paard worden hierbij ook hoefijzers op de hoef bevestigd. Bij het
beslaan komt ook een stukje smeedwerk kijken.
De vier geïnterviewde hoefsmeden werken gemiddeld 40 uur per week. Het schort wordt dus 40 uur
per week gedragen. Dit komt neer op zo'n 1600 uur per jaar.
Werkwijze
De hoefsmeden gebruiken het schort voor het bekappen en beslaan van het paard. Bij bekappen
wordt met een mesje (renet) de nagel weggesneden en met een vijl bijgeschaafd. De voornaamste
gereedschappen waar over het algemeen mee gewerkt wordt zijn de renetten, pastang, smeedtang,
smeedhamers, hoefrasp, kaphamer, beslaghamer, kapmes en de ijzer afneemtang. Renetten zijn
scherpe mesjes waarmee de overtollige hoef wordt weg gesneden. Als dit te zwaar gaat, kan de
hoefsmid de hoef weg beitelen met een kaphamer en een renet of beitel. De pastang en ijzer
afneemtang worden gebruikt om het hete hoefijzer te hanteren. Met deze scherpe of warme
gereedschappen kan de hoefsmid uitschieten tijdens het werk, of er kan in de broek worden
geschaafd. Daartegen biedt het schort bescherming. Op de plekken waar het schort het meest
intensief gebruikt wordt zitten de kniestukken van leer. Moet een paard naast beslagen ook bekapt
worden, biedt het schort ook bescherming tegen het gloeiende hoefijzer.
21
Figuur 4.15
Houding
De houding van de hoefsmeden is vaak gebogen. (figuur 4.16) Dit is noodzakelijk om goed bij de hoef
te kunnen. Verder rust het been van het paard in de meeste gevallen op de bovenbenen van de
hoefsmid. Dit kan door het been van het paard tussen de benen door te steken (Vandaar de
gespleten vorm van het schort) of door het been van het paard van opzij over het bovenbeen te
leggen. Voor het bijvijlen van de ijzeren nagels kan het been van het paard ook op een speciaal
paaltje gezet worden. De hoefsmid staat bij het bewerken hiervan echter nog steeds gebogen.
Door deze grote en langdurige belasting van de rug kampen veel hoefsmeden na een aantal jaren
met rugklachten. Deze rugklachten zijn in de hoefsmidwereld echter een groot taboe. De drempel
om met een ondersteunende rugband gezien te worden is voor de gemiddelde hoefsmid erg hoog.
Figuur 4.16
Schort
De vier ondervraagde hoefsmeden hebben allemaal een ander hoefsmidschort. Zij zijn over het
algemeen allemaal zeer tevreden over hun hoefsmidschort. De schortkeuze wordt bij sommige
hoefsmeden gedreven door financiële overwegingen en bij anderen weer doordat het huidige schort
zeer goed bevalt. Alle hoefsmeden vinden de schortjes van Bedrijf 1 een prima prijs/kwaliteit
verhouding hebben en hebben ook allemaal wel eens met het schort gewerkt. Dit beviel prima.
22
Verbeterpunten en eisen
Wat opvalt is dat er de laatste maanden blijkbaar een revolutie gaande is op het gebied van
rugondersteuning. Het werk Silverback heeft een schort ontwikkeld met een rugpad en alle
hoefsmidsmeden hebben hier positieve berichten over gehoord. Alle ondervraagde
hoefsmidsmeden zouden graag een betaalbare rugpad zien aan hun schort.
Verder zijn de belangrijkste eisen die zijn genoemd: moet comfortabel zijn, moet veilig zijn en moet
stevig zijn. Verder is het belangrijk dat het paard niet achter het schort kan blijven haken.
Het schort moet verder ruimte bieden voor twee renetten. Andere features moeten alleen worden
toegevoegd als dit de kostprijs van het schort niet of nauwelijks beïnvloedt. De hoefsmid is
gemiddeld bereid tot de 250 euro uit te geven aan een nieuw schort. Het schort moet minstens een
jaar meegaan. Deze eis is terug te vinden in het Programma van Eisen en Wensen in paragraaf 4.8.
Esthetiek
De hoefsmeden is gevraagd in de grafiek van figuur 4.17 de schorten te plaatsen waar zij schatten
dat de prijs is en wat zij vinden van de uitstraling. Scoort de uitstraling hoog bij de hofsmeden, dan
wordt het schort hoog in de grafiek geplaatst. Denken de hoefsmeden dat de prijs eveneens hoog is,
dan wordt her hoefsmidschort rechts in de grafiek geplaatst. Zoals te zien scoort Bedrijf 1 (dik
omlijnd) boven gemiddeld. Meer informatie hierover in Bijlage 11.
De hoefsmeden zien graag een hoefsmidschort met donkere kleuren. Hierdoor vallen vlekken
minder op en ziet het schort er langer toonbaar uit. Over het algemeen hebben de hoefsmeden
voorkeur voor natuurlijke materialen. Mocht er een nieuw synthetisch materiaal op de markt komen
met meerwaarde, zou een deel hier echter ook open voor staan.
Klittenband en de plastic steekgesp hebben overduidelijk de voorkeur. De metalen rolgesp wordt
ook genoemd, en de drukknoop een enkele keer. De drukknoop valt niet in de smaak, omdat het
paard er achter zou kunnen blijven hangen en er niet praktisch uitziet. Uit deze resultaten blijkt dat
de hoefsmeden functionaliteit boven esthetiek stellen. Het is fijn als het schort er representeerbaar
uitzient, maar het moet vooral functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid bieden.
Figuur 4.17
23
Figuur 4.17
4.5
Omgeving
Zoals verwacht is de werkomgeving van een hoefsmid voornamelijk de paardenstal of in een speciale
was- of beslaplaats voor paarden. Paarden worden ook nog wel eens buiten beslagen als het mooi
weer is. Verder werken hoefsmeden veel in hun eigen auto, waar de machines waar mee gewerkt
wordt staan.
Figuur 4.18
24
4.6
Materialen
Meer informatie over te gebruiken materialen is te vinden in Bijlage 12.
Voor het "doek" gedeelte van het schort kan de keuze worden gemaakt tussen synthetische
materialen of natuurlijke materialen. Alle synthetische materialen vallen eigenlijk direct af, omdat zij
niet genoeg beschermen tegen hitte en snel zullen smelten.
Er zijn veel natuurlijke materialen om weefsels mee te vervaardigen. Linnen, wol, jute, katoen, sisal
en hennep kunnen allemaal opties zijn. Als er wordt gekeken naar de stevigheid, prijs en structuur
van de stof valt een groot deel van deze materialen direct af. Hennep is vijf keer slijtvaster dan
katoen en ook een zeer interessant materiaal voor het hoefsmidschort. Helaas is de techniek
vandaag de dag nog niet zo ver dat het materiaal tegen een aantrekkelijke prijs op de markt
gebracht kan worden. In de toekomst kan hennep zeker de moeite waard zijn om mee te nemen in
de overweging. Zeker omdat het een zeer duurzaam product is.
Het meest voor de hand liggende materiaal is katoen. Veel werkkleding wordt gemaakt van katoen,
dit komt omdat het materiaal veel vocht opneemt en niet klam aanvoelt, waardoor het
draagcomfort aanzienlijk wordt verhoogd. Verder is katoen als enige vezel wasbaar op 90°C en kan
het niet smelten en vat het niet snel vlam als het wordt blootgesteld aan vonken of gloeiende
objecten.
Katoen kan verstevigd worden met polyester. Polyester kan echter wel smelten. Om het materiaal te
beschermen tegen hitte, kan het echter geïmpregneerd worden met een vlamvertragend middel. De
huidige schorten worden gemaakt van 100% katoen. Qua stevigheid biedt dit voldoende dekking en
daarom zal katoen de voorkeur hebben als te gebruiken materiaal.
Voor de kniestukken wordt vandaag de dag leer gebruikt. Er kan aan gedacht worden de kniestukken
te vervangen door de kevlar matten die ook in steekwerende vesten worden gebruikt. Helaas kan dit
synthetische product slecht tegen hitte en is een natuurlijk materiaal interessanter. Omdat leer goed
hitte kan weerstaan, stevig is, buigzaam en relatief goedkoop, wordt voor de kniestukken gekozen
voor leer.
De hoefsmeden stellen voorkeur aan kniestukken van leer. Deze dragen bij aan de uitstraling van het
hoefsmidschort. Ook natuurlijke materialen zoals katoen of hennep dragen de voorkeur. De
materiaalkeuze zal de goedkeuring van de hoefsmidsmeden dragen.
4.7
Productietechnieken
Omdat het te ontwerpen vernieuwde hoefsmidschort door Meekes zelf geproduceerd gaat worden
is het belangrijk een inventarisatie te maken van de bestaande machines en productieprocessen bij
Meekes. Misschien is er hier en daar ruimte voor verbetering, maar is dit rendabel? Hier dient goed
over nagedacht te worden. Eventuele verbeteringen aan de huidige productieprocessen worden
aangedragen in Bijlage 13.
De productietechnieken die op het moment gebruikt worden voor de schorten zijn vanuit Meekes
zijn ruwweg: Stansen, snijden, naaien, nieten en bedrukken.
25
Snijden
Het snijden van het doek gebeurt met een snijmachine. De vorm van de uit te snijden figuur wordt
eerst door middel van een mal op het doek getekend en vervolgens door een werknemer uit het
doek gesneden met de snijmachine. Op deze manier kunnen meerdere lagen tegelijkertijd gesneden
worden, tot 50 lagen aan toe. Dit is een upper cutter snijmachine. Dit is een precies werkje en een
redelijk tijdrovend proces.
Stansen
Figuur 4.19
Op het moment is Meekes in het bezit van twee stansmachines. Een grote en een kleine. Vrijwel alle
leren onderdelen van de schorten worden door middel van de stansmachine gestanst. Voor elke
vorm is één stansmes beschikbaar. Als er meerdere onderdelen uit één stuk leer moeten worden
gestanst, moet het mes dus steeds worden verplaatst. Dit komt doordat het fabriceren van
stansmessen wordt uitbesteed en een nieuw stansmes erg duur is. (150-300 Euro)
Het enige stukje leer dat met de hand wordt gestanst, is het gaatje voor de metalen rolgesp bij enige
schorten. Dit gaatje wordt met een hamer en een stans voor de hand uit het leer geslagen.
Naaien
Figuur 4.20
26
Meekes telt in totaal 15 verschillende industriële naaimachines. Hiermee worden alle producten
genaaid. De zware machines zijn sterk genoeg om door dik leer en nylonband heen te naaien.
Nieten
Figuur 4.21
Op het moment worden voor het schort automatische nieten gebruikt. Deze nieten zijn enkelzijdig
en kunnen in één handeling door het schort geslagen worden. Een nadeel van deze soort niet is de
afwerking aan de achterkant. Deze ziet er minder mooi uit. Om de achterkant van het schort er toch
goed uit te laten zien, worden de nieten op de zichtbare plekken afgewerkt met calotes. Dit is een
extra metalen “dopje” dat op de achterkant van de automatische niet gedrukt wordt.
Een andere manier van nieten is door middel van het gebruik van een holniet. Hierbij bestaat de niet
uit twee delen; een mannetje en een vrouwtje. Deze twee delen worden weer zo in elkaar geslagen,
dat ze in elkaar grijpen. Op deze manier zien de voor- en achterkant van de niet er mooi afgewerkt
uit. Een nadeel aan deze soort niet is dat de niet niet zelfsnijdend is. Er moet dus van tevoren een
gat voorgeslagen worden in het leer. Dit is weer een extra handeling. De ideale niet met een
minimaal aantal handelingen zou bestaan uit een zelfsnijdende holniet. Helaas is deze (nog) niet op
de markt.
27
Figuur 4.22: Holniet en automatische holniet met calot
4.8
Programma van Eisen en Wensen
Voor het hoefsmidschort is het volgende programma van eisen en wensen opgesteld.
Eis
Moet onderliggende kleding beschermen
Moet de gebruiker beschermen tegen steken
op de bovenbenen
Moet de gebruiker beschermen tegen
smeedvonken
Moet stevig zijn
Moet minstens 1 jaar meegaan
Moet ruimte bieden voor onderliggende
kleding
Moet ruimte bieden voor attributen
Mag de bewegingen niet belemmeren
Moet veilig zijn
Specificatie
Vuil, scheuren
Minimale temperatuur van 800°C
Dubbele naden en verstevegingen van de stof
waar nodig.
Bij gebruik van 20 uren per week
Minimaal één spijkerbroek
Kleine gereedschappen tot (20cm lengte 3cm
breedte) moeten opgeborgen kunnen worden
-
Moet verkrijgbaar zijn in passende maten
Moet de rug ondersteuning bieden
Makkelijk aan te trekken
Makkelijk uit te trekken
Brandvertragend
Het paard mag niet blijven haken aan
onderdelen van het schort
- Als het paard blijft haken moeten
onderdelen kunnen scheuren
- Binnen 30 seconden in normale
omstandigheden uit te trekken zijn
Bij 90% van de gebruikers
Indien gewenst
Binnen 3 handelingen
Binnen 1 handeling
Wens
Donkere kleuren
Natuurlijke materialen
Functionaliteit voor esthetiek
Specificatie
Blauw of zwart
Uitgezonderd van de fournituren
Gebruik van klittenband en steekgesp
28
5.
Ideefase
Bij het huidige schort is de achterkant open, wat voor ventilatie en ruimte voor bewegen zorgt. De
voorkant beschermt de benen voldoende. Er zal vooral gekeken moeten worden naar uitstraling,
plaatsing van zakken en sluitingen en toevoegingen van gadgets, zoals een magneet voor de nagels.
Ook zal het probleem van de snel slijtende naden het bekijken waard zijn. Maar bovenal is er grote
vraag naar een rugpad. Er zijn meerdere oplossingen voor een rugpad mogelijk. Deze worden
besproken in paragraaf 5.2.
5.1
Vorm
Om het nieuwe schort een vernieuwde uitstraling te geven, kan de vorm aangepast worden. Hierbij
kan gekeken worden naar de vorm van het mannenbeen, om het schort een mannelijkere uitstraling
te geven. Verder moet het kniestuk minimaal het gebied beslaan dat intensief gebruikt wordt en snel
slijt. In figuur 5.1 en 5.2 is te zien hoe het been van de man er van binnen en buiten uitziet. In figuur
5.3 is te zien waar het schort het meeste belast wordt. De rode gebieden worden het zwaarst belast,
gevolgd door geel en blauw.
Figuur 5.1
Figuur 5.2
Figuur 5.3
Er zijn veel verschillende vormen mogelijk waarbij het been goed beschermd wordt en de mannelijke
vormen goed uitkomen. Als het even kan, is het ook goed om er voor te zorgen dat er zo min
mogelijk leer gebruikt wordt. Dit omdat de leerprijs de afgelopen maanden aanzienlijk is gestegen.
Hiervoor is een vormenstudie uitgevoerd, te zien in figuur 5.4.
1
2
Figuur 5.4
29
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Figuur 5.4
Een opvallende spier in het been is de spier die van de heup naar de binnenkant van de knie loopt.
Eigenlijk is in alle geschetste schorten eenzelfde lijn terug te vinden. Schort 9 benadrukt deze vorm
echter het beste. Schort 1 en 10 bedekken hierbij een aanzienlijk groter deel van het been. Deze
vormen zullen het meest functioneel zijn voor de bescherming van het been en een sterke uitstraling
geven door de spierloop in het been te accentueren. Schort 1 is echter het huidige schort. Of het
rendabel is om deze vorm nog aan te passen is de vraag.
5.2
Rugpad
Om rugklachten tegen te gaan, zijn er verscheidene rugpads op de markt beschikbaar. Deze
ondersteunen de rug bij bijvoorbeeld bukken of tillen. Omdat de hoefsmid vaak en veel moet
bukken, treden rugklachten snel op bij de hoefsmeden.
Vooral de onderrug wordt veel belast door het vele bukken van de hoefsmeden. Rugondersteuning
in de vorm van een rugpad zal hierdoor een welkome toevoeging zijn. Omdat de hoefsmid
uitsluitend bukt als hij het hoefsmidschort draagt, zal het praktisch zijn als de rugpad direct op het
schort geïmplementeerd is. Hierdoor zal de pad vaker gedragen worden en minder snel weg gelaten
worden. De pad wordt met dezelfde handeling aangetrokken als het hoefsmidschort.
Op het moment zijn er al veel rugpads om rugklachten tegen te gaan beschikbaar. De rugpad in
figuur 5.5 is de pad die wordt gebruikt bij het schort Silverback. Deze pad schijnt uit de motorsport
te komen en is gemaakt van spuitgegoten kunststof. De rugpad is onlosneembaar verwonden met
het hoefsmidschort. De lengte van de mand kan met klittenband aan de voorzijde van het schort
versteld worden. Het schort kan uitgetrokken worden door middel van een plastic steekgesp.
30
Figuur 5.5
Er zijn echter ook pads op de markt waarbij gebruik wordt gemaakt van elastiek. Deze pads lijken
toereikender voor de machines van Meekes.
Figuur 5.6
Deze pads ondersteunen evenals de rugpad van Silverback de spieren in de onderrug. Om de druk op
de spieren in de onderrug groter te maken, is er in veel van deze pads elastiek toegevoegd. Eerst
wordt de pad om de middel vast gemaakt, waarna het elastiek wordt aangetrokken. Hierdoor kan de
gebruiker zelf bepalen hoeveel druk er op de spieren aanwezig is.
Rugband
Elastiek
Klittenband
Klittenband
Figuur 5.7
31
Gebaseerd op deze bestaande rugpads zijn veel vormen mogelijk. Er kan gewerkt worden met alleen
een verstevigende rugpad, maar ook naar rugpads die extra op de rug duwen door gebruik te maken
van elastiek.
Figuur 5.8
Omdat bij Meekes niet alle productietechnieken toereikend zijn, moet er worden gezocht naar een
oplossing die met de machines en materialen van Meekes gemaakt kunnen worden. Stof en elastiek
zijn minder stevig dan bijvoorbeeld plastic, om toch een bepaalde stevigheid te behalen kunnen
baleinen toegevoegd worden. Baleinen zijn dunne "stokjes" gemaakt van plastic of metaal, die door
tunnels in de stof geschoven worden om een kledingstuk meer stevigheid te geven. Baleinen zijn
vrijwel altijd terug te vinden in bijvoorbeeld een korset.
32
Figuur 5.9
5.3
Naden
Om de naden weg te halen uit het veel gebruikte gebied, zouden de kniestukken van leer hoger
kunnen worden gemaakt. (figuur 5.10) Hierdoor vallen de naden minder binnen het veel gebruikte
gebied rond het kruis. Er zal echter altijd een naad langs het kruis moeten gaan.
Kniestukken van leer
Zware slijtage naden
Figuur 5.10
Ook kan er worden gekeken naar andere oplossingen. In figuur 5.11 is een doorsnede te zien van
hoe de kniestukken op het doek kunnen worden opgenaaid. Door de naden op verschillende
manieren te beschermen kan de snelle slijtage tegengegaan worden.
Doek
Naad
Kniestuk van leer
Figuur 5.11
33
1. Afbeelding 1 geeft een beeld van de huidige situatie. De naden liggen bloot aan de
oppervlakte van het leer en kunnen zo doorgesneden worden.
2. Bij oplossing twee wordt er een extra reepje leer over de naad heen genaaid. Dit reepje leer
en zijn naden moeten eerst verslijten voordat de onderliggende naden doorgesneden
kunnen worden. Dit verlengt de levensduur.
3. Bij oplossing 3 komt er een stukje leer of een ander materiaal met een hoge slijtvastheid
tussen het doek en het kniestuk uit dat net iets breder is. Omdat dit stukje leer hoger ligt
dan het kniestuk, zal het mes de naad niet raken.
4. Bij oplossing 4 ligt er een reepje leer onder het kniestuk. Het kniestuk zal hierdoor een bocht
maken en door de hoek kan de naad niet geraakt worden door het mes.
5. Oplossing 5 verandert de structuur van het schort niet. Er wordt met een "stitch groover"
een kleine hoeveelheid leer weggesneden in de baan van de naad. Hierdoor zal de naad
dieper komen te liggen en zal hij minder snel doorslijten. De stitch groover is te zien in figuur
5.12.
Figuur 5.12: Stitch groover
5.4
Bevestiging en verstelbaarheid rugpad
De bevestiging van de rugpad kan door middel van een combinatie van klittenband en een
steekgesp. Het is belangrijk dat het schort en de pad aan beide kanten verstelbaar is, anders komt de
pad niet in het midden van de rug uit. Daarom moet de pad aan beide kanten met klittenband
verstelbaar zijn zoals in onderstaand plaatje en vervolgens aan een kant losgemaakt kunnen worden
door middel van een steekgesp. Het schort van Silverback heeft een soortgelijke werking.
Steekgesp
Figuur 5.13
34
Een ander idee om de verstelbaarheid te vergroten is de riem en het klittenband op verschillende
plaatsen doorstikken. Hierdoor kan de hoefsmid, in het geval hij erg slank is, uitstekende onderdelen
zelf afknippen en zit dit niet meer in de weg.
Figuur 5.14
Figuur 5.15
In figuur 5.14 is te zien hoe het flapje voor om het bovenbeen is gemaakt. Het klittenband is
meerdere keren doorgestikt door het leer en klittenband. In figuur 5.15 is een deel van het flapje
afgeknipt. Het Klittenband blijft goed bevestigd door de extra naad en zal ook nu niet loslaten.
35
6.
Conceptfase
In dit project is het erg moeilijk onderscheid te maken tussen de idee- en concept fase. In het
hoofdstuk hiervoor zijn enkele ideeën besproken die zijn ontstaan voordat er concreet aan de
concepten is begonnen. Bij de start van de concepten bleek echter al gauw dat de idee generatie
niet stopt bij het vervaardigen van concepten. Sterker nog: Naarmate de conceptfase vorderde,
bloeiden er meer en meer ideeën op. Hierdoor zal de conceptfase in dit verslag niet bestaan uit de
"traditionele" hapklare concepten, maar zal het hele proces van de conceptgeneratie worden laten
zien. Hierbij horen ook de concepten die het niet gehaald hebben. Tijdens dit proces is er veel
terugkoppeling geweest tussen Meekes en de hoefsmeden. Vrijwel alle keuzes binnen dit proces zijn
gemaakt door deze terugkoppeling naar de eindgebruiker en de producent van het product. Uit dit
proces zijn drie concepten over gebleven. In het verslag wordt een aanbeveling gedaan voor een
concept dat het beste kan worden uitgewerkt tot definitief product passend bij de uitgangspunten,
maar de uiteindelijke conceptkeuze zal gemaakt worden door de afnemer van het product, Bedrijf 1.
6.1
Conceptenboom
De procesgang van de concepten is terug te vinden in de onderstaande conceptenboom.
In de horizontale vlakken zijn de verschillende concepten per stap in het proces te zien. In het
verticale grijze vlak is te zien op welk concept de keuze is gevallen en waar mee wordt door gewerkt.
Uiteindelijk blijven er drie eindconcepten over in het onderste horizontale grijze vlak. Uit deze
concepten zal Bedrijf 1 zijn keuze maken. Alle concepten zijn genummerd. Aan de hand van deze
nummers is de toelichting per concept terug te vinden in de tekst.
Schort
1.Verzonken
naden
2.Vormverandering
kniestuk
Pagina 37
6.Vilt en
textiel
7.Baleinen
6.2 Verbeterd schort
3.Rugpad
5.Leer
4.Schuim
6.3 Rugpad
Pagina 38
6.4 Vilt en textiel
8.Elastiek
Pagina 39
11.
Model A
10.Enkele
band
13.Dubbele
band
9.Sluiting
voor
12.
Model D
15.
Model C
14.
Model B
16.
Klittenband
17.
Rolgesp
18.
Steekgesp
36
6.5 Elastiek
Pagina 41
Enkele- en dubbele band
Pagina 42
6.7 Eindconcepten
Pagina 45
6.2
Verbeterd schort
Om het schort te verbeteren kan er in verschillende richtingen worden gezocht. Tijdens het proces
zijn veel verschillende concepten bedacht, die zijn voorgelegd aan Meekes en de hoefsmeden. Een
deel hiervan is uitgewerkt en een deel hiervan is bij voorbaat afgekeurd door Meekes of de
hoefsmid. De conceptkeuzes zijn gemaakt op grond van haalbaarheid, rendabiliteit en comfort. Per
deeloplossing wordt in de onderstaande kopjes toegelicht waarom deze het wel of niet gehaald
heeft.
1. Verzonken naden
Uit de analyse van de oude hoefsmidschorten is gebleken dat de naden in met name in de
buurt van het kruis erg snel verslijten. Hierdoor wordt de levensduur van het schort aanzienlijk
verkleind.
Om het probleem van het verslijten van de naden tegen te gaan, kan er door middel van een
"Stitch Groover" een fijn gleufje in het leer worden gesneden. De naden vallen hierin en slijten
hierdoor minder snel.
Dit concept is echter niet haalbaar, omdat Meekes deze aanpak al eens heeft geprobeerd door
speciale Stitch Groovers op de naaimachine te zetten. Deze haalden echter de bocht niet en de
naad kwam naast de gleufjes te liggen. Misschien brengt de toekomst betere apparatuur, maar
op dit moment is het niet rendabel om alles met de hand uit te snijden.
Figuur 6.1
2. Vormverandering kniestuk
Waar het garen vooral slijt is de bovenkant van het kniestuk en in de buurt van het kruis.
Door de vorm van het kniestuk aan te passen zal het werkgebied voor een groot deel onder de naad
komen te liggen. Op de extra ruimte op het kniestuk dat hierdoor vrij komt kan een magneet voor de
nagels ingenaaid worden.
Helaas is dit concept niet rendabel, omdat leer op het moment erg duur is en de afnemer
soortgelijke vormen van het kniestuk in het verleden heeft afgekeurd.
Figuur 6.2: Huidig schort
Figuur 6.3: Verhoogde kniestukken
37
3. Rugpad
Uit de interviews met de hoefsmeden blijkt dat een rugpad een erg
gewilde feature is. Door toevoegen van een rugpad zal het schort
meerwaarde krijgen en het werk van de hoefsmid verlichten. Verder
bleek uit de interviews dat er weinig aan het hoefsmidschort zelf
verbeterd kan worden. De toevoeging van een rugpad kan het schort
een frisse en nieuwe uitstraling geven, zonder dat er wordt gesleuteld
aan het op zich zelf staande, prima functionerende product.
Conclusie
Figuur 6.4
Uit deze eerste drie deeloplossingen voor een vernieuwd hoefsmidschort is gekozen een rugpad toe
te voegen aan het schort. De oplossingen voor het verslijten van de naden zijn op het moment nog
niet goed genoeg uitvoerbaar of zijn al een keer geprobeerd en afgekeurd door de afnemer. In de
toekomst kan eventueel gekeken worden of er elegantere oplossingen voor de stitch groover zijn
bedacht. Tot die tijd is het voor Meekes niet rendabel alles met de hand uit te snijden.
De rugpad is een welkome toevoeging aan het schort en zal het schort een vernieuwde uitstraling en
een verbeterde functionaliteit geven.
6.3 Rugpad
Er zijn verschillende manieren om een rugpad te fabriceren. De materialen die voornamelijk gebruikt
worden voor rugpads zijn tot nu toe plastic, textiel, schuim en elastiek. De materialen en
productietechnieken die voor Meekes het meest aantrekkelijk zijn, zijn textiel, leer en de bewerking
daarvan. Een spuitgegoten rugpad van plastic valt direct af, omdat deze niet in de productieruimte
zelf gemaakt kan worden. Er blijven drie deeloplossingen over, besproken in deze paragraaf; Schuim,
Leer en Vilt en Textiel.
4. Schuim
Om een rugpad stevig te maken, is het mogelijk de binnenkant van
verstevigd schuim te maken. Schuim wordt bijvoorbeeld ook
gebruikt in bepaalde klimtuigjes. Meekes bezit een klimtuigje van
onbekend merk. Na het de-assembleren van dit tuigje bleek het
schuim verstevigd te zijn door het te verlijmen aan een kunststof
extra laag, te zien in figuur 6.5. Na een aantal experimenten met
schuim en lijm bleek het echter niet door de bestaande machines
en productietechnieken bij Meekes zelf geproduceerd te kunnen
worden. Er dient naar andere materialen gekeken moeten worden.
5. Leer
Meekes bezit twee stansmachines. De rugpad zou dus eenvoudig
van leer gemaakt kunnen worden. Leer is erg stevig en zorgt direct
voor een solide rugpad. Helaas zou de pad niet goed ventileren als
de rugpad in zijn geheel uit leer zou bestaan. Er kunnen echter
ventilatiegaten mee gestanst worden in het leer. Ook kan de
"rugkant" voorzien worden van een laagje katoen. Katoen neemt
van zichzelf veel vocht op zonder klam aan te voelen. Dit zal het
draagcomfort verhogen. Om het geheel toch mooi te laten lijken
wordt er een boordbandje om het leer en katoen genaaid, zodat de
zijkanten mooi afgewerkt zijn. Om de pad op het hoefsmidschort te
38
Figuur 6.5
Figuur 6.6
Figuur 6.7
bevestigen worden twee "tunnels" van elastiek opgenaaid. Hierdoor kan de rugpad eenvoudig aan
het schort bevestigd worden.
Dit concept is goed uit te voeren met de bestaande materialen en productietechnieken van Meekes.
Hierdoor is er besloten een prototype te vervaardigen, om deze te kunnen beoordelen. (figuur 6.8)
Figuur 6.8
6. Vilt en textiel
Bij de rugpad van vilt en textiel kunnen verschillende materialen worden
gebruikt. Om de rugpad stevigheid te geven wordt aan de binnenkant een
laag vilt toegevoegd. (figuur 6.10) Het is fijn om de kant die tegen de rug
aan komt te zitten te bekleden met katoen, dit verhoogt het draagcomfort.
Om de pad nog meer stevigheid te geven kan er katoen, gecoat met pvc
gebruikt worden. (figuur 6.9) Het blijft echter de vraag of dit de rugpad
stevig genoeg maakt. Daarom is besloten om ook van dit concept een
prototype te vervaardigen. (figuur 6.11)
Figuur 6.10
Figuur 6.9
Figuur 6.11
Conclusie
De rugpad gemaakt van schuim valt af, omdat deze niet gefabriceerd kan worden bij Meekes. Leer
en Vilt en Textiel blijven echter een optie. De rugpad van Leer voelt echter erg stijf aan en de rugpad
van Vilt en Textiel zal juist meer stevigheid kunnen gebruiken. Omdat het eenvoudiger is Vilt en
Textiel steviger te maken, het materiaal meer mogelijkheden biedt dan leer en tevens veel
goedkoper is dan leer, is gekozen verder te gaan met het concept Vilt en Textiel. De rugpad gemaakt
van leer zal wel aan de hoefsmid getoond worden bij de reflectie.
6.4
Vilt en Textiel
Na de vervaardiging van het prototype van Vilt en Textiel blijkt dat deze nog niet de gewenste
stevigheid biedt. Op het moment biedt de rugpad enkel een betere verveling van de druk van de
riem. Om de rugpad steviger te maken, zodat het meer ondersteuning voor de onderrug biedt, zal
deze nog steviger gemaakt kunnen worden door toevoeging van baleinen. Ook kan in een totaal
andere richting gezocht kunnen worden en kan gebruik worden gemaakt van elastiek. Om de voor39
en nadelen van deze twee concepten tegen elkaar af te wegen, is besloten om ook van deze
concepten prototypes te vervaardigen.
7. Baleinen
Om de stevigheid van de rugpad te verbeteren kunnen baleinen van rigiband toegevoegd worden.
Hiervoor moeten "tunnels" in de stof genaaid worden en de baleinen worden hier vervolgens in
geschoven. Doordat de baleinen van stevig plastic zijn, wordt de stevigheid van de rugpad vergroot.
Rigiband heeft als voordeel dat er gewoon doorheen gestikt kan worden. Omdat het moeilijk in te
schatten is welk effect toevoeging van baleinen hebben op de stevigheid en het comfort, is ook bij
dit concept gekozen een prototype te vervaardigen. Voor een totale werkomschrijving van dit
prototype, zie Bijlage 14.
Helaas dragen de baleinen niet in dusdanige mate bij als gehoopt. Verder wegen de tijd en moeite
van het inzetten van de baleinen niet op tegen de voordelen van de stevigheid.
Figuur 6.12
Figuur 6.13
Figuur 6.14
8. Elastiek
Om de last op de rug te verkleinen kan ook gekeken worden naar een
andere oplossing. Door elastiek toe te voegen kan de rug extra
ondersteund worden, doordat de rugpad harder tegen de rug aanduwt.
Uit de analyse van de bestaande markt op het gebied van
rugondersteuning blijkt dat dit vaak voorkomt bij rugpads. Er zou een
band aan het schort bevestigd kunnen worden die rond de middel
loopt. Op deze band komt van het middelpunt achter op de rug een
dubbel elastiek naar voren. Dit elastiek kan door de gebruiker naar wens
worden aangetrokken en vastgezet met klittenband. (figuur 6.16.)
Het uiteindelijke ontwerp is uitgewerkt in een prototype (Figuur 6.17 en
6.18) en getest met de opdrachtgever en de eindgebruikers. Uit de
reflectie met de hoefsmid blijkt dat deze band een goede ondersteuning
biedt. Ook Meekes is erg enthousiast over de band. Over de vorm moet
volgens de hoefsmid echter nog beter nagedacht worden. Dit zal verder
worden toegelicht in paragraaf 6.6. Voor de werkomschrijving van dit
prototype, zie Bijlage16.
Figuur 6.17
40
Figuur 6.15
Figuur 6.16
Conclusie
Helaas bieden de baleinen niet de gewenste versteviging van de rugpad. Het inzetten van de
baleinen kost echter wel veel tijd en moeite. Hierdoor wordt gekozen niet verder te gaan met de
baleinen. Het elastiek biedt daarentegen een fijne ondersteuning voor de rug. De vorm van het
prototype is echter erg lomp en moeilijk te integreren in het schort. Daarom zal gekeken moeten
worden of hetzelfde principe ook toe te passen is op een kleinere rugpad die wel te integreren is
met het schort.
Figuur 6.18
6.5
Elastiek
De rugpad met elastiek heeft duidelijk de voorkeur van Meekes en de hoefsmid. De brede band is
echter erg moeilijk te integreren op het schort. Ook wordt de uitstraling niet mooi gevonden door de
hoefsmeden. Het is mogelijk een kleinere rugpad bij het schort te maken en deze volgens hetzelfde
principe met elastiek steviger tegen de rug aan te duwen. Het is echter een probleem gebleken het
schort verstelbaar te houden, het schort losneembaar te maken én het elastiek toe te voegen
tegelijkertijd. De onderdelen die hiervoor moeten zorgen zouden gaan overlappen en elkaar in de
weg zitten. Hier zijn natuurlijk veel oplossingen voor te bedenken. Omdat deze oplossingen het
beste in de praktijk te testen zijn, zijn ook hier verschillende prototypes voor vervaardigt. Deze
prototypes zijn hieronder verder omschreven. (Model A, B, C en D)
9. Sluiting voor
De rugpad zou verstelbaar kunnen worden gemaakt door een stuk klittenband door een passant
(figuur 6.19) op het schort te laten gaan en het vast te zetten. Hier overheen zou het elastiek strak
getrokken kunnen worden. Om het schort uit te trekken zit er een steekgesp aan de voorkant. Het
gehele schort zou hierdoor aan de voorkant gespleten kunnen worden. (Net zoals het schort
FlameMaster Wrap Roud van Gibbins te zien in de concurrentie analyse in Bijlage 7) Meekes heeft al
eens geprobeerd een schort te ontwikkelen dat aan de voorkant uit twee delen bestond. De afnemer
van het schort vond dit niet goed en wilde het schort niet in de verkoop nemen. Door deze
geschiedenis zal de afnemer dit schort waarschijnlijk ook niet afnemen en stopt dit idee helaas hier.
Figuur 6.19
41
Figuur 6.20
10. Enkele band
11. Model A
Als eerste wordt er gekeken of de rugpad niet genoeg ondersteuning biedt als de rugpad door één
stuk stevig elastiek op de rug geduwd wordt. (figuur 6.21) Voor de werkomschrijving, zie Bijlage16.
Figuur 6.21
12. Model D
Het meest ondersteunende aspect van de elastiekband kan misschien ook verwezenlijkt worden
door de band rechtstreeks aan een dubbel elastiek vast te naaien. Wellicht biedt dit dezelfde
ondersteuning als wanneer het elastiek los op de band vastgezet kan worden. Voor de
werkomschrijving, zie Bijlage 16.
Figuur 6.22
42
Figuur 6.22
13. Dubbele band
14. Model B
Voor een dubbele band zijn twee mogelijkheden mogelijk: De band die aan het schort bevestigd is
bestaat in zijn geheel uit nylon (figuur 6.24) of deze band bestaat voor een deel uit elastiek. (figuur
6.23) Hierdoor zal de rugpad nog harder tegen de te ondersteunen rug aan geduwd worden. Voor de
werkomschrijving, zie Bijlage 16.
Figuur 6.23
15. Model C
Natuurlijk is er ook een prototype gemaakt van een rugpad met een vaste nylon band met
daaroverheen twee elastieken die door middel van klittenband kunnen worden aangetrokken. Voor
de werkomschrijving, zie Bijlage 16.
43
Figuur 6.24
Welk schort uit deze modellen het meeste aanspreekt bij de hoefsmid en het beste zit wordt
bepaald door aan de hand van een gebruiksonderzoek bij de hoefsmid, besproken in paragraaf 6.6.
Ook Meekes zelf wordt betrokken bij het afwegen van de voor- en nadelen van de verschillende
pads.
6.6
Reflectie hoefsmid
De prototypes tot nu toe worden onderworpen aan een reflectie van de hoefsmid. Het doel van dit
deze reflectie is het vaststellen of de prototypes meerwaarde hebben ten opzichte van het huidige
schort zonder rugpad. De mening en de inzichten van de hoefsmid zijn erg belangrijk bij de verdere
keuzes die gemaakt moeten worden. Daarom worden alle prototypes tot nu toe aan de hoefsmid
voorgelegd en een eerste indruk van de rugpads gevraagd. Verder wordt de hoefsmid gevraagd het
schort met de rugpads te passen en proberen. Er wordt gevraagd of de rugpads goed zitten en
genoeg ondersteuning bieden.
Voor deze reflectie is een afspraak gemaakt met de hoefsmid Jacco van Doorn. Jacco heeft een
schort van het merk "Silverback" en is daar bijzonder tevreden over. Het schort heeft een rugpad dat
afkomstig is uit de motorsportwereld en als de rugpad van Meekes bij Jacco in de smaak valt, is dat
een goed teken.
Jacco is niet enthousiast over de rugpads gemaakt van doek. (concept 6.) "De
rugpad zorgt niet voor ondersteuning en verdeelt alleen de last van de riem."
Ook de rugpad met de baleinen (concept 7.) is niet stevig genoeg.
Figuur 6.25
44
De rugpad gemaakt van leer (concept 5.) valt al meer in de smaak, omdat
deze de rug meer zou ondersteunen door de hogere stijfheid. De vraag is
echter of deze niet te hard is. "In de rugpad van Silverback zit jarenlange
technologie die de last perfect over de rug verdeeld." Aldus Jacco.
De grote rugpad van elastiek (concept 8.) zit direct lekker. Dat de rugpad
niet goed te integreren is in het schort is echter een groot nadeel. "Als een
hoefsmid al een rugsteun draagt, is dat onder het shirt, omdat ze er niet
mee gezien willen worden. Dat is een stukje ijdelheid van de hoefsmid. De
rugpad van Silverback wordt verkocht ter preventie en kan wel. De rugpad
van elastiek straalt echter te erg uit dat de hoefsmid een slechte rug zou
hebben." De kleinere rugpad, volgens dezelfde werking (concept 15.) valt
qua uitstraling meer in de smaak. Het is subtieler en heeft alsnog een goed
effect. Wel zou Jacco de elastieken net zo breed willen hebben als de
elastieken op de brede rugpad. De drie pads waarbij de riem direct vast zit
aan het elastiek (concepten 11, 12 en 14.) worden als minder nuttig
gezien. Het is fijn als de hoefsmid het schort "gewoon" om kan doen en
dan naar keuze het elastiek nog kan aantrekken.
Jacco vindt het belangrijk dat het aantal handelingen waarbij het schort
aan moet worden getrokken tot een minimum beperkt blijft. Tegen
verwachting in vindt Jacco het echter niet erg als de steekgesp vervangen
zou worden door klittenband. Op de vraag of er door het vele gebruik van
het klittenband niet te veel paardenhaar in zou gaan zitten antwoordt hij
dat je dat er met een staalborstel heel gemakkelijk weer uit krijgt. Ook
vindt Jacco klittenband een veiliger idee voor als het schort opeens heel
snel uitgetrokken moet worden, omdat een paard blijft haken.
6.7
Figuur 6.26
Eindconcepten
Uit de reflectie van de hoefsmid is duidelijk geworden dat Model C het meest in de smaak valt
binnen de hoefsmid-wereld. Deze rugpad zal dus verder uitgewerkt worden. De manier van
bevestigen aan het hoefsmidschort benodigd nog enige aandacht. Voor het testen is er gebruik
gemaakt van een bevestiging met klittenband, maar het is de vraag of er geen betere
bevestigingsmethoden voor handen zijn. Deze paragraaf zullen de nodige verbeteringen aan het
schort worden aangebracht en de verschillende bevestigingsmethoden zullen onderzocht worden.
De concepten die hieruit voort komen zullen de uiteindelijke concepten vormen.
Tunnel
Wat verder uit de reflectie van de hoefsmid duidelijk is
geworden, is dat de het doek dat over het elastiek heen
opgenaaid zit, de "tunnel", te kort is. Op het moment kan het
elastiek te ver heen en weer bewegen aan de uiteinden en komt
het naast de rugpad terecht. Door de tunnel te verlengen, kan dit
niet meer gebeuren. De tunnel kan ook gebruikt worden om het
logo van de afnemer op te drukken.
Figuur 6.27
45
16. Bevestiging 1: Klittenband
De bevestigingsmethode die bij de eerdere prototypes is gebruikt
is klittenband. Deze bevestigingsmethode is simpel te integreren
op het schort en is makkelijk te verstellen voor de hoefsmid. Het
is echter de vraag of de hoefsmid niet liever gebruik maakt van
een gesp. Klittenband zou namelijk meer tijd in beslag kunnen
nemen als de twee delen op elkaar geklit moeten worden,
doordat het schort strak aangetrokken wordt door de hoefsmid.
Figuur 6.28
17. Bevestiging 2: Rolgesp
Een andere bevestigingsmethode is de rolgesp. De pad zal alsnog aan een kant bevestigd zijn met
klittenband, omdat de rugpad aan twee kanten verstelbaar moet zijn om de positie midden op de
rug te waarborgen. Omdat er erg weinig ruimte tussen de rugpad en het schort is, zal een van de
gaatjes door het klittenband aangebracht kunnen worden. Hierdoor is het elastiek nog steeds ver
genoeg aan te trekken.
Figuur 6.29
18. Bevestiging 3: Steekgesp
Een andere manier van de rugpad aan het schort bevestigen is door middel van een combinatie van
klittenband en een steekgesp. Over de hele bovenkant van het schort zal haak-klittenband genaaid
worden. De uiteinden van de nylon riem zullen worden benaaid met lus-klittenband. Hiermee is de
omtrek van het schort in te stellen. Om het schort snel aan- en uit te kunnen trekken zit er aan de
linkerkant van de riem een steekgesp ingenaaid. Met deze steekgesp hoeft het schort niet elke keer
precies op maat vastgemaakt te worden, maar gaat het eenvoudig via de steekgesp.
Figuur 6.30
46
Conclusie
De verschillende bevestigingsmethoden hebben stuk voor stuk hun voor- en nadelen.
Zo hoeft het schort met de steekgesp maar een keer door de hoefsmid in de juiste maat versteld te
worden en kan deze hierna het schort snel aan- en uit trekken. Omdat de steekgesp erg veel ruimte
in beslag neemt, is er echter minder ruimte over om het elastiek te verstellen.
Het schort met de rolgesp heeft hetzelfde probleem. De steekgesp neemt een deel van de ruimte
van de verstelbaarheid van het elastiek in beslag. Een metalen rolgesp geeft echter wel een stevige
uitstraling en is makkelijk strak te trekken bij het aantrekken.
De bevestiging met klittenband is het goedkoopste en gemakkelijkste te vervaardigen. Ook is er bij
deze bevestigingsmethode meer ruimte voor het elastiek. De hoefsmid zal echter geen gesp meer
hebben die in een klik vast zit en het aantrekken van het hoefsmidschort zou hierdoor bemoeilijkt
kunnen worden.
De bevestigingsmethoden zijn alle drie echter wel geschikt om op de markt te brengen. De keuze
tussen deze concepten zou gemaakt moeten worden op basis van gebruiksgemak, uitstraling en
prijs.
47
7.
Uitwerking
Meekes vindt het erg belangrijk dat de hoefsmid zelf mag kiezen of hij de rugpad wel of niet bij het
schort wil dragen. Hierdoor zal er ook een losse nylon riem bij het schort verkocht kunnen worden
met dezelfde bevestigingsmethode als het schort. Als de hoefsmid geen rugpad wil dragen, kan deze
riem op dezelfde manier vastgemaakt worden aan het schort. Dat de rugpad losneembaar is,
betekent ook dat er geen nieuwe rugpad gekocht hoeft te worden als het schort versleten is en de
rugpad nog goed.
Voor de volledige werkomschrijving van de uiteindelijke rugpad, zie Bijlage 17.
7.1
Technische gegevens
Bemating
Om de rugpads passend te maken voor zo veel mogelijk hoefsmeden, zullen deze gemaakt worden
in drie verschillende maten: Small, Medium en Large. De maten van het doek en de tunnel zijn
hieronder aangegeven.
Figuur 7.1
Materialen
De materialen die gebruikt worden zijn katoen, vilt, katoen gecoat met pvc, nylon band (50mm),
klittenband (50mm), nylon boordband (25mm), nerfleer en elastiek (40mm)
Figuur 7.2
48
7.2
Productie
Het gehele schort en de rugpad kunnen worden gemaakt met materialen die Meekes al in voorraad
heeft en de bestaande machines.
Op het moment worden plastic mallen gebruikt voor alle niet te stansen onderdelen. Deze mal
wordt overgetrokken op de stof en uitgesneden in een snijmachine. Voor het katoen en het gecoate
katoen kan dezelfde plastic mal gebruikt worden. Voor de katoenen tunnel en het vilt worden de
twee andere mallen gebruikt.
Deze onderdelen kunnen allemaal met de snijmachine uitgesneden worden.
Het klittenband en de nylon band worden simpelweg afgetekend en afgeknipt.
Vervolgens worden het katoen, vilt en gecoat katoen op elkaar genaaid met de naaimachine. De
nylon band en het elastiek worden hier weer opgenaaid en de uiteinden worden bij elkaar gebracht
en aan het haak-klittenband vast genaaid. De uiteinden van de nylon band worden naar de
bevestigingsmethode naar keuze afgewerkt.
Figuur 7.3
Vervolgens kan het stukje nerfleer, dat zorgt voor houvast bij het aantrekken van het elastiek, op het
klittenband genaaid worden. Dit stukje leer bedekt eveneens de uiteinden van het elastiek en de
achterkant van het klittenband. Hierdoor is dit gedeelte van het schort meteen afgewerkt. Deze
toevoeging van leer zorgt er tevens voor dat de rugpad qua stijl goed bij het schort past en een
esthetische uitstraling krijgt. Het laatste onderdeel, de tunnel, moet hierna op de rugpad genaaid
worden.
Klittenband
Nylon band
Elastiek
Nerfleer
Doek en vilt
Figuur 7.4
49
De tunnel moet echter eerst nog een paar voorbereidingen ondergaan. Zo moet het logo van Bedrijf
1 midden op de tunnel gedrukt worden. Ook worden de twee rechte kanten van de tunnel afgewerkt
met boordband.
De tunnel kan nu in een keer samen met het boordband op de rugpad genaaid worden.
Als de rugpad met de rolgesp wordt vervaardigd, kunnen de gaatjes in de nylon riem geboord
worden met de speciale boormachine die Meekes beschikbaar heeft.
Kosten
Voor de kostenberekening van de rugpad is uit gegaan van de rugpad die het meeste materiaal
nodig heeft: Maat L. Alle rugpads zullen in de winkel het zelfde kosten, op de kleinere rugpads zal
dus meer winst behaald worden. Ook is uit gegaan van de duurste bevestigingsmethode.
De geschatte kosten voor een rugpad liggen qua materiaal op €22.40:
Prijs per rugpad:
Katoenen doek:
Pvc gecoat doek:
Elastiek:
Nylon band:
Klittenband:
Leer:
Boordband:
Garen:
Vilt:
(rolgesp:
(steekgesp:
(extra klittenband:
€4.00
€2.00
€2.60
€ 0.60
€0.30
€0.15
€0.15
€0.15
±€3.00
€0.45)
€0.45)
€0.15)
Het uurloon per pad wordt geschat op €7,50 per pad. (Bij een werktijd per pad van ± 20 minuten)
De geschatte overheadkosten per rugpad bedraagt ongeveer 1.50 euro.
Dat zorgt er voor dat de totaalprijs van één rugpad uitkomt op €22.40.
De verkoopprijs per rugpad kan gesteld worden op €26.00
Het is te verwachten dat in de toekomst de productieprijs zal dalen door vernieuwde technieken en
nieuwe inzichten. De productieprijs en verkoopprijs zullen dan rond de €15.00 en €20.00 uit kunnen
komen.
50
8.
Prototype
Voor het vervaardigen van alle prototypes heeft een vaste werkneemster van Meekes Lederwaren
alle handelingen op de naaimachine verricht. Ook kon zij belangrijke inzichten omtrent het
productieproces verschaffen, zoals de noodzaak van het afronden van de hoeken van de rugpad,
omdat het boorband anders de bocht niet kan maken.
Figuur 8.1
Voor het prototype zijn alle uiteindelijk gekozen materialen
gebruikt. De mallen die zijn gebruikt voor het prototype zijn
echter van papier en zullen voor het daadwerkelijke product van
plastic gemaakt worden. Ook zal de tunnel van de uiteindelijke
rugpad worden bedrukt met het logo van Bedrijf 1.
De gaatjes in de nylon riem zijn bij het prototype met de hand
ingebrand. Bij de uiteindelijke rugpad zal zit met de machine
gebeuren, wat de afwerking een stuk mooier zal maken.
Figuur 8.2
Figuur 8.3
Het uiteindelijke prototype is ondanks deze afwijkende handelingen wel zeer geschikt om te
gebruiken in de gebruikstesten, omdat het prototype nagenoeg gelijk is aan het eindproduct.
8.1
Resultaat
Zoals te zien in figuur 8.4 tot en met figuur 8.6, past de rugpad qua uiterlijk goed bij het
hoefsmidschort. Dit komt omdat dezelfde materialen zijn gebruikt als bij het schort. Dit zorgt er voor
dat het schort en de rugpad een geheel vormen. Bij alle drie de rugpads is een speciaal schort
51
gemaakt, met daarop de benodigde bevestigingstoepassing. Het is jammer dat het logo ontbreekt,
want het was interessant geweest om te zien hoe dat gestaan zou hebben. Helaas was dit in het
huidige tijdsbestek niet meer mogelijk.
Rolgesp
Figuur 8.4
Steekgesp
Figuur 8.5
52
Klittenband
Figuur 8.6
8.2
Gebruikstesten
De drie uiteindelijke rugpads zijn getest door zes verschillende hoefsmeden: Jacco van Doorn, Gerti
Klasens, Hans Yland, Jelmer Reizevoort, Mark te Kiefte en Arie Hogendoorn. De hoefsmid op de
foto's is Jacco van Doorn.
Het doel van de gebruikstest is het achterhalen van eventuele gebreken van de rugpad en de mening
van de hoefsmeden. De hoofdvraag die aan de hand van de gebruikstest beantwoord moet kunnen
worden is of het product aanslaat en of de hoefsmeden er baat hebben bij dit product.
Alle hoefsmeden hebben het schort met de klittenbandbevestiging (figuur 8.6) gedragen. Het was de
bedoeling dat de hoefsmid er zelf achter kwam hoe het schort bevestigd moet worden. Dit lukte in
alle gevallen. Hierna hebben alle hoefsmeden een of meerdere paarden bekapt of beslagen met het
hoefsmidschort aan. Na het beslaan en bekappen in het schort is de mening van de hoefsmeden
gevraagd over het hoefsmidschort. De vragen die onder andere gesteld zijn, zijn: Verbeterd de
rugpad het draagcomfort? Heeft de rugpad meerwaarde? Zal je het vernieuwde schort zelf kopen?
Ook is er naar eventuele suggesties voor verbetering van het schort en de rugpad gevraagd.
Jacco is erg tevreden over zijn eigen schort van Silverback. Dit
schort heeft een rugpad dat afkomstig is uit de
motorsportwereld en het is volgens Jacco erg moeilijk om een
rugpad te maken die de rug beter ondersteunt dan de
Silverback. Jacco vindt de rugpad echter wel comfortabel. De
rugpad zorgt naast steun ook voor een extra stukje warmte
op de rug. In vergelijking met het huidige schort vindt hij de
rugpad zeker een grote verbetering. Jacco is echter van
mening dat zijn eigen rugpad van Siverback nog altijd meer
53
Figuur 8.7
ondersteuning biedt. Verder heeft Jacco een zeer interessante
opmerking over het verslijten van garen van de kniestukken. Jacco
stelt een opgenaaid ruitpatroon op het leer voor, waardoor het
kniestuk met veel meer naden vast genaaid zit en het kniestuk
veel minder snel los zou laten.
Gerti is in theorie positief over de rugpad. Het probleem is echter
dat de rugpad snel van zijn billen af glijdt. Gerti suggereert dat
antislip strips aan de binnenkant van de rugpad zouden kunnen
helpen dit probleem tegen te gaan. Gerti heeft echter ook geen
aanzienlijke bilmassa en het is de vraag of meer hoefsmeden hier
last van zullen hebben. Verder zit de rugpad goed en comfortabel.
De rugpad verdeelt de last van de riem goed over de rug.
Hans is minder enthousiast over de rugpad. Het enige voordeel
van de rugpad vindt hij dat het lekker warm kan zijn in de winter.
Qua comfort vindt Hans dat het schort gelijk scoort als zijn huidige
schort van ConQuero en hij zou geen extra geld over hebben voor
de rugpad. Voor hoefsmeden zoals Hans is het fijn dat de rugpad
naar keuze aangeschaft kan worden.
Jelmer raakte bij het uitproberen van de rugpad vrij snel
geïrriteerd van het demomodel van het schort. De flapjes aan de
achterkant van het schort klitten steeds aan het boordband. Het
schort dat bij het testen gebruikt is, is een afgekeurd schort met
een andere vorm dan de huidige schorten van Meekes. Dat het
"echte" schort niet gebruikt is komt doordat dit te duur zou zijn
voor enkel een prototype. Verder vond Jelmer de rugpad geen
meerwaarde hebben.
Mark heeft sinds een paar maanden last van een hernia. Toen
Mark het schort aantrok heeft hij zes paarden achter elkaar
beslagen en wilde hij het schort eigenlijk niet meer uittrekken. De
rugpad beviel Mark erg goed. Vooral omhoog komen ging
makkelijker volgens Mark. Normaal gebruikt Mark een rugelastiek
als ondersteuning, maar als dit schort op de markt komt zal hij het
zeker kopen en gebruiken.
Arie is ook zeer positief over de rugpad. Hij vindt de rugpad een
verbetering van het huidige schort en vindt de rugpad fijn zitten.
Conclusie
Over het algemeen hebben de hoefsmeden er geen probleem mee
als de sluiting van het schort alleen uit klittenband zou bestaan,
mits het klittenband goed blijft. Een gesp zou ook prima zijn, zo
lang het maar niet in de weg zit. Jacco zou graag een steekgesp op
het schort zien, omdat het aan- en uittrekken van het schort op
deze manier makkelijker zou gaan. De andere sluitingsmethoden
zijn Jacco om het even.
Figuur 8.7
54
Van de zes ondervraagde hoefsmeden vinden twee de rugpad geen verrijking, vinden twee
hoefsmeden de rugpad fijn zitten en zijn twee hoefsmeden super enthousiast. Hierdoor is het fijn
dat de rugpad los verkocht kan worden en alleen de hoefsmeden die hem graag willen hebben hem
hoeven te kopen. Op deze manier zullen alle klanten tevreden blijven.
Bevestigingsmethode
De eindkeuze over welke bevestigingsmethode zal worden gebruikt wordt door de afnemer
gemaakt. Het advies is om te kiezen voor de klittenbandbevestiging, omdat de hoefsmeden hier
tevreden over zijn en dit het schort niet onnodig complex maakt.
Als er gekozen wordt voor de steekgesp, zal er goed gekeken moeten worden of dit bij de dunnere
hoefsmeden geen problemen oplevert. De gesp kan zo ver naar de voorkant van het schort geplaatst
worden, dat de zijkant van het schort niet goed meer wordt vastgehouden door het klittenband en
hierdoor zou het schort aan de zijkant los kunnen gaan zitten.
55
9.
Conclusies en aanbevelingen
Conclusie
Terugkijkend op de Bachelor Eindopdracht is te concluderen dat de doelstelling: "Ontwerp een
hoefsmidschort met duidelijke meerwaarde" is behaald.
In de onderzoeksfase van dit project is gebleken dat er veel hoefsmeden kampen met rugklachten.
De rugpad is een welkome toevoeging op het schort. De rugpad zorgt door de te verstellen
elastieken voor extra ondersteuning naar wens. De rugpad heeft daarom een duidelijk meerwaarde
te bieden ten opzichte van het huidige schort. Ook uit de uitgebreide gebruikstest is gebleken dat de
meerderheid van de hoefsmeden positief is over de rugpad. Een groot deel van deze hoefsmeden
zou het schort met de rugpad kopen. Voor de minder enthousiaste hoefsmeden blijft de bekende
nylon riem ook gewoon beschikbaar, dus het is geen probleem dat niet iedereen de rugpad zou
willen kopen. In figuur 9.1 is in vier eenvoudige stappen te zien hoe de rugpad op het schort
bevestigd dient te worden en hoe het elastiek aangetrokken kan worden.
De doelstelling: " Het opzetten van een stappenplan voor een CE normering voor de bestaande lijn
schorten" is ook afgehandeld. Een deel van het technisch dossier, verplicht voor een CE markering, is
aangelegd. Tevens is er een advies voor de uit te voeren stappen door Meekes opgezet.
Aanbevelingen
Om het te snel verslijten van het garen tegen te gaan, kan gekeken worden naar het opnaaien van
de kniestukken met een ruitpatroon. Door het gebruik van veel naden is de kans dat de kniestukken
loslaten aanzienlijk kleiner. Ook kan gekeken worden naar een inventieve manier van stansen,
waarbij de naad voorgedrukt wordt in het leer.
Zoals bekend wordt de afnemer van Meekes aan te raden de bevestiging van klittenband in
productie te nemen, omdat dit het makkelijkst te produceren is en het eenvoudigst werkt. Er zou in
de toekomst eventueel nog nagedacht kunnen worden over een andere soort bevestigingsmethode
die de voordelen van de gespen én het klittenband met zich meedraagt.
De sterkte van het elastiek is bij de prototypes en de gebruikstesten niet gevarieerd. Er zou nog
gekeken kunnen worden of aanpassing van de sterkte van het elastiek voor een beter resultaat
zorgt.
Verder zal een toegevoegde gebruiksaanwijzing de hoefsmid kunnen informeren over het gebruik
van de rugpad. Omdat de elastieken aangetrokken dienen te worden voor optimaal gebruik vereist
dit wellicht enige uitleg. In figuur 9.1 staat in vier eenvoudige stappen omschreven hoe het schort en
de rugpad gebruikt dienen te worden.
Figuur 9.1
56
11.
Bronnen
De belangrijkste bronnen die gebruikt zijn tijdens het CE-markerings proces en de analysefase zijn de
volgende internetsites.
Verslaglegging CE:
[1] http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/certificeren-keuren-en-meten/vraag-enantwoord/wat-is-een-ce-markering-en-wanneer-moet-ik-deze-op-mijn-product-aanbrengen.html
[2] http://www.agentschapnl.nl/onderwerpen/tools/wet-en-regelgeving/eu-wetgeving/cemarkering/overzicht-ce-richtlijnen/persoonlijke
[3] http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-marketgoods/cemarking/professionals/manufacturers/directives/index_nl.htm?filter=17
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/nando/index.cfm?fuseaction=country.notifiedbody&c
ou_id=528
[4] http://www.cesolutions.nl/eg-verklaring-van-overeenstemming/wat-moet-er-op-een-egverklaring-van-overeenstemming-staan.html
http://www.agentschapnl.nl/onderwerpen/hoi/wet-en-regelgeving/eu-wetgeving/ce-markering
Concurrentie, foto’s en prijzen:
http://www.farriersdepot.com/gibbinsflamemasterregularlength.aspx
http://www.farriersupplies.co.uk/product.php?id_product=768
http://www.eurotrade.ch/en/shop-models?cats%5B0%5D=32&viewStyle=grid
http://www.stockhoffsonline.com/acatalog/Aprons_Con_Cuero.html
http://www.horseshopinternational.nl/excelsior-hoefsmidschort.html
http://www.agradi.nl/horze-hoefsmidschort-kort.htm
http://oleoacresfarriersupply.com/category/aprons/
Huidige schorten, foto’s en prijzen:
http://www.Bedrijf 1.com/nl/Products/Tools/Personal-safety/Farrier-aprons.aspx
http://oleoacresfarriersupply.com/aprons/Bedrijf 1-aprons/Bedrijf 1-aprons/
http://www.Bedrijf 4hoofcare.com/shop/68/product/406/page/0/farriers_apron/
https://www.Bedrijf 2.de/en/productgroup,95,0.html
Rugpads:
http://www.vosmedisch.nl/contents/nl/d596.html
http://handsofgoldchiropractic.com/products-offered.html
http://www.physioroom.com/product/PhysioRoom.com_Elite_Back_Brace_Black/2031/38842.html
http://a2zmedsupplies.com/Orthotics.html
http://www.littleniggle.com/item/MensBackSupportsandBracesProducts_AirXtendBackSupportVulkan_175_58_609_1.html
57