Ondersteuningsprofiel 2014-2015

Ondersteuningsprofiel 2014-2015
1
Inleiding
Passend Onderwijs staat voor een passend onderwijsaanbod waarbij elke leerling zijn mogelijkheden en talenten optimaal kan ontwikkelen. Scholen bieden ondersteuning
aan leerlingen die specifieke aandacht nodig hebben. In dit ondersteuningsprofiel legt Mavo Roermond vast welke ondersteuning zij aan de leerlingen kan bieden. We
beschrijven welke voorzieningen onze school heeft voor begeleiding en ondersteuning van leerlingen.
Bij het realiseren van passend onderwijs (zorgplicht) kijken we niet alleen naar onze eigen expertise maar ook naar de ondersteuningsprofielen van de scholen in het
samenwerkingsverband en de expertise van derden. Op basis van het totaaloverzicht van de profielen van de verschillende scholen wordt het mogelijk op het niveau van
het samenwerkingsverband 32.01 beleidsbeslissingen te nemen die gericht zijn op het realiseren van een passend onderwijsondersteuning- en zorgaanbod in de regio
(regionaal netwerk/zorgplicht).
Na een beschrijving van de algemene gegevens van onze school vertalen we onze missie en visie in beleid ten aanzien van kwaliteitszorg met betrekking tot leerlingondersteuning. Vanuit het cascademodel beschrijven we hoe we momenteel vorm geven aan basis- breedte en extra/diepteondersteuning. Handelingsgericht werken
(HGW) en handelingsgerichte (proces) diagnostiek (HGPD) vormen het uitgangspunt bij het realiseren van een passend arrangement. Een beschrijving van onze
ondersteuningsmogelijkheden, specialismen en grenzen wordt tot slot afgezet tegen standaarden en indicatoren, de basis voor het formuleren van ontwikkelpunten op
weg naar passend onderwijs.
Het ondersteuningsprofiel heeft daarmee drie functies:
1. Het geeft informatie aan de ouders over de ondersteuning die de school biedt vanuit de vier onderdelen van basisondersteuning en de extra ondersteuning
(ook wel diepteondersteuning genoemd) zoals benoemd in het referentiekader passend onderwijs.
2. Het geeft inzicht in het ondersteuningsaanbod van het samenwerkingsverband zodat verwijzing en plaatsing van leerlingen optimaal verloopt.
3. Het is een ontwikkelinstrument voor het schoolteam. Onderwijsondersteuning is een integraal onderdeel van de schoolontwikkeling en draagt bij aan de
professionalisering van de medewerkers.
De kaders voor de uitwerking van dit ondersteuningsprofiel zijn:






Wet Passend onderwijs en het Referentiekader passend onderwijs
Waarderingskader inspectie VO
Hoofdlijnennotitie Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Midden Limburg VO 31.02 – “Passend Onderwijs in de steigers”.
Beschrijving basisondersteuning SWV 31.02.
Meerjarenbeleidplan SOML 2010-2014 – “Plaats voor alle leerlingen, ruimte voor veelvormigheid”.
Jaarbeleidsplan Mavo Roermond 2014
2
2
Algemene gegevens
School
Adres
Telefoonnummer
E-mailadres
Brinnummer
SWV
Contactpersoon
Mavo Roermond
Jagerstraat 2
6042 KA Roermond
[email protected]
03XF03
31.02
Mevr. D. Brummans
Voor de categoriale Mavo Roermond geldt dat in een kleinschalige omgeving de school de persoonlijke ontwikkeling van de leerling centraal stelt, zowel op cognitief gebied
als op sociaal-emotioneel gebied.
De Mavo kent een aantal pijlers: duidelijkheid, rust, veiligheid, vaste afspraken en een schoolorganisatie die daarop is aangepast en mogelijkheden biedt voor maatwerk.
Dit uit zich in vaste schooltijden, geen lesuitval, huiswerk maken op school, kansen bieden door bijv. in lessen extra vakinhoudelijke ondersteuning te bieden,
dyslexiebegeleiding, lessen voor de Mavo/Havo-stroom e.d. Richtlijn binnen de kaders is: van begeleiding naar zelfstandigheid.
Leerlingen en medewerkers worden gestimuleerd de geboden kansen optimaal te benutten, rekeninghoudend met ieders unieke talenten. Om dit te realiseren worden de
leerlingbegeleiding en de personeelbegeleiding voortdurend geïntensiveerd.
De school heeft normen en waarden hoog op de agenda en besteedt er in het curriculum expliciet aandacht aan. Zo staan thema’s rond vrije tijd vermeld, werkgelegenheid,
sociale problematiek, ethisch besef, levensovertuiging enz.
Op onze school is respect voor ieders levensovertuiging en culturele achtergrond.
Hier werken leerlingen, ouders en medewerkers samen, ieder met een eigen achtergrond en verantwoordelijkheid op een respectvolle wijze en in eenheid en consistentie
van beleid voor de gehele mavo. In het Mavo-concept wordt hier een steeds hogere prioriteit voor ingeruimd. (zie bijlage: Beleidsplan Mavo Roermond 2014)
3
3
Missie - en visie
Onze ondersteuning is in principe ‘leergerichte ondersteuning’. Dat wil zeggen dat we verschillende specialismen en ondersteuning in school (en daarbuiten) kunnen
inzetten om leerlingen te helpen bij hun leren.
Dit betekent:
1) We bieden onderwijs dat aantrekkelijk is voor leerlingen waardoor uitval en afstroom zoveel mogelijk voorkomen wordt en leerlingen een diploma halen dat past bij
hun cognitieve capaciteiten en persoonlijke mogelijkheden.
2) We bieden de basisondersteuning voor alle leerlingen en beperkte breedteondersteuning voor de leerlingen die dat nodig hebben om hen te helpen betere leerders
te worden en te blijven.
3) We organiseren in zeer beperkte mate specialistische diepteondersteuning voor die kleine groep leerlingen, die uitvallen/verzuimen om redenen die buiten de
invloedssfeer van de school liggen. Vanzelfsprekend worden deze leerlingen wel zorgvuldig begeleid naar externe ondersteunings- en zorginstanties.
4) De kaders (organisatorische-financiële) waarbinnen deze ondersteuning geboden kan worden niet worden overschreden.
Bij het realiseren van passend onderwijs werken we samen met scholen (PO, VO, SO, VSO, MBO, HBO, Universiteit) en organisaties op het gebied van jeugdzorg en
jeugdwelzijn (de keten). Maatwerk realiseren is hierbij het uitgangspunt.
Samengevat kunnen we stellen dat we met een passende leerroute voor iedere leerling de volgende kernkwaliteiten/doelstellingen nastreven:







een zorgvuldige en afgestemde leerlingbegeleiding;
een zorgvuldige en efficiënte organisatie van de leerlingenondersteuning;
een professionele, lerende organisatie gericht op integrale onderwijsondersteuning;
een open, veilig en stimulerend pedagogisch klimaat / schoolklimaat;
het verminderen van het aantal leerlingen voor wie een beroep wordt gedaan op externe voorzieningen inzake ondersteuning, zorg en hulp;
het realiseren van duurzaam Passend Onderwijs, dat wil zeggen: ook op termijn betaalbaar en uitvoerbaar in het licht van de beschikbare middelen;
het realiseren van structurele en inhoudelijke betrokkenheid van ouders bij de vaststelling en de inzet van de extra ondersteuning aan leerlingen.
Afstemming van de ondersteuning vraagt van alle betrokkenen, in het bijzonder de docenten, een dagelijkse inspanning.
Passend onderwijs heeft tot doel om voor elke leerling de best mogelijke ontwikkeling na te streven, waarbij wordt uitgegaan van mogelijkheden en niet van
beperkingen.
Er wordt naar gestreefd leerlingen op Mavo Roermond op te vangen. Hierbij hebben we oog voor de leerlingen met specifieke onderwijs- en/of
ondersteuningsbehoeften. Daarbij kunnen we niet alle vragen naar ondersteuning binnen de school bieden. De ondersteuning door externen maakt deel uit van passend
onderwijs.
4
4
Beleid en kwaliteitszorg met betrekking tot leerling-ondersteuning
Algemeen uitgangspunt van de ondersteuning op Mavo Roermond is dat de ondersteuning ertoe bijdraagt dat de leerling zijn persoonlijke doelstellingen haalt en zijn
competenties ontwikkelt voor de periode na het voortgezet onderwijs.
A.
BELEID
Uitgangspunten en doelen
 Met de zorgplicht verandert het aannamebeleid van de school niet. We hebben de intentie om de leerlingen die we vroeger aannamen, ook in de naaste toekomst
aan te nemen.
 De school werkt in het algemeen met groepsplannen en dus ook met groepsperspectieven.
 De school brengt de verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de breedte- en diepteondersteuning voor de leerlingen onder bij de zorgcoördinatoren.
 De school legt begeleidingsgegevens vast in Magister, te beginnen met de gegevens uit het onderwijskundig eindrapport van het basisonderwijs.
 De school participeert in overgangsprocedures basisonderwijs/voortgezet onderwijs zoals door overleg PO/VO zijn vastgesteld.
 De hoeveelheid methode waarmee de zorg (in tijd/geld) wordt berekend die in schooljaar 2014-2015 beschikbaar is blijft uitgangspunt voor komende schooljaren.
Te ontwikkelen:
 Personeel zal zich nog beter toerusten op de begeleiding van de leerlingen (individueel en op groepsniveau) en de mentoren op de vaardigheid om ten aanzien van
de ontwikkeling van de leerlingen te signaleren en interveniëren (binnen de kaderstelling van hun taakopdracht).
 Het verbeteren van de digitale overdracht van leerlingengegevens tussen PO en VO (digitaal overdrachtsdossier) en van VO naar MBO/Havo e.d.
 In verband met enkele uitgangspunten (structuur-regelmaat) trekt de school onevenredig veel leerlingen aan die dat nodig hebben. Bij afstroom levert dit extra
organisatorische problemen op. Meer directe verwijzing naar OPDC moet georganiseerd worden.
 Het aannamebeleid wordt nog verder geoptimaliseerd om nog beter (eerder) leerlingen met speciale zorg in beeld te krijgen.
Actiepunten Mavo Roermond in het schooljaar 2014-2015:
- bij de aanname van leerlingen wordt tijdelijke plaatsing bij het OPDC en vervolgens gefaseerde instroom in de Mavo gerealiseerd bij de leerlingen, die hier een indicatie
voor hebben. Met het OPDC wordt hierover een afspraak gemaakt.
- tevens stromen leerlingen, die nu bij het OPDC verblijven maar over kunnen stappen naar het reguliere Mavo-onderwijs, gefaseerd op Mavo Roermond binnen.
- een tijdelijke voorziening wordt afgesproken met het OPDC voor leerlingen, die in de loop van het schooljaar extra ondersteuning blijken nodig te hebben.
- in het scholingsplan 2014-2015 en volgende jaren wordt scholing opgenomen t.a.v. signaleren en interveniëren. Tevens wordt deze scholing in de begroting
opgenomen.
- met het MBO en Havo wordt overleg gevoerd over een digitaal overdrachtsdossier.
Kwaliteitszorg: het te ontwikkelen beleid wordt in de PDCA-cyclus van school ondergebracht en voortdurend gemonitord.
5
5
Basisondersteuning - breedteondersteuning - diepteondersteuning
Basisondersteuning niveau 1
Dit is de dagelijkse praktijk. Hier vindt de signalering plaats. De signaleringstaak van zorgleerlingen ligt in eerste instantie bij de docent / mentor. Hij/zij is verantwoordelijk
voor een goede afstemming op de hulpvraag van de leerling. In leerlingenbesprekingen/groepsbesprekingen/groepsplannen (HGW) worden de gesignaleerde problemen
besproken. De afdelingscoördinator, mentor en docent verzamelen de gegevens en houden het dossier van de leerlingen actueel (LVS) in Magister.
Basisondersteuning niveau 2
Er is sprake van zodanige onderwijsproblemen en / of gedragsproblemen dat extra ondersteuning noodzakelijk is. Hierbij worden de interne ondersteuningsmogelijkheden
van de school benut: mentorteam, vakgroep, groepsbesprekingen, collegiale consultatie, ondersteuning door leerlingbegeleiding, zorgcoördinator, orthopedagoog en
afdelingscoördinator. Op dit niveau zijn er diverse ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden: extra taal- en rekenlessen, begeleiding dyslexie en dyscalculie, SOVA
(sociale vaardigheidstraining), faalangstbegeleiding, examenvreestraining (bovenbouw), kinderen in echtscheidingssituaties en rouwverwerking. De afdelingscoördinator,
de mentor en de zorgcoördinator zijn verantwoordelijk voor de extra ondersteuning. Communicatie met ouders is vanzelfsprekend. De afdelingscoördinator, mentor en
vakdocent dragen zorg voor een volledig en actueel leerlingendossier in Magister.
Basisondersteuning niveau 3
Leerlingen waarbij een uitgebreide bespreking nodig is, worden door de afdelingscoördinator/mentor/docent ter bespreking in het zorgteam ingebracht. Hiertoe wordt
door de mentor/docent een leerlingbesprekingsformulier ingevuld, eventueel ondersteund door de afdelingscoördinator.
In de leerlingenbespreking wordt volgens de incidentmethode gewerkt (handelingsplan en/of andere uit te voeren activiteiten worden vastgelegd). De
afdelingscoördinator zorgt samen met de mentor voor terugkoppeling naar het team. De afdelingscoördinator/zorgcoördinator coördineert en bewaakt.
In deze fase worden de ouders altijd gekend in de bespreking van hun kind.
Breedte ondersteuning niveau 4:
De problemen van de leerling zijn zo complex dat de interne ondersteuningsmogelijkheden tekort schieten. Bespreking in het zorgteam (vereist goedkeuring van de ouders
door middel van een ondertekende verklaring).
Diepteondersteuning niveau 5: (externe plaatsing: tijdelijk of volledig)
De problematiek is van dien aard dat de leerling speciale ondersteuning en zorg nodig heeft in een aangepaste setting buiten Mavo Roermond. Bij het
VSO (Voortgezet Speciaal onderwijs) of het Praktijkonderwijs. De aanmelding gebeurt door de ouders /verzorgers. Zij worden daarin ondersteund door de school.
6
5.1
Breedte- en diepteondersteuning
Vanuit missie, visie en de kwaliteitseisen zoals geformuleerd in de inspectiestandaarden en de indicatoren van het referentiekader wordt vormgegeven aan ons
ondersteuningsprofiel. Hierin zijn de 4 aspecten m.b.t. een breed niveau van basisondersteuning benoemd zoals ook vastgelegd in de hoofdlijnennotitie van het SWV 31.02.
Dit betekent dat ook de ondersteuning welke op niveau 4 van het cascademodel geboden wordt deel uitmaakt van de basisondersteuning.
In principe worden alle leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften opgevangen waarin de extra ondersteuning zodanig intensief wordt dat dit de mogelijkheden van de
school overstijgt. De leerling komt dan in niveau 5 en is dan aangewezen op het KEC/OPDC/VSO/PRO.
Te ontwikkelen:
 De docenten zich verder professionaliseren zodat zij nog beter in staat zijn onderwijsondersteuning afhankelijk van de behoefte van de leerlingen te kunnen bieden.
 Intervisie krijgt een vaste plek in school.
 Groepshandelingsplannen worden geïntroduceerd.
De toelatingscriteria en de toelaatbaarheidsverklaringen VO-VSO moeten ontwikkeld worden.
De snelheid van handelen van externen bij GZ-problematiek moet verbeterd worden (SWV).
Cascademodel Zorgverbreding treft u in de bijlage aan.
Actiepunten Mavo Roermond voor het schooljaar 2014-2015:
- Het functioneren van een intern ZAT (afdelingsleider, zorgcoördinator, de mentoren van een leerjaar) en extern ZAT (met maatschappelijke organisaties) is vastgelegd in
het Mavo-concept.
- 1x per 3 weken komt het externe ZAT bij elkaar. De school werkt op uitvoeringsniveau met een zgn. Schoolteam (bestaande uit vertegenwoordiger van school,
thuissituatie en maatschappelijke organisatie samen met kind).
- De te ontwikkelen vaardigheden bij docenten maken onderdeel uit van het scholingsplan 2014-2015.
- De actiepunten komen in de Jaaragenda van het schooljaar 2014-2015.
7
6.
De ondersteuningsmogelijkheden en -grenzen
6.1 Ontwikkeling van specialismen t.b.v. een dekkend netwerk binnen het SWV
Aanvullend op de geschetste basisarrangementen kennen we op dit moment op Mavo Roermond het volgende specialisme: de Mavo/Havostroom. Hierin worden
leerlingen d.m.v. gebruik van Havo-lesmethoden en –toetsen begeleid naar de overstap van Mavo naar Havo-onderwijs. Dit gebeurt na het brugjaar naar Havo 2, na het
tweede leerjaar naar Havo 3, na het derde leerjaar naar Havo 4 of na het eindexamen Mavo naar Havo 4.
7.
Ontwikkelpunten ondersteuningsprofiel
Bij de verdere ontwikkeling van het ondersteuningsprofiel hanteren we:





Het wettelijk kader passend onderwijs.
De standaarden en indicatoren die de inspectie hanteert.
Het referentiekader passend onderwijs van de VO-raad.
De hoofdlijnennotitie en het concept basisondersteuning van het SWV 31.02.
De beschrijving basisondersteuning SWV 31.02.
Op basis van de referenties passend onderwijs zijn in onderstaand schema per ijkpunt en referentie, indicatoren opgenomen die enerzijds de stand van zaken schetsen en
anderzijds richting gevend zijn bij de verdere ontwikkeling van passend onderwijs. Binnen de basisondersteuning onderscheiden we 8 ijkpunten/referenties:
Per referentie/ijkpunt is het inspectiekader (о) toegevoegd. Aanvullend zijn de specifieke eisen op het niveau van het SWV opgenomen. Per ijkpunt zijn vervolgens
ontwikkelpunten besproken:
8
Ijkpunten
1. De school heeft een goed pedagogisch-didactisch klimaat en is fysiek en
sociaal veilig.
Referentiekader
De school heeft (ortho)pedagogische en/of orthodidactische
programma’ s en methodieken die gericht zijn op sociale
veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen.
Toezichtskader inspectie
o De school heeft een specifiek aanbod om sociale competenties te
ontwikkelen;
o De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief
burgerschap en sociale integratie;
o De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school;
o De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en
personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale
veiligheid op de school voordoen;
o De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en
afhandelen van incidenten in en om de school;
o Het personeel zorgt dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar
en anderen omgaan.
Ontwikkeling
12-13
13-14
14-15
Toelichting
Formele afspraken SWV
Schoolplan
De school heeft een duidelijke visie op ‘pedagogische kwaliteit’ die in
overleg met de (G)MR en de ouderraad is ontwikkeld en vastgesteld;
Jaarbeleidsplan
Kwartaalrapportages
 De school ondersteunt leerlingen actief bij het versterken
van vaardigheden en het verminderen van (faal)angst en
maakt hiervoor gebruik van effectieve (ortho)pedagogische
programma’s en methodieken;
Draaiboek
begeleidingslessen
Veiligheidsplan (bundel
fysieke en sociale
veiligheid in en om het
schoolgebouw)
Notitie
Maatschappelijke stage
Incidentregistratie
Arbo veiligheidsplan
Protocollen
 De school zorgt voor samenhangend beleid op het gebied van
veiligheid, verzuim en ondersteuning;
 De school signaleert risico’s voor de pedagogische kwaliteit
en anticipeert hierop;
 De school registreert incidenten;
 De school hanteert een protocol kindermishandeling en bestrijdt
pestgedrag;
 De school zet structureel een leerling-ouder-docenttevredenheidonderzoek uit.
Tevredenheidsonderzoeken onder alle
leerlingen, ouders en
medewerkers(meest
recent: mei/juni 2013)
Vensters voor
Verantwoording
Het concept ondersteuningsprofiel is afgerond en zal in de verschillende geledingen worden besproken. De bundel Veiligheid is al enkele jaren in gebruik en wordt ieder
jaar bijgesteld en uitgebreid. In het schooljaar 2012-2013 is voor het eerst een lessenserie in alle klassen rond Veiligheidsthema’s uitgevoerd door externe deskundigen in
aanwezigheid van de mentoren en deze zijn op een ouderavond tevens gepresenteerd aan alle ouders.
Dit wordt in het schooljaar 2013-2014 herhaald als een telkens terugkerend item in de jaaragenda. Er wordt in schooljaar 2013-2014 extra aandacht gegeven aan pesten
door het klassikaal bezoeken van de film “Spijt” en het mentorgesprek tussen mentor en zijn klas daarna.
De teamscholing richt zich op het hanteren en opstellen van groepshandelingsplannen en observeer-/signaleringstechnieken.
Het concept ondersteuningsprofiel is afgerond en zal in de verschillende geledingen worden besproken. De bundel Veiligheid is al enkele jaren in gebruik en wordt ieder
jaar bijgesteld en uitgebreid. In het schooljaar 2012-2013 is voor het eerst een lessenserie in alle klassen rond Veiligheidsthema’s uitgevoerd door externe deskundigen in
aanwezigheid van de mentoren en deze zijn op een ouderavond tevens gepresenteerd aan alle ouders.
9
De teamscholing van alle medewerkers betreft leren differentiëren.
Ijkpunten
2. De school heeft zicht op de ontwikkeling en vorderingen van alle
leerlingen en legt deze vast in het digitaal leerlingvolgsysteem.
Toelichting
Formele afspraken SWV
Jaarbeleidsplan
 De school heeft meetbare normen vastgelegd voor de resultaten die zij
met leerlingen wil bereiken;
Referentiekader
De school werkt planmatig volgens de indicatoren zorg en begeleiding
zoals die in het toezichtkader van de onderwijsinspectie zijn vastgelegd.
Notitie overdracht POVO
Observatie instrumenten
Toezichtskader inspectie
o De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde
o
instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de
ontwikkeling van leerlingen;
Het personeel volgt en analyseert systematisch de voortgang in de
ontwikkeling van de leerlingen.
CITO 0-1-2-3 meting
Taal-rekenen-Engels
LVS - Magister
 De school hanteert de landelijk vastgestelde referentieniveaus taal en
rekenen; bij onvoldoende resultaat bij de remediëring blijft de leerling in
de extra ondersteuning taal en rekenen;
 De school houdt de ontwikkeling en vorderingen van iedere leerling
systematisch bij en legt deze systematisch vast in het digitaal
leerlingvolgsysteem;
 De school analyseert halfjaarlijks de resultaten van leerlingen op
school- klas- en individueel niveau.
Managementvenster
Ontwikkeling
12-13
0-1-2-3 meting van CITO en de pilot rekentoets zijn afgenomen. Pilot overdracht POVO is uitgevoerd, hierin wordt LVS PO en het OKR gehanteerd bij het vaststellen van
het ontwikkelperspectief van leerlingen en het aanbieden van een passend arrangement.
13-14
Afspraken rond overdracht POVO wordt uitgebreid naar alle PO scholen. CITO 0-1-2-3 wordt geïntegreerd in het LVS en meegenomen in HGW. Opbrengsten worden
teruggekoppeld vanuit managementvenster en vertaald in VOP.
14-15
Afspraken rond overdracht POVO wordt uitgebreid naar alle PO scholen. CITO 0-1-2-3 wordt geïntegreerd in het LVS en meegenomen in HGW. Opbrengsten worden
teruggekoppeld vanuit managementvenster en vertaald in VOP.
10
Ijkpunten
Toelichting
3. De school werkt opbrengstgericht en handelingsgericht en investeert
gericht in het versterken van de handelingsbekwaamheid en
competenties van haar personeel.
Referentiekader
 Opbrengstgericht werken en passend onderwijs zijn hoofdaspecten van
goed onderwijs;
 Handelingsgericht werken is het uitgangspunt voor passend onderwijs;
 Een goed toegeruste docent beschikt naast vakkennis, vaardig
klassenmanagement en algemene pedagogische en didactische
vaardigheden ook over vaardigheden waarmee:
a) leer- en ontwikkelingsproblemen bij leerlingen vroegtijdig worden
gesignaleerd
b) ondersteuningsbehoeften van ouders bij opvoeding en in het gezin
vroegtijdig worden gesignaleerd
c) ouders vroegtijdig bij de ondersteuningsvraag worden betrokken
d) effectieve interventies worden gehanteerd bij beginnende
(gedrags)problematiek
e) gebruik wordt gemaakt van en wordt deelgenomen aan de
ondersteuningstructuur in en om de school
f) planmatig wordt gewerkt aan verbetering van de ontwikkelingskansen
van de leerling
g) wordt gestreefd naar zo hoog mogelijke opbrengsten
h) wordt geëvalueerd welke opbrengsten zijn behaald.
Jaarbeleidsplan
Scholingsplan en IPBgesprekken
Formele afspraken SWV
 De school werkt volgens de kenmerken van opbrengstgericht werken:

de kwaliteitszorg is goed op orde (voldoende op de kwaliteitskaart)

docenten hebben hoge verwachtingen van leerlingen, stellen
ambitieuze doelen, geven procesgerichte feedback en kunnen goed
omgaan met verschillen

docenten analyseren bij achterstand samen met interne
ondersteuners het leerprobleem, de school biedt hulp die aansluit bij
de specifieke kenmerken van de leerling

besturen ondersteunen opbrengstgericht werken en stimuleren hun
scholen hierin
Vensters voor
verantwoording
Cascademodel
Handelingsplannen
Opbrengstenkaart
 De school heeft ondersteuning en begeleiding samen met de interne
ondersteuners ingericht volgens de vijf cycli van handelingsgericht
werken: analyseren, nader diagnosticeren, plannen voorbereiden,
plannen uitvoeren, evalueren;
 De school versterkt samen met de interne ondersteuners de
competenties van docenten in handelings- en opbrengstgericht werken
en in aanvullende vaardigheden zoals opgenomen in het referentiekader.
Toezichtskader inspectie
o De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag
 De School heeft intervisie als intercollegiaal hulpmiddel opgezet om tot
worden verwacht;
verbetering van klassenmanagement, signalerings- en
o De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de
observatietechnieken te komen, verwerkt in het GHP.
opleiding;
o De school weet wat de onderwijsbehoeften van haar leerlingen zijn.
Ontwikkeling
Op basis van in-doorstroomlijsten worden groepsoverzichten gemaakt. Deze zijn uitgangspunt voor het groepsplan. OGW krijgt verder vorm bij de evaluatie van HGW.
12-13
13-14
Zorgteam en zorgstructuur worden geoptimaliseerd. Participeren in de ontwikkelingen ZAT op het niveau van het samenwerkingsverband. Begeleidingslessen worden
geëvalueerd. Maatwerk wordt uitgewerkt. Op het niveau van klassenmanagement wordt geïnvesteerd via scholing mentoraat, de scholing van docenten en intervisie.
14-15
Zorgteam en zorgstructuur worden geoptimaliseerd. Participeren in de ontwikkelingen ZAT op het niveau van het samenwerkingsverband. Begeleidingslessen worden
geëvalueerd. Maatwerk wordt uitgewerkt. Op het niveau van klassenmanagement wordt geïnvesteerd via scholing mentoraat, de scholing van docenten en intervisie.
11
Ijkpunten
Toelichting
Formele afspraken SWV
4. De school heeft een ondersteuningsprofiel dat deel uitmaakt van een
regionaal dekkend aanbod en waarin is vastgelegd hoe zij tegemoet komt
 De school heeft in het ondersteuningsprofiel vastgelegd hoe zij
aan uiteenlopende onderwijsbehoeften van leerlingen.
tegemoet komt aan de onderwijsbehoeften van leerlingen met:
Referentiekader

Ondersteuningsprofiel
a) een soepel verlopende ontwikkelings- en onderwijsleerlijn
 De school is wettelijk verplicht om een ondersteuningsprofiel op te
b) een meer of minder dan gemiddelde intelligentie
stellen.
c) een stagnerende leerontwikkeling
 Het ondersteuningsprofiel is de bestuurlijk vastgestelde omschrijving van
d) een stagnerende taal-/rekenontwikkeling (waaronder dyslexie,
de basisondersteuning en de eventuele extra ondersteuning die een
Mavo-Havo-klassen
dyscalculie)
individuele school biedt; het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het
e) een stagnerende sociaal-emotionele ontwikkeling
ondersteuningsplan.
Remediale- en
f) een stoornis in het psychiatrisch spectrum
 De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van
Begeleidingslessen
g) een ontwikkelingsperspectief, dat het uitstroomniveau gaat
arrangementen. Deze kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van
realiseren
aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Uitgangspunt is
Extra lessen taal-rekenen
h) een fysieke beperking
dat de leerling waar mogelijk weer terugkeert op de reguliere school en
i) een combinatie van bovengenoemde onderwijsbehoeften
binnen de basisondersteuningsstructuur van de school wordt
Protocoldyslexie en
ondersteund.
dyscalculie
 De school is in staat om samen met kernpartners brede arrangementen
 Voor leerlingen die structureel gebruikmaken van een
te ontwikkelen;
ondersteuningsarrangement stelt de school in samenspraak met de
toeleverende school een ontwikkelingsperspectief op. Dit beschrijft hoe
Cito 0-1-2-3 meting
 De school stelt voor elke leerling met extra onderwijsbehoeften in
dicht de leerling de kerndoelen kan benaderen en welke extra
Handelingsplannen
overleg met de kernpartners een ambitieus
ondersteuning daarvoor nodig is.
onderwijsondersteuningsarrangement vast en zorgt ervoor dat
Toezichtskader inspectie
eventueel extra (orthodidactisch) materiaal binnen de school aanwezig
o De school met een substantieel percentage taalzwakke leerlingen heeft
is.
bij alle vakken een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige
onderwijsbehoeften van deze leerlingen;
o De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de
onderwijsbehoeften van individuele leerlingen;
o De docenten stemmen de instructie, verwerkingsopdrachten en
onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen;
o De school weet wat de onderwijsbehoeften van haar leerlingen zijn.
Ontwikkeling
Concept ondersteuningsprofiel is uitgewerkt en besproken in managementteam en de schoolleiding van beide locaties. Concept wordt voorgelegd aan het directieberaad
van het SWV 32.01
12-13
13-14
Ondersteuningsprofiel afstemmen op het niveau van het SWV 32.01 nadat dit is besproken en vastgesteld in de verschillende geledingen wordt het in school
geïntroduceerd. Onderdelen zijn reeds in uitvoering.
14-15
Ondersteuningsprofiel afstemmen op het niveau van het SWV 32.01 nadat dit is besproken en vastgesteld in de verschillende geledingen wordt het in school
geïntroduceerd. Onderdelen zijn reeds in uitvoering.
12
Ijkpunten
Toelichting
5. De school heeft een effectieve interne ondersteunings- en
begeleidingsstructuur en geeft actief invulling aan de verbinding tussen
interne structuur en ondersteuning en begeleiding door kernpartners om
de school.
Cascademodel
Referentiekader


In het ondersteuningsprofiel van de school wordt in ieder geval
aangegeven wat de expertise is van het (zorg)team voor wat betreft
preventieve en (licht) curatieve interventies en hoe die zichtbaar worden
in de onderwijsorganisatie van de school.
Ook wordt aangegeven hoe de specifieke expertise van samenwerkende
scholen wordt benut en met welke ketenpartners wordt samengewerkt.
Begeleidingsprogramma’s
en trainingen
Protocol dyslexie en
dyscalculie
Toezichtskader inspectie
o Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school
de aard van de zorg voor de zorgleerlingen;
o De school voert de zorg planmatig uit;
o De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg;
o De school zoekt structurele samenwerking met ketenpartners waar
noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak
overschrijden.
Handelingsplannen
LVS
Logboek Magister
Zorgteam
Beslisschema
Formele afspraken SWV

De school heeft vastgelegd welke expertise op ondersteuning en
begeleiding minimaal in en om de school aanwezig moet zijn om het
handelingsgericht werken van docenten/teams te versterken;

De school zorgt voor interne begeleiding en ondersteuning van zowel
leerlingen als docenten/teams en heeft hiervoor de noodzakelijke
expertise intern beschikbaar;

De school heeft duidelijk omschreven welke rollen en
verantwoordelijkheden iedere partner in de interne ondersteunings- en
begeleidingsstructuur heeft;

De school heeft de interne ondersteunings- en begeleidingsstructuur
effectief georganiseerd en de werkprocessen hierop ingericht;

De school heeft duidelijke afspraken gemaakt over het moment waarop
de interne ondersteuner in contact treedt met kernpartners om de
school;

De school en de kernpartners hebben duidelijke afspraken gemaakt
over de rollen en verantwoordelijkheden van de partners in de interne
en de kernpartners in de externe ondersteunings- en
begeleidingsstructuur. Deze worden jaarlijks geëvalueerd.
Ontwikkeling
12-13
Handelingsplannen en groepsplannen zijn geëvalueerd.
Werkwijze Zat is geëvalueerd.
13-14
Specifiek eigen ondersteuningsprofiel en expertise in kaart brengen op het niveau van het SWV 32.01.
14-15
Specifiek eigen ondersteuningsprofiel en expertise verder uitvoeren en bijscholing regelen.
13
Ijkpunten
Toelichting
6. De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en
begeleiding vast en past het beleid aan als op grond van toetsresultaten
blijkt dat leerlingen met een stagnerende onderwijslijn onvoldoende
progressie hebben gemaakt ten opzichte van het moment waarop de
ondersteuning is gestart.
Jaarbeleidsplan
Formele afspraken SWV

De school heeft in haar ondersteuningsprofiel vastgelegd hoe zij
tegemoet komt aan uiteenlopende onderwijsbehoeften van leerlingen;

De school is in staat aan te tonen wat zij aan effectieve ondersteuning
en begeleiding van leerlingen met leer- , gedrags- en/of sociaalemotionele problemen heeft gedaan;

De school werkt systematisch aan het vastleggen en analyseren van de
opbrengsten van haar ondersteuning en begeleiding;
De school is in staat om de uitkomsten van deze analyse te vertalen
naar consequenties voor het beleid en het handelen van
docenten/teams.
Studiewijzers en PTA
Referentiekader


Alle ondersteuningsprocessen (zoals de toedeling van middelen,
aanvragen en beoordelen van specifieke onderwijsarrangementen,
bepalen toelaatbaarheid so/vso) worden transparant ingericht waardoor
voor belanghebbenden – waaronder ouders – herkenbaar is op welke
wijze, door wie en op grond waarvan toedeling en beoordeling
plaatsvindt;
Het bestuur van het samenwerkingsverband draagt er zorg voor dat de
aangesloten scholen verantwoording afleggen over de resultaten die met
de toegekende middelen zijn behaald en voorziet in een systematische
monitoring hiervan.
Toezichtskader inspectie
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen;
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces;
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten;
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces;
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde
onderwijskwaliteit
Ontwikkeling
o
o
o
o
o
Opbrengstenkaart
In-doorstroomlijsten
Managementvenster
12-13
Opbrengsten worden teruggekoppeld via OAC en OVV naar de vakgroepen op basis van het managementvenster in Vensters voor Verantwoording. Acties worden
vertaald in de vakgroepontwikkelingsplannen per sectie. PDCA cyclus voor LOB en taal-rekenbeleid zijn bijgesteld. CITO 0-1-2-3 meting is uitgevoerd.
13-14
CITO toetsing en resultaten worden geïntegreerd in LVS - Magister en vertaald in curriculum taalvakken en rekenen. Uitslag CITO meenemen in advisering leerweg en
opstellen handelingsplannen. Opbrengsten worden teruggekoppeld naar de vakgroepen.
14-15
Opbrengsten worden teruggekoppeld via OAC en OVV naar de vakgroepen op basis van het managementvenster in Vensters voor Verantwoording. Acties worden
vertaald in de vakgroepontwikkelingsplannen per sectie. PDCA cyclus voor LOB en taal-rekenbeleid zijn bijgesteld. CITO 0-1-2-3 meting is uitgevoerd.
CITO toetsing en resultaten worden geïntegreerd in LVS - Magister en vertaald in curriculum taalvakken en rekenen. Uitslag CITO meenemen in advisering leerweg en
opstellen handelingsplannen. Opbrengsten worden teruggekoppeld naar de vakgroepen.
14
Ijkpunten
Toelichting
7. De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen
zorgvuldig over volgens vastgesteld beleid op school-, bestuurs-, en
samenwerkingsverbandniveau.
Formele afspraken SWV

Notitie overdracht POVO


Referentiekader


Alle ondersteuningsprocessen (zoals de toedeling van middelen,
aanvragen en beoordelen van specifieke onderwijsarrangementen,
bepalen toelaatbaarheid so/vso) worden transparant ingericht
waardoor voor belanghebbenden – waaronder ouders – herkenbaar is
op welke wijze, door wie en op grond waarvan toedeling en
beoordeling plaatsvindt;
De extra ondersteuning voor leerlingen houdt niet op als zij niet meer
leerplichtig zijn. Veel jongeren die nu aanwezig zijn hebben meer tijd
en ondersteuning nodig om de vereiste vaardigheden op te doen.
Samenwerking van besturen (vo en mbo) met gemeenten,
ketenpartners en het bedrijfsleven is daarbij van groot belang.
Pilot warme overdracht
Swalm en Roer/Mavo

Schooljaarinformatie voor
(brugklas)leerlingen



De school heeft een aannamebeleid en voert dat tegen de
achtergrond van de ondersteuningsplicht (zorgplicht) zorgvuldig uit;
De school houdt zich aan de POVO-procedure;
De school zorgt voor warme overdracht van leerlingen met een extra
onderwijsbehoefte die vanuit het po instromen of naar een
vervolgopleiding uitstromen;
De school zorgt samen met kernpartners in de overdracht binnen de
school en naar een vervolgschool voor een doorlopende lijn van
ondersteuning en begeleiding;
De school koppelt in het eerste jaar de ontwikkeling van leerlingen
met een extra onderwijsbehoefte terug aan het primair onderwijs of
aan de vorige school voor voortgezet onderwijs;
De school volgt de leerlingen die de school hebben verlaten
tenminste één jaar;
De school zorgt voor een goede aansluiting en overgang tussen
onderwijs en arbeidsmarkt en biedt leerlingen die dat nodig hebben
extra begeleiding in de voorbereiding op hun start op de
arbeidsmarkt.
Toezichtskader inspectie
o
o
De school hanteert wettelijke voorschriften voor toelating en
verwijdering van leerlingen;
Toelating van leerlingen afkomstig van het so of vso alsmede overgang
van deze leerlingen naar deze onderwijssoorten vindt alleen plaats in
overeenstemming met de ouders.
Profielen en instroomcriteria
Instroom/Overdrachtsdossier
Afstemming overdracht
VO/MBO
Ontwikkeling
12-13
13-14
14-15
In de pilot POVO is gewerkt aan optimale overdracht van leerlingen. Op basis van ontwikkelperspectief dat is geformuleerd op basis van LVS-CITO groep 6-7-8 worden
leerlingen en besproken en evt. geplaatst. Profielen van de verschillende basisarrangementen zijn geformuleerd en gecommuniceerd in het POVO overleg dat 2 keer per
schooljaar plaatsvindt.
Pilot overdracht POVO wordt in september geëvalueerd en vertaald in stappenplan. Definitieve notitie overdracht verwacht in januari 2014. Ook de digitale overdracht
wordt in dit traject meegenomen. Vanuit het netwerk vmbo-mbo wordt gewerkt aan de systematische terugkoppeling van de route die leerlingen bewandelen op weg
naar hun startkwalificatie. In dit kader nemen we deel aan stimuleringstraject LOB op schoolniveau VSV/Plus programma 2013-2015.
Pilot overdracht POVO wordt in september geëvalueerd en vertaald in stappenplan.
Vanuit het netwerk vmbo-mbo wordt gewerkt aan de systematische terugkoppeling van de route die leerlingen bewandelen op weg naar hun startkwalificatie. In dit
kader nemen we deel aan stimuleringstraject LOB op schoolniveau VSV/Plus programma 2013-2015.
15
Ijkpunten
Toelichting
Formele afspraken SWV
8. De school zorgt voor een heldere afstemming van rollen en
verantwoordelijkheden van leerling, ouders, docenten en ondersteuners
 De school heeft in haar schoolplan duidelijk omschreven:
ten aanzien van de ontwikkeling van een leerling en betreft ouders bij
a) wat zij leerlingen biedt aan onderwijs- en
beslissingen die hun kind betreffen.
ontwikkelingsmogelijkheden
Referentiekader
b) hoe de interne signalerings-, ondersteunings- en
begeleidingsstructuur is ingericht
 De ondersteuningsplicht (zorgplicht) vormt een belangrijke basis voor de
c) welke rollen en verantwoordelijkheden interne ondersteuners
versterking van de positie van ouders. Uitwerking daarvan concentreert
hebben
zich op vier aspecten: informatie, communicatie, ondersteuning en
d) wat ouders van de school mogen verwachten
medezeggenschap;
e) wat de school van ouders verwacht
 In situaties waarbij het finale besluit van een school vergaande gevolgen
f) hoe wederzijds wordt gecommuniceerd (algemeen, bij vragen of
heeft voor leerling en gezin is er de mogelijkheid van een second opinion
Ondersteuningsprofiel
zorgen)
door een onafhankelijke instantie. In situaties waarin ouders het besluit
g) hoe inspraak en medezeggenschap is geregeld
van een school niet accepteren kan mediation helpen om de
h) hoe bij klachten en geschillen moet worden gehandeld.
communicatie weer op gang te brengen en tot een geaccepteerde
uitkomst te komen. De belangen van ouders worden collectief behartigd
in de vorm van medezeggenschap (ondersteuningsplanraad);
 Alle ondersteuningsprocessen (zoals de toedeling van middelen,
aanvragen en beoordelen van specifieke onderwijsarrangementen,
bepalen toelaatbaarheid so/vso) worden transparant ingericht waardoor
voor belanghebbenden – waaronder ouders – herkenbaar is op welke
MR
wijze, door wie en op grond waarvan toedeling en beoordeling
Ouderraad en
plaatsvindt.
klankbordgroep ouders
Toezichtskader inspectie
o De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school
daartoe onderneemt.
Ontwikkeling
Integraal oudertevredenheidsonderzoek is afgenomen i.s.m. DUO. Resultaten zijn teruggekoppeld in oudergeleding MR en klankbordgroep ouders. Vanuit dit overleg en
12-13
de bespreking van deze notitie met het team zijn actiepunten geformuleerd.
Actiepunten vanuit ouder-leerlingtevredenheid/schoolverlaterenquête worden geagendeerd en vervolgens gecommuniceerd met alle geledingen. Ouderbetrokkenheid
13-14
is als thema wel opgenomen in de format van het SWV maar we hebben ervoor gekozen dit thema niet afzonderlijk uit te werken omdat dit afdoende aan bod komt bij
de uitwerking van dit ijkpunt. Profilering geledingen wordt vanuit oudergeleding MR opgepakt.
Actiepunten vanuit ouder-leerlingtevredenheid/schoolverlaterenquête worden geagendeerd en vervolgens gecommuniceerd met alle geledingen. Ouderbetrokkenheid
14-15
is als thema wel opgenomen in de format van het SWV maar we hebben ervoor gekozen dit thema niet afzonderlijk uit te werken omdat dit afdoende aan bod komt bij
de uitwerking van dit ijkpunt. Profilering geledingen wordt vanuit oudergeleding MR opgepakt.
16
8.
Ouderbeleid
Ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor alle aspecten van de opvoeding. De school mag ervan uitgaan dat leerlingen goed gekleed en gevoed op school komen, vervolgens draagt de
school gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met de ouders voor alle andere terreinen van de opvoeding: veiligheid, sociale contacten, waarderen en zelfontplooiing (piramide van
Maslov).
Vanwege die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid zijn goede en waar nodig intensieve contacten met de ouders van groot belang.
Ouders dragen ook verantwoordelijkheid voor het gedrag van hun kind op school of op straat. Zeker als het lastig wordt is een gemeenschappelijke pedagogische aanpak (luisteren en
begrenzen) van groot belang.
Mavo Roermond vindt derhalve ieder contact met de ouders uiterst belangrijk: bij afwezigheid, die niet gemeld wordt, en bij andersoortige voorvallen worden de ouders meteen geïnformeerd
en bij de kwestie betrokken. Idem wordt de informatie op eigen initiatief vanuit ouders bijzonder op prijs gesteld. Bij problemen binnen een klas worden alle ouders tijdig geïnformeerd over
de aanpak. Met de oudergeleding van de MR en met de klankbordgroep ouders worden de dagelijkse en formele zaken van school uitvoerig doorgesproken en indien nodig aangepast. Alle
ouders van Mavo Roermond halen verplicht 2x per jaar het rapport van hun kind op bij de mentor, waarbij tegelijk het gesprek gaat over de voortgang en de ontwikkeling van het kind.
Een leerling kan alleen leren en zich ontwikkelen als hij/zij zich veilig voelt en er sprake is van basaal welzijn. Als de school signaleert dat dat niet het geval is, probeert ze de oorzaken te
achterhalen en schakelt ze in een vroeg stadium de partners (ouders/verzorgers, wijkgerichte ondersteuners, zorgpartners) in om de juiste diagnose te kunnen stellen en de juiste remedie te
vinden. Veiligheid en veilig sociaal gedrag zijn belangrijke thema’s in het curriculum van Mavo Roermond: met de leerlingen van zijn klas maakt de mentor afspraken over veiligheid, pesten, en
sociaal wenselijk gedrag. In de brugklas wordt daar een anti-pestprotocol voor opgemaakt, waarbij alle leerlingen zich verplichten zich sociaal “correct” te gedragen. Als extra activiteit
bezoeken alle leerlingen van klas 1 tm. 3 de film “Spijt”, in het ECI-complex onder leiding van hun docent/mentor. Deze houdt daarna met zijn klas een uitvoerig klassengesprek hierover aan
de hand van een methode. Verder heeft Mavo Roermond vanaf het schooljaar 2012-2013 een lessenserie in alle klassen georganiseerd rond Veiligheid: in de brugklassen lessen over sociaal
gedrag in het verkeer, in de tweede klassen over (mis)gebruik van de social media en in klas 3 en 4 over sociaal gedrag en alcohol en drugs (kern was: leren “neen” zeggen tegen groepsdruk).
Deze lessenserie is afgesloten met een grote ouderavond, waarbij alle ouders een workshop konden volgen over de lessenserie van hun kind met daaraan gekoppeld de vraag: “Wat kun je als
ouder bijdragen aan het voeren van het goede gesprek met jouw kind?” De lessenserie en de ouderavond worden in het najaar van 2014-2015 herhaald en worden integraal in het
jaarprogramma opgenomen als telkens terugkerende activiteit en krijgt steeds meer nadruk.
17