10 • OPINIE DE GRAUWE & SCHOORS Paradigmawissel PAUL DE GRAUWE Topeconomen Paul De Grauwe en Koen Schoors wisselen elkaar af en schrijven over mens, wereld en economie. E r lijkt een grote ommekeer in de maak in het denken van de economen. Gedurende de laatste paar maanden kwamen belangrijke publicaties op ons af. Zo is er het boek van Thomas Piketty, Le Capital au XXIe siècle (2013), waarin de auteur de stijgende ongelijkheid in de kapitalistische systemen documenteert, en pleit voor een drastische verhoging van de belastingen op de topinkomens en -vermogens. Het Internationaal Muntfonds heeft zojuist een studie gepresenteerd waaruit moet blijken dat de grote inkomens- en vermogensongelijkheden die we nu observeren de groei niet bevorderen, ja, zelfs de groei kunnen vertragen. De OESO kwam onlangs met een gelijkaardig rapport voor de dag waarin het voorgaande wordt bevestigd. De traditionele visie van de economen staat onder druk. Die visie wil dat er een trade-off bestaat tussen gelijkheid en economische groei. Als een samenleving meer gelijkheid in inkomen en vermogen wenst, dan betaalt zij daarvoor een prijs, met name minder groei. Wil ze meer groei tot stand brengen, dan is meer ongelijkheid onvermijdelijk. We kunnen dus niet én meer groei én meer gelijkheid hebben. Groei en gelijkheid zijn als water en vuur, onverenigbaar. Heel oncomfortabel. De traditionele econoom die moeite heeft met die oncomfortabele keuze ontwikkelde de trickle down-theorie. Volgens die theorie is de keuze voor groei eigenlijk niet zo oncomfortabel, want die rijke mensen zijn dynamische kerels die zoveel geld en vermogen hebben opgestapeld omdat ze buitengewone nieuwe producten en diensten hebben ontwikkeld. Rijke mensen creëren dus veel economische meerwaarde die meer groei en tewerkstelling mogelijk maken en het dus ook toelaten om de armoede te verlichten. Er is de laatste decennia weliswaar meer ongelijkheid ontstaan, maar tegelijk heeft de extra groei die hierdoor mogelijk werd de armen geholpen om uit de armoede te ontsnappen. Een beleid dat hoge belastingtarieven heft op topinkomens en -vermogens, zal geen economische achteruitgang inleiden Er zal wel iets waar zijn aan die trickle down-theorie. China is er een spectaculair voorbeeld van. De overgang van het communisme naar het kapitalisme heeft er een ongehoorde economische groei mogelijk gemaakt. Die heeft de ongelijkheid in China sterk verhoogd. Maar tegelijk is de armoede er spectaculair gedaald. Toch is daarmee de oncomfortabele keuze tussen groei en gelijkheid niet van de baan. De empirische evidentie waarover we nu beschikken, toont immers aan dat de stijgende ongelijkheid die we in de westerse economieën hebben zien ontstaan, niet geleid heeft tot meer groei, integendeel zelfs. De superrijken die in privévliegtuigen rond de wereld draaien, lijken plots niet meer de lui te zijn die ervoor zorgen dat de armen in de maatschappij meer brood op tafel hebben. Is dat nu het einde van de oncomfortabele keuze? Laat mij een poging ondernemen om die conflicterende evidentie te rijmen. Landen zoals China, die afgestapt zijn van het communisme, hebben een extreme vorm van egalitarisme verbannen. Communistische regimes gingen ervan uit dat de verdeling van de inkomens niet mocht gebeuren op basis van het marktmechanisme dat vooral gebaseerd is op prestaties. Iedereen moest gelijk zijn. Zo’n systeem leidde natuurlijk tot grote verliezen aan efficiëntie. Wie wou zich nog inzetten en sterk presteren als inzet en prestatie niet beloond werden? Het gevolg was dat de economie in die landen tot stilstand kwam. De overgang naar het kapitalisme liet dan ook toe de dynamiek van vrije ondernemingen te gebruiken om groei mogelijk te maken, en om die groei ook te gebruiken om de armoede te verminderen. So what, als er hierdoor ook meer ongelijkheid ontstond. Maar niet elke ongelijkheid is even goed voor de groei. De ongelijkheid die we hebben zien ontstaan in het Westen sinds de jaren 80 kwam de economische groei helemaal niet ten goede. Het grootste deel van die ongelijkheid ontstond ten gevolge van een ontsporing in de financiële markten. De totale vrijmaking van die markten maakte fantastisch veel speculatieve winstmogelijkheden mogelijk. Gokkers werden beloond met fantastische vergoedingen. We kwamen terecht in een casino-economie. Die creëert superrijken die helemaal niet bijdragen tot de economische vooruitgang. Integendeel. Hieruit volgt dan ook dat een beleid dat hoge belastingtarieven heft op topinkomens en -vermogens geen economische achteruitgang zal inleiden. De middelen die dankzij deze belastingen naar de overheid vloeien, kunnen, als ze goed gebruikt worden, de economische groei bevorderen. Het is dus ook mogelijk om meer groei én meer gelijkheid te creëren. DINSDAG 6 MEI 2014 • DE MORGEN Bart Tritsmans De toekomst van de stad uit het verleden Els De Pauw Verstikkend viaduct in Gentbrugge Niet alleen de ring rond Antwerpen bedreigt de volksgezondheid Els De Pauw werkt als journalist (o.a. voor De Morgen Magazine) en copywriter. Ze woont sinds 1998 in Gentbrugge. E r staat in Gentbrugge een viaduct. Een monsterlijke stenen tafel voor een onzichtbare reus. Een dubbele rij van vijftig bruggen na elkaar. Een groteske weg op hoge betonnen poten, waarover dag en nacht de gemotoriseerde reizigers van de E17 denderen. Rakkatakkatak, toedoemtoedoemtoedoem, over de naden van de bruggen. Van het zuiden naar het noorden, en omgekeerd. Ooit is er een geluidsscherm gekomen, op vraag van een dapper actiecomité. En een snelheidsbeperking tot 90 kilometer per uur. Maar veel heeft het allemaal niet mogen baten. Het lawaai is gebleven. De vieze lucht zwelt aan. Niet de brug was er eerst. De mensen waren hier eerst. De buurtbewoners vragen zich nog elke dag af hoe het zo ver is kunnen komen. De ouderen, die de brug hebben zien bouwen, en de jongeren, die hier zijn komen wonen. Niet dat het hier goedkoper wonen is, ten andere. De brug is een vreemde anomalie op een plek waar mensen zich al eeuwen tevoren hadden genesteld. Niet de brug was er eerst. De mensen waren hier eerst. De brug is een vreemde anomalie op een plek waar mensen zich al eeuwen tevoren hadden genesteld OPINIE • 11 DE MORGEN • DINSDAG 6 MEI 2014 plat, we graven een halve tunnel door de wijk, of nee, we bouwen een immense brug òver de woonwijk en het park, want dat is iets goedkoper, zodat de reizigers kunnen zien hoe vooruitstrevend wij hier in België wel niet zijn.” “Ons land zal met zijn snelwegen te zien zijn tot op de maan”, opperde de rechterhand van de ingenieur nog enthousiast, nadat hij eerst alle voordelen voor Gent en haar haven had opgesomd. Maar de minister was al lang overtuigd. “Doe maar”, sprak hij, “en zet er wat spoed achter.” In de jaren zestig moest het namelijk allemaal vooruitgaan. Lastige vragen stellen, dat was toen de mode niet. Overbodig Boven de huizen in Gentbrugge razen dus al veertig jaar elke dag duizenden auto’s en vrachtwagens met containers voorbij, over een affreus viaduct dat vreemd genoeg parallel loopt met de R4, de ringweg die een paar kilometer verderop door de velden rond groot-Gent loopt en de E17 halvelings overbodig maakt. Halvelings, want de R4 zit intussen ook al propvol. l Het viaduct in Gentbrugge, volgens Els De Pauw ‘een vreemde anomalie.’ © PHOTO NEWS Kris Goethals Aangepaste hulpverlening: dat zijn we de Met 7 hulpverleners per 10 patiënten kan FPC in Gent haar kernopdracht niet naar behoren vervullen Kris Goethals is psychiater. Hij schrijft deze bijdrage namens de sectie forensische psychiatrie van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie. B rengt het nieuw forensisch centrum (FPC) te Gent verlossing voor de geïnterneerden in onze gevangenissen? Niet helemaal. Met een verhouding van 7 hulpverleners per 10 geïnterneerden mist het centrum de nodige omkadering. Ruim 1.000 geïnterneerden verblijven nog steeds in de gevangenis. Ze wachten op een plek met aangepaste hulpverlening. De basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerde (of geïnterneerde) stelt dat die recht heeft op een gezondheidszorg die gelijkwaardig is aan de gezondheidszorg in de vrije samenleving en die aangepast is aan zijn specifieke noden. Aan die gelijkwaardigheid van gezondheidszorg-veiligheid wordt absoluut niet voldaan. Maar nu is er het ei van Columbus: voor het uitbaten van het nieuw Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) opteerde de ministerraad voor geprivatiseerde zorg. Met zeven hulpverleners per tien geïnterneerden werd de omkadering van het nieuwe centrum tot een minimum beperkt. Wetenschappelijke publicaties wijzen erop dat je een verhouding van 10 hulpverleners per 10 gedetineerden nodig hebt, wil je minimale kwaliteitszorg garanderen. Dit blijkt ook uit de praktijk in onze buurlanden. Nefaste concurrentie De jongste discussie over de privatisering van de gezondheidszorg gaat met andere woorden voorbij aan de kern van de zaak: de vraag of een FPC met 7 hulpverleners op 10 patiënten haar kernopdracht naar behoren kan vervullen. Het antwoord is nee. Optimale zorg bieden in een beveiligde omgeving, met als uiteindelijk doel een re-integratie in de samenleving (tenzij het om zeer gevaarlijke individuen gaat) wordt moeilijk als de nodige omkadering ontbreekt. Het personeel van een nieuw FPC – of lees: high-security psychiatrisch ziekenhuis – zal enkele jaren ervaring moeten opdoen in de behandeling van geïnterneerden en in het voortdurende spanningsveld tussen behandeling en beveiliging. Mijn ervaringen in Nederland leren mij dat het dansen op een slappe koord is. De ‘7 op 10’-verhouding dreigt ertoe te leiden dat de jonge, nieuwe FPC de ‘gemakkelijke’ geïnterneerden zal opnemen. Dit betekent diegenen die niet de hoogste graad van behandeling en beveiliging nodig hebben. En sterker nog, het nieuwe FPC dreigt te concurreren met bestaande medium-security afdelingen binnen psychiatrische ziekenhuizen. En die zijn net bedoeld voor deze geïnterneerden met een lagere graad van behandeling en beveiliging. Momenteel draait justitie op voor alle gezondheidszorgkosten van alle geïnterneerden, dus ook voor de kosten van bijvoorbeeld medicijnen. Wij pleiten ervoor dat in het nieuwe FPC de psychiatrische zorg integraal De campagne volgens Nigel Williams Waarom het Ringlandproject media, publieke opinie én politiek overtuigt Bart Tritsmans werkt aan een doctoraat over stedelijke groenruimte in Antwerpen sinds 1859. Hij kaderde Ringland in zijn historische context tijdens het Ringlandfeest gisteren. D e overkapping van de Antwerpse ring is een heet hangijzer. Het thema, dat door Ringland opnieuw op de agenda werd geplaatst, is kort voor de verkiezingen niet meer weg te slaan uit de actualiteit. Ringland kreeg intussen de steun van een grote groep professoren, onder wie transporteconomen, politicologen en sociologen, maar ook van milieuorganisaties, stadsplanners, economen, mensen uit de culturele sector, en van een groep artsen die waarschuwen voor de nefaste impact van de huidige ring op de gezondheid van de stadsbewoners. Groen schaarde zich van bij het begin achter de overkapping, en intussen springen ook de andere partijen een voor een op de kar (al zijn er die het ‘Valentijnsakkoord’ en het BAM-tracé nog niet kunnen loslaten). De belangstelling voor het evenement dat Ringland gisteren hield om het project voor te stellen aan de bevolking en de pers, toont dat de publieke opinie klaar is voor een overkapping. Hoe is Ringland erin geslaagd om de aandacht van de media te trekken en om zowel de publieke opinie als de meerderheid van de politieke partijen te overtuigen van de noodzaak van de overkapping? Ze zijn erin geslaagd om de stad uit het verleden en de stad van de toekomst samen te brengen. Enerzijds sluit Ringland naadloos aan bij het actuele debat over het belang van leefbare steden. De gezondheid van de stadsbewoners, de uitbouw van een duurzame mobiliteit en het inplanten Leefbaarheid impliceert een band tussen de stad en de stedelingen. Die band herstelt Ringland in ere Geen lastige vragen Op een middag in een duister deftig kantoor, ergens in het Brussel van midden jaren zestig, moet een handvol belangrijke mannen rond de tafel gezeten hebben, gebogen over de plannen van een gloednieuwe snelweg van Antwerpen naar Gent, naar Kortrijk en Lille. De snelste weg van punt a naar punt b, zei de ene, bleek nu toch wel dwars door een nieuwe woonwijk en een kasteelpark uit de veertiende eeuw te lopen, daar vlak bij Gent. “Geen probleem”, verklaarde de hoofdwegeningenieur, terwijl hij even de as van zijn sigaar tikte in de kristallen asbak van de minister, “met de moderne kennis van wegen- en bruggenbouw is het zo gepiept. Wij gooien een paar huizenblokken GENOEG GELACHEN l De Antwerpse ring ter hoogte van het Sportpaleis. © BELGA van grote groene zones zijn de belangrijkste ingrediënten van hun project, waarmee ze beleidsmakers, stadsplanners, artsen en transporteconomen wisten te overtuigen. Anderzijds knopen ze aan bij de stad uit het verleden, door de emotionele band van de stadsbewoners met de stedelijke ruimte te herstellen. Misplaatste melancholie? De Antwerpse ringruimte deed, in haar gedaante van Brialmontomwalling, vanaf eind 19de eeuw tot kort voor de aanleg van de ring dienst als een officieuze publieke groenzone. Stadsbewoners ontvluchtten het stadscentrum en gingen er wandelen, vissen en spelen met hun kinderen. De herinneringen van bewoners aan hun beleving van de ringruimte weerspiegelen het belang van een emotionele band tussen de stad en haar bewoners. Tijdens de pragmatische jaren zestig, toen de Antwerpse ring werd omgevormd tot een verkeersmachine, werd steeds geargumenteerd dat emotionele argumenten de vooruitgang niet in de weg mochten staan. Voorstanders van het beschermen van stedelijk groen en het creëren van autoluwe zones kregen steevast het verwijt dat ze zich lieten leiden door ‘misplaatste melancholie naar de stad van de paardentram’. Intussen is het duidelijk dat de relatie tussen de stad en haar bewoners niet gekenmerkt wordt door rationaliteit (wat de tegenstand tegen het BAM-tracé illustreerde). Leefbaarheid impliceert net een band tussen de stad en de stedelingen. Het project van Ringland, waarin trams, fietsers en voetgangers het stadsbeeld overheersen, verbeeldt dus geen hang naar het verleden, maar toont een door de geschiedenis geïnspireerde visie op de stad van de toekomst. Ringland is een project dat mensen samenbrengt, dat hen de kans geeft om mee te denken over de stad van de toekomst, dat hen opnieuw toelaat om een emotionele band op te bouwen met de stad. Met het overkappingsproject is men erin geslaagd de band tussen de stad en stedeling uit het verleden te combineren met een vooruitstrevende toekomstvisie. Waarom zou men nog voor het BAM-tracé kiezen, nu er een alternatief is dat wél gedragen wordt door de publieke opinie en de meeste politieke partijen, en dat wél getuigt van een visie op de leefbaarheid van de stad van de toekomst. De tijd is rijp om de Antwerpse ringruimte, na een groen verleden, een groene toekomst te geven. geïnterneerden verschuldigd betaald wordt door volksgezondheid en de materiële beveiliging en het gebouw door justitie. Ook vinden wij dat men vanuit volksgezondheid moet toezien op de psychiatrische zorg binnen dat FPC, op dezelfde wijze als psychiatrische ziekenhuizen worden geïnspecteerd. Maar er zijn nog andere pijnpunten in de organisatie van de forensische psychiatrie in België. In de aanloop naar internering moet de psychiater-deskundige een degelijke expertise kunnen schrijven voor de rechter, zodat die laatste weloverwogen tot internering kan beslissen. Dit veronderstelt de nodige kwalificaties. Niet alleen missen we voldoende opleiding in de forensische psychiatrie, er zijn ook geen criteria waaraan psychologen en psychiaters moeten voldoen om als expert voor de rechtbank op te treden. Bij een aantal verdachten is het bovendien belangrijk dat ze gedurende enkele weken onderzocht kunnen worden in een zogenaamd Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum (POKO), door een multidisciplinair team. POKO was al voorzien in de Wet van 1964, maar is er nooit gekomen. De daarvoor voorziene middelen, zijn intussen opgesoupeerd aan andere projecten binnen justitie. Behandelde geïnterneerden moeten, achteraf, vanuit het FPC kunnen uitstromen naar de algemene psychiatrie. De rauwe werkelijkheid is dat dit nog te weinig gebeurt. Oorzaken zijn een gebrek aan middelen, personeel, kennis, angst en stigma’s ten opzichte van forensisch psychiatrische patiënten. Met als gevolg dat vele geïnterneerden blijven wachten in de gevangenis tot ze in de psychiatrie behandeld kunnen worden. De forensische psychiatrie en de algemene psychiatrie moeten elkaar daarom beter leren kennen en beter samenwerken. FPC Antwerpen Studies wijzen erop dat je 10 hulpverleners per 10 gedetineerden nodig hebt, wil je minimale kwaliteitszorg garanderen Ook in Antwerpen bouwt men sinds kort en FPC. Tijdens de bouw moeten deskundigen pleiten voor een uitbater die een hogere verhouding hulpverlener/geïnterneerde in acht neemt. Maar in Antwerpen zal men ook kunnen leren van de ervaringen uit het FPC Gent. In ieder geval willen we een lans breken om op korte termijn de ziekste en kwetsbaarste geïnterneerden, zoals geïnterneerden met schizofrenie of een intellectuele handicap over te brengen van de gevangenis naar het nieuwe FPC in Gent. Dit zijn we hen na al die jaren van uitzichtloosheid verschuldigd. Want zei Dostojevski niet dat het beschavingspeil van een samenleving af te lezen valt aan de wijze waarop het zijn gevangenen behandelt? Wie het schoentje past, trekke het aan. Een team van vijf columnisten geeft van maandag tot en met vrijdag zijn met humor gekruide visie op de verkiezingscampagne. Morgen: Raf Walschaerts. Afgelopen weekend ben ik naar mijn geboortestad geweest in Engeland. In het hotel waar ik altijd verblijf was de balie ditmaal bemand door overwegend jonge Spaanse mannen en vrouwen. De afgelopen jaren waren dat hoofdzakelijk Polen. De lang verwachte ‘invasie’ van Roemenen en Bulgaren, waarvoor ook gewaarschuwd is geweest in Antwerpen, is blijkbaar voor een latere datum. Nu zijn het dus vooral Spanjaarden, slachtoffers van de economische crisis. Op de ferry is het een prettig heen en weer reizen van overwegend (ex-)OostEuropeanen en nu dus ook veel Spanjaarden, jong en op zoek naar werk. In Engeland zijn de laagbetaalde jobs, met onder andere de ‘nul-urencontracten’ waar Cameron zo fier op is, meestal bemand door deze jonge en niet zo jonge losse arbeidskrachten. De laaggeschoolde Engelsen zijn ‘te lui’ om deze jobs te doen en liggen in hun sociale hangmat in hun estates, waar ze de tijd verdrijven met uitkeringen opstrijken en drugs en alcohol te misbruiken – enfin, zo willen conservatieven ons doen geloven. Om dit luie leven te bestrijden en de crisis te overwinnen moeten we de uitkeringen dus aanpakken. Dat is de strijdkreet, ook bij ons. De Europese arbeidsmarkt lijkt stilaan een omgekeerde verkoop per opbod, met een onvermijdelijke neerwaartse spiraal van sociale verworvenheden als gevolg. Ondertussen horen we niets meer over de gangmakers van de vorige (en toekomstige) crisissen: de banken en andere speculerende beursmacho’s. Het is alsof de vorige crisis veroorzaakt is geweest door mensen met een uitkering, handicap of gebrek aan diploma’s. Toen ik terugreed van Calais richting hoofdstad van de ver- lichting – Antwerpen – zag ik langs de weg verkiezingsborden met foto’s van welgestelde Vlamingen die zich afvroegen in welk Europa wij willen wonen. Inderdaad, nu nationale regeringen herleid zijn tot veredelde gemeenteraden is dat een nuttige vraag. ‘Europa’ krijgt de minste aandacht in onze verkiezingsdebatten, terwijl het Europa is dat de grenzen van de nationale bevoegdheden bepaalt. Europa is precies een carrièrekeuze voor nationale politici die uitgekeken zijn op de braderijen en markten bij ons, of de groene wei waar partijen hun éminences grises heen sturen om te grazen. En grazen doen ze daar in Brussel. Europa is precies een carrièrekeuze voor nationale politici die uitgekeken zijn op de braderijen en markten In welk Europa wil ik wonen? Eén waar respect voor de werkenden en zwakkeren van deelstaten primeert op de duizenden lobbyisten die de belangen van corporations verdedigen in de EUwandelgangen. Een Europa waar mensen werk in eigen streek kunnen vinden, zodat ze niet als breekijzer hoeven te dienen om loon- en arbeidsvoorwaarden te kelderen bij hun Europese soortgenoten. Kortom, een Europa waar mensen gezien worden als mensen en niet als overbodig arbeidsafval. Nigel Williams is een Vlaams-Britse cabaretier. Hij toert momenteel met Nigel Williams beken(d)t.
© Copyright 2024 ExpyDoc