DatacenterWorks #1/2

netwerken
Storage defined networking
en het datacenter
management
Leren van
andermans fouten
praktijk
DCIM in de praktijk
koeling
Koelingsproblemen
oplossen bij de bron
jan 1. / feb 2. 2013 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
DatacenterWorks ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op
www.datacenterworks.nl
(En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
datac e nte rwo r ks is hét vakblad
over de technische infrastruc­tuur van
datacenters.
jaargang 6, januari/februari 2013, nr. 1/2
datacenterworks verschijnt tienmaal
per jaar. toezending geschiedt op abonne­
ment­basis en controlled circulation.
h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r
robbert hoeffnagel
te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40
e - m a i l [email protected]
e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n
p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden
te l e fo o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl
a dv e rte nti e - e xp lo itati e
hans potharst Commercieel Directeur
te l e fo o n +31 (6) 17 44 38 16
e m a i l [email protected]
te l e fo o n +31 (0) 71 5 21 49 98
www.fenceworks.nl
vo r m g ev i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
control media
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie
noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van
genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan
ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en
onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en
het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
Toen virtualisatie een aantal jaar geleden een hoofdrol voor zichzelf opeiste
in het datacenter, was al snel duidelijk
dat deze trend een grote invloed zou
gaan hebben op de technische infrastructuur ervan. Vooral het vermogen
van softwareproducten, zoals vSphere
van VMware, om virtuele servers op
eigen initiatief te verplaatsen over servers betekent dat bijvoorbeeld de oude
koelconcepten niet langer naar behoren
werken. Tenzij we natuurlijk alle racks
koelen alsof deze maximaal worden belast, maar dat is financieel noch milieutechnisch de bedoeling.
In het ideale geval wordt de aansturing
van de koeling per rack geïntegreerd
met de managementsoftware van de aanbieder van de virtualisatiesoftware. Dat bleek in de
praktijk echter nog niet zo eenvoudig, want we kwamen al snel tot de ontdekking dat we
wat koeling betreft – maar hetzelfde geldt ook voor de energievoorziening – nog maar bar
weinig kunnen sturen door het veelal ontbreken van bijvoorbeeld ‘application programming interfaces’ (API). Die API’s zijn nodig om de virtualisatie- en de beheersoftware van
bijvoorbeeld de koelsystemen met elkaar te laten ‘praten’. Alleen dan kan de virtualisatieoplossing volautomatisch de koelingssoftware vertellen waarheen een virtuele server (VM
of virtual machine) verplaatst gaat worden, zodat de koeling op de relevante posities in een
computerruimte kan worden aangepast. Dat suggereert bovendien een nauwkeurigheid van
de koeloplossing die veelal helemaal niet haalbaar is.
Pas nu – vele jaren later – zien we de eerste voorzichtige pogingen om tot deze integratie
te komen. Inmiddels komt echter de volgende virtualisatiegolf alweer over het datacenter.
Of beter gezegd: vele virtualisatiegolven. We hebben inmiddels virtual datacenters in de
markt zien arriveren. In deze editie van DatacenterWorks praten we over ‘software defined
networking’. En de volgende golf is: ‘application delivery controllers’ ofwel ADC’s.
ADC’s, ontwikkeld door bedrijven als A10 Networks, zijn de opvolgers van wat in de ITwereld ook wel ‘load balancers’ worden genoemd. Snel gezegd: apparaten die zorgen dat de
belasting die het in- en uitgaande dataverkeer veroorzaakt, optimaal wordt verdeeld over
de beschikbare systeem- en netwerkvoorzieningen. Load balancers zijn al heel oud, maar
ondergaan de laatste jaren een enorme gedaanteverandering. De functionaliteit van deze
apparaten groeit niet alleen – zo worden er security-faciliteiten toegevoegd – maar ook de
manier waarop deze apparaten functioneren is ingrijpend veranderd. Ook hier speelt virtualisatie een hoofdrol, waarbij de functionaliteit van een ADC ‘on the fly’ kan worden aangepast aan veranderende omstandigheden in het datacenter. Die virtualisering van de load
balancer heeft grote gevolgen voor het datacenter. De warmteproductie is niet meer altijd
gelijk, maar gaat sterk variëren in de tijd. Wat dit betekent voor de koelingsbehoefte is onduidelijk en hetzelfde geldt voor het energiegebruik: het gaat sterk wisselen afhankelijk van
de functionaliteit die in de ADC wordt ‘aan’ gezet. Maar wat de impact hiervan precies is?
Wie dacht dat we de virtualisatietrend zo langzamerhand wel achter ons hadden gelaten,
heeft het mis. We staan pas aan het begin van deze trend. En we hebben er vanuit de technische infrastructuur vooralsnog nauwelijks grip op.
Robbert Hoeffnagel
dcw februari | redactioneel
Grip
dcw colofon
3
6
14
22
18
32
24
30
36
Inhoud
praktijk
bekabeling
6
26
energie
10
pdu in een zuiniger
jasje
Eigenaren en/of beheerders van een datacentrum zullen hun uiterste best (moeten) doen om de energiekosten van het geheel zo laag
mogelijk te houden. Uit kosten-, maar ook uit duurzaamheidsoverwegingen. De eerste blik gaat dan naar bijvoorbeeld de koelsystemen, maar
ook bescheidener elementen zijn een kritische blik waard. De PDU
(power distribution unit) in een zuiniger jasje.
next generation
ethernet via koper
Het gestandaardiseerde ethernet over twisted pair is in IT-opzicht
redelijk oud. In 1991 heeft de IEEE afscheidgenomen van de standaard
voor 10Base-T. Diens opvolger uit 1995, 100Base-T, werd bekend als
‘fast ethernet’ – een naam die nu nogal verwarrend is, omdat 100BaseT vanuit het huidige perspectief helemaal niet meer zo ‘snel’ lijkt. Toch
wordt het samen met 1GBase-T in veel gebouwbekabelingen nog
steeds gebruikt als hét protocol voor de IT-communicatie. Momenteel
is 10GBase-T het recentste ethernetprotocol over twisted pair – en
honderd keer sneller dan het oude fast ethernet. Zoals we zien, zijn termen als ‘fast’ en ‘snel’ soms erg relatief.
management
36
software gedefinieerde
netwerken en datacenters
Software gedefinieerde netwerken (SDN) zijn volgens Gartner’s research VP en analist Ian Keene al een tijd onderdeel van een hype. Wat
zijn software gedefinieerde netwerken en is het enthousiasme gerechtvaardigd? En wat is hun impact op de technische infrastructuur van het
datacenter?
leren van
andermans fouten
In 2012 hebben we wereldwijd met de nodige datacenterincidenten te
maken gehad. Of het nu ging om natuurgeweld, fouten in apparatuur,
software die niet werkte of menselijke fouten … de gevolgen voor
klanten en eindgebruikers waren erg vervelend. Volgens Paul Bron, vicepresident van de IT Business van Schneider Electric Nederland, kunnen
we tegelijkertijd veel van die fouten leren. “De meeste datacenters
weten achteraf door onderzoek vrijwel altijd waar het fout is gegaan.
Maar vanwege angst voor reputatieschade worden de resultaten niet
openbaar gemaakt.” Deze ‘lessons learned’ zijn volgens Bron juist essentieel om nieuwe incidenten te voorkomen. Het concern schets daarom
vier praktijkvoorbeelden van veelvoorkomende fouten en legt uit hoe
deze fouten kunnen worden voorkomen.
bekabeling
en verder
18
39
40 42 46 netwerken
14
waarom koeling vaak wordt belemmerd
door datacenterbekabeling?
In veel datacenters zijn er problemen met de luchtstroom in kasten,
onder vloeren en zelfs bovengronds door verouderde bekabeling,
nieuwe bekabeling en situaties met een hogere densiteit. Carrie Higbie,
infrastructuurexpert bij Siemon, legt uit wat er kan worden gedaan om
luchtstromen fysiek te ondersteunen om hierdoor optimaal gebruik te
maken van alle praktische en goedkope koelmethoden.
nieuws van it room infra
een opblaasbaar datacenter
nieuws
bicsi-nieuws
coverfoto
All IT Rooms bouwde voor Waternet een uitwijkcentrum.
Op pagina 6 en verder vindt u een verslag van dit project dat
heeft geleid tot een ‘uitwijk in een bestaande, maar tijdelijke
productieomgeving...’
dcw februari | inhoud
waternet bouwt uitwijk
in productieomgeving
Een project dat ‘nog gekker werd dan het al was’, zo omschrijft Peter
Charité de realisatie van een nieuw datacenter en een uitwijkdatacenter
voor Waternet. “Uiteindelijk hebben we de uitwijk gebouwd in een
bestaande (tijdelijke) productieomgeving. En dat binnen de tijd en het
budget.”
5
dcw februari | praktijk
Waternet bouwt uitwijk in productieomgeving
6
‘Er iets prachtigs voor
teruggekregen’
een project dat ‘nog gekker werd dan het al was’, zo omschrijft peter charité de realisatie
van een nieuw datacenter en een uitwijkdatacenter voor waternet. “uiteindelijk hebben we
de uitwijk gebouwd in een bestaande (tijdelijke) productieomgeving. en dat binnen de tijd en
het budget.”
over waternet
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en
Vecht en de gemeente Amsterdam. Waternet houdt zich bezig met de hele cyclus
van water. Alle activiteiten zijn erop ingericht: schoonmaken en aanvoeren van
drinkwater, afvoeren van afvalwater,
schoonhouden van oppervlaktewater en
het onderhouden van de dijken.
‘greenfield’ opbouwen in het bestaande datacenter in Utrecht en versneld opleveren. De
job om de uitwijk in Amsterdam te bouwen
zou dan een stuk eenvoudiger worden.” Hij
kreeg van Waternet al snel toestemming om dit
plan op te voeren. “Het project week inmiddels op alle kanten af van de oorspronkelijke
opdracht”, concludeert Charité terugkijkend,
“en het werd nog gekker dan het al was.”
archeologisch onderzoek
Door de aanwezigheid van productie en netwerk (legacy) die moesten blijven functioneren, was het realiseren van de uitwijk in Amsterdam een minder eenvoudige job dan hij
vooraf dacht. Als voorbeeld van een tegenslag
noemt Charité de verhuizing van de telefooncentrale naar een speciaal daarvoor ingerichte
telecom-dataruimte. “Tijdens de ‘change win-
dcw februari | praktijk
tekst: ferry waterkamp is freelance journalist fotografie: www.roblampingfotografie.nl
In 2011 is bij Waternet, de gemeenschappelijke
organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en
Vecht en de gemeente Amsterdam, het programma Vital van start gegaan met als doel alle
infrastructuur en technologie te vervangen.
“Vanaf de desktop tot aan het datacenter, alles
is vervangen”, licht Peter Charité van Waternet
toe. Aan hem de opdracht om als architect en
projectleider de vernieuwing van Waternets
datacenter in Amsterdam in goede banen te
leiden, zes datacenters te consolideren naar een
nieuwe productieomgeving en daarnaast een
uitwijk te realiseren. De vernieuwing van het
bestaande datacenter moest plaatsvinden binnen een live-productieomgeving, met een verwachte groei van 30 procent, waarvan tweeduizend medewerkers afhankelijk zijn.
Bepaalde processen, zoals monitoring van de
drinkwatervoorziening, het oppervlaktewater
en de gemalen, mochten bovendien geen hinder ondervinden van de werkzaamheden. Al
met al geen eenvoudige opgave.
Een studiereis naar de Verenigde Staten leverde
echter andere inzichten op. “Met andere ‘Waternetters’ ontmoetten we tijdens deze reis
medewerkers van de gemeente Utrecht die
vertelden over het nieuwe datacenter dat zij
reeds in gebruik hadden”, vertelt Charité.
“Toen ontstond het idee om de uitwijk in het
datacenter van de gemeente Utrecht te realiseren.” Volgens hem een gedroomde oplossing.
“De uitwijk zou dan komen te staan in een
mooie ruimte van een andere overheidsinstelling binnen Nederland. Al snel ontstond er een
gevoel van collegialiteit tussen beide organisaties.”
Toch bedacht Charité nog een ander scenario,
‘ook in mijn eigen belang’. “Want? Wat als we
het hele plaatje zouden omdraaiden, dus de
productie in Utrecht en de uitwijk in Amsterdam? Dan konden we de productieomgeving
7
dcw februari | praktijk
8
‘Hoe dieper onder
de vloer, hoe
verder je
teruggaat in de
tijd’
dow’ bleek dat de glasvezels om onduidelijke
redenen door de stambekabeling heen waren
getrokken.” Het losmaken van de stambekabeling zou het callcenter voor langere tijd onbereikbaar maken, terwijl het losmaken van de
glasvezels ervoor zou zorgen dat het callcenter
en alle drinkwaterlocaties in het servicegebied
niet bij de ict-bestanden konden komen. “Uiteindelijk zou het verplaatsen van de telefooncentrale zoveel gaan kosten dat het qua levensduur economisch niet meer rendabel was. Hij
is op zijn oude plekje blijven staan en staat op
de nominatie om volgend jaar vervangen te
worden.”
“De oude legacy-omgeving was als het ware
organisch gegroeid”, vervolgt Charité. “Hoe
dieper onder de vloer, hoe verder je teruggaat
in de tijd. Alsof je een archeologisch onderzoek onder de vloer uitvoert.” Om toch de
gewenste koude gang met verhoogde vloer te
kunnen creëren, zat er niets anders op dan de
racks al werkend te verschuiven. “En daar
komt de kracht van All IT Rooms om de hoek
kijken. Zij zijn erg goed in het legpuzzeltje
‘rack verplaatsen, voetjes vernieuwen, tegeltjes
erin, rack erin’. Bij het verplaatsen van de racks
lagen er mensen van All IT Rooms op de vloer
die de glasvezeltjes begeleidden en riepen ‘tot
hier, en niet verder!’. Zo hebben we een uitwijk gebouwd in een productieomgeving.” De
productie kon dan later weer eenvoudig worden gemigreerd naar het datacenter in Utrecht.
De technische uitvoering, zoals het vervangen
van de ups-systemen, was vervolgens betrekkelijk eenvoudig.
“Dat was een kwestie van plannen, oude apparatuur weghalen en nieuwe neerzetten.” De
in totaal veertig fysieke servers, storage- en
bladecenters zijn ondergebracht in acht kasten
die zijn geplaatst in een afgesloten koude gang.
Deze gang is voorzien van een glazen dak en
automatische schuifdeuren. “Die deuren zijn
geen rocket science, maar voor Waternet toch
wel een ongekende luxe. Dat je aan komt lopen met een server onder je arm en hup, de
deuren gaan automatisch ‘sssj-sssj’ open en
weer dicht”, zegt Charité. Tussen de productieomgeving en de uitwijk in Amsterdam zorgt
een bandbreedte van twee keer 10 Gb ervoor
dat de twee locaties altijd synchroon zijn.
regendruppels
Volgens Charité heeft de flexibele houding
van zowel Waternet als van All IT Rooms bij-
gedragen aan het welslagen van het project.
“Eén of twee regendruppels konden een complete planning in de war sturen. Bij harde regen moesten we geplande werkzaamheden
kunnen afblazen, want dan is het cruciaal dat
de gemalen van het oppervlaktewater worden
gemonitord. Daar is door All IT Rooms altijd
flexibel mee omgegaan.”
Een extra opsteker is dat de realisatie van de
nieuwe productieomgeving in Utrecht en een
uitwijk in Amsterdam binnen tijd en budget is
gebleven. “Voor Waternet was het een echte
eyeopener, dat dit soort projecten dus toch
mogelijk is zonder vertragingen en zonder
budgetten te overschrijden”, zegt Charité.
“Binnen Waternet was er dan ook veel bereidwilligheid om dit gezamenlijk te doen, en ze
hebben er iets prachtigs voor teruggekregen.”
'Een kwestie van
plannen'
advertentie
➔ Oog voor kwaliteit
All IT Rooms is corporate member van Bicsi.
Bicsi is het meest toonaangevende en enige
onafhankelijke instituut voor kennisuitwisseling op het gebied van ICT infrastructuren
ter wereld. Bicsi heeft tevens de meest recente internationale norm op het gebied van
computerruimtes en datacenters opgesteld.
All IT Rooms ontwerpt nieuwe computerruimtes altijd volgens deze laatste internationale norm.
De consultants van All IT Rooms beschikken
over de hoogste opleidingsgraad van Bicsi,
het RCDD certificaat. Als u kiest voor de
consultants van All IT Rooms weet u zeker
dat u te maken heeft met een specialist die
over jarenlange kennis en ervaring beschikt.
Ontdek de kracht van all it rOOms
all it rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e [email protected] | www.allitrooms.com
www.allitrooms.com
Functioneren bij hogere temperaturen
PDU in een
zuiniger jasje
vaak zien de inrichters van datacenters over het hoofd dat de type bekabeling ook een effect heeft
op het energiegebruik van het computergebouw. vaak uit onkunde. hetzelfde geldt voor de pdu
(power distribution unit); ook hier valt energiewinst te halen.
hogere temperatuur
dcw februari | energie
“Daarbij komt”, zegt Desouza, “dat de PDU ‘hot swappable’ is gemaakt.” Dus zelfs om het apparaat te vervangen is het niet nodig het
rack uit te schakelen. Dit verhoogt de uptime van het datacenter. “Maar
het belangrijkst wellicht, is dat het herontwerp van de intelligente
stroomverdeler een apparaat heeft opgeleverd dat kan functioneren bij
10
temperaturen tot 55 °C.” Dit is een belangrijk aspect. Zo is Intel druk
doende chips te maken die met hogere temperaturen uit de voeten
kunnen. Want als de apparaten de warmte beter kunnen verdragen, is
het minder noodzakelijk ze tot lagere temperaturen te koelen. En daar
zit dan de winst: minder energie voor koeling.
De PDU zit altijd aan de achterkant van een rack; precies op de plek
waar de warmte zich verzamelt. Gewoonlijk kunnen de (blade)servers
wel een temperatuur verdragen tot 75 °C. Maar de PDU’s bleven steken op 45 °C. “Doordat onze stroomverdelers tien graden meer kunnen hebben, kun je besparen op de koelingkosten. Om een idee te
krijgen: je kunt een besparing creëren van vier tot vijf procent op de
kosten voor temperatuurbeheersing als je de operationele temperatuur
met één graad kunt verhogen”, legt de marketingmanager uit. “Daarmee kun je zien dat, door zoiets kleins als de PDU samen te stellen uit
meer hittetolerante materialen dan gebruikelijk, er wel grote gevolgen
optreden voor de energiehuishouding van het datacenter.”
Hij vertelt dat ze hebben gekozen voor een open besturingssysteem
van het apparaat, zodat het standaard is op te nemen in een DCIMmodule.
klantervaringen
De PDU is trouwens zelf uitgerust met metertjes en sensoren om na te
kunnen gaan of er ergens in een rack overspanning dreigt of dat bepaalde onderdelen wel erg veel stroom verbruiken. Met deze gegevens
kunnen beheerders aan de slag om storingen voor te zijn.
Enlogic is opgericht door mensen die hun sporen hebben verdiend bij
gevestigde PDU-fabrikanten. Volgens Desouza hebben zij de ervaringen van klanten verzameld en zijn gaan onderzoeken hoe zij aan de
klachten tegemoet konden komen. “Daar is deze nieuwe stroomverdeler uit voortgekomen.”
Overigens maakt de onderneming ook kabels, sensoren en inline energiemeters.
tekst: teus molenaar is freelance journalist
De oprichters van Enlogic vroegen zich in maart 2011 af of de PDU
– zo’n kleine schakel in de datacenterinfrastructuur – niet efficiënter
zou kunnen werken. “Ze begonnen met een leeg vel en zijn vervolgens
op een apparaat uitgekomen dat half zo groot is als de gangbare exemplaren. Daarmee is al veel gewonnen”, stelt Eddie Desouza, global marketingmanager bij het jonge bedrijf, “want dat betekent dat je aan de
achterkant van een rack ruimte wint die beheerders goed kunnen gebruiken. Ze hoeven dan bijvoorbeeld niet een heel rack van de stroomvoorziening af te halen, omdat de PDU moet worden verwijderd om
vervolgens een koelingsventilator te vervangen. Door de kleine afmetingen kunnen ze erbij komen zonder het rack uit te schakelen.”
DATACENTERS
VOOR DE POLEPOSITION
THAT’S THE
CRITICAL
DIFFERENCE.
WHO ENSURES
CONTINUITY FOR
YOUR OPERATION?
Emerson. Consider it Solved., Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks
and service marks of Emerson Electric Co. ©2012 Emerson Electric Co. All rights reserved.
Flexibel en klaar voor de toekomst met
de wereldwijde marktleider in
bedrijfskritische infrastructuuroplossingen.
Met Emerson Network Power is uw onderneming klaar
voor de toekomst. Als wereldwijd marktleider in
stroomvoorzieningstechnologie, rackplatforms,
koelsystemen en DCIM-oplossingen (Data Center
Infrastructure Management) zorgen we er voor dat uw
bedrijfskritische infrastructuur perfect blijft functioneren.
Zo pakt u de poleposition - nu en in de toekomst.
WE TAKE CARE OF IT!
WITH FLEXIBLE POWER & FULL SERVICE SOLUTIONS
Looking for a reliable emergency power source to
secure your power supply if the public power net
fails? Pon Power offers the security you seek.
Next to our critical power diesel generators we
supply UPS systems. A fully integrated critical
power package, supplied and serviced by a
single supplier.
For more information go to
www.pon-cat.com/criticalpower
Ga voor meer informatie naar
www.EmersonNetworkPower.eu.
PON POWER BV
T+31 (0) 78 6 420 420
pon-cat.com/criticalpower
CAT, CATERPILLAR, their respective logos, “Caterpillar Yellow” and the POWER EDGE trade dress, as well as corporate and product identity used herein,
are trademarks of Caterpillar and may not be used without permission. ©2011 Caterpillar All Rights Reserved
PONP_11363_ADV_Noodstroom_DEF_02.indd 1
25-09-12 09:
M
ADVE
VIDEO
MAGAZI
ADVERTISING
SALESLEADS
MARKETING
EVENTS
MARKETING
ROUNDTABLES
MAIL CAMPGAGNE
GHOSTWRITING
PR
WHITEPAPERS
PR EVENTS
VIDEO
PUBLIC RELATIONS
VIDEO
WEBSITES
GHOSTWRITING
EVENTS
WEBSITES
ADVERTORIALS
MAIL CAMPAIGNS
MARKETING
GHOSTWRITING
ADVERTISING
MAIL CAMPGAGNE
FREE PUBLICTY
FREE PUBLICTY
WHITEPAPE
EVENTS
VIDEO
ROUNDTABLES
ADVERTISING
Resultaat door samenwerking
Bel met FenceWorks 071- 5214998 voor een afspraak met uw accountmanager.
FenceWorks is uitgever van AppWorks, CloudWorks,
DatacenterWorks, Infosceurity.nl/magazine, Satcomnieuws,
Technalia, Verbinding en vakblad Warmtepompen.
Emerson lanceert PUEbewaking via tablet
emerson network power lanceert een functionaliteit voor zijn belangrijkste koelsysteem, de
liebert pcw. hiertoe behoort onder andere de uitbreiding van de modellenreeks tot een
koelingscapaciteit van maximaal 240 kw, evenals een versie van de liebert pcw met een dubbel
cw-circuit. ook maakt het bedrijf de release bekend van een ipad-app om de pue te berekenen.
tekst: hans van dam is freelance journalist
aanvullende opties
In een datacenter gebruiken de koelsystemen
30 tot 40 procent van de energie, blijkt uit
Energy Logic 2.0. Daarom is het voor de datacentermangers van groot belang de efficiëntie
van deze systemen te verbeteren. In de app is
ook een röntgenweergave van de Liebert
PCW opgenomen, zodat gebruikers de mogelijkheid hebben de technische functionaliteit
van deze oplossing te bestuderen en exact te
bekijken hoe deze techniek voor energiebesparing kan zorgen in hun datacenter.
Emerson lanceert aanvullende opties voor de
Liebert PCW. Deze opties verbeteren de ener-
gie-efficiëntie en het omgevingsbeheer. Het
gaat onder andere om de volgende opties:
•een model van Liebert PCW met een dubbel CW-circuit. Dit is een configuratie
waarmee zonder aantasting van de efficiëntie extra koeling wordt geboden aan klanten
bij wie het niet mogelijk is twee toestellen
te installeren. Op dit moment staat Liebert
PCW garant voor toonaangevende efficiëntie met een energiebesparing tot wel 65
procent. Ook is het mogelijk een mechanische PUE van 1,11 te bereiken als het sys­
teem samen met de Liebert HPC Freecooling Chiller wordt geïnstalleerd;
•nieuwe afmeting. De toestellen zijn nu beschikbaar in een frame van 3.350 mm, zodat
gebruikers de koelcapaciteit kunnen uitbreiden tot maximaal 240 kW. Hiermee is
een geïnstalleerde capaciteit te bereiken van
7,5 MW in hetzelfde koelcircuit;
•infrarood en ultrasoon bevochtigingsapparaat, en waterstroommeter. Met deze drie
opties worden de mogelijkheden van de
Liebert PCW uitgebreid ter ondersteuning
van toestellen die temperatuur en vochtigheid bewaken.
hulpmidddel
“Onze nieuwe app is ontwikkeld als praktisch
hulpmiddel voor datacentermanagers, zodat zij
De PUE-calculator-app voor de iPad kan worden gedownload in de iTunes Store:
https://itunes.apple.com/us/app/liebert-pcw/id483151130?mt=8
meer inzicht krijgen in de belangrijkste meetbare gegevens die van belang zijn voor de werking en prestaties van hun datacenter. De app
is ook een hulpmiddel voor klanten om beter
vertrouwd te raken met de Liebert PCW”,
zegt Stefano Mozzato, marketingdirecteur precision cooling Emea bij Emerson Network
Power. “Wij streven er voortdurend naar te
voldoen aan de behoeften van onze klanten en
daarom zijn onze oplossingen altijd in ontwikkeling. De nieuwe upgrades zorgen ervoor dat
onze klanten hun datacenters kunnen beheren
met een beheer- en efficiëntieniveau dat tot
het beste in de branche behoort.”
dcw februari | energie
De gratis app, die Emersom Network Power
introduceert onder de naam ‘Liebert PCW’, is
nu beschikbaar voor de iPad in de Apple Store.
Met deze app kunnen datacentermanagers een
logboek bijhouden van de PUE van hun datacenter. Hierdoor is een nauwkeurigere besluitvorming mogelijk over de vraag hoe en waar
kan worden bespaard op energie. De app beschikt over twee verschillende calculators: de
PUE-calculator voor de PUE-berekening van
een datacenter en de basiscalculator voor de
exploitatiekosten. Hiermee wordt exact aangegeven hoeveel geld kan worden bespaard
door efficiëntere apparatuur te installeren, zoals de Liebert PCW.
13
14
6
dcw februari | netwerken
Software gedefinieerde netwerken en datacenters
Hype of harde
werkelijkheid?
software gedefinieerde netwerken (sdn) zijn volgens gartner’s research vp en analist ian
keene al een tijd onderdeel van een hype. wat zijn software gedefinieerde netwerken en is het
enthousiasme gerechtvaardigd? en wat is hun impact op de technische infrastructuur van
Hedendaagse datanetwerken gebruiken switches en routers, feitelijk twee systemen in één
doos. Het eerste systeem omvat elektronische
functies die zorgen voor het doorsturen en
verwerken van datapakketten. Het wordt in de
praktijk de data plane genoemd. Het tweede
element is de control plane, en beschikt over
de regels die bepalen in welke richtingen pakketten moeten worden gestuurd en hoe deze
eventueel moeten worden aangepast. Sommige routeringsregels kunnen in hardware zijn
gecodeerd, andere worden door de netwerkbeheerder bepaald.
SDN (software defined networking of gedefinieerde netwerken) kent deze twee functies
ook, waarbij de control plane echter in een
server wordt geplaatst. Deze server heeft een
programma dat de switches beheert en configureert op basis van een nieuw protocol:
OpenFlow. De switches voeren vervolgens de
instructies (routering en aanpassing) uit. De
organisatie die deze technologie ontwikkelt en
beheert, is de Open Network Foundation
(ONF). Hierbij worden de netwerkleveran-
ciers op afstand gehouden om een optimaal en
vernieuwend resultaat te garanderen.
voordelen
De voordelen van SDN, althans dat stelt ONF,
betreffen onder andere de mogelijkheid om
het beheer van netwerk policies en de implementatie te centraliseren. Hiermee worden
kosten en complexiteit gereduceerd. Bovendien is het systeem zeer flexibel, omdat het
ontwikkeld is als een open omgeving, waardoor derden in staat zijn nieuwe toepassingen
voor het netwerk te ontwikkelen. Deze nieu-
Kosten en
complexiteit
worden zo
gereduceerd
we functies kunnen betrekking hebben op het
routering, of bijvoorbeeld juist beveiliging op
maat, om zo aan te sluiten op het lokale veiligheidsbeleid. Dit betekent concreet dat een
ontbrekende functie zelf te schrijven is of in
opdracht kan worden geschreven, zonder dat
lang moet worden gewacht op een leverancier
die dat in zijn productontwikkeling opneemt.
Ian Keene, research VP en analist van Gartner,
stelt dat de voordelen ook betrekking hebben
op de snelle uitrol van systemen, waardoor
nieuwe services snel beschikbaar kunnen worden gesteld. “Dit is te danken aan het op policies gebaseerd beheer van het systeem. Je kunt
ook analyseren wat er in het netwerk gebeurt
en aanpassingen doorvoeren als dat nodig is.
Infrastructuur als een service is nu een stuk
eenvoudiger geworden. Infrastructuur als een
service is nu een stuk eenvoudiger geworden.
Bovendien is de kwaliteit van de service op
maat te managen.”
Dat het concept snel geadapteerd is door bijna
elke hardwareleverancier, bewijst dat het concept niet langer een utopie is.
dcw februari | netwerken
tekst: hans vandam is freelance journalist
het datacenter?
15
'Infrastructuur
als een service is
nu een stuk
eenvoudiger
geworden'
dcw februari | netwerken
Keene stelt ook dat bedrijven, zoals Huawei en
Alcatel-Lucent, SDN in hun verhaal moeten
meenemen als ze een aanbieding gaan doen.
“Ze hoeven nog niet direct een product te
hebben, maar ze moeten het concept omarmen en meenemen in hun strategie. En, maar
dat is nog vooral theorie, OpenFlow maakt het
mogelijk om eenvoudiger een systeem met
producten van meerdere leveranciers samen te
stellen.”
16
over de leveranciers
gesproken
Veel aanbieders zijn bij de hand en praten over
SDN, niet in de laatste plaats omdat dit hen
een voordeel oplevert in vergelijking tot
marktleider Cisco.
Arpit Joshipura, VP productmarketing van
Dell, constateerde dat de keuze voor de klanten veel breder is dan SDN of geen SDN. Hij
stelde dat overlay hypervisors, zoals die van
VMware en Microsoft, het systeem van buitenaf beheren en daarvoor een layer 3-switch
nodig hebben. “Verder zijn er de legacy leveranciers die zullen stamvoeten omdat zij veel
te verliezen hebben, namelijk twintig jaar aan
investeringen. Ten slotte zijn er de greenfieldomgevingen, zoals universiteiten waar geen
conventionele infrastructuur aanwezig is, die
in staat zijn om een revolutionaire keuze te
maken.” Ook claimt hij dat er nog veel standaarden zich moeten ontwikkelen in de richting van SDN.
Markus Nispel, de strategische chief technology van Enterasys, stelde juist dat SDN een
feit is en niet slechts een kortstondige hype
cycle doormaakt om dan weer te verdwijnen.
Hij weerlegde ook ONF’s claim dat SDN ontwikkeld was door Stanford University, met de
claim dat Cabletron, de voorloper van Enterasys, er in 1990 al naar had gekeken.
Nispel voegde eraan toe dat er veel voordelen
zijn voor SDN. “Het gaat veel verder dan automatiseren, […..] meer in de richting van or-
In Nederland
wordt nu
voornamelijk naar
de kosten in
plaats van de
opbrengsten van
groene energie
gekeken
kestreren van verschillende IT-diensten, inclusief netwerkinfrastructuur, teneinde nieuwe
diensten snel te kunnen implementeren. Wij
zien SDN als een zeer waardevolle oplossing
voor carriers alsmede beheerders van grote datacentra. En we zien ook dat SDN zeer waardevol is voor ondernemingen, maar dan wel in
een andere smaak.”
Shehzad Merchant, VP technologie van Extreme Networks, zegt dat SDN er is gekomen
om stressvolle situaties in datacentra, die ontstaan is door BYOD, mobiele apparaten en
cloudservices, te beteugelen en het netwerk
open te stellen voor een groter publiek. Hij
voegde daaraan toe dat switches niet enkel
domme systemen zijn. “SDN onderstreept enkel dat het netwerk een hoger prestatieniveau
moet leveren, meer capaciteit en een lagere
latency moet hebben. Er is dus een hoop innovatie nodig op de netwerklaag zelf.”
In schril contrast daarmee claimt HP’s Mike
Banic, VP global marketing, dat de echte waarde van SDN in de toepassingen zit. “Het belangrijkste issue waarop iedereen zich focust in
de grote datacentra, is de virtualisatie van het
netwerk. Er zijn ook andere facetten, zoals het
automatiseren van security en het leveren van
andere netwerk diensten waaronder load balancers, via dit concept. Ook het optimaliseren
van een WAN, waarvoor momenteel speciale
systemen nodig zijn, is mogelijk. Zeker tegen
de achtergrond dat deze speciale systemen ook
qua omvang hun beperkingen hebben”, benadrukt Banic.
Ook IBM heeft een mening. Business executive Charles Ferland stelt dat het belangrijkste
wat we moeten onthouden is dat SDN louter
software is. De echte winnaars bij SDN zijn de
cloudleveranciers die hun processen kunnen
automatiseren en uiteraard de serviceproviders.
“Voor hun zijn de voordelen groot. Vanaf nu
leveren ze niet enkel een pijp, maar hebben ze
een scherp beeld van alles wat er in het netwerk gebeurt.”
Een voorbeeld: je bent bijvoorbeeld in staat
fraude te detecteren, en andere risico’s te managen. Ferland claimt ook dat providers eenvoudig bepaalde verkeerspatronen kunnen
herkennen en op basis daarvan bijvoorbeeld
op voorhand al extra bandbreedte kunnen
aanbieden, dus nog voordat de klant ontdekt
dat hij die daadwerkelijk nodig heeft. “Met
SDN kan ook geld worden bespaard. De hoeveelheid hangt sterk af van de nauwkeurigheid
waarmee architecten hun netwerk ontwerpen
en implementeren. Het wordt zelfs mogelijk
bepaalde systemen, zoals firewalls, van de hand
te doen.”
Volgens Nispel zijn er uitdagingen. Zo kan het
schalen van SDN-netwerken een probleem
opleveren, speciaal bij serviceproviders met
een zeer groot netwerk waarop door veel gebruikers applicaties worden aangeboden.
geen cisco? goed!
Onder de netwerkleveranciers, anders dan
Cisco, is er een zeer grote ondersteuning voor
SDN. Dit is disruptive en opent daarmee de
kansen om marktaandeel te veroveren. Cisco
mag echter niet worden onderschat. De in San
José gevestigde onderneming heeft via zijn
CEO John Chambers laten weten dat Cisco
achter SDN staat, maar niet op zeer korte termijn massaal zal overstappen. Het belang van
het bedrijf in de datacentramarkt is daarvoor te
belangrijk.
Voor de rest zijn er volop kansen. Eindgebruikers zullen zien dat leveranciers hun belofte
nakomen met de introductie van eenvoudigere
en goedkopere netwerken op basis van SDNtechnologie.
software gedefinieerde
datacenters en dcim
Wat is de impact van een SDN (software defined networking) op de technische infrastructuur van een datacenter? Die invloed mogen
we niet onderschatten. Er lijkt bovendien een
zeer interessante koppeling in aantocht tussen
SDN en DCIM (datacenter infrastructuurmanagement). Hoe zit dat?
software gedefinieerde
datacenters
Traditionele datacenters veranderen steeds
meer in faciliteiten die gericht zijn op het ondersteunen van cloudservices. Voorbij is de tijd
dat een datacenter een grote hoeveelheid servers telde die elk werden gebruikt voor individuele taken of applicaties. Niet alleen netwerken worden – zeg maar ‘software defined’,
maar ook volledige datacenters worden ‘software based’.
Software defined of gedefinieerde datacenters
– ook wel SDDC’s genoemd – zijn datacenters
waarin de volledige infrastructuur is gevirtualiseerd. Analisten spreken in dit opzicht wel
eens van het datacenter als opvolger van de
server, maar dan wel een hele grote server.
Waar het eigenlijk op neer komt is dat een datacenter wordt opgedeeld in virtuele omgevingen die bestaan uit softwarematig gedefinieerde servers, storage, switching en dergelijke
die vervolgens als een service beschikbaar
worden gesteld aan de business. Die gebruikt
deze virtuele service bijvoorbeeld om een
enorme webshop in te draaien. Of zo’n service
wordt ingezet om enorme hoeveelheden data
zeer snel (in realtime) te verwerken en te ana-
lyseren. Of om video on demand mogelijk te
maken tijdens grote sportwedstrijden.
Natuurlijk maken deze softwarematige servers
c.q. datacenters nog altijd gebruik van een fysieke technische infrastructuur. Er staan nog
steeds servers van Dell of HP, Cisco-switches,
load balancers, firewalls, noem maar op. Die
moeten van stroom worden voorzien, er moet
koeling plaatsvinden en dergelijke. Met andere
woorden: het optimaal functioneren van een
virtueel datacenter is volledig afhankelijk van
het functioneren van deze technische infrastructuur.
sddc en dcim
De manier om de technische infrastructuur
optimaal te laten presteren heet: DCIM. Sensoren meten tal van parameters en sturen deze
data door naar software waar al deze gegevens
worden verzameld en geanalyseerd. Afhankelijk van de eisen en wensen van de datacentermanagers (en dus de business) stuurt deze programmatuur vervolgens de infrastructuur,
zodat pieken in systeembelasting kunnen worden opgevangen, storingen in bijvoorbeeld
netwerkverbindingen of koelsystemen niet tot
overtredingen van SLA’s (service level agreement) leiden en dergelijke.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds
meer analisten verwachten dat softwarematiggedefinieerde datacenters meer en meer zullen
worden geïntegreerd met DCIM-oplossingen.
Daarmee zet zich een trend voort die al enige
tijd zichtbaar is: het steeds meer samensmelten
van de technische en de ict-laag in het datacenter.
Optimaal gebruikmaken van alle koelmethoden
Bekabeling belemmert
vaak de koeling
in veel datacenters zijn er problemen met de luchtstroom in kasten, onder vloeren en zelfs
bovengronds door verouderde bekabeling, nieuwe bekabeling en situaties met een hogere
densiteit. infrastructuurexpert carrie higbie legt uit wat er kan worden gedaan om
luchtstromen fysiek te ondersteunen, waardoor optimaal gebruik kan worden gemaakt van alle
18
Helaas staat de bekabeling vaak in een slecht
daglicht vanwege gebrekkige praktijken op het
gebied van kabelontwerp en het continue beheer van wijzigingen. Bij nieuwere datacenters
is de kans kleiner dat deze problemen zich
voordoen als de bekabeling van meet af aan
goed is ontworpen. Maar oudere datacenters
hebben vaak grotere problemen omdat bekabeling eerder dan gepland overbodig werd. Bij
audits in datacenters gaan we vaak ver terug in
de tijd en het is alsof je door een historisch
museum loopt langs de diverse typen kabels
die in de loop der jaren zijn geïnstalleerd en
die nog steeds aanwezig zijn, ongeacht of ze
nog wel of niet worden gebruikt. En dit erfgoed van opeengepakte en overtollige bekabeling belemmert vaak de koeling in datacenters.
Als er in de loop van de tijd steeds meer oude
kabels blijven liggen, is dit niet alleen funest
voor de koeling, maar kan dit ook prestatieproblemen veroorzaken. Hier komt nog bij dat
de vloer eronder niet goed kan worden
schoongemaakt en zo ontstaat er een grote,
vieze, stoffige smeerboel waardoor de prestaties nadelig worden beïnvloed.
onderaan beginnen
Onder een verhoogde vloer moet de bekabeling door de warme gangen worden geleid om
de luchtstroom naar geperforeerde tegels niet
te belemmeren. De kabelkorven kunnen als
deflector fungeren en kunnen helpen om de
koude lucht waar nodig te kanaliseren naar de
koude gangen. Bovendien moeten de kabelgoten behoorlijke afmetingen hebben en op de
groei berekend zijn, zodat er altijd voldoende
ruimte is.
Wijzigingsbeheer is ook belangrijk en oude
ongebruikte kabels moeten worden verwijderd, zodra deze buiten gebruik zijn gesteld en
niet meer nodig zijn voor huidige of toekomstige toepassingen.
Er moet aandacht worden besteed aan de richting van kabelgoten en andere obstakels onder
de vloer. Er mogen loodrecht op of vóór openingen van het luchtbehandelingssysteem
geen kabels lopen die de lucht blokkeren.
Densiteit moet meer in het midden van de
vloer worden opgesteld om obstructie zoveel
mogelijk te beperken. Als Crac- en/of Crahunits aan de buitenrand van de ruimte zijn geplaatst, moet de hoogste densiteit zich in het
midden van de ruimte bevinden. Hierdoor is
te voorkomen dat de units elkaar tegenwerken,
doordat wordt gezorgd voor een bepaalde
mate van demping tussen tegenover elkaar geplaatste units.
In tal van datacenters waarbij over de hele locatie point-to-pointkabels lopen, doet zich
hetzelfde probleem voor: het is lastig om erachter te komen wat kan worden verwijderd
en wat kan blijven, laat staan om na te gaan
waar de 'van'- en 'naar'-punten van de pointto-pointkabels zich bevinden. Dit is waarschijnlijk de hoofdoorzaak van oude spaghettibekabeling. Het helpt om de standaarden
voor gestructureerde bekabeling te volgen.
Om deze locaties weer op orde te brengen
kun je het beste tijdens een upgrade nieuwe
trunk assemblies of bekabeling met een nieuwe kleur aanleggen. Zo is gemakkelijker vast te
stellen wat er kan worden verwijderd wanneer
de apparatuur actief en werkend is in het bijgewerkte systeem.
van binnen
Binnen een cabinet moet de lucht ook stromen. Een probleem met kleinere kasten met
een breedte van 600 mm is dat er in wezen
geen ruimte is voor de bekabeling, vooral
wanneer de kast vol zit met servers of switches.
Eén manier om de bekabeling gescheiden te
houden van de apparatuur is het gebruik van
bredere kasten. Nieuwe, bredere kasten bieden
verbeterde densiteit zonder de luchtstroom te
belemmeren. Ze bieden 'zero-U' (geen bekabeling in de horizontale panelen); door ge-
tekst: Carrie Higbie, global director data centre solutions & services, Siemon
dcw februari | bekabeling
praktische en goedkope koelmethoden.
07
dcw december | energie
dcw februari | bekabeling
bruik te maken van de verticale ruimte worden congestieproblemen voorkomen. Bij
verticale patching kunnen we kortere patchkabels en jumpers gebruiken, omdat de connectiviteit zich direct naast de apparatuur bevindt.
Er hoeven ook geen jumpers en/of patchkabels van 1, 2 of 3 m te worden gebruikt om
van de bovenkant naar de onderkant van de
kast te gaan.
20
Door de meeste serverfabrikanten zijn draaiarmen ontwikkeld om kabels aan te brengen.
Het probleem met draaiarmen is dat ze de
luchtuitstroom vanuit de achterkant van de
kast belemmeren. Draaiarmen raken soms beschadigd na verplaatsingen, toevoegingen en
wijzigingen, zodat kasten aan de achterkant
een warboel van draaiarmen en hangende kabels te zien geven. Dit is allemaal niet gunstig
voor een goed luchtstroombeheer. Hier bieden bredere kasten en beter kabelbeheer in
grootste
boosdoener is het
ontbreken van
'brush guards’
zowel verticale als horizontale richting uitkomst.
de grootste boosdoeners
Hooggeplaatste kabelgoten kunnen een probleem opleveren voor de veiligheid en zien er
rommelig uit als oudere, ongebruikte kabels
niet worden verwijderd. Evenzo kan de plaatsing van de bekabeling boven de kast problemen veroorzaken. Het is niet handig om overheadsystemen boven de warme gangen te
plaatsen, omdat deze fungeren als een plafond
voor de warme lucht, waardoor de Crac-units
of de bovenruimte de verwarmde lucht niet
kunnen afvoeren. De oplossing in dit geval is
om de bekabeling in een overheadscenario boven de koude gangen te laten lopen.
Waarschijnlijk de grootste boosdoener op het
gebied van bekabeling en luchtstroom is het
niet gebruiken van ‘brush guards’ op plaatsen
waar kabels worden doorgevoerd. Openingen
in een verhoogde vloer zijn noodzakelijk,
maar ze moeten wel van ‘brush guards’ worden
voorzien om de uitstroom van koude lucht tegen te gaan op plaatsen waar dit niet gewenst
is. Bekabeling wordt meestal naar de achterzijde van serverkasten geleid en dit is niet de
plaats waar je de koude lucht naartoe wilt sturen. Een goede regeling van de statische druk
onder de vloer is noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat koude lucht alleen via tegelperforaties en/of roosters de ruimte binnenstroomt
op plaatsen waar koeling nodig is.
Glasvezel heeft een kleinere diameter dan koper, al is dit alleen niet voldoende om luchtproblemen te verhelpen. Luchtproblemen zijn
alleen te verhelpen door de kabelgoten te beheren, waar deze zich ook bevinden. Koper
versus glasvezel is hier niet aan de orde, maar
we kunnen wel stellen dat elk datacenter anders is en gebruikmaakt van een andere combinatie van deze twee materialen, afhankelijk
van de kosten, de gewenste toepassing en de
functionaliteit van de toepassing.
Beheer van het systeem en wijzigingsbeheer
na de installatie kunnen ook helpen bij problemen met luchtstromen. Als we kabels verwijderen wanneer deze niet nodig zijn, zijn problemen te voorkomen, voordat ze zich
voordoen. Dit betekent ook dat we ons in het
datacentrum moeten houden aan standaarden
voor gestructureerde bekabeling, zodat elke
channel correct is gelabeld met 'van'- en 'naar'punten en we weten wat er kan worden verwijderd of hergebruikt.
Telkens wanneer een nieuwe server of switch
in gebruik wordt genomen of buiten bedrijf
wordt gesteld, moet iemand naar de aangrenzende kabelpoorten kijken en bepalen of de
poort opnieuw kan worden gebruikt of verwijderd. Dit is vooral van belang bij point-topointverbindingen die in feite niets meer zijn
dan lange patchkabels. Wanneer we in een datacenter kabelbundels en rommelige situaties
aantreffen, zijn point-to-pointkabels vaak de
boosdoeners, evenals patchkabels of jumpers
die langer zijn dan nodig. Sommige bedrijven
kiezen ervoor om patchkabels en jumpers in
aangepaste lengten te kopen om onnodige
speling te voorkomen in hun systemen. Het
enige probleem hiermee doet zich voor wanneer apparatuur wordt vervangen en de netwerkinterface bijvoorbeeld aan de andere kant
van de vervangende apparatuur staat. Terwijl je
met aangepaste lengten een vrijwel perfecte
patching kunt uitvoeren, zit aan dit moois wel
een kostenplaatje vast.
kijkend naar de toekomst
Datacenterprofessionals hebben er alle belang
bij om aandacht te besteden aan de (vaak vergeten) fysieke laag. De keuze van de bekabelingsarchitectuur kan gaandeweg een enorme
invloed hebben op zaken, zoals waar warmteproducerende apparatuur met een hoog vermogen al dan niet fysiek kan worden geplaatst.
Deze en andere factoren die met flexibiliteit te
maken hebben, kunnen een groot effect hebben op de aard en de operationele kosten van
de koelinstallatie (waarvan de exploitatie minstens net zo duur is als die van de IT-apparatuur zelf). Aandacht voor de huishouding hier
en nu moet hand in hand gaan een zorgvuldige planning voor de toekomst. Heel simpel: we
moeten opruimen, goede en praktische methoden toepassen om de koeling te verbeteren
en bij ons toekomstige bekabelingsontwerp
rekening houden met onbelemmerde luchtstromen.
advertentie
Feel the Power,
Gain the Insight
Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility
and insight to easily manage all your rack power needs.
Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs:
u
Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A
u
4-54 locking outlets
uHighest ambient temperature (60 °C, 140 °F)
Leverage the industry’s deepest capability set:
u
Plug-and-play environmental sensors
uRemote unit-level and individual outlet-level
kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy
uPlug-in USB web cameras
uWi-Fi or wired networking
uCircuit breaker metering and monitoring
Monitor and manage real time energy usage with Power IQ® software
which supports virtually every intelligent rack PDU on the market.
Visit www.raritan.com/Processor to learn more
and explore all your PDU options.
© 2012 Raritan Inc.
Datacenter­professionals
hebben er alle
belang bij om
aandacht te
besteden aan de
(vaak vergeten)
fysieke laag
Intel komt met ’s werelds eerste 6 W-serverprocessor
Koelingsproblemen
oplossen bij de bron
verschillende fabrikanten bouwen microservers, opslag- en netwerkapparaten op basis van
de 64 bit intel atom processor s1200-productfamilie. daarmee maakt de it-industrie nu serieus
22
Intel introduceerde vorige maand de Intel Atom S1200-productfamilie.
Dit is de eerste energiezuinige, 64 bit-SoC (system on chip) voor microservers met een zeer hoge dichtheid. Daarnaast vormt deze productfamilie de basis voor een nieuwe generatie energiezuinige opslag- en
netwerkapparaten. De low power, krachtige en zakelijke microprocessors zijn betrouwbaar, goed te beheren en zeer rendabel. “Het datacenter blijft zich verder ontwikkelen in verschillende segmenten en Intel
blijft een leidende rol spelen in deze transities”, zegt Diane Bryant, vicepresident en general manager van Intels datacenter en connected sys­
tems group. “Al een aantal jaren geleden zagen we de behoefte ontstaan
aan een nieuw type energiezuinige servers met een zeer hoge dichtheid
en andere datacenterapparatuur. Nu zijn wij de eersten die een 6 WSoC aanbieden met essentiële datacentereigenschappen.”
•Intel Atom processor S1200 server SoC heeft een zeer laag energiegebruik en beschikt over diverse essentiële eigenschappen,
waaronder error code correction (ECC), 64 bit-ondersteuning en
virtualisatietechnologie voor het gebruik in datacenters.
•Er zijn ruim twintig energiezuinige systemen beschikbaar, waaronder microservers, opslag- en netwerkapparaten.
volgende generatie microservers
Naarmate publieke clouds blijven groeien, nemen ook de kansen voor
bedrijven toe op het gebied van hosting, content delivery en webservices. Servers met een zeer hoge dichtheid (high density) gebaseerd op
energiezuinige processors bieden de vereiste prestaties, terwijl ze tegelijkertijd het energiegebruik – een van de grootste kostenposten voor
het datacenter – sterk terugdringen. Echter, een van de voorwaarden
van bedrijven om nieuwe apparatuur in te zetten in datacenters, is dat
deze beschikken over diverse essentiële eigenschappen op het gebied
van betrouwbaarheid, beheerbaarheid en virtualisatie.
De Intel Atom processor S1200-productfamilie is de eerste low power
SoC met de datacenterfuncties die niet alleen zorgen voor de vereiste
betrouwbaarheid en beheerbaarheid, maar ook aanzienlijke kostbesparingen bieden. De SoC beschikt over twee fysieke cores en in totaal
vier threads, dankzij Intel hyper-threading technologie (Intel HT).
Daarnaast biedt de SoC 64 bit-ondersteuning, een controller voor
maximaal 8 GB aan DDR3-geheugen, virtualisatietechnologie (VT),
acht PCI Express 2.0-kanalen, Error Correcting Code (ECC) voor een
hogere betrouwbaarheid en andere I/O-interfaces uit chipsets van Intel. De nieuwe productfamilie bestaat uit drie processors, met frequenties variërend van 1,6 tot 2,0 GHz.
De S1200-productfamilie is ook compatibel met de x86-sofware die
veel wordt gebruikt in datacenters. Dit betekent dat deze energiezui-
tekst: hans van dam is freelance journalist
dcw februari | technologie
werk van het oplossen van koelingsproblemen bij de bron.
lager energiegebruik
Intel blijft ernaar streven om systemen zo energiezuinig mogelijk te
maken. Sinds de introductie van de low power Intel Xeon processors in
2006, heeft het bedrijf telkens nieuwe generaties van low power processors afgeleverd, die het energiegebruik (thermal design power of TDP)
hebben teruggebracht van 40 W in 2006 naar 17 W dit jaar, dankzij
Intels geavanceerde 22 nm-chipprocedé. De S1200 is de eerste energiezuinige SoC met servereigenschappen en een verbruik van slechts 6 W
TDP.
Op dit moment gebruiken ruim twintig energiezuinige systemen,
waaronder microservers en opslag- en netwerkapparatuur van onder
andere Accusys, CETC, Dell, HP, Huawei, Inspur, Microsan, Qsan,
Quanta, Supermicro en Wiwynn, de Intel Atom processor S1200-productfamilie.
“Organisaties met zeer zware werklasten hebben krachtige servers nodig voor maximale efficiëntie en om radicale besparingen aan serverruimte, kosten en energie te kunnen realiseren”, zegt Paul Santeler, vicepresident en general manager, hyperscale businessunit,
industry-standard servers and software bij HP. “Bij veel van deze orga-
nisaties worden HP-servers gebruikt en de S1200 is zeer belangrijk bij
het ontwikkelen van de volgende generatie computersystemen die ontworpen zijn voor specifieke applicaties, om de kosten en het energiegebruik sterk terug te dringen.”
meer in de toekomst
Intel werkt momenteel aan de volgende generatie, extreem energiezuinige Intel Atom processors, met de codenaam ‘Avoton’. Avoton, beschikbaar in 2013, zal Intels SoC-mogelijkheden verder uitbreiden en
gebruikmaken van de geavanceerde 3D Trigate 22 nm-transistors van
het bedrijf. Daarmee zal Avoton de beste eigenschappen bieden op het
gebied van energiegebruik en prestaties.
Voor klanten die geïnteresseerd zijn in low voltage Intel Xeon-modellen voor energiezuinige servers, opslag- en netwerkapparaten, zal Intel
volgend jaar de nieuwe Intel Xeon processor E3 v3-productfamilie introduceren, die gebaseerd is op de ‘Haswell’ microarchitectuur. Deze
processors zullen profiteren van nieuwe energiebesparende functies in
Haswell en zullen optimale prestaties per watt bieden.
prijs en beschikbaarheid
De Intel Atom processor S1200 is per direct verkrijgbaar, vanaf 54 dollar bij afname van minimaal 1.000 stuks. Meer informatie is te vinden
in de Intel Newsroom: http://newsroom.intel.com/docs/DOC-3172.
dcw februari | technologie
nige systemen gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd en dat voorkomt de noodzaak van additionele investeringen in het omzetten en
onderhouden van nieuwe software.
23
Startup wil netwerkcongestie aanpakken
Kotura ziet kansen
voor glasvezel in het
datacenter
de enorme groei in de hoeveelheid data die bedrijven verzamelen, is vooral in het datacenter
zichtbaar. met de opkomst van cloudservices zien we nog een ander fenomeen: een sterke
groei van datastromen tussen servers. de ene cloudservice ‘draait’ op server a, de andere op
server b. deze servers ‘praten’ echter veelvuldig met elkaar en vaak bevinden zij zich in
hetzelfde datacenter. daarmee is de snelheid waarmee kan worden gecommuniceerd binnen
een datacenter, van cruciaal belang geworden voor de prestaties die op cloudgebaseerde
24
Dit fenomeen wordt in jargon ook
wel ‘east-west network traffic’ genoemd. Data op de ene server
moet met grote snelheid beschikbaar worden gemaakt voor een
andere server. Tegelijkertijd verlaten deze gegevens het datacenter
niet. Een andere kreet die in dit
verband wordt gebruikt, is ‘intradatacenterservers’.
De oprichters van Kotura, een
startup in Monterrey Park, Californië, zien in deze trend een belangrijke bottleneck voor succesvol opererende datacenters. Data
moeten sneller en vooral ook
goedkoper van de ene naar de andere server kunnen worden gestuurd. Zij denken hiervoor een
oplossing te hebben gevonden in
de vorm van glasvezelverbindingen. Het bedrijf heeft een ‘fiber
transceiver’ ontwikkeld die verbindingen van 25 Gbps binnen de
muren van het datacenter brengt.
Deze chip zal zijn weg moeten
vinden naar fabrikanten van IThardware die de transceiver kunnen opnemen op het moederbord
van een server of in bijvoorbeeld
een switch.
Het interessante aan de technologie van Kotura is dat zij zeer gemakkelijk schaalbaar schijnt te
zijn. Zonder blikken of blozen
meldt het bedrijf dat zij kunnen
opschalen tot snelheden die in
Tbps worden uitgedrukt. Wie zich
bedenkt dat de meeste servers in
een datacenter met elkaar zijn verbonden via een verbinding met
een capaciteit van 10 Gbps, ziet
onmiddellijk wat een stap vooruit
Kotura belooft.
Interessant aan deze ontwikkeling
is dat deze enorme verbetering
wel eens veel sneller commercieel
beschikbaar zou kunnen zijn dan
we nu wellicht verwachten. Cisco
heeft onlangs Lightwire overgenomen, een andere aanbieder van dit
soort technologie.
Het is de bedoeling dat datacenters voorzien gaan worden van
top-of-rackswitches die in staat
zijn in te spelen op de vraag naar
capaciteit die nieuwe generaties
servers bieden. Deze systemen
kennen vaak meerdere 10 Gbpspoorten en worden opgenomen in
wat in IT-jargon een ‘fabric’ heet.
Dit wil zeggen dat meerdere van
deze servers tegelijkertijd via een
aantal datacomverbindingen 10
Gbps aan data willen kunnen versturen of ontvangen. Chips zoals
Kotura heeft ontwikkeld, kunnen
dit aan. Dat hebben zij inmiddels
bewezen in systemen voor telecommunicatie die het bedrijf al
sinds 2006 van dit soort transceiver voorziet.
tekst: hans vandam is freelance journalist
dcw februari | technologie
applicaties bieden.
advertorial
Datacenters hebben behoefte
aan informatie over veilige
bedrijfsvoering energievoorziening
Veel belangstelling voor informatiebijeenkomst van Joulz
Beheerders van datacenters zijn dringend op
zoek naar informatie over hoe zij op een verantwoorde wijze een maximale continuïteit
van energievoorziening kunnen bereiken.
Vooral bij de inrichting of uitbreiding van hun
systemen is onduidelijk wie op welk moment
de wettelijke verantwoording draagt van een
veilige bedrijfsvoering van de elektrische installaties. Dit bleek tijdens de panelbijeenkomst
over installatiebeheer die eind 2012 werd georganiseerd door Joulz, specialist in energieinfrastructuren. Tijdens de bijeenkomst spraken specialisten op het gebied van veiligheid
en continuïteit.
Goed beheer en onderhoud van hoog- en
laagspanningsinstallaties is erg belangrijk. De
zorg voor complexe en grote servers kan en
mag niet fout gaan. Daar komt bij dat goed of
slecht energiemanagement direct invloed heeft
op de kostprijs.
Mike Sterkenburg van Joulz: “Wij weten dat er
veel vragen zijn. Bijvoorbeeld over verant-
woordelijkheden tijdens aanleg of uitbreiding
van installaties.Als organisatie die de installatieverantwoordelijkheid van elektrische installaties voor veel bedrijven regelt, weten we natuurlijk hoeveel werk hierbij komt kijken.
Ook over wet- en regelgeving zijn we goed op
de hoogte. Dat is niet eenvoudig en vaak
moeilijk te organiseren.”
Tijdens de bijeenkomst werd ook ingegaan op
het belang van het goed bepalen van de juiste
interne kortsluitvastheid tijdens de ontwerpfase van installaties. Wat is de impact van kortsluiting in een verdeler met betrekking tot de
continuïteit en persoonlijke veiligheid?
adviesgesprekken
Joulz is door verschillende deelnemers aan de
bijeenkomstebenaderd voor advies en ondersteuning vanuit de expertise op het gebied van
installatieverantwoordelijkheid en energiemanagement. Via intake-gesprekken, quick scans,
incompany-trainingen en instructies voor me-
dewerkers, wordt hier gehoor aan gegeven.
Mike Sterkenburg: “Het gaat er om het aantal
risicovolle situaties te voorkomen en terug te
dringen om zodoende de veiligheid van mens
en omgeving te kunnen blijven waarborgen.
Maar ook om onnodige onderhoudskosten te
besparen en de continuïteit van de bedrijfsvoering te bewerkstelligen.”
over joulz
Joulz is dé specialist in energie-infrastructuren en onderdeel van Eneco, met een
compleet pakket van advies, engineering,
aanleg en beheer van duurzame energieinfrastructuren. Joulz is met 2.500 medewerkers actief in heel Nederland, met vestigingen in Rotterdam, Delft, Utrecht,
Alblasserdam, Haarlem, Dokkum en Weert.
www.joulz.nl
Next generation ethernet via koper
Voor de conversie van 10 GbE werd de sinds 2002 bestaande standaardbekabeling van cat.7 (600 MHz) door de IEEE al zeer snel als geschikt
aangemerkt. Het werd pas ingewikkeld toen ook de ‘normale’ RJ45 en
onafgeschermde kabels geschikt moesten worden gemaakt voor 10G.
Zo werd de nieuwe cat.6A (500 MHz) geboren. Met nieuw ontwikkelde connectoren en kabels. En met nieuwe meetparameters en problemen (Alien Xtalk!).
dcw februari | bekabeling
40 gbe – voor wie?... en hoe?
26
Overdrachtssnelheden die hoger liggen dan 10 GbE, zijn voorlopig
geen noodzaak voor kantoren. Maar in rekencentra is de gegevenshonger aanzienlijk groter en de behoefte daarom hoog. Er zijn 40G-oplossingen voor rekencentra over glasvezel (40GBase-SR) en voor Twinax
(40GBase-CR4), maar daarnaast bestaat al enige tijd de behoefte aan
economisch aantrekkelijke oplossingen op basis van twisted pair voor
rekencentra. Twisted Pair belooft lagere kosten voor de actieve componenten, heeft een groter bereik in vergelijking met Twinax (...7 m) en
ondersteunt de belangrijke ‘auto negotiation’ tussen de verschillende
Base-T-protocollen.
Deze keer belooft het normalisatieproces erg spannend te worden. Kan
40G nog steeds via 100 m koper worden overgedragen? Zijn de bekende kabel- en connectorstandaarden voldoende of komen er nieuwe
definities en producten? Waar ligt de grensfrequentie?
Deze vragen liggen bij de normalisatie-instanties om te worden besproken; op dit moment is nog niets definitief.
40gbase-t ... de huidige status quo
Steeds wanneer verschillende partijen aan één- en hetzelfde werken,
worden de dingen ingewikkeld en politiek – en zo ook bij de norma-
lisatie-instanties. De daarin zittinghebbende vertegenwoordigers van de
bedrijven presenteren hun verschillende oplossingen en er wordt aanvankelijk veel gediscussieerd en beargumenteerd. Er worden allianties
gevormd en ontbonden en verschillende compromissen besproken,
met de hoop op een gemeenschappelijke noemer. Dat is precies wat er
op dit moment gebeurt bij TIA, ISO en IEEE.
Vanuit verschillende kanten van de bedrijfstak kwam allereerst naar
voren dat symmetrische bekabeling voldoende capaciteit biedt voor
40G-ethernet via vier getwiste kabelparen. Hoewel het theoretisch
mogelijk is, hebben de deelnemende bedrijven in verregaande mate
afscheid genomen van het bestaande bereik van 100 m. De ondersteuning van 100 m geldt bij de huidige stand van de techniek als te
gecompliceerd en ze verwachten dat net als bij 10Gbase-T, de ontwikkeltijd te lang zal zijn. In plaats daarvan willen ze eenvoudige, actieve
componenten met een korte ontwikkelingsfase.
ieee
Studies hebben aangetoond dat men in computercentra ook met kleinere reikwijdten uit de voeten kan, en daarom is een verkorting tot 25
of 50 m eveneens reëel. Daarnaast leidt elke bespaarde meter tot een
verlaging van de energiekosten. De verwachting is een verdubbeling
van de energiekosten per 12 m bereik.
Desondanks is in september 2012 bij de ISO/IEC een begin gemaakt
met besprekingen en zijn de eerste informele beslissingen genomen.
De overdracht zal naar verwachting, net zoals gebruikelijk alleen maar
plaatsvinden via twisted pair-kabel (en niet, zoals bij glasvezel over verschillende ‘lanes’), highdensity-ondersteuning van 48 poorten op een
HE (dit heeft vooral betrekking op de grootte van de connectoren),
geen ondersteuning van 100 maar minder dan 50 m en de transmis-
tekst: oene-wim stallinga, marketing director, nexans cabling solutions
Wat brengt de
toekomst, wat moet
je plannen?
het gestandaardiseerde ethernet over twisted pair is in it-opzicht redelijk oud. in 1991 heeft
de ieee afscheidgenomen van de standaard voor 10base-t. diens opvolger uit 1995, 100base-t,
werd bekend als ‘fast ethernet’ – een naam die nu nogal verwarrend is, omdat 100base-t
vanuit het huidige perspectief helemaal niet meer zo ‘snel’ lijkt. toch wordt het samen met
1gbase-t in veel gebouwbekabelingen nog steeds gebruikt als hét protocol voor de itcommunicatie. momenteel is 10gbase-t het recentste ethernetprotocol over twisted pair – en
honderd keer sneller dan het oude fast ethernet. zoals we zien, zijn termen als ‘fast’ en ‘snel’
soms erg relatief.
Tabel 1:
ISO/IEC 11801-99-1 Draft: Information technology – Guidance for
balanced cabling in support of at least 40 Gbps data transmission.
iso/iec
Bij de ISO/IEC, de internationale instantie voor bekabeling, wordt aan
een onderzoek gewerkt om de keuze voor een geschikt kabelmedium
voor de IEEE te vereenvoudigen. Dit resulteert in het beeld zoals te
zien is in tabel 1.
Nu worden echter niet alleen, zoals de in tabel 1 vermelde ‘bekende’
componenten onderzocht, maar ook die componenten opgenomen die
nog moeten worden ontwikkeld (of al aanwezig waren, maar nog niet
normatief gedefinieerd). Ook dit wordt onderzocht (zie tabel 2).
Tabel 2:
We zien hier dat verschillende kabelsystemen ter ondersteuning
van 40G kunnen worden voorbereid, waarbij het wezenlijke verschil
bestaat uit de hoge of lage complexiteit van de actieve componenten. Het oude adagio; meer kwaliteit in het passieve medium,
laat minder complexiteit in de componenten toe, of omgekeerd;
bij slechte kabels zijn complexe transceivers nodig, is eens te meer
waarheid.
dcw februari | bekabeling
siesnelheid van 40 Gbps.
Met betrekking tot de frequentie wordt momenteel gesproken over
verschillende waarden tussen 800 en 1600 MHz. Hierbij moet het volgende worden overwogen:
• hogere frequenties kunnen gemakkelijker worden gecodeerd;
• hoe hoger de frequentie, des te hoger de demping en dus het stroomverbruik;
• grotere afstanden vereisen lagere frequenties.
27
tia
Vorig jaar heeft ook de koperkabelcommissie van de Amerikaanse TIA
een nieuw Ethernetproject op basis van koperkabels met een overdrachtssnelheid van meer dan 10 Gbps gelanceerd. In oktober 2012
besloot de TIA een nieuwe bekabelingscategorie (cat.8) te onderzoeken op basis van de oude cat.6A-parameters, maar dan geëxtrapoleerd
tot een grenswaarde van 2 GHz.
Behalve dat de studies van de Amerikaanse TIA en het internationale
IEC parallel lopen en gedeeltelijk verschillende doelstellingen volgen,
is de uiteenlopende nomenclatuur verwarrend voor de gebruiker. De
term cat.8 betekent niet dat het hier gaat om een uitbreiding van
cat.7A. Zo is bij cat.8 wel in de frequentie tot 2000 MHz voorzien,
maar het gaat niet echt om een ‘betere’ bekabeling. De frequentiecurven van demping en NEXT van cat.6A worden van bovenaf geïnterpoleerd (grafiek 1). Dit leidt tot een negatieve ACR vanaf 500 MHz.
Ter vergelijking: de ISO cat.7A heeft zelfs 1000 MHz, dus toch nog een
+10 dB positieve ACR! De TIA cat.8 is dus bij lange na niet beter dan
de ISO cat.7A!
(tussentijdse) conclusie
Op het moment van publicatie van dit artikel is nog veel onduidelijk.
Grafiek 1.
ISO/IEC, TIA en IEEE hebben ‘ja’ gezegd tegen de volgende ethernetgeneratie via koper. Maar toch kan niemand met zekerheid zeggen wat
de maximale transmissielengte of de bovenste grensfrequentie zal zijn.
Hetzelfde geldt voor de componenten, er wordt nog druk over gediscussieerd. Dus wat te doen als we nu al een computercentrumnetwerk
voor de lange termijn willen plannen?
Op de markt zijn al componenten beschikbaar die meer kunnen dan de
cat.7A-standaard specificeert – tot wel 1600 MHz. Of deze bandbreedte nodig zal zijn voor 40GBase-T, is nog onduidelijk, maar in elk geval
vertegenwoordigen dergelijke ‘uitgebreide’ cat.7A-onderdelen wat
dcw februari | bekabeling
Het normalisatieproces
belooft deze keer erg
spannend te worden
28
momenteel technisch haalbaar is, zodat we kunnen aannemen dat elke
andere specificatie voor 40G eerder lager zal uitvallen en we dus aan de
veilige kant zitten.
Bij de planning van computercentra moeten we er echter rekening
mee houden dat een bereik van 100 m niet meer zal gelden. Dergelijke
lengtes zijn juist in een computercentrum vrij zeldzaam en daarom
minder kritiek.
Niemand kan voorspellen
wat de maximale
transmissielengte of de
bovenste grensfrequentie
zal zijn
advertentie
Energiegebruik met 66 procent verlaagt
Energiebeheersoftware en
ventilatoren met variabele
snelheid verlagen CO2uitstoot drastisch
digital realty trust heeft samen met vigilent en het amrikaanse lawrence berkeley national
laboratory onderzoek gedaan naar het verlagen van energiegebruik in datacenters. daarbij
hebben ze gekeken naar de situatie in datacenters die zijn ontworpen door, in bezit zijn van
30
De locatie waar het onderzoek van Digital Reality Trust, Vigilent en
Lawrence Berkeley National Laboratory is uitgevoerd, is het 12.542 m2
tellende datacenter in El Segundo, Californië in de Verenigde Staten.
Lawrence Berkeley National Laboratory monitorde de gemiddelde
krachtsinspanning, waarop de nullijn en resultaatmetriek zijn gebaseerd.
Ook trad het bedrijf op als projectmanager voor de energie-efficiëntieprijs uitgereikt door het California Energy Commission’s PIER Program. De onderzoeksresultaten zijn eind vorig jaar gepresenteerd tijdens
de Silicon Valley Leadership's Data Center Summit, gehost door AMD.
“Het onderzoeksdoel was om te bekijken of een ventilatiecontrole­
systeem een goede oplossing is in commerciële datacenters”, zegt Jim
Smith, chief technology officer bij Digital Realty. “We kwamen erachter, dat het upgraden van de ventilatoren en het toevoegen van controle
over de snelheid ervan ons in staat stelde een datacenter efficiënter en
effectiever te koelen. Daarnaast hebben we het energiegebruik evenals
de gemiddelde en piek-elektriciteitsvraag verlaagd. Dit resulteert in een
energie-efficiëntere en duurzame datacenteromgeving."
belangrijkste onderzoeksresultaten
De inzet van het geavanceerde softwaresysteem van Vigilent, gecombineerd met aanpassingen in de werking van het datacenter, resulteerde
in een verlaging van 66 procent in het energiegebruik voor koeling
in het datacenter van Digital Realty in El Segundo. Zo werd verloren
capaciteit nu wel gebruikt terwijl tegelijkertijd de reservekoelcapaciteit
werd vergroot. Daarnaast gaf de software inzicht in de temperatuur in
het datacenter – dit leidde tot extra energiebesparing en verbeterde
de temperatuurdistributie aanzienlijk. Ook verbeterde de PUE (power
usage effectiveness) in El Segundo met 8 procent tot 1,46; dit bespaart
jaarlijks 2,9 miljoen kWh. En de CO2-uitstoot neemt af met 861.826 kg
per jaar dankzij de software- en datacenterverbeteringen.
“Het verkrijgen van meer capaciteit van bestaande apparatuur is een
competitief voordeel voor datacentereigenaars en -beheerders”, zegt
Christopher Kryzan, vicepresident marketing bij Vigilent. “De mogelijkheid om op elk moment precies te zien hoeveel capaciteit je in re-
tekst: van de redactie
dcw februari | energie
en beheerd worden door digital realty.
serve hebt en de mogelijkheid om dit direct in te zetten, zorgt voor een
flexibel datacenter en optimaliseert het gebruik van kostbare middelen.”
herbruikbaar, schaalbaar model
“Voordelen op het gebied van operationele efficiëntie en temperatuurprestaties zijn direct beschikbaar binnen bestaande technologie”, zegt
Bill Tschudi, programmamanager bij Lawrence Berkeley National Laboratory. “We geloven dat de energie die we hebben weten te besparen
met aanpassingen in de infrastructuur, gecombineerd met een krachtig beheersysteem een model biedt dat te hergebruiken en bovendien
schaalbaar is voor datacenters overal ter wereld – we hopen dat de branche deze verbetering snel overneemt.”
'We hopen dat de branche
deze verbetering snel
overneemt'
advertentie
Brand
B
Brandvermeidung
Br
B
Bra
Brandv
ra
andv
ndv
nd
v
voorkomen
ermeidung
erm
eidung
gmet
mit OxyReduct®
m
y
AAN ALLE VOORSCHRIFTEN VOLDAAN?
ALLES PRIMA OP ORDE?
BRAND NIET VOORKOMEN!
De huidige voorschriften zorgen
voor minimale eisen. Deze eisen
zijn vaak onvoldoende om een
maximale beschikbaarheid te realiseren.
Als leveringsverplichting of beschikbaarheid van de serverruimte niet
nagekomen kan worden, dan is de
schade snel niet te overzien. Een beetje
rook of roet kan dit al tot gevolg hebben. OxyReduct® biedt de maximale
bescherming. In de te beveiligen ruim-
te kan een brand niet meer ontstaan.
OxyReduct® is de brandveiligheid van
de toekomst en is al vele malen toegepast in IT ruimten en logistieke centra.
Indien u verdere informatie wenst
over OxyReduct® zuurstofverlagingssystemen, FirExting® blussystemen of
TITANUS® rookaanzuigsystemen, neem
dan contact op met:
www.wagner-nl.com.
TE lanceert core verticale switchmanagement
Core VSM biedt
nieuwe visie op
kabelbeheer
een nieuwe oplossing voor kabelbeheer in datacenters die
gekozen hebben voor high-density coreswitches met een
verticale bladeconfiguratie.
Het nieuwe ontwerp van TE Connectivity,
core verticale switchmanagement (VSM), bestaat uit een aantal componenten:
-een kabelgoot die past boven de switch;
-koper- of glasvezelmodules die aansluitingen leveren voor blades van beide media.
Het volledige core VSM-platform kan worden
geïnstalleerd in een 800 mm brede kast, waardoor er kostbare (witte) ruimte in het datacenter wordt bespaard.
“De unieke uitdagingen van het beheer van
grote switches, in de kern van een datacenter,
moeten worden opgelost met kabelmanagementoplossingen die specifiek zijn ontworpen
voor de huidige hoge dichtheid van coreswitches. Onze oplossing is ontworpen om de behoefte aan kabelmanagement aan de zijkant
van het frame te elimineren. Dit maakt het
voor datacentermanagers mogelijk ruimte te
besparen, kosten te verlagen en de efficiëntie
van datacenters te verbeteren door te zorgen
voor duidelijke weergave van de switchpoorten en het gemak van toegang”, vertelt Danny
Thijs, productmanager voor TE.
In het nieuwe core VSM-platform, worden alle
patchkabels, glasvezel en/of koper, verticaal
beheerd, en is slechts eenzelfde patchkabellengte nodig binnen een frame. Dit vereenvoudigt het bouwproces en de lopende logi­
stiek.
De belangrijkste kenmerken, voordelen en besparingen zijn:
Past in een 800mm brede kast
- ondersteunt de inzet van een coreswitch in
de kern van het netwerkengangpad;
-minimaliseert tegelijkertijd het gebruik van
dure (witte) ruimte.
Geen behoefte aan zijdelings
kabelbeheer
-hiermee is inzet in kleinere actieve kasten
mogelijk, wat ‘kastkosten’ vermindert.
Duidelijke presentatie en
gemakkelijke toegang tot switchpoorten
- verticaal patchmanagement resulteert in
nette, overzichtelijke bekabeling, in dezelfde richting.
Eenzelfde ‘lengte van patchkabel
filosofie’
- vermindert de kosten voor voorraadbeheer;
- verbetert de flexibiliteit in de planning van
verplaatsingen, toevoegingen en veranderingen.
Ontworpen om ucp te ondersteunen
-Quick-fit-cassettes en modules maken de
combinatie mogelijk van koper en glasvezel
in hetzelfde paneel.
Kijk voor meer informatie op
www.te.com/enterprise-eu.
tekst: robbert hoeffnagel
core verticale switchmanagement (vsm) van te connectivity is
advertentie
DE specialist voor IT-infrastructuren
Wij optimaliseren
uw Data Center
voor de toekomst
SCHÄfer Ausstattungs-Systeme GmbH
Industriestraße 41 · D-57518 Betzdorf
Tel. +49 (0) 2741/ 283-770 · fax +49 (0) 2741 / 283-798
e-Mail: [email protected] · www. schaefer-it-systems.de
Interconnect
toont datacenters op
Google Street View
als een it-afdeling een hosting-partner kiest, speelt een checklist met functionele eisen en
wensen uiteraard een hele belangrijke rol. maar tegelijkertijd wil men toch graag een gevoel
hebben bij de datacenters waar men mee in zee wil gaan. interconnect heeft een interessante
oplossing die het mogelijk maakt om een goed beeld te krijgen van de datacenters van het
bedrijf, zonder dat men deze daadwerkelijk behoeft te bezoeken.
dcwfebruari | nieuws
Een fotograaf van Google is op bezoek geweest bij Interconnect en nam
foto’s van zowel het datacenter in Eindhoven als dat in Den Bosch. De
34
foto’s van de datacenters zijn beschikbaar via Google Street View, waar
je een virtuele toer door de datacenters kunt maken. Op de foto's zijn
niet alleen de ruimte met servers te zien, maar ook de noodstroomvoorziening en opslagtanks met diesel. Daarnaast zijn de ‘meet me rooms’ te
bezoeken, kan de gasbusinstallatie worden bekeken en wordt de koelinstallatie, die op het dak van het datacenter is geïnstalleerd, getoond.
Benieuwd naar de datacenters van Interconnect?
Kijk op: http://www.interconnect.nl/Datacenter/Datacenter-Eindhoven om een kijkje te nemen in het datacenter in Eindhoven. Voor het
datacenter van Interconnect in Den Bosch: http://www.interconnect.
nl/Datacenter/Datacenter-Den-Bosch.
Google Street View heeft
Interconnect geïnspireerd
tot het creëren van een
virtuele tour door de eigen
datacenters
tekst: wouter hoeffnagel is freelance journalist
Benieuwd hoe het vorig jaar geopende datacenter van Interconnect in
Eindhoven eraan de binnenkant uitziet? Iedereen kan nu via Google
eenvoudig een kijkje nemen in de computerruimte.
Ook op uw bureau?
Cloud
Works
Mail uw gegevens naar [email protected]
en ontvang het magazine CloudWorks gratis!*
*Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
36
dcw februari | rubriek
in 2012 hebben we wereldwijd met de nodige datacenterincidenten te maken gehad. of het nu
ging om natuurgeweld, fouten in apparatuur, software die niet werkte of menselijke fouten
… de gevolgen voor klanten en eindgebruikers waren erg vervelend. volgens paul bron,
vicepresident van de it business van schneider electric nederland, kunnen we tegelijkertijd
veel van die fouten leren. “de meeste datacenters weten achteraf door onderzoek vrijwel
altijd waar het fout is gegaan. maar vanwege angst voor reputatieschade worden de
resultaten niet openbaar gemaakt.” deze ‘lessons learned’ zijn volgens bron juist essentieel
om nieuwe incidenten te voorkomen. het concern schets daarom vier praktijkvoorbeelden
Leren van
andermans fouten
Paul Bron, vicepresident van IT Business, Schneider Electric Nederland, geeft aan dat het altijd goed is om buiten de eigen sector te kijken
hoe problemen die een (maatschappelijke) impact hebben, worden aangepakt. Als voorbeeld noemt hij de vliegtuigindustrie, waarin ze werken met draaiboeken om mogelijk falen uit te sluiten. Op het moment
dat er toch iets fout gaat, zal de Onderzoeksraad voor de Veiligheid het
ongeval onderzoeken – gevraagd én ongevraagd. “De resultaten van
deze onderzoeken zijn openbaar, met als resultaat dat andere vliegtuigmaatschappijen kunnen leren van de gemaakte fouten. Pas als je weet
wat er mis is gegaan, kun je je processen en methoden verbeteren zodat
er geen herhaling van dezelfde fouten ontstaat en nieuwe ongevallen
worden voorkomen. Bij datacenterongevallen vindt dit niet tot nauwelijks plaats.”
tekst: teus molenaar
opstellen onderzoeksraad
Professor Inald Lagendijk van TU Delft is dan ook van mening dat we
in Nederland een aparte Onderzoeksraad voor de Veiligheid van ictsystemen moeten krijgen. Reden hiervoor is het enorme belang dat ict
in onze samenleving heeft. Hij weet zich hierin gesteund door de professoren Boudewijn Haverkort en Peter Apers, beiden werkzaam voor
de Universiteit Twente. “Het is zeker een goed idee, want op deze manier kunnen we de resultaten van (interne) studies openbaar maken en
van elkaar leren. Neem het materiaal dat bijvoorbeeld de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Amerikaanse National Transportation
Safety Board (NTSB) de afgelopen decennia heeft gepubliceerd. Hier-
uit kunnen we vier scenario’s destilleren die leiden tot toekomstig falen. Die resultaten zijn wel openbaar en kunnen tot voorbeeld strekken
voor de beheerders van datacenters. Zo blijken ongelukken voort te
komen uit één van de vier vastgestelde faalkansen: ontwerpfouten,
rampzalig falen, samengesteld falen (waarbij de ene fout op de andere
wordt gestapeld), en ongevallen door menselijk handelen. Elk van deze
vier scenario’s is te koppelen aan het stilvallen van een datacenter.”
Schneider Electric heeft de vier scenario’s op een rij gezet. Daarbij
geeft het concern aan wat organisaties kunnen doen om niet de fouten
van anderen te herhalen.
ontwerpfouten
“Voorkom ontwerpfouten door een grondige planning op te stellen en
door in zee te gaan met competente leveranciers en adviseurs. Bij het
ontwerp spelen tal van eigenschappen een belangrijke rol. Denk hierbij
aan een ontwerp waarbij in de gebruiksfase het onderhoud op een efficiënte wijze kan plaatsvinden. Of aan het beperken van het energiegebruik. En het minimaliseren van ongeplande downtime is een uitermate belangrijke eigenschap van het ontwerp van een datacenter om
de bedrijfsvoering niet te verstoren”, stelt Bron.
Hier komt één van de zeven gewoonten van Stephen Covey goed van
pas: begin met het eindpunt in gedachten. Stel een ontwerpintentiedocument op waarin de vereisten van het te realiseren datacenter tot in
detail en zeer helder zijn beschreven. Zo’n document is handig bij een
nieuw te bouwen datacenter, maar ook op het moment dat een reken-
dcw februari | management
van veelvoorkomende fouten en legt uit hoe deze fouten kunnen worden voorkomen.
37
Ongevallen in
bedrijfskritische systemen
worden vaak veroorzaakt
door menselijk handelen
samengesteld falen
centrum moet worden aangepast. “Het is belangrijk om het werk te
plannen en om volgens het plan te werken. Bovendien is het cruciaal
om je te laten bijstaan door partners met een goede reputatie: van het
ontwerpbedrijf en integrator tot en met het bouwbedrijf. Stel ook een
begeleidende werkgroep samen waarin zowel de partners deelnemen
als de eigen mensen van de werkvloer. Zij weten immers uit eigen
praktijk wat er mis kan gaan binnen een rekencentrum.”
dcw februari | management
rampzalig falen
36
Een samenhangend programma voor onderhoud en procesvoering kan
veel potentiële problemen in kaart brengen, en kan rampzalige fouten
voorkomen. Bron geeft aan dat het programma een nauwkeurig omschreven onderhoudsplan moet bevatten, waarbij is aangegeven welke
maatregelen organisaties kunnen nemen op het moment dat het datacenter stilvalt vanwege het uitvoeren van onderhoud. Ook adviseert
Bron proactief onderhoud toe te passen. “Dit omvat onder meer een
grondige analyse van elke storing. Deze analyse leidt tot een beschrijving van mogelijke aanpassingen, zodat datacenters herhaling van de
storing kunnen voorkomen. En dat is nu precies wat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de NTSB doen met hun aanpak om te leren
van fouten.”
Wat hierbij ook een rol speelt, is de opstelling van gedegen trainingsprogramma’s voor het personeel (procesvoering én onderhoud), zodat
zij weten hoe ze moeten handelen om risico's te vermijden. Dit proces
begint met kennisoverdracht van de leveranciers en installateurs, maar
moet een vervolg krijgen met een plan voor het bijhouden van kennis
en vaardigheden in de dagelijkse praktijk.
Soms gebeurt een aantal incidenten tegelijk, wat ook wel bekend staat
als ‘samengesteld falen’. Wie geen oog heeft voor details zet een samengesteld falen in werking. “Breng daarom in kaart wat er gebeurt bij het
uitvallen van elektriciteit. De generator zou dan een signaal moeten
ontvangen om meteen op te starten. Maar als je maanden aaneen hebt
nagelaten om de accu, het brandstofniveau of de koelvloeistof te controleren, dan is de kans groot dat de generator zijn werk niet goed kan
doen. Kleine, hinderlijke ongemakjes in een grote fabriek worden op
dezelfde manier over het hoofd gezien. Elk van die ongemakjes op
zichzelf is tamelijk ongevaarlijk, maar als ze in elkaar grijpen en elkaar
versterken, heb je te maken met een samengesteld falen.”
menselijk falen
Ongevallen in bedrijfskritische systemen worden vaak veroorzaakt
door menselijk handelen. Het trainen van mensen is uiteraard een eerste vereiste, maar de aanwezigheid van een Plan van Aanpak is een
tweede vereiste. Dit Plan van Aanpak beschrijft tot in details hoe bepaalde onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het is
belangrijk dat iedereen zich aan deze methode houdt. “In de haast om
een datacenter in werking te zetten, wordt deze stap te vaak overgeslagen. Maar dergelijke plannen moeten tijdig worden opgesteld en getest
voordat het datacenter in gebruik wordt genomen. Wie dit uit kostenoverwegingen nalaat, kan van een koude kermis thuiskomen. De kosten van downtime zijn vaak vele malen hoger dan het tijdig opstellen,
testen en voortdurend actualiseren van een Plan van Aanpak”, besluit
Bron.
Wie meer wil weten over dit onderwerp kan terecht bij Schneider
Electric dat de white paper ‘Maximizing Uptime in Mission Critical
Facilities’ heeft opgesteld.
it room infra: de vereniging voor
de technische infrastructuur van
computerruimtes en datacenters.
Aan de Nederlandse praktijkrichtlijn 5313 (NPR 5313) ‘Computerruimtes en datacenters’ wordt al jaren door de branche hard gewerkt.
Wordt 2013 het jaar van de introductie? Het ziet er wel naar uit,
leerde ik onlangs tijdens de presentatiemiddag van de NEN.
De NPR5313 is opgebouwd uit 22 delen, in 9 bundels. De komende
periode worden deze nog nagekeken door vrijwilligers. De formele
publicatie van de NPR 5313 verwacht men op 15 mei 2013! De NPR
5313 is ontwikkeld om betrokken partijen op weg te helpen en te
ondersteunen bij het specificeren, ontwerpen en opleveren van verschillende installaties. Het energie aspect kan natuurlijk niet onbeschreven blijven in de NPR 5313, van rekenmethode tot classificatie.
Een mooie brug naar het andere goede nieuws.
Het is aan het einde van elk jaar maar afwachten wat de EIA, de Energie Investerings Aftrek regeling, voor het nieuwe jaar gaat doen. Met
de EIA kunt u 41,5% van de investeringskosten extra aftrekken van
de fiscale winst. Gelukkig is het ook in 2013 weer goed gesteld met de
subsidiemogelijkheden voor het energiezuinig maken van bestaande
en nieuwe computerruimtes! Kijkt u eens op www.agentschapnl.nl
Tot slot, in de vorige column schreef ik u over de evaluatie van het
IT Room Infra event 2012. Deze heeft plaatsgevonden en de plannen
voor 2013 zijn aan de leden gepresenteerd. Ook hier konden we het
jaar niet beter starten. Ik kom hier gegarandeerd in latere columns
nog op terug.
5 april: Eerste deelnemersoverleg
31 mei: Tweede deelnemersoverleg
31 mei: Ledenborrel
Aug/sept: Ledenbijeenkomst bij een datacenter
12 november: IT Room Infra event
plannen voor 2013 zijn gepresenteerd,
blok 12 november in uw agenda
Op 1 februari is met 40 aanwezigen de koers voor 2013 bepaald. De
resultaten (enquête) van 2012 zijn besproken en dit was het vertrekpunt voor 2013. Door het succesvolle evenement van 2012 is de verwachting dat het IT Room Infra event dit jaar groeit naar 40 exposanten en 400 bezoekers. Dit brengt de nodige uitdagingen met zich
mee. Een groei in aanbod is goed voor de bezoekers maar het moet
niet ten koste gaan van de kwaliteit en identiteit van het evenement.
Op 12 november 2013 vindt IT Room Infra wederom plaats in
het Maasgebouw van stadion De Kuip. De indeling wordt veranderd waardoor er meer standplaatsen zijn en ook de eerste verdieping wordt gebruikt voor lezingen. Dit jaar ziet voor het eerst een
programmacommissie toe op de onderwerpen en kwaliteit van de
lezingen. Houd de website (www.itroominfra.nl), de LinkedIn groep
en twitter in de gaten voor alle ontwikkelingen rond het evenement!
Naast de plannen rond het evenement is ook de conceptagenda voor
de ledenactiviteiten gepresenteerd. Op 31 mei vindt de tweede IT
Room Infra netwerkborrel plaats en begin september wordt er een
bezoek gebracht aan een innovatief datacenter. Locaties zijn nog niet
gekozen dus mocht u het leuk vinden de leden van IT Room Infra
op bezoek te krijgen of heeft u andere ideeën? Laat het weten via
h.wijsman@f hi.nl.
Arthur Singendonk
Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
Harm Wijsman
Branchemanager FHI
contactgegevens it room infra:
FHI, federatie van technologiebranches
Eline Hazeleger ([email protected])
Telefoon: (033) 465 75 07
Internet: www.itroominfra.nl
dcw februari | it room infra
Een goed
begin
van 2013!
activiteiten 2013
39
dcw februari | nieuws
Zweedse Bahnhof werkt
aan opblaasbaar modulair
datacenter
40
Het Zweedse Bahnhof werkt aan een opblaasbaar modulair datacenter.
Het datacenter bestaat uit een opblaasbaar middenstuk, waarop IT-modules kunnen worden aangesloten.
Het centrale middenstuk doet dienst als kantoor en biedt de mogelijkheid de beveiliging van het datacenter te regelen. Op het datacenter
kunnen vier IT-modules worden aangeboden, die elk ruimte bieden aan
35 racks. Het modulaire datacenter heeft dus ruimte voor maximaal 140
racks. De IT-modules zijn gemaakt van staal en zijn dus niet opblaasbaar.
Meer informatie is te vinden op http://bahnhof.net/mdc
Siemon introduceert nieuwe generatie intelligente PDU’s
Leverancier van netwerkinfrastructuuroplossingen Siemon introduceert
een assortiment intelligente PDU’s (power distribution units). De nieuwe PDU’s verdelen stroom naar kritische netwerkapparatuur en bieden
mogelijkheden voor realtime monitoring. De PDU’s moeten hierdoor
het stroomverbruik in datacenter verlagen en tegelijkertijd de uptime
maximaliseren.
De intelligente PDU’s van Siemon zijn leverbaar met diverse monitoring- en beheermogelijkheden waarmee deze kunnen worden afgestemd op de specifieke behoeften en voorkeuren van de klant. Zo biedt
het bedrijf PDU’s aan met meet- en monitoringfuncties, evenals slimme, geschakelde en volledig beheerde units met functies van eenvoudige
monitoring op apparaatniveau tot volledige monitoring, controle en
switching op stopcontactniveau.
De PDU’s zijn voorzien van een robuuste constructie die is berekend
op gebruik in datacenters, wat de betrouwbaarheid ervan moet garanderen. De toepassingen beschikken over ingebouwde functies met
ondersteuning van verschillende sensoren die kritische kastparameters
monitoren. Denk hierbij aan temperatuur, luchtstroom en vochtigheid.
Ze kunnen worden ingezet als stand-alone units die gemakkelijk toegankelijk zijn via een intuïtieve webbrowser, of ze kunnen met software
van een andere leverancier communiceren via veelgebruikte open netwerkprotocollen. Het lcd-scherm op elke netwerkunit kan via de webbrowser volledig worden aangepast voor lokale weergave op kastniveau.
De PDU’s van Siemon kunnen horizontaal worden gemonteerd in een
standaardconfiguratie van 19” of verticaal in zero-U-applicaties. Ze zijn
leverbaar met IEC- of Nema-connectorinterfaces en met eenfase- of
driefasenspanning. Diverse snoerlengten zijn leverbaar voor extra flexibiliteit. Elke unit wordt geleverd met uitgebreide testgegevens, waarmee
de betrouwbaarheid van de apparatuur wordt aangetoond.
Kijk voor informatie op http://www.siemon.com/nl/
dcw februari | nieuws
Go Daddy kiest voor AX-series ADC’s van A10 Networks
42
A10 Networks, specialist in ‘application networking’, maakt bekend dat Go Daddy de
AX-series ADC’s (application delivery controllers) gaat implementeren. Go Daddy is de
grootste provider van domeinnamen, webhosting en SSL-certificaten in de wereld.
Het bedrijf heeft ruim 20.000 Nederlandse
klanten.
De 64 bit AX-series appliances van A10
Networks vervangen Cisco ACE-apparatuur
en geven Go Daddy de beschikking over
meer verwerkingscapaciteit. De overstap
resulteert in een acht keer hogere consolidatieratio per HA-set (high availability). De
appliances moeten daarnaast de flexibiliteit,
overschakeling tussen apparatuur en beveiliging verbeteren.
De provider implementeert de AX-series
ADC’s in zowel zijn Noord-Amerikaanse
datacenter, als verschillende internationale
datacenters. Ook het datacenter in Amsterdam wordt van de nieuwe ADC’s voorzien.
Alle apparatuur wordt centraal beheerd met
de aGalaxy managementsoftware van A10
Networks. Go Daddy maakt voor de implementatie van de ADC’s gebruik van een
onlangs geïntroduceerd Cisco ACE Trade-in
programma.
De AX-series leveren bedrijven en serviceproviders een flexibel schaalbaar platform
voor hoge snelheid application networking.
De ADC’s bieden flexibel te configureren
virtualisatietechnieken voor publieke, private en hybride clouds. Denk hierbij aan
aVCS en multi-tenancy. De beveiliging van
de AX-series ondersteunt onder andere SSL
Intercept, SSL Offload, DDoS bescherming
en DNS firewall.
Kijk voor meer informatie op
http://www.a10networks.com
profITbox maakt besparingen
met vrije luchtkoeling
inzichtelijk
De koeling van datacenters gebruikt veel energie. profITbox biedt met
profITair een meet- en regelsysteem dat de koeling van een datacenter
optimaliseert waardoor het energiegebruik vermindert. Met een calculator biedt profITbox datacentereigenaren de mogelijkheid de besparing
die vrije luchtkoeling in hun specifieke geval oplevert te berekenen.
profITair biedt een meet- en regelsysteem dat continu de temperatuur
in de serverruimte meet en deze gegevens communiceert met de bestaande koelinstallatie in een datacenter. De koelinstallatie weet hierdoor ten allen tijde de exacte temperatuur in het datacenter en koelt
hierdoor nooit te veel. De koelinstallatie hoeft dus minder hard te werken, wat energie bespaart.
besparing berekenen
De fabrikant van profITair introduceert nu een calculator waarmee datacentereigenaren kunnen berekenen hoeveel zij in hun specifieke geval
kunnen besparen. De calculator vraagt gebruikers een aantal gegevens in
te vullen over hun datacenter. Denk hierbij aan het oppervlakte van de
serverruimte, het aantal racks en het type koelinstallatie. De calculator
geeft vervolgens een berekening van de besparing die profITair naar
verwachting realiseert.
profITair is geschikt voor zowel bestaande als nieuwe datacenters. De
koelaanpak kan worden gecombineerd met een bestaande koelinstallatie, zonder hiervoor grote investeringen te hoeven doen.
Kijk voor meer informatie op
http://profitbox.nl/configurator/calculator.html
Een frisse wind
in adviesland
Computerruimte Advies is een
COMPUTERRUIMTEADVIES.NL
gespecialiseerde organisatie die
zich uitsluitend bezig houdt met
advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor
bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die
op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten.
Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef
op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend
kennismakingsgesprek.
Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
Eaton ontvangt Energy Starcertificering voor 9PX-ups
Eaton, leverancier van power-managementproducten en -oplossingen, kondigt aan de
Energy Star-certificering te hebben ontvangen voor zijn 9PX-ups. Energy Star, een gezamenlijk programma opgesteld door de US
Environmental Protection Agency en de US
Department of Energy, is bedoeld om consumenten te helpen geld te besparen en het
milieu te beschermen via energie-efficiënte
producten en werkwijzen.
De Eaton 9PX-ups ontvangt de Energy
Star na een strenge audit en verificatie van
de energie-efficiëntie-eisen van het programma. De certificering garandeert dat de
ups tot de top 25 procent efficiëntste ups-en
op de markt behoort en dat het mogelijk is
zowel het elektriciteitsverbruik als de CO2uitstoot effectief te verminderen.
“Vermindering van het energiegebruik zonder in te boeten op betrouwbaarheid in server-, opslag- en netwerkomgevingen is een
primaire uitdaging voor de huidige IT- en
datacenterprofessionals”, zegt Christophe
Jammes, productmanager enkelfase van de
advertentie
Van 1 tot 100 m2
Ga naar www.profitbox.nl en
configureer in 9 stappen een
computerruimte.
T: 088 - 77 66 300
power quality division van Eaton. “Wij zetten ons wereldwijd in voor de ontwikkeling
van energie-efficiënte oplossingen die onze
klanten voorzien van de hoogst mogelijke
bedrijfswaarde. Toekenning van de Energy
Star voor onze server- en netwerk ups-sys­
temen is een welverdiende blijk van waardering van onze missie.”
De 9PX-serie is in 2012 in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (Emea) gelanceerd en
is de volgende generatie van energie-efficiënte apparaten voor 5 tot 11 kVA-toepassingen. De 9PX levert 95 procent extra efficiëntie in online dubbele-conversiemodus
en 98 procent in high-efficiency-modus.
Met een vermogensfactor van 0,9 leveren
de units volgens Eaton tot 28 procent meer
vermogen dan vergelijkbare ups-systemen in
dezelfde klasse.
Eaton kondigt aan het Energy Star-kwalificatieproces verder voort te zetten voor
meerdere ups-systemen die het bedrijf levert.
Kijk voor meer informatie op
www.http://powerquality.eaton.com
Intel en Facebook werken
samen aan nieuwe rack­
technologie voor datacenters
Innovatieve
UPS
oplossingen
Intel en Facebook gaan een samenwerking aan om nieuwe generatie
racktechnologie voor datacenters te ontwikkelen. De bedrijven onthullen als onderdeel van hun samenwerking een mechanisch prototype dat gebruikmaakt van de nieuwe photonic rackarchitectuur van
Intel. Het prototype is ontwikkeld door Quanta Computer.
Met het rackprototype demonstreren Intel en Facebook de voordelen van een ‘disaggregated’ racksysteem, waarbij de verschillende
servercomponenten van elkaar worden losgekoppeld. Dit biedt de
mogelijkheid de componenten gegroepeerd te verdelen over het rack.
Componenten kunnen hierdoor langer worden gebruikt en bieden
beheerders de mogelijkheid specifieke componenten te vervangen in
plaats van een volledig systeem.
verbindingen met siliciumcomponenten
De photonic rackarchitectuur waarop het prototype is gebaseerd,
maakt gebruik van goedkope silliconencomponenten in plaats van
optische materialen de verbindingen te leggen. De silliconencomponenten zijn niet alleen goedkoper, maar bieden ook hogere snelheden,
een grotere betrouwbaarheid en een betere schaalbaarheid.
De architectuur biedt eigenaren van grootschalige datacenters de mogelijkheid de prestaties van hun serverruimte te optimaliseren door
bottlenecks te verwijderen. Tegelijkertijd biedt de photonic rackarchitectuur mogelijkheden tot besparingen op de operationele kosten.
Kijk voor informatie op http://www.quantatw.com
Newave draagt zorg voor de onderbrekingsvrije
stroomvoorziening van organisaties en bedrijven. Dat
doen we al jaren op basis van kwaliteit, energie zuinigheid, lage explotatiekosten en een excellente service.
www.newavenergy.nl
Verandering in toekennen
studiepunten
Eind januari was de 2013 Bicsi Winter Conference & Exhibition in Orlando, waar weer een groot
aantal presentaties is gegeven over de laatste ontwikkelingen op het gebied van ictinfrastructuren. Dit jaar is er tevens de 40ste verjaardag van deze vereniging van en voor
netwerkprofessionals gevierd. Verder heeft Bicsi vorig najaar een nieuwe richtlijn voor
zorginstellingen geïntroduceerd en een verandering goedgekeurd voor het toekennen van
studiepunten om de Bicsi-erkenningen te kunnen behouden.
Orlando presentaties
Voor zowel Bicsi-leden die niet naar Orlando konden, als andere geïnteresseerde netwerkprofessionals, staat op de website http://www.
bicsi.org/winter/2013 het merendeel van de technische presentaties.
Daarmee is het mogelijk ook op afstand de netwerkkennis te onderhouden, echter zonder daarvoor educatieve punten te krijgen. Deze
presentaties gaan onder andere over de 40/100G-migraties in datacenters, optimaliseren van de netwerkinfrastructuur voor een gevirtualiseerde wereld, IP-gebaseerde toegangscontrole en de toekomst
van netwerkontwerp. Om er maar enkele van de twintig te noemen.
Een mooie gratis toegankelijke bron van technische presentaties van
en voor netwerkprofessionals.
dcw februari | bicsi
Bicsi 004-2012-standaard voor zorginstellingen
46
Hoewel wij in Europa veelal volgens andere normen ontwerpen en
installeren, bevatten de Bicsi-standaarden waardevolle richtlijnen en
best practices voor installatie. Sinds kort is er, vergelijkbaar met de
Bicsi 002-2011-standaard voor datacenters, de Bicsi 004-2012 Information Technology Systems Design and Implementation Best Practices For Healthcare Institutions and Facilities. Deze standaard richt
zich op het ontwerp en de aanleg van netwerkinfrastructuren voor
ziekenhuizen, klinieken en andere zorgcentra netwerkinfrastructuren, die tevens te gebruiken zijn voor oproepsystemen voor het verplegend personeel, entertainment voor cliënten en medische apparatuur. Meer informatie hierover is te vinden op de Bicsi-site onder de
rubriek standaarden.
RCDD’s. Tijdens de 2012 Bicsi Fall Conference & Exhibition heeft
het bestuur een verandering in de toekenning van die studiepunten
goedgekeurd. Deze komt er in grote lijnen op neer dat er minder
naar de Bicsi-specialisatie in relatie tot de conferentie of cursusinhoud
wordt gekeken. Daarmee stimuleert Bicsi niet alleen het onderhouden
en verdiepen van de netwerkkennis, maar ook het verbreden ervan.
Alle details hierover zijn te lezen op www.bicsi.org.
BICSI-bijeenkomsten en contactpersonen
Als je meer wilt weten over de toegevoegde waarde van Bicsi voor jou
als professional of voor jouw organisatie, kun je de komende maanden
deelnemen aan één van de onderstaande evenementen, of contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordigers van deze vereniging
voor en door netwerkprofessionals.
•18-20 maart: Bicsi South Pacific Conference & Exhibition in
Melbourne, Australië
• 23 april: Bicsi Italian Conference & Exhibition in Milaan
RCDD Gert-Jan Roozeboom
van R&M, via
[email protected].
Verandering in toekenning van studiepunten
Netwerkprofessionals die na flink studeren een Bicsi-titel hebben behaald, kunnen deze alleen behouden als zij jaarlijks voldoende studiepunten verdienen door technische cursussen te volgen en door
aan Bicsi-conferenties deel te nemen. In de Benelux zijn dit vooral
RCDD Joop Ierschot van Deerns,
via [email protected]
SMARTER
Data Center InfrastruCture.
We’re In It.
Our unique R&D relationships with
the world’s leading active equipment
vendors help anticipate your future
connectivity requirements.
Our investment in local resources
delivers face-to-face technical support
where you need it, when you need it,
even for multi-national roll outs.
So, for an agile and efficient
data center, choose TE Connectivity.
www.datacenteragility.com
netpodium rack system & universal Connectivity Platform (uCP):
NEW!
• Ideal for mixed media data center environments
• Plug & play copper and fiber systems in one panel
• Save time and space through increased rack efficiency
• Utilize free space alongside, above and below the 19” envelope
• For applications up to 100G
• Reduced installation times due to tool-less fasteners
• High density cable management & bend radius protection
www.datacenteragility.com/products
KRONE
incorporating AMP NETCONNECT and KRONE
eVerY COnneCtIOn COunts
Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211
[email protected] www.ampnetconnect.nl
Wij zetten een energievisie
om in energiebesparingen
Bespaar op uw operationele kosten met Schneider
Electric Data Center Energy Management Services
Energieduurzaamheid = bedrijfsduurzaamheid
Nu de kosten en de vraag naar energie snel blijven stijgen, is een efficiënt beheer van uw
datacenter even belangrijk geworden voor zowel uw bottom line als de beschikbaarheid
van uw systemen. Hoe kunt u op lange termijn besparingen realiseren op het gebied van
energie-efficiëntie? Het antwoord op die vraag is eenvoudig: met behulp van Data Center
Energy Management Services van Schneider Electric™.
Zet een energievisie om in energiebesparingen
Als specialist in energiemanagement en in de ontwikkeling van energie-efficïente
datacenters, kunnen wij u helpen bij het analyseren, monitoren, beheren en verbeteren van
het energieverbruik in uw datacenter, van gebouw tot rack. Onze services helpen u bij het
optimaliseren en beperken van het energieverbruik, terwijl de maximale beschikbaarheid
gewaarborgd is. Onze specialisten richten zich op het efficiënt gebruik van de apparatuur,
het verbeteren van de luchtverdeling, het optimaliseren van het koel -en electrisch
vermogen, de beschikbaarheid van de koel -en noodstroomvoorzieningen, de juiste
opbouw en de thermische analyse van de ruimte. U kunt zich volledig concentreren op uw
core business, want u weet zeker dat uw datacenter ‘Business-wise, Future-driven™’ is.
Business-wise Energy Management Services
Efficiënt: Verbeter uw energiebeheer
door energieverspilling binnen de fysieke
datacenterinfrastructuur te identificeren.
Beschikbaar: Implementeer ontwerp- en operationele
maatregelen om uw systeembeschikbaarheid te verhogen.
Kosten: Verlaag datacenterkosten dankzij
merkonafhankelijke aanbevelingen met betrekking tot het
energiebeheer.
Flexibel: Door de vraag naar en de kostprijs van vermogen
en energie voor koeling te beperken, kunt u zich
concentreren op uw core business.
TM
Business-wise, Future-driven
Hoe presteert mijn
datacenter?
Hoe optimaliseer ik
mijn datacenter?
Assessments, PUE, carbon
footprint, koelingsanalyse van
het datacenter
Ontwerp/bouw/retrofit
aanpassing met energieefficiënte producten
en configuraties
Hoe bepaal ik een
strategie?
Planning op het gebied van
duurzaamheid en efficiëntie
Hoe beheer ik mijn
datacenter?
Datacentermonitoring
en beheersoftware
Hoe en waar koop ik
mijn energie?
Energy procurement services
5 manieren om uw energiegebruik te verlagen!
Meer informatie hierover vindt u in onze brochure over Energy
Management Service. Maak kans op een iPhone 4S!
Bezoek www.SEreply.com Key Code 25027p
©2012 S
Schneider
h id El
Electric.
t i All Rights Reserved. Schneider Electric and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies.
www.schneider-electric.com • 998-6048_NL_B