netwerken Storage defined networking en het datacenter management Leren van andermans fouten praktijk DCIM in de praktijk koeling Koelingsproblemen oplossen bij de bron jan 1. / feb 2. 2013 | in samenwerking met: advancing information transport systems DatacenterWorks ook online Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks) datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters. jaargang 6, januari/februari 2013, nr. 1/2 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r robbert hoeffnagel te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l [email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e maredijk 17, 2316 vr leiden te l e fo o n 071 - 521 49 98 e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e hans potharst Commercieel Directeur te l e fo o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l [email protected] te l e fo o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.fenceworks.nl vo r m g ev i n g laura willemsen grafisch ontwerp druk control media kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv Toen virtualisatie een aantal jaar geleden een hoofdrol voor zichzelf opeiste in het datacenter, was al snel duidelijk dat deze trend een grote invloed zou gaan hebben op de technische infrastructuur ervan. Vooral het vermogen van softwareproducten, zoals vSphere van VMware, om virtuele servers op eigen initiatief te verplaatsen over servers betekent dat bijvoorbeeld de oude koelconcepten niet langer naar behoren werken. Tenzij we natuurlijk alle racks koelen alsof deze maximaal worden belast, maar dat is financieel noch milieutechnisch de bedoeling. In het ideale geval wordt de aansturing van de koeling per rack geïntegreerd met de managementsoftware van de aanbieder van de virtualisatiesoftware. Dat bleek in de praktijk echter nog niet zo eenvoudig, want we kwamen al snel tot de ontdekking dat we wat koeling betreft – maar hetzelfde geldt ook voor de energievoorziening – nog maar bar weinig kunnen sturen door het veelal ontbreken van bijvoorbeeld ‘application programming interfaces’ (API). Die API’s zijn nodig om de virtualisatie- en de beheersoftware van bijvoorbeeld de koelsystemen met elkaar te laten ‘praten’. Alleen dan kan de virtualisatieoplossing volautomatisch de koelingssoftware vertellen waarheen een virtuele server (VM of virtual machine) verplaatst gaat worden, zodat de koeling op de relevante posities in een computerruimte kan worden aangepast. Dat suggereert bovendien een nauwkeurigheid van de koeloplossing die veelal helemaal niet haalbaar is. Pas nu – vele jaren later – zien we de eerste voorzichtige pogingen om tot deze integratie te komen. Inmiddels komt echter de volgende virtualisatiegolf alweer over het datacenter. Of beter gezegd: vele virtualisatiegolven. We hebben inmiddels virtual datacenters in de markt zien arriveren. In deze editie van DatacenterWorks praten we over ‘software defined networking’. En de volgende golf is: ‘application delivery controllers’ ofwel ADC’s. ADC’s, ontwikkeld door bedrijven als A10 Networks, zijn de opvolgers van wat in de ITwereld ook wel ‘load balancers’ worden genoemd. Snel gezegd: apparaten die zorgen dat de belasting die het in- en uitgaande dataverkeer veroorzaakt, optimaal wordt verdeeld over de beschikbare systeem- en netwerkvoorzieningen. Load balancers zijn al heel oud, maar ondergaan de laatste jaren een enorme gedaanteverandering. De functionaliteit van deze apparaten groeit niet alleen – zo worden er security-faciliteiten toegevoegd – maar ook de manier waarop deze apparaten functioneren is ingrijpend veranderd. Ook hier speelt virtualisatie een hoofdrol, waarbij de functionaliteit van een ADC ‘on the fly’ kan worden aangepast aan veranderende omstandigheden in het datacenter. Die virtualisering van de load balancer heeft grote gevolgen voor het datacenter. De warmteproductie is niet meer altijd gelijk, maar gaat sterk variëren in de tijd. Wat dit betekent voor de koelingsbehoefte is onduidelijk en hetzelfde geldt voor het energiegebruik: het gaat sterk wisselen afhankelijk van de functionaliteit die in de ADC wordt ‘aan’ gezet. Maar wat de impact hiervan precies is? Wie dacht dat we de virtualisatietrend zo langzamerhand wel achter ons hadden gelaten, heeft het mis. We staan pas aan het begin van deze trend. En we hebben er vanuit de technische infrastructuur vooralsnog nauwelijks grip op. Robbert Hoeffnagel dcw februari | redactioneel Grip dcw colofon 3 6 14 22 18 32 24 30 36 Inhoud praktijk bekabeling 6 26 energie 10 pdu in een zuiniger jasje Eigenaren en/of beheerders van een datacentrum zullen hun uiterste best (moeten) doen om de energiekosten van het geheel zo laag mogelijk te houden. Uit kosten-, maar ook uit duurzaamheidsoverwegingen. De eerste blik gaat dan naar bijvoorbeeld de koelsystemen, maar ook bescheidener elementen zijn een kritische blik waard. De PDU (power distribution unit) in een zuiniger jasje. next generation ethernet via koper Het gestandaardiseerde ethernet over twisted pair is in IT-opzicht redelijk oud. In 1991 heeft de IEEE afscheidgenomen van de standaard voor 10Base-T. Diens opvolger uit 1995, 100Base-T, werd bekend als ‘fast ethernet’ – een naam die nu nogal verwarrend is, omdat 100BaseT vanuit het huidige perspectief helemaal niet meer zo ‘snel’ lijkt. Toch wordt het samen met 1GBase-T in veel gebouwbekabelingen nog steeds gebruikt als hét protocol voor de IT-communicatie. Momenteel is 10GBase-T het recentste ethernetprotocol over twisted pair – en honderd keer sneller dan het oude fast ethernet. Zoals we zien, zijn termen als ‘fast’ en ‘snel’ soms erg relatief. management 36 software gedefinieerde netwerken en datacenters Software gedefinieerde netwerken (SDN) zijn volgens Gartner’s research VP en analist Ian Keene al een tijd onderdeel van een hype. Wat zijn software gedefinieerde netwerken en is het enthousiasme gerechtvaardigd? En wat is hun impact op de technische infrastructuur van het datacenter? leren van andermans fouten In 2012 hebben we wereldwijd met de nodige datacenterincidenten te maken gehad. Of het nu ging om natuurgeweld, fouten in apparatuur, software die niet werkte of menselijke fouten … de gevolgen voor klanten en eindgebruikers waren erg vervelend. Volgens Paul Bron, vicepresident van de IT Business van Schneider Electric Nederland, kunnen we tegelijkertijd veel van die fouten leren. “De meeste datacenters weten achteraf door onderzoek vrijwel altijd waar het fout is gegaan. Maar vanwege angst voor reputatieschade worden de resultaten niet openbaar gemaakt.” Deze ‘lessons learned’ zijn volgens Bron juist essentieel om nieuwe incidenten te voorkomen. Het concern schets daarom vier praktijkvoorbeelden van veelvoorkomende fouten en legt uit hoe deze fouten kunnen worden voorkomen. bekabeling en verder 18 39 40 42 46 netwerken 14 waarom koeling vaak wordt belemmerd door datacenterbekabeling? In veel datacenters zijn er problemen met de luchtstroom in kasten, onder vloeren en zelfs bovengronds door verouderde bekabeling, nieuwe bekabeling en situaties met een hogere densiteit. Carrie Higbie, infrastructuurexpert bij Siemon, legt uit wat er kan worden gedaan om luchtstromen fysiek te ondersteunen om hierdoor optimaal gebruik te maken van alle praktische en goedkope koelmethoden. nieuws van it room infra een opblaasbaar datacenter nieuws bicsi-nieuws coverfoto All IT Rooms bouwde voor Waternet een uitwijkcentrum. Op pagina 6 en verder vindt u een verslag van dit project dat heeft geleid tot een ‘uitwijk in een bestaande, maar tijdelijke productieomgeving...’ dcw februari | inhoud waternet bouwt uitwijk in productieomgeving Een project dat ‘nog gekker werd dan het al was’, zo omschrijft Peter Charité de realisatie van een nieuw datacenter en een uitwijkdatacenter voor Waternet. “Uiteindelijk hebben we de uitwijk gebouwd in een bestaande (tijdelijke) productieomgeving. En dat binnen de tijd en het budget.” 5 dcw februari | praktijk Waternet bouwt uitwijk in productieomgeving 6 ‘Er iets prachtigs voor teruggekregen’ een project dat ‘nog gekker werd dan het al was’, zo omschrijft peter charité de realisatie van een nieuw datacenter en een uitwijkdatacenter voor waternet. “uiteindelijk hebben we de uitwijk gebouwd in een bestaande (tijdelijke) productieomgeving. en dat binnen de tijd en het budget.” over waternet Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Waternet houdt zich bezig met de hele cyclus van water. Alle activiteiten zijn erop ingericht: schoonmaken en aanvoeren van drinkwater, afvoeren van afvalwater, schoonhouden van oppervlaktewater en het onderhouden van de dijken. ‘greenfield’ opbouwen in het bestaande datacenter in Utrecht en versneld opleveren. De job om de uitwijk in Amsterdam te bouwen zou dan een stuk eenvoudiger worden.” Hij kreeg van Waternet al snel toestemming om dit plan op te voeren. “Het project week inmiddels op alle kanten af van de oorspronkelijke opdracht”, concludeert Charité terugkijkend, “en het werd nog gekker dan het al was.” archeologisch onderzoek Door de aanwezigheid van productie en netwerk (legacy) die moesten blijven functioneren, was het realiseren van de uitwijk in Amsterdam een minder eenvoudige job dan hij vooraf dacht. Als voorbeeld van een tegenslag noemt Charité de verhuizing van de telefooncentrale naar een speciaal daarvoor ingerichte telecom-dataruimte. “Tijdens de ‘change win- dcw februari | praktijk tekst: ferry waterkamp is freelance journalist fotografie: www.roblampingfotografie.nl In 2011 is bij Waternet, de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam, het programma Vital van start gegaan met als doel alle infrastructuur en technologie te vervangen. “Vanaf de desktop tot aan het datacenter, alles is vervangen”, licht Peter Charité van Waternet toe. Aan hem de opdracht om als architect en projectleider de vernieuwing van Waternets datacenter in Amsterdam in goede banen te leiden, zes datacenters te consolideren naar een nieuwe productieomgeving en daarnaast een uitwijk te realiseren. De vernieuwing van het bestaande datacenter moest plaatsvinden binnen een live-productieomgeving, met een verwachte groei van 30 procent, waarvan tweeduizend medewerkers afhankelijk zijn. Bepaalde processen, zoals monitoring van de drinkwatervoorziening, het oppervlaktewater en de gemalen, mochten bovendien geen hinder ondervinden van de werkzaamheden. Al met al geen eenvoudige opgave. Een studiereis naar de Verenigde Staten leverde echter andere inzichten op. “Met andere ‘Waternetters’ ontmoetten we tijdens deze reis medewerkers van de gemeente Utrecht die vertelden over het nieuwe datacenter dat zij reeds in gebruik hadden”, vertelt Charité. “Toen ontstond het idee om de uitwijk in het datacenter van de gemeente Utrecht te realiseren.” Volgens hem een gedroomde oplossing. “De uitwijk zou dan komen te staan in een mooie ruimte van een andere overheidsinstelling binnen Nederland. Al snel ontstond er een gevoel van collegialiteit tussen beide organisaties.” Toch bedacht Charité nog een ander scenario, ‘ook in mijn eigen belang’. “Want? Wat als we het hele plaatje zouden omdraaiden, dus de productie in Utrecht en de uitwijk in Amsterdam? Dan konden we de productieomgeving 7 dcw februari | praktijk 8 ‘Hoe dieper onder de vloer, hoe verder je teruggaat in de tijd’ dow’ bleek dat de glasvezels om onduidelijke redenen door de stambekabeling heen waren getrokken.” Het losmaken van de stambekabeling zou het callcenter voor langere tijd onbereikbaar maken, terwijl het losmaken van de glasvezels ervoor zou zorgen dat het callcenter en alle drinkwaterlocaties in het servicegebied niet bij de ict-bestanden konden komen. “Uiteindelijk zou het verplaatsen van de telefooncentrale zoveel gaan kosten dat het qua levensduur economisch niet meer rendabel was. Hij is op zijn oude plekje blijven staan en staat op de nominatie om volgend jaar vervangen te worden.” “De oude legacy-omgeving was als het ware organisch gegroeid”, vervolgt Charité. “Hoe dieper onder de vloer, hoe verder je teruggaat in de tijd. Alsof je een archeologisch onderzoek onder de vloer uitvoert.” Om toch de gewenste koude gang met verhoogde vloer te kunnen creëren, zat er niets anders op dan de racks al werkend te verschuiven. “En daar komt de kracht van All IT Rooms om de hoek kijken. Zij zijn erg goed in het legpuzzeltje ‘rack verplaatsen, voetjes vernieuwen, tegeltjes erin, rack erin’. Bij het verplaatsen van de racks lagen er mensen van All IT Rooms op de vloer die de glasvezeltjes begeleidden en riepen ‘tot hier, en niet verder!’. Zo hebben we een uitwijk gebouwd in een productieomgeving.” De productie kon dan later weer eenvoudig worden gemigreerd naar het datacenter in Utrecht. De technische uitvoering, zoals het vervangen van de ups-systemen, was vervolgens betrekkelijk eenvoudig. “Dat was een kwestie van plannen, oude apparatuur weghalen en nieuwe neerzetten.” De in totaal veertig fysieke servers, storage- en bladecenters zijn ondergebracht in acht kasten die zijn geplaatst in een afgesloten koude gang. Deze gang is voorzien van een glazen dak en automatische schuifdeuren. “Die deuren zijn geen rocket science, maar voor Waternet toch wel een ongekende luxe. Dat je aan komt lopen met een server onder je arm en hup, de deuren gaan automatisch ‘sssj-sssj’ open en weer dicht”, zegt Charité. Tussen de productieomgeving en de uitwijk in Amsterdam zorgt een bandbreedte van twee keer 10 Gb ervoor dat de twee locaties altijd synchroon zijn. regendruppels Volgens Charité heeft de flexibele houding van zowel Waternet als van All IT Rooms bij- gedragen aan het welslagen van het project. “Eén of twee regendruppels konden een complete planning in de war sturen. Bij harde regen moesten we geplande werkzaamheden kunnen afblazen, want dan is het cruciaal dat de gemalen van het oppervlaktewater worden gemonitord. Daar is door All IT Rooms altijd flexibel mee omgegaan.” Een extra opsteker is dat de realisatie van de nieuwe productieomgeving in Utrecht en een uitwijk in Amsterdam binnen tijd en budget is gebleven. “Voor Waternet was het een echte eyeopener, dat dit soort projecten dus toch mogelijk is zonder vertragingen en zonder budgetten te overschrijden”, zegt Charité. “Binnen Waternet was er dan ook veel bereidwilligheid om dit gezamenlijk te doen, en ze hebben er iets prachtigs voor teruggekregen.” 'Een kwestie van plannen' advertentie ➔ Oog voor kwaliteit All IT Rooms is corporate member van Bicsi. Bicsi is het meest toonaangevende en enige onafhankelijke instituut voor kennisuitwisseling op het gebied van ICT infrastructuren ter wereld. Bicsi heeft tevens de meest recente internationale norm op het gebied van computerruimtes en datacenters opgesteld. All IT Rooms ontwerpt nieuwe computerruimtes altijd volgens deze laatste internationale norm. De consultants van All IT Rooms beschikken over de hoogste opleidingsgraad van Bicsi, het RCDD certificaat. Als u kiest voor de consultants van All IT Rooms weet u zeker dat u te maken heeft met een specialist die over jarenlange kennis en ervaring beschikt. Ontdek de kracht van all it rOOms all it rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e [email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com Functioneren bij hogere temperaturen PDU in een zuiniger jasje vaak zien de inrichters van datacenters over het hoofd dat de type bekabeling ook een effect heeft op het energiegebruik van het computergebouw. vaak uit onkunde. hetzelfde geldt voor de pdu (power distribution unit); ook hier valt energiewinst te halen. hogere temperatuur dcw februari | energie “Daarbij komt”, zegt Desouza, “dat de PDU ‘hot swappable’ is gemaakt.” Dus zelfs om het apparaat te vervangen is het niet nodig het rack uit te schakelen. Dit verhoogt de uptime van het datacenter. “Maar het belangrijkst wellicht, is dat het herontwerp van de intelligente stroomverdeler een apparaat heeft opgeleverd dat kan functioneren bij 10 temperaturen tot 55 °C.” Dit is een belangrijk aspect. Zo is Intel druk doende chips te maken die met hogere temperaturen uit de voeten kunnen. Want als de apparaten de warmte beter kunnen verdragen, is het minder noodzakelijk ze tot lagere temperaturen te koelen. En daar zit dan de winst: minder energie voor koeling. De PDU zit altijd aan de achterkant van een rack; precies op de plek waar de warmte zich verzamelt. Gewoonlijk kunnen de (blade)servers wel een temperatuur verdragen tot 75 °C. Maar de PDU’s bleven steken op 45 °C. “Doordat onze stroomverdelers tien graden meer kunnen hebben, kun je besparen op de koelingkosten. Om een idee te krijgen: je kunt een besparing creëren van vier tot vijf procent op de kosten voor temperatuurbeheersing als je de operationele temperatuur met één graad kunt verhogen”, legt de marketingmanager uit. “Daarmee kun je zien dat, door zoiets kleins als de PDU samen te stellen uit meer hittetolerante materialen dan gebruikelijk, er wel grote gevolgen optreden voor de energiehuishouding van het datacenter.” Hij vertelt dat ze hebben gekozen voor een open besturingssysteem van het apparaat, zodat het standaard is op te nemen in een DCIMmodule. klantervaringen De PDU is trouwens zelf uitgerust met metertjes en sensoren om na te kunnen gaan of er ergens in een rack overspanning dreigt of dat bepaalde onderdelen wel erg veel stroom verbruiken. Met deze gegevens kunnen beheerders aan de slag om storingen voor te zijn. Enlogic is opgericht door mensen die hun sporen hebben verdiend bij gevestigde PDU-fabrikanten. Volgens Desouza hebben zij de ervaringen van klanten verzameld en zijn gaan onderzoeken hoe zij aan de klachten tegemoet konden komen. “Daar is deze nieuwe stroomverdeler uit voortgekomen.” Overigens maakt de onderneming ook kabels, sensoren en inline energiemeters. tekst: teus molenaar is freelance journalist De oprichters van Enlogic vroegen zich in maart 2011 af of de PDU – zo’n kleine schakel in de datacenterinfrastructuur – niet efficiënter zou kunnen werken. “Ze begonnen met een leeg vel en zijn vervolgens op een apparaat uitgekomen dat half zo groot is als de gangbare exemplaren. Daarmee is al veel gewonnen”, stelt Eddie Desouza, global marketingmanager bij het jonge bedrijf, “want dat betekent dat je aan de achterkant van een rack ruimte wint die beheerders goed kunnen gebruiken. Ze hoeven dan bijvoorbeeld niet een heel rack van de stroomvoorziening af te halen, omdat de PDU moet worden verwijderd om vervolgens een koelingsventilator te vervangen. Door de kleine afmetingen kunnen ze erbij komen zonder het rack uit te schakelen.” DATACENTERS VOOR DE POLEPOSITION THAT’S THE CRITICAL DIFFERENCE. WHO ENSURES CONTINUITY FOR YOUR OPERATION? Emerson. Consider it Solved., Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. ©2012 Emerson Electric Co. All rights reserved. Flexibel en klaar voor de toekomst met de wereldwijde marktleider in bedrijfskritische infrastructuuroplossingen. Met Emerson Network Power is uw onderneming klaar voor de toekomst. Als wereldwijd marktleider in stroomvoorzieningstechnologie, rackplatforms, koelsystemen en DCIM-oplossingen (Data Center Infrastructure Management) zorgen we er voor dat uw bedrijfskritische infrastructuur perfect blijft functioneren. Zo pakt u de poleposition - nu en in de toekomst. WE TAKE CARE OF IT! WITH FLEXIBLE POWER & FULL SERVICE SOLUTIONS Looking for a reliable emergency power source to secure your power supply if the public power net fails? Pon Power offers the security you seek. Next to our critical power diesel generators we supply UPS systems. A fully integrated critical power package, supplied and serviced by a single supplier. For more information go to www.pon-cat.com/criticalpower Ga voor meer informatie naar www.EmersonNetworkPower.eu. PON POWER BV T+31 (0) 78 6 420 420 pon-cat.com/criticalpower CAT, CATERPILLAR, their respective logos, “Caterpillar Yellow” and the POWER EDGE trade dress, as well as corporate and product identity used herein, are trademarks of Caterpillar and may not be used without permission. ©2011 Caterpillar All Rights Reserved PONP_11363_ADV_Noodstroom_DEF_02.indd 1 25-09-12 09: M ADVE VIDEO MAGAZI ADVERTISING SALESLEADS MARKETING EVENTS MARKETING ROUNDTABLES MAIL CAMPGAGNE GHOSTWRITING PR WHITEPAPERS PR EVENTS VIDEO PUBLIC RELATIONS VIDEO WEBSITES GHOSTWRITING EVENTS WEBSITES ADVERTORIALS MAIL CAMPAIGNS MARKETING GHOSTWRITING ADVERTISING MAIL CAMPGAGNE FREE PUBLICTY FREE PUBLICTY WHITEPAPE EVENTS VIDEO ROUNDTABLES ADVERTISING Resultaat door samenwerking Bel met FenceWorks 071- 5214998 voor een afspraak met uw accountmanager. FenceWorks is uitgever van AppWorks, CloudWorks, DatacenterWorks, Infosceurity.nl/magazine, Satcomnieuws, Technalia, Verbinding en vakblad Warmtepompen. Emerson lanceert PUEbewaking via tablet emerson network power lanceert een functionaliteit voor zijn belangrijkste koelsysteem, de liebert pcw. hiertoe behoort onder andere de uitbreiding van de modellenreeks tot een koelingscapaciteit van maximaal 240 kw, evenals een versie van de liebert pcw met een dubbel cw-circuit. ook maakt het bedrijf de release bekend van een ipad-app om de pue te berekenen. tekst: hans van dam is freelance journalist aanvullende opties In een datacenter gebruiken de koelsystemen 30 tot 40 procent van de energie, blijkt uit Energy Logic 2.0. Daarom is het voor de datacentermangers van groot belang de efficiëntie van deze systemen te verbeteren. In de app is ook een röntgenweergave van de Liebert PCW opgenomen, zodat gebruikers de mogelijkheid hebben de technische functionaliteit van deze oplossing te bestuderen en exact te bekijken hoe deze techniek voor energiebesparing kan zorgen in hun datacenter. Emerson lanceert aanvullende opties voor de Liebert PCW. Deze opties verbeteren de ener- gie-efficiëntie en het omgevingsbeheer. Het gaat onder andere om de volgende opties: •een model van Liebert PCW met een dubbel CW-circuit. Dit is een configuratie waarmee zonder aantasting van de efficiëntie extra koeling wordt geboden aan klanten bij wie het niet mogelijk is twee toestellen te installeren. Op dit moment staat Liebert PCW garant voor toonaangevende efficiëntie met een energiebesparing tot wel 65 procent. Ook is het mogelijk een mechanische PUE van 1,11 te bereiken als het sys teem samen met de Liebert HPC Freecooling Chiller wordt geïnstalleerd; •nieuwe afmeting. De toestellen zijn nu beschikbaar in een frame van 3.350 mm, zodat gebruikers de koelcapaciteit kunnen uitbreiden tot maximaal 240 kW. Hiermee is een geïnstalleerde capaciteit te bereiken van 7,5 MW in hetzelfde koelcircuit; •infrarood en ultrasoon bevochtigingsapparaat, en waterstroommeter. Met deze drie opties worden de mogelijkheden van de Liebert PCW uitgebreid ter ondersteuning van toestellen die temperatuur en vochtigheid bewaken. hulpmidddel “Onze nieuwe app is ontwikkeld als praktisch hulpmiddel voor datacentermanagers, zodat zij De PUE-calculator-app voor de iPad kan worden gedownload in de iTunes Store: https://itunes.apple.com/us/app/liebert-pcw/id483151130?mt=8 meer inzicht krijgen in de belangrijkste meetbare gegevens die van belang zijn voor de werking en prestaties van hun datacenter. De app is ook een hulpmiddel voor klanten om beter vertrouwd te raken met de Liebert PCW”, zegt Stefano Mozzato, marketingdirecteur precision cooling Emea bij Emerson Network Power. “Wij streven er voortdurend naar te voldoen aan de behoeften van onze klanten en daarom zijn onze oplossingen altijd in ontwikkeling. De nieuwe upgrades zorgen ervoor dat onze klanten hun datacenters kunnen beheren met een beheer- en efficiëntieniveau dat tot het beste in de branche behoort.” dcw februari | energie De gratis app, die Emersom Network Power introduceert onder de naam ‘Liebert PCW’, is nu beschikbaar voor de iPad in de Apple Store. Met deze app kunnen datacentermanagers een logboek bijhouden van de PUE van hun datacenter. Hierdoor is een nauwkeurigere besluitvorming mogelijk over de vraag hoe en waar kan worden bespaard op energie. De app beschikt over twee verschillende calculators: de PUE-calculator voor de PUE-berekening van een datacenter en de basiscalculator voor de exploitatiekosten. Hiermee wordt exact aangegeven hoeveel geld kan worden bespaard door efficiëntere apparatuur te installeren, zoals de Liebert PCW. 13 14 6 dcw februari | netwerken Software gedefinieerde netwerken en datacenters Hype of harde werkelijkheid? software gedefinieerde netwerken (sdn) zijn volgens gartner’s research vp en analist ian keene al een tijd onderdeel van een hype. wat zijn software gedefinieerde netwerken en is het enthousiasme gerechtvaardigd? en wat is hun impact op de technische infrastructuur van Hedendaagse datanetwerken gebruiken switches en routers, feitelijk twee systemen in één doos. Het eerste systeem omvat elektronische functies die zorgen voor het doorsturen en verwerken van datapakketten. Het wordt in de praktijk de data plane genoemd. Het tweede element is de control plane, en beschikt over de regels die bepalen in welke richtingen pakketten moeten worden gestuurd en hoe deze eventueel moeten worden aangepast. Sommige routeringsregels kunnen in hardware zijn gecodeerd, andere worden door de netwerkbeheerder bepaald. SDN (software defined networking of gedefinieerde netwerken) kent deze twee functies ook, waarbij de control plane echter in een server wordt geplaatst. Deze server heeft een programma dat de switches beheert en configureert op basis van een nieuw protocol: OpenFlow. De switches voeren vervolgens de instructies (routering en aanpassing) uit. De organisatie die deze technologie ontwikkelt en beheert, is de Open Network Foundation (ONF). Hierbij worden de netwerkleveran- ciers op afstand gehouden om een optimaal en vernieuwend resultaat te garanderen. voordelen De voordelen van SDN, althans dat stelt ONF, betreffen onder andere de mogelijkheid om het beheer van netwerk policies en de implementatie te centraliseren. Hiermee worden kosten en complexiteit gereduceerd. Bovendien is het systeem zeer flexibel, omdat het ontwikkeld is als een open omgeving, waardoor derden in staat zijn nieuwe toepassingen voor het netwerk te ontwikkelen. Deze nieu- Kosten en complexiteit worden zo gereduceerd we functies kunnen betrekking hebben op het routering, of bijvoorbeeld juist beveiliging op maat, om zo aan te sluiten op het lokale veiligheidsbeleid. Dit betekent concreet dat een ontbrekende functie zelf te schrijven is of in opdracht kan worden geschreven, zonder dat lang moet worden gewacht op een leverancier die dat in zijn productontwikkeling opneemt. Ian Keene, research VP en analist van Gartner, stelt dat de voordelen ook betrekking hebben op de snelle uitrol van systemen, waardoor nieuwe services snel beschikbaar kunnen worden gesteld. “Dit is te danken aan het op policies gebaseerd beheer van het systeem. Je kunt ook analyseren wat er in het netwerk gebeurt en aanpassingen doorvoeren als dat nodig is. Infrastructuur als een service is nu een stuk eenvoudiger geworden. Infrastructuur als een service is nu een stuk eenvoudiger geworden. Bovendien is de kwaliteit van de service op maat te managen.” Dat het concept snel geadapteerd is door bijna elke hardwareleverancier, bewijst dat het concept niet langer een utopie is. dcw februari | netwerken tekst: hans vandam is freelance journalist het datacenter? 15 'Infrastructuur als een service is nu een stuk eenvoudiger geworden' dcw februari | netwerken Keene stelt ook dat bedrijven, zoals Huawei en Alcatel-Lucent, SDN in hun verhaal moeten meenemen als ze een aanbieding gaan doen. “Ze hoeven nog niet direct een product te hebben, maar ze moeten het concept omarmen en meenemen in hun strategie. En, maar dat is nog vooral theorie, OpenFlow maakt het mogelijk om eenvoudiger een systeem met producten van meerdere leveranciers samen te stellen.” 16 over de leveranciers gesproken Veel aanbieders zijn bij de hand en praten over SDN, niet in de laatste plaats omdat dit hen een voordeel oplevert in vergelijking tot marktleider Cisco. Arpit Joshipura, VP productmarketing van Dell, constateerde dat de keuze voor de klanten veel breder is dan SDN of geen SDN. Hij stelde dat overlay hypervisors, zoals die van VMware en Microsoft, het systeem van buitenaf beheren en daarvoor een layer 3-switch nodig hebben. “Verder zijn er de legacy leveranciers die zullen stamvoeten omdat zij veel te verliezen hebben, namelijk twintig jaar aan investeringen. Ten slotte zijn er de greenfieldomgevingen, zoals universiteiten waar geen conventionele infrastructuur aanwezig is, die in staat zijn om een revolutionaire keuze te maken.” Ook claimt hij dat er nog veel standaarden zich moeten ontwikkelen in de richting van SDN. Markus Nispel, de strategische chief technology van Enterasys, stelde juist dat SDN een feit is en niet slechts een kortstondige hype cycle doormaakt om dan weer te verdwijnen. Hij weerlegde ook ONF’s claim dat SDN ontwikkeld was door Stanford University, met de claim dat Cabletron, de voorloper van Enterasys, er in 1990 al naar had gekeken. Nispel voegde eraan toe dat er veel voordelen zijn voor SDN. “Het gaat veel verder dan automatiseren, […..] meer in de richting van or- In Nederland wordt nu voornamelijk naar de kosten in plaats van de opbrengsten van groene energie gekeken kestreren van verschillende IT-diensten, inclusief netwerkinfrastructuur, teneinde nieuwe diensten snel te kunnen implementeren. Wij zien SDN als een zeer waardevolle oplossing voor carriers alsmede beheerders van grote datacentra. En we zien ook dat SDN zeer waardevol is voor ondernemingen, maar dan wel in een andere smaak.” Shehzad Merchant, VP technologie van Extreme Networks, zegt dat SDN er is gekomen om stressvolle situaties in datacentra, die ontstaan is door BYOD, mobiele apparaten en cloudservices, te beteugelen en het netwerk open te stellen voor een groter publiek. Hij voegde daaraan toe dat switches niet enkel domme systemen zijn. “SDN onderstreept enkel dat het netwerk een hoger prestatieniveau moet leveren, meer capaciteit en een lagere latency moet hebben. Er is dus een hoop innovatie nodig op de netwerklaag zelf.” In schril contrast daarmee claimt HP’s Mike Banic, VP global marketing, dat de echte waarde van SDN in de toepassingen zit. “Het belangrijkste issue waarop iedereen zich focust in de grote datacentra, is de virtualisatie van het netwerk. Er zijn ook andere facetten, zoals het automatiseren van security en het leveren van andere netwerk diensten waaronder load balancers, via dit concept. Ook het optimaliseren van een WAN, waarvoor momenteel speciale systemen nodig zijn, is mogelijk. Zeker tegen de achtergrond dat deze speciale systemen ook qua omvang hun beperkingen hebben”, benadrukt Banic. Ook IBM heeft een mening. Business executive Charles Ferland stelt dat het belangrijkste wat we moeten onthouden is dat SDN louter software is. De echte winnaars bij SDN zijn de cloudleveranciers die hun processen kunnen automatiseren en uiteraard de serviceproviders. “Voor hun zijn de voordelen groot. Vanaf nu leveren ze niet enkel een pijp, maar hebben ze een scherp beeld van alles wat er in het netwerk gebeurt.” Een voorbeeld: je bent bijvoorbeeld in staat fraude te detecteren, en andere risico’s te managen. Ferland claimt ook dat providers eenvoudig bepaalde verkeerspatronen kunnen herkennen en op basis daarvan bijvoorbeeld op voorhand al extra bandbreedte kunnen aanbieden, dus nog voordat de klant ontdekt dat hij die daadwerkelijk nodig heeft. “Met SDN kan ook geld worden bespaard. De hoeveelheid hangt sterk af van de nauwkeurigheid waarmee architecten hun netwerk ontwerpen en implementeren. Het wordt zelfs mogelijk bepaalde systemen, zoals firewalls, van de hand te doen.” Volgens Nispel zijn er uitdagingen. Zo kan het schalen van SDN-netwerken een probleem opleveren, speciaal bij serviceproviders met een zeer groot netwerk waarop door veel gebruikers applicaties worden aangeboden. geen cisco? goed! Onder de netwerkleveranciers, anders dan Cisco, is er een zeer grote ondersteuning voor SDN. Dit is disruptive en opent daarmee de kansen om marktaandeel te veroveren. Cisco mag echter niet worden onderschat. De in San José gevestigde onderneming heeft via zijn CEO John Chambers laten weten dat Cisco achter SDN staat, maar niet op zeer korte termijn massaal zal overstappen. Het belang van het bedrijf in de datacentramarkt is daarvoor te belangrijk. Voor de rest zijn er volop kansen. Eindgebruikers zullen zien dat leveranciers hun belofte nakomen met de introductie van eenvoudigere en goedkopere netwerken op basis van SDNtechnologie. software gedefinieerde datacenters en dcim Wat is de impact van een SDN (software defined networking) op de technische infrastructuur van een datacenter? Die invloed mogen we niet onderschatten. Er lijkt bovendien een zeer interessante koppeling in aantocht tussen SDN en DCIM (datacenter infrastructuurmanagement). Hoe zit dat? software gedefinieerde datacenters Traditionele datacenters veranderen steeds meer in faciliteiten die gericht zijn op het ondersteunen van cloudservices. Voorbij is de tijd dat een datacenter een grote hoeveelheid servers telde die elk werden gebruikt voor individuele taken of applicaties. Niet alleen netwerken worden – zeg maar ‘software defined’, maar ook volledige datacenters worden ‘software based’. Software defined of gedefinieerde datacenters – ook wel SDDC’s genoemd – zijn datacenters waarin de volledige infrastructuur is gevirtualiseerd. Analisten spreken in dit opzicht wel eens van het datacenter als opvolger van de server, maar dan wel een hele grote server. Waar het eigenlijk op neer komt is dat een datacenter wordt opgedeeld in virtuele omgevingen die bestaan uit softwarematig gedefinieerde servers, storage, switching en dergelijke die vervolgens als een service beschikbaar worden gesteld aan de business. Die gebruikt deze virtuele service bijvoorbeeld om een enorme webshop in te draaien. Of zo’n service wordt ingezet om enorme hoeveelheden data zeer snel (in realtime) te verwerken en te ana- lyseren. Of om video on demand mogelijk te maken tijdens grote sportwedstrijden. Natuurlijk maken deze softwarematige servers c.q. datacenters nog altijd gebruik van een fysieke technische infrastructuur. Er staan nog steeds servers van Dell of HP, Cisco-switches, load balancers, firewalls, noem maar op. Die moeten van stroom worden voorzien, er moet koeling plaatsvinden en dergelijke. Met andere woorden: het optimaal functioneren van een virtueel datacenter is volledig afhankelijk van het functioneren van deze technische infrastructuur. sddc en dcim De manier om de technische infrastructuur optimaal te laten presteren heet: DCIM. Sensoren meten tal van parameters en sturen deze data door naar software waar al deze gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Afhankelijk van de eisen en wensen van de datacentermanagers (en dus de business) stuurt deze programmatuur vervolgens de infrastructuur, zodat pieken in systeembelasting kunnen worden opgevangen, storingen in bijvoorbeeld netwerkverbindingen of koelsystemen niet tot overtredingen van SLA’s (service level agreement) leiden en dergelijke. Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer analisten verwachten dat softwarematiggedefinieerde datacenters meer en meer zullen worden geïntegreerd met DCIM-oplossingen. Daarmee zet zich een trend voort die al enige tijd zichtbaar is: het steeds meer samensmelten van de technische en de ict-laag in het datacenter. Optimaal gebruikmaken van alle koelmethoden Bekabeling belemmert vaak de koeling in veel datacenters zijn er problemen met de luchtstroom in kasten, onder vloeren en zelfs bovengronds door verouderde bekabeling, nieuwe bekabeling en situaties met een hogere densiteit. infrastructuurexpert carrie higbie legt uit wat er kan worden gedaan om luchtstromen fysiek te ondersteunen, waardoor optimaal gebruik kan worden gemaakt van alle 18 Helaas staat de bekabeling vaak in een slecht daglicht vanwege gebrekkige praktijken op het gebied van kabelontwerp en het continue beheer van wijzigingen. Bij nieuwere datacenters is de kans kleiner dat deze problemen zich voordoen als de bekabeling van meet af aan goed is ontworpen. Maar oudere datacenters hebben vaak grotere problemen omdat bekabeling eerder dan gepland overbodig werd. Bij audits in datacenters gaan we vaak ver terug in de tijd en het is alsof je door een historisch museum loopt langs de diverse typen kabels die in de loop der jaren zijn geïnstalleerd en die nog steeds aanwezig zijn, ongeacht of ze nog wel of niet worden gebruikt. En dit erfgoed van opeengepakte en overtollige bekabeling belemmert vaak de koeling in datacenters. Als er in de loop van de tijd steeds meer oude kabels blijven liggen, is dit niet alleen funest voor de koeling, maar kan dit ook prestatieproblemen veroorzaken. Hier komt nog bij dat de vloer eronder niet goed kan worden schoongemaakt en zo ontstaat er een grote, vieze, stoffige smeerboel waardoor de prestaties nadelig worden beïnvloed. onderaan beginnen Onder een verhoogde vloer moet de bekabeling door de warme gangen worden geleid om de luchtstroom naar geperforeerde tegels niet te belemmeren. De kabelkorven kunnen als deflector fungeren en kunnen helpen om de koude lucht waar nodig te kanaliseren naar de koude gangen. Bovendien moeten de kabelgoten behoorlijke afmetingen hebben en op de groei berekend zijn, zodat er altijd voldoende ruimte is. Wijzigingsbeheer is ook belangrijk en oude ongebruikte kabels moeten worden verwijderd, zodra deze buiten gebruik zijn gesteld en niet meer nodig zijn voor huidige of toekomstige toepassingen. Er moet aandacht worden besteed aan de richting van kabelgoten en andere obstakels onder de vloer. Er mogen loodrecht op of vóór openingen van het luchtbehandelingssysteem geen kabels lopen die de lucht blokkeren. Densiteit moet meer in het midden van de vloer worden opgesteld om obstructie zoveel mogelijk te beperken. Als Crac- en/of Crahunits aan de buitenrand van de ruimte zijn geplaatst, moet de hoogste densiteit zich in het midden van de ruimte bevinden. Hierdoor is te voorkomen dat de units elkaar tegenwerken, doordat wordt gezorgd voor een bepaalde mate van demping tussen tegenover elkaar geplaatste units. In tal van datacenters waarbij over de hele locatie point-to-pointkabels lopen, doet zich hetzelfde probleem voor: het is lastig om erachter te komen wat kan worden verwijderd en wat kan blijven, laat staan om na te gaan waar de 'van'- en 'naar'-punten van de pointto-pointkabels zich bevinden. Dit is waarschijnlijk de hoofdoorzaak van oude spaghettibekabeling. Het helpt om de standaarden voor gestructureerde bekabeling te volgen. Om deze locaties weer op orde te brengen kun je het beste tijdens een upgrade nieuwe trunk assemblies of bekabeling met een nieuwe kleur aanleggen. Zo is gemakkelijker vast te stellen wat er kan worden verwijderd wanneer de apparatuur actief en werkend is in het bijgewerkte systeem. van binnen Binnen een cabinet moet de lucht ook stromen. Een probleem met kleinere kasten met een breedte van 600 mm is dat er in wezen geen ruimte is voor de bekabeling, vooral wanneer de kast vol zit met servers of switches. Eén manier om de bekabeling gescheiden te houden van de apparatuur is het gebruik van bredere kasten. Nieuwe, bredere kasten bieden verbeterde densiteit zonder de luchtstroom te belemmeren. Ze bieden 'zero-U' (geen bekabeling in de horizontale panelen); door ge- tekst: Carrie Higbie, global director data centre solutions & services, Siemon dcw februari | bekabeling praktische en goedkope koelmethoden. 07 dcw december | energie dcw februari | bekabeling bruik te maken van de verticale ruimte worden congestieproblemen voorkomen. Bij verticale patching kunnen we kortere patchkabels en jumpers gebruiken, omdat de connectiviteit zich direct naast de apparatuur bevindt. Er hoeven ook geen jumpers en/of patchkabels van 1, 2 of 3 m te worden gebruikt om van de bovenkant naar de onderkant van de kast te gaan. 20 Door de meeste serverfabrikanten zijn draaiarmen ontwikkeld om kabels aan te brengen. Het probleem met draaiarmen is dat ze de luchtuitstroom vanuit de achterkant van de kast belemmeren. Draaiarmen raken soms beschadigd na verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen, zodat kasten aan de achterkant een warboel van draaiarmen en hangende kabels te zien geven. Dit is allemaal niet gunstig voor een goed luchtstroombeheer. Hier bieden bredere kasten en beter kabelbeheer in grootste boosdoener is het ontbreken van 'brush guards’ zowel verticale als horizontale richting uitkomst. de grootste boosdoeners Hooggeplaatste kabelgoten kunnen een probleem opleveren voor de veiligheid en zien er rommelig uit als oudere, ongebruikte kabels niet worden verwijderd. Evenzo kan de plaatsing van de bekabeling boven de kast problemen veroorzaken. Het is niet handig om overheadsystemen boven de warme gangen te plaatsen, omdat deze fungeren als een plafond voor de warme lucht, waardoor de Crac-units of de bovenruimte de verwarmde lucht niet kunnen afvoeren. De oplossing in dit geval is om de bekabeling in een overheadscenario boven de koude gangen te laten lopen. Waarschijnlijk de grootste boosdoener op het gebied van bekabeling en luchtstroom is het niet gebruiken van ‘brush guards’ op plaatsen waar kabels worden doorgevoerd. Openingen in een verhoogde vloer zijn noodzakelijk, maar ze moeten wel van ‘brush guards’ worden voorzien om de uitstroom van koude lucht tegen te gaan op plaatsen waar dit niet gewenst is. Bekabeling wordt meestal naar de achterzijde van serverkasten geleid en dit is niet de plaats waar je de koude lucht naartoe wilt sturen. Een goede regeling van de statische druk onder de vloer is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat koude lucht alleen via tegelperforaties en/of roosters de ruimte binnenstroomt op plaatsen waar koeling nodig is. Glasvezel heeft een kleinere diameter dan koper, al is dit alleen niet voldoende om luchtproblemen te verhelpen. Luchtproblemen zijn alleen te verhelpen door de kabelgoten te beheren, waar deze zich ook bevinden. Koper versus glasvezel is hier niet aan de orde, maar we kunnen wel stellen dat elk datacenter anders is en gebruikmaakt van een andere combinatie van deze twee materialen, afhankelijk van de kosten, de gewenste toepassing en de functionaliteit van de toepassing. Beheer van het systeem en wijzigingsbeheer na de installatie kunnen ook helpen bij problemen met luchtstromen. Als we kabels verwijderen wanneer deze niet nodig zijn, zijn problemen te voorkomen, voordat ze zich voordoen. Dit betekent ook dat we ons in het datacentrum moeten houden aan standaarden voor gestructureerde bekabeling, zodat elke channel correct is gelabeld met 'van'- en 'naar'punten en we weten wat er kan worden verwijderd of hergebruikt. Telkens wanneer een nieuwe server of switch in gebruik wordt genomen of buiten bedrijf wordt gesteld, moet iemand naar de aangrenzende kabelpoorten kijken en bepalen of de poort opnieuw kan worden gebruikt of verwijderd. Dit is vooral van belang bij point-topointverbindingen die in feite niets meer zijn dan lange patchkabels. Wanneer we in een datacenter kabelbundels en rommelige situaties aantreffen, zijn point-to-pointkabels vaak de boosdoeners, evenals patchkabels of jumpers die langer zijn dan nodig. Sommige bedrijven kiezen ervoor om patchkabels en jumpers in aangepaste lengten te kopen om onnodige speling te voorkomen in hun systemen. Het enige probleem hiermee doet zich voor wanneer apparatuur wordt vervangen en de netwerkinterface bijvoorbeeld aan de andere kant van de vervangende apparatuur staat. Terwijl je met aangepaste lengten een vrijwel perfecte patching kunt uitvoeren, zit aan dit moois wel een kostenplaatje vast. kijkend naar de toekomst Datacenterprofessionals hebben er alle belang bij om aandacht te besteden aan de (vaak vergeten) fysieke laag. De keuze van de bekabelingsarchitectuur kan gaandeweg een enorme invloed hebben op zaken, zoals waar warmteproducerende apparatuur met een hoog vermogen al dan niet fysiek kan worden geplaatst. Deze en andere factoren die met flexibiliteit te maken hebben, kunnen een groot effect hebben op de aard en de operationele kosten van de koelinstallatie (waarvan de exploitatie minstens net zo duur is als die van de IT-apparatuur zelf). Aandacht voor de huishouding hier en nu moet hand in hand gaan een zorgvuldige planning voor de toekomst. Heel simpel: we moeten opruimen, goede en praktische methoden toepassen om de koeling te verbeteren en bij ons toekomstige bekabelingsontwerp rekening houden met onbelemmerde luchtstromen. advertentie Feel the Power, Gain the Insight Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility and insight to easily manage all your rack power needs. Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs: u Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A u 4-54 locking outlets uHighest ambient temperature (60 °C, 140 °F) Leverage the industry’s deepest capability set: u Plug-and-play environmental sensors uRemote unit-level and individual outlet-level kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy uPlug-in USB web cameras uWi-Fi or wired networking uCircuit breaker metering and monitoring Monitor and manage real time energy usage with Power IQ® software which supports virtually every intelligent rack PDU on the market. Visit www.raritan.com/Processor to learn more and explore all your PDU options. © 2012 Raritan Inc. Datacenterprofessionals hebben er alle belang bij om aandacht te besteden aan de (vaak vergeten) fysieke laag Intel komt met ’s werelds eerste 6 W-serverprocessor Koelingsproblemen oplossen bij de bron verschillende fabrikanten bouwen microservers, opslag- en netwerkapparaten op basis van de 64 bit intel atom processor s1200-productfamilie. daarmee maakt de it-industrie nu serieus 22 Intel introduceerde vorige maand de Intel Atom S1200-productfamilie. Dit is de eerste energiezuinige, 64 bit-SoC (system on chip) voor microservers met een zeer hoge dichtheid. Daarnaast vormt deze productfamilie de basis voor een nieuwe generatie energiezuinige opslag- en netwerkapparaten. De low power, krachtige en zakelijke microprocessors zijn betrouwbaar, goed te beheren en zeer rendabel. “Het datacenter blijft zich verder ontwikkelen in verschillende segmenten en Intel blijft een leidende rol spelen in deze transities”, zegt Diane Bryant, vicepresident en general manager van Intels datacenter en connected sys tems group. “Al een aantal jaren geleden zagen we de behoefte ontstaan aan een nieuw type energiezuinige servers met een zeer hoge dichtheid en andere datacenterapparatuur. Nu zijn wij de eersten die een 6 WSoC aanbieden met essentiële datacentereigenschappen.” •Intel Atom processor S1200 server SoC heeft een zeer laag energiegebruik en beschikt over diverse essentiële eigenschappen, waaronder error code correction (ECC), 64 bit-ondersteuning en virtualisatietechnologie voor het gebruik in datacenters. •Er zijn ruim twintig energiezuinige systemen beschikbaar, waaronder microservers, opslag- en netwerkapparaten. volgende generatie microservers Naarmate publieke clouds blijven groeien, nemen ook de kansen voor bedrijven toe op het gebied van hosting, content delivery en webservices. Servers met een zeer hoge dichtheid (high density) gebaseerd op energiezuinige processors bieden de vereiste prestaties, terwijl ze tegelijkertijd het energiegebruik – een van de grootste kostenposten voor het datacenter – sterk terugdringen. Echter, een van de voorwaarden van bedrijven om nieuwe apparatuur in te zetten in datacenters, is dat deze beschikken over diverse essentiële eigenschappen op het gebied van betrouwbaarheid, beheerbaarheid en virtualisatie. De Intel Atom processor S1200-productfamilie is de eerste low power SoC met de datacenterfuncties die niet alleen zorgen voor de vereiste betrouwbaarheid en beheerbaarheid, maar ook aanzienlijke kostbesparingen bieden. De SoC beschikt over twee fysieke cores en in totaal vier threads, dankzij Intel hyper-threading technologie (Intel HT). Daarnaast biedt de SoC 64 bit-ondersteuning, een controller voor maximaal 8 GB aan DDR3-geheugen, virtualisatietechnologie (VT), acht PCI Express 2.0-kanalen, Error Correcting Code (ECC) voor een hogere betrouwbaarheid en andere I/O-interfaces uit chipsets van Intel. De nieuwe productfamilie bestaat uit drie processors, met frequenties variërend van 1,6 tot 2,0 GHz. De S1200-productfamilie is ook compatibel met de x86-sofware die veel wordt gebruikt in datacenters. Dit betekent dat deze energiezui- tekst: hans van dam is freelance journalist dcw februari | technologie werk van het oplossen van koelingsproblemen bij de bron. lager energiegebruik Intel blijft ernaar streven om systemen zo energiezuinig mogelijk te maken. Sinds de introductie van de low power Intel Xeon processors in 2006, heeft het bedrijf telkens nieuwe generaties van low power processors afgeleverd, die het energiegebruik (thermal design power of TDP) hebben teruggebracht van 40 W in 2006 naar 17 W dit jaar, dankzij Intels geavanceerde 22 nm-chipprocedé. De S1200 is de eerste energiezuinige SoC met servereigenschappen en een verbruik van slechts 6 W TDP. Op dit moment gebruiken ruim twintig energiezuinige systemen, waaronder microservers en opslag- en netwerkapparatuur van onder andere Accusys, CETC, Dell, HP, Huawei, Inspur, Microsan, Qsan, Quanta, Supermicro en Wiwynn, de Intel Atom processor S1200-productfamilie. “Organisaties met zeer zware werklasten hebben krachtige servers nodig voor maximale efficiëntie en om radicale besparingen aan serverruimte, kosten en energie te kunnen realiseren”, zegt Paul Santeler, vicepresident en general manager, hyperscale businessunit, industry-standard servers and software bij HP. “Bij veel van deze orga- nisaties worden HP-servers gebruikt en de S1200 is zeer belangrijk bij het ontwikkelen van de volgende generatie computersystemen die ontworpen zijn voor specifieke applicaties, om de kosten en het energiegebruik sterk terug te dringen.” meer in de toekomst Intel werkt momenteel aan de volgende generatie, extreem energiezuinige Intel Atom processors, met de codenaam ‘Avoton’. Avoton, beschikbaar in 2013, zal Intels SoC-mogelijkheden verder uitbreiden en gebruikmaken van de geavanceerde 3D Trigate 22 nm-transistors van het bedrijf. Daarmee zal Avoton de beste eigenschappen bieden op het gebied van energiegebruik en prestaties. Voor klanten die geïnteresseerd zijn in low voltage Intel Xeon-modellen voor energiezuinige servers, opslag- en netwerkapparaten, zal Intel volgend jaar de nieuwe Intel Xeon processor E3 v3-productfamilie introduceren, die gebaseerd is op de ‘Haswell’ microarchitectuur. Deze processors zullen profiteren van nieuwe energiebesparende functies in Haswell en zullen optimale prestaties per watt bieden. prijs en beschikbaarheid De Intel Atom processor S1200 is per direct verkrijgbaar, vanaf 54 dollar bij afname van minimaal 1.000 stuks. Meer informatie is te vinden in de Intel Newsroom: http://newsroom.intel.com/docs/DOC-3172. dcw februari | technologie nige systemen gemakkelijk kunnen worden geïntegreerd en dat voorkomt de noodzaak van additionele investeringen in het omzetten en onderhouden van nieuwe software. 23 Startup wil netwerkcongestie aanpakken Kotura ziet kansen voor glasvezel in het datacenter de enorme groei in de hoeveelheid data die bedrijven verzamelen, is vooral in het datacenter zichtbaar. met de opkomst van cloudservices zien we nog een ander fenomeen: een sterke groei van datastromen tussen servers. de ene cloudservice ‘draait’ op server a, de andere op server b. deze servers ‘praten’ echter veelvuldig met elkaar en vaak bevinden zij zich in hetzelfde datacenter. daarmee is de snelheid waarmee kan worden gecommuniceerd binnen een datacenter, van cruciaal belang geworden voor de prestaties die op cloudgebaseerde 24 Dit fenomeen wordt in jargon ook wel ‘east-west network traffic’ genoemd. Data op de ene server moet met grote snelheid beschikbaar worden gemaakt voor een andere server. Tegelijkertijd verlaten deze gegevens het datacenter niet. Een andere kreet die in dit verband wordt gebruikt, is ‘intradatacenterservers’. De oprichters van Kotura, een startup in Monterrey Park, Californië, zien in deze trend een belangrijke bottleneck voor succesvol opererende datacenters. Data moeten sneller en vooral ook goedkoper van de ene naar de andere server kunnen worden gestuurd. Zij denken hiervoor een oplossing te hebben gevonden in de vorm van glasvezelverbindingen. Het bedrijf heeft een ‘fiber transceiver’ ontwikkeld die verbindingen van 25 Gbps binnen de muren van het datacenter brengt. Deze chip zal zijn weg moeten vinden naar fabrikanten van IThardware die de transceiver kunnen opnemen op het moederbord van een server of in bijvoorbeeld een switch. Het interessante aan de technologie van Kotura is dat zij zeer gemakkelijk schaalbaar schijnt te zijn. Zonder blikken of blozen meldt het bedrijf dat zij kunnen opschalen tot snelheden die in Tbps worden uitgedrukt. Wie zich bedenkt dat de meeste servers in een datacenter met elkaar zijn verbonden via een verbinding met een capaciteit van 10 Gbps, ziet onmiddellijk wat een stap vooruit Kotura belooft. Interessant aan deze ontwikkeling is dat deze enorme verbetering wel eens veel sneller commercieel beschikbaar zou kunnen zijn dan we nu wellicht verwachten. Cisco heeft onlangs Lightwire overgenomen, een andere aanbieder van dit soort technologie. Het is de bedoeling dat datacenters voorzien gaan worden van top-of-rackswitches die in staat zijn in te spelen op de vraag naar capaciteit die nieuwe generaties servers bieden. Deze systemen kennen vaak meerdere 10 Gbpspoorten en worden opgenomen in wat in IT-jargon een ‘fabric’ heet. Dit wil zeggen dat meerdere van deze servers tegelijkertijd via een aantal datacomverbindingen 10 Gbps aan data willen kunnen versturen of ontvangen. Chips zoals Kotura heeft ontwikkeld, kunnen dit aan. Dat hebben zij inmiddels bewezen in systemen voor telecommunicatie die het bedrijf al sinds 2006 van dit soort transceiver voorziet. tekst: hans vandam is freelance journalist dcw februari | technologie applicaties bieden. advertorial Datacenters hebben behoefte aan informatie over veilige bedrijfsvoering energievoorziening Veel belangstelling voor informatiebijeenkomst van Joulz Beheerders van datacenters zijn dringend op zoek naar informatie over hoe zij op een verantwoorde wijze een maximale continuïteit van energievoorziening kunnen bereiken. Vooral bij de inrichting of uitbreiding van hun systemen is onduidelijk wie op welk moment de wettelijke verantwoording draagt van een veilige bedrijfsvoering van de elektrische installaties. Dit bleek tijdens de panelbijeenkomst over installatiebeheer die eind 2012 werd georganiseerd door Joulz, specialist in energieinfrastructuren. Tijdens de bijeenkomst spraken specialisten op het gebied van veiligheid en continuïteit. Goed beheer en onderhoud van hoog- en laagspanningsinstallaties is erg belangrijk. De zorg voor complexe en grote servers kan en mag niet fout gaan. Daar komt bij dat goed of slecht energiemanagement direct invloed heeft op de kostprijs. Mike Sterkenburg van Joulz: “Wij weten dat er veel vragen zijn. Bijvoorbeeld over verant- woordelijkheden tijdens aanleg of uitbreiding van installaties.Als organisatie die de installatieverantwoordelijkheid van elektrische installaties voor veel bedrijven regelt, weten we natuurlijk hoeveel werk hierbij komt kijken. Ook over wet- en regelgeving zijn we goed op de hoogte. Dat is niet eenvoudig en vaak moeilijk te organiseren.” Tijdens de bijeenkomst werd ook ingegaan op het belang van het goed bepalen van de juiste interne kortsluitvastheid tijdens de ontwerpfase van installaties. Wat is de impact van kortsluiting in een verdeler met betrekking tot de continuïteit en persoonlijke veiligheid? adviesgesprekken Joulz is door verschillende deelnemers aan de bijeenkomstebenaderd voor advies en ondersteuning vanuit de expertise op het gebied van installatieverantwoordelijkheid en energiemanagement. Via intake-gesprekken, quick scans, incompany-trainingen en instructies voor me- dewerkers, wordt hier gehoor aan gegeven. Mike Sterkenburg: “Het gaat er om het aantal risicovolle situaties te voorkomen en terug te dringen om zodoende de veiligheid van mens en omgeving te kunnen blijven waarborgen. Maar ook om onnodige onderhoudskosten te besparen en de continuïteit van de bedrijfsvoering te bewerkstelligen.” over joulz Joulz is dé specialist in energie-infrastructuren en onderdeel van Eneco, met een compleet pakket van advies, engineering, aanleg en beheer van duurzame energieinfrastructuren. Joulz is met 2.500 medewerkers actief in heel Nederland, met vestigingen in Rotterdam, Delft, Utrecht, Alblasserdam, Haarlem, Dokkum en Weert. www.joulz.nl Next generation ethernet via koper Voor de conversie van 10 GbE werd de sinds 2002 bestaande standaardbekabeling van cat.7 (600 MHz) door de IEEE al zeer snel als geschikt aangemerkt. Het werd pas ingewikkeld toen ook de ‘normale’ RJ45 en onafgeschermde kabels geschikt moesten worden gemaakt voor 10G. Zo werd de nieuwe cat.6A (500 MHz) geboren. Met nieuw ontwikkelde connectoren en kabels. En met nieuwe meetparameters en problemen (Alien Xtalk!). dcw februari | bekabeling 40 gbe – voor wie?... en hoe? 26 Overdrachtssnelheden die hoger liggen dan 10 GbE, zijn voorlopig geen noodzaak voor kantoren. Maar in rekencentra is de gegevenshonger aanzienlijk groter en de behoefte daarom hoog. Er zijn 40G-oplossingen voor rekencentra over glasvezel (40GBase-SR) en voor Twinax (40GBase-CR4), maar daarnaast bestaat al enige tijd de behoefte aan economisch aantrekkelijke oplossingen op basis van twisted pair voor rekencentra. Twisted Pair belooft lagere kosten voor de actieve componenten, heeft een groter bereik in vergelijking met Twinax (...7 m) en ondersteunt de belangrijke ‘auto negotiation’ tussen de verschillende Base-T-protocollen. Deze keer belooft het normalisatieproces erg spannend te worden. Kan 40G nog steeds via 100 m koper worden overgedragen? Zijn de bekende kabel- en connectorstandaarden voldoende of komen er nieuwe definities en producten? Waar ligt de grensfrequentie? Deze vragen liggen bij de normalisatie-instanties om te worden besproken; op dit moment is nog niets definitief. 40gbase-t ... de huidige status quo Steeds wanneer verschillende partijen aan één- en hetzelfde werken, worden de dingen ingewikkeld en politiek – en zo ook bij de norma- lisatie-instanties. De daarin zittinghebbende vertegenwoordigers van de bedrijven presenteren hun verschillende oplossingen en er wordt aanvankelijk veel gediscussieerd en beargumenteerd. Er worden allianties gevormd en ontbonden en verschillende compromissen besproken, met de hoop op een gemeenschappelijke noemer. Dat is precies wat er op dit moment gebeurt bij TIA, ISO en IEEE. Vanuit verschillende kanten van de bedrijfstak kwam allereerst naar voren dat symmetrische bekabeling voldoende capaciteit biedt voor 40G-ethernet via vier getwiste kabelparen. Hoewel het theoretisch mogelijk is, hebben de deelnemende bedrijven in verregaande mate afscheid genomen van het bestaande bereik van 100 m. De ondersteuning van 100 m geldt bij de huidige stand van de techniek als te gecompliceerd en ze verwachten dat net als bij 10Gbase-T, de ontwikkeltijd te lang zal zijn. In plaats daarvan willen ze eenvoudige, actieve componenten met een korte ontwikkelingsfase. ieee Studies hebben aangetoond dat men in computercentra ook met kleinere reikwijdten uit de voeten kan, en daarom is een verkorting tot 25 of 50 m eveneens reëel. Daarnaast leidt elke bespaarde meter tot een verlaging van de energiekosten. De verwachting is een verdubbeling van de energiekosten per 12 m bereik. Desondanks is in september 2012 bij de ISO/IEC een begin gemaakt met besprekingen en zijn de eerste informele beslissingen genomen. De overdracht zal naar verwachting, net zoals gebruikelijk alleen maar plaatsvinden via twisted pair-kabel (en niet, zoals bij glasvezel over verschillende ‘lanes’), highdensity-ondersteuning van 48 poorten op een HE (dit heeft vooral betrekking op de grootte van de connectoren), geen ondersteuning van 100 maar minder dan 50 m en de transmis- tekst: oene-wim stallinga, marketing director, nexans cabling solutions Wat brengt de toekomst, wat moet je plannen? het gestandaardiseerde ethernet over twisted pair is in it-opzicht redelijk oud. in 1991 heeft de ieee afscheidgenomen van de standaard voor 10base-t. diens opvolger uit 1995, 100base-t, werd bekend als ‘fast ethernet’ – een naam die nu nogal verwarrend is, omdat 100base-t vanuit het huidige perspectief helemaal niet meer zo ‘snel’ lijkt. toch wordt het samen met 1gbase-t in veel gebouwbekabelingen nog steeds gebruikt als hét protocol voor de itcommunicatie. momenteel is 10gbase-t het recentste ethernetprotocol over twisted pair – en honderd keer sneller dan het oude fast ethernet. zoals we zien, zijn termen als ‘fast’ en ‘snel’ soms erg relatief. Tabel 1: ISO/IEC 11801-99-1 Draft: Information technology – Guidance for balanced cabling in support of at least 40 Gbps data transmission. iso/iec Bij de ISO/IEC, de internationale instantie voor bekabeling, wordt aan een onderzoek gewerkt om de keuze voor een geschikt kabelmedium voor de IEEE te vereenvoudigen. Dit resulteert in het beeld zoals te zien is in tabel 1. Nu worden echter niet alleen, zoals de in tabel 1 vermelde ‘bekende’ componenten onderzocht, maar ook die componenten opgenomen die nog moeten worden ontwikkeld (of al aanwezig waren, maar nog niet normatief gedefinieerd). Ook dit wordt onderzocht (zie tabel 2). Tabel 2: We zien hier dat verschillende kabelsystemen ter ondersteuning van 40G kunnen worden voorbereid, waarbij het wezenlijke verschil bestaat uit de hoge of lage complexiteit van de actieve componenten. Het oude adagio; meer kwaliteit in het passieve medium, laat minder complexiteit in de componenten toe, of omgekeerd; bij slechte kabels zijn complexe transceivers nodig, is eens te meer waarheid. dcw februari | bekabeling siesnelheid van 40 Gbps. Met betrekking tot de frequentie wordt momenteel gesproken over verschillende waarden tussen 800 en 1600 MHz. Hierbij moet het volgende worden overwogen: • hogere frequenties kunnen gemakkelijker worden gecodeerd; • hoe hoger de frequentie, des te hoger de demping en dus het stroomverbruik; • grotere afstanden vereisen lagere frequenties. 27 tia Vorig jaar heeft ook de koperkabelcommissie van de Amerikaanse TIA een nieuw Ethernetproject op basis van koperkabels met een overdrachtssnelheid van meer dan 10 Gbps gelanceerd. In oktober 2012 besloot de TIA een nieuwe bekabelingscategorie (cat.8) te onderzoeken op basis van de oude cat.6A-parameters, maar dan geëxtrapoleerd tot een grenswaarde van 2 GHz. Behalve dat de studies van de Amerikaanse TIA en het internationale IEC parallel lopen en gedeeltelijk verschillende doelstellingen volgen, is de uiteenlopende nomenclatuur verwarrend voor de gebruiker. De term cat.8 betekent niet dat het hier gaat om een uitbreiding van cat.7A. Zo is bij cat.8 wel in de frequentie tot 2000 MHz voorzien, maar het gaat niet echt om een ‘betere’ bekabeling. De frequentiecurven van demping en NEXT van cat.6A worden van bovenaf geïnterpoleerd (grafiek 1). Dit leidt tot een negatieve ACR vanaf 500 MHz. Ter vergelijking: de ISO cat.7A heeft zelfs 1000 MHz, dus toch nog een +10 dB positieve ACR! De TIA cat.8 is dus bij lange na niet beter dan de ISO cat.7A! (tussentijdse) conclusie Op het moment van publicatie van dit artikel is nog veel onduidelijk. Grafiek 1. ISO/IEC, TIA en IEEE hebben ‘ja’ gezegd tegen de volgende ethernetgeneratie via koper. Maar toch kan niemand met zekerheid zeggen wat de maximale transmissielengte of de bovenste grensfrequentie zal zijn. Hetzelfde geldt voor de componenten, er wordt nog druk over gediscussieerd. Dus wat te doen als we nu al een computercentrumnetwerk voor de lange termijn willen plannen? Op de markt zijn al componenten beschikbaar die meer kunnen dan de cat.7A-standaard specificeert – tot wel 1600 MHz. Of deze bandbreedte nodig zal zijn voor 40GBase-T, is nog onduidelijk, maar in elk geval vertegenwoordigen dergelijke ‘uitgebreide’ cat.7A-onderdelen wat dcw februari | bekabeling Het normalisatieproces belooft deze keer erg spannend te worden 28 momenteel technisch haalbaar is, zodat we kunnen aannemen dat elke andere specificatie voor 40G eerder lager zal uitvallen en we dus aan de veilige kant zitten. Bij de planning van computercentra moeten we er echter rekening mee houden dat een bereik van 100 m niet meer zal gelden. Dergelijke lengtes zijn juist in een computercentrum vrij zeldzaam en daarom minder kritiek. Niemand kan voorspellen wat de maximale transmissielengte of de bovenste grensfrequentie zal zijn advertentie Energiegebruik met 66 procent verlaagt Energiebeheersoftware en ventilatoren met variabele snelheid verlagen CO2uitstoot drastisch digital realty trust heeft samen met vigilent en het amrikaanse lawrence berkeley national laboratory onderzoek gedaan naar het verlagen van energiegebruik in datacenters. daarbij hebben ze gekeken naar de situatie in datacenters die zijn ontworpen door, in bezit zijn van 30 De locatie waar het onderzoek van Digital Reality Trust, Vigilent en Lawrence Berkeley National Laboratory is uitgevoerd, is het 12.542 m2 tellende datacenter in El Segundo, Californië in de Verenigde Staten. Lawrence Berkeley National Laboratory monitorde de gemiddelde krachtsinspanning, waarop de nullijn en resultaatmetriek zijn gebaseerd. Ook trad het bedrijf op als projectmanager voor de energie-efficiëntieprijs uitgereikt door het California Energy Commission’s PIER Program. De onderzoeksresultaten zijn eind vorig jaar gepresenteerd tijdens de Silicon Valley Leadership's Data Center Summit, gehost door AMD. “Het onderzoeksdoel was om te bekijken of een ventilatiecontrole systeem een goede oplossing is in commerciële datacenters”, zegt Jim Smith, chief technology officer bij Digital Realty. “We kwamen erachter, dat het upgraden van de ventilatoren en het toevoegen van controle over de snelheid ervan ons in staat stelde een datacenter efficiënter en effectiever te koelen. Daarnaast hebben we het energiegebruik evenals de gemiddelde en piek-elektriciteitsvraag verlaagd. Dit resulteert in een energie-efficiëntere en duurzame datacenteromgeving." belangrijkste onderzoeksresultaten De inzet van het geavanceerde softwaresysteem van Vigilent, gecombineerd met aanpassingen in de werking van het datacenter, resulteerde in een verlaging van 66 procent in het energiegebruik voor koeling in het datacenter van Digital Realty in El Segundo. Zo werd verloren capaciteit nu wel gebruikt terwijl tegelijkertijd de reservekoelcapaciteit werd vergroot. Daarnaast gaf de software inzicht in de temperatuur in het datacenter – dit leidde tot extra energiebesparing en verbeterde de temperatuurdistributie aanzienlijk. Ook verbeterde de PUE (power usage effectiveness) in El Segundo met 8 procent tot 1,46; dit bespaart jaarlijks 2,9 miljoen kWh. En de CO2-uitstoot neemt af met 861.826 kg per jaar dankzij de software- en datacenterverbeteringen. “Het verkrijgen van meer capaciteit van bestaande apparatuur is een competitief voordeel voor datacentereigenaars en -beheerders”, zegt Christopher Kryzan, vicepresident marketing bij Vigilent. “De mogelijkheid om op elk moment precies te zien hoeveel capaciteit je in re- tekst: van de redactie dcw februari | energie en beheerd worden door digital realty. serve hebt en de mogelijkheid om dit direct in te zetten, zorgt voor een flexibel datacenter en optimaliseert het gebruik van kostbare middelen.” herbruikbaar, schaalbaar model “Voordelen op het gebied van operationele efficiëntie en temperatuurprestaties zijn direct beschikbaar binnen bestaande technologie”, zegt Bill Tschudi, programmamanager bij Lawrence Berkeley National Laboratory. “We geloven dat de energie die we hebben weten te besparen met aanpassingen in de infrastructuur, gecombineerd met een krachtig beheersysteem een model biedt dat te hergebruiken en bovendien schaalbaar is voor datacenters overal ter wereld – we hopen dat de branche deze verbetering snel overneemt.” 'We hopen dat de branche deze verbetering snel overneemt' advertentie Brand B Brandvermeidung Br B Bra Brandv ra andv ndv nd v voorkomen ermeidung erm eidung gmet mit OxyReduct® m y AAN ALLE VOORSCHRIFTEN VOLDAAN? ALLES PRIMA OP ORDE? BRAND NIET VOORKOMEN! De huidige voorschriften zorgen voor minimale eisen. Deze eisen zijn vaak onvoldoende om een maximale beschikbaarheid te realiseren. Als leveringsverplichting of beschikbaarheid van de serverruimte niet nagekomen kan worden, dan is de schade snel niet te overzien. Een beetje rook of roet kan dit al tot gevolg hebben. OxyReduct® biedt de maximale bescherming. In de te beveiligen ruim- te kan een brand niet meer ontstaan. OxyReduct® is de brandveiligheid van de toekomst en is al vele malen toegepast in IT ruimten en logistieke centra. Indien u verdere informatie wenst over OxyReduct® zuurstofverlagingssystemen, FirExting® blussystemen of TITANUS® rookaanzuigsystemen, neem dan contact op met: www.wagner-nl.com. TE lanceert core verticale switchmanagement Core VSM biedt nieuwe visie op kabelbeheer een nieuwe oplossing voor kabelbeheer in datacenters die gekozen hebben voor high-density coreswitches met een verticale bladeconfiguratie. Het nieuwe ontwerp van TE Connectivity, core verticale switchmanagement (VSM), bestaat uit een aantal componenten: -een kabelgoot die past boven de switch; -koper- of glasvezelmodules die aansluitingen leveren voor blades van beide media. Het volledige core VSM-platform kan worden geïnstalleerd in een 800 mm brede kast, waardoor er kostbare (witte) ruimte in het datacenter wordt bespaard. “De unieke uitdagingen van het beheer van grote switches, in de kern van een datacenter, moeten worden opgelost met kabelmanagementoplossingen die specifiek zijn ontworpen voor de huidige hoge dichtheid van coreswitches. Onze oplossing is ontworpen om de behoefte aan kabelmanagement aan de zijkant van het frame te elimineren. Dit maakt het voor datacentermanagers mogelijk ruimte te besparen, kosten te verlagen en de efficiëntie van datacenters te verbeteren door te zorgen voor duidelijke weergave van de switchpoorten en het gemak van toegang”, vertelt Danny Thijs, productmanager voor TE. In het nieuwe core VSM-platform, worden alle patchkabels, glasvezel en/of koper, verticaal beheerd, en is slechts eenzelfde patchkabellengte nodig binnen een frame. Dit vereenvoudigt het bouwproces en de lopende logi stiek. De belangrijkste kenmerken, voordelen en besparingen zijn: Past in een 800mm brede kast - ondersteunt de inzet van een coreswitch in de kern van het netwerkengangpad; -minimaliseert tegelijkertijd het gebruik van dure (witte) ruimte. Geen behoefte aan zijdelings kabelbeheer -hiermee is inzet in kleinere actieve kasten mogelijk, wat ‘kastkosten’ vermindert. Duidelijke presentatie en gemakkelijke toegang tot switchpoorten - verticaal patchmanagement resulteert in nette, overzichtelijke bekabeling, in dezelfde richting. Eenzelfde ‘lengte van patchkabel filosofie’ - vermindert de kosten voor voorraadbeheer; - verbetert de flexibiliteit in de planning van verplaatsingen, toevoegingen en veranderingen. Ontworpen om ucp te ondersteunen -Quick-fit-cassettes en modules maken de combinatie mogelijk van koper en glasvezel in hetzelfde paneel. Kijk voor meer informatie op www.te.com/enterprise-eu. tekst: robbert hoeffnagel core verticale switchmanagement (vsm) van te connectivity is advertentie DE specialist voor IT-infrastructuren Wij optimaliseren uw Data Center voor de toekomst SCHÄfer Ausstattungs-Systeme GmbH Industriestraße 41 · D-57518 Betzdorf Tel. +49 (0) 2741/ 283-770 · fax +49 (0) 2741 / 283-798 e-Mail: [email protected] · www. schaefer-it-systems.de Interconnect toont datacenters op Google Street View als een it-afdeling een hosting-partner kiest, speelt een checklist met functionele eisen en wensen uiteraard een hele belangrijke rol. maar tegelijkertijd wil men toch graag een gevoel hebben bij de datacenters waar men mee in zee wil gaan. interconnect heeft een interessante oplossing die het mogelijk maakt om een goed beeld te krijgen van de datacenters van het bedrijf, zonder dat men deze daadwerkelijk behoeft te bezoeken. dcwfebruari | nieuws Een fotograaf van Google is op bezoek geweest bij Interconnect en nam foto’s van zowel het datacenter in Eindhoven als dat in Den Bosch. De 34 foto’s van de datacenters zijn beschikbaar via Google Street View, waar je een virtuele toer door de datacenters kunt maken. Op de foto's zijn niet alleen de ruimte met servers te zien, maar ook de noodstroomvoorziening en opslagtanks met diesel. Daarnaast zijn de ‘meet me rooms’ te bezoeken, kan de gasbusinstallatie worden bekeken en wordt de koelinstallatie, die op het dak van het datacenter is geïnstalleerd, getoond. Benieuwd naar de datacenters van Interconnect? Kijk op: http://www.interconnect.nl/Datacenter/Datacenter-Eindhoven om een kijkje te nemen in het datacenter in Eindhoven. Voor het datacenter van Interconnect in Den Bosch: http://www.interconnect. nl/Datacenter/Datacenter-Den-Bosch. Google Street View heeft Interconnect geïnspireerd tot het creëren van een virtuele tour door de eigen datacenters tekst: wouter hoeffnagel is freelance journalist Benieuwd hoe het vorig jaar geopende datacenter van Interconnect in Eindhoven eraan de binnenkant uitziet? Iedereen kan nu via Google eenvoudig een kijkje nemen in de computerruimte. Ook op uw bureau? Cloud Works Mail uw gegevens naar [email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden. 36 dcw februari | rubriek in 2012 hebben we wereldwijd met de nodige datacenterincidenten te maken gehad. of het nu ging om natuurgeweld, fouten in apparatuur, software die niet werkte of menselijke fouten … de gevolgen voor klanten en eindgebruikers waren erg vervelend. volgens paul bron, vicepresident van de it business van schneider electric nederland, kunnen we tegelijkertijd veel van die fouten leren. “de meeste datacenters weten achteraf door onderzoek vrijwel altijd waar het fout is gegaan. maar vanwege angst voor reputatieschade worden de resultaten niet openbaar gemaakt.” deze ‘lessons learned’ zijn volgens bron juist essentieel om nieuwe incidenten te voorkomen. het concern schets daarom vier praktijkvoorbeelden Leren van andermans fouten Paul Bron, vicepresident van IT Business, Schneider Electric Nederland, geeft aan dat het altijd goed is om buiten de eigen sector te kijken hoe problemen die een (maatschappelijke) impact hebben, worden aangepakt. Als voorbeeld noemt hij de vliegtuigindustrie, waarin ze werken met draaiboeken om mogelijk falen uit te sluiten. Op het moment dat er toch iets fout gaat, zal de Onderzoeksraad voor de Veiligheid het ongeval onderzoeken – gevraagd én ongevraagd. “De resultaten van deze onderzoeken zijn openbaar, met als resultaat dat andere vliegtuigmaatschappijen kunnen leren van de gemaakte fouten. Pas als je weet wat er mis is gegaan, kun je je processen en methoden verbeteren zodat er geen herhaling van dezelfde fouten ontstaat en nieuwe ongevallen worden voorkomen. Bij datacenterongevallen vindt dit niet tot nauwelijks plaats.” tekst: teus molenaar opstellen onderzoeksraad Professor Inald Lagendijk van TU Delft is dan ook van mening dat we in Nederland een aparte Onderzoeksraad voor de Veiligheid van ictsystemen moeten krijgen. Reden hiervoor is het enorme belang dat ict in onze samenleving heeft. Hij weet zich hierin gesteund door de professoren Boudewijn Haverkort en Peter Apers, beiden werkzaam voor de Universiteit Twente. “Het is zeker een goed idee, want op deze manier kunnen we de resultaten van (interne) studies openbaar maken en van elkaar leren. Neem het materiaal dat bijvoorbeeld de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Amerikaanse National Transportation Safety Board (NTSB) de afgelopen decennia heeft gepubliceerd. Hier- uit kunnen we vier scenario’s destilleren die leiden tot toekomstig falen. Die resultaten zijn wel openbaar en kunnen tot voorbeeld strekken voor de beheerders van datacenters. Zo blijken ongelukken voort te komen uit één van de vier vastgestelde faalkansen: ontwerpfouten, rampzalig falen, samengesteld falen (waarbij de ene fout op de andere wordt gestapeld), en ongevallen door menselijk handelen. Elk van deze vier scenario’s is te koppelen aan het stilvallen van een datacenter.” Schneider Electric heeft de vier scenario’s op een rij gezet. Daarbij geeft het concern aan wat organisaties kunnen doen om niet de fouten van anderen te herhalen. ontwerpfouten “Voorkom ontwerpfouten door een grondige planning op te stellen en door in zee te gaan met competente leveranciers en adviseurs. Bij het ontwerp spelen tal van eigenschappen een belangrijke rol. Denk hierbij aan een ontwerp waarbij in de gebruiksfase het onderhoud op een efficiënte wijze kan plaatsvinden. Of aan het beperken van het energiegebruik. En het minimaliseren van ongeplande downtime is een uitermate belangrijke eigenschap van het ontwerp van een datacenter om de bedrijfsvoering niet te verstoren”, stelt Bron. Hier komt één van de zeven gewoonten van Stephen Covey goed van pas: begin met het eindpunt in gedachten. Stel een ontwerpintentiedocument op waarin de vereisten van het te realiseren datacenter tot in detail en zeer helder zijn beschreven. Zo’n document is handig bij een nieuw te bouwen datacenter, maar ook op het moment dat een reken- dcw februari | management van veelvoorkomende fouten en legt uit hoe deze fouten kunnen worden voorkomen. 37 Ongevallen in bedrijfskritische systemen worden vaak veroorzaakt door menselijk handelen samengesteld falen centrum moet worden aangepast. “Het is belangrijk om het werk te plannen en om volgens het plan te werken. Bovendien is het cruciaal om je te laten bijstaan door partners met een goede reputatie: van het ontwerpbedrijf en integrator tot en met het bouwbedrijf. Stel ook een begeleidende werkgroep samen waarin zowel de partners deelnemen als de eigen mensen van de werkvloer. Zij weten immers uit eigen praktijk wat er mis kan gaan binnen een rekencentrum.” dcw februari | management rampzalig falen 36 Een samenhangend programma voor onderhoud en procesvoering kan veel potentiële problemen in kaart brengen, en kan rampzalige fouten voorkomen. Bron geeft aan dat het programma een nauwkeurig omschreven onderhoudsplan moet bevatten, waarbij is aangegeven welke maatregelen organisaties kunnen nemen op het moment dat het datacenter stilvalt vanwege het uitvoeren van onderhoud. Ook adviseert Bron proactief onderhoud toe te passen. “Dit omvat onder meer een grondige analyse van elke storing. Deze analyse leidt tot een beschrijving van mogelijke aanpassingen, zodat datacenters herhaling van de storing kunnen voorkomen. En dat is nu precies wat de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de NTSB doen met hun aanpak om te leren van fouten.” Wat hierbij ook een rol speelt, is de opstelling van gedegen trainingsprogramma’s voor het personeel (procesvoering én onderhoud), zodat zij weten hoe ze moeten handelen om risico's te vermijden. Dit proces begint met kennisoverdracht van de leveranciers en installateurs, maar moet een vervolg krijgen met een plan voor het bijhouden van kennis en vaardigheden in de dagelijkse praktijk. Soms gebeurt een aantal incidenten tegelijk, wat ook wel bekend staat als ‘samengesteld falen’. Wie geen oog heeft voor details zet een samengesteld falen in werking. “Breng daarom in kaart wat er gebeurt bij het uitvallen van elektriciteit. De generator zou dan een signaal moeten ontvangen om meteen op te starten. Maar als je maanden aaneen hebt nagelaten om de accu, het brandstofniveau of de koelvloeistof te controleren, dan is de kans groot dat de generator zijn werk niet goed kan doen. Kleine, hinderlijke ongemakjes in een grote fabriek worden op dezelfde manier over het hoofd gezien. Elk van die ongemakjes op zichzelf is tamelijk ongevaarlijk, maar als ze in elkaar grijpen en elkaar versterken, heb je te maken met een samengesteld falen.” menselijk falen Ongevallen in bedrijfskritische systemen worden vaak veroorzaakt door menselijk handelen. Het trainen van mensen is uiteraard een eerste vereiste, maar de aanwezigheid van een Plan van Aanpak is een tweede vereiste. Dit Plan van Aanpak beschrijft tot in details hoe bepaalde onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het is belangrijk dat iedereen zich aan deze methode houdt. “In de haast om een datacenter in werking te zetten, wordt deze stap te vaak overgeslagen. Maar dergelijke plannen moeten tijdig worden opgesteld en getest voordat het datacenter in gebruik wordt genomen. Wie dit uit kostenoverwegingen nalaat, kan van een koude kermis thuiskomen. De kosten van downtime zijn vaak vele malen hoger dan het tijdig opstellen, testen en voortdurend actualiseren van een Plan van Aanpak”, besluit Bron. Wie meer wil weten over dit onderwerp kan terecht bij Schneider Electric dat de white paper ‘Maximizing Uptime in Mission Critical Facilities’ heeft opgesteld. it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters. Aan de Nederlandse praktijkrichtlijn 5313 (NPR 5313) ‘Computerruimtes en datacenters’ wordt al jaren door de branche hard gewerkt. Wordt 2013 het jaar van de introductie? Het ziet er wel naar uit, leerde ik onlangs tijdens de presentatiemiddag van de NEN. De NPR5313 is opgebouwd uit 22 delen, in 9 bundels. De komende periode worden deze nog nagekeken door vrijwilligers. De formele publicatie van de NPR 5313 verwacht men op 15 mei 2013! De NPR 5313 is ontwikkeld om betrokken partijen op weg te helpen en te ondersteunen bij het specificeren, ontwerpen en opleveren van verschillende installaties. Het energie aspect kan natuurlijk niet onbeschreven blijven in de NPR 5313, van rekenmethode tot classificatie. Een mooie brug naar het andere goede nieuws. Het is aan het einde van elk jaar maar afwachten wat de EIA, de Energie Investerings Aftrek regeling, voor het nieuwe jaar gaat doen. Met de EIA kunt u 41,5% van de investeringskosten extra aftrekken van de fiscale winst. Gelukkig is het ook in 2013 weer goed gesteld met de subsidiemogelijkheden voor het energiezuinig maken van bestaande en nieuwe computerruimtes! Kijkt u eens op www.agentschapnl.nl Tot slot, in de vorige column schreef ik u over de evaluatie van het IT Room Infra event 2012. Deze heeft plaatsgevonden en de plannen voor 2013 zijn aan de leden gepresenteerd. Ook hier konden we het jaar niet beter starten. Ik kom hier gegarandeerd in latere columns nog op terug. 5 april: Eerste deelnemersoverleg 31 mei: Tweede deelnemersoverleg 31 mei: Ledenborrel Aug/sept: Ledenbijeenkomst bij een datacenter 12 november: IT Room Infra event plannen voor 2013 zijn gepresenteerd, blok 12 november in uw agenda Op 1 februari is met 40 aanwezigen de koers voor 2013 bepaald. De resultaten (enquête) van 2012 zijn besproken en dit was het vertrekpunt voor 2013. Door het succesvolle evenement van 2012 is de verwachting dat het IT Room Infra event dit jaar groeit naar 40 exposanten en 400 bezoekers. Dit brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Een groei in aanbod is goed voor de bezoekers maar het moet niet ten koste gaan van de kwaliteit en identiteit van het evenement. Op 12 november 2013 vindt IT Room Infra wederom plaats in het Maasgebouw van stadion De Kuip. De indeling wordt veranderd waardoor er meer standplaatsen zijn en ook de eerste verdieping wordt gebruikt voor lezingen. Dit jaar ziet voor het eerst een programmacommissie toe op de onderwerpen en kwaliteit van de lezingen. Houd de website (www.itroominfra.nl), de LinkedIn groep en twitter in de gaten voor alle ontwikkelingen rond het evenement! Naast de plannen rond het evenement is ook de conceptagenda voor de ledenactiviteiten gepresenteerd. Op 31 mei vindt de tweede IT Room Infra netwerkborrel plaats en begin september wordt er een bezoek gebracht aan een innovatief datacenter. Locaties zijn nog niet gekozen dus mocht u het leuk vinden de leden van IT Room Infra op bezoek te krijgen of heeft u andere ideeën? Laat het weten via h.wijsman@f hi.nl. Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra Harm Wijsman Branchemanager FHI contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger ([email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl dcw februari | it room infra Een goed begin van 2013! activiteiten 2013 39 dcw februari | nieuws Zweedse Bahnhof werkt aan opblaasbaar modulair datacenter 40 Het Zweedse Bahnhof werkt aan een opblaasbaar modulair datacenter. Het datacenter bestaat uit een opblaasbaar middenstuk, waarop IT-modules kunnen worden aangesloten. Het centrale middenstuk doet dienst als kantoor en biedt de mogelijkheid de beveiliging van het datacenter te regelen. Op het datacenter kunnen vier IT-modules worden aangeboden, die elk ruimte bieden aan 35 racks. Het modulaire datacenter heeft dus ruimte voor maximaal 140 racks. De IT-modules zijn gemaakt van staal en zijn dus niet opblaasbaar. Meer informatie is te vinden op http://bahnhof.net/mdc Siemon introduceert nieuwe generatie intelligente PDU’s Leverancier van netwerkinfrastructuuroplossingen Siemon introduceert een assortiment intelligente PDU’s (power distribution units). De nieuwe PDU’s verdelen stroom naar kritische netwerkapparatuur en bieden mogelijkheden voor realtime monitoring. De PDU’s moeten hierdoor het stroomverbruik in datacenter verlagen en tegelijkertijd de uptime maximaliseren. De intelligente PDU’s van Siemon zijn leverbaar met diverse monitoring- en beheermogelijkheden waarmee deze kunnen worden afgestemd op de specifieke behoeften en voorkeuren van de klant. Zo biedt het bedrijf PDU’s aan met meet- en monitoringfuncties, evenals slimme, geschakelde en volledig beheerde units met functies van eenvoudige monitoring op apparaatniveau tot volledige monitoring, controle en switching op stopcontactniveau. De PDU’s zijn voorzien van een robuuste constructie die is berekend op gebruik in datacenters, wat de betrouwbaarheid ervan moet garanderen. De toepassingen beschikken over ingebouwde functies met ondersteuning van verschillende sensoren die kritische kastparameters monitoren. Denk hierbij aan temperatuur, luchtstroom en vochtigheid. Ze kunnen worden ingezet als stand-alone units die gemakkelijk toegankelijk zijn via een intuïtieve webbrowser, of ze kunnen met software van een andere leverancier communiceren via veelgebruikte open netwerkprotocollen. Het lcd-scherm op elke netwerkunit kan via de webbrowser volledig worden aangepast voor lokale weergave op kastniveau. De PDU’s van Siemon kunnen horizontaal worden gemonteerd in een standaardconfiguratie van 19” of verticaal in zero-U-applicaties. Ze zijn leverbaar met IEC- of Nema-connectorinterfaces en met eenfase- of driefasenspanning. Diverse snoerlengten zijn leverbaar voor extra flexibiliteit. Elke unit wordt geleverd met uitgebreide testgegevens, waarmee de betrouwbaarheid van de apparatuur wordt aangetoond. Kijk voor informatie op http://www.siemon.com/nl/ dcw februari | nieuws Go Daddy kiest voor AX-series ADC’s van A10 Networks 42 A10 Networks, specialist in ‘application networking’, maakt bekend dat Go Daddy de AX-series ADC’s (application delivery controllers) gaat implementeren. Go Daddy is de grootste provider van domeinnamen, webhosting en SSL-certificaten in de wereld. Het bedrijf heeft ruim 20.000 Nederlandse klanten. De 64 bit AX-series appliances van A10 Networks vervangen Cisco ACE-apparatuur en geven Go Daddy de beschikking over meer verwerkingscapaciteit. De overstap resulteert in een acht keer hogere consolidatieratio per HA-set (high availability). De appliances moeten daarnaast de flexibiliteit, overschakeling tussen apparatuur en beveiliging verbeteren. De provider implementeert de AX-series ADC’s in zowel zijn Noord-Amerikaanse datacenter, als verschillende internationale datacenters. Ook het datacenter in Amsterdam wordt van de nieuwe ADC’s voorzien. Alle apparatuur wordt centraal beheerd met de aGalaxy managementsoftware van A10 Networks. Go Daddy maakt voor de implementatie van de ADC’s gebruik van een onlangs geïntroduceerd Cisco ACE Trade-in programma. De AX-series leveren bedrijven en serviceproviders een flexibel schaalbaar platform voor hoge snelheid application networking. De ADC’s bieden flexibel te configureren virtualisatietechnieken voor publieke, private en hybride clouds. Denk hierbij aan aVCS en multi-tenancy. De beveiliging van de AX-series ondersteunt onder andere SSL Intercept, SSL Offload, DDoS bescherming en DNS firewall. Kijk voor meer informatie op http://www.a10networks.com profITbox maakt besparingen met vrije luchtkoeling inzichtelijk De koeling van datacenters gebruikt veel energie. profITbox biedt met profITair een meet- en regelsysteem dat de koeling van een datacenter optimaliseert waardoor het energiegebruik vermindert. Met een calculator biedt profITbox datacentereigenaren de mogelijkheid de besparing die vrije luchtkoeling in hun specifieke geval oplevert te berekenen. profITair biedt een meet- en regelsysteem dat continu de temperatuur in de serverruimte meet en deze gegevens communiceert met de bestaande koelinstallatie in een datacenter. De koelinstallatie weet hierdoor ten allen tijde de exacte temperatuur in het datacenter en koelt hierdoor nooit te veel. De koelinstallatie hoeft dus minder hard te werken, wat energie bespaart. besparing berekenen De fabrikant van profITair introduceert nu een calculator waarmee datacentereigenaren kunnen berekenen hoeveel zij in hun specifieke geval kunnen besparen. De calculator vraagt gebruikers een aantal gegevens in te vullen over hun datacenter. Denk hierbij aan het oppervlakte van de serverruimte, het aantal racks en het type koelinstallatie. De calculator geeft vervolgens een berekening van de besparing die profITair naar verwachting realiseert. profITair is geschikt voor zowel bestaande als nieuwe datacenters. De koelaanpak kan worden gecombineerd met een bestaande koelinstallatie, zonder hiervoor grote investeringen te hoeven doen. Kijk voor meer informatie op http://profitbox.nl/configurator/calculator.html Een frisse wind in adviesland Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10 [email protected] Eaton ontvangt Energy Starcertificering voor 9PX-ups Eaton, leverancier van power-managementproducten en -oplossingen, kondigt aan de Energy Star-certificering te hebben ontvangen voor zijn 9PX-ups. Energy Star, een gezamenlijk programma opgesteld door de US Environmental Protection Agency en de US Department of Energy, is bedoeld om consumenten te helpen geld te besparen en het milieu te beschermen via energie-efficiënte producten en werkwijzen. De Eaton 9PX-ups ontvangt de Energy Star na een strenge audit en verificatie van de energie-efficiëntie-eisen van het programma. De certificering garandeert dat de ups tot de top 25 procent efficiëntste ups-en op de markt behoort en dat het mogelijk is zowel het elektriciteitsverbruik als de CO2uitstoot effectief te verminderen. “Vermindering van het energiegebruik zonder in te boeten op betrouwbaarheid in server-, opslag- en netwerkomgevingen is een primaire uitdaging voor de huidige IT- en datacenterprofessionals”, zegt Christophe Jammes, productmanager enkelfase van de advertentie Van 1 tot 100 m2 Ga naar www.profitbox.nl en configureer in 9 stappen een computerruimte. T: 088 - 77 66 300 power quality division van Eaton. “Wij zetten ons wereldwijd in voor de ontwikkeling van energie-efficiënte oplossingen die onze klanten voorzien van de hoogst mogelijke bedrijfswaarde. Toekenning van de Energy Star voor onze server- en netwerk ups-sys temen is een welverdiende blijk van waardering van onze missie.” De 9PX-serie is in 2012 in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (Emea) gelanceerd en is de volgende generatie van energie-efficiënte apparaten voor 5 tot 11 kVA-toepassingen. De 9PX levert 95 procent extra efficiëntie in online dubbele-conversiemodus en 98 procent in high-efficiency-modus. Met een vermogensfactor van 0,9 leveren de units volgens Eaton tot 28 procent meer vermogen dan vergelijkbare ups-systemen in dezelfde klasse. Eaton kondigt aan het Energy Star-kwalificatieproces verder voort te zetten voor meerdere ups-systemen die het bedrijf levert. Kijk voor meer informatie op www.http://powerquality.eaton.com Intel en Facebook werken samen aan nieuwe rack technologie voor datacenters Innovatieve UPS oplossingen Intel en Facebook gaan een samenwerking aan om nieuwe generatie racktechnologie voor datacenters te ontwikkelen. De bedrijven onthullen als onderdeel van hun samenwerking een mechanisch prototype dat gebruikmaakt van de nieuwe photonic rackarchitectuur van Intel. Het prototype is ontwikkeld door Quanta Computer. Met het rackprototype demonstreren Intel en Facebook de voordelen van een ‘disaggregated’ racksysteem, waarbij de verschillende servercomponenten van elkaar worden losgekoppeld. Dit biedt de mogelijkheid de componenten gegroepeerd te verdelen over het rack. Componenten kunnen hierdoor langer worden gebruikt en bieden beheerders de mogelijkheid specifieke componenten te vervangen in plaats van een volledig systeem. verbindingen met siliciumcomponenten De photonic rackarchitectuur waarop het prototype is gebaseerd, maakt gebruik van goedkope silliconencomponenten in plaats van optische materialen de verbindingen te leggen. De silliconencomponenten zijn niet alleen goedkoper, maar bieden ook hogere snelheden, een grotere betrouwbaarheid en een betere schaalbaarheid. De architectuur biedt eigenaren van grootschalige datacenters de mogelijkheid de prestaties van hun serverruimte te optimaliseren door bottlenecks te verwijderen. Tegelijkertijd biedt de photonic rackarchitectuur mogelijkheden tot besparingen op de operationele kosten. Kijk voor informatie op http://www.quantatw.com Newave draagt zorg voor de onderbrekingsvrije stroomvoorziening van organisaties en bedrijven. Dat doen we al jaren op basis van kwaliteit, energie zuinigheid, lage explotatiekosten en een excellente service. www.newavenergy.nl Verandering in toekennen studiepunten Eind januari was de 2013 Bicsi Winter Conference & Exhibition in Orlando, waar weer een groot aantal presentaties is gegeven over de laatste ontwikkelingen op het gebied van ictinfrastructuren. Dit jaar is er tevens de 40ste verjaardag van deze vereniging van en voor netwerkprofessionals gevierd. Verder heeft Bicsi vorig najaar een nieuwe richtlijn voor zorginstellingen geïntroduceerd en een verandering goedgekeurd voor het toekennen van studiepunten om de Bicsi-erkenningen te kunnen behouden. Orlando presentaties Voor zowel Bicsi-leden die niet naar Orlando konden, als andere geïnteresseerde netwerkprofessionals, staat op de website http://www. bicsi.org/winter/2013 het merendeel van de technische presentaties. Daarmee is het mogelijk ook op afstand de netwerkkennis te onderhouden, echter zonder daarvoor educatieve punten te krijgen. Deze presentaties gaan onder andere over de 40/100G-migraties in datacenters, optimaliseren van de netwerkinfrastructuur voor een gevirtualiseerde wereld, IP-gebaseerde toegangscontrole en de toekomst van netwerkontwerp. Om er maar enkele van de twintig te noemen. Een mooie gratis toegankelijke bron van technische presentaties van en voor netwerkprofessionals. dcw februari | bicsi Bicsi 004-2012-standaard voor zorginstellingen 46 Hoewel wij in Europa veelal volgens andere normen ontwerpen en installeren, bevatten de Bicsi-standaarden waardevolle richtlijnen en best practices voor installatie. Sinds kort is er, vergelijkbaar met de Bicsi 002-2011-standaard voor datacenters, de Bicsi 004-2012 Information Technology Systems Design and Implementation Best Practices For Healthcare Institutions and Facilities. Deze standaard richt zich op het ontwerp en de aanleg van netwerkinfrastructuren voor ziekenhuizen, klinieken en andere zorgcentra netwerkinfrastructuren, die tevens te gebruiken zijn voor oproepsystemen voor het verplegend personeel, entertainment voor cliënten en medische apparatuur. Meer informatie hierover is te vinden op de Bicsi-site onder de rubriek standaarden. RCDD’s. Tijdens de 2012 Bicsi Fall Conference & Exhibition heeft het bestuur een verandering in de toekenning van die studiepunten goedgekeurd. Deze komt er in grote lijnen op neer dat er minder naar de Bicsi-specialisatie in relatie tot de conferentie of cursusinhoud wordt gekeken. Daarmee stimuleert Bicsi niet alleen het onderhouden en verdiepen van de netwerkkennis, maar ook het verbreden ervan. Alle details hierover zijn te lezen op www.bicsi.org. BICSI-bijeenkomsten en contactpersonen Als je meer wilt weten over de toegevoegde waarde van Bicsi voor jou als professional of voor jouw organisatie, kun je de komende maanden deelnemen aan één van de onderstaande evenementen, of contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordigers van deze vereniging voor en door netwerkprofessionals. •18-20 maart: Bicsi South Pacific Conference & Exhibition in Melbourne, Australië • 23 april: Bicsi Italian Conference & Exhibition in Milaan RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via [email protected]. Verandering in toekenning van studiepunten Netwerkprofessionals die na flink studeren een Bicsi-titel hebben behaald, kunnen deze alleen behouden als zij jaarlijks voldoende studiepunten verdienen door technische cursussen te volgen en door aan Bicsi-conferenties deel te nemen. In de Benelux zijn dit vooral RCDD Joop Ierschot van Deerns, via [email protected] SMARTER Data Center InfrastruCture. We’re In It. Our unique R&D relationships with the world’s leading active equipment vendors help anticipate your future connectivity requirements. Our investment in local resources delivers face-to-face technical support where you need it, when you need it, even for multi-national roll outs. So, for an agile and efficient data center, choose TE Connectivity. www.datacenteragility.com netpodium rack system & universal Connectivity Platform (uCP): NEW! • Ideal for mixed media data center environments • Plug & play copper and fiber systems in one panel • Save time and space through increased rack efficiency • Utilize free space alongside, above and below the 19” envelope • For applications up to 100G • Reduced installation times due to tool-less fasteners • High density cable management & bend radius protection www.datacenteragility.com/products KRONE incorporating AMP NETCONNECT and KRONE eVerY COnneCtIOn COunts Rietveldenweg 32, 5222 AR ’s-Hertogenbosch +31 73 6246211 [email protected] www.ampnetconnect.nl Wij zetten een energievisie om in energiebesparingen Bespaar op uw operationele kosten met Schneider Electric Data Center Energy Management Services Energieduurzaamheid = bedrijfsduurzaamheid Nu de kosten en de vraag naar energie snel blijven stijgen, is een efficiënt beheer van uw datacenter even belangrijk geworden voor zowel uw bottom line als de beschikbaarheid van uw systemen. Hoe kunt u op lange termijn besparingen realiseren op het gebied van energie-efficiëntie? Het antwoord op die vraag is eenvoudig: met behulp van Data Center Energy Management Services van Schneider Electric™. Zet een energievisie om in energiebesparingen Als specialist in energiemanagement en in de ontwikkeling van energie-efficïente datacenters, kunnen wij u helpen bij het analyseren, monitoren, beheren en verbeteren van het energieverbruik in uw datacenter, van gebouw tot rack. Onze services helpen u bij het optimaliseren en beperken van het energieverbruik, terwijl de maximale beschikbaarheid gewaarborgd is. Onze specialisten richten zich op het efficiënt gebruik van de apparatuur, het verbeteren van de luchtverdeling, het optimaliseren van het koel -en electrisch vermogen, de beschikbaarheid van de koel -en noodstroomvoorzieningen, de juiste opbouw en de thermische analyse van de ruimte. U kunt zich volledig concentreren op uw core business, want u weet zeker dat uw datacenter ‘Business-wise, Future-driven™’ is. Business-wise Energy Management Services Efficiënt: Verbeter uw energiebeheer door energieverspilling binnen de fysieke datacenterinfrastructuur te identificeren. Beschikbaar: Implementeer ontwerp- en operationele maatregelen om uw systeembeschikbaarheid te verhogen. Kosten: Verlaag datacenterkosten dankzij merkonafhankelijke aanbevelingen met betrekking tot het energiebeheer. Flexibel: Door de vraag naar en de kostprijs van vermogen en energie voor koeling te beperken, kunt u zich concentreren op uw core business. TM Business-wise, Future-driven Hoe presteert mijn datacenter? Hoe optimaliseer ik mijn datacenter? Assessments, PUE, carbon footprint, koelingsanalyse van het datacenter Ontwerp/bouw/retrofit aanpassing met energieefficiënte producten en configuraties Hoe bepaal ik een strategie? Planning op het gebied van duurzaamheid en efficiëntie Hoe beheer ik mijn datacenter? Datacentermonitoring en beheersoftware Hoe en waar koop ik mijn energie? Energy procurement services 5 manieren om uw energiegebruik te verlagen! Meer informatie hierover vindt u in onze brochure over Energy Management Service. Maak kans op een iPhone 4S! Bezoek www.SEreply.com Key Code 25027p ©2012 S Schneider h id El Electric. t i All Rights Reserved. Schneider Electric and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. www.schneider-electric.com • 998-6048_NL_B
© Copyright 2024 ExpyDoc