Bes te m mi ngs p l an M ul tifu n cti on ee l Cent r u m Rot tev a l le VOO R ON TW E R P Bes te m mi ngs p l an M ul tifu n cti on ee l Cent r u m Rot tev a l le VOO R ON TW E R P Inhoud Toelichting + bijlage Regels Verbeelding 19 mei 2014 Projectnummer 232.00.13.07.00 O v e r z i c h t s k a a r t 232.00.13.07.00.toe T o e l i c h t i n g 232.00.13.07.00.toe I n h o u d s o p g a v e 1 2 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Vigerend bestemmingsplan 6 1.4 Leeswijzer 6 Huidige en toekomstige situatie 9 2.1 Ruimtelijke situatie 9 2.2 Functionele situatie 10 2.3 Toekomstige situatie 11 2.3.1 3 Stedenbouwkundige randvoorwaarden en beeldrichtlijnen 11 2.3.2 Duurzaamheid 16 2.3.3 Parkeren 17 2.3.4 Verkeersgeneratie 19 Beleidskader 3.1 3.2 Provinciaal beleid 21 3.1.1 Streekplan Fryslân 21 3.1.2 Provinciale Verordening Romte Fryslân 21 Gemeentelijk beleid 3.2.1 3.3 21 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP), 2013 22 3.2.2 Welstandsnota Smallingerland, 2004 24 3.2.3 Duurzaam bouwen 26 3.2.4 Toezicht en handhavingsbeleid Wabo 2012-2016 27 Waterbeleid 27 3.3.1 Nationaal beleid 27 3.3.2 Rol van de gemeente en van het waterschap in het waterbeheer 28 3.3.3 Integraal Waterbeheerplan Friese Waterschappen 28 3.3.4 Waterplan Smallingerland, Smelne’s Wetterwrâld (2007) 3.3.5 4 22 29 Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 30 Planologische randvoorwaarden 31 4.1 Inleiding 31 4.2 Archeologisch onderzoek 31 4.3 Wegverkeerslawaai 32 4.4 Luchtkwaliteit 33 4.5 Externe veiligheid 33 232.00.13.07.00.toe 4.6 5 6 Ecologisch onderzoek 34 4.6.1 Inleiding 34 4.6.2 Onderzoek 34 4.6.3 Soortenbescherming 35 4.6.4 Gebiedsbescherming 37 4.6.5 Conclusie 37 4.7 Bedrijven en (milieu)hinder 38 4.8 Waterparagraaf 38 Juridische toelichting 39 5.1 Plansystematiek 39 5.2 Bestemmingen 41 Uitvoerbaarheid 43 6.1 Economische uitvoerbaarheid 43 6.1.1 Financiële haalbaarheid 43 6.1.2 Grondexploitatie 43 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Bijlage 232.00.13.07.00.toe 43 1 I n l e i d i n g 1.1 Aanleiding Het voorliggende bestemmingsplan maakt de bouw van een multifunctioneel centrum (hierna: MFC) mogelijk in het centrum van Rottevalle. Op de locatie staat in de bestaande situatie het dorpshuis “It Tiksel”. Ten behoeve van de realisatie van het MFC zal het bestaande gebouw geheel worden afgebroken. Het MFC zal in ieder geval het dorpshuis huisvesten en de nieuwe samengevoegde school (voorheen de twee bestaande scholen in Rottevalle). Daarnaast is het mogelijk dat andere kleinschalige functies wordt toegevoegd aan het MFC, waarbij gedacht kan worden aan een kinderopvang of fysiotherapiepraktijk. Figuur 1. Ligging van het plangebied in Rottevalle (bron ondergrond: ruimtelijkeplannen.nl) 1.2 Plangebied Het plangebied wordt langs drie zijden begrensd door wegen. Aan de zuidoostzijde is dit de Master Dijkstrawei, aan de zuidwestzijde de Master Kuiperswei en aan de noordwestzijde is dit de Buorren. Met de noordoostzijde grenst het plangebied aan de begraafplaats en de kerk. De omgeving van het plangebied is vrijwel volledig bebouwd. De bebouwing is qua uitstraling divers en bestaat hoofdzakelijk uit woningen. De bouwvorm is vooral één bouwlaag met een kap. Aan de Buorren staat ook enige bebouwing in twee bouwlagen met een kap (waaronder de monumentale dokterswoning). 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 5 In de omgeving van het plangebied staan voornamelijk vrijstaande woningen en enkele twee-onder-een-kapwoningen. De rooilijn is zeer wisselend, de meeste huizen hebben een ruime voortuin. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Het vigerend bestemmingsplan betreft het plan ‘Kleine kernen oost’, vastgesteld door de gemeenteraad op 4 oktober 2011. In het bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemming ‘Maatschappelijk - 2’. Hierin passen diverse maatschappelijke functies op het gebied van educatie, zorg, openbare dienstverlening en sociaal-culturele voorzieningen. Het bouwvlak is gelegen op het bestaande dorpshuis, waarbij gesteld is dat alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak. Er gelden maximale goot- en bouwhoogtes van respectievelijk 5 en 10 meter. De oppervlakte van het beoogde gebouw is groter dan het bouwvlak zoals dat in het plan is opgenomen. Het is daarom nodig voor het MFC een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Ook wijzigt op enkele plaatsen de bestemming. Figuur 2. Vigerend bestemmingsplan Kleine kernen oost, met het plangebied rood omkaderd 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie in en om het plangebied. In hoofdstuk 3 komt het relevante provinciaal en gemeentelijk beleid aan bod. In hoofdstuk 4 worden de planologische randvoorwaarden behandeld. In hoofd- 6 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 stuk 5 wordt ingegaan op de juridische vorm van het plan en in hoofdstuk 6 op de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 7 H u i d i g e 2 e n t o e k o m s t i g e s i t u a t i e 2.1 Ruimtelijke situatie Rottevalle is ontstaan als een vaartdorp, als gevolg van de verveningen van de omgeving op de grens van de grietenijen Smallingerland, Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. Aan weerszijden van de Lits en het Benedenverlaat kwam daardoor halverwege de 17de eeuw bebouwing tot stand. De kern lag verdeeld over drie verschillende grietenijen, wat in de dagelijkse organisatie van het dorp, bijvoorbeeld met betrekking tot de school en de kerk, lastige situaties opleverde. Toch duurde het nog tot 1943 voordat de hele kern Rottevalle door wijziging van de gemeentegrenzen volledig in de gemeente Smallingerland kwam te liggen. Het plangebied is zeer centraal gelegen in de dorpskern van Rottevalle. Er staan diverse cultuurhistorisch waardevolle gebouwen in de directe omgeving, uiteraard de naastgelegen kerk en de schuin tegenover het plangebied gelegen pastorie. Andere bebouwing in de omgeving is juist weer moderner van aard, waardoor het ruimtelijk beeld in de omgeving van het plangebied divers is. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 9 Figuur 3. Luchtfoto, met het plangebied rood omkaderd (bron: Google Earth) 2.2 Functionele situatie De hoofdfunctie van het dorp Rottevalle is uiteraard wonen. Het afgelopen decennium is het aantal woningen gegroeid, waardoor ook het aantal inwoners slechts marginaal is afgenomen (zie tabel 1). Wat betreft de meeste voorzieningen is Rottevalle aangewezen op het ten zuiden gelegen Drachten. Wel heeft Rottevalle nog twee scholen (die worden samengevoegd) en een dorpshuis, die in het voorliggende plan de mogelijkheid krijgen om gezamenlijk in het MFC gehuisvest te worden. Ook is er in het dorp nog enige detailhandel aanwezig. Het dorp heeft een aantal actieve sportverenigingen en een gemeentelijke jachthaven (aan de noordzijde). Tabel 1. Aantal inwoners en woningen in Rottevalle en de gemeente Smallingerland Jaar Rottevalle Gemeente Smallingerland aantal woningen aantal inwoners aantal woningen aantal inwoners 2005 537 1.321 22.969 54.432 2010 575 1380 23.990 55.270 2012 580 1375 24.250 55.455 (bron: CBS) ONTSLUITINGSWEG Het plangebied is gelegen aan de kruising van twee belangrijke lokale ontsluitingswegen in Rottevalle, de Buorren en de Master Kuiperswei (overgaand in de Bildwei). 10 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Figuur 4. Plangebied vanaf kruising de Buorren – Master Kuiperswei (bron: Google Earth) 2.3 Toekomstige situatie De bestaande bebouwing zal worden gesloopt om ruimte te maken voor een nieuw gebouw. Het te realiseren multifunctioneel centrum zal de bestaande scholen in Rottevalle (de openbare school Yn é Mande en de Protestants Christelijke basisschool De Finne) en het bestaande dorpshuis gaan huisvesten. Daarnaast is er in het gebouw ruimte voor andere kleinschalige functies, waarbij gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een kinderopvang of een fysiotherapeut. De bebouwing mag worden gerealiseerd in twee bouwlagen, met een maximale bouwhoogte van 10 meter. Het gebouw kan plat worden afgedekt of worden gerealiseerd met een kap. Het speelterrein voor de scholen zal gerealiseerd worden rondom de school. De openbare ruimte rondom het gebouw kan multifunctioneel worden gebruikt. De inzet is de ruimte zo groen mogelijk vorm te geven in samenspraak met gebruikers en omwonenden. 2 . 3 . 1 Stedenbouwkundige randvoorwaarden en beeldrichtlijnen Ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld. De stedenbouwkundige richtlijnen geven aanwijzingen voor de positionering in de ruimte, de terreininrichting, de benadering en oriëntatie van het gebouw en meer algemeen het ambitieniveau van de bebouwing. Deze richtlijnen spelen met name een rol bij de bestemmingsplanprocedure en de architectenselectie en later bij het ontwerpen van de terrein- 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 11 inrichting. Hieraan gekoppeld zijn richtlijnen opgesteld voor de beeldkwaliteit voor de bebouwing. Dit zijn de toetsingscriteria voor de uiteindelijke toetsing van het bouwplan door de welstandscommissie. Deze criteria worden een onderdeel van de gemeentelijke welstandsnota. Rottevalle De locatie voor het MFC ligt redelijk centraal in het dorp en ligt op de kruising van diverse straten. Ten oosten grenst de locatie aan het oude kerkhof met de voormalige hervormde kerk (rijksmonument) die dateert uit 1724 en in 1968 is gerestaureerd. De kerk heeft een driezijdig gesloten koor en is met de kerktoren gericht op de westzijde. De kerk is in gebruik voor diverse culturele activiteiten, naast speciale erediensten, huwelijken en begrafenissen. Figuur 5. Ontwikkeling van Rottevalle door de eeuwen heen Het deel van Rottevalle waar de locatie zich bevindt, ligt op de grens van oudere en jongere bebouwing. De bebouwing aan de Buorren is duidelijk ouder dan die in de omliggende straten (Master Kuiperswei, Master Dykstrawei, Master de Vrieswei). Het dorp heeft een groot aantal karakteristieke bouwwerken, waaronder rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten. 12 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Figuur 6. Kenmerkende bebouwing in Rottevalle Stedenbouwkundige richtlijnen - Bouwen binnen het bouwvlak; er is geen verplichte rooilijn. - Bouwvlak geeft ruimte aan blijvend zicht op het naastliggend rijksmonument (kerk). - Het gebouw stuurt op pleinvorming en entreeduiding. - Het gebouw is passend binnen schaal, maat van het dorp. - Hoge architectonische kwaliteit met oriëntatie op het omringend openbaar gebied. - Eén en deels twee lagen, tweede laag plat of als kapvorm. - Respect voor naastliggend kerkhof/kerk in bouwmassa en gevelexpressie. - Mogelijk dakterras op verdieping. - Uitgaan van handhaven mast (WAS-sirene). - Directe omgeving van het gebouw bestemmen als/te beschouwen als openbare ruimte; “groen schoolplein”. - Terreinontwerp t.z.t. in samenwerking met afdeling Groenvoorziening; in ieder geval handhaven twee moeraseiken in de zuidwestelijke hoek. - Bij noodzaak tot afbakening terrein; met groene haag of iets dergelijks (geen zichtbare hekwerken). - Het maken van een groen dak wordt aanbevolen. Beeldkwaliteit richtlijnen Plaatsing - Het bijzondere gebouw en de openbare buitenruimte rondom het bijzondere gebouw dienen in het ontwerp als een samenhangend geheel te worden beschouwd. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 13 - Het bijzondere gebouw dient duidelijk als zelfstandige eenheid herkenbaar te zijn. Hoofdvorm - Het nieuw op te richten gebouw dient in schaal en maat in verhouding te staan tot de directe omgeving, zodanig dat het omgevingsbeeld niet aangetast of verstoord raakt. - Een nieuw gebouw moet in hoofdvorm kunnen worden beschouwd als verrijking van de (beeld)kwaliteit en beleving van de omgeving. - Bij (toekomstige) verbouw van het bijzondere gebouw moet de contour van het oorspronkelijke gebouw zichtbaar blijven. Aanzichten - Het nieuwe gebouw moet in (gevel)expressie kunnen worden beschouwd als een versterking van de beeldkwaliteit van het directe omgevingsbeeld. - Het gebruik van contrast als architectonisch beeldmiddel (in plaats van aanpassen aan het bestaande omgevingsbeeld) is alleen denkbaar indien dit verfijnd en van hoge kwaliteit is. Opmaak - Materiaalgebruik gelijk aan of vergelijkbaar met het bestaande omgevingsbeeld; contrast alleen denkbaar indien verfijnd en van hoge kwaliteit. - Kleurgebruik aansluitend bij de aard en het (historische) karakter van het omgevingsbeeld. Diversen - Bij (ver)bouwinitiatieven die leiden tot een wijziging van het gebouw of de directe omgeving daarvan, dient aantasting van de bijzondere waarden te worden voorkomen. - Het ontwerp moet inspelen op de rol van identiteitsbepalend gebouw op dorpsniveau. 14 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Figuur 7. Met de klok mee, vanaf linksboven: westzijde (Master Kuiperswei), noordzijde (de Buorren, ingang naar kerk), oostzijde (grens met kerkhof), zuidwestzijde, zuidoostzijde (Master Dy k- strawei), oostzijde (Master de Vrieswei) 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 15 Inrichting ruimte Figuur 8. Schetsontwerp Ruimte Het vlak op de tekening (zie figuur 8) is het maximaal te bebouwen bouwvlak. Voorgesteld wordt ten bate van het schoolplein de huidige parkeerplaatsen (13 stuks) te laten vervallen. Dit wordt gecompenseerd aan de westzijde van de Master Kuiperswei in de strook die gemeentelijk eigendom is, door 12 parkeerplaatsen te maken. De hier aanwezige woning wordt afgeschermd met een haag. Verder wordt voorgesteld om aan de Master Dykstrawei twee langsparkeerplaatsen te maken. Afhankelijk van de te ontwikkelen plattegronden wordt hier de mogelijkheid open gehouden om een tweede entree te ontsluiten. Langs de Buorren wordt de bestaande rabatstrook verbreed naar een breedte van twee meter, zodat deze kan functioneren als volwaardige langsparkeerstrook voor (maximaal) zeven auto’s. Langs de Master Kuiperswei wordt een twee meter brede strook gemaakt die oogt als een rabatstrook, maar die dient als volwaardige langsparkeerstrook voor (maximaal) zes auto’s. Deze zal veelal dienst doen als kiss & ride strook. De huidige groenstructuur met bomen en heesters heeft geen kwalitatieve waarde meer, uitgezonderd twee bomen in de zuidwesthoek van het perceel. 2 . 3 . 2 Duurzaamheid Voor het nieuwe multifunctioneel centrum wordt voorgesteld gebruik te maken van grasdaken. Hiervoor stelt de gemeente ook geld beschikbaar. Ook wordt voorgesteld om de bestaande tanks voor regenwateropslag opnieuw in te zetten, onder meer voor hergebruik van water voor bijvoorbeeld het sanitair. Tot slot is er een waterobject op het terrein van de huidige scholen, wat mogelijk op het nieuwe terrein kan worden verwerkt. Het groene (school/speel)plein is 16 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 niet alleen duurzaam in educatieve zin, maar ook sociaal duurzaam in de zin dat het gebruikt kan worden voor gezamenlijke dorpsactiviteiten en betrokkenheid van omwonenden bij de invulling en het gebruik en zo mogelijk het onderhoud. 2 . 3 . 3 Parkeren Voor de gebruikers en personeel van het MFC zijn parkeerplaatsen nodig. Daarnaast vraagt ook het halen en brengen van de schoolkinderen ruimte voor parkeren. Voor de berekening van de parkeervraag is gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers uit de publicatie 317 “Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie” van het CROW. Gebruik is gemaakt van de gemiddelde parkeernorm tussen de minimum en maximum norm, voor een niet stedelijk gebied, rest bebouwde kom. Uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: - Basisschool met 5 leslokalen, parkeernorm 0,75 per leslokaal. - Peuterspeelzaal met 1 lokaal, parkeernorm 0,75 per leslokaal. - Dorpshuisfunctie à 385 m² bvo, parkeernorm 7,00 per 100 m² bvo1. - Kinderopvang à 100 m² bvo, parkeernorm 1,40 per 100 m² bvo. - Totale oppervlakte van het MFC is 1100 m². Tabel 2. Aanwezigheidspercentages per functie en dagdelen Werkdag ochtend middag avond nacht Koopavond Basisschool 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Peuterspeelzaal 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 5% 25% 90% 0% 90% 40% 100% 40% 100% 100% 0% 0% 0% 0% 0% 0% Functie 2 Dorpshuis Kinderopvang 1 Zaterdag Zondag middag avond middag Aangezien er geen specifieke parkeerkencijfers zijn voor dorpshuizen, is gebruik gemaakt van de parkeernorm voor café/bar/cafetaria. 2 Aangezien er geen specifieke aanwezigheidspercentages zijn voor dorpshuizen, is gebruik gemaakt van het aanwezigheidspercentage voor bioscoop/theater/podium/enzovoort. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 17 Benodigde aantal parkeerplaatsen Op basis van bovenstaande uitgangspunten dient het volgende aantal parkeerplaatsen aangelegd te worden: Tabel 3. Benodigde aantal parkeerplaatsen bij het nieuwe Multifunctioneel Centrum koopavond Werkdag Maximale Functie behoefte ochtend middag avond nacht Basisschool 3,75 3,75 3,75 0,00 0,00 Peuterspeelzaal 0,75 0,75 0,75 0,00 0,00 Dorpshuis Zaterdag Zondag middag avond middag 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 26,95 1,35 6,74 24,26 0,00 25 11 27 11 Kinderopvang 1,4 1,40 1,40 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 33 8 13 25 0 25 11 27 11 Parkeren ten behoeve van halen en brengen Naast de parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers is er ook sprake van halen en brengen van schoolkinderen. De formule hiervoor is: [aantal kinderen] x [% kinderen dat wordt gebracht] x [% brengen met de auto] / [gemiddeld aantal kinderen per auto] / [turnover per parkeerplaats] = aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen. - Aantal kinderen = 150 (120 basisschool + 30 voor de peuterspeelzaal/kinderopvang) - Percentage kinderen dat wordt gebracht = 50% - Percentage brengen met de auto = 30% - Gemiddeld aantal kinderen per auto = 1,2 - Turnover per parkeerplaats = 2 per haal- of brengmoment Dit levert het volgende op: 150 kinderen x 50% dat wordt gebracht x 30% met de auto / 1,2 kinderen per auto / 2 maal gebruik parkeerplaats per haal- of brengmoment = 10 parkeerplaatsen. Totaal benodigde parkeerplaatsen Ten behoeve van gebruikers en personeel ligt de piek in de parkeerbehoefte op zaterdagavond met 27 parkeerplaatsen. Tijdens schooltijden ligt de parkeerbehoefte van het totale MFC op 13 parkeerplaatsen. In de parkeerbehoefte wordt voorzien door aan de westzijde van de Master Kuiperswei, in de strook die gemeentelijk eigendom is, 12 parkeerplaatsen te maken. Daarnaast zijn rondom het perceel van het MFC langsparkeerstroken voorzien: aan de noordzijde 7 parkeerplaatsen, zuidzijde 2 parkeerplaatsen en westzijde 6 parkeerplaatsen. 18 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Naast het opvangen van de pieken in de parkeerdruk tijdens de avonduren, kunnen deze stroken op werkdagen overdag in de behoefte voorzien van 10 kiss & ride-plaatsen. 2 . 3 . 4 Verkeersgeneratie Net zoals het aantal parkeerplaatsen berekend kan worden, kan ook het aantal verkeersbewegingen worden berekend voor de school. Hierbij wordt wederom uitgegaan van het aantal kinderen, het aandeel dat wordt gebracht, de vervoerswijze van halen/brengen en het aantal kinderen per auto. Daarnaast wordt rekening gehouden met het aantal keren halen en brengen, waarbij elk haal-/brengmoment bestaat uit twee ritten (huis-school en school-huis). Dit levert het volgende op: 150 kinderen x 50% dat wordt gebracht x 30% met de auto / 1,2 kinderen per auto x 4 haal-/brengmomenten (‘s ochtends brengen en halen en ‘s middags brengen en halen) x 2 ritten = 150 verkeersbewegingen per dag. Daarbij komen nog de verkeersbewegingen van het personeel van de school/ peuterspeelzaal/kinderdagverblijf. Dit is de parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen x 2 ritten = 12 ritten per dag. Ten slotte wordt nog het autobezoek aan de dorpshuisfunctie gerekend: 16 parkeerplaatsen (3,5 overdag en 12,6 ‘s avonds) x 2 ritten = 32 ritten per dag. Voor dorpshuisfuncties zijn geen gegevens bekend over de verkeersgeneratie. Volledigheidshalve wordt hier rekening gehouden met 100 ritten per dag. De totale verkeersgeneratie voor het MFC komt daarmee uit op circa 300 ritten per dag. Er zijn geen verkeerstellingen beschikbaar van de direct aanliggende straten van het toekomstig MFC. De Heidbuorren kent als één van de entrees van Rottevalle een intensiteit van circa 1.500 mvt/werkdag (meting uit 2009 was 1.400 mvt/werkdag). Aangenomen mag worden dat de Buorren en de overige straten rondom het MFC een lagere intensiteit kennen dan deze 1.500 mvt/werkdag. Bij een dergelijke intensiteit met daarbij opgeteld een verkeersgeneratie van 300 mvt/werkdag als gevolg van het MFC, blijft de totale verkeersdruk op wegen rondom het MFC binnen aanvaardbare proporties voor woonstraten. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 19 3 B e l e i d s k a d e r 3.1 Provinciaal beleid 3 . 1 . 1 Streekplan Fryslân Op 13 december 2006 is het Streekplan Fryslân 2007 door Provinciale Staten vastgesteld. Hierin zet de provincie haar ruimtelijk beleid voor de periode tot 2015 uiteen. In het streekplan wordt gestreefd naar een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. In het streekplan wordt gesteld dat ruimtelijke kwaliteit niet alleen een economische factor is voor de toekomst, maar ook sociale, ecologische en culturele belangen dient en daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel is. In het streekplan wordt gekozen voor zes stedelijke centra, waaronder het stedelijk centrum Drachten, die samen het stedelijk netwerk Fryslân vormen. Efficiënt ruimtegebruik staat hierbij centraal. Concentratie van woningbouw zal plaats moeten vinden in de bundelingsgebieden rond de zes stedelijke centra in de provincie. Hiermee wordt voldoende schaal en massa voor sterke steden en een voldoende draagvlak voor de stedelijke voorzieningen nagestreefd. Het plangebied valt binnen het stedelijk bundelingsgebied Drachten. In de bundelingsgebieden dient een breed en divers aanbod aan woningtypen en woonmilieus beschikbaar te zijn. 3 . 1 . 2 Provinciale Verordening Romte Fryslân Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten van Fryslân de Verordening Romte Fryslân vastgesteld. In de Verordening Romte Fryslân geeft de provincie Fryslân de regels aan die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. Het plangebied ligt binnen het bestaand stedelijk gebied van de kern Drachten, zoals in figuur 9 is te zien. Het provinciaal beleid is er op gericht onder andere wonen en werken zoveel mogelijk te bundelen in bestaand stedelijk gebied om zo zorgvuldig ruimtegebruik te bewerkstelligen. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 21 Figuur 9. Begrenzing bestaand bebouwd gebied van Rottevalle (het plangebied is rood omkaderd), (bron: ruimtelijkeplannen.nl) 3.2 Gemeentelijk beleid 3 . 2 . 1 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP), 2013 Het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente is vastgelegd in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) van 2013. Doel van dit beleid is om: - de leefbaarheid en leefkwaliteit te vergroten en de menselijke maat terug te brengen in het verkeer; - de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren; - een optimale bereikbaarheid te creëren en te garanderen voor zowel locaties als weggebruikers; - zorg te dragen voor een herkenbare inrichting van de verkeersstructuur, waardoor weggebruikers hun weg kunnen vinden en weten welk (verkeers)gedrag van hun verwacht wordt. Voor het bereiken van deze doelstellingen worden de principes van ‘Shared Space’ en Duurzaam Veilig gecombineerd toegepast: Shared Space waar kan, Duurzaam Veilig waar moet. Wegenstructuur Er wordt onderscheid gemaakt naar wegen die primair een verkeersfunctie hebben en wegen waar verblijven centraal staat. Op wegen uit deze laatste categorie is vaak ook sprake van meerdere functies, zoals spelen, groen, ontsluiten, wonen of werken. Afhankelijk van de mate van de verkeersfunctie, 22 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 zijn de wegen ingedeeld als stroomweg (pure verkeersfunctie), gebiedsontsluitingsweg (op wegvakken verkeersfunctie, op kruispunten uitwissel/verblijfsfunctie) of erftoegangsweg (pure verblijfsfunctie). Alle wegen in Rottevalle, ook die rondom het plangebied, zijn aangewezen als erftoegangsweg, waar het verblijven centraal staat. In verblijfsgebieden (erftoegangswegen) wordt gewerkt volgens het Shared Space-principe, waarbij de inrichting bepaald wordt door het gehele perspectief van functies, omgeving en landschap. Bij gebiedsontsluitingswegen moeten de kansen voor Shared Space benut worden. De kruispunten, waar juist de uitwisseling van verkeer en functies plaatsvindt, vormen hierbij primair de potentieel kansrijke locaties. Bij stroomwegen worden de inrichtingsprincipes van Duurzaam Veilig gevolgd. Langzaam verkeer Ten aanzien van fietsvoorzieningen is op gebiedsontsluitingswegen uitgangspunt dat het fietsverkeer wordt gescheiden van het gemotoriseerde verkeer door middel van vrijliggende paden of parallelle routes. Op erftoegangswegen geeft de gemeente de voorkeur aan een inrichting die past binnen het concept van Shared Space. Dit betekent dat fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer gezamenlijk de ruimte delen. Mits hiervoor goede argumenten zijn, kan van dit principe worden afgeweken. Voor voetgangers geldt dat er voldoende ruimte voor hen moet zijn en dat deze ruimte ook goed toegankelijk is voor lichamelijk en visueel gehandicapten. Parkeren In bestaande gebieden geldt dat de gemeente terughoudend is met het opofferen van (openbare) groenvoorzieningen ten behoeve van extra parkeerplaatsen. Bij nieuwbouwplannen en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met voldoende parkeerruimte voor zowel de auto als de fiets. Hierbij dient het parkeren primair op eigen terrein opgelost te worden. Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt bepaald door de parkeernormennota van de gemeente Smallingerland en de geldende parkeerkencijfers van het CROW. Openbaar vervoer Het openbaar vervoer levert een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid en ontsluiting van Smallingerland. Om goed openbaar vervoer te waarborgen worden busroutes ‘busvriendelijk’ ingericht en dienen haltes/overstappunten te voldoen aan eisen met betrekking tot opstel- en wachtruimte, stallingvoorzieningen en fiets- en looproutes. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 23 3 . 2 . 2 Welstandsnota Smallingerland, 2004 Het doel van het welstandstoezicht is, om in alle openheid, een bijdrage te leveren aan de belevingswaarde van de gemeente. Het welstandsbeleid van de gemeente Smallingerland is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het belang van een aantrekkelijke bebouwde omgeving dient te behartigen. De gevels van gebouwen en andere bouwwerken vormen samen met de openbare ruimte de dagelijkse leefomgeving van de mensen in Smallingerland. Het welstandsbeleid geeft de mogelijkheid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden die in een bepaald gebied aanwezig zijn, te benoemen en een rol te laten spelen bij de ontwikkeling en de beoordeling van bouwplannen. Door deze gebiedsgerichte aanpak wil de gemeente de belangrijkste karakteristieken van de bebouwing beschermen en zorgen dat nieuwe ontwikkelingen daarop voortbouwen. De gehele gemeente is in een groot aantal gebieden opgedeeld, met elk hun eigen toepasselijke welstandskader. Nieuw- en verbouwplannen dienen zich te voegen binnen de betreffende welstandskaders. De welstandsnota wordt door de gemeente geactualiseerd. In de nota wordt een categorie ‘bijzondere objecten/gebouwen’ opgenomen voor bestaande en nieuwe gebouwen die eigenstandig op een locatie staan. Vooruitlopend op de vaststelling van de nota worden nu reeds de hierbij behorende criteria gebruikt. 24 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Figuur 10. Detail van de Welstandsnota Smallingerland, het plangebied is rood omkaderd Bijzondere objecten (bestaand en nieuw) kunnen gebouwen en complexen van OBJECTBESCHRIJVING gebouwen zijn, maar ook kunstwerken en pleinen of zelfs een specifieke beplanting. Deze objecten kunnen zo waardevol, karakteristiek en/of beeldbepalend voor de beeldkwaliteit van een gebied zijn óf ze hebben een zo bijzondere functie, dat daarvoor een afzonderlijk beoordelingskader is ontwikkeld. De begrippen ‘gewoon’ (iets dat niet opvalt en vaak voorkomt) en ‘bijzonder’ (iets dat opvalt en niet vaak voorkomt) hebben bij de ontwikkeling van deze criteria een belangrijke rol gespeeld. Om te bepalen wat er wordt verstaan onder een bijzonder (solitair) object of gebouw moet eerst worden bepaald wat onder een ‘gewoon’ (solitair) object of gebouw wordt verstaan. Een ‘gewoon’ (solitair) object of gebouw is bijvoorbeeld een gebouw dat direct als passend wordt ervaren in zijn directe omgeving. Het karakter en de kenmerken van een gebied zijn in deze welstandsnota in de gebiedsgerichte criteria beschreven in termen van plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak. Een ‘gewoon’ gebouw kan met de gebiedsgerichte criteria op eenvoudige en heldere wijze worden getoetst. Bijzondere (solitaire) objecten of gebouwen daarentegen wijken (bewust/ sterk) af van de gebiedsgerichte criteria, het ‘gewone’, en kennen minimaal één of meer van de onderstaande bijzondere waarden: - Stedenbouwkundige waarde: Landmarks, opvallende bebouwing bijvoorbeeld op de kruising van belangrijke wegen of opvallende typologie van bebouwing als molens en torens. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 25 - Architectonische waarde: gebouwen, complexen of elementen die door een uitgesproken vormgeving een bepaalde bouwstijl vertegenwoordigen. Ook gebouwen met een uitgesproken hoge architectonische kwaliteit vallen hieronder. - Functionele waarde: gebouwen, complexen of elementen die bijzondere functies herbergen die van belang zijn voor de stad, bijvoorbeeld een station, bibliotheek of tankstation. - Culturele waarde: gebouwen, complexen of elementen die een bijzondere cultuurfunctie hebben, bijvoorbeeld de schouwburg, bioscopen of andere theaters. Pleinen of andere plekken waar veel culturele manifestaties plaatsvinden hebben eveneens een culturele waarde. - Sociaal-maatschappelijke waarde: gebouwen, complexen of elementen die een uitgesproken functie hebben voor de gemeenschap, bijvoorbeeld buurtcentra, het gemeentehuis en scholen. - Symbolische waarde: gebouwen, complexen of elementen die symbool staan voor geloofsovertuigingen (bijvoorbeeld kerk, moskee, kerktoren, klooster, kapel). - Cultuurhistorische waarde: gebouwen, complexen of elementen die een bepaalde gebeurtenis of periode uit de Smallingerlandse geschiedenis vertegenwoordigen. - Landschappelijke waarde: gebouwen, complexen, elementen of structuren die de beleving van een bijzonder landschapstype mogelijk maken of versterken. Ook parken en bijzondere groenstructuren hebben een landschappelijke waarde. BELEID, WAARDEBEPALING Om te voorkomen dat voor elk nieuw bijzonder gebouw een eigen set criteria EN ONTWIKKELING geschreven wordt in de vorm van een beeldkwaliteitsplan, zijn de meer algemene criteria voor bijzondere nieuwe (solitaire) gebouwen opgesteld. Deze criteria richten zich minder op de relatie tussen gebouw en omgeving, maar meer op het object zelf, zonder de belangen van de buren of buurt in het geding te laten komen. De criteria voor bijzondere nieuwe (solitaire) bouwwerken worden altijd in combinatie met de gebiedsgerichte criteria voor het betreffende gebied toegepast. De gebiedsgerichte criteria zijn daarbij echter richtinggevend, maar niet bepalend. WELSTANDSAMBITIENIVEAU Door de mogelijk grote impact voor het omgevingsbeeld geldt voor deze objecten een bijzonder ambitieniveau. 3 . 2 . 3 Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen is een belangrijk aspect waarmee de gemeente Smallingerland toonaangevend is. Speerpunten in dit duurzaam bouwen-beleid zijn het integraal waterbeheer en het toepassen van alternatieve energiebronnen. Naast deze fysieke tak van het duurzaam bouwen-beleid, kent de gemeente 26 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 ook een sociale tak in de vorm van de kwaliteit van de leefomgeving. Aan deze sociale duurzaamheid wordt bijgedragen door onder andere het toepassen van een bepaalde variatie in de bebouwing, een differentiatie in functies, inbreiden in plaats van uitbreiden en een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte. Voor het MFC geldt dat de uitgangspunten van het duurzaam bouwen bij de uitwerking van het plan dienen te worden betrokken. 3 . 2 . 4 Toezicht en handhavingsbeleid Wabo 2012-2016 In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de plicht voor het opstellen van handhavingsbeleid en een uitvoeringsprogramma vastgelegd. Dit handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma zijn grotendeels gebaseerd op de uitvoeringsprogramma’s “Milieu en Bouwen” en de opgedane ervaringen van voorgaande jaren. Het beleid en programma bevatten de gemeentelijke taken met betrekking tot het omgevingsrecht. Dit betreft vooral de aandachtspunten met betrekking tot bouwen, brandveilig gebruik, milieu, bestemmingsplannen, de kap- en inritvergunningen. Het accent van de werkzaamheden ligt bij de afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving. Het doel hiervan is om helder te maken wat het college, de gemeenteraad, de burgers en bedrijven ten aanzien van de uitvoering en handhaving mogen verwachten. 3.3 Waterbeleid 3 . 3 . 1 Nationaal beleid In het nationale waterbeleid, vastgelegd in onder meer de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en de Europese Kaderrichtlijn water, staat het duurzaam omgaan met water centraal: het waarborgen van voldoende veiligheid en het zo klein mogelijk houden van de kans op wateroverlast. Dit moet mede gezien worden in het kader van de problematiek met betrekking tot ontwikkelingen als klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelstijging. Hiervoor is de trits ‘vasthouden – bergen – afvoeren’ maatgevend. Kort gezegd betekent dit dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd. Uitgangspunten in dit verband zijn: 1. Geen afwenteling van problemen naar andere compartimenten in ruimte en tijd. 2. Zoveel mogelijk gebiedseigen water vasthouden en de inlaat van gebiedsvreemd water zoveel mogelijk beperken. 3. Beperking van overlast door (grond)water of tekort aan water. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 27 Naast de waterkwantiteit heeft duurzaam omgaan met water ook betrekking op de waterkwaliteit. Hierbij staat de trits ‘schoonhouden - scheiden - zuiveren’ centraal. Bij schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zo veel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. Uitgangspunten in dit verband zijn: 1. Vervuiling waar mogelijk bij de bron aanpakken. 2. Voorkomen van verspreiding van verontreinigingen. 3. Benutten van schoon water. Het beleidsdoel duurzaam omgaan met water dient niet alleen in waterbeheerplannen te worden uitgewerkt, maar er dient ook in de ruimtelijke ordening, waaronder de bestemmingsplannen, rekening mee te worden gehouden. Afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening kan door: 1. het bieden van ruimte voor water in verband met veiligheid, wateroverlast en zoetwaterbeheer; 2. water als ordenend principe in de functietoekenning; 3. kansen benutten die water biedt voor de vergroting van de belevingswaarde en functiecombinaties (bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden van voormalige waterlinies); 4. randvoorwaarden aan de inrichting en het beheer op basis van water (bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen, zodat de grondwaterstand hoog kan blijven); 5. effecten op waterkwaliteit meewegen bij besluitvorming in de ruimtelijke ordening. 3 . 3 . 2 Rol van de gemeente en van het waterschap in het waterbeheer Tegenwoordig wordt veelal de lijn gevolgd dat het waterschap primair verantwoordelijk is voor de (oppervlakte)waterhuishouding, zoals waterkwaliteit, beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water. (Het grondwater wordt beheerd door de provincie.) Per 1 januari 2004 zijn de Friese waterschappen gefuseerd tot één Wetterskip Fryslân. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het Waterbeheerplan en in de Keur. 3 . 3 . 3 Integraal Waterbeheerplan Friese Waterschappen De zes voormalige Friese waterschappen hebben samen een Integraal Waterbeheerplan (IWBP) opgesteld. Het bestaat uit een algemeen deel en zeven deelplannen voor afzonderlijke gebieden. 28 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 In het Integraal Waterbeheerplan geven de voormalige waterschappen aan hoe zij de komende jaren hun doelstellingen van het integraal waterbeheer willen bereiken. Daarbij wordt aandacht besteed aan onder meer veiligheid, afwatering, peilbeheer, oevers, eutrofiëring, emissies, waterbodems en onderhoud. Keur Het Wetterskip Fryslân heeft een Keur opgesteld. De keur is een verordening die strekt tot bescherming van de werken in beheer bij het waterschap. De keur bevat een stelsel van gebods- en verbodsbepalingen ten aanzien van de waterkeringen, waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Voor de uit te voeren werken in de plangebieden moet op basis van de Keur een ontheffingsaanvraag ingediend worden door de initiatiefnemer. Gemeentelijke taken liggen bij de aanleg en het beheer van riolering, vaarwegenbeheer, bescherming van landschappelijke waarden van wateren, verlenen en handhaven van vergunningen op basis van het bestemmingsplan, en momenteel ook nog het onderhoud van watergangen (hoewel deze laatste taak meer en meer richting het waterschap gaat). Uit het vorenstaande blijkt dat, ondanks de verschillende rollen, de gemeente en het waterschap elkaars natuurlijke partner zijn bij het voeren van het waterbeheer. Dat betekent dat beide partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden een rol spelen in de uitvoering van het waterbeheer én elkaar daarbij zoveel mogelijk informeren en bijstaan in gevallen waarbij dit vanuit het perspectief van het waterbeheer van belang is. Concreet: het waterschap handhaaft de regels die in de Keur zijn opgenomen; de gemeente handhaaft de gemeentelijke verordeningen (waaronder het bestemmingsplan) en daar waar er sprake is van gemeenschappelijk belang of gemeenschappelijke betrokkenheid zoeken partijen elkaar op om tot afstemming te komen. 3 . 3 . 4 Waterplan Smallingerland, Smelne’s Wetterwrâld (2007) In 2007 is het Waterplan van de gemeente Smallingerland gereed gekomen. Het plan is opgesteld in nauwe samenwerking met het Wetterskip Fryslân. De gemeente en het Wetterskip hebben een samenhangend pakket van maatregelen opgesteld: 1. Meer betrokkenheid, efficiënter waterbeheer (creëren van interne betrokkenheid en draagvlak. 2. Stedelijke wateropgave in beeld (maatregelen om wateroverlast te voorkomen). 3. Geld als water (financieren door werk met werk te maken, externe middelen, het verbreed rioolrecht en subsidies). 4. Van streefbeeld naar maatregel (opstellen van een maatregelenprogramma met een omschrijving per project. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 29 Vervolgens gaat het Waterplan in op de 4 pijlers van het maatregelenprogramma: 1. Droge plantsoenen en tuinen: meer ruimte voor het watersysteem creëren, volgens het principe van vasthouden – bergen – afvoeren. 2. Bewustwording: afstemming met andere organisaties en een goede informatievoorziening naar burgers. 3. Europese Kaderrichtlijn Water (EKW) en het waterleven: het naleven van de Europese richtlijnen om een goede waterkwaliteit te waarborgen. 4. Recreatie: creëren van mogelijkheden voor recreatie, zichtbaar maken van water en het verbeteren van de wateroevers en –kwaliteit. Op basis van het voorgaande wordt verreweg het grootste deel van het Waterplan besteed aan de lijst met concrete projecten. Dit betreft bijvoorbeeld het opstellen van een grondwaterplan, het opstellen van diverse waterstructuurplannen voor wijken in Drachten, het verrijken van de begroeiing bij waterpartijen en oevers in het Fennepark en de Singels, voorlichting aan burgers over duurzaam waterbeheer en de monitoring van de uitvoering van plannen. Ieder project is uitgewerkt volgens dezelfde opzet, waarbij aspecten als ‘eindresultaat’, ‘einddatum’ en ‘projectstructuur’ worden benoemd. In de laatste hoofdstukken gaat het plan in op de kosten en de organisatie. 3 . 3 . 5 Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 De gemeente heeft een nieuw waterplan opgesteld (vastgesteld op 4 december 2012). Doel van het waterplan is het oude waterplan te actualiseren (zowel visie als maatregelenprogramma), waarbij ook een grondwaterplan hoort en daarnaast afstemming te zoeken met andere beleidsplannen. Het waterplan dient als basis voor de voortzetting van het beleid op het gebied van duurzaam waterbeheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. 30 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 4 P l a n o l o g i s c h e r a n d v o o r w a a r d e n 4.1 Inleiding Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang dat inzicht wordt verschaft in de invloed van de verschillende functies op elkaar binnen het plangebied. Planologisch gezien mogen die verschillende functies elkaar niet negatief beïnvloeden. 4.2 Archeologisch onderzoek Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg is het noodzakelijk in ruimtelijke plannen aandacht te besteden aan mogelijk aanwezige archeologische waarden in het betreffende plangebied. De provincie heeft op haar website een kaart (Friese Archeologische MonumentenKaart Extra, FAMKE) geplaatst, waarop staat aangegeven in welke gebieden een bepaald soort onderzoek dient te worden uitgevoerd en in welke gevallen dit onderzoek achterwege kan blijven. Voor het onderhavige plangebied is op de archeologische kaart van de provin- STEENTIJD-BRONSTIJD cie aangegeven dat er voor de periode steentijd-bronstijd alleen onderzoek nodig is bij ingrepen groter dan 2,5 hectare. Het plangebied is veel kleiner dan deze oppervlakte. Onderzoek naar archeologische waarden voor de periode steentijd-bronstijd is daarom niet nodig. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 31 Figuur 11. Detail FAMKE-kaart provincie Fryslân (het plangebied is zwart omkaderd) IJZERTIJD-MIDDELEEUWEN Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen is aangegeven dat onderzoek niet nodig is. Het plangebied is gelegen naast een gebied waarvan bekend is dat het archeologisch waardevol is, het ligt echter niet binnen de archeologische waardevolle zone. Een archeologisch onderzoek naar waarden uit de periode ijzertijd-middeleeuwen is niet nodig. Figuur 12. Detail FAMKE-kaart provincie Fryslân (het plangebied is zwart omkaderd) CONCLUSIE De uitvoerbaarheid van voorliggend bestemmingsplan wordt niet belemmerd door de aanwezigheid van archeologische waarden. Verder onderzoek is niet nodig. 4.3 Wegverkeerslawaai Op grond van de Wet geluidhinder is langs elke weg een geluidzone van kracht. Deze verplichte zonering heeft een tweeledige functie. Enerzijds worden de gebieden afgeperkt waarbinnen de ondervonden geluidhinder moet worden teruggedrongen. Anderzijds bieden de geluidszones de gemeente de mogelijkheid te voorkomen dat in de toekomst geluidhinderlijke situaties ontstaan. De 32 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 breedte van de geluidszones hangt samen met de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk). In principe heeft elke weg een zone, met uitzondering van wegen: 1. die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; 2. waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur. Voorliggend plan is gelegen in een bebouwd gebied waar alle wegen een 30 km/uur regime hebben. Hinder door wegverkeer is daardoor praktisch uitgesloten. Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft geluidhinder uitvoerbaar wor- CONCLUSIE den geacht. 4.4 Luchtkwaliteit De wetgeving met betrekking tot de luchtkwaliteit is opgenomen in titel 5.2 van de Wet milieubeheer. De normstelling die daarop is gebaseerd is opgenomen in bijlage 2 van de Wet milieubeheer. In het algemeen kan worden gesteld dat onder meer uit de actuele grootschalige basiskaarten Nederland (GCN-kaarten) van het Milieu en Natuur Planbureau (www.mnp.nl) blijkt dat in de noordelijke provincies de achtergrondconcentraties laag zijn. Er worden geen grenswaarden overschreden. In de gemeente Smallingerland zijn de Zuider- en Noorderhogeweg in Drachten de drukste wegen. Voor deze wegen zijn in 2008 berekeningen uitgevoerd. Uit de resultaten blijkt dat er geen overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen zijn aangetoond (stikstofoxide (NO2), koolmonoxide (C0), fijn stof (PM10) en benzeen (C6H6)). Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit ook voor voorliggend bestemmingsplan, gelegen buiten Drachten, geen belemmering geeft. Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft luchtkwaliteit uitvoerbaar wor- CONCLUSIE den geacht. 4.5 Externe veiligheid Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden; - transportroutes van gevaarlijke stoffen; - buisleidingen. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 33 Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico’s voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Dat betreft: CONCLUSIE - Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); - Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS); - Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Binnen of buiten dit plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen. De wet- en regelgeving voor externe veiligheid heeft dan ook geen gevolgen voor dit bestemmingsplan. 4.6 Ecologisch onderzoek 4 . 6 . 1 Inleiding Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992 van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt. Volgens de Flora- en faunawet is het verboden om beschermde planten te verwijderen of te beschadigen (artikel 8), beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen (artikel 9) of opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen (artikel 11). Ook het rapen of beschadigen van eieren van beschermde dieren is verboden (artikel 12). In aanvulling op de bestemmingsplanprocedure moet voor de uitvoering van alle ruimtelijke plannen worden onderzocht welke natuurwaarden aanwezig zijn en of er verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet zullen worden overtreden. Als aan de voorwaarden voor de verlening van die ontheffingen kan worden voldaan, moet voor de aanvang van de werkzaamheden een ontheffing zijn verleend. Daartoe moet tijdig een aanvraag worden ingediend via de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken (EZ). 4 . 6 . 2 Onderzoek KADER Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied uitgevoerd. Tevens is gekeken naar de effecten op beschermde natuurgebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Floraen faunawet (Ffw), een Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) of een analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid noodzakelijk is. 34 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 Het plangebied is daartoe op 12 februari 2014 bezocht door een ecoloog van BügelHajema Adviseurs. Figuur 13. Het plangebied gezien vanaf de zuidzijde Het plangebied is gelegen in de dorpskern en bestaat naast de bebouwing van TERREINOMSTANDIGHEDEN het dorpshuis uit verhard parkeerterrein, trottoir en gazon met bomen. Het dorpshuis is in één en twee bouwlagen opgetrokken uit gevels van baksteen. De deels platte en licht hellende daken zijn bedekt met bitumen. Het licht hellende dak heeft een overstek dat af is getimmerd met Trespa. Figuur 14. Het plangebied gezien vanaf de noordzijde 4 . 6 . 3 Soortenbescherming Achter de Ffw staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende FLORA- EN FAUNAWET beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de ‘lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten’. De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten, hierna te noemen: licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd. De inheemse vogelsoorten hebben een eigen afwijkend beschermingsregime; ze vallen zowel onder het middelzware als strenge beschermingsregime. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 35 INVENTARISATIE Uit het raadplegen van de Nationale Database Flora en Fauna 3 (NDFF) via Quickscanhulp.nl4 NDFF - quickscanhulp.nl 11-02-2014 11:59:01) blijkt dat in de omgeving van het plangebied de laatste vijf jaar verschillende middelzwaar en streng beschermde soorten zijn waargenomen. Binnen een omtrek van één kilometer tot het plangebied gaat het om steenmarter en een aantal vogelsoorten. Op een grotere afstand zijn verder ook waarnemingen van onder meer verschillende soorten vaatplanten, vleermuizen en vissen geregistreerd. Dit beeld is ook te verwachten voor een gebied dat gelegen is binnen een dorpskern in het Friese woudengebied. Op basis van het veldbezoek blijkt dat het plangebied een zeer beperkte natuurwaarde kent. Beschermde wilde planten zijn niet aangetroffen en worden gezien de terreinomstandigheden ook niet binnen het plangebied verwacht. Het gebouw is op basis van de constructie en bouwmaterialen niet geschikt als verblijfplaats voor gebouw bewonende fauna, zoals vleermuizen. Aan de noordoostzijde is een greppel gelegen met een wat ruigere vegetatie. Langs de straat de Buorren is een groenstrook gelegen, waarin verschillende heesters zijn aangeplant. De bomen rond de bebouwing zijn vrij fors. In de bomen zijn echter geen voor vleermuizen geschikte holten en spleten aanwezig. Het is goed mogelijk dat tijdens het broedseizoen vogelsoorten zoals houtduif en Turkse tortelduif in de bomen en heesters nestelen. Binnen het plangebied zijn geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen en deze worden gezien de terreinomstandigheden hier ook niet verwacht. Alle inheemse vogelsoorten zijn streng beschermd. TOETSING Indien werkzaamheden, en dan met name het verwijderen van bomen, tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd kunnen in gebruik zijnde nesten van vogels worden verstoord en vernietigd. Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te verstoren of te vernietigen (artikel 11 en 12 van de Ffw). Op basis van de uitgevoerde inspectie wordt niet verwacht dat er in of aan de bebouwing nestplaatsen aanwezig zijn. Vogels kunnen wel in de bomen en heesters nestelen. Om verstoring en vernietiging van in gebruik zijnde nestplaatsen te voorkomen dient bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden daarom rekening te worden gehouden met het broedseizoen. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt. 3 Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF is de meeste complete natuurdatabank van Nederland. De NDFF geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planten en dieren en bevat uitsluitend gevalideerde gegevens: de Gegevensautoriteit 4 Natuur heeft vastgesteld dat ze kloppen. Informatie is te vinden op www.natuurloket.nl. Quickscanhulp.nl is een online applicatie waarmee een afgeleide van data uit de NDFF wordt weergegeven. Het is daarmee een hulpmiddel voor ervaren ecologen om te bepalen of een beschermde soort wel of niet in het plangebied kan voorkomen. Quickscanhulp.nl geeft aan op welke afstand waarnemingen van beschermde soorten in relatie tot het plangebied zijn aangetroffen. Voor Quickscanhulp.nl worden alleen gevalideerde waarnemingen gebruikt, de Gegevensautoriteit Natuur staat hiervoor in. 36 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 4 . 6 . 4 Gebiedsbescherming In de Nbw 1998 is de bescherming van specifieke (natuur)gebieden geregeld. In NATUURBESCHERMINGSWET de Nbw 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Onder de Nbw 1998 zijn drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en Wetlands. Verder is deze wet de basis voor het Natuurbeleidsplan waarin het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is opgenomen. De EHS is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen na- ECOLOGISCHE tuurgebieden. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de provinciale HOOFDSTRUCTUUR EHS is voor provincie Fryslân uitgewerkt in het Streekplan Fryslân 2007 de Verordening Romte Fryslân (provinciaal ruimtelijk natuurbeleid). Vanuit het Streekplan Fryslân 2007 en Verordening Romte Fryslân (VRF) wordt NATUUR BUITEN DE EHS buiten de EHS-gebieden bij ruimtelijke plannen specifiek ingezet op de bescherming van bestaande natuurgebieden en natuurwaarden in agrarisch gebied. Ten behoeve van de bescherming van weidevogelgebieden (natuurwaarden in agrarisch gebied) is aanvullend het Werkplan Weidevogels Fryslân 2007-2013 opgesteld5. Beschermde gebieden in het kader van de Nbw 1998 liggen op geruime afstand INVENTARISATIE van het plangebied. Het meest nabij gelegen beschermde gebied betreft het Natura 2000-gebied Alde Feanen dat gelegen is op een afstand van ongeveer 9 kilometer ten westen van het plangebied. Het meer De Leijen met zijn oeverlanden is het meest nabijgelegen natuurgebied in het kader van de VRF en ligt op een afstand van ongeveer 1 kilometer ten noordwesten van het plangebied. Het plangebied en omgeving hebben door de ligging in de dorpskern verder geen waarde als weidevogelleefgebied. Gezien de aard van de ontwikkelingen en de terreinomstandigheden en ligging TOETSING van het plangebied, worden met betrekking tot het voorgenomen plan geen negatieve effecten op beschermde natuurwaarden in het kader van de Nbw 1998 en het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid verwacht. 4 . 6 . 5 Conclusie Op basis van de ecologische inventarisatie is een voldoende beeld ontstaan van de ecologische waarden die in het plangebied aanwezig zijn. Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat een vooronderzoek in het kader van de Ffw, een Voortoets in het kader van de Nbw 1998 of een analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid niet noodzakelijk is. 5 Werkplan Weidevogels in Fryslân 2007-2013, Gedeputeerde Staten van Fryslân, 18 juli 2006. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 37 Met inachtneming van het broedseizoen van vogels is een ontheffing van de Ffw voor de beoogde activiteiten op voorhand niet nodig. Voor het plan is verder geen vergunning op grond van de Nbw 1998, dan wel een ontheffing van de Verordening Romte Fryslân voor het aspect Natuur nodig. CONCLUSIE Vanuit het oogpunt van ecologie mag het plan uitvoerbaar worden geacht. 4.7 Bedrijven en (milieu)hinder Bedrijven (of andere milieubelastende bedrijvigheid) in de directe omgeving van woningen (of (andere) milieugevoelige gebieden) kunnen daar (milieu)hinder vanwege geur, stof, geluid, gevaar en dergelijke veroorzaken. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, zoals dat uitgangspunt is van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het waarborgen van voldoende afstand tussen bedrijven en woningen noodzakelijk. Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van bedrijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. In de nabijheid van het voorliggende plangebied liggen geen functies die mogelijke hinder veroorzaken voor de te realiseren bebouwing. CONCLUSIE Vanuit het oogpunt van hinder van bedrijvigheid mag het plan uitvoerbaar worden geacht. 4.8 Waterparagraaf In 2012 is door de gemeente Smallingerland met het Wetterskip Fryslân een waterplan opgesteld. In paragraaf 3.3 is hier op ingegaan. Aangezien het voorliggende bestemmingsplan een bestemmingsplan betreft dat geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen mogelijk maakt, is de digitale watertoets aangevraagd bij het Wetterskip Fryslân. Dit wateradvies is als bijlage opgenomen en verwerkt in het bestemmingsplan. Uit het wateradvies blijkt dat er geen waterschapsbelang met het plan gemoeid is en dat de korte procedure gevoerd kan worden. Doordat de toename aan verhard oppervlak zeer klein is en de invloed op de waterhuishouding beperkt, is verder overleg met het waterschap over dit plan niet nodig. CONCLUSIE Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft het aspect water uitvoerbaar worden geacht. 38 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 5 J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het juridische deel van het bestemmingsplan; de verbeelding en de planregels. Allereerst zal kort worden ingegaan op de plansystematiek die door de gemeente wordt gehanteerd. Daarna komen de verschillende bestemmingen, die op de verbeelding en in de planregels voorkomen, aan bod. Ten slotte wordt kort ingegaan op het gemeentelijk beleid betreffende de handhaving van de in het bestemmingsplan opgenomen planregels. Het plan is zodanig opgesteld dat is aangesloten op de systematiek van de gemeente. 5.1 Plansystematiek Algemeen Wat betreft de opzet van de planregels en de verbeelding, heeft de gemeente aansluiting gezocht bij de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). De standaardopzet betreft onder meer de opbouw van de planregels en de verbeelding, de benaming van bestemmingen en een aantal standaardbegripsbepalingen. Digitaal en analoog De planregels zijn zodanig opgesteld dat deze kunnen fungeren in zowel een digitaal bestemmingsplan als in een analoog bestemmingsplan. Het digitale bestemmingsplan is weliswaar het bindende plan, maar het is nog steeds mogelijk een analoge versie van het bestemmingsplan te raadplegen. Het plan voldoet daarmee aan de Wet ruimtelijke ordening. Vaste hoofdstukindeling planregels De hoofdstukindeling van de planregels van het bestemmingsplan is als volgt ingericht: - - Inleidende regels: - Begrippen. - Wijze van meten. Bestemmingsregels: - - Bestemming. Algemene regels: - Anti-dubbeltelregel. - Algemene gebruiksregels. - Algemene afwijkingsregels. - Algemene wijzigingsregels. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 39 - Overgangs- en slotregels: - Overgangsrecht. - Slotregel. Inrichting bestemmingsregels De bestemmingsregels zijn als volgt ingericht: 1. Bestemmingsomschrijving. 2. Bouwregels. 3. Afwijken van de bouwregels. 4. Specifieke gebruiksregels. Bestemmingsomschrijving In de planregels is uitgegaan van een volledige opsomming van wat binnen een bestemming functioneel is toegestaan. Ondergronds bouwen Binnen een bouwvlak is ondergronds bouwen in beginsel toegestaan als het gebruiksdoel niet in strijd is met de aan de gronden toegekende bestemming. Erf- en terreinafscheidingen De toegelaten hoogte van erf- en terreinafscheidingen is in de planregels opgenomen. Criteria bij afwijken of wijziging Bij de afwijkingen bij omgevingsvergunning en wijzigingsbevoegdheden worden in de planregels algemene criteria genoemd. In een bestemmingsplan dienen deze geconcretiseerd te worden, in de eerste plaats in de planregels en voorts in de toelichting bij het bestemmingsplan. Algemene regels De algemene gebruiksregels zijn voor de overzichtelijkheid in het hoofdstuk ‘Algemene regels’ opgenomen. Slechts in enkele gevallen bestaat er noodzaak om specifieke gebruiksregels te formuleren. De specifieke gebruiksregels zijn in de desbetreffende bestemmingsregels opgenomen. Dit geldt ook voor de afwijkingen bij omgevingsvergunning en de wijzigingsbevoegdheden; deze zijn in de algemene regels opgenomen en, voor zover nodig, als specifieke regel in de desbetreffende bestemmingsregels. Overgangs- en slotregels Overeenkomstig de algemene regels zijn ook de overgangs- en slotregels gezamenlijk in een hoofdstuk opgenomen. 40 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 5.2 Bestemmingen Het nieuwe MFC in Rottevalle valt onder de bestemming ‘Maatschappelijk – 2’. Dit is gelijk aan de huidige bestemming. In de regels van deze bestemming is opgenomen dat het nieuwe gebouw maximaal 10 meter hoog mag zijn. Het bouwvlak mag voor 90% bebouwd worden. De gronden rondom het MFC vallen onder de bestemming ‘Groen’. Deze gronden blijven onbebouwd en kunnen gebruikt worden als speelruimte voor de school. De Master Kuiperswei is, voor zover gelegen in het plangebied, bestemd voor ‘Verkeer – Verblijfsgebied’. In deze bestemming passen ook de te realiseren parkeerplaatsen. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 41 6 U i t v o e r b a a r h e i d 6.1 Economische uitvoerbaarheid De financiële haalbaarheid van het bouwplan en de grondexploitatie bepalen in grote lijnen de economische uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierna worden beide beschreven. 6 . 1 . 1 Financiële haalbaarheid De kosten van de uitvoering van het project worden betaald door de gemeente Smallingerland. Hiervoor is geld gereserveerd. De kosten van het project zijn hiermee voldoende gedekt. Daarmee is de financiële haalbaarheid voldoende aangetoond. 6 . 1 . 2 Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, zodat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Indien sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten “anderszins verzekerd” zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten of als het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Een combinatie van een exploitatieplan en overeenkomsten is ook mogelijk. Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding en het verbouwen van het dorpshuis tot MFC mogelijk. Dit is een bouwplan in de zin van het Bro. Binnen de grondexploitatie zijn geen opbrengsten, waardoor kostenverhaal niet mogelijk is. De kosten van het bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente. De vaststelling van een exploitatieplan is daarom niet aan de orde. 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Nadat inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro heeft plaatsgevonden, zullen de binnengekomen reacties hier opgenomen en beantwoord worden. 232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014 43 B i j l a g e : W a t e r t o e t s datum 13-2-2014 dossiercode 20140213-2-8461 Project: MFC Rottevalle Gemeente: Smallingerland Aanvrager: Nelleke Linthorst Organisatie: BugelHajema Adviseurs Geachte heer/mevrouw Nelleke Linthorst, Voor het plan MFC Rottevalle heeft u een watertoets aangevraagd op www.dewatertoets.nl. Met de gegevens die u heeft opgegeven, is bepaald dat het plan een beperkte invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Hierdoor kan de korte procedure worden gevolgd voor de watertoets. Dit betekent dat de beperkte invloed van het plan kan worden opgevangen met standaard maatregelen. Deze maatregelen vindt u in het onderstaande standaard wateradvies dat u in de ruimtelijke onderbouwing van het plan kunt opnemen. U hoeft dan verder geen contact met ons op te nemen. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 058 292 2222 en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente. Via www.dewatertoets.nl hebben wij uw watertoets als een melding ontvangen. Wij archiveren deze melding. De watertoets is hiermee voor Wetterskip Fryslan afgerond. Met vriendelijke groet, Wetterskip Fryslan Postbus 36 8900 AA Leeuwarden T 058 292 2222 F 058 292 2223 E [email protected] Wateradvies korte procedure De initiatiefnemer heeft Wetterskip Fryslan geinformeerd over het plan MFC Rottevalle via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan een zodanige invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen dat kan worden volstaan met een standaard wateradvies. In dit advies staan de maatregelen die Wetterskip Fryslân adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Het is een standaard advies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat niet alle punten gelden voor het plan MFC Rottevalle. Probeer regenwater langzaam weg te laten lopen Regenwater dat op een verhard oppervlak valt, gaat sneller naar het riool of een sloot dan regenwater dat op onverhard oppervlak valt (zoals gras of een groenstrook). Wanneer opeens veel water in de riolen en sloten komt kan dit wateroverlast geven. Het is daarom belangrijk dat het regenwater langzaam wegloopt. Dit kan op verschillende manieren. Vang het regenwater eerst in een regenton op, gebruik grasstenen ('open bestrating') voor de bestrating en bestraat niet het hele perceel maar laat wat stukken open met gras of andere beplanting. Regenwater niet op het riool lozen Wij adviseren om regenwater direct op een sloot te lozen en niet op het vuilwaterriool. De rioolwaterzuivering wordt dan niet onnodig belast met schoon regenwater. Dit is uiteraard alleen mogelijk als er een sloot dicht bij het perceel ligt. Gebruik schone bouwmaterialen, gebruik geen chemische onkruidbestrijding Regenwater dat op het plangebied valt, komt uiteindelijk altijd in het grondwater of in het oppervlaktewater. Voorkom watervervuiling door geen uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood te gebruiken. Deze materialen zijn een belangrijke bron voor de vervuiling van ons water. Ook adviseren wij om geen chemische middelen voor onkruidbestrijding te gebruiken. Vloeren minimaal een meter boven het grondwater Wij adviseren om het vloerpeil (bovenkant vloer) van woningen en andere bouwwerken minimaal een meter boven het grondwaterpeil aan te leggen. Hierdoor wordt grondwateroverlast voorkomen. Vergunningen die bij het waterschap moeten worden aangevraagd Voor sommige werkzaamheden of activiteiten is een watervergunning van het waterschap nodig of moet een melding worden gedaan. Voorbeelden zijn - het onttrekken en/of lozen van grondwater (bijvoorbeeld bronneringen), - het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, - het toepassen van grond in een watergang, - het graven of dempen van sloten, - de aanleg van dammen of duikers. Meer informatie hierover is te vinden op onze website www.wetterskipfryslan.nl/waterwet. Koude- en warmteopslag Als sprake is van koude- en warmteopslag in de bodem wijzen wij u er op dat u hiervoor contact op dient te nemen met de provincie Fryslân. Een contactpersoon vindt u op www.wetterskipfryslan.nl bij het digitaal loket onder het kopje watertoets. De WaterToets 2014 datum 13-2-2014 dossiercode 20140213-2-8461 Samenvatting van de gegevens voor de watertoets van project: MFC Rottevalle gemeente: Smallingerland Gegevens plan Het bestaande dorpshuis wordt afgebroken en vervangen voor een nieuw gebouw, bedoelt als multifunctioneel centrum. oppervlak: 3019 m2 adres: Master Kuiperswei 1, 9221TD Rottevalle kadastraal adres: tekening meegestuurd: survey_attachments/1807_globale inrichting MFC Rottevalle.pdf opmerkingen: Gegevens aanvrager Nelleke Linthorst BugelHajema Adviseurs Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T: 058.2152515 E: [email protected] Gegevens gemeente gemeente: Smallingerland contactpersoon: dhr. W. Dijkstra T: 0512.581 466 E: [email protected] Resultaat kaartenanalyse voor het plangebied Heeft u een beperkingsgebied geraakt? nee Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Smallingerland Uw antwoorden op onderstaande vragen Wordt ALLEEN de gebruiksfunctie van bebouwing gewijzigd? Antwoord: nee Is er sprake van een toename van lozing van verontreinigd water op het oppervlaktewater? Antwoord: nee Is sprake van een toename van lozing van verontreinigd water op het oppervlakte water? Antwoord: nee Wordt het bestaande verharde oppervlak vergroot met meer dan 200 m2? Antwoord: nee Met hoeveel m2 wordt het verharde oppervlak vergroot? Antwoord: 200 m2 Wil men voor het plan waterpeilen wijzigen? Antwoord: nee Wil men voor het plan sloten dempen of graven? Antwoord: nee Wordt er een kelder of souterrain gerealiseerd? Antwoord: nee Te volgen watertoetsprocedure Korte procedure De WaterToets 2014 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Multifunctioneel Centrum Rottevalle Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 INLEIDENDE REGELS Begrippen Wijze van meten Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 BESTEMMINGSREGELS Groen Maatschappelijk - 2 Verkeer - Verblijfsgebied 11 11 12 14 Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelregel Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels 15 15 16 17 Hoofdstuk 4 Artikel 9 Artikel 10 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Overgangsrecht Slotregel 18 18 19 2 4 4 9 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Regels NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 3 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Hoofdstuk 1 Artikel 1 INLEIDENDE REGELS Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 van de gemeente Smallingerland; 1.2 met identificatienummer bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde; 1.6 archeologische waarden: waarden van in de bodem aanwezige voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen, die door hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische betekenis van algemeen belang zijn; 1.7 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.8 bestaand(e) (situatie): a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: 1. bestaand ten tijde van de eerste ter inzage legging van dit plan; b. ten aanzien van het overige gebruik: 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan; 1.9 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.10 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 4 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle 1.11 bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning; 1.12 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.13 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.14 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.15 bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; 1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.17 bouwwerk: een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden; 1.18 cultuurhistorische waarden: waarden van een gebied en/of de daarin voorkomende bebouwing, elementen en structuren, die uitdrukking geven aan de beschavingsgeschiedenis en/of het gebruik door de mens in de loop van die geschiedenis; 1.19 erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.20 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.21 gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden: de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken; NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 5 Multifunctioneel Centrum Rottevalle 1.22 geluidsbelasting: de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg; 1.23 geluidsgevoelige objecten: gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder; 1.24 hoofdgebouw: een of meer gebouwen of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.25 kantine: een restauratieve voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van etenswaren, eenvoudige maaltijden en/of dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling; 1.26 kunstobject: voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde; 1.27 kunstwerk: een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening; 1.28 maatschappelijke voorzieningen: educatieve, medische, religieuze, sociale, culturele en voorzieningen op het gebied van openbare dienstverlening; 1.29 maatvoering: de regels met betrekking tot de toegestane goothoogte en/of bouwhoogte en/of dakhelling en/of het bebouwingspercentage; 1.30 meetverschil: een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een op de kaart aangegeven bestemmings- of bouwgrens; 1.31 milieusituatie: de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling; 6 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle 1.32 overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand; 1.33 peil: het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de bouwhoogte van het afgewerkte bouwterrein; 1.34 pergola: een bouwwerk, geen gebouw zijnde van een poortachtige constructie, primair bestemd om er beplanting langs te laten groeien, alsmede een naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk, geen gebouw zijnde; 1.35 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.36 religieuze voorziening: een voorziening ten dienste van de uitoefening van een godsdienst; 1.37 restauratieve voorziening: voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen en dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling, zoals een kantine of mensa; 1.38 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.39 straat- en bebouwingsbeeld: de waarde van een gebied in stedebouwkundige zin die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede bouwhoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is; 1.40 verkeersveiligheid: de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers; 1.41 woonsituatie: de waarde van een gebied voor de woonfunctie die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder; NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 7 Multifunctioneel Centrum Rottevalle 1.42 zij- en/of achtererf: het gedeelte van een bouwperceel binnen een (woon)bestemming dat ligt achter (het verlengde van) de voorgevel, met uitzondering van de oppervlakte van het hoofdgebouw. 8 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.2 de bebouwde oppervlakte: de optelsom van de oppervlakte van alle bouwwerken op een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein; 2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.): wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren en overige bedrijfsruimten met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten wordt opgeteld; 2.4 de breedte van een gebouw: tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels; 2.5 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.6 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.7 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.8 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.9 meetverschillen Bij de toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt; NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 9 Multifunctioneel Centrum Rottevalle 2.10 uitzonderingsregel Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte en de inhoud van een bouwwerk worden ten aanzien van de plaatsing ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1 meter buiten het gevel- of dakvlak uitsteken. 10 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1 BESTEMMINGSREGELS Groen Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor a. groenvoorzieningen; b. bermen en beplanting; c. speelvoorzieningen; d. openbare nutsvoorzieningen; e. waterlopen en waterpartijen; f. voet- en fietspaden; g. parkeervoorzieningen; maar ook voor de daarbij behorende: h. kunstobjecten; i. verhardingen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Toegelaten bouwwerken Op de gronden, bedoeld in lid 3.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd: a. gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen; b. andere bouwwerken, zoals kunstobjecten. 3.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn; b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn. 3.2.3 Andere bouwwerken Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn; b. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn; c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn. NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 11 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 4 4.1 Maatschappelijk - 2 Bestemmingsomschrijving De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. levensbeschouwelijke voorzieningen; b. medische- en sociaal-medische voorzieningen; c. educatieve voorzieningen; d. voorzieningen op het gebied van openbare dienstverlening; e. sociaal-culturele voorzieningen, met daaraan ondergeschikt: f. speelvoorzieningen; maar ook voor de daarbijbehorende: g. restauratieve voorzieningen; h. openbare nutsvoorzieningen; i. kunstobjecten; j. tuinen en erven. 4.2 Bouwregels 4.2.1 Toegelaten bouwwerken Op de gronden, bedoeld in lid 4.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals kerken, ziekenhuizen, onderwijsinstituten, kinderdagverblijven, bibliotheken, buurthuizen en opvangcentra; b. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen en kunstobjecten. 4.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken; b. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen; c. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven percentage bedragen. 4.2.3 Andere bouwwerken Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels: a. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn; c. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn; d. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn; e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn. 4.3 Afwijken van de bouwregels 4.3.1 Afwijkingsbevoegdheden Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de de regel van lid 4.2.3 sub a en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd. 4.3.2 Beoordelingscriteria Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: 12 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle a. b. c. d. e. 4.4 de woonsituatie; het straat- en bebouwingsbeeld; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken voor meer dan 12 evenementen per kalenderjaar. NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 13 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 5 5.1 Verkeer - Verblijfsgebied Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor a. wegen, straten en pleinen; b. parkeervoorzieningen; c. voet- en rijwielpaden; d. ontspanning en vermaak, maar ook voor de daarbij behorende: e. groenvoorzieningen en water; f. speelvoorzieningen; g. openbare nutsvoorzieningen; h. kunstobjecten; i. tuinen en erven. 5.2 Bouwregels 5.2.1 Toegelaten bouwwerken Op de gronden, bedoeld in lid 5.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen; b. andere bouwwerken, waaronder andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, kunstobjecten en kunstwerken. 5.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn; b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn. 5.2.3 Andere bouwwerken Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag maximaal 10 meter zijn; b. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn; c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn; d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, waaronder kunstwerken, mag maximaal 5 meter zijn. 14 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Hoofdstuk 3 Artikel 6 ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 15 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 7 7.1 Algemene gebruiksregels Algemene gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen, behalve als dit duidelijk is toegestaan in de bestemmingsregels; b. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; c. het opslaan van gerede of ongerede materialen of goederen buiten gebouwen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; d. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan; e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens. 7.2 Uitzonderingen Lid 7.1 geldt niet voor: a. het (tijdelijk) gebruik voor het realiseren of handhaven van de bestemming, zoals bouwwerkzaamheden, of het normale onderhoud van de gronden; b. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, maar alleen als dit noodzakelijk is voor het normale onderhoud van de gronden en de watergangen. 16 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 8 8.1 Algemene afwijkingsregels Afwijkingsbevoegdheden Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van: a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages, maar alleen als dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is; b. het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor het plaatsen van zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter. 8.2 Beoordelingscriteria Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.1 kan slechts worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 17 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Hoofdstuk 4 Artikel 9 9.1 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 9.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 sub a met maximaal 10%. c. Lid 9.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 9.2 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Lid 9.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 18 NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 Multifunctioneel Centrum Rottevalle Artikel 10 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle van de gemeente Smallingerland. Behorend bij het besluit van ......................................20.......... NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 19 13 7 5 11 9 D 786 D 591 D 788 27 D 789 1 0 Legenda D 178 D 176 D 175 D 502 Plangebied 9 3 D 174 37 D 1270 Plangebied 35 D 590 D 165 33 D 173 Bestemmingen 31 D 514 6 D 1162 29 Groen 0 2 G D 1163 D 310 D 383 D 515 5 Maatschappelijk - 2 M-2 D 520 D 466 1 D 521 D 481 25 D 1212 3 26 D 523 24 22 bouwvlak D 849 D 846 D 845 11 1a D 844 18 9 D 464 D 842 21 1b D 843 Aanduidingen 7 D 1211 D 516 V-VB 5 1 ctrafo D 1280 ei w es ri V D 524 23 Verkeer - Verblijfsgebied D 456 de D 493 ei dw l Bi D 522 r te as M D 431 2 3 maximum bouwhoogte (m) B D 517 20 1 Ts j er ke st ee D 727 c h D 1262 7 1 M-2 15 12 D 1263 D 1281 Verklaring 90 11 D 487 i we a r t s k Dy r e t s Ma D 228 en rr o u B 26 V-VB D 850 13 D 1264 D 805 11 12 a 12 10 1 D 848 D 151 4 1 2 1 0D 447 1 D 621 6 2 4 r te as M 4 6 D 802 6 D 448 D 450 10 D D 488 D 730 D 499 D 496 D 626 13 14 15 17 D 627 D 317 8 61 11 D 316 Verbeelding D 495 D 463 9 D 804 16 18 D 318 5 D 597 22 19-05-2014 BugelHajema schaal: 1 : 1000 Plek voor ideeºn status: voorontwerp projectnr.: 232.00.13.07.00 gezien: NL BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu D 628 9 21 D 598 datum: NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 19 Postbus 274, 9400 AG Assen W 20 D 319 Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle D 624 D 881 D 449 7 8 D 803 D 485 D 623 ei w rs pe ui K D 501 Gemeente SMALLINGERLAND D 506 D 880 2 D 801 gegevens GBKN 6 1 8 8 maximum bebouwingspercentage (%) D G D 847 D 630 31 D 599 45 29 47 T 0592 316 206 www.bugelhajema.nl E BNSP [email protected] Colofon Opdrachtgever Gemeente Smallingerland Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Projectleiding Mevrouw N. Linthorst Projectnummer 232.00.13.07.00 BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E [email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
© Copyright 2025 ExpyDoc