Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle

Bes te m mi ngs p l an M ul tifu n cti on ee l
Cent r u m Rot tev a l le
VOO R ON TW E R P
Bes te m mi ngs p l an M ul tifu n cti on ee l
Cent r u m Rot tev a l le
VOO R ON TW E R P
Inhoud
Toelichting + bijlage
Regels
Verbeelding
19 mei 2014
Projectnummer 232.00.13.07.00
O v e r z i c h t s k a a r t
232.00.13.07.00.toe
T o e l i c h t i n g
232.00.13.07.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
2
Inleiding
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Plangebied
5
1.3
Vigerend bestemmingsplan
6
1.4
Leeswijzer
6
Huidige en toekomstige situatie
9
2.1
Ruimtelijke situatie
9
2.2
Functionele situatie
10
2.3
Toekomstige situatie
11
2.3.1
3
Stedenbouwkundige randvoorwaarden en
beeldrichtlijnen
11
2.3.2
Duurzaamheid
16
2.3.3
Parkeren
17
2.3.4
Verkeersgeneratie
19
Beleidskader
3.1
3.2
Provinciaal beleid
21
3.1.1
Streekplan Fryslân
21
3.1.2
Provinciale Verordening Romte Fryslân
21
Gemeentelijk beleid
3.2.1
3.3
21
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP),
2013
22
3.2.2
Welstandsnota Smallingerland, 2004
24
3.2.3
Duurzaam bouwen
26
3.2.4
Toezicht en handhavingsbeleid Wabo 2012-2016
27
Waterbeleid
27
3.3.1
Nationaal beleid
27
3.3.2
Rol van de gemeente en van het waterschap in het
waterbeheer
28
3.3.3
Integraal Waterbeheerplan Friese Waterschappen
28
3.3.4
Waterplan Smallingerland, Smelne’s Wetterwrâld
(2007)
3.3.5
4
22
29
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland 2013-2016 30
Planologische randvoorwaarden
31
4.1
Inleiding
31
4.2
Archeologisch onderzoek
31
4.3
Wegverkeerslawaai
32
4.4
Luchtkwaliteit
33
4.5
Externe veiligheid
33
232.00.13.07.00.toe
4.6
5
6
Ecologisch onderzoek
34
4.6.1
Inleiding
34
4.6.2
Onderzoek
34
4.6.3
Soortenbescherming
35
4.6.4
Gebiedsbescherming
37
4.6.5
Conclusie
37
4.7
Bedrijven en (milieu)hinder
38
4.8
Waterparagraaf
38
Juridische toelichting
39
5.1
Plansystematiek
39
5.2
Bestemmingen
41
Uitvoerbaarheid
43
6.1
Economische uitvoerbaarheid
43
6.1.1
Financiële haalbaarheid
43
6.1.2
Grondexploitatie
43
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bijlage
232.00.13.07.00.toe
43
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding
Het voorliggende bestemmingsplan maakt de bouw van een multifunctioneel
centrum (hierna: MFC) mogelijk in het centrum van Rottevalle. Op de locatie
staat in de bestaande situatie het dorpshuis “It Tiksel”. Ten behoeve van de
realisatie van het MFC zal het bestaande gebouw geheel worden afgebroken.
Het MFC zal in ieder geval het dorpshuis huisvesten en de nieuwe samengevoegde school (voorheen de twee bestaande scholen in Rottevalle). Daarnaast
is het mogelijk dat andere kleinschalige functies wordt toegevoegd aan het
MFC, waarbij gedacht kan worden aan een kinderopvang of fysiotherapiepraktijk.
Figuur 1. Ligging van het plangebied in Rottevalle
(bron ondergrond: ruimtelijkeplannen.nl)
1.2
Plangebied
Het plangebied wordt langs drie zijden begrensd door wegen. Aan de zuidoostzijde is dit de Master Dijkstrawei, aan de zuidwestzijde de Master Kuiperswei
en aan de noordwestzijde is dit de Buorren. Met de noordoostzijde grenst het
plangebied aan de begraafplaats en de kerk.
De omgeving van het plangebied is vrijwel volledig bebouwd. De bebouwing is
qua uitstraling divers en bestaat hoofdzakelijk uit woningen. De bouwvorm is
vooral één bouwlaag met een kap. Aan de Buorren staat ook enige bebouwing
in twee bouwlagen met een kap (waaronder de monumentale dokterswoning).
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
5
In de omgeving van het plangebied staan voornamelijk vrijstaande woningen en
enkele twee-onder-een-kapwoningen. De rooilijn is zeer wisselend, de meeste
huizen hebben een ruime voortuin.
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Het vigerend bestemmingsplan betreft het plan ‘Kleine kernen oost’, vastgesteld door de gemeenteraad op 4 oktober 2011. In het bestemmingsplan heeft
het plangebied de bestemming ‘Maatschappelijk - 2’. Hierin passen diverse
maatschappelijke functies op het gebied van educatie, zorg, openbare dienstverlening en sociaal-culturele voorzieningen.
Het bouwvlak is gelegen op het bestaande dorpshuis, waarbij gesteld is dat alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak. Er gelden maximale goot- en
bouwhoogtes van respectievelijk 5 en 10 meter.
De oppervlakte van het beoogde gebouw is groter dan het bouwvlak zoals dat
in het plan is opgenomen. Het is daarom nodig voor het MFC een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Ook wijzigt op enkele plaatsen de bestemming.
Figuur 2. Vigerend bestemmingsplan Kleine kernen oost, met het
plangebied rood omkaderd
1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige situatie in en om het plangebied.
In hoofdstuk 3 komt het relevante provinciaal en gemeentelijk beleid aan bod.
In hoofdstuk 4 worden de planologische randvoorwaarden behandeld. In hoofd-
6
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
stuk 5 wordt ingegaan op de juridische vorm van het plan en in hoofdstuk 6 op
de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
7
H u i d i g e
2
e n
t o e k o m s t i g e
s i t u a t i e
2.1
Ruimtelijke situatie
Rottevalle is ontstaan als een vaartdorp, als gevolg van de verveningen van de
omgeving op de grens van de grietenijen Smallingerland, Achtkarspelen en
Tytsjerksteradiel. Aan weerszijden van de Lits en het Benedenverlaat kwam
daardoor halverwege de 17de eeuw bebouwing tot stand.
De kern lag verdeeld over drie verschillende grietenijen, wat in de dagelijkse
organisatie van het dorp, bijvoorbeeld met betrekking tot de school en de
kerk, lastige situaties opleverde. Toch duurde het nog tot 1943 voordat de hele
kern Rottevalle door wijziging van de gemeentegrenzen volledig in de gemeente Smallingerland kwam te liggen.
Het plangebied is zeer centraal gelegen in de dorpskern van Rottevalle. Er
staan diverse cultuurhistorisch waardevolle gebouwen in de directe omgeving,
uiteraard de naastgelegen kerk en de schuin tegenover het plangebied gelegen
pastorie. Andere bebouwing in de omgeving is juist weer moderner van aard,
waardoor het ruimtelijk beeld in de omgeving van het plangebied divers is.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
9
Figuur 3. Luchtfoto, met het plangebied rood omkaderd
(bron: Google Earth)
2.2
Functionele situatie
De hoofdfunctie van het dorp Rottevalle is uiteraard wonen. Het afgelopen
decennium is het aantal woningen gegroeid, waardoor ook het aantal inwoners
slechts marginaal is afgenomen (zie tabel 1).
Wat betreft de meeste voorzieningen is Rottevalle aangewezen op het ten
zuiden gelegen Drachten. Wel heeft Rottevalle nog twee scholen (die worden
samengevoegd) en een dorpshuis, die in het voorliggende plan de mogelijkheid
krijgen om gezamenlijk in het MFC gehuisvest te worden. Ook is er in het dorp
nog enige detailhandel aanwezig. Het dorp heeft een aantal actieve sportverenigingen en een gemeentelijke jachthaven (aan de noordzijde).
Tabel 1. Aantal inwoners en woningen in Rottevalle en de gemeente Smallingerland
Jaar
Rottevalle
Gemeente Smallingerland
aantal woningen
aantal inwoners
aantal woningen
aantal inwoners
2005
537
1.321
22.969
54.432
2010
575
1380
23.990
55.270
2012
580
1375
24.250
55.455
(bron: CBS)
ONTSLUITINGSWEG
Het plangebied is gelegen aan de kruising van twee belangrijke lokale ontsluitingswegen in Rottevalle, de Buorren en de Master Kuiperswei (overgaand in de
Bildwei).
10
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Figuur 4. Plangebied vanaf kruising de Buorren – Master Kuiperswei
(bron: Google Earth)
2.3
Toekomstige situatie
De bestaande bebouwing zal worden gesloopt om ruimte te maken voor een
nieuw gebouw. Het te realiseren multifunctioneel centrum zal de bestaande
scholen in Rottevalle (de openbare school Yn é Mande en de Protestants Christelijke basisschool De Finne) en het bestaande dorpshuis gaan huisvesten.
Daarnaast is er in het gebouw ruimte voor andere kleinschalige functies, waarbij gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een kinderopvang of een fysiotherapeut.
De bebouwing mag worden gerealiseerd in twee bouwlagen, met een maximale
bouwhoogte van 10 meter. Het gebouw kan plat worden afgedekt of worden
gerealiseerd met een kap.
Het speelterrein voor de scholen zal gerealiseerd worden rondom de school.
De openbare ruimte rondom het gebouw kan multifunctioneel worden gebruikt. De inzet is de ruimte zo groen mogelijk vorm te geven in samenspraak
met gebruikers en omwonenden.
2 . 3 . 1
Stedenbouwkundige randvoorwaarden en
beeldrichtlijnen
Ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld. De stedenbouwkundige richtlijnen geven aanwijzingen
voor de positionering in de ruimte, de terreininrichting, de benadering en
oriëntatie van het gebouw en meer algemeen het ambitieniveau van de bebouwing. Deze richtlijnen spelen met name een rol bij de bestemmingsplanprocedure en de architectenselectie en later bij het ontwerpen van de terrein-
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
11
inrichting. Hieraan gekoppeld zijn richtlijnen opgesteld voor de beeldkwaliteit
voor de bebouwing. Dit zijn de toetsingscriteria voor de uiteindelijke toetsing
van het bouwplan door de welstandscommissie. Deze criteria worden een
onderdeel van de gemeentelijke welstandsnota.
Rottevalle
De locatie voor het MFC ligt redelijk centraal in het dorp en ligt op de kruising
van diverse straten. Ten oosten grenst de locatie aan het oude kerkhof met de
voormalige hervormde kerk (rijksmonument) die dateert uit 1724 en in 1968
is gerestaureerd. De kerk heeft een driezijdig gesloten koor en is met de kerktoren gericht op de westzijde. De kerk is in gebruik voor diverse culturele activiteiten, naast speciale erediensten, huwelijken en begrafenissen.
Figuur 5. Ontwikkeling van Rottevalle door de eeuwen heen
Het deel van Rottevalle waar de locatie zich bevindt, ligt op de grens van
oudere en jongere bebouwing. De bebouwing aan de Buorren is duidelijk ouder
dan die in de omliggende straten (Master Kuiperswei, Master Dykstrawei,
Master de Vrieswei). Het dorp heeft een groot aantal karakteristieke bouwwerken, waaronder rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten.
12
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Figuur 6. Kenmerkende bebouwing in Rottevalle
Stedenbouwkundige richtlijnen
-
Bouwen binnen het bouwvlak; er is geen verplichte rooilijn.
-
Bouwvlak geeft ruimte aan blijvend zicht op het naastliggend rijksmonument (kerk).
-
Het gebouw stuurt op pleinvorming en entreeduiding.
-
Het gebouw is passend binnen schaal, maat van het dorp.
-
Hoge architectonische kwaliteit met oriëntatie op het omringend openbaar gebied.
-
Eén en deels twee lagen, tweede laag plat of als kapvorm.
-
Respect voor naastliggend kerkhof/kerk in bouwmassa en gevelexpressie.
-
Mogelijk dakterras op verdieping.
-
Uitgaan van handhaven mast (WAS-sirene).
-
Directe omgeving van het gebouw bestemmen als/te beschouwen als
openbare ruimte; “groen schoolplein”.
-
Terreinontwerp t.z.t. in samenwerking met afdeling Groenvoorziening;
in ieder geval handhaven twee moeraseiken in de zuidwestelijke hoek.
-
Bij noodzaak tot afbakening terrein; met groene haag of iets dergelijks
(geen zichtbare hekwerken).
-
Het maken van een groen dak wordt aanbevolen.
Beeldkwaliteit richtlijnen
Plaatsing
-
Het bijzondere gebouw en de openbare buitenruimte rondom het bijzondere gebouw dienen in het ontwerp als een samenhangend geheel te
worden beschouwd.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
13
-
Het bijzondere gebouw dient duidelijk als zelfstandige eenheid herkenbaar te zijn.
Hoofdvorm
-
Het nieuw op te richten gebouw dient in schaal en maat in verhouding
te staan tot de directe omgeving, zodanig dat het omgevingsbeeld niet
aangetast of verstoord raakt.
-
Een nieuw gebouw moet in hoofdvorm kunnen worden beschouwd als
verrijking van de (beeld)kwaliteit en beleving van de omgeving.
-
Bij (toekomstige) verbouw van het bijzondere gebouw moet de contour
van het oorspronkelijke gebouw zichtbaar blijven.
Aanzichten
-
Het nieuwe gebouw moet in (gevel)expressie kunnen worden beschouwd als een versterking van de beeldkwaliteit van het directe omgevingsbeeld.
-
Het gebruik van contrast als architectonisch beeldmiddel (in plaats van
aanpassen aan het bestaande omgevingsbeeld) is alleen denkbaar indien
dit verfijnd en van hoge kwaliteit is.
Opmaak
-
Materiaalgebruik gelijk aan of vergelijkbaar met het bestaande omgevingsbeeld; contrast alleen denkbaar indien verfijnd en van hoge kwaliteit.
-
Kleurgebruik aansluitend bij de aard en het (historische) karakter van
het omgevingsbeeld.
Diversen
-
Bij (ver)bouwinitiatieven die leiden tot een wijziging van het gebouw of
de directe omgeving daarvan, dient aantasting van de bijzondere waarden te worden voorkomen.
-
Het ontwerp moet inspelen op de rol van identiteitsbepalend gebouw op
dorpsniveau.
14
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Figuur 7. Met de klok mee, vanaf linksboven: westzijde (Master
Kuiperswei), noordzijde (de Buorren, ingang naar kerk), oostzijde
(grens
met
kerkhof),
zuidwestzijde,
zuidoostzijde
(Master
Dy k-
strawei), oostzijde (Master de Vrieswei)
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
15
Inrichting ruimte
Figuur 8. Schetsontwerp Ruimte
Het vlak op de tekening (zie figuur 8) is het maximaal te bebouwen bouwvlak.
Voorgesteld wordt ten bate van het schoolplein de huidige parkeerplaatsen (13
stuks) te laten vervallen. Dit wordt gecompenseerd aan de westzijde van de
Master Kuiperswei in de strook die gemeentelijk eigendom is, door 12 parkeerplaatsen te maken. De hier aanwezige woning wordt afgeschermd met een
haag. Verder wordt voorgesteld om aan de Master Dykstrawei twee langsparkeerplaatsen te maken. Afhankelijk van de te ontwikkelen plattegronden
wordt hier de mogelijkheid open gehouden om een tweede entree te ontsluiten. Langs de Buorren wordt de bestaande rabatstrook verbreed naar een
breedte van twee meter, zodat deze kan functioneren als volwaardige langsparkeerstrook voor (maximaal) zeven auto’s. Langs de Master Kuiperswei
wordt een twee meter brede strook gemaakt die oogt als een rabatstrook,
maar die dient als volwaardige langsparkeerstrook voor (maximaal) zes auto’s.
Deze zal veelal dienst doen als kiss & ride strook.
De huidige groenstructuur met bomen en heesters heeft geen kwalitatieve
waarde meer, uitgezonderd twee bomen in de zuidwesthoek van het perceel.
2 . 3 . 2
Duurzaamheid
Voor het nieuwe multifunctioneel centrum wordt voorgesteld gebruik te maken
van grasdaken. Hiervoor stelt de gemeente ook geld beschikbaar. Ook wordt
voorgesteld om de bestaande tanks voor regenwateropslag opnieuw in te zetten, onder meer voor hergebruik van water voor bijvoorbeeld het sanitair. Tot
slot is er een waterobject op het terrein van de huidige scholen, wat mogelijk
op het nieuwe terrein kan worden verwerkt. Het groene (school/speel)plein is
16
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
niet alleen duurzaam in educatieve zin, maar ook sociaal duurzaam in de zin
dat het gebruikt kan worden voor gezamenlijke dorpsactiviteiten en betrokkenheid van omwonenden bij de invulling en het gebruik en zo mogelijk het
onderhoud.
2 . 3 . 3
Parkeren
Voor de gebruikers en personeel van het MFC zijn parkeerplaatsen nodig. Daarnaast vraagt ook het halen en brengen van de schoolkinderen ruimte voor parkeren. Voor de berekening van de parkeervraag is gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers uit de publicatie 317 “Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie” van het CROW. Gebruik is gemaakt van de gemiddelde parkeernorm tussen
de minimum en maximum norm, voor een niet stedelijk gebied, rest bebouwde
kom.
Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd:
-
Basisschool met 5 leslokalen, parkeernorm 0,75 per leslokaal.
-
Peuterspeelzaal met 1 lokaal, parkeernorm 0,75 per leslokaal.
-
Dorpshuisfunctie à 385 m² bvo, parkeernorm 7,00 per 100 m² bvo1.
-
Kinderopvang à 100 m² bvo, parkeernorm 1,40 per 100 m² bvo.
-
Totale oppervlakte van het MFC is 1100 m².
Tabel 2. Aanwezigheidspercentages per functie en dagdelen
Werkdag
ochtend
middag
avond
nacht
Koopavond
Basisschool
100%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Peuterspeelzaal
100%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
5%
25%
90%
0%
90%
40%
100%
40%
100%
100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Functie
2
Dorpshuis
Kinderopvang
1
Zaterdag
Zondag
middag
avond
middag
Aangezien er geen specifieke parkeerkencijfers zijn voor dorpshuizen, is gebruik gemaakt
van de parkeernorm voor café/bar/cafetaria.
2
Aangezien er geen specifieke aanwezigheidspercentages zijn voor dorpshuizen, is gebruik
gemaakt van het aanwezigheidspercentage voor bioscoop/theater/podium/enzovoort.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
17
Benodigde aantal parkeerplaatsen
Op basis van bovenstaande uitgangspunten dient het volgende aantal parkeerplaatsen aangelegd te worden:
Tabel 3. Benodigde aantal parkeerplaatsen bij het nieuwe Multifunctioneel Centrum
koopavond
Werkdag
Maximale
Functie
behoefte
ochtend
middag
avond
nacht
Basisschool
3,75
3,75
3,75
0,00
0,00
Peuterspeelzaal
0,75
0,75
0,75
0,00
0,00
Dorpshuis
Zaterdag
Zondag
middag
avond
middag
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
26,95
1,35
6,74
24,26
0,00
25
11
27
11
Kinderopvang
1,4
1,40
1,40
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Totaal
33
8
13
25
0
25
11
27
11
Parkeren ten behoeve van halen en brengen
Naast de parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers is er ook sprake van halen
en brengen van schoolkinderen. De formule hiervoor is:
[aantal kinderen] x [% kinderen dat wordt gebracht] x [% brengen met de auto] /
[gemiddeld aantal kinderen per auto] / [turnover per parkeerplaats] = aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen.
-
Aantal kinderen = 150 (120 basisschool + 30 voor de peuterspeelzaal/kinderopvang)
-
Percentage kinderen dat wordt gebracht = 50%
-
Percentage brengen met de auto = 30%
-
Gemiddeld aantal kinderen per auto = 1,2
-
Turnover per parkeerplaats = 2 per haal- of brengmoment
Dit levert het volgende op:
150 kinderen x 50% dat wordt gebracht x 30% met de auto / 1,2 kinderen per
auto / 2 maal gebruik parkeerplaats per haal- of brengmoment = 10 parkeerplaatsen.
Totaal benodigde parkeerplaatsen
Ten behoeve van gebruikers en personeel ligt de piek in de parkeerbehoefte op
zaterdagavond met 27 parkeerplaatsen. Tijdens schooltijden ligt de parkeerbehoefte van het totale MFC op 13 parkeerplaatsen.
In de parkeerbehoefte wordt voorzien door aan de westzijde van de Master
Kuiperswei, in de strook die gemeentelijk eigendom is, 12 parkeerplaatsen te
maken. Daarnaast zijn rondom het perceel van het MFC langsparkeerstroken
voorzien: aan de noordzijde 7 parkeerplaatsen, zuidzijde 2 parkeerplaatsen en
westzijde 6 parkeerplaatsen.
18
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Naast het opvangen van de pieken in de parkeerdruk tijdens de avonduren,
kunnen deze stroken op werkdagen overdag in de behoefte voorzien van 10 kiss
& ride-plaatsen.
2 . 3 . 4
Verkeersgeneratie
Net zoals het aantal parkeerplaatsen berekend kan worden, kan ook het aantal
verkeersbewegingen worden berekend voor de school. Hierbij wordt wederom
uitgegaan van het aantal kinderen, het aandeel dat wordt gebracht, de vervoerswijze van halen/brengen en het aantal kinderen per auto. Daarnaast
wordt rekening gehouden met het aantal keren halen en brengen, waarbij elk
haal-/brengmoment bestaat uit twee ritten (huis-school en school-huis).
Dit levert het volgende op:
150 kinderen x 50% dat wordt gebracht x 30% met de auto / 1,2 kinderen per
auto x 4 haal-/brengmomenten (‘s ochtends brengen en halen en ‘s middags
brengen en halen) x 2 ritten = 150 verkeersbewegingen per dag.
Daarbij komen nog de verkeersbewegingen van het personeel van de school/
peuterspeelzaal/kinderdagverblijf. Dit is de parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen x 2 ritten = 12 ritten per dag.
Ten slotte wordt nog het autobezoek aan de dorpshuisfunctie gerekend:
16 parkeerplaatsen (3,5 overdag en 12,6 ‘s avonds) x 2 ritten = 32 ritten per
dag.
Voor dorpshuisfuncties zijn geen gegevens bekend over de verkeersgeneratie.
Volledigheidshalve wordt hier rekening gehouden met 100 ritten per dag. De
totale verkeersgeneratie voor het MFC komt daarmee uit op circa 300 ritten
per dag.
Er zijn geen verkeerstellingen beschikbaar van de direct aanliggende straten
van het toekomstig MFC. De Heidbuorren kent als één van de entrees van
Rottevalle een intensiteit van circa 1.500 mvt/werkdag (meting uit 2009 was
1.400 mvt/werkdag). Aangenomen mag worden dat de Buorren en de overige
straten rondom het MFC een lagere intensiteit kennen dan deze 1.500
mvt/werkdag.
Bij een dergelijke intensiteit met daarbij opgeteld een verkeersgeneratie van
300 mvt/werkdag als gevolg van het MFC, blijft de totale verkeersdruk op wegen rondom het MFC binnen aanvaardbare proporties voor woonstraten.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
19
3
B e l e i d s k a d e r
3.1
Provinciaal beleid
3 . 1 . 1
Streekplan
Fryslân
Op 13 december 2006 is het Streekplan Fryslân 2007 door Provinciale Staten
vastgesteld. Hierin zet de provincie haar ruimtelijk beleid voor de periode tot
2015 uiteen. In het streekplan wordt gestreefd naar een verhoging van de
ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de
ruimte. In het streekplan wordt gesteld dat ruimtelijke kwaliteit niet alleen
een economische factor is voor de toekomst, maar ook sociale, ecologische en
culturele belangen dient en daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel is.
In het streekplan wordt gekozen voor zes stedelijke centra, waaronder het
stedelijk centrum Drachten, die samen het stedelijk netwerk Fryslân vormen.
Efficiënt ruimtegebruik staat hierbij centraal. Concentratie van woningbouw
zal plaats moeten vinden in de bundelingsgebieden rond de zes stedelijke
centra in de provincie. Hiermee wordt voldoende schaal en massa voor sterke
steden en een voldoende draagvlak voor de stedelijke voorzieningen nagestreefd. Het plangebied valt binnen het stedelijk bundelingsgebied Drachten.
In de bundelingsgebieden dient een breed en divers aanbod aan woningtypen
en woonmilieus beschikbaar te zijn.
3 . 1 . 2
Provinciale Verordening
Romte
Fryslân
Op 15 juni 2011 hebben Provinciale Staten van Fryslân de Verordening Romte
Fryslân vastgesteld. In de Verordening Romte Fryslân geeft de provincie
Fryslân de regels aan die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke
belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen. Het plangebied
ligt binnen het bestaand stedelijk gebied van de kern Drachten, zoals in figuur
9 is te zien. Het provinciaal beleid is er op gericht onder andere wonen en
werken zoveel mogelijk te bundelen in bestaand stedelijk gebied om zo zorgvuldig ruimtegebruik te bewerkstelligen.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
21
Figuur 9. Begrenzing bestaand bebouwd gebied van Rottevalle (het
plangebied is rood omkaderd), (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
3.2
Gemeentelijk beleid
3 . 2 . 1
Gemeentelijk Verkeers-
en Vervoersplan
(GVVP), 2013
Het verkeer- en vervoerbeleid van de gemeente is vastgelegd in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) van 2013. Doel van dit beleid is om:
-
de leefbaarheid en leefkwaliteit te vergroten en de menselijke maat
terug te brengen in het verkeer;
-
de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid te verbeteren;
-
een optimale bereikbaarheid te creëren en te garanderen voor zowel
locaties als weggebruikers;
-
zorg te dragen voor een herkenbare inrichting van de verkeersstructuur,
waardoor weggebruikers hun weg kunnen vinden en weten welk (verkeers)gedrag van hun verwacht wordt.
Voor het bereiken van deze doelstellingen worden de principes van ‘Shared
Space’ en Duurzaam Veilig gecombineerd toegepast: Shared Space waar kan,
Duurzaam Veilig waar moet.
Wegenstructuur
Er wordt onderscheid gemaakt naar wegen die primair een verkeersfunctie
hebben en wegen waar verblijven centraal staat. Op wegen uit deze laatste
categorie is vaak ook sprake van meerdere functies, zoals spelen, groen, ontsluiten, wonen of werken. Afhankelijk van de mate van de verkeersfunctie,
22
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
zijn de wegen ingedeeld als stroomweg (pure verkeersfunctie), gebiedsontsluitingsweg (op wegvakken verkeersfunctie, op kruispunten uitwissel/verblijfsfunctie) of erftoegangsweg (pure verblijfsfunctie). Alle wegen in Rottevalle,
ook die rondom het plangebied, zijn aangewezen als erftoegangsweg, waar het
verblijven centraal staat.
In verblijfsgebieden (erftoegangswegen) wordt gewerkt volgens het Shared
Space-principe, waarbij de inrichting bepaald wordt door het gehele perspectief van functies, omgeving en landschap. Bij gebiedsontsluitingswegen moeten
de kansen voor Shared Space benut worden. De kruispunten, waar juist de uitwisseling van verkeer en functies plaatsvindt, vormen hierbij primair de potentieel kansrijke locaties. Bij stroomwegen worden de inrichtingsprincipes van
Duurzaam Veilig gevolgd.
Langzaam verkeer
Ten aanzien van fietsvoorzieningen is op gebiedsontsluitingswegen uitgangspunt dat het fietsverkeer wordt gescheiden van het gemotoriseerde verkeer
door middel van vrijliggende paden of parallelle routes. Op erftoegangswegen
geeft de gemeente de voorkeur aan een inrichting die past binnen het concept
van Shared Space. Dit betekent dat fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer gezamenlijk de ruimte delen. Mits hiervoor goede argumenten zijn, kan van dit
principe worden afgeweken. Voor voetgangers geldt dat er voldoende ruimte
voor hen moet zijn en dat deze ruimte ook goed toegankelijk is voor lichamelijk en visueel gehandicapten.
Parkeren
In bestaande gebieden geldt dat de gemeente terughoudend is met het opofferen van (openbare) groenvoorzieningen ten behoeve van extra parkeerplaatsen. Bij nieuwbouwplannen en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met voldoende parkeerruimte voor zowel de auto als
de fiets. Hierbij dient het parkeren primair op eigen terrein opgelost te worden. Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt bepaald door de parkeernormennota van de gemeente Smallingerland en de geldende parkeerkencijfers
van het CROW.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer levert een belangrijke bijdrage aan de bereikbaarheid
en ontsluiting van Smallingerland. Om goed openbaar vervoer te waarborgen
worden busroutes ‘busvriendelijk’ ingericht en dienen haltes/overstappunten
te voldoen aan eisen met betrekking tot opstel- en wachtruimte, stallingvoorzieningen en fiets- en looproutes.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
23
3 . 2 . 2
Welstandsnota Smallingerland,
2004
Het doel van het welstandstoezicht is, om in alle openheid, een bijdrage te
leveren aan de belevingswaarde van de gemeente. Het welstandsbeleid van de
gemeente Smallingerland is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale
overheid het belang van een aantrekkelijke bebouwde omgeving dient te
behartigen. De gevels van gebouwen en andere bouwwerken vormen samen
met de openbare ruimte de dagelijkse leefomgeving van de mensen in Smallingerland.
Het welstandsbeleid geeft de mogelijkheid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden die in een bepaald gebied aanwezig
zijn, te benoemen en een rol te laten spelen bij de ontwikkeling en de beoordeling van bouwplannen. Door deze gebiedsgerichte aanpak wil de gemeente
de belangrijkste karakteristieken van de bebouwing beschermen en zorgen dat
nieuwe ontwikkelingen daarop voortbouwen.
De gehele gemeente is in een groot aantal gebieden opgedeeld, met elk hun
eigen toepasselijke welstandskader. Nieuw- en verbouwplannen dienen zich te
voegen binnen de betreffende welstandskaders.
De welstandsnota wordt door de gemeente geactualiseerd. In de nota wordt
een categorie ‘bijzondere objecten/gebouwen’ opgenomen voor bestaande en
nieuwe gebouwen die eigenstandig op een locatie staan. Vooruitlopend op de
vaststelling van de nota worden nu reeds de hierbij behorende criteria gebruikt.
24
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Figuur 10. Detail van de Welstandsnota Smallingerland, het plangebied is rood omkaderd
Bijzondere objecten (bestaand en nieuw) kunnen gebouwen en complexen van
OBJECTBESCHRIJVING
gebouwen zijn, maar ook kunstwerken en pleinen of zelfs een specifieke beplanting. Deze objecten kunnen zo waardevol, karakteristiek en/of beeldbepalend voor de beeldkwaliteit van een gebied zijn óf ze hebben een zo bijzondere functie, dat daarvoor een afzonderlijk beoordelingskader is ontwikkeld.
De begrippen ‘gewoon’ (iets dat niet opvalt en vaak voorkomt) en ‘bijzonder’
(iets dat opvalt en niet vaak voorkomt) hebben bij de ontwikkeling van deze
criteria een belangrijke rol gespeeld. Om te bepalen wat er wordt verstaan
onder een bijzonder (solitair) object of gebouw moet eerst worden bepaald
wat onder een ‘gewoon’ (solitair) object of gebouw wordt verstaan.
Een ‘gewoon’ (solitair) object of gebouw is bijvoorbeeld een gebouw dat direct
als passend wordt ervaren in zijn directe omgeving. Het karakter en de kenmerken van een gebied zijn in deze welstandsnota in de gebiedsgerichte criteria beschreven in termen van plaatsing, hoofdvorm, aanzichten en opmaak.
Een ‘gewoon’ gebouw kan met de gebiedsgerichte criteria op eenvoudige en
heldere wijze worden getoetst.
Bijzondere (solitaire) objecten of gebouwen daarentegen wijken (bewust/
sterk) af van de gebiedsgerichte criteria, het ‘gewone’, en kennen minimaal
één of meer van de onderstaande bijzondere waarden:
-
Stedenbouwkundige waarde: Landmarks, opvallende bebouwing bijvoorbeeld op de kruising van belangrijke wegen of opvallende typologie van
bebouwing als molens en torens.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
25
-
Architectonische waarde: gebouwen, complexen of elementen die door
een uitgesproken vormgeving een bepaalde bouwstijl vertegenwoordigen. Ook gebouwen met een uitgesproken hoge architectonische kwaliteit vallen hieronder.
-
Functionele waarde: gebouwen, complexen of elementen die bijzondere
functies herbergen die van belang zijn voor de stad, bijvoorbeeld een
station, bibliotheek of tankstation.
-
Culturele waarde: gebouwen, complexen of elementen die een bijzondere cultuurfunctie hebben, bijvoorbeeld de schouwburg, bioscopen of
andere theaters. Pleinen of andere plekken waar veel culturele manifestaties plaatsvinden hebben eveneens een culturele waarde.
-
Sociaal-maatschappelijke waarde: gebouwen, complexen of elementen
die een uitgesproken functie hebben voor de gemeenschap, bijvoorbeeld
buurtcentra, het gemeentehuis en scholen.
-
Symbolische waarde: gebouwen, complexen of elementen die symbool
staan voor geloofsovertuigingen (bijvoorbeeld kerk, moskee, kerktoren,
klooster, kapel).
-
Cultuurhistorische waarde: gebouwen, complexen of elementen die een
bepaalde gebeurtenis of periode uit de Smallingerlandse geschiedenis
vertegenwoordigen.
-
Landschappelijke waarde: gebouwen, complexen, elementen of structuren die de beleving van een bijzonder landschapstype mogelijk maken
of versterken. Ook parken en bijzondere groenstructuren hebben een
landschappelijke waarde.
BELEID, WAARDEBEPALING
Om te voorkomen dat voor elk nieuw bijzonder gebouw een eigen set criteria
EN ONTWIKKELING
geschreven wordt in de vorm van een beeldkwaliteitsplan, zijn de meer algemene criteria voor bijzondere nieuwe (solitaire) gebouwen opgesteld. Deze
criteria richten zich minder op de relatie tussen gebouw en omgeving, maar
meer op het object zelf, zonder de belangen van de buren of buurt in het geding te laten komen.
De criteria voor bijzondere nieuwe (solitaire) bouwwerken worden altijd in
combinatie met de gebiedsgerichte criteria voor het betreffende gebied toegepast. De gebiedsgerichte criteria zijn daarbij echter richtinggevend, maar
niet bepalend.
WELSTANDSAMBITIENIVEAU
Door de mogelijk grote impact voor het omgevingsbeeld geldt voor deze objecten een bijzonder ambitieniveau.
3 . 2 . 3
Duurzaam bouwen
Duurzaam bouwen is een belangrijk aspect waarmee de gemeente Smallingerland toonaangevend is. Speerpunten in dit duurzaam bouwen-beleid zijn het
integraal waterbeheer en het toepassen van alternatieve energiebronnen.
Naast deze fysieke tak van het duurzaam bouwen-beleid, kent de gemeente
26
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
ook een sociale tak in de vorm van de kwaliteit van de leefomgeving. Aan deze
sociale duurzaamheid wordt bijgedragen door onder andere het toepassen van
een bepaalde variatie in de bebouwing, een differentiatie in functies, inbreiden in plaats van uitbreiden en een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de
openbare ruimte. Voor het MFC geldt dat de uitgangspunten van het duurzaam
bouwen bij de uitwerking van het plan dienen te worden betrokken.
3 . 2 . 4
Toezicht en handhavingsbeleid
Wabo
2012-2016
In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de plicht voor het
opstellen van handhavingsbeleid en een uitvoeringsprogramma vastgelegd. Dit
handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma zijn grotendeels gebaseerd op
de uitvoeringsprogramma’s “Milieu en Bouwen” en de opgedane ervaringen van
voorgaande jaren. Het beleid en programma bevatten de gemeentelijke taken
met betrekking tot het omgevingsrecht. Dit betreft vooral de aandachtspunten
met betrekking tot bouwen, brandveilig gebruik, milieu, bestemmingsplannen,
de kap- en inritvergunningen. Het accent van de werkzaamheden ligt bij de
afdeling Publiek, eenheid Vergunningen en handhaving. Het doel hiervan is om
helder te maken wat het college, de gemeenteraad, de burgers en bedrijven
ten aanzien van de uitvoering en handhaving mogen verwachten.
3.3
Waterbeleid
3 . 3 . 1
Nationaal beleid
In het nationale waterbeleid, vastgelegd in onder meer de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en
de Europese Kaderrichtlijn water, staat het duurzaam omgaan met water centraal: het waarborgen van voldoende veiligheid en het zo klein mogelijk houden van de kans op wateroverlast. Dit moet mede gezien worden in het kader
van de problematiek met betrekking tot ontwikkelingen als klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelstijging. Hiervoor is de trits ‘vasthouden – bergen – afvoeren’ maatgevend. Kort gezegd betekent dit dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het
water afgevoerd. Uitgangspunten in dit verband zijn:
1.
Geen afwenteling van problemen naar andere compartimenten in ruimte
en tijd.
2.
Zoveel mogelijk gebiedseigen water vasthouden en de inlaat van gebiedsvreemd water zoveel mogelijk beperken.
3.
Beperking van overlast door (grond)water of tekort aan water.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
27
Naast de waterkwantiteit heeft duurzaam omgaan met water ook betrekking
op de waterkwaliteit. Hierbij staat de trits ‘schoonhouden - scheiden - zuiveren’ centraal. Bij schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het
water zo veel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en
vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en
scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.
Uitgangspunten in dit verband zijn:
1.
Vervuiling waar mogelijk bij de bron aanpakken.
2.
Voorkomen van verspreiding van verontreinigingen.
3.
Benutten van schoon water.
Het beleidsdoel duurzaam omgaan met water dient niet alleen in waterbeheerplannen te worden uitgewerkt, maar er dient ook in de ruimtelijke ordening,
waaronder de bestemmingsplannen, rekening mee te worden gehouden.
Afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening kan door:
1.
het bieden van ruimte voor water in verband met veiligheid, wateroverlast en zoetwaterbeheer;
2.
water als ordenend principe in de functietoekenning;
3.
kansen benutten die water biedt voor de vergroting van de belevingswaarde en functiecombinaties (bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden
van voormalige waterlinies);
4.
randvoorwaarden aan de inrichting en het beheer op basis van water
(bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen, zodat de grondwaterstand hoog
kan blijven);
5.
effecten op waterkwaliteit meewegen bij besluitvorming in de ruimtelijke ordening.
3 . 3 . 2
Rol van de gemeente en van het
waterschap in het waterbeheer
Tegenwoordig wordt veelal de lijn gevolgd dat het waterschap primair verantwoordelijk is voor de (oppervlakte)waterhuishouding, zoals waterkwaliteit, beveiliging tegen hoog water, peilbeheer en aan- en afvoer van water. (Het
grondwater wordt beheerd door de provincie.) Per 1 januari 2004 zijn de Friese
waterschappen gefuseerd tot één Wetterskip Fryslân. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het Waterbeheerplan en in de Keur.
3 . 3 . 3
Integraal Waterbeheerplan Friese
Waterschappen
De zes voormalige Friese waterschappen hebben samen een Integraal Waterbeheerplan (IWBP) opgesteld. Het bestaat uit een algemeen deel en zeven
deelplannen voor afzonderlijke gebieden.
28
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
In het Integraal Waterbeheerplan geven de voormalige waterschappen aan hoe
zij de komende jaren hun doelstellingen van het integraal waterbeheer willen
bereiken. Daarbij wordt aandacht besteed aan onder meer veiligheid, afwatering, peilbeheer, oevers, eutrofiëring, emissies, waterbodems en onderhoud.
Keur
Het Wetterskip Fryslân heeft een Keur opgesteld. De keur is een verordening
die strekt tot bescherming van de werken in beheer bij het waterschap. De
keur bevat een stelsel van gebods- en verbodsbepalingen ten aanzien van de
waterkeringen, waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Voor de uit te voeren
werken in de plangebieden moet op basis van de Keur een ontheffingsaanvraag
ingediend worden door de initiatiefnemer.
Gemeentelijke taken liggen bij de aanleg en het beheer van riolering, vaarwegenbeheer, bescherming van landschappelijke waarden van wateren, verlenen
en handhaven van vergunningen op basis van het bestemmingsplan, en momenteel ook nog het onderhoud van watergangen (hoewel deze laatste taak meer
en meer richting het waterschap gaat).
Uit het vorenstaande blijkt dat, ondanks de verschillende rollen, de gemeente
en het waterschap elkaars natuurlijke partner zijn bij het voeren van het waterbeheer. Dat betekent dat beide partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden een rol spelen in de uitvoering van het waterbeheer én
elkaar daarbij zoveel mogelijk informeren en bijstaan in gevallen waarbij dit
vanuit het perspectief van het waterbeheer van belang is. Concreet: het waterschap handhaaft de regels die in de Keur zijn opgenomen; de gemeente
handhaaft de gemeentelijke verordeningen (waaronder het bestemmingsplan)
en daar waar er sprake is van gemeenschappelijk belang of gemeenschappelijke betrokkenheid zoeken partijen elkaar op om tot afstemming te komen.
3 . 3 . 4
Waterplan Smallingerland, Smelne’s
Wetterwrâld (2007)
In 2007 is het Waterplan van de gemeente Smallingerland gereed gekomen.
Het plan is opgesteld in nauwe samenwerking met het Wetterskip Fryslân. De
gemeente en het Wetterskip hebben een samenhangend pakket van maatregelen opgesteld:
1.
Meer betrokkenheid, efficiënter waterbeheer (creëren van interne betrokkenheid en draagvlak.
2.
Stedelijke wateropgave in beeld (maatregelen om wateroverlast te
voorkomen).
3.
Geld als water (financieren door werk met werk te maken, externe middelen, het verbreed rioolrecht en subsidies).
4.
Van streefbeeld naar maatregel (opstellen van een maatregelenprogramma met een omschrijving per project.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
29
Vervolgens gaat het Waterplan in op de 4 pijlers van het maatregelenprogramma:
1.
Droge plantsoenen en tuinen: meer ruimte voor het watersysteem
creëren, volgens het principe van vasthouden – bergen – afvoeren.
2.
Bewustwording: afstemming met andere organisaties en een goede informatievoorziening naar burgers.
3.
Europese Kaderrichtlijn Water (EKW) en het waterleven: het naleven
van de Europese richtlijnen om een goede waterkwaliteit te waarborgen.
4.
Recreatie: creëren van mogelijkheden voor recreatie, zichtbaar maken
van water en het verbeteren van de wateroevers en –kwaliteit.
Op basis van het voorgaande wordt verreweg het grootste deel van het Waterplan besteed aan de lijst met concrete projecten. Dit betreft bijvoorbeeld het
opstellen van een grondwaterplan, het opstellen van diverse waterstructuurplannen voor wijken in Drachten, het verrijken van de begroeiing bij waterpartijen en oevers in het Fennepark en de Singels, voorlichting aan burgers over
duurzaam waterbeheer en de monitoring van de uitvoering van plannen. Ieder
project is uitgewerkt volgens dezelfde opzet, waarbij aspecten als ‘eindresultaat’, ‘einddatum’ en ‘projectstructuur’ worden benoemd.
In de laatste hoofdstukken gaat het plan in op de kosten en de organisatie.
3 . 3 . 5
Gemeentelijk Waterplan Smallingerland
2013-2016
De gemeente heeft een nieuw waterplan opgesteld (vastgesteld op 4 december
2012). Doel van het waterplan is het oude waterplan te actualiseren (zowel visie als maatregelenprogramma), waarbij ook een grondwaterplan hoort en
daarnaast afstemming te zoeken met andere beleidsplannen. Het waterplan
dient als basis voor de voortzetting van het beleid op het gebied van duurzaam
waterbeheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
30
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
4
P l a n o l o g i s c h e
r a n d v o o r w a a r d e n
4.1
Inleiding
Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang dat inzicht wordt
verschaft in de invloed van de verschillende functies op elkaar binnen het
plangebied. Planologisch gezien mogen die verschillende functies elkaar niet
negatief beïnvloeden.
4.2
Archeologisch onderzoek
Op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg is het noodzakelijk in ruimtelijke plannen aandacht te besteden aan mogelijk aanwezige archeologische waarden in het betreffende plangebied. De provincie heeft op
haar website een kaart (Friese Archeologische MonumentenKaart Extra, FAMKE)
geplaatst, waarop staat aangegeven in welke gebieden een bepaald soort onderzoek dient te worden uitgevoerd en in welke gevallen dit onderzoek achterwege kan blijven.
Voor het onderhavige plangebied is op de archeologische kaart van de provin-
STEENTIJD-BRONSTIJD
cie aangegeven dat er voor de periode steentijd-bronstijd alleen onderzoek
nodig is bij ingrepen groter dan 2,5 hectare. Het plangebied is veel kleiner dan
deze oppervlakte. Onderzoek naar archeologische waarden voor de periode
steentijd-bronstijd is daarom niet nodig.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
31
Figuur 11. Detail FAMKE-kaart provincie Fryslân (het plangebied is
zwart omkaderd)
IJZERTIJD-MIDDELEEUWEN
Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen is aangegeven dat onderzoek niet nodig is. Het plangebied is gelegen naast een gebied waarvan bekend is dat het
archeologisch waardevol is, het ligt echter niet binnen de archeologische
waardevolle zone. Een archeologisch onderzoek naar waarden uit de periode
ijzertijd-middeleeuwen is niet nodig.
Figuur 12. Detail FAMKE-kaart provincie Fryslân (het plangebied is
zwart omkaderd)
CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van voorliggend bestemmingsplan wordt niet belemmerd
door de aanwezigheid van archeologische waarden. Verder onderzoek is niet
nodig.
4.3
Wegverkeerslawaai
Op grond van de Wet geluidhinder is langs elke weg een geluidzone van kracht.
Deze verplichte zonering heeft een tweeledige functie. Enerzijds worden de
gebieden afgeperkt waarbinnen de ondervonden geluidhinder moet worden teruggedrongen. Anderzijds bieden de geluidszones de gemeente de mogelijkheid te voorkomen dat in de toekomst geluidhinderlijke situaties ontstaan. De
32
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
breedte van de geluidszones hangt samen met de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk). In principe heeft elke weg een zone, met uitzondering
van wegen:
1.
die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
2.
waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
Voorliggend plan is gelegen in een bebouwd gebied waar alle wegen een 30
km/uur regime hebben. Hinder door wegverkeer is daardoor praktisch uitgesloten.
Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft geluidhinder uitvoerbaar wor-
CONCLUSIE
den geacht.
4.4
Luchtkwaliteit
De wetgeving met betrekking tot de luchtkwaliteit is opgenomen in titel 5.2
van de Wet milieubeheer. De normstelling die daarop is gebaseerd is opgenomen in bijlage 2 van de Wet milieubeheer.
In het algemeen kan worden gesteld dat onder meer uit de actuele grootschalige basiskaarten Nederland (GCN-kaarten) van het Milieu en Natuur Planbureau (www.mnp.nl) blijkt dat in de noordelijke provincies de achtergrondconcentraties laag zijn. Er worden geen grenswaarden overschreden. In de gemeente Smallingerland zijn de Zuider- en Noorderhogeweg in Drachten de
drukste wegen. Voor deze wegen zijn in 2008 berekeningen uitgevoerd. Uit de
resultaten blijkt dat er geen overschrijdingen van de luchtkwaliteitsnormen
zijn aangetoond (stikstofoxide (NO2), koolmonoxide (C0), fijn stof (PM10) en
benzeen (C6H6)). Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de
luchtkwaliteit ook voor voorliggend bestemmingsplan, gelegen buiten Drachten, geen belemmering geeft.
Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft luchtkwaliteit uitvoerbaar wor-
CONCLUSIE
den geacht.
4.5
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een
ernstig ongeval voor de omgeving door:
-
inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden;
-
transportroutes van gevaarlijke stoffen;
-
buisleidingen.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
33
Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico’s voor de
burger door bovengenoemde activiteiten. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. Dat betreft:
CONCLUSIE
-
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
-
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRNVGS);
-
Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Binnen of buiten dit plangebied zijn geen risicobronnen aanwezig waarvan de
risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen. De wet- en
regelgeving voor externe veiligheid heeft dan ook geen gevolgen voor dit bestemmingsplan.
4.6
Ecologisch onderzoek
4 . 6 . 1
Inleiding
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992 van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt. Volgens de Flora- en
faunawet is het verboden om beschermde planten te verwijderen of te beschadigen (artikel 8), beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen
(artikel 9) of opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen (artikel 11). Ook het rapen of beschadigen van eieren van beschermde dieren is verboden (artikel 12).
In aanvulling op de bestemmingsplanprocedure moet voor de uitvoering van
alle ruimtelijke plannen worden onderzocht welke natuurwaarden aanwezig
zijn en of er verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet zullen worden overtreden. Als aan de voorwaarden voor de verlening van die ontheffingen kan
worden voldaan, moet voor de aanvang van de werkzaamheden een ontheffing
zijn verleend. Daartoe moet tijdig een aanvraag worden ingediend via de
Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken (EZ).
4 . 6 . 2
Onderzoek
KADER
Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied uitgevoerd. Tevens is gekeken naar de effecten op beschermde natuurgebieden in de omgeving. Het
doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Floraen faunawet (Ffw), een Voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet
1998 (Nbw 1998) of een analyse in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid noodzakelijk is.
34
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
Het plangebied is daartoe op 12 februari 2014 bezocht door een ecoloog van
BügelHajema Adviseurs.
Figuur 13. Het plangebied gezien vanaf de zuidzijde
Het plangebied is gelegen in de dorpskern en bestaat naast de bebouwing van
TERREINOMSTANDIGHEDEN
het dorpshuis uit verhard parkeerterrein, trottoir en gazon met bomen. Het
dorpshuis is in één en twee bouwlagen opgetrokken uit gevels van baksteen. De
deels platte en licht hellende daken zijn bedekt met bitumen. Het licht hellende dak heeft een overstek dat af is getimmerd met Trespa.
Figuur 14. Het plangebied gezien vanaf de noordzijde
4 . 6 . 3
Soortenbescherming
Achter de Ffw staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende
FLORA- EN FAUNAWET
beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de ‘lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten’.
De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Flora- en faunawet
van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van
planten- en diersoorten, hierna te noemen: licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd. De inheemse vogelsoorten hebben een eigen
afwijkend beschermingsregime; ze vallen zowel onder het middelzware als
strenge beschermingsregime.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
35
INVENTARISATIE
Uit het raadplegen van de Nationale Database Flora en Fauna 3 (NDFF) via
Quickscanhulp.nl4 NDFF - quickscanhulp.nl 11-02-2014 11:59:01) blijkt dat in
de omgeving van het plangebied de laatste vijf jaar verschillende middelzwaar
en streng beschermde soorten zijn waargenomen. Binnen een omtrek van één
kilometer tot het plangebied gaat het om steenmarter en een aantal vogelsoorten. Op een grotere afstand zijn verder ook waarnemingen van onder meer
verschillende soorten vaatplanten, vleermuizen en vissen geregistreerd. Dit
beeld is ook te verwachten voor een gebied dat gelegen is binnen een dorpskern in het Friese woudengebied.
Op basis van het veldbezoek blijkt dat het plangebied een zeer beperkte natuurwaarde kent. Beschermde wilde planten zijn niet aangetroffen en worden
gezien de terreinomstandigheden ook niet binnen het plangebied verwacht.
Het gebouw is op basis van de constructie en bouwmaterialen niet geschikt als
verblijfplaats voor gebouw bewonende fauna, zoals vleermuizen. Aan de
noordoostzijde is een greppel gelegen met een wat ruigere vegetatie. Langs de
straat de Buorren is een groenstrook gelegen, waarin verschillende heesters
zijn aangeplant. De bomen rond de bebouwing zijn vrij fors. In de bomen zijn
echter geen voor vleermuizen geschikte holten en spleten aanwezig. Het is
goed mogelijk dat tijdens het broedseizoen vogelsoorten zoals houtduif en
Turkse tortelduif in de bomen en heesters nestelen. Binnen het plangebied zijn
geen jaarrond beschermde nesten aangetroffen en deze worden gezien de terreinomstandigheden hier ook niet verwacht. Alle inheemse vogelsoorten zijn
streng beschermd.
TOETSING
Indien werkzaamheden, en dan met name het verwijderen van bomen, tijdens
het broedseizoen worden uitgevoerd kunnen in gebruik zijnde nesten van vogels worden verstoord en vernietigd. Het is verboden nesten van vogels (indien
nog in functie) te verstoren of te vernietigen (artikel 11 en 12 van de Ffw). Op
basis van de uitgevoerde inspectie wordt niet verwacht dat er in of aan de bebouwing nestplaatsen aanwezig zijn. Vogels kunnen wel in de bomen en heesters nestelen. Om verstoring en vernietiging van in gebruik zijnde nestplaatsen
te voorkomen dient bij de planning en uitvoering van de werkzaamheden daarom rekening te worden gehouden met het broedseizoen. De Flora- en faunawet
kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een
broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat
het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt.
3
Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF is de meeste complete natuurdatabank
van Nederland. De NDFF geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame
planten en dieren en bevat uitsluitend gevalideerde gegevens: de Gegevensautoriteit
4
Natuur heeft vastgesteld dat ze kloppen. Informatie is te vinden op www.natuurloket.nl.
Quickscanhulp.nl is een online applicatie waarmee een afgeleide van data uit de NDFF
wordt weergegeven. Het is daarmee een hulpmiddel voor ervaren ecologen om te bepalen
of een beschermde soort wel of niet in het plangebied kan voorkomen. Quickscanhulp.nl
geeft aan op welke afstand waarnemingen van beschermde soorten in relatie tot het plangebied zijn aangetroffen. Voor Quickscanhulp.nl worden alleen gevalideerde waarnemingen
gebruikt, de Gegevensautoriteit Natuur staat hiervoor in.
36
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
4 . 6 . 4
Gebiedsbescherming
In de Nbw 1998 is de bescherming van specifieke (natuur)gebieden geregeld. In
NATUURBESCHERMINGSWET
de Nbw 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn verwerkt. Onder de Nbw 1998 zijn drie typen gebieden aangewezen
en beschermd: Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en
Wetlands. Verder is deze wet de basis voor het Natuurbeleidsplan waarin het
concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is opgenomen.
De EHS is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen na-
ECOLOGISCHE
tuurgebieden. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de provinciale
HOOFDSTRUCTUUR
EHS is voor provincie Fryslân uitgewerkt in het Streekplan Fryslân 2007 de Verordening Romte Fryslân (provinciaal ruimtelijk natuurbeleid).
Vanuit het Streekplan Fryslân 2007 en Verordening Romte Fryslân (VRF) wordt
NATUUR BUITEN DE EHS
buiten de EHS-gebieden bij ruimtelijke plannen specifiek ingezet op de
bescherming van bestaande natuurgebieden en natuurwaarden in agrarisch
gebied. Ten behoeve van de bescherming van weidevogelgebieden (natuurwaarden in agrarisch gebied) is aanvullend het Werkplan Weidevogels Fryslân
2007-2013 opgesteld5.
Beschermde gebieden in het kader van de Nbw 1998 liggen op geruime afstand
INVENTARISATIE
van het plangebied. Het meest nabij gelegen beschermde gebied betreft het
Natura 2000-gebied Alde Feanen dat gelegen is op een afstand van ongeveer 9
kilometer ten westen van het plangebied. Het meer De Leijen met zijn oeverlanden is het meest nabijgelegen natuurgebied in het kader van de VRF en ligt
op een afstand van ongeveer 1 kilometer ten noordwesten van het plangebied.
Het plangebied en omgeving hebben door de ligging in de dorpskern verder
geen waarde als weidevogelleefgebied.
Gezien de aard van de ontwikkelingen en de terreinomstandigheden en ligging
TOETSING
van het plangebied, worden met betrekking tot het voorgenomen plan geen
negatieve effecten op beschermde natuurwaarden in het kader van de Nbw
1998 en het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid verwacht.
4 . 6 . 5
Conclusie
Op basis van de ecologische inventarisatie is een voldoende beeld ontstaan van
de ecologische waarden die in het plangebied aanwezig zijn. Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat een vooronderzoek in het kader van de Ffw, een Voortoets in het kader van de Nbw 1998 of een analyse in
het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid niet noodzakelijk is.
5
Werkplan Weidevogels in Fryslân 2007-2013, Gedeputeerde Staten van Fryslân, 18 juli 2006.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
37
Met inachtneming van het broedseizoen van vogels is een ontheffing van de
Ffw voor de beoogde activiteiten op voorhand niet nodig. Voor het plan is verder geen vergunning op grond van de Nbw 1998, dan wel een ontheffing van de
Verordening Romte Fryslân voor het aspect Natuur nodig.
CONCLUSIE
Vanuit het oogpunt van ecologie mag het plan uitvoerbaar worden geacht.
4.7
Bedrijven en (milieu)hinder
Bedrijven (of andere milieubelastende bedrijvigheid) in de directe omgeving
van woningen (of (andere) milieugevoelige gebieden) kunnen daar (milieu)hinder vanwege geur, stof, geluid, gevaar en dergelijke veroorzaken. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, zoals dat uitgangspunt is van de Wet
ruimtelijke ordening (Wro), is het waarborgen van voldoende afstand tussen
bedrijven en woningen noodzakelijk.
Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van bedrijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat
het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies. In de nabijheid van het voorliggende plangebied liggen geen functies die mogelijke hinder
veroorzaken voor de te realiseren bebouwing.
CONCLUSIE
Vanuit het oogpunt van hinder van bedrijvigheid mag het plan uitvoerbaar
worden geacht.
4.8
Waterparagraaf
In 2012 is door de gemeente Smallingerland met het Wetterskip Fryslân een
waterplan opgesteld. In paragraaf 3.3 is hier op ingegaan. Aangezien het voorliggende bestemmingsplan een bestemmingsplan betreft dat geen nieuwe
grootschalige ontwikkelingen mogelijk maakt, is de digitale watertoets aangevraagd bij het Wetterskip Fryslân. Dit wateradvies is als bijlage opgenomen en
verwerkt in het bestemmingsplan. Uit het wateradvies blijkt dat er geen waterschapsbelang met het plan gemoeid is en dat de korte procedure gevoerd
kan worden. Doordat de toename aan verhard oppervlak zeer klein is en de invloed op de waterhuishouding beperkt, is verder overleg met het waterschap
over dit plan niet nodig.
CONCLUSIE
Voorliggend bestemmingsplan mag wat betreft het aspect water uitvoerbaar
worden geacht.
38
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
5
J u r i d i s c h e
t o e l i c h t i n g
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het juridische deel van het bestemmingsplan; de verbeelding en de planregels. Allereerst zal kort worden ingegaan op
de plansystematiek die door de gemeente wordt gehanteerd. Daarna komen de
verschillende bestemmingen, die op de verbeelding en in de planregels voorkomen, aan bod. Ten slotte wordt kort ingegaan op het gemeentelijk beleid
betreffende de handhaving van de in het bestemmingsplan opgenomen planregels. Het plan is zodanig opgesteld dat is aangesloten op de systematiek van de
gemeente.
5.1
Plansystematiek
Algemeen
Wat betreft de opzet van de planregels en de verbeelding, heeft de gemeente
aansluiting gezocht bij de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012
(SVBP 2012). De standaardopzet betreft onder meer de opbouw van de planregels en de verbeelding, de benaming van bestemmingen en een aantal standaardbegripsbepalingen.
Digitaal en analoog
De planregels zijn zodanig opgesteld dat deze kunnen fungeren in zowel een
digitaal bestemmingsplan als in een analoog bestemmingsplan. Het digitale bestemmingsplan is weliswaar het bindende plan, maar het is nog steeds mogelijk
een analoge versie van het bestemmingsplan te raadplegen. Het plan voldoet
daarmee aan de Wet ruimtelijke ordening.
Vaste hoofdstukindeling planregels
De hoofdstukindeling van de planregels van het bestemmingsplan is als volgt
ingericht:
-
-
Inleidende regels:
-
Begrippen.
-
Wijze van meten.
Bestemmingsregels:
-
-
Bestemming.
Algemene regels:
-
Anti-dubbeltelregel.
-
Algemene gebruiksregels.
-
Algemene afwijkingsregels.
-
Algemene wijzigingsregels.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
39
-
Overgangs- en slotregels:
-
Overgangsrecht.
-
Slotregel.
Inrichting bestemmingsregels
De bestemmingsregels zijn als volgt ingericht:
1.
Bestemmingsomschrijving.
2.
Bouwregels.
3.
Afwijken van de bouwregels.
4.
Specifieke gebruiksregels.
Bestemmingsomschrijving
In de planregels is uitgegaan van een volledige opsomming van wat binnen een
bestemming functioneel is toegestaan.
Ondergronds bouwen
Binnen een bouwvlak is ondergronds bouwen in beginsel toegestaan als het gebruiksdoel niet in strijd is met de aan de gronden toegekende bestemming.
Erf- en terreinafscheidingen
De toegelaten hoogte van erf- en terreinafscheidingen is in de planregels opgenomen.
Criteria bij afwijken of wijziging
Bij de afwijkingen bij omgevingsvergunning en wijzigingsbevoegdheden worden
in de planregels algemene criteria genoemd. In een bestemmingsplan dienen
deze geconcretiseerd te worden, in de eerste plaats in de planregels en voorts
in de toelichting bij het bestemmingsplan.
Algemene regels
De algemene gebruiksregels zijn voor de overzichtelijkheid in het hoofdstuk
‘Algemene regels’ opgenomen. Slechts in enkele gevallen bestaat er noodzaak
om specifieke gebruiksregels te formuleren. De specifieke gebruiksregels zijn
in de desbetreffende bestemmingsregels opgenomen.
Dit geldt ook voor de afwijkingen bij omgevingsvergunning en de wijzigingsbevoegdheden; deze zijn in de algemene regels opgenomen en, voor zover nodig,
als specifieke regel in de desbetreffende bestemmingsregels.
Overgangs- en slotregels
Overeenkomstig de algemene regels zijn ook de overgangs- en slotregels gezamenlijk in een hoofdstuk opgenomen.
40
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
5.2
Bestemmingen
Het nieuwe MFC in Rottevalle valt onder de bestemming ‘Maatschappelijk – 2’.
Dit is gelijk aan de huidige bestemming. In de regels van deze bestemming is
opgenomen dat het nieuwe gebouw maximaal 10 meter hoog mag zijn. Het
bouwvlak mag voor 90% bebouwd worden.
De gronden rondom het MFC vallen onder de bestemming ‘Groen’. Deze gronden blijven onbebouwd en kunnen gebruikt worden als speelruimte voor de
school.
De Master Kuiperswei is, voor zover gelegen in het plangebied, bestemd voor
‘Verkeer – Verblijfsgebied’. In deze bestemming passen ook de te realiseren
parkeerplaatsen.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
41
6
U i t v o e r b a a r h e i d
6.1
Economische uitvoerbaarheid
De financiële haalbaarheid van het bouwplan en de grondexploitatie bepalen in
grote lijnen de economische uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierna
worden beide beschreven.
6 . 1 . 1
Financiële haalbaarheid
De kosten van de uitvoering van het project worden betaald door de gemeente
Smallingerland. Hiervoor is geld gereserveerd. De kosten van het project zijn
hiermee voldoende gedekt. Daarmee is de financiële haalbaarheid voldoende
aangetoond.
6 . 1 . 2
Grondexploitatie
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken
gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te
denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, zodat in
het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld
kunnen worden. Indien sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van het opstellen van
een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten “anderszins
verzekerd” zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten of als het stellen van eisen
met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Een
combinatie van een exploitatieplan en overeenkomsten is ook mogelijk.
Dit bestemmingsplan maakt de uitbreiding en het verbouwen van het dorpshuis
tot MFC mogelijk. Dit is een bouwplan in de zin van het Bro. Binnen de grondexploitatie zijn geen opbrengsten, waardoor kostenverhaal niet mogelijk is. De
kosten van het bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente. De
vaststelling van een exploitatieplan is daarom niet aan de orde.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Nadat inspraak en overleg ex artikel 3.1.1 Bro heeft plaatsgevonden, zullen de
binnengekomen reacties hier opgenomen en beantwoord worden.
232.00.13.07.00.toe - Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle - 19 mei 2014
43
B i j l a g e :
W a t e r t o e t s
datum
13-2-2014
dossiercode 20140213-2-8461
Project: MFC Rottevalle
Gemeente: Smallingerland
Aanvrager: Nelleke Linthorst
Organisatie: BugelHajema Adviseurs
Geachte heer/mevrouw Nelleke Linthorst,
Voor het plan MFC Rottevalle heeft u een watertoets aangevraagd op www.dewatertoets.nl. Met de gegevens die u heeft
opgegeven, is bepaald dat het plan een beperkte invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Hierdoor kan de
korte procedure worden gevolgd voor de watertoets.
Dit betekent dat de beperkte invloed van het plan kan worden opgevangen met standaard maatregelen. Deze maatregelen vindt
u in het onderstaande standaard wateradvies dat u in de ruimtelijke onderbouwing van het plan kunt opnemen. U hoeft dan
verder geen contact met ons op te nemen. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 058 292 2222
en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente.
Via www.dewatertoets.nl hebben wij uw watertoets als een melding ontvangen. Wij archiveren deze melding. De watertoets is
hiermee voor Wetterskip Fryslan afgerond.
Met vriendelijke groet,
Wetterskip Fryslan
Postbus 36
8900 AA Leeuwarden
T 058 292 2222
F 058 292 2223
E [email protected]
Wateradvies korte procedure
De initiatiefnemer heeft Wetterskip Fryslan geinformeerd over het plan MFC Rottevalle via de Digitale watertoets
(www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan een zodanige invloed heeft op de waterhuishouding en de
afvalwaterketen dat kan worden volstaan met een standaard wateradvies.
In dit advies staan de maatregelen die Wetterskip Fryslân adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten
schoon te houden. Het is een standaard advies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat
niet alle punten gelden voor het plan MFC Rottevalle.
Probeer regenwater langzaam weg te laten lopen
Regenwater dat op een verhard oppervlak valt, gaat sneller naar het riool of een sloot dan regenwater dat op onverhard
oppervlak valt (zoals gras of een groenstrook). Wanneer opeens veel water in de riolen en sloten komt kan dit wateroverlast
geven. Het is daarom belangrijk dat het regenwater langzaam wegloopt. Dit kan op verschillende manieren. Vang het
regenwater eerst in een regenton op, gebruik grasstenen ('open bestrating') voor de bestrating en bestraat niet het hele perceel
maar laat wat stukken open met gras of andere beplanting.
Regenwater niet op het riool lozen
Wij adviseren om regenwater direct op een sloot te lozen en niet op het vuilwaterriool. De rioolwaterzuivering wordt dan niet
onnodig belast met schoon regenwater. Dit is uiteraard alleen mogelijk als er een sloot dicht bij het perceel ligt.
Gebruik schone bouwmaterialen, gebruik geen chemische onkruidbestrijding
Regenwater dat op het plangebied valt, komt uiteindelijk altijd in het grondwater of in het oppervlaktewater. Voorkom
watervervuiling door geen uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood te gebruiken. Deze materialen zijn een
belangrijke bron voor de vervuiling van ons water. Ook adviseren wij om geen chemische middelen voor onkruidbestrijding te
gebruiken.
Vloeren minimaal een meter boven het grondwater
Wij adviseren om het vloerpeil (bovenkant vloer) van woningen en andere bouwwerken minimaal een meter boven het
grondwaterpeil aan te leggen. Hierdoor wordt grondwateroverlast voorkomen.
Vergunningen die bij het waterschap moeten worden aangevraagd
Voor sommige werkzaamheden of activiteiten is een watervergunning van het waterschap nodig of moet een melding worden
gedaan. Voorbeelden zijn
- het onttrekken en/of lozen van grondwater (bijvoorbeeld bronneringen),
- het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater,
- het toepassen van grond in een watergang,
- het graven of dempen van sloten,
- de aanleg van dammen of duikers.
Meer informatie hierover is te vinden op onze website www.wetterskipfryslan.nl/waterwet.
Koude- en warmteopslag
Als sprake is van koude- en warmteopslag in de bodem wijzen wij u er op dat u hiervoor contact op dient te nemen met de
provincie Fryslân. Een contactpersoon vindt u op www.wetterskipfryslan.nl bij het digitaal loket onder het kopje watertoets.
De WaterToets 2014
datum
13-2-2014
dossiercode 20140213-2-8461
Samenvatting van de gegevens voor de watertoets van
project: MFC Rottevalle
gemeente: Smallingerland
Gegevens plan
Het bestaande dorpshuis wordt afgebroken en vervangen voor een nieuw gebouw, bedoelt als multifunctioneel centrum.
oppervlak: 3019 m2
adres: Master Kuiperswei 1, 9221TD Rottevalle
kadastraal adres:
tekening meegestuurd: survey_attachments/1807_globale inrichting MFC Rottevalle.pdf
opmerkingen:
Gegevens aanvrager
Nelleke Linthorst
BugelHajema Adviseurs
Balthasar Bekkerwei 76
8914 BE Leeuwarden
T: 058.2152515
E: [email protected]
Gegevens gemeente
gemeente: Smallingerland
contactpersoon: dhr. W. Dijkstra
T: 0512.581 466
E: [email protected]
Resultaat kaartenanalyse voor het plangebied
Heeft u een beperkingsgebied geraakt?
nee
Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied?
Smallingerland
Uw antwoorden op onderstaande vragen
Wordt ALLEEN de gebruiksfunctie van bebouwing gewijzigd?
Antwoord: nee
Is er sprake van een toename van lozing van verontreinigd water op het oppervlaktewater?
Antwoord: nee
Is sprake van een toename van lozing van verontreinigd water op het oppervlakte water?
Antwoord: nee
Wordt het bestaande verharde oppervlak vergroot met meer dan 200 m2?
Antwoord: nee
Met hoeveel m2 wordt het verharde oppervlak vergroot?
Antwoord: 200 m2
Wil men voor het plan waterpeilen wijzigen?
Antwoord: nee
Wil men voor het plan sloten dempen of graven?
Antwoord: nee
Wordt er een kelder of souterrain gerealiseerd?
Antwoord: nee
Te volgen watertoetsprocedure
Korte procedure
De WaterToets 2014
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk 1
Artikel 1
Artikel 2
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
Wijze van meten
Hoofdstuk 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
BESTEMMINGSREGELS
Groen
Maatschappelijk - 2
Verkeer - Verblijfsgebied
11
11
12
14
Hoofdstuk 3
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelregel
Algemene gebruiksregels
Algemene afwijkingsregels
15
15
16
17
Hoofdstuk 4
Artikel 9
Artikel 10
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
Slotregel
18
18
19
2
4
4
9
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Regels
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
3
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Hoofdstuk 1
Artikel 1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1
plan:
het
bestemmingsplan
Multifunctioneel
Centrum
Rottevalle
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202 van de gemeente Smallingerland;
1.2
met
identificatienummer
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5
ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde;
1.6
archeologische waarden:
waarden van in de bodem aanwezige voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen,
die door hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische betekenis van
algemeen belang zijn;
1.7
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8
bestaand(e) (situatie):
a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
aanwezige bouwwerken en werkzaamheden:
1. bestaand ten tijde van de eerste ter inzage legging van dit plan;
b. ten aanzien van het overige gebruik:
1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
1.9
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
4
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
1.11
bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een
omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.12
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk;
1.13
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.14
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende
bebouwing is toegelaten;
1.15
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.16
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.17
bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.18
cultuurhistorische waarden:
waarden van een gebied en/of de daarin voorkomende bebouwing, elementen en structuren, die
uitdrukking geven aan de beschavingsgeschiedenis en/of het gebruik door de mens in de loop van die
geschiedenis;
1.19
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen
van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een
seksautomatenhal;
1.20
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden
omsloten ruimte vormt;
1.21
gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te
gebruiken;
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
5
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
1.22
geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
1.23
geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld
in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
1.24
hoofdgebouw:
een of meer gebouwen of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de
geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel
aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.25
kantine:
een restauratieve voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van
etenswaren, eenvoudige maaltijden en/of dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die
instelling;
1.26
kunstobject:
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping
zijnde;
1.27
kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of
infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via of aquaduct of
een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.28
maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, medische, religieuze, sociale, culturele en voorzieningen op het gebied van openbare
dienstverlening;
1.29
maatvoering:
de regels met betrekking tot de toegestane goothoogte en/of bouwhoogte en/of dakhelling en/of het
bebouwingspercentage;
1.30
meetverschil:
een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een
op de kaart aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
1.31
milieusituatie:
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding
tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen
dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
6
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
1.32
overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste
één wand;
1.33
peil:
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de
bouwverordening is vast te stellen, de bouwhoogte van het afgewerkte bouwterrein;
1.34
pergola:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde van een poortachtige constructie, primair bestemd om er
beplanting langs te laten groeien, alsmede een naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk, geen
gebouw zijnde;
1.35
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen
vergoeding;
1.36
religieuze voorziening:
een voorziening ten dienste van de uitoefening van een godsdienst;
1.37
restauratieve voorziening:
voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen
en dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling, zoals een kantine of mensa;
1.38
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij
bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische
aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder
begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een
parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.39
straat- en bebouwingsbeeld:
de waarde van een gebied in stedebouwkundige zin die wordt bepaald door de mate van samenhang in
aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en
open ruimte, een goede bouwhoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de
samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
1.40
verkeersveiligheid:
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van
overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke)
effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
1.41
woonsituatie:
de waarde van een gebied voor de woonfunctie die wordt bepaald door de situering van om die
woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het
uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder;
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
7
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
1.42
zij- en/of achtererf:
het gedeelte van een bouwperceel binnen een (woon)bestemming dat ligt achter (het verlengde van) de
voorgevel, met uitzondering van de oppervlakte van het hoofdgebouw.
8
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met
uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard
daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2
de bebouwde oppervlakte:
de optelsom van de oppervlakte van alle bouwwerken op een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein;
2.3
de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.):
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten
dienste van kantoren en overige bedrijfsruimten met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en
overige dienstruimten wordt opgeteld;
2.4
de breedte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels;
2.5
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te
stellen constructiedeel;
2.7
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd
op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.9
meetverschillen
Bij de toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of
bestemmingsvlakken worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten,
mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten
(bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt;
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
9
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
2.10
uitzonderingsregel
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte en de inhoud van een bouwwerk
worden ten aanzien van de plaatsing ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen,
gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en
overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1 meter buiten
het gevel- of dakvlak uitsteken.
10
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Hoofdstuk 2
Artikel 3
3.1
BESTEMMINGSREGELS
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor
a. groenvoorzieningen;
b. bermen en beplanting;
c. speelvoorzieningen;
d. openbare nutsvoorzieningen;
e. waterlopen en waterpartijen;
f. voet- en fietspaden;
g. parkeervoorzieningen;
maar ook voor de daarbij behorende:
h. kunstobjecten;
i. verhardingen.
3.2
Bouwregels
3.2.1 Toegelaten bouwwerken
Op de gronden, bedoeld in lid 3.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
a. gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
b. andere bouwwerken, zoals kunstobjecten.
3.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn;
b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn.
3.2.3 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
b. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
c. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
11
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 4
4.1
Maatschappelijk - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. levensbeschouwelijke voorzieningen;
b. medische- en sociaal-medische voorzieningen;
c. educatieve voorzieningen;
d. voorzieningen op het gebied van openbare dienstverlening;
e. sociaal-culturele voorzieningen,
met daaraan ondergeschikt:
f. speelvoorzieningen;
maar ook voor de daarbijbehorende:
g. restauratieve voorzieningen;
h. openbare nutsvoorzieningen;
i. kunstobjecten;
j. tuinen en erven.
4.2
Bouwregels
4.2.1 Toegelaten bouwwerken
Op de gronden, bedoeld in lid 4.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals kerken, ziekenhuizen, onderwijsinstituten,
kinderdagverblijven, bibliotheken, buurthuizen en opvangcentra;
b. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen en kunstobjecten.
4.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
b. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximum
bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen;
c. het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding
"maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven percentage bedragen.
4.2.3 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven
bouwvlakken;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of
terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt
gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;
c. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
d. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
e. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.
4.3
Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijkingsbevoegdheden
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de de regel van lid 4.2.3 sub a en
toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.
4.3.2 Beoordelingscriteria
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
12
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
a.
b.
c.
d.
e.
4.4
de woonsituatie;
het straat- en bebouwingsbeeld;
de milieusituatie;
de verkeersveiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van gronden en bouwwerken voor meer dan 12 evenementen per kalenderjaar.
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
13
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 5
5.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor
a. wegen, straten en pleinen;
b. parkeervoorzieningen;
c. voet- en rijwielpaden;
d. ontspanning en vermaak,
maar ook voor de daarbij behorende:
e. groenvoorzieningen en water;
f. speelvoorzieningen;
g. openbare nutsvoorzieningen;
h. kunstobjecten;
i. tuinen en erven.
5.2
Bouwregels
5.2.1 Toegelaten bouwwerken
Op de gronden, bedoeld in lid 5.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
a. gebouwen ten dienste van de bestemming zoals gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
b. andere bouwwerken, waaronder andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van
het verkeer, kunstobjecten en kunstwerken.
5.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ zijn;
b. de bouwhoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter zijn.
5.2.3 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van andere bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer,
mag maximaal 10 meter zijn;
b. de bouwhoogte van palen en masten mag maximaal 8 meter zijn;
c. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, waaronder kunstwerken, mag maximaal 5 meter
zijn.
14
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Hoofdstuk 3
Artikel 6
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is
gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten
beschouwing.
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
15
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 7
7.1
Algemene gebruiksregels
Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a. prostitutiedoeleinden en seksinrichtingen, behalve als dit duidelijk is toegestaan in de
bestemmingsregels;
b. het storten of het lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
c. het opslaan van gerede of ongerede materialen of goederen buiten gebouwen, zoals vaten, kisten,
bouwmaterialen, voer- en vaartuigen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
d. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan;
e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
7.2
Uitzonderingen
Lid 7.1 geldt niet voor:
a. het (tijdelijk) gebruik voor het realiseren of handhaven van de bestemming, zoals
bouwwerkzaamheden, of het normale onderhoud van de gronden;
b. het opslaan of storten van afval- en meststoffen, maar alleen als dit noodzakelijk is voor het normale
onderhoud van de gronden en de watergangen.
16
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 8
8.1
Algemene afwijkingsregels
Afwijkingsbevoegdheden
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot maximaal
10% van die maten, afmetingen en percentages, maar alleen als dit om bouwtechnische redenen
of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
b. het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor het
plaatsen van zend-, ontvang- en/of sirenemasten tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter.
8.2
Beoordelingscriteria
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.1 kan slechts worden verleend als hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de
woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de
verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
17
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Hoofdstuk 4
Artikel 9
9.1
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen,
en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits
de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na
de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 9.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen
voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 sub a met maximaal
10%.
c. Lid 9.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.2 sub a, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor
een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te
hervatten of te laten hervatten.
d. Lid 9.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen
geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
Multifunctioneel Centrum Rottevalle
Artikel 10
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle van de gemeente
Smallingerland.
Behorend bij het besluit van ......................................20..........
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
19
13
7
5
11
9
D 786
D 591
D 788
27
D 789
1
0
Legenda
D 178
D 176
D 175
D 502
Plangebied
9
3
D 174
37
D 1270
Plangebied
35
D 590
D 165
33
D 173
Bestemmingen
31
D 514
6
D 1162
29
Groen
0
2
G
D 1163
D 310
D 383
D 515
5
Maatschappelijk - 2
M-2
D 520
D 466
1
D 521
D 481
25
D 1212
3
26
D 523
24
22
bouwvlak
D 849
D 846
D 845
11
1a
D 844
18
9
D 464
D 842
21
1b
D 843
Aanduidingen
7
D 1211
D 516
V-VB
5
1
ctrafo
D 1280
ei
w
es
ri
V
D 524
23
Verkeer - Verblijfsgebied
D 456
de
D 493
ei
dw
l
Bi
D 522
r
te
as
M
D 431
2
3
maximum bouwhoogte (m)
B
D 517
20
1
Ts
j
er
ke
st
ee
D 727
c
h
D 1262
7
1
M-2
15
12
D 1263
D 1281
Verklaring
90
11
D 487
i
we
a
r
t
s
k
Dy
r
e
t
s
Ma
D 228
en
rr
o
u
B
26
V-VB
D 850
13
D 1264
D 805
11
12
a
12
10
1
D 848
D 151
4
1
2
1
0D 447
1
D 621
6
2
4
r
te
as
M
4
6
D 802
6
D 448
D 450
10
D
D 488
D 730
D 499
D 496
D 626
13
14
15
17
D 627
D 317
8
61
11
D 316
Verbeelding
D 495
D 463
9
D 804
16
18
D 318
5
D 597
22
19-05-2014
BugelHajema
schaal:
1 : 1000
Plek voor ideeºn
status:
voorontwerp
projectnr.:
232.00.13.07.00
gezien:
NL
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu
D 628
9
21
D 598
datum:
NL.IMRO.0090.14DPO005-0202
19
Postbus 274, 9400 AG Assen
W
20
D 319
Bestemmingsplan Multifunctioneel Centrum Rottevalle
D 624
D 881
D 449
7
8
D 803
D 485
D 623
ei
w
rs
pe
ui
K
D 501
Gemeente SMALLINGERLAND
D 506
D 880
2
D 801
gegevens GBKN
6
1
8
8
maximum bebouwingspercentage (%)
D
G
D 847
D 630
31
D 599
45
29
47
T
0592 316 206
www.bugelhajema.nl
E
BNSP
[email protected]
Colofon
Opdrachtgever
Gemeente Smallingerland
Bestemmingsplan
BügelHajema Adviseurs b.v.
Projectleiding
Mevrouw N. Linthorst
Projectnummer
232.00.13.07.00
BügelHajema Adviseurs bv
Bureau voor Ruimtelijke
Ordening en Milieu BNSP
Balthasar Bekkerwei 76
8914 BE Leeuwarden
T 058 215 25 15
F 058 215 91 98
E [email protected]
W www.bugelhajema.nl
Vestigingen te Assen,
Leeuwarden en Amersfoort