Dertig jaar opleidingscentrum Ingenieursbureau Zondag

OPLEI
DI NGEN
VOOR
LAN DMETEN
,
GEO
-I
N FORMATI E
,
GIS
,
I N FORMATICA
Dertig jaar Opleidingscentrum
Ingenieursbureau Zondag
Midden in de ruime polders van de Bommelerwaard
verrichten de medewerkers van Ingenieursbureau
Zondag hun educatieve arbeid in en rondom een
onderkomen aan de rand van het plaatsje Bruchem
nabij Zaltbommel. “Centraal gelegen in Nederland”,
volgens oprichter en mede-eigenaar ing. Nelis Zondag, wat hij op een kaart aantoont met daarop de
plaatsten waar de verste cursisten vandaan komen:
Groningen, Den Helder, Terneuzen, Maastricht. En
daartussen natuurlijk vele andere wat dichterbij.
514
Theo Scheele,
redacteur
G eo -I nformatie N ederland
Directeur Zondag
met een scriptie van
een student.
I
ngenieursbureau Zondag is gespecialiseerd in opleidingen op het gebied van Maatvoeren, Uitzetten, Landmeten, Geo-Informatie, GIS en Informatica en doet dat, met
het oog op de grote klantenkring uit de bouwwereld, in
nauwe samenwerking met opleidings-, trainings- en adviesinstituut BOB BV (een werkmaatschappij van de Stichting
Behartiging Opleidingen Bouwnijverheid). In de wereld
van de bouw is dit instituut in staat de nodige deuren te
GEO-INFO 2005-11
openen, bijvoorbeeld bij het Scholings
Fonds van de Bouwnijverheid, dat
scholing en opleiding subsidieert.
Behalve het kantoorgebouw in Bruchem, waarin twee leslokalen en twee
computerlokalen zijn ondergebracht,
beschikt Zondag enkele kilometers
verderop over een tweede oefengebied
in de plaats Gameren. Dit bestaat uit
een zeer gevarieerde en knap aangelegde tuin (zeg maar park) van anderhalve hectare groot met daarin op verschillende hoogtes gelegen groepen
bomen, sierstruiken, rozen, wat slingerende paadjes, rustieke waterpartijen,
antieke bouwwerken en andere obstakels: een goede basis voor moeilijke
meet- en uitzetoperaties.
Maar we starten ons bezoek in één van
de leslokalen in Bruchem waar een
groep deelnemers juist begonnen is
aan een cursus ‘Landmeetassistent 1B’,
één van de modules van de uitgebreide
opleiding landmeten. Omdat op bouwtekeningen nog steeds het oude gradenstelsel wordt gebruikt, probeert
docent Wim Heil de groep wijsheid bij
te brengen in de graadverdelingsystemen want bij Zondag leer je altijd
eerst de achtergrond van de handelingen te begrijpen. “Wij leiden niet op
tot knoppendrukkers”, legt Zondag
uit, “ze moeten begrijpen wat ze
doen”.
Heil legt op een groot schoolbord de
verschillen uit tussen de ‘oude’ graadverdeling, waarbij een cirkel in 360
graden wordt verdeeld (het sexagesimale stelsel), en de landmeetkundige
truc om de cirkel in 400 graden te verdelen (het centesimale stelsel) waarbij
een rechte hoek 100 graden is en waarmee veel gemakkelijker te rekenen is.
Met enkele rekensommetjes is dat snel
duidelijk gemaakt als de minuten en
seconden moeten worden omgerekend. Een slimme cursist weet al dat
die centesimale graden met ‘gon’ worden aangeduid. Ook de gemengde tus-
,
MA ATVOEREN
EN
U ITZETTEN
ren met de loodlijnenmethode of het meetlijnenverband, lijnen hebben leren uitbakenen en vooral waterpassen. Onder
dit laatste vallen kringwaterpassen, laser- en digitaal waterpassen en vlakte- en profielwaterpassen. De geschiedenis
van het meten en diverse soorten kaarten (zoals de kadastrale) kwamen in die cursus ook aan bod. Elke cursus wordt afgesloten met een theorie- en een praktijktentamen en wie
voldoende haalt, krijgt het tentamenbewijs Landmeetassistent 1B. Degenen die ook al het tentamen 1A heeft gedaan, krijgt het diploma Landmeetassistent.
De toelatingseisen voor deze cursus zijn vmbo of havo en
meestal heeft men eerst de tweedaagse introductiecursus
bij Zondag gevolgd waar men een en ander heeft geleerd
over landmeetkunde in het algemeen, verschillende soorten meetinstrumenten en kennis heeft gemaakt met uitzeten maatvoeringswerk.
senvorm waarbij de sexagesimale graden achter de komma decimaal worden onderverdeeld, zodat je de lastige
minuten en seconden kwijt bent, komt
aan bod.
De regelings- en opstellingseisen voor
de theodoliet zijn vorige keer al in
theorie behandeld en omdat het erg
mooi weer is, popelen de cursisten om
dit laatste buiten in praktijk te brengen. Even later zien we op het meetterrein achter het kantoorgebouw meerdere theodolietopstellingen verrijzen,
variërend van een ouder model Leicatheodoliet tot de nieuwste totalstations.
De cursisten variëren van werknemers
van een ingenieursbureau, gemeentelijke en provinciale overheid tot een
zelfstandig archeologisch onderzoeker.
Naast opstellen en weer afbreken,
wordt ook geoefend met het scherp
stellen op een ver punt en men probeert een merkpunt boven op de watertoren van Zaltbommel scherp in beeld
te krijgen. Aan het aflezen van hoeken
komen ze vandaag nog niet toe. Dat
wordt voor de volgende les bewaard.
De cursus Landmeetassistent 1B bestaat uit vijf cursusdagen: elke twee
weken één dag. In die vijf dagen worden verschillende onderwerpen behandeld: het werken met analoge en digitale theodolieten en totalstations, met
onder andere de hierboven beschreven
theorieën, hoek- en afstandmeting,
op- en afloden, teloodstellen, en de
voerstraalmethode zoals die gebruikt
wordt voor opmeten en uitzetten.
Aan de cursus 1B ging een cursus 1A
vooraf waarin de cursisten veel hebben
geleerd over het handmatig meten, situatiemetingen hebben moeten uitvoe-
Theodolietopstelling
met groep cursisten
(cursus 1B).
Van landmeetassistent tot hogere
landmeetkunde
Als het diploma Landmeetassistent is behaald, kan men verder met cursus Aspirant Landmeetkundige (cursus 2A en
2B). Daarin worden goniometrie, coördinatenleer, argumentenberekening en de voerstraalmethode behandeld alsmede de theorie en praktijk van het uitzetten, zoals het
lezen van tekeningen, uitzetten van bouwputten, bekistingen, bruggen, duikers en nutsleidingen. In 2B wordt
geleerd hoe terreinen worden opgemeten en wegen, kruispunten en rotondes worden uitgezet met of zonder (overgangs)bogen. Behalve het handmatig werken, wordt in deze
cursus ook geleerd hoe dit met de rekenmachine, computer
en totalstation wordt uitgevoerd waarbij het is toegestaan
met eigen meegebrachte instrumenten te werken. Deze
cursus wordt afgesloten met het indienen van een scriptie
en dat moet iedere cursist apart doen. Geen gezamenlijk
opdrachten dus. De beoordeling gebeurt door een onafhankelijke examencommissie waarin vertegenwoordigers van
de Hogeschool van Larenstein, Rijkswaterstaat, Provinciale
Overheid, Ingenieursbureaus, Bouwnijverheid en Infra zitting hebben.
Groepje cursisten
onder toezicht van
instructeur Heil.
GEO-INFO 2005-11
515
docenten gemeen: ze zijn gemotiveerd
en kijken niet op een uurtje extra. Het
bureau zelf zorgt voor uitgebreide lesoverzichten en instructiematerialen
zoals overheadsheets, powerpointpresentaties, meetapparatuur, computers
en rekenmachines. De uitgewerkte lesprogramma’s waarborgen dat alle
onderdelen aan bod komen want de inhoud van de lesstof is niet vrijblijvend.
Het voorgeschreven lesprogramma
moet precies worden gevolgd. Alle cursussen zijn ook NEN-ISO 9001 gecertificeerd.
De cursisten komen uit gevarieerde
werkplekken: gemeenten, ingenieursbureaus, provincies, waterschappen en
(soms) het Kadaster.
Maatvoeren, uitzetten en
digitaal rijbewijs
De meeste cursisten zijn met het diploma Aspirant Landmeetkundige nog niet tevreden. Zij gooien er nog een paar
modules tegenaan en gaan door naar de cursus Landmeetkundige (3A en 3B). Die cursus gaat over ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen, stedenbouwkunde en grondverwerving maar ook over het leggen van meetkundige
grondslag, berekenen van meetpunten, voorwaartse- en
achterwaartse insnijdingen en het uitzetten in moeilijke
terreinen en situaties. Ook wordt geleerd te werken met
softwareprogramma’s als Pythagoras, Move, AutoCad en
Windows en wordt kennis gemaakt met GPS. Aan het eind
van de cursus moet de cursist geheel zelfstandig een terrein
gecodeerd kunnen opmeten en de gegevens kunnen verwerken tot een tekening.
“We trekken er hard aan”, zegt Zondag, “dit diploma heeft
in de praktijk zijn waarde bewezen en wordt vaak gevraagd
bij vacaturemeldingen”. Zondag toont enkele fraaie exemplaren van recent ingediende scripties en die mogen er zijn.
516
G eo -I nformatie N ederland
Het einddoel van negentig procent van de cursisten die zijn
gestart met de opleiding tot landmeetassistent blijkt het diploma Hogere Landmeetkunde te zijn. Dat kan worden behaald door de cursus waarin men het terrein van de hogere
landmeetkunde betreedt, waarbij vrijwel de hele HTW
wordt doorgewerkt: kwaliteitsbeheersing, mathematische
geodesie, vereffenen met Move, puntsbepaling, kwaliteitszorg, vastgoedinformatie, Kartografie, fotogrammetrie, GIS
en GPS-technieken. Voorwaarden zijn dat het diploma BOB
Landmeetkundige of een gelijkwaardige opleiding mts
Landmeetkunde is behaald en dat de cursist door de examencommissie toegelaten wordt tot deze hogere opleiding.
En wie dan nog moed heeft, kan de studie voortzetten aan
de Hogeschool voor Geodesie en Geo-informatie.
Deskundige ondersteuning
Alle cursussen worden begeleid door ervaren praktijkmensen zoals docenten van mbo- of hbo-opleidingen, soms al genietend van vut of pensioen, en dito medewerkers van overheidsdiensten en ingenieursbureaus. Eén ding hebben de
GEO-INFO 2005-11
Enkele scripties die
gezien mogen
worden.
Persoonlijke
ondersteuning bij
cursus AutoCad.
Vergelijkbaar met het programma van
de landmeetopleiding zijn de opleiding Maatvoeren in de Bouw en de opleiding Uitzetter in de GWW (Grond-,
Weg- en Waterbouw).
In de opleiding Maatvoeren in de Bouw
kan men cursussen volgen vanaf assistent-maatvoerder, maatvoerder tot
hoofdmaatvoerder. In die cursus komen overigens veel onderdelen voor
die ook in de landmeetopleiding worden behandeld.
De opleiding Uitzetten voor de Wegen Waterbouwkunde is opgebouwd uit
modules die lopen van assistent-uitzetter tot hoofduitzetter, met een mogelijkheid van toelating tot de cursus Hogere Landmeetkunde.
Het kan natuurlijk niet anders of er is
ook een eigentijdse opleiding informatica met daarin trainingen in GIS,
AutoCad, Windows, Excel en Acces. Bijzonder daarin is een cursus Digitaal
Rijbewijs voor Uitvoerders en Maatvoerders; een opleiding die niets met
autorijden heeft te maken maar genoemde ambachtslieden over de digitale drempel moet trekken door hen
enige vaardigheden in het gebruik van
Windows, Word, Outlook Expres, Excel en AutoCad bij te brengen.
Opmerkelijk vindt Zondag dat, waar
bij (semi-)overheidsdiensten veelal digitaal wordt gewerkt, vooral de bouw
nog erg traditioneel blijkt te zijn. “Wij
doen nu ons best ook de bouw digitaal
te laten gaan waarvoor, behalve het digitaal rijbewijs, ook speciale applicatie-programma’s en -cursussen zijn opgezet om de voordelen van digitaal
werken (bij maatvoeren, uitzetten en
administreren) aan te tonen.”
Zondag heeft zelf nieuwe uitzettechnieken bedacht voor het maatvoeren
en onder andere het uitbreidingsplan
van Gameren bewerkt om geschikt te
maken als oefenobject voor het uitzetten van wegen, bouwblokken en riolering. Daarnaast heeft Zondag boeken
geschreven op mbo- en hbo-niveau ten
behoeve van de opleidingen aan ROC’s,
Hogescholen en Universiteiten
Het oefenterrein in
Gameren biedt veel
variatie om te
meten.
“We zeggen nooit nee”
“Naast het aanbod van ‘vaste’ cursussen
zijn voor specifieke onderdelen speciale applicatiecursussen ontwikkeld, namelijk voor Geo-informatie, GIS, GPS en
AutoCad, en op verzoek van bedrijven
of diensten werken wij mee aan omscholingscursussen voor mensen die,
om welke reden ook, een andere richting uit willen”, zegt Zondag.
Hij noemt voorbeelden van een kok die
landmeter wilde worden, een directeur van een verzorgingshuis die eveneens meer arbeidsvreugde in de landmeetkunde denkt te vinden, en nog wat incidenteel uitgevoerde omscholingsactiviteiten om mensen aan een baan te
helpen in de bouw of in de landmeetkunde wat daar mogelijk beter lukt dan in hun oude stiel.
“Maar als iemand een speciale cursus wil, helemaal gericht
op de eigen situatie, dan kan daar ook voor worden gezorgd
want we zeggen nooit ‘nee’”, aldus Zondag. Als voorbeeld
noemt hij de uitvoering van een scheepsmeting van een marineschip in Den Helder waarvan de wanden moesten worden opgemeten. “Een hele leuke en interessante klus want
er zitten niet veel rechte stukken aan een dergelijk schip.”
Landmeten tussen waterlelies en karpers
Het tuinhuis is een
goede plek voor
overleg over meting
of praktijkopdracht.
Het ‘andere’ meet- en oefenterrein in Gameren is een bezoek zeker waard. Anderhalve hectare groot en oorspronkelijk een boomgaard waarvan nog slechts enkele hoge appelbomen getuigen. De rest is omgebouwd en als zodanig niet
meer herkenbaar. Maar het lijkt ook niet direct op een instructieterrein. Wel moet het een genoegen zijn hierin met
theodoliet of totalstation tussen de overwegend kromme en
slingerende paadjes en bebossing de juiste richting te zoeken. Ter ondersteuning van de meetwerkzaamheden is in
de tuin een netwerk van meetpunten aangelegd van waaruit uitzettingen of bijmetingen kunnen worden gedaan.
Maar dan nog is het vast vaak goochelen om ‘zicht’ te krijgen want overal is begroeiing. Hier en daar bieden verhoogde opstelplaatsen in het heuvelachtig terrein een oplossing.
Overigens biedt de tuin voldoende afleiding als de meting
stagneert want in de waterpartijen bloeien talloze waterlelies en spartelen regelmatig vissen rond. Als er een grote
plons klinkt, weet Zondag dat die door een karper wordt
veroorzaakt.
Wie de meting even wil onderbreken tijdens een regenbui
of al te grote hitte, kan beschutting vinden in een fraai tuinhuis dat is gebouwd op de plek met het mooiste uitzicht op
de tuin en de vijvers. Het is tevens een plek voor bespreking
met de instructeur over de uitvoering van de meting of, zoGEO-INFO 2005-11
517
Summary
Educational institute “Zondag” thirty years
The training and educational institute Zondag runs vocational courses for land surveying, quantity surveying en plotting. In the
land surveying course, participants start
with the module “surveying assistant” and
subsequently “candidate land surveyor” and
“land surveyor” until they receive the diploma “advanced land surveying”. Similar curricula have been developed for the other regular courses in quantity surveying. Course participants hail from all parts of the country
and attend the fortnightly lectures to extend
their knowledge and hence their options in
the labour market. Apart from these regular
courses, specific training courses are run in
the fields of GPS, GIS, geo-informatics and
computer science.
als de middag van mijn bezoek, voor overleg met een cursist
over de aanpak van zijn afstudeeropdracht. Nelis Zondag is
waarschijnlijk een van de weinige eigenaren van een ingenieursbureau die zoveel genoegen beleeft aan zijn landmeetkundig meet- en instructieterrein. Maar dat mag ook
wel als het je eigen achtertuin is.
Inmiddels hebben Zondag en zijn medewerkers de eerste dertig jaar vol gemaakt. Een feestje is er nog niet geweest maar
wat in het vat zit, verzuurt niet. Zijn zoon Jaap Zondag heeft
vier jaar geleden zijn taken overgenomen. Zondag sr. hoopt
dat hij nog gezond mag blijven om hem te ondersteunen en te
coachen want de geraniums trekken nog niet. Maar waarom
zou je je ook behelpen met een paar geraniums als je zo’n tuin
■
achter de hand hebt, ook al heet die dan oefenterrein?
518
Samenvatting
Dertig jaar Opleidingscentrum Zondag
Het training- en opleidingscentrum Zondag verzorgt praktijkopleidingen voor landmeten, bouwmeten en uitzetten. In meerdere, op elkaar aansluitende, modules doorlopen de cursisten voor landmeten
het traject vanaf de module Landmeetassistent, via Aspirant Landmeetkundige, Landmeetkundige tot diploma Hogere Landmeetkunde. Ook voor maatvoeren en uitzetten is een vergelijkbare cyclus ontwikkeld. Cursisten uit het hele land gaan hier één dag per twee weken op les om hun vakkennis te vergroten en daarmee ook hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt te verbeteren. Behalve de genoemde
reguliere opleidingen worden ook specifieke trainingen verzorgd op
het gebied van GPS, GIS en Geo-informatica.
G eo -I nformatie N ederland
TREFWOORDEN
Landmeetkunde, gegevensinwinning, reportage
GEO-INFO 2005-11
Een fraaie vijver
als meetobstakel.
KEYWORDS
Surveying, data capture, profile
Résumé
Trente ans d’existence pour le centre de
formation “Zondag”
Le centre de formation “Zondag” organise
des formations pratiques pour l’arpentage,
le mesurage et le bornage. En plusieurs sessions successives, les candidats Arpenteur
parcourent les différentes modules comme
assistant - aspirant - géomètre et obtiennent
finalement le diplôme supérieur de géomètre. Un cycle similaire a été développé pour
le mesurage et le bornage. Des candidats venant de tous les coins du pays suivent les
cours une fois tous les 15 jours afin de se
perfectionner au niveau professionnel et
ainsi améliorer leurs possibilités sur le marché du travail.
MOTS CLÉS
Topographie, Saisie de donnees, reportage