download - Broeders van Liefde

23.10.2014
dienst communicatie
HANSBEKE/AALTER
Kinderen Sint-Paulus bedenken droommachine
De Sint-Paulusschool van Hansbeke is één van tien Vlaamse
scholen die meedoen aan ‘MyMachine’, een project waarbij
leerlingen onder begeleiding van
hogeschoolstudenten een
droommachine mogen bedenken. «Die droommachine komt
eind dit schooljaar op hun school
terecht», klinkt het.
Een machine die het chocomelk
laat regenen, een transformator
die van de meester een juf maakt
of een muggenmepmachine: het
zijn slechts enkele van de ideetjes
die de zesdeklassers van de SintPaulusschool gisteren bedachten.
De school is één van de tien
Vlaamse scholen waar kinderen
deze week in de huid van Leonardo Da Vinci kruipen. De rijbabbelaar, de billenkletsmachine, de
spring-naar-de-maan-machine
of het vliegend paard zijn slecht
enkele van de maffe uitvindingen
die dankzij MyMachine in het
verleden werden gerealiseerd.
«Wij laten de kinderen brainstormen en zelf hun droommachines
tekenen, waarna ze uiteindelijk
drie ontwerpen mogen nomineren», vertellen Jonas, Melanie,
Parket vraagt niet-vervolging
voor lekken video Jonathan Jacob
Het Antwerpse parket zal op
6 november aan de raadkamer
vragen om Jan Jacob niet te
vervolgen voor het bezorgen
van camerabeelden aan het
VRT-programma Panorama.
Het Bijzondere Bijstandsteam
van de Antwerpse politie
had een klacht tegen Jacob
ingediend.
De 26-jarige Jonathan Jacob over-
Enkele leerlingen van de Sint-Paulusschool met hun ontwerpen
en achter hen de begeleidende studenten van Howest. Foto GRG
Annelies en Lisa. Het viertal studeert industrieel productontwerpen aan de hogeschool Howest in
Kortrijk en zal straks één kinderontwerp in een technisch plan
gieten. «Dat plan gaat dan naar
een technische school, in dit geval
Emmaüs uit Aalter. Zij zullen het
plan uitvoeren waarna de droommachine eind dit schooljaar hier
op school zou moeten belanden.»
Welke machine het zal worden,
blijft nog even geheim. Aan inspiratie hadden de kinderen alvast
geen gebrek. «Dit is een muggenmepmachine», legt Milan (10) uit.
«Ik heb een hekel aan muggen.
Deze machine spoort muggen op
en mept hen dood. Handig, toch?»
leed op 6 januari 2010 in een politiecel in Mortsel na een tussenkomst
van het Bijzondere Bijstandsteam
(BBT) van de lokale politie van Antwerpen. De hele interventie werd
gefilmd door een bewakingscamera in de cel. Die beelden werden toegevoegd aan het dossier waarin elf
personen in verdenking zijn gesteld
van de dood van Jonathan Jacob.
Jonathans vader Jan (foto)
lekte de beelden
naar het VRTprogramma Panorama. Daarop diende het
BBT een klacht
in voor misbruik van het inzagerecht in het strafdossier. Maar het
Antwerpse parket vraagt nu om Jacob buiten vervolging te stellen. Op
6 november moet hij voor de raadkamer verschijnen. Op dezelfde dag
wordt ook beslist of de acht leden van
het BBT, de commissaris die het team
had opgetrommeld en de toenmalige directeur en een psychiater van
het centrum Broeders Alexianen in
Boechout die geweigerd hadden Jonathan op te nemen, doorverwezen
worden naar de rechtbank. SARE
Vader Jonathan Jacob toch niet voor rechter
ANTWERPEN - Het parket van
Antwerpen wil de vader van
Jonathan Jacob niet vervolgen voor
het bezorgen van camerabeelden
uit het strafdossier aan het reportageprogramma ‘Panaroma’.
(GRG)
GE
Jan Jacob, vader van Jonathan,
gaf de beelden van de
bewakingscamera in de cel van
zijn zoon aan Panorama. FOTO BELGA
Jonathan Jacob (26) overleed op
6 januari 2010 in een politiecel in
Mortsel na een tussenkomst van
het Bijzondere Bijstandsteam
(BBT) van de lokale politie van
Antwerpen. Vader Jan Jacob bezorgde beelden van de bewakingscamera in de cel aan ‘Panorama’.
Het BBT diende daarop klacht met
burgerlijke partijstelling in wegens
misbruik van zijn inzagerecht in
het strafdossier. De zaak komt op
6 november voor de raadkamer
in Antwerpen, waar het parket
zal vragen om Jan Jacob niet
te vervolgen. “Na kennisname
van het ganse onderzoek menen
wij dat er onvoldoende bezwaren tegen hem zijn”, zegt Ken
Witpas, woordvoerder van het
Antwerpse parket. Diezelfde dag
beslist ook de kamer van inbeschuldigingstelling wie er voor
de rechtbank moet verschijnen in
de zaak rond het overlijden van
Jonathan Jacob. Het parket-generaal vraagt voor elf verdachten
de doorverwijzing: acht agenten
van het BBT, de commissaris die
het team had opgetrommeld en
de toenmalige directeur en een
psychiater van het centrum Broeders Alexianen in Boechout, die
geweigerd hadden van Jonathan
op te nemen. Belga
Tot 300.000 euro
voetbalgeld naar
sociale doelen
De Brugse eersteklassers investeren een pak
geld in sociale doelen:
Cercle zowat 45.000 en
Club wel 250.000 euro
per jaar. ‘Het Jan Breydelstadion is een laagdrempelige locatie voor
maatschappelijke
projecten.’
Brugse eersteklassers bouwen
hun communitywerking uit
CLUB BRUGGE EN CERCLE BRUGGE BOUWEN COMMUNITYWERKING UIT
Brugse eersteklassers
steunen sociale doelen
De Brugse eersteklassers investeren een pak geld in sociale doelen: Cercle zowat
45.000 en Club 250.000 euro per jaar. ‘Het Jan Breydelstadion is een
laagdrempelige locatie voor maatschappelijke projecten.’
KOEN THEUNS
BRUGGE Wie denkt dat
voetbal maar een spelletje is,
heeft het goed mis. De twee
Brugse eersteklassers bouwen
hoe langer hoe meer hun sociale rol uit. Met hun communitywerking, zoals dat in het jargon heet, zetten zowel Club als
Cercle Brugge maatschappelijke projecten neer. Die hebben
beide ploegen in het stadhuis
voorgesteld.
Cercle Brugge pakt dit jaar uit
met een tweede ploeg voor in
de G-competities, georganiseerd voetbal voor mensen
met een verstandelijke handicap, en met een week voor de
vrijwilliger. Daarnaast ondersteunt de vereniging ook enkele vaste projecten, zoals De
Sleutel, en handhaaft ze jaarlijkse tradities als de buurtdag
en de sociale wedstrijdactie,
die dit jaar in het teken staat
van het ontmoetingshuis voor
blinden Het Buurtschap in
Varsenare.
,,
Club en Cercle slaan onder meer de handen
in mekaar voor een properheidsactie. Foto: mvn
De spelers van Cercle hielpen al bij het opsmukken
van het Opvangtehuis van Oranje. Foto: mvn
VAN ONZE MEDEWERKER
KOEN THEUNS
BRUGGE | Dat
Peter Gheysen
Community coördinator
Sinds ons logo op het
voetbalshirt staat, is het
aantal aanvragen van
vrijwilligers verdubbeld
Bij blauw-zwart prijkt het logo van vzw Club Brugge Foundation, in afwachting van een
akkoord met een nieuwe
hoofdsponsor, zelfs op het
truitje van de Club Bruggespelers.
‘Sindsdien is het aantal aanvragen van vrijwilligers die
ons willen helpen verdubbeld’,
zegt community coördinator
Peter Gheysen, die het programma voor 2014-2015 toelicht: het project rookvrij stadion, voetbal voor kinderen
met een beperking, een jobbeurs en zelfs bijlessen voor
leerlingen met leerachterstand, waarbij blauw-zwart-
De spelers van Cercle hielpen bij het opsmukken van Opvangtehuis van Oranje.
Tijdens de jobbeurs in het stadion van
Club Brugge konden bezoekers al
genieten vanop de eretribunes. Foto: mvn
fans Nederlands kunnen leren
aan de hand van interviews
met hun favoriete spelers.
‘Voor diverse maatschappelijke projecten is het Jan Breydelstadion een erg laagdrempelige locatie’, zegt Gheysen.
Vaste sponsor
Voor beide werkingen worden de budgetten ook alsmaar
groter. Zo beschikt Club Brugge Foundation tegenwoordig
over 250.000 euro om te investeren in de gemeenschap.
Net zoals het sportieve budget,
is ook het budget van Cercle
Brugge voor maatschappelijke
projecten kleiner: 45.000 euro.
En met 10.000 euro op jaarbasis voor beide communitywerkingen is de stad Brugge een
vaste sponsor.
voetbal meer
dan alleen maar een spelletje is,
bewijzen de twee Brugse eersteklassers. Beide ploegen bouwen
hoe langer hoe meer hun sociale
rol uit.
Met hun communitywerking, zoals dat in het jargon heet, zetten
zowel Club als Cercle Brugge
maatschappelijke projecten op.
De beide ploegen hebben hun
plannen in het stadhuis voorgesteld.
Cercle Brugge pakt dit jaar uit
met een tweede ploeg in de
G-competities,
georganiseerd
voetbal voor mensen met een
verstandelijke handicap, en organiseert ook een week voor de
vrijwilliger.
De vereniging blijft ook enkele
vaste projecten steunen, zoals De
Sleutel, en ze handhaaft haar
jaarlijkse tradities zoals de
buurtdag en de sociale wedstrijdactie. Die staat dit jaar in
het teken van Het Buurtschap in
Varsenare, het ontmoetingshuis
voor blinden.
Laagdrempelige locatie
Bij blauw-zwart prijkt het logo
van vzw Club Brugge Foundation, in afwachting van een akkoord met een nieuwe hoofdsponsor, zelfs op het truitje van
de Club Brugge-spelers.
‘Sindsdien is het aantal aanvragen van vrijwilligers die ons willen helpen verdubbeld’, zegt een
tevreden communitycoördinator
Peter Gheysen, die het program-
©
mvn
‘Sinds ons logo op
het voetbalshirt
staat, hebben we
dubbel zoveel
aanvragen van
vrijwilligers’
PETER GHEYSEN
Community coördinator
ma voor 2014-2015 toelicht.
Het project omvat het realiseren
van een rookvrij stadion, voetbal
voor kinderen met een beperking, een jobbeurs en zelfs bijlessen voor leerlingen met leerachterstand, waarbij blauw-zwartfans Nederlands kunnen leren
aan de hand van interviews met
hun favoriete spelers. ‘Voor diverse maatschappelijke projecten is het Jan Breydelstadion een
erg laagdrempelige locatie’, zegt
Gheysen.
Grote budgetten
Voor beide werkingen worden de
budgetten ook alsmaar groter. Zo
beschikt Club Brugge Foundation tegenwoordig over 250.000
euro om te investeren in de gemeenschap.
Net zoals het sportieve budget, is
ook het budget van Cercle Brugge voor maatschappelijke projecten kleiner: 45.000 euro. Met
tienduizend euro op jaarbasis
voor beide communitywerkingen is de stad Brugge een vaste
sponsor.
IN DE TEGENAANVAL: KAREL VAN EETVELT (UNIZO) EN PIETER TIMMERMANS (VBO)
‘Vakbondsacties hebben nog nooit één baan opgeleverd’
S.O. S. P SYC H I AT R I E
NR. 43 VAN 22 TOT
BELGIË ISSN. 0772 - 3210 P509557
WEEKBLAD - 44E JAARGANG
>€
5
00 28 OKTOBER 2014
HET SCHOKKENDE
EUTHANASIEVERHAAL
VAN CHRISTOPHE, 28 JAAR
‘Stop nu maar met wenen, mams,
want je maakt mijn T-shirt nat’
Innovating Digital Content
B
E U T H AN ASIE
Het euthanasieverhaal van Christophe, 28 jaar
Tussen woede,
wanhoop en dood
▲
Na een jarenlange strijd tegen psychotische
depressies stapte Christophe De Vos op
2 augustus 2013 uit het leven door euthanasie.
Hij was 28. Dit is het verhaal van zijn leven, zijn
ziekte en zijn dood, en van zijn uitputtend
gevecht in - en met - de Belgische psychiatrie.
‘Hoe raar het ook klinkt: zijn sterven was mooi
en sereen’, getuigt zijn familie een jaar na zijn
overlijden. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat
Christophe ongeneeslijk ziek was, maar ook dat
hij beter begeleid had moeten worden.’ DOOR ILSE DEGRYSE
Christophe met zijn
ouders en zus op vakantie
in Sri Lanka.
36 22 OKT OBER 2014
WWW.KNACK.BE
22 OKTOBER 2014 37
B
E U T H AN ASIE
Twee crèmekoeken en een Cubaanse sigaar
Het is 2 augustus 2013, zeven uur ‘s ochtends.
Christophe De Vos heeft een rustige nacht gehad.
‘s Nachts is zijn moeder bij hem in bed gekropen.
Ze heeft hem zacht gestreeld. ‘Ik heb dat wel
gevoeld hoor, mams,’ zegt de jongeman bij het
opstaan, ‘maar ik deed alsof ik sliep.’
Zijn vader gaat naar de bakker. Christophe wil
twee crèmekoeken, met smaak eet hij ze op. Zijn
thuisverpleger arriveert. Hij geeft Christophe een
douche. Daarna roken ze samen een laatste
Cubaanse sigaar onder de notelaar in de tuin. Niet veel later, om negen uur, komt zoals afgesproken de huisarts aan die de euthanasie zal
uitvoeren. Christophe vraagt hem een laatste keer
of ‘hij echt niet kan beloven dat ze hem nog kunnen genezen?’ ‘Sorry, jongen, maar in mijn ogen
hebben we alles gedaan’, antwoordt de man, ‘dus
ik kan je dat niet beloven.’ ‘Oké, dan ga ik nu
liggen’, zegt Christophe kalm. De naald voor het infuus gaat in zijn arm.
Christophe neemt afscheid van zijn ouders Daniel
en Linda, van zijn zus Valérie, zijn schoonbroer
Wouter. Dan barst hij uit in een onbedaarlijk
huilen. Het is jaren geleden dat hij nog eens
geweend heeft, want door de vele antidepressiva
die hij slikte kon hij dat niet meer. ‘Bol, je kunt
nog altijd nee zeggen’, smeekt zijn moeder. ‘Denk
nog eens goed na. Je kunt nog terug.’ Maar
Christophe is vastbesloten. ‘Ik ween omdat ik jullie zo veel verdriet doe, maar ik wil wel nog weg.
En stop nu maar met wenen, mams, want je
maakt mijn T-shirt nat.’ Omringd door zijn naasten slaapt Christophe
die ochtend vredevol in. 2 augustus 2013 zou de
warmste dag van het jaar worden. Christophe is
28 jaar geworden.
38 22 OKT OBER 2014
Christophe
met astronaut
Dirk Frimout.
hoofd, hij wilde verlost worden. Weet u: op zijn
veertiende heeft hij een zware operatie ondergaan. Hij heeft daarna vaak verteld hoe zalig hij
de narcose had gevonden, dat wegglijden in een
diep gedachteloos niets. Dat wilde hij weer. Zijn
plan was om eeuwig te slapen.’
Wat voorafging
Christophe wordt geboren op 25 oktober 1984
in Dendermonde. Bij de bevalling gaat het grondig mis; door een zuurstoftekort loopt de jongen
een ernstige hersenbeschadiging op. Daardoor is
zijn hele linkerkant minder ontwikkeld, Christophe zal de rest van zijn leven in een rolstoel
doorbrengen. Mentaal is hij lichtgehandicapt: op
talig vlak presteert hij uitstekend – ‘hij kon je
echt onder tafel praten’ – maar rekenen is moeilijk. ‘Het was bizar. Zei je iemands geboorte- en
sterfjaar, dan kon hij meteen – zo, poef! – zeggen
hoe oud die was geworden. Maar vroeg je hem
hoeveel 110 min 20 was en hij moest het antwoord schuldig blijven.’
Ondanks zijn handicap beleeft Christophe een
gelukkige kindertijd. Tot zijn zesde woont hij
met zijn ouders en zus in het toenmalige Zaïre.
Daarna verhuist het gezin naar België. ‘Zijn
handicap is nooit een issue geweest, ook niet als
tiener. We hebben zo veel plezier gemaakt. We
hebben de wereld afgereisd. Christophe was zo’n
enthousiast en nieuwsgierig jongetje. Hij hield
van ruimtevaart, vliegtuigen en klassieke muziek,
hij keek graag naar Disneyfilms. Hij kon geweldig
tekenen en maakte de mooiste karikaturen. Hij
had ook altijd grootse plannen. Eerst wilde
Christophe piloot worden, daarna de nieuwe Dirk
Frimout. Nog later zei hij dat hij hersenchirurg
wilde worden, dan kon hij eens uitzoeken hoe hij
zijn eigen bedrading weer recht kon trekken. Ja,
die jongen heeft zijn ambities vaak moeten bijstellen... Maar hij bleef er vrolijk onder – of dat
dachten we tenminste.’
Ook op school gaat het prima, tot Christophe
zestien is. In het Sint-Gregorius in Gentbrugge,
een school voor buitengewoon onderwijs, volgt
hij dan de richting OV2, die hem moet voorbereiWWW.KNACK.BE
Tot zijn zesde woonde
Christophe met zijn
familie in Zaïre.
‘De lat ligt zo
hoog in die
beschutte
werkplaatsen,
er moet écht
gepresteerd
worden.
Toen zijn de
zelfmoordgedachten
begonnen.’
den om later in een beschutte werkplaats te werken. ‘In de opleiding kwam meer en meer de
nadruk te liggen op de stages. Christophe kreeg
het zwaar. Hij wilde graag werken, maar probeer
jij maar eens een simpele handeling – iets in een
doos verpakken – uit te voeren als je linkerhand
niet mee wil. Van zijn begeleider kreeg hij voortdurend te horen dat hij niet genoeg zijn best deed
en lui was. De lat ligt zo hoog in die beschutte
werkplaatsen, er moet écht gepresteerd worden.
Toen zijn de zelfmoordgedachten begonnen. Op
het moment hadden we dat niet door. Pas jaren
later, toen we op zijn kamer een dagboekje vonden waarin hij zijn verdriet had neergeschreven,
beseften we hoe diep hij toen al zat.’
In april 2004 – Christophe is dan twintig –
krijgt hij te horen dat hij de eindtermen voor OV2
niet zal kunnen halen. Hij moet ‘zakken’ naar de
richting OV1, die jongeren voorbereidt op wonen
in een tehuis. ‘Christophe heeft dat ervaren als
een afgang. Toen is hij gaan nadenken over zijn
leven: wat zou hij kunnen betekenen in de maatschappij als hij zelfs niet in een beschutte werkplaats kon gaan werken?’ Christophe verandert van school en gaat naar
de vzw Sint-Lodewijk in Wetteren. De school
belooft hem te helpen om later als vrijwilliger aan
de slag te gaan, zodat hij toch een rol kan spelen
in de samenleving. Christophe ziet opnieuw een
perspectief. Zijn stemming slaat echter om
wanneer hij enkele weken later door het SintLodewijk onder druk gezet wordt om in het
nieuwe home van de vzw te gaan wonen.
‘Christophe wilde dat niet, hij had ook nooit op
internaat willen gaan. Hij moest hier ook niet
weg, maar de directrice zette ons voor het blok.
‘Er is hier nu een plaats voor hem. Beseffen jullie
wel hoe lang de wachtlijsten zijn in de gehandicaptenzorg? Jullie krijgen het hier op een gouden
schoteltje aangereikt en jullie wijzen het af?’ We
kregen een paar dagen bedenktijd.’
Na veel aarzelen besluit Christophe samen met
zijn ouders om het een kans te geven. Bij de start
van het nieuwe schooljaar, op 1 september 2004,
zal hij verhuizen naar ‘Home Diepenbroek’,
hoewel het vooruitzicht hem doodongelukkig
maakt. ‘Hij moest er slapen in een miniscuul grijs
kamertje, waar zijn rolstoel amper binnen kon.
Maar vooral: wonen in een home betekende dat
hij overdag niet zou kunnen gaan werken als vrijwilliger. Van de mooie beloftes die de school had
gedaan, kwam niets in huis. Hij voelde zich buitenspel gezet. De volgende zomer gingen we met
het gezin op vakantie naar Kenia. Je kon toen al
zien dat er iets in Christophe geknakt was. Hij
was stil en teruggetrokken, zat uren voor zich uit
te staren. We zagen hem zo achteruitgaan.’
Het nieuwe schooljaar begint. Christophe
neemt zijn intrek in Home Diepenbroek, maar de
eerste week al belt hij in paniek naar huis: ‘Mams,
22 OKTOBER 2014 39
▲
Film van Fellini
‘De weken die aan Christophes dood voorafgingen, waren zo ontspannen dat het surrealistisch werd’, vertelt zijn gezin nu, een jaar later.
‘Het was alsof we in een film van Fellini zaten of
in een schilderij van Magritte. Er was een rust
over hem gekomen toen hij begin juli 2013 de
datum van de euthanasie had vastgelegd. Van de
vroege ochtend tot de late avond zaten we hier in
de tuin. Familie, vrienden, zijn begeleiders in de
home, de buren... allemaal kwamen ze langs om
afscheid te nemen. Iedereen was welkom, op zijn
voorwaarde dat ze niet zouden proberen om hem
van gedachten te doen veranderen. Christophe
genoot intens van die laatste weken en dagen. Hij
lachte en deed onnozel. Wij werden heen en weer
geslingerd tussen gevoelens van liefde, onmacht,
woede ook. Godverdomme, Christophe, dachten
we soms, je zit hier nu vrolijk te doen, maar over
48 uur ben je er niet meer.
‘Mensen zeggen weleens – goedbedoeld hoor –
Ondanks zijn lichte
handicap beleeft
Christophe een
gelukkige kindertijd.
dat we Christophe het mooiste cadeau hebben
gegeven dat je je kind of broer die zo afziet kunt
doen, door met hem de weg van de euthanasie te
bewandelen. Maar zo zien we dat niet. We
hebben hem losgelaten. We hebben hem helpen
sterven, omdat er geen andere uitweg was. Ja, als
we hadden gewild, hadden we hem tegen kunnen houden. Maar dan had hij het zelf gedaan. En
wat was er dan gebeurd? Christophe heeft een
paar keer op de spoorweg gestaan. Stel dat het
gelukt was: dan was zijn lichaam geschonden
geweest, dan was hij alleen geweest in het uur
van de dood. Nu waren we bij hem. Hoe raar het
ook klinkt, zijn sterven was mooi en sereen. We
hebben bewust afscheid kunnen nemen van
elkaar. Dat heeft ons toch nog troost gebracht.’
‘Christophe is op de meest menswaardige
manier uit het leven kunnen stappen. Dat was
zijn goed recht. Hij wilde geen zelfmoord plegen,
hij had schrik om pijn te hebben en geschonden
te worden, maar hij kon ook niet meer verder. De
jarenlange depressies hadden hem tot de rand van
de waanzin gedreven. Hij wilde rust in zijn
B?
B?
E UXTXHXAN
ASIE
XX
X
EUTHANASI
XXX XXX E
▲
In Sri Lanka.
In Panama, oktober november 2007.
uiteindelijk weer bovenop, maar de demonen in
zijn hoofd blijven woest tekeergaan. In de jaren
die erop volgen, wordt hij meermaals opgenomen, wanneer de psychotische depressie hem
weer eens in zijn macht heeft. ‘Het verliep steeds
volgens hetzelfde patroon. Eerst werd hij hyper
en euforisch. Dan begon hij te klagen over die
verschrikkelijke druk in zijn hoofd. Als hij dan
ook nog zei dat hij niet meer goed sliep, wisten
we dat we ons konden voorbereiden op een
nieuwe diepe crisis. Christophe voelde dat zelf
ook aankomen, maar hij stond er machteloos
tegenover. Hij wist dat hij weer zou uitbarsten,
dat hij zijn familie weer zou verwensen en hen
diep zou kwetsen. Dat wilde hij niet, écht niet. In
zijn goede periode had hij daar superveel spijt
van.’
De depressieve episodes komen nu steeds sneller na elkaar. ‘Eerst zaten er een paar goeie jaren
tussen. Daarna was het een kwestie van maanden
voor het weer in zijn hoofd ontplofte.’ Christophe
werd opgenomen in verschillende psychiatrische
instellingen: het Dr. Guislain in Gent, het SintAlfons (De Steiger) in Gent, het UZ Gent, het
psychiatrisch centrum Caritas in Melle. ‘Op den
duur wist hij dat hij niet meer beter zou worden.
Hij werd ook steeds meer moe en de lichamelijke
ongemakken namen toe. Hij bezocht de ene
psychiater na de andere en die schreven steeds
meer pillen voor. Hij probeerde zelfs elektroshocks. Hij hoopte op een wonder, maar de
narcoses die hij daarvoor onderging versterkten
enkel nog zijn verlangen naar rust.’
Het woord euthanasie valt
In februari 2009 sterft Christophes grootvader.
Dat maakt een diepe indruk op de prille twintiger, want de twee zijn altijd heel close geweest.
‘Tijdens de begrafenis slaakte Christophe, die dan
al jaren niet meer geweend heeft, een dierlijke
▲
Demonen in zijn hoofd
‘Het leek alsof hij bezeten was. Vroeger zouden ze gezegd hebben dat de duivel in hem gevaren was. Hij kraste zichzelf. Hij was zo agressief.
Hij weigerde ons te zien. “Dat zijn mijn ouders”,
riep hij door de gang als we eraan kwamen. “De
slechtste van de wereld! Shitouders!” Vooral
mama kreeg er van langs, “want zij had hem op
de wereld gezet”. Hij smeet met zijn lievelingscd’s naar ons hoofd. Christophe was totaal onherkenbaar geworden.’
Na drie maanden verblijf in het Psychiatrisch
Centrum Guislain in Gent komt Christophe er
‘Een van de
opvoeders had
hem gezegd “dat
hij maar beter
kon wennen aan
het home, want
dat hij daar voor
de rest van zijn
leven zou zitten”.’
▲
paps, kom me halen, want ik ga hier dood.’ ‘Een
van de opvoeders had hem gezegd “dat hij maar
beter kon wennen aan het home, want dat hij
daar voor de rest van zijn leven zou zitten”. Die
gedachte sneed Christophe de adem af. Voor zijn
zus Valérie opende zich op dat moment de
wereld: ze ging studeren, leerde autorijden, trok
naar Gent op kot. En voor hem stond alles stil. Hij
zag geen enkel perspectief. Hij raakte bezeten van
het idee dat hij een parasiet van de maatschappij
was, “want hij kreeg een uitkering hoewel hij
nooit zou kunnen werken. Zo hoorde het niet!”.
Hij ging zich ook zorgen maken over wat er met
hem zou gebeuren als wij zouden sterven. Hoe
zou hij het ooit in zijn eentje redden? Wie zou er
bijvoorbeeld zijn rekeningen betalen als wij er
niet meer waren? Dat soort vragen hield hem
enorm bezig.’
Na veel discussie met de directie mag Christophe weer thuis komen wonen en gaat hij enkel
nog overdag naar het Sint-Lodewijk. Voor de
ogen van zijn gezin zakt hij weg in een eerste
diepe depressie. Hij sluit zich steeds meer af. ‘Hij
was net een zombie. Zijn blik werd dof en angstig, het leek alsof hij dwars door je heen keek.
Hij klaagde over hoofdpijn, hij voelde steken en
een druk in zijn hoofd. Nu beseffen we dat dat
typische symptomen zijn van een depressie, maar
op dat moment wisten we niet wat het was of hoe
we moesten reageren. “Ga eens vroeg slapen”,
zeiden we. “Neem een Dafalgan en rust wat.”’ Op 15 december 2004 gaat Christophe door het
lint. Hij heeft een klein schaartje in de hand en
dreigt ermee zichzelf iets aan te doen. Zijn ouders
nemen hem mee naar de psychiater die hem
Risperdal voorschrijft, een antipsychoticum.
‘Jongen, je mag jezelf niet zo laten gaan, zei die
man. Je moet je best doen. Maar als je je niet goed
voelt, dan kun je hier een paar druppeltjes van
nemen.’ Die avond drinkt Christophe in een onbewaakt
moment de hele fles Risperdal leeg. Met spoed
wordt hij opgenomen in de psychiatrische
afdeling van het ASZ in Aalst. Het is de eerste van
vele langdurige opnames in de psychiatrie.
Christophe met
zijn zus Valérie.
▲
kreet. Het was huiveringwekkend, het sneed
door merg en been. De wanhoop die zich in hem
had opgehoopt, moest eruit.’ Twee weken na de begrafenis rijdt Christophe
met zijn scooter naar de spoorweg, vlakbij zijn
ouderlijk huis in Schellebelle. Hij gaat op de sporen staan, wachtend op een aankomende trein,
maar kan op het laatste nippertje gered worden.
‘Toen heeft hij voor het eerst het woord euthanasie laten vallen. Wij zijn daar op dat moment niet
op ingegaan, maar de dood bleef hem bezig houden. Aan zijn telefoonrekeningen konden we zien
dat hij vaak naar de zelfmoordlijn belde. Aan de
zoekgeschiedenis van zijn computer merkten we
dat hij alles opzocht over euthanasie. Hij las alles
wat hij erover kon vinden.’ In juni 2010 gaat
Christophe een tweede keer op de sporen staan,
maar opnieuw wordt hij gered.
De familie zoekt contact met de vzw Ulteam,
die mensen begeleidt bij de ‘uitklaring van
levenseindevragen’. Christophe kan in april 2011
op gesprek bij een psychiater die verbonden is
‘Hij wist dat hij
weer zou
uitbarsten, dat
hij zijn familie
weer zou
verwensen en
hen diep zou
kwetsen. Dat
wilde hij niet,
écht niet.’
aan het Centrum. Hij wordt min of meer gerustgesteld: de dokter verzekert hem dat ze zijn vraag
om euthanasie héél ernstig neemt. Een jaar later,
in april 2012, gaat hij opnieuw langs bij Ulteam,
in juni 2012 volgt een derde afspraak samen met
zijn hele gezin. Daarna gaat het snel, in maart
2013 heeft Christophe de drie handtekeningen
verzameld die nodig zijn om uit het leven te stappen. ‘Wij hoopten dat hem dat rust zou brengen.
Je leest vaak dat mensen gerustgesteld zijn als ze
weten dat euthanasie mogelijk is en dat slechts
een kleine minderheid er uiteindelijk mee doorgaat. Helaas behoorde Christophe bij die kleine
minderheid.’
Nochtans leek het leven in het voorjaar van
2013 weer draaglijk voor Christophe. Met zijn zus
en schoonbroer gaat hij in februari een weekend
naar Londen. ‘We hadden hem dat cadeau gedaan
omdat hij had verteld dat hij graag nog eens met
de Eurostar wou rijden. We gingen naar het
Museum for National History naar de dinosaurussen kijken, we zaten op de London Eye. Het was
zo plezant. Christophe leek zich goed te voelen.’
Het gezin bestelt ook een nieuwe scooter voor
Christophe. ‘Dat was zijn vrijheid, dus we kozen
een model met alles erop en eraan. We hoopten
dat dat hem weer zin zou geven om door te
gaan.’ De hoop blijkt ijdel. Begin juni rolt Christophe
de werkkamer van zijn vader binnen. ‘Paps,’ zegt
hij, ik denk dat het moment nu gekomen is’. Hij
blaast de nieuwe scooter, waar hij zo naar heeft
uitgekeken, af. ‘Achteraf heeft hij ons verteld dat
hij die laatste maanden voor ons geprobeerd heeft
om te genieten van het leven, maar dat hem dat
niet gelukt is. Hij was op. En wij ook. Telkens als
we sirenes voorbij hoorden razen, sloeg de schrik
ons om het hart: Christophe zal toch niet weer...
We moesten hem laten gaan.’
De afspraak voor 2 augustus wordt vastgelegd.
Christophe plant zijn begrafenis tot in de kleinste
details. Hij schrijft afscheidsbrieven voor zijn
familie, die ze pas na zijn dood mogen lezen. ‘Ik
wou jullie nog vertellen dat de reden van mijn
euthanasie niets met jullie te maken heeft’,
schrijft hij. ‘Het heeft alleen te maken met mezelf.
Ik ben ongelukkig. Ik weet dat jullie er alles aan
gedaan hebben om mijn leven draaglijk te maken,
maar ik kan niet meer. Ik ben te ziek om nog verder te leven. Ik kan niet meer leven met mezelf.
Ik neem jullie mee in mijn hart, waar ik ook ben.
Je moet maar denken: ik ga naar een plek waar
iedereen ooit naartoe moet gaan. Ik kies er alleen
voor om die reis vroeger te maken. Maar ik zal op
jullie wachten en een plaatsje vrijhouden voor
jullie.’
‘Samen met die laatste mooie weken hier,
waren die brieven het meest fantastische cadeau
dat Christophe ons gegeven heeft’, zegt zijn
gezin.
B?
E UXTXHXAN
ASIE
XX
X
Verdriet en kwaadheid
Straks is het 25 oktober, de dag waarop Christophe dertig jaar zou zijn geworden. ‘Hij heeft
altijd gezegd dat hij dan een knalfuif wou
geven, maar het heeft helaas niet meer mogen
zijn. Voor die gelegenheid gaan we een feest
organiseren met koffie en gebak bij zijn vrienden in De Beweging. Dat is de instelling waar hij
de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht. Daar is hij graag geweest. De begeleiders
hebben veel moeite gedaan om Christophe te
leren kennen – want hij was complex en hij liet
zich niet makkelijk benaderen. Het was een
zeldzaam lichtpunt in de wereld van gehandicapteninstellingen en psychiatrische centra.’
‘We hebben altijd respect gehad voor wat
Christophe wilde, maar we kunnen nog niet
zeggen dat we zijn dood aanvaard hebben’, zegt
zijn familie. ‘Dat is nog iets helemaal anders. We
zitten nog met zoveel vragen, zoveel kwaadheid
ook. Wij zijn ervan overtuigd dat Christophe
ongeneeslijk ziek was, dat hij door het diepe dal
van depressies waar hij is doorgegaan niet
verder kon leven. Maar ook dat zijn complexe
problematiek – zeker in het begin – niet goed
onderkend is en dat hij beter begeleid had
moeten worden.’
‘Van bij zijn geboorte zijn we op zoek gegaan
naar een multidisciplinair team dat Christophe
zowel fysiek als mentaal kon begeleiden. Een
team dat hem als volwaardig mens zou behandelen. Men heeft de mond vol over geïntegreerde zorgverlening, maar wij hebben ze nooit
gevonden. Ze stoppen iedereen in vakjes en
geven ze een catalogusnummer, want daar hangen de uitkeringen aan vast, maar de holistische
visie op de mens ontbreekt totaal. We hebben
het gevoel dat er door Christophes lichamelijke
problematiek nooit echt de gepaste aandacht is
geweest voor zijn mentale aandoening. Toen
rond zijn twintigste de depressie voor de eerste
keer de kop opstak, vroegen we aan de psychologen en agogen van Home Diepenbroek in
Wetteren wat we daarmee moesten doen, of ze
ons misschien konden doorverwijzen naar een
psychiater. Zij zeiden dat ze geen weet hadden
dat andere ‘cliënten’ van hen – dat woord alleen
al – psychische problemen hadden. Wij hadden
het gevoel alleen te staan. Achteraf hebben we
gemerkt dat meerdere van hun ‘cliënten’ bij de
psychiater liepen, we ontmoetten hen geregeld
in de spreekkamer. Maar ze wilden het gewoon
niet zien.’
‘We zaten ook in het oudercomité van die
school. We hebben daar – en ook op de andere
school waar Christophe heeft gezeten – meermaals gevraagd hoe ze het leven zagen voor de
jongeren die ze begeleidden, hoe ze dachten hen
voor te bereiden op een zinvolle deelname aan
de maatschappij. Dat zijn toch geen domme vra-
‘Men heeft de
mond vol over
geïntegreerde
zorgverlening,
maar wij hebben
die nooit
gevonden.’
Christophe in
2013. ‘Ik kan niet
meer leven met
mezelf.’
De feiten
In 2013 werden in België
3239 gevallen van
euthanasie geregistreerd.
De overgrote meerderheid
van de mensen die op die
manier vrijwillig uit het
leven stapten, leden aan
kanker of hadden ‘een
andere verminking’ waarbij
de levensverwachting laag
wordt ingeschat (73 %).
Slechts een kleine minderheid koos voor euthanasie
wegens ondraaglijk
psychiatrisch lijden.
61 % van de in 2013
geëuthanaseerden was
ouder dan 70. Slechts
14 van de mensen die in
2013 euthanasie kregen,
waren tussen de 20 en
de 30 jaar.
gen? Intussen is het misschien anders, maar wij
hebben nooit een serieus antwoord gekregen.’
‘Christophe heeft ook nooit een goeie plek
gevonden in de psychiatrie. Hij zat in een rolstoel, dus stopten ze hem maar in de zaal die ‘toevallig’ toegankelijk voor hem was. Het was zo
amateuristisch en geïmproviseerd allemaal. In het
Sint-Alfons in Gent zat hij samen met de zwaarste gevallen. Ze konden hem niet bij de drugsverslaafden steken, niet bij de alcoholici en dus zat
hij bij patiënten met de mentale leeftijd van drie
jaar, die met een pamper aanliepen en hun uitwerpselen over de muren uitsmeerden.... Het
was een samenraapsel van mensen die ze elders
niet kwijt konden. Het personeelstekort in de
psychiatrie is schrijnend. En dus geven ze de
patiënten maar pillen, ze spuiten ze plat. Als de
patiënt de hele dag wil slapen, dan is dat maar
zo.’
‘We zullen ons blijven afvragen waarom er
niet meer moeite is gedaan om Christophe psychologisch te begeleiden, met gesprekstherapie
of intensieve bezigheidstherapie. Was er dan
geen enkele psycholoog, agoog of psychiater in
heel België te vinden die met hem over zijn existentiële angsten kon praten? In plaats daarvan
pompten ze hem vol met antidepressiva, om hem
koest te houden, terwijl in al die bijsluiters staat
dat die de suïcidale neigingen kunnen verergeren. Als we zijn psychiaters daarover aanspraken, wuifden ze onze zorgen weg. ‘Dat is
allemaal klinisch getest’, kregen we te horen.’ Ze
laten zich brainwashen door de farma-industrie.’
‘Sowieso bleven we als familie voortdurend
in de kou staan. ‘Hij is meerderjarig’, was het
antwoord dat we kregen als we een gesprek aanvroegen met zijn psychiaters. ‘We kunnen u
niets vertellen over Christophe, want dat valt
onder het medisch beroepsgeheim of de Wet op
de privacy van de patiënten.’ We begrijpen dat
de patiënt op de eerste plaats komt, maar ziektebeelden als die van Christophe veroorzaken
drama’s binnen gezinnen. We voelden ons buitengesloten en machteloos bij alles wat
Christophe overkwam.’
‘Christophe heeft een intens mooi leven
gehad, op de laatste duistere jaren na. We hebben tijdens zijn begrafenis een diaprojectie
getoond, zodat mensen konden zien dat hij ook
veel geluk heeft gekend en dat hij veel meer was
dan ‘een zielig geval’ of een ‘aandachtstrekker’.
Wij weten nu wat rouwen betekent, ons verwerkingsproces is pas begonnen. We zullen
Christophe nooit vergeten. We praten nog elke
dag over hem. Voor hem kunnen we niks meer
doen, maar misschien kan dit artikel voor andere
jongeren in zijn situatie iets teweegbrengen. Wij
hopen dat de psychiatrie menswaardiger mag
worden, want wij hebben haast negentiendeeeuwse toestanden meegemaakt.’
PEER
Freinetschool trekt in nieuw gebouw
De leerlingen van Freinetschool ’t Perenboompje trekken deze week in
hun nieuw schoolgebouw. Het schooltje dat zeven jaar geleden begon op
de campus van het gemeenschapsonderwijs met een twintigtal kinderen,
zit nu aan de maximumcapaciteit van 130 leerlingen.
Geert VAN BAELEN
De jongste jaren was het behelpen
met enkele containerklassen die
het plaatsgebrek in de bestaande
schoolgebouwen moesten opvangen. Plannen voor een volwaardige nieuwbouw op een deel van
de ruime speelplaats kregen vorm.
Maandag werd met de hulp van
kinderen én ouders volop ver-
huist naar het resultaat. Het gaat
om een project van ruim 400.000
euro, betoelaagd door het GO, de
inrichtende macht. “In het nieuwe
complex zullen de tweede en derde
graad hun intrek nemen. Op het
gelijkvloers verblijven de kleutertjes. Voor hun lokaal krijgen ze
nog een afgebakend terras, een
Schoolpersoneel,
ouders en
kinderen hielpen
verhuizen. FOTO GVB
stuk buitenterrein dat ook tijdens
de lessen dienst kan doen”, vertelt
schooldirectrice Sarah Candreva.
De containerklassen kunnen nu
plaatsmaken voor de herinrichting
van de omgeving. “Tegen april
krijgt de speelplaats een heel ander
uitzicht. Alles komt in het teken
te staan van meervoudige intelligentie en de verschillende talenten
waarover kinderen beschikken. Er
zal zo een hoek komen voor natuurexploratie, een taalhoek waar
kinderen kunnen babbelen, voor
de denkers onder de leerlingen
komt er een schaakspel met levensgrote pionnen. Ook voorzien we
nog een hindernissenparcours in
natuurlijke elementen. We krijgen
bij de inrichting de hulp van De
Winning, een initiatief voor sociale
tewerkstelling.”
Ouders en kinderen worden zoals
het hoort in de geest van Freinet,
betrokken bij al die veranderingen.
“Iedereen denkt meeDe speelplaats
is bijvoorbeeld uitgetekend door
een ouder die architect is”, stelt
de directrice, die eraan toevoegt
dat de schoolbanken volledig zijn
ingevuld. “Onze maximale capaciteit van 130 kinderen is quasi bereikt. Dus nu gebeurt de normale
instroom vanaf onderaan.”
22 EERSTE WERELDOORLOG
DE STANDAARD
DONDERDAG 23 OKTOBER 2014
EERSTE WERELDOORLOG 23
DE STANDAARD
DONDERDAG 23 OKTOBER 2014
NIEUWS
1
1914 TOT AAN DE IJZER 1918
O O R L O G S F E U I L L E T O N
In Diksmuide verlaten de broeders van liefde hun
kelder. Hun koer ligt vol verwrongen fietsen, puin en
lijken. Een vrouw die drank kwam vragen, ligt half
begraven in een obustrechter. Een soldaat zocht een
hoekje om dood te bloeden.
2
Na een treinreis van eenenzestig uur hoort Adolf
Hitler ‘Aussteigen’. Hij is in een voorstad van Rijsel,
La Madeleine. Laat in de avond marcheert hij de
lege en troosteloze stad in. Op weg naar zijn rustkwartier ziet hij zwartgeblakerde arbeiderswoningen.
Hij marcheert ‘met gevaar voor eigen leven’.
~ 23 OKTOBER 1914 ~
PETER KOLLWITZ SNEUVELT IN ESEN
LETTERLIJK
ACHIEL VAN WALLEGHEM
Onderpastoor
Achiel Van
Walleghem
hield van oktober 1914 tot
eind april 1918
een gedetailleerd dagboek
bij over Dikkebus. © rr
Onpeilbaar
verdriet en
zelfverwijt
‘
Vannacht is de Duitse musketier Peter Kollwitz
(18) in de Westhoek gesneuveld. Een van de
velen. Toch zal zijn dood een universeel
symbool van het oorlogsleed worden. Dankzij
het werk van zijn moeder, Käthe. PETER JACOBS
‘Het treurende ouderpaar’ van Käthe Kollwitz in Vladslo: verdriet en zelfverwijt.
‘W
aar is hij?
Heeft hij
kou? Honger? Is hij
in gevaar?’
De Berlijnse kunstenares Käthe
Kollwitz maakt zich in haar dagboek op 24 oktober 1914 zorgen
over haar jongste zoon aan het
front.
Ze ontving zonet zijn eerste
brief sinds hij in bezet België is.
‘Hij schrijft dat ze al kanonnengebulder horen.’ Wat de moeder
nog niet weet, is dat de achttienjarige Peter al een dag dood is.
Hij is gesneuveld in de nacht
van 22 op 23 oktober tijdens een
moordend offensief in Esen bij
Diksmuide.
In 1994 getuigde overlever Hans
Koch over het schot dat zijn
kompaan in het hart trof. ‘Hij
zakte in elkaar, zei geen woord
meer. Daarna hebben we nog
pal naast de loopgraaf een graf
De laatste foto van Peter Kollwitz: op 2 oktober 1914, in
uniform. © www.wereldoorlog1.nl
gedolven. We hebben hem in een
dekzeil gewikkeld, ter aarde besteld, en ergens iemand heeft een
korte grafrede gehouden.’
Musketier Peter Kollwitz is in die
dagen slechts een van de velen.
Maar toch zou zijn dood symboolwaarde krijgen.
Graniet
Het dramatische nieuws bereikt
Berlijn pas op 30 oktober. Moeder
Käthe noteert slechts één zin in
haar dagboek en zet hem tussen
aanhalingstekens: ‘Ihr Sohn ist
gefallen.’
Het verdriet slaat haar murw, tot
ze in december het idee opvat om
een gedenkteken voor haar zoon
te ontwerpen. Dat wordt uiteindelijk, na een jarenlang verwerkings- en creatieproces, de uitgepuurde beeldengroep Het treurende ouderpaar, onpeilbaar verdriet
uit graniet gehouwen. Sinds 1956
staat ze op de Duitse soldatenbegraafplaats in Vladslo als een universeel symbool van het leed dat
miljoenen gezinnen trof.
Voordien stonden de beelden opgesteld op de begraafplaats Roggeveld in Esen, maar die werd opgeruimd toen de Duitse oorlogsgraven in Vlaanderen gecentraliseerd werden. Peters graf verhuisde, zoals dat van duizenden anderen, naar Vladslo; zijn ouders
volgden.
De vader knielt, zijn armen voor
zijn borst gekruist, staart en ver-
3
De valavond kleurt de vliegtuigen boven het slagveld
in goud en rood. Het is vreemd ‘neer te kijken op de
grijze aarde’, noteert de piloot Louis A. Strange. Hij
ziet de veldslag woeden tot bij Roeselare. Woningen
branden. De enige kleur komt van korenvelden en
boerderijen die glanzen.
bijt zijn verdriet; ook de moeder
knielt, maar zij buigt het hoofd en
heeft haar hand in haar nek gelegd, alsof ze een kind koestert. Ze
lijken zich het verwijt te maken
dat ze hun kind naar de oorlog
hebben laten gaan.
Käthe Kollwitz heeft de verering
van de heldenmoed dus helemaal
achterwege gelaten – iets wat haar
trouwens later door de nazi’s kwalijk genomen zou worden.
Ongerust
Peter Kollwitz groeide op in een
artistiek en intellectueel gezin
van sociaaldemocraten. Moeder
Käthe maakte voor de oorlog al
naam met haar sociaal en politiek
geëngageerde kunst. Ook Peter
zou schilder worden.
Hij werd bij de mobilisatie niet
opgeroepen – hij was te jong –
maar nam vrijwillig dienst, aangestoken door de patriottische euforie die zovele Duitse jongeman-
nen op het einde van de zomer van
1914 in haar greep kreeg. Toen hij
zijn beslissing op 10 augustus aan
de eettafel bij zijn ouders aankondigde, probeerde zijn vader Karl,
een arts, hem nog tot andere gedachten te brengen. Ook Käthe
was ongerust, maar kon meer begrip opbrengen.
Uiteindelijk lieten ze hem maar in
het leger gaan. Zijn moeder gaf
hem als lectuur nog Faust van
Goethe mee.
Door de dood van haar zoon wordt
Käthe Kollwitz pacifiste, iets wat
al in de lijn van haar linkse engagement lag en wat ze vooral in
haar grafisch werk krachtig tot uiting zou brengen. Op 10 oktober
1914 had ze nog, met weinig enthousiasme, de Duitse driekleur
uitgehangen. In haar dagboek legt
ze uit waarom. ‘Peters feestdag –
Antwerpen is gevallen. (…) Voor
de eerste keer in ons leven hangen
we – sociaaldemocraten die we be-
wust zijn en blijven – vandaag op
10 oktober, de zwart-wit-rode vlag
uit. Uit de jongenskamer. Voor onze Peter en Antwerpen. Boven alles en vooral voor onze zoon.’
Käthe Kollwitz ontpopt zich tot
een van de belangrijkste Duitse
kunstenaars van het interbellum,
maar wordt vanaf 1933 door de
nazi’s gedwarsboomd. Ze blijft
ook niet gespaard van nog meer
oorlogsleed. De zoon van haar
overblijvende zoon Hans sneuvelt
in 1942, nauwelijks ouder dan zijn
oom, aan het Oostfront in Rusland. Zijn naam was Peter.
Käthe Kollwitz overlijdt in 1945;
het einde van de Tweede Wereldoorlog maakt ze net niet meer
mee.
©
Fred Debrock
KÄTHE KOLLWITZ HEEFT
DE VERERING VAN DE
HELDENMOED HELEMAAL
ACHTERWEGE GELATEN –
IETS WAT HAAR TROUWENS LATER DOOR DE
NAZI’S KWALIJK GENOMEN
ZOU WORDEN
’s Morgens is het hier
waarlijk stichtend in de kerk.
Tijdens de mis is de kerk
bijna vol en zeer velen gaan te
biecht en te communie. Men
ziet de ongelukkige
vluchtelingen ronddwalen op
straat, met voortdurend de
vraag of er al beterschap komt
en of er geen middel is om naar
huis te gaan.
Sommigen riskeren het en
worden teruggezonden.
Anderen kunnen tot bij hun
huis geraken, stellen de
vernieling en plundering vast,
melken de koeien, geven ze wat
eten, nemen het een en het
ander mee, terwijl de granaten
vallen. Zij zijn blij dat zij
levend terug in hun vluchtoord
geraken.
Nog anderen kunnen niet meer
tot bij hun huis geraken omdat
het gevaar te groot is. Helaas,
nog anderen willen
doordringen en verdwijnen
zonder dat men nog ooit een
woord over hen hoort. Zo was
het onder andere het geval met
de secretaris van Hollebeke en
drie van zijn gezellen.
Zoveel van die mensen hadden
geld en waardepapieren
gedolven. Sommigen zullen het
reeds de eerste dagen gaan
uitdelven en meebrengen,
anderen zullen het binnen twee
of drie maanden doen met of
zonder vrijgeleide, velen
vergezeld van een soldaat. Zo
kunnen veel mensen van
Langemark, Sint-Juliaan,
BRONNEN
Käthe Kollwitz, ’Die Tagebücher 1908-1943’, Wolf Jobst Siedler
Verlag, 1989
‘Dus kurze Leben des Peter Kollwitz’, Die Zeit, 1996.
b Achiel Van Walleghem, ‘Oorlogsdagboeken 1914-18’, Lannoo.
b
MORGEN In West-Europa wordt
wekenlang op het hoogste niveau
gediscussieerd door intellectuelen
over zin en noodzaak van het geweld.
Zonnebeke, Voormezele het
doen.
Vele anderen zullen het helaas
nooit meer kunnen doen en
zullen hier als arme mensen,
hoewel zij schatten in de grond
hebben, moeten ronddwalen,
met de gegronde vrees er nooit
meer een cent van terug te
zullen zien. Zo zijn er veel
ongelukkigen van Wijtschate,
Mesen, Hollebeke, Zandvoorde,
Geluveld, Beselare, Moorslede,
Passendale.
Nog anderen die hun schatten
vol moed gaan halen, vinden de
schuilplaats ontdekt en de
spaarpot geroofd. Het toeval
heeft gewild dat de soldaten
daar loopgraven of putten
maakten of de schat is bloot
geschoten of erger nog, de
soldaten hebben rondgezocht
en gevonden wat zij zochten.
Ineens is de vrucht van een
geheel leven zwoegen en
sparen verdwenen!
Men mag zeggen dat de
Dikkebusnaren de
vluchtelingen zeer goed hebben
behandeld.
Veel boeren hadden er wel 200,
sommigen hebben er zelfs hun
dood aan gehaald of ziekten in
hun huizen getrokken door de
overbevolking. Enkelen hebben
de vluchtelingen uitgebuit,
maar zij waren de
uitzondering.
’s Avonds in het lof was altijd
veel volk aanwezig vol
vertrouwen in O.L. Vrouw van
Dikkebus.’
b
Het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen
nodigt u op woensdag 22 oktober 2014 van harte uit op de filmvoorstelling en paneldebat
Willem van Genk, Zwakzinnigennazorg, uit Collectie De Stadhof/museum Dr. Guislain Gent
16 : 0 0 –17 : 45 U U R
FILMVOORSTELLING MET NABESPREKING
Verloren jaren Bas Labruyère vertelt in deze film hoe hij de eerste tekenen van zijn schizofrenie
ervoer. Met de film vraagt de ‘Stichting Verloren Jaren’ aandacht voor de eerste
tekenen van psychose. Na de vertoning wisselt de regisseur hierover van gedachten
met het publiek.
! De film duurt 65 minuten en bevat scènes die mogelijk als schokkend ervaren
kunnen worden.
1 8 : 0 0 –20 : 0 0 UU R
LEZINGEN EN PANELGESPREK
De heer Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, geeft enkele inzichten
over een meer integrale benadering van geestelijke gezondheidszorg.
Prof. dr. Bernard Sabbe en prof. dr. Philippe Delespaul belichten de idee van een meer geïntegreerde
aanpak van geestelijke gezondheidszorg en psychische kwetsbaarheid. Wat leert
de klinische praktijk en de wetenschap hierover? Hoe kan men de zorgverlening
hierop afstemmen? Hoe houdt de ‘ecologische psychiatrie’ rekening met de
dagelijkse context waarbinnen iemand psychiatrische problemen ervaart en die
voor elke hulpbehoevende en elk moment van de dag anders is?
Beide experts verkennen met een panel en het publiek de noodzaak en
de mogelijkheden voor een nieuwe wetenschappelijke en therapeutische
benadering, vanuit verschillende perspectieven:
Patrick Allegaert, Museum Dr. Guislain
Patrick Colemont, Ups &Downs, zelfzorggroep patiënten en familieleden
Raf De Rycke, vzw Provincialaat der Broeders van Liefde
Jan De Volder, Sant’Egidio
Erik Myin, Centrum voor Filosofische Psychologie Universiteit Antwerpen
Matthijs van Dijk, Reframing Studio Amsterdam, design consultancy
WOENSDAG 22 OK TOBER 2014
Universiteit Antwerpen · Promotiezaal Grauwzusters · Lange Sint-Annastraat 7 · 2000 Antwerpen
Deelname is gratis, gelieve vooraf in te schrijven.
inschrijven