23.10.2014 dienst communicatie HANSBEKE/AALTER Kinderen Sint-Paulus bedenken droommachine De Sint-Paulusschool van Hansbeke is één van tien Vlaamse scholen die meedoen aan ‘MyMachine’, een project waarbij leerlingen onder begeleiding van hogeschoolstudenten een droommachine mogen bedenken. «Die droommachine komt eind dit schooljaar op hun school terecht», klinkt het. Een machine die het chocomelk laat regenen, een transformator die van de meester een juf maakt of een muggenmepmachine: het zijn slechts enkele van de ideetjes die de zesdeklassers van de SintPaulusschool gisteren bedachten. De school is één van de tien Vlaamse scholen waar kinderen deze week in de huid van Leonardo Da Vinci kruipen. De rijbabbelaar, de billenkletsmachine, de spring-naar-de-maan-machine of het vliegend paard zijn slecht enkele van de maffe uitvindingen die dankzij MyMachine in het verleden werden gerealiseerd. «Wij laten de kinderen brainstormen en zelf hun droommachines tekenen, waarna ze uiteindelijk drie ontwerpen mogen nomineren», vertellen Jonas, Melanie, Parket vraagt niet-vervolging voor lekken video Jonathan Jacob Het Antwerpse parket zal op 6 november aan de raadkamer vragen om Jan Jacob niet te vervolgen voor het bezorgen van camerabeelden aan het VRT-programma Panorama. Het Bijzondere Bijstandsteam van de Antwerpse politie had een klacht tegen Jacob ingediend. De 26-jarige Jonathan Jacob over- Enkele leerlingen van de Sint-Paulusschool met hun ontwerpen en achter hen de begeleidende studenten van Howest. Foto GRG Annelies en Lisa. Het viertal studeert industrieel productontwerpen aan de hogeschool Howest in Kortrijk en zal straks één kinderontwerp in een technisch plan gieten. «Dat plan gaat dan naar een technische school, in dit geval Emmaüs uit Aalter. Zij zullen het plan uitvoeren waarna de droommachine eind dit schooljaar hier op school zou moeten belanden.» Welke machine het zal worden, blijft nog even geheim. Aan inspiratie hadden de kinderen alvast geen gebrek. «Dit is een muggenmepmachine», legt Milan (10) uit. «Ik heb een hekel aan muggen. Deze machine spoort muggen op en mept hen dood. Handig, toch?» leed op 6 januari 2010 in een politiecel in Mortsel na een tussenkomst van het Bijzondere Bijstandsteam (BBT) van de lokale politie van Antwerpen. De hele interventie werd gefilmd door een bewakingscamera in de cel. Die beelden werden toegevoegd aan het dossier waarin elf personen in verdenking zijn gesteld van de dood van Jonathan Jacob. Jonathans vader Jan (foto) lekte de beelden naar het VRTprogramma Panorama. Daarop diende het BBT een klacht in voor misbruik van het inzagerecht in het strafdossier. Maar het Antwerpse parket vraagt nu om Jacob buiten vervolging te stellen. Op 6 november moet hij voor de raadkamer verschijnen. Op dezelfde dag wordt ook beslist of de acht leden van het BBT, de commissaris die het team had opgetrommeld en de toenmalige directeur en een psychiater van het centrum Broeders Alexianen in Boechout die geweigerd hadden Jonathan op te nemen, doorverwezen worden naar de rechtbank. SARE Vader Jonathan Jacob toch niet voor rechter ANTWERPEN - Het parket van Antwerpen wil de vader van Jonathan Jacob niet vervolgen voor het bezorgen van camerabeelden uit het strafdossier aan het reportageprogramma ‘Panaroma’. (GRG) GE Jan Jacob, vader van Jonathan, gaf de beelden van de bewakingscamera in de cel van zijn zoon aan Panorama. FOTO BELGA Jonathan Jacob (26) overleed op 6 januari 2010 in een politiecel in Mortsel na een tussenkomst van het Bijzondere Bijstandsteam (BBT) van de lokale politie van Antwerpen. Vader Jan Jacob bezorgde beelden van de bewakingscamera in de cel aan ‘Panorama’. Het BBT diende daarop klacht met burgerlijke partijstelling in wegens misbruik van zijn inzagerecht in het strafdossier. De zaak komt op 6 november voor de raadkamer in Antwerpen, waar het parket zal vragen om Jan Jacob niet te vervolgen. “Na kennisname van het ganse onderzoek menen wij dat er onvoldoende bezwaren tegen hem zijn”, zegt Ken Witpas, woordvoerder van het Antwerpse parket. Diezelfde dag beslist ook de kamer van inbeschuldigingstelling wie er voor de rechtbank moet verschijnen in de zaak rond het overlijden van Jonathan Jacob. Het parket-generaal vraagt voor elf verdachten de doorverwijzing: acht agenten van het BBT, de commissaris die het team had opgetrommeld en de toenmalige directeur en een psychiater van het centrum Broeders Alexianen in Boechout, die geweigerd hadden van Jonathan op te nemen. Belga Tot 300.000 euro voetbalgeld naar sociale doelen De Brugse eersteklassers investeren een pak geld in sociale doelen: Cercle zowat 45.000 en Club wel 250.000 euro per jaar. ‘Het Jan Breydelstadion is een laagdrempelige locatie voor maatschappelijke projecten.’ Brugse eersteklassers bouwen hun communitywerking uit CLUB BRUGGE EN CERCLE BRUGGE BOUWEN COMMUNITYWERKING UIT Brugse eersteklassers steunen sociale doelen De Brugse eersteklassers investeren een pak geld in sociale doelen: Cercle zowat 45.000 en Club 250.000 euro per jaar. ‘Het Jan Breydelstadion is een laagdrempelige locatie voor maatschappelijke projecten.’ KOEN THEUNS BRUGGE Wie denkt dat voetbal maar een spelletje is, heeft het goed mis. De twee Brugse eersteklassers bouwen hoe langer hoe meer hun sociale rol uit. Met hun communitywerking, zoals dat in het jargon heet, zetten zowel Club als Cercle Brugge maatschappelijke projecten neer. Die hebben beide ploegen in het stadhuis voorgesteld. Cercle Brugge pakt dit jaar uit met een tweede ploeg voor in de G-competities, georganiseerd voetbal voor mensen met een verstandelijke handicap, en met een week voor de vrijwilliger. Daarnaast ondersteunt de vereniging ook enkele vaste projecten, zoals De Sleutel, en handhaaft ze jaarlijkse tradities als de buurtdag en de sociale wedstrijdactie, die dit jaar in het teken staat van het ontmoetingshuis voor blinden Het Buurtschap in Varsenare. ,, Club en Cercle slaan onder meer de handen in mekaar voor een properheidsactie. Foto: mvn De spelers van Cercle hielpen al bij het opsmukken van het Opvangtehuis van Oranje. Foto: mvn VAN ONZE MEDEWERKER KOEN THEUNS BRUGGE | Dat Peter Gheysen Community coördinator Sinds ons logo op het voetbalshirt staat, is het aantal aanvragen van vrijwilligers verdubbeld Bij blauw-zwart prijkt het logo van vzw Club Brugge Foundation, in afwachting van een akkoord met een nieuwe hoofdsponsor, zelfs op het truitje van de Club Bruggespelers. ‘Sindsdien is het aantal aanvragen van vrijwilligers die ons willen helpen verdubbeld’, zegt community coördinator Peter Gheysen, die het programma voor 2014-2015 toelicht: het project rookvrij stadion, voetbal voor kinderen met een beperking, een jobbeurs en zelfs bijlessen voor leerlingen met leerachterstand, waarbij blauw-zwart- De spelers van Cercle hielpen bij het opsmukken van Opvangtehuis van Oranje. Tijdens de jobbeurs in het stadion van Club Brugge konden bezoekers al genieten vanop de eretribunes. Foto: mvn fans Nederlands kunnen leren aan de hand van interviews met hun favoriete spelers. ‘Voor diverse maatschappelijke projecten is het Jan Breydelstadion een erg laagdrempelige locatie’, zegt Gheysen. Vaste sponsor Voor beide werkingen worden de budgetten ook alsmaar groter. Zo beschikt Club Brugge Foundation tegenwoordig over 250.000 euro om te investeren in de gemeenschap. Net zoals het sportieve budget, is ook het budget van Cercle Brugge voor maatschappelijke projecten kleiner: 45.000 euro. En met 10.000 euro op jaarbasis voor beide communitywerkingen is de stad Brugge een vaste sponsor. voetbal meer dan alleen maar een spelletje is, bewijzen de twee Brugse eersteklassers. Beide ploegen bouwen hoe langer hoe meer hun sociale rol uit. Met hun communitywerking, zoals dat in het jargon heet, zetten zowel Club als Cercle Brugge maatschappelijke projecten op. De beide ploegen hebben hun plannen in het stadhuis voorgesteld. Cercle Brugge pakt dit jaar uit met een tweede ploeg in de G-competities, georganiseerd voetbal voor mensen met een verstandelijke handicap, en organiseert ook een week voor de vrijwilliger. De vereniging blijft ook enkele vaste projecten steunen, zoals De Sleutel, en ze handhaaft haar jaarlijkse tradities zoals de buurtdag en de sociale wedstrijdactie. Die staat dit jaar in het teken van Het Buurtschap in Varsenare, het ontmoetingshuis voor blinden. Laagdrempelige locatie Bij blauw-zwart prijkt het logo van vzw Club Brugge Foundation, in afwachting van een akkoord met een nieuwe hoofdsponsor, zelfs op het truitje van de Club Brugge-spelers. ‘Sindsdien is het aantal aanvragen van vrijwilligers die ons willen helpen verdubbeld’, zegt een tevreden communitycoördinator Peter Gheysen, die het program- © mvn ‘Sinds ons logo op het voetbalshirt staat, hebben we dubbel zoveel aanvragen van vrijwilligers’ PETER GHEYSEN Community coördinator ma voor 2014-2015 toelicht. Het project omvat het realiseren van een rookvrij stadion, voetbal voor kinderen met een beperking, een jobbeurs en zelfs bijlessen voor leerlingen met leerachterstand, waarbij blauw-zwartfans Nederlands kunnen leren aan de hand van interviews met hun favoriete spelers. ‘Voor diverse maatschappelijke projecten is het Jan Breydelstadion een erg laagdrempelige locatie’, zegt Gheysen. Grote budgetten Voor beide werkingen worden de budgetten ook alsmaar groter. Zo beschikt Club Brugge Foundation tegenwoordig over 250.000 euro om te investeren in de gemeenschap. Net zoals het sportieve budget, is ook het budget van Cercle Brugge voor maatschappelijke projecten kleiner: 45.000 euro. Met tienduizend euro op jaarbasis voor beide communitywerkingen is de stad Brugge een vaste sponsor. IN DE TEGENAANVAL: KAREL VAN EETVELT (UNIZO) EN PIETER TIMMERMANS (VBO) ‘Vakbondsacties hebben nog nooit één baan opgeleverd’ S.O. S. P SYC H I AT R I E NR. 43 VAN 22 TOT BELGIË ISSN. 0772 - 3210 P509557 WEEKBLAD - 44E JAARGANG >€ 5 00 28 OKTOBER 2014 HET SCHOKKENDE EUTHANASIEVERHAAL VAN CHRISTOPHE, 28 JAAR ‘Stop nu maar met wenen, mams, want je maakt mijn T-shirt nat’ Innovating Digital Content B E U T H AN ASIE Het euthanasieverhaal van Christophe, 28 jaar Tussen woede, wanhoop en dood ▲ Na een jarenlange strijd tegen psychotische depressies stapte Christophe De Vos op 2 augustus 2013 uit het leven door euthanasie. Hij was 28. Dit is het verhaal van zijn leven, zijn ziekte en zijn dood, en van zijn uitputtend gevecht in - en met - de Belgische psychiatrie. ‘Hoe raar het ook klinkt: zijn sterven was mooi en sereen’, getuigt zijn familie een jaar na zijn overlijden. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat Christophe ongeneeslijk ziek was, maar ook dat hij beter begeleid had moeten worden.’ DOOR ILSE DEGRYSE Christophe met zijn ouders en zus op vakantie in Sri Lanka. 36 22 OKT OBER 2014 WWW.KNACK.BE 22 OKTOBER 2014 37 B E U T H AN ASIE Twee crèmekoeken en een Cubaanse sigaar Het is 2 augustus 2013, zeven uur ‘s ochtends. Christophe De Vos heeft een rustige nacht gehad. ‘s Nachts is zijn moeder bij hem in bed gekropen. Ze heeft hem zacht gestreeld. ‘Ik heb dat wel gevoeld hoor, mams,’ zegt de jongeman bij het opstaan, ‘maar ik deed alsof ik sliep.’ Zijn vader gaat naar de bakker. Christophe wil twee crèmekoeken, met smaak eet hij ze op. Zijn thuisverpleger arriveert. Hij geeft Christophe een douche. Daarna roken ze samen een laatste Cubaanse sigaar onder de notelaar in de tuin. Niet veel later, om negen uur, komt zoals afgesproken de huisarts aan die de euthanasie zal uitvoeren. Christophe vraagt hem een laatste keer of ‘hij echt niet kan beloven dat ze hem nog kunnen genezen?’ ‘Sorry, jongen, maar in mijn ogen hebben we alles gedaan’, antwoordt de man, ‘dus ik kan je dat niet beloven.’ ‘Oké, dan ga ik nu liggen’, zegt Christophe kalm. De naald voor het infuus gaat in zijn arm. Christophe neemt afscheid van zijn ouders Daniel en Linda, van zijn zus Valérie, zijn schoonbroer Wouter. Dan barst hij uit in een onbedaarlijk huilen. Het is jaren geleden dat hij nog eens geweend heeft, want door de vele antidepressiva die hij slikte kon hij dat niet meer. ‘Bol, je kunt nog altijd nee zeggen’, smeekt zijn moeder. ‘Denk nog eens goed na. Je kunt nog terug.’ Maar Christophe is vastbesloten. ‘Ik ween omdat ik jullie zo veel verdriet doe, maar ik wil wel nog weg. En stop nu maar met wenen, mams, want je maakt mijn T-shirt nat.’ Omringd door zijn naasten slaapt Christophe die ochtend vredevol in. 2 augustus 2013 zou de warmste dag van het jaar worden. Christophe is 28 jaar geworden. 38 22 OKT OBER 2014 Christophe met astronaut Dirk Frimout. hoofd, hij wilde verlost worden. Weet u: op zijn veertiende heeft hij een zware operatie ondergaan. Hij heeft daarna vaak verteld hoe zalig hij de narcose had gevonden, dat wegglijden in een diep gedachteloos niets. Dat wilde hij weer. Zijn plan was om eeuwig te slapen.’ Wat voorafging Christophe wordt geboren op 25 oktober 1984 in Dendermonde. Bij de bevalling gaat het grondig mis; door een zuurstoftekort loopt de jongen een ernstige hersenbeschadiging op. Daardoor is zijn hele linkerkant minder ontwikkeld, Christophe zal de rest van zijn leven in een rolstoel doorbrengen. Mentaal is hij lichtgehandicapt: op talig vlak presteert hij uitstekend – ‘hij kon je echt onder tafel praten’ – maar rekenen is moeilijk. ‘Het was bizar. Zei je iemands geboorte- en sterfjaar, dan kon hij meteen – zo, poef! – zeggen hoe oud die was geworden. Maar vroeg je hem hoeveel 110 min 20 was en hij moest het antwoord schuldig blijven.’ Ondanks zijn handicap beleeft Christophe een gelukkige kindertijd. Tot zijn zesde woont hij met zijn ouders en zus in het toenmalige Zaïre. Daarna verhuist het gezin naar België. ‘Zijn handicap is nooit een issue geweest, ook niet als tiener. We hebben zo veel plezier gemaakt. We hebben de wereld afgereisd. Christophe was zo’n enthousiast en nieuwsgierig jongetje. Hij hield van ruimtevaart, vliegtuigen en klassieke muziek, hij keek graag naar Disneyfilms. Hij kon geweldig tekenen en maakte de mooiste karikaturen. Hij had ook altijd grootse plannen. Eerst wilde Christophe piloot worden, daarna de nieuwe Dirk Frimout. Nog later zei hij dat hij hersenchirurg wilde worden, dan kon hij eens uitzoeken hoe hij zijn eigen bedrading weer recht kon trekken. Ja, die jongen heeft zijn ambities vaak moeten bijstellen... Maar hij bleef er vrolijk onder – of dat dachten we tenminste.’ Ook op school gaat het prima, tot Christophe zestien is. In het Sint-Gregorius in Gentbrugge, een school voor buitengewoon onderwijs, volgt hij dan de richting OV2, die hem moet voorbereiWWW.KNACK.BE Tot zijn zesde woonde Christophe met zijn familie in Zaïre. ‘De lat ligt zo hoog in die beschutte werkplaatsen, er moet écht gepresteerd worden. Toen zijn de zelfmoordgedachten begonnen.’ den om later in een beschutte werkplaats te werken. ‘In de opleiding kwam meer en meer de nadruk te liggen op de stages. Christophe kreeg het zwaar. Hij wilde graag werken, maar probeer jij maar eens een simpele handeling – iets in een doos verpakken – uit te voeren als je linkerhand niet mee wil. Van zijn begeleider kreeg hij voortdurend te horen dat hij niet genoeg zijn best deed en lui was. De lat ligt zo hoog in die beschutte werkplaatsen, er moet écht gepresteerd worden. Toen zijn de zelfmoordgedachten begonnen. Op het moment hadden we dat niet door. Pas jaren later, toen we op zijn kamer een dagboekje vonden waarin hij zijn verdriet had neergeschreven, beseften we hoe diep hij toen al zat.’ In april 2004 – Christophe is dan twintig – krijgt hij te horen dat hij de eindtermen voor OV2 niet zal kunnen halen. Hij moet ‘zakken’ naar de richting OV1, die jongeren voorbereidt op wonen in een tehuis. ‘Christophe heeft dat ervaren als een afgang. Toen is hij gaan nadenken over zijn leven: wat zou hij kunnen betekenen in de maatschappij als hij zelfs niet in een beschutte werkplaats kon gaan werken?’ Christophe verandert van school en gaat naar de vzw Sint-Lodewijk in Wetteren. De school belooft hem te helpen om later als vrijwilliger aan de slag te gaan, zodat hij toch een rol kan spelen in de samenleving. Christophe ziet opnieuw een perspectief. Zijn stemming slaat echter om wanneer hij enkele weken later door het SintLodewijk onder druk gezet wordt om in het nieuwe home van de vzw te gaan wonen. ‘Christophe wilde dat niet, hij had ook nooit op internaat willen gaan. Hij moest hier ook niet weg, maar de directrice zette ons voor het blok. ‘Er is hier nu een plaats voor hem. Beseffen jullie wel hoe lang de wachtlijsten zijn in de gehandicaptenzorg? Jullie krijgen het hier op een gouden schoteltje aangereikt en jullie wijzen het af?’ We kregen een paar dagen bedenktijd.’ Na veel aarzelen besluit Christophe samen met zijn ouders om het een kans te geven. Bij de start van het nieuwe schooljaar, op 1 september 2004, zal hij verhuizen naar ‘Home Diepenbroek’, hoewel het vooruitzicht hem doodongelukkig maakt. ‘Hij moest er slapen in een miniscuul grijs kamertje, waar zijn rolstoel amper binnen kon. Maar vooral: wonen in een home betekende dat hij overdag niet zou kunnen gaan werken als vrijwilliger. Van de mooie beloftes die de school had gedaan, kwam niets in huis. Hij voelde zich buitenspel gezet. De volgende zomer gingen we met het gezin op vakantie naar Kenia. Je kon toen al zien dat er iets in Christophe geknakt was. Hij was stil en teruggetrokken, zat uren voor zich uit te staren. We zagen hem zo achteruitgaan.’ Het nieuwe schooljaar begint. Christophe neemt zijn intrek in Home Diepenbroek, maar de eerste week al belt hij in paniek naar huis: ‘Mams, 22 OKTOBER 2014 39 ▲ Film van Fellini ‘De weken die aan Christophes dood voorafgingen, waren zo ontspannen dat het surrealistisch werd’, vertelt zijn gezin nu, een jaar later. ‘Het was alsof we in een film van Fellini zaten of in een schilderij van Magritte. Er was een rust over hem gekomen toen hij begin juli 2013 de datum van de euthanasie had vastgelegd. Van de vroege ochtend tot de late avond zaten we hier in de tuin. Familie, vrienden, zijn begeleiders in de home, de buren... allemaal kwamen ze langs om afscheid te nemen. Iedereen was welkom, op zijn voorwaarde dat ze niet zouden proberen om hem van gedachten te doen veranderen. Christophe genoot intens van die laatste weken en dagen. Hij lachte en deed onnozel. Wij werden heen en weer geslingerd tussen gevoelens van liefde, onmacht, woede ook. Godverdomme, Christophe, dachten we soms, je zit hier nu vrolijk te doen, maar over 48 uur ben je er niet meer. ‘Mensen zeggen weleens – goedbedoeld hoor – Ondanks zijn lichte handicap beleeft Christophe een gelukkige kindertijd. dat we Christophe het mooiste cadeau hebben gegeven dat je je kind of broer die zo afziet kunt doen, door met hem de weg van de euthanasie te bewandelen. Maar zo zien we dat niet. We hebben hem losgelaten. We hebben hem helpen sterven, omdat er geen andere uitweg was. Ja, als we hadden gewild, hadden we hem tegen kunnen houden. Maar dan had hij het zelf gedaan. En wat was er dan gebeurd? Christophe heeft een paar keer op de spoorweg gestaan. Stel dat het gelukt was: dan was zijn lichaam geschonden geweest, dan was hij alleen geweest in het uur van de dood. Nu waren we bij hem. Hoe raar het ook klinkt, zijn sterven was mooi en sereen. We hebben bewust afscheid kunnen nemen van elkaar. Dat heeft ons toch nog troost gebracht.’ ‘Christophe is op de meest menswaardige manier uit het leven kunnen stappen. Dat was zijn goed recht. Hij wilde geen zelfmoord plegen, hij had schrik om pijn te hebben en geschonden te worden, maar hij kon ook niet meer verder. De jarenlange depressies hadden hem tot de rand van de waanzin gedreven. Hij wilde rust in zijn B? B? E UXTXHXAN ASIE XX X EUTHANASI XXX XXX E ▲ In Sri Lanka. In Panama, oktober november 2007. uiteindelijk weer bovenop, maar de demonen in zijn hoofd blijven woest tekeergaan. In de jaren die erop volgen, wordt hij meermaals opgenomen, wanneer de psychotische depressie hem weer eens in zijn macht heeft. ‘Het verliep steeds volgens hetzelfde patroon. Eerst werd hij hyper en euforisch. Dan begon hij te klagen over die verschrikkelijke druk in zijn hoofd. Als hij dan ook nog zei dat hij niet meer goed sliep, wisten we dat we ons konden voorbereiden op een nieuwe diepe crisis. Christophe voelde dat zelf ook aankomen, maar hij stond er machteloos tegenover. Hij wist dat hij weer zou uitbarsten, dat hij zijn familie weer zou verwensen en hen diep zou kwetsen. Dat wilde hij niet, écht niet. In zijn goede periode had hij daar superveel spijt van.’ De depressieve episodes komen nu steeds sneller na elkaar. ‘Eerst zaten er een paar goeie jaren tussen. Daarna was het een kwestie van maanden voor het weer in zijn hoofd ontplofte.’ Christophe werd opgenomen in verschillende psychiatrische instellingen: het Dr. Guislain in Gent, het SintAlfons (De Steiger) in Gent, het UZ Gent, het psychiatrisch centrum Caritas in Melle. ‘Op den duur wist hij dat hij niet meer beter zou worden. Hij werd ook steeds meer moe en de lichamelijke ongemakken namen toe. Hij bezocht de ene psychiater na de andere en die schreven steeds meer pillen voor. Hij probeerde zelfs elektroshocks. Hij hoopte op een wonder, maar de narcoses die hij daarvoor onderging versterkten enkel nog zijn verlangen naar rust.’ Het woord euthanasie valt In februari 2009 sterft Christophes grootvader. Dat maakt een diepe indruk op de prille twintiger, want de twee zijn altijd heel close geweest. ‘Tijdens de begrafenis slaakte Christophe, die dan al jaren niet meer geweend heeft, een dierlijke ▲ Demonen in zijn hoofd ‘Het leek alsof hij bezeten was. Vroeger zouden ze gezegd hebben dat de duivel in hem gevaren was. Hij kraste zichzelf. Hij was zo agressief. Hij weigerde ons te zien. “Dat zijn mijn ouders”, riep hij door de gang als we eraan kwamen. “De slechtste van de wereld! Shitouders!” Vooral mama kreeg er van langs, “want zij had hem op de wereld gezet”. Hij smeet met zijn lievelingscd’s naar ons hoofd. Christophe was totaal onherkenbaar geworden.’ Na drie maanden verblijf in het Psychiatrisch Centrum Guislain in Gent komt Christophe er ‘Een van de opvoeders had hem gezegd “dat hij maar beter kon wennen aan het home, want dat hij daar voor de rest van zijn leven zou zitten”.’ ▲ paps, kom me halen, want ik ga hier dood.’ ‘Een van de opvoeders had hem gezegd “dat hij maar beter kon wennen aan het home, want dat hij daar voor de rest van zijn leven zou zitten”. Die gedachte sneed Christophe de adem af. Voor zijn zus Valérie opende zich op dat moment de wereld: ze ging studeren, leerde autorijden, trok naar Gent op kot. En voor hem stond alles stil. Hij zag geen enkel perspectief. Hij raakte bezeten van het idee dat hij een parasiet van de maatschappij was, “want hij kreeg een uitkering hoewel hij nooit zou kunnen werken. Zo hoorde het niet!”. Hij ging zich ook zorgen maken over wat er met hem zou gebeuren als wij zouden sterven. Hoe zou hij het ooit in zijn eentje redden? Wie zou er bijvoorbeeld zijn rekeningen betalen als wij er niet meer waren? Dat soort vragen hield hem enorm bezig.’ Na veel discussie met de directie mag Christophe weer thuis komen wonen en gaat hij enkel nog overdag naar het Sint-Lodewijk. Voor de ogen van zijn gezin zakt hij weg in een eerste diepe depressie. Hij sluit zich steeds meer af. ‘Hij was net een zombie. Zijn blik werd dof en angstig, het leek alsof hij dwars door je heen keek. Hij klaagde over hoofdpijn, hij voelde steken en een druk in zijn hoofd. Nu beseffen we dat dat typische symptomen zijn van een depressie, maar op dat moment wisten we niet wat het was of hoe we moesten reageren. “Ga eens vroeg slapen”, zeiden we. “Neem een Dafalgan en rust wat.”’ Op 15 december 2004 gaat Christophe door het lint. Hij heeft een klein schaartje in de hand en dreigt ermee zichzelf iets aan te doen. Zijn ouders nemen hem mee naar de psychiater die hem Risperdal voorschrijft, een antipsychoticum. ‘Jongen, je mag jezelf niet zo laten gaan, zei die man. Je moet je best doen. Maar als je je niet goed voelt, dan kun je hier een paar druppeltjes van nemen.’ Die avond drinkt Christophe in een onbewaakt moment de hele fles Risperdal leeg. Met spoed wordt hij opgenomen in de psychiatrische afdeling van het ASZ in Aalst. Het is de eerste van vele langdurige opnames in de psychiatrie. Christophe met zijn zus Valérie. ▲ kreet. Het was huiveringwekkend, het sneed door merg en been. De wanhoop die zich in hem had opgehoopt, moest eruit.’ Twee weken na de begrafenis rijdt Christophe met zijn scooter naar de spoorweg, vlakbij zijn ouderlijk huis in Schellebelle. Hij gaat op de sporen staan, wachtend op een aankomende trein, maar kan op het laatste nippertje gered worden. ‘Toen heeft hij voor het eerst het woord euthanasie laten vallen. Wij zijn daar op dat moment niet op ingegaan, maar de dood bleef hem bezig houden. Aan zijn telefoonrekeningen konden we zien dat hij vaak naar de zelfmoordlijn belde. Aan de zoekgeschiedenis van zijn computer merkten we dat hij alles opzocht over euthanasie. Hij las alles wat hij erover kon vinden.’ In juni 2010 gaat Christophe een tweede keer op de sporen staan, maar opnieuw wordt hij gered. De familie zoekt contact met de vzw Ulteam, die mensen begeleidt bij de ‘uitklaring van levenseindevragen’. Christophe kan in april 2011 op gesprek bij een psychiater die verbonden is ‘Hij wist dat hij weer zou uitbarsten, dat hij zijn familie weer zou verwensen en hen diep zou kwetsen. Dat wilde hij niet, écht niet.’ aan het Centrum. Hij wordt min of meer gerustgesteld: de dokter verzekert hem dat ze zijn vraag om euthanasie héél ernstig neemt. Een jaar later, in april 2012, gaat hij opnieuw langs bij Ulteam, in juni 2012 volgt een derde afspraak samen met zijn hele gezin. Daarna gaat het snel, in maart 2013 heeft Christophe de drie handtekeningen verzameld die nodig zijn om uit het leven te stappen. ‘Wij hoopten dat hem dat rust zou brengen. Je leest vaak dat mensen gerustgesteld zijn als ze weten dat euthanasie mogelijk is en dat slechts een kleine minderheid er uiteindelijk mee doorgaat. Helaas behoorde Christophe bij die kleine minderheid.’ Nochtans leek het leven in het voorjaar van 2013 weer draaglijk voor Christophe. Met zijn zus en schoonbroer gaat hij in februari een weekend naar Londen. ‘We hadden hem dat cadeau gedaan omdat hij had verteld dat hij graag nog eens met de Eurostar wou rijden. We gingen naar het Museum for National History naar de dinosaurussen kijken, we zaten op de London Eye. Het was zo plezant. Christophe leek zich goed te voelen.’ Het gezin bestelt ook een nieuwe scooter voor Christophe. ‘Dat was zijn vrijheid, dus we kozen een model met alles erop en eraan. We hoopten dat dat hem weer zin zou geven om door te gaan.’ De hoop blijkt ijdel. Begin juni rolt Christophe de werkkamer van zijn vader binnen. ‘Paps,’ zegt hij, ik denk dat het moment nu gekomen is’. Hij blaast de nieuwe scooter, waar hij zo naar heeft uitgekeken, af. ‘Achteraf heeft hij ons verteld dat hij die laatste maanden voor ons geprobeerd heeft om te genieten van het leven, maar dat hem dat niet gelukt is. Hij was op. En wij ook. Telkens als we sirenes voorbij hoorden razen, sloeg de schrik ons om het hart: Christophe zal toch niet weer... We moesten hem laten gaan.’ De afspraak voor 2 augustus wordt vastgelegd. Christophe plant zijn begrafenis tot in de kleinste details. Hij schrijft afscheidsbrieven voor zijn familie, die ze pas na zijn dood mogen lezen. ‘Ik wou jullie nog vertellen dat de reden van mijn euthanasie niets met jullie te maken heeft’, schrijft hij. ‘Het heeft alleen te maken met mezelf. Ik ben ongelukkig. Ik weet dat jullie er alles aan gedaan hebben om mijn leven draaglijk te maken, maar ik kan niet meer. Ik ben te ziek om nog verder te leven. Ik kan niet meer leven met mezelf. Ik neem jullie mee in mijn hart, waar ik ook ben. Je moet maar denken: ik ga naar een plek waar iedereen ooit naartoe moet gaan. Ik kies er alleen voor om die reis vroeger te maken. Maar ik zal op jullie wachten en een plaatsje vrijhouden voor jullie.’ ‘Samen met die laatste mooie weken hier, waren die brieven het meest fantastische cadeau dat Christophe ons gegeven heeft’, zegt zijn gezin. B? E UXTXHXAN ASIE XX X Verdriet en kwaadheid Straks is het 25 oktober, de dag waarop Christophe dertig jaar zou zijn geworden. ‘Hij heeft altijd gezegd dat hij dan een knalfuif wou geven, maar het heeft helaas niet meer mogen zijn. Voor die gelegenheid gaan we een feest organiseren met koffie en gebak bij zijn vrienden in De Beweging. Dat is de instelling waar hij de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht. Daar is hij graag geweest. De begeleiders hebben veel moeite gedaan om Christophe te leren kennen – want hij was complex en hij liet zich niet makkelijk benaderen. Het was een zeldzaam lichtpunt in de wereld van gehandicapteninstellingen en psychiatrische centra.’ ‘We hebben altijd respect gehad voor wat Christophe wilde, maar we kunnen nog niet zeggen dat we zijn dood aanvaard hebben’, zegt zijn familie. ‘Dat is nog iets helemaal anders. We zitten nog met zoveel vragen, zoveel kwaadheid ook. Wij zijn ervan overtuigd dat Christophe ongeneeslijk ziek was, dat hij door het diepe dal van depressies waar hij is doorgegaan niet verder kon leven. Maar ook dat zijn complexe problematiek – zeker in het begin – niet goed onderkend is en dat hij beter begeleid had moeten worden.’ ‘Van bij zijn geboorte zijn we op zoek gegaan naar een multidisciplinair team dat Christophe zowel fysiek als mentaal kon begeleiden. Een team dat hem als volwaardig mens zou behandelen. Men heeft de mond vol over geïntegreerde zorgverlening, maar wij hebben ze nooit gevonden. Ze stoppen iedereen in vakjes en geven ze een catalogusnummer, want daar hangen de uitkeringen aan vast, maar de holistische visie op de mens ontbreekt totaal. We hebben het gevoel dat er door Christophes lichamelijke problematiek nooit echt de gepaste aandacht is geweest voor zijn mentale aandoening. Toen rond zijn twintigste de depressie voor de eerste keer de kop opstak, vroegen we aan de psychologen en agogen van Home Diepenbroek in Wetteren wat we daarmee moesten doen, of ze ons misschien konden doorverwijzen naar een psychiater. Zij zeiden dat ze geen weet hadden dat andere ‘cliënten’ van hen – dat woord alleen al – psychische problemen hadden. Wij hadden het gevoel alleen te staan. Achteraf hebben we gemerkt dat meerdere van hun ‘cliënten’ bij de psychiater liepen, we ontmoetten hen geregeld in de spreekkamer. Maar ze wilden het gewoon niet zien.’ ‘We zaten ook in het oudercomité van die school. We hebben daar – en ook op de andere school waar Christophe heeft gezeten – meermaals gevraagd hoe ze het leven zagen voor de jongeren die ze begeleidden, hoe ze dachten hen voor te bereiden op een zinvolle deelname aan de maatschappij. Dat zijn toch geen domme vra- ‘Men heeft de mond vol over geïntegreerde zorgverlening, maar wij hebben die nooit gevonden.’ Christophe in 2013. ‘Ik kan niet meer leven met mezelf.’ De feiten In 2013 werden in België 3239 gevallen van euthanasie geregistreerd. De overgrote meerderheid van de mensen die op die manier vrijwillig uit het leven stapten, leden aan kanker of hadden ‘een andere verminking’ waarbij de levensverwachting laag wordt ingeschat (73 %). Slechts een kleine minderheid koos voor euthanasie wegens ondraaglijk psychiatrisch lijden. 61 % van de in 2013 geëuthanaseerden was ouder dan 70. Slechts 14 van de mensen die in 2013 euthanasie kregen, waren tussen de 20 en de 30 jaar. gen? Intussen is het misschien anders, maar wij hebben nooit een serieus antwoord gekregen.’ ‘Christophe heeft ook nooit een goeie plek gevonden in de psychiatrie. Hij zat in een rolstoel, dus stopten ze hem maar in de zaal die ‘toevallig’ toegankelijk voor hem was. Het was zo amateuristisch en geïmproviseerd allemaal. In het Sint-Alfons in Gent zat hij samen met de zwaarste gevallen. Ze konden hem niet bij de drugsverslaafden steken, niet bij de alcoholici en dus zat hij bij patiënten met de mentale leeftijd van drie jaar, die met een pamper aanliepen en hun uitwerpselen over de muren uitsmeerden.... Het was een samenraapsel van mensen die ze elders niet kwijt konden. Het personeelstekort in de psychiatrie is schrijnend. En dus geven ze de patiënten maar pillen, ze spuiten ze plat. Als de patiënt de hele dag wil slapen, dan is dat maar zo.’ ‘We zullen ons blijven afvragen waarom er niet meer moeite is gedaan om Christophe psychologisch te begeleiden, met gesprekstherapie of intensieve bezigheidstherapie. Was er dan geen enkele psycholoog, agoog of psychiater in heel België te vinden die met hem over zijn existentiële angsten kon praten? In plaats daarvan pompten ze hem vol met antidepressiva, om hem koest te houden, terwijl in al die bijsluiters staat dat die de suïcidale neigingen kunnen verergeren. Als we zijn psychiaters daarover aanspraken, wuifden ze onze zorgen weg. ‘Dat is allemaal klinisch getest’, kregen we te horen.’ Ze laten zich brainwashen door de farma-industrie.’ ‘Sowieso bleven we als familie voortdurend in de kou staan. ‘Hij is meerderjarig’, was het antwoord dat we kregen als we een gesprek aanvroegen met zijn psychiaters. ‘We kunnen u niets vertellen over Christophe, want dat valt onder het medisch beroepsgeheim of de Wet op de privacy van de patiënten.’ We begrijpen dat de patiënt op de eerste plaats komt, maar ziektebeelden als die van Christophe veroorzaken drama’s binnen gezinnen. We voelden ons buitengesloten en machteloos bij alles wat Christophe overkwam.’ ‘Christophe heeft een intens mooi leven gehad, op de laatste duistere jaren na. We hebben tijdens zijn begrafenis een diaprojectie getoond, zodat mensen konden zien dat hij ook veel geluk heeft gekend en dat hij veel meer was dan ‘een zielig geval’ of een ‘aandachtstrekker’. Wij weten nu wat rouwen betekent, ons verwerkingsproces is pas begonnen. We zullen Christophe nooit vergeten. We praten nog elke dag over hem. Voor hem kunnen we niks meer doen, maar misschien kan dit artikel voor andere jongeren in zijn situatie iets teweegbrengen. Wij hopen dat de psychiatrie menswaardiger mag worden, want wij hebben haast negentiendeeeuwse toestanden meegemaakt.’ PEER Freinetschool trekt in nieuw gebouw De leerlingen van Freinetschool ’t Perenboompje trekken deze week in hun nieuw schoolgebouw. Het schooltje dat zeven jaar geleden begon op de campus van het gemeenschapsonderwijs met een twintigtal kinderen, zit nu aan de maximumcapaciteit van 130 leerlingen. Geert VAN BAELEN De jongste jaren was het behelpen met enkele containerklassen die het plaatsgebrek in de bestaande schoolgebouwen moesten opvangen. Plannen voor een volwaardige nieuwbouw op een deel van de ruime speelplaats kregen vorm. Maandag werd met de hulp van kinderen én ouders volop ver- huist naar het resultaat. Het gaat om een project van ruim 400.000 euro, betoelaagd door het GO, de inrichtende macht. “In het nieuwe complex zullen de tweede en derde graad hun intrek nemen. Op het gelijkvloers verblijven de kleutertjes. Voor hun lokaal krijgen ze nog een afgebakend terras, een Schoolpersoneel, ouders en kinderen hielpen verhuizen. FOTO GVB stuk buitenterrein dat ook tijdens de lessen dienst kan doen”, vertelt schooldirectrice Sarah Candreva. De containerklassen kunnen nu plaatsmaken voor de herinrichting van de omgeving. “Tegen april krijgt de speelplaats een heel ander uitzicht. Alles komt in het teken te staan van meervoudige intelligentie en de verschillende talenten waarover kinderen beschikken. Er zal zo een hoek komen voor natuurexploratie, een taalhoek waar kinderen kunnen babbelen, voor de denkers onder de leerlingen komt er een schaakspel met levensgrote pionnen. Ook voorzien we nog een hindernissenparcours in natuurlijke elementen. We krijgen bij de inrichting de hulp van De Winning, een initiatief voor sociale tewerkstelling.” Ouders en kinderen worden zoals het hoort in de geest van Freinet, betrokken bij al die veranderingen. “Iedereen denkt meeDe speelplaats is bijvoorbeeld uitgetekend door een ouder die architect is”, stelt de directrice, die eraan toevoegt dat de schoolbanken volledig zijn ingevuld. “Onze maximale capaciteit van 130 kinderen is quasi bereikt. Dus nu gebeurt de normale instroom vanaf onderaan.” 22 EERSTE WERELDOORLOG DE STANDAARD DONDERDAG 23 OKTOBER 2014 EERSTE WERELDOORLOG 23 DE STANDAARD DONDERDAG 23 OKTOBER 2014 NIEUWS 1 1914 TOT AAN DE IJZER 1918 O O R L O G S F E U I L L E T O N In Diksmuide verlaten de broeders van liefde hun kelder. Hun koer ligt vol verwrongen fietsen, puin en lijken. Een vrouw die drank kwam vragen, ligt half begraven in een obustrechter. Een soldaat zocht een hoekje om dood te bloeden. 2 Na een treinreis van eenenzestig uur hoort Adolf Hitler ‘Aussteigen’. Hij is in een voorstad van Rijsel, La Madeleine. Laat in de avond marcheert hij de lege en troosteloze stad in. Op weg naar zijn rustkwartier ziet hij zwartgeblakerde arbeiderswoningen. Hij marcheert ‘met gevaar voor eigen leven’. ~ 23 OKTOBER 1914 ~ PETER KOLLWITZ SNEUVELT IN ESEN LETTERLIJK ACHIEL VAN WALLEGHEM Onderpastoor Achiel Van Walleghem hield van oktober 1914 tot eind april 1918 een gedetailleerd dagboek bij over Dikkebus. © rr Onpeilbaar verdriet en zelfverwijt ‘ Vannacht is de Duitse musketier Peter Kollwitz (18) in de Westhoek gesneuveld. Een van de velen. Toch zal zijn dood een universeel symbool van het oorlogsleed worden. Dankzij het werk van zijn moeder, Käthe. PETER JACOBS ‘Het treurende ouderpaar’ van Käthe Kollwitz in Vladslo: verdriet en zelfverwijt. ‘W aar is hij? Heeft hij kou? Honger? Is hij in gevaar?’ De Berlijnse kunstenares Käthe Kollwitz maakt zich in haar dagboek op 24 oktober 1914 zorgen over haar jongste zoon aan het front. Ze ontving zonet zijn eerste brief sinds hij in bezet België is. ‘Hij schrijft dat ze al kanonnengebulder horen.’ Wat de moeder nog niet weet, is dat de achttienjarige Peter al een dag dood is. Hij is gesneuveld in de nacht van 22 op 23 oktober tijdens een moordend offensief in Esen bij Diksmuide. In 1994 getuigde overlever Hans Koch over het schot dat zijn kompaan in het hart trof. ‘Hij zakte in elkaar, zei geen woord meer. Daarna hebben we nog pal naast de loopgraaf een graf De laatste foto van Peter Kollwitz: op 2 oktober 1914, in uniform. © www.wereldoorlog1.nl gedolven. We hebben hem in een dekzeil gewikkeld, ter aarde besteld, en ergens iemand heeft een korte grafrede gehouden.’ Musketier Peter Kollwitz is in die dagen slechts een van de velen. Maar toch zou zijn dood symboolwaarde krijgen. Graniet Het dramatische nieuws bereikt Berlijn pas op 30 oktober. Moeder Käthe noteert slechts één zin in haar dagboek en zet hem tussen aanhalingstekens: ‘Ihr Sohn ist gefallen.’ Het verdriet slaat haar murw, tot ze in december het idee opvat om een gedenkteken voor haar zoon te ontwerpen. Dat wordt uiteindelijk, na een jarenlang verwerkings- en creatieproces, de uitgepuurde beeldengroep Het treurende ouderpaar, onpeilbaar verdriet uit graniet gehouwen. Sinds 1956 staat ze op de Duitse soldatenbegraafplaats in Vladslo als een universeel symbool van het leed dat miljoenen gezinnen trof. Voordien stonden de beelden opgesteld op de begraafplaats Roggeveld in Esen, maar die werd opgeruimd toen de Duitse oorlogsgraven in Vlaanderen gecentraliseerd werden. Peters graf verhuisde, zoals dat van duizenden anderen, naar Vladslo; zijn ouders volgden. De vader knielt, zijn armen voor zijn borst gekruist, staart en ver- 3 De valavond kleurt de vliegtuigen boven het slagveld in goud en rood. Het is vreemd ‘neer te kijken op de grijze aarde’, noteert de piloot Louis A. Strange. Hij ziet de veldslag woeden tot bij Roeselare. Woningen branden. De enige kleur komt van korenvelden en boerderijen die glanzen. bijt zijn verdriet; ook de moeder knielt, maar zij buigt het hoofd en heeft haar hand in haar nek gelegd, alsof ze een kind koestert. Ze lijken zich het verwijt te maken dat ze hun kind naar de oorlog hebben laten gaan. Käthe Kollwitz heeft de verering van de heldenmoed dus helemaal achterwege gelaten – iets wat haar trouwens later door de nazi’s kwalijk genomen zou worden. Ongerust Peter Kollwitz groeide op in een artistiek en intellectueel gezin van sociaaldemocraten. Moeder Käthe maakte voor de oorlog al naam met haar sociaal en politiek geëngageerde kunst. Ook Peter zou schilder worden. Hij werd bij de mobilisatie niet opgeroepen – hij was te jong – maar nam vrijwillig dienst, aangestoken door de patriottische euforie die zovele Duitse jongeman- nen op het einde van de zomer van 1914 in haar greep kreeg. Toen hij zijn beslissing op 10 augustus aan de eettafel bij zijn ouders aankondigde, probeerde zijn vader Karl, een arts, hem nog tot andere gedachten te brengen. Ook Käthe was ongerust, maar kon meer begrip opbrengen. Uiteindelijk lieten ze hem maar in het leger gaan. Zijn moeder gaf hem als lectuur nog Faust van Goethe mee. Door de dood van haar zoon wordt Käthe Kollwitz pacifiste, iets wat al in de lijn van haar linkse engagement lag en wat ze vooral in haar grafisch werk krachtig tot uiting zou brengen. Op 10 oktober 1914 had ze nog, met weinig enthousiasme, de Duitse driekleur uitgehangen. In haar dagboek legt ze uit waarom. ‘Peters feestdag – Antwerpen is gevallen. (…) Voor de eerste keer in ons leven hangen we – sociaaldemocraten die we be- wust zijn en blijven – vandaag op 10 oktober, de zwart-wit-rode vlag uit. Uit de jongenskamer. Voor onze Peter en Antwerpen. Boven alles en vooral voor onze zoon.’ Käthe Kollwitz ontpopt zich tot een van de belangrijkste Duitse kunstenaars van het interbellum, maar wordt vanaf 1933 door de nazi’s gedwarsboomd. Ze blijft ook niet gespaard van nog meer oorlogsleed. De zoon van haar overblijvende zoon Hans sneuvelt in 1942, nauwelijks ouder dan zijn oom, aan het Oostfront in Rusland. Zijn naam was Peter. Käthe Kollwitz overlijdt in 1945; het einde van de Tweede Wereldoorlog maakt ze net niet meer mee. © Fred Debrock KÄTHE KOLLWITZ HEEFT DE VERERING VAN DE HELDENMOED HELEMAAL ACHTERWEGE GELATEN – IETS WAT HAAR TROUWENS LATER DOOR DE NAZI’S KWALIJK GENOMEN ZOU WORDEN ’s Morgens is het hier waarlijk stichtend in de kerk. Tijdens de mis is de kerk bijna vol en zeer velen gaan te biecht en te communie. Men ziet de ongelukkige vluchtelingen ronddwalen op straat, met voortdurend de vraag of er al beterschap komt en of er geen middel is om naar huis te gaan. Sommigen riskeren het en worden teruggezonden. Anderen kunnen tot bij hun huis geraken, stellen de vernieling en plundering vast, melken de koeien, geven ze wat eten, nemen het een en het ander mee, terwijl de granaten vallen. Zij zijn blij dat zij levend terug in hun vluchtoord geraken. Nog anderen kunnen niet meer tot bij hun huis geraken omdat het gevaar te groot is. Helaas, nog anderen willen doordringen en verdwijnen zonder dat men nog ooit een woord over hen hoort. Zo was het onder andere het geval met de secretaris van Hollebeke en drie van zijn gezellen. Zoveel van die mensen hadden geld en waardepapieren gedolven. Sommigen zullen het reeds de eerste dagen gaan uitdelven en meebrengen, anderen zullen het binnen twee of drie maanden doen met of zonder vrijgeleide, velen vergezeld van een soldaat. Zo kunnen veel mensen van Langemark, Sint-Juliaan, BRONNEN Käthe Kollwitz, ’Die Tagebücher 1908-1943’, Wolf Jobst Siedler Verlag, 1989 ‘Dus kurze Leben des Peter Kollwitz’, Die Zeit, 1996. b Achiel Van Walleghem, ‘Oorlogsdagboeken 1914-18’, Lannoo. b MORGEN In West-Europa wordt wekenlang op het hoogste niveau gediscussieerd door intellectuelen over zin en noodzaak van het geweld. Zonnebeke, Voormezele het doen. Vele anderen zullen het helaas nooit meer kunnen doen en zullen hier als arme mensen, hoewel zij schatten in de grond hebben, moeten ronddwalen, met de gegronde vrees er nooit meer een cent van terug te zullen zien. Zo zijn er veel ongelukkigen van Wijtschate, Mesen, Hollebeke, Zandvoorde, Geluveld, Beselare, Moorslede, Passendale. Nog anderen die hun schatten vol moed gaan halen, vinden de schuilplaats ontdekt en de spaarpot geroofd. Het toeval heeft gewild dat de soldaten daar loopgraven of putten maakten of de schat is bloot geschoten of erger nog, de soldaten hebben rondgezocht en gevonden wat zij zochten. Ineens is de vrucht van een geheel leven zwoegen en sparen verdwenen! Men mag zeggen dat de Dikkebusnaren de vluchtelingen zeer goed hebben behandeld. Veel boeren hadden er wel 200, sommigen hebben er zelfs hun dood aan gehaald of ziekten in hun huizen getrokken door de overbevolking. Enkelen hebben de vluchtelingen uitgebuit, maar zij waren de uitzondering. ’s Avonds in het lof was altijd veel volk aanwezig vol vertrouwen in O.L. Vrouw van Dikkebus.’ b Het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen nodigt u op woensdag 22 oktober 2014 van harte uit op de filmvoorstelling en paneldebat Willem van Genk, Zwakzinnigennazorg, uit Collectie De Stadhof/museum Dr. Guislain Gent 16 : 0 0 –17 : 45 U U R FILMVOORSTELLING MET NABESPREKING Verloren jaren Bas Labruyère vertelt in deze film hoe hij de eerste tekenen van zijn schizofrenie ervoer. Met de film vraagt de ‘Stichting Verloren Jaren’ aandacht voor de eerste tekenen van psychose. Na de vertoning wisselt de regisseur hierover van gedachten met het publiek. ! De film duurt 65 minuten en bevat scènes die mogelijk als schokkend ervaren kunnen worden. 1 8 : 0 0 –20 : 0 0 UU R LEZINGEN EN PANELGESPREK De heer Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, geeft enkele inzichten over een meer integrale benadering van geestelijke gezondheidszorg. Prof. dr. Bernard Sabbe en prof. dr. Philippe Delespaul belichten de idee van een meer geïntegreerde aanpak van geestelijke gezondheidszorg en psychische kwetsbaarheid. Wat leert de klinische praktijk en de wetenschap hierover? Hoe kan men de zorgverlening hierop afstemmen? Hoe houdt de ‘ecologische psychiatrie’ rekening met de dagelijkse context waarbinnen iemand psychiatrische problemen ervaart en die voor elke hulpbehoevende en elk moment van de dag anders is? Beide experts verkennen met een panel en het publiek de noodzaak en de mogelijkheden voor een nieuwe wetenschappelijke en therapeutische benadering, vanuit verschillende perspectieven: Patrick Allegaert, Museum Dr. Guislain Patrick Colemont, Ups &Downs, zelfzorggroep patiënten en familieleden Raf De Rycke, vzw Provincialaat der Broeders van Liefde Jan De Volder, Sant’Egidio Erik Myin, Centrum voor Filosofische Psychologie Universiteit Antwerpen Matthijs van Dijk, Reframing Studio Amsterdam, design consultancy WOENSDAG 22 OK TOBER 2014 Universiteit Antwerpen · Promotiezaal Grauwzusters · Lange Sint-Annastraat 7 · 2000 Antwerpen Deelname is gratis, gelieve vooraf in te schrijven. inschrijven
© Copyright 2024 ExpyDoc