Garantie voor een onderdeel

Garantie voor een onderdeel
Het afgeven van een deugdelijkheidsgarantie is een fenomeen dat binnen de Nederlandse
bouwpraktijk steeds meer ingang vindt. Niet alleen de opdrachtgever neemt in zijn
bestek bepalingen op waarin bedongen wordt dat onderdelen van een bouwwerk
gegarandeerd dienen te worden. Ook de leveranciers van bouwstoffen en producenten
bieden op eigen initiatief garantie aan. In deze publicatie wordt beschreven wat een
deugdelijkheidsgarantie is en welke (juridische) gevolgen het geven of vragen van een
dergelijke garantie met zich meebrengt. In de publicatie zijn als voorbeeld een tweetal
modellen van garantieverklaringen opgenomen.
Garantie voor een onderdeel
1.
Garantie
1.1 Het begrip Garantie
1.2 Deugdelijkheidsgarantie en financiële garantie
1.3 Waar staat een opdrachtgever zonder garantie?
2.
De aangeboden en de gevraagde garantie
2.1 De aangeboden en de gevraagde garantie
3.
De waarde van de garantie
3.1 De waarde van de garantie
4.
Waar spreek je de garant op aan?
4.1 Door de garant aangeboden garantie
4.2 Door de opdrachtgever gevraagde garantie
5.
Het tot stand komen van de garantie
5.1 Waaruit blijkt de garantie?
5.2 Wanneer komt de garantie tot stand?
6.
Het inroepen van de garantie
6.1 Eventuele vormvereisten
6.2 Het bewijs
7.
De duur van de garantie
7.1 De duur van de garantie
8.
Geschillenregeling in het kader van de garantie
8.1 Geschillenregeling in het kader van de garantie
9.
Verzekerde garantie
9.1 Verzekerde garantie
10. GIW garantie
10.1
GIW garantie
11. STABU en garantie voor een onderdeel
11.1
STABU en garantie voor een onderdeel
12. Modellen van garantieverklaringen
12.1
Modellen van garantieverklaringen
Garantieverklaring voor een onderdeel (Model I)
Garantieverklaring voor een onderdeel (Model II)
Toelichting bij Modellen garantieverklaring
1.
Garantie
1.1
Het begrip Garantie
Het begrip 'garantie' is niet in de wet gedefinieerd. Indien iemand een garantie geeft op
een product, wil dat zeggen dat hij 'instaat' voor zijn product.De garant, dat is degene
die de garantie verleend, kent een bepaalde kwaliteit aan zijn product toe en verklaart
zich bereid om ten aanzien daarvan verplichtingen op zich te nemen. Door het verlenen
van garantie neemt de garant een verplichting op zich om (in bepaalde gevallen) iets te
doen ten behoeve van degene die garantie verkrijgt. Hij moet bepaalde verplichtingen
nakomen indien de door hem verrichte prestatie niet beantwoord aan hetgeen waarvoor
hij heeft verklaard te zullen instaan.We denken bijvoorbeeld aan de verkoper die een
bouwstof aan een koper verkoopt en daarbij verklaart aan de koper dat indien het
materiaal binnen een bepaalde periode gebreken gaat vertonen, deze gebreken op zijn
kosten te verhelpen.
1.2
Deugdelijkheidsgarantie en financiële garantie
De in deze brochure aan de orde gestelde 'deugdelijkheidsgarantie; moet onderscheiden
worden van de zogenaamde 'financiële garantie'. Een financiële garantie heeft tot doel de
garantiegerechtigde een financiële zekerheid te bieden voor het geval dat een
wederpartij van de garantiegerechtigde een tussen beiden gesloten overeenkomst niet
nakomt. Deze financiële zekerheid wordt verstrekt door een bankinstelling of
borgmaatschappij.In deze brochure hebben we het dus over garanties in de vorm van
'deugdelijkheidsgarantie'.
1.3
Waar staat een opdrachtgever zonder garantie?
We hebben gezien dat door het geven van garantie, de garant instaat voor de
deugdelijkheid van zijn product. Maar welke rechten heeft een opdrachtgever nu indien
hij geen garantie heeft verlangd en deze hem ook niet is aangeboden?De opdrachtgever
zal in dit geval een beroep moeten doen op de bepalingen die deel uitmaken van de
overeenkomst op basis waarvan eventueel een garantie gegeven had kunnen worden. Als
voorbeeld nemen we de aannemingsovereenkomst met het daarvan deel uitmakende
bestek. Een aannemer die de uit de aannemingsovereenkomst voortvloeiende
verplichtingen niet, niet tijdig, of niet deugdelijk nakomt, kan door de opdrachtgever
aangesproken worden op grond van door de aannemer gepleegde wanprestatie. Op
grond hiervan kan de opdrachtgever schadevergoeding eisen. Het burgerlijk recht
beschermt hem dus. Verder is van belang welke bepalingen in de
aannemingsovereenkomst en het bestek, aansprakelijkheid neerleggen bij de aannemer
ten aanzien van het door hem te verrichten werk. Zo zijn binnen het STABU-bestek de
U.A.V. 1989 van toepassing. Hierin zijn regels opgenomen op het gebied van de
aansprakelijkheid van de aannemer. In de U.A.V. staan regels omtrent de
aansprakelijkheid van de aannemer gedurende de uitvoeringsfase van het bouwwerk.
Daarnaast zijn er regels opgenomen die de aansprakelijkheid betreffen van de aannemer
nadat het werk is opgeleverd. Zo vermeldt de U.A.V. in paragraaf 12 dat de aannemer na
de dag waarop het werk is opgeleverd niet meer aansprakelijk is voor tekortkomingen
aan het werk. Uitzondering hierop vormt echter de situatie waarin sprake is van een
verborgen gebrek. In dat geval is een aannemer gedurende een periode van vijf jaar
aansprakelijk. Bovendien verwijzen de U.A.V. ter zake van de aansprakelijkheid van de
aannemer naar artikel 1645 van het Burgerlijk Wetboek. In dit artikel staat vermeld dat
een aannemer gedurende tien jaar aansprakelijk is indien het door hem gebouwde
vergaat, ondermeer door een gebrek in de samenstelling.Indien een opdrachtgever extra
rechten wenst te verwerven op grond waarvan hij een beroep kan doen op iemand die
aan hem een product heeft geleverd, dan dient hij dit te doen door het verlangen van
een garantie.
2.
De aangeboden en de gevraagde garantie
2.1
De aangeboden en de gevraagde garantie
Een garantie komt tot stand door aanbod en aanvaarding.Een garantie is in juridische zin
een overeenkomst tussen de aan de garantie-overeenkomst deelnemende partijen. De
garantie wordt, hetzij vastgelegd in een speciaal daartoe opgestelde garantieverklaring,
hetzij vastgelegd als onderdeel van een andere overeenkomst. In het eerste geval
denken we aan een door een leverancier afgegeven en daartoe op schrift gestelde
garantieverklaring behorend bij een door hem geleverd product. In het tweede geval
denken we aan de opdrachtgever die in het bestek bepalingen opneemt ter zake van
garantie. Indien een wederpartij van de opdrachtgever een garantie aan laatstgenoemde
aanbiedt, spreken we in dit kader van een aangeboden garantie. Neemt de
opdrachtgever bepalingen op in het bestek ter zake van garantie dan is er sprake van
een gevraagde garantie. Dit onderscheid heeft invloed op een aantal aspecten van
garantie. Hierover zo dadelijk meer.
3.
De waarde van de garantie
3.1
De waarde van de garantie
In de praktijk blijkt maar al te vaak dat de garantiegerechtigde, indien hij garantie
ontvangt, bijvoorbeeld op een bouwstof, er a priori vanuit gaat dat hij door middel van
de garantie extra rechten verkrijgt omtrent de deugdelijkheid van het product. Hij
verwacht in ieder geval dat hij meer rechten verwerft dan hij zonder garantie heeft. Dit is
echter niet altijd het geval. Een aangeboden garantie kan zelfs een beperking inhouden
van de rechten waarvan de garantiegerechtigde veronderstelde dat deze door middel van
de garantie aan hem toebedeeld waren. Een garantie heeft pas betekenis indien de
garant, door in te staan voor het product, ter zake van de deugdelijkheid daarvan meer
rechten aan de garantiegerechtigde verschaft dan deze aan de onderliggende
overeenkomst (bijvoorbeeld een koopovereenkomst voor een bouwstof) ontlenen kan.
In de praktijk blijkt echter regelmatig dat een aangeboden garantie voor de
garantiegerechtigde geen meerwaarde heeft maar zijn rechten daarentegen beperkt
Binnen de garantie wordt de aansprakelijkheid voor gevolgschade uitgesloten of beperkt
of wordt er een grens gesteld aan de aansprakelijkheid in verband met herstelkosten. De
garantiebepalingen bieden dan geen extra zekerheid maar vormen eigenlijk nietaansprakelijkheidsbedingen (exoneratieclausules). Een andere beperking ten aanzien van
aangeboden garanties komen we tegen in de vorm van garantieverplichtingen die in de
tijd afnemen. De beperking van de garantie bestaat dan daaruit dat de herstel- of
vervangingskosten naarmate de garantieperiode vordert lager worden. Met het
bovenstaande is geenszins gesteld dat door de garant aangeboden garanties nimmer een
meerwaarde hebben. Zie onderstaand voorbeeld.
Een opdrachtgever heeft een aannemingsovereenkomst met een aannemer gesloten
waarop de U.A.V. 1989 van toepassing zijn verklaard. De aannemer biedt een garantie
aan op een bepaald onderdeel van het bouwwerk. Hij biedt een garantie aan van tien
jaar die in gaat op de dag van de oplevering. De garantie houdt verder in dat gebreken
aan het onderdeel van het bouwwerk die binnen de garantieperiode optreden, hersteld
zullen worden. Bepaald is bovendien dat de garantie zich uitstrekt over zowel verborgen
als over niet verborgen gebreken. Door middel van deze door de aannemer aangeboden
garantie verkrijgt de opdrachtgever nu wel extra rechten. Hij heeft een garantie van tien
jaar die zich ook uitstrekt over niet verborgen gebreken. Was de garantie niet afgegeven,
dan had de opdrachtgever veel minder waarborgen . Hij had dan namelijk, vooropgesteld
dat hij zelf geen garantie heeft gevraagd, de aannemer moeten aanspreken op grond van
paragraaf 12 van de U.A.V. 1989. Paragraaf 12 beschermt hem echter alleen tegen
verborgen gebreken gedurende een periode van 'slechts' vijf jaar na de dag van
oplevering.
4.
Waar spreek je de garant op aan?
4.1
Door de garant aangeboden garantie
De verplichtingen die de garant heeft op grond van een aangeboden garantie zijn in
eerste instantie afhankelijk van de inhoud van de gegeven garantie zelf. Tevens blijven
de rechten en plichten die voortvloeien uit de overeenkomst op basis waarvan een
garantie wordt aangeboden van kracht. In de relatie opdrachtgever/aannemer is die
onderliggende overeenkomst de aannemingsovereenkomst en het daarbij behorende
bestek. Stel nu dat de opdrachtgever in het bestek geen garantie verlangt maar de
aannemer op door hem geleverd werk wèl een garantie aanbiedt. Indien zich ten aanzien
van dit werk een gebrek vertoont, dan kan de opdrachtgever zowel een beroep doen op
de aannemingsovereenkomst als op de aangeboden garantie. In het onderstaande
voorbeeld lichten we dit toe.De aannemer heeft een werk aangenomen op basis van een
binnen de STABU-systematiek opgesteld bestek. Op dit bestek zijn de U.A.V. 1989 van
toepassing verklaard. Nu stelt de U.A.V. 1989 paragraaf 12, dat de aannemer na
oplevering gedurende een periode van vijf jaar aansprakelijk is voor verborgen gebreken.
Als het door de aannemer tot stand gebrachte bouwwerk een verborgen gebrek vertoont
kan de opdrachtgever een beroep doen op genoemde paragraaf uit de U.A.V. 1989.
Daarnaast kan de opdrachtgever tevens een beroep doen op de aangeboden garantie. Hij
zal zijn keuze uiteraard baseren op de overeenkomst die hem de meeste rechten
toekent. Dat kan de aannemingsovereenkomst zijn maar ook de aangeboden garantie.
Een en ander is afhankelijk van de inhoud van de aannemingsovereenkomst
respectievelijk garantie. De situatie wordt anders indien de garant buiten de
garantieovereenkomst verder niet in een contractuele relatie met de opdrachtgever staat.
Te denken is aan een leverancier die garantie verstrekt aan de opdrachtgever maar voor
het overige alleen in een contractuele relatie met de aannemer staat. In dit geval heeft
de opdrachtgever de keuze welke partij hij aanspreekt. Hij kan de aannemer aanspreken
op grond van de aannemingsovereenkomst en/of de leverancier op grond van de door
deze verstrekte garantie. Wederom zal de basis van zijn vordering liggen in de
overeenkomst die hem het meeste verhaal biedt.
4.2
Door de opdrachtgever gevraagde garantie
Indien de opdrachtgever een garantie verlangt op een onderdeel van het werk zal hij dit
in het bestek kenbaar moeten maken. Hij zal ondermeer kenbaar moeten maken voor
welke onderdelen van het werk hij garantie verlangt, wie de garantie dient te verschaffen
en hoe lang hij de onderdelen gegarandeerd wil zien.In paragraaf 22 van de U.A.V. 1989
die de basis vormt van het administratieve gedeelte van de STABU-systematiek zijn
uniforme administratieve voorwaarden ter zake van garantie voor een onderdeel
opgenomen. Op grond van paragraaf 22, lid 1 van de U.A.V. is het overigens mogelijk om
van die voorwaarden af te wijken. De in paragraaf 22 neergelegde garantieregeling kent
als garantieverplichting alleen het herstel van gebreken en niet een
schadevergoedingsregeling bijvoorbeeld voor gevolgschade.In combinatie met de
regeling ter zake van verborgen gebreken, neergelegd in paragraaf 12 van de U.A.V.
1989, die wel een algemene aansprakelijkheid van de aannemer voor gebreken bevat,
heeft deze garantie echter een waarde die uitstijgt boven menig aangeboden garantie.
5.
Het tot stand komen van de garantie
5.1
Waaruit blijkt de garantie?
Zoals vermeld kent de wet geen bepalingen ter zake van garantie. Aan de
totstandkoming van een garantie worden dan ook geen bijzondere vereisten gesteld. Een
garantie komt net als iedere andere overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding
van dat aanbod. Dat de garantie schriftelijk dient te worden vastgelegd berust dus niet
op een wettelijke verplichting maar is nodig daar anders niet duidelijk is wat de inhoud
van de garantie is. Bovendien heeft een schriftelijke vastlegging van de garantie een
bewijsrechtelijke functie. De schriftelijke vastlegging van de garantie kan op
verschillende manieren geschieden. Indien de aannemer er zorg voor dient te dragen dat
er garantie wordt gegeven, dan zal dit in het bestek moeten worden beschreven. In het
bestek wordt dan vermeld welke inhoud de garantie moet hebben en hoelang deze moet
gelden. Verder wordt vastgelegd wat er moet worden gegarandeerd en wie de garantie
moet verschaffen. In paragraaf 01.02.22 van de STABU-systematiek bevinden zich
bepalingen die de gebruiker ter zake van garantie in het bestek kan opnemen.
Het bestek vormt een onderdeel van een overeenkomst waaraan alleen de opdrachtgever
en de aannemer gebonden zijn. Hieruit volgt de vraag wat er nu dient de geschieden als
de opdrachtgever in het bestek een garantie verlangt van een onderaannemer of
leverancier? Zij staan buiten de tussen de opdrachtgever en de aannemer gesloten
aannemingsovereenkomst. Op grond van paragraaf 22, lid 3 van de U.A.V. 1989 dient de
aannemer er weliswaar zorg voor te dragen dat de onderaannemer of leverancier de
verlangde garantie verstrekt. Maar het verstrekken van de garantie door de
onderaannemer of leverancier zal toch ergens uit moeten blijken. De onderaannemer of
leverancier zullen moeten verklaren dat ze garantie verschaffen. Dit kan geschieden in de
vorm van een door de onderaannemer of leverancier af te geven 'garantieverklaring' in
het vakjargon ook wel aangeduid met de term 'garantiecertificaat'. Op deze wijze
ontvangt de opdrachtgever schriftelijk bewijs omtrent het bestaan en de inhoud van de
garantie.
De opdrachtgever kan bij het bestek een model van een garantieverklaring voegen. In dit
model is beschreven waar de garantie uit dient te bestaan. In het bestek neemt de
opdrachtgever vervolgens een bepaling op waarin hij van de aannemer verlangt, dat
deze er zorg voor draagt dat de onderaannemer of leverancier de in het model vervatte
garantie aan de opdrachtgever verleent. De situatie is immers geenszins denkbeeldig dat
de onderaannemer of leverancier met eigen algemene voorwaarden werken waarin de te
verlenen garantie afwijkt van de bepalingen die de opdrachtgever ter zake van garantie
in het bestek opneemt of waarin de gevraagde garantie wordt afgewezen. Er is dan
sprake van zgn. 'battle of forms'.Het bij het bestek gevoegde model bindt in eerste
instantie alleen de aannemer omdat het immers deel uitmaakt van de overeenkomst
tussen hem en de opdrachtgever. De aannemer draagt er zorg voor dat een
onderaannemer of leverancier de garantie conform model verstrekt. De waarborg voor de
aannemer bestaat daarin dat hij van zijn onderaannemer of leverancier schriftelijk bewijs
ontvangt van een garantie zoals de opdrachtgever deze wenst. Paragraaf 22, lid 3 van de
U.A.V. stelt in dat opzicht dat indien de verlangde garantie niet afgegeven wordt door de
onderaannemer of leverancier, de aannemer zelf een dienovereenkomstige garantie dient
te verstrekken.
5.2
Wanneer komt de garantie tot stand?
Het moment waarop de garantie tot stand komt, is afhankelijk van de wijze waarop de
garantie tot stand komt. Zijn de garantiebepalingen opgenomen in het bestek dat deel
uitmaakt van de aannemingsovereenkomst tussen aannemer en opdrachtgever, dan
ontstaat een verplichting tot het geven van garantie op het moment dat de
aannemingsovereenkomst tot stand komt. In het bestek wordt een tijdstip opgenomen
waarop de garantietermijn start.Indien de garantie middels een garantieverklaring wordt
gegeven door een onderaannemer of leverancier dan is de verplichting tot het geven van
garantie tot stand gekomen op het moment van ondertekening van de
garantieverklaring. Wederom zal in de garantieverklaring een tijdstip opgenomen zijn
waarop de garantietermijn start.
6.
Het inroepen van de garantie
6.1
Eventuele vormvereisten
In de praktijk komt het regelmatig voor dat het inroepen van een aangeboden garantie
verbonden is aan bepaalde vormvereisten. Zo kan in aangeboden garanties opgenomen
zijn dat een geconstateerd gebrek binnen een bepaald aantal dagen gemeld dient te
worden op straffe van verval van de garantierechten of dat bepaalde documenten bij het
inroepen van de garantie aan de garant moeten worden overgelegd.De U.A.V. 1989 laat
niets aan duidelijkheid te wensen over omtrent het inroepen van de garantie. Paragraaf
22, lid 2 (zie hierna) stelt dat gebreken 'op eerste aanzegging' van de opdrachtgever zo
spoedig mogelijk herstelt dienen te worden. Van nadere vormvereisten is hier dus geen
sprake. De opdrachtgever geniet in deze een ruime vrijheid ter zake van het inroepen
van de garantie.
§ 22 Garantie voor een onderdeel
Bepaling
1.
Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing, tenzij het bestek anders
bepaalt.
2.
Indien in het bestek is vermeld dat één of meer onderdelen van het werk moeten
worden gegarandeerd, zal de garantie inhouden dat de garant zich verbindt om
voor zijn rekening alle tijdens de garantieperiode optredende gebreken, waarvan
de opdrachtgever aannemelijk maakt dat die met grote mate van
waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan minder goede hoedanigheid
of gebrekkige uitvoering, op eerste aanzegging van de opdrachtgever zo spoedig
mogelijk te herstellen.
3.
Indien in het bestek is vermeld dat een onderdeel van het werk door een
onderaannemer of een leverancier moet worden gegarandeerd, draagt de
aannemer zorg voor het verstrekken van de garantie door de onderaannemer of
leverancier aan de opdrachtgever. Indien deze garantie niet door de
onderaannemer of leverancier wordt verstrekt, wordt een dienovereenkomstige
garantie door de aannemer verstrekt.
4
Een op grond van deze paragraaf overeengekomen garantie geldt vanaf het
gereedkomen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende de in
het bestek genoemde periode.
6.2
Het bewijs
Binnen het Nederlands recht geldt als hoofdregel 'degene die eist, bewijst'. Hoe is de
bewijslastverdeling nu geregeld indien er garantie verleend wordt door de aannemer,
onderaannemer of leverancier. Indien de opdrachtgever bepalingen in het bestek
opneemt ter zake van garantie kan hij daarbinnen een regeling opnemen omtrent de
bewijslastverdeling. Is de U.A.V. 1989 van toepassing verklaard in het bestek, dan geeft
paragraaf 22, lid 2 een regeling voor de bewijslastverdeling. Op grond van de U.A.V.
1989 is het aan de opdrachtgever om aannemelijk te maken dat een ontstaan gebrek
met grote mate van waarschijnlijkheid te wijten is aan minder goede hoedanigheid of
gebrekkige uitvoering . Letterlijk luidt de tekst van § 22, lid 2 van de U.A.V. 1989 'Indien
in het bestek is vermeld dat één of meer onderdelen van het werk moeten worden
gegarandeerd, zal de garantie inhouden dat de garant zich verbindt om voor zijn
rekening alle tijdens de garantieperiode optredende gebreken, waarvan de opdrachtgever
aannemelijk maakt dat die met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden
toegeschreven aan minder goede hoedanigheid of gebrekkige uitvoering, op eerste
aanzegging van de opdrachtgever zo spoedig mogelijk zal herstellen'. We kunnen stellen
dat er binnen het regime van de U.A.V. sprake is van een 'verlichte' bewijslast. De
opdrachtgever zal immers aannemelijk moeten maken dat het gebrek te wijten is aan
een minder goede hoedanigheid of een gebrekkige uitvoering.
7.
De duur van de garantie
7.1
De duur van de garantie
Ter zake van de duur van de garantie dient wederom onderscheid gemaakt te worden
tussen de aangeboden en de gevraagde garantie. Indien een garantie wordt aangeboden,
bijvoorbeeld via een garantiefonds waarbij ondernemingen uit een bepaalde bedrijfstak
zijn aangesloten, dan zullen in het desbetreffende garantiereglement bepalingen
opgenomen zijn omtrent de duur van de garantie. Een en ander is afhankelijk van het
specifieke product.Indien de opdrachtgever garantie verlangt zal hij naar eigen expertise
de duur van de door hem gevraagde garantie moeten vaststellen. De U.A.V. 1989 bieden
hem in dat opzicht geen enkel aanknopingspunt. De U.A.V. 1989 stelt in paragraaf 22, lid
4 dat een overeengekomen garantie geldt vanaf het gereedkomen of de levering van het
gegarandeerde onderdeel gedurende de in het bestek vermelde periode. De
opdrachtgever zal de in het bestek op te nemen garantieperiode dienen te relateren aan
de technische levensduur van het onderhavige onderdeel. De kans is immers niet
denkbeeldig dat in het bestek bepalingen ter zake van de duur van de garantie
opgenomen worden, die in geen enkele verhouding staan tot voor het desbetreffende
onderdeel gebruikelijke garantieperiodes en de technische levensduur van het onderdeel.
8.
Geschillenregeling in het kader van de garantie
8.1
Geschillenregeling in het kader van de garantie
Indien de partijen tussen wie een garantie-overeenkomst geldt, omtrent de
geschillenbeslechting niets regelen, dan is de burgerlijke rechter bevoegd ter zake van
ontstane geschillen. Indien de U.A.V. 1989 van toepassing is verklaard, dan geldt het
arbitraal beding van de daarin vervatte paragraaf 49. Op grond van de U.A.V. is de Raad
van Arbitrage voor de Bouw bevoegd. Desgewenst kunnen partijen de Raad van
Arbitrage voor Metaalnijverheid en -handel aanwijzen. Maar wat nu indien partijen binnen
garantiebepalingen verschillende instituten aanwijzen om over eventuele geschillen ter
zake van garantie te oordelen? Stel dat bij de totstandbrenging van een bepaald
bouwdeel naast de hoofdaannemer meerdere onderaannemers en/of leveranciers
betrokken zijn die ieder in een door hun aangeboden garantie ter zake van hun
werkzaamheden of levering naar verschillende arbitrage-instituten verwijzen. Er ontstaat
dan onduidelijkheid omtrent de vraag wie nu ter zake van het geschil bevoegd is.
Om deze situatie te ondervangen bestaat de mogelijkheid dat een van de partijen, die bij
het geschil betrokken is, op grond van artikel 1046 van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering de President van de rechtbank te Amsterdam verzoekt de samenvoeging
van het geding te gelasten. Voorwaarde daartoe is wel dat alle partijen een vorm van
arbitrage overeengekomen zijn. Indien de opdrachtgever een model van een
garantieverklaring bij het bestek voegt conform welk model onderaannemers en/of
leveranciers garantie dienen te verstrekken, kan in dat model tevens een arbitraal beding
opgenomen worden.
9.
Verzekerde garantie
9.1
Verzekerde garantie
De verkrijger van een garantie gaat ervan uit dat de garant aan zijn verplichtingen op
grond van de garantie-overeenkomst kan voldoen. Dat is echter niet altijd het geval. De
garant kan immers in een situatie geraken waardoor hij niet meer aan zijn verplichtingen
kan voldoen, bijvoorbeeld een faillissement. Ter bescherming tegen voornoemde situaties
kan de garantiegerechtigde verlangen dat de door de garantiegever te verstrekken
garantie door de garant verzekerd wordt. In principe geeft de verzekerde garantie de
meeste zekerheid aan de garantiegever zelf omdat deze als de verzekerde geldt. Indien
een beroep op de verzekering gedaan wordt zullen schade-uitkeringen bij de garant
terecht komen. De garantiegerechtigde moet dan maar afwachten of de gelden
aangewend worden ter nakoming van de garantieverplichtingen.
Anders is dit indien de afgesloten verzekering voor de garantiegerechtigde de
mogelijkheid biedt om zich rechtstreeks tot de verzekeringsmaatschappij te wenden
indien de garantiegever zich niet aan zijn garantieverplichtingen kan houden. Uitkeringen
vloeien dan rechtstreeks naar zijn adres. In geval van verzekerde garantie is het aldus
van eminent belang dat de garantiegerechtigde kennis neemt van de inhoud van de
desbetreffende polissen. Een andere vorm van zekerheid wordt tegenwoordig aan
garantiegerechtigden geboden door middel van de instelling van zogenaamde
waarborgfondsen. Brancheorganisaties en dergelijke waarbij de garantiegever is
aangesloten stellen deze fondsen in. Indien een garant niet aan zijn verplichtingen kan
voldoen, dan kan de garantiegerechtigde een beroep doen op dit fonds dat de
garantieverplichtingen van de garant overneemt.
10.
GIW garantie
10.1
GIW garantie
Binnen de Nederlandse bouwpraktijk opereren een aantal organisaties die zich bezig
houden met garantie. Het valt buiten het bereik van deze brochure om deze allemaal aan
de orde te stellen. Bij wijze van voorbeeld wordt thans enige aandacht besteed aan het
GIW. Bij de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW) zijn ondernemers (zij die een
te bouwen of nieuw gebouwde woning of appartement leveren) via zogeheten
aangesloten organisaties ingeschreven. De ondernemers moeten daartoe voldoen aan
technische en financiële criteria die de bij het GIW aangesloten organisaties stellen.
De bij het GIW aangesloten organisaties verstrekken waarborgcertificaten aan kopers
van woningen of appartementen. Dit certificaat beschermt kopers tegen financiële
stroppen. Het biedt een waarborg indien de GlW-ondernemers de levering of de garantie
zoals die in de garantieregeling is vastgesteld niet nakomen. Bij faillissementen tijdens
de bouw zorgen de bij het GIW aangesloten organisaties voor afbouw, of een
schadeloosstelling. Daarnaast zorgen de bij het GIW aangesloten organisaties ervoor dat
gebreken worden verholpen, als niet meer op de ondernemer kan worden teruggevallen.
De garantie- en waarborgregeling van het GIW is echter niet van toepassing op
gebouwen, waarvan de ondernemer de bouw heeft aangenomen naar bestek en
bouwtekeningen die door de opdrachtgever ter beschikking zijn gesteld en waarbij tevens
directie gevoerd wordt.
11.
STABU en garantie voor een onderdeel
11.1
STABU en garantie voor een onderdeel
Op een in de STABU-systematiek geschreven bestek zijn de U.A.V. 1989 van toepassing
en daarmee dus ook de daarvan deel uitmakende paragraaf 22 ter zake van garantie.
Conform paragraaf 22 lid 4 van de U.A.V. 1989 dient indien garantie verlangd wordt,
tenzij het bestek anders bepaalt, beschreven te worden:
•
•
•
welk onderdeel gegarandeerd dient te worden;
door wie de garantie verleend dient we worden;
Gedurende welke periode een garantie geldt.
Binnen de STABU-systematiek zijn ter nadere invulling van het bovenstaande
specificaties aanwezig ter zake van garantie voor een onderdeel. Deze treft men aan in
hoofdstuk 01 'Voor het werk geldende voorwaarden binnen bepaling 01.02.22.01
'Garantie voor een onderdeel'. Deze bepaling is ook in de werkbeschrijvende
hoofdstukken opgenomen. Bovendien bevindt zich in hoofdstuk 01 onder 01.02.22.02
een bepaling ter zake van door onderaannemers of leveranciers te verstrekken
garantieverklaringen.
12.
Modellen van garantieverklaringen
12.1
Modellen van garantieverklaringen
Onderstaand treft u een tweetal voorbeelden aan van modellen van garantieverklaringen.
De modellen sluiten aan op de in paragraaf 01.02.22 opgenomen bepalingen ter zake van
garantie voor een onderdeel. Inhoudelijk onderscheid model I zich van model II doordat
in model I ter zake van de bewijslastverdeling aansluiting bestaat bij paragraaf 22, lid 2
van de U.A.V. 1989. De opdrachtgever moet op grond van de U.A.V. aannemelijk maken
dat een gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven
aan minder goede hoedanigheid of gebrekkige uitvoering. Binnen model II is een
alternatieve bewijslastverdeling opgenomen. Binnen model II dient de garant gebreken
op eerste aanzegging van de opdrachtgever of diens rechtsopvolger te herstellen, tenzij
hij aantoont dat de gebreken niet voor zijn risico komen. De U.A.V. 1989 opent op grond
van het gestelde in paragraaf 22, lid 1 de mogelijkheid om ter zake van de
bewijslastverdeling alternatieve regelingen in het bestek op te nemen.
Garantieverklaring voor een onderdeel (Model I)
Garantieverklaring
De ondergetekende....................................................................................................
(1)
gevestigd te................................................................................................................
(2)
hierna te noemen: 'de garant’
in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
...................................................................................................................................
(3)
verklaart te hebben kennis genomen van de bestekbepalingen van bestek nummer
...................................................................................................................................
(4)
d.d..............................................................................................................................
(5)
van.............................................................................................................................
(6)
ten behoeve van het werk.............................................................................................
(7)
in opdracht van.............................................................................................................
(8)
gevestigd te..................................................................................................................
(9)
hierna te noemen: 'de opdrachtgever'.
De garant verklaart met betrekking tot het onderdeel
..................................................................................................................................
(10)
genoemd in besteksartikel.............................................................................................
(11)
tegenover de opdrachtgever:
dat garant zich verbindt om voor zijn rekening alle tijdens de garantieperiode optredende
gebreken, waarvan de opdrachtgever of diens rechtsopvolger aannemelijk maakt dat die met
grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan minder goede
hoedanigheid of gebrekkige uitvoering, op eerste aanzegging van de opdrachtgever of diens
rechtsopvolger zo spoedig mogelijk te herstellen.
dat de garantieverklaring zal gelden:
vanaf het gereed komen of de levering van het
gegarandeerde onderdeel gedurende een periode van
..................................................................................................................................
(12a)
vanaf het gereed komen of de levering van het gegarandeerde onderdeel tot aan de oplevering
en in aansluiting daarop gedurende een periode van
..................................................................................................................................
(12b)
Voor de beslechting van de hieronder bedoelde geschillen doen partijen uitdrukkelijk afstand van
hun recht de tussenkomst van de gewone rechter in te roepen.
Alle geschillen, welke ook -daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als
zodanig worden beschouwd- die naar aanleiding van deze garantie of van overeenkomsten, die
daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen opdrachtgever of diens rechtsopvolger en garant
mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in de
statuten van............................................................................................................
..................................................................................................................................
(13)
zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luiden.
Indien bij een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis een uitspraak van het
scheidsgerecht geheel of gedeeltelijk nietig wordt verklaard, heeft ieder der partijen het recht
het geschil, voor het dientengevolge onbeslist is gebleven, opnieuw te doen beslechten.
De vordering is niet ontvankelijk indien zij bij de hierboven genoemde Raad wordt aanhangig
gemaakt later dan drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van de rechterlijke
uitspraak. Degene die als scheidsman of secretaris aan de nietig verklaarde beslissing heeft
medegewerkt zal aan de nieuwe behandeling niet mogen meewerken.
Plaats....................................................................................................................
(14)
Datum...................................................................................................................
(15)
Handtekening.......................................................................................................
(16)
Garantieverklaring voor een onderdeel (Model II)
Garantieverklaring
De ondergetekende...................................................................................................
(1)
gevestigd te...............................................................................................................
(2)
hierna te noemen: 'de garant’
in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
..................................................................................................................................
(3)
verklaart te hebben kennis genomen van de bestekbepalingen van bestek nummer
..................................................................................................................................
(4)
d.d.............................................................................................................................
(5)
van............................................................................................................................
(6)
ten behoeve van het werk.........................................................................................
(7)
in opdracht van.........................................................................................................
(8)
gevestigd te..............................................................................................................
(9)
hierna te noemen: 'de opdrachtgever'.
De garant verklaart met betrekking tot het onderdeel
...............................................................................................................................
(10)
genoemd in besteksartikel.......................................................................................
(11)
tegenover de opdrachtgever:
dat garant zich verbindt om voor zijn rekening alle tijdens de garantieperiode optredende
gebreken op eerste aanzegging van de opdrachtgever of diens rechtsopvolger zo spoedig
mogelijk te herstellen, tenzij de garant aantoont dat de gebreken niet voor zijn risico komen.
dat de garantieverklaring zal gelden:
vanaf het gereed komen of de levering van het gegarandeerde onderdeel gedurende een
periode van
...................................................................................................................
(12a)
vanaf het gereed komen of de levering van het gegarandeerde onderdeel tot aan de oplevering
en in aansluiting daarop gedurende een periode van
...................................................................................................................
(12b)
Voor de beslechting van de hieronder bedoelde geschillen doen partijen uitdrukkelijk afstand
van hun recht de tussenkomst van de gewone rechter in te roepen.
Alle geschillen, welke ook -daaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als
zodanig worden beschouwd- die naar aanleiding van deze garantie of van overeenkomsten, die
daarvan een uitvloeisel mochten zijn tussen opdrachtgever of diens rechtsopvolger en garant
mochten ontstaan, worden beslecht door arbitrage overeenkomstig de regelen beschreven in
de statuten
van..................................................................................................................
..................................................................................................................................... (13)
zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luiden.
Indien bij een in kracht van gewijsde gegaan rechterlijk vonnis een uitspraak van het
scheidsgerecht geheel of gedeeltelijk nietig wordt verklaard, heeft ieder der partijen het recht
het geschil, voor het dientengevolge onbeslist is gebleven, opnieuw te doen beslechten .
De vordering is niet ontvankelijk indien zij bij de hierboven genoemde Raad wordt aanhangig
gemaakt later dan drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van de rechterlijke
uitspraak. Degene die als scheidsman of secretaris aan de nietig verklaarde beslissing heeft
medegewerkt zal aan de nieuwe behandeling niet mogen meewerken.
Plaats.....................................................................................................................
(14)
Datum....................................................................................................................
(15)
Handtekening.........................................................................................................
(16)
Toelichting bij Modellen garantieverklaring
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Naam van de onderneming precies volgens de inschrijving bij KVK.
Vestigingsplaats.
Precieze naam en voorletters en functie, waaruit blijkt dat deze persoon de
onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen, bijvoorbeeld 'directeur'.
Nummer bestek.
Datum bestek.
Opsteller bestek (bijvoorbeeld architect).
Naam werk volgens bestek.
Naam opdrachtgever volgens bestek.
Vestigingsplaats opdrachtgever volgens bestek.
Naam onderdeel.
Nummer besteksartikel.
Keuzebepaling. Periode in cijfers en letters. Deze bepaling gebruiken indien in
het bestek deze bepaling tevens gekozen is (zie paragraaf 01.02.22).
Doorhalen indien niet van toepassing.
In bestek aangewezen arbitrage-instituut (Raad van Arbitrage voor de
Bouwbedrijven in Nederland of Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en handel).
Plaats van ondertekening.
Datum van ondertekening.
Handtekening, met precieze naam en voorletters en functie, waaruit blijkt dat
deze persoon de onderneming rechtsgeldig kan vertegenwoordigen,
bijvoorbeeld 'directeur' .