THEMA MOTION & DRIVES Alten past robotica toe in elektronenmicroscoop Fei De vacuümkamers in de microscopiesystemen van Fei zitten boordevol. Het is daarom een uitdaging om de gewenste bewegingen uit te voeren zonder dat componenten botsen. Alten Mechatronics onderzocht een oplossing op basis van het Robot Operating System. In de referentiecase was de nieuwe motionplanner tot vijf keer sneller. Mark Geelen Simon Jansen E r is de laatste vijf jaar veel veran derd binnen de robotica, vooral op het gebied van software. De steeds groter wordende rekenkracht van com puters biedt nieuwe mogelijkheden bij het uitvoeren van complexe berekenin gen. Hierdoor kunnen steeds geavan ceerdere applicaties worden ontwikkeld en kan het gedrag van deze applicaties steeds meer en beter worden voorspeld via simulaties. Veel van deze ontwikkelingen leven voorlopig alleen in de academische we reld en hebben de weg naar de industrie nauwelijks gevonden. Kennelijk is de stap nog te groot om de geboden academische oplossingen direct te vertalen naar indus triële toepassingen. Binnen de industri ële robotica zien we vooral het gebruik van starre, niet flexibele toepassingen. Deze zijn erop gericht om met een hoge frequentie een specifieke taak te repete ren zonder interactie met de dynamische omgevingen. De applicaties worden nog vaak taakspecifiek uitgevoerd waardoor de robot bij een nieuwe taak of een aan gepaste beweging opnieuw moet worden geprogrammeerd. Deze weinig flexibele oplossing resulteert in hoge kosten en lange downtijden. Een oplossing voor deze problematiek is het Robot Operating System (Ros). Dit systeem biedt een gestandaardiseerd soft wareraamwerk dat de vele processen met elkaar verbindt. Binnen dit raamwerk kun nen ontwikkelaars code ontwikkelen, met elkaar delen en bestaande code uitbrei den. De grote populariteit van Ros is onder meer te danken aan het feit dat het een opensourceplatform is waardoor de moge lijkheid wordt gecreëerd om state-of-theart functionaliteit te gebruiken en te im plementeren in applicaties. Een bijkomend voordeel is de ondersteuning die de Rosgemeenschap van ontwikkelaars biedt. De eerste versie van Ros kwam in 2010 onder de naam Box Turtle beschikbaar. Momenteel is de achtste versie al in voor bereiding onder de naam Indigo. Verder zijn er ontwikkelingen om dit – vooral in academische kring gebruikte – besturings systeem ook geschikt te maken voor de industrie. Dit gebeurt door het onlangs opgerichte Europese consortium RosIndustrial (Ros-I). Binnen dit consortium wordt gewerkt aan een eigen Ros-versie: Ros-Industrial. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de extra eisen die aan industriële toepassingen worden ge steld: snelheid, betrouwbaarheid, onder houdbaarheid en veiligheid. Nanofabrieken Figuur 1: De ruimte is beperkt in de Small Dual Beam-systemen van Fei. Het is dus zaak de bewegingen goed te choreograferen. Alten zette daarom een simulatie op met behulp van het Robot Operating System. Figuur 2: De stage moet op acht vrijheidsgraden nauwkeurig worden gepositioneerd. Door slim te kiezen is een significante winst te behalen op de bewegingstijd. Fei ontwerpt, produceert en ondersteunt een grote variatie aan high-performance microscopiesystemen die details zichtbaar kunnen maken tot op picometerschaal. Vooral in de systemen met zowel een elek tronenbundel als een ionenbundel – de zogenaamde Small Dual Beam-systemen (SDB) – is de vacuümkamer erg vol. In deze systemen (Figuur 1) bevindt zich een bewe gend platform, de stage (Figuur 2), die in acht vrijheidsgraden nauwkeurig dient te worden gepositioneerd. Naast de elektro nenkolom, de ionenkolom en de stage kun nen zich in de kamer diverse detectoren, gasinjectiesystemen en een module voor het omhoog brengen van kleine samples bevinden. Deze SDB-systemen zijn dus niet alleen microscopen maar vooral nanofa brieken waar materiaal kan worden weg gehaald en toegevoegd terwijl het sample wordt bekeken. Daarnaast is het mogelijk om een chemische analyse te doen van het sample om zo de chemische elemen ten te achterhalen. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het bewerken van circuits op wafers of het uitsnijden van dunne plakjes uit een groter sample om ze geschikt te maken voor onderzoek in een transmissie- MECHATRONICA&MACHINEBOUW 6 21 THEMA ROBOTICA Figuur 3: Alten construeerde een simulatiemodel van de elektronenmicroscoop op basis van de Cadgegevens. Aan de hand van dit model instrueerde het zijn Rosmotionplanner. Ros visueel model Simulatiemodel Cad-model Ros botsingsmodel elektronenmicroscoop. De mechatronica competentie is binnen Fei vooral aanwezig in Eindhoven, waar Edwin Verschueren en Jeroen de Boeij hebben meegewerkt aan deze studie. Vanuit Fei Brno, waar de SDBsystemen worden geproduceerd, was An drea Proli betrokken. In de huidige systemen wordt voor het plannen van de bewegingstrajecten ge bruikgemaakt van een in-house ontwik kelde oplossing, waarbij elke overgang tussen stageconfiguraties handmatig moet worden geprogrammeerd. Hierbij is een van de belangrijkste eisen dat de bewegingen zonder botsingen moeten plaatsvinden. In een aantal gevallen is dit planningsprobleem te complex en niet oplosbaar met de huidige methode. In an dere gevallen neemt de oplossing te veel tijd in beslag omdat de assen van de stage alleen sequentieel worden bewogen. Fei onderzoekt met behulp van tra jectplanning alternatieve mogelijkheden om de stage te bewegen. Hierbij moet de beweging van de stage gegarandeerd botsingsvrij plaatsvinden binnen een vastgestelde tijd. Deze tijd moet uiteraard worden geminimaliseerd om een zo hoog Figuur 4: In het botsingsmodel heeft de Stem-detector een ‘airbag’ gekregen waardoor de details zijn vervaagd en het rekenwerk makkelijker is geworden. mogelijke doorvoersnelheid te behalen. Trajectplanning biedt hierbij het voordeel dat de assen simultaan kunnen worden aangestuurd en bewogen in plaats van sequentieel. Hierdoor is een significante tijdswinst te behalen. Airbag Alten Mechatronics heeft een proof of principle-studie uitgevoerd voor Fei waarin het een simulatiemodel van de microscoop en de stage bouwde. Dit model werd ge bouwd op basis van Cad-gegevens van de Fei SDB-elektronenmicroscoop. Deze Cad- SKINTOP ®. De ideale combinatie voor uw applicatie. S OT W OP 034 NS D F O EK TAN ZO 1 - S E B L1 HA ® 22 MECHATRONICA&MACHINEBOUW 6 Eind config t =0 t =6 t =1 6 t =2 0 Succes Padgeneratie Controle op botsingen Start config Fail Figuur 5: De motionplanner genereert een pad op basis van de gewenste begin- en eindstand. Als dat pad botsingen oplevert, wordt het afgewezen en komt er een nieuw voorstel. data zijn omgezet naar visuele modellen en botsingsmodellen die samen het simu latiemodel vormen. Vervolgens is, met be hulp van Ros, een motionplanner geïmple menteerd voor dit model (Figuur 3). Visuele modellen geven een grafische representatie van het systeem. Ze komen exact overeen met de fysieke onderdelen in het systeem en zijn verkregen via de Cad-bestanden. De botsingsmodellen zijn een ‘opgeblazen’, minder gedetailleerde versie van de visuele modellen. De Alteningenieurs hebben de onderdelen wat marge gegeven zodat de details vervagen (Figuur 4). Minder details betekent kortere berekeningstijden. De extra ruimte creëert een airbag die kan worden gebruikt bij het berekenen van een botsingsvrij pad. Deze airbag kan dan ook worden gebruikt om de mogelijke mechanische toleranties van onderdelen in acht te nemen. Het ontwikkelde simulatiemodel is flexi bel. Er kunnen eenvoudig nieuwe (fysische) onderdelen worden toegevoegd. Bij zo’n toevoeging hoeft de motionplannercode niet te worden aangepast. Doordat het mo del is geparametriseerd, is het verder mo gelijk om kalibraties op te nemen. De aan het simulatiemodel toegevoeg de motionplanner werkt op basis van een gegeven startconfiguratie en een gewens te eindconfiguratie voor de stage in as coördinaten (Figuur 5). Deze worden beide als input aangeboden zodat de motion planner een pad tussen beide configura ties kan genereren. Het pad dat de planner in de eerste fase genereert, bestaat uit een serie discrete punten die samen bij bena dering een botsingsvrij pad beschrijven. In de tweede fase wordt door middel van lineaire interpolatie gecontroleerd of er ook tussen de discrete punten van het pad geen botsingen plaatsvinden. Is dit wel het geval, dan resulteert dit in een afwij zing van het gegenereerde pad en moeten de voorgaande planningsstappen opnieuw worden doorlopen. Bij de berekening van het botsingsvrij pad kunnen alle acht de vrijheidsgraden Figuur 6: Alten gebruikt stresstests om de performance van de motionplanner te onderzoeken. De gekozen bewegingen waren zo complex dat het huidige systeem ze niet kan uitvoeren. van de stage worden gebruikt. Door het slim kiezen van planningsgroepen is een significante winst te behalen op zowel be wegingstijd als benodigde berekeningstijd. Dit is mogelijk omdat bij specifieke bewe gingen niet altijd alle modules in de stage hoeven te bewegen om een oplossing te vinden. Hierdoor kan bijvoorbeeld een groep met vijf vrijheidsgraden al volstaan. De motionplanner laat het toe om via parameters rekening te houden met maxi male snelheden en versnellingen, die overeenkomen met het echte systeem. Hierdoor geeft de simulatie een realistisch beeld van hoe de performance op het ech te systeem zou zijn en kan het plan direct worden gebruikt als setpoints voor de mo tioncontrollers van het fysieke systeem. Vijf keer sneller Voor de proof of principle voor Fei heeft Alten Mechatronics drie cases onder zocht waarbij de stage verschillende complexe bewegingen moest realise ren. Een van deze cases is gebruikt als benchmarkstudie waarin het huidige Figuur 7: Door trajectplanning is het nu mogelijk om de assen simultaan te laten bewegen. Dat is een stuk sneller dan de sequentiële aanpak van het huidige systeem. systeem tegenover de simulatie werd gezet. De andere twee cases zijn zoge naamde stresstests en zijn gebruikt om de performance van de motionplanner te onderzoeken. Hierbij werden de meest complexe bewegingen gevraagd van de motionplanner, bewegingen die het hui dige systeem niet kan uitvoeren. Een van de stresstests is weergegeven in Figuur 6. De stage met zijn acht vrij heidsgraden beweegt vanuit een startcon figuratie naar een eindconfiguratie. Hierbij moet rekening worden gehouden met de verschillende statische onderdelen in de microscoopkamer zoals de Stem-detector en de naald. In de grafieken van Figuur 7 worden zowel de translatie (boven) als rotatie tra jecten (onder) per as weergegeven. Door trajectplanning is het nu mogelijk gewor den om niet langer sequentieel assen te bewegen, maar ook simultaan. Hierdoor wordt een flinke reductie behaald in de benodigde bewegingstijd. Voor de door Fei aangedragen cases is aangetoond dat Altens geïmplementeerde Ros-motionplanner het mogelijk maakt botsingsvrije stagetrajecten te genereren. Deze trajecten zijn, voor de benchmark case, tot vijf keer sneller dan de huidige implementatie. Verder is het mogelijk om het simulatiemodel eenvoudig uit te brei den en aan te passen waarbij het opne men van kalibraties ook mogelijk is. Door gebruik te maken van de Ros-trajectplan ner is het mogelijk geworden om voor een hightech systeem complexe bewegingen te realiseren, te controleren op botsingen en daarbij een veel hogere doorstroming te realiseren. Mark Geelen en Simon Jansen zijn werkzaam als consultants bij Alten Mechatronics (www.alten.nl) en leiden het onderzoek naar industriële toepassingen van Ros. Alten is lid van het Europese RosI-consortium. Redactie Alexander Pil MECHATRONICA&MACHINEBOUW 6 23
© Copyright 2024 ExpyDoc