Verdieping toelichting berekening

Deel I TOELICHTING BIJ EEN EERSTE HYPOTHEEK EN COMBI HYPOTHEEK
In deze toelichting worden de verschillende onderdelen en kengetallen in de berekening
overkreditering toegelicht. De berekening van de compensatie overkreditering bestaat uit
twee stappen. Eerst wordt de gemiddelde overkreditering berekend. Daarna wordt op de
(gemiddelde) overkreditering een aantal posten in mindering gebracht. Over het resterende
saldo (de grondslag) wordt de compensatie overkreditering berekend. Deze toelichting op
de berekening overkreditering sluit aan op deze twee stappen. Het eerste deel bevat de
kengetallen op basis waarvan de (gemiddelde) overkreditering is berekend. In het tweede
deel zijn de aftrekposten opgenomen die in mindering zijn gebracht op de (gemiddelde)
overkreditering om tot de grondslag van de overkreditering te komen.
Hypotheeksoorten/kredietsoorten
eerste hypotheek
De overkreditering is per kredietsoort berekend. De
tweede hypotheek
compensatieregeling onderscheidt drie kredietsoorten:
consumptief krediet
eerste (of combi) hypotheek, tweede hypotheek en
consumptief krediet. In het overzicht is voor elk
kredietsoort de compensatieberekening opgenomen van
het door u bij DSB Bank laatst gesloten krediet. De
hypotheeksoort is linksboven op bijgevoegd overzicht
vermeld. Deze toelichting heeft betrekking op de
compensatieberekening van uw eerste hypotheek die u
bij DSB Bank heeft afgesloten.
Invoergegevens voor berekening overkreditering eerste en combi hypotheek
toen, 2010
De berekening overkreditering is uitgevoerd over het jaar
van kredietverlening en het jaar 2010.
Bij ‘toen’ is het jaar van kredietverlening vermeld.
 looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid
 looninkomsten uit vroegere
arbeid
 WUO: winst voor
ondernemersaftrek
 overige werkzaamheden
 AOW
 WW uitkering
 UWV ongespecificeerd
(anders dan WW uitkering)
Deze bronnen van uw inkomsten zijn overgenomen van
het ABS formulier (Aanslag Belastingen Systeem) van de
Belastingdienst.
Het ABS formulier heeft u zelf aangeleverd of is door
DSB Bank op basis van uw volmacht bij de
Belastingdienst opgevraagd.
Het inkomen dat hier is vermeld wordt het ‘fiscaal jaar
inkomen’ in de zin van de compensatieregeling genoemd.
Het onderscheid tussen de verschillende bronnen van
inkomen is van belang omdat voor bepaalde bronnen
van inkomen het fiscaal jaar inkomen omgerekend moet
worden naar het bruto jaar inkomen. Dit wordt toegelicht
onder ‘geconverteerd naar verdiend loon’.
inkomen volgens gegevens DSB
Inkomen uit ‘WUO: winst voor ondernemersaftrek’ en
‘overige werkzaamheden’ in jaar van kredietverlening is
alleen vermeld, als dat inkomen op het moment van
kredietverlening aan DSB Bank was opgegeven.
Het ‘inkomen volgens gegevens DSB’ heeft u aangegeven bij
uw kredietaanvraag en is overgenomen uit het
Pagina 1 van 17
geconverteerd naar verdiend
loon
administratieve systeem van DSB Bank. Dit inkomen
wordt gebruikt als het inkomen in jaar van
kredietverlening hoger is dan de ‘WUO: winst voor
ondernemersaftrek’ , ‘overige werkzaamheden’ of in geval van
WW uitkering in jaar van kredietverlening.
Het fiscaal jaar inkomen bij ‘looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid’ en bij ‘WW uitkering’ is omgerekend
naar het bruto jaar inkomen. In de omrekening is het
fiscaal jaar inkomen gecorrigeerd voor (i) de
werkgeversbijdrage ZvW premie (vanaf 1 januari 2006),
(ii) de werkgeversbijdrage ZfW premie (tot 1 januari
2006) en (iii) de werknemersbijdrage WW premie.
Schematisch is de omrekening bij ‘looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid’ en ‘WW uitkering’ als volgt:
 fiscaal jaar inkomen looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid en WW uitkering/12,00
minus
 werkgeversbijdrage ZvW/ZfW premie
plus
 inhouding WW premie
= bruto maand inkomen
* 12,00
= bruto jaar inkomen looninkomsten uit tegenwoordige
arbeid en WW uitkering.
In de berekening van fiscaal jaar inkomen naar bruto jaar
inkomen wordt rekening gehouden met de toepasselijke
percentages, franchises en maximaal loon voor de
werkgeversbijdragen sociale verzekeringen.
Het berekende bruto jaar inkomen wijkt af van het
jaarinkomen van de jaaropgave.
De omrekening van fiscaal jaar inkomen naar bruto jaar
inkomen wordt niet uitgevoerd voor looninkomsten uit
vroegere arbeid, WUO: winst voor ondernemersaftrek,
overige werkzaamheden, AOW en UWV uitkering
anders dan een WW uitkering (‘UWV ongespecificeerd’).
Bij deze inkomsten categorieën wordt het fiscaal inkomen
gelijk gesteld aan het bruto inkomen.
Inkomen onder ‘geconverteerd naar verdiend loon’, ‘looninkomsten uit vroegere arbeid’, ‘WUO:
winst voor ondernemersaftrek’, ‘AOW’, ‘overige werkzaamheden’, ‘UWV ongespecificeerd’ en
‘inkomen volgens gegevens DSB’ vormen gezamenlijk het bruto jaar inkomen.
betaalde jaarlijkse ex-partner
De partneralimentatie kan worden aangetoond door
alimentatie
middel van bankafschriften en het
echtscheidingsconvenant of echtscheidingsvonnis. De
partneralimentatie wordt niet overgenomen van het ABS
formulier.
Pagina 2 van 17
jaarlijkse erfpachtcanon
incidentele inkomsten
De wijze waarop ‘betaalde jaarlijkse ex-partner alimentatie’
in de berekening overkreditering is meegenomen, is
onder ‘maximale financieringslast en maximale leencapaciteit’
toegelicht.
De jaarlijkse erfpacht is opgenomen voor het bedrag dat
u heeft aangetoond.
De wijze waarop ‘jaarlijks erfpachtcanon’ in de berekening
overkreditering is meegenomen, is onder ‘maximale
financieringslast en maximale leencapaciteit’ toegelicht.
Incidentele inkomsten kunnen bestaan uit: incidentele
inkomsten uit overwerk, incidentele winstuitkering,
ontvangen tijdelijke lijfrente-uitkeringen, incidentele
provisies, ontslagvergoeding, uitbetaalde vakantiedagen.
Sommige inkomenscomponenten komen elk jaar terug en
zijn variabele inkomenscomponenten. Dergelijke
variabele inkomenscomponenten worden als incidentele
inkomsten aangemerkt voor zover ze het gemiddelde van
deze inkomsten over drie jaar overstijgen.
Variabele inkomsten worden als incidentele inkomsten in
het jaar van kredietverlening meegenomen voor zover
deze inkomsten in jaar van kredietverlening het
rekenkundig gemiddelde van deze inkomsten overstijgen
over (i) het jaar vóór kredietverlening, (ii) jaar van
kredietverlening en (iii) jaar ná kredietverlening.
Variabele inkomsten worden als incidentele inkomsten in
het jaar 2010 aangemerkt voor zover deze inkomsten het
rekenkundig gemiddelde van deze inkomsten over de
jaren 2009, 2010 en 2011 overstijgen.
maandelijkse bovenmatige
kosten
aangetoonde betaalregeling
belasting schuld (per maand)
Incidentele inkomsten worden in mindering gebracht op
het bruto jaar inkomen.
Dit betreft de bijzondere vaste lasten die u heeft
aangetoond. De bijzondere vaste lasten zijn toegelicht in
par. 4.1.1. “de door u aangeleverde gegevens” van de
brochure die u bij uw brief met de uitkomst van uw
compensatieberekening heeft ontvangen (de brochure
met een toelichting op het compensatieaanbod).
De wijze waarop ‘maandelijkse bovenmatige kosten’ in de
berekening overkreditering is meegenomen, is onder
‘maximale financieringslast en maximale leencapaciteit’
toegelicht.
De betaalregeling voor een belastingschuld wordt onder
de compensatieregeling aangemerkt als bijzondere vaste
lasten. Een belastingschuld wordt niet als een
betaalregeling aangemerkt.
Pagina 3 van 17
maandtermijn consumptieve
verplichtingen
maandtermijn
aflossingsproduct
consumptieve verplichtingen
De wijze waarop de ‘aangetoonde betaalregeling
belastingschuld (per maand)’ in de berekening
overkreditering is meegenomen, is hiervoor onder
‘maximale financieringslast en maximale leencapaciteit’
toegelicht.
Bij een eerste of combi hypotheek worden de
aangetoonde werkelijke lasten als financieringslasten van
naastlopende financieringen in de berekening
overkreditering meegenomen.
De ‘maandtermijn consumptieve verplichtingen’ heeft
betrekking op de rentelasten van de naastlopende
financieringen.
maandtermijn
aflossingsproduct hypotheek
De wijze waarop ‘maandtermijn consumptieve
verplichtingen’ en ‘maandtermijn aflossingsproduct
consumptieve verplichtingen’ in de berekening
overkreditering is meegenomen, is onder ‘maximale
financieringslast en maximale leencapaciteit’ toegelicht.
In de berekening overkreditering wordt de maandtermijn
aflossingsproduct en de aangetoonde werkelijke
aflossingsverplichtingen van de afgesloten eerste of
combi hypotheek meegenomen voor zover deze op
jaarbasis meer bedragen dan 1,2% (1 promille per maand)
van de oorspronkelijke hoofdsom.
Hier is alleen bedrag vermeld als de
aflossingsverplichtingen meer dan 1,2% van de
oorspronkelijke hoofdsom bedragen.
Als geen bedrag is vermeld wordt in de berekening
uitgegaan van een bedrag dat gelijk is aan 1,2% van de
oorspronkelijke hoofdsom.
De wijze waarop ‘maandtermijn aflossingsproduct
hypotheek’ in de berekening overkreditering is
meegenomen, is onder ‘maximale financieringslast en
maximale leencapaciteit’ toegelicht.
Gegevens van de afgesloten eerste en combi hypotheek
 Ct nummer
De overkreditering in jaar van kredietverlening en over
 ingangsdatum
het jaar 2010 wordt berekend over de oorspronkelijke
 contractuele
hoofdsom (‘limiet’).
einddatumlimiet
 kantelmoment saldo per
31-12-2010
 scopemoment saldo per 112-2011
Berekening overkreditering eerste of combi hypotheek
Pagina 4 van 17
acceptatie jaarinkomen
woonlastpercentage
Dit is het bruto jaar inkomen dat berekend is onder
‘invoergegevens voor berekening overkreditering eerste en
combi hypotheek’. Het acceptatie jaarinkomen in jaar
kredietverlening en het jaar 2010 is opgenomen.
Het ‘woonlastpercentage’is het maxiamaal toegestane
woonquote percentage volgens de GHF normen.
De woonquote percentages worden gepubliceerd als
bijlage bij de NHG-normen en vastgesteld door het
Nibud, waarbij in de berekening van de compensatie
overkreditering alleen de tabel voor personen tot 65 jaar
wordt gebruikt. De relevante tabel kunt u vinden op:
https://voorwaardenennormen.nhg.nl/20143/voorwaarden-en-normen-1995-2014-3.html
De woonquote geeft aan dat de maandelijkse
financieringslasten niet meer mogen bedragen dan een
bepaald percentage van het inkomen. De woonquote
hangt af van het bruto jaarinkomen en de toetsrente.
De woonquote wordt bepaald aan de hand van het
hoogste bruto jaarinkomen van de contractanten.
toetsrente
jaar bepaling toetsrente
Voor de bepaling van de woonquote in het jaar 2010
wordt de toetsrente in het jaar van kredietverlening
gebruikt. Er wordt voor de woonquote over het jaar 2010
wel gerekend met het bruto jaar inkomen over 2010.
Hierdoor kan de woonquote in 2010 afwijken van de
woonquote over jaar kredietverlening.
Aan de hand van de rentevast periode en de datum van
kredietverlening wordt de toetsrente vastgesteld.
Voor de jaren 2000 tot en met 2006 wordt een toetsrente
van 6% gebruikt als de rentevast periode van het krediet
5 jaar of korter is.
Voor de jaren 2007 en volgende wordt de GHF toetsrente
gebruikt (deze kunt u vinden op
https://www.dsbcompensatie.nl/deregeling/overkreditering/) als de rentevast periode korter
is dan 10 jaar (www.nvb.nl). In alle overige gevallen
wordt de daadwerkelijke contractrente gebruikt.
De toetsrente wordt alleen op het moment van
kredietverlening vastgesteld en wijzigt daarna niet voor
het berekenen van overkreditering op 31 december 2010.
overkreditering
De overkreditering is berekend voor het jaar van
kredietverlening en voor het jaar 2010.
Pagina 5 van 17
Er is sprake van overkreditering als de verstrekte eerste
hypotheek hoger is dan maximale leencapaciteit volgens
de GHF norm.
De maximale leencapaciteit wordt bepaald aan de hand
van een annuïteitenlening bij maximale financieringslast.
De begrippen ‘maximale financieringslast’ en ‘maximale
leencapaciteit’ worden hieronder toegelicht.
maximale financieringslast en maximale leencapaciteit
De maximale financieringslast is gelijk aan:
woonquote * (bruto jaar inkomen minus incidentele inkomsten van beide contractanten
minus betaalde jaarlijkse ex-partner alimentatie minus jaarlijkse erfpachtcanon)
minus
(i)
(ii)
(iii)
(iv)
(v)
maandelijkse bovenmatige kosten;
aangetoonde betaalregeling belasting schuld (per maand);
maandtermijn consumptieve verplichtingen;
maandtermijn aflossingsproduct consumptieve verplichtingen;
maandtermijn aflossingsproduct hypotheek. (voor zover > 1 promille)
Aan de hand van de maximale financieringslast wordt de maximale leencapaciteit als volgt
bepaald.
De maximale leencapaciteit is gelijk aan de hoofdsom van een annuïteitenlening, met een
looptijd van 360 maanden, waarbij de maandtermijn op basis van de toepasselijke toetsrente
gelijk is aan de maximale financieringslast per maand.
Voor deze berekening wordt de volgende formule gebruikt:
maximale financieringslast per maand * de annuïteitenfactor.
De annuïteiten factor wordt als volgt bepaald:
(1-(1/(1+i)∧N))/i
In deze formule is
‘i' gelijk aan de jaarlijkse toetsrente gedeeld door 1200,
‘N’ het aantal termijnen en
‘∧’ verheffen tot de macht.
Een voorbeeld: stel toetsrente is 6%, dan i = 6/1200= 0,005
Annuïteiten factor is (1-(1/1+0,005)∧360))/0,005= 166,7916
Stel ‘maximale financieringslast’ per maand is gelijk aan 1.000, dan is de maximale leencapaciteit :
1.000 * 166,7916 = € 166.791,60
Pagina 6 van 17
Het bedrag waarmee het verstrekte krediet de maximale leencapaciteit overstijgt is het
bedrag aan overkreditering.
GOK
De gemiddelde overkreditering is gelijk aan de som van
(gemiddelde overkreditering)
de overkreditering in jaar van kredietverlening en het jaar
2010 gedeeld door twee.
De gemiddelde overkreditering kan hierbij niet hoger zijn
dan de overkreditering in jaar van kredietverlening.
Pagina 7 van 17
ALLEEN BIJ TWEEDE HYPOTHEEK / CONSUMPTIEF KREDIET
Deel I TOELICHTING BIJ EEN TWEEDE EN/OF CONSUMPTIEF KREDIET
In deze toelichting worden de verschillende onderdelen en kengetallen in de berekening
overkreditering toegelicht. De berekening van de compensatie overkreditering bestaat uit
twee stappen. Eerst wordt de gemiddelde overkreditering berekend. Daarna wordt op de
(gemiddelde) overkreditering een aantal posten in mindering gebracht. Over het resterende
saldo (de grondslag) wordt de compensatie overkreditering berekend. Deze toelichting op
de berekening overkreditering sluit aan op deze twee stappen. Het eerste deel bevat de
kengetallen op basis waarvan de (gemiddelde) overkreditering is berekend. In het tweede
deel zijn de aftrekposten opgenomen die in mindering zijn gebracht op de (gemiddelde)
overkreditering om tot de grondslag van de overkreditering te komen.
Hypotheeksoorten/kredietsoorten
eerste hypotheek
De overkreditering is per kredietsoort berekend. De
tweede hypotheek
compensatieregeling onderscheidt drie kredietsoorten:
consumptief krediet
eerste (of combi) hypotheek, tweede hypotheek en
consumptief krediet. In het overzicht is voor elk
kredietsoort de compensatieberekening opgenomen van
het door u bij DSB Bank laatst gesloten krediet. De
hypotheeksoort is linksboven op bijgevoegd overzicht
vermeld.
Deze toelichting heeft betrekking op de
compensatieberekening van de tweede hypotheek en/of
het consumptief krediet dat u bij DSB Bank heeft
afgesloten.
Invoergegevens voor berekening overkreditering tweede hypotheek en consumptief
krediet
toen, 2010
De berekening overkreditering` is uitgevoerd over het
jaar van kredietverlening en het jaar 2010.
 looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid
 looninkomsten uit vroegere
arbeid
 WUO: winst voor
ondernemersaftrek
 overige werkzaamheden
 AOW
 WW uitkering
 UWV ongespecificeerd
(anders dan WW uitkering)
Bij ‘toen’ is het jaar van kredietverlening vermeld.
Deze bronnen van uw inkomsten zijn overgenomen van
het ABS formulier (Aanslag Belastingen Systeem) van de
Belastingdienst.
Het ABS formulier heeft u zelf aangeleverd of is door
DSB Bank op basis van uw volmacht bij de
Belastingdienst opgevraagd.
Het inkomen dat hier is vermeld wordt het ‘fiscaal jaar
inkomen’ in de zin van de compensatieregeling genoemd.
Het onderscheid tussen de verschillende bronnen van
inkomen is van belang omdat voor bepaalde bronnen
van inkomen het fiscaal jaar inkomen omgerekend moet
worden naar het bruto jaar inkomen. Dit wordt hierna
toegelicht onder ‘geconverteerd naar verdiend loon’.
Pagina 8 van 17
inkomen volgens gegevens DSB
geconverteerd naar verdiend
loon
Inkomen uit ‘WUO: winst voor ondernemersaftrek’ en
‘overige werkzaamheden’ in jaar van kredietverlening is
alleen vermeld, als dat inkomen op het moment van
kredietverlening aan DSB Bank was opgegeven.
Het ‘inkomen volgens gegevens DSB’ heeft u aangegeven bij
uw kredietaanvraag en is overgenomen uit het
administratieve systeem van DSB Bank. Dit inkomen
wordt gebruikt als het inkomen in jaar van
kredietverlening hoger is dan de ‘WUO: winst voor
ondernemersaftrek’ , ‘overige werkzaamheden’ of in geval van
WW uitkering in jaar van kredietverlening.
Het fiscaal jaar inkomen bij ‘looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid’ en bij ‘WW uitkering’ is omgerekend
naar het bruto jaar inkomen. In de omrekening is het
fiscaal jaar inkomen gecorrigeerd voor (i) de
werkgeversbijdrage ZvW premie (vanaf 1 januari 2006),
(ii) de werkgeversbijdrage ZfW premie (tot 1 januari
2006) en (iii) de werknemersbijdrage WW premie.
Schematisch is de omrekening bij ‘looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid’ en ‘WW uitkering’ als volgt:
 fiscaal jaar inkomen looninkomsten uit
tegenwoordige arbeid en WW uitkering/12,96*
minus
 werkgeversbijdrage ZvW/ZfW premie
plusinhouding WW premie
= bruto maand inkomen uit tegenwoordige arbeid en
WW uitkering
*) Bij kredieten gesloten tot 1-6-2008 geldt de factor 12,00
In de berekening van fiscaal jaar inkomen naar bruto jaar
inkomen wordt rekening gehouden met de toepasselijke
percentages, franchises en maximaal loon voor de
werkgeversbijdragen sociale verzekeringen.
Het berekende bruto jaar inkomen wijkt af van het
jaarinkomen van de jaaropgave.
De omrekening van fiscaal jaar inkomen naar bruto jaar
inkomen wordt niet uitgevoerd voor looninkomsten uit
vroegere arbeid, WUO: winst voor ondernemersaftrek,
overige werkzaamheden, AOW en UWV uitkering
anders dan een WW uitkering (‘UWV ongespecificeerd’).
Bij deze inkomsten categorieën wordt het fiscaal inkomen
gelijk gesteld aan het bruto inkomen.
Inkomen onder ‘geconverteerd naar verdiend loon’, ‘looninkomsten uit vroegere arbeid’, ‘WUO:
winst voor ondernemersaftrek’, ‘AOW’, ‘overige werkzaamheden’, ‘UWV ongespecificeerd’ en
‘inkomen volgens gegevens DSB’ vormen gezamenlijk het bruto jaar inkomen.
Pagina 9 van 17
betaalde jaarlijkse ex-partner
alimentatie
De partneralimentatie kan worden aangetoond door
middel van bankafschriften en het
echtscheidingsconvenant of echtscheidingsvonnis. De
partneralimentatie wordt niet overgenomen van het ABS
formulier.
jaarlijkse erfpachtcanon
De jaarlijkse erfpacht is opgenomen voor het bedrag dat
u heeft aangetoond.
Incidentele inkomsten kunnen bestaan uit: incidentele
inkomsten uit overwerk, incidentele winstuitkering, ,
ontvangen tijdelijke lijfrente-uitkeringen, incidentele
provisies, ontslagvergoeding, uitbetaalde vakantiedagen.
incidentele inkomsten
Sommige inkomenscomponenten komen elk jaar terug en
zijn variabele inkomenscomponenten. Dergelijke
variabele inkomenscomponenten worden als incidentele
inkomsten aangemerkt voor zover ze het gemiddelde van
deze inkomsten over drie jaar overstijgen.
Variabele inkomsten worden als incidentele inkomsten in
het jaar van kredietverlening meegenomen voor zover
deze inkomsten in jaar van kredietverlening het
rekenkundig gemiddelde van deze inkomsten overstijgen
over (i) het jaar vóór kredietverlening, (ii) jaar van
kredietverlening en (iii) jaar ná kredietverlening.
Variabele inkomsten worden als incidentele inkomsten in
het jaar 2010 aangemerkt voor zover deze inkomsten het
rekenkundig gemiddelde van deze inkomsten over de
jaren 2009, 2010 en 2011 overstijgen.
maandelijkse bovenmatige
kosten
aangetoonde betaalregeling
belasting schuld (per maand)
netto toen
netto nu
Incidentele inkomsten worden in mindering gebracht op
het bruto jaar inkomen.
Dit betreft de bijzondere vaste lasten die u heeft
aangetoond. De bijzondere vaste lasten zijn toegelicht in
par. 4.1.1. “de door u aangeleverde gegevens” van de
brochure die u bij uw brief met de uitkomst van uw
compensatieberekening heeft ontvangen (de brochure
met een toelichting op het compensatieaanbod).
De betaalregeling voor een belastingschuld wordt onder
de compensatieregeling aangemerkt als bijzondere vaste
lasten. Een belastingschuld wordt niet als een
betaalregeling aangemerkt.
Het netto maandinkomen wordt berekend uit het bruto
maand inkomen. Hiervoor wordt de zogenoemde brutonetto converter gebruikt.
Deze berekening wordt uitgevoerd aan de hand van het
bruto maand inkomen en de relevante
Pagina 10 van 17
loonheffingstabellen, premietabellen en de tabel
arbeidskorting. In de berekening worden de
gedifferentieerde tarieven en grondslagmaxima voor
premies ziekenfondswet of zorgverzekeringswet
toegepast.
saldo EWF en rente/kosten
lening EW
Dit bedrag heeft betrekking op het fiscale voordeel van
de eigen woning. Het saldo eigen woning is
overgenomen van het ABS-formulier van de
Belastingdienst.
Het fiscaal voordeel is het verschil tussen:
(i) verschuldigde inkomstenbelasting en premies
volksverzekeringen zonder rekening te houden
met het aftrekbare saldo eigen woning
en
(ii) verschuldigde inkomstenbelasting en premies
volksverzekeringen rekening houdend met het
aftrekbare saldo eigen woning
limiet naastlopende
consumptieve verplichtingen
Het fiscaal voordeel eigen woning wordt voor de
berekening van de overkreditering afgetrokken van de
aangetoonde bruto hypotheeklast.
Kredieten bij DSB Bank of bij andere financiële
instellingen die liepen op moment dat de tweede
hypotheek of het consumptief krediet bij DSB Bank werd
afgesloten, zijn zogenoemde naastlopende
financieringen.
De lasten van deze naastlopende financieringen worden
in de berekening overkreditering meegenomen tegen 2%
van de oorspronkelijke hoofdsom van het naastlopende
krediet.
De oorspronkelijke hoofdsom van het naastlopende
krediet is vermeld.
 maandelijks (kale) huur
 jaarlijkse rente hypotheek
 maandtermijn
aflossingsproduct hypotheek
Bij de berekening van de overkreditering van een tweede
hypotheek of een consumptief krediet worden de
woonlasten meegenomen. In de toelichting op de
berekening overkreditering zijn de door u aangetoonde
woonlasten te zien. Heeft u geen woonlasten aangetoond
dan wordt een bedrag van € 350 in de berekening van de
overkreditering betrokken; er wordt dan geen rekening
gehouden met een eventueel fiscaal voordeel eigen
woning. Het bedrag van € 350 is dan niet vermeld.
Pagina 11 van 17
gezinssamenstelling
De overkreditering bij een tweede hypotheek en een
consumptief krediet worden berekend volgens de VFN
normen. In de VFN normen is onder andere bepaald dat
bij bepaling van het maximaal te verlenen krediet,
rekening gehouden moet worden met de
gezinssamenstelling.
De volgende gezinssamenstellingen worden
onderscheiden:
 alleenstaand zonder kind(eren);
 alleenstaand met kind(eren);
 samenwonend zonder kind(eren);
 gezin met kind(eren).
Voor de berekening van de overkreditering is alleen de
gezinssamenstelling op moment van kredietverlening
van belang. Deze wordt ook aangehouden voor het jaar
2010.
gegevens van de afgesloten tweede hypotheek of het afgesloten consumptieve krediet
 Ct nummer
De overkreditering in jaar van kredietverlening en over
 ingangsdatum
het jaar 2010 wordt berekend over de oorspronkelijke
 contractuele einddatum
hoofdsom (‘limiet’).

limiet
 kantelmoment saldo per
31-12-2010
 scopemoment saldo per
112-2011
berekening overkreditering tweede hypotheek en/of consumptief krediet
overkreditering
De overkreditering is berekend voor het jaar van
kredietverlening en voor het jaar 2010.
Er is sprake van overkreditering als het verstrekte krediet
hoger is dan 50 maal de leencapaciteit van de
contractanten volgens de VFN normen die van
toepassing waren in jaar van kredietverlening en het jaar
2010.
De berekening van de leencapaciteit wordt hierna
toegelicht.
berekening leencapaciteit
De leencapaciteit wordt als volgt berekend:
leencapaciteit = netto maandinkomen – vaste lasten – leefnorm
De vaste lasten bestaan uit:
 maandelijkse bovenmatige kosten
 aangetoonde betaalregeling belasting schuld (per maand)
 naastlopende kredieten
 woonlasten
Pagina 12 van 17
De VFN normen schrijven het bedrag voor dat voor een huishouden vrij beschikbaar moet
zijn om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Dit vrij beschikbare bedrag wordt de
‘leefnorm’ genoemd. De leefnorm wordt ieder jaar per gezinssituatie vastgesteld.
De leefnormen zijn opgenomen op de website www.dsbcompensatie.nl.
Het netto maand inkomen dat overblijft na aftrek van de maandelijkse vaste lasten en de
leefnorm is vrij besteedbaar en beschikbaar voor krediet.
Het vrij beschikbaar bedrag (=de leencapaciteit) * 50 is wat er maximaal aan krediet verleend
mag worden. Als de hoofdsom van de tweede hypotheek of het consumptief krediet het
maximum van het te verlenen krediet overstijgt, is sprake van overkreditering.
GOK (Gemiddelde
De gemiddelde overkreditering is gelijk aan de som van
overkreditering)
de overkreditering in jaar van kredietverlening
vermenigvuldigd met twee plus de overkreditering in het
jaar 2010, gedeeld door drie; gemaximeerd op de
overkreditering in het jaar van kredietverlening.
Pagina 13 van 17
OVERKREDITERING BEREKENING (VOOR ALLE KREDIETSOORTEN)
Deel II. TOELICHTING AFTREKPOSTEN EN COMPENSATIEBEREKENING
In deze toelichting worden de verschillende onderdelen en kengetallen in de berekening
overkreditering toegelicht. De berekening van de compensatie overkreditering bestaat uit twee
stappen. Eerst wordt de gemiddelde overkreditering berekend. Daarna wordt op de
(gemiddelde) overkreditering een aantal posten in mindering gebracht. Over het resterende
saldo (de grondslag) wordt de compensatie overkreditering berekend. Deze toelichting op de
berekening overkreditering sluit aan op deze twee stappen. Het eerste deel bevat de
kengetallen op basis waarvan de (gemiddelde) overkreditering is berekend. In het tweede deel
zijn de aftrekposten opgenomen die in mindering zijn gebracht op de (gemiddelde)
overkreditering om tot de grondslag van de overkreditering te komen.
herhaling kerngegevens van de uitkomst van de berekening compensatie overkreditering
ingangsdatum
Per kredietsoort is de ingangsdatum vermeld van het krediet,
waarvoor de overkreditering is berekend.
 geconsolideerde limiet
Voor de kredieten waarvoor de overkreditering is berekend, is
van verstrekkingen in
zowel de oorspronkelijke hoofdsom als het openstaand saldo per
categorie
31 december 2010 vermeld.
 geconsolideerd saldo
Leningsdelen van een (combi-)hypotheek of andere kredieten
kantelpunt 31 december
binnen een andere kredietsoort welke binnen 8 dagen na elkaar
2010
zijn ingegaan, worden bij elkaar genomen ofwel geconsolideerd.
 oorspronkelijke
In de toelichting hiervoor is toegelicht hoe de overkreditering in
overkreditering
jaar van kredietverlening en jaar 2010 en de gemiddelde
(verleden)
overkreditering is berekend. De bedragen van deze berekening
 overkreditering obv
worden hier herhaald.
inkomen van 2010
 gemiddelde
overkreditering
De compensatie overkreditering wordt berekend over het verleden en voor de toekomst. De
berekening van de compensatie voor het verleden wijkt af van de berekening van de
compensatie voor de toekomst.
Beide berekening worden hierna toegelicht.
Berekening compensatie voor het verleden
De compensatie voor het verleden wordt als volgt berekend:
gemiddelde overkreditering – aftrekposten = grondslag voor compensatie overkreditering.
Hierbij geldt dat de overkreditering in het jaar van kredietverlening het maximale bedrag aan
overkreditering is waarmee rekening wordt gehouden. Dit betekent dat in geval de
overkreditering over 2010 hoger is dan de overkreditering over jaar kredietverlening, wordt
uitgegaan van de overkreditering over jaar van kredietverlening.
De aftrekposten die in mindering worden gebracht op de gemiddelde overkreditering worden
hierna toegelicht.
Aftrekposten
Pagina 14 van 17
drempel
aflossing
Bij aanmelding voor de compensatie regeling onder de WCAM
wordt een drempelwaarde als aftrekpost meegenomen. De
drempelwaarde verschilt per kredietsoort:
 eerste of combi hypotheek: € 15.000
 losse tweede hypotheek : € 2.500
 consumptief krediet: € 1.000
De verrichte aflossingen over de periode van datum
kredietverlening tot 31 december 2010 worden als aftrekpost
meegenomen. De verrichte aflossingen zijn als aftrekposten
meegenomen omdat voor de verrichte aflossingen geen sprake
meer is van overkreditering.
In geval u bij DSB Bank een tweede hypotheek en een
consumptief krediet heeft lopen, worden de verrichte
aflossingen op deze kredieten opgeteld en eerst gealloceerd aan
de overkreditering bij het consumptief krediet en een eventueel
restant gealloceerd aan de overkreditering van de tweede
hypotheek.
premierestituties in handen
van cliënt
compensatie i.v.m.
koopsomverzekeringen
exclusief rente
totaal op OK in mindering
te brengen
in aanmerking te nemen
overkreditering
laatste moment van
overkreditering
De aflossingen op een (combi-) hypotheek wordt uitsluitend
gealloceerd aan de (combi-)hypotheek.
Deze premierestituties en afkoopwaarden zijn niet verrekend
met een lopend krediet maar uitbetaald.
Deze uitkering(en) wordt eerst zoveel mogelijk gealloceerd aan
de overkreditering van het consumptief krediet, een eventueel
restant wordt gealloceerd aan de overkreditering van de tweede
hypotheek, en vervolgens wordt een eventueel restant
gealloceerd aan de eerste hypotheek.
Hier is het (eventuele) bedrag aan poliscompensatie opgenomen
dat is toegekend. Hierbij is ook het bedrag aan eventuele
compensatie voor onmogelijke dekking opgenomen. Het maakt
hierbij niet uit of poliscompensatie is verrekend met lopende
kredieten of omgezet naar een concurrente vordering in het
faillissement van DSB Bank.
Deze compensatie wordt ook gealloceerd in de volgorde
consumptief krediet, tweede hypotheek, eerste hypotheek. Zie
hiervoor ’premierestituties in handen van cliënt’.
Het totaal van drempelwaarde, aflossingen, premierestituties in
handen van cliënt en compensatie i.v.m. koopsomverzekeringen
exclusief rente is hier vermeld. Dit is het totaal aan aftrekposten
voor de compensatie over het verleden.
Dit is het verschil tussen de gemiddelde overkreditering en het
totaal van de aftrekposten (zie hiervoor: ‘totaal op OK in
mindering te brengen’)
Tot en met het kalenderjaar waarin voor het laatst sprake is
geweest van overkreditering wordt de compensatie
overkreditering voor het verleden berekend. Deze datum kan
vóór 31 december 2010 liggen.
Pagina 15 van 17
rentepercentage per jaar,
enkelvoudig berekening
compensatie i.v.m.
overkreditering uit het
verleden
De compensatie overkreditering wordt berekend van datum
kredietverlening tot (zie hiervoor: ‘laatste moment van
overkreditering’). De compensatie verschilt per kredietsoort. De
volgende percentages zijn van toepassing:
eerste hypotheek: 5%
tweede hypotheek: 6%
consumptief krediet: 9%,
De compensatie wordt berekend over de periode van datum
kredietverlening tot (zie hiervoor: ‘laatste moment van
overkreditering’).
Berekening compensatie voor de toekomst
De compensatie voor de toekomst wordt als volgt berekend.
Bepalen van de laagste waarde van (i) het bedrag aan overkreditering over jaar van
kredietverlening en (ii) het bedrag aan overkreditering over het jaar 2010. Dit laagste bedrag
noemen de ‘overkreditering voor de toekomst’. Op de overkreditering voor de toekomst worden
aftrekposten in mindering gebracht.
De aftrekposten komen deels overeen met de aftrekposten bij de berekening van de
compensatie voor het verleden. Daarnaast zijn er enkele aanvullende aftrekposten.
De compensatie voor de toekomst wordt berekend voor de resterende looptijd van het krediet
na 31 december 2010, waarbij een maximum van 5 jaar geldt.
De aftrekposten worden hierna toegelicht.
drempel
zie compensatie voor het verleden
aflossing
zie compensatie voor het verleden
compensatie ivm
zie compensatie voor het verleden.
koopsomverzekeringen
(incl. rente)
verzekeringcompensaties
hier is de eventuele compensatie voor Reaal
zonder rente (Reaal)
beleggingsverzekeringen waarvoor geen rentevergoeding geldt,
opgenomen.
compensatie i.v.m
overkreditering uit het
verleden
compensatie afgekochte
HWL
Eventuele verzekeringscompensatie is gealloceerd in de
volgorde consumptief krediet, tweede hypotheek, eerste
hypotheek.
Deze compensatie is opgenomen bij ‘berekening compensatie voor
het verleden’.
De compensatie voor overkreditering voor het verleden is
gealloceerd in de volgorde consumptief krediet, tweede
hypotheek, eerste hypotheek.
De compensatie voor afgekochte HWL beleggingsverzekeringen
zonder rente is gealloceerd in de volgorde consumptief krediet,
tweede hypotheek, eerste hypotheek.
Pagina 16 van 17
na 31-12-2010 reeds
uitgevoerde HWS
oplossingen (rente)
totaal op HOK/VOK in
mindering te brengen
resterende overkreditering
voor toekomst
contractuele einddatum
compensatie toekomstige
overkreditering
totale compensatie
overkreditering
De compensatie voor rente en aflossingen op een HWS
restschuld is gealloceerd in de volgorde consumptief krediet,
tweede hypotheek, eerste hypotheek.
Het totaal van drempelwaarde, aflossingen, premierestituties in
handen van cliënt en compensatie i.v.m. koopsomverzekeringen
inclusief rente, verzekeringcompensaties zonder rente (Reaal),
compensatie i.v.m overkreditering uit het verleden, compensatie
afgekochte HWL, na 31-12-2010 reeds uitgevoerde HWS
oplossingen is hier vermeld. Dit is het totaal aan aftrekposten
voor de compensatie voor de toekomst.
Dit is het verschil tussen overkreditering voor de toekomst en
het totaal van de aftrekposten (zie vorige regel: ‘totaal op
HOK/VOK in mindering te brengen’).
Hier is de contractuele einddatum van het krediet vermeld.
De compensatie voor de toekomst wordt berekend over de
periode na 31 december 2010 tot maximaal 31 december 2015 of
tot de contractuele einddatum als het krediet eerder afloopt.
Dit het bedrag aan compensatie voor het verleden en
compensatie voor de toekomst.
Pagina 17 van 17