1 Nieuwsbrief nr. 5 – 31 juli 2014 I) Sectorplan goedgekeurd! Op 29 juli jl. ontving SIGRA van het Agentschap SZW de goedkeuring voor het regionale Sectorplan Groot Amsterdam, Zaanstreek en Waterland. Aan de regio is € 4.553.267 subsidie (cofinanciering) toegekend. De beschikking vindt u op de SIGRA-site: zie link onderaan de homepage; document 140725 Beschikking Sectorplan. Om te voorkomen dat u op de “aftrapbijeenkomst op 13 augustus a.s. bedolven raakt onder de informatie in deze Nieuwsbrief alvast de belangrijkste zaken. Wanneer start Zorg Werkt Zeker? De formeel vastgestelde startdatum is 1 september 2014. Trainingen, scholingen of andere activiteiten (in subsidietaal: “Maatregelen”), die voor die datum zijn gestart komen niet voor subsidie in aanmerking. De looptijd is 2 jaar, m.a.w. van 1 september 2014 tot 1 september 2016. II) Verdeling subsidie Sectorplan Groot Amsterdam, Zaanstreek en Waterland Op landelijk niveau is afgesproken om als eerste verdeelsleutel het aantal Fte1 per zorginstelling te nemen (teller) en dat te delen door het totaal aantal Fte van alle aanvragers in een regio (noemer). Deze breuk geeft per instelling het percentage van (aandeel in) het totaal voor de regio beschikbare bedrag. Sleutel 1: Fte instelling X Totaal Fte = % subsidie Tegen deze formule is door sommigen bezwaar gemaakt. Zo zouden grote instellingen een relatief groot percentage van de subsidie ontvangen – in de SIGRA-regio vele tonnen – en kleine instellingen, met bv. minder dan 100 Fte, enkele duizenden euro’s. Bovendien zou zo geen rekening worden gehouden met de noodzaak tot, c.q. behoefte aan scholing. Dat verschilt immers per instelling. Bovendien is in sommige branches (bv. de thuiszorg) de deeltijdfactor lager dan gemiddeld en zijn er relatief meer medewerkers. Toch is ook voor de SIGRA-regio het aantal Fte als eerste uitgangspunt genomen. In de eerste plaats omdat er landelijk afspraken zijn gemaakt – wat leidt tot de vereiste éénduidige aanpak (o.a. van belang voor regio-overstijgende instellingen). In de tweede plaats omdat het een objectief en eenvoudig criterium is. Het is ondoenlijk om rangordes aan te brengen in de aard van de scholingsproblematiek per instelling. 1 Met een dienstverband. Peildatum 31-12-2012 aan de hand van het Jaarverslag (nog lang niet alle Jaarverslagen 2013 zijn vastgesteld). 2 In de derde plaats omdat het aantal medewerkers i.p.v. het aantal Fte niet per definitie een objectievere sleutel oplevert: zo blijkt er een recht evenredige verhouding te zijn tussen deeltijdfactor en het aantal voorgenomen ontslagen (hoger bij een lage deeltijdfactor). Instellingen die het hardst door de transities worden getroffen kunnen minder medewerkers behouden (en dus scholen). Ook de vraag hoe om te gaan met medewerkers met een 0-uren contract is lastig te beantwoorden. Formule Sectorplan SIGRA Om de kleine instellingen tegemoet te komen is afgesproken een basisbedrag van € 10.000,- per instelling vast te stellen. Het totaal aan basisbedragen (A) wordt in mindering gebracht op de beschikbare subsidie (B). Wat overblijft (C) wordt via de Fte-sleutel herverdeeld over alle aanvragers, inclusief de kleine. Instellingen die volgens de Fte- sleutel aanspraak zouden maken op een lager bedrag dan € 10.000, maar meer hebben aangevraagd, ontvangen € 10.000 en doen in de herverdeling van het (C) mee2. Als voorbeeld: Instelling Y heeft 50 Fte. Het aantal aanvragers is 30. Zij hebben samen 30.000 Fte. Het beschikbare bedrag is € 4.000.000,-. Instelling Y zou op basis van de Fte-sleutel ontvangen 50/30.000 = 0,17%, ofwel € 6.667,-. Bij een basisbedrag van € 10.000,- en herverdeling van (C)3 ontvangt instelling Y € 10.000 + 0,17 % van € 3.700.000 {€ 4.000.000 minus 30 x € 10.000} = € 16.167. Voor middelgrote en grote instellingen houdt bovenstaande formule in dat zij tussen de ca. 1% (middelgroot) en ca. 5% (groot) op hun “aanspraakbedrag” worden gekort. Overigens zouden deze percentages bij een basisbedrag van € 25.000,- resp. ca. 2,5% en ca. 15% zijn (en 5% en 30% bij een basisbedrag van € 50.000,-). Sleutel 2: “Onderuitputting” Wat te doen met instellingen, die minder hebben aangevraagd dan hun aandeel in het totaal (het bedrag waarop zij volgens bovenstaande formule “recht hebben”)? Besloten is om in dat geval het verschil tussen aangevraagd bedrag en het aandeel in de subsidie in een gezamenlijke pot te storten en deze pot te herverdelen onder de instellingen, die meer hebben aangevraagd dan hun aandeel. In de verdeling van de subsidie is als tweede sleutel uitgegaan van de bedragen, zoals die bij SIGRA zijn aangevraagd. Voor de meeste aanvragen is het bedrag hoger dan waarop de aanvrager aanspraak kan maken. Veel instellingen zullen m.a.w. hun plannen (en verwachtingen) naar beneden moeten bijstellen (zie ook hierna onder “Overtekend”) De 2e sleutel houdt in dat instellingen vooralsnog geen hogere aanvraag kunnen doen dan al ingediend en dat instellingen, die minder aangevraagd hebben dan waarop zij aanspraak kunnen maken, vooralsnog niet worden “opgeplust”. 2 Uitzondering: wanneer een instelling minder heeft aangevraagd dan € 10.000,- dan ontvangt de instelling het aangevraagde bedrag. 3 De kleine instellingen doen bij de herverdeling mee om te voorkomen dat de Fte-ondergrens (in dit voorbeeld 133 Fte bij een basisbedrag van € 10.000) een scherprechter wordt: een instelling met 50 Fte zou nagenoeg hetzelfde bedrag ontvangen als een instelling met 150 Fte. 3 Afhankelijk van de voortgang van het Sectorplan kan na verloop van tijd van het bovenstaande worden afgeweken. Het is aan de (op te richten) stuurgroep om daarover te besluiten. Aan de hand van bovenstaande sleutels wordt per instelling een maximaal subsidiebedrag bepaald. Overtekening en bijstelling De zorginstellingen in de regio hebben ruim € 8 miljoen aan subsidie aangevraagd, tegen een toegekend bedrag van € 4,5 miljoen. De ingediende plannen moeten m.a.w. fors naar beneden worden bijgesteld. Met elke aanvrager zal de komende periode contact worden opgenomen om tot bijstelling te komen (indien nodig), te beginnen met de BBL- en HBO Duaal-trajecten. III) Ziekenhuizen en 1e Lijn Hoewel ziekenhuizen en 1e Lijn niet aan de landelijke onderhandelingstafels zaten is besloten hen in het regionale Sectorplan wel mee te nemen. Beide branches hebben ook volop te maken met transities en “budgettaire knelpunten”. De regelgeving en de berichtgeving vanuit Den Haag is helaas niet altijd éénduidig. Van meet af aan is gesteld dat de Sectorplannen om de totale sector moeten gaan, zonder uitzondering van branches als Ziekenhuizen en 1e Lijn. Met het uiteen trekken van de oorspronkelijke thema’s Mobiliteit en Scholing in landelijke en regionale plannen zijn deze branches tussen wal en schip gevallen. Voor de 1e Lijn – de branche die misschien wel voor de grootste uitdagingen staat – zijn vooralsnog weinig extra middelen beschikbaar. Feitelijk gaat het om een paar instellingen. Voor de meeste ziekenhuizen is óf een andere subsidieregeling beschikbaar voor scholing4, óf zij hebben aangegeven geen aanspraak te zullen maken op de middelen. 4 De subsidieregeling “Kwaliteits Impuls Personeel Ziekenhuizen” – in de wandelgang “KIPZ” genoemd. 4 IV) Aantallen en bedragen Sectorplan Zorg Werkt Zeker Periode: 1-9-2014 Thema 1: Ontwikkeling Competenties Maximaal Maatregel Deelnemers Kosten 1. Competentiescans/scholingsadviezen 880 € 264.000 2. Scholingstraject/training van gem. 2 dagen 1.345 € 672.500 3. Scholingstraject/training van gem. 8 dagen 530 € 1.696.000 4. Scholingstraject/training van gem. 15 dagen 435 € 3.045.000 Thema 2: Gekwaliciceerde scholing / instroom jongeren Maximaal 5. Scholing extra BBL (MBO)-trajecten 115 € 5.147.584 6. Scholing extra Duaal HBO-trajecten 85 € 1.902.368 7. EVC-trajecten 315 € 378.000 Subtotalen 3.705 € 13.105.452 Overheadkosten pm € 231.055 Totalen 3.705 € 13.336.507 1-9-2016 € € € € Subsidie 132.000 336.250 848.000 1.522.500 € € € € € € 1.029.517 380.474 189.000 4.437.740 115.527 4.553.267 Hierboven de aantallen en bedragen per maatregel, zoals in de aanvraag opgenomen. Bij het opstellen van dit overzicht is gekeken naar de aanvragen, zoals bij SIGRA ingediend. Omdat verreweg de meeste aanvragen voor subsidie hoger zijn dan waarop aanspraak kan worden gemaakt, zullen bovenstaande aantallen moeten worden verdeeld over de aanvragers. Overigens kan – na goedkeuring van het Agentschap SZW – tussen de verschillende maatregelen worden geschoven, zolang het totaalbedrag maar gelijk blijft. Het verschil tussen kosten en subsidie voor de Maatregelen 5 en 6 wordt verklaard door de vereiste eigen investering in BBL- en HBO-trajecten. Voor de maatregelen 1 t/m 4 en 7 is de subsidie maximaal 50%. Voor de maatregelen 5 en 6 is dat maximaal 20%. Dat laatste lijkt weinig, maar is het niet: het aantal declarabele uren per medewerker is namelijk opgehoogd tot maximaal 1.664 per student-werknemer per jaar - i.p.v. het aantal daadwerkelijke verleturen i.v.m. het bijwonen van lessen. Per saldo wordt feitelijk elke verletdag i.v.m. het bijwonen van lessen volledig gesubsidieerd. Ook is de bewijslast versoepeld. Voor meer info: zie VI) Handboek. Subsidie per maatregel Sectorplan Zorg Werkt Zeker Thema 1: Ontwikkeling Competenties Maatregel 1. Competentiescans/scholingsadviezen 2. Scholingstraject/training van gem. 2 dagen 3. Scholingstraject/training van gem. 8 dagen 4. Scholingstraject/training van gem. 15 dagen Thema 2: Gekwaliciceerde scholing / instroom jongeren 5. Scholing extra BBL (MBO)-trajecten 6. Scholing extra Duaal HBO-trajecten 7. EVC-trajecten Overheadkosten Kosten Per deelnemer € 300 € 500 € 2.000 € 4.000 Kosten € 44.762 € 22.381 € 1.200 € 231.054 Subsidie (maximaal) Bedrag % € 150 50% € 250 50% € 1.000 50% € 2.000 50% Subsidie (maximaal) € 8.952 20% € 4.476 20% € 600 50% € 115.527 50% 5 Hiervoor de maximale subsidie per maatregel, per deelnemer (afgerond op hele euro’s). De kosten per maatregel zijn gemiddelden – gebaseerd op een landelijke benchmark – en kunnen m.a.w. hoger of lager uitvallen. Met uitzondering van de maatregelen 5 en 6 moet voor elke maatregel marktconformiteit en arbeidsmarktrelevantie worden aangetoond. Voor de maatregelen 3 en 4 mogen ook de kosten van interne uren worden opgevoerd: € 25 per medewerker per uur (vast bedrag5). Voor 5 en 6 (BBL en HBO-duaal) alleen de uren van de studenten: € 13.45 per student per uur; zie ook III) Aantallen en Bedragen. Voor de maatregelen 1 (competentiescan/scholingsadvies) en 7 (EVC-trajecten) kunnen alleen de externe kosten worden opgevoerd. Voor maatregel 2 kunnen in principe geen verletkosten en/of kosten van interne uren worden opgevoerd. De maximaal te verkrijgen subsidie voor deze maatregel (maximaal € 350 per deelnemer) weegt meestal niet op tegen de bewijslast en de daarmee gepaard gaande kosten. Mocht een instelling toch bv. verletkosten willen opvoeren voor deze maatregel, en het beschikbare bedrag voor die instelling wordt niet overschreden, dan kan e.e.a. aan de stuurgroep worden voorgelegd. De stuurgroep zal dan o.a. een risicoafweging moeten maken: is er garantie dat van bv. 100 deelnemers alle noodzakelijk stukken – op tijd – worden aangeleverd, incl. de urenverantwoordingen, parafenen presentielijsten etc. Beschikbaar bedrag per instelling De maximale overheadkosten (€ 231.055) en de daarvoor beschikbare maximale subsidie (€ 115.527) zijn door het Agentschap SZW vastgesteld volgens een staffel. In de berekening van het subsidiebedrag per instelling wordt op de totale subsidie de maximale subsidie voor overheadkosten in mindering gebracht. Er blijft dan € 4.553.267 – € 115.527 = € 4.437.740 te verdelen. Van dat laatste bedrag is 7,5% gereserveerd t.b.v. instellingen die nog geen aanvraag hebben ingediend6, ofwel € 341.495. Het resterende bedrag (€ 4.096.245) is beschikbaar voor de instellingen, die al een aanvraag hebben gedaan. Sectorplan Zorg Werkt Zeker Subsidie Agentschap SZW Af: subsidie overheadkosten Blijft Reservering (7,5% van subsidie) Te verdelen € 4.553.267 € 115.527 € 4.437.740 € 341.495 € 4.096.245 Het gereserveerde bedrag minus nagekomen aanvragen wordt op 13 augustus 2014 (deadline voor nieuwe aanvragen is 12 augustus) toegevoegd aan de te verdelen subsidie. Om de instellingen in staat te stellen hun voorbereidingen z.s.m. te beginnen worden tussen 13 augustus en 1 september 2014 richtbedragen per instelling bekend gemaakt. In die richtbedragen wordt een “veiligheidskorting” ingepast: de aanvragen moeten immers nog getoetst worden op o.a. marktconformiteit en arbeidsmarktrelevantie. Het richtbedrag wordt m.a.w. bij de uiteindelijke vaststelling nog opgehoogd, mits aan alle eisen is voldaan. 5 Vastgesteld volgens een landelijke benchmark. Het bedrag lijkt laag, maar de bewijslast is t.o.v. de eerste plannen ook verminderd. 6 De regelgeving verplicht om de subsidie – na ontvangst van de beschikking – gedurende 14 dagen open te stellen voor alle zorginstellingen in de regio. 6 V) Voorschotten De “Regeling Cofinanciering Sectorplannen” is zo opgesteld dat de subsidieontvanger de kosten van zijn plannen moet vóórinvesteren. Na realisatie van minimaal 60% van de plannen wordt over maximaal 50% van de gemaakte kosten subsidie verstrekt. Het eerste voorschot ad € 455.237 wordt binnenkort aan SIGRA overgemaakt. Hiervan wordt – na aftrek van overheadkosten – € 380.000 “geparkeerd”. Er zijn immers nog geen resultaten behaald. Het tweede voorschot ad € 1.168.289 wordt verstrekt in maart 2015. Instellingen, die op dat moment meer dan 60% van hun plannen voor de periode september 2014 – maart 2015 hebben gerealiseerd, ontvangen over die periode in maart 2015 hun aandeel van de subsidie (inclusief het “geparkeerde bedrag”). De volledige planning van de bevoorschotting staat op de SIGRA-site (document: 140725 Beschikking Sectorplan, pagina 7). Totaal wordt maximaal 80% bevoorschot. De resterende 20% volgt na goedkeuring van de eindrapportage – gepland in het najaar van 2016.
© Copyright 2024 ExpyDoc